Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voordat u dit toestel installeert
en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw apparaat.M.-Nr. 04 938 461
1 Aansluitsnoer
2 Condenswaterbak
3 Bedieningspaneel
4 Deur
5 Luik voor de warmtewisselaar
(condensor)
6 Afvoerslang voor het condenswater
7 Vier in de hoogte verstelbare voetjes
4
Bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
bToets ‘I-aan/0-uit’
om het toestel in en uit te schakelen of
een programma te onderbreken. Is het
toestel ingeschakeld, dan brandt de
trommelverlichting als u de machinedeur opendoet.
cToets ‘deur’
om de deur te openen of het programma af te breken. Deze toets springt
meteen weer uit.
dToets ‘START’
om een droogprogramma te starten.
Het controlelampje:
– knippert als u het programma kan
starten,
– blijft branden na de start van het pro-
gramma.
eToetsen voor bijkomende functies
Controlelampje: aan = ingeschakeld
uit= uitgeschakeld
fProgrammakiezer
Deze knop kan u zowel naar rechts als
naar links draaien.
gVerklikkerlichtjes voor program-
maverloop en controle
Deze lampjes worden in de rubriek
’Wat gedaan als ...’ beschreven.
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
De verpakking recycler en
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken. Hou tevens rekening met de gelijknamige rubriek in de “Opmerkingen omtrent uw
veiligheid, waarschuwingen’.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Lees uw gebruiksaanwijzing voordat u uw droogautomaat in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het
gebruik en het onderhoud van het
toestel. U zorgt zo voor uw eigen
veiligheid en vermijdt schade aan
uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Uw droogautomaat is uitsluitend
bestemd om in water gewassen
textiel te drogen. Droog enkel wasgoed
dat volgens het onderhoudsetiket voor
de droogautomaat geschikt is. Andere
toepassingen zijn misschien gevaarlijk.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade veroorzaakt door onjuiste bediening of verkeerd gebruik.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardingssysteem is aangesloten.
Het is heel belangrijk dat deze
fundamentele veiligheidsvoorziening
voorhanden is. In geval van twijfel dient
u uw insallatie door een vakman te laten nakijken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardingsleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak.
Dit toestel beantwoordt aan de
voorgeschreven beveiligingsbepalingen. Door ondeskundige reparaties
kunnen er onvoorziene risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt. Daar
kan de fabrikant niet aansprakelijk voor
worden gesteld. Herstellingen mag u
uitsluitend laten uitvoeren door vaklui
die door de firma Miele erkend zijn.
Technische veiligheid
Zie na of het toestel geen uiterlijk
zichtbare schade vertoont voordat
u het opstelt.
Een beschadigd toestel mag u nooit
opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet
bij u ter plaatse voordat u het toestel
aansluit. Vraag eventueel uitleg aan
een elektricien indien u niet zeker bent.
Bij storingen of bij reiniging en onderhoud is uw toestel pas van het
stroomnet losgekoppeld indien
– de stekker uit het stopcontact is ge-
trokken of
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoeren. Er bestaat
risico op oververhitting.
Defecte onderdelen mogen enkel
worden vervangen door originele
Miele-vervangstukken. Enkel daardoor
bent u zeker dat ze ten volle voldoen
aan de eisen die Miele op het stuk van
veiligheid stelt.
Gebruik
Stel uw droogautomaat niet op in
een vertrek waar het kan vriezen.
Temperaturen die duidelijk onder het
vriespunt liggen, brengen de goede
werking van het toestel in het gedrang.
Bevroren condenswater in pomp, slangen en condenswaterbak kan schade
veroorzaken.
Maak de afvoerslang vast indien u
die in een wasbak hangt (enkel bij
condenswaterafvoer buiten het toestel).
Anders kan de slang wegglijden en het
weglopende water schade teweegbrengen.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo
voorkomt u dat kinderen
– op de deur leunen en het toestel
doen kantelen,
– in het toestel proberen te kruipen of
er voorwerpen in verstoppen.
Er bestaat brandgevaar bij textiel
dat
– schuimrubber of overwegend rubber-
achtig materiaal bevat,
– met brandbaar reinigingsmiddel
werd behandeld,
– met haarspray, nagellakoplosmiddel
e.d. in aanraking is gekomen,
– opgevuld is en waarvan het opvulsel
beschadigd is, bv. bij kussens of
jassen. De losgekomen voering kan
brand veroorzaken.
– met vet of olie besmeurd is.
Hou de omgeving van het toestel
zoveel mogelijk vrij van stof en plui-
zen.
Condenswater is geen drinkwater.
Het kan schadelijk zijn voor mens
en dier.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Het gebruik van toebehoren
Toebehoren mogen enkel worden
ingebouwd indien ze door Miele
goedgekeurd zijn.
Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt elke
waarborg of productaansprakelijkheid.
Berging van uw oud toestel
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak stekker 4en snoer onbruikbaar. Zo vermijdt u dat het toestel verkeerd wordt gebruikt.
