Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u de wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.M.-Nr. 04 898 020
T
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op de geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
– Het golfkarton bestaat voornamelijk
uit oud papier.
– Het piepschuim is zonder CFK’s ver-
vaardigd.
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grof vuil, maar informeer bij uw
handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal (bijv. schrootverwerking)
– Het houten frame bestaat uit onbe-
handeld hout.
– De (hout)vezelplaten bevatten geen
carbolhars (fenolhars) en bestaan
voor 100% uit oud hout.
– De polyethyleenfolie (PE) bestaat ge-
deeltelijk uit kringloopmateriaal.
– De verpakkingsbanden bestaan uit
polypropyleen (PP).
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het
oude apparaat kunnen komen totdat
het wordt weggehaald. Zie ook het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
– Het afbreken van een programma en het kiezen van een ander programma. . 18
– Het wijzigen van de temperatuur, extra functies, het centrifugetoerental
5 Bedieningspaneel
6 Deur
7 Klepje van het pluizenfilter, het
filterhuis en de noodontgrendeling
8 Vier in hoogte verstelbare
machinevoeten
Bedieningspaneel
Algemeen
Toets "I-Aan / 0-Uit"
b
Met deze toets kunt u de wasautomaat in- en uitschakelen en het programma onderbreken.
c Toets "Deur"
Met deze toets kunt u de deur van
de wasautomaat openen.
d CONTROLE
e PROGRAMMA-toetsen
f Toetse n voor de EXT RA FUNCTIES
Wanneer u een extra functie inschakelt gaat het daarbij behorende controlelampje branden.
Wanneer u een extra functie weer
uitschakelt gaat het daarbij behorende controlelampje uit.
g TEMPERATUUR-weergave
Daaronder bevinden zich de toetsen
"_", waarmee u de temperatuur
kunt instellen.
h Weergave van het CENTRIFUGE-
REN
Daaronder bevinden zich de toetsen
"_", waarmee u het centrifugetoerental kunt instellen.
i Weergave van het programmaVER-
LOOP
Daaronder bevindt zich een toets
waarmee u het programmaverloop
kunt veranderen.
j Controlelampjes voor de BELA-
DING
k To ets "START"
Met deze toets kunt u een wasprogramma starten.
l Toets "Zoemer"
Toets "Voorkeuze"
m
Met deze toets en met de toetsen
"_" kunt u het tijdstip dat het
door u gekozen programma start minimaal 30 min. en maximaal 24 h 00
min. uitstellen.
n Display "TIJD"
Dit kan verschillende dingen aangeven.
– Het geeft de tijd aan die een geko-
zen programma nog gaat duren.
– Het geeft, wanneer u gebruik maakt
van de voorkeuze, aan hoe lang het
nog gaat duren voordat het programma begint.
– Het geeft de aanvullende functies
aan, nadat u die hebt opgeroepen.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees eerst de gebruiksaanwijzing
door voordat u uw wasautomaat
voor het eerst gebruikt. U vindt hierin belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de wasautomaat.
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de
fabrikant op het wasetiket in de wasautomaat mag worden gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
Voordat u de wasautomaat aansluit
dient u altijd de aansluitgegevens
(beveiliging, spanning en frequentie)
op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze moeten
beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt aangesloten
op een aardingssysteem dat volgens
de geldende veiligheidsbepalingen is
geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nagegaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw wordt geïnspecteerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt
veroorzaakt door een ontbrekende of
beschadigde aarddraad.
De wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico’s voor de gebruiker opleveren, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld. Reparaties mogen alleen door
erkende vakmensen van Miele worden
uitgevoerd.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op de wasautomaat, als aan één van de volgende
voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting.
De watertoevoerslang is aan slijta-
ge onderhevig, hoewel er veel
zorg is besteed aan de produktie ervan
en er gebruik is gemaakt van het beste
materiaal. Door scheuren, knikken, bobbels enz. kan de slang poreus worden
en gaan lekken.
