BEWAAR DEZE VEILIGHEIDSEISEN OM ZE LATER TE KUNNEN
RAADPLEGEN.
LEEF ALLE WAARSCHUWINGEN EN VEILIGHEIDSEISEN DIE ZIJN
AANGEDUID OP DE AUDIOAPPARATUUR ZORGVULDIG NA.
1 Instructies lezen - Lees alle veiligheidseisen en de gebruiksaanwijzing
alvorens het product te gebruiken.
2 Instructies bewaren - Bewaar de veiligheidseisen en de
gebruiksaanwijzing om ze later te kunnen raadplegen.
3 Waarschuwingen naleven - Leef alle waarschuwingen die zijn
aangeduid op het product en in de gebruiksaanwijzing zorgvuldig na.
4 Instructies naleven - Leef de gebruiks- en bedieningsaanwijzing
zorgvuldig na.
5 Reinigen - Trek de stekker van dit product uit de contactdoos
alvorens het te reinigen. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of
spuitbussen. Gebruik een vochtige doek voor het reinigen.
6 Bevestigingen - Gebruik nooit bevestigingen die niet door de
fabrikant van dit product worden aangeraden, aangezien zij gevaar
kunnen opleveren.
7 Water en vocht - Gebruik dit product niet in de buurt van water,
bijvoorbeeld bij een bad, een bak water of de gootsteen, in een natte
kelder of in de buurt van een zwembad of iets dergelijks.
8 Toebehoren - Plaats het product niet op een onstabiele wagen,
rek, driepoot, steun of tafel. Het product kan vallen en ernstig letsel
veroorzaken bij een kind of volwassene. Ook kan het product ernstig
beschadigd worden. Zet het product alleen op een wagen, rek,
driepoot, steun of tafel die door de fabrikant worden aangeraden of
met het product worden verkocht. Bij het opstellen van het product
moeten de instructies van de fabrikant worden nageleefd en moet een
bevestiging worden gebruikt die door de fabrikant wordt aangeraden.
9 Bij het verplaatsen van het product en steun of wagen moet
voorzichtig te werk worden gegaan. Door snel stoppen,
te veel kracht uitoefenen en onregelmatige oppervlakken
kunnen het product en wagen kantelen of omvallen.
10 Ventilatie - Gleuven en openingen in de behuizing dienen voor
ventilatie en een betrouwbare werking van het product. Ook beschermen
zij het product tegen oververhitting. Deze openingen mogen niet
worden verstopt of afgedekt.. Deze openingen mogen nooit worden
geblokkeerd door het product op een bed, bank, mat of iets dergelijks
te plaatsen. Dit product mag niet in een omsloten plaats worden gezet,
zoals een boekenkast of rek, tenzij er voor een goede ventilatie wordt
gezorgd of de instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11 Vermogensbronnen - Dit product mag alleen worden aangesloten op
de vermogensbron die op het betreende etiket staat aangegeven. Indien
u niet zeker weet welke vermogensbron in uw huis wordt gebruikt, neem
dan contact op met de dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf. De
allereerste wijze om de versterker van de netvoeding af te sluiten is door de
netstekker uit de contactdoos te verwijderen. U dient zeker te stellen dat
de netstekker steeds beschikbaar is. Trek het netsnoer uit de contactdoos
indien de unit meerdere maanden of langer niet gebruikt zal worden.
12 Aarden of Polarisatie - Dit product zou kunnen uitgerust zijn met
een gepolariseerde wisselstroomlijnstekker (een stekker waarvan
een van de pennen breder is dan de andere). Deze stekker kan op
slechts een manier in de contactdoos worden gestoken. Dit is een
veiligheidsfunctie. Indien u de stekker niet correct in de contactdoos
kunt steken, draai de stekker dan om. Indien de stekker ook dan nog
niet past, neem dan contact op met uw elektricien om de verouderde
contactdoos te vervangen. Overbrug of vernietig het veiligheidsdoel
van de gepolariseerde stekker niet.
13 Netsnoerbescherming - Netsnoeren moeten zo worden gelegd dat er niet
op kan worden gestapt en dat ze niet klem kunnen raken door voorwerpen
die erop of ertegen worden geplaatst. Er moet met name op de snoeren
worden gelet bij de stekkers, bij de aanvullende aansluitingen en bij het punt
waar zij uit het product komen.
14 Aarden van de buitenantenne - Indien er aan dit product een
buitenantenne of een kabelsysteem wordt aangesloten, dient u zeker te
stellen dat de antenne of het kabelsysteem behoorlijk wordt geaard ter
bescherming tegen spanningspieken en statische ladingen die zich hebben
opgebouwd. Artikel 810 van de Nationale Elektrische Code, ANSI/NFPA 70,
verstrekt informatie over het correct aarden van de mast en het steundeel,
het aarden van de inkomende draad in de antenne-afvoereenheid, de
grootte van de aardleiders, het plaatsen van de antenne-afvoereenheid, de
aansluiting aan de aardelektrodes, en de specicaties van de aardelektrode.
OPMERKING VOOR INSTALLATEUR VAN CATVSYSTEEM:
Deze opmerking dient als herinnering voor de installateur van het CATVsysteem dat hij artikel 820-40 van de National Electrical Code (national
elektrische code) dient op te volgen. Dit artikel bevat richtlijnen voor het
op de juiste manier aarden, met name de specicatie dat de aarde voor
de aardingskabel op het aardingssysteem van het gebouw moet worden
aangesloten en wel zo dicht als praktisch mogelijk bij het punt waar de
kabel het gebouw binnenkomt.
15 Bliksem - Trek bij onweer en bliksem of wanneer het apparaat lange tijd
niet gebruikt zal worden de stekker uit de contactdoos. Op deze manier
wordt voorkomen dat het product wordt beschadigd door eventuele
bliksemslag en stroompieken.
16 Elektrische kabels - Een buitenantenne mag niet in de nabijheid van
bovengrondse elektrische kabels of ander lichtnet of elektrische circuits
staan. De antenne zeker ook niet plaatsen daar waar er de mogelijkheid
bestaat dat de antenne op de elektrische kabels of circuits zou kunnen
vallen. Wanneer u een buitenantenne installeert, dient u zeker te stellen
dat u niet in aanraking komt met zulke elektrische kabels of circuits
gezien het levensgevaar.
17 Overbelasting - Ervoor zorgen dat contactdozen, verlengsnoeren en
ingebouwde aanvullende aansluitingen niet overdadig worden belast,
omdat dit kan leiden tot brand of elektrische schok.
18 Voorwerpen en vloeistoen - Duw nooit voorwerpen via openingen
in dit product, omdat zij gevaarlijke spanningsdelen kunnen aanraken
of kortsluitingen kunnen veroorzaken met brand of een elektrische
schok tot gevolg. Mors nooit vloeistof op dit product.
WAARSCHUWING: HET APPARAAT NIET BLOOTSTELLEN AAN
WATER, MORSEN OF SPATTEN EN GEEN VOORWERPEN GEVULD
MET VLOEISTOFFEN, ZOALS VAZEN, OP HET APPARAAT PLAATSEN.
ZOALS BIJ ALLE ELECTRONISCHE PRODUCTEN, ERVOOR ZORGEN
DAT ER GEEN VLOEISTOFFEN IN ENIG ONDERDEEL VAN HET SYSTEEM
TERECHTKOMT. VLOEISTOFFEN KUNNEN TOT STORINGEN LEIDEN
EN/OF BRAND VEROORZAKEN.