9
Korte handleiding
Korte handleiding
Beschrijving in een notendop
U stelt een programma in door aan de
programmakiezer te draaien. Via een
druk op een toets kan u daar een bijko-mende functie bij combineren.
Elk programma start nadat u op de
toets ’START’ hebt gedrukt.
De controlelampjes in de aanduiding
van het programmaverloop (rechts op
het bedieningspaneel) vertellen u hoever het programma gevorderd is.
Door het Sensitiv-droogsysteem wordt
het verschil in waterkwaliteit automatisch weggewerkt. De gewenste droogtegraad wordt nauwkeuriger bereikt.
De Novotronic-besturing meet de geleidingswaarde van het water, registreert
die en compenseert de verschillen om
steeds een gelijke restvochtigheid te
halen.
De trommel draait ook afwisselend naarlinks en naar rechts. Zo wordt het wasgoed gelijkmatig en behoedzaam gedroogd.
Nadat de gewenste droogtegraad is
bereikt, wordt het wasgoed afgekoeld.
Gelieve eerst de rubrieken ’Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen’ en ’Zo droogt u juist’ te
lezen.
De van getallen (
zinnen kan u gebruiken als korte handleiding.
1,2,3...) voorziene
1 Het toestel inschakelen en de was
inleggen
Druk om het toestel in te schakelen
op de toets ’I-aan/0-uit’.
Druk op de toets ’deur’ en maak de
toesteldeur open.
Leg de was losjes in de trommel.
Sluit de deur.
2 Een programma kiezen
Draai de programmakizer op de
gewenste droogtegraad.
3 (Een) bijkomende functie(s) kiezen
Schakel eventueel bijkomende functies in of uit door op de toetsen te
drukken.
Op het einde van het programma volgt
nog een ’kreukbeveiligingsfase’: de
trommel draait met korte tussenpozen.
Dit voorkomt ligplooien in het wasgoed.
U kan ook nog programmeerfuncties
activeren om het toestel aan uw eigen
behoeften aan te passen. Deze instellingen kan u steeds weer wijzigen.
10
4 Het programma starten
Druk op de toets ’START’.
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Zie goed na welk droogsymbool er
op het etiket van het textiel staat
voordat u gaat drogen.
Deze symbolen betekenen:
q = drogen bij normale temperatuur
r = drogen bij lagere temperatuur
(druk ook op de toets ’Temperatuur
laag’)
s = niet machinaal te drogen
t = machinaal drogen mogelijk
Is er geen symbool voorhanden, hou
dan met deze principes rekening:
– Wit en bont alsook kreukherstellend
wasgoed kan u met de overeenstemmende droogtegraad laten drogen.
Zie rubriek ’Programma-overzicht’.
– Delicaat wasgoed, bv. van acryl,
droogt u in het programma ’Kreukherstellend’. Druk daarbij ook op de
toets ’Temperatuur laag’.
Volgend wasgoed mag u niet in
de machine drogen:
- Wol en gemengde weefsels die
wol bevatten:
vertonen de neiging te vilten of te
krimpen. U kan ze wel drogen in het
speciaal programma ’Finish wol’.
- Met dons gevuld textiel*:
naar gelang van de kwaliteit neigt
het fijne weefsel binnenin te krimpen.
- Zuiver linnen weefsels*:
droog die enkel machinaal zo de fabrikant dat in het onderhoudsetiket
vermeldt. Anders kan het weefsel
‘ruig‘ worden.
* Deze weefsels kunnen wel drogen in
het speciaal programma ’Ontkreuken’.
Tips om wasgoed te drogen:
– Gebreide textielsoorten (bv. t-shirts,
truitjes) neigen bij de eerste wasbeurt te krimpen. Laat dit wasgoed
niet te lang drogen. Daarmee vermijdt u dat het verder krimpt. Koop
gebreid textiel eventueel een of twee
maten groter.
–
Gesteven wasgoed kan in de droogautomaat worden gedroogd. Om het
gewone glanseffect te verkrijgen,
dient u wel de dosis stijfsel te verdubbelen.
– Hoe meer
u in de trommel doet, hoe groter de
kans op
voor heel delicaat weefsel, bv. overhemden en bloezen.Verminder de lading of kies het aparte programma
‘Kreukherstellend, strijkvochtig’.
–
Nieuw donker textiel mag u niet
samen met licht gekleurd wasgoed
laten drogen. Anders loopt u het
risico dat de kleur afgeeft.
Overlaad de trommel nooit! Hou
steeds rekening met de maximumlading die in de rubriek ‘Programmaoverzicht’ wordt opgegeven. Anders wordt de was niet zo
behoedzaam behandeld. Het droogresultaat komt dan eveneens in het
gedrang. Er kunnen ook meer kreuken optreden.
kreukherstellend wasgoed
kreuken. Dat geldt vooral
11
Zo droogt u juist
Zo droogt u juist
Tips om stoom te besparen
Laat de was in de wasautomaat tegen
het hoogste toerental centrifugeren.
