Miele T 495 C User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing Condensdroger T 495 C
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voordat u dit toestel installeert en in gebruik neemt. Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid en vermijdt u schade aan uw apparaat. M.-Nr. 04 938 461
*
Inhoud
Inhoud
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Korte handleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Opmerkingen omtr ent het wasgoed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Zo droogt u juist
Tips om stoom te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
1 Het toestel inschakelen en de was in de trommel doen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
2 Een programma kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
3 Bijkomende functies kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
4 Een programma starten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Na het drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Van programma veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Programmeerfunctie ’aanpassing droogtegraad’. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Programmeerfunctie ’zoemer’. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Programmeerfunctie ’memory’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Programmeerfunctie ’kreukbeveiliging’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Opvragen en opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
2
Inhoud
Reiniging en onderhoud van het toestel
Pluizenzeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
De droogautomaat zelf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
De condenswaterbak leegmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Warmtewisselaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Wat gedaan als . . . ? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Naverkoopdienst
Herstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het programma updaten (moderniseren) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Opstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Condenswaterafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Verbruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
3
Beschrijving van het toestel
Beschrijving van het toestel
1 Aansluitsnoer 2 Condenswaterbak 3 Bedieningspaneel 4 Deur 5 Luik voor de warmtewisselaar
(condensor)
6 Afvoerslang voor het condenswater 7 Vier in de hoogte verstelbare voetjes
4
Bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
bToets ‘I-aan/0-uit’
om het toestel in en uit te schakelen of een programma te onderbreken. Is het toestel ingeschakeld, dan brandt de trommelverlichting als u de machine­deur opendoet.
cToets ‘deur’
om de deur te openen of het program­ma af te breken. Deze toets springt meteen weer uit.
dToets ‘START’
om een droogprogramma te starten. Het controlelampje: – knippert als u het programma kan
starten,
– blijft branden na de start van het pro-
gramma.
eToetsen voor bijkomende functies
Controlelampje: aan = ingeschakeld
uit = uitgeschakeld
fProgrammakiezer
Deze knop kan u zowel naar rechts als naar links draaien.
gVerklikkerlichtjes voor program-
maverloop en controle
Deze lampjes worden in de rubriek ’Wat gedaan als ...’ beschreven.
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
De verpakking recycler en
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal geko­zen, dat het milieu verdraagt en dus op­nieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge­spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet gewoon met het vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerter­rein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waarde­vol materiaal. Geef uw oud toestel dus niet gewoon met het grof huisvuil mee. Vraag liever inlichtingen aan uw ge­meentebestuur of aan het dichtstbijzijn­de autowrak- of schrootverwerkend be­drijf omtrent de mogelijkheden om die stoffen opnieuw te gebruiken. Hou te­vens rekening met de gelijknamige ru­briek in de “Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen’.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Lees uw gebruiksaanwijzing voor­dat u uw droogautomaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmer­kingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. U zorgt zo voor uw eigen veiligheid en vermijdt schade aan uw apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Uw droogautomaat is uitsluitend
bestemd om in water gewassen textiel te drogen. Droog enkel wasgoed dat volgens het onderhoudsetiket voor de droogautomaat geschikt is. Andere toepassingen zijn misschien gevaarlijk. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door onjuiste be­diening of verkeerd gebruik.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd indien het op een volgens de voor­schriften geïnstalleerd aardingssys­teem is aangesloten. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. In geval van twijfel dient u uw insallatie door een vakman te la­ten nakijken. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Dit toestel beantwoordt aan de
voorgeschreven beveiligingsbepa­lingen. Door ondeskundige reparaties kunnen er onvoorziene risico’s opdui­ken voor wie het toestel gebruikt. Daar kan de fabrikant niet aansprakelijk voor worden gesteld. Herstellingen mag u uitsluitend laten uitvoeren door vaklui die door de firma Miele erkend zijn.
Technische veiligheid
Zie na of het toestel geen uiterlijk
zichtbare schade vertoont voordat u het opstelt. Een beschadigd toestel mag u nooit opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
aansluiting (smeltveiligheden, spanning en frequentie) op het type­plaatje met die van het elektriciteitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien indien u niet zeker bent.
Bij storingen of bij reiniging en on­derhoud is uw toestel pas van het
stroomnet losgekoppeld indien – de stekker uit het stopcontact is ge-
trokken of
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoeren. Er bestaat risico op oververhitting.
Defecte onderdelen mogen enkel
worden vervangen door originele Miele-vervangstukken. Enkel daardoor bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele op het stuk van veiligheid stelt.
Gebruik
Stel uw droogautomaat niet op in
een vertrek waar het kan vriezen. Temperaturen die duidelijk onder het vriespunt liggen, brengen de goede werking van het toestel in het gedrang. Bevroren condenswater in pomp, slan­gen en condenswaterbak kan schade veroorzaken.
Maak de afvoerslang vast indien u
die in een wasbak hangt (enkel bij condenswaterafvoer buiten het toestel). Anders kan de slang wegglijden en het weglopende water schade teweegbren­gen.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo voorkomt u dat kinderen
– op de deur leunen en het toestel
doen kantelen,
– in het toestel proberen te kruipen of
er voorwerpen in verstoppen.
