Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat
plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan het apparaat.
nl-BEM.-Nr. 11 117 740
Inhoud
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ...........................................6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.....................................................7
Bediening van de wasmachine ........................................................................ 15
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
- de handelaar bij wie u het kocht
of
- de firma Recupel,
telefoon 0800/15 880,
website: www.recupel.be
of
- uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze wasmachine voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële
schade tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de
wasmachine in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan de
wasmachine.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de wasmachine en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en
op te volgen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar.
Als meerdere personen de wasmachine bedienen, moeten de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen voor deze personen toegankelijk worden gemaakt en/of worden uitgelegd.
Verantwoord gebruik
De wasmachine is enkel geschikt voor het wassen van textiel dat
volgens de aanwijzingen van de producent op het onderhoudsetiket
in de wasmachine mag worden gewassen. Andere gebruiksdoeleinden zijn mogelijk gevaarlijk. De producent kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor
andere doeleinden dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
De wasmachine moet volgens de gebruiksaanwijzing worden ge-
bruikt, regelmatig worden onderhouden en de werking moet regelmatig worden gecontroleerd.
De wasmachine is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze wasmachine mag ook in openbare ruimtes worden gebruikt.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit wasmachine niet in
staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als
ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijke persoon.
Houd kinderen onder acht jaar op afstand van de wasmachine,
tenzij u voortdurend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasmachine alleen zonder
toezicht gebruiken als ze weten hoe ze de wasmachine veilig moeten
bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve
bediening kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de wasmachine niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
wasmachine bevinden. Laat kinderen nooit met de wasmachine spelen.
U mag desinfectieprogramma´s nooit onderbreken, omdat dit een
negatieve invloed op het desinfectieresultaat kan hebben. De desinfectiestandaard van thermische en chemothermische procedés dient
door de exploitant routinematig te worden bewaakt.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische beveiliging
Controleer de wasmachine voor plaatsing op zichtbare schade.
Een beschadigde wasmachine mag niet worden geplaatst en in gebruik genomen.
De elektrische veiligheid van de wasmachine is uitsluitend gega-
randeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat
volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door een deskundige inspecteren.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt
veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarding.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen gevaar opleveren
voor de gebruiker. De producent kan daarvoor niet aansprakelijk
worden gesteld. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door
vakmensen die door Miele zijn geautoriseerd, anders kan bij eventuele schade geen aanspraak op de garantie worden gemaakt.
Voer geen aanpassingen aan de wasmachine uit die niet uitdruk-
kelijk door Miele zijn toegestaan.
In geval van een storing of bij reinigings- en onderhoudswerk-
zaamheden is de wasmachine alleen spanningsvrij als:
- de stekker van de wasmachine uit het stopcontact is getrokken of
- de zekering van de huisinstallatie uitgeschakeld is of
- de betreffende zekering van de huisinstallatie er helemaal is uitgedraaid.
Zie ook het hoofdstuk “Installatie”, paragraaf “Elektrische aansluiting”.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door een
door Miele erkende vakman worden vervangen om gevaren voor de
gebruiker te voorkomen.
De wasmachine mag alleen met een nieuwe slangenset op de wa-
terleiding worden aangesloten. Een oude slangenset mag niet opnieuw worden gebruikt. Controleer de slangensets regelmatig. U
kunt ze dan tijdig vervangen en waterschade voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kan Miele garanderen dat ze volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze
producten stellen.
De wasmachine mag niet met een verlengsnoer, een multistekker-
doos of iets dergelijks op het stroomnet worden aangesloten (brandgevaar door oververhitting).
Bij industrieel gebruik van de wasmachine gelden de voorschriften
en regels van de wettelijke Duitse ongevallenverzekering (DGUV).
Aanbevolen wordt om de controles volgens de voorschriften en regels van de wettelijke Duitse ongevallenverzekering DGUV100-500/
hoofdstuk 2.6/paragraaf 4 uit te voeren. Het voor de controledocumentatie vereiste controleboek is verkrijgbaar bij de Miele Service.
Deze wasmachine mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op
een schip) worden gebruikt.
Volg de aanwijzingen uit de hoofdstukken 'Installatie' en 'Tech-
nische gegevens'.
Als de wasmachine is voorzien van een stekker, zorg er dan voor
dat u altijd bij de stekker kunt komen om de wasmachine los te koppelen van het elektriciteitsnet.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als er sprake is van een vaste aansluiting, moet de wasmachine
via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld.
De wasmachine kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren als
deze op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Veilig gebruik
De maximale beladingscapaciteit is 8,0kg (droog wasgoed). Som-
mige programma's hebben een lagere beladingscapaciteit, zie het
hoofstuk “Programmaoverzicht”.
Plaats uw wasmachine niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren
slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt
afnemen.
Verwijder, voordat u de wasmachine in gebruik neemt, de trans-
portbeveiliging aan de achterzijde van het toestel (zie het hoofdstuk
“Installatie”, paragraaf “Het verwijderen van de transportbeveiliging”).
Bij het centrifugeren kan een niet-verwijderde transportbeveiliging de
wasmachine en meubels/toestellen die ernaast staan, beschadigen.
Sluit de waterkraan als u gedurende lange tijd afwezig bent (bij-
voorbeeld tijdens vakanties). Dat is vooral van belang als zich in de
buurt van de wasmachine geen afvoerputje bevindt.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voorkom dat vreemde voorwerpen (spijkers, naalden, munten, pa-
perclips, etc.) in de wasmachine terechtkomen. In het bijzonder metaalsplinters, die zich in dweilhoezen kunnen bevinden, moeten voor
het wassen worden uitgeschud. Dergelijke voorwerpen kunnen onderdelen beschadigen (zoals de kuip en de wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt het wasgoed beschadigen.
Als het wasmiddel correct wordt gedoseerd, is ontkalken van de
wasmachine niet vereist. Indien uw wasmachine toch zo sterk door
kalk is aangetast dat ontkalken nodig is, gebruik dan een speciaal
ontkalkingsmiddel met corrosiebescherming. Dit speciale ontkalkingsmiddel is verkrijgbaar bij uw Miele-vakhandelaar of bij de Miele
Service. Volg de gebruiksinstructies van het ontkalkingsmiddel strikt
op.
Bij textiel dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is be-
handeld, moet eerst worden gecontroleerd of dit textiel in de wasmachine mag worden behandeld. Controlecriteria zijn de gevarenaanduidingen, de milieubeschermingskenmerken van de producten en
andere vermeldingen.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen op basis van oplosmiddelen
(bijv. wasbenzine) in de wasmachine. Onderdelen kunnen worden
beschadigd en er kunnen giftige dampen ontstaan. Er bestaat
brand- en explosiegevaar.
Bewaar en gebruik in de buurt van de wasmachine geen benzine,
petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Brand- en explosiegevaar
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Textielverf moet geschikt zijn voor gebruik in een wasmachine.
Volg de aanwijzingen van de producent strikt op.
Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling
corrosie veroorzaken. Ontkleuringsmiddelen mogen niet in de wasmachine worden gebruikt.
Vermijd contact tussen roestvrijstalen oppervlakken (front, boven-
blad, behuizing) en vloeibare reinigings- en desinfectiemiddelen die
chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze stoffen kunnen op het
roestvrije staal corrosie veroorzaken. Ook agressieve chloordampen
kunnen corrosie veroorzaken. Bewaar geopende verpakkingen van
deze middelen daarom niet in de onmiddellijke omgeving van de machine.
Voor de reiniging van de wasmachine mag geen hogedrukreiniger
of waterstraal worden gebruikt.
Let bij gebruik en combinatie van speciale reinigingsmiddelen en
speciale producten op de aanwijzingen van de betreffende producent. Gebruik het middel alleen voor de toepassingen die door de
producent zijn aangegeven. Daarmee voorkomt u materiaalschade
en eventuele heftige chemische reacties.
Als u wasmiddelen in de ogen krijgt, onmiddellijk overvloedig uit-
spoelen met lauw water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u het
middel per ongeluk inslikt. Personen met huidbeschadigingen of gevoelige huid moeten contact met het wasmiddel vermijden.
Wanneer u wasgoed toevoegt of verwijdert tijdens de hoofdwas,
kunt u in contact komen met wasmiddel, vooral als het wasmiddel
van buitenaf wordt gedoseerd. Grijp voorzichtig in de trommel. Spoel
bij huidcontact het wasmiddel onmiddellijk af met lauw water.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Accessoires
Accessoires mogen alleen worden aan- of ingebouwd als ze na-
drukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Worden andere accessoires
aan- of ingebouwd, dan kan Miele niet voor de gevolgen instaan en
kan geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Miele-droogkasten en Miele-wasmachines kunnen als was-droog-
zuil opgesteld worden. Daarvoor is als te bestellen accessoire een
Miele verbindingsstuk voor was/droogzuil vereist. Let erop dat het
verbindingsstuk voor was/droogzuil bij de Miele-droogkast en Mielewasmachine past.
Wilt u een Miele-sokkel nabestellen, let er dan op dat deze bij uw
wasmachine past.
Als de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
die daarvan het gevolg is.
14
Bedieningspaneel
Bediening van de wasmachine
a
Sensortoets Taal
Om de actuele bedieningstaal te
selecteren.
Na afloop van het programma wordt
de exploitatietaal opnieuw weergegeven.
b
Touchdisplay met sensortoetsen
Toont het gekozen programma.
Met de sensortoetsen op de touchdisplay worden de programma-instellingen gekozen.
c
Sensortoets Terug
Hiermee gaat u een niveau terug in
het menu.
d
Sensortoets Start/Stop
Met deze toets kunt u het gekozen
programma starten en een gestart
programma afbreken.
e
Keuzeschakelaar
Het wasprogramma selecteren. De
programmaschakelaar kan rechts- en
linksom worden gedraaid.
f
Toets
Voor het in- en uitschakelen van de
wasmachine.
De wasmachine wordt automatisch
uitgeschakeld om energie te besparen. Dat gebeurt 15minuten nadat
Einde/Kreukbeveiliging is verschenen
of na het inschakelen als er verder
geen bediening plaatsvindt.
15
Bediening van de wasmachine
Symbolen op het bedieningspaneel
Rechterkant:
Mops
Mops plus
Mops thermische desinfectie
Mops chemothermische desinfectie
Temperatuur: met de sensortoets Temperatuur kunt u de temperatuur
van het wasprogramma instellen.
Toerental: met de sensortoets Toerental kunt u het centrifugetoerental
van het wasprogramma instellen.
Extra functies: met de sensortoets Extra functies kunt u extra functies bij
een wasprogramma kiezen.
Voorwas: met de sensortoets Voorwas kunt u extra voorwas bij een was-
programma kiezen.
Voorspoelen: met de sensortoets Voorspoelen kunt u kiezen of de was
voor aanvang van het wasprogramma moet worden gespoeld.
Extra spoelen: met de sensortoets Extra spoelen kunt u een extra spoel-
gang bij een wasprogramma kiezen.
Microvezels: met de sensortoets Microvezels kunt u microvezelmops aan
het einde van de hoofdwas voorzichtig afkoelen.
Restvocht: met de sensortoets Restvocht kunt u het restvocht na het
centrifugeren bepalen.
Bediening van de wasmachine
Centrifugeerduur: met de sensortoets Centrifugeerduur kunt u het rest-
vocht na het centrifugeren bepalen.
Meer keuzes: met de sensortoets Meer keuzes kunt u verdere “Opties”
instellen.
Exploitatieniveau: met de sensortoets Exploitatieniveau kunt u de instel-
lingen van de wasmachine veranderen.
Voorprogrammering: met de sensortoets Voorprogrammering kunt u de
starttijd van een wasprogramma...
...of de eindtijd
...of de tijd tot de start van het programma instellen.