Zo spaart u bij het drogen ca. 30 %
tijd en stroom zo u de was tegen 1600
i.pl.v. 800 t.p.m. laat centrifugeren.
Gebruik tijdens het droogprogramma de volledige trommellading. Stop
niet te veel noch te weinig was in de
trommel. Zie rubriek ’Programma-
overzicht’.
Het stroomverbruik voor de hele
lading is zo het gunstigst.
Sorteer het textiel zoveel mogelijk volgens
– de vezel- en weefselsoort,
– de gewenste droogtegraad,
– het formaat en de restvochtigheid
na het centrifugeren.
Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogresultaat.
Verwijder wasmiddelkorfjes, doseerbekers e.d. uit het wasgoed. Deze
objecten kunnen tijdens het drogen
smelten en schade teweegbrengen
aan toestel en wasgoed.
Leg het wasgoed losjes in de trommel.
Overlaad de trommel nooit. De was
wordt dan niet zo behoedzaam
behandeld. Het droogresultaat komt
dan eveneens in het gedrang.
Doe de toesteldeur dicht.
Zorg voor een degelijke ventilatie
van het vertrek waar het toestel moet
werken.
1 Het toestel inschakelen en
de was in de trommel doen
Knoop dekbedovertrekken en kussenslopen dicht. Zo komen er geen
kleinere stukken wasgoed in terecht.
Sluit ritsen en knoop linten en schortenbanden samen.
Druk op de toets ’I-aan/0-uit’.
Druk op de toets ’deur’ en maak de
deur open.
12
Zorg ervoor dat er bij het sluiten
geen stukken wasgoed tussen de
deur geklemd zitten. Anders loopt
het textiel schade op.
Zo droogt u juist
2Een programma kiezen
Draai de programmakiezer in de
gewenste positie.
De programma’s worden uitgelegd in
de rubriek ’Programma-overzicht’.
3Bijkomende functies kiezen
Door op een toets te drukken kan u
bijkomende functies in- of uitschakelen.
Controlelampje: aan = ingeschakeld,
uit= uitgeschakeld.
Bijkomende functie ‘Kort’
De programmaduur wordt verkort.
– Om niet delicaat wasgoed te drogen.
Bijkomende functie ‘Temperatuur laag’
De droogtemperatuur wordt verlaagd.
– Voor delicaat textiel (onderhouds-
symbool r), bv. van acryl.
De programmaduur wordt verlengd.
4Een programma starten
Druk op de toets ’START’.
Rechts op het bedieningspaneel gaat
het controlelampje aan van de droogtegraad die het laatst werd bereikt.
Omtrent de memory-functie:
Is de memory-functie actief? Dan voert
het toestel de extra functies uit, die u in
het vorige droogprogramma erbij had
gekozen. De controlelampjes van de
bijkomende functies worden verlicht.
De memory-functie vindt u verder
beschreven in de rubriek ’Program-
meerfuncties’.
13
Zo droogt u juist
Controlelampje ‘Filters/condensor’
Dit lampje duidt aan dat het toestel niet
optimaal of niet spaarzaam werkt.
De redenen waarom het brandt, kunnen zijn:
– de pluizenzeven in de toesteldeur en
in de vulopening zijn verstopt,
– de warmtewisselaar is verstopt.
Voor u een programma start, gaat het
controlelampje ‘Filters/condensor’ pas
uit indien u het toestel met de toets
‘I-aan/0-uit’ hebt uitgeschakeld.
Na het drogen
Zodra het droogprogramma ten einde
is, gaat het controlelampje ’Kreukbevei-
liging/einde’ aan.
Druk de toets ‘Deur’ in om de toesteldeur te openen.
Neem het wasgoed uit de trommel.
Zie na of de trommel wel leeg is.
Zo er wasgoed achterblijft, kan dat
bij de volgende droogbeurt schade
oplopen door te lang te drogen.
Verwijder na elke droogbeurt de
pluizen
– uit de zeef aan de binnenzijde van
de deur
– uit de zeven in de vulopening.
Zie rubriek ’Reiniging en onderhoud
van het toestel’.
Giet de condenswaterbak leeg zo er
geen condenswaterafvoer is aangesloten. Zie rubriek ’Reiniging en
onderhoud van het toestel’
14
Doe na elke droogbeurt de toesteldeur dicht en schakel het toestel uit.
Druk op de toets I-aan/0-uit’ om het
toestel uit te schakelen.
Van programma veranderen
Nadat het programma van start is
gegaan, aanvaardt het toestel geen
wijzigingen meer in programmakeus
en bijkomende functies.
Draait iemand de programmakiezer na
de start van het programma op een
ander programma, dan knippert het
contrelampje ’drogen’. Het verloop van
het programma ondergaat geen verandering. Dat controlelampje gaat uit zodra u de programmakiezer weer op het
oorspronkelijke programma draait.