Page 3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
19 Beschadigingen waarvoor onderhoud nodig is - Trek de
stekker uit de contactdoos en laat het onderhoud over aan erkend
onderhoudspersoneel indien de volgende omstandigheden zich
voordoen:
a) Het netsnoer of de stekker is beschadigd.
b) Er is vloeistof op het product gemorst of er zijn voorwerpen in het
product gevallen.
c) Het product werd aan regen of water blootgesteld.
d) Het product werkt niet naar behoren wanneer de
bedieningsinstructies worden opgevolgd. Stel alleen
die bedieningselementen af die in de instructies staan
beschreven aangezien door een onjuiste afstelling van andere
bedieningselementen schade kan ontstaan. Om het product weer
naar behoren te laten werken, zal een erkende technicus vaak een
langdurige procedure moeten uitvoeren.
e) Het product is gevallen of beschadigd geraakt.
f) Indien er een duidelijke verandering in de prestaties van het
let er dan op dat de technicus de vervangingsonderdelen gebruikt die
door de fabrikant zijn aangegeven of die dezelfde kenmerken hebben
als het originele onderdeel. Door niet-geautoriseerde vervangingen
kan er brand ontstaan, kunnen er elektrische schokken worden
opgelopen of kunnen andere gevaren optreden.
21 Veiligheidscontrole - Na het uitvoeren van onderhoud of reparaties
aan het product, dient u de technicus te vragen veiligheidscontroles uit
te voeren om na te gaan of het product naar behoren werkt.
22 Installatie aan wand of plafond - Bevestig dit toestel aan een wand
of plafond volgens de instructies van de fabrikant.
23 Koptelefoon - Een te hoge geluidsdruk uit oor- en koptelefoons kan
gehoorverlies veroorzaken.
24 Batterijen weggooien - Neem bij het weggooien van gebruikte
batterijen de wettelijke bepalingen en regelingen in acht die in uw land
of regio van toepassing zijn.
Batterijen (batterijenset of geplaatste batterijen) mogen niet aan hitte
worden blootgesteld, zoals zonlicht, brand, etc.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG DIT PRODUCT NIET AAN REGEN OF VOCHT WORDEN BLOOTGESTELD.
HET SYMBOOL VAN DE BLIKSEMFLITS IN EEN DRIEHOEK MAAKT
DE GEBRUIKER EROP ATTENT DAT ER EEN NIET-GEÏSOLEERDE
“GEVAARLIJKE SPANNING” BESTAAT IN DE BEHUIZING VAN HET
PRODUCT, EN DAT DEZE SPANNING HOOG GENOEG KAN ZIJN
OM GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN OP TE LEVEREN.
HET UITROEPTEKEN IN DE DRIEHOEK MAAKT DE GEBRUIKER
EROP ATTENT DAT ER BELANGRIJKE BEDIENINGS- EN
ONDERHOUDSINSTRUCTIES IN DE DOCUMENTATIE BIJ HET
APPARAAT ZIJN OPGENOMEN.
Wanneer deze apparatuur niet in gebruik is (de aan-/uit-schakelaar staat
in de stand STAND-BY), ontvangt deze toch nominale voeding van het
stopcontact.
Het stopcontact moet zich dicht bij het apparaat bevinden en gemakkelijk
bereikbaar zijn.
LET OP
Door wijzigingen of modicaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd
door NAD Electronics ten aanzien van conformiteit aan de regelgeving, kan
de gebruiker het recht worden ontzegd de apparatuur te gebruiken.
WAARSCHUWING TEN AANZIEN VAN PLAATSING
Voor een goede ventilatie moet er een ruimte rond de unit worden gelaten
die gelijk is aan of groter is dan hieronder aangegeven. Deze ruimte
moet worden gemeten vanaf de grootste buitenafmetingen, waaronder
uitsteeksels.
Panelen links en rechts: 10 cmPaneel achterzijde: 10 cmPaneel bovenzijde: 50 cm
Gooi het apparaat aan het einde van zijn bruikbare leven niet bij
het gewone huisvuil maar breng het naar een inzamelpunt waar
elektrische en elektronische apparatuur wordt ingezameld voor
recycling. Het symbool op het product, de gebruikershandleiding
en de verpakking maakt u hierop attent.
De materialen kunnen worden hergebruikt in overeenstemming met
de markeringen die erop zijn aangebracht. Door middel van hergebruik,
recycling van grondstoen of andere vormen van recycling van oude
producten levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming van ons
milieu. Uw gemeente kan u inlichtingen verstrekken over het inzamelpunt
voor verantwoorde afvalverwerking.
INFORMATIE OVER INZAMELING EN VERWERKING VAN GEBRUIKTE
BATTERIJEN RICHTLIJN 2006/66/EG VAN HET EUROPEES
PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE ALLEEN VOOR
EUROPESE KLANTEN
Wanneer batterijen voorzien zijn van één van
deze symbolen duidt dat aan dat zij moeten
worden behandeld als “afval voor gescheiden
inzameling” en niet als gewoon huisvuil. Het wordt
gestimuleerd dat noodzakelijke maatregelen
worden geïmplementeerd om gebruikte batterijen
zo veel mogelijk gescheiden in te zamelen en
batterijen zo min mogelijk met het gewone
gemengde huisvuil te verwerken.
Bij eindgebruikers wordt erop aangedrongen gebruikte batterijen niet
weg te gooien bij het ongesorteerde huisvuil. Om het recyclen van
gebruikte batterijen op grote schaal mogelijk te maken wordt u verzocht
gebruikte batterijen gescheiden van het huisvuil en op juiste wijze via
een toegankelijk inzamelpunt bij u in de buurt weg te gooien. Neem voor
meer informatie over de inzameling en recycling van gebruikte batterijen
contact op met de gemeentelijke instanties ter plaatse, uw gemeentelijke
reinigingsdienst of het verkooppunt waar u de artikelen hebt aangeschaft.
Wanneer u zich houdt aan de voorschriften voor juiste verwerking van
gebruikte batterijen, worden mogelijke gevaarlijke eecten voor de
menselijke gezondheid voorkomen en wordt de negatieve uitwerking
van batterijen en gebruikte batterijen op het milieu tot een minimum
beperkt, en zo draagt u bij aan de bescherming, het behoud en de
kwaliteitsverbetering van het milieu.
OPMERKING: SLUIT HET APPARAAT ALLEEN AAN OP DE
VOORGESCHREVEN WISSELSTROOMVOEDINGSBRON, DUS 120V
60HZ OF 230V 50HZ.
NOTEER HET MODELNUMMER NU U HET NOG KUNT ZIEN
Het model- en serienummer van uw nieuwe C 165BEE bevinden zich aan
de achterkant van de behuizing. Wij raden u aan deze nummers hier te
noteren, zodat u ze later gemakkelijk terug kunt vinden:
NAD is een handelsmerk van NAD Electronics International, een divisie van Lenbrook Industries Limited
Copyright 2009, NAD Electronics International, een divisie van Lenbrook Industries Limited
Page 5
INLEIDING
AAN DE SLAG
UITPAKKEN EN INSTALLEREN
WAT ZIT ER IN DE DOOS
In de verpakking van uw C 165BEE treft u ook aan:
• de SR 8-afstandsbediening met 2 (twee) AA-batterijen
• Deze bedieningshandleiding
• Een netsnoer dat kan worden losgekoppeld
BEWAAR DE VERPAKKING
Wij verzoeken u de doos en al het verpakkingsmateriaal van uw C 165BEE
te bewaren. Als u verhuist of om een andere reden uw C 165BEE moet
vervoeren, is dit verreweg de veiligste verpakking die u kunt gebruiken.
