Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.M.-Nr. 05 521 600
M
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten meest
al nog waardevolle materialen. Zet uw
apparaat daarom niet zomaar bij het
grof vuil, maar informeer bij uw hande
laar of het mogelijk is om het apparaat
terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhan
delaar naar mogelijkheden voor herge
bruik van het materiaal (bijv. schrootver
werking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het
oude apparaat kunnen komen totdat
het wordt weggehaald. Zie ook het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
Lees eerst de gebruiksaanwijzing
door voordat u uw wasautomaat
voor het eerst gebruikt. Hierin vindt
u belangrijke instructies met betrek
king tot de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voor
komt onnodige schade aan uw ap
paraat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de automaat.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de
fabrikant op het wasetiket in de wasautomaat mag worden gewassen, maar
ook voor wollen textiel dat met de hand
wordt gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een fou
tieve bediening.
-
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
Voordat u de wasautomaat aansluit
dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektrici
teitsnet te vergelijken. Deze moeten be
slist overeenkomen. Raadpleeg bij twij
fel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gega
randeerd als deze wordt aangesloten
op een aardingssysteem dat volgens
de geldende veiligheidsbepalingen is
geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
gaan of aan deze fundamentele veilig
heidsvoorwaarde is voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw wordt geïnspecteerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico’s voor
de gebruiker opleveren, waarvoor de
fabrikant niet aansprakelijk kan worden
gesteld. Reparaties mogen alleen door
erkende vakmensen van Miele worden
uitgevoerd.
Wanneer er een storing wordt ver
hopen en wanneer de wasauto
maat wordt gereinigd en onderhouden
mag er geen elektrische spanning op
de wasautomaat staan.
Dat is het geval, als aan één van de
volgende voorwaarden is voldaan:
–
als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld,
–
of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
beeld oververhitting.
De wasautomaat mag alleen met
een nieuwe slangenset met toebe
horen op de waterleiding worden aangesloten. Een oude slangenset mag
niet opnieuw worden gebruikt.
Controleer de slang met toebehoren re
gelmatig, zodat u deze wanneer dat no
dig is kunt vervangen en zo waterscha
de voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze
Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze
apparaten en onderdelen daarvan.
Wanneer de aansluitkabel bescha-
digd is, moet de kabel door een
speciale Miele-kabel worden vervangen.
Gebruik
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire
locatie (bijvoorbeeld een boot of cam
per) worden ingebouwd en aangeslo
ten. Hierbij moet aan alle voorwaarden
voor een veilig gebruik worden vol
daan.
Plaats uw wasautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door tem
peraturen onder het vriespunt afnemen.
-
-
-
-
Verwijder voordat u de wasauto
maat in gebruik neemt de trans
portbeveiliging aan de achterzijde van
het apparaat. Zie hoofdstuk: "Het plaat
sen en aansluiten van de wasauto
maat", paragraaf: "Het verwijderen van
de transportbeveiliging".
Wanneer u de transportbeveiliging niet
verwijdert, kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasauto
maat en aan de meubels / apparaten
die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd
afwezig bent (bijv. tijdens vakan
ties), zeker als er zich in de buurt van
de wasautomaat geen afvoer in de
vloer (bijv. een putje) bevindt.
Denk eraan dat er water kan overstromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg wegstroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en pa
perclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel). Beschadigde on
derdelen kunnen op hun beurt weer
schade aan het wasgoed veroorzaken.
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer u het wasmiddel op de
juiste manier doseert is het niet no
dig dat u de wasautomaat ontkalkt.
Mocht uw apparaat toch zo sterk ver
kalkt zijn, dat het beslist moet worden
ontkalkt, gebruik daar dan speciale ont
kalkingsmiddelen voor die een anti-cor
rosiemiddel bevatten.
Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw
Miele-vakhandelaar of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Volg de adviezen voor het gebruik van
de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
dende reinigingsmiddelen is behandeld, moet vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen, grondig in
helder water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat nooit
reinigingsmiddelen die een oplosmiddel bevatten, zoals wasbenzine.