Van programma veranderen
Wasgoed erbij leggen of uitnemen
Het programma afbreken:
Druk de toets ‘Deur’ in en maak de
toesteldeur open.
– Nu kan u bv. wasgoed toevoegen of
voortijdig uitnemen.
Verder drogen:
Doe de toesteldeur dicht.
Druk op de toets ‘START’.
Een nieuw programma kiezen
Eerst breekt u het programma af:
Draai de programmakiezer op
’Einde’.
Indien enkel nog het lampje ‘kreuk-
beveiliging/einde’ brandt, is het programma afgebroken.
Daarna kiest u een nieuw programma:
Draai de programmakiezer op de
gewenste droogtegraad.
Schakel eventueel bijkomende functies in of uit.
Druk op de toets ’START’.
– Het programma wordt voortgezet.
Bij programma’s met TIJDKEUS:
Na een stroomonderbreking dient u
het programma opnieuw te starten
zodra er weer stroom is.
15
Programma-overzicht
Programma-overzicht
ProgrammaSoort wasgoedMaximum-
WIT EN BONT
Extra droog
Textiel met verschillende
lagen dat in ’Kastdroog +’
niet droog genoeg wordt.
Kastdroog +
Textiel met een laag of
verschillende lagen, alsook
verscheidene soorten katoen
(bv. badhanddoeken,
breigoed).
Kastdroog
Strijkvochtig
(1)
rKatoen of linnen (bv. tafel-
Strijkvochtig rr
Mangelvochtig
Gelijksoortig textiel van katoen
(breigoed, molton, badstof).
(1)
lakens en beddegoed,
gesteven wasgoed e.d.)
Katoen of linnen dat achteraf
met een professionele
strijkmachine (of mangel)
wordt gestreken; gesteven
was.
KREUKHERSTELLEND
Kastdroog +
Kreukherstellend textiel van
synthetisch of gemengd
weefsel dat bij ’Kastdroog’
niet droog genoeg wordt
(bv. truien, jurken, broeken).
Kastdroog
(1)
Kreukherstellende overhemden;
tafellakens e.d. van gemengd
weefsel, bv. katoen /
synthetisch.
Strijkvochtig
Kreukherstellende overhemden;
tafellakens e.d. van gemengd
weefsel, bv. katoen /
synthetisch,
die achteraf nog wat moeten
worden gestreken.
lading
5 kgBreigoed niet extra droog
5 kg–
5 kgBlijken sommige stoffen
5 kg–
5 kgBlijken sommige stukken
5 kgHet wasgoed - in afwachting
2,5 kgLaat de was minstens
2,5 kg
2,5 kg
(2)
Opmerkingen
laten drogen.
Krimprisico.
nog te vochtig, kies dan
’Kastdroog +’.
wasgoed nog te vochtig om
ze manueel te strijken, kies
dan liever ’Strijkvochtig r’.
van de strijkbeurt - oprollen.
Daarmee vermijdt u dat het
uitdroogt.
30 seconden
centrifugeren.
(1)
Opmerking voor testinstituten: programma-instelling voor tests volgens de norm EN 61121/A11.
(2)
Gewicht van droog wasgoed.
16
Programma-overzicht
ProgrammaSoort wasgoedMaximum-
TIJDKEUS
Warme lucht
Koude lucht
Aparte prog ramma’s
Kreukherstellend,
strijkvochtig
Finish-wol
Ontkreuken
(2)
Gewicht van droog wasgoed.
Aparte stukken wasgoed
(bv. badhanddoek, badpak,
vaatdoek).
Stukken textiel met verschillen-
de lagen die wegens hun
samenstelling verschillende
droogeigenschappen vertonen.
Om wasgoed enkel teventileren.5 kg–
Textiel van katoen of gemengd
weefsel (bv. overhemden,
bloezen)
Wolgoed.1 kgWolgoed wordt even
Katoenen of linnen weefsels.
Kreukherstellend textiel
van katoen, gemengd of
synthetisch weefsel.
lading
5 kg–
1 kgHet textiel wordt - naar gelang
2,5 kgKreuken uit de voorafgegane
(2)
Opmerkingen
van de textielsoort - vrijwel
kreukloos gedroogd.
luchtig gemaakt zodat het
donzig aanvoelt.
Neem het wolgoed
meteen na afloop van het
programma uit de trommel.
Wol wordt in dit programma
niet volkomen droog
centrifugeerbeurt worden
beperkt.
Neem de was meteen na het
programma uit de trommel en
hang het aan de lijn of op
kleerhangers te drogen.
17
Programmeerfuncties
Programmeerfuncties
Overzicht
Met de programmeerfuncties kan u
het toestel aan uw individuele behoeften aanpassen. Deze functies blijven
in het geheugen van het toestel tot u
ze wist.
U kan een enkele programmeerfunctie activeren of wissen ofwel allemaal.
Programmeerfunctie ’aanpassing
droogtegraad’
Het Sensitiv-systeem is berekend op
stroombesparing bij het drogen. Zo u
de was echter iets droger wenst, kan
u de vochtigheidsgraad in alle pro-
gramma’s wat verlagen.
