Miele V5860 User manual

Gebruiksaanwijzing voor de wasautomaat V 5860 WPS
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw wasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig be last en kan worden hergebruikt. Door hergebruik van verpakkingsmate riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functi
­oneren. Wanneer u uw oude apparaat
bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
2
-
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bediening van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningspaneel .................................................10
Vóór de eerste wasbeurt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tips om energie en water te besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Energie- en waterverbruik.........................................13
Wasmiddelen ..................................................13
Vuilgraad......................................................13
Zo wast u goed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Korte handleiding .................................................14
Vuilgraad, Extra water, Zoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Vuilgraad ........................................................20
Licht .........................................................20
Normaal ......................................................20
Sterk .........................................................20
Extra water .......................................................20
Zoemer..........................................................20
Centrifugeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Maximaal centrifugetoerental ........................................21
Het centrifugeren tussen de spoelgangen ............................21
Het kiezen van de spoelstop ......................................21
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het
eindcentrifugeren ...............................................21
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Textielbehandelingssymbolen .....................................26
3
Inhoud
Het wijzigen van het programmaverloop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het afbreken van een programma / Het wisselen van programma............28
Het onderbreken van een programma .................................28
Het wijzigen van het gekozen programma ..............................28
Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed
uit de trommel ....................................................29
Kinderbeveiliging..................................................29
Afsluitfunctie .....................................................30
Wasmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het juiste wasmiddel ...............................................31
Wateronthardingsmiddel ............................................32
Wasmiddelen met verschillende componenten ..........................32
Middelen voor het nabehandelen van het wasgoed .......................33
Automatisch spoelen met wasverzachter of stijfsel .....................33
Het kleuren en ontkleuren ...........................................33
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Het reinigen van de ommanteling, het bedieningspaneel en de trommel.......34
Het reinigen van de wasmiddellade ...................................34
Het reinigen van de wasmiddelladekast ................................35
Het reinigen van het watertoevoerzeefje ................................36
Het oplossen van problemen . . . .....................................37
Het programma begint niet ..........................................37
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding ..............38
Algemene problemen met de wasautomaat .............................39
Een tegenvallend wasresultaat .......................................40
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.....................41
Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval..............42
Afdeling Klantcontacten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Reparaties.....................................................44
Programma-actualisering (Update) .................................44
Garantietermijn en garantievoorwaarden .............................44
Bij te bestellen onderdelen ........................................44
4
Inhoud
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Het apparaat van voren .............................................45
Het apparaat van achteren ..........................................46
Plaats van opstelling ...............................................47
Het plaatsen van de wasautomaat ..................................47
Het verwijderen van de transportbeveiliging.............................47
Het monteren van de transportbeveiliging ..............................49
Het stellen van de wasautomaat ......................................50
Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten ................50
Was-droogzuil..................................................51
Het Miele waterbeveiligingssysteem ...................................52
Het aansluiten van de watertoevoer ...................................53
Het aansluiten van de waterafvoer ....................................55
Elektrische aansluiting ..............................................56
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Systeem extra water ...............................................60
Behoedzaam wassen ..............................................61
Afkoeling van het sop ..............................................62
Wastijdverlenging .................................................63
Zoemer..........................................................64
Akoestisch signaal.................................................65
Memory .........................................................66
Automatische voorwas bij sterke vuilgraad ..............................67
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin gen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies betreffende de veiligheid, het ge bruik en het onderhoud van de was automaat. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van de automaat.
-
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend be-
~
stemd voor huishoudelijk gebruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend be
~
stemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de fabri kant op het onderhoudsetiket in de wasautomaat mag worden gewassen. Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een fou tieve bediening.
~
fysieke of psychische gesteldheid, hun
-
onervarenheid of gebrek aan kennis van de wasautomaat niet in staat zijn om het apparaat veilig te bedienen, mogen deze automaat alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of wor den geïnstrueerd door een verant woordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis zijn
­Wanneer er kinderen in de buurt van
~
de wasautomaat zijn, houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze niet met het apparaat gaan spelen.
Kinderen mogen de wasautomaat
~
alleen dan zonder toezicht gebruiken, wanneer ze weten hoe het apparaat werkt en wat voor gevaar zij lopen wan­neer ze de automaat fout bedienen.
