Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u de droogautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 07 136 020
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Wat doen wij met
. . . het verpakkingsmateriaal?
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug.
. . . een afgedankt apparaat?
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij
het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat,
kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor
de gezondheid en het milieu.
-
Tips om energie te besparen
Voordat u het wasgoed gaat drogen
^
kunt u dit het beste met een zo hoog
mogelijk toerental in de wasautomaat
centrifugeren.
Zo bespaart u bij het drogen ca.
30 % energie en tijd, wanneer u bijv.
met 1600 omw/min centrifugeert in
plaats van met 800 omw/min.
Benut voor ieder droogprogramma
^
de maximale beladingscapaciteit van
de trommel. Zie hiervoor het hoofd
stuk: "Programma-overzicht". Het
energieverbruik is dan, gerelateerd
aan de totale hoeveelheid wasgoed,
het gunstigst.
^ Voorkom dat de droogprogramma’s
meer energie verbruiken en langer
duren dan nodig is en wel:
– door ervoor te zorgen dat er tijdens
het droogprogramma voldoende
lucht wordt toegevoerd;
– door iedere keer nadat u de droog-
automaat heeft gebruikt het pluizen
filter te reinigen, dat in de pluizenfil
terhouder van de deur zit;
-
-
-
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek
tronische apparatuur.
Vraag uw handelaar indien nodig om
inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen.
2
–
door de luchtafvoerleiding en de on
derdelen daarvan regelmatig te con
troleren en eventuele pluisjes te ver
wijderen.
^
Hoe minder bochten en krommingen
-
-
de luchtafvoerbuis heeft, des te ge
ringer de weerstand is wanneer de
lucht wordt afgevoerd.
Het drogen kost dan minder energie
en tijd.
-
-
-
-
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Deze droogautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalin
gen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees de gebruiksaanwijzing daarom
eerst aandachtig door voordat u uw
apparaat voor het eerst gebruikt.
Hierin vindt u belangrijke instructies
betreffende de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van de
droogautomaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Deze droogautomaat is alleen be
~
stemd voor huishoudelijk gebruik.
Deze droogautomaat is uitsluitend
~
bestemd voor het drogen van textiel dat
in water is gewassen en volgens de
aanwijzingen van de fabrikant op het
onderhoudsetiket in de droogautomaat
mag worden gedroogd.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver
antwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een fou
tieve bediening.
Personen die op grond van hun
~
fysieke of psychische gesteldheid, hun
onervarenheid of gebrek aan kennis
van de droogautomaat niet in staat zijn
om het apparaat veilig te bedienen, mogen deze automaat alleen gebruiken
als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
-
-
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de automaat.
Wanneer er kinderen in huis
zijn
Wanneer er kinderen in de buurt van
~
de droogautomaat zijn, houd ze dan
goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze
niet met het apparaat gaan spelen.
Kinderen mogen de droogautomaat
~
alleen dan zonder toezicht gebruiken,
als ze weten hoe het apparaat werkt en
wat voor gevaar zij lopen wanneer ze
de automaat fout bedienen.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
~
wordt geplaatst of het zichtbaar be
schadigd is.
Een beschadigde droogautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
Voordat u de droogautomaat aan
~
sluit dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektrici
teitsnet te vergelijken.
Deze moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
~
droogautomaat is uitsluitend gegarandeerd als hij wordt aangesloten op een
aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman/vakvrouw controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of bescha
digde aarddraad.
Gebruik om veiligheidsredenen
~
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
beeld oververhitting.
Reparaties mogen alleen door
~
Miele-vakmensen worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico's voor de ge
bruiker opleveren, waarvoor Miele niet
aansprakelijk kan worden gesteld.
-
-
Defecte onderdelen mogen alleen
~
door originele Miele-onderdelen worden
vervangen.
Alleen van deze onderdelen kunnen wij
u garanderen dat zij volledig voldoen
aan de veiligheidseisen die wij aan
onze apparaten stellen.