Afzonderlijke programma’s aanpassen is niet mogelijk.
Deze functie werd in de fabriek niet
geactiveerd.
Programmeerfunctie ’zoemer’
Na afloop van het programma weerklinkt herhaaldelijk een signaal.
De zoemerfunctie werd in de fabriek
ingesteld. U kan ze via deze programmeerfunctie weer uitschakelen.
U kan het volume van de zoemer als
volgt veranderen (meteen verandert
ook de toonhoogte van de zoemer):
1 Schakel de programmeerfunctie
‘Zoemer’ in; zie volgende bladzijde,
van punt
2 Druk op de toets ‘START’ tot het con-
trolelampje ‘mangelvochtig’ uitgaat.
3 Druk weer op de toets ‘START’en hou
die ingedrukt. Het controlelampje
‘mangelvochtig’ gaat aan.
4. Laat de toets ‘START’ los zodra de
gewenste geluidssterkte is bereikt.
5. Zet de programmakiezer op ‘Einde’.
6 Schakel het toestel uit met de toets
‘I-aan/0-uit’.
De verandering aan het volume van
zoemer is nu opgeslagen.
Om de
pleegt u de volgende bladzijde, punten
1 tot 6.
zoemer uit te schakelen raad-
1 tot 0.
Programmeerfunctie ’memory’
De bijkomende functies die u bij een
vorig programma extra hebt ingesteld, worden opgeslagen.
De memory-functie werd in de fabriek
ingesteld. U kan ze via deze programmeerfunctie weer uitschakelen.
Programmeerfunctie ’kreukbeveiliging’
18
Na afloop van het programma draait
de trommel met tussenpozen. Dit verhindert kreuken in het wasgoed.
De kreukbeveiligingsfase werd in de
fabriek ingesteld. U kan ze via deze
programmeerfunctie weer uitschakelen.
Programmeerfuncties
Opvragen en opslaan
De programmeerfuncties activeert u
met de toetsen voor bijkomende
functies en met de programmakiezer.
Deze bedieningselementen beschikken dus over een verborgen functie
die niet op het bedieningspaneel af
te lezen is.
1 Het toestel is uitgeschakeld en de
deur is dicht.
De programmakiezer staat in de
stand ’einde’.
2 Hou de toetsen ’Kort’ en ’Tempera-
tuur laag’ tegelijk ingedrukt en ...
3 ... zet het toestel aan met de toets
’I-aan/0-uit’.
4 Laat alle toetsen los.
5 Nu knipperen de controlelampjes
‘Drogen’ en ‘Koude lucht’.
6 Draai de programmakiezer op een
van de volgende standen:
– WIT en BONT, extra droog
voor de programmeerfunctie
‘
Aanpassing van de droogtegraad’,
7 Indien het controlelampje ‘Mangel-
vochtig’ nu aangaat, is de gekozen
programmeerfunctie actief.
8 Drukt u op de toets ’START’, dan
schakelt u de programmeerfunctie in
of uit:
controlelampje ‘mangelvochtig’
– aan = programmeerfunctie aan
– uit= programmeerfunctie uit.
9 Wenst u een andere programmeer-
functie, herhaal dan de instellingen
van punt
6 tot 8. Zoniet:
0 Opslaan: Draai de programmakiezer
op ’einde’ en schakel het toestel uit
via de toets ’I-aan/0-uit’.
Programmeerfuncties uitschakelen
Voer de punten 1 tot 0 uit.
Nazien of de progr ammeerfuncties
opgevraagd zijn:
Voer de punten 1 tot 7 uit.
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
– WIT EN BONT, kastdroog +
voor de programmeerfunctie
‘Zoemer’.
– WIT EN BONT, kastdroog
voor de programmeerfunctie
‘Memory’.
– WIT EN BONT, strijkvochtig
voor de programmeerfunctie
‘Kreukbeveiliging’.
r
19
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Pluizenzeven
Pluisjes die tijdens het drogen worden
gevormd, komen in de pluizenzeven in
de deur en in de vulopening terecht.
Maak alle zeven na elke droogbeurt
schoon. Zo spaart u tijd en stroom.
Neem deze zeven enkel uit om ze met
water schoon te maken.
Droog al de pluizenzeven goed af
voordat u ze terugplaatst.
De droogautomaat zelf
Open de deur en trek de zeef eruit.
Verwijder van alle zeven (in deur en
vulopening) de pluizen. Gebruik
daar geen spitse of scherpe voorwerpen voor!
In de holle ruimte van de deur bevinden zich pluizen. Die verwijdert u
langs de brede gleuf onderaan. In de
Miele-naverkoopdienst en bij uw
handelaar kan u daarvoor een borstel verkrijgen.
Schuif de zeef weer in de holle ruimte en doe de toesteldeur dicht.
Zo de pluizenzeven erg plakkerig of
verstopt zijn, kan u die onder stromend
heet water schoonmaken.