Wij hebben al vaak gezien dat componenten die verder in perfecte staat
waren, beschadigd raakten omdat ze werden vervoerd in een doos die niet
geschikt was, dus daarom vragen wij u: Bewaar deze doos!
EEN LOCATIE KIEZEN
Kies een goed geventileerde locatie (met enkele centimeters ruimte aan
beide zijden en de achterkant), met een goede zichtlijn van maximaal 7
meter tussen het frontpaneel van de C 165BEE en uw voornaamste kijk/luisterpositie. Op deze manier is een betrouwbare infraroodcommunicatie
via de afstandsbediening mogelijk. De C 165BEE wekt wat warmte op,
maar niet voldoende om van invloed te zijn op omliggende componenten.
De C 165BEE kan zonder problemen op andere componenten worden
geplaatst, maar het omgekeerde dient te worden vermeden.
AANTEKENING BIJ DE INSTALLATIE
De NAD C 165BEE moet op een stevige, vlakke ondergrond worden
geplaatst. Plaats de apparatuur niet in direct zonlicht of op een plaats waar
zij blootstaat aan warmte of vocht. Zorg voor voldoende ventilatie. Plaats
de unit niet op een zachte ondergrond, zoals vloerbedekking. Plaats de
C 165BEE niet op een afgesloten plaats, zoals in een boekenwand of in een
kast waar de luchtstroom door de ventilatiesleuven wordt belemmerd.
De unit moet worden uitgeschakeld, voordat er verbindingen worden
gemaakt.
De RCA-aansluitingen op de NAD C 165BEE zijn kleurgecodeerd om het
aansluiten te vergemakkelijken. Rood en wit zijn audio-rechts en audiolinks.
Gebruik hoogwaardige kabels en contactdozen voor een optimale prestatie
en betrouwbare werking. De kabels en aansluitpunten mogen niet zijn
beschadigd en alle connectors moeten stevig op hun plaats worden
bevestigd.
Indien de unit langere tijd niet gebruikt zal worden, trek de stekker dan uit
de contactdoos.
Indien er vocht in de C 165BEE terechtkomt, schakel de unit dan uit en trek
de stekker uit de contactdoos. Laat de unit door een erkende technicus
controleren, alvorens deze weer te gebruiken.
VERWIJDER DE AFDEKKING NIET. IN DE UNIT BEVINDEN ZICH
GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN WORDEN
ONDERHOUDEN.
Reinig de unit met een droge, zachte doek. Bevochtig de doek, indien
nodig, met een sopje. Gebruik geen oplossingen die benzeen of andere
vluchtige middelen bevatten.
1 STANDBY-TOETS: Druk op deze knop, terwijl de POWER-schakelaar op het
achterpaneel in de stand ON staat, en u schakelt de C 165BEE uit Standby op
ON (AAN). De Standby-LED verandert van oranje in blauw. Wanneer u weer
op de knop Standby knop drukt, keert de C 165BEE terug in de stand standby.
De C 165BEE kan ook vanuit standby worden ingeschakeld door op een
van de toetsen op het voorpaneel te drukken.
2 STANDBY-LED: Deze LED gaat oranje branden wanneer de C 165BEE
de stand standby staat. Wanneer de C 165BEE in de stand ON (AAN)
staat, brandt deze LED blauw. Wanneer het apparaat een opdracht van
de afstandsbediening ontvangt, knippert de Standby-LED.
3 PHONES (HOOFDTELEFOON): Het apparaat beschikt over een stereo-stop-
contact van 6 mm voor het luisteren met hoofdtelefoon en het is geschikt
voor traditionele hoofdtelefoons met eender welke impedantie. Wanneer u
een hoofdtelefoon aansluit, wordt automatisch het geluid van de PRE OUT
1 en PRE OUT 2 op het achterpaneel onderdrukt. De bedieningselementen
voor de geluidssterkte [VOLUME], de toon [TONE], en balance [BALANCE]
blijven beschikbaar wanneer u met hoofdtelefoon luistert. Gebruik een passende adapter om een hoofdtelefoon met een andere soort stekker aan te
sluiten, zoals bijv. stereo-stekkers van 3,5 mm voor een walkman.
OPMERKING
U dient wel zeker te stellen dat het bedieningselement voor degeluids-
sterkte [VOLUME] op minimum staat (volledig naar linksgedraaid)
alvorens de hoofdtelefoon aan- of af te sluiten. Het luisterenmet een te
hoge geluidssterkte kan het gehoor beschadigen.
4 INFRAROODSENSOR: Richt de afstandsbediening op de sensor van
de afstandsbediening en druk op de knoppen. Stel de sensor van
de afstandsbediening van de C 165BEE niet bloot aan een krachtige
lichtbron, zoals direct zonlicht of directe verlichting. Als u dat doet, kunt
u de C 165BEE mogelijk niet met de afstandsbediening bedienen.
Afstand: Ongeveer 7m vanaf de voorzijde van de sensor van de
afstandsbediening.
Hoek: Ongeveer 30 graden in elke richting van de voorzijde van de
sensor van de afstandsbediening.
5 INGANGSKEUZETOETSEN: Deze toetsen selecteren de actieve ingang naar de
NAD C 165BEE. De toetsen op de afstandsbediening hebben dezelfde functies als
deze toetsen. Wanneer u deze selecteert, gaat de bijbehorende ingangs-LED-indicator die is ingebed in de rand van de betreende ingangstoets blauw branden.
PHONO: Selecteert het signaal van de draaitafel die is aangesloten op
de PHONO MM- of MC-ingang als het actieve inkomende signaal.
CD: Hiermee wordt de cd-speler (of andere lijnniveau-bron) die op de
CD-aansluitingen is aangesloten, als actieve ingang geselecteerd.
TUNER: Selecteert de tuner (of een ander bron op lijnniveau) die als de
actieve ingang is aangesloten op de tuner-aansluitingen.
MP (MEDIASPELER): Hiermee wordt een lijnniveau-bron die op de
MP-aansluitingen is aangesloten, als actieve ingang geselecteerd.
AUX: Hiermee wordt een lijnniveau-bron die op de AUX-aansluitingen
is aangesloten, als actieve ingang geselecteerd.
TAPE 2: Selecteert Tape 2 als de actieve ingang.
TAPE MONITOR: Selecteert de uitgang vanaf een taperecorder bij het
afspelen van tapes of het bewaken van opnames die via de aansluitingen Tape Monitor worden gemaakt.
TAPE MONITOR is een tape-bewakingsfunctie waarmee de huidige
ingangsselectie niet wordt opgeheven. Indien bijvoorbeeld de cd-speler de
actieve ingang is wanneer TAPE MONITOR wordt geselecteerd, dan blijft het
cd-signaal geselecteerd en wordt het naar de aansluitingen TAPE 2 en TAPE
MONITOR OUTPUT gestuurd, maar het is het geluid van de recorder die op
TAPE MONITOR is aangesloten, die u via de luidsprekers hoort. Behalve de
LED TAPE-MONITOR die brandt ter aanduiding dat deze is ingeschakeld,
blijft ook de LED-indicator voor de actieve ingang verlicht.