Wanneer de aansluitkabel is be
~
schadigd, moet de kabel door erkende
vakmensen worden vervangen.
Wanneer er een storing moet wor
-
~
den verholpen of wanneer de droogau
tomaat moet worden gereinigd, mag er
geen elektrische spanning op het ap
paraat staan.
Dit is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de instal-
latie is uitgeschakeld,
– of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
Wanneer dit apparaat op een niet-
~
stationaire locatie (bijv. op een boot of
in een camper) moet worden geplaatst,
mag het uitsluitend door een vakman /
vakvrouw worden ingebouwd en aange
sloten. Hierbij moet aan alle voorwaar
den voor een veilig gebruik worden vol
daan.
Voer geen wijzigingen aan het appa
~
raat uit die niet uitdrukkelijk door Miele
zijn toegestaan.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
In verband met brandgevaar mag
~
textiel niet worden gedroogd wanneer
het
niet gewassen is.
–
niet grondig genoeg gereinigd is en
–
daardoor nog olie-, vet- of crèmeres
ten bevat.
Het gaat hier bij voorbeeld om textiel
uit keukens of schoonheidssalons.
Bij textiel dat niet voldoende gerei
nigd is bestaat zelfs na afloop van
het droogprogramma en zelfs buiten
de droogautomaat nog gevaar voor
brand.
– brandgevaarlijke reinigingsmiddelen
bevat of resten van aceton, alcohol,
wasbenzine, petroleum, vlekverwijderaar, terpentine, was, wax remover of
chemicaliën bevat.
Het gaat hier bij voorbeeld om allerlei
soorten schoonmaakdoekjes.
– resten van haarversteviger, haar-
spray, nagellakremover en dergelijke
bevat.
Reinig dit soort sterk vervuild textiel
grondig en wel met voldoende was
middel en op een hoge temperatuur.
Was dit textiel zonodig twee keer.
-
-
In verband met brandgevaar mogen
~
de volgende soorten textiel of produc
ten nooit in de droogautomaat worden
gedroogd.
Textiel en producten die rubber of
–
schuimrubber bevatten, zoals water
dicht textiel, hoofdkussens en
-
douchemutsen.
Textiel en producten die vullingen be
–
vatten en die beschadigd zijn, zodat
de vullingen eruit kunnen vallen.
Het gaat hier bij voorbeeld om kus
sens en jacks.
Op de verwarmingsfase volgt bij
~
veel programma's de afkoelfase.
Daarmee kunt u er zeker van zijn dat
het wasgoed niet zo heet wordt dat het
verbrandt en beschadigd raakt.
Pas hierna is het programma afgelopen.
Haal alle stukken wasgoed dan direct
uit de automaat.
Waarschuwing: Schakel de droog-
~
automaat nooit uit voordat het droog
programma afgelopen is, tenzij u alle
stukken wasgoed direct uit de automaat
haalt en zo ophangt dat de warmte eruit
kan.
Gebruik wasverzachters en soortge
~
lijke producten altijd volgens de aanwij
zingen van de fabrikant.
-
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze droogautomaat mag niet zon
~
der pluizenfilter of met een beschadigd
pluizenfilter worden gebruikt.
Het pluizenfilter moet regelmatig
~
worden gereinigd!
Deze droogautomaat mag niet zon
~
der luchtafvoerbuis worden gebruikt.
Deze droogautomaat mag niet op
~
een schoorsteen worden aangesloten
die voor andere doeleinden wordt ge
bruikt.
Plaats uw droogautomaat niet in
~
vorstgevoelige ruimten.
Temperaturen die duidelijk onder het
vriespunt liggen hebben een negatief
effect op de werking van het apparaat.
De kamertemperatuur mag tussen de
+2°C en de +35°C liggen.
Controleer regelmatig alle onderde-
~
len van de luchtafvoerleiding (bijv.
muurdoorvoering, buitenrooster en
bochten) op luchtdoorlaatbaarheid.