Wanneer u dat toch doet, kunnen onderdelen van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen
ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er
brand uitbreekt of zich een explosie
voordoet.
-
Wanneer u op hoge temperaturen
-
-
-
wast, denk er dan aan dat het glas
van de deur heet wordt.
Zorg er dus voor dat kinderen het glas
van de deur tijdens het wasprogramma
niet aanraken.
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
de gevolgen instaan en kan er geen
-
beroep meer worden gedaan op bepa
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt daarmee dat de wasautomaat verkeerd wordt gebruikt.
-
Textielverf moet geschikt zijn voor
gebruik in de wasautomaat.
Neem in ieder geval de aanwijzingen
van de fabrikant in acht.
Ontkleuringsmiddelen bevatten
zwavel en kunnen corrosie veroor
zaken.
Deze middelen mogen niet in de wasautomaat worden gebruikt.
8
-
Algemeen
Specifieke kenmerken
Speciale programma’s (Zijde /,
WOL /, Miniwas, Combinatiewas,
Extra spoelen)
Zijde
–
–
– Miniwas
– Combinatiewas
/
In dit programma kan met de hand
wasbaar, kreukgevoelig textiel wor
den gewassen waar geen wol in zit.
WOL
/
In dit programma kan met de hand
wasbaar textiel van wol of wolmeng
weefsels worden gewassen.
In dit programma kan een kleine hoeveelheid licht vervuild textiel worden
gewassen dat anders met de bonte
was meegaat.
In dit programma kunnen stukken
wasgoed van verschillende soorten
textiel worden gewassen, als ze
maar wel dezelfde kleur hebben.
Licht strijken in de programma’s
FIJNE WAS en Zijde /
In deze programma’s wordt het was
goed bijzonder behoedzaam gewassen
en gecentrifugeerd. Daardoor kreukt
het wasgoed minder en hoeft het min
der te worden gestreken.
-
Systeem extra water
Met dit systeem is het mogelijk om met
een hogere waterstand te wassen en/of
te spoelen.
Bovendien is het mogelijk om voor het
programma WITTE WAS / BONTE WAS
een extra spoelgang te kiezen.
-
-
–
Extra spoelen
In dit programma kan wasgoed wor
den behandeld dat alleen maar moet
worden gespoeld en gecentrifu
geerd.
-
-
9
Algemeen
Voorkeuze h/min
Met de
stip dat het door u gekozen programma
start minimaal 1 uur en maximaal
9 uur van tevoren instellen.
Bedieningsfuncties
(Programmavergrendeling, afsluitfunc
tie)
Elektronische programmavergrende
ling
Met het inschakelen van de program
mavergrendeling voorkomt u dat de
wasautomaat tijdens een wasprogramma wordt geopend en dat het wasprogramma wordt afgebroken.
Na afloop van het wasprogramma
wordt de programmavergrendeling automatisch opgeheven.
Elektronische afsluitfunctie
Voorkeuze
- toets kunt u het tijd
-
-
Programma-actualisering (Update)
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten
en wasvoorschriften zullen in de toe
komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma’s zullen
daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toe
komst in staat zijn het wasprogramma
te updaten en in het Novotronic-geheu
gen van uw wasautomaat op te slaan.
-
Dit zal gebeuren via het controlelampje
voor de watertoevoer (PC = Programme
Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma’s kunnen worden geactualiseerd.
-
-
-
Met het inschakelen van de elektronische afsluitfunctie voorkomt u dat uw
apparaat door vreemden kan worden
gebruikt.
Wanneer deze afsluitfunctie is inge
schakeld kan:
–
de deur niet met de
den geopend;
–
er geen programma worden gestart.
