1. Lees de instructies - Alle veiligheids- en bedieningsinstructies moeten
worden doorgelezen, voordat het product wordt gebruikt.
2. Instructies bewaren - De veiligheids- en bedieningsinstructies
moeten worden bewaard voor toekomstig gebruik.
3. Volg de waarschuwingen op - Alle waarschuwingen op het product
en in de bedieningsinstructies moeten worden opgevolgd.
4. Volg de instructies - Alle bedienings- en gebruiksinstructies moeten
worden opgevolgd.
5. Reinigen - Trek de stekker van dit product uit het stopcontact
alvorens het te reinigen. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of
spuitbussen. Gebruik een vochtige doek voor het reinigen.
6. Hulpstukken - Gebruik nooit bevestigingen die niet door de fabrikant
van dit product worden aangeraden, aangezien zij gevaar kunnen
opleveren.
7. Water en vocht - Gebruik dit product niet in de buurt van water,
bijvoorbeeld een bad, een bak water of de gootsteen, in een vochtige
kelder of in de buurt van een zwembad of iets dergelijks.
8. Accessoires - Plaats het product niet op een onstabiele wagen,
rek, driepoot, steun of tafel. Het product kan vallen en ernstig letsel
veroorzaken bij een kind of volwassene. Ook kan het product ernstig
beschadigd worden. Zet het product alleen op een wagen, rek,
driepoot, steun of tafel die door de fabrikant wordt aangeraden of
bij het product wordt verkocht. Bij het opstellen van het product
moeten de instructies van de fabrikant worden gevolgd en moet een
bevestiging worden gebruikt die door de fabrikant wordt aangeraden.
9. Wagen - Bij het verplaatsen van het product en wagen moet voorzichtig
te werk worden gegaan. Door snel stoppen, te veel kracht
uitoefenen en onregelmatige oppervlakken kunnen het
product en wagen kantelen of omvallen.
10. Ventilatie - Gleuven en openingen in de behuizing dienen voor
ventilatie en een betrouwbare werking van het product. Ook
beschermen zij het product tegen oververhitting. Deze openingen
mogen niet worden verstopt of afgedekt. Deze openingen mogen
nooit worden geblokkeerd door het product op een bed, bank, mat
of iets dergelijks te plaatsen. Dit product mag niet in een omsloten
plaats worden gezet, zoals een boekenkast of rek, tenzij er voor een
goede ventilatie wordt gezorgd of de instructies van de fabrikant zijn
opgevolgd.
11. Vermogensbronnen - Dit product mag alleen worden aangesloten
op het soort vermogensbron dat op het etiket staat aangegeven en
worden aangesloten op een geaard stopcontact dat rechtstreeks
is aangesloten op het lichtnet. Indien u niet zeker weet welke
vermogensbron in uw huis wordt gebruikt, neem dan contact op met
de dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
12. Bescherming van netsnoer - Netsnoeren moeten zo worden gelegd
dat er niet op kan worden gestapt en dat ze niet klem kunnen raken
door voorwerpen die erop of ertegen worden geplaatst. Er moet met
name op de ligging worden gelet bij de stekkers, bij de aanvullende
stopcontacten en bij het punt waar de kabels uit het product komen.
13. Netvoedingsstekker - Wanneer de netvoedingsstekker of een
apparaat-coupler als het uitschakelapparaat dienst doet, dan moet het
uitschakelapparaat altijd in goede staat worden gehouden.
14. Aarding buitenantenne - Als er een buitenantenne of een
kabelsysteem op het product is aangesloten, dan moet de antenne
of het kabelsysteem zijn geaard. Op deze manier wordt er een zekere
mate van bescherming geboden tegen spanningspieken en statische
ontladingen. Artikel 810 van de National Electrical Code (ANSI/NFPA
70) bevat informatie over het op de juiste manier aarden van de mast
en de draagconstructie, het aarden van de aansluitdraad op een
antenne-ontladingseenheid, de afmeting van de aardingsconnectoren,
de locatie van de antenne-ontladingseenheid, de verbinding met de
aardelektroden en de vereisten voor de aardelektrode.
OPMERKING VOOR INSTALLATEUR VAN CATVSYSTEEM
Deze opmerking dient als herinnering voor de installateur van het CATVsysteem dat hij Section 820-40 van de National Electrical Code (nationale
elektrische code) dient op te volgen. Deze code schrijft voor dat de
aardingskabel op het aardingssysteem van het gebouw moet worden
aangesloten en wel zo dicht als praktisch mogelijk bij het punt waar de
kabel het gebouw binnenkomt.
15. Bliksem - Ter extra bescherming van dit product tijdens onweer of
wanneer het langere tijd niet gebruikt zal worden, moet de stekker
uit het wandstopcontact worden getrokken en de antenne of het
kabelsysteem worden losgekoppeld. Op deze manier wordt voorkomen
dat het product wordt beschadigd door onweer en stroompieken.
16. Hoogspanningskabels - Een buitenkabelsysteem mag niet in
de buurt van hoogspanningskabels of andere elektrische lichtof vermogenscircuits worden geplaatst. Een dergelijk systeem
mag ook niet zodanig worden geplaatst dat het met deze kabels
of circuits in aanraking kan komen. Bij het installeren van een
buitenantennesysteem moet er zorgvuldig op worden gelet dat
dergelijke hoogspanningskabels of circuits niet worden aangeraakt,
aangezien dit dodelijke gevolgen kan hebben.
17. Overbelasting - Belast stopcontacten, verlengsnoeren en ingebouwde
aanvullende stopcontacten niet te hoog, omdat dit kan leiden tot brand
of elektrische schok.
18. Open vuur - Er mag geen open vuur, zoals aangestoken kaarsen, op
het product worden geplaatst.
19. Voorwerpen en vloeistof - Duw nooit voorwerpen via openingen
in dit product, omdat zij gevaarlijke spanningsdelen kunnen raken of
kortsluiting kunnen veroorzaken met brand of een elektrische schok tot
gevolg. Mors nooit vloeistof op dit product.
20. Koptelefoon - Een te hoge geluidsdruk uit oor- en koptelefoons kan
gehoorverlies veroorzaken.
21. Beschadigingen waarvoor onderhoud nodig is - Trek de
stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud over aan erkend
onderhoudspersoneel indien de volgende omstandigheden zich
voordoen:
a. Het netsnoer of de stekker is beschadigd.
b. Er is vloeistof op het product gemorst of er zijn voorwerpen in het
product gevallen.
c. Het product werd aan regen of water blootgesteld.
d. Het product werkt niet naar behoren wanneer de
bedieningsinstructies worden opgevolgd. Stel alleen
die bedieningselementen af die in de instructies staan
beschreven aangezien door een onjuiste afstelling van andere
bedieningselementen schade kan ontstaan. Om het product weer
naar behoren te laten werken, zal een erkende monteur vaak een
langdurige procedure moeten uitvoeren.
e. Het product is gevallen of beschadigd geraakt.
f. Indien er een duidelijke verandering in de prestaties van het
let er dan op dat de monteur de vervangingsonderdelen gebruikt die
door de fabrikant zijn aangegeven of die dezelfde kenmerken hebben
als het originele onderdeel. Door niet-geautoriseerde vervangingen kan
er brand ontstaan, kunnen er elektrische schokken worden opgelopen
of kunnen andere gevaren optreden.
23. Batterijen weggooien - Neem bij het weggooien van gebruikte
batterijen de wettelijke bepalingen en regelingen in acht die in uw land
of regio van toepassing zijn.
24. Veiligheidscontrole - Na het uitvoeren van onderhoud of reparaties
aan de product, dient u de monteur te vragen veiligheidscontroles uit
te voeren om na te gaan of het product naar behoren werkt.
25. Bevestiging tegen muur of plafond - Het product mag alleen op de
door de fabrikant aanbevolen manier tegen een muur of een plafond
worden bevestigd.
WAARSCHUWING
De bliksemits met de pijlpunt in een gelijkzijdige driehoek
maakt de gebruiker erop attent dat er een niet-geïsoleerde
“gevaarlijke spanning” bestaat in de kast van het product en
dat deze spanning hoog genoeg kan zijn om gevaar voor
elektrische schokken op te leveren.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek maakt de
gebruiker erop attent dat er belangrijke bedienings- en
onderhoudsinstructies in de documentatie bij het apparaat zijn
opgenomen.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR KLANTEN IN HET VERENIGD
KONINKRIJK
Snij de stekker voor de netvoeding NIET af. Indien de aangebrachte
stekker niet geschikt is voor de stopcontacten in uw huis of indien de
kabel te kort is, zorg dan voor een veilige verlengkabel of neem contact
op met uw dealer. Indien desondanks de hoofdstekker wordt afgesneden,
VERWIJDER dan DE ZEKERING en gooi de STEKKER onmiddellijk weg om
een mogelijke elektrische schok door het per ongeluk aanraken van de
netvoeding te voorkomen. Indien bij dit product geen stekker voor de
netvoeding is geleverd of indien er een moet worden aangebracht, volg
dan onderstaande instructies.
BELANGRIJK
Maak GEEN aansluiting op het grotere aansluitpunt met de letter E of met het
veiligheidssymbool voor massa of met de kleur GROEN of GROEN EN GEEL.
De draden in de netkabel van dit product hebben de volgende kleuren:
BLAUW - NEUTRAALBRUIN - SPANNINGVOEREND
Aangezien deze kleuren niet noodzakelijkerwijs overeenkomen met de
gekleurde markeringen voor de aansluitpunten in uw stekker, dient u als
volgt te werk te gaan:
• De BLAUWE draad moet op het aansluitpunt met de letter N of met een
ZWARTE kleur worden aangesloten.
• De BRUINE draad moet op het aansluitpunt met de letter L of met een
RODE kleur worden aangesloten.
• Bij het vervangen van de zekering mag alleen een zekering van de
juiste sterkte en een goedgekeurd type worden gebruikt. Vergeet niet
de zekeringafdekking weer terug te plaatsen.
WAARSCHUWING : OM HET RISICO VOOR BRAND EN ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG DIT APPARAAT NIET WORDEN
BLOOTGESTELD AAN REGEN OF VOCHT. OOK MOGEN ER GEEN
MET VLOEISTOF GEVULDE VOORWERPEN, ZOALS VAZEN, OP DIT
APPARAAT WORDEN GEPLAATST.”
DE APPARATUUR MOET VIA EEN GEAARD STOPCONTACT RECHTSTREEKS OP
HET LICHTNET WORDEN AANGESLOTEN.
WAARSCHUWING M.B.T. PLAATSING
Voor een goede ventilatie moet er een ruimte rond de unit worden gelaten
die gelijk is aan of groter is dan hieronder aangegeven. Deze ruimte moet
worden genomen van de grootste buitenafmetingen, waaronder uitsteeksels.
Linker en rechter panelen: 10 cmAchterpaneel: 10 cmBovenpaneel: 50 cm
NEEM BIJ TWIJFEL CONTACT OP MET EEN GOEDE ELEKTRICIEN.
Dit product is geproduceerd in overeenstemming met de EEGrichtlijnen 2004/108/EEG inzake vereisten voor radio-storingen.
AANTEKENINGEN BIJ MILIEUBESCHERMING
Aan het einde van de levensduur mag dit product niet bij het
huishoudelijk afval worden gegooid. Het moet daarentegen
bij een verzamelpunt voor de recycling van elektrische en
elektronische apparatuur worden ingeleverd. Dit wordt door
het symbool op het product, in de gebruikershandleiding en
op de verpakking aangegeven.
De materialen kunnen op de aangegeven manier worden gerecycled. Door
hergebruik, het recyclen van grondstoen of andere manieren van recycling,
draagt u een belangrijk steentje bij aan de bescherming van ons milieu.
Bij het betreende gemeentekantoor kunt u navragen waar u met uw
afvalproducten terecht kunt.
NOTEER HET MODELNUMMER NU, TERWIJL U HET KUNT ZIEN.
Het model- en serienummer van uw nieuwe T 755 bevinden zich aan
de achterkant van de behuizing. Wij raden u aan deze nummers hier te
noteren, zodat u ze gemakkelijk terug kunt vinden:
WIJ WENSEN U VEEL PLEZIER MET UW NIEUWE APPARATUUR VAN NAD.
De T 755 AV-receiver is in technologisch opzicht een zeer geavanceerd en
ingenieus systeem. Tevens hebben wij er veel energie in gestoken om het een
gebruiksvriendelijk product te maken. De T 755 beschikt over een heel scala
aan nuttige opties voor surround- en stereoweergave, waarvoor gebruik wordt
gemaakt van digitale signaalverwerking en uitermate nauwkeurige digitaalaudiocircuits. We hebben er echter ook op gelet dat de T 755 de muziek zo
helder mogelijk weergeeft en een zo correct mogelijke stage neerzet. Hiervoor
hebben we gebruik gemaakt van onze kennis die we in een kwart eeuw
ontwerpen van componenten voor audiosystemen en thuisbioscoopsystemen
hebben opgedaan. Zoals dat voor al onze producten geldt, staat ook bij het
ontwerp van de T 755 onze losoe “muziek voorop” centraal, zodat wij u vol
vertrouwen kunnen beloven dat u de komende jaren zult kunnen genieten van
de allerbeste kwaliteit surroundgeluid voor thuisbioscopen en van audioele
muziekkwaliteit.
We raden u aan nu even tijd te besteden aan het doorlezen van deze
handleiding. Wanneer u hier nu wat tijd in investeert, kan u dat later heel
wat tijd besparen. Bovendien is het de beste manier om er zeker van te zijn
dat u het meeste projt hebt van uw investering in de NAD T 755 en het
meeste uit deze krachtige en exibele thuisbioscoopcomponent haalt.
Nog iets: We raden u dringend aan op de NAD-website te registreren dat u
in het bezit bent van een T 755:
http://NADelectronics.com/warranty
Voor informatie over garanties kunt u met uw plaatselijke dealer contact
opnemen.
Page 5
INLEIDING
OVER DE T 755
Hoewel de T 755 een van de technisch meest geavanceerde AV-receivers
is, hebben we er hard aan gewerkt om ervoor te zorgen dat het tevens een
thuisbioscoopcomponent met een zeer heldere muziekweergave is. Dit is
wat wij bedoelen met de ontwerplosoe van NAD waarbij “muziek voorop”
staat. Hier zijn slechts enkele voorbeelden:
• De T 755 maakt voor alle kanalen gebruik van de Power Drive™
versterkertechnologie van NAD voor een nauwkeurige, lineaire reproductie,
ongeacht welke luidsprekers worden gebruikt. Deze uniek eciënte
voedingsopstelling biedt de realistische voordelen van een hoogdynamisch vermogen dat niet wordt beïnvloed door luidsprekers met een
lage impedantie. Het resultaat is een dynamisch, gedetailleerd geluid bij
stereo- en multikanaalsfuncties dat niets te maken lijkt te hebben met een
receiver. Door de exclusieve Soft Clipping™ circuits van NAD worden de
geluidskwaliteit en het dynamische vermogen nog verder verbeterd.
• De hoogwaardige componenten die voor alle analoge audiocircuits van de
AV-receivers worden gebruikt, maximaliseren de kwaliteit van alle bronnen,
waaronder multikanaals analoge bronnen, zoals dvd-audio en sacd.
• Door de uitgangsaansluitingen van de voorversterker (alle kanalen) en
de ingangsaansluitingen van de hoofdversterker kan er op zeer exibele
wijze worden uitgebreid.
• Een tweede set luidsprekerklemmen (luidsprekers B) voor luisteren op
afstand.
• Voorversterker- en videovoeding voor zones met toewijsbare 12 V DC-
triggerregeling.
• Een RS-232-poort voor geavanceerde zoneregeling en software-
updates via een met Windows® compatibele PC.
• Overal wordt gebruik gemaakt van met goud bedekte connectors voor
een maximale signaalzuiverheid.
E.A.R.S. EN DIGITAL SURROUND
Een van de belangrijkste redenen waarom de T 755 in staat is een een werkelijk
uitstekende muzikale weergave te bieden, is het Enhanced Ambiance Recovery
System (EARS) dat door NAD is ontworpen. In scherpe tegenstelling tot
veel “ambiance-synthese”-surroundmodi, maakt EARS ten volle gebruik van
het krachtige DSP-vermogen van de T 755 om de ambiance-inhoud die in
bijna alle natuurlijk-akoestieke opnamen is “gecodeerd”, naar de betreende
hoofd-, midden- en surround-luidsprekers te leiden, zonder daarvoor terug te
grijpen op kunstmatig opgewekte weerkaatsingen of trillingen. De natuurlijke
ambiance van EARS biedt een subtiele en tevens buitengewoon eectieve
surround-modus die op een natuurlijke wijze de ruimtelijke stage verbetert, wat
de audioele weergave zeer ten goede komt.
Dolby Pro Logic IIx Music en DTS Neo: 6 muziekmodi kunnen ook een
prachtig geluid weergeven uit 2-kanaals bronnen.
Wat de digitale zijde betreft, combineert de T 755 DSP-verwerking, waarbij
gebruik wordt gemaakt van de meest geavanceerde hogesnelheids DSPdriver, met 24-bit, 192 kHz digitaal-analoogomvormers en sampling van
alle kanalen. Een zeer nauwkeurige centrale klok synchroniseert alle digitale
circuits om op die manier de timingfouten (“jitter”) te vermijden die anders
het geluid negatief kunnen beïnvloeden. Het resultaat is een waarlijk stateof-the-art surrounddecodering vanaf Dolby Digital- en DTS-bronnen en een
6.1/7.1-kanaals weergave, met een duidelijk superieur geluid in alle modi.
INTEGRATIE
De T 755 AV-receiver biedt uitgebreide, exibele systeemintegratie-opties
via de congureerbare ingangen en uitgangen voor gelijkstroomtriggers,
en de infrarood communicatieverbindingen met standaardprotocol. De
DC-triggeruitgangen kunnen aan lokale main, zone en Source Setup
(broninstellingen) worden toegewezen.
ZONE
De T 755 AV-receiver is uitgerust met instelbare zones, die de video-uitgang
en de niveau-audio-uitgangen van de voorversterker ten volle benutten.
Met de ZR 4 afstandsbediening kunt u de toepassingen van zone 2 naar
wens instellen, inclusief het volume, aan/uit en alle broningangen.
RS232
Met de RS-232 interface en de handelseigen, met Windows® compatibele
software van NAD is een exibele systeemconguratie mogelijk gemaakt.
Wij zijn ook gecerticeerde partners van AMX en Crestron en ondersteunen
deze externe apparaten volledig.
Via deze interface kan de gebruiker de T 755 via de PC op afstand regelen.
De interface-software biedt de gebruiker volledige controle over alle
functies. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw NAD-audiospecialist.
UPGRADEN
Wanneer de T 755 AV-receiver wordt gebruikt, kan het systeem op een
exibele manier worden uitgebreid via de aparte aansluitingen PRE-OUT
en MAIN-IN voor alle kanalen. Aangezien upgrades van software het meest
waarschijnlijk zullen zijn, hebben wij ervoor gezorgd dat dit eenvoudig kan
worden uitgevoerd via de RS-232 hogesnelheidspoort op het achterpaneel
van de T 755. Eigenaars die hun T 755 op onze internationale website
www.NADelectronics.com registreren, worden van updates op de hoogte
gebracht. Sommige upgrades zijn gratis en voor andere moeten royalty’s
worden betaald. De gebruiker die de apparatuur beter kent, kan deze
upgrades uitvoeren door de betreende bestanden via e-mail van onze
website te downloaden en ze te installeren door de T 755 op een pc aan te
sluiten. U kunt ook de dealer waar u de T 755 hebt aangeschaft, vragen om
hulp bij het uitvoeren van deze upgrades.
HTR 3 AFSTANDSBEDIENING
Bij de T 755 wordt de NAD HTR 3 afstandsbediening geleverd, waarmee het
volledige systeem op eenvoudige en gebruiksvriendelijke wijze kan worden
aangestuurd. Lees, voordat u de AV-receiver gaat instellen, de paragraaf
DE HTR 3 AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN, waarin wordt uitgelegd hoe u
de afstandsbediening instelt en hoe u deze bedient. U kunt ervoor kiezen
de HTR 3 te gebruiken om het hele AV-systeem te bedienen. De HTR 3 kan
ook worden gebruikt voor aanvullende componenten van NAD of een
andere fabrikant, zoals een dvd-/cd-speler, televisie, satelliet-/hdtv-tuner,
videospeler, of zo ongeveer elk ander apparaat dat met een standaard
infrarood afstandsbediening kan worden aangestuurd.
NAD heeft veel energie gestoken in de geluidsweergave van de
T 755 AV-receiver, maar heeft zich net zo hard geconcentreerd op een
gebruiksvriendelijk en toch krachtig ontwerp. Het ontwerp is wat het
gebruiksgemak betreft uniek voor een dergelijk geavanceerde component,
en ook de universele HTR 3 afstandsbediening is zeer eenvoudig te
gebruiken, net als de displays op het frontpaneel van de T 755 en op
het scherm. Met het eenvoudig te gebruiken en toch krachtige systeem
van “voorinstellingen” kunt u de luisterinstellingen jnstemmen voor
verschillende omstandigheden, bronnen of luisteraars. Deze parameters
kunt u met een simpele druk op de knop weer oproepen.
Behalve uw T 755 receiver zult u in de doos het volgende aantreen:
• Een AM-loopantenne
• Een FM-lintantenne met balun
• Een verwijderbare AC-kabel (indien gewenst kan een AC-kabel volgens
IEC-norm en een geschikte vermogensopname worden gebruikt)
• De HTR 3-afstandsbediening met 4 (vier) AAA-batterijen
• De ZR 4 zone-afstandsbediening met 3V CR2025 batterij.
• Deze bedieningshandleiding
Als u aanwijzingen in de Quick Start Guide volgt, kunt u onmiddelijk
genieten van de kwaliteit die uw nieuwe NAD T 755 u biedt.
N.B.
• Digitale ingangssignalen hebben altijd voorrang boven analoge audioingangssignalen, zelfs wanneer beide aanwezig zijn.
• De T 755 is geoptimaliseerd voor Component Video-uitgangssignalen
Composite video- en S-video-bronnen kunnen in hun oorspronkelijke
formaat of via Component Video OUT worden bekeken.
DE VERPAKKING BEWAREN
Aanbevolen wordt de doos en al het verpakkingsmateriaal waarin de T 755
werd geleverd, te bewaren. Mocht u verhuizen of de tuner/voorversterker
om een andere reden moeten vervoeren, dan is dit veruit de veiligste
verpakking. Wij hebben te veel anderszins perfecte componenten gezien
die tijdens het vervoer werden beschadigd, omdat ze niet juist waren
verpakt. Daarom: Bewaar die doos!
EEN LOCATIE KIEZEN
Kies een goed geventileerde locatie, met ruimte aan beide zijden en de
achterkant. Zorg er bovendien voor dat er een goede gezichtslijn van
maximaal 7 meter is tussen het frontpaneel van de T 755 en uw primaire
luister-/kijkpositie. Op deze manier is een betrouwbare infrarood communicatie
via de afstandsbediening mogelijk. De T 755 wekt wat warmte op, maar niet
voldoende om van invloed te zijn op omliggende componenten.
De T 755 kan zonder problemen op andere componenten worden
geplaatst, maar andersom dient te worden vermeden. Het is echter te
preferen de T 755 apart op te stellen. Het is met name belangrijk dat er
voldoende ventilatie is. Indien u van plan bent de T 755 in een kast of
een ander meubelstuk te plaatsen, neem dan contact op met uw NADspecialist voor advies over de benodigde ventilatie.
SNEL BEGINNEN
Bij de T 755 wordt een Quick Start Guide meegeleverd. Hierin staan de
standaardinstellingen beschreven in combinatie met de bijbehorende
randapparatuur. In deze handleiding wordt tevens de inhoud beschreven
van de doos waarin de T 755 wordt geleverd en ook de startprocedures.