Het is mogelijk dat zich pluisjes vastzetten waardoor de lucht niet meer goed
kan worden afgevoerd.
Wilt u een buis op het apparaat aanslui
ten die al eerder is gebruikt, controleer
deze dan eerst.
-
-
-
Wanneer geisers, gaskachels of ko
~
lenkachels met schoorsteenaansluiting
in dezelfde ruimte, in aangrenzende
ruimten of in dezelfde woning zijn geïn
stalleerd en de onderdruk 4 Pa of meer
bedraagt, bestaat het gevaar dat gas
sen worden teruggezogen.
Daardoor bestaat gevaar voor verstikking en vergiftiging .
Voorkom onderdruk door voldoende te
ventileren. Dat kunt u doen door:
openingen in de muur die niet kun
–
nen worden afgesloten of door
een raamschakelaar waarmee de
–
droger alleen kan worden ingeschakeld wanneer het raam openstaat.
Laat een vakman/vakvrouw controleren
of de onderdruk lager is dan 4 Pa en of
bovenstaande apparaten veilig kunnen
worden gebruikt.
Zorg ervoor dat de ruimte waar de
~
droogautomaat is opgesteld stof- en
pluisvrij is.
Vuildeeltjes in de aangezogen lucht
kunnen verstoppingen veroorzaken.
-
-
-
-
-
-
De uitgestoten lucht van de droog
~
automaat mag niet via een schoorsteen
of een schacht worden afgevoerd die
ook wordt gebruikt voor de afvoer van
rook en gas van hitteproducerende ap
paraten.
Gebeurt dat wel, dan bestaat het ge
vaar dat rook en gassen worden terug
gezogen.
8
-
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Leun niet op de deur.
~
Doet u dat wel, dan gaat de droogauto
maat kantelen.
Sluit de deur iedere keer nadat u de
~
droogautomaat heeft gebruikt.
Zo voorkomt u dat
kinderen of huisdieren in het appa
–
raat kruipen
en dat kinderen er voorwerpen in
–
stoppen.
Spuit de droogautomaat niet nat.
~
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
~
mogen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
-
-
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabri
kant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar even
tueel het gevolg van is.
-
-
9
Algemeen
Bedieningspaneel
a Programmakeuze - toetsene-
met controlelampjes
Met deze toetsen kunt u een droog
programma kiezen.
b Extra functie - toetsen
met controlelampjes
Met deze toetsen kunt u (een) extra
functie(s) in- of uitschakelen.
c Droogtegraad - toets
met controlelampjes
Met deze toets kunt u een droogtegraad bij een programma kiezen.
d Controlelampjes voor het Verloop
van het programma
Deze lampjes laten u tijdens het droog
programma zien welke fase in het pro
grammaverloop is bereikt.
e Zoemer - toets
Met deze toets kunt u de zoemer inof uitschakelen.
Deze gaat na afloop van een pro
gramma.
f Controle - lampjes
Deze geven een probleem aan.
Zie hoofdstuk: "Nuttige tips".
g Start/Stop - toets
Met deze toets kunt u:
-
een gekozen droogprogramma
starten
-
-
en een gestart programma afbreken.
Het controlelampje gaat knipperen
wanneer u een programma kiest en
gaat branden wanneer u het gekozen
programma start.
h Voorprogrammering - toets
Met deze toets kunt u het tijdstip dat
het door u gekozen programma start
max. 24 uur van te voren instellen.
Het controlelampje gaat knipperen
wanneer u van deze functie gebruik
maakt en gaat branden wanneer de
voorgeprogrammeerde tijd wordt af
geteld.
-
i Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur van de
droogautomaat openen, ook als er
geen spanning op staat.
j I-Aan/0-Uit - toets
Met deze toets kunt u de droogauto
maat in- en uitschakelen
en een programma onderbreken.
k Display
Het display kan verschillende dingen
aangeven.
Zie volgende bladzijde.