10
Deur
-
- toets wor
-
Bedieningspaneel
Algemeen
a Toets "Voorkeuze"
Met deze toets kunt u het tijdstip dat
het door u gekozen programma start
van tevoren instellen.
b Toets "START"
Met deze toets kunt u een wasprogramma starten.
c Display
Het display geeft, wanneer u gebruik
maakt van de voorkeuze, de voorgeprogrammeerde tijd aan.
d Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra func
ties kiezen.
Wanneer u een extra functie inscha
kelt gaat het daarbij behorende con
trolelampje branden.
Wanneer u een extra functie weer
uitschakelt gaat het daarbij behoren
de controlelampje uit.
e Toets "Centrifugeren"
Met deze toets kunt u een ander
centrifugetoerental, "Spoelstop" of
"Zonder centrifugeren" kiezen.
f Controlelampjes voor het gekozen
centrifugetoerental, "Spoelstop"
en "Zonder centrifugeren"
g Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het basiswasprogramma en een daarbij horende temperatuur kiezen.
De programmakeuzeschakelaar kan
rechts- of linksom worden gedraaid.
h Controlelampjes voor het program-
maverloop
Deze controlelampjes laten u tijdens
-
-
-
het wasprogramma zien welke fase
in het programmaverloop is bereikt.
i Andere controlelampjes
Deze controlelampjes geven een
probleem aan.
j Toets "I-Aan/0-Uit"
Met deze toets kunt u de wasauto
maat in- en uitschakelen en het pro
gramma onderbreken.
k Toets "Deur"
Met deze toets kunt u de deur van
de wasautomaat openen.
-
-
11
Algemeen
Belangrijke
bedieningselementen
Programmakeuzeschakelaar
Met de programmaschakelaar kunt u
een basisprogramma en een daarbij
behorende temperatuur instellen.
De ringverlichting gaat om energie te
besparen enkele minuten na het einde
van het programma uit.
Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra functies
in- en uitschakelen.
De extra functies dienen ter aanvulling
van de basiswasprogramma’s.
Een extra functie kunt u inschakelen
door op de desbetreffende toets te
drukken.
Wanneer u dat doet gaat het daarbij
behorende controlelampje branden.
Een gekozen extra functie kunt u uitschakelen door nog een keer op de
desbetreffende toets te drukken.
Wanneer u dat doet gaat het daarbij
behorende lampje uit.
Extra functies die binnen het gekozen
basisprogramma niet van toepassing
zijn, kunt u niet inschakelen.
Toets "Centrifugeren" met lampjes
Met deze toets kunt u een centrifuge
toerental,
geren
SpoelstopofZonder centrifu
kiezen.
De controlelampjes geven aan wat u
gekozen heeft.
Het maximale centrifugetoerental ver
schilt van programma tot programma.
-
Max.
toerental
1450WITTE WAS / BONTE WAS, Miniwas,
1200WOL, Extra spoelen
900
600FIJNE WAS
400Zijde
Met de
Centrifugeren
Basiswasprogramma’s
Stijven, Pompen / Centrifugeren
KREUKHERSTELLEND, Combinatiewas
- toets kunt u het
centrifugetoerental wijzigen.
Kiest u een hoger toerental dan binnen
het gekozen wasprogramma mogelijk
is, dan accepteert de automaat dat
niet.
U kunt het eindcentrifugeren of
trifugeren tussen de spoelgangen en
het eindcentrifugeren overslaan.
Overslaan van het eindcentrifugeren
^ Druk op de
dat u
Centrifugeren
Spoelstop
hebt bereikt.
Het wasgoed wordt niet gecentrifugeerd en blijft na de laatste spoelgang
in het water liggen.
Het wasgoed kreukt dan minder wan
neer u het niet direct na afloop van het
programma uit de trommel haalt.
Het voortzetten van het programma:
^
Kies een centrifugetoerental.
Het beëindigen van het programma:
^
Druk op de
Deur
- toets.
Het overslaan van het spoel- en eind
centrifugeren
-
^
Druk op de
en met
Centrifugeren
Zonder centrifugeren
Het wasgoed wordt niet gecentrifu
geerd. De wasautomaat schakelt na het
-
afpompen van het laatste spoelwater
direct over op de kreukbeveiliging.
het cen-
- toets tot-
-
-
- toets tot
.