6 TONE DEFEAT (TOONDEMPING): De toonknoppen worden met deze
toets in- of uitgeschakeld. Wanneer deze is ingeschakeld (LED-indicator
TOONDEMPING) is verlicht), worden de circuits voor de Toonregeling
kortgesloten. De circuits voor de Toonregeling zijn actief wanneer de
LED-indicator TOONDEMPING) niet brandt.
7 TOONREGELINGEN: De NAD C 165BEE beschikt over bedieningselementen voor
lage en hoge tonen [BASS en TREBLE] om de klank van uw installatie in te stellen en
in evenwicht te houden. De 12 uur-stand is ‘plat’ zonder dat de klank wordt geboost
of afgesneden en deze stand wordt aangeduid d.m.v. een pal. Draai het bedieningselement naar rechts om de lage [Bass] of hoge [Treble] tonen te verhogen. Draai het
bedieningselement naar links om de lage [Bass] of hoge [Treble] tonen te verlagen.
De toonbedieningselementen hebben geen invloed op de opnames die via de
Tape-uitgangen worden opgenomen maar hebben toch invloed op het signaal dat
naar de voorversterkeruitgangen (PRE OUT) wordt gevoerd.
8 BALANCE: De BALANCE-regeling past het relatieve niveau van het linker- en
rechterkanaal aan. De 12 uur-stand zorgt voor een evenwichtig niveau tussen
de linker- en rechterkanalen. Deze stand wordt met een pal aangeduid. Door het
bedieningselement naar rechts te draaien, verschuift het evenwicht naar rechts.
Door het bedieningselement naar links te draaien, verschuift het evenwicht naar
links. De bedieningselementen BALANCE hebben geen invloed op de opnames
die via de Tape-uitgangen worden opgenomen maar hebben toch invloed op
het signaal dat naar de voorversterkeruitgangen (PRE OUT) wordt gevoerd.
9 VOLUME: De VOLUME-regeling past de algehele sterkte aan van de signa-
len die naar PRE OUT 1, PRE OUT 2 of de hoofdtelefoon worden gestuurd.
Door naar rechts te draaien kiest u een hogere hoofd-volume-instelling;
door naar links te draaien kiest u een lagere hoofd-volume-instelling. De
bedieningselementen VOLUME hebben geen invloed op de opnames die
via de Tape-uitgangen worden opgenomen maar hebben toch invloed op
het signaal dat naar de voorversterkeruitgangen (PRE OUT) wordt gevoerd.
Zorg ervoor dat de C 165BEE is uitgeschakeld of losgekoppeld van het lichtnet alvorens aansluitingen te maken. U kunt het beste ook alle
nevencomponenten uitschakelen of de stekker hiervan uit het stopcontact halen voordat u signaal- of netvoedingsaansluitingen aansluit.
1 MC LOADS (MC-BELASTING - R1, R2, R3): Gebruikt u een
MC-element (MC - Moving Coil), zet deze schakelaar dan op een
weerstandsbelasting die de waarde die in het MC-element wordt
vermeld, dicht benaderd (deze waarde wordt gewoonlijk vermeld in
het MC-element). Over het algemeen gebruikt u de laagste weerstand
voor elementen met een laag rendement en een hoge weerstand voor
elementen met een gemiddeld rendement. Gebruik voor modellen die
een zeer krachtig signaal uitsturen tot 1 mV/cm/sec met een interne
weerstand van wel 200 Ohm, de lage of gemiddelde ingangsweerstand
omdat er anders overbelasting kan ontstaan.
De weerstandswaarden zijn R1= 600 Ohm, R2= 100 Ohm en R3=40
Ohm.
2 MM LOADS (MM-BELASTING - C1, C2, C3): Als u een MM-element
gebruikt (MM - Moving Magnet), selecteert u met deze schakelaar
de ingangscapaciteit van de fono-voorversterker. Zo kunt u de
belastingscapaciteit optimaliseren van die elementen waarvan de
frequentierespons wordt beïnvloed door deze parameter.
De capaciteitswaarden die u kunt selecteren zijn C1=220 pF, C2=330 pF
en C3=400 pF (pF – picoFarad).
Als u de beste waarde voor de ingangscapaciteit van de voorversterker
wilt selecteren, moet u eerst de totale capaciteit bepalen die voor het
MM-element wordt aanbevolen. Deze kunt u gewoonlijk vinden in de
specicaties van de fabrikant.
U kunt de MM LOAD-schakelaar ook op het gehoor instellen terwijl
u luistert naar opnamen waarin veel tonen in de hoge frequenties
voorkomen. Meestal is het zo dat wanneer de capaciteit te laag is het
hogere middenbereik (het stembereik van de sopraan) wordt afgezwakt
en de respons in de hoge frequentie wordt versterkt, wat leidt tot een
scherpe toon van de viool en een toename in de oppervlakteruis. Een
te hoge waarde voor de capaciteit brengt het hogere middenbereik
naar voren terwijl de extreme hoge tonen worden gedempt.
3 INGANG MC: Ingang voor een phono-cartridge met trilspoel. Sluit de
dubbele RCA-kabel van uw platenspeler op deze ingang aan indien u
een cartridge met trilspoel gebruikt.
4 INGANG MM: Ingang voor een phono-cartridge met bewegende
magneet. Sluit de dubbele RCA-kabel van uw platenspeler op deze
ingang aan indien u een cartridge met draaimagneet gebruikt.
5 PHONO-AARDINGSCONNECTOR: Dubbele RCA-kabels van
platenspelers omvatten vaak één enkele aardingsgeleider. Gebruik de
phono-aardingsconnector van de C 165BEE om deze geleider aan te
sluiten. De klem losschroeven om de opening waarin u de draad kan
insteken bloot te leggen. Nadat u de geleider heeft ingestoken, dient u
de connector weer vast te schroeven om de draad zo te bevestigen.
6 SCHAKELAAR MC-MM: Schuif deze schakelaar in de stand MM
(bewegende magneet) of MC (trilspoel), afhankelijk van het phonoelement dat u gebruikt.
20191816
21
Vervolgens trekt u de capaciteit van de signaalkabels van de
toonarmbedrading van uw draaitafel hiervan af. Controleer de
specicaties die bij de toonarm worden geleverd; over het algemeen
hebben de kabels een capaciteit van 100-200 pF). Wat na deze
rekensom overblijft is de waarde die u zoekt van de ingangscapaciteit
van de voorversterker. Zet de MM LOAD-schakelaar op de
dichtstbijzijnde waarde. De berekende waarde hoeft niet precies
overeen te komen; bij de meeste fono-pickups geeft een afwijking
van 50pF meer of minder slechts een geringe verandering in de
frequentieespons.
Bijvoorbeeld: stel dat een MM-element in een draaitafel een aanbevolen
belastingscapaciteit heeft van 275 pF en een kabelcapaciteit
van ongeveer 100 pF. Volgens de berekening is de vereiste
ingangscapaciteit van de voorversterker 175 pF. Zet de MM LOADschakelaar op C1.
7 CD-INGANG: Ingang voor een cd-speler of een andere signaalbron op
lijnniveau. Gebruik een dubbele RCA-naar-RCA-kabel om de linker- en
rechter-Audio uitgangen van de cd-speler op deze ingang aan te sluiten.
8 TUNER-INGANG: Ingang voor een tuner of een andere signaalbron op
lijnniveau. Gebruik een dubbele RCA-naar-RCA-kabel om de linker- en
rechter-Audio uitgangen van de tuner op deze ingang aan te sluiten.