Controleer de slang daarom regelmatig, zodat u ze tijdig kunt vervangen en
zo waterschade voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze
Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze
apparaten en onderdelen daarvan.
Wanneer de aansluitkabel bescha-
digd is, moet de kabel door een
speciale Miele-kabel worden vervangen.
Verwijder voordat u de wasauto-
maat in gebruik neemt de transportbeveiliging aan de achterzijde van
het apparaat (zie hoofdstuk: "Plaatsing").
Wanneer u de transportbeveiliging niet
verwijdert kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasautomaat en aan de meubels / apparaten
die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd
afwezig bent (bijv. tijdens vakanties), zeker als er zich in de buurt van
de wasautomaat geen afvoer in de
vloer (putje) bevindt.
Denk eraan dat er water kan over-
stromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of
wasbak hangt, of het water snel genoeg wegstroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Als de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Gebruik
Dit apparaat mag volgens de nationale wetgeving niet in Groot-Brit-
tannië worden gebruikt.
Plaats uw wasautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen.
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en paperclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het wasgoed veroorzaken.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
gheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste
manier doseert is het niet nodig
dat u de wasautomaat ontkalkt.
Mocht uw apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat het beslist moet worden
ontkalkt, gebruik daar dan speciale ontkalkingsmiddelen voor die een anti-corrosiemiddel bevatten. Deze middelen
zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland B.V. Volg de adviezen
voor het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhou-
dende reinigingsmiddelen is behandeld, moet vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen, grondig in
helder water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat
nooit reinigingsmiddelen die een
oplosmiddel bevatten, zoals wasbenzine.
Als u dat toch doet, kunnen onderdelen
van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er brand uitbreekt
of zich een explosie voordoet.
Als u op hoge temperaturen wast,
denk er dan aan dat het glas van
de deur heet wordt.
Zorg er dus voor dat kinderen het glas
van de deur tijdens het wasprogramma
niet aanraken.
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Als er andere toebehoren worden aanof ingebouwd, kan Miele niet voor de
gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en produktaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt daarmee dat de wasautomaat verkeerd wordt gebruikt.
Textielverf moet geschikt zijn voor
gebruik in de wasautomaat.
Neem in ieder geval de aanwijzingen
van de fabrikant in acht.
Ontkleuringsmiddelen bevatten
zwavel en kunnen corrosie veroorzaken.
Deze middelen mogen niet in de
wasautomaat worden gebruikt.
10
Vóór de eerste wasbeurt
Vóór de eerste wasbeurt
Tips om energie te besparen
– Benut bij ieder programma dat u
kiest de maximale beladingscapaciteit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
gerelateerd aan de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst.
– Gebruik de programma’s COMBINA-
TIEWAS of MINIWAS voor kleinere
hoeveelheden wasgoed.
– Voor de reiniging van normaal ver-
vuild wasgoed is de hoofdwas voldoende.
– Gebruik de extra functie "Inweken".
Dan kunt u voor de hoofdwas een lagere temperatuur instellen.
– Bij sterk vervuilde was kunt u in
plaats van de extra functie "Voorwas"
de extra functie "Inweken" gebruiken.
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
– Was licht vervuild wasgoed met de
extra functie "Kort".
– Gebruik hoogstens zoveel wasmid-
del als op de wasmiddelverpakking
staat aangegeven.
– Reduceer bij kleinere beladingshoe-
veelheden de hoeveelheid wasmiddel. Bij halve belading kan ca. 1/3
minder wasmiddel worden gebruikt.
– Kies een hoger centrifugetoerental
wanneer u het wasgoed na het wassen in de droger wilt drogen.
– Door de beladingsautomaat en de
spoelautomaat kunnen de wastijden
variëren.
Afhankelijk van de hoeveelheid wasgoed in de trommel kan de hoofdwas
korter zijn en kan één spoelgang vervallen.