-
12
Vóór de eerste wasbeurt
Iedere wasautomaat wordt in de fa
briek op zijn werking getest.
Het is mogelijk dat er als gevolg van
deze tests wat water in het apparaat
achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto
maat voor het eerst gebruikt of het
apparaat volgens de regels is ge
plaatst en aangesloten.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan
sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om meteen bij de eerste wasbeurt
te centrifugeren. Ter activering van het
centrifugeren moet u eerst een wasprogramma zonder wasgoed
wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er
overmatige schuimvorming optreden.
Draait u eerst een wasprogramma zonder wasgoed en zonder wasmiddel
wordt daarmee tegelijk het kogelventiel
geactiveerd. Het kogelventiel zorgt er
voor dat vanaf de eerste wasbeurt
steeds al het wasmiddel wordt gebruikt.
en zonder
-
-
-
-
-
^
Draai de waterkraan open.
^
Druk de
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op WITTE WAS / BONTE WAS
40°C.
^
Druk op de START - toets.
Na afloop van het programma is de wa
sautomaat klaar voor de eerste was
beurt.
I-Aan/O-Uit
- toets in.
-
-
-
13
Tips om energie te besparen
Benut bij ieder programma dat u
–
kiest de maximale beladingscapaci
teit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
gerelateerd aan de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Was normaal en licht vervuild WIT en
–
BONT WASGOED met een lagere
temperatuur (75°C of 60°C).
Gebruik de programma’s
–
tiewas
of
Miniwas
voor kleinere hoe
Combina
-
veelheden wasgoed.
Voor de reiniging van normaal ver
–
vuild wasgoed is de hoofdwas voldoende.
– Gebruik voor sterk vervuild wasgoed
de extra functie
Inweken
. Dan kunt u
voor de hoofdwas een lagere temperatuur instellen.
– Bij sterk vervuilde was kunt u in
plaats van de extra functie
de extra functie
Inweken
Voorwas
gebruiken.
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
Was licht vervuild wasgoed met de
–
-
extra functie
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
–
Kort
.
del als op de wasmiddelverpakking
staat aangegeven.
Reduceer bij kleinere beladingshoe
–
veelheden de hoeveelheid wasmid
del. Bij halve belading kan ca.
-
-
1
/
3
minder wasmiddel worden gebruikt.
Kies een hoger centrifugetoerental
–
-
wanneer u het wasgoed na het was
-
sen in de droger wilt drogen.
Door de beladingsautomaat en de
–
spoelautomaat kunnen de wastijden
variëren.
Afhankelijk van de hoeveelheid wasgoed in de trommel kan de hoofdwas
korter zijn en kan één spoelgang vervallen.
14
Zo wast u goed
Korte handleiding
Tip: Het is belangrijk dat u zich met de
bediening van de automaat vertrouwd
maakt. Lees daarom de uitgebreide pa
ragrafen: “Voordat u gaat wassen”,
“Wanneer u gaat wassen” en “Nadat u
heeft gewassen” in dit hoofdstuk.
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor.
Wanneer u gaat wassen
B Schakel de wasautomaat in.
C Open de deur.
D Vul de trommel.
E Sluit de deur.
F Kies een programma.
G Kies een centrifugetoerental.
H Kies eventueel (een) extra functie(s).
I Doseer het wasmiddel.
Welk textiel in welk programma kan
worden gewassen, kunt u in het volgen
de programma-overzicht vinden.
-
-
J Schakel eventueel een voorkeuze in.
K Start het programma.
Nadat u heeft gewassen
L Open de deur.
M Haal het wasgoed uit de automaat.
N Schakel de wasautomaat uit.
O Draai de programmakeuzeschake
laar op
P Sluit de deur.
Einde
.