17
Bediening van de wasmachine
1400
Mops
60°C
h
0:47
1400
Mops nieuw
0:42
h
60°C
Sensortoetsen en touchdisplay
met sensortoetsen
De sensortoetsen , en Start/
Stop en de sensortoetsen op het dis-
play reageren op aanraking met de vingertoppen. Elke aanraking wordt met
een toetssignaal bevestigd. U kunt het
volume van het toetssignaal veranderen
of uitschakelen (zie het hoofdstuk “Exploitatieniveau”).
Door puntige of scherpe voorwerpen, zoals pennen, kunnen er
krassen op het bedieningspaneel
met de sensortoetsen en het touchdisplay ontstaan.
Raak het bedieningspaneel alleen
met uw vingers aan.
Basismenu
Het basismenu van een wasprogramma
toont, afhankelijk van het programma,
verschillende waarden.
- verder te selecteren : de voorpro-
grammering en de instellingen van
het exploitatieniveau
Bij programma's met variabele temperatuurinstelling:
- het gekozen programma
- de programmaduur
- de ingestelde temperatuur
- het ingestelde centrifugetoerental
- de selecteerbare extra functies
- verder te selecteren : de voorpro-
grammering en de instellingen van
het exploitatieniveau
Bij programma's met vaste temperatuurinstelling:
- het gekozen programma met de ingestelde temperatuur
- de programmaduur
- het ingestelde centrifugetoerental
- de selecteerbare extra functies
18
Bediening van de wasmachine
Taal
deutsch
čeština
english
(AU)
dansk
Toerental
800
1000
400
0
1200
1400
Einde om
(vandaag)
10
OK
25:
Voorbeelden voor de bediening
Keuzelijsten
De pijlen en rechts op het display
geven aan dat er een keuzemenu ter
beschikking staat.
Door de sensortoets aan te raken
gaat u naar onder in het keuzemenu.
Door de sensortoets aan te raken
gaat u naar boven in het keuzemenu.
Aan de scrollbalk kunt u zien of er meer
keuzemogelijkheden of teksten volgen.
De op dat moment gekozen waarde
wordt door een kader gemarkeerd.
Raak de gewenste waarde aan om hem
te selecteren.
Waarden verlagen of verhogen
Om een getalwaarde te veranderen, gebruikt u de pijlen en boven of onder de te wijzigen cijfers.
Raak de pijlen en aan en bevestig
met de sensortoets OK.
Een submenu verlaten
U verlaat het submenu door de sensortoets terug te kiezen.
Wanneer in een submenu een waarde
wordt gekozen en niet wordt bevestigd
met OK, dan wordt door selectie van de
sensortoets deze waarde verkregen.
Eenvoudige selectie
Wanneer geen pijlen zichtbaar zijn, is de
selectie beperkt tot de aangegeven
waarden.
De op dat moment gekozen waarde
wordt door een kader gemarkeerd.
Raak de gewenste waarde aan om hem
te selecteren.
19
Eerste ingebruikneming
Taal
deutsch
čeština
english
(AU)
dansk
Schade door verkeerd plaatsen
en aansluiten.
Het verkeerd plaatsen en aansluiten
van de wasmachine leidt tot ernstige
materiële schade.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Installatie”.
Trommel leegmaken
In de trommel kan zich een bochtstuk
voor de afvoerslang en/of montagemateriaal bevinden.
Bij de eerste ingebruikneming worden de instellingen voor het dagelijks
gebruik van de wasmachine vastgelegd. Enkele instellingen kunnen uitsluitend tijdens de eerste ingebruikneming worden gewijzigd. Daarna
kunnen deze alleen nog door de
Miele Service worden gewijzigd.
Voer de eerste ingebruikneming geheel uit.
De instellingen zijn ook beschreven in
het hoofdstuk “Exploitatieniveau”.
De taal van het display instellen
U wordt verzocht de gewenste taal van
het display in te stellen. U kunt de taal
op elk gewenst moment aanpassen (zie
het hoofdstuk “Exploitatieniveau”, paragraaf “Taal”).
Open de deur.
Neem het bochtstuk en het montage-
materiaal uit de trommel.
Sluit de deur met een lichte zwaai.
Wasmachine inschakelen
Druk op de toets .
Het welkomstscherm licht op.
20
Loop met de toetsen en door de
talen, totdat de gewenste taal in het
display staat.
Raak de sensortoets van de ge-
wenste taal aan.
De gekozen taal is gemarkeerd met een
kader en het display gaat naar de volgende instelling.
Eerste ingebruikneming
Lichtsterkte
–
70
OK
+
%
JaNee
Wilt u de dagtijdweergave
uitschakelen?
Dagtijd
12
OK
05:
Program.pakketten
Standaard
Prepareren
mops
Standaard
Extra spoelen
OK
Keuze bevestigen
Helderheid display instellen
Stel met de sensortoetsen – en + de
gewenste lichtsterkte in en bevestig
uw keuze met de sensortoets OK.
Het display gaat naar de volgende instelling.
Opvragen tijd bevestigen
Raak de sensortoets ja of nee aan.
Als u ja hebt gekozen, wordt de instel-
ling Dagtijd overgeslagen.
Als u nee hebt gekozen, gaat het display
naar de instelling Dagtijd.
Tijd instellen
Voer de uren met de sensortoetsen
en in en bevestig uw keuze met
sensortoets OK.
Het display gaat naar de volgende instelling.
Programmapakketten kiezen
Loop met de toetsen en door de
programmapakketten, totdat het gewenste programmapakket op de display staat.
Raak de sensortoets van het pro-
grammapakket aan.
De display toont het bijbehorende programma.
De geactiveerde programma's zijn gemarkeerd met een kader.
Raak de sensortoets van de program-
ma's aan.
21
Eerste ingebruikneming
Program.pakketten
Desinfectie
Verder
Betaal-
systeem
Geen
betaalsysteem
Programmagestuurd
Water
voorwas
KoudWarm
Water
hoofdwas
KoudWarm
De programma's worden geactiveerd
(kader) of gedeactiveerd (geen kader).
Bevestig met de sensortoets OK.
De display keert terug naar de weergave van de programmapakketten.
Selecteer verdere programmapakket-
ten of bevestig de selectie met de
sensortoets Verder.
De display wisselt naar de instelling Wa-
ter voorwas.
Muntautomaat instellen
Als u een muntautomaat wilt opnemen,
lees dan het hoofdstuk “Exploitatieniveau”, paragraaf “Muntautomaat”.
Als u geen muntautomaat wilt opnemen, kunt u het instellen van een muntautomaat overslaan.
Water voorwas kiezen
Raak de sensortoets koud aan als de
wasmachine alleen op koud water is
aangesloten. Als de wasmachine op
koud en warm water is aangesloten,
raak dan warm aan.
Het display gaat naar de volgende instelling.
Water hoofdwas kiezen
Raak de sensortoets koud aan als de
wasmachine alleen op koud water is
aangesloten. Als de wasmachine op
koud en warm water is aangesloten,
raak dan warm aan.
Raak de sensortoets Geen betaalsys-
teem aan.
Het display gaat naar de volgende instelling.
22
Het display geeft meer informatie weer.
Eerste ingebruikneming
1400
Doeken desinfectie
85 °C
h
1:05
min
I 15
Transportbeveiliging verwijderen
In het display verschijnt een tekst om u
aan het verwijderen van de transportbeveiliging te herinneren.
Schade doordat de transportbe-
veiliging niet verwijderd is.
Als de transportbeveiliging niet wordt
verwijderd, kan dat schade veroorzaken aan de wasmachine en de meubels/toestellen die ernaast staan.
Verwijder de transportbeveiliging. Zie
hiervoor het hoofdstuk “Installatie”.
Bevestig het verwijderen van de
transportbeveiliging met de sensortoets OK.
In het display verschijnt de melding In-
gebruikneming volgens gebruiksaanwijzing
voortzetten.
Bevestig de melding met de sensor-
toets OK.
Ingebruikneming afsluiten
Om de ingebruikneming af te sluiten,
moet u het programma Doeken desin-fectie zonder wasgoed en zonder wasmiddel starten.
Als de stroom voor het starten van het
eerste wasprogramma wordt onderbroken (bijv. door het uitschakelen met
de toets ) kan de eerste ingebruikneming nog een keer worden uitgevoerd.
Als een wasprogramma langer dan
20minuten bezig is, vindt er geen
nieuwe eerste ingebruikneming plaats.
Draai de waterkranen open.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op de stand Doeken desinfectie.
Raak de sensortoets Start/Stop. aan.
Na afloop van het programma is de
wasmachine klaar voor gebruik.
23
1. Wasgoed voorbereiden
Voorkom schade door voor-
werpen in het wasgoed.
Voorwerpen zoals spijkers, munten
en paperclips kunnen wasgoed en
onderdelen beschadigen.
Controleer voordat u gaat wassen of
er voorwerpen in de was of het wasgoed zitten. Zo ja, verwijder deze
dan.
Voorkom schade door reinigings-
middelen die oplosmiddelen bevatten.
Wasbenzine, vlekkenmiddeltjes etc.
kunnen kunststof onderdelen beschadigen.
Let er bij de behandeling van het textiel op dat het reinigingsmiddel niet
met kunststof onderdelen in aanraking komt.
Explosiegevaar door reinigings-
middelen die oplosmiddelen bevatten.
Bij het gebruik van reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten, kan
er een explosief mengsel ontstaan.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die
oplosmiddelen bevatten in de wasmachine.
Wasgoed sorteren
Sorteer mops, doeken en pads.
Schud mops, doeken en pads goed
uit, zodat grotere vuildelen niet in de
wastrommel komen.
Wasgoed sorteren
Maak de zakken leeg.
Verwijder voor het wassen eventuele
vlekken in het textiel. Neem de vlekken met een niet-verkleurende doek
af.
Sorteer het wasgoed naar kleur en
volgens de symbolen in het onderhoudsetiket.
Tip: Was geen textiel dat volgens het
onderhoudsetiket niet kan worden gewassen (Symbool).
24
2. Trommel vullen
Deur openen
Pak de deur bij de greep vast en trek
deze open.
Controleer of er zich voorwerpen in
de trommel bevinden, voordat u het
wasgoed erin stopt.
Leg mops, doeken en pads losjes in
de trommel.
Leg de was uitgevouwen en losjes in
de trommel.
Deur sluiten
Let erop dat er niets tussen deur en
dichting beklemd raakt.
Met wasgoed van verschillende groottes wordt een beter wasresultaat bereikt
en kan het wasgoed zich tijdens het
centrifugeren beter verdelen.
Bij een maximale beladingscapaciteit
is het energie- en waterverbruik, vergeleken met de totale hoeveelheid
wasgoed, het laagst. Wordt de maximale beladingscapaciteit overschreden, dan vallen de wasresultaten tegen en gaat het wasgoed sneller kreuken.
Sluit de deur met een lichte zwaai.
25
3. Programma kiezen
Meer programma's
Mops nieuw
Vitrages
Wasmachine inschakelen
Druk op de toets .
Programma kiezen
Standaardprogramma's via de programmakeuzeschakelaar kiezen
Draai de programmakeuzeschakelaar
op het gewenste programma.
De naam van het gekozen programma
verschijnt op de display. Vervolgens
gaat de display naar het basismenu van
het programma.
Meer programma's kiezen met de
programmainstelling
Zet de programmakeuzeschakelaar
op de stand .
Op de display kunt u het gewenste programma kiezen.
Loop met de toetsen of door de
programma's, totdat het gewenste
programma op de display staat.
26
Raak de sensortoets van het pro-
gramma aan.
Op de display verschijnt het basismenu
van het programma.
4. Programma-instellingen kiezen
Tempera-
tuur
40°C60°C30°C
Toerental
800
1000
400
0
1200
1400
Temperatuur kiezen
Bij sommige programma's kunt u de
vooraf ingestelde temperatuur wijzigen.