9 MP-INGANG: Ingang voor een MEDIASPELER of een andere
signaalbron op lijnniveau. Gebruik een dubbele RCA-naar-RCA-kabel
om de linker- en rechter-Audio uitgangen van de MEDIASPELER op
deze ingang aan te sluiten.
10 AUX-INGANG: Ingang voor extra ingangssignalen op lijnniveau, zoals
een andere cd-speler. Gebruik een dubbele RCA-naar-RCA-kabel om de
linker- en rechter-Audio uitgangen van de extra unit op deze ingang
aan te sluiten.
11 TAPE 2 IN/OUT (TAPE-2 IN/UIT): Aansluitingen voor analoog
opnemen van en afspelen naar een audio-taperecorder van welk type
ook. Gebruik een dubbele kabel met aan beide uiteinden RCA-stekkers
en breng de aansluiting tot stand tussen de linker en rechter “Audiouitgang” van de taperecorder en de TAPE 2-aansluitingen voor afspelen.
Sluit de linker en rechter “Audio-ingang” van de taperecorder aan op de
“TAPE-2 OUT”-aansluiting als u wilt opnemen.
12 TAPE MON. IN/OUT (TAPE-MONITOR IN/UIT): Aansluitingen voor
analoog opnemen van en afspelen naar een secundaire audiotaperecorder van welk type ook. Gebruik een dubbele kabel met aan
beide uiteinden RCA-stekkers en breng de aansluiting tot stand tussen
de linker en rechter “Audio-uitgang” van de taperecorder en de “TAPEMONITOR IN”-aansluitingen voor afspelen en nabandcontrole. Sluit de
linker en rechter “Audio-ingang” van de taperecorder aan op de “TAPEMONITOR OUT”-aansluiting als u wilt opnemen.
EEN OPNAME MAKEN
Wanneer er eender welke bron is geselecteerd, wordt het signaal ook
rechtstreeks naar een cassetterecorder gezonden die is aangesloten aan
de uitgangen TAPE 2 of TAPE MONITOR om opnames te maken.
VAN CASSETTE NAAR CASSETTE TE COPIËREN
U kan copiëren tussen twee cassetterecorders die aan uw NAD
C 165BEE zijn aangesloten. Steek de oorspronkelijke cassette in de
recorder die aan Tape 2 is aangesloten en de blanco cassette in de
recorder die aan TAPE MONITOR is aangesloten. Door de ingang TAPE
2 te selecteren, kunt u nu opnemen van Tape 2 naar TAPE MONITOR en
het signaal dat van de oorspronkelijke cassette komt monitoren.
OPMERKING
Er is geen uitgaand signaal op TAPE 2 OUT wanneer TAPE 2 wordt
geselecteerd. Zo is er ook geen uitgaand signaal op TAPE OUT
wanneer TAPE MONITOR de actieve broningang is. Hierdoor wordt
terugkoppeling via de opname-component voorkomen en zo wordt ook
mogelijke beschadiging van uw luidsprekers voorkomen.
13 PRE OUT 1 (VOORVERSTERKER UIT 1): Aansluitingen aan een
externe eindversterker of processor, zoals een surround-sound decoder.
Gebruik een dubbel RCA-naar-RCA-snoer om de linkse en rechtse
“Audio-ingangssignalen” van de eindversterker of processor aan de PRE
OUT 1-stopcontacten aan te sluiten.
Zet de C 165BEE en de bijbehorende externe vermogensversterkers
altijd UIT voordat u iets aansluit op de “PRE OUT 1”-aansluitingen
(Voorversterker UIT 1) of de aansluiting verbreekt. Het “PRE OUT
1”-uitgangssignaal (Voorversterker UIT 1) wordt beïnvloed door de
instellingen voor volume- en toonregeling van de C 165BEE.
14 PRE OUT 2 (VOORVERSTERKER UIT 2): U kunt de stopcontacten
PRE OUT 2 gebruiken om een extra eindversterker te sturen. Gebruik
een dubbel RCA-naar-RCA-snoer om de linkse en rechtse “Audioingangssignalen” van de eindversterker of processor aan de PRE OUT 2stopcontacten aan te sluiten. Met VOLUME op het achterpaneel kunt u
het uitgangsniveau van PRE OUT 2 met maximaal –12 dB verminderen.
Wanneer VOLUME op het achterpaneel in de maximale stand staat (de
stand 0 dB), is het uitgangsnivau van PRE OUT 2 gelijk aan dat van de
PRE OUT 1-aansluitingen.
Gebruik een dubbel RCA-naar-RCA-snoer om de linkse en rechtse
“Audio-ingangssignalen” van de eindversterker of processor aan de PRE
OUT-stopcontacten aan te sluiten. Zet de C 165BEE en de bijbehorende
externe vermogensversterkers altijd UIT voordat u iets aansluit op de
“PRE OUT 2”-aansluitingen (Voorversterker UIT 2) of de aansluiting
verbreekt. Het “PRE OUT 2”-uitgangssignaal (Voorversterker UIT 2)
wordt beïnvloed door de instellingen voor volume- en toonregeling
van de C 165BEE.
15 SUBW (SUBWOOFER): Sluit deze uitgang aan op een actieve
subwoofer (of een eindversterkerkanaal dat een passief systeem
aanstuurt).
16 VOLUME: Met de VOLUME-regeling op het achterpaneel kunt u het
uitgangsnivau van de PRE OUT 2-aansluitingen aanpassen. Draai naar
rechts als u het volume van PRE OUT 2 wilt laten toenemen en naar
links als u het volume wilt laten afnemen. Het uitgangsniveau kan
worden verlaagd van wanneer het op maximum is ingesteld, is het
uitgangsniveau hetzelfde als dat van de stopcontacten PRE OUT 1.
Raadpleeg ook het onderstaande item over “Bi-Amping”.
BI-AMPING
Sommige luidsprekers hebben afzonderlijke aansluitingen voor de
LF-(Lage Frequentie) en HF- (Hoge Frequentie) delen van de luidspreker.
Dit maakt het mogelijk twee versterkers aan deze luidsprekers aan
te sluiten (“Bi-Amping”), en dit wil zeggen dat er een afzonderlijke
eindversterker wordt gebruikt voor het LF- en het HF-deel. Dit procédé
kan de algemene klank verbeteren
De NAD C 165BEE beschikt over twee paar voorversterkeruitgangen
(PRE OUT 1 en PRE OUT 2) om de aansluitingen voor “LF en HF” te
vergemakkelijken. Bovendien kan het niveau van de PRE OUT 2 worden
verminderd t.o.v. de PRE OUT 1 zodat u eindversterkers kan gebruiken
met verschillende versterking (versterkingsfactor).
Alvorens eindversterkers aan uw NAD C 165BEE aan te sluiten, dient u
eerstte beslissen welke eindversterker de meeste versterking biedt. Dit
kuntu makkelijk doen door de geluidssterkte van de eindversterkers
vanéénzelfde installatie te vergelijken (zorg ervoor dat de geluidssterkte
ophetzelfde niveau is ingesteld; gebruik dezelfde bron en luidsprekers).
Deversterker die het luidst speelt biedt de hoogste versterking (let wel
datdit niet betekent dat dit de versterker is met het hoogste vermogen).
