Miele WDA 216 WPM User Manual [nl]

Miele WDA 216 WPM User Manual

Gebruiksaanwijzing

Wasautomaat

Lees absoluut de gebruiksaanwijzing voor u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.

nl-BE

M.-Nr. 10 312 680

Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt de wasautomaat voor transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat door het milieu wordt verdragen en opnieuw kan worden benut.

Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk containerpark. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.

Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.

Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met

de handelaar bij wie u het kocht

of

de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be

of

uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.

Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.

2

 

Inhoud

Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu

.............................................. 2

Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................................................

6

Bediening van de wasautomaat.........................................................................

13

Het toestel voor het eerst in gebruik nemen ....................................................

15

Het eerste wasprogramma starten........................................................................

15

Milieuvriendelijk wassen.....................................................................................

16

1. Het wasgoed voorbereiden ............................................................................

17

2. Programma kiezen ..........................................................................................

18

Het startuitstel inschakelen (zo u dat wenst).........................................................

18

3. Wasautomaat vullen........................................................................................

19

Deur openen..........................................................................................................

19

4. Programma-instellingen kiezen .....................................................................

20

Extra's kiezen ........................................................................................................

20

5. Het wasmiddel toevoegen ..............................................................................

21

6. Programma starten - eind van programma ..................................................

22

Extra's...................................................................................................................

23

Kort........................................................................................................................

23

Voorwas.................................................................................................................

23

Inweken .................................................................................................................

23

Extra water ............................................................................................................

23

Centrifugeren.......................................................................................................

24

Startuitstel............................................................................................................

25

Programmaoverzicht...........................................................................................

26

Onderhoudssymbolen op het etiket ..................................................................

29

Programmaverloop..............................................................................................

30

3

Inhoud

 

Programmaverloop wijzigen ..............................................................................

32

Afbreken ................................................................................................................

32

Neem het wasgoed nadat het programma werd afgebroken uit de trommel. .

32

Onderbreken..........................................................................................................

32

Wijzigen .................................................................................................................

32

Programma.......................................................................................................

32

Temperatuur .....................................................................................................

32

Centrifugeertoerental........................................................................................

32

Extra's ..............................................................................................................

32

Was toevoegen of uitnemen..................................................................................

33

Wasmiddel............................................................................................................

34

Het juiste wasmiddel .............................................................................................

34

Bepalen van de mate van vervuiling.................................................................

34

Doseerhulpen ........................................................................................................

34

Onthardingsmiddel................................................................................................

34

Nabehandelingsmiddel voor wasgoed..................................................................

34

Aanbevolen Miele wasmiddelen............................................................................

35

Wasmiddelaanbevelingen conform de verordening (EU) nr. 1015/2010 ...............

36

Wasverzachter, vormspoeler of stijfsel in een apart programma ..........................

37

Reiniging en onderhoud .....................................................................................

38

Reiniging van de trommel......................................................................................

38

De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen ..............................................

38

Wasmiddellade reinigen ........................................................................................

38

Het watertoevoerzeefje reinigen............................................................................

40

Wat gedaan als . . . ..............................................................................................

41

Hulp bij storingen ..................................................................................................

41

Er kan geen wasprogramma worden gestart ........................................................

41

Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout gemeld.....................

42

Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een service of storing

 

wordt gemeld. .......................................................................................................

43

Algemene problemen met de wasautomaat .........................................................

44

Een niet-bevredigend wasresultaat.......................................................................

45

De deur gaat niet open..........................................................................................

46

De vuldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomonderbreking......................

47

Het water aflaten ..............................................................................................

47

Deur openen.....................................................................................................

48

4

 

Inhoud

Service-afdeling...................................................................................................

49

Reparaties .............................................................................................................

49

Duur en voorwaarden van de waarborg................................................................

49

Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren....................................................................

49

Opstellen en aansluiten ......................................................................................

50

Vooraanzicht..........................................................................................................

50

Plaats van opstelling .............................................................................................

52

De transportbescherming wegnemen ...................................................................