Raak de sensortoets Temperatuur
aan.
In het display verschijnt:
Kies de gewenste temperatuur.
De gekozen temperatuur wordt gemarkeerd met een kader.
Centrifugetoerental kiezen
U kunt een eerder ingesteld toerental
wijzigen.
Raak de sensortoets Centrifugetoe-
rental aan.
In het display verschijnt:
Kies het gewenste centrifugetoeren-
tal.
Het gekozen toerental wordt gemarkeerd met een kader.
27
4. Programma-instellingen kiezen
Extra's
Voorwas
Spoelen plus
Meer
keuzes
Einde om
Exploitatieniveau
Extra functies kiezen
U kunt bij een programma meerdere extra functies kiezen.
Bij sommige programma's wordt een
extra functie direct in het basismenu
aangeboden.
Raak de sensortoets van de extra
functie aan om de optie te activeren.
Bij sommige programma's worden de
extra functies via het submenu Extrafuncties geselecteerd.
Tip de sensortoets Extra functies
aan.
Kies een of meerdere van de aange-
boden extra functies na elkaar.
Overige opties kiezen
U kunt een voorgeprogrammeerde tijd
kiezen of de instellingen van de wasmachine wijzigen.
Raak de sensortoets Meer keuzes
aan.
Op de display verschijnt:
Kies de gewenste optie.
De display gaat naar het submenu van
de gekozen optie.
Bij sommige programma's is voorprogrammering niet mogelijk.
Niet alle extra functies kunnen bij alle
wasprogramma's worden gekozen. Als
een extra functie niet toegestaan is bij
het wasprogramma, wordt hij niet aangeboden.
28
5. Wasmiddel doseren
De wasmachine biedt verschillende mogelijkheden voor het doseren van wasmiddel.
Wasmiddellade
U kunt alle wasmiddelen gebruiken die
geschikt zijn voor wasmachines.
Dosering wasmiddelen
Neem bij de dosering de aanwijzingen
van de wasmiddelenfabrikant in acht.
Door overdosering ontstaat er te veel
schuim.
Voorkom een overdosering.
De dosering is afhankelijk van:
- de hoeveelheid wasgoed;
- de vuilgraad van het wasgoed;
- de waterhardheid.
Hardheids-
graad
zacht (I)0-1,50-8,4
gemiddeld (II)1,5-2,58,4-14
hard (III)meer dan 2,5meer dan 14
Wanneer u de hardheidsgraad in uw regio niet weet, informeer daar dan naar
bij uw waterbedrijf.
Totale hard-
heid in mmol/l
Duitse hardheid
°dH
Wasmiddel toevoegen
Trek de wasmiddellade naar buiten en
doseer het wasmiddel in de vakjes.
Wasmiddel voor de voorwas
(aanbevolen verdeling van de totale hoeveelheid wasmiddel: ⅓ in
vakje en ⅔ in vakje ).
Wasmiddel voor de hoofdwas
Wasverzachter, appreteermiddel
of stijfsel
Wanneer er geen voorwas wordt gekozen, kunnen de vakjes en bij
desinfectieprogramma's worden gevuld met wasmiddel voor de
hoofdwas.
29
5. Wasmiddel doseren
Apart spoelen met wasverzachter of
appreteermiddel
Kies het programma Extra spoelen.
Wijzig het centrifugetoerental indien
nodig.
Doseer wasverzachter, appreteermid-
del of vloeibaar stijfsel in het vakje .
Doseer niet hoger dan de pijl.
Raak de toets Start/Stop aan.
De middelen worden automatisch met
het laatste spoelwater in de trommel
gespoeld. Aan het eind van het wasprogramma blijft er een klein beetje water
in het vakje staan.
Ontkleuringsmiddelen en textielverf
Schade door ontkleuringsmidde-
len.
Ontkleuringsmiddelen veroorzaken
corrosie in de wasmachine.
Gebruik geen ontkleuringsmiddelen
in de wasmachine.
Textielverf moet geschikt zijn voor gebruik in een wasmachine. Volg de aanwijzingen van de fabrikant voor het gebruik strikt op.
Externe dosering
De wasmachine is voorzien van een
aansluiting op externe doseersystemen
voor wasmiddelen. Voor de externe dosering is een ombouwset vereist die uw
Miele-vakhandelaar of de Miele Service
moet installeren.
30
6. Programma starten – einde programma
Programma starten
Als de sensortoets Start/Stop knippert,
kan het programma worden gestart.
Raak de sensortoets Start/Stop aan.
De deur wordt vergrendeld (symbool )
en het wasprogramma gestart.
Als er een starttijd is ingesteld, dan
wordt deze in het display getoond.
Na afloop van die tijd of direct na de
start wordt in het display weergegeven
hoe lang het programma gaat duren.
Het programmaverloop wordt bovendien op het display getoond.
Controleer of er voorwerpen in de
manchet van de deur zijn achtergebleven.
Tip: Als u de sensortoets aanraakt,
kunt u de ingestelde temperatuur, centrifugetoerental en extra functies laten
tonen.
Einde programma
Tijdens de kreukbeveiliging is de deur
nog vergrendeld. De deur kan echter op
elk moment met de toets Start/Stop
worden ontgrendeld.
Trommel leegmaken
Open de deur.
Haal het wasgoed uit de trommel.
Achtergebleven wasgoed kan bij de
volgende wasbeurt krimpen of afgeven.
Verwijder al het wasgoed uit de
trommel.
Tip: Laat de deur op een kiertje staan,
zodat de trommel kan drogen.
Schakel de wasmachine met de -
toets uit.
Tip: Laat de wasmiddellade op een
kiertje openstaan, zodat de lade kan
drogen.
31
Voorprogrammering
Trommel bijvullen
Programma
afbreken
Programma
meteen starten
Met de voorprogrammering kunt u de
tijd tot de start of het einde van een
programma kiezen (zie hoofdstuk “Exploitatieniveaus”, paragraaf “Voorprogrammering”).
Startvertraging instellen
Raak de sensortoets Meer keuzes
aan.
Kies de optie Einde om, Start om
of Start over.
Voer de uren en minuten in met de
sensortoetsen en bevestig uw
keuze met de sensortoets OK.
De minutenweergave gaat naar het
eerste “volle kwartier” en kan dan in
stappen van 15minuten worden gewijzigd.
Voorprogrammering starten
Raak de toets Start/Stop aan.
De deur wordt vergrendeld en in het
display staat de resterende tijd tot de
start van het programma.
Voorprogrammering afbreken
of wijzigen
Raak de sensortoets Start/Stop aan.
In het display verschijnt:
Raak de sensortoets Programma met-
een starten aan.
Het wasprogramma begint direct.
of
Raak de sensortoets Programma afbre-
ken aan.
De programmastart is afgebroken, de
toets Start/Stop knippert.
32
Programma-overzicht
Programma's voor mops
- Voor de hoofdwas wordt een keer Afpompen* en een keer Voorspoelen uitgevoerd.
Mops 60°Cmaximaal 8,0 kg
TextielsoortMops van katoen, mengweefsels of microvezels
TipGebruik geschikte speciale wasmiddelen.
1400toeren/
min
Mops plus 40°C tot 90°Cmaximaal 8,0 kg
TextielsoortMops van katoen, mengweefsels of microvezels
Tip- Gebruik geschikte speciale wasmiddelen.
1400toeren/
min
Thermische desinfectie 85°C/15minmaximaal 8,0 kg
TextielsoortMops van katoen, mengweefsels of microvezels
Tip- Overige desinfectieprocedures kunnen worden gekozen.*
1400toeren/
min
Chemothermische desinfectie 60°C/20minmaximaal 8,0 kg
TextielsoortMops van katoen, mengweefsels of microvezels
Tip- Overige desinfectieprocedures kunnen worden gekozen.*
Extra functies: 2e voorspoelen , microvezels
- De voorgeprogrammeerde temperatuur kan worden gewijzigd.*
Extra functies: 2e voorspoelen , microvezels
- Gebruik een poederwasmiddel met bleekmiddel.
Extra functies: 2e voorspoelen , microvezels
- Gebruik geschikte speciale wasmiddelen. Landspecifieke desinfectievoorschriften dienen in acht te worden genomen.
Spoelgangen: 2-5*
Spoelgangen: 2-5*
Spoelgangen: 3-6*
1400toeren/
min
De instellingen kunnen via het exploitatieniveau worden gewijzigd.
Extra functies: 2e voorspoelen , microvezels
Spoelgangen: 3-6*
33
Programma-overzicht
Programma's voor doeken
- Voor de hoofdwas wordt een keer Voorspoelen uitgevoerd.
Doeken 60°Cmaximaal 4,0 kg
TextielsoortDoekjes van katoen, mengweefsels of microvezels
TipGebruik geschikte speciale wasmiddelen.
1400toeren/
min
Doeken plus 40°C tot 90°Cmaximaal 4,0 kg
TextielsoortDoekjes van katoen, mengweefsels of microvezels
Tip- Gebruik geschikte speciale wasmiddelen.
1400toeren/
min
Thermische desinfectie 85°C/15minmaximaal 4,0 kg
TextielsoortDoekjes van katoen, mengweefsels of microvezels
TipGebruik geschikte speciale wasmiddelen.
1400toeren/
min
Chemothermische desinfectie 70°C/10minmaximaal 4,0 kg
TextielsoortDoekjes van katoen, mengweefsels of microvezels
Tip- Overige desinfectieprocedures kunnen worden gekozen.*
Extra functie: Voorwas Spoelgangen: 2-5*
- De voorgeprogrammeerde temperatuur kan worden gewijzigd.*
Extra functie: Voorwas Spoelgangen: 2-5*
Extra functie: Voorwas Spoelgangen: 3-6*
- Gebruik geschikte speciale wasmiddelen. Landspecifieke desinfectievoorschriften dienen in acht te worden genomen.
1400toeren/
min
De instellingen kunnen via het exploitatieniveau worden gewijzigd.
34
Extra functie: Voorwas Spoelgangen: 3-6*
Programma-overzicht
Katoen PRO 60°Cmaximaal 8,0 kg
TextielsoortTextiel van mengweefsels (50% katoen en 50% polyester)
Tip- Zeer efficiënt wasprogramma voor normaal vervuild industrieel
textiel van katoen of mengsels van katoen en synthetische
weefsels, bijvoorbeeld werkkleding.
1400toeren/
min
Pads40°Cmaximaal 1,5 kg
TextielsoortPolijstsponzen of -schijven van microvezels
Tip- Voor de hoofdwas wordt een keer Voorspoelen uitgevoerd.
1400toeren/
min
Extra functie: Voorwas Spoelgangen: 2
- Gebruik geschikte speciale wasmiddelen.
Extra functies: 2e voorspoelen Spoelgangen: 3
Programmapakketten
U kunt verschillende programmapakketten kiezen. De gekozen programma's uit de
programmapakketten worden in de lijst met de Overige programma's getoond.
Standaard
Mops nieuw 60°C tot 90°Cmaximaal 8,0 kg
TextielsoortMops van katoen, mengweefsels of microvezels
Tip- Voor het inwassen van nieuwe mops. De chemische resten
die bij de productie zijn achtergebleven worden uit de vezels
gewassen. De wateropname van de vezels bij het schoonvegen wordt verhoogd.
- Gebruik een universeel wasmiddel of wasmiddel voor gekleurde was.
TextielsoortReinigingsdoeken van katoen, mengweefsels of microvezels
Tip- Overige desinfectieprocedures kunnen worden gekozen.*
- Gebruik geschikte speciale wasmiddelen. Landspecifieke desinfectievoorschriften dienen in acht te worden genomen.
0–60 secExtra functie: Voorwas Spoelgangen: 3-6*
39
Programma-overzicht
Doeken rtumaximaal 4,0 kg
TextielsoortDoekjes van katoen, mengweefsels of microvezels
Tip- Voor achteraf behandelen van schone doeken.