11
Vóór de eerste wasbeurt
Controleer voordat u uw wasautomaat voor het eerst in gebruik
neemt of het apparaat volgens de
regels is opgesteld en aangesloten.
Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten".
Het schoonspoelen van de
trommelruimte
Draai de kraan open.
Leg géén wasgoed in de trommel.
Doseer een beetje wasmiddel in vak-
je j .
Druk de toets "I-Aan / O-Uit" in.
Druk op de programmatoets "Witte
was / Bonte was".
Stel de temperatuur met behulp van
de toetsen "_" in op 95°C.
Het is belangrijk dat u deze temperatuur instelt.
Informeer bij uw waterleidingbedrijf
naar de waterhardheid in uw regio.
Pak de gele spatel die zich aan de
achterkant van het front van de
wasmiddellade bevindt.
Druk op de toets "Extra water".
Het daarbij behorende controlelampje
begint te branden.
Stel het centrifugetoerental met be-
hulp van de toetsen "_" in op
"Zonder centrifugeren".
Druk op de START - toets.
De trommel is aan het einde van het
programma schoongespoeld.
Geheugensteuntje voor de waterhardheid
Hoeveel wasmiddel u moet doseren
hangt van verschillende factoren af.
Eén van deze factoren is de waterhardheid.
12
Draai de stelknop met behulp van de
spatel op de juiste hardheidsgraad.
Zo wast u goed
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt hebben over hoe u de wasautomaat moet
bedienen, kunt u de met cijfers aangeduide stappen (
Voordat u gaat wassen
1,2,3,...) aanhouden.
1 Het inspecteren, sorteren en
voorbehandelen van het wasgoed
Het inspecteren van het wasgoed
Keer gebreid of tricot wasgoed binnenstebuiten als de fabrikant dit adviseert.
Het sorteren van het wasgoed
Meestal is wasgoed voorzien van een
wasetiket in de kraag of in de zijnaad.
Sorteer het wasgoed volgens de symbolen op dit wasetiket. Wat ze betekenen staat in het hoofdstuk: "Waskaart".
Was geen textiel dat volgens het wasetiket noch in de wasautomaat, nochmet de hand kan worden gewassen.
Het symbool daarvoor is:
B.h.’s, badkleding en overige kleding
met beugels moeten, zoals meestal in
het desbetreffende wasetiket staat vermeld, met de hand worden gewassen.
Deze kleding kan daarom niet in de
was-droogautomaat worden gewassen!
Donkergekleurd wasgoed geeft bij de
eerste wasbeurten vaak iets af. Was
nieuw, donkergekleurd wasgoed de
eerste paar keren apart, zodat het niet
op lichter gekleurd wasgoed afgeeft.
h.
Maak de zakken leeg.
Voorwerpen (spijkers, munten, paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat beschadigen.
Sluit de ritsen (keer kleding met rit-
sen eventueel binnenstebuiten).
Zorg ervoor dat onderdelen van kle-
ding niet los kunnen raken.
Verwijder bij vitrage de haakjes en
het loodband of wikkel ze in een
doek.
Was fijn wasgoed apart en heel behoedzaam.
Het voorbehandelen van vlekken
Vlekken of sterk vervuilde kragen kunt
u met wat vloeibaar wasmiddel of met
een speciaal daarvoor geschikt middel
voorbehandelen.
Bij bijzonder hardnekkige vlekken is het
raadzaam de stomerij te raadplegen.
Gebruik in geen geval chemische (oplosmiddelhoudende) reinigingsmiddelen in de wasautomaat!
13
Zo wast u goed
2 Schakel het apparaat in
door op de I-Aan / 0-Uit - toets te
drukken.
3 Open de deur
door op de Deur - toets te drukken.
4 Vul de trommel
Leg het wasgoed ontvouwd en los-
jes in de trommel.
Wanneer er stukken wasgoed van ver-
schillende grootte in de trommel liggen
is dat beter voor de waswerking en de
verdeling van het wasgoed tijdens het
centrifugeren.