Er bestaat brandgevaar bij textiel dat
– schuimrubber of overwegend rubber-
achtig materiaal bevat,
– met brandbaar reinigingsmiddel
werd behandeld,
– met haarspray, nagellakoplosmiddel
e.d. in aanraking is gekomen,
– opgevuld is en waarvan het opvulsel
beschadigd is, bv. bij kussens of jassen. De losgekomen voering kan brand veroorzaken.
– met vet of olie besmeurd is.
Hou de omgeving van het toestel zoveel mogelijk vrij van stof en plui-
zen.
Condenswater is geen drinkwater.
Het kan schadelijk zijn voor mens en dier.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Het gebruik van toebehoren
Toebehoren mogen enkel worden
ingebouwd indien ze door Miele goedgekeurd zijn. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt elke waarborg of productaansprakelijkheid.
Berging van uw oud toestel
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak stekker 4en snoer onbruik­baar. Zo vermijdt u dat het toestel ver­keerd wordt gebruikt.
9
Korte handleiding
Korte handleiding
Beschrijving in een notendop
U stelt een programma in door aan de programmakiezer te draaien. Via een druk op een toets kan u daar een bijko- mende functie bij combineren.
Elk programma start nadat u op de toets ’START’ hebt gedrukt.
De controlelampjes in de aanduiding van het programmaverloop (rechts op het bedieningspaneel) vertellen u hoe­ver het programma gevorderd is.
Door het Sensitiv-droogsysteem wordt het verschil in waterkwaliteit automa­tisch weggewerkt. De gewenste droog­tegraad wordt nauwkeuriger bereikt.
De Novotronic-besturing meet de gelei­dingswaarde van het water, registreert die en compenseert de verschillen om steeds een gelijke restvochtigheid te halen.
De trommel draait ook afwisselend naar links en naar rechts. Zo wordt het was­goed gelijkmatig en behoedzaam ge­droogd.
Nadat de gewenste droogtegraad is bereikt, wordt het wasgoed afgekoeld.
Gelieve eerst de rubrieken ’Opmer­kingen omtrent uw veiligheid, waar­schuwingen’ en ’Zo droogt u juist’ te lezen.
De van getallen ( zinnen kan u gebruiken als korte hand­leiding.
1,2,3...) voorziene
1 Het toestel inschakelen en de was
inleggen
Druk om het toestel in te schakelen op de toets ’I-aan/0-uit’.
Druk op de toets ’deur’ en maak de toesteldeur open.
Leg de was losjes in de trommel. Sluit de deur.
2 Een programma kiezen
Draai de programmakizer op de gewenste droogtegraad.
3 (Een) bijkomende functie(s) kiezen
Schakel eventueel bijkomende func­ties in of uit door op de toetsen te drukken.
Op het einde van het programma volgt nog een ’kreukbeveiligingsfase’: de trommel draait met korte tussenpozen. Dit voorkomt ligplooien in het wasgoed.
U kan ook nog programmeerfuncties activeren om het toestel aan uw eigen behoeften aan te passen. Deze instellin­gen kan u steeds weer wijzigen.
10
4 Het programma starten
Druk op de toets ’START’.
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Zie goed na welk droogsymbool er op het etiket van het textiel staat voordat u gaat drogen.
Deze symbolen betekenen:
q = drogen bij normale temperatuur r = drogen bij lagere temperatuur
(druk ook op de toets ’Temperatuur laag’)
s = niet machinaal te drogen t = machinaal drogen mogelijk
Is er geen symbool voorhanden, hou dan met deze principes rekening:
Wit en bont alsook kreukherstellend
wasgoed kan u met de overeenstem­mende droogtegraad laten drogen. Zie rubriek ’Programma-overzicht’.
Delicaat wasgoed, bv. van acryl,
droogt u in het programma ’Kreuk­herstellend’. Druk daarbij ook op de toets ’Temperatuur laag’.
Volgend wasgoed mag u niet in de machine drogen:
- Wol en gemengde weefsels die wol bevatten:
vertonen de neiging te vilten of te krimpen. U kan ze wel drogen in het speciaal programma ’Finish wol’.
- Met dons gevuld textiel*:
naar gelang van de kwaliteit neigt het fijne weefsel binnenin te krim­pen.
- Zuiver linnen weefsels*:
droog die enkel machinaal zo de fa­brikant dat in het onderhoudsetiket vermeldt. Anders kan het weefsel ‘ruig‘ worden. * Deze weefsels kunnen wel drogen in het speciaal programma ’Ontkreuken’.
Tips om wasgoed te drogen:
– Gebreide textielsoorten (bv. t-shirts,
truitjes) neigen bij de eerste was­beurt te krimpen. Laat dit wasgoed niet te lang drogen. Daarmee ver­mijdt u dat het verder krimpt. Koop gebreid textiel eventueel een of twee maten groter.
Gesteven wasgoed kan in de droog­automaat worden gedroogd. Om het gewone glanseffect te verkrijgen, dient u wel de dosis stijfsel te ver­dubbelen.
– Hoe meer
u in de trommel doet, hoe groter de kans op voor heel delicaat weefsel, bv. over­hemden en bloezen.Verminder de la­ding of kies het aparte programma ‘Kreukherstellend, strijkvochtig’.