In onderstaande tabel worden de fabrieksinstellingen van de T 755
aangegeven:
BronAudio-ingangVideo-ingangVideo-uitgang
Bron 1
Bron 2
Bron 3
Bron 4Audio 4 INVideo 4 INVideomonitor OUT
iPodAudio 5 INS Video 5 INS-Videomonitor OUT
Bron 77.1 Ingang
Frontingang
Mediaspeler
Tuner
Optisch 1 IN/ Audio
1 IN
Optisch 2 IN/ Audio
2 IN
Coaxiaal 3 IN/Audio
3 IN
Audio-ingang front/
Optische ingang front
Audio-ingang
mediaspeler
Component Video
1 IN
HDMI 2 INHDMI Monitor OUT
S Video 3 INS-Videomonitor OUT
Component Video
3 IN
S-Video Front INS-Videomonitor OUT
Component Video
OUT
Component Video
OUT
ZOEMGELUIDEN EN ANDERE GELUIDEN
Zoemgeluiden en andere geluiden kunnen een echte uitdaging vormen in
een complex, multikanaals audiosysteem. Onderstaande adviezen helpen
bij het voorkomen van zoem- en andere geluidsproblemen:
• Sluit alle audiocomponenten van het systeem aan op stopcontacten
binnen hetzelfde circuit van de huisbedrading. Sluit alle
audiocomponenten zo veel mogelijk aan op hetzelfde stopcontact
of naast elkaar liggende stopcontacten binnen hetzelfde circuit. Het
kan handig zijn videoschermen (en computers!) aan te sluiten op
stopcontacten van een ander circuit, met name indien dat circuit
onderdeel uitmaakt van het andere deel van de huisbedrading.
• Pak analoge audiokabels niet samen in een bundel met netsnoerkabels,
of met coaxiale digitaal-audiokabels. Indien deze kabels dicht bij elkaar
in de buurt moeten liggen, dan kunnen deze het beste haaks op elkaar
worden gelegd.
• Gebruik overal goed afgeschermde audiokabels van hoge kwaliteit en
zorg ervoor dat alles goed is aangesloten.
• Koperkleurige en goudkleurige contactpunten kunnen met een gum
worden gereinigd voor een goed contact met een lage weerstand.
Speciale contactpuntreinigers kunnen ook van pas komen. Vermijd
onnodig aansluiten en loskoppelen, aangezien de goud- of koperlaag
op de contactpunten van standaard kabelconnectors, zelfs die van zeer
goede kwaliteit, gewoonlijk erg dun is en gemakkelijk afslijt.
Als er zoemgeluiden of andere geluiden zijn, controleer het systeem dan
per component; werk hierbij vanaf de AV-receiver. Met andere woorden,
1 Sluit alleen de luidsprekers op de AV-receiver aan en controleer op zoemen.
2 Sluit vervolgens alleen één component aan (bijvoorbeeld een cd-
speler), zonder andere componenten, en controleer op zoemen.
3 Sluit de overige componenten een voor een aan op de AV-receiver en
controleer op zoemen.
Controleer zodra er zoem- of andere geluiden optreden de audiokabels
en de ligging van het netsnoer van de net aangesloten component. In
sommige gevallen wordt het probleem verholpen door het netsnoer van
de net aangesloten component op een ander stopcontact aan te sluiten of
door een positief-spanningsniveauregelaar (3/2-stekkerpenadapter) op het
netsnoer aan te brengen.
Voor het wijzigen van bovenstaande fabrieksinstellingen en voor een
beter begrip van broninstellingen en -combinaties, kunt u de informatie
over “Broninstellingen” bij de uitleg van het menu “Setup” (instellingen)
raadplegen.
Page 7
BEDIENINGSELEMENTEN
FRONTPANEEL
12
1 AAN/UIT-TOETS: Druk op deze toets of op de [ON]-toets van de
HTR 3 afstandsbediening om de T 755 in te schakelen. De standby-LED
verandert van oranje in blauw en verlicht de VFD. Door nogmaals op de
aan/uit-toets te drukken wordt de unit weer in standby gezet.
De T 755 kan ook vanuit standby worden ingeschakeld door op een van
de toetsen op het frontpaneel te drukken. Wanneer Main en Zone 2 zijn
ingeschakeld, houd deze toets dan langer dan vijf seconden ingedrukt
om ze in standby te zetten.
OPMERKINGEN
• De aan/uit-schakelaar op het achterpaneel moet op ON (aan) staan,
zodat de aan/uit-toets werkt.
• Indien Auto Trigger IN in het menu Trigger Setup is toegewezen aan
‘Main’ of “All” en de TRIGGER-schakelaar staat op “AUTO”, dan werken
de aan/uit-toets in het frontpaneel en de corresponderende aan/uitfunctietoetsen van de HTR 3 afstandsbediening niet. Dit betekent in
feite dat deze functie naar een externe controller wordt overgeheveld.
Zet TRIGGER op OFF (uit) voor de normale aan/uit-functie. Zie tevens
TRIGGER SETUP (Triggerinstellingen) bij de uitleg over het menu SETUP
MENU (INSTELLINGEN).
2 STANDBY-LED: Deze indicator licht oranje op wanneer de T 755
op standby staat. Wanneer de main of de Zone 2 van T 755 zijn
ingeschakeld (ON), dan licht deze indicator blauw op. In het
onwaarschijnlijke geval dat de T 755 op de beveiligingsstand
overschakelt, licht de indicator rood op. Wanneer een infrarood opdracht
van de HTR 3 wordt ontvangen, knippert de indicator kortstondig.
3 INFO: Druk herhaaldelijk op deze toets (eerst indrukken en vasthouden
indien unit in de modus Tuner staat en vervolgens herhaaldelijk
drukken) om op de VFD (vacuüm uorescerend display) en de OSD
(schermdisplay) de volgende informatie op te roepen: huidige bron,
volumeniveau, luistermodus, audiobronformaat, en de actieve Zone 2
met de bijbehorende broningang. Druk in de modus Tuner op deze
toets om achtereenvolgens de vooringestelde naam, de RDS-naam en
de RDS-tekst te zien.
4 AM/FM/DB: Druk herhaaldelijk op deze toets om de tunerfuncties
AM, FM, DAB (Europese versie) of XM (Noord-Amerikaanse versie) te
selecteren.
5 TUNERMODUS: In de FM-modus wordt met deze toets tussen FM
Stereo en FM Mono geschakeld. Selecteer FM Mono (de pictogrammen
voor FM Stereo en FM Mute op de VFD branden niet) voor zenders met
te veel storing of die te zwak zijn. In DAB (alleen Europese versie) of XM
(alleen Noord-Amerikaanse versie) kunnen met deze toets de digitale
radiomenu’s samen met de navigatietoets en de entertoetsen worden
ingeschakeld.
6 MEMORY (GEHEUGEN): Druk op deze toets om afgestelde AM-,
FM- en digitale zenders onder de 40 voorinstellingen van de T 755 op te
slaan. Onder deze 40 voorinstellingen kunnen alle gewenste AM-, FM en
digitale radiozenders worden opgeslagen.
7 NAVIGATIE- en ENTER-toetsen: Deze toetsen worden gebruikt voor
navigatie door de T 755 OSD, afstemmen vooruit [ ] en afstemmen
achteruit [ ], voorinstelling vooruit [ ] en voorinstelling achteruit
[ ], en tevens voor het navigeren door de DAB-tunerfuncties
(Europese versie), XM (Noord-Amerikaanse versie) en iPod. De
middelste, ronde toets is de “ENTER”-toets; deze wordt gewoonlijk
ingedrukt om een selectie, procedure, ingevoerde volgorde of een
andere functie te voltooien.
8 VFD (VACUÜM FLUORESCEREND DISPLAY): Hierop wordt visuele
informatie weergegeven over alle belangrijke modi van de T 755 en
tevens de instellingen en functie voor de hoofd- en Zone locaties.
9 INFRAROODSENSOR: Richt de HTR 3 op de infraroodsensor en druk
op de toetsen. Richt geen sterk licht zoals zonlicht of felle verlichting op
de infraroodsensor van de T 755. Anders kunt u mogelijk de T 755. niet
bedienen met de afstandsbediening.
Afstand: ongeveer 7 m vanaf de voorzijde van de infraroodsensorHoek: ongeveer 30° in elke richting vanaf de voorzijde van de
10 VOLUME: Met deze bedieningsknop kunt u het volumeniveau van
de hoofdluidsprekers instellen. Het standaardvolumepeil is -20 dB.
De VOLUME-knop wordt ook gebruikt voor het instellen van andere
afstelbare parameters, zoals bijvoorbeeld de toon.
11 A SPEAKERS B: Druk op luidspreker A of B of op beide om de set
luidsprekers te selecteren waarnaar u wilt luisteren. Luidspreker A is
de hoofdset bestaande uit 5 multikanaal en surround luidsprekers.
Luidspreker B is een aanvullende set voor locaties op afstand, zoals
andere kamers in uw huis. Wanneer luidspreker B wordt geselecteerd,
worden alle surround bronnen tot stereo gedownmixt. Ook wanneer
luidspreker A en luidspreker B (SPEAKERS A + B) tegelijkertijd worden
geselecteerd, wordt de bron tot stereo gedownmixt.
16 FRONT INPUT/MP (FRONT-INGANG/MEDIASPELER): Met deze
toets kunt u rechtstreeks de front-ingang en mediaspeler selecteren.
Met deze toets kunt u tussen front-ingang en mediaspeler schakelen.
17 PHONES (KOPTELEFOON): Geschikt voor een stereo-koptelefoon
met een standaard ¼ inch stereo-koptetelefoonstekker. Voor een
koptelefoon met een kleinere stekker, dient u een geschikte adapter
te gebruiken. Om te luisteren via de koptelefoon moeten de
frontluidsprekers zijn ingesteld op “Large” bij SPEAKER CONFIGURATION
(LUIDSPREKERCONFIGURATIE) van SPEAKER SETUP (INSTELLINGEN
LUIDSPREKERS) in het menu SETUP MENU (INSTELLINGEN). Wanneer de
koptelefoon wordt aangesloten, schakelt de T 755 automatisch over op
Stereo, Stereo Downmix of Analog Bypass.
12 [ ] SOURCE [ ] (bron): Druk op deze toetsen om tussen de volgende
ingangsopties te schakelen: Source 1 (bron 1), Source 2, Source 3, Source
4, iPod, Source 7, Front Input (front-ingang), Media Player (mediaspeler) en
Tuner. Via deze toetsen kunnen nog meer bronnen worden opgeroepen.
Dit moet in het menu SETUP MENU (INSTELLINGEN) worden aangegeven.
Zie onder SOURCE SETUP (BRONINSTELLINGEN) bij de uitleg van het menu
SETUP MENU (INSTELLINGEN).
13 LUISTERMODUS: Gebruik deze toets om de luistermodus van de T 755
te selecteren; zie LISTENING MODE (Luistermodus). Afhankelijk van de
geselecteerde ingang (digitaal of analoog, stereo of multichannel), kan
er uit er verschillende luistermodi worden gekozen.
14 TONE CONTROLS (TOONKNOPPEN): Druk hierop om de TREBLE (hoge
tonen) in te stellen met de VOLUMEknop wanneer het volume hoger is
dan ±10 dB. Druk hiernogmaals op voor BASS (lage tonen). Zie tevens de
informatie over tone controls (Toonregelingen) bij de uitleg over het menu
MAIN MENU (HOOFDMENU).
15 TONE DEFEAT (TOONAFSTELLINGEN BLOKKEREN): De
toonknoppen worden met deze toets in- of uitgeschakeld. De
toonknoppen worden genegeerd bij “Tone Defeat”. Bij “Tone Active”
(toonafstellingen actief) zijn ze ingeschakeld. Zie tevens de informatie
over tone controls (Toonregelingen) bij de uitleg over het menu MAIN
MENU (HOOFDMENU).
18 FRONT INPUT-AANSLUITINGEN: U kunt deze aanvullende
aansluitingen gebruiken voor niet-permanente apparatuur, zoals
een camcorder, een cassetespeler, een spelconsole, een analoge
audiobron of een optisch digitale audiobron, en composiet of S-Video
videobronnen. Als de bron slechts over een audio-uitgangsaansluiting
of over alleen een “mono output” beschikt, sluit de bron dan aan op
de “R (Mono)”-ingang op het frontpaneel van de T 755. Indien de bron
over twee uitgangsaansluitingen voor stereo-uitgangssignale beschikt,
sluit beide aansluitingen dan aan op de betreende “L” en “R (Mono)”ingangen op het frontpaneel van de T 755 voor een stereoweergave.
19 MP/MIC-INGANG: Sluit de standaardstekker van uw MP3 aan op deze
ingang. Dit is dezelfde ingang als voor de Audyssey-microfoonstekker.
Zie tevens AUDYSSEY-INSTELLINGEN (AUDYSSEY SETUP).
Zorg ervoor dat de T 755 is uitgeschakeld of losgekoppeld van het lichtnet alvorens aansluitingen te maken. Tevens wordt aangeraden alle bijbehorende
componenten uit te schakelen of van het lichtnet te ontkoppelen tijdens het aansluiten of ontkoppelen van signaal- of wisselstroomaansluitingen.
1 IR IN/OUT: Deze mini-aansluitingen accepteren en verzenden codes
van afstandsbedieningen in elektrische vorm, waarbij gebruik wordt
gemaakt van standaardprotocols. De aansluitingen zijn bedoeld voor
gebruik met “IR-herhaler” en systemen die over meerdere ruimtes zijn
verdeeld, en voor aanverwante technologieën.
IR IN wordt op de uitgang van een IR-herhaler (infrarood) (Xantech of
vergelijkbaar) aangesloten of op de IR-uitgang van een andere component,
zodat de T 755 vanaf een andere locatie kan worden bediend.
IR OUT 2:
worden de signalen van de afstandsbediening van het randapparaat
door de infrarood ontvanger van de T 755 geaccepteerd voor het
aansturen van de gekoppelde unit.
IR IN en IR OUT 3: Sluit de T 755 IR IN aan op de IR OUT van het
randapparaat. Sluit de IR OUT 3 van de T 755 aan op andere apparatuur
met een IR IN-functie. Bij deze opsteller doet de T 755 dienst als
een “IR-repeater”, zodat het apparaat dat op de IR IN van de T 755 is
aangesloten de andere apparatuur die op de IR OUT 3 van de T 755 is
aangesloten, kan aansturen.
IR OUT 1: In combinatie met IR IN kan IR OUT 1 worden gebruikt als
een “IR-repeater”, net zoals bij IR OUT 3 hierboven. Deze uitgang kan ook
als een IR OUT worden gebruikt zoals voor de IR OUT 2-functie.
Alle NAD-producten met IR IN/IR OUT-functies zijn volledig compatibel
met de T 755. Neem voor andere modellen contact op met de
betreende servicespecialisten voor informatie over de compatibiliteit
met de IR-kenmerken van de T 755.
2 +12 V TRIGGER-UITGANG: Er zijn drie congureerbare +12 V
TRIGGER-uitgangen. Gebruik een 3,5 mm ministekker om +12 V met
een maximumstroomsterkte van 200 mA op randapparatuur te zetten,
zoals een multikanaals versterker of een subwoofer. De middelste
geleider (stroomvoerend) van de 3,5 mm stekker is het regelsignaal. De
buitenste geleider (afscherming) is het aarderetourpad.
Wanneer dit is aangesloten op de IR IN van een randapparaat,
1014201115
TRIGGER IN accepteert een 12 V trigger-uitgang van compatibele
componenten, zoals vermogenscontrollers en apparatuur in huis.
TRIGGER OFF/AUTO. Wanneer de schakelaar op AUTO staat, schakelt de
T 755 de 12 V Trigger Input in (ON), indien dit zo in het menu Trigger
Setup (triggerinstellingen) is aangegeven, en schakelt tegelijkertijd de
HTR 3 en de aan/uit-functie op het frontpaneel uit. In de stand OFF is de
triggeringang uitgeschakeld.
Zie onder TRIGGER SETUP (TRIGGERINSTELLINGEN) in de uitleg over
het menu SETUP MENU (INSTELLINGEN) voor richtlijnen over het
congureren van TRIGGER IN/OUT.
WAARSCHUWING
Indien Auto Trigger IN in het menu Trigger Setup is toegewezen aan
“Main” of “All” en de TRIGGER-schakelaar staat op “AUTO”, dan werken
de aan/uit-toets in het frontpaneel en de corresponderende aan/uitfunctietoetsen van de HTR 3 afstandsbediening niet. Dit betekent in feite
dat deze functie naar een externe controller wordt overgeheveld. Zet
TRIGGER op OFF (uit) voor de normale aan/uit-functie.
3 SOFT CLIPPING: Voor NAD-eigen Soft Clipping-circuits op alle kanalen.
Wanneer Soft Clipping is ingeschakeld, wordt het uitgangssignaal
van de T 755 beperkt om hoorbare vervorming tot een minimum
te beperken, zelfs al vindt “overdrive” (overcapaciteit) van de AVreceiver plaats. Soft Clipping kan ingeschakeld blijven om de kans
op een hoorbare vervorming door een te hoge volume-instelling te
verminderen. Kritische luisteraars die van een optimale dynamiek willen
genieten, kunnen deze optie echter uitschakelen.
4 FM, AM ANTENNE-INGANG: De bijgeleverde FM-dipoolantenne
wordt met de bijgeleverde balun-adapter op de FM-connector
aangesloten. Gewoonlijk werkt de antenne het beste wanneer deze
tegen een verticaal oppervlak, zoals een muur, wordt aangebracht, met
de armen volledig uitgetrokken en een horizontale “T” haaks op het
signaalbronpunt vormend.
Sluit de bijgeleverde AM-loopantenne op deze aansluitingen aan.
Indien er een externe AM-antenne wordt gebruikt, sluit de AM- en
GND-aansluitingen dan aan volgens de instructies bij de antenne. Zie
tevens NAAR DE RADIO LUISTEREN.
5 XM MODULE-INGANG (alleen Noord-Amerikaanse versie): Sluit de
XM-radiokabel op deze aansluiting aan. Volg de instructies bij de XMradio. XM-radio biedt ruim honderd kanalen voor muziek, nieuws, sport,
comedy, praatprogramma’s en entertainment. De signalen kunnen in
het hele land worden ontvangen. De muziekkwaliteit is digitaal en er
zijn vele reclameloze muziekzenders.
OPMERKING
Hebt u vragen? Bezoek www.xmradio.com.
Luisteraars kunnen zich inschrijven door XM te bezoeken op www.
xmradio.com or door telefonisch contact op te nemen met XM’s Listener
Care op (800) 853 9696 (correct ten tijde van het ter perse gaan van deze
handleiding). Houd uw radio-ID bij de hand. Deze wordt op de radio
weergegeven wanneer u kanaal 0 selecteert.
DAB MODULE-INGANG (alleen Europese versie): Sluit het andere
uiteinde van de Mini-Din-connector vanaf de uitgangspoort van de
NAD DAB Adaptor DB 1-module op deze aansluiting aan. De T 755 is
alleen compatibel met de NAD DAB Adaptor DB 1. U dient daarom bij
de NAD-dealer inlichtingen in te winnen over de beschikbaarheid van
deze module. Met DAB kunt u programma’s van cd-kwaliteit ontvangen,
zonder storingen en signaalvervormingen.
6 MP-DOCK: De T 755 is uitgerust met een gegevenspoort in het
achterpaneel, waarop een optionele NAD IPD 1 dock met iPod” (NAD
IPD 1) voor iPod kan worden aangesloten. Sluit de “MP DOCK (DATA
PORT)”-stekker van de T 755 aan op de overeenkomstige DATA PORT
(gegevenspoort) van de optionele NAD IPD 1.
7 RS-232: Sluit deze interface via de RS-232 seriële kabel (niet bijgeleverd)
aan op een met Windows® compatibele PC, zodat met de handelseigen
pc-software van NAD of een compatibele externe controller de T 755
op afstand kan worden geregeld. NAD is een erkende partner van AMX
en Crestron en ondersteunt deze externe apparaten volledig. Voor meer
informatie kunt u terecht bij uw NAD-audiospecialist.
8 COMPONENT VIDEO 1-3 IN, COMPONENT VIDEO OUT: Sluit de
ingangen voor COMPONENT VIDEO IN 1-3 aan op de component
video-uitgangen van compatibele broncomponenten, gewoonlijk
een dvd-speler en een aardse of satelliet hdtv-tuner. Sluit Component
Video OUT aan op de component video-ingang van een compatibele
videomonitor/tv. Let er bij het aansluiten van de Y/Pb/Pr-stekkers op dat
zij op de juiste bronnen/ingangen worden aangesloten. De routing van
de component video-ingangen kan in het menu Setup (instellingen)
worden gecongureerd.
De ingangen en uitgangen voor de component-video van de T 755
kunnen gebruik maken van de volledige frequentieband en zijn
geschikt voor toegestande hdtv-formaten.
De T 755 is geoptimaliseerd voor Component Video-uitgangssignalen
Composite video- en S-video-bronnen kunnen in hun oorspronkelijke
formaat of via Component Video OUT worden bekeken.
INGANG VIDEO
Composite Videoingang
S-Video-ingangJaJaJa
Component
Video-ingang
9 AUDIO 1 IN/VIDEO 1 IN, AUDIO 2 IN/VIDEO 2 IN, AUDIO 3
IN/VIDEO 3 IN, AUDIO 4 IN/VIDEO 4 IN, AUDIO 5 IN/VIDEO 5
IN, AUDIO 6 IN: Dit zijn de belangrijkste ingangen van de T 755.
Sluit S-Video, composiet video en analoog stereo-audiogeluid van
broncomponenten zoals dvd-spelers en hdtv/satelliet-tuners aan.
AUDIO 3 IN/VIDEO 3 IN, AUDIO 4 IN/VIDEO 4 IN kan worden gebruikt
voor opnamecomponenten, zoals een videorecorder of een dvdrecorder, door de opname-ingangen van deze componenten aan te
sluiten op de betreende T 755 AUDIO 3 IN/VIDEO 3 IN en AUDIO 4
IN/VIDEO 4 IN aansluitingen van de T 755. AUDIO 3 IN/VIDEO 3 IN of
AUDIO 4 IN/VIDEO 4 IN kunnen zonder problemen worden gebruikt
voor componenten waarmee alleen wordt afgespeeld. In dat geval
worden de OUT-aansluitingen niet aangesloten. Raadpleeg tevens
AUDIO 3 OUT/VIDEO 3 OUT, AUDIO 4 OUT/VIDEO 4 OUT hieronder.
AUDIO 6 IN wordt aangeraden voor het aansluiten van speciale analoge
uitgangssignalen van line level audiobronnen, zoals een cd-speler of
een stereotuner.
de aansluiting AUDIO 3 OUT/VIDEO 3 OUT of AUDIO 4 OUT/VIDEO 4
OUT van de T 755 aan op de analoge audio-/video-ingang van een
opnamecomponent, zoals een cassettespeler, dvd-recorder of een
externe audio/video-processor. Sluit de ingang AUDIO 3 IN/VIDEO 3 IN
of AUDIO 4 IN/VIDEO 4 IN van de T 755 aan op de betreende uitgang
van de component.
Het signaal bij deze T 755 AUDIO/VIDEO OUT-aansluitingen wordt
bepaald door de bron die het laatst werd geselecteerd via de
brontoetsen op het frontpaneel of de HTR 3 selectietoetsen, met
uitzondering van Source 3 of Source 4. Er is geen uitgangssignaal
wanneer Source 3 (Audio 3 IN/Video 3 IN) of Source 4 (Audio 4 IN/Video
4 IN) als ingang is geselecteerd. Op deze manier wordt terugkoppeling
door de opnamecomponent voorkomen, zodat de luidsprekers niet
beschadigd kunnen raken.