Let op de maximale beladingscapaciteit voor de verschillende soorten
was:
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
6 Draai de waterkraan open
7 Doseer het wasmiddel
Wat u precies moet doen kunt u lezen
in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
14
door net zo lang op de toetsen
"_" te drukken totdat het controlelampje van de gewenste temperatuur brandt.
Het max. centrifugetoerental kan van
programma tot programma verschillen.
Zie hoofdstuk: "Programma’s", paragraaf: "Programma-overzicht".
Zo wast u goed
0 Kies eventueel (een) extra
functie(s)
door op de toets(en) van de gewen-
ste extra functie(s) te drukken.
Wanneer u een extra functie inschakelt
gaat het daarbij behorende controlelampje branden.
Wanneer u een extra functie weer uitschakelt gaat het daarbij behorende
controlelampje uit.
Een gekozen extra functie kunt u uitschakelen door nog een keer op de
desbetreffende toets te drukken.
! Kies het centrifugetoerental
door net zo lang op de toetsen
"_" te drukken, totdat het controlelampje van het gewenste centrifugetoerental brandt.
Het maximale centrifugetoerental kan
van programma tot programma verschillen. Wanneer u een hoger centrifugetoerental kiest dan binnen het gekozen wasprogramma mogelijk is accepteert de automaat dat niet.
Zie hoofdstuk: "Programma’s", paragraaf: "Programma-overzicht".
Memory-functie
Wanneer bij een programma een extra functie wordt gekozen en/of het
centrifugetoerental wordt gewijzigd,
slaat de wasautomaat deze instellingen op.
Wanneer dit programma opnieuw wordt
gekozen biedt het apparaat de opgeslagen extra functies, temperatuur en
het opgeslagen centrifugetoerental aan.
Dat gebeurt niet bij "Inweken", "Zoemer"
en "Voorkeuze".
15
Zo wast u goed
Das Programm ist gestartet.
Voorkeuze
" Stel eventueel een voorkeuze in
Nadat u een programma hebt gekozen, kunt u het tijdstip dat het door u
gekozen programma start, min. 30
min. en max. 24 h 00 min. uitstellen.
Druk op de Voorkeuze - toets.
Met iedere druk op de toets ">" ver-
lengt u de uitsteltijd en met iedere druk
op de toets "$" verkort u de uitsteltijd:
– tot 10 uur met 30 minuten;
– vanaf 10 uur met 1 uur.
Druk net zo lang op die toetsen, tot-
dat de door u gewenste uitsteltijd is
bereikt.
Het wissen van de voorkeuze
Druk op de Voorkeuze - toets.
door op de Deur - toets te drukken.
Na 5 minuten gaat de trommelverlichting uit. Wanneer u op de Deur - toets
drukt gaat de verlichting weer aan.
% Haal het wasgoed uit de automaat
Kijk goed of er geen wasgoed in de
trommel blijft liggen. Anders loopt u
het risico dat het bij de volgende
wasbeurt krimpt of afgeeft.
& Controleer of er voorwerpen in
de manchet van de deur zijn
achtergebleven
/ Schakel het apparaat uit
door de I-Aan / 0-Uit - toets naar buiten te laten springen.
( Draai de waterkraan dicht
~ Start het programma
door op de START - toets te drukken.
Nadat u heeft gewassen
$ Open de deur
16
) Sluit de deur
Anders bestaat het gevaar dat er voorwerpen per vergissing in de trommel terechtkomen, worden meegewassen en
het wasgoed beschadigen.
Zo wast u goed
Controlelampjes voor de belading
Het apparaat kan de tijd meten waarin het wasgoed het water opneemt.
Aan de hand daarvan kan het apparaat de hoeveelheid of de samenstelling van het wasgoed meten en het
programmaverloop aanpassen.
Het apparaat doet dit in de eerste 10
min. nadat het programma is gestart.
Via de controlelampjes wordt in de programma’s Witte was / Bonte was, Kreukherstellend, Miniwas en Combinatiewas
de belading aangegeven, zoals het apparaat die heeft gemeten.