Nieuw donker textiel mag u niet samen met licht gekleurd wasgoed laten drogen. Anders loopt u het risico dat de kleur afgeeft.
Overlaad de trommel nooit! Hou steeds rekening met de maximumla­ding die in de rubriek ‘Programma­overzicht’ wordt opgegeven. An­ders wordt de was niet zo behoedzaam behandeld. Het droog­resultaat komt dan eveneens in het gedrang. Er kunnen ook meer kreu­ken optreden.
kreukherstellend wasgoed
kreuken. Dat geldt vooral
11

Zo droogt u juist

Zo droogt u juist
Tips om stoom te besparen
Laat de was in de wasautomaat tegen het hoogste toerental centrifugeren. Zo spaart u bij het drogen ca. 30 % tijd en stroom zo u de was tegen 1600 i.pl.v. 800 t.p.m. laat centrifugeren.
Gebruik tijdens het droogprogram­ma de volledige trommellading. Stop
niet te veel noch te weinig was in de trommel. Zie rubriek ’Programma-
overzicht’. Het stroomverbruik voor de hele lading is zo het gunstigst.
Sorteer het textiel zoveel mogelijk vol­gens – de vezel- en weefselsoort, – de gewenste droogtegraad, – het formaat en de restvochtigheid
na het centrifugeren. Zo verkrijgt u een gelijkmatig droog­resultaat.
Verwijder wasmiddelkorfjes, doseer­bekers e.d. uit het wasgoed. Deze objecten kunnen tijdens het drogen smelten en schade teweegbrengen aan toestel en wasgoed.
Leg het wasgoed losjes in de trom­mel.
Overlaad de trommel nooit. De was wordt dan niet zo behoedzaam behandeld. Het droogresultaat komt dan eveneens in het gedrang.
Doe de toesteldeur dicht.
Zorg voor een degelijke ventilatie van het vertrek waar het toestel moet werken.
1 Het toestel inschakelen en
de was in de trommel doen
Knoop dekbedovertrekken en kus­senslopen dicht. Zo komen er geen kleinere stukken wasgoed in terecht.
Sluit ritsen en knoop linten en schor­tenbanden samen.
Druk op de toets ’I-aan/0-uit’. Druk op de toets ’deur’ en maak de
deur open.
12
Zorg ervoor dat er bij het sluiten geen stukken wasgoed tussen de deur geklemd zitten. Anders loopt het textiel schade op.
Zo droogt u juist
2Een programma kiezen
Draai de programmakiezer in de gewenste positie.
De programmas worden uitgelegd in de rubriek ’Programma-overzicht’.
3Bijkomende functies kiezen
Door op een toets te drukken kan u bijkomende functies in- of uitschake­len.
Controlelampje: aan = ingeschakeld,
uit = uitgeschakeld.
Bijkomende functie ‘Kort’
De programmaduur wordt verkort.
– Om niet delicaat wasgoed te drogen.
Bijkomende functie Temperatuur laag
De droogtemperatuur wordt ver­laagd.
– Voor delicaat textiel (onderhouds-
symbool r), bv. van acryl.
De programmaduur wordt verlengd.
4Een programma starten
Druk op de toets ’START’.
Rechts op het bedieningspaneel gaat het controlelampje aan van de droogte­graad die het laatst werd bereikt.
Omtrent de memory-functie:
Is de memory-functie actief? Dan voert het toestel de extra functies uit, die u in het vorige droogprogramma erbij had gekozen. De controlelampjes van de bijkomende functies worden verlicht. De memory-functie vindt u verder beschreven in de rubriek ’Program- meerfuncties’.
13
Zo droogt u juist
Controlelampje Filters/condensor
Dit lampje duidt aan dat het toestel niet optimaal of niet spaarzaam werkt.
De redenen waarom het brandt, kun­nen zijn:
– de pluizenzeven in de toesteldeur en
in de vulopening zijn verstopt,
– de warmtewisselaar is verstopt. Voor u een programma start, gaat het
controlelampje Filters/condensor pas uit indien u het toestel met de toets I-aan/0-uit hebt uitgeschakeld.
Na het drogen
Zodra het droogprogramma ten einde is, gaat het controlelampje ’Kreukbevei- liging/einde aan.
Druk de toets ‘Deur’ in om de toestel­deur te openen.
Neem het wasgoed uit de trommel. Zie na of de trommel wel leeg is.
Zo er wasgoed achterblijft, kan dat bij de volgende droogbeurt schade oplopen door te lang te drogen.
Verwijder na elke droogbeurt de pluizen – uit de zeef aan de binnenzijde van
de deur – uit de zeven in de vulopening. Zie rubriek Reiniging en onderhoud van het toestel’.
Giet de condenswaterbak leeg zo er geen condenswaterafvoer is aange­sloten. Zie rubriek Reiniging en onderhoud van het toestel
14
Doe na elke droogbeurt de toestel­deur dicht en schakel het toestel uit.
Druk op de toets I-aan/0-uit om het toestel uit te schakelen.