Sluit de versterker met de hoogste versterking aan op de PRE OUT
2 -stopcontacten; en de andere eindversterker aan op de PRE OUT
1-stopcontacten. Vanaf de stand met het maximum niveau, gebruik het
bedieningselement VOLUME op het achterpaneel om het uitgaand
niveau van de PRE OUT 2 te verminderen zodat beide eindversterkers
op hetzelfde niveau zijn ingesteld.
Page 9
BEDIENINGSELEMENTEN
ACHTERPANEEL
17 IR IN/OUT (IR-INGANG/-UITGANG): Deze mini-aansluitingen accepteren
en verzenden codes van afstandsbedieningen in elektrische vorm, waarbij
gebruik wordt gemaakt van standaardprotocols. De aansluitingen zijn
bedoeld voor gebruik met “IR-herhaler” en systemen die over meerdere
ruimtes zijn verdeeld, en voor aanverwante technologieën.
IR IN (IR-INGANG): Deze wordt op de uitgang van een IR-herhaler
(infrarood) (Xantech of vergelijkbaar) aangesloten of op de IR-uitgang
van een andere component, zodat de C 165BEE vanaf een andere
locatie kan worden bediend.
IR OUT (IR-UITGANG): Wanneer dit is aangesloten op de IR IN van
een randapparaat, worden de signalen van de afstandsbediening
van het randapparaat door de infrarood ontvanger van de C 165BEE
geaccepteerd voor het aansturen van de gekoppelde unit.
Alle NAD-producten met IR IN/IR OUT-functies zijn volledig compatibel
met de C 165BEE. Neem voor andere modellen contact op met de
betreende servicespecialisten voor informatie over de compatibiliteit
met de IR-kenmerken van de C 165BEE.
18 +12V TRIGGER OUT (12V TRIGGER-UITGANG): De 12V TRIGGER-
UITGANG wordt gebruikt voor het regelen van externe apparatuur die
met een 12V trigger-ingang is uitgerust. Deze uitgang is 12V wanneer
de C 165BEE is ingeschakeld en 0V wanneer de unit is uitgeschakeld of
op standby staat. Deze uitgang kan een stroomsterkte van maximaal
50mA bij 12V aansturen.
19 AAN/UIT-SCHAKELAAR (POWER): De AAN/UIT-schakelaar (POWER)
zorgt voor de hoofd-stroomvoorziening van de C 165BEE. Wanneer
deze schakelaar op ON staat, staat de C 165BEE op standby, wat
wordt aangegeven door de oranje standby-LED. Druk op de toets
STANDBY op het voorpaneel als u de C 165BEE ON (AAN) of weer in
stand Standby wilt zetten. Als u denkt de C 165BEE gedurende lange
tijd niet te gebruiken (bijvoorbeeld als u op vakantie gaat), kunt u
het beste de AAN/UIT-schakelaar in de stand OFF zetten. Wanneer de
AAN/UIT--schakelaar op OFF staat, dan kan de C 165BEE niet worden
ingeschakeld met de STANDBY-toets op het voorpaneel, noch met de
SR 8 afstandsbediening.
20 INGANG WISSELSTROOMNETVOEDING: De C 165BEE wordt
geleverd met een afzonderlijk netsnoer (wisselstroom). Alvorens het
netsnoer in een wandcontactdoos die onder stroom staat te steken,
dient u zeker te stellen dat u het netsnoer eerst in het AC Mainsstopcontact [wisselstroomnetvoeding] van de C 165BEE steekt. Sluit
de C 165BEE alleen aan op het voorgeschreven stopcontact, dat wil
zeggen op 120V 60 Hz (alleen de versie voor 120V) of 230V 50 Hz (alleen
de versie voor 230V). U dient ook zeker te stellen dat u de stekker
van het netsnoer (wisselstroom) altijd eerst uit de wandcontactdoos
trekt, alvorens hetnetsnoer uit het AC Mains-stopcontact
(wisselstroomnetvoeding) van de C 165BEE te verwijderen.
21 SWITCHED AC OUTLET (GESCHAKELDE AC-UITGANG - alleen de
versie voor 120V): Via deze aanvullende uitgang kan geschakelde
voeding op een ander onderdeel of accessoire worden gezet. Wanneer
de schakelaar POWER (AAN/UIT) in de stand ON (AAN) staat, wordt deze
uitgang in- of uitgeschakeld (ON of OFF) door middel van de STANDBYtoets op het voorpaneel of door de knoppen ON/OFF (AAN/UIT) van de
SR 8. Alle apparaten die op deze aansluiting zijn aangesloten, mogen
samen niet meer dan 120 W trekken.
UNSWITCHED AC OUTLET (ONGESCHAKELDE AC-UITGANG
- alleen de versie voor 120V): Het ongeschakelde stopcontact
dat wordt aangegeven als “UNSWITCHED” wordt steeds van stroom
voorzien op voorwaarde dat het netsnoer van de NAD C 165BEE in
een wandcontactdoos steekt die onder stroom staat. Dit stopcontact
kan worden gebruikt voor apparaten die misschien continu onder
stroom dienen te staan; sommige tuners vergen een ononderbroken
stroomtoevoer om bijv. het geheugen van de voorinstellingen te
bewaren. Alle apparaten die op deze aansluiting zijn aangesloten,
mogen samen niet meer dan 360 W trekken.
OPMERKING
Het netsnoer van een eindversterker NOOIT op de geschakelde
[SWITCHED] en ongeschakelde [UNSWITCHED] aansluitingen van de
NAD C 165BEE aansluiten.
Met de SR 8 afstandsbediening kunnen de belangrijkste functies van de C 165BEE worden
uitgevoerd. Bovendien bevat deze extra toetsen voor het op afstand bedienen van de NAD Stereoreceivers, Integrated-versterkers en Voorversterkers. De SR 8 heeft extra mogelijkheden voor
2
het op afstand bedienen van NAD CD-spelers, AM/FM-tuners en de speciale AM/FM/DAB-tuners.
De afstandsbediening heeft een bereik van 7 meter. Voor een maximale levensduur worden
alkalinebatterijen aanbevolen. Plaats twee AA-batterijen in het batterijvak aan de achterzijde van de
afstandsbediening. Let erop dat u de batterijen, wanneer u ze vervangt, goed plaatst, zoals op de
bodem van het batterijenvak wordt aangeduid.
Wanneer een opdracht van de afstandsbediening wordt ontvangen, knippert de Standby-LED. Let
5
wel dat de Standby-LED eventueel ook kan knipperen wanneer er een opdracht wordt ontvangen die
7
niet noodzakelijk voor de C 165BEE maar voor andere apparaten van de muziekinstallatie is bestemd.
Raadpleeg de eerdere hoofdstukken van de handleiding voor een volledige beschrijving van de
8
afzonderlijke functies.
9
OPMERKING
De afstandsbediening die bij de C 165BEE wordt geleverd is een universele NAD-afstandsbediening,
waarmee verschillende NAD-modellen kunnen worden bediend. Sommige toetsen kunnen alleen
voor specieke NAD-modellen worden gebruikt. Neem contact op met uw leverancier of NADaudiospecialist en vraag om hulp.
10
1 ON/OFF (AAN/UIT): De afstandsbediening van de C 165BEE is uitgerust met een aparte aan/uit-
toets. Druk op de toets ON om de unit van stand-by in de bedrijfsmodus te zetten. Druk op de
toets OFF om de unit op stand-by te zetten.