52

De transportbescherming monteren .....................................................................

54

De wasautomaat horizontaal zetten ......................................................................

55

De voet uitdraaien en met de borgmoer vastzetten .........................................

55

Inbouwen onder een doorlopend werkblad .....................................................

56

Wasen droogzuil ............................................................................................

56

Let daarbij op het volgende:.............................................................................

56

Het lekbeveiligingssysteem...................................................................................

57

Watertoevoer .........................................................................................................

58

Waterafvoer ...........................................................................................................

59

Elektrische aansluiting ..........................................................................................

60

Technische gegevens..........................................................................................

61

Verbruiksgegevens..............................................................................................

62

Opmerking met het oog op vergelijkende tests ....................................................

62

Programmeerfuncties .........................................................................................

63

Systeem Extra water .............................................................................................

63

Behoedzame modus .............................................................................................

64

Afkoeling waswater ...............................................................................................

65

Memory .................................................................................................................

66

Inweektijd ..............................................................................................................

67

Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ...............................................................

68

Wasmiddel.............................................................................................................

68

Speciaal wasmiddel ..............................................................................................

68

Textielverzorgingsmiddelen ...................................................................................

69

5

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan de wasautomaat.

Lees de gebruiksaanwijzing voor u de wasautomaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van de wasautomaat. Dat is veiliger voor uzelf en u verhindert schade aan de wasautomaat.

Bewaar de gebruiksaanwijzing goed en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.

Juist gebruik

Deze wasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in gelijkaardige omgevingen.

De wasautomaat is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.

Gebruik de wasautomaat uitsluitend voor huishoudelijke toepassingen voor het wassen van stoffen waarvan de fabrikant op het wasetiket heeft aangegeven dat ze in de machine mogen worden gewassen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.

Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de wasautomaat veilig te bedienen, mogen de wasautomaat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.

6

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Kinderen in het huishouden

Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de wasautomaat te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden gehouden.

Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen zonder toezicht bedienen, wanneer hen de wasautomaat zodanig is toegelicht dat ze de wasautomaat veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen herkennen en begrijpen.

Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.

Let op kinderen die in de buurt van de wasautomaat komen. Laat kinderen nooit met de wasautomaat spelen.

Denk eraan dat de ronde glazen deur heet wordt wanneer u op hoge temperaturen wast. Voorkom daarom dat kinderen tijdens de werking de ronde glazen deur aanraken.

Technische veiligheid

Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: "Plaatsen en aansluiten" en "Technische gegevens".

Controleer vóórdat de wasautomaat wordt geplaatst, of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag u niet opstellen en in gebruik nemen.

Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet bij u ter plaatse voordat u de wasautomaat aansluit. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.

7

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

De betrouwbare en zekere werking van de wasmachine is enkel gegarandeerd wanneer de wasmachine aan het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

De elektrische veiligheid van de wasautomaat wordt enkel gewaarborgd als u het op een aardsysteem aansluit dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd.

Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman nakijken.

Miele kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.

Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van een verlengsnoer, aftakcontactdozen en dergelijke verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.

Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele Mielewisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.

De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de wasautomaat van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.

Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uitvoeren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.

Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door een vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.

8

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Bij storingen of bij een reinigingsen onderhoudsbeurt is de wasautomaat alleen dan van het elektriciteitsnet losgekoppeld in de volgende gevallen:

u de stekker uit het stopcontact haalt of

de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of

de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitgedraaid is.

Het waterproofsysteem van Miele beschermt tegen waterschade als de volgende voorwaarden vervuld zijn:

het toestel wordt geïnstalleerd zoals het hoort wat stroomvoorziening en wateraansluiting aangaat,

de wasautomaat wordt gerepareerd en/of onderdelen worden vervangen indien er schade wordt vastgesteld.

De waterdruk moet minstens 100 kPa bedragen en mag de

1000 kPa niet overschreiden.

Deze wasautomaat mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv. schepen) worden gebruikt.

Voer geen veranderingen aan de wasautomaat uit die niet uitdrukkelijk door Miele zijn toegestaan.