Van programma veranderen
Nadat het programma van start is gegaan, aanvaardt het toestel geen wijzigingen meer in programmakeus en bijkomende functies.
Draait iemand de programmakiezer na de start van het programma op een ander programma, dan knippert het contrelampje drogen. Het verloop van het programma ondergaat geen veran­dering. Dat controlelampje gaat uit zo­dra u de programmakiezer weer op het oorspronkelijke programma draait.
Van programma veranderen
Wasgoed erbij leggen of uitne­men
Het programma afbreken:
Druk de toets ‘Deur’ in en maak de toesteldeur open.
– Nu kan u bv. wasgoed toevoegen of
voortijdig uitnemen.
Verder drogen:
Doe de toesteldeur dicht. Druk op de toets ‘START’.
Een nieuw programma kiezen
Eerst breekt u het programma af:
Draai de programmakiezer op Einde. Indien enkel nog het lampje ‘kreuk- beveiliging/einde brandt, is het pro­gramma afgebroken.
Daarna kiest u een nieuw programma:
Draai de programmakiezer op de gewenste droogtegraad.
Schakel eventueel bijkomende func­ties in of uit.
Druk op de toets ’START’.
– Het programma wordt voortgezet.
Bij programmas met TIJDKEUS: Na een stroomonderbreking dient u het programma opnieuw te starten zodra er weer stroom is.
15
Programma-overzicht
Programma-overzicht
Programma Soort wasgoed Maximum-
WIT EN BONT Extra droog
Textiel met verschillende
lagen dat in Kastdroog +
niet droog genoeg wordt.
Kastdroog +
Textiel met een laag of
verschillende lagen, alsook
verscheidene soorten katoen
(bv. badhanddoeken,
breigoed).
Kastdroog
Strijkvochtig
(1)
r Katoen of linnen (bv. tafel-
Strijkvochtig rr
Mangelvochtig
Gelijksoortig textiel van katoen
(breigoed, molton, badstof).
(1)
lakens en beddegoed,
gesteven wasgoed e.d.)
Katoen of linnen dat achteraf
met een professionele
strijkmachine (of mangel)
wordt gestreken; gesteven
was.
KREUKHERSTELLEND Kastdroog +
Kreukherstellend textiel van
synthetisch of gemengd
weefsel dat bij ’Kastdroog’
niet droog genoeg wordt
(bv. truien, jurken, broeken).
Kastdroog
(1)
Kreukherstellende overhemden;
tafellakens e.d. van gemengd
weefsel, bv. katoen /
synthetisch.
Strijkvochtig
Kreukherstellende overhemden;
tafellakens e.d. van gemengd
weefsel, bv. katoen /
synthetisch,
die achteraf nog wat moeten
worden gestreken.
lading
5 kg Breigoed niet extra droog
5 kg
5 kg Blijken sommige stoffen
5 kg – 5 kg Blijken sommige stukken
5 kg Het wasgoed - in afwachting
2,5 kg Laat de was minstens
2,5 kg
2,5 kg
(2)
Opmerkingen
laten drogen.
Krimprisico.
nog te vochtig, kies dan
Kastdroog +.
wasgoed nog te vochtig om
ze manueel te strijken, kies
dan liever ’Strijkvochtig r’.
van de strijkbeurt - oprollen.
Daarmee vermijdt u dat het
uitdroogt.
30 seconden centrifugeren.
(1)
Opmerking voor testinstituten: programma-instelling voor tests volgens de norm EN 61121/A11.
(2)
Gewicht van droog wasgoed.
16
Programma-overzicht
Programma Soort wasgoed Maximum-
TIJDKEUS Warme lucht
Koude lucht Aparte prog ramma’s Kreukherstellend,
strijkvochtig
Finish-wol
Ontkreuken
(2)
Gewicht van droog wasgoed.
Aparte stukken wasgoed
(bv. badhanddoek, badpak,
vaatdoek).
Stukken textiel met verschillen-
de lagen die wegens hun
samenstelling verschillende
droogeigenschappen vertonen.
Om wasgoed enkel teventileren. 5 kg
Textiel van katoen of gemengd
weefsel (bv. overhemden,
bloezen)
Wolgoed. 1 kg Wolgoed wordt even
Katoenen of linnen weefsels.
Kreukherstellend textiel
van katoen, gemengd of
synthetisch weefsel.
lading
5 kg
1 kg Het textiel wordt - naar gelang
2,5 kg Kreuken uit de voorafgegane
(2)
Opmerkingen
van de textielsoort - vrijwel
kreukloos gedroogd.
luchtig gemaakt zodat het
donzig aanvoelt.
Neem het wolgoed
meteen na afloop van het programma uit de trommel. Wol wordt in dit programma
niet volkomen droog
centrifugeerbeurt worden
beperkt.
Neem de was meteen na het
programma uit de trommel en
hang het aan de lijn of op
kleerhangers te drogen.
17
Programmeerfuncties
Programmeerfuncties
Overzicht
Met de programmeerfuncties kan u het toestel aan uw individuele behoef­ten aanpassen. Deze functies blijven in het geheugen van het toestel tot u ze wist.
U kan een enkele programmeerfunc­tie activeren of wissen ofwel allemaal.