-
-
10
Algemeen
Specifieke kenmerken
Display
Het display kan verschillende dingen
aangeven
Programmaduur (resttijd)
–
Wanneer u een droogprogramma start
zonder gebruik te maken van de voor
programmering, geeft het display de tijd
aan die een gekozen programma onge
veer gaat duren, de zogenaamde rest
tijd.
Voorgeprogrammeerde tijd
–
Wanneer u een droogprogramma kiest
en gebruik maakt van de voorprogrammering, dan geeft het display aan hoelang het nog duurt voordat het gekozen
programma begint.
– Programmeerfuncties
Met deze programmeerfuncties kunt u
een aantal varianten programmeren om
het droogprogramma nog beter af te
stemmen op het soort wasgoed en de
manier waarop u dit wilt drogen.
Bij het programmeren ziet u de verschil
lende varianten in het display.
-
-
Resttijdprognose
Wanneer u een droogprogramma start,
geeft het display aan hoe lang dit pro
gramma vermoedelijk gaat duren. Dit is
dus een prognose.
De tijd die een droogprogramma nodig
heeft kan per droogbeurt verschillen en
wel door de volgende factoren:
restvocht na het centrifugeren
–
textielsoort
–
hoeveelheid wasgoed
–
kamertemperatuur
–
– verschillen in netspanning
De droogautomaat beschikt over elektronica die zich instelt op het wasgoed
dat zich in de droogautomaat bevindt
en het wasgoed telkens controleert.
De resttijd wordt tijdens de droogbeurt
telkens opnieuw berekend en in het display aangepast. De tijd in het display
kan daardoor behoorlijke sprongen maken. De prognose wordt in de loop van
een droogbeurt steeds preciezer.
Ook de programma's Wol en Strijken
rrr kunnen voortijdig worden beëin
digd, wanneer er een bepaalde tempe
ratuur is bereikt. Dat kan het geval zijn
wanneer het om bijzonder fijn wasgoed
gaat of wanneer er al eerder is ge
droogd.
-
-
-
-
11
Algemeen
Tiptoetsen en controlelampjes
De meeste toetsen hebben een contro
lelampje.
Iedere keer wanneer er op zo'n toets
wordt gedrukt, gaat het daarbij beho
rende controlelampje aan of juist uit.
Programma-actualisering (Update)
Op het controlelampje dat met PC is
aangeduid kunnen onze technici de
droogprogramma's controleren, up
daten en in het geheugen van de
droogautomaat opslaan.
Elektronische afsluitfunctie
Met het inschakelen van de elektronische afsluitfunctie voorkomt u dat uw
apparaat door vreemden kan worden
gebruikt.
Programmeerfuncties
Zie onder "Display".
Trommelverlichting
-
-
-
Wanneer de droger is ingeschakeld en
de deur wordt geopend, gaat de trom
melverlichting aan.
Blijft de deur open, gaat de verlichting
na een paar minuten uit. Dat bespaart
energie.
12
-
Tips voor het drogen van textiel
Symbolen in het etiket
Controleer voordat u wasgoed in de
droogautomaat wilt gaan drogen,
welke symbolen in het etiket zijn af
gebeeld.
q Drogen op een normale temperatuur
r Drogen op een lage temperatuur
s Niet geschikt om in de droogauto
maat te worden gedroogd
-
-
Verdere tips
Benut voor ieder droogprogramma
–
de maximale beladingscapaciteit van
de trommel. Zorg er dus voor dat u
de trommel niet te licht, maar ook niet
te zwaar belaadt.
Zie hiervoor het hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Een te zware belading is slecht voor
het wasgoed, heeft een negatief effect op het droogresultaat en werkt
kreukvorming in de hand.
–
Droog geen textiel dat nog druipnat
is. Centrifugeer het wasgoed na het
wassen minstens nog 30 seconden.
–
Droog gevoelig wasgoed met het
droogsymbool r met de extra func
tie Temperatuur laag.