Maak het toestel stroomloos.
Reinig. . .
. . . ommanteling en bedieningspa-
neel: met een zacht sopje;
. . . trommel en andere roestvrijstalen
onderdelen: met een geschikt reini-
gingsmiddel voor roestvrijstaal.
Gebruik geen schuur- noch oplosmiddel. Reinigingsmiddel voor glas
of voor universeel gebruik is ook af
te raden. Dit kan schade toebrengen aan kunststof oppervlakken en
andere onderdelen.
Spuit het toestel nooit met een slang af.
Wrijf alle onderdelen met een zachte
doek droog.
20
Reiniging en onderhoud van het toestel
De condenswaterbak leegmaken
Indien er geen condenswaterafvoer is
aangesloten, wordt het water dat tijdens de droogbeurt verdampt, in de
condenswaterbak opgevangen.
Giet de condenswaterbak na elk
droogprogramma leeg! Ten laatste
wanneer het controlelampje
’Reservoir ledigen’’ aangaat.
Wordt . . .
. . . de droogautomaat gestart met een
volle condenswaterbak of
. . . . de maximumstand van het con-
denswater bereikt bij het drogen, dan:
- brandt de led ’reservoir ledigen’,
- weerklinkt de zoemer,
- wordt het programma afgebroken,
- wordt het wasgoed afgekoeld en het
controlelampje ’koude lucht’ verlicht.
Schuif de sluitklep open en giet de
bak leeg.
Schuif de lege bak terug in het toestel totdat u een klik hoort.
Condenswater mag niet gedronken
worden. Dat kan schade toebrengen
aan de gezondheid van mens en dier.
Trek het reservoir met beide handen
uit het toestel.
U kan dit water gerust in het huishouden gebruiken, bv. voor uw stoomstrijkijzer of luchtbevochtiger.
Hou hiermee rekening:
Giet het condenswater, bij wijze van
voorzorg, door een fijne zeef of een
koffiefilter. Zo verwijdert u heel kleine
pluisjes uit het water, die anders
eventueel schade konden aanrichten.
21
Reiniging en onderhoud van het toestel
Warmtewisselaar
Maak het toestel stroomloos.
Kijk de warmtewisselaar minstens 2
keer per jaar na. Droogt u vaker, kijk
hem dan na ca. 100 droogbeurten
na. Maak hem zonodig schoon.
Plaats de knop van het deksel verticaal naar onderen.
Neem het deksel eruit.
Hou het afneembaar luik bij het openen vast en leg het terzijde.
22
Plaats beide knoppen aan de warmtewisselaar verticaal.
Reiniging en onderhoud van het toestel
Trek de warmtewisselaar eruit.
Maak de warmtewisselaar aan de
voor- en achterzijde schoon.
Wis de dichtingsrubbers aan voor- en
achterzijde voorzichtig maar grondig
af.
Maak de warmtewisselaar aan beide
langse zijden schoon.
Zet de warmtewisselaar om af te
druipen met de langse zijde op een
handdoek.
Plaats hem terug zoals op de afb.
links bovenaan.
Zet beide knoppen horizontaal.
Ga na of de warmtewisselaar goed
vastzit door hem even naar voren te
trekken.
Zet het deksel weer op zijn plaats en
controleer of alles goed vast zit.
Anders kan er daar water uit de
machine lekken.
Zet het luik terug op zijn plaats en
klap het dicht.
23
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een erkend vakman laten
uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te onderschatten ri sico’s op du iken
voor wie het toestel gebruikt.
Wat gedaan als . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
. . . de trommel na he t inscha-
kelen niet begint te draaien?
. . . wasgoed van synthetische
vezels na het drogen statisch
geladen is?
. . . het wasgoed eventueel
niet droog genoeg werd?
. . . er pluizen worden gevormd?
Misschien werd het toestel niet
in de juiste volgorde ingeschakeld.
De lading bestond uit verschillende textielsoorten.
Door het droogproces komen er pluizen vrij, die zich vooral door
slijtage bij het dragen en wassen op het textiel hebben gevormd.
In de droogautomaat is die slijtage gering. Machinaal drogen
heeft dus eigenlijk geen invloed op de levensduur van uw textiel.
Dit werd door wetenschappelijk onderzoek uitgemaakt.
Herhaal het inschakelen. Zie
rubriek ’Zo droogt u juist’.
– Zit de stekker wel in het
stopcontact?
– Is de deur juist gesloten?
– Werd de toets ’I-aan/0-uit’
wel ingedrukt?
– Hebt u op de toets ’START’
gedrukt?
– Zijn de smeltstoppen van de
huisinstallatie bij het inschakelen van het toestel uitgesprongen? Zo ja, doe een
beroep op uw handelaar of
op de Miele-naverkoopdienst.
– Voeg bij de laatste spoel-
beurt in de wasautomaat
wasverzachter toe. Zo neemt
de statische lading af.