Programmeerfunctie aanpassing droogtegraad
Het Sensitiv-systeem is berekend op stroombesparing bij het drogen. Zo u de was echter iets droger wenst, kan u de vochtigheidsgraad in alle pro- grammas wat verlagen. Afzonderlijke programmas aanpas­sen is niet mogelijk.
Deze functie werd in de fabriek niet geactiveerd.
Programmeerfunctie zoemer
Na afloop van het programma weer­klinkt herhaaldelijk een signaal.
De zoemerfunctie werd in de fabriek ingesteld. U kan ze via deze program­meerfunctie weer uitschakelen.
U kan het volume van de zoemer als volgt veranderen (meteen verandert ook de toonhoogte van de zoemer): 1 Schakel de programmeerfunctie
Zoemer in; zie volgende bladzijde, van punt
2 Druk op de toets ‘START tot het con-
trolelampje mangelvochtig uitgaat.
3 Druk weer op de toets ‘START en hou
die ingedrukt. Het controlelampje
mangelvochtig gaat aan.
4. Laat de toets START los zodra de
gewenste geluidssterkte is bereikt.
5. Zet de programmakiezer op Einde’. 6 Schakel het toestel uit met de toets
I-aan/0-uit. De verandering aan het volume van
zoemer is nu opgeslagen. Om de pleegt u de volgende bladzijde, punten
1 tot 6.
zoemer uit te schakelen raad-
1 tot 0.
Programmeerfunctie memory
De bijkomende functies die u bij een vorig programma extra hebt inge­steld, worden opgeslagen.
De memory-functie werd in de fabriek ingesteld. U kan ze via deze program­meerfunctie weer uitschakelen.
Programmeerfunctie kreukbeveiliging
18
Na afloop van het programma draait de trommel met tussenpozen. Dit ver­hindert kreuken in het wasgoed.
De kreukbeveiligingsfase werd in de fabriek ingesteld. U kan ze via deze programmeerfunctie weer uitschakelen.
Programmeerfuncties
Opvragen en opslaan
De programmeerfuncties activeert u met de toetsen voor bijkomende functies en met de programmakiezer. Deze bedieningselementen beschik­ken dus over een verborgen functie die niet op het bedieningspaneel af te lezen is.
1 Het toestel is uitgeschakeld en de
deur is dicht. De programmakiezer staat in de stand einde’.
2 Hou de toetsen ’Kort en Tempera-
tuur laag tegelijk ingedrukt en ...
3 ... zet het toestel aan met de toets
I-aan/0-uit’.
4 Laat alle toetsen los. 5 Nu knipperen de controlelampjes
Drogen en Koude lucht’.
6 Draai de programmakiezer op een
van de volgende standen:
WIT en BONT, extra droog
voor de programmeerfunctie
Aanpassing van de droogtegraad’,
7 Indien het controlelampje ‘Mangel-
vochtig nu aangaat, is de gekozen
programmeerfunctie actief.
8 Drukt u op de toets ’START, dan
schakelt u de programmeerfunctie in
of uit:
controlelampje mangelvochtig
aan = programmeerfunctie aan
uit = programmeerfunctie uit.
9 Wenst u een andere programmeer-
functie, herhaal dan de instellingen
van punt
6 tot 8. Zoniet:
0 Opslaan: Draai de programmakiezer
op einde en schakel het toestel uit
via de toets ’I-aan/0-uit’.
Programmeerfuncties uitschakelen
Voer de punten 1 tot 0 uit.
Nazien of de progr ammeerfuncties opgevraagd zijn:
Voer de punten 1 tot 7 uit.
Schakel het toestel uit. De controle is afgelopen.
WIT EN BONT, kastdroog +
voor de programmeerfunctie
Zoemer’.
WIT EN BONT, kastdroog
voor de programmeerfunctie
Memory’.
WIT EN BONT, strijkvochtig
voor de programmeerfunctie Kreukbeveiliging.
r
19

Reiniging en onderhoud van het toestel

Reiniging en onderhoud van het toestel
Pluizenzeven
Pluisjes die tijdens het drogen worden gevormd, komen in de pluizenzeven in de deur en in de vulopening terecht.
Maak alle zeven na elke droogbeurt schoon. Zo spaart u tijd en stroom.
Neem deze zeven enkel uit om ze met
water schoon te maken.
Droog al de pluizenzeven goed af
voordat u ze terugplaatst.
De droogautomaat zelf
Open de deur en trek de zeef eruit. Verwijder van alle zeven (in deur en
vulopening) de pluizen. Gebruik
daar geen spitse of scherpe voor­werpen voor!
In de holle ruimte van de deur bevin­den zich pluizen. Die verwijdert u langs de brede gleuf onderaan. In de Miele-naverkoopdienst en bij uw handelaar kan u daarvoor een bor­stel verkrijgen.
Schuif de zeef weer in de holle ruim­te en doe de toesteldeur dicht.
Zo de pluizenzeven erg plakkerig of verstopt zijn, kan u die onder stromend heet water schoonmaken.
Maak het toestel stroomloos.
Reinig. . .
. . . ommanteling en bedieningspa-
neel: met een zacht sopje;
. . . trommel en andere roestvrijstalen
onderdelen: met een geschikt reini-
gingsmiddel voor roestvrijstaal.