9

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Efficiënt gebruik

Stel uw wasautomaat niet op in een vertrek waar het kan vriezen. Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt in het gedrang komen.

Verwijder de transportbeveiliging op de achterzijde voor u de wasautomaat in gebruik neemt. Zie rubriek "Opstellen en aansluiten", alinea "Transportbescherming wegnemen"). Als die beveiliging niet verwijderd is, kan ze tijdens het centrifugeren schade toebrengen aan de wasautomaat. Ook aan meubelen of toestellen ernaast kan er schade optreden.

Doe de waterkraan dicht bij langere afwezigheid (bv. vakantie). Vooral wanneer er zich vlakbij de wasautomaat geen afvoer in de vloer bevindt.

Overstromingsgevaar!

Voor u de afvoerslang in een spoelbak hangt, dient u te controleren of het water vlot genoeg wegvloeit. Maak de waterafvoerslang vast opdat ze niet zou wegglijden! Door de terugstoot van het wegvloeiende water kan de slang anders uit de spoelbak worden geslingerd.

Let erop dat er geen voorwerpen zoals spijkers, naalden, geldstukken of paperclips worden meegewassen. Deze voorwerpen kunnen schade toebrengen aan onderdelen van het toestel, bijv. aan kuip of trommel. Deze beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt uw was beschadigen.

10

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

De maximumlading bedraagt 7 kg (droog wasgoed). In de rubriek "Programmaoverzicht" vindt u de deels kleinere ladingen voor afzonderlijke programma's.

Bij een juiste wasmiddeldosering is geen ontkalken van de wasautomaat nodig. Heeft zich in uw wasautomaat toch kalk afgezet, gebruik dan een ontkalkingsmiddel op basis van natuurlijk citroenzuur. Miele raadt u de Miele ontkalker aan. Deze kunt u online bestellen op www.miele-shop.be, via uw Miele-handelaar of de dienst Onderdelen en toebehoren van Miele. Houd u stipt aan de toepassingsaanwijzingen van het ontkalkingsmiddel.

Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen behandeld is, moet voordat het in de wasen droogautomaat wordt gewassen, grondig in zuiver water worden uitgespoeld.

Gebruik in deze wasautomaat in geen geval reinigingsmiddel dat oplosmiddel bevat (bv. wasbenzine). Daardoor kunnen toestelonderdelen worden beschadigd en kunnen giftige dampen ontstaan die brand of explosies kunnen veroorzaken.

Gebruik aan of in de wasautomaat nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddel (bijv. wasbenzine) bevatten. Daarmee bevochtigde kunststof oppervlakken kunnen worden beschadigd.

Kleuringmiddel dient voor gebruik in wasautomaten geschikt te zijn. Het mag enkel in beperkte mate - als voor een huishouden - worden gebruikt. Volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant strikt op.

11

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Ontkleuringsmiddel kan wegens zijn zwavelhoudende verbindingen corrosie tot stand brengen. U mag geen ontkleuringsmiddel in de wasautomaat gebruiken.

Als er wasmiddel in uw ogen terechtkomt, spoel ze dan met zuiver lauwwarm water uit. Bij inslikken, direct een arts raadplegen. Personen met gekwetste of gevoelige huid moeten elk contact met het wasmiddel mijden.

Toebehoren

Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd, mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op garantie en/of productaansprakelijkheid.

Wasautomaten van Miele kunnen in een wasen droogzuil gecombineerd worden opgesteld. Tevens is een Miele was-droog-ver- bindingsset vereist; dit is met toeslag verkrijgbaar toebehoren. Let erop dat de was-droog-verbindingsset geschikt is voor de Miele droogautomaat en de Miele wasautomaat.

Let erop dat de voet van Miele (met toeslag verkrijgbaar toebehoren) bij deze wasautomaat past.

Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat de-

ze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.