– Kies bij de volgende droog-
beurt een geschikt programma.
24
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?Oorzaak . . . Oplossing . . .
. . . het droogproces erg lang
duurt?
. . . er zich waterdruppels aan
de bovenste rand van de vulopening gevormd hebben?
. . . er na het schoonmaken
van de warmtewisselaar water
uit het toestel loopt?
. . . de trommelve rlichting nie t
aangaat?
. . . u de toesteldeur bij een
stroomonderbreking dient te
openen?
De ventilatie is ontoereikend (bv.
in een klein vertrek). Misschien is
de temperatuur ter plaatse sterk
gestegen.
Het verluchtingsrooster onder
de toesteldeur is niet vrij.
Het toestel kan de lucht niet
afvoeren zoals het hoort.
Het wasgoed werd niet genoeg
uitgecentrifugeerd.
Door een dubbel filtreersysteem
met dubbele dichting wordt in
ruime mate vermeden dat er
zich storende pluizen in de
warmtewisselaar afzetten. Door
die dichting kan er soms wel
condenswater worden gevormd.
De condensinrichting was niet
goed dicht.
Die gaat enkel aan wanneer het
toestel ingeschakeld is. Eventueel is het gloeilampje defect.
– Zet tijdens het drogen een
deur en/of venster open. Zo
stroomt er meer lucht naar
binnen.
– Verwijder eventuele
voorwerpen die het
verluchtingsrooster
onder de deur blokkeren.
– Maak de pluizenzeven in
deur en vulopening schoon.
– Reinig de warmtewisselaar.
– Verhoog evt. het centrifugeer-
toerental in de wasautomaat.
– Wasgoed dat bij het
uitnemen met deze
waterdruppels in aanraking
komt, is na enkele minuten
weer droog.
– Zie na of de warmtewisselaar
en het deksel van de
condensinrichting goed dicht
waren. Doe ze opnieuw dicht.
– Het gloeilampje vervangen.
Zie tekst op het einde van
deze rubriek.
– De toesteldeur openen. Zie
tekst op het einde van deze
rubriek.
25
Wat gedaan als . . . ?
Storingen en te verrichten controles die via controlelampjes word en aangedu id:
Wat gedaan als . . . ?Oorzaak . . . Oplossing . . .
. . . het controle lampje
. . . het controle lampje
’Reservoir ledigen’ brandt?
. . . het controle lampje
’Filters/condensor’ brandt?
. . . het programm a wordt afgebroken en het controlelampje
’Kreukbeveiliging/einde’ aangaat?
De programmakiezer werd na
de start van het programma in
een andere stand gedraaid.
Het programmaverloop is evenwel normaal.
Het gaat hier eventueel om een
storing.
Temperaturen die merkbaar
onder nul liggen, verstoren de
werking van het toestel: het
condenswater bevriest.
De condenswaterbak is vol.
De pluizenzeven zijn verstopt.
De warmtewisselaar is wellicht
verstopt omdat die reeds
geruime tijd niet is
schoongemaakt.
Ligt er na de start van het programma geen wasgoed in de
trommel, dan wordt dit door de electronic herkend. Het programma wordt dan afgebroken. Dat gebeurt ook zo u een programma
start met droog wasgoed.
– Zet de knop weer op het
oorspronkelijk gekozen
programma: het controlelampje gaat nu uit.
– Zet het toestel uit en weer
aan.
– Kies en start een programma
– Stel het toestel op in een
minder koud vertrek.
– Knippert het lampje weer,
dan is er een technisch
defect. Contacteer de Mielenaverkoopdienst.
– Giet het condenswater uit.
– Zie na of de bak goed op z’n
plaats zit.
– Schakel de droogautomaat
uit met de toets ‘I-aan/0-uit’.
– Maak de pluizenzeven na elk
droogproces schoon. Zie
rubriek ‘Reiniging en
onderhoud van het toestel’.
– Schakel de droogautomaat
uit met de toets ‘I-aan/0-uit’.
– Maak af en toe de
warmtewisselaar schoon. Zie
rubriek ‘Reiniging en
onderhoud van het toestel’.
26
Wat gedaan als . . . ?
De trommelverlichting werkt niet.
Het lampje vervangen:
Doe de toesteldeur open.
Schakel het toestel uit door de stekker uit het stopcontact te trekken of
de smeltveiligheden uit te schakelen voor u het lampje vervangt.
Zet het kapje stevig op zijn plaats.
Zo vermijdt u dat er vocht indringt,
wat kortsluiting kan veroorzaken.
Koop reservelampjes die tegen hoge
temperaturen bestand zijn, bij uw handelaar of in de Miele-naverkoopdienst.
De toesteldeur openen bij een
stroomonderbreking
Schroef het afdekkapje aan de binnenzijde boven de vulopening af.
Vervang het lampje.
Het vermogen van het lampje mag
niet hoger liggen dan wat op het
typeplaatje en op het kapje staat
aangegeven.
Zet het kapje weer op zijn plaats en
schroef het vast.