11 MONITOR (S-VIDEO, VIDEO): Sluit deze aan op de video-ingang
van de monitor/televisie via dubbele RCA- en/of S-Video-kabels van
goede kwaliteit die speciaal zijn bedoeld voor videosignalen. Over
het algemeen is de S-Video-verbinding beter en deze dient gebruikt
te worden indien uw tv/monitor over de overeenkomstige ingang
beschikt.
12 ZONE 2: De audio- en videouitgangsbronnen van een zone worden naar
de betreende audio- en vidoe-ingang van een andere zone gestuurd.
Gebruik verbindingskabels van hoge kwaliteit om ruis over lange afstanden
te verminderen. Voor meer informatie over zone-instellingen kunt u terecht
bij ZONE CONTROLS (ZONEREGELINGEN) bij de uitleg over het MAIN MENU
(HOOFDMENU), en tevens bij ZONE SETUP (ZONE-INSTELLINGEN) in de uitleg
over het menu SETUP MENU (INSTELLINGEN).
MONITORTYPE
Component
Video OUT
JaJaJa
Ja
S-Videomonitor OUTComposite Video OUT
Ja (Component Video ingang – alleen 480i)
Ja (Component Video ingang – alleen 480i)
Page 11
BEDIENINGSELEMENTEN
ACHTERPANEEL
13 7.1 CH INPUT: Sluit deze aan op de betreende analoge audio-uitgangen
van een multikanaals broncomponent, zoals een dvd-audiospeler of een
multikanaals sacd-speler, of een externe multikanaals decoder (alleen copy
protected-formaten staan analoge signaaloverdracht toe). Deze bronnen
wekken gewoonlijk een 5.1-kanaals uitgangssignaal op, in welk geval de
surround back-aansluitingen niet worden aangesloten. De signalen bij deze
aansluitingen zijn te horen wanneer Source 7 wordt geseleceerd (externe
7.1 audio-ingang wordt standaard via deze bron weergegeven).
Er is geen laag-regeling of andere verwerking (behalve de
hoofdvolumeknop) beschikbaar voor deze 7.1 CH. INPUT. Hoewel
de multikanaals audio-uitgangen van een dvd-/videospeler op
deze aansluitingen kunnen worden aangesloten, zijn de resultaten
gewoonlijk beter wanneer de decodeer- en digitaal-analoogomvormers
voor Dolby Digital en DTS van de T 755 worden gebruikt.
14 AUDIO PRE-OUT: Met AUDIO PRE-OUT kan de T 755 als voorversterker
worden gebruikt bij externe versterkers voor sommige of alle kanalen.
Sluit FRONT L, FRONT R, SURR R, SURR L, SURR-BL, SURR-BR en CENTER
aan op de betreende kanaalingang van een versterker of versterkers
die de overeenkomstige luidsprekers aansturen.
In tegenstelling tot voor de full-range kanalen, is er geen eindversterker
voor een subwoofer in de T 755 ingebouwd. Sluit de SUBW-uitgang
1 of 2 of beide uitgangen aan op een actieve subwoofer of op een
eindversterkerkanaal dat een passief systeem aanstuurt.
OPMERKING
Sluit nooit de externe versterker en de luidsprekeruitgangen van de T 755
aan op dezelfde set luidsprekers.
15 DIGITAL AUDIO IN (OPTICAL 1-3, COAXIAL 1-3) - DIGITAAL AUDIO
IN (OPTISCH 1-3, COAXIAAL 1-3): Voor aansluitingen op de digitale
uitgang van optisch of coaxial S/PDIF-formaat van bronnen zoals cd- of
dvd-spelers, hdtv of satelliettuners en andere componenten.
DIGITAL AUDIO OUTPUT (OPTICAL, COAXIAL) - DIGITALE AUDIO-
UITGANG (OPTISCH, COAXIAAL): Sluit de optische of coaxiale
DIGITAL OUTPUT-poorten aan op de corresponderende digitale S/PDIFingang van een opnamecomponent, zoals een cd-recorder, dat-deck,
computer-soundcard of andere digitale processors.
16 HDMI (HDMI 1-3, HDMI MONITOR OUT) : Sluit de HDMI-ingangen
aan op de HDMI OUT-stekkers van broncomponenten, zoals een dvdspeler of een hdtv satelliet/kabelbox. Sluit de HDMI Monitor OUT aan
op een HDTV of een projector met HDMI-ingang.
N.B.
HDMI ondersteunt alleen de transmissie van videosignalen. Wat betreft het
audiosignaal, kunt u de optische of coaxiale digitale audio-uitgangssignalen
van de HDMI op een van de digitale ingangen van de T 755 aansluiten en
deze toewijzen als de specieke digitale audiobron van de HDMI.
17 SPEAKERS A, SPEAKERS B: Sluit de kanalen FRONT L, FRONT R, SURR R,
SURR L en CENTER bij SPEAKERS A aan op de betreende luidsprekers. De
+ (rode) en - (zwarte) aansluitpunten van iedere uitgang moeten op de
betreende + en - klemmen van de luidspreker worden aangesloten. Ga
zeer voorzichtig te werk en zorg ervoor dat er geen losse draden tussen
klemmen blijven hangen.
Sluit de linker en rechter kanalen van SPEAKERS B aan op de betreende
luidsprekers op afstand. Wanneer SPEAKERS B is geactiveerd, worden de
uitgangssignalen omgezet in “Stereo”, zoals aangegeven op de VFD. Ook
wanneer luidspreker A en luidspreker B (LUIDSPREKERS A + B) tegelijkertijd
worden geselecteerd, wordt de bron tot stereo gedownmixt.
De T 755 produceert een optimale geluidskwaliteit wanneer deze wordt
aangesloten op luidsprekers met een impedantie die binnen het bereik
vallen. Let erop dat alle luidsprekers minimaal 4Ω zijn per luidspreker.
OPMERKING
Gebruik gevlochten draad met een minimale AWG-waarde van
16. Aansluitingen op de T 755 kunnen worden gemaakt met
bananenstekkers (alleen Amerikaans model) of met niet-beschermde
draad of pennen. Gebruik het dwarsliggende gat door het
aansluitstaae voor verbindingen met niet-beschermde draad of
pennen. Door de plastic moer van de aansluiting los te draaien, is een
schone, nette verbinding mogelijk. Draai de plastic moer weer vast. Voor
een zo klein mogelijk risico voor kortsluitingen mag er slechts een stukje
niet-beschermde draad of pen van circa 1 cm worden gebruikt.
18 AC POWER INLET (NETSNOERAANSLUITING): Sluit deze aansluiting
aan op het meegeleverde verwijderbare netsnoer (IEC-norm) of een
vergelijkbaar snoer.
19 SWITCHED AC OUTLET (GESCHAKELDE AC-UITGANG): Via deze
aanvullende uitgang kan geschakelde voeding op een ander onderdeel
of accessoire worden gezet. De aansluiting wordt met de POWER-toets
op het frontpaneel of met de toetsen ON en OFF op de HTR 3 in- en
uitgeschakeld.
Alle apparaten die op deze aansluiting zijn aangesloten, mogen samen
niet meer dan 120W trekken (alleen Noord-Amerikaanse versie) of 115W
(alleen Europese versie).
20 POWER (AAN/UIT): Via de POWER-schakelaar wordt voeding van het
lichtnet op de T 755 gezet. Wanneer deze schakelaar op ON staat, staat
de T 755 op standby, wat wordt aangegeven door de oranje standbyLED. Als u van plan bent de T 755 gedurende langere tijd niet te
gebruiken (u gaat bijvoorbeeld op vakantie), zet de POWER-schakelaar
dan op OFF (uit). Wanneer de POWER-schakelaar op OFF staat, dan
kan de T 755 niet worden ingeschakeld met de aan/uit-toets op het
frontpaneel, noch met de HTR 3 afstandsbediening noch met de ZR 4.
Alvorens HDMI-kabels aan te sluiten of los te koppelen, moeten de T 755
en de hulpbron zijn uitgeschakeld en van het lichtnet zijn losgekoppeld.
Worden deze aanwijzingen niet opgevolgd, dan kan alle apparatuur die
op HDMI-aansluitingen is aangesloten permanent worden beschadigd.
Bij de T 755 wordt gebruikt gemaakt van een eenvoudig en duidelijk systeem van schermmenu’s die op de
aangesloten videomonitor/tv verschijnen. Deze menu’s zijn nodig bij het instellen en handig bij het dagelijkse
omgang vab het systeem. Sluit dus eerst de monitor/tv aan alvorens met het instellen te beginnen.
OSD TONEN
Druk op [ ] of [ENTER] op de HTR 3 afstandsbediening of het frontpaneel om het hoofdmenu van
de T 755 op de videomonitor/tv op te roepen. Verschijnt de OSD niet, controleer dan de MONITOR
OUT-verbindingen.
DOOR DE OSD NAVIGEREN EN WIJZIGINGEN MAKEN
Doe het onderstaande met de HTR 3 of de corresponderende frontpaneeltoetsen om door de opties
van de OSD te navigeren:
1 Druk op [ ] of [ENTER] om een menu-optie te selecteren. Gebruik de [ ] toetsen en in
sommige gevallen [ENTER] om door de menu-opties te schuiven. Druk herhaaldelijk op [ ] om
verder te gaan of om een submenu of een gewenste menu-optie te openen.
2 Gebruik de [ ] toetsen om de parameterwaarde (instellingen) van een menu-optie in te
stellen of te wijzigen.
3 Druk op [ ] om de instellingen of de ingevoerde wijzigingen van het huidige menu of submenu
op te slaan. Door op [ ] te drukken, verschijnt het vorige menu of een bepaald menu af te sluiten.
MAIN MENU HOOFDMENU
Het hoofdmenu bevat de menu-opties voor de luistermodus, DSP-opties, toonregelingen,
zoneregelingen en toegang tot het instellingenmenu.
Raadpleeg voor navigatie-aanwijzingen door deze hoofdmenuopties en de bijbehorende submenu’s
de informatie onder OSD TONEN en DOOR DE OSD NAVIGEREN EN WIJZIGINGEN MAKEN.
OPMERKING
De conguraties voor de luistermodus, DSP-opties en toonregelingen worden overgenomen
wanneer zij tijdens het instellen van een AV-voorinstellingn worden ingeschakeld. Zie de informatie
onder AV-VOORINSTELLINGEN.
LISTENING MODE LUISTERMODUS
De T 755 beschikt over verschillende luistermodi die zijn afgestemd op verschillende opnamesoorten
of programmamateriaal. Bij een tweekanaals bron (stereo) kunnen de volgende luistermodi worden
geselecteerd.
STEREO
Alle uitgangssignalen worden naar de linker/rechter frontkanalen geleid. De lage frequenties worden
naar de subwoofer geleid, indien er een subwoofer in de luidsprekerinstellingen is ingesteld. Selecteer
“Stereo” wanneer u naar een stereo (of mono) productie wilt luisteren, zoals een muziek-cd of een
FM-uitzending zonder surround. Er worden stereo opnamen, in PCM/digitaal of analoog, gevormd en
ongeacht of surround gecodeerd of niet-gecodeerd is, weergegeven zoals opgenomen. Multikanaals
digitale opnamen (Dolby Digital en DTS) worden weergegeven in de modus “Stereo Downmix” via de
linker/rechter frontkanalen als alleen Lt/Rt-signalen (links/rechts-totaal).
PRO LOGIC
Tweekanaals opnamen, ongeacht of het stereo- of surroundcodering betreft, worden weergegeven
met Dolby Pro Logic surroundverwerking. De uitgangssignalen worden naar de luidsprekers linksvoor/
rechtsvoor en in het midden gestuurd en naar aparte linker/rechter surroundkanalen (indien deze
worden aangegeven in de huidige “SPEAKER CONFIGURATION”.
PRO LOGIC PLII
Dolby Pro Logic II is een recentere versie van de originele Dolby Pro Logic surroundverwerking
die eenstabieler beeld en een volledig brandbreedtegeluid geeft voor de achterste kanalen in de
lmmodus,waarbij het geluid meer vergelijkbaar is met Dolby Digital-decodering.
Page 13
DE T 755 GEBRUIKEN HOOFDMENU
PRO LOGIC IIx
Dolby Pro Logic IIx verwerkt stereo en 5.1 signalen tot 6.1 of 7.1 kanaals uitgangssignalen. Bij Dolby
Pro Logic IIx kunt u kiezen tussen PLIIx Movie en PLIIx Music, zodat u uw luisterervaring aan het
bronmateriaal kunt aanpassen. Dolby Pro Logic IIx surroundverwerking produceert een stabielere
beeldvorming en vol geluid over de gehele bandbreedte naar de achterste kanalen in de modus
Movie, met een geluidsproductie die meer overeenkomt met Dolby Digital. Voor 2-kanaals signalen
beschikt de functie Dolby Pro Logic IIx Music over drie aanvullende bedieningselementen: Dimension,
Center Width en Panorama. Zie tevens LUISTERMODUS AFSTELLEN hieronder.
In de onderstaande tabel worden de beschikbare kanalen aangegeven indien zij zijn ingeschakeld in
het menu “SPEAKER CONFIGURATION”:
Luistermodus
2-Kanaals Bronnen
Dolby Pro Logic IIx Music
Dolby Pro Logic IIx Movie
OPMERKING
Wanneer er over “Back” of “achterste” (links en rechts)in deze handleiding wordt gesproken, dan
wordt er verwezen naar de luidsprekers van uw externe versterker die op de T 755 zijn aangesloten.
Met AUDIO PRE-OUT kan de T 755 als voorversterker worden gebruikt bij externe versterkers voor
sommige of alle kanalen.
Actieve Gedecodeerde Uitgangskanalen
6.1 Luidsprekersysteem7.1 Luidsprekersysteem
Front (links en rechts), midden,
surround (links & rechts), achterste
surround en subwoofer
Front (links en rechts), midden, surround (links
en rechts), achterste surround (links en rechts)
en subwoofer
Tweekanaals opnamen, met stereo- of surroundcodering, worden weergegeven met Neo: 6 surround
met uitgangen op front links/rechts, center, en aparte links/rechts surroundkanalen plus subwoofer
(aangenomen dat deze worden aangegeven in het huidige menu “SPEAKER CONFIGURATION”).
De T 755 biedt twee variaties van DTS Neo: 6: CINEMA (bioscoop) en MUSIC (muziek). Zie tevens
LUISTERMODUS AFSTELLEN hieronder.
EARS
Tweekanaals opnamen, ongeacht of het stereo- of surroundcodering betreft, worden weergegeven
met handelseigen surroundverwerking van NAD. De uitgangssignalen worden naar de luidsprekers
linksvoor/rechtsvoor en in het midden gestuurd en naar aparte linker/rechter surroundkanalen plus
subwoofer (indien deze worden aangegeven in de huidige “SPEAKER CONFIGURATION”. EARS maakt
geen gebruik van de achterluidsprekers (indien aanwezig).
EARS haalt de natuurlijke ambiance die aanwezig is in bijna alle goed-geproduceerde stereo-opnamen
naar voren. Het voegt de ambiance-elementen en andere sonische elementen niet samen en het
geluid blijft daardoor dichter bij dat van de originele muziekuitvoering dan bij de meeste andere
surroundopties.
Selecteer EARS voor het luisteren naar stereo muziekopnamen en -uitzendingen. EARS produceert een
subtiele, maar tegelijkertijd extreem natuurlijke en geloofwaardige ambiance van bijna alle “natuurlijk
akoestieke” stereo opnamen. Deze omvatten klassieke, jazz en folkmuziekopnamen, en tevens
ontelbare voorbeelden van andere muzieksoorten. De sterke punten zijn onder andere een realistische
en stabiele sonische stage en een ruimtelijke maar niet overtrokken “virtuele akoestiek” die de originele
opname recht doen.
ENHANCEDSTEREO
Alle opnamen worden in stereo weergegeven via het maximumaantal luidsprekers, zoals aangegeven
in “SPEAKER CONFIGURATION”. Enhanced Stereo kan handig zijn voor een maximumvolume uit alle
kanalen, of voor achtergrondmuziek via verschillende luidsprekers (bijv. bij een feestje). In deze modus
kunnen de front-, midden, surround- en achterluidsprekers naar believen in en uit worden geschakeld.
ANALOGE BYPASS
Alle analoge signalen blijven analoog, ze worden niet in digitale signalen omgezet. Bij Analoge bypass
wordt het DSP-circuit gepasseerd, maar kunnen de toonregelfuncties nog steeds worden gebruikt. Ook de
laag-regeling en luidsprekerinstellingen kunnen niet worden gebruikt, want dit zijn DSP-functies.
Verschillende van de luistermodi van de T 755 beschikken over een of meer selecteerbare variaties
en instelbare parameters die u kunt wijzigen, zodat het systeem of de opname aan uw persoonlijke
wensen voldoet. In het luistermodusmenu kunt u met een combinatie van de toetsen [ENTER] en
[ ] door de opties navigeren en de gewenste instellingen uitvoeren.
OPMERKING
De parameterwijzigingen voor de luistermodus worden behouden wanneer u van luistermodus
verandert. U kunt ook een gewijzigde luistermodus onder een voorinstelling opslaan. Zie AV
PRESETS (AV-VOORINSTELLINGEN) bij de uitleg over het menu SETUP MENU (INSTELLINGEN).
PRO LOGIC IIX
PLIIx MOVIE is geoptimaliseerd voor soundtracks van lms.
PLIIx MUSIC voor muziekopnamen.
CENTER WIDTH (0 tot 7): Wijzigt de “hardheid” van het middelste beeld, door geleidelijk de
mono-inhoud van het midden te mixen met de luidsprekers links-/rechtsvoor. De instelling 0
is de standaardinstelling ‘alleen centerkanaal’, bij de instelling 7 ontstaat een volledig phantom
centerkanaal.
DIMENSION (-7 tot +7) (dimensie): Voor het afstellen van de voor-achternadruk van het
surroundeect onafhankelijk van de relatieve kanaalniveaus.
PANORAMA (On/O): Voegt een “overslageect” toe door een deel van de stereoweergave via de
surroundkanalen weer te geven.
OPMERKINGEN
• In de stand Pro Logic IIx vindt decodering plaats als in de stand Pro Logic II wanneer de
surround-luidsprekers ACHTER worden ingesteld op “O” in het menu “Speaker Conguration”
(Luidsprekerconguratie). Zie ook het hoofdstuk over “Speaker Conguration (Luidsprekerconguratie)”
onder “Speaker Setup (Instellingen Luidsprekers)” van het “Setup Menu” (Instellingenmenu).
• Wanneer er over “Back” of “achterste” (links en rechts)in deze handleiding wordt gesproken, dan
wordt er verwezen naar de luidsprekers van uw externe versterker die op de T 755 zijn aangesloten.
Met AUDIO PRE-OUT kan de T 755 als voorversterker worden gebruikt bij externe versterkers voor
sommige of alle kanalen.
NEO: 6
Neo: 6 CINEMA is geoptimaliseerd voor soundtracks van lms.
Neo: 6 MUSIC is geoptimaliseerd voor muziekopnamen.
MIDDENVERSTERKING (0 tot 0,5): Afstellen voor een beter middelste beeld ten opzichte van de
surround-kanalen.
DSP OPTIONS DSPOPTIES
De DSP-opties omvatten de functie “Lip Sync Delay”. Deze functie vertraagt het geluid, zodat het beeld
en het geluid met elkaar overeenkomen.
Door een “Lip Sync Delay” tussen 0 en 120 ms te gebruiken, kunnen de audio-uitgangssignalen
worden vertraagd, zodat ze synchroon lopen met het videobeeld.
TONE CONTROLS TOONREGELINGEN
De T 755 beschikt over toonregelniveaus: hoge tonen en lage tonen. De lage- en
hogetoonregelingen zijn alleen van invloed op de lage tonen en hoge tonen, zodat de kritieke
middenfrequentie niet wordt gekleurd.
Deze regelingen kunnen te allen tijde worden gebruikt om het frequentiebereik van de bron tijdens
de weergave aan te passen. De regelinstelling kan worden afgesteld door met de toetsen [ENTER] en
[ ] in het OSD-menu de toonregelingen (Tone Control) af te stellen. Dit kan ook worden gedaan
door op de toets “TONE CONTROLS” op het frontpaneel te drukken en vervolgens de volumeknop naar
de gewenste instelling te draaien.
De maximum- en minimumwaarden voor beide toonregelniveaus zijn ±10 dB.
Met “Tone Defeat” kan het toonregeldeel van de T 755 worden aangepast of volledig worden
genegeerd. Wanneer “O” (uit) is geselecteerd, zijn de toonregelcircuits actief.
Selecteer “On” (aan) om de toonregelingen te negeren, waardoor het eect van de toonregelcircuits
teniet wordt gedaan.
Page 15
DE T 755 GEBRUIKEN HOOFDMENU
ZONE CONTROLS ZONEREGELINGEN
Afhankelijk van de instellingen in het aparte menu ZONE SETUP (ZONE-INSTELLINGEN) in het deel over het
instellingenmenu, kan de Zone 2 via dit “Zone Controls”-venster worden gecongureerd en beheerd.
Selecteer “On” om de Zone 2 te activeren. Wanneer Zone 2 is geactiveerd, kan de broningang voor
die zone worden toegewezen door de volgende ingangen te selecteren: Alle enabled Sources (alle
ingeschakelde bronnen), Front Input (ingang front), Media Player (mediaspeler), Tuner en LOCAL.
Selecteer “LOCAL” als de broningang voor de geselecteerde zone als u dezelfde bron wilt gebruiken als
voor de hoofdzone, maar het volume in de verschillende zones apart wilt kunnen instellen.
Als Zone 2 op “O” (uit) staat, dan is deze gedeactiveerd of uitgeschakeld.
“Volume” verwijst naar de het afstelbare secundaire zonevolumeniveau dat met de toetsen [ ] van
de HTR 3 of op het frontpaneel kan worden verhoogd of verlaagd.
Wanneer Zone 2 wordt geactiveerd, licht het Zone 2 cijfer op de VFD op.
In het Iinstellingenmenu (Setup Menu) kan de bediening van de T 755 worden aangepast aan
de randapparatuur van uw specieke AV-systeem. Tenzij uw systeem exact overeenkomt met
de fabrieksinstellingen zoals aangegeven in de bijgeleverde Quick Start Guide, zult u in het
instellingenmenu de ingangen van de T 755 moeten congureren.
In het Iinstellingenmenu kunnen de volgende opties worden gecongureerd: Source Setup
(broninstellingen), Speaker Setup (luidsprekerinstellingen), Zone Setup (zone-instellingen), Trigger
Setup (triggerinstellingen), Listening Mode Setup (luistermodusinstellingen), Display Setup (displayinstellingen) en A/V Presets (AV-voorinstellingen).
Raadpleeg voor toegang tot en navigatie-aanwijzingen door deze hoofdmenuopties en de
bijbehorende submenu’s de informatie onder OSD TONEN en DOOR DE OSD NAVIGEREN EN
WIJZIGINGEN MAKEN.
SOURCE SETUP BRONINSTELLINGEN
Als u in het menu SETUP MENU (INSTELLINGEN) op [ ] drukt, gaat u naar het menu Source Setup
(Broninstellingen), waarin u de instellingen van het volgende kunt regelen, toewijzen of wijzigen:
Source Setup (Normal View) (Broninstellingen - Normaal), Source Setup (Table View) (Broninstellingen
In het menu SOURCE SETUP (BRONINSTELLINGEN) kunnen de volgende instellingen worden ingesteld,
toegewezen of gewijzigd.
SOURCE BRON
De T 755 is uitgerust met tien congureerbare bronnen. De instellingen voor iedere bron zijn
afhankelijk van de conguraties in de parameters voor het betreende bronvenster.
U kunt bronnen wijzigen of tussen bronnen schakelen door naar “Bron” te schuiven en op de toets [ ]
en vervolgens [ENTER[ te drukken, of door met [ ] door de bronopties te schuiven.