-
15
Zo wast u goed
Programma-overzicht
WITTE WAS / BONTE WAS 9ö876
TextielsoortWasgoed van katoen en linnen, bijv. beddengoed, tafella
kens en servetten, badstof handdoeken, spijkerbroeken,
T-shirts, ondergoed en babykleertjes
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort / Extra water
Bijzondere tips
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeiba-
Max. belading5 kg
Tip voor testbureaus:
Programma-instelling voor de test volgens norm EN 60456: BONTE WAS 60°C
KREUKHERSTELLEND 4321
TextielsoortWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort / Extra water
Bijzondere tips
geïnfecteerd of sterk vervuild wasgoed.
Gebruik voor sterk vervuild wasgoed de extra functie
–
InwekenofVoorwas
Gebruik voor weinig vervuild wasgoed de extra functie
–
Kort
.
Was donkerkleurig wasgoed met een Color-wasmiddel
–
of vloeibaar wasmiddel.
re wasmiddelen
kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. overhemden,
blouses, werkkleding, tafellakens en servetten
–
Gebruik voor sterk vervuild wasgoed de extra functie
InwekenofVoorwas
–
Gebruik voor weinig vervuild wasgoed de extra functie
Kort
.
wasmiddelen en fijnwasmiddelen
.
.
-
16
Zo wast u goed
FIJNE WAS a
TextielsoortWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels, kunst
zijde of kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. overhem
den of blouses
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan
worden gewassen.
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort
Bijzondere tips
WasmiddelenFijnwasmiddelen
Max. belading1 kg
Zijde /
TextielsoortWasgoed van met de hand wasbaar, kreukgevoelig textiel
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort / Extra water
Bijzondere tips– In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht
WasmiddelenFijnwasmiddelen
Max. belading1 kg
WOL /
TextielsoortWasgoed van wol en wolmengweefsels dat met de hand
WasmiddelenWolwasmiddelen
Max. belading2 kg
In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht
–
strijken").
Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een
–
programma met de extra functie "Voorwas" moeten
worden gewassen.
Reduceer bij kreukgevoelige vitrage het centrifugetoe
–
rental of centrifugeer helemaal niet.
waar geen wol in zit
strijken").
–
Was panty’s en bh’s in een waszak.
–
Gebruik een fijnwasmiddel.
of in de wasautomaat mag worden gewassen
-
-
-
17
Zo wast u goed
Miniwas 7
TextielsoortLicht vervuild wasgoed dat in het programma voor de
bonte was mag worden gewassen
Extra functieExtra water
Bijzondere tip
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeiba
Max. belading2,5 kg
Combinatiewas 72
TextielsoortWasgoed van katoenen en kreukherstellend textiel dat
Extra functiesInweken / Voorwas / Kort / Extra water
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeiba-
Max. belading3 kg
Stijven
TextielsoortTafellakens, servetten, schorten en beroepskleding
Bijzondere tip– Het wasgoed moet schoongewassen, maar mag niet
Max. belading5 kg
Extra spoelen
TextielsoortWasgoed dat alleen maar moet worden uitgespoeld en
Max. belading5 kg
Pompen/Centrifugeren
Bijzondere tip
Max. belading5 kg
Doseer minder waspoeder. Dit programma heeft name
–
lijk een halve belading.
re wasmiddelen
naar kleur is gesorteerd
re wasmiddelen
met wasverzachter nabehandeld zijn.
gecentrifugeerd
–
Alleen pompen: zet het centrifugetoerental op
centrifugeren
.
Zonder
-
-
18
Zo wast u goed
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten,
paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat be
schadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit
sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle
ding, zoals bh-beugels, niet los kun
nen raken. Losgeraakte onderdelen
moeten eerst worden vastgemaakt of
verwijderd.
-
-
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
viseert.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het wasetiket,
dat zich in de kraag of in de zijnaad
bevindt.
Was geen textiel dat volgens het
^
wasetiket niet in de wasautomaat kan
worden gewassen. Het symbool
daarvoor is: h.
^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af.
Was licht en donker wasgoed daarom apart.