12

Bediening van de wasautomaat

aDisplay

Meer informatie op de volgende bladzijde.

bToets Start

Het startuitstel kiezen

start het wasprogramma

cToetsen voor extra functies

Voor het kiezen van de extra functies Met de bovenste toets kunt u kiezen tussen de extra functies Kort, Voorwas en Inweken. Met de onderste toets kunt u de extra functie Extra water selecteren.

Controlelampje aan = geselecteerd Controlelampje uit = niet geselecteerd

dToets Centrifugeren met weergave van de centrifugeertoerentallen

Voor selecteren van het centrifugeertoerental

eProgrammakiezer

Om een wasprogramma en de daarbij passende temperatuur te kiezen. Deze knop kan u zowel naar rechts als naar links draaien.

f Verklikkerlichtjes voor het programmaverloop

Daaraan merkt u hoever het wasprogramma al gevorderd is.

gService-/foutmeldingslampje

zie rubriek "Wat gedaan als . . "

Het met pc aangeduide foutmeldingslampje dient tevens als controleen overdrachtspunt voor de technische dienst van Miele.

hToets

Wordt gebruikt om de wasautomaat in of uit te schakelen.

De wasautomaat schakelt zichzelf uit om energie te besparen. Dit gebeurt 15 minuten na het programma-einde/ kreukbeveiliging of na het inschakelen, waarop geen verdere bediening volgt.

iToets Deur

Opent de deur.

13

Bediening van de wasautomaat

Display

Het display toont:

de programmaduur (weergave van de resttijd)

het startuitstel

de programmeerfuncties

Duur van het programma

Na de start van een programma wordt de duur van het programma in uren en minuten aangeduid.

Als het programma met startuitstel wordt gestart, wordt de duur van het programma pas aangegeven als de startuitsteltijd verstreken is.

Startuitstel

De gekozen startuitsteltijd wordt weergegeven.

Na de start van het programma wordt de startuitsteltijd afgeteld.

Wanneer de startuitsteltijd verstreken is, start het programma. Op het display verschijnt de vermoedelijke duur van het programma.

Programmeerfuncties

Met de programmeerfuncties kunt u de wasautomaat aan uw eigen behoeften aanpassen. In de programmeerstatus wordt de gekozen functie op het display weergegeven.

14

Het toestel voor het eerst in gebruik nemen

Laat de wasautomaat voor de eerste ingebruikneming degelijk opstellen en aansluiten. Neem de rubriek "Opstellen en aansluiten" in acht.

De functies van deze wasautomaat zijn in de fabriek grondig getest. Hierdoor bevindt er zich nog wat water in de trommel.

Centrifugeren vóór de eerste ingebruikname is om veiligheidsredenen niet mogelijk. Om het toestel te laten centrifugeren, moet u eerst een wasprogramma zonder wasgoed en zonder wasmiddel laten draaien hebben.

Gebruikt u wasmiddel, dan kan er overdreven schuim worden gevormd!

Tegelijkertijd wordt de afvoer-kogelklep geactiveerd. Die klep zorgt ervoor dat het wasmiddel volledig wordt benut.

Het eerste wasprogramma

starten

Draai de waterkraan open.

Druk op de toets .

Draai de programmakiezer op Katoen

60 °C.

Druk op de toets Start.

Na afloop van dit programma is de inbedrijfstelling afgesloten.

Schakel de wasautomaat na het einde van het programma met de toets uit.

15

Milieuvriendelijk wassen

Stroomen waterverbruik

Hou zoveel mogelijk rekening met de maximumlading die voor een bepaald programma toegestaan is.

Als u dat doet, is het stroomen waterverbruik, dat wordt berekend op basis van de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst.

Bij een kleinere lading wasgoed zorgt de automatische aanpassing van de watertoevoer ervoor dat er minder water en stroom wordt verbruikt.

Gebruik het programma Expres 20 voor kleine, licht vervuilde hoeveelheden wasgoed.

Met moderne wasmiddelen kunt u wassen met lagere temperaturen (bijv. 20 °C). Stel om stroom te sparen de juiste temperatuur in.