Wanneer u met hoge temperaturen
~
was, bedenk dan dat het glas van de deur heet wordt.
­Zorg ervoor dat kinderen het glas tij
dens een wasprogramma niet aanra
­ken.
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
~
wordt geplaatst, of het zichtbaar be schadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen.
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat
~
aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het type plaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
~
wasautomaat is uitsluitend gegaran­deerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is ge­ïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die wordt ver­oorzaakt door een ontbrekende of be­schadigde aarddraad.
Gebruik om veiligheidsredenen
~
geen verlengsnoer. Dit in verband met gevaar voor bijvoor beeld oververhitting.
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen wor den vervangen. Alleen van deze Miele­onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheids eisen die wij stellen aan onze appara ten en onderdelen daarvan.
-
-
-
-
Reparaties aan de wasautomaat
~
mogen alleen door vakmensen van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de ge bruiker opleveren, waarvoor de fabri kant niet aansprakelijk kan worden ge steld.
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet de kabel door erkende vakmensen worden vervangen.
Wanneer er een storing wordt ver
~
holpen en wanneer de wasautomaat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische spanning op de wasautomaat staan. Dat is het geval, als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
Het Miele waterbeveiligingssysteem
~
beschermt tegen waterschade, als aan de volgende voorwaarden is voldaan.
Water en elektriciteit moeten op de
-
-
juiste wijze zijn aangesloten.
Is er sprake van schade, moet de wasautomaat onmiddellijk worden gerepareerd.
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer dit apparaat op een niet-
~
stationaire locatie (bijv. op een boot of in een camper) moet worden geplaatst, mag het uitsluitend door een vakman/ vakvrouw worden ingebouwd en aan gesloten. Hierbij moet aan alle voor waarden voor een veilig gebruik wor den voldaan.
-
-
-
Gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in vorst
~
gevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tem­peraturen onder het vriespunt afnemen.
Verwijder voordat u de wasautomaat
~
in gebruik neemt de transportbeveili­ging aan de achterzijde van het appa­raat. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui­ten van de wasautomaat", paragraaf: "Het verwijderen van de transportbevei­liging". Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasauto maat en aan de meubels / apparaten die ernaast staan.
-
Sluit de kraan af als u langere tijd af
~
wezig bent (bijv. tijdens vakanties), ze ker als er zich in de buurt van de was automaat geen afvoer in de vloer zoals een putje bevindt.
Denk eraan dat er water kan over
~
stromen. Controleer daarom vóórdat u de water afvoerslang in een wastafel of wasbak hangt, of het water snel genoeg weg stroomt.
­Zorg er daarom ook voor dat de afvoer
slang niet weg kan glijden. Wanneer de slang niet goed vastzit kan hij door de kracht van het wegstromende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
~
spijkers, naalden, munten en paper­clips niet meewast. Deze kunnen namelijk onderdelen van de wasautomaat beschadigen (bijv. kuip, wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het was­goed veroorzaken.
Als u het wasmiddel op de juiste
~
manier doseert is het niet nodig dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw apparaat toch zo sterk ver kalkt zijn, dat het beslist moet worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ont kalkingsmiddelen voor die een anti-cor rosiemiddel bevatten. Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Volg de adviezen voor het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
~
dende reinigingsmiddelen is behan deld, moet vóórdat het in de wasauto maat wordt gewassen, grondig in hel der water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat nooit
~
reinigingsmiddelen die een oplosmid del bevatten, zoals wasbenzine. Doet u dat toch, dan kunnen onderde len van het apparaat beschadigen en kunnen er giftige dampen ontstaan. Het gevaar bestaat dan dat er brand uit breekt of zich een explosie voordoet.
Zorg ervoor dat er nooit oplosmid
~
delhoudende reinigingsmiddelen tegen deze wasautomaat terechtkomen, zoals wasbenzine. Dit is slecht voor kunststof oppervlak­ken.
Wanneer u textielverf in de wasauto-
~
maat wilt gebruiken, kies dan textielverf die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt nodig is en neem de aanwijzingen van de textielverffabri­kant precies in acht.
-
-
-
-
-
-
-
-
Toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
~
kunnen worden aan- of ingebouwd. Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepa lingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fa brikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even­tueel het gevolg van is.