OPMERKING
Bron 5 is de standaardbron voor iPod. Om Bron 5 te wijzigen en aan andere ingangen toe te
wijzen, gaat u naar het menu ‘iPod Setup’ (Instellingen iPod) onder het menu SOURCE SETUP
(BRONINSTELLINGEN). In het menu “iPod Setup” Instellingen iPod), stelt u “Enabled” (Ingeschakeld)
in op “No” (Nee). Nu kunt u Bron 5 toewijzen aan andere ingangen of instellingen zoals u dat zelf
wenst.
ENABLED INGESCHAKELD
Via deze optie kan een bron worden ingeschakeld (enabled) of uitgeschakeld. Dit is met name handig
als er slechts een paar bronnen worden gebruikt en de bron rechtstreeks via het frontpaneel wordt
geselecteerd.
U kunt een bron in- of uitschakelen door naar “Enabled” te schuiven en op de toetsen [ ] te
drukken om “Yes” ( ja) of “No” (nee) te selecteren.
NAME NAAM
Er kan een nieuwe naam aan een bron-label worden toegewezen. Indien de dvd-speler bijvoorbeeld
op “Source 1” is aangesloten, dan kan “Source 1” worden hernoemd tot “dvd-speler”.
U kunt de bron-label wijzigen door naar “Name” te schuiven en op [ ] te klikken om naar het
gewenste teken te gaan. Druk vervolgens op [ ] om naar de alfanumerieke selecties te gaan.
Druk op [ ] om naar het volgende teken te gaan en tegelijkertijd het huidige teken op te slaan. De
nieuwe naam kan maximaal twaalf tekens bevatten.
De nieuwe naam wordt in de VFD en ook in de OSD weergegeven.
Page 17
DE T 755 GEBRUIKEN INSTELLINGENMENU
ANALOG AUDIO ANALOOG AUDIO
De T 755 beschikt over negen analoge audio-ingangen, waaronder een 7.1-ingang. Deze analoge
ingangen (Audio 1, Audio 2, Audio 3, Audio 4, Audio 5, Audio 6, Audio Front, Audio MP en 7.1 Input)
kunnen aan iedere bron worden toegewezen.
Schuif naar “Analog Audio” en druk op [ ] om een analoge audio-ingang te selecteren en aan een
bepaalde bron toe te wijzen. Er zijn drie opties: Audio, 7.1 Input en O.
Selecteer “7.1 Input” om het audiosignaal naar de 7.1 Channel Input te sturen. Wanneer “O” (uit) wordt
geselecteerd, wordt er door die bron geen inkomend analoge audiosignaal geselecteerd.
Wanneer “Audio” wordt geselecteerd, druk dan op [ ] en vervolgens op [ ] om de gewenste
audio-ingang te selecteren en toe te wijzen aan 1 t/m 6 , Front of MP.
OPMERKING
Een inkomend digitaal signaal bij de toegewezen digitale ingang heeft altijd voorrang boven de
toegewezen analoge audio-ingang, zelfs als beide aanwezig zijn. Om de analoge audio-ingang
voor een bepaalde bron te behouden, moet “O” worden geselecteerd bij de instelling “Digital
Audio” voor het menu “Source” van die bepaalde bron.
GAIN VERSTERKING
Met de versterkingsafstelling kunnen alle bronnen zo worden ingesteld, dat deze hetzelfde volume
weergeven. Dit betekent dat u het volume niet iedere keer wanneer een andere bron wordt
geselecteerd, hoeft af te stellen. Aanbevolen wordt het volumeniveau van de luidste bron zachter te
stellen, dan de zachtere bronnen harder te stellen.
Schuif naar “Gain”, druk op [ ] en vervolgens op [ ] om het gewenste niveau te selecteren (-12
dB tot 12 dB).
Aanbevolen wordt de digitale audio-ingangen te selecteren om projt te halen uit de uitmuntende
surround- en digitale audiocircuits van de T 755.
De T 755 beschikt over twee soorten digitale audio-ingangen: optisch en coaxiaal. Een derde optie is
“O” (uit), waarbij de bron geen inkomend digitaal audio-signaal selecteert.
De gewenste digitale audio-ingang voor een bron kan worden geselecteerd door naar ‘Digital Audio’ te
schuiven, op [ ] en vervolgens [ ] te drukken om naar de gewenste bron te gaan. Na te hebben
bepaald welke digitale audio-gewenst is, drukt u op [ ] en vervolgens nogmaals op [ ] om de
specieke digitale audio-ingang te selecteren.
Er kan uit zeven digitale audio-ingangen worden geselecteerd:
Een inkomend digitaal signaal bij de toegewezen digitale ingang heeft altijd voorrang boven de
toegewezen analoge audio-ingang, zelfs als beide aanwezig zijn. Om de analoge audio-ingang
voor een bepaalde bron te behouden, moet “O” worden geselecteerd bij de instelling “Digital
Audio” voor het menu “Source” van die bepaalde bron.
VIDEO
Er zijn vier verschillende video-ingangen voor een bron: HDMI, Component, S-Video en Video. Een vijfde
optie is “O” (uit). Wordt voor deze optie gekozen, dan selecteert de bron geen enkele video-ingang.
U kunt door de video-ingangen navigeren door op [ ] en vervolgens op [ ] te drukken. Dit zijn
de toewijsbare video-ingangen:
HDMI HDMI 1, HDMI 2, HDMI 3
Component Video Component 1, Component 2, Component 3
S-Video S-Video 1, S-Video 2, S-Video 3, S-Video 4, S-Video 5, S-Video Front
Video Video 1, Video 2, Video 3, Video 4, Video 5, Video Front
OPMERKING
Er wordt alleen een video- en audiosignaal uitgestuurd wanneer u voor een audio-ingang en video-ingang
een SOURCE (BRON) kiest. Als “O ” is geselecteerd voor één van de instellingen “Analog Audio”, “Video” of
“Digital Audio”, wordt er geen audio-of videosignaal uitgestuurd voor de bijbehorende Bron. Bijvoorbeeld, als
de geselecteerde Video-instelling voor een bepaalde Bron Component 1 is en zowel “Digital” als “Analog Audio”
staan op “O ”, is er wel een uitgaand videosignaal maar geen audiosignaal. In het ideale geval is het dus zo
dat, wanneer de geselecteerde Video-ingang Component 1 is, de Digital Audio-ingang is ingesteld op Optical 1
of één van de andere digitale ingangen. Zie ook het hoofdstuk SNEL BEGINNEN op de bladzijde INLEIDING
Gedurende vele jaren werd er slechts een soort videoformaat gebruikt. Composietvideosignalen
omvatten de luminantie-signalen (zwartwit) en chroma-signalen (kleur) die op één draad zijn
gecombineerd. S-Video maakt voor de luminantie- en chroma-signalen gebruik van aparte draden in
één kabel. Component Video gaat een stap verder met aparte kabels voor de luminantie en de twee
chroma-elementen. De NTSC-signalen (Amerika, Japan) en PAL-signalen (Europa, Azië) worden met
Y, Cr en Cb aangegeven.Televisiestudio’s maken gebruik van het Component Video-formaat om deze
signalen uit elkaar te houden en zo de beste kwaliteit te behouden. Aangezien video-apparatuur voor
de consument is verbeterd, is dit formaat van hogere kwaliteit nu ook hierin opgenomen.
VIDEOFORMAATOMZETTING
De T 755 is nu uitgerust met een videoformaat-converter. Dit maakt een vereenvoudigde videoverbinding
tussen de T 755 en uw tv-monitor mogelijk wanneer er meerdere videoformaten zoals Composite (CVBS),
S-Video en Component (YUV) worden gebruikt. Deze wijziging in het formaat wordt mogelijk gemaakt door
het analoge videosignaal in een digitaal signaal om te zetten met behulp van een digitale encoder van zeer
hoge kwaliteit om de best mogelijke beeldkwaliteit te behouden. Is het signaal eenmaal digitaal, dan kan dit
met een van de drie standaard analoge videoformaten worden gedecodeerd.
U wordt aangeraden het videoformaat van de hoogste kwaliteit op de tv-monitor te selecteren en deze
voor de Monitor Out-aansluiting vanaf de T 755 naar de tv-monitor te gebruiken. In de meeste gevallen is
dit Component Video, maar op sommige oudere tv’s kan S-Video de verbinding met de beste kwaliteit zijn.
N.B.
Videosignalen worden tussen alle drie de formaten omgezet:
• Composite, S-video en Component Video.
• Alle drie de monitoruitgangen zijn altijd actief, ongeacht het bronformaat.
• Het OSD-menu is bij alle drie de uitgangsformaten altijd beschikbaar.
A/V PRESET AVVOORINSTELLING
Een bron kan een opgeslagen voorinstelling worden toegewezen. De parameters die onder het
voorinstellingsnummer zijn opgeslagen, worden dan voor die bron gebruikt. Zie onder A/V PRESETS
(AV-VOORINSTELLINGEN) voor meer informatie).
Schuif naar “A/V Preset” en druk op [ ] en vervolgens [ ] om een bron toe te wijzen aan een
voorinstellingsnummer (1 t/m 5).
Selecteer “None” als de bron niet aan een bepaalde voorinstelling hoeft te worden toegewezen.
TRIGGER OUT TRIGGERUITGANG
Welke trigger-uitgang voor een bron moet worden gebruikt, is afhankelijk van de conguraties in een apart
menu bij TRIGGER SETUP (TRIGGERINSTELLINGEN) (zie hieronder). Als alle drie de beschikbare triggeruitgangen aan ‘Source Setup’ (broninstellingen) in het aparte venster “Trigger Setup” zijn toegewezen,
kunnen voor een bepaalde bron de volgende trigger-uitgangcombinaties worden gebruikt:
Trigger Out 1 2 1 + 2 3 1 + 3 2 + 3 1+2+ 3
Deze combinaties zijn afhankelijk van de toekenning van “Source Setup” voor “Trigger 1 Out, Trigger 2
Out of Trigger 3 Out” in het menu Trigger Setup.
De laatste optie is “O”, waarbij de bron aan geen enkele trigger-uitgang wordt toegewezen.
Voer onderstaande handelingen uit, zodat “Trigger Out” beschikbaar en toewijsbaar wordt in het menu
“Source Setup (Normal View)”:
• Wijs in het aparte menu ‘Trigger Setup’ de optie “Trigger 1 Out, Trigger 2 Out of Trigger 3 Out” aan
“Source Setup” toe.
• “Trigger Out” verschijnt niet als optie in het menu “Source Setup (Normal View)” als in het aparte
menu “Trigger Setup” de opties “Trigger 1 Out, Trigger 2 Out en Trigger 3 Out” allemaal zijn
toegewezen aan “Main” of “Zone 2”; waarbij er geen enkele trigger-uitgang aan “Source Setup” is
toegewezen.
In “Source Setup (Table View)” BRONINSTELLINGEN (TABEL) orden de instellingen weergegeven uit het
menu “Source Setup (Normal View)” BRONINSTELLINGEN (NORMAAL). Alle broninstellingen worden in
samengevatte vorm in de tabel “Source Setup (Table View)” weergegeven.
U kunt met de toetsen [ ] en [ ] door de Source Setup (Table View) navigeren. U kunt hierin de
instellingen voor “Audio, Video, Preset (voorinstelling), Trigger en Source Name (bronnaam)” wijzigen
zonder het menu “Source Setup (Normal View)” te moeten openen.
Page 19
DE T 755 GEBRUIKEN INSTELLINGENMENU
iPod SETUP INSTELLINGEN iPod
Met het menu iPod Setup (Instellingen iPod) kunt u de volgende bijbehorende instellingen vooraf
instellen wanneer iPod de geselecteerde bron is:
Enabled (ingeschakeld): Selecteer “Yes” (Ja) om iPod als bron in te schakelen of “No” (Nee) om uit
te schakelen.
Auto (automatisch): Selecteer “Yes” (Ja) om de iPod-speler die in het aangesloten “NAD IPD 1
Dock met iPod” (NAD IPD 1) zit, automatisch in te schakelen en aan te sluiten wanneer Source
5 (Bron 5) (de iPod-bron die als standaard wordt toegewezen in de T 755) wordt geselecteerd.
Selecteer “No” (Nee) als u niet wilt dat de iPod-verbinding automatisch wordt aangesloten.
Menu Timeout (Time-out menu): Stel de tijd in waarna het OSD naar het scherm ‘Now Playing’
(Wordt nu afgespeeld) overschakelt wanneer het iPod-menu voor de opgeven time-out-tijd niet werd
gemanipuleerd (er werd niet geschoven of genavigeerd). Het menu ‘Now Playing’ (Wordt nu afgespeeld)
wordt enkel weergegeven wanneer een nummer wordt gepauzeerd of afgespeeld voordat naar het
iPod-menu wordt gegaan. U kunt “Menu Timeout” (Time-out menu) instellen tussen 5 en 60 seconden, in
stappen van 5 seconden. Als u niet wilt dat er een time-out geldt voor het menu, selecteert u “O” (Uit).
SPEAKER SETUP INSTELLINGEN LUIDSPREKERS
Na alle hulpbronnen en andere combinaties te hebben aangesloten, kunt u aan de hand van het
menu Speaker Setup (instellingen luidsprekers) de luidsprekers naar wens beheren en instellen voor de
beste akoestiek in uw luisteromgeving. Dit zijn de opties in het menu Speaker Setup.
Het is gebleken dat veel, zoalniet de meeste, surroundsystemen niet correct zijn ingesteld en
gekalibreerd. Voor een goede kalibratie is speciale kennis en apparatuur nodig, waarover de meeste
mensen waarschijnlijk niet beschikken.
De T 755 kan automatisch het luidsprekersysteem voor uw thuisbioscoop instellen. Hiervoor gebruikt u
de instellingsfunctie Audyssey in combinatie met de geavanceerde digitale electronica in de unit.
De installatie van de nieuwe T 755 wordt sterk vereenvoudigd met Audyssey. Het eindresultaat is de
beste geluidskwaliteit uit de luidsprekers die u hebt aangesloten in combinatie met de afmetingen
van de ruimte.
Het instellen met Audyssey gaat zeer snel in vergelijking met het handmatig instellen van de
luidsprekers. Het resultaat is een instelling die vergelijkbaar is met die gedaan door dure test- en
instellingsapparatuur.
De volgende metingen worden uitgevoerd:
• Detection (detectie) : de luidsprekerconguratie wordt automatisch waargenomen, waaronder
het aantal surroundluidsprekers en of er een subwoofer en middelste kanaal zijn aangesloten.
• Size (grootte) : de crossover van de T 755 wordt ingesteld op basis van het signaalverwerkingsvermogen
van het kanaal; de crossover voor de subwoofer wordt automatisch ingesteld.
• Level (niveau) : SPL van iedere luidspreker wordt binnen 1 dB aan de microfoonpositie aangepast.
• Distance (afstand) : wordt met een nauwkeurigheid van 30 cm van de microfoon voor iedere
luidsprekerpositie ingesteld.
• Polarity (polariteit) : het instellingsprogramma herkent verkeerd aangesloten luidsprekers en
stelt de gebruiker hiervan op de hoogte. Door een onjuiste polariteit kan de realistische weergave
van surroundgeluid teniet worden gedaan.
Deze instelling hoeft slechts een keer te worden uitgevoerd, tenzij de luidsprekers worden vervangen
of verplaatst. In dat geval moet de kalibratie opnieuw worden uitgevoerd.
Het geluid op iedere luisterpositie (max. 8 posities) wordt gekalibreerd met dezelfde microfoon als die
tijdens het instellen. Er wordt een speciale testtoon naar iedere luidspreker gestuurd en de gegevens
worden door de T 755 opgeslagen. Hoe lang het instellen duurt, is afhankelijk van het aantal
luidsprekers. Nadat de metingen zijn uitgevoerd, berekent Audyssey de ideale systeemreactie voor uw
ruimte en luidsprekeropstelling.
Indien er tijdens het instellen inconsequenties of afwijkingen worden opgemerkt, kan het proces
worden onderbroken of wordt het probleem in het betreende instellingsvenster weergegeven.
Vervolgens verschijnt er een opmerkingenscherm. Na de weergegeven instructies te hebben
uitgevoerd, dient u Audyssey opnieuw op te starten. Wanneer alle metingen zijn uitgevoerd, berekent
Audyssey de ideale systeemreactie voor uw ruimte en luidsprekeropstelling.
OPMERKINGEN
• De testtoon die tijdens de metingen wordt afgegeven, klinkt hard. Dit kan vervelend zijn voor u,
andere leden van uw huishouden en zelfs uw buren.
• Wanneer er over “Back” of “achterste” (links en rechts)in deze handleiding wordt gesproken, dan
wordt er verwezen naar de luidsprekers van uw externe versterker die op de T 755 zijn aangesloten.
Met AUDIO PRE-OUT kan de T 755 als voorversterker worden gebruikt bij externe versterkers voor
sommige of alle kanalen.
U wordt aangeraden de T 755 Audyssey-instellingsprocedure te volgen voor een optimale
luidsprekerinstelling. Indien u er echter voor kiest de luidsprekers handmatig in te stellen of als u het
Audyssey-instellingsprogramma al hebt uitgevoerd, maar hierin aanpassingen wilt aanbrengen, dan
kan het advies over de luidsprekerconguratie, de luidsprekerniveaus en de luidsprekerafstand ook
worden opgevolgd.
OPMERKING
Tijdens het handmatig instellen van de luidsprekers, kunnen eerder berekende Audyssey-
instellingen worden opgehaald door de gewijzigde conguratie (deze worden met een asterisk
aangegeven) weer terug te stellen.
SPEAKER CONFIGURATION LUIDSPREKERCONFIGURATIE
Bij ieder surround-systeem is een “laagregeling” nodig, waarmee de lage frequenties van alle kanalen naar
de luidsprekers worden geleid die deze het beste kunnen weergeven. Voor een correcte werking van deze
functie zult u op de hoogte moeten zijn van de mogelijkheden van uw luidsprekers. Wij gebruiken de
termen “small” (klein), “large” (groot) en “o” (uit), maar de afmetingen kunnen irrelevant zijn.
• Een “small” luidspreker is ieder model, ongeacht de afmetingen, dat geen echt lage frequenties ,
d.w.z. lager dan 80 Hz, kan weergeven.
• Een “large” luidspreker is er een die het lage bereik wel kan weergeven.
• Een “o” luidspreker is een luidspreker die niet in uw systeem is opgenomen. Het kan bijvoorbeeld zijn
dat u geen achterluidsprekers hebt geïnstalleerd. In dat geval zet u de insteloptie ‘Surround’ op “O” (uit).
Page 21
DE T 755 GEBRUIKEN INSTELLINGENMENU
Afhankelijk van het verband tussen de luidsprekers, kunnen voor iedere luidspreker de volgende,
onderstaande keuzes worden gemaakt:
De conguratie van de luidsprekerinstellingen blijven behouden bij alle ingangen en in alle
luistermodi. De luidsprekerinstellingen vormen echter onderdeel van het voorinstellingssysteem
van de T 755. Dit betekent dat er meerdere luidsprekerinstellingen kunnen worden opgeslagen voor
verschillende types opnamen of luistermodi.
De luidsprekerinstellingen kunnen worden beheerd en gewijzigd door een combinatie van [ ] en
vervolgens [ ] in te drukken. Stel “Front,” “Center” in en “Surround” in op “Large”, “Small” of “O”
afhankelijk van de vereisten van het subsysteem.
Bij de “Back” luidsprekers (achterste) kan er tussen een en twee luidsprekers worden gekozen. Stel
“Back” in op 1 of 2 luidsprekers, afhankelijk van de situatie. Stel “Subwoofer” in op “On” (aan) of “O” (uit).
Selecteer “On” alleen als u een subwoofer hebt aangesloten op de SUBW1- of SUBW2-uitgang.
OPMERKING
Wanneer er over “Back” of “achterste” (links en rechts)in deze handleiding wordt gesproken, dan
wordt er verwezen naar de luidsprekers van uw externe versterker die op de T 755 zijn aangesloten.
Met AUDIO PRE-OUT kan de T 755 als voorversterker worden gebruikt bij externe versterkers voor
sommige of alle kanalen.
Wanneer de subwoofer op ON (aan) is ingesteld en een of meerdere luidsprekers zijn ingesteld
op LARGE, dan is ook ENHANCED BASS beschikbaar. Gewoonlijk is de subwoofer niet geactiveerd
wanneer er luidsprekers op LARGE zijn ingesteld. Met de optie ENHANCED BASS beschikken de
luidsprekers over het volledige normale bereik en daarbij zijn de aanvullende lage tonen van de
subwoofer beschikbaar. Dezetoepassing komt met name van pas wanneer u het maximum aan lage
tonen wilt horen. Vanwege akoestische ophengseecten kan het zijn dat de respons van de lage
tonen ongelijk is wanneer deze instelling wordt gebruikt.
U kunt de subwoofer ook bij “large” frontluidsprekers op “On” zetten, in welk geval het laag van de
kanalen die op “small” zijn ingesteld, naar de subwoofer en de frontluidsprekers zal worden geleid. Het
signaal van het LFE-kanaal gaat alleen naar de subwoofer. In de meeste systemen met subwoofers is
het gewoonlijk beter om de frontluidsprekers op “small” in te stellen.
De lage frequenties van de luidsprekers kunnen rechtstreeks worden afgesteld binnen 40-200 Hz.
OPMERKING
De conguraties onder SPEAKER SETUP (INSTELLINGEN LUIDSPREKERS) worden overgeheveld
wanneer dit is ingesteld bij de AV-voorinstellingen. Zie tevens de informatie onder A/V PRESETS (AVVOORINSTELLINGEN).
SPEAKER LEVELS LUIDSPREKERNIVEAUS
Door het afstellen van de relatieve balans tussen de luidsprekers binnen uw systeem zullen de
surroundopnamen (of dat nu muziek of lm betreft) de balans van de eecten, de muziek en de
dialoog weergeven die de artiesten voor ogen hadden. Daarbij komt nog dat wanneer uw systeem
een subwoofer omvat, de correcte verhouding tussen het volume van de subwoofer en de andere
luidsprekers wordt neergezet, en dus tussen het laag en andere sonische elementen.
EEN GELUIDSDRUKNIVEAUMETER SPL GEBRUIKEN
De instelprocedures voor de niveaus van de T 755 kunnen “op het gehoor” worden uitgevoerd en
door nauwkeurig te werk te gaan, zal een acceptabel resultaat mogelijk zijn. Door een goedkope
geluidsdrukniveaumeter, zoals onderdeelnummer 33-2050 van Radio Shack, te gebruiken, wordt deze
taak echter vereenvoudigd, nauwkeuriger uitgevoerd en is de procedure gemakkelijker te herhalen.
Een dergelijke meter kan een handig stuk gereedschap blijken. Het is ook mogelijk dat uw NADaudiospecialist u een dergelijke meter tijdelijk kan laten gebruiken.
De meter moet op de primaire luisterpositie worden gezet, ongeveer ter hoogte van het hoofd
van de luisteraar. Een statief kan hierbij handig zijn, maar met een stuk sterke tape zijn ook andere
voorwerpen, zoals een staande lamp, een muziekstandaard of een stoel, goed bruikbaar. Let er echter
op dat er zich geen grote, akoestisch weerkaatsende oppervlakken voor of in de buurt van het
microfoonelement bevinden.
Richt de meter met de microfoon (gewoonlijk aan een uiteinde) recht naar het plafond (niet naar voren
naar de luidsprekers) en controleer of de “C”-schaal is geselecteerd. Stel de meter zo in dat deze 75
dB aangeeft. (Bij meters van Radio Shack betekent dit dat de meter op het 80 dB-bereik moet worden
ingesteld en dat u de metingen neemt op het -5 punt, of dat het 70 dB-bereik wordt in gesteld en er
op het +5 punt wordt gemeten.)