- Voeg het voorbehandelmiddel via het vakje voor wasverzachter
of extern toe.
0–60 secExtra functie: Voorwas Spoelgangen: 1
De instellingen kunnen via het exploitatieniveau worden gewijzigd.
40
Programma-overzicht
Ready to use
- De restvochtigheid na het voorbehandelen wordt met de sensortoets gese-
lecteerd.
Mops + rtu 40°C tot 90°Cmaximaal 8,0 kg
TextielsoortMops van katoen, mengweefsels of microvezels
Tip- Mops worden in één procesgang gewassen en behandeld.
- Voor de hoofdwas wordt een keer Afpompen* en een keer Voorspoelen uitgevoerd.
- Voeg het voorbehandelmiddel via het vakje voor wasverzachter
of extern toe.
–Extra functies: Voorspoelen , Microve-
zels
Mops rtu koudmaximaal 8,0 kg
TextielsoortMops van katoen, mengweefsels of microvezels
Tip- Voor achteraf behandelen van schone mops.
- Voeg het voorbehandelmiddel via het vakje voor wasverzachter
of extern toe.
–Spoelgangen: 1
De instellingen kunnen via het exploitatieniveau worden gewijzigd.
Spoelgangen: 2-5*
41
Programma-overzicht
Werkkleding
Olie/Vet speciaal 60°C bis 90°Cmaximaal 8,0 kg
TextielsoortOveralls, jassen, mutsen, reinigingsdoeken van katoen of meng-
weefsels
Tip- Activeer Voorwas bij een sterkere verontreiniging.
- Gebruik een vloeibaar wasmiddel.
1400toeren/
min
Stof/Meel Speciaal 40°C tot 90°Cmaximaal 8,0 kg
TextielsoortDoor stof of meel verontreinigde werkkleding, afdek- en reini-
Tip- Door automatisch voorspoelen worden grove vervuilingen ver-
1400toeren/
min
Intensief wassen 60°C tot 90°Cmaximaal 8,0 kg
TextielsoortSterk verontreinigde werkkleding van katoen, linnen of mengweef-
TipDoor een hoge waterstand wordt een bijzonder goed was- en
1400toeren/
min
Extra functie: Voorwas Spoelgangen: 3
gingsdoeken van katoen of mengweefsels
wijderd. Kies bij zeer sterke verontreiniging een extra keer Voorspoelen.
- Kies Voorwas bij hardnekkige verontreinigingen.
Extra functies: Voorwas , Voorspoelen Spoelgangen: 3
sels
spoelresultaat bereikt.
Extra functie: Voorwas Spoelgangen: 2
42
Programma-overzicht
Basisprogramma's
Witte was 90°Cmaximaal 8,0 kg
TextielsoortTextiel van katoen, linnen of mengweefsels
TipHet is mogelijk om extra voorspoelen te programmeren.*
1400toeren/
min
Gekleurd wasgoed 30°C tot 60°Cmaximaal 8,0 kg
TextielsoortTextiel van katoen, linnen of mengweefsels
Tip- Was donkergekleurd textiel met wasmiddel voor gekleurde was
1400toeren/
min
Kreukherstellend 30°C tot 60°Cmaximaal 4,0 kg
TextielsoortTextiel van synthetische vezels, gemengde weefsels of kreukher-
Tip- Kies bij kreukgevoelig wasgoed een lager eindcentrifugetoeren-
1200toeren/
min
Express 20°C tot 60°Cmaximaal 4,0 kg
TextielsoortKatoenen textiel dat nauwelijks gedragen of vrijwel niet vuil is
Extra functie: Voorwas Spoelgangen: 2-5*
of vloeibaar wasmiddel.
- Het is mogelijk om extra voorspoelen te programmeren.*
Extra functie: Voorwas Spoelgangen: 2-5*
stellend katoen
tal.
- Het is mogelijk om extra voorspoelen te programmeren.*
Extra functie: Voorwas Spoelgangen: 2-4*
1400toeren/
min
Gordijnen fijn koud tot 40°Cmaximaal 3,0 kg
TextielsoortGordijnen die volgens de fabrikant in de wasmachine kunnen wor-
TipKies bij kreukgevoelige gordijnen een lager centrifugetoerental.
600toeren/
min
De instellingen kunnen via het exploitatieniveau worden gewijzigd.
Extra functie: Extra spoelen Spoelgangen: 1
den gewassen
Extra functies: Voorwas , Extra spoelen
Spoelgangen: 2
43
Extra functies
Met de extra functies kunt u het gekozen programma nog beter afstemmen
op uw wasgoed.
Niet alle extra functies kunnen bij alle
wasprogramma's worden gekozen. Als
een extra functie niet toegestaan is bij
het wasprogramma, wordt deze niet
aangeboden.
Extra functies kiezen
Bij sommige programma's wordt een
extra functie direct in het basismenu
aangeboden.
Raak de sensortoets van de extra
functie aan om de optie te activeren
Bij sommige programma's worden de
extra functies via het submenu Extrafuncties geselecteerd.
Tip de sensortoets Extra functies
aan.
Kies een of twee van de aangeboden
extra functies.
Voorwas
Voor sterk verontreinigd wasgoed kunt
u een voorwas toevoegen. Het grove
vuil wordt losgeweekt en voor de
hoofdwas verwijderd.
Voorspoelen
Het wasgoed wordt voor de hoofdwas
gespoeld om grotere hoeveelheden vuil,
zoals stof en zand, te verwijderen.
Extra spoelen
Voor een bijzonder goed spoelresultaat
kunt u extra spoelen activeren.
Microvezels
Microvezelmops worden aan het einde
van de hoofdwas voorzichtig afgekoeld.
44
Nadere bijzonderheden over het programmaverloop
Centrifugeren
Toerental eindcentrifugeren
Wanneer u een programma kiest, verschijnt in het display altijd het maximale
centrifugetoerental voor dit programma.
Het eindcentrifugetoerental kan verlaagd worden.
Het is echter niet mogelijk om een eindcentrifugetoerental in te stellen dat hoger is dan het maximale eindcentrifugetoerental dat in het programma-overzicht is aangegeven.
Centrifugeren tussen de spoelgangen
Het wasgoed wordt na de hoofdwas en
tussen de Spoelgangen gecentrifugeerd. Als het eindcentrifugetoerental
wordt verlaagd, wordt ook het centrifugetoerental bij het spoelen verlaagd.
Het centrifugeren tussen de spoelgangen en het eindcentrifugeren
overslaan
Kies de programma-instelling Toeren-
tal 0.
Centrifugeren bij mops- en doekenprogramma's
Bij programma's waarbij mops en doeken worden voorbehandeld, kan de
restvochtigheid van het wasgoed afhankelijk van het programma met de sensortoets Centrifugeerduur of met de
sensortoets Restvocht worden bepaald. De gemarkeerde centrifugeertoerentallen kunnen worden gewijzigd (zie
hoofdstuk “Exploitatieniveaus”).
Kreukbeveiliging
De trommel draait nog maximaal 30minuten na afloop van het programma om
kreukvorming te voorkomen. De wasmachine kan op elk moment worden
geopend.
Bij enkele programma's is er geen
kreukbeveiliging na afloop van het
programma.
Na de laatste spoelgang wordt het water afgepompt en wordt de kreukbeveiliging ingeschakeld.
45
Programmaverloop wijzigen
Programma wijzigen
Het programma kan niet worden gewijzigd nadat het is gestart.
Als u een ander programma wilt kiezen,
moet u het gestarte programma afbreken.
Als de keuzeschakelaar versteld
wordt, verschijnt U kunt geen ander pro-
gramma kiezen in het display. De tekst
wordt gedoofd wanneer de keuzeschakelaar op het oorspronkelijke programma wordt gezet.
Programma stoppen
U kunt een wasprogramma op ieder
moment afbreken, nadat u het hebt gestart.
Desinfectieprogramma's kunnen alleen met een pincode worden afgebroken.
Raak de toets Start/Stop aan.
Kies Programma afbreken.
De wasmachine pompt het waswater
af. Het programma afgebroken. De
deurvergrendeling wordt vrijgegeven.
Open de deur.
Haal het wasgoed uit de trommel.
Wilt u een ander programma kiezen,
doe dan het volgende.
Sluit de deur.
Kies het gewenste programma.
Vul het wasmiddel in de wasmiddella-
de bij, indien nodig.
Raak de toets Start/Stop aan.
Het nieuwe programma start.
Wasmachine inschakelen na
een stroomstoring
Als de wasmachine tijdens het wassen
wordt uitgeschakeld met de toets ,
dan wordt het programma onderbroken.
Schakel de wasmachine met de -
toets weer in.
Let op de melding in het display.
Raak de toets Start/Stop aan.
Als een stroomstoring is veroorzaakt
door stroomuitval, dan wordt het programma onderbroken.
Bevestig na een stroomstoring de
melding in het display met OK.
Raak de toets Start/Stop aan.
Het programma wordt voortgezet.
46
Programmaverloop wijzigen
Trommel bijvullen
Programma
afbreken
Trommel bijvullen of wasgoed
voortijdig verwijderen
In de eerste minuten nadat u het programma hebt gestart, kunt u nog wasgoed in de trommel leggen of wasgoed
uit de trommel halen.
Raak de toets Start/Stop aan.
In het display verschijnt:
Raak de sensortoets Trommel bijvullen
aan.
Het wasprogramma stopt en de deur
wordt ontgrendeld.
Open de deur.
Vul wasgoed bij of haal wasgoed uit
de trommel.
De deur kan niet worden geopend als
- de temperatuur van het waswater boven 55°C ligt.
Zolang de temperatuur in de trommel
hoger is dan 55°C, blijft de deurvergrendeling ingeschakeld. Pas nadat de
temperatuur tot onder de 55°C is gedaald, wordt de deurvergrendeling uitgeschakeld.
Sluit de deur.
Raak de toets Start/Stop aan.
Het wasprogramma wordt voortgezet.
Nadat de wasmachine een programma eenmaal heeft gestart, kan hij in de
hoeveelheid wasgoed geen wijzigingen meer vaststellen.
Daarom gaat de wasmachine, ook nadat u nog wasgoed in de trommel hebt
gelegd of uit de trommel hebt gehaald,
altijd van de maximale beladingshoeveelheid uit.
47
Reiniging en onderhoud
Gevaar voor elektrische schok
door netspanning.
Reinigings- en onderhoudswerk-
zaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd als de toestellen spanningsvrij zijn.
Koppel de wasmachine los van het
elektriciteitsnet.
Ommanteling en bedieningspaneel reinigen
Schade door reinigingsmiddelen.
Reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten, schuurmiddelen,
glas- en allesreinigers kunnen de
kunststof oppervlakken en andere
onderdelen beschadigen.
Gebruik geen van deze reinigingsmiddelen.
Schade door binnendringend
water.
Door de druk van een waterstraal
kan er water in de wasmachine komen en onderdelen beschadigen.
Spoel de wasmachine niet met een
waterstraal af.
Wasmiddellade reinigen
Wanneer er met lage temperaturen en
vloeibare wasmiddelen wordt gewassen, raakt de wasmiddellade sneller
verontreinigd.
Reinig daarom regelmatig de hele
wasmiddellade.
Trek de wasmiddellade naar buiten
totdat u weerstand voelt, druk de ontgrendelingsknop in en haal de lade uit
het toestel.
Reinig de wasmiddellade met warm
water.
Reinig ommanteling en paneel met
een mild reinigingsmiddel of sopje en
droog beide onderdelen daarna met
een zachte doek.
Reinig de trommel en andere onder-
delen van roestvrij staal met een geschikt reinigingsmiddel voor roestvrij
staal.
48
Reiniging en onderhoud
Zuighevel en kanaal reinigen
Trek de zuighevel uit het vakje .
Reinig de zuighevel onder stromend
warm water. Reinig ook de leiding
waarop de zuighevel is aangesloten.