Gebruik geen schuur- noch oplos­middel. Reinigingsmiddel voor glas of voor universeel gebruik is ook af te raden. Dit kan schade toebren­gen aan kunststof oppervlakken en andere onderdelen. Spuit het toestel nooit met een slang af.
Wrijf alle onderdelen met een zachte
doek droog.
20
Reiniging en onderhoud van het toestel
De condenswaterbak leeg­maken
Indien er geen condenswaterafvoer is aangesloten, wordt het water dat tij­dens de droogbeurt verdampt, in de condenswaterbak opgevangen.
Giet de condenswaterbak na elk droogprogramma leeg! Ten laatste wanneer het controlelampje Reservoir ledigen’’ aangaat.
Wordt . . . . . . de droogautomaat gestart met een volle condenswaterbak of
. . . . de maximumstand van het con-
denswater bereikt bij het drogen, dan:
- brandt de led reservoir ledigen’,
- weerklinkt de zoemer,
- wordt het programma afgebroken,
- wordt het wasgoed afgekoeld en het controlelampje koude lucht verlicht.
Schuif de sluitklep open en giet de bak leeg.
Schuif de lege bak terug in het toe­stel totdat u een klik hoort.
Condenswater mag niet gedronken worden. Dat kan schade toebrengen aan de gezondheid van mens en dier.
Trek het reservoir met beide handen uit het toestel.
U kan dit water gerust in het huishou­den gebruiken, bv. voor uw stoomstrijk­ijzer of luchtbevochtiger.
Hou hiermee rekening:
Giet het condenswater, bij wijze van voorzorg, door een fijne zeef of een koffiefilter. Zo verwijdert u heel kleine pluisjes uit het water, die anders eventueel schade konden aanrichten.
21
Reiniging en onderhoud van het toestel
Warmtewisselaar
Maak het toestel stroomloos.
Kijk de warmtewisselaar minstens 2 keer per jaar na. Droogt u vaker, kijk hem dan na ca. 100 droogbeurten na. Maak hem zonodig schoon.
Plaats de knop van het deksel verti­caal naar onderen.
Neem het deksel eruit.
Hou het afneembaar luik bij het ope­nen vast en leg het terzijde.
22
Plaats beide knoppen aan de warm­tewisselaar verticaal.
Reiniging en onderhoud van het toestel
Trek de warmtewisselaar eruit.
Maak de warmtewisselaar aan de voor- en achterzijde schoon.
Wis de dichtingsrubbers aan voor- en achterzijde voorzichtig maar grondig af.
Maak de warmtewisselaar aan beide langse zijden schoon.
Zet de warmtewisselaar om af te druipen met de langse zijde op een handdoek.
Plaats hem terug zoals op de afb. links bovenaan.
Zet beide knoppen horizontaal. Ga na of de warmtewisselaar goed vastzit door hem even naar voren te trekken.
Zet het deksel weer op zijn plaats en controleer of alles goed vast zit. Anders kan er daar water uit de machine lekken.
Zet het luik terug op zijn plaats en klap het dicht.
23
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een erkend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te onderschatten ri sicos op du iken voor wie het toestel gebruikt.
Wat gedaan als . . . Oorzaak . . . Oplossing . . . . . . de trommel na he t inscha-
kelen niet begint te draaien?
. . . wasgoed van synthetische vezels na het drogen statisch geladen is?
. . . het wasgoed eventueel niet droog genoeg werd?
. . . er pluizen worden ge­vormd?
Misschien werd het toestel niet in de juiste volgorde ingescha­keld.
De lading bestond uit verschil­lende textielsoorten.
Door het droogproces komen er pluizen vrij, die zich vooral door slijtage bij het dragen en wassen op het textiel hebben gevormd. In de droogautomaat is die slijtage gering. Machinaal drogen heeft dus eigenlijk geen invloed op de levensduur van uw textiel. Dit werd door wetenschappelijk onderzoek uitgemaakt.
Herhaal het inschakelen. Zie rubriek Zo droogt u juist’.
Zit de stekker wel in het
stopcontact?
Is de deur juist gesloten?Werd de toets I-aan/0-uit
wel ingedrukt?
– Hebt u op de toets ’START
gedrukt?
Zijn de smeltstoppen van de
huisinstallatie bij het inscha­kelen van het toestel uitge­sprongen? Zo ja, doe een beroep op uw handelaar of op de Miele-naverkoopdienst.
Voeg bij de laatste spoel-
beurt in de wasautomaat wasverzachter toe. Zo neemt de statische lading af.
Kies bij de volgende droog-
beurt een geschikt programma.
24
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ? Oorzaak . . . Oplossing . . . . . . het droogproces erg lang
duurt?
. . . er zich waterdruppels aan de bovenste rand van de vul­opening gevormd hebben?
. . . er na het schoonmaken van de warmtewisselaar water uit het toestel loopt?
. . . de trommelve rlichting nie t aangaat?
. . . u de toesteldeur bij een stroomonderbreking dient te openen?
De ventilatie is ontoereikend (bv. in een klein vertrek). Misschien is de temperatuur ter plaatse sterk gestegen.