–
Droog een gemengde belading van
katoenen en kreukherstellend textiel
in het programma Automatic.
–
Doe rits of knopen van jasjes dicht
voordat u ze gaat drogen.
Zo worden de jasjes gelijkmatig ge
droogd.
-
Wol en wolmengweefsels
–
neiging te vervilten en te krimpen.
Droog deze soorten textiel alleen in
het speciale programma Wol.
Dons
–
–
– T-shirts en ondergoed
–
-
–
heeft afhankelijk van de kwali
teit de neiging om te krimpen.
Droog textiel met dons daarom alleen
in het speciale programma Strijkenrrr.
Droog zuiver linnen
maat als dat volgens het etiket ge
oorloofd is. Het kan nl. ruw worden.
Mag het worden gedroogd, doe dat
dan alleen in het programma Strijkenrrr.
wanneer ze voor het eerst worden
gewassen.
Droog ze dus niet te lang en te heet
om te voorkomen dat ze nog verder
krimpen.
Koop dit soort textiel eventueel één of
twee maten te groot.
Kreukherstellend wasgoed
te meer kreuken, naarmate de auto
maat voller beladen is.
Dat geldt vooral voor zeer gevoelig
textiel, bijv. blouses en overhemden.
Verminder de belading of gebruik het
programma Overhemden.
Gesteven wasgoed
droogautomaat drogen.
Doseer echter vóórdat u gaat wassen
de dubbele hoeveelheid stijfsel voor
hetzelfde effect.
hebben de
alleen in de auto
-
krimpen vaak
gaat des
kuntuinde
-
-
-
13
Tips voor het drogen van textiel
Was nieuw, gekleurd textiel
–
grondig uit voordat u het voor het
eerst droogt en droog het niet samen
met lichtgekleurd wasgoed.
Doet u dat wel, dan kan het nieuwe
wasgoed afgeven op het lichtge
kleurde textiel en op kunststof onder
delen van de droger.
Kledingstukken met beschadigde
–
vullingen (bijv. kussens of jacks) mo
gen niet in de automaat worden ge
droogd.
Wanneer de vulling er uitkomt kan
dat brand veroorzaken.
eerst
-
-
-
-
14
Zo droogt u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb
ben over hoe u de droogautomaat moet
bedienen, kunt u de met cijfers aange
duide stappen (A, B, C ...) aanhou
den.
A Het sorteren en inspecteren van
het wasgoed
Het sorteren van het wasgoed
Haal het op elkaar gepropte gewas
^
sen wasgoed uit elkaar en sorteer het
naar:
...gewenste droogtegraad;
...textielsoort;
...grootte;
...restvocht na het centrifugeren.
Zo krijgt u een gelijkmatig droogresultaat.
Het inspecteren van het wasgoed
,
Verwijder eventuele voorwerpen
uit het wasgoed die er niet horen, zoals doseerbolletjes. Dit soort voor
werpen kunnen tijdens het droog
programma smelten en het apparaat
en het wasgoed beschadigen.
-
-
-
-
-
-
Bind ceintuurs en schortenbandjes
^
aan elkaar.
Maak losgeraakte bh-beugels vast of
^
verwijder ze.
B Het inschakelen van de automaat
Schakel de automaat met de
^
I-Aan/0-Uit - toets in.
U kunt de droger ook inschakelen na
dat u de trommel heeft gevuld.
In dat geval gaat de trommelverlichting
niet aan.
-
^
Bekijk alle zomen en naden en con
troleer of er geen vullingen uit kunnen
komen.
^
Knoop dekbedovertrekken en kus
senslopen dicht, zodat er geen
kleinere stukken wasgoed in kunnen
komen.
^
Doe ritssluitingen dicht.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
-
-
15
Zo droogt u goed
C Het vullen van de trommel
Druk op de Deur - toets.
^
Doe de deur open.
^
Leg het wasgoed in de trommel.