Plaats de zuighevel weer terug.
Wasmiddelladekast reinigen
Reinig ook het gedeelte waar de was-
middellade zit. Verwijder de wasmiddelresten en kalkaanslag en gebruik
daarvoor een flessenborstel.
Plaats de wasmiddellade weer in het
toestel.
Tip: Laat de wasmiddellade op een
kiertje openstaan, zodat de lade kan
drogen.
Reinig het kanaal voor de wasver-
zachter met warm water en een borstel.
49
Reiniging en onderhoud
Trommel, kuip en afvoersysteem reinigen
Indien nodig kunt u de trommel, de kuip
en het afvoersysteem reinigen.
Start het programma Machine reini-
gen.
Doe een poedervormig wasmiddel in
het vakje van de wasmiddellade.
Controleer na afloop van het pro-
gramma de binnentrommel en verwijder eventueel achtergebleven grove
verontreinigingen.
Voer het programma Machine reini-gen regelmatig uit als u vaak desinfectieprogramma's gebruikt.
Zeefjes watertoevoer reinigen
De wasmachine heeft zeven ter bescherming van de watertoevoerkleppen.
Deze zeven moeten ongeveer om de 6
maanden worden gecontroleerd. Bij frequente storingen in het waterleidingnet
moet dit vaker gebeuren.
Zeven in de toevoerslangen reinigen
Draai de kraan dicht.
Schroef de toevoerslang van de
kraan.
50
Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
Pak het kunststof zeefje 2 met een
combinatietang of spitstang aan de
opstaande rand in het midden vast en
trek het er uit.
Reinig de kunststofzeef.
Plaats alles in omgekeerde volgorde
terug.
Zorg ervoor dat er geen water uit de
schroefkoppeling loopt.
Draai de schroefkoppeling aan.
Zeven in de koppelstukken reinigen
Draai de geribbelde kunststof moer
voorzichtig met een tang los.
Trek de zeef er met een combinatie-
of punttang uit en reinig deze. Plaats
alles in omgekeerde volgorde terug.
Reinig de zeefjes en bouw ze weer
in.
Reiniging en onderhoud
51
Nuttige tips
De meeste storingen en defecten die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden,
kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat
u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te
verhelpen.
U kunt geen wasprogramma starten
ProbleemOorzaak en oplossing
Het display blijft donker
en de sensortoets
Start/Stop brandt of
knippert niet.
In het display staat:
De deur kan niet worden
vergrendeld. Neem contact
op met Miele.
Nadat u het programma
Centrifugeren hebt gekozen, begint het programma niet.
Het display is donker en
de sensortoets Start/Stop knippert langzaam.
De wasmachine krijgt geen stroom.
Controleer of de wasmachine is ingeschakeld.
Controleer of de wasmachine op de elektriciteit is
aangesloten.
Controleer of de zekering van de huisinstallatie in
orde is.
De wasmachine is met het oog op energiebesparing
automatisch uitgeschakeld.
Schakel de wasmachine met de -toets weer in.
De deur is niet goed gesloten. De deur kon niet worden vergrendeld.
Sluit de deur nogmaals.
Start het programma opnieuw.
Verschijnt de melding opnieuw, neem dan contact
op met Miele Service.
De eerste ingebruikneming is niet uitgevoerd.
Voer de handelingen voor de eerste ingebruikne-
ming uit, zoals beschreven in het gelijknamige
hoofdstuk.
Het display wordt automatisch uitgeschakeld om
energie te besparen.
Raak een toets aan. Het display wordt weer inge-
schakeld.
52
Afbreking programma en foutmelding
ProbleemOorzaak en oplossing
Storing waterafvoer.
Fout watertoevoer.
Open de kraan.
Reactie waterproof
De desinfectietem-
peratuur is niet bereikt.
Fout F. Is het pro-
bleem na een herstart niet opgelost,
neem dan contact
op met Miele.
De waterafvoer is niet optimaal of zelfs geblokkeerd.
Neem contact op met de Miele Service.
De watertoevoer is niet optimaal of zelfs geblokkeerd.
Controleer of de kraan ver genoeg is openge-
draaid.
Controleer of er knikken in de toevoerslang zitten.
De waterdruk is te laag.
Schakel de instelling Lage waterdruk in (zie het
De toevoer van warm water is niet optimaal of zelfs
geblokkeerd.
Controleer of de kraan voor warm water ver ge-
noeg is opengedraaid.
Controleer of er knikken in de toevoerslang zitten.
Het ingestelde centrifugetoerental werd bij het eindcentrifugeren niet bereikt door een te grote onbalans.
Controleer of de wasmachine waterpas staat.
Centrifugeer het wasgoed opnieuw.
De wasmachine of de afvoerklep is lek.
Draai de waterkraan dicht.
Neem contact op met de Miele Service.
1
1
De meldingen verschijnen aan het einde van het programma en wanneer de wasmachine wordt ingeschakeld. Ze moeten met sensortoets OK worden bevestigd.
54
Een tegenvallend wasresultaat
ProbleemOorzaak en oplossing
Het wasgoed wordt met
een vloeibaar wasmiddel niet schoon.
Op het gewassen wasgoed zitten witte, wasmiddelachtige bestanddelen.
Wasgoed met zeer vette
verontreinigingen wordt
niet goed schoon.
Vloeibare wasmiddelen bevatten geen bleekmiddelen. Vlekken van fruit, koffie of thee kunnen niet altijd worden verwijderd.
Gebruik poedervormige wasmiddelen met een
bleekmiddel.
Doseer vlekkenzout in bakje en het vloeibare
wasmiddel in een doseerbolletje.
Doseer vloeibaar wasmiddel en vlekkenzout nooit
bij elkaar in het wasmiddelbakje.
Het wasmiddel bevat bestanddelen voor de waterontharding (zeolieten), die niet in water oplosbaar
zijn. Deze hebben zich vastgezet op het textiel.
Probeer de resten met een borstel te verwijderen
wanneer het wasgoed droog is.
Was donker textiel voortaan met wasmiddelen
zonder zeolieten. Vloeibare wasmiddelen bevatten
meestal geen zeolieten.
Kies een programma met voorwas. Gebruik voor
de voorwas een vloeibaar wasmiddel.
Gebruik voor de hoofdwas waspoeder.
Nuttige tips
Op het gewassen wasgoed zijn grijze, elastische bolletjes achtergebleven (vetbolletjes).
Voor sterk vervuilde bedrijfskleding adviseren wij voor
de hoofdwas speciale wasmiddelen. Neem voor meer
informatie contact op met de leverancier van uw reinigingsmiddelen.
Te lage wasmiddeldosering. Het wasgoed bevatte
veel vet (oliën, zalven).
Wanneer wasgoed zo vervuild is, moet u óf meer
wasmiddel doseren óf een vloeibaar wasmiddel
gebruiken.
Draai vóór de volgende wasbeurt een waspro-
gramma op 60°C met een vloeibaar wasmiddel en
zonder wasgoed.
55
Nuttige tips
Algemene problemen met de wasmachine
ProbleemOorzaak en oplossing
De wasmachine trilt
tijdens het centrifugeren.
In de wasmiddellade
blijft vrij veel wasmiddel
achter.
De wasverzachter
wordt niet volledig ingespoeld of er blijft teveel
water in vakje staan.
In het display staat een
vreemde taal.
De wasmachine heeft
het wasgoed niet normaal gecentrifugeerd.
Het wasgoed is nog nat.
De trommel staat stil
maar het programma
blijft lopen.
De stelvoeten staan niet gelijk en zijn niet met een
contramoer vastgeschroefd.
Plaats de wasmachine stabiel en schroef de stel-
voeten met de contramoer vast.
Er staat onvoldoende druk op het water.
Reinig de zeven in de watertoevoer.
Poedervormige wasmiddelen in combinatie met onthardingsmiddelen hebben de neiging te gaan plakken.
Reinig de wasmiddellade en doseer voortaan eerst
het wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel
in het juiste vakje.
De zuighevel zit niet goed of is verstopt.
Reinig de zuighevel. Zie hoofdstuk: 'Reiniging en
onderhoud', paragraaf: 'Wasmiddellade reinigen'.
De taalinstelling is gewijzigd.
Schakel de wasmachine uit en weer in.
De ingestelde exploitatietaal verschijnt in het display.
De exploitatietaal is gewijzigd.
Stel de gebruikelijke taal in (zie het hoofdstuk “Ex-
ploitatieniveau”, paragraaf “Taal”).
Bij het eindcentrifugeren heeft de wasmachine een
grote onbalans herkend en het toerental automatisch
verlaagd.
Vul de trommel altijd met grote en kleine stukken
wasgoed om het wasgoed beter in balans te krijgen.
Schakel de wasmachine daartoe met de toets
uit en weer in.
Let op de melding in de display.
Raak de toets Start/Stop aan.
De trommel draait weer en het programma wordt
voortgezet.
56
De deur kan niet open.
ProbleemOorzaak en oplossing
De deur kan tijdens het
wasprogramma niet geopend worden.
Aan het einde van het
programma of nadat het
programma is afgebroken, verschijnt in de
display de melding:
Programma afgebroken
.
In het display staat:
Het deurslot is geblok-
keerd. Neem contact op
met Miele.
Wanneer er wordt gewassen, is de deur vergrendeld.
Raak de sensortoets Start/Stop. aan.
Kies Programma afbreken of Trommel bijvullen.
De deur wordt ontgrendeld en u kunt de deur openen.
De waterstand in de trommel is te hoog.
Breek het programma af. De wasautomaat pompt
vervolgens het water af.
De deur kan bij een temperatuur van meer dan 55°C
niet open. Op die manier wordt voorkomen dat u zich
verbrandt.
Wacht totdat de temperatuur in de trommel is ge-
daald en de melding in de display is gedoofd.
Het deurslot is geblokkeerd.
Neem contact op met de Miele Service.
Nuttige tips
57
Nuttige tips
Het openen van de deur bij
verstopte afvoer en/of stroomuitval
Gevaar voor elektrische schok
door netspanning.
Reinigings- en onderhoudswerk-
zaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd als de toestellen spanningsvrij zijn.
Koppel de wasmachine los van het
elektriciteitsnet.
Verstopte afvoer
Wanneer de afvoer is verstopt, kan zich
een vrij grote hoeveelheid water (max.
30l) in de wasmachine bevinden.
U kunt zich branden door heet
sop dat uit het toestel stroomt.
Als u kort daarvoor met hoge tempe-
raturen hebt gewassen, is het sop
dat uit de wasmachine loopt heet.
Laat het sop voorzichtig wegstromen.
Trommel leegmaken
... bij de uitvoering met een afvoerklep
Maak het klepje naar de afvoer open.
58
Druk de hendel voor de noodleging
omlaag en houd deze vast tot er geen
water meer uitloopt.
Deur openen
Gevaar voor verwonding door
draaiende trommel.
Het is zeer gevaarlijk om uw hand in
een nog draaiende trommel te
steken.
Controleer voordat u het wasgoed uit
de trommel neemt altijd of de trommel stilstaat.
Nuttige tips
Ontgrendel de deur met een schroe-
vendraaier.
Open de deur.
59
Klantendienst
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele-vakhandelaar of de Miele Service.
Het telefoonnummer van de Miele Service vindt u achteraan in dit document.
Voor een goede en vlotte afhandeling
moet de Miele Service weten welk type
toestel u hebt en welk fabricagenummer
het heeft. Beide gegevens vindt u op
het typeplaatje.
Het typeplaatje vindt u bij geopende
deur boven het kijkglas.
Bij te bestellen accessoires
Onderdelen voor deze wasmachine
kunt u bijbestellen bij de Miele-vakhandel of bij de Miele Service.