2 DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN): Met een DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP
TOESTELLEN) bepaalt u alleen welk component met de SR 8 wordt bediend; deze toetsen zijn niet
van invloed op de C 165BEE. Druk op de toets Device Selector (Selectieknop Toestellen) voor de
te gebruiken toetsen en u wordt naar een “pagina” met opdachten geleid die relevant zijn voor het
geselecteerde toestel. Bij het selecteren van een Device (Toestel) kunt u nu op de bijbehorende
SR 8-regeltoetsen drukken die voor het geselecteerde Device (Toestel) kunnen worden gebruikt.
3 INGANGSKEUZETOETSEN: Raadpleeg de bijbehorende labels die op de voorzijde van de
afstandsbediening zijn afgedrukt, en de respectievelijke toetsen die eraan zijn toegewezen als u
deze functies wilt gebruiken. Zet de DEVICE SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN) op “AMP”
als u toegang wilt krijgen tot deze toetsen. De selectietoetsen hebben dezelfde functie als de
overeenkomstige toetsen op het voorpaneel. N.B. De VIDEO-ingangsselectieknop werkt niet bij
gebruik met de C 165BEE.
4 CIJFERTOETSEN: Met de cijfertoetsen kunnen tracks voor cd-spelers rechtstreeks worden
ingegeven en tevens de kanalen/voorinstellingen voor de tuners en receivers.
5 SLEEP: De NAD Receiver of Tuner na een vooraf ingesteld aantal minuten uitschakelen.
6 MUTE: Druk op de demptoets MUTE om de klank naar de luidsprekers (geldt voor de
Geïntegreerde Versterkers en Receivers van NAD; geldt niet voor de C 165BEE) en hoofdtelefoon
tijdelijk te dempen. Stand MUTE wordt aangeduid door een knipperende Standby LED voor NAD
Integrated-versterkers en Voorversterkers of door “Mute” dat wordt weergegeven in de VFD van
NAD Receivers. De dempmodus MUTE heeft geen eect op opnames die worden opgenomen via
de uitgangen Tape maar beïnvloedt toch het signaal dat naar de voorversterkeruitgangen wordt
gezonden (PRE OUT 1 en PRE OUT 2). Druk opnieuw op MUTE om de klank te herstellen.
7 DIM (voor gebruik met NAD Receiver, Tuner en CD-speler): Druk meerdere keren op deze
toets om achtereenvolgens de helderheid van het hoofddisplay te verminderen, uit te schakelen of
te herstellen. Afhankelijk van het NAD-model zal de helderheid van de display van het voorpaneel
variëren wanneer u deze knop indrukt.
8 VOL [ ] : Druk op de toetsen [ ] om de geluidssterkte respectievelijk te verhogen of te
verminderen. Laat de knop los wanneer het gewenste niveau is bereikt. Voor NAD Receivers laat de
VFD ook “Volume Up” (Volume Omhoog) of “Volume Down” (Volume Omlaag) zien wanneer u op
[VOL ] drukt. De toetsen VOLUME hebben geen eect op opnames die worden opgenomen
via de uitgangen Tape maar beïnvloeden toch het signaal dat naar de voorversterkeruitgangen
wordt gezonden (PRE OUT 1 en PRE OUT 2).
Page 11
BEDIENINGSELEMENTEN
SR 8 AFSTANDSBEDIENING
9 SPK A, SPK B: De knoppen SPK A en SPK B schakelen de luidsprekers in en uit die zijn
aangesloten op respectievelijk de aansluiting Speakers A en Speakers B. Door op SPK A te drukken
schakelt u de luidsprekers AAN of UIT die zijn aangesloten op de luidspreker A-aansluitingen. Door
op SPK B te drukken schakelt u de luidsprekers AAN of UIT die zijn aangesloten op de luidspreker Baansluitingen. Druk beide knoppen in als u beide luidsprekers wilt inschakelen. Deze toetsen zijn
alleen geschikt voor gebruik met specieke modellen NAD Receivers of Geïntegreerde versterkers
en zijn niet van toepassing voor de C 165BEE.
10 TONE DFT: De toonknoppen worden met deze toets in- of uitgeschakeld.
BEDIENINGSELEMENT CD-SPELER (voor gebruik met NAD CD-speler): Zet de DEVICE SELECTOR
(SELECTIEKNOP TOESTELLEN) op “CD” als u toegang wilt krijgen tot deze toetsen. Sommige van de
onderstaande regeltoetsen kunnen alleen voor specieke modellen van de NAD CD-speler worden
gebruikt; kijk de gebruikershandleiding van uw CD-speler na voor de compatibiliteit van regeltoetsen.
SCAN [ ] : Snel achteruit/vooruit zoeken.
[ ] : Voor het openen en sluiten van de schijade.
[ ] : Voor het stopzetten van het afspelen.
[ ] : Pauzeert het afspelen tijdelijk.
[ ] : Ga naar volgend track of bestand.
[ ] : Ga naar het begin van de het huidige track/bestand of naar het vorige track/bestand.
[ ]: Hiermee wordt het afspelen gestart.
FOLDER/FILE [ ] (MAP/BESTAND): Een selectie maken uit de maplijsten/Een selectie maken
uit de WMA/MP3-bestanden.
ENTER: Selecteer de map of het WMA/MP3-bestand van uw keuze.
DISP: Weergavetijd en andere display-informatie tonen.
RAN: Speelt tracks/bestanden in willekeurige volgorde af.
RPT: Herhalen van track, bestanden of alles.
PROG: Programmeermodus in- of uitschakelen.
CLEAR: De programmalijst wordt leeg gemaakt.
CD: Selecteer “CD” als de actieve bron.
USB: Selecteer “USB” als de actieve bron.
OPT: Selecteer de ingang Optical (Optisch) als de actieve bron.
SRC: Druk de knop herhaaldelijk in en selecteer de gewenste SRC-stand.
BEDIENINGSELEMENT TUNER (voor gebruik met NAD AM/FM/DAB-TUNERS): Zet de DEVICE
SELECTOR (SELECTIEKNOP TOESTELLEN) op “TUN” als u toegang wilt krijgen tot deze toetsen.
Raadpleeg de bijbehorende labels die op de voorzijde van de afstandsbediening zijn afgedrukt, en
de respectievelijke toetsen die eraan zijn toegewezen als u deze functies wilt gebruiken. Sommige
van de onderstaande regeltoetsen kunnen alleen voor specieke modellen van de NAD Receiver
of Tuner worden gebruikt; kijk de gebruikershandleiding van uw NAD Receiver of Tuner na voor de
compatibiliteit van regeltoetsen.
AUTO TUNE: Als u deze knop indrukt in de stand DAB, worden automatisch alle beschikbare
lokale stations gescand.
TUNE [ ] of [ ]: Een hogere of lagere AM- of FM-frequentie kiezen.
PRESET [ ] of [ ]: Een hoger of lager opgeslagen voorkeuzeradiozender kiezen.
AM/FM/DB: Selecteer de AM-, FM-, DAB- of XM-tunerfuncties (indien van toepassing).
TUNER MODE: In de stand FM schakelt u over tussen “FM Mute On” en “FM Mute O” (“FM
Dempen Aan“ en “FM Dempen Uit“). In de stand DAB kunt u met een druk op deze knop Dynamic
Range Control (DRC - Regeling Dynamisch Bereik), Station Order (Zendervolgorde) of andere te
gebruiken opties van het DAB-menu activeren.
BLEND: De functie BLEND (MENGEN) in- of uitschakelen.
MEMORY: Het huidige station opslaan in het geheugen voor de voorkeuzestations.