LUIDSPREKERNIVEAUS BIJ TESTMODUS INSTELLEN
Druk in het menu “Speaker Levels” (luidsprekerniveaus) op de toets “Test” van de HTR 3
afstandsbediening. Hierdoor wordt het balanceertestsignaal van de T 755 voor de luidsprekerniveaus
ingeschakeld. U hoort een “brandinggeluid” wanneer u de verschillende luidsprekers selecteert (‘test’
verschijnt rechts van de huidige spreker), te beginnen met linksvoor. Indien u het testsignaal niet
hoort, controleer dan de luidsprekeraansluitingen en de instellingen in het menu SPEAKER SETUP
(INSTELLINGEN LUIDSPREKERS).
Stel nu met de toetsen [ ] op de afstandsbediening de geluidssterkte van de uitgang van het
geactiveerde kanaal in op het benodigde niveau (het is gewoonlijk het eenvoudigste om met de
linker frontluidspreker te beginnen). Terwijl u het testsignaal via de verschillende luidsprekers laat
horen, wordt op de OSD het huidige kanaal aangegeven. De compensatiewaarde aan de rechterkant
verandert in stappen van 1 dB. Er kan tot 12 dB naar boven of beneden worden afgesteld. Druk op
[ENTER] om de volgende luidspreker in te stellen.
OPMERKING
Indien u de niveaus “op het gehoor” balanceert, kies dan één luidspreker (gewoonlijk center) als de
referentieluidspreker en stel de andere af aan de hand van deze luidspreker. Tijdens het balanceren
van alle kanalen dient u in de primaire luisterpositie te blijven.
Page 23
DE T 755 GEBRUIKEN INSTELLINGENMENU
Voor dezelfde SPL-meteraezing (of subjectieve geluidssterkte), stelt u iedere luidspreker met de
toetsen [ ] op de afstandsbediening af.
BEDIENING
OPMERKINGEN
• Alle luidsprekers moeten op hun uiteindelijke plaats staan, voordat de niveaus worden ingesteld.
• De integrale crossover van de subwoofer (indien aanwezig) moet worden gedeactiveerd. Is dit
niet mogelijk, dan moet de hoogst mogelijke frequentie worden ingesteld indien u gebruik maakt
van de subwoofer-uitgang van de T 755. Een laatste afstelling van het subwoofer-niveau “op het
gehoor”, met muziek- en lmgeluidmateriaal, is vaak erg handig.
• Door de eecten van de akoestiek in een bepaalde ruimte, kan het zijn dat bij elkaar passende
luidsprekers (front, surround, achter) niet altijd met precies dezelfde waarden worden gekalibreerd.
U kunt de testmodus te allen tijde afsluiten door twee keer op de toets [ ] te drukken, waardoor het
menu SPEAKER SETUP (INSTELLINGEN LUIDSPREKERS) weer verschijnt.
SPEAKER DISTANCE LUIDSPREKERAFSTAND
De afstand waarop de luidsprekers van het systeem worden opgesteld, is een subtiele maar
belangrijke jnafstemming binnen de hele opzetprocedure. Door aan de T 755 door te geven
op welke afstand van de luisteraar iedere luidspreker zich bevindt, worden automatisch de juiste
vertragingen aangehouden, met als resultaat een geoptimaliseerde beeldvorming, geluidshelderheid
en surroundsound. Voer de afstanden in met een nauwkeurigheid van circa 30 cm.
LUIDSPREKERAFSTAND INSTELLEN
Gebruik in het menu ‘Speaker Distance’ (luidsprekerafstand) de toetsen [ ] om de luidsprekers
Front Left (linksvoor), Center (midden), Front Right (rechtsvoor), Surround Right (surround rechts),
Back (achter), Surround Left (surround links) en Subwoofer in te stellen op de afstand tussen de
hoofdluisterpositie en de voorkant van de betreende luidspreker. De maximale afstand die kan
worden ingesteld, is 9,1 meter.
De afstand kan in meters en in “feet” worden gegeven. Dit kunt u aangeven bij “Unit of Measure”
(meeteenheid).
Behalve de volumeknop kunt u de toetsen [VOL ] op de HTR 3 gebruiken om het “hoofdvolume”
van de T 755 in te stellen, waardoor het volume van alle kanalen tegelijkertijd wordt gewijzigd. Door
kort op de toets te drukken wordt het hoofdvolume in stappen van 1 dB veranderd. Houdt u de toets
[VOL ] langer ingedrukt, dan verandert het volume tot de toets weer wordt losgelaten.
Aangezien het gemiddelde volumeniveau van opnames sterk kan verschillen, is er geen bepaalde
hoofdvolume-instelling die moet worden gebruikt. Een waarde van -20 kan bij de ene cd of dvd “net
zo hard” klinken als -10 bij een andere.
Wanneer de T 755 van standby volledig wordt ingeschakeld, keert de unit terug naar de hoofdvolumeinstelling die het laatst werd gebruikt. Indien de vorige instelling echter groter was dan -20 dB, dan
gebruikt de T 755 de instelling -20 dB. Op deze manier wordt voorkomen dat het geluid te hard wordt
ingeschakeld.
GELUID DEMPEN
Met de toets Mute (dempen) op de HTR 3 afstandsbediening wordt het geluid van alle kanalen
volledig gedempt. Deze optie is altijd beschikbaar, ongeacht de geselecteerde bron of luistermode.
OPMERKINGEN
• De optie geluid dempen wordt niet uitgeschakeld wanneer de geselecteerde ingang of luistermodus
wordt gewijzigd.
• De optie geluid dempen wordt automatisch uitgeschakeld indien het hoofdvolume wordt verhoogd
met de HTR 3 of de knop op het frontpaneel.
• Op de OSD van de T 755 wordt de hoofdvolume-instelling weergegeven als een lijngraek met
erboven een numerieke waarde in dB die verwijst naar het referentieniveau.
U kunt de uitgangsniveaus voor midden, surround en subwoofer wijzigen zonder daarvoor het menu
‘Speaker Levels’ (luidsprekerniveaus) te moeten openen. Dit komt bijvoorbeeld van pas bij het verhogen
(verlagen) van het dialoogniveau bij een lm door het middenkanaal hoger (lager) te zetten of door te
harde zeer lage tonen te verlagen (of verhogen) door het subwooferniveau te verlagen (verhogen).
Met de toetsen “SURR”, “CENT” en “SUB” van de HTR 3 kunt u rechtstreeks de niveaus voor deze kanalen
afstellen binnen een bereik van ±6dB.
De achterluidsprekerkanalen (indien aanwezig) worden in dezelfde mate gewijzigd als de
surroundkanalen.
OPMERKING
De instellingen die “tussendoor” zijn gemaakt worden toegevoegd aan of afgetrokken van de
instellingsniveaus zoals die ingesteld zijn tijdens de kalibratieprocedure van de T 755 met behulp
van de toets [Test] op de HTR 3. Wanneer echter een voorinstelling wordt geselecteerd, worden de
kanaalniveaus teruggesteld op de waarden in de voorinstelling. Ook betekent dit dat de T 755 niet
meer de niveaus gebruikt zoals die tijdens de Audyssey Setup werden ingesteld.
ZONE SETUP ZONEINSTELLINGEN
Met de toepassing Zone kan de gebruiker in verschillende zones van het huis meerdere geluids- en
videobronnen beluisteren en bekijken vanaf zowel alle ingeschakelde bronnen als Front Input (frontingang), Media Player (mediaspeler) en Tuner.
VOLUME
Zone 2 beschikt over een vaste en variabele volumeregeling. Wanneer het volume is ingesteld op
“Variable” (variabel), dan kan het volume rechtstreeks met de cursortoetsen [ ] op de HTR 3 of de
volumetoetsen [ ] op de ZR 4 worden afgesteld.
Indien het volume echter op “Fixed” (vast) is ingesteld, dan is het volume voor zone 2 op een bepaald
dB-niveau ingesteld. Dit betekent dat het volume van die zone kan worden ingesteld met de
volumeknop van de versterker, via welke het geluid wordt weergegeven.
Zie tevens de informatie over ZONE CONTROLS (ZONEREGELINGEN) in MAIN MENU (HOOFDMENU).
OPMERKING
De ZR 4 afstandsbediening kan alleen Zone 2-toepassingen aansturen.
TRIGGER SETUP TRIGGERINSTELLINGEN
De T 755 beschikt over drie congureerbare +12 V DC trigger-uitgangen die kunnen worden gebruikt voor
het activeren van een component of systeem waarop deze is aangesloten. Er is tevens een trigger-ingang
beschikbaar om de koppelingen, waarop deze is aangesloten, in te schakelen. Gebruik de toetsen [ ] of
[ENTER] en [ ] om door de parameters in het menu Trigger Setup (triggerinstellingen) te navigeren.
TRIGGER OUT TRIGGERUITGANG
Triggers zijn laagspanningssignalen, waarmee andere apparaten worden in- en uitgeschakeld. De drie
+12 V DC-triggeruitgangen van de T 755 (Trigger 1 Out, Trigger 2 Out en Trigger 3 Out) zijn afhankelijk
van de modus waarvoor zij worden gebruikt. De +12 V DC-uitgang kan aan drie opties worden
toegewezen: Main, Zone 2 en Source Setup (broninstellingen).
Main: Er staat +12 V DC op de toegewezen triggeruitgang wanneer de T 755 is ingeschakeld.Zone 2: Wanneer Zone 2 is ingeschakeld, staat er +12 V DC op de toegewezen triggeruitgang.Source Setup (broninstellingen): Als de triggeruitgang is gekoppeld aan ‘Source Setup’, dan
staat er +12 V DC op de triggeruitgang zodra deze bron wordt geselecteerd. Zie ook de informatie
over “Trigger Out” in de paragraaf Broninstellingen (normaal).
DELAY VERTRAGING
Het is mogelijk om in te stellen of er een +12 V DC-signaal op de triggeruitgang staat. Als er +12 V DC
zonder vertraging beschikbaar moet zijn op het moment dat de triggeruitgang aan de toegewezen
instelling wordt gekoppeld, moet Delay op 0 seconden worden ingesteld. In alle andere gevallen kan
een vertraging tussen 1 en 15 seconden worden ingesteld.
Page 25
DE T 755 GEBRUIKEN INSTELLINGENMENU
AUTO TRIGGER IN
Met Auto Trigger IN kunnen externe systeemcontrollers het betreende gedeelte van de T 755 van “Standby”
op “On” en omgekeerd instellen. Wanneer de schakelaar TRIGGER op het achterpaneel op ON (aan) staat,
schakelt een +12 V DC-ingangssignaal bij Trigger IN het gedeelte in waaraan Trigger IN is toegewezen.
Main: De T 755 wordt vanuit standby ingeschakeld wanneer er +12 V DC op Trigger IN wordt gezet.Zone 2: De Zone 2 wordt ingeschakeld wanneer er +12 V DC op Trigger IN staat.All (alle): Main en Zone 2 zoals hierboven beschreven, worden allemaal ingeschakeld wanneer er
een +12 V DC-signaal op Trigger IN wordt gezet.
WAARSCHUWING
Indien Auto Trigger IN in het menu Trigger Setup is toegewezen aan “Main” of “All” en de TRIGGER-
schakelaar staat op “AUTO”, dan werken de aan/uit-toets in het frontpaneel en de corresponderende
aan/uit-functietoetsen van de HTR 3 afstandsbediening niet. Dit betekent in feite dat deze functie naar
een externe controller wordt overgeheveld. Zet TRIGGER op OFF (uit) voor de normale aan/uit-functie.
Zie tevens “Item 2. +12 V TRIGGER OUT, TRIGGER IN, TRIGGER AUTO/OFF” van het ACHTERPANEEL en tevens de
informatie over Trigger Out (trigger-uitgang) onder SOURCE SETUP (NORMAL VIEW) (Broninstellingen - normaal)
LISTENING MODE SETUP INSTELLINGEN LUISTERMODUS
De T 755 beschikt over verschillende luistermodi die voor een groot deel congureerbaar zijn. Met deze opties
kunnen verschillende geluidseecten worden weergegeven, afhankelijk van de inhoud van de bron die wordt
afgespeeld. Onderstaande instellingen kunnen met de toetsen [ ] of [ENTER] en [ ] worden ingesteld.
Wanneer er over “Back” of “achterste” (links en rechts)in deze handleiding wordt gesproken, dan
wordt er verwezen naar de luidsprekers van uw externe versterker die op de T 755 zijn aangesloten.
Met AUDIO PRE-OUT kan de T 755 als voorversterker worden gebruikt bij externe versterkers voor
sommige of alle kanalen.
LUISTERMODI
Het audioformaat dat door de geselecteerde bron wordt waargenomen, kan via de volgende opties
automatisch worden gecongureerd en verwerkt:
DOLBY DIGITAL
Dolby Digital is het multikanaals digitaal-signaalformaat dat in de laboratoria van Dolby is ontwikkeld.
Schijes met het “DOLBY/Digital”-symbool werden opgenomen met maximaal 5.1 kanalen aan
digitale signalen, wat leidde tot een veel betere geluidskwaliteit, met dynamische en ruimtelijke
geluidssensaties die veel beter zijn dan die bij het oudere Dolby Surround.
Een Dolby Digital-audioingang kan volgens het betreende formaat worden gecongureerd.
2 Channel (2-kanaals): Als het gedetecteerde audiosignaal een 2 Channel Dolby Digital-signaal is, kunt u een
van de volgende instellingen als standaardinstelling gebruiken: Pro Logic, PLIIx Movie, PLIIx Music of None (geen).
Surround: Als het gedetecteerde audiosignaal een Surround Dolby Digital-signaal is, kunt u een van de volgende
instellingen als standaardinstelling gebruiken: Surround EX, PLIIx Movie, PLIIx Music, Stereo Downmix of None (geen).
None: Als “None” wordt geselecteerd, volgt het Dolby Digital-formaat de instelling “Digital” zoals
aangegeven onder de optie “Other”(anders) in dit menudeel. Zie de uitleg hieronder over “Other” (anders).
DOLBY DIGITAL EX
Bij deze methode wordt een Matrix-decoder gebruikt. Hierbij wordt het achterste kanaal gecreëerd via
signalen op de linker en rechter surround-kanalen opgenomen in Dolby Digital 5.1, met een weergave
in Surround 6.1. Deze methode wordt gebruikt bij bronnen met het “DOLBY/Digital – EX”-symbool, die
zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX.
Met dit aanvullende kanaal is de dynamiek verbeterd en is het gevoel van beweging binnen het geluidsveld
verhoogd. Indien media-bronnen die in Dolby Digtal EX zijn opgenomen, met een Digital EX-decoder
worden gedecodeerd, dan wordt het formaat automatisch opgemerkt en wordt de Dolby Digital EX-modus
geselecteerd. Echter, soms worden media opgenomen in Dolby Digital EX geregistreerd als Dolby Digital. In
dat geval dient Dolby Digital EX met de hand te worden geselecteerd.
OPMERKING
Raadpleeg tevens LISTENING MODE (LUISTERMODUS) bij de uitleg over het MAIN MENU
(HOOFDMENU) voor een beschrijving van Pro Logic, PLIIx Movie, PLIIx Music en Stereo Downmix.
Digital Theater System Digital Surround, ofwel DTS, is een multikanaals digitaal-signaalformaat,
waarmee gegevens sneller kunnen worden verwerkt dan met Dolby Digital. Hoewel Dolby Digital en
DTS beide 5.1 kanaals mediaformaten zijn, wordt aangenomen dat schijes met het DTS-symbool een
betere geluidskwaliteit bieden dankzij de lagere benodigde audiocompressie. Ook biedt dit formaat
een bredere dynamiek, met een een buitengewone geluidskwaliteit.
Een DTS-ingang kan standaard op een van de volgende opties worden ingesteld: - Neo: 6 Music,
Stereo Downmix of None (geen).
Als “None” wordt geselecteerd, volgt het DTS-signaal de instelling ‘Digital’ zoals aangegeven onder de
optie “Other” (anders) in dit menudeel. Zie de uitleg hieronder over ‘Other’ (anders).
OPMERKING
Raadpleeg tevens LISTENING MODE (LUISTERMODUS) bij de uitleg over het MAIN MENU
(HOOFDMENU) voor een beschrijving van de surroundmodi Stereo Downmix en DTS Neo:6.
OTHER ANDERS
Als “None” (geen) is geselecteerd voor een van de opties Dolby Digital 2 Channel, Dolby Digital
Surround en DTS of als het audio-ingangssignaal een analoog signaal is, dan wordt onder ‘Other’ het
standaardaudioformaat verwerkt zoals aangegeven bij ‘Digital’ of ‘Analog’.
Digital: Het gedetecteerde digitale ingangssignaal kan met een van de volgende opties worden
gecongureerd: Pro Logic, PLIIx Movie, PLIIx Music, Neo: 6 Cinema, Neo: 6 Music, EARS, Enhanced
Stereo en None (geen).
Analog: Als het audio-ingangssignaal een analoog signaal betreft, dan kunnen de volgende
surroundmodi als standaard worden ingesteld: Pro Logic, PLIIx Movie, PLIIx Music, Neo: 6 Cinema,
Neo: 6 Music, EARS, Enhanced Stereo, Analog Bypass en None (geen).
OPMERKING
Al deze luistermodi voor “Dolby Digital”, “DTS” en “Other” kunnen rechtstreeks worden gewijzigd
door op de toets ‘Listening Mode’ op het frontpaneel te drukken of via de optie “Listening Mode” in
het hoofdmenuvenster. Het gekozen audioformaat wordt weerspiegeld bij de betreende instelling
in LISTENING MODE SETUP (INSTELLINGEN LUISTERMODUS).
DOLBY SETUP DOLBYINSTELLINGEN
In dit menu kan de dynamisch-bereikregeling van Dolby Digital worden afgesteld en tevens de
instellingen voor Dolby Digital Pro Logic IIx music.
Dynamic Range Control (dynamisch-bereikregeling): U kunt het eectieve dynamische
bereik selecteren (subjectief bereik van zacht naar hard) voor het afspelen van Dolby Digitalsoundtracks. Selecteer voor een echt bioscoopeect altijd 100%, de standaardwaarde. Bij de
instellingen 75%, 50% en 25% wordt het dynamische bereik steeds verder verlaagd, waardoor
zachte geluiden relatief harder klinken en de harde geluiden minder hard.
De instelling 25% heeft het laagste dynamische bereik en is geschikt voor die tijden waarop u de
spraak zo duidelijk mogelijk wilt houden, terwijl het volume laag staat.
Dolby Pro Logic IIx Music: Raadpleeg de beschrijving LUISTERMODUS AFSTELLEN onder
LISTENING MODE (LUISTERMODUS) bij de beschrijving van het MAIN MENU (HOOFDMENU).
DTS SETUP DTSINSTELLINGEN
In dit menu kan de dynamisch-bereikregeling van DTS Digital Surround worden afgesteld en tevens de
instellingen voor DTS Neo: 6 Music.
Dynamic Range Control (dynamisch-bereikregeling): Dit is dezelfde congureerbare
dynamisch-bereikregeling zoals hierboven beschreven bij Dolby Setup. Het enige verschil is dat de
soundtrack nu in DTS-formaat wordt weergegeven.
DTS Neo: 6 Music: Raadpleeg de beschrijving LUISTERMODUS AFSTELLEN onder LISTENING
MODE (LUISTERMODUS) bij de beschrijving van het MAIN MENU (HOOFDMENU).
Page 27
DTSSURROUNDMODI
Hieronder volgende verdere beschrijvingen van de DTS-surroundmodi.
BEDIENING
DE T 755 GEBRUIKEN INSTELLINGENMENU
DTS ES EXPANDED SURROUND ™ DTS ES
Dit is een nieuw multikanaals digitaal formaat, waarmee het ruimtelijke gevoel van de surround-indruk
sterk wordt verbeterd dankzij de grotere ruimtelijke expansie van de surround-signalen. Ook biedt dit
formaat een hoge compatibiliteit met het conventionele DTS-formaat.
Behalve de 5.1 kanalen biedt de Expanded DTS-ES Surround ook de achterste surround bij de
weergave, wat een totaal geeft van 6.1 kanalen. Expanded DTS-ES Surround omvat twee formaten, met
twee verschillende methoden voor het opnemen van surround-signalen:
DTSES™ DISCRETE 6.1
Aangezien de signalen van de 6.1 surround-kanalen (waaronder het achterste kanaal) volledig
onafhankelijk van elkaar zijn, kan het gevoel worden opgewekt dat het akoestische beeld los van de
achtergrondgeluiden beweegt en de luisteraar 360 graden door het geluid wordt omgeven.
Hoewel een maximale kwaliteit wordt bereikt met soundtracks die met dit systeem zijn opgenomen
en worden afgespeeld met een DTS-ES-decoder, kunnen dergelijke opnamen ook met een
conventionele DTS-decoder worden afgespeeld. Het achterste kanaal wordt dan automatisch zodanig
in de linker en rechter surround-kanalen van het surround-systeem gedownmixt dat geen van de
signaalcomponenten verloren gaat.
DTSES™ MATRIX 6.1
Bij dit formaat ontvangen de aanvullende signalen van het achterste kanaal een matrix-codering
en zij worden naar de linker en rechter surround-kanalen geleid. Tijdens de weergave worden zijn
gedecodeerd naar de linker, rechter en achterste surround-kanalen.
Aangezien dit bitstream-formaat volledig compatibel is met conventionele DTS-signalen, kan het
eect van DTS-ES Matrix 6.1 ook worden verkregen vanuit bronnen met DTS-ES 5.1-signalen.
Het is natuurlijk ook mogelijk om signalen opgenomen in DTS-ES 6.1 viat een DTS 5.1-kanaals decoder
weer te geven.
Wanneer een DTS-ES-decoder een Discrete DTS-ES 6.1 of in Matrix 6.1 verwerkt, worden deze formaten
automatisch opgemerkt en wordt de optimale surround-modus geselecteerd. Echter, sommige DTS-ES
Matrix 6.1-bronnen kunnen als DTS-bronnen worden gezien. In dat geval kan de DTS-ES Matrix-modus
met de hand worden geselecteerd.
Bij deze modus worden de conventionele 2-kanaals signalen, zoals digitale PCM- of analoge
stereosignalen, op de zeer nauwkeurige digitale matrix-decoder voor DTS-ES Matrix 6.1 gezet, om
een 6.1-kanaals surround-weergave te verkrijgen. DTS Neo: 6 surround omvat twee modi voor het
selecteren van de optimale decodering van de signaalbronnen:
DTS NEO: 6 CINEMA : Deze methode is ideaal voor het weergeven van lms. Bij het decoderen
wordt de nadruk gelegd op de scheiding, zodat met 2-kanaals bronnen dezelfde sfeer kan worden
opgeroepen als met 6.1-kanaals bronnen.
DTS NEO: 6 MUSIC : Deze modus wordt met name aangeraden voor de weergave van muziek. De rechter
en linker voorkanalen worden niet door de decoder geleid en worden rechtstreeks weergegeven. Er is dus
geen verlies van geluidskwaliteit en de eecten van de rechter surround-, linker surround-, middelste en
achterste kanalen voegen een natuurlijk vergrotingsgevoel aan het geluidsveld toe.
ENHANCED STEREO VERBETERD STEREO.
Raadpleeg de beschrijving ENHANCED STEREO onder LISTENING MODE (LUISTERMODUS) bij de
beschrijving van het MAIN MENU (HOOFDMENU).
DISPLAY SETUP DISPLAYINSTELLINGEN
De VFD (vacuüm uorescerend display) en de OSD (schermdisplay) kunnen op verschillende manieren
worden geopend via de parameters in het menu DISPLAY SETUP (DISPLAY-INSTELLINGEN). Gebruik de
toetsen [ ] of [ENTER] en [ ] om de verschillende menuopties onder “Display Setup” te zien.
OPMERKING
De conguraties onder DISPLAY SETUP (DISPLAY-INSTELINGEN) worden overgeheveld wanneer
dit is ingesteld bij de AV-voorinstellingen. Zie ook de informatie hieronder over A/V PRESETS (AVVOORINSTELLINGEN).