27
Naverkoopdienst
Naverkoopdienst
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan
verhelpen, contact op
– met uw Miele-handelaar
of
– met de Miele-naverkoopdienst.
Het adres en de telefoonnummers van
onze naverkoopdienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst
een beroep doet, geef dan altijd het
machinetype en -nummer op. Beide gegevens staan vermeld op het typeplaatje. Dat vindt u rechts onder de vulopening.
Voorbeeld:
Het programma updaten
(moderniseren)
Op het bedieningspaneel vindt u een
controlelampje met de markering ‘PC’.
Deze led dient de naverkoopdienst als
contactpunt voor de actualisering van
het programma (PC = program correction).
Bij de aanpassing van de elektronische
besturing van uw toestel kan er dan
rekening worden gehouden met ontwikkelingen in textielsoorten en droogprocédés.
Miele zal de mogelijkheid om een programma te actualiseren tijdig bekendmaken.
28
Opstellen
Om een perfecte werking te waarborgen, moet de automaat horizontaal worden opgesteld. Door lichte afwijkingen
komt de goede werking van het toestel
echter nog niet in het gedrang.
Opstellen
Blokkeer nooit het verluchtingsrooster onder de toesteldeur.
Anders is er geen voldoende toevoer van koele lucht gewaarborgd.
Deze droogautomaat mag niet worden ingebouwd!
U kan deze droogautomaat met een
Miele-wasautomaat tot een was- en
droogzuil combineren. Daarvoor is er
een tussenset* vereist.
Onderdelen met een * zijn in de Miele-naverkoopdienst en bij uw Miele-handelaar verkrijgbaar.
Oneffenheden in de vloer kan u wegwerken door aan de machinevoetjes
te draaien.
29
Opstellen
Condenswaterafvoer
Het condenswater kan rechtstreeks
worden afgevoerd. Daartoe dient er in
de omgeving wel een afvoermogelijkheid voorzien te zijn. Bv. een wastafel,
een sifon of een afvoerputje in de vloer.
– 2 m afvoerslang
– slangbeugel
– tuit voor de afvoerslang
– slangklem.
Schuif de afvoerslang op de afvoertuit.
Bevestig de afvoerslang terdege met
de slangklem.
Zorg ervoor dat de slang geen knik
vertoont!
Schroef de slangklem van de afvoertuit aan de achterzijde van het toestel los.
Trek er de rubber dop af.
30
Opstellen
Opdat er geen water in het toestel terugstroomt, is uw condensdroger steeds
voorzien van een terugstroombeveiliging.
Met het onderste gedeelte van de
rubberen dop sluit u de watertoevoer
naar de condenswaterbak af. Duw
de grote dop naar achteren. Dan
kan u de condenswaterbak zonder
problemen inschuiven.
Aansluiting op een sifon van
een wasbak
De slangklem (1) en de gekartelde
moer (2) van de sifon over de afvoerslang schuiven.
De meegeleverde tuit (3) in de afvoerslang steken.
De afvoerslang met behulp van de
gekartelde moer op de sifon draaien.
Draai de slangklem meteen achter
de gekartelde moer vast.
31
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
Uw droogautomaat is voorzien voor
aansluiting op eenfasige stroom 230 V,
50 Hz. Hij is uitgerust met een geaarde
stekker en een ca. 2 m lange kabel.
De aansluiting mag uitsluitend gebeuren op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Sluit uw toestel in geen geval aan op
verlengsnoeren. Zo vermijdt u brandrisico’s.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en
vereiste smeltstoppen vindt u op het typeplaatje. Vergelijk die zorgvuldig met
de gegevens van uw elektrische installatie.
32
Verbruik
Programma’sLadingCentrifugeertoerental
kgt.p.m.kWhminuten
WIT en BONT wasgoed
Extra droog
Kastdroog +
Kastdroog
Kastdroog
Strijkvochtig rr
Strijkvochtig
Mangelvochtig
(1)
rr51200
(1)
51200
51200
5800 (70 % restvochtigheid)3,588
51200
5800 (70 % restvochtigheid)2,8574
51200
(in een huishoudelijke
wasautomaat)
1400
1600
1400
1600
1400
1600
1400
1600
1400
1600
Stroomverbruik
3,4
3,3
3,0
2,9
2,75
2,45
2,75
2,6
2,35
2,1
1,95
1,65
1,7
1,55
1,25
Verbruik
Droogtijd
incl. afkoeltijd
84
81
74
74
71
64
71
68
62
57
54
47
47
44
38
KREUKHERSTELLEND wasgoed
Kastdroog
Strijkvochtig
Speciale programma’s
Finish wol
Ontkreuken
(1)
Testprogramma volgens EN 61121/A11.
Gegevens berekend volgens de norm EN 61121/A11.
Deze cijfers kunnen wijzigingen ondergaan onder meer door het verschil in textielsoort, in het gewicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na het centrifugeren en door schommelingen in de stroomvoorziening.