DELETE: Indrukken en ongeveer 2 seconden ingedrukt houden en de geselecteerde
voorkeuzezender wordt uit het geheugen gewist.
[ ]: In de stand DAB, in combinatie met TUNER MODE (STAND TUNER) of andere compatibele
toetsen, herhaaldelijk indrukken als u een keuze wilt maken uit de opties van het DAB-menu,zoals
Dynamic Range Control (Regeling Dynamisch Bereik), Station Order (Zendervolgorde) en andere te
gebruiken DAB-opties.
ENTER: In de stand AM/FM selecteert u hiermee achtereenvolgens de stand “Preset” (Voorkeuze)
of “Tune” (Afstemmen). In de stand DAB ingedrukt houden als u de signaalsterkte wilt controleren.
INFO: Als u deze knop herhaaldelijk indrukt, verschijnt de informatie zoals die wordt verstrekt
door het ingeschakelde radiostation. De relevante inhoud van de display omvat onder meer
bijbehorende DAB-displayinformatie en RDS-uitzendgegevens.
WAT IS ER MISMOGELIJKE OORZAKENMOGELIJKE OPLOSSINGEN
Geen klank.
Geen klank op een kanaal.Balansregeling staat niet in het midden.
Geen geluid uit de subwoofer.De Subwoofer staat uit, er staat geen stroom
Afstandsbediening werkt niet.Batterijen leeg of onjuist geplaatst.
Enkel een probleem op de ingang PHONO.Geen signaal.
Netsnoer is niet aangesloten of de apparatuur
•
is niet ingeschakeld.
Tape Monitor geselecteerd.
•
Mute is ingeschakeld.
•
•
RCA-kabel naar eindversterker is niet behoorlijk
•
aangesloten of is beschadigd.
Kabel voor ingangssignaal is niet aangesloten
•
of is beschadigd.
•
op het stopcontact, of er is iets niet in orde
met de aansluitingen.
•
Het venster van de IR-zender of de IR-
•
ontvanger is afgeschermd.
Er valt direct zonlicht of heel fel
•
omgevingslicht op de IR-ontvanger.
•
Zoemend geluid op de ingang PHONO.
•
Controleer of het netsnoer is aangesloten en
•
de apparatuur is ingeschakeld.
Schakel de stand TAPE MONITOR uit.
•
Schakel Mute uit.
•
Zet de knop voor de balansregeling in de
•
middelste stand.
Controleer kabels en de aansluitingen.
•
Controleer kabels en de aansluitingen.
•
Zet de subwoofer aan, controleer of
•
er stroom op het stopcontact staat of
controleer de aansluitingen.
Controleer of vervang de batterij.
•
Verwijder obstakel.
•
Plaats de apparatuur weg van direct zonlicht,
•
verminder de hoeveelheid omgevingslicht.
Controleer dat de MM-MC-schakelaar correct
•
is ingesteld.
Controleer dat de phono-aardingsgeleider is
•
aangesloten.
Zwak of vervormd signaal.
•
Controleer dat de platenspeler aan de
•
correcte MM- of MC-phono-ingang is
aangesloten.
Page 13
NASLAG
SPECIFICATIES
ALGEMENE SPECIFICATIES
INGANGEN OP LIJNNIVEAU
Ingangsimpedantie (R & C) (Weerstand en Capacitatie) 100 kΩ + 320 pF
Ingangsgevoeligheid 158 mV (ref. 500 mV uit)
Maximum ingangssignaal >9 V
Signaal/ruis-verhouding, A-gewogen >108 dB (ref. 500 mV in 500 mV uit, volume ingesteld op versterkingsfactor)
>106 dB (A-gewogen, ref. 2V, Volume maximum)
Kanaalscheiding >80 dB (ref. 1 kHz/10 kHz)
Frequentierespons ± 0,1 dB (ref. 20 Hz - 20 kHz, Tone defeat AAN)
± 0,5 dB (ref. 20 Hz - 20 kHz, Tone defeat UIT)
Frequentierespons (Subwoofer-uitgang) 100 Hz (ref. -3 dB)
UITGANG
Uitgangsimpedantie - Pre Out (Voorversterker Uit) 75 Ω
Tape-uit Bron Z+ 440 Ω
Subwoofer-uitgang 100 Ω
Hoofdtelefoon 10 Ω
Maximaal uitgangsniveau - Pre Out (Voorversterker Uit) >10 V (600 Ω)
Tape-uit >10 V aan een belasting van 10 kΩ
Subwoofer-uitgang >7 V aan een belasting van 1 kΩ
Hoofdtelefoon >5 V (600 Ω)
>2 V (32 Ω)
Totale harmonisch vervorming (CCIF IMD, DIM 100) < 0,001 % (ref. 20 Hz - 20 kHz, 2V uit)
Hoge tonen ±5 dB bij 10 kHz (ref. 2V in 500 mV uit)
Lage tonen ±5 dB bij 100 Hz (ref. 2V in 500 mV uit)
STROOMVERBRUIK
Normale werking 21 W
Stand Standby <0,8 W
PHONO-INGANG
Ingangsimpedantie - MC 40,100,600 Ω (R)
1 nF (C)
MM 47 kΩ (R)
220,300,400 pF (C)
Ingangsgevoeligheid - MC 0,15 mV (ref. 500 mV uit)
MM 2,63 mV (ref. 500 mV uit)
Overbelasting op ingang - MC 1 mV/10 mV/100 mV (20 Hz/1 kHz/20 kHz)
MM 16 mV/147 mV/1,4 V (20 Hz/1 kHz/20 kHz)
Versterking - MC in - Tape-uitgang 59,8 dB 1 (ref. 1 kHz, Belasting van 10 kΩ)
MM in - Tape-uitgang 36,5 dB (ref. 1 kHz, Belasting van 10 kΩ)
Totale harmonisch vervorming (CCIF IMD, DIM 100) <0,009 % (ref. 20 Hz – 20 kHz, 5 Vrms Tape-uitgang)
Signaal/ruis-verhouding, IHF A-gewogen - MC >78 dB 2 (ref. 0,5 mV)
MM >86 dB 3 (ref. 0,5 mV)
RIAA-responsnauwkeurigheid ±0,5 dB (ref. 20 Hz - 50 Hz)
±0,3 dB (ref. 50 Hz - 20 kHz)
Infrasoonlter 10 Hz bij -3 dB
5 Hz bij -14 dB
Kanaalscheiding MC >60 dB (ref. 1 kHz/10 kHz)
MM >60 dB (ref. 1 kHz/10 kHz)
AFMETINGEN EN GEWICHT
Afmetingen 435 x 80 x 286 mm (Netto)
435 x 99 x 315 mm (Bruto 4)
Nettogewicht 6 kg
Transportgewicht 7,8 kg
LEGENDA:
1 Gemeten met 30 Ω generator-impedantie, MC-ingangsweerstand ingesteld op 600 Ω.
2 Gemeten met 10 Ω ingangs-termination.
3 Gemeten met MM-element aangesloten (600mH + 600 Ω).
4 De bruto afmetingen zijn inclusief pootjes, volumeknop en klemmen op het achterpaneel.
Specicaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd. Bezoek voor de laatste nieuwe documentatie en bijzonderheden www.nadelectronics.
com, u vindt hier de meest recente informatie over uw C 165BEE.
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored or transmitted in any form without the written permission of NAD Electronics International
C 165BEE Owner’s Manual Issue 1-01/09
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.