VFD VACUÜM FLUORESCEREND DISPLAY
Display: Selecteer “On” (aan) om alle toepasselijke gegevens of tekens op de VFD te tonen. Als “Temp” wordt
geselecteerd, verschijnt er niets op de VFD. Wanneer er bij de instelling “Temp” op de frontpaneeltoetsen of
de betreende toetsen op de afstandsbediening wordt gedrukt, worden de betreende VFD-tekens echter
tijdelijk weergegeven, waarna ze weer verdwijnen. Indien een van Zone 2 is ingeschakeld, dan wordt dit
continu op de VFD aangegeven, zelfs wanneer “Temp” is geselecteerd.
Dimmer: Zet de dimmer op “Dim” wanneer de VFD wat donkerder moet zijn. Selecteer “Bright” om de
VFD weer met de gewone helderheid weer te geven.
Line 1, Line 2 (regel 1/2): Op de VFD worden twee regels met gegevens of tekens weergegeven.
Regel 2 is de regel met gegevens of tekens in het onderste deel van de VFD. Erboven staat regel 1. Bij
beide regels kan worden geselecteerd welk display moet worden weergegeven door de gewenste
keuze aan te geven bij onderstaande opties:
Main Source (hoofdbron) : geeft de actieve bron weer. Volume : het huidige volumeniveau wordt weergegeven.Listening Mode (luistermodus) : de geselecteerde luistermodus wordt weergegeven.Audio Src Format (formaat audiobron) : geeft het audioformaat weer dat bij de actieve bron is
opgemerkt.
Zone 2 Source (bron zone 2) : De toegewezen bron voor Zone 2 wordt weergegeven.O (uit) : Selecteer ‘O’ indien weergave van informatie op de betreende regel niet gewenst is.
Temp Line (tijdelijk-regel): Kies tussen Line 1 en Line 2 (regel 1/2), om de VFD kort te laten zien of
‘Temp’ is geselecteerd bij de optie ‘Display’ zoals hierboven beschreven.
A/V PRESETS AVVOORINSTELLINGEN
Met het eenvoudige maar krachtige en exibele voorinstellingensysteem van de T 755 kunt u bijna
ieder aspect van het afspelen van audio en video naar keuze instellen en deze keuzes met een enkele
druk op de knop oproepen. De parameters “Listening Mode” (luistermodus), “DSP Options” (DTP-opties)
en “Tone Controls” (toonregelingen) zijn bereikbaar via het hoofdmenu. Deze worden samen met
de instellingen voor “Speaker Setup”(luidsprekerinstelilngen) en “Display Setup” (display-instellingen)
congureerbaar via “Setup Menu” (instellingenmenu)) opgeslagen als een enkele voorinstelling.
U kunt bijvoorbeeld een voorinstelling opzetten voor popmuziek en een andere voor klassieke muziek.
Dan kunt u nog een voorinstelling opzetten voor de favoriete instelling van ieder familielid, of een voor
de thuisbioscoop en verder nog een voor lms die u laat op de avond afspeelt. Iedere voorinstelling
omvat dan de specieke parameters voor dat bepaalde scenario of die bepaalde voorkeur.
VOORINSTELLINGEN PROGRAMMEREN
Een voorinstelling opstellen betekent niet meer en niet minder dan het opslaan van een complete set
parameters zoals aangegeven in “Listening Mode” (luistermodus), “DSP Options” (DTP-opties) en “Tone
Controls” (toonregelingen), opties die via het hoofdmenu bereikbaar zijn. Ook opgeslagen worden
de opties in “Speaker Setup” (luidsprekerinstellingen) en “Display Setup” (display- instellingen) die via
“Setup Menu” (instellingenmenu) worden geselecteerd.
Schuif met de toetsen [ ] naar “A/V Presets” (AV-voorinstellingen) om de gewenste parameters
onder een voorinstelling op te slaan. Selecteer een voorinstelling. Met de toetsen [ ] kunt u in deze
voorinstelling alle gewenste, hierboven beschreven parameters opslaan door “Yes” (ja) te selecteren. Indien u
een bepaalde parameter niet in een voorinstelling wilt opslaan, selecteert u “No” (nee).
U slaat de geselecteerde instellingen voor die voorinstelling op door naar beneden te schuiven
naar ‘Save Current Setup to Preset’ (huidige instellingen onder voorinstelling opslaan) en op [ ]
te drukken. Als u ervoor kiest de standaarinstellingen op te slaan, schuif dan naar beneden naar
“Load Defaults to Preset” (standaardinstellingen onder voorinstelling opslaan) en druk op [ ] om de
standaardinstellingen te herstellen.
Aan het label van de voorinstelling kan een nieuwe naam worden toegewezen. Deze nieuwe naam
wordt in de VFD en ook in de OSD weergegeven.
U kunt de label wijzigen door naar ‘Name’ (naam) te schuiven en op [ ] te drukken om naar het gewenste
teken te gaan. Druk vervolgens op [ ] en selecteer de gewenste alfanumerieke tekens. Druk op [ ]
om naar het volgende of vorige teken te gaan en tegelijkertijd het huidige teken op te slaan.
OPMERKING
De geselecteerde voorinstelling blijft van kracht tot u een andere voorinstelling selecteert.
VOORINSTELLINGEN OPROEPEN
Met de HTR 3 afstandsbediening kunt u te allen tijde een voorinstelling oproepen.
Druk op de toets AVPS op de HTR 3 en vervolgens op een van de toetsen 1 t/m 5, afhankelijk van het
gewenste voorinstellingsnummer. De net opgeroepen voorinstelling wordt weergegeven of vervangt
de vorige voorinstelling.
Page 29
BEDIENING
DE T 755 GEBRUIKEN AM/FM/DB/iPod
NAAR DE RADIO LUISTEREN
De interne AM/FM-tuner van de T 755 geeft radio-uitzendingen met
een hoogwaardig geluid weer. De ontvangst en de geluidskwaliteit zijn
echter altijd in bepaalde mate afhankelijk van de gebruikte antenne(s),
en ook van de afstand tot de bron van de uitzending, de geograe en de
weersomstandigheden.
ANTENNES
De meegeleverde FM-lintantenne kan op de FM-antenne-ingang van het
achterpaneel worden aangesloten met de balun-adapter. De antenne
moet volledig worden uitgevouwen en een “T” vormen. Deze opgevouwen
dipoolantenne werkt gewoonlijk het beste in een verticale stand met de
armen van de “T” volledig uitgevouwen. Ook kan de antenne het beste
haaks op de bron van de gewenste uitzending staan. Er zijn echter geen
“regels” en door te experimenteren met de plaatsing van de antenne kunt u
zelf het helderste geluid met de minste achtergrondruis vinden.
In gebieden waar de FM-band slecht te ontvangen is, kan een buitenantenne
de kwaliteit van het geluid sterk verbeteren. Indien u graag naar de radio
luistert, dan kan het aanbevelenswaardig zijn de hulp van een professionele
antenne-installateur in te roepen om uw systeem te optimaliseren.
De bijgeleverde AM-loopantenne geeft gewoonlijk een goede ontvangst.
Er kan echter een AM-buitenatenne worden gebruikt om de ontvangst te
verbeteren. Neem voor meer informatie contact op met een specialist in
antennes.
DE LOOPANTENNA MONTEREN
1 Draai het buitenste frame van de antenne.
2 Steek de onderste rand van het buitenste frame in de groef van de
standaard.
3 Trek het antennekoord uit.
VOORINSTELLINGEN VOOR DE RADIO INSTELLEN
In de T 755 kunnen 40 van uw favoriete AM-, FM- en digitale radiozenders
als voorinstellingen worden opgeslagen.
1 U slaat een radiovoorinstelling op door eerst op de gewenste frequentie
af te stemmen (zie hierboven) en vervolgens op de toets [MEMORY]
(geheugen) op het frontpaneel te duwen.
2 Druk op [PRESET / ] (voorinstelling) en selecteer het cijfer dat
aan de voorinstelling moet worden toegewezen.
3 Druk vervolgens nogmaals op [MEMORY] om de zender onder die
voorinstelling op te slaan. In de VFD verschijnt ‘P_ _’, waarbij op de twee
lege plaatsen het cijfer van de voorinstelling wordt weergegeven (01
- 40).
4 Druk op [PRESET / ] het frontpaneel om door de
voorinstellingen te schuiven. Houd [PRESET / ] ingedrukt om
continu naar boven of beneden te schuiven. De toetsen ‘PRESET’ op de
HTR 3 afstandbediening werken op vergelijkbare wijze.
De radiovoorinstellingen moeten vanaf het frontpaneel worden
opgeslagen. Deze instellingsfunctie is niet toegankelijk met de HTR 3
afstandsbediening.
OPMERKING
De radiovoorinstellingen van de T 755 verschillen van de “globale”
voorinstellingen die bedoeld zijn voor de luistermodi, de instellingsmodi en de
instellingsniveaus. Zie “AV-VOORINSTELLINGEN” hierboven.
DE TUNERMODUS KIEZEN
Met de toets [TUNER MODE] (tunermodus) op het frontpaneel kunnen twee
dingen worden gedaan. In de normale stand zijn de pictogrammen FM Mute
(FM dempen) en FM Stereo op de VFD verlicht, kan er alleen naar zenders met
een sterk signaal worden geluisterd en wordt de ruis tussen zenders gedempt.
Druk op de [AM/FM/DB]-knop op het T 755 frontpaneel of op de cijfertoets
[+10] van de HTR 3 op de apparaatkeuzepagina AMP of TUNER om
de radiomodus van de T 755 te selecteren. Iedere keer wanneer er nu
op een van deze toetsen wordt gedrukt, wordt er achtereenvolgens
overgeschakeld naar AM, FM en XM (of DAB).
OP ZENDERS AFSTEMMEN
Na eerst op de apparaatkeuzepagina van de HTR 3 op [TUNER] te hebben
gedrukt, zodat de tunerfuncties met de afstandsbediening kunnen worden
bediend, drukt u op [TUNE / ] op de HTR 3. Drukt u er kort op dan
kunt u langzaam handmatig zoeken, houdt u de toets ingedrukt, dan wordt
er automatisch gezocht.
1 Druk kort op [ TUNE / ] op het frontpaneel om stapsgewijs
langs de FM- of AM-frequentieband te gaan.
2 Houd de toets [TUNE / ] langer dan 2 seconden ingedrukt om naar
boven of beneden langs de frequentiebanden te zoeken. De tuner van de
T 755 stopt bij het volgende signaal dat sterk genoeg is.
3 Door tijdens het zoeken kort op de toets [TUNE / ] te drukken,
wordt de zoekbewerking afgebroken.
Door nogmaals op de toets [TUNER MODE] te drukken gaan de
pictogrammen voor FM Mute en FM Stereo op de VFD uit en kunnen er
verre zenders met mogelijk veel ruis worden ontvangen. Het geluid wordt
gereduceerd als het signaalniveau van de FM-zender lager is dan de FM
Stereo-drempelwaarde (aangezien er bij mono FM altijd minder sprake is
van ruis). Dit betekent wel dat het stereo-eect verloren gaat.
OPMERKING
Een kanaal kan op twee voorinstellingslocaties worden opgeslagen:
een met TUNER MODE ingeschakeld en een met TUNER MODE
uitgeschakeld.
GEBRUIKERSNAMEN
Aan iedere radiovoorinstelling kunt u een “gebruikersnaam” van acht tekens
toewijzen. Wanneer de voorinstelling wordt opgeroepen, verschijnt deze
naam in de display op het frontpaneel.
GEBRUIKERSNAMEN INVOEREN
Om een radiovoorinstelling de naam “NIEUWS” te geven, doet u het
volgende:
1 Roep de gewenste radiovoorinstelling op.
2 Druk één keer op de toets [MEMORY]. Druk vervolgens binnen vijf (5)
seconden op de toets [INFO]. In de display verschijnt een knipperend
vakje.
3 Gebruik de toetsen [PRESET / ] om de eerste letter van de naam
(“N” uit de alfabetisch opgestelde lijst) te selecteren.
4 Druk op de afstemtoets [TUNE ] om het teken te selecteren en naar
de volgende positie te gaan. (Druk op [TUNE ] om naar het vorige
teken te gaan.) Herhaal deze handeling voor alle benodigde letters.
5 Druk nogmaals op [MEMORY] om de gebruikersnaam op te slaan en de
Het RDS-systeem (Radio Data System) verstuurt kleine hoeveelheden
digitale informatie via conventionele FM-radiouitzendingen. De T 755
ondersteunt twee RDS-modi: zendernaam (PS-modus) en radiotekst
(RT-modus). Niet iedere FM-zender zendt RDS-signalen uit. In de meeste
gebieden vindt u een of meerdere RDS-zenders, maar het is zeker niet
onmogelijk dat uw favoriete zenders geen RDS-gegevens uitzenden.
RDSTEKST BEKIJKEN
Wanneer wordt afgestemd op een FM-zender met RDS, licht na korte tijd het
RDS-symbool op in het de frontpaneeldisplay van de T 755. Ook verschijnt de
naam van de zender (PS-tekst) in de display, bijvoorbeeld “ROCK101”.
Druk op de toets INFO op het frontpaneel om de display te schakelen
tussen de naam en de radiotekst (RT) van de zender (indien aanwezig). De
naam van het liedje of de zanger of andere tekst die door de zender wordt
meegezonden kan dan te zien zijn.
OVER DE XMRADIO
De T 755 is gereed voor XM-gebruik. Dit betekent dat u door het toevoegen van een
apart verkrijgbare XM Mini-Tuner CPC-9000 en XM Mini Tuner Home Dock over alles
beschikt dat u nodig hebt om naar live XM te luisteren. Al het andere benodigde is
ingebouwd. Meld u aan voor de XM-service en de T 755 ontvangt XM-inhoud.
OPMERKINGEN
Hebt u vragen? Bezoek www.xmradio.com.
Luisteraars kunnen zich inschrijven door XM te bezoeken op www.
xmradio.com of door telefonisch contact op te nemen met XM’s Listener
Care op (800) 853 9696 (correct ten tijde van het ter perse gaan van deze
handleiding). Houd uw radio-ID bij de hand. Deze wordt op de radio
weergegeven wanneer u kanaal 0 selecteert.
Vraag uw NAD-audiospecialist voor andere versies van de XM Mini-
Tuner die compatibel zijn met de T 755.
Na de gewenste categorie te hebben geselecteerd, volgt u dezelfde
stappen als die voor het handmatig XM-afstemmen. Er wordt alleen binnen
de geselecteerde categorie afgestemd. Gebruik de toetsen [ ] om een
andere categorie te kiezen en stem opnieuw af.
XMINFORMATIE BEKIJKEN
Gebruik de toets ‘INFO’ om de XM-inofrmatie van de geselecteerde zender,
zoals de naam van de artiest, de naam van het lied, de categorie en de
andere informatie voor die zender te bekijken.
VOORINSTELLINGEN
De procedure voor het opslaan van XM-zenders is dezelfde als in
“VOORINSTELLINGEN VOOR DE RADIO INSTELLEN” onder “NAAR DE RADIO
LUISTEREN”.
Druk op de toets [TUNER MODE] tot “P__” (op de twee lege plaatsen staat
het voorinstellingsnummer) in de VFD wordt aangegeven, om opgeslagen
XM-voorinstellingen rechtstreeks op te roepen. Druk op de toets [PRESET
/ ] op het voorpaneel of op de toetsen [ ] van de HTR 3 om
omhoog of omlaag door de opgeslagen voorinstellingen te stappen (AM-,
FM- en XM-zenders).
OVER DABRADIO
Vroeger waren er op analoge radiosignalen zoals FM en AM vaak
verschillende soorten radiostoringen tussen de zender en uw radio.
Dergelijke problemen werden bijv. veroorzaakt door bergen, hoge
gebouwen, en de weersomstandigheden. Dankzij DAB kunt u nu
radioprogramma’s ontvangen die net zo goed klinken als cd’s, en dan
zonder de minste radiostoringen of signaalvervorming. DAB-uitzendingen
gebruiken digitale signalen in plaats van de traditionele analoge
transmissies, wat leidt tot een heldere ontvangst van hoge kwaliteit. U heeft
een betere ontvangst en er zijn bijna geen sissende of krakende geluiden te
horen bij DAB, mits u zich in een goed ontvangstgebied bevindt.
DE XMANTENNE AANSLUITEN
1 Sluit de XM-antenna aan op de XM-antennepoort op het achterpaneel
van de T 755.
2 Houd de toets [TUNER MODE] op het frontpaneel ingedrukt om
de signaalsterkte van de huidige XM-zender te controleren zoals
aangegeven in de VFD en OSD. Druk nogmaals op [TUNER MODE] om
de signaalcontrole af te sluiten.
Raadpleeg in de handleiding bij de XM-radio tevens de informatie over het
installeren van de XM-antenne voor een optimale signaalontvangst.
OP ZENDERS AFSTEMMEN
U kunt op drie manieren op de gewenste XM-zender afstemmen. Zet
de apparaatkeuzetoets van de HTR 3 op [TUNER] alvorens onderstaande
afstemopties uit te voeren. De toetsen [ ] verwijzen naar de
betreende toetsen op de HTR 3. Dezelfde toetsen verwijzen naar de
navigatietoetsen [TUNE / / PRESET / ] op het frontpaneel.
1 Handmatig afstemmen: Duw op de toetsen [ ] om naar boven of
beneden door de beschikbare XM-zenders te stappen. Houd [ ]
ingedrukt om de XM-zenders sneller te scannen. Met de toetsen [TUNE
/ ] op de HTR 3 kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd.
2 Rechtstreeks een zender oproepen: Met de numerieke toetsen van de
HTR 3 kunt u het gewenste zendenummer intoetsen. Hier wordt dan
automatisch op afgestemd.
3 Categorie: Duw op [TUNER MODE] tot “CATXM” en een bijbehorende categorie
op de VFD worden weergegeven. “CATXM” verwijst naar de categorieën
waaronder de verschilende zenders vallen: Country, Rock, Jazz & Blues, etc.
Met de toetsen [ ] kunt u door de beschikbare categorieën stappen.
Met DAB kan de luisteraar de lijst met beschikbare stations doorbladeren
– en vervolgens direct afstemmen op het station van zijn of haar keuze. Het
is niet nodig zenderfrequenties te onthouden. Alle uitzendingen worden
geselecteerd door eenvoudigweg de naam van de service te selecteren.
Met de T 755 kunt u genieten van DAB-uitzendingen. De T 755 beschikt over
een DAB-moduleaansluiting (Digital Audio Broadcast) op het achterpaneel,
waarop een los verkochte en door NAD gespeciceerde externe DAB-module
kan worden aangesloten. Dit is de NAD DAB Adapter DB 1. Alle stuursoftware
voor dit formaat is aanwezig. U hoeft alleen de module maar aan te sluiten
om te kunnen genieten van de cd-achtige geluidskwaliteit en uitgebreide
inhoudsselectie die door DAB wordt geboden.
DE DABMODULE AANSLUITEN
Sluit het andere uiteinde van de DIN-connector (bij de NAD DAB Adaptor DB 1
geleverd) vanaf de uitgangspoort van de DAB-module aan op de overeenkomstige
DAB-moduleingang op het achterpaneel van de T 755. Selecteer de DAB-modus
op de T 755 met de toets [AM/FM/DB] op het frontpaneel.
OPMERKINGEN
• Raadpleeg de installatiehandleiding bij de NAD DAB-adapter DB1 voor
de juiste instelprocedure van de DB1 wat betreft de T 755.
• Als er geen NAD DAB Adapter DB 1 is aangesloten, verschijnt de
mededeling “Check DAB Tuner” (DAB-tuner controleren) op de VFD.
Page 31
BEDIENING
DE T 755 GEBRUIKEN AM/FM/DB/iPod
DAB BEDIENEN
Met de apart verkrijgbare NAD DAB-adapter DB1 al op de T 755
aangesloten, kunt u met de T 755 nu DAB-uitzendingen ontvangen.
1 Duw op de toggle-toets [AM/FM/DB] tot de DAB-modus is
ingeschakeld. Op de VFD verschijnt “No Service List” (geen servicelijst),
wat aangeeft dat er nog geen gescande DAB-uitzendingen zijn
gevonden. Dit is de standaardmodus van de DB1.
2 Stem af op DAB-uitzendingen door op [TUNER MODE] te drukken en
met de toets [TUNE / ] op het frontpaneel “Full Scan” (volledige
scan) of “Local Scan” (plaatselijke scan) te selecteren.
Met FULL SCAN worden alle digitale frequenties (Band III en L-Band)
afgezocht.
Met LOCAL SCAN wordt gescand op beschikbare DAB-services
bij u in de buurt. Vraag uw dealer om de betreende digitale
transmissiefrequenties bij u in de buurt of bezoek www.WorldDAB.org.
3 Nadat u “Full Scan” of “Local Scan” hebt geselecteerd, wordt er
automatisch gescand.
SERVICE LIST SERVICELIJST
Volg onderstaande stappen om door de gevonden DAB-zenders te stappen.
1 Duw in de DAB-modus op [TUNE / ] om door de lijst met
beschikbare zenders, zoals getoond op de onderste display-regel van
de VFD, te stappen.
2 Selecteer met [ENTER] de gewenste instelling.
DABTUNERMODUS
Behalve de hierboven beschreven opties “Full Scan” en “Local Scan”
bevinden zich onder de toets [TUNER MODE] (tunermodus) tevens de
volgende opties: Station Order (zendervolgorde), DRC, Manual Scan
(handmatig scannen), Prune List (lijst schoonmaken) en Reset.
STATION ORDER ZENDERVOLGORDE
Gebruik “Station Order” om de lijst in de zenders te sorteren. Er zijn drie
mogelijke volgorden: alfanumeriek, ensemble en actief.
1 Duw tijdens een DAB-uitzending op de toets [TUNER MODE] op het
frontpaneel en vervolgens op [TUNE / ] om “Station Order” te
selecteren. Druk op [ENTER].
2 Duw meerdere malen op [TUNE / ] om de opties
“Alphanumeric”, “Ensemble” en “Active” te zien.
3 Selecteer met [ENTER] de gewenste zendervolgorde.
De balken geven de voortgang van het scanproces aan. Na het
scannen, geeft het laatste cijfer aan de rechterkant van de VFD het
totale aantal gevonden DAB-zenders aan. Vervolgens wordt op de
eerste zender afgestemd (zie onder “Alfanumeriek” hieronder voor
informatie over de volgorde waarop de zenders worden weergegeven).
4 Hoe sterk het binnenkomende signaal is kan op de VFD worden
getoond door op de toets [ENTER] te drukken. Hoe meer segmenten er
op de onderste regel te zien zijn, hoe sterker het signaal. Door de positie
van de antenne te veranderen, kunt u het signaal versterken. U kunt ook
voor een extra antenne kiezen. Neem voor meer informatie contact op
met een specialist in antennes.
OPMERKINGEN
• In de VFD verschijnt ook “No Service List” wanneer er tijdens het scannen
geen zenders zijn gevonden. Controleer in dat geval de aansluiting en
positie van de DAB-antenne of neem contact op met uw plaatselijke
DAB-zenders voor informatie over hun bereik.
• [MENU/FM MUTE], [ENTER] en [ ] op de HTR 3 komen overeen
met de toetsen [TUNER MODE], [ENTER] en [TUNE / ] op het
frontpaneel. Wanneer deze HTR 3-toetsen worden gebruikt om door de
DAB-opties te navigeren, moet de instelling voor de “DEVICE SELECTOR”
van de HTR 3 ook op “TUNER” worden ingesteld.
ALPHANUMERIC ALFANUMERIEK
Dit is de standaardinstelling. Zenders worden eerst op nummer en
vervolgens alfabetisch op letters gesorteerd.