-
-
Ontkleuringsmiddelen kunnen door
~
hun chemische samenstelling corrosie veroorzaken. Deze middelen mogen daarom niet in de wasautomaat worden gebruikt.
Komt er vloeibaar wasmiddel in de
~
ogen terecht, spoel de ogen dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, bel dan direct de dokter op. Personen die een gevoelige of bescha digde huid hebben, kunnen het vloei baar wasmiddel maar beter niet aanra ken.
-
-
-
9
Bediening van de wasautomaat
Bedieningspaneel
a Programmakeuze - toetsen e-
Met deze toetsen kunt u een waspro­gramma instellen.
b Vuil - toets
Met deze toets kunt u de vuilgraad van het wasgoed aangeven.
Extra water - toets
Met deze toets kunt u de waterstand verhogen.
c Temperatuur - toets
Met deze toets kunt u een tempera­tuur instellen.
d Toerental - toets
Met deze toets kunt u een centrifuge toerental, de Spoelstop of Zonder centrifugeren instellen.
e Optische interface PC
Op deze plaats kunnen onze technici de wasprogramma's controleren, up daten en in het geheugen van de wasautomaat opslaan.
f Verloop - met controlelampjes
Deze lampjes laten u tijdens het was programma zien welke fase in het programmaverloop is bereikt.
g Zoemer - toets
Met deze toets kunt u de zoemer in­en uitschakelen.
h Controle - met lampjes
Deze controlelampjes geven een probleem aan.
i Voorprogrammering - toets
Met deze toets kunt u het starttijdstip van het te kiezen programma van te voren instellen.
j Start / Stop - toets
Met deze toets kunt u:
het gekozen wasprogramma starten;
­–
het gestarte wasprogramma afbre ken.
k I-Aan / 0-Uit - toets
Met deze toets kunt u de wasauto maat in- en uitschakelen.
-
l Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur ope nen.
-
m Display (h min)
Het display kan verschillende dingen aangeven. Zie volgende bladzijde.
-
-
-
10
Bediening van de wasautomaat
Display
Het display kan verschillende dingen aangeven:
de programmaduur (resttijd);
de voorgeprogrammeerde tijd;
de programmeerfuncties.
Programmaduur (resttijd)
Wanneer u een programma start zon der gebruik te maken van de voorpro grammering, dan geeft het display in uren en minuten aan hoelang het pro gramma waarschijnlijk gaat duren.
Wanneer u een programma start met voorprogrammering, dan geeft het dis­play pas na afloop van de voorgepro­grammeerde tijd aan hoelang het pro­gramma gaat duren.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent de wasautomaat hoelang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen en berekent op grond hier­van de belading. Het is mogelijk dat het programma daardoor langer of korter gaat duren.
-
-
-
Voorgeprogrammeerde tijd
Wanneer u een programma start met voorprogrammering, dan geeft het dis play eerst de voorgeprogrammeerde tijd aan, d.w.z. geeft aan hoelang het nog duurt voordat het gekozen pro gramma begint.
Na de programmastart wordt de voor geprogrammeerde tijd in het display af geteld, en wel
tot 10 h per uur;
vanaf9h59minperminuut.
Na afloop van de voorgeprogram­meerde tijd start het programma auto­matisch en geeft het display aan hoe­lang het programma waarschijnlijk gaat duren.
Programmeerfuncties
U kunt een aantal varianten program­meren om het wasprogramma nog be­ter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen.
Bij het programmeren ziet u de varianten in het display.
-
-
-
-
11
Vóór de eerste wasbeurt
Iedere wasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in het apparaat achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto maat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is ge plaatst en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mo­gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren. Ter activering van het centrifugeren moet u eerst een wasprogramma zon­der wasgoed en zonder wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er overmatige schuimvorming optreden.
-
-
-
-
Draai de kraan open.
^
Druk op de I-Aan/O-Uit - toets.
^
Het controlelampje van het programma Automatic gaat branden.
Druk één keer op de programmatoets
^
H om het programma Witte / Bonte
was te kiezen.
Druk op de Start/Stop - toets.
^
Het wasprogramma wordt gestart.
Na afloop van het programma is de wasautomaat klaar voor de eerste was beurt.