^
Benut voor ieder droogprogramma
de maximale beladingscapaciteit
van de trommel. Zie hiervoor het
hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Zorg er dus voor dat u de trommel
niet te licht maar ook niet te zwaar
belaadt. Een te zware belading is
slecht voor het wasgoed, heeft een
negatief effect op het droogresultaat
en werkt kreukvorming in de hand.
^ Controleer eerst of het pluizenfilter
goed in de pluizenfilterhouder in de
deur is geplaatst.
Sluit de deur met een lichte klap.
^
U kunt de deur ook op een kier zetten
en dichtdrukken.
Let erop dat er geen stukken was
goed tussen de deur kunnen komen,
want deze kunnen beschadigd ra
ken.
16
-
-
Zo droogt u goed
D Het kiezen van een programma
^ Druk zo vaak op toets e of op toets
- onder Programmakeuze, totdat het
controlelampje gaat branden van het
programma dat u wilt hebben.
Ook onder Extra functies of onder
Droogtegraad gaan er controlelampjes
branden.
De programma's Automatic, Wit
te/Bonte was, Fijne was, Overhem
den, Jeans
^ Druk zo vaak op de toets onder
Droogtegraad, totdat het controlelampje gaat branden van de droogtegraad die u wilt hebben.
Bij Witte/Bonte was zijn alle droogtegra-
den mogelijk; bij de andere programma's is dat niet het geval.
-
-
De duur van deze droogprogramma's is
o.a. afhankelijk van het restvocht na het
centrifugeren, de textielsoort en de hoe
veelheid wasgoed en kan dus per
droogbeurt verschillen.
Bij de programma's Strijken rrr , Wol,20 min Warme lucht en Koude lucht kan
geen droogtegraad worden gekozen.
Programma's Wol, Strijken rrr
De duur van deze programma's ligt vast.
Programma's 20 min Warme
lucht/Koude lucht
Ook de duur van deze programma's ligt
vast.
17
-
Zo droogt u goed
E Het in- of uitschakelen van (een)
extra functie(s) / van de zoemer
Met de twee toetsen onder Extra functies kunt u extra functies in- of uitscha-
kelen.
Wanneer u een extra functie in- of uitschakelt, gaat het daarbij behorende
controlelampje branden, resp. uit.
^ Iedere keer wanneer u op de boven-
ste toets drukt schakelt u één
functie in (en de daarvoor ingescha
kelde functie uit) of u schakelt geen
extra functie in.
Bij een aantal programma's is Temperatuur laag een vast onderdeel en kan
niet worden uitgeschakeld.
^
Met de onderste toets schakelt u de
kreukbeveiliging in of uit.
Wanneer u Koude lucht
^
kies dan eerst het programma
20 min Warme lucht en druk daarna
zo vaak op de bovenste toets, totdat
het controlelampje Koude lucht
brandt.
wilt kiezen,
extra
Het in- of uitschakelen van de zoe
mer
Met de Zoemer - toets kunt u de zoemer
in- of uitschakelen.
Wanneer u de zoemer in- of uitschakelt,
gaat het daarbij behorende controle
lampje aan, resp. uit.
Wanneer de zoemer is ingeschakeld,
klinkt er na afloop van het programma
max. 1 h met regelmatige tussenpo
zen een zoemer.
De zoemer kunt u ook na het starten
van het programma in- of uitschakelen.
De permanente zoemtoon bij storingen
heeft met deze zoemer niets te maken.
U kunt de toonhoogte van de zoemer
veranderen en wel als volgt.
^ Kies een programma.
^ Druk zolang op de Zoemer - toets, tot-
dat de gewenste toonhoogte is inge-
-
steld.
Het controlelampje Zoemer moet daar
bij branden.
-
F Het voorprogrammeren van de
programmastart
U kunt het tijdstip dat het door u geko
zen programma moet starten maximaal
24 uur (24^) van te voren instellen.
Zie hoofdstuk: "Voorprogrammering".
-
-
-
-
-
Zie ook hoofdstuk: "Extra functies".
18
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.