ENSEMBLE
Digitale radiouitzendingen worden uitgezonden als groepen met gegevens
die “ensemble” worden genoemd. Ieder ensemble bevat een aantal
stations die op een vaste frequentie uitzenden. Wanneer “Ensemble” als
sorteervolgorde wordt geselecteerd, worden de radiostations gesorteerd
op hun ensemble-namen.
OPMERKING
Ensemble wordt door anderen ook wel “multiplex” genoemd.
ACTIVE ACTIEF
Actieve stations worden bovenaan de lijst van de zenders vermeld. Die
zenders die in de lijst staan maar niet uitzenden in het gebied, worden als
laatste in de lijst van zenders weergegeven.
DRC DRCWAARDE
U kunt het compressieniveau van stations instellen zodat verschillen
in dynamisch bereik of geluidsniveau tussen de radiostations worden
genivelleerd. Popmuziek wordt normaliter meer gecomprimeerd dan
klassieke muziek, wat misschien verschillende audio niveaus oplevert
wanneer u van de ene radiozender naar de andere overschakelt. Door
DRC op 0 in te stellen betekent dat er geen compressie, 1/2 betekent
gemiddelde compressie en 1 betekent maximum compressie. Het wordt
aangeraden zonder compressie te luisteren, vooral voor klassieke muziek.
1 Duw tijdens een DAB-uitzending op de toets [TUNER MODE] op het
frontpaneel en vervolgens op [TUNE / ] om “DRC” te selecteren.
Druk op [ENTER].
2 Duw meerdere malen op [TUNE / ] om de opties“DRC 0”, “DRC
Met deze optie kunt u zelf op een zender afstemmen en op een display die
voortdurend wordt bijgewerkt, de sterkte van het signaal zien. u kunt ook de
handmatige afstemmingsfunctie gebruiken om de antenne zo goed mogelijk
te plaatsen om voor een bepaalde radiozender de beste receptie te verkrijgen.
1 Duw tijdens een DAB-uitzending op de toets [TUNER MODE] op het
frontpaneel en vervolgens op [TUNE / ] om “Manual Scan” te
selecteren. Druk op [ENTER]. Het huidige kanaal en de frequentie worden
op de bovenste regel van de VFD weergegeven. De “balken” op de onderste
regel van de VFD geven de signaalsterkte van het huidige kanaal aan.
2 U kunt andere zenders selecteren door met [TUNE / ] door
de kanaallijst te stappen. Laat [TUNE / ] los wanneer u het
gewenste kanaal hebt gevonden. Kanaal en frequentie worden op de
bovenste regel van de VFD weergegeven. De “balken” op de onderste
regel van de VFD geven de signaalsterkte van het huidige kanaal aan.
Voor een betere ontvangst van het geselecteerde kanaal, kunt u de
positie van de DAB-antenne aanpassen.
3 Druk op [ENTER] om op het geselecteerde kanaal af te stemmen.
INFORMATION SETTINGS
U kunt, terwijl u naar een DAB-uitzending luistert, het type informatie dat
in de onderste regel van de display wordt weergegeven, veranderen. Elke
keer dat u op [INFO] drukt, komt u bij de volgende display-optie:
Station Name
DLS
Channel and Frequency
Ensemble Name
Program Type
Time and Date
Audio Signal information
Error Rate
STATION NAME ZENDERNAAM
De naam of identicatie van de DAB-uitzending wordt weergegeven. Dit is
de standaardinstelling.
OPMERKING
Het aantal ensembles en zenders dat kan worden gescand is afhankelijk
van waar u bent.
PRUNE LIST LIJST SCHOONMAKEN
Er kunnen situaties optreden waarin bepaalde zenders inactief worden.
Met de optie “Prune List” kunnen deze inactieve zenders uit de serviclijst
worden verwijderd.
1 Duw tijdens een DAB-uitzending op de toets [TUNER MODE] op het
frontpaneel en vervolgens op [TUNE / ] om “Prune List” te selecteren.
2 Druk op [ENTER]. Alle inactieve zenders worden automatisch verwijderd.
RESET
Met de optie “Reset” kan de aangesloten (en apart verkrijgbare) NAD DABadapter DB1 op de fabrieksinstellingen worden teruggesteld.
1 Duw tijdens een DAB-uitzending op de toets [TUNER MODE] op het
frontpaneel en vervolgens op [TUNE / ] om “Reset” te selecteren.
2 Druk op [ENTER]. Op de onderste regel van de VFD verschijnt “Reset?
No” (Terugstellen? Nee.) Druk op [TUNE / ] om naar de optie
“Reset? Yes” ( Terugstellen? Ja) te gaan.
3 Druk op [ENTER] wanneer de gewenste optie te zien is om “Reset? No”
of “Reset? Yes” te selecteren. Wanneer “Reset? Yes” wordt geselecteerd,
gaat de DB1 terug naar de fabrieksinstellingen.
DLS
Dynamic Label Segment (DLS) is de over de display lopende tekst die
door de zender wordt geleverd. Deze tekst kan informatie bevatten over
muziektitels of gegevens over het programma of het station.
CHANNEL AND FREQUENCY
De zender en de frequentie van de DAB-uitzending waarop op dat moment
is afgestemd, worden weergegeven.
ENSEMBLE NAME ENSEMBLENAAM
De naam van het ensemble dat het programma uitzendt, wordt
weergegeven.
PROGRAM TYPE
Dit is de beschrijving van het type uitzending dat door het station wordt
verzorgd, zoals Pop, Rock, Drama en dergelijke.
TIME AND DATE
De actuele tijd en datum zoals die wordt verstrekt door het station, worden
weergegeven.
AUDIO SIGNAL INFORMATION AUDIOSIGNAALINFORMATIE
Geeft de bit rate en het audiotype (stereo, mono of joint stereo) weer, zoals
uitgezonden door de DAB-zender. Deze worden aangegeven door de
zender en komen overeen met het type en de kwaliteit van het materiaal
dat wordt uitgezonden.
ERROR RATE FOUTWEERGAVE
Dit geeft de digitale-foutdichtheid (0 tot 99) weer van de zender waarop op
dat moment is afgestemd – hoe lager het cijfer, des te beter is de kwaliteit
van de ontvangen uitzending.
Page 33
BEDIENING
DE T 755 GEBRUIKEN AM/FM/DB/iPod
OVER DE INVOERFUNCTIE VAN iPod
De T 755 is uitgerust met een gegevenspoort in het achterpaneel waarop
een optionele “NAD IPD 1 Dock met iPod” (NAD IPD 1) kan worden
aangesloten. Als de NAD iPod-dock de T 755 met uw eigen iPod-speler
verbindt, kunt u genieten van uw favoriete nummers en afspeellijsten, maar
ook toepasselijke stilstaande beelden en videobeelden bekijken.
U kunt uw iPod-speler bedienen met de toegewezen knoppen op het
voorpaneel van de T 755. En met de overeenkomstige functietoetsen op
de afstandsbediening van de HTR 3 kunt u de materialen selecteren die in
uw iPod zijn opgeslagen om te kunnen afspelen, maar ook vele functies
gebruiken, zelfs aan de andere kant van de kamer. Het optionele NAD
IPD 1 Dock met iPod (NAD IPD 1) laadt uw iPod-speler ook op terwijl hij
aangesloten is op de T 755.
OPMERKINGEN
• Het NAD IPD 1 en de iPod-speler zijn optioneel en worden niet
meegeleverd met uw T 755.
• De functies, eigenschappen en afspeelmogelijkheden van uw iPodspeler die u via de T 755 kunt bedienen, zijn afhankelijk van het model
van uw iPod-speler.
• Wanneer u HTR 3 gebruikt om de iPod-functies te bedienen, zorg er dan
voor dat de Device Selector (Apparaatkeuze) op “AMP” staat ingesteld.
HET OPTIONELE NAD IPD 1 DOCK MET IPOD NAD IPD 1
EN DE IPODSPELER AANSLUITEN OP DE T 755
Zorg dat de stekkers van alle apparaten uit het stopcontact gehaald zijn
voordat u de aansluitingen maakt.
1 Sluit de stekker van het NAD IPD 1 Dock met iPod (NAD IPD 1) aan op
de datapoort ‘MP DOCK’ van de T 755.
2 Sluit ook de S-video out en de audio out van het iPod dockingstation
aan op de Audio 5/Video 5-ingang van de T 755 (de iPod-bron die
standaard is toegewezen in de T 755). U kunt ook zowel de audio- als de
video out-connectoren aansluiten op iedere beschikbare toewijsbare
ingang van de T 755.
3 Plaats uw iPod-speler in het NAD IPD 1 Dock met iPod (NAD IPD 1).
DOORHEEN DE FUNCTIES EN EIGENSCHAPPEN VAN DE IPOD
SPELER NAVIGEREN
Nadat u uw iPod-speler, het NAD IPD 1 Dock met iPod (NAD IPD 1) en
de T 755 met elkaar hebt verbonden, kunt u ze IN hun toepasselijke
elektriciteitsbronnen stoppen.
1 Met uw iPod-speler, het NAD IPD 1 Dock met iPod (NAD IPD 1) en de
T 755 allemaal ingeschakeld, selecteert u SOURCE 5 (Bron 5) van uw
T 755. Uw iPod-speler zal het NAD-logo op zijn scherm weergeven met
daaronder “OK to disconnect” (OK om uit te schakelen). Aan de andere
kant zal de T 755 VFD op de bovenste regel “iPod Menu” (iPod-menu) en
op de onderste regel “Playlists” (Afspeellijsten) weergeven. De onderste
regel hangt af van het huidig geselecteerde menu.
Tegelijkertijd zal het OSD van de T 755 de volledige iPod-menuselecties
weergeven zoals Playlists (Afspeellijsten), Artists (Uitvoerders), Albums
(Albums), Songs (Nummers), Podcasts (Podcasts), Genres (Genres),
Composers (Componisten) en Audiobooks (Audioboeken).
2 Navigeer door de iPod-menuselecties met een combinatie van de
[ ]-knoppen.
OPMERKINGEN
• Het klikwiel en de bedieningsknoppen van de iPod-speler zullen niet
werken wanneer de iPod op de juiste manier aan de T 755 is aangesloten
via het NAD-dockingstation.
• Om het iPod-menu bij Source 5 te verlaten, drukt u op [ ], waardoor
u naar het OSD ‘Menu Select’ (Selecteer menu) gaat. Volg de instructies
zoals afgebeeld.
BEDIENINGSFUNCTIES EN INSTELLINGEN
De volgende bedieningsfuncties en instellingen kunnen worden
geselecteerd of worden ingeschakeld met het voorpaneel en de
knoppen van de afstandsbediening van de HTR 3. Omdat de HTR 3 in de
meeste gevallen de voornaamste bediening zal vormen, zullen we ons
concentreren op de bediening op afstand.
ENTER
Druk op [ENTER] om naar het menu “iPod Settings” (iPod-instellingen) te
gaan, waar u de volgende opties kunt instellen:
Shue (Willekeurig): Selecteer “Shue” om het willekeurig afspelen
van de lijst “Songs” (Nummers) of de lijst “Albums” (Albums) in te
schakelen. Om de shue-modus uit te schakelen, selecteert u “O” (Uit).
Repeat (Herhalen): Selecteer “One” (Eén) om het huidige nummer
herhaaldelijk af te spelen. Selecteer “All” (Alles) om uw volledige lijst
onder de selectie “Songs” (Nummers) herhaaldelijk af te spelen.
Audiobook Speed (Snelheid Audioboek): De afspeelsnelheid
van uw audioboek kan worden aangepast aan uw voorkeur. Regel
de leessnelheid tijdens het afspelen van het audioboek naar “Normal”
(Normaal), “Fast” (Snel) of “Slow” (Langzaam).
DISP
Tijdens het afspelen schakelt u de [DISP]-toets van HTR 3 in of uit om
de titel van het nummer, de naam van de uitvoerder en de titel van het
album op de bovenste regel van de T 755 VFD weer te geven. Indien er
geen informatie beschikbaar is, wordt “No Song” (Geen nummer), “No
Artist” (Geen uitvoerder) of “No Album” (Geen Album) op het scherm
weergegeven, naargelang de situatie. Naast die informatie zal op de
onderste regel het toegewezen tracknummer van het huidige nummer en
de verstreken tijd worden weergegeven.
De toets met dezelfde functie als [DISP] op het voorpaneel is [INFO].
NAVIGATIEKNOPPEN
Tijdens de afspeelmodus drukt u op [ ] om voorwaarts naar het volgende
nummer te springen of op [ ] om terug te gaan naar het vorige nummer.
Om vlugger naar boven en naar beneden door de lijst te schuiven, houdt u
[ ] ingedrukt.
In menu-opties of selectielijsten drukt u op [ ] om naar boven of naar
beneden te gaan in de opties of lijsten.
De toetsen met dezelfde functie als [ ] op het voorpaneel zijn
[TUNE / / PRESET / ].
Druk op [ SKIP/CH/PRESET] om één pagina of ten minste 8 titels
tegelijkertijd naar boven en naar beneden te schuiven in de lijst Songs
(Nummers). Houd [ SKIP/CH/PRESET] ingedrukt om snel door de
titels van de nummers te schuiven. Tijdens dat snelle schuiven wordt de
eerste letter van het nummer in de rechterbenedenhoek van het OSD
weergegeven terwijl de titel verandert.
SCAN / / PAUSE / PLAY
Druk op PAUSE [ ] (Pauzeren) tijdens het afspelen om het afspelen tijdelijk
stop te zetten. Zet het afspelen verder door opnieuw op PAUSE [ ] of op
PLAY [ ] te drukken.
Tijdens het afspelen of het pauzeren, drukt u op [SCAN / ] om het
huidige nummer snel voorwaarts of achterwaarts te scannen.
VIDEO’S BEKIJKEN DIE IN UW IPOD ZIJN GELADEN
Video’s die in uw iPod werden geüploaded, kunnen rechtstreeks via de
T 755 worden bekeken. Hieronder staan de stappen:
1 Zorg ervoor dat de instelling “TV Out” van het menu Video Settings
(Video-instellingen) van uw iPod zich in de modus [On] (Aan) bevindt
en dat het toepasselijke “TV Signal” (TV-signaal) wordt gekozen.
2 De procedures voor de selectie en het afspelen van video’s worden
rechtstreeks vanaf uw iPod-speler beheerd, niet via de T 755. U moet het
menu Setup (Instellingen) of het OSD Menu Select (Menu selecteren)
van de T 755 volledig afsluiten om door de menuopties voor het
afspelen van video’s van uw iPod-speler te kunnen navigeren. Het kan
ook sneller, door naar het menu “iPod Setup” (Set-up Ipod) te gaan en
“Enabled” (Ingeschakeld) op “No” (Nee) in te stellen.
3 Met de S-VIDEO OUT-poort en de AUDIO OUT-poort van het iPod-
dockingstation aangesloten op de AUDIO/VIDEO 5-ingang van
de T 755 of aan gelijk welke andere toewijsbare ingang, kunt u nu
rechtstreeks via de T 755 uw videoselecties bekijken die u in uw
iPod hebt geüploaded. Zorg ervoor dat u het juiste “Source Number”
(Bronnummer) van de T 755 selecteert.
OPMERKING
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw iPod-speler voor andere
navigatiefuncties. Afhankelijk van het model van uw iPod-speler is
het mogelijk dat sommige andere functies worden bediend met de
toepasselijke navigatieknoppen van de T 755.
iPod is een handelsmerk van Apple, Inc., geregistreerd in de V.S. en in
andere landen.
Page 35
DE HTR 3 AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
TECHNISCHE GEGEVENS
• Bedient maximaal 8 apparaten
• 44 functietoetsen
• Leert maximaal 352 opdrachten
• Kan maximaal 44 macro’s opnemen, ieder met maximaal 64 opdrachten
• Congureerbare punch-through
• Toetsverlichting met programmeerbare timeout
• Upgraden mogelijk
• Bevat voorgeprogrammeerde bibliotheek met codes voor de NAD-afstandsbediening
Zodra de HTR 3 afstandsbediening van NAD en de T 755 AV-receiver uit de doos zijn gehaald, kan de
receiver met de HTR 3 worden bediend. Maar eigenlijk betreft het hier acht afstandsbedieningen in
één. Met ieder van de acht apparaatkeuzetoetsen bovenaan de afstandsbediening kan een nieuwe
“pagina” met afstandsbedieningscodes worden opgeroepen die door de overige 44 toetsen kunnen
worden verzonden. U kunt de codes van ieder apparaat dat wordt bediend met een infrarood
afstandsbediening, ongeacht het merk, onder ieder van deze toetsen programmeren.
De meest logische manier van werken is wanneer u de codes van uw dvd-speler naar de
“apparaatkeuzepagina” [DVD] programmeert, de codes van de tv naar de “pagina” [TV ] enz., maar
hiertoe bent u niet verplicht. U kunt opdrachten programmeren voor iedere willekeurige toets op
iedere willekeurige pagina (zie “Codes van andere afstandsbedieningen leren” hieronder).
De HTR 3 is al voorgeprogrammeerd met alle benodigde opdrachten voor de T 755 AV-receiver
op de apparaatkeuzepagina [AMP] en bevat tevens de bibliotheekopdrachten voor het bedienen
van de meeste dvd- of cd-componenten van NAD op de betreende apparaatkeuzepagina’s.
Deze standaardopdrachten kunnen niet worden gewijzigd of verwijderd. Zelfs wanneer u op
deze plaatsen nieuwe commando’s programmeert voor de HTR 3, dan blijven de onderliggende
bibliotheekopdrachten behouden. Deze kunnen op eenvoudige wijze weer worden opgeroepen
indien u op een later tijdstip een NAD-component aan uw systeem toevoegt (zie “Wismodus”
hieronder).
Voor het gebruik van de T 755 hoeven er geen toetsen op de pagina [AMP] van de HTR 3 te worden
gewijzigd. Indien u de HTR 3 echter wilt gebruiken voor uw specieke NAD-componenten, dan
kan het zijn dat u een of meerdere codebibliotheken moet laden; zie “Codebibliotheken laden”
hieronder.
DE T 755 BEDIENEN
De HTR 3 is in twee hoofddelen verdeeld. Met de acht apparaatkeuzetoetsen bovenaan de
afstandsbediening ([AMP], [DVD], [TV] etc.) worden de overige toetsen op de afstandsbediening
ingesteld op een pagina met opdrachten voor de bediening van een bepaalde component. Met een
apparaatkeuzetoets bepaalt u alleen welke component met de HTR 3 wordt bediend; deze toetsen zijn
niet van invloed op de AV-receiver. Alle overige toetsen zijn functietoetsen die regelcodes van bijna
iedere infrarood afstandsbediening kunnen “leren”, wat betekent dat u de codes van de apparaten
(ongeacht het merk) in de HTR 3 kunt opnemen.
De HTR 3 is echter al voorgeprogrammeerd voor gebruik met de T 755 . Alle functietoetsen op de
apparaatkeuzepagina [AMP] hebben betrekking op functies van de T 755 . De HTR 3 kan ook veel
andere NAD-componenten bedienen vanaf de pagina’s [DVD], [CD], [TUNER] en [CUSTOM].
Er dient hier op gewezen te worden dat bepaalde toetsen op de HTR 3 een andere functie hebben
naargelang de geselecteerde apparaatkeuzepagina. De kleur van de tekst bij de apparaatkeuzetoets
komt overeen met de kleur van de tekst bij de functietoetsen. De zwarte [AMP] “apparaatkeuzepagina”
in het midden komt overeen met zowel de zwarte als de witte invoerkeuzelabels boven de
nummertoetsen: Wanneer deze pagina actief is, worden met deze toetsen de ingangen van de AVreceiver geselecteerd. Op vergelijkbare wijze komt de paarse tekst van de pagina [DVD] overeen met
de paarse tekst bij de toetsen, de groene pagina [TV ] met de groene tekst, enzovoort.
CODES VAN ANDERE AFSTANDSBEDIENINGEN LEREN
Plaats de HTR 3 recht tegenover de afstandsbediening van de bron; tussen de infraroodschermpjes
van beide afstandsbedieningen moet een afstand van circa 5 cm zijn.
• Leermodus activeren: Druk op de HTR 3 tegelijkertijd gedurende 3 seconden op een
apparaatkeuzetoets en de toets [RES]. De leer-LED in het midden van de HTR 3 wordt groen.
• Druk op de functietoets van de HTR 3 die u een opdracht wilt laten leren; de leer-LED wordt oranje.
• Houd de functietoets op de afstandsbediening van de bron ingedrukt: De oranje leer-LED van de
HTR 3 knippert een seconde of twee en wordt vervolgens groen. De opdracht is geleerd.
• Druk nogmaals op de apparaatkeuzetoets van de HTR 3 om de leermodus af te sluiten.
Indien de leer-LED niet oranje knippert, kan het zijn dat u de afstand
tussen de afstandsbedieningen moet wijzigen. Indien de leer-LED rood
wordt in plaats van groen, betekent dit dat de opdracht van de bronafstandsbediening niet kon worden geleerd.
Voorbeeld: “Pauzeren van dvd” leren
Plaats de HTR 3 en de afstandsbediening van de dvd-speler op
bovenstaand beschreven wijze tegenover elkaar.
• Houd op de HTR 3 tegelijkertijd de toetsen [DVD] en [RES] ingedrukt. De
leer-LED wordt groen.
• Druk op de pauzetoets [ ] van de HTR 3; de leer-LED wordt oranje.
• Houd de pauzetoets op de afstandsbediening van de dvd-speler
ingedrukt. De leer-LED van de HTR 3 knippert oranje en wordt
vervolgens groen. De opdracht is geleerd.
• Druk nogmaals op [DVD] om de leermodus af te sluiten.
BEWERKING ANNULEREN
U kunt het congureren van een toets annuleren door op de actieve
apparaatkeuzetoets te drukken voordat het leerproces is voltooid. De leerLED wordt rood.
PUNCH THROUGH
Met de punch through-functie van de HTR 3 kunt u een functietoets van
een bepaalde apparaatkeuzepagina behouden op een andere pagina.
U kunt er bijvoorbeeld voor zorgen dat u met de functie [SURR MODE]
van [AMP] bijvoorbeeld nog steeds de T 755 kunt bedienen terwijl de
apparaatkeuzepagina voor de dvd is geactiveerd.
OPMERKING
De toetsen [VOL] van de HTR 3 zijn voorgeprogrammeerd en voor alle
apparaatkeuzepagina’s. Met [ VOL] wordt het hoofdvolume van de T 755
geregeld ongeacht het geselecteerde apparaat. De toetsen [SURR.],
[CENTER] en [SUB] zijn ook voorgeprogrammeerd als punch throughtoetsen.
Het instellen van een punch through is eenvoudig. In de leermodus drukt
u op de toets waarvoor een punch through moet worden uitgevoerd
en vervolgens drukt u twee keer op de apparaattoets van het apparaat
waarheen de punch through moet plaatsvinden. De status-LED wordt
groen. Druk nogmaals op de apparaatkeuzetoets om de leermodus af te
sluiten.
Voorbeeld: Punch through van toets AMP [SURR MODE] naar de “dvdpagina”
• Houd op de HTR 3 tegelijkertijd de toetsen [DVD] en [RES] ingedrukt. De
leer-LED wordt groen.
• Druk op [SURR MODE]. De leer-LED wordt oranje.
• Druk tweemaal op [AMP]. De leer-LED wordt groen.
• Druk nogmaals op [DVD] om de leermodus af te sluiten.
EEN OPDRACHT VAN EEN ANDERE TOETS KOPIËREN
U kunt een opdracht van een HTR 3 toets naar een andere toets kopiëren.
Het kopiëren van een toetsfunctie is eenvoudig. In de leermodus
drukt u op de toets waarheen gekopieerd moet worden en dan drukt
u op de apparaattoets van waar u wilt kopiëren (druk eerst op de
apparaatkeuzetoets indien de toets zich op een andere pagina bevindt). De
status-LED wordt groen. Druk nogmaals op de apparaatkeuzetoets om de
leermodus af te sluiten.