60
*INSTALLATION*
Installatie
Voorkant
a
Toevoerslang koud water
b
Toevoerslang warm water
c
Elektrische aansluiting
d
Bedieningspaneel
e
Wasmiddellade
f
Deur
g
Klep voor afvoerklep en noodontgrendeling
h
In de hoogte verstelbare voeten
61
*INSTALLATION*
Installatie
Achterkant
a
Elektrische aansluiting
b
Interface voor de communicatie met
externe toestellen
c
Aansluitpunt voor externe dosering
d
Toevoerslang (koud water)
e
Toevoerslang (warm water), indien
gemonteerd
f
Draaibeveiligingen met transportstangen
62
g
Houders voor de slangen tijdens het
transport
h
Afvoerbuis
i
Moduleschacht (voor externe communicatiemodule)
j
Houders voor de verwijderde transportbeveiliging
*INSTALLATION*
1132
850
1100
714
min. 300
1702
Installatie
Plaatsingsmogelijkheden
Zij-aanzicht
Was-droogzuil
Sokkelopstelling
De wasmachine kan op een stalen sokkel (open of gesloten onderbouw, niet
bijgeleverd) of op een betonnen sokkel
worden geplaatst.
Gevaar voor verwonding doordat
de wasmachine niet geborgd is.
Bij plaatsing op een sokkel bestaat
het gevaar dat de wasmachine
tijdens het centrifugeren van de sokkel valt.
Zet de wasmachine vast met de bijgeleverde bevestigingsbeugels.
Instructies met betrekking tot
de plaatsing
Deze wasmachine is niet geschikt voor
onderbouw.
Schade door indringend vocht.
Vocht kan schade aan elektrische
onderdelen veroorzaken.
Plaats de machine niet vlakbij of boven een open waterafvoer of -goot.
Op deze wasmachine kan een Miele
droogkast worden geplaatst, zodat een
was-droogzuil ontstaat. Daarvoor is een
tussenstuk (te bestellen accessoire) vereist.
63
*INSTALLATION*
Installatie
Wasmachine naar de opstellocatie vervoeren
Gevaar voor verwondingen door
verkeerd transport.
Als de wasmachine kantelt, kan dit
leiden tot verwondingen en beschadigingen.
Zorg ervoor dat de wasmachine
tijdens het transport stevig staat.
Wasmachine met een steekwagentje
vervoeren
Wasmachine naar de opstellocatie
dragen
Onder de achterrand van het bovenblad
vindt u greepmogelijkheden voor transportdoeleinden.
Gevaar voor verwonding doordat
het bovenblad niet vastzit.
De achterste bevestiging van het bo-
venblad kan door omstandigheden
breekbaar worden. Het bovenblad
kan afbreken tijdens het dragen.
Controleer voor het dragen of de
rand van het bovenblad goed vastzit.
Vervoer de wasmachine alleen op de
linker- of rechterzijwand met een
steekwagentje.
Schade door verkeerd transport.
De achter- en voorwand van de wasmachine kunnen beschadigd raken
als de machine met een steekwagentje wordt vervoerd.
Vervoer de wasmachine altijd op zijn
kant op een steekwagentje.
64
Draag de wasmachine aan de voorste
stelvoetjes en de achterrand van het
bovenblad.
*INSTALLATION*
Installatie
Plaats van opstelling
Een betonnen vloer is de meest geschikte ondergrond. In tegenstelling tot
een houten of een “zachte” vloer trilt
een betonnen vloer nauwelijks mee als
het toestel centrifugeert.
Plaats de wasmachine waterpas en
stabiel.
Plaats de wasmachine niet op zachte
vloerbedekking omdat deze anders
tijdens het centrifugeren gaat trillen.
Bij plaatsing van het toestel op een
houten vloer:
Plaats de wasmachine op een houten
plaat (minstens 70x60x3cm). De
plaat moet op zoveel mogelijk balken,
maar niet alleen op de vloerplanken,
worden vastgeschroefd.
Tip: Plaats het wasmachine zo mogelijk
in een hoek. Daar is de stabiliteit van de
vloer het grootst.
Transportbeveiliging verwijderen
Verwijder de linker en de rechter
draaibeveiliging.
1. Trek aan het stopje dat op de draaibeveiliging zit en
2. en maak het haakje aan de bovenen onderkant met een schroevendraaier los.
Draai de linker transportstang met de
bijgevoegde steeksleutel 90° en
65
*INSTALLATION*
Installatie
trek de stang eruit.
Draai de rechter transportstang 90°
en
trek de stang eruit.
Gevaar voor verwonding door
scherpe kanten.
Als de gaten niet worden afgedekt,
kunt u zich verwonden als u erin
grijpt.
Sluit de gaten van de verwijderde
transportbeveiliging af.
Sluit de gaten met de stopjes af.
66
*INSTALLATION*
Bevestig de transportstangen aan de
achterwand van de wasmachine.
Tip: Let erop dat de openingen op
de houders worden gestoken.
Schade door verkeerd transport.
Wanneer de wasmachine zonder
transportbeveiliging wordt vervoerd,
kan deze beschadigd raken.
Bewaar de transportbeveiliging.
Monteer de transportbeveiliging weer
voordat u de wasmachine vervoert.
Installatie
Wasmachine opstellen
Om optimaal te kunnen functioneren,
moet de wasmachine waterpas en gelijkmatig op de vier stelvoeten staan.
Wanneer een wasmachine verkeerd
wordt geplaatst, wordt er meer water en
energie verbruikt dan nodig is en kan
het wasmachine gaan schuiven.
Stelvoeten naar buiten draaien en
vastzetten
Het opstellen van de wasmachine gebeurt met behulp van de vier stelvoeten. Wanneer het toestel wordt geleverd, zijn alle stelvoeten naar binnen
gedraaid.
Transportbeveiliging monteren
Het monteren van de transportbeveiliging gebeurt in omgekeerde volgorde.
Draai de contramoer 2 met de bijge-
voegde steeksleutel rechtsom los.
Draai de contramoer 2 samen met
stelvoet 1 naar buiten.
67
*INSTALLATION*
Installatie
Controleer met een waterpas of de
wasmachine waterpas staat.
Houd de stelvoet 1 met een water-
pomptang vast. Draai de contramoer
2 met de steeksleutel weer vast tegen
de behuizing.
Schade doordat de wasmachine
niet goed is afgesteld.
Als de stelvoeten niet met een con-
tramoer zijn vastgedraaid, kan de
wasmachine gaan “wandelen”.
Draai de vier contramoeren van de
stelvoeten vast tegen de behuizing.
Controleer ook de stelvoeten die bij
het afstellen niet naar buiten zijn gedraaid.
Bevestigingsbeugel voor sokkel
De bevestigingsbeugel voorkomt dat de
wasmachine tijdens het gebruik van de
sokkel kan vallen.
De bevestiging met behulp van de bevestigingsbeugel is alleen beschikbaar
voor sokkels van beton. De sokkel moet
vlak en waterpas zijn. De ondergrond
van de sokkel moet bestand zijn tegen
de fysieke belastingen.
Controleer voor de montage of de sokkel aan de minimummaat voldoet.
Hoogte:
Breedte:
Diepte: 65cm
Bevestigingsbeugel plaatsen
6cm
60cm
Gevaar voor verwonding door
scherpe kanten.
De bevestigingsbeugel heeft scherpe
kanten. U kunt zich aan de kanten
snijden.
Pak de bevestigingsbeugel voorzichtig vast.
Draag bij de installatie van de bevestigingsbeugel handschoenen.
68
De voorste stelvoeten moeten minstens 3mm uitsteken. De wasmachine
moet al waterpas staan (zie hoofdstuk
“Installatie”, paragraaf “Wasmachine
stellen”)
*INSTALLATION*
Plaats de bevestigingsbeugel op de
voorste stelvoeten.
Teken met een potlood de positie van
de voorkant van de bevestigingsbeugel af.
Verwijder de bevestigingsbeugel weer
van de stelvoeten.
Installatie
Bevestigingsbeugel monteren
Leg de bevestigingsbeugel op de
markering op de sokkel.
Markeer in het midden van de twee
buitenste sleufgaten telkens een punt
voor de boorgaten.
Boor telkens twee gaten (8mm) met
een diepte van ca. 55mm.
Steek de pluggen in de boorgaten.
Verschuif de wasmachine voorzichtig
tot u voldoende plaats voor het monteren van de bevestigingsbeugel
heeft.
Monteer de bevestigingsbeugel met
de zeskantschroeven en de vulringen.
Draai de schroeven nog niet stevig
aan, zodat u de bevestigingsbeugel
nog kunt verschuiven.
69
*INSTALLATION*
Installatie
Wasmachine met bevestigingsbeugel
fixeren
Schuif de wasmachine terug tegen de
bevestigingsbeugel.
Plaats de stelvoeten tussen voet en
contramoer in de openingen van de
bevestigingsbeugel.
Schuif de bevestigingsbeugel naar
rechts totdat u weerstand voelt.
Draai de zeskantschroeven met een
moersleutel vast.
De wasmachine is in de bevestigingsbeugel gefixeerd.
Externe besturingsinrichtingen
Voor het aansluiten van externe besturingsinrichtingen (bijv. muntautomaten,
doseersystemen of piekbelastingsbesturing) is de accessoire “XCI-box” nodig.
Muntautomaat
De wasmachine kan worden voorzien
van een muntautomaat (te bestellen accessoire).
De automaat moet daarvoor worden
geherprogrammeerd. Dat mag alleen
worden gedaan door de Miele Service
of door een Miele-vakhandelaar.
Haal de ingeworpen munten/waardemunten regelmatig uit de muntautomaat. De muntautomaat kan anders
verstopt raken!
70
*INSTALLATION*
Installatie
Wateraansluiting
Koudwateraansluiting
De wasmachine mag zonder terugslagklep op het waterleidingnet worden
aangesloten, omdat het toestel is gebouwd volgens de geldende DIN-normen.
De waterdruk moet minimaal 100kPa
zijn en mag niet hoger zijn dan
1.000kPa. Is de druk hoger dan
1.000kPa, dan moet er een drukreduceerventiel worden ingebouwd.
Voor de aansluiting is een kraan met
3/4"-schroefkoppeling vereist. Ontbreekt die, dan mag de wasmachine alleen door een erkende installateur op
de drinkwaterleiding worden aangesloten.
De schroefkoppeling staat onder
druk van de waterleiding.
Controleer daarom of de aansluiting
niet lek is. Dat kunt u doen door de
kraan langzaam open te draaien.
Corrigeer indien nodig de positie van
de afdichting en de schroefkoppeling.
De toevoerslang voor koud water is
niet geschikt voor aansluiting op warm
water.
Omschakelen naar gebruik met koud
water
Als de wasmachine niet op het warme
water wordt aangesloten, dan moeten
de instellingen Water hoofdwas, Watervoorwas en Water spoelen worden ingesteld op koud (zie het hoofdstuk “Exploitatieniveau”).
Schroef de warmwaterslang eraf.
Plaats het bijgeleverde afdekkapje.
Onderhoud
Als u de slang vervangt, gebruik dan
uitsluitend een originele Miele-slang.
Die is bestand tegen een druk van ruim
7.000kPa.
Ter bescherming van de watertoevoerkleppen zit er een zeef in het vrije uiteinde van de toevoerslang en
één in het koppelstuk.
De zeven mogen niet verwijderd worden.
Accessoire -verlenging slang
Als extra toebehoren zijn slangen van
2,5 en 4,0m verkrijgbaar bij de Mielevakhandel en bij de klantendienst van
Miele verkrijgbaar.
71
*INSTALLATION*
Installatie
Warmwateraansluiting*
De warmwatertemperatuur mag niet hoger zijn dan 70°C.
Om ervoor te zorgen dat het energieverbruik bij warmwatergebruik zo laag mogelijk blijft, moet de wasmachine worden aangesloten op een ringleiding voor
warm water. Afzonderlijke leidingen
naar de warmwatervoorziening leiden
tot afkoeling van het water in de leiding
als niet voortdurend water wordt afgenomen. Voor het opwarmen van het water moet dan meer elektrische energie
worden gebruikt.