Gebruik het Extra Inweken in plaats van het Extra Voorwas. Tijdens het inweken en de daaropvolgende hoofdwas wordt dan hetzelfde sop gebruikt.

Voor de hygiëne in de wasautomaat is het aan te bevelen nu en dan een wasbeurt uit te voeren met een temperatuur van minstens 60° C. Daaraan wordt u herinnerd met het controlelampje Hygiëne Info.

Wasmiddelverbruik

Gebruik telkens maar zoveel wasmiddel als op de verpakking staat aangegeven.

Houd voor de dosering rekening met de vervuilingsgraad van het wasgoed.

Gebruik bij kleinere ladingen minder wasmiddel (ca. ⅓ minder wasmiddel bij een halve lading).

Kies de juiste extra functie (Kort, Inweken, Voorwas)

Kies voor:

lichtjes vuil wasgoed zonder zichtbare vlekken een wasprogramma met het Extra Kort.

normaal tot sterk vervuild wasgoed met zichtbare vlekken een wasprogramma zonder extra functie.

heel sterk vervuild wasgoed een wasprogramma met de extra functie Inweken.

wasgoed met een grote hoeveelheid vuil (bijv. stof, zand ) het Extra Voorwas.

Tip bij aansluitend machinaal drogen

Kies het hoogst mogelijke centrifugeertoerental dat het wasprogramma te bieden heeft. Zo bespaart u achteraf stroom bij het drogen.

16

1. Het wasgoed voorbereiden

Maak de zakken leeg.

Voorwerpen zoals spijkers, munten en paperclips kunnen wasgoed en onderdelen beschadigen. Controleer voordat u gaat wassen of er voorwerpen in het wasgoed zitten. Zo ja, verwijder deze dan.

Wasgoed sorteren

Sorteer het wasgoed volgens de kleur en de symbolen op het onderhoudsetiket. Dat vindt u in kragen en zomen.

Tip: Donker textiel heeft de neiging om bij de eerste wasbeurten wat kleur te verliezen. Om geen wasgoed te laten verkleuren, wast u licht en donker textiel het best apart.

Vlekken voorbehandelen

Verwijder vlekken als dat mogelijk is zodra ze ontstaan zijn. Neem de vlekken met een tissue af en wrijf ze er niet in.

Tip: Tips voor het verwijderen van thee-, koffie-, eien bloedvlekken kunt u vinden in de vlekkenwijzer op www.miele.be.

Oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen (bijv. wasbenzine) kunnen kunststof onderdelen beschadigen.

Wanneer u het wasgoed van tevoren met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel, bijv. wasbenzine, behandelt, let er dan op dat het middel niet met kunststof onderdelen in aanraking komt.

Chemische (oplosmiddelhoudende) reinigingsmiddelen kunnen zware schade aan de wasautomaat veroorzaken.

Gebruik nooit dergelijke reinigingsmiddelen in de wasautomaat!

Algemene tips

Gordijnen: Haal de gordijnrolletjes en de loodveter weg. U kunt de gordijnen ook in een zak steken.

Bh's: losgekomen bh-beugels vastnaaien of verwijderen.

Doe ritssluitingen, klittenband, haakjes en oogjes voor het wassen dicht.

Knoop dekbedovertrekken en kussenslopen dicht. Zo komen er geen kleinere stukken wasgoed in terecht.

Was in deze wasautomaat nooit textiel met de aanduiding niet wasbaar (onderhoudssymbool ).

17

2. Programma kiezen

Wasautomaat inschakelen

Druk op de toets .

Het startuitstel inschakelen (zo

u dat wenst)

De programmakiezer moet in de stand

Einde staan.

Door op de toets Start te drukken, kunt u nu de gewenste startuitsteltijd instellen.

Tip: Meer informatie vindt u in de rubriek "Startuitstel".

Programmakeuze

Draai de programmakiezer op het gewenste programma.

Als geen startuitstel ingeschakeld is, toont het display de waarschijnlijke programmaduur.

Tijdens de eerste 10 minuten berekent de wasautomaat de lading en het vermogen van het wasgoed om water op te nemen. Dat kan een tijdverlenging of een tijdverkorting tot gevolg hebben.