Voorbeeld: Kopiëren van de pauzeeropdracht van de cd-pagina naar de
toets AMP [ ]:
• Houd op de HTR 3 tegelijkertijd de toetsen [AMP] en [RES] ingedrukt. De
leer-LED wordt groen.
• Druk op [ ] (pauze). De leer-LED wordt oranje.
• Druk op [CD ] en dan op [ ] (pauze). De leer-LED wordt groen.
• Druk nogmaals op [AMP] om de leermodus af te sluiten.
OPMERKING
De kopieer- en punch through-functies komen in grote mate met
elkaar overeen. Indien u echter een opdracht kopieert en vervolgens de
originele opdracht (brontoets) wist of overschrijft, blijft de opdracht op
de toets waarheen werd gekopieerd ongewijzigd. Indien u een punch
through van een opdracht uitvoert en vervolgens deze opdracht bij
de originele toets wist of overschrijft, dan worden de punch throughfuncties navenant gewijzigd.
MACROOPDRACHT
Een “macro-opdracht” is een serie van twee of meer
afstandsbedieningscodes die automatisch worden verzonden wanneer
er op een enkele toets wordt gedrukt. U kunt een macro gebruiken om
een eenvoudige opdrachtenreeks automatisch uit te voeren, zoals “zet
de dvd-speler aan en druk op ‘play’”. U kunt ook een uitgebreide macro
samenstellen, waarbij het hele systeem wordt ingeschakeld, een bron
wordt geselecteerd, een luistermode wordt gekozen en wordt begonnen
met afspelen. En dat allemaal met een enkele druk op de knop. Er kan één
macro onder ieder van de functietoetsen van de HTR 3 worden opgeslagen,
maar niet onder de apparaatkeuzetoetsen.
OPMERKING
Macro’s staan los van het geselecteerde apparaat.
MACRO’S OPNEMEN
Voor het opnemen van een macro drukt u tegelijkertijd 3 seconden lang op de
toets [MACRO] en de functietoets op de HTR 3 waaraan u de macro wilt toewijzen.
De status-LED wordt groen. Ook de macro-toets licht op.
Druk in de juiste volgorde op de functietoetsen die in de macro
moeten worden opgeslagen. Vergeet niet eerst op de benodigde
apparaatkeuzetoets voor iedere functie te drukken (u kunt zo vaak u
wilt van apparaat veranderen tijdens het opnemen van een macro). Op
deze manier kunt een macro creëren met opdrachten van meer dan een
apparaatkeuzepagina.
Wanneer u de gewenste opdrachtenreeks hebt ingevoerd, drukt u
nogmaals op [MACRO] om de macro op te slaan. De leer-LED en de toets
[MACRO] gaan uit.
OPMERKING
In iedere macro kunnen in totaal 64 opdrachten worden opgeslagen.
Indien dit aantal wordt overschreden, wordt de macro automatisch
opgeslagen nadat de 64e opdracht is toegevoegd.
Voorbeeld: Een macro opnemen onder de toets [0] om de T 755 in te
schakelen, Selecteer “Input 1” (bron 1) en begin met het afspelen van het
apparaat dat op bron 1 is aangesloten (zoals een dvd-speler):
• Houd op de HTR 3 tegelijkertijd de toetsen [MACRO] en [0] (het cijfer
nul) ingedrukt. De leer-LED wordt groen.
• Druk op [AMP], druk op [ON], druk op [1] (rode “DVD”), druk op [DVD] en
druk op [ ] (afspelen). De leer-LED knippert iedere keer wanneer er een
stap wordt toegevoegd.
• Druk nogmaals op [MACRO] om de macro-opnamemodus af te sluiten.
Voor het wissen van een macro voert u bovenstaande stappen uit zonder
enige functies in te voeren.
Page 37
BEDIENING
DE HTR 3 AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
MACRO’S UITVOEREN
Voor het uitvoeren van een macro, drukt u op [MACRO]. De toetsverlichting
licht 5 seconden op. Terwijl de toets brandt, drukt u op een toets op de
HTR 3 waaronder eerder een macro werd opgeslagen.
De macro wordt uitgevoerd. Tijdens iedere stap die wordt uitgevoerd,
knippert de “ouder” apparaatkeuzetoets even. Zodra de opdrachtenreeks
is voltooid, dooft de verlichting van de toets [MACRO]. Wanneer op een
andere afstandsbedieningstoets wordt gedrukt terwijl de macro wordt
uitgevoerd, wordt de macro afgebroken. Vergeet niet dat u de HTR 3 zo vast
moet houden dat de infrarood zender de doelcomponenten kan activeren.
OPMERKING
Wanneer een macro wordt uitgevoerd, wordt er automatisch een pauze
van 1 seconde tussen de opdrachten ingelast. Indien u een pauze nodig
hebt van meer dan 1 seconde tussen bepaalde opdrachten, bijvoorbeeld
om een component de kans te geven volledig in te schakelen, dan kunt u
“lege” stappen opnemen in de macro door de apparaatkeuzepagina’s te
wijzigen zonder opdrachtfuncties in te voeren.
TIMEOUT TOETSVERLICHTING
De toetsverlichting van de HTR 3 kan worden ingesteld op een oplichttijd
tussen 0-9 seconden. De standaardinstelling is 2 seconden. Voor het
instellen van de timeout van de verlichting, drukt u 3 seconden lang
tegelijkertijd op de toets [DISP] en een van de toetsen [0-9] op de HTR 3
afstandsbediening. De duur van de timeout wordt bepaald door de
cijfertoets die u selecteert. De leer-LED knippert twee keer om de nieuwe
instelling te bevestigen. Wanneer de timeout op nul wordt ingesteld, zal de
verlichting helemaal niet gaan branden.
OPMERKING
Het verlichten van toetsen trekt de meeste stroom van de batterijen in
de HTR 3. Door een korte timeout wordt de levensduur van de batterijen
in grote mate verlengd. Wordt de timeout op 0 seconden ingesteld, dan
wordt de levensduur nog langer.
WISMODUS
In de HTR 3 kunnen geleerde, gekopieerde en “standaardbibliotheek”opdrachten onder een toets worden opgeslagen. De
standaardbibiliotheekopdrachten zijn de codes die door NAD zijn
voorgeprogrammeerd, zoals de ingebouwde T 755 opdrachten op de
pagina [AMP].
U kunt opdrachten per “laag” wissen tot aan de standaard
bibliotheekopdracht op iedere toets, waarbij geleerde opdrachten, punch
through-functies en gekopieerde toetsen worden verwijderd.
OPMERKING
De standaard bibliotheekopdrachten kunnen niet worden verwijderd.
U hoeft zich dus geen zorgen te maken dat u in de wismodus
onherstelbare wijzigingen aanbrengt.
Voor het activeren van de wismodus drukt u tegelijkertijd 3 seconden
lang op de gewenste apparaatkeuzetoets en de toets [RTN]. De leer-LED
wordt groen. Druk op de functietoets waarvan u de opdracht wilt wissen.
De leer-LED knippert. Het aantal knippersignalen geeft aan welk soort
functie is geactiveerd; zie onderstaande tabel. Druk nogmaals op de actieve
apparaatkeuzetoets om de wismodus af te sluiten.
OPMERKING
U kunt meerdere functietoetsopdrachten op dezelfde
apparaatkeuzepagina wissen, maar om opdrachten van meerdere
pagina’s te wissen moet u de wismodus afsluiten en op de gewenste
pagina weer activeren.
De HTR 3 kan terug op de fabriekswaarden worden gesteld, waarbij alle
geleerde opdrachten, gekopieerde en punch through- toetsen, macro’s en
andere instellingsinformatie wordt gewist. Alle toetsen keren terug naar de
voorgeprogrammeerde bibliotheekopdrachten.
Voor het terugstellen op fabriekswaarden drukt u 10 seconden lang
tegelijkertijd op de toetsen [ON] en [RTN] van de HTR 3. De leer-LED gaat
groen knipperen. Laat de toetsen [ON] en [RTN] los voordat het tweede
knippersignaal is voltooid. De leer-LED wordt rood om aan te geven dat de
fabriekswaarden weer zijn ingesteld.
OPMERKING
U moet [ON] en [RTN] loslaten voordat het tweede knippersignaal dooft.
Doet u dit niet, dan worden de fabriekswaarden niet ingesteld en zult u
de hele procedure moeten herhalen.
Op de HTR 3 kan een andere bibliotheek met standaard NAD-codes
worden opgeslagen voor ieder van de apparaatkeuzepagina’s. Indien met
de oorspronkelijke standaardbibliotheek de cd-speler, het cassettedeck, de
dvd-speler of een andere component van NAD niet kan worden bediend,
volg dan onderstaande procedure om de codebibliotheek te veranderen.
Controleer eerst of de component die u met de HTR 3 wilt bedienen
op het lichtnet is aangesloten en is ingeschakeld (“aan”, niet alleen op
standby). Voor het activeren van de bibliotheekmodus van de HTR 3 drukt
u tegelijkertijd 3 seconden lang op de gewenste apparaatkeuzetoets en de
toets [AVPS]. De leer-LED wordt groen.
Houd de HTR 3 op de component gericht en voer het eerste driecijferige
codebibliotheeknummer uit onderstaande tabel in. Druk op [OFF].
Indien de component wordt uitgeschakeld, druk op [ENTER] om dat
codebibliotheeknummer te accepteren en sluit de bibliotheekmodus
af. Indien de component niet wordt uitgeschakeld, voer het volgende
driecijferige bibliotheeknummer uit de tabel in.
Wanneer u het correcte nummer hebt ingevoerd, wordt de component
uitgeschakeld. Druk op [ENTER] om dat codebibliotheeknummer te
accepteren en sluit de bibliotheekmodus af.
CODEBIBLIOTHEEK-
NUMMER
100Receiver /
101Receiver/
102S170303L53 Tuner
103L75304L73 Tuner
104Second Zone
105L70306C445
106L76307Txx5-serie Tuner
107118400Cassettedeck B
108L53401Cassettedeck A
109L73500TV 280
110Stereo receiver /
111Stereo Second
112Txx5 Series503PMR45
200Cd-speler600T535, T562,
201Cd-speler (oud)601T550, L55
2025170, 5240,
2035325603L70, L73 DVD
2045060604L56
205M5605T513, T514,
300Tuner606L53 DVD
NAD PRODUCT-
BESCHRIJVING
Processor
(Discrete ON
/ OFF)
Processor
(Toggle ON/OFF)
opdrachten
versterker
Zone
5340
CODEBIBLIOTHEEK-
NUMMER
301L75, L76 Tuner
302L70 Tuner
305C425
501MR13
502MR20
602T512, T531,
NAD PRODUCT-
BESCHRIJVING
T585, M55
T532, T571, T572
T515, T524,
T533, T534
ZOEKMODUS
Indien met geen van de codes uit de tabel de component wordt
uitgeschakeld, en indien u zeker weet dat u bovenstaande procedure
volledig en zorgvuldig hebt uitgevoerd, dan kunt u de volgende
“zoekmethode” volgen.
Activeer de bibliotheekmodus door tegelijkertijd 3 seconden lang op
de gewenste apparaatkeuzetoets en de toets [AVPS] te drukken. De leerLED wordt groen. Houd nu de toets of op de HTR 3 ingedrukt. De
afstandsbediening stapt door alle beschikbare codes met een snelheid van
circa 1 code per seconde.
Indien de component wordt uitgeschakeld, laat u onmiddellijk de
cursortoets los en drukt u op [ENTER] om die codebibliotheek te
accepteren. Sluit de bibliotheekmodus af. Probeer enkele opdrachten uit te
voeren. Indien u aan de benodigde codebibliotheek bent voorbij gegaan,
activeer dan de bibliotheekmodus opnieuw en ga met de cursortoets terug
naar de benodigde bibliotheek.
OPMERKING
Het kan zijn dat er tijdens de zoekbewerking codebibliotheken worden
gevonden waarmee componenten van andere merken dan NAD
ten minste gedeeltelijk kunnen worden bediend. U kunt van deze
mogelijkheden zeer zeker gebruik maken. Wij kunnen echter alleen
volledige en nauwkeurige NAD-codebibliotheken beschikbaar stellen
en ondersteunen de werking van de HTR 3 niet bij componenten van
andere merken
CODEBIBLIOTHEEKNUMMER CONTROLEREN
U kunt de huidige codebibliotheek onder iedere apparaatkeuzetoets als
volgt controleren. Activeer de bibliotheekmodus door tegelijkertijd 3
seconden lang op de apparaatkeuzetoets van de gewenste component
en de toets [AVPS] te drukken. De leer-LED wordt groen. Druk op de toets
[DISP]. De HTR 3 geeft de huidige codebibliotheek aan door te knipperen
met de toetsen [CUSTOM], [VCR] en [MACRO].
Om bijvoorbeeld het codebibliotheeknummer 501 aan te geven, laat de
HTR 3 [CUSTOM] 5 keer knipperen, pauzeert vervolgens en knippert 1 keer
met [MACRO]. Het kan van pas komen als u de codebibliotheeknummer
van uw component noteert.
OVERZICHT VAN DE HTR 3 MODI
ModusIn te drukken toetsen (3 seconden)
Leren/kopiëren/punch through apparaattoets + RES-toets
Wismodusapparaattoets + RTN-toets
Macro opnemen macrotoets + functietoets
Bibliotheekmodusapparaattoets + AVPS-stoets
Timeout toetsverlichtingDISP-toets + cijfertoets
Op fabriekswaarden terugstellen
zie “Op fabriekswaarden terugstellen”
hierboven
Page 39
BEDIENING
DE HTR 3 AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
SLAAPFUNCTIE
De timer voor de slaapfunctie schakelt de T 755 na een vooraf aantal
ingestelde minuten automatisch over op standby. Door eenmaal op de
toets SLEEP (slapen) op de HTR 3 te drukken, worden de verhogingsstappen
voor de slaaptijd aangegeven. Door binnen 3 seconden nogmaals op de
toets SLEEP te drukken, veranderen de verhogingsstappen in stappen van
15 minuten. Wanneer deze tijd is verlopen, schakelt de T 755 automatisch
over op standby.
Ook staat er een slaap-pictogram linksboven op het VFD. De
inschakelvertraging voor de slaapstand kan worden gewijzigd door
tweemaal op de toets SLEEP op de HTR 3 te drukken: de eerste keer
om de slaaptijdverhogingsstappen te tonen en de tweede keer om de
slaaptijdverhogingsstap te wijzigen. Iedere keer wanneer er vervolgens
op de toets wordt gedrukt, wordt de slaaptijd in stappen van 15
minuten verhoogd (minimum 15 minuten en maximum 90 minuten).
De slaapfunctie wordt uitgeschakeld door de toets SLEEP op de HTR 3
te blijven indrukken tot “SLEEP OFF” in het VFD wordt aangegeven. Ook
wanneer de T 755 met de toets OFF op de HTR 3 of de toets POWER op de
T 755 naar standby wordt geschakeld, wordt de slaapfunctie geannuleerd.
DE ZR 4 AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
De ZR 4 afstandsbediening is een compacte eenheid waarmee de T 755
vanuit andere ruimtes dan de hoofdruimte kan worden bediend. De ZR 4
biedt een volledige aparte bediening van de bronselectie ongeacht wat er
in de hoofdruimte gebeurt. Dit betekent dat de zone-ingang anders kan
zijn (audio en video) dan de hoofdingang; dit heeft ook betrekking op de
volumeniveaus.
Voor het geval u naar dezelfde bron als in de hoofdruimte wilt luisteren,
is er een toets [LOCAL] op de ZR 4 afstandsbediening. Door deze toets te
gebruiken, luistert u naar hetzelfde als in de hoofdruimte, maar u kunt het
volume apart instellen.
Het zonevolume kan worden gedempt door op de ZR 4 op “MUTE”
(dempen) te drukken. Als het OSD-menu ‘Zone Controls’ (zoneregelingen) is
geopend, verschijnt ‘Mute’ (gedempt) onder ‘Volume’.
Op de display op het frontpaneel van de T 755 is te zien wat er in de
zoneruimte gebeurt. Indien er in de hoofdruimte niet wordt geluisterd, is
alleen de zone-indicator in de display van de T 755 actief.
OPMERKING
De ZR 4 afstandsbediening kan alleen Zone 2-toepassingen aansturen.
“CUSTOM” op de HTR 3 is standaard ingesteld op de aanstuurcodes voor
zone 2.
Geen geluid vanaf subwoofer.Subwoofer uitgeschakeld, staat geen stroom op, onjuist
Geen geluid uit middelste
kanaal.
Netsnoer los.
•
Niet ingeschakeld.
•
Geen vermogen op uitgang
•
Speaker A (of Speaker B) niet geactiveerd.
•
Defecte/ontbrekende kabels.
•
Kanaal in “Speaker Conguration” op “OFF” (uit) ingesteld.
•
Aansluitingen eindversterking of luidspreker defect.
•
Geen surroundluistermodus ingeschakeld.
•
Surround kanalen ingesteld op “OFF” in het menu “Speaker
•
Conguration”.
Niveau voor surroundkanalen te laag ingesteld in menu
•
“Speaker Levels”.
•
aangesloten.
Subwoofer op “OFF” (uit) ingesteld in menu “Speaker
•
Conguration”.
Sub-niveau te laag ingesteld in menu “Speaker Levels”.
•
Bron is een 2/0 (etc.).
•
Controleer netsnoer, aansluiting en
•
stopcontact.
Activeer Speaker A (of Speaker B) door op de
•
betreende toets op het frontpaneel of de
HTR 3 te drukken.
Controleer de kabels.
•
Controleer menu “Speaker conguration”.
•
Controleer eindversterker, kabels en
•
luidsprekers.
Selecteer juiste luistermodus.
•
Corrigeer de instellingen voor “Speaker
•
Conguration” of “Speaker Levels”.
Schakel subwoofer in, controleer stopcontact
•
voor sub of aansluitingen.
Corrigeer de instellingen voor “Speaker
•
Conguration” of “Speaker Levels”.
Speel een bekende 5.1-kanaals opname af of
•
selecteer de modus Dolby Pro Logic Iix Music.
Dolby Digital- of DTS-opname zonder middelste
•
kanaal. Center ingesteld op “OFF” in het menu “Speaker
Conguration”.
Center-niveau te laag ingesteld in menu “Speaker Levels”.
•
Geen Dolby Digital/DTS.Digitale uitgang van bron is niet op een digitale ingang van
T 755 reageert niet op HTR 3
afstandsbediening.
T 755 reageert niet
op frontpaneel of
afstandsbediening.
OPMERKING
• Fabrieksinstellingen voor Noord-Amerikaanse versie (AH): Druk tegelijkertijd op [Source ] + [Front Input/MP]
• Fabrieksinstellingen voor Europese versie (C) : Druk tegelijkertijd op [ Source ]+ [Front Input/MP]
• De Audyssey-Instellingen (Audyssey Setup) en de opgeslagen voorinstellingen en instellingen worden allemaal gewist wanneer de T 755 weer op de
fabrieksinstellingen worden teruggezet.
•
de T 755 aangesloten.
Broncomponent niet gecongureerd voor multikanaals
•
digitale uitgang.
Batterijen leeg of onjuist geplaatst.
•
IR-ruitje op afstandsbediening of IR AV-receiverruitje op
•
T 755 niet zichtbaar.
Frontpaneel van T 755 in zeer fel zonlicht of
•
omgevingslicht.
Fout in microprocessor.
•
T 755 kan te heet zijn geworden.
•
12V TRIGGER IN/OUT is ingesteld op AUTO.
•
Corrigeer de instellingen voor “Speaker
•
Conguration” of “Speaker Levels”.
Controleer aansluitingen.
•
Controleer instellingen broncomponent.
•
Controleer batterijen.
•
Controleer IR-ruitjes en controleer geen
•
obstakels tussen afstandsbediening en T 755.
Verminder zonlicht/kamerverlichting.
•
Schakel de T 755 uit via de aan/uit-schakelaar
•
op het achterpaneel en trek de stekker uit het
stopcontact.
Wacht vijf minuten, sluit opnieuw aan en
•
schakel in.
Schakel over op 12 V TRIGGER IN/OUT OFF.
•
Page 41
NASLAG
TECHNISCHE GEGEVENS
VERSTERKERGEDEELTE
Uitgaand vermogen stereomodus 110W (20,4dBW ) (8 Ω binnen nominale vervorming)
IHF dynamisch vermogen; 8 Ω 160 W (22 dBW)
IHF dynamisch vermogen; 4 Ω 200 W (23 dBW)
IHF dynamisch vermogen; 2 Ω 280 W (24,4 dBW)
Uitgaand vermogen surroundmodus 5 x 80 W (19 dBW)
Totale harmonische vervorming <0,08% bij nominaal vermogen
IM-vervorming <0,08% bij nominaal vermogen
Dempingsfactor 8 Ω >80
Ingangsgevoeligheid en impedantie 200 mV/50 kΩ
Frequentiebereik ± 0,8 dB (m.b.t. 20 Hz – 20 kHz)
Signaal/ruisverhouding >100 dB nominaal vermogen bij 8 Ω (A-WTD)
Signaal/ruisverhouding >90 dB bij 1 W/8 Ω (A-WTD)
VOORVERSTERKERGEDEELTE
Ingangsgevoeligheid en impedantie 210 mV/50 kΩ
Frequentiebereik ± 0,5 dB (m.b.t. 20 Hz – 20 kHz)
Signaal/ruisverhouding >100 dB bij 2 V (A-WTD)
Ingangsgevoeligheid 150mV bij 2 V
Maximum uitgangsniveau >3,5V
TUNERGEDEELTE
AMGEDEELTE
Frequentiebereik 530 kHz -1710 kHz (Noord-Amerikaanse versie, stappen van 10 kHz)
531 kHz -1602 kHz (Europese versie, stappen van 9 kHz)
Bruikbare gevoeligheid 30 dBu
Signaal/ruisverhouding 40 dB
Totale harmonische vervorming <5%
Loopgevoeligheid 20 dB signaal/ruisonderdrukking 65 dBu
Frequentiebereik 87,50 MHz – 108,50 MHz
Bruikbare gevoeligheid, MONO <16 dBf
IHF (3% THD) 18 dBu
Signaal/ruisverhouding MONO 60 dB
Signaal/ruisverhouding STEREO 55 dB
Totale harmonische vervorming, MONO 0,6%
Totale harmonische vervorming, STEREO 0,8%
Kanaalscheiding 40 dB
RDS-decodergevoeligheid 30 dBu
AFMETINGEN EN GEWICHT
Afmetingen (B x H x D) 435x160x393mm
Netto gewicht 17,9kg
Verzendingsgewicht 22,7kg
Specicaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Voor bijgewerkte documentatie en kenmerken en de nieuwste informatie over de T 755 kunt u
terecht op www.NADelectronics.com.
Geproduceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele D-symbool zijn gedeponeerde handelsmerken van Dolby Laboratories.
HDMI, het HDMI-logo en de High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
De XM-naam, XM Ready en verwante logo’s zijn gedeponeerde handelsmerken van XM Satellite Radio Inc.
Geproduceerd onder licentie van Audyssey Laboratories. Amerikaanse octrooien en octrooien in andere landen aangevraagd. Audyssey MultEQ XT is een handelsmerk van Audyssey Laboratories.
Dit product bevat technologie die auteursrechtelijk beschermd is onder methoderechten van bepaalde Amerikaanse octrooien en andere intellectuele eigendomsrechten die in bezit zijn van Macrovision Corporation
en andere rechthebbenden.Het gebruik van deze auteursrechtelijk beschermde technologie moet worden geautoriseerd door Macrovision Corporation, en is alleen bedoeld voor thuisgebruik en ander beperkt
gebruik, behalve indien anders geautoriseerd door Macrovision Corporation. Reverse engineering of demontage is verboden.
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored or transmitted in any form without the written permission of NAD Electronics International
T 755 Manual 01/08
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.