-
Draait u eerst een wasprogramma zon­der wasgoed en zonder wasmiddel wordt daarmee tegelijk het kogelventiel geactiveerd. Het kogelventiel zorgt ervoor dat vanaf de eerste wasbeurt steeds al het was middel wordt gebruikt.
12
-
Tips om energie en water te besparen
Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
kiest de maximale beladingscapaci teit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Gebruik de programma's Automatic
en Express voor kleinere hoeveelhe den wasgoed.
Bij een geringe belading in de pro
­gramma Witte / Bonte was zorgt de beladingsautomaat voor een vermin dering van het water- en energiever­bruik en voor een verkorting van de programmaduur. Het is daardoor mogelijk dat de rest­tijd die in het display wordt aangege­ven in het verloop van het waspro­gramma wordt gecorrigeerd.
– Gebruik in plaats van het programma
Witte / Bonte was 95°C het program­ma Witte / Bonte was 60°C. Daarmee bespaart u 35 tot 45% energie.
Vuilgraad
U kunt bij verschillende programma's de vuilgraad van uw wasgoed aange
­ven. Het wasprogramma past zich daaraan aan.
Licht
-
Het wasgoed is niet zichtbaar vies, maar ruikt niet meer zo fris.
Normaal
Het wasgoed vertoont zichtbare vlek ken.
-
Sterk
Het wasgoed is duidelijk erg vies en / of heeft vlekken die er al langer inzitten.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de droogautomaat drogen, kies dan het hoogste centrifugetoerental dat voor dit wasgoed mogelijk is.
-
-
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid del als op de wasmiddelverpakking aangegeven staat.
Reduceer bij geringere beladings hoeveelheden de hoeveelheid was middel. Bij halve belading kan ca.
1
/3minder
wasmiddel worden gebruikt.
-
-
-
13
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb ben over hoe u de wasautomaat moet bedienen, kunt u de met cijfers aange duide stappen (A, B, C,...)aanhou den.
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
Verwijder bij vitrage de haakjes en
^
-
het loodband of wikkel ze in een doek.
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
-
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
-
viseert.
Knoop bed- en kussenovertrekken
^
dicht zodat er geen andere textiel in terecht kan komen.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het wasetiket, dat zich in de kraag of in de zijnaad bevindt.
^ Was geen textiel dat volgens het
wasetiket niet in de wasautomaat kan worden gewassen. Het symbool daarvoor is: h.
^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af. Was licht en donker wasgoed daar­om apart.
-
-
,
Voorwerpen (spijkers, munten, paperclips e.d.) kunnen wasgoed en onderdelen van de wasautomaat be schadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle ding, zoals bh-beugels, niet los kun nen raken. Losgeraakte onderdelen moeten eerst worden vastgemaakt of verwijderd.
14
Het voorbehandelen van vlekken
^
Verwijder eventuele vlekken op het
­textiel, als het even kan zodra ze ont
staan zijn. Dit is nog belangrijker voor
-
-
-
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, ei­en bloedvlekken. Neem de vlekken met een tissue af. Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi sche (oplosmiddelhoudende) reini gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
Zo wast u goed
B Schakel de wasautomaat in
C Belaad de wasautomaat
Open de deur met de Deur - toets.
^
Leg het wasgoed uit elkaar gevou
^
wen en losjes in de trommel.
Leg stukken wasgoed van verschil
^
lende grootte in de trommel.
Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Gebruik de maximale belading.
^
Bij een maximale belading is het ener gie- en waterverbruik, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. Bij overschrijding van de maximale be­ladingscapaciteit vallen de wasresulta­ten tegen en gaat het wasgoed sneller kreuken.
-
-
-
D Kies een programma
Druk zo vaak op de e en/of - - toets,
^
totdat het controlelampje gaat branden van het programma dat u wilt hebben.
Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt.
^
Sluit de deur met een lichte klap.
15
Zo wast u goed
E Geef de vuilgraad van het was
goed aan
Met de Vuil - toets kunt u de vuilgraad van het wasgoed aangeven. De standaardinstelling is Normaal.
^ Druk zo vaak op deze toets, totdat
het controlelampje gaat branden van de vuilgraad van uw wasgoed.
Dit is echter niet voor alle programma's mogelijk.
Schakel eventueel de extra functie Extra water in
-
F Stel de temperatuur in
^ Druk zo vaak op de Temperatuur -
toets totdat het controlelampje oplicht van de temperatuur die u wilt heb­ben.