18

3. Wasautomaat vullen

Deur openen

Open de toesteldeur met de toets

Deur.

Leg de was opengevouwen en losjes in de trommel.

Door textiel van verschillend formaat in de trommel te stoppen, verbetert het waseffect en raakt de was tijdens het centrifugeren beter verdeeld.

Hou rekening met de maximaal toegelaten lading van de verschillende wasprogramma's.

Bij de maximumlading is het stroomen waterverbruik, berekend op basis van de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. Een te grote lading verslecht het wasresultaat en er treden meer kreukelen op.

Deur sluiten

Let erop dat er geen wasgoed tussen de deur en de dichtingsring wordt geklemd.

Doe de deur met een lichte zwaai dicht.

19

4. Programma-instellingen kiezen

Extra's kiezen

Toerental kiezen

Met de bovenste toets kiest u in deze volgorde een van de extra functies: Inweken of Voorwas of Kort of geen functie.

Met de onderste toets kiest u de extra functie Extra water.

Kies de gewenste extra functie.

Tip: U kunt niet alle extra functies bij alle wasprogramma's kiezen.

Kunt u een bepaalde extra functie niet kiezen, dan is dat voor dit wasprogramma niet toegelaten.

U kunt het vooraf ingestelde toerental van een wasprogramma wijzigen.

Druk zo vaak op de toets "Centrifugeren" tot het controlelampje van het gewenste toerental aangaat.

20

5. Het wasmiddel toevoegen

Het is belangrijk juist te doseren, want . . .

. . . als u te weinig wasmiddel gebruikt:

wordt het wasgoed niet proper en na verloop van tijd grauw en hard,

vormen er zich vetluizen op de was, en

gaat er zich kalk afzetten op de weerstanden.

. . . als u te veel wasmiddel toevoegt:

wordt er te veel schuim gevormd. Daardoor vermindert het effect van de wasbewegingen en zijn de was-, spoelen centrifugeerresultaten onbevredigend.

wordt er meer water verbruikt doordat er automatisch een bijkomende spoelbeurt wordt ingelast.

wordt het milieu zwaarder belast.

Trek de wasmiddellade iets uit. Giet het wasmiddel in de vakjes:

Wasmiddel voor de voorwas. Doseer van de totale aanbevolen wasmiddelhoeveelheid ⅓ in vakje en ⅔ in vakje

.

Wasmiddel voor de hoofdwas alsook voor het inweken

Wasverzachter, vormspoeler of vloeibaar stijfsel

Sluit de wasmiddellade.

Tip: Meer details over wasmiddelen en de dosering ervan vindt u in de rubriek "Wasmiddelen".

21

6. Programma starten - eind van programma

Een programma starten

Druk op de knipperende toets Start.

Op het display wordt bij het starten van het wasprogramma de programmaduur weergegeven.

Zo u een tijd voor het startuitstel had gekozen, loopt die in het display af. Daarna wordt de programmaduur weergegeven.

Einde van het programma

Het einde van het programma wordt in het programmaverloop aangegeven door het controlelampje Kreukbeveiliging/Einde en met een 0 op het display getoond.

15 minuten na het einde van de kreukbeveiliging schakelt de wasautomaat zich automatisch uit. De wasautomaat moet door drukken op de toets weer worden ingeschakeld.

Open de toesteldeur met de toets

Deur.

Neem het wasgoed uit de trommel.

Vergeet geen wasgoed in de trommel! Dat kan bij de daaropvolgende wasbeurt krimpen of ander wasgoed verkleuren.

Controleer of er niets in de dichtingsring van de deur is achtergebleven.

De wasautomaat met de toets uitschakelen en de programmakiezer op

Einde draaien.

Sluit de deur, anders bestaat het risico dat er onbedoeld voorwerpen in de trommel terechtkomen. Deze kunnen per vergissing meegewassen worden en het wasgoed beschadigen.

22

Loading...
+ 50 hidden pages