Wanneer er 1 controlelampje brandt
duidt dat op een geringe belading.
Wanneer er 2 controlelampjes branden
duidt dat op een gemiddelde belading.
Wanneer er 3 controlelampje branden
duidt dat op een volle belading.
Aan het begin van een programma
wordt altijd de volle belading aangegeven.
Het bijvullen van de trommel
U kunt bij de volgende programma’s
nog wasgoed in de trommel leggen of
wasgoed uit de trommel halen, nadat u
het programma heeft gestart:
– Witte was / Bonte was
– Kreukherstellend
–Wol
– Miniwas
– Combinatiewas
– Stijven
Druk op de Deur - toets totdat de
deur openspringt.
Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
Sluit de deur.
Bij de programma’s Witte was / Bonte
was, Wol, Miniwas, Combinatiewas
(met een groot aandeel bont wasgoed)
en Stijven kunt u de deur in de meeste
gevallen in alle programmafases opendoen, behalve tijdens het eindcentrifugeren.
Bij de programma’s Kreukherstellend
en Combinatiewas (met een groot aandeel kreukherstellend wasgoed) kunt u
de deur in de meeste gevallen in de
programmafase "Hoofdwas" opendoen.
In een paar gevallen kan de deur niet
meer worden geopend, en wel wanneer:
– de temperatuur van het sop boven
de 55°C komt;
– u de extra functie "Extra water" heeft
ingesteld;
– de programmavergrendeling is inge-
schakeld.
Wanneer er nog wasgoed in de
trommel wordt gelegd of wanneer
er wasgoed uit de trommel wordt
gehaald, wordt de belading niet gemeten. Het apparaat wast tijdens
het programmaverloop alsof het vol
beladen is en geeft de maximale belading aan.
17
Zo wast u goed
Het wijzigen van het programmaverloop
Het afbreken van een programma en
het kiezen van een ander programma
Schakel het apparaat in en weer uit.
Kies een programma en start het zo-
als beschreven in de paragraaf:
"Wanneer u een programma start".
Wanneer er een ander programma
wordt gekozen, wordt de belading
niet gemeten. Het apparaat wast tijdens het programmaverloop alsof
het vol beladen is en geeft de maximale belading aan.
Het wijzigen van de temperatuur, extra functies, het centrifugetoerental
en het basisprogramma
Nadat u op de START - toets heeft gedrukt, kunt u de volgende wijzigingen
aanbrengen:
– Tot 6 minuten nadat u op de START -
toets heeft gedrukt kunt u de tempe-
ratuur veranderen en de extra func-
ties "Extra water" en "Kort" in- of uit-
schakelen.
– U kunt het centrifugetoerental wijzi-
gen, voor zover dat het maximum
toerental van het gekozen program-
ma niet overschrijdt.
Nadat u de deur hebt geopend kunt
u de extra functies niet meer in- of uitschakelen.
Om een ander programma te kunnen
kiezen, moet u het lopende programma
afbreken en opnieuw een programma
instellen.
18
Het herhalen van een programmafase (bijv. spoelen) of het direct kiezen
van een programmafase
Schakel het apparaat in.
Kies een programma.
Druk op de START - toets.
Druk zo vaak op de toets waarmee u
het programmaverloop kunt veranderen, totdat u bij de gewenste pro-
grammafase bent.
Wanneer u wasgoed alleen wilt spoelen
kunt u het beste het programma "Fijne
was" kiezen.
Het overslaan v/e programmafase
Druk zo vaak op bovengenoemde
toets totdat die fase in het program-
maverloop is bereikt die moet wor-
den overgeslagen.
Het programma wordt in de volgende
programmafase voortgezet. Het bijbehorende blokje in het progammaverloop brandt.
Wanneer de programmavergrendeling is geactiveerd, kan er geen programma worden gewijzigd en kan
er geen programmafase worden
herhaald of overgeslagen.
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.