Het voorbehandelen van vlekken
^ Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ontstaan zijn. Dit is nog belangrijker voor
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, ei-
-
-
en bloedvlekken.
Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi
sche (oplosmiddelhoudende) reini
gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
-
^
Verwijder bij vitrage de haakjes en
het loodband of wikkel ze in een
doek.
19
Zo wast u goed
Wanneer u gaat wassen
B Schakel de wasautomaat in
door op de
^
ken.
Draai de waterkraan open.
^
C Open de deur
door op de
^
de deur open te klappen.
D Vul de trommel
Leg het wasgoed ontvouwd en losjes
^
in de trommel.
Wanneer er stukken wasgoed van verschillende grootte in de trommel liggen
is dat beter voor de waswerking en de
verdeling van het wasgoed tijdens het
centrifugeren.
Benut bij ieder programma dat u kiest
de maximale beladingscapaciteit van
de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
gerelateerd aan de totale hoeveelheid
wasgoed, het laagst.
I-Aan/0-Uit
Deur
- toets te druk
- toets te drukken en
F Kies een programma
-
^ door de programmakeuzeschakelaar
op de gewenste stand te zetten.
G Kies een centrifugetoerental
Let erop dat wanneer de maximale be
ladingscapaciteit wordt overschreden,
de wasresultaten tegenvallen en het
wasgoed sneller gaat kreuken.
E Sluit de deur
Sluit de deur met een lichte klap.
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
20
-
^
door zo vaak op de
toets te drukken totdat het controle
lampje oplicht van het door u gewen
ste centrifugetoerental.
Het maximale centrifugetoerental kan
van programma tot programma ver
schillen. Wanneer u een hoger centrifu
getoerental kiest dan binnen het geko
zen wasprogramma mogelijk is,
accepteert de automaat dat niet.
Centrifugeren
-
-
-
-
-
-
Zo wast u goed
Extra functies
H Kies eventueel (een) extra func
tie(s)
^ door op de toets(en) van de gewen-
ste extra functie(s) te drukken.
Inweken
Voor wasgoed dat bijzonder sterk is
vervuild door eiwithoudende vlekken
(bijv. bloed, vet, cacao).
Wanneer u deze functie hebt ingescha
keld, dan gaat aan het eigenlijke was
programma een inweekprogramma
vooraf.
Op de toets
worden geprogrammeerd van minimaal
30 minuten en maximaal 2 uur.
Wanneer de wasautomaat wordt gele
verd is de inweektijd op 2 uur ingesteld.
Voor het wijzigen van de inweektijd zie
hoofdstuk: "Het programmeren van aan
vullende functies", paragraaf: "Inwe
ken".
Inweken
kan een inweektijd
-
-
-
-
Voorwas
Voor sterk vervuild wasgoed
Kort
Voor licht vervuild wasgoed
Wanneer u deze functie hebt ingescha
keld, wordt de programmaduur verkort.
In de programma’s WITTE WAS /
BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND
en
Combinatiewas
twee keer gespoeld.
Deze twee spoelgangen worden met
een verhoogde waterstand uitgevoerd.
Extra water
Wanneer u deze functie hebt ingeschakeld, wordt er bij de wasprogramma’s
meer water gebruikt.
Er zijn vier mogelijkheden, die worden
uiteengezet in het hoofdstuk: "Het programmeren van aanvullende functies",
paragraaf: "Systeem extra water".
Wanneer de wasautomaat wordt gele
verd, wordt de eerste keer dat u de
Extra water
stand bij het wassen en spoelen ver
hoogd.
Zoemer
Wanneer u deze functie hebt ingescha
keld, klinkt er aan het einde van een
programma of bij de spoelstop een
akoestisch signaal.
De zoemer gaat zolang totdat de was
automaat wordt uitgeschakeld.
- toets indrukt de water
wordt er slechts
-
-
-
-
-
-
De zoemer gaat bij alle programma’s
totdat hij weer wordt uitgeschakeld.
21
Loading...
+ 47 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.