Het is niet mogelijk om bij ieder pro­gramma elke temperatuur te kiezen die op het paneel staat aangegeven.
Stel het centrifugetoerental in
^ Druk zo vaak op de Toerental - toets
totdat het controlelampje oplicht van het toerental dat u wilt hebben.
^
Druk op de toets Extra water, wan neer u deze extra functie wilt inscha kelen.
Ook dit is niet voor alle programma's mogelijk.
16
Het is niet mogelijk om bij ieder pro
­gramma elk centrifugetoerental te kie
­zen dat op het paneel staat aangege ven.
Schakel eventueel de zoemer in
^
Druk op de Zoemer - toets, wanneer u wilt dat de zoemer gaat na afloop van een programma.
-
-
-
G Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en niet te veel wasmiddel te doseren.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat
het wasgoed niet schoon en in de
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er zich vetbolletjes in het wasgoed
vormen;
er zich kalk op de kuip en de verwar
mingselementen afzet.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat
– er zich te veel schuim vormt, de was-
werking daardoor gering is en de reinigings-, spoel- en centrifugeerre­sultaten niet optimaal zijn;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
Zo wast u goed
-
Trek de wasmiddellade naar buiten
^
en doseer het middel in de vakjes.
i
Vakje voor de voorwas Wanneer u de vuilgraad Sterk hebt gekozen, neem dan aanbevolen wasmiddelhoeveelheid.
j
Vakje voor de hoofdwas
§
1
/4van de totale
Vakje voor wasverzachter of stijfsel
^
Schuif de wasmiddellade weer naar binnen.
Nadere bijzonderheden over wasmid delen en de dosering daarvan treft u aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
-
17
Zo wast u goed
H Programmeer eventueel de start
van het programma vòòr
Met de voorprogrammering kunt u het tijdstip dat het door u gekozen pro gramma start minimaal 30 minuten en maximaal 24 uur van te voren instellen.
Dit kunt u bijvoorbeeld doen om ge bruik te maken van het nachttarief.
Dit doet u met de Voorprogrammering ­toets.
Met iedere druk op deze toets ver schuift de voor te programmeren tijd en wel:
– tot 10 uur per 30 minuten;
– vanaf 10 uur per 1 uur.
^ Druk zo vaak op de Voorprogramme-
ring - toets, totdat in het display de
tijd verschijnt die u wilt voorprogram­meren.
Wanneer u op de toets blijft drukken, verspringt de tijd automatisch naar 24 h.
Het wissen van de voorgeprogram meerde tijd
-
-
-
-
I Start het programma
De Start / Stop - toets is aan het knippe ren.
Druk op deze toets.
^
Wanneer u de start heeft voorgepro grammeerd, dan geeft het display de voorgeprogrammeerde tijd aan, d.w.z. geeft aan hoe lang het nog duurt voor dat het gekozen programma begint. Deze tijd wordt in het display afgeteld. Na afloop van de voorgeprogram meerde tijd start het programma en geeft het display aan hoelang het pro gramma waarschijnlijk gaat duren.
Wanneer u de start niet heeft voorge­programmeerd, dan geeft het display direct aan hoelang het programma waarschijnlijk gaat duren.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent de wasautomaat hoe lang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen en berekent op grond hier­van de belading. Het is mogelijk dat het programma daardoor langer of korter gaat duren dan eerst aangegeven.
-
-
-
-
-
^
Druk wanneer het display 24 ^ aan geeft nog eens op de Voorprogram mering - toets.
Het wissen van de voorgeprogram meerde tijd, wanneer er al op de Start / Stop - toets is gedrukt.
^
Breek het programma af.
18
-
-
-
J Haal na afloop van het programma
het wasgoed uit de automaat
Zo wast u goed
Wanneer de controlelampjes Kreukbe veiliging en Einde onder Verloop gaan
branden, is het programma afgelopen.
Open de deur met de Deur - toets.
^
Haal het wasgoed uit de trommel.
^
Controleer of de trommel leeg is.
^
Blijven er stukken wasgoed in de trommel liggen, loopt u het risico dat ze bij de volgende wasbeurt krim pen of afgeven.
-
-
^
Controleer of er voorwerpen in de manchet van de deur zijn achterge bleven.