Het verluchtingsrooster onder de toesteldeur is niet vrij.
Het toestel kan de lucht niet afvoeren zoals het hoort.
Het wasgoed werd niet genoeg uitgecentrifugeerd.
Door een dubbel filtreersysteem met dubbele dichting wordt in ruime mate vermeden dat er zich storende pluizen in de warmtewisselaar afzetten. Door die dichting kan er soms wel condenswater worden gevormd.
De condensinrichting was niet goed dicht.
Die gaat enkel aan wanneer het toestel ingeschakeld is. Even­tueel is het gloeilampje defect.
Zet tijdens het drogen een
deur en/of venster open. Zo stroomt er meer lucht naar binnen.
Verwijder eventuele
voorwerpen die het verluchtingsrooster onder de deur blokkeren.
Maak de pluizenzeven in
deur en vulopening schoon.
Reinig de warmtewisselaar.Verhoog evt. het centrifugeer-
toerental in de wasautomaat.
Wasgoed dat bij het
uitnemen met deze waterdruppels in aanraking komt, is na enkele minuten weer droog.
Zie na of de warmtewisselaar
en het deksel van de condensinrichting goed dicht waren. Doe ze opnieuw dicht.
Het gloeilampje vervangen.
Zie tekst op het einde van deze rubriek.
De toesteldeur openen. Zie
tekst op het einde van deze rubriek.
25
Wat gedaan als . . . ?
Storingen en te verrichten controles die via controlelampjes word en aangedu id: Wat gedaan als . . . ? Oorzaak . . . Oplossing . . . . . . het controle lampje
drogen knippert?
. . . het controle lampje ‘Kreuk- beveiliging / einde knippert?
. . . het controle lampje Reservoir ledigen brandt?
. . . het controle lampje Filters/condensor brandt?
. . . het programm a wordt afge­broken en het controlelampje Kreukbeveiliging/einde aan­gaat?
De programmakiezer werd na de start van het programma in een andere stand gedraaid. Het programmaverloop is even­wel normaal.
Het gaat hier eventueel om een storing.
Temperaturen die merkbaar onder nul liggen, verstoren de werking van het toestel: het condenswater bevriest.
De condenswaterbak is vol.
De pluizenzeven zijn verstopt.
De warmtewisselaar is wellicht verstopt omdat die reeds geruime tijd niet is schoongemaakt.
Ligt er na de start van het programma geen wasgoed in de trommel, dan wordt dit door de electronic herkend. Het program­ma wordt dan afgebroken. Dat gebeurt ook zo u een programma start met droog wasgoed.
Zet de knop weer op het
oorspronkelijk gekozen programma: het controle­lampje gaat nu uit.
Zet het toestel uit en weer
aan.
Kies en start een programmaStel het toestel op in een
minder koud vertrek.
Knippert het lampje weer,
dan is er een technisch defect. Contacteer de Miele­naverkoopdienst.
Giet het condenswater uit.Zie na of de bak goed op zn
plaats zit.
Schakel de droogautomaat
uit met de toets ‘I-aan/0-uit’.
Maak de pluizenzeven na elk
droogproces schoon. Zie rubriek Reiniging en onderhoud van het toestel’.
Schakel de droogautomaat
uit met de toets ‘I-aan/0-uit’.
Maak af en toe de
warmtewisselaar schoon. Zie rubriek Reiniging en onderhoud van het toestel’.
26
Wat gedaan als . . . ?
De trommelverlichting werkt niet. Het lampje vervangen:
Doe de toesteldeur open.
Schakel het toestel uit door de stek­ker uit het stopcontact te trekken of de smeltveiligheden uit te schake­len voor u het lampje vervangt.
Zet het kapje stevig op zijn plaats. Zo vermijdt u dat er vocht indringt, wat kortsluiting kan veroorzaken.
Koop reservelampjes die tegen hoge temperaturen bestand zijn, bij uw han­delaar of in de Miele-naverkoopdienst.
De toesteldeur openen bij een stroomonderbreking
Schroef het afdekkapje aan de binnen­zijde boven de vulopening af.
Vervang het lampje.
Het vermogen van het lampje mag niet hoger liggen dan wat op het typeplaatje en op het kapje staat aangegeven.
Zet het kapje weer op zijn plaats en schroef het vast.
27

Naverkoopdienst

Naverkoopdienst
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op
– met uw Miele-handelaar
of
– met de Miele-naverkoopdienst. Het adres en de telefoonnummers van
onze naverkoopdienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst een beroep doet, geef dan altijd het machinetype en -nummer op. Beide ge­gevens staan vermeld op het typeplaat­je. Dat vindt u rechts onder de vulope­ning.
Voorbeeld:
Het programma updaten (moderniseren)
Op het bedieningspaneel vindt u een controlelampje met de markering ‘PC’. Deze led dient de naverkoopdienst als contactpunt voor de actualisering van het programma (PC = program correc­tion).
Bij de aanpassing van de elektronische besturing van uw toestel kan er dan rekening worden gehouden met ontwik­kelingen in textielsoorten en droogpro­cédés.
Miele zal de mogelijkheid om een pro­gramma te actualiseren tijdig bekend­maken.