Voor de warmwateraansluiting gelden
dezelfde voorwaarden als voor de
koudwateraansluiting.
De toevoerslang (warm – rode strepen)
wordt op de waterkraan aangesloten.
Het is niet mogelijk om de wasmachine alleen op een warmwaterleiding
aan te sluiten.
* Bij enkele uitvoeringen is de warmwaterslang niet gemonteerd.
Omschakelen naar gebruik met warm
water
Als de wasmachine op warm water
moet worden aangesloten, dan kunnen
de instellingen Water hoofdwas, Watervoorwas en Water spoelen worden ingesteld op warm (zie het hoofdstuk “Exploitatieniveau”).
Schroef het afdekkapje van de warm-
waterklep.
Schroef de warmwaterslang erop.
Waterafvoer
Afvoerklep
Het legen van het toestel gebeurt via
een afvoerklep met motoraandrijving. U
kunt deze met een normale hoeksteun
DN70 aansluiten op de ter plekke aan
te brengen afwatering (afvoerput met
reukafsluiter)
72
*INSTALLATION*
Installatie
Elektrische aansluiting
De beschrijving is geldig voor wasmachines met en zonder stekker.
Voor wasmachines met stekker geldt:
- De wasmachine kan direct worden
aangesloten.
- Zorg ervoor dat u altijd bij de stekker
kunt komen om de spanning van de
wasmachine te halen.
Schade door verkeerde aansluit-
spanning.
Op het typeplaatje staat informatie
over de nominale aansluitwaarde en
de bijbehorende zekering.
Vergelijk de specificaties op het typeplaatje met de gegevens van het
electriciteitsnet.
Aansluiting mag alleen plaatsvinden op
een vast geïnstalleerde elektrische installatie die voldoet aan alle daarvoor
geldende nationale en lokale voorschriften (zoals NEN1010).
Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen om potentiële gevaren uit te
sluiten (bijv. gevaar voor oververhitting).
Als er een vaste aansluiting is voorzien,
moet het toestel via een schakelaar met
alle polen van de netspanning kunnen
worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand moet
minimaal 3mm bedragen. Geschikte
schakelaars zijn automatische veiligheidsschakelaars, zekeringen en relais
(IEC/EN60947). Deze aansluiting mag
alleen door een elektricien worden uitgevoerd.
De stekkerverbinding of de schakelaar
voor het loskoppelen van de netspanning moet altijd toegankelijk zijn.
Gevaar voor elektrische schok
door netspanning.
Als de wasmachine wordt losgekop-
peld van het elektriciteitsnet, moet u
ervoor zorgen dat deze niet onbedoeld weer kan worden ingeschakeld.
Zorg ervoor dat bij loskoppeling van
de netspanning het betreffende systeem afsluitbaar is of dat daarop te
allen tijde controle mogelijk is.
Werkzaamheden in verband met heraansluiting, veranderingen in de installatie of controle van de aarding of de zekeringen mogen alleen worden uitgevoerd door een erkende elektricien die
op de hoogte is van alle geldende voorschriften.
Als de wasmachine naar een andere
spanningssoort moet worden omgeschakeld, moet de betreffende instructie op het schakelschema in
acht worden genomen. De omschakeling mag alleen door de geautoriseerde vakhandel en door de Miele
Service worden uitgevoerd.
Bij ombouw naar een 3-fasig net
zonder nuldraad moet de netaansluitkabel vervangen worden.
73
Technische gegevens
Hoogte850mm
Breedte596mm
Breedte (machines met roestvrijstalen bovenblad)
Diepte714mm
Diepte bij geopende deur1132mm
Gewichtca. 100kg
Maximale vloerbelasting als het toestel in
werking is
Beladingscapaciteit8,0kg droog wasgoed
Aansluitspanningzie typeplaatje op de achterzijde
Aansluitwaardezie typeplaatje op de achterzijde
Zekeringzie typeplaatje op de achterzijde
Geluidsdrukniveau met A-label LpA volgens
EN ISO11204/11203
Minimale waterdruk100kPa (1bar)
Maximale waterdruk1.000kPa (10bar)
Lengte van de toevoerslang1,55m
605mm
3000 Newton
van het toestel
van het toestel
van het toestel
< 70dB re 20 µPa
Lengte van de aansluitkabel1,80m
Gehanteerde normen inzake productveiligheid
Verstrekte keurmerkenzie typeplaatje
74
volgens EN50571, EN60335
Het menu met de instellingen in het
Exploitatie-
niveau
Toegang via code
Code wijzigen
Code
invoeren
OK
0
Exploitatie-
niveau
Taal
Lichtsterkte
exploitatieniveau tegen onbevoegd
gebruik beveiligd. Het menu moet met
een code worden geopend.
Toegang met code
Het exploitatieniveau moet worden geopend met een code.
De code is 000 (fabrieksinstelling).
Code wijzigen
U kunt de code voor de toegang tot
het exploitatieniveau wijzigen om de
wasmachine tegen onbevoegde toegang te beschermen.
Als u de code later niet meer weet,
moet de Miele Service worden geïnformeerd. De Miele Service moet de
code resetten.
Noteer de nieuwe code en bewaar
deze op een veilige plek.
Exploitatieniveau
Voer de afzonderlijke cijfers in en be-
vestig steeds met OK.
Kies de gewenste instelling.
Enkele instellingen zijn alleen zichtbaar
wanneer externe apparaten via de
XCI-box zijn aangesloten.
Exploitatieniveau verlaten
Raak de sensortoets aan of scha-
kel de wasmachine uit.
Exploitatieniveau openen
Zet de programmakeuzeschakelaar
bijvoorbeeld op het programma Mops60°C.
Raak de sensortoets Meer keuzes
aan.
Raak de sensortoets Exploitatieni-
veaus aan.
Kies Toegang via code.
75
Exploitatieniveau
Taal
De meldingen op het display kunnen
in verschillende talen worden weergegeven. Via het submenu Taal kunt u de
vast ingestelde exploitatietaal kiezen.
De bedieningstaal kan voor een lopend
programma worden gewijzigd met de
sensortoets .
Lichtsterkte
De lichtsterkte van het display kan in
stappen van 10% worden ingesteld tot
100%.
Fabrieksinstelling: 70%
Dagtijd
Na de keuze 12u/24u kan de tijd worden ingesteld.
Tijdsformaat
- 24h (fabrieksinstelling)
- 12h
- Klok uit
Instellen
- De tijd kan worden ingesteld.
Volume eindsignaal
Volume toetssignaal
De geluidssterkte van het geluidssignaal dat klinkt bij het aanraken van de
sensortoetsen kan worden gewijzigd.
U kunt 7 standen instellen en het signaal kan ook uitgeschakeld worden.
Fabrieksinstelling: normaal
Volume begroeting
De geluidssterkte van de inschakeltoon dat klinkt bij het inschakelen van
de wasmachine kan worden gewijzigd.
U kunt 7 standen instellen en het signaal kan ook uitgeschakeld worden.
Fabrieksinstelling: normaal
Storingszoemer
De signaaltoon die bij een fout klinkt,
kan in- of uitgeschakeld worden.
Fabrieksinstelling: uit
Memory
De wasmachine slaat de laatst gekozen instellingen van een wasprogramma (temperatuur, toerental en enkele
opties) op bij de start van het programma.
De geluidssterkte van het geluidssignaal voor het programma-einde kan
worden gewijzigd.
U kunt 7 standen instellen en het signaal kan ook uitgeschakeld worden.
Fabrieksinstelling: uit
76
Wanneer u de volgende keer hetzelfde
programma kiest, geeft de wasmachine
de opgeslagen instellingen aan.
Fabrieksinstelling: uit
Exploitatieniveau
Kreukbeveiliging
Met de functie Kreukbeveiliging wordt
kreukvorming tegengegaan na afloop
van het programma.
De trommel beweegt nog maximaal
30minuten na afloop van het programma. De deur van de wasmachine kan
ieder moment geopend worden.
Fabrieksinstelling: aan
Afkoeling waswater
Met deze instelling kunt u ervoor zorgen dat er aan het einde van de
hoofdwas extra water in de trommel
stroomt ter afkoeling van het waswater.
Het waswater wordt afgekoeld wanneer
u programma's kiest met een temperatuur van 70°C en hoger.
De afkoeling van het waswater moet
worden geactiveerd:
- als de afvoerslang in een wasbak of
gootsteen wordt gehangen om verbrandingsgevaar te voorkomen.
- bij gebouwen waarvan de afvoerleidingen niet voldoen aan DIN1986.
Uitschakeling "Displays"
De verlichting van de display en de
toetsen gaat uit en de Start/Stop-toets
knippert langzaam om energie te besparen.
Als u deze instelling wijzigt, leidt dit tot
een hoger energieverbruik.
- Uit
Het paneel blijft verlicht.
- aan na 10minuten, niet in het lopende programma (fabrieksinstelling)
De display blijft tijdens het programma verlicht en wordt pas 10minuten
na afloop van het programma donker.
- aan na 30minuten, niet in het lopende programma
De display blijft tijdens het programma verlicht en wordt pas 30minuten
na afloop van het programma donker.
- aan na 10minuten
De display wordt na 10minuten donker.
- aan na 30minuten
De display wordt na 30minuten donker.
Fabrieksinstelling: aan
77
Exploitatieniveau
Uitschakeling "Apparaat"
De wasmachine wordt automatisch
uitgeschakeld. Dat gebeurt nadat programmaeinde/Kreukbeveiliging is verschenen of na het inschakelen als er
verder geen bediening plaatsvindt.
Als u deze instelling wijzigt, leidt dit tot
een hoger energieverbruik.
- Niet uitschakelen
- Uitschakelen na 15minuten
- Uitschakelen na 20minuten
- Uitschakelen na 30minuten (fabrieksinstelling)
Voorpro-grammering
De manier van tijdaangave bij de voorprogrammering kan worden gewijzigd
of uitgeschakeld.
- uit
De voorprogrammering kan niet worden geselecteerd.
- Programma-einde (Fabrieksinstelling)
Met de voorprogrammering stelt u
het eindtijdstip van het gekozen wasprogramma van te voren in.
Programmanaam
Bij de selectie van de standaardprogramma's kan de naam van het wasprogramma in het display getoond
worden.
- aan (fabrieksinstelling)
De programmanaam wordt bij de
programmakeuze gedurende enkele
seconden getoond voordat het basismenu verschijnt.
- uit
Het basismenu wordt direct getoond.
Water voorwas
U kunt de watersoort voor de voorwas
kiezen.
- koud
Er wordt alleen koud water toegevoerd voor de voorwas.
- warm
Er wordt ook warm water toegevoerd
voor de voorwas.
Warm water is alleen mogelijk bij een
wastemperatuur van meer dan 30°C.
- Programmabegin
Met de voorprogrammering stelt het
starttijdstip van het gekozen wasprogramma van te voren in.
- Tijd tot start
Met de voorprogrammering stelt u in
na hoeveel uur een programma wordt
gestart.
78
Exploitatieniveau
Water hoofdwas
U kunt de watersoort voor de
hoofdwas kiezen.
- koud
Er wordt alleen koud water toegevoerd voor de hoofdwas.
- warm
Er wordt ook warm water toegevoerd
voor de hoofdwas.
Warm water is alleen mogelijk bij een
wastemperatuur van meer dan 30°C.
Als de wasmachine niet op warm water
is aangesloten, neemt de programmaduur toe en zijn er afwijkingen ten aanzien van de weergegeven resttijden.
Water 1e spoelen
In sommige programma's kunt u de
watersoort voor de eerste spoelgang
kiezen.
- koud (fabrieksinstelling)
Er wordt alleen koud water toegevoerd voor de eerste spoelgang.