^
Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets uit.
^
Sluit de deur.
Doet u dat niet, dan bestaat het gevaar dat er voorwerpen per vergissing in de trommel terechtkomen, worden meege wassen en het wasgoed beschadigen.
-
-
19
Vuilgraad, Extra water, Zoemer
Vuilgraad
U kunt bij verschillende programma's de vuilgraad van uw wasgoed aange ven. Zo kunt u het wasprogramma aan de vuilgraad aanpassen.
Licht
Het wasgoed is niet zichtbaar vies, maar ruikt niet meer zo fris.
Bij deze vuilgraad duurt de hoofdwas korter.
Normaal
Het wasgoed vertoont zichtbare vlek­ken.
Bij deze vuilgraad wordt het standaard­wasprogramma uitgevoerd.
Sterk
Het wasgoed is duidelijk erg vies en / of heeft vlekken die er al langer inzitten.
Bij deze vuilgraad wordt een voorwas van 15 minuten uitgevoerd en wordt de hoofdwas met 15 minuten verlengd.
Het controlelampje Voorwas onder Ver loop knippert.
Doseer waspoeder in vakje i.
U kunt echter ook de voorwas uitscha kelen en de hoofdwas verlengen. Zie daarvoor het hoofdstuk: "Program meerfuncties".
-
-
-
Extra water
Wanneer u deze functie hebt ingescha keld, wordt er bij de wasprogramma's meer water gebruikt.
U kunt tussen drie varianten kiezen. Op de toets Extra water kuntudege wenste variant programmeren.
Wanneer de wasautomaat wordt gele verd, wordt de eerste keer dat u op de Extra water - toets drukt de waterstand bij het wassen en spoelen verhoogd.
Voor het wijzigen van de variant zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa ragraaf: "Systeem extra water".
Zoemer
Wanneer u deze functie hebt ingescha­keld, klinkt er aan het einde van een programma of bij de spoelstop een zoemer.
De zoemer gaat zolang totdat de was­automaat wordt uitgeschakeld.
De zoemer gaat bij alle programma's totdat hij weer wordt uitgeschakeld.
U kunt tussen twee geluidssterkten kie zen. U kunt er ook voor kiezen om de zoe mer uit te schakelen. Zie daarvoor hoofdstuk: "Programmeer
-
functies", paragraaf: "Zoemer".
De waarschuwingstoon die bij sto ringen gaat heeft met de zoemer niets te maken.
-
-
-
-
-
-
-
-
20
Centrifugeren
Maximaal centrifugetoerental
Het maximale centrifugetoerental kan van programma tot programma ver schillen.
Programma Omw/min
Automatic 1200
Witte / Bonte was 1600
Fijne was 1200
Wol 1200
Zijde 400
Express 1600
Donker wasgoed 1200
Overhemden 600
Jeans 900
Pompen / Centrifugeren 1600
U kunt een lager toerental instellen.
Het centrifugeren tussen de spoel­gangen
Het wasgoed wordt niet alleen aan het eind, maar ook na de hoofdwas en tus­sen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Stelt u een lager centrifugetoerental in, dan wordt er ook na de hoofdwas en tussen de spoelgangen met een lager toerental gecentrifugeerd.
In het programma Witte / Bonte was wordt bij een toerental van lager dan 700 omw/min een spoelgang ingelast.
-
Het kiezen van de spoelstop
Kies met de Toerental - toets Spoel
^
stop.
Het controlelampje Spoelstop brandt.
Het wasgoed blijft na de laatste spoel gang in het water liggen. Dat heeft het voordeel dat het wasgoed minder kreukt wanneer u het niet direct uit de trommel haalt.
Toch eindcentrifugeren:
Kies een toerental.
^
De automaat begint met centrifugeren.
– Beëindigen programma
:
^ Druk op de Deur - toets.
Het water wordt afgepompt.
^ Druk opnieuw op de Deur - toets.
De deur gaat open.
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het eind­centrifugeren
^
Kies Zonder centrifugeren.
Na de laatste spoelgang wordt het wa ter afgepompt en wordt de kreukbevei liging ingeschakeld. In de programma's Automatic, Witte / Bonte was, Fijne was en Express wordt een spoelgang ingelast.
-
-
-
-
21
Loading...
+ 47 hidden pages