28
Opstellen
Om een perfecte werking te waarbor­gen, moet de automaat horizontaal wor­den opgesteld. Door lichte afwijkingen komt de goede werking van het toestel echter nog niet in het gedrang.
Opstellen
Blokkeer nooit het verluchtingsroos­ter onder de toesteldeur. Anders is er geen voldoende toe­voer van koele lucht gewaarborgd.
Deze droogautomaat mag niet wor­den ingebouwd!
U kan deze droogautomaat met een Miele-wasautomaat tot een was- en droogzuil combineren. Daarvoor is er een tussenset* vereist.
Onderdelen met een * zijn in de Miele-naverkoop­dienst en bij uw Miele-handelaar verkrijgbaar.
Oneffenheden in de vloer kan u weg­werken door aan de machinevoetjes te draaien.
29
Opstellen
Condenswaterafvoer
Het condenswater kan rechtstreeks worden afgevoerd. Daartoe dient er in de omgeving wel een afvoermogelijk­heid voorzien te zijn. Bv. een wastafel, een sifon of een afvoerputje in de vloer.
Maximumafvoerlengte: 3 meter, maximumopvoerhoogte: 1 meter.
Meegeleverd toebehoren:
2 m afvoerslangslangbeugeltuit voor de afvoerslangslangklem.
Schuif de afvoerslang op de afvoer­tuit.
Bevestig de afvoerslang terdege met de slangklem.
Zorg ervoor dat de slang geen knik vertoont!
Schroef de slangklem van de afvoer­tuit aan de achterzijde van het toe­stel los.
Trek er de rubber dop af.
30
Opstellen
Opdat er geen water in het toestel terug­stroomt, is uw condensdroger steeds voorzien van een terugstroombeveiliging.
Met het onderste gedeelte van de rubberen dop sluit u de watertoevoer naar de condenswaterbak af. Duw de grote dop naar achteren. Dan kan u de condenswaterbak zonder problemen inschuiven.
Aansluiting op een sifon van een wasbak
De slangklem (1) en de gekartelde moer (2) van de sifon over de afvoer­slang schuiven.
De meegeleverde tuit (3) in de af­voerslang steken.
De afvoerslang met behulp van de gekartelde moer op de sifon draaien.
Draai de slangklem meteen achter de gekartelde moer vast.
31
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
Uw droogautomaat is voorzien voor aansluiting op eenfasige stroom 230 V, 50 Hz. Hij is uitgerust met een geaarde stekker en een ca. 2 m lange kabel.
De aansluiting mag uitsluitend gebeu­ren op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha­kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
Sluit uw toestel in geen geval aan op verlengsnoeren. Zo vermijdt u brandrisi­cos.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en vereiste smeltstoppen vindt u op het ty­peplaatje. Vergelijk die zorgvuldig met de gegevens van uw elektrische instal­latie.
32
Verbruik
Programmas Lading Centrifugeertoerental
kg t.p.m. kWh minuten
WIT en BONT wasgoed Extra droog
Kastdroog +
Kastdroog Kastdroog
Strijkvochtig rr Strijkvochtig
Mangelvochtig
(1)
rr 5 1200
(1)
5 1200
5 1200
5 800 (70 % restvochtigheid) 3,5 88
5 1200
5 800 (70 % restvochtigheid) 2,85 74
5 1200
(in een huishoudelijke
wasautomaat)
1400 1600
1400 1600
1400 1600
1400 1600
1400 1600
Stroom­verbruik
3,4 3,3 3,0
2,9 2,75 2,45
2,75
2,6 2,35
2,1 1,95 1,65
1,7 1,55 1,25
Verbruik
Droogtijd
incl. afkoeltijd
84 81 74
74 71 64
71 68 62
57 54 47
47 44 38
KREUKHERSTELLEND wasgoed Kastdroog Strijkvochtig Speciale programma’s Finish wol Ontkreuken
(1)
Testprogramma volgens EN 61121/A11.
Gegevens berekend volgens de norm EN 61121/A11.
Deze cijfers kunnen wijzigingen ondergaan onder meer door het verschil in textielsoort, in het ge­wicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na het centrifugeren en door schommelin­gen in de stroomvoorziening.
(1)
2,5 1000 (50 % restvochtigheid) 1,3 44
2,5 1000 1,15 39
1 0,2 3
2,5 0,3 8
33
Technische gegevens
Technische gegevens
Hoogte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
850 mm (verstelbaar +10/-5 mm)
Breedte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Diepte (incl. afstand tot de muur) . . . .
Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Trommelinhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Capaciteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud condenswaterbak
Maximum opvoerhoogte . . . . . . . . . . .
Maximum afvoerlengte. . . . . . . . . . . . .
Aansluitspanning . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aansluitwaarde . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Smeltveiligheden . . . . . . . . . . . . . . . . .
Stroomverbruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verkregen labels . . . . . . . . . . . . . . . . .
595 mm
600 mm met deksel
52 kg
103 l
5 kg droog wasgoed
ca. 4 l
1 m
3 m
zie typeplaatje
}
zie rubriek ’Verbruik’
radio- en T.V.-ontstoring, VDE
34
35
Wijzigingen voorbehouden/001 0400
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...