Water laatste spoelen
In sommige programma's kunt u de
watersoort voor de laatste spoelgang
kiezen.
- koud (fabrieksinstelling)
Er wordt alleen koud water toegevoerd voor de laatste spoelgang.
- warm
Er wordt ook warm water toegevoerd
voor de laatste spoelgang (dit is alleen mogelijk bij programma's met
een minimale temperatuur van 60°C).
Lage waterdruk
Als de waterdruk lager is dan 100kPa
(1bar) breekt de wasmachine het programma af met de foutmelding Water-
toevoer controleren.
Als de waterdruk ter plaatse niet kan
worden verhoogd, voorkomt de geactiveerde instelling Lage waterdruk dat het
programma wordt afgebroken.
Fabrieksinstelling: uit
- warm
Er wordt ook warm water toegevoerd
voor de eerste spoelgang.
Mops ontwateren
In het standaard mopsprogramma
kunnen natte mops aan het begin van
het programma door kort centrifugeren worden ontwaterd.
Fabrieksinstelling: aan
79
Exploitatieniveau
Mops temperat. standaard plus
In de programma's Mops plus en
Mops plus +rtu kan de voorgepro-
grammeerde temperatuur worden gewijzigd.
- 40°C (fabrieksinstelling)
- 60°C
- 70°C
- 90°C
Mops chem.-ther. desinfectieproces
In het programma Mops chemothermische desinfectie kan het voorgepro-
grammeerde desinfectieproces worden gewijzigd.
- 40°C/20min
- 60°C/20min (fabrieksinstelling)
- 70°C/10min
Mops thermisch desinfectieproces
In het programma Mops thermische
desinfectie kan het voorgeprogram-
meerde desinfectieproces worden gewijzigd.
- 75°C/10min
- 85°C/15min (fabrieksinstelling)
Mops microvezel
In het mopsprogramma kan de extra
functie Microvezels worden geactiveerd.
- inactief, niet zichtbaar
- selecteerbaar, zichtbaar (Fabrieksinstelling)
- actief, niet zichtbaar
Mops prep.-toerental
In het mopsprogramma met Behandelenkan het voorgeprogrammeerde
centrifugeertoerental worden gewijzigd.
- 300toeren/min
- 400toeren/min
- 600toeren/min
- 800omw/min (fabrieksinstelling)
Doeken temp. standaard plus
In de programma's Doeken plus en
Doeken plus +rtu kan de voorgepro-
grammeerde temperatuur worden gewijzigd.
- 40°C (fabrieksinstelling)
- 60°C
- 70°C
- 90°C
80
Exploitatieniveau
Doek. chem.-ther. desinfectieproces
In het programma Doeken chemothermische desinfectie kan het voor-
geprogrammeerde desinfectieproces
worden gewijzigd.
- 40°C/20min
- 60°C/20min (fabrieksinstelling)
- 70°C/10min
Doeken pre-par.toerent.
In het doekenprogramma met Behandelenkan het voorgeprogrammeerde
centrifugeertoerental worden gewijzigd.
- 400toeren/min
- 600toeren/min
- 800omw/min (fabrieksinstelling)
- 1000toeren/min
Sensor leegmelding
Een zuiglanscontact controleert of de
externe reservoirs voor vloeibaar wasmiddel leeg zijn. In het display verschijnt een melding als de reservoirs
leeg zijn.
Waarschuwings-teller
Een interne meter meldt dat een van
de externe doseerreservoirs bijna leeg
is. De betreffende meter moet vervolgens worden gereset.
Niveau Wit/Bont
Voor het programma Witte/Bonte was
kan het waterniveau voor de hoofdwas
worden verhoogd.
- + 0 mkw (fabrieksinstelling)
- + 10 mkw
- + 20 mkw
- + 30 mkw
Niveau Kreukherstellend
Voor het programma Kreukherstellend
kan het waterniveau voor de hoofdwas
worden verhoogd.
- + 0 mkw (fabrieksinstelling)
- + 10 mkw
- + 20 mkw
- + 30 mkw
- uit (fabrieksinstelling)
De sensor leegmelding is uitgeschakeld.
- sluiter
De zuiglansen hebben een maakcontact.
- opener
De zuiglansen hebben een verbreekcontact.
81
Exploitatieniveau
Temperatuur voorwas Wit/Bont
Voor het programma Witte/Bonte was
kunt u de temperatuur voor de voorwas kiezen.
- 30°C (fabrieksinstelling)
- 35°C
- 40°C
- 45°C
Wastijd voorwas
Voor het programma Witte/Bonte was
kan de wastijd voor de voorwas worden verlengd.
- + 0min (fabrieksinstelling)
- + 6min
- + 9min
- + 12min
Wastijd Wit/Bont
Voor het programma Witte/Bonte was
kan de wastijd voor de hoofdwas worden verlengd.
- + 0min (fabrieksinstelling)
- + 10min
- + 20min
- + 30min
- + 40min
Wastijd Kreukherstellend
Voor het programma Kreukherstellend
kan de wastijd voor de hoofdwas worden verlengd.
- + 0min (fabrieksinstelling)
- + 5min
- + 10min
- + 15min
- + 20min
Voorspoelen Wit/Bont
Bij het programma Witte/Bonte was
kunt u ervoor kiezen de was te laten
voorspoelen.
Fabrieksinstelling: uit
Voorspoelen Kreukherstellend
Bij het programma Kreukherstellend
kunt u ervoor kiezen de was te laten
voorspoelen.
Fabrieksinstelling: uit
Voorwas Wit/ Bont/Kreukherst.
Voor de programma's Witte/Bonte was
en Kreukherstellend kunt u instellen of
de voorwas permanent moet worden
uitgevoerd of dat deze bij de programmakeuze kan worden gekozen.
Fabrieksinstelling: Menukeuze
82
Exploitatieniveau
Spoelgangen Wit/Bont
Voor het programma Witte was/Gekleurd wasgoed en het standaardpro-
gramma voor mops kunt u het aantal
spoelgangen wijzigen.
- 2 spoelgangen (fabrieksinstelling)
- 3 spoelgangen
- 4 spoelgangen
- 5 spoelgangen
Spoelgangen Kreukherstellend
Voor het programma Kreukherstellend
kunt u het aantal spoelgangen wijzigen.
- 2 spoelgangen (fabrieksinstelling)
- 3 spoelgangen
- 4 spoelgangen
Desinfectiespoelen
Temperatuurverlaging
Om te voorkomen dat het waswater
op hooggelegen locaties voortijdig
gaat koken, kan de watertemperatuur
verlaagd worden.
Fabrieksinstelling:uit
Als er een desinfectieprogramma
wordt gekozen met een temperatuur
van minimaal 60°C kunnen er extra
spoelgangen worden geactiveerd.
Er wordt met heet water gespoeld. De
programmatijd wordt verlengd.
Na afloop van het programma kan
het wasgoed heet aanvoelen.
Wees voorzichtig wanneer u het
wasgoed eruit haalt.
Fabrieksinstelling: uit
83
Exploitatieniveau
Programma-pakketten
De programmakeuze kan worden uitgebreid door afzonderlijke programma's uit de programmapakketten te
activeren.
De gekozen programma's worden uit de
programmapakketten in de lijst Overigeprogramma's worden getoond.
- Standaard
- Prepareren mops
- Prepareren doeken
- Ready to use
- Werkkleding
- Basisprogramma's
Na selectie van de programmapakketten worden de afzonderlijke programma's uit de lijst geactiveerd (geactiveerde programma's zijn gemarkeerd
met een kader). Tot slot moet de selectie worden bevestigd.
Code desinfectieprog.
U moet een code invoeren om een
desinfectieprogramma af te breken.
Deze kunt u wijzigen.
De code is: 0 0 0
Tip: Noteer de nieuwe code als u de
code wijzigt.
Beladings-automaat
De wasmachine beschikt over een beladingsautomaat. De waterniveaus en
de programmalooptijden worden in
sommige programma's aan de belading aangepast. Als u de beladingsautomaat uitschakelt, wordt er bij het
programmaverloop altijd van uitgegaan dat u de machine met maximale
belading gebruikt.
Fabrieksinstelling: aan
Automatische dosering
De automatische dosering via een extern doseersysteem kan worden ingeschakeld
Fabrieksinstelling: uit
Signaal piekbelasting
Met de piekbelastingsschakelaar kan
de wasmachine worden geïntegreerd
in een energiemanagementsysteem.
Als er een signaal wordt geregistreerd,
wordt de verwarming van de wasmachine korte tijd uitgeschakeld. De
wasmachine mag uitsluitend op een
piekbelastingssysteem worden aangesloten als dit via de Miele XCI-box met
de wasmachine is verbonden.
- Geen functie (fabrieksinstelling)
- Piekbelasting met 230V
84
- Piekbelasting met 0V
Exploitatieniveau
Piekbelasting vermijden
Bij desinfectieprogramma's kunt u uitschakeling bij piekbelasting voorkomen. Als er een signaal wordt geregistreerd, wordt de verwarming van de
wasmachine niet uitgeschakeld.
Fabrieksinstelling: uit
Draaistroom
De resttijdaanduiding is afhankelijk
van de stroomaansluiting. Bij een aansluiting met 1 fase moet de instelling
op nee worden gezet.
Fabrieksinstelling; ja
Verwarming
De verwarming kan worden uitgeschakeld en de thermostopfase wordt
overgeslagen. Bovendien wordt de
bewaking van verwarmingsstoringen
gedeactiveerd.
Fabrieksinstelling: aan
Muntautomaat
Externe hardware wordt via de Miele
XCI-box aangesloten.
Wilt u deze later toch wijzigen, neem
dan contact op met de Miele Service.
Instellingen voor muntautomaten
Er moet een muntautomaat worden
aangesloten.
- Geen muntautomaat
De volgende instellingen worden
overgeslagen en de eerste ingebruikneming kan worden beëindigd.
- Programmabediening
De wasmachine is voorzien van een
muntautomaat. De gebruiker koopt
een programma.
- Tijdgestuurde bediening
De wasmachine is voorzien van een
muntautomaat met tijdmeter. De gebruiker koopt een tijdgestuurd programma.
- Tijdgestuurde bediening met impulsmeter
Voor muntautomaten, waarbij de gebruiksduur steeds kan worden verlengd door een munt in te werpen.
85
Exploitatieniveau
Terugmeldsignaal betaalsysteem
Instelling van het terugmeld-signaal
van de muntautomaat.
- Fabrieksinstelling: uit
- Einde programma
De machine geeft het terugmeld-signaal na afloop van het programma.
- Vrijgeven starttoets
De machine geeft het terugmeld-signaal na het vrijgeven van de starttoets.
- Start en einde programma
De machine geeft het terugmeld-signaal bij de start en na afloop van het
programma.
- Het programma loopt
De machine geeft het terugmeld-signaal continu vanaf de start tot het
einde van het programma.
Wissen betaald-signaal
Het “betaald-signaal” bij gebruik met
een muntautomaat kan tot het einde
van het programma worden bewaard
of na 5minuten zonder programmastart worden verwijderd.
Fabrieksinstelling: uit
Gratis programma's
Bij gebruik met een muntautomaat kan
worden vastgelegd of het programma
Pompen/Centrifugeren gratis kan wor-
den gebruikt.
Fabrieksinstelling:uit
Vergrendeling betaalsysteem
Om manipulatie te voorkomen, kan bij
de programmabediening een programmavergrendeling worden ingesteld.
Wanneer de wasmachinedeur wordt
geopend, gaat het geld bij afbreken
van het programma verloren.
Om wel de mogelijkheid te bieden om
wasgoed bij te vullen, kan het tijdstip
van de vergrendeling worden gewijzigd.
- uit
- direct na de start van het programma
- 1minuut na de start van het programma
- 2minuten na de start van het programma
- 3minuten na de start van het programma (fabrieksinstelling)