Gebruiksaanwijzing en
opstellingsinstructies
Warmtepompdroger
PT 9137 WP Vario
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw
apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 11 040 710
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen, omdat dit
het milieu relatief weinig belast en kan
worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het oude apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig
te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet
of er op een andere manier niet goed
mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Tips om energie te besparen
Zo kunt u de droogtijd verkorten en het
energieverbruik verlagen:
– Centrifugeer het wasgoed vóór het
drogen met een zo hoog mogelijk
toerental in de wasautomaat.
Zo bespaart u bij het drogen ca. 30%
energie, maar ook tijd, als u bijvoorbeeld met 1600 toeren per minuut
centrifugeert in plaats van met 800
toeren per minuut.
– Maak zoveel mogelijk gebruik van de
maximale beladingscapaciteit. Het
energieverbruik is dan relatief gezien
het laagst.
– Zorg dat de temperatuur in de ruimte
niet te hoog is. Als zich andere warmteproducerende apparaten in de
ruimte bevinden, zorg dan voor extra
ventilatie of schakel die apparaten
uit.
– Reinig na elk gebruik de pluizenzeven
(pluizenfilters).
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet buiten
het bereik van kinderen worden opgeslagen.
2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................. 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ........................................................ 5
Bediening van de droogautomaat...................................................................... 16
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen tot
gevolg hebben.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat voor het
eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan
het apparaat. In de gebruiksaanwijzing vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud.
Als meerdere personen het apparaat bedienen, moeten de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen voor deze personen toegankelijk worden gemaakt en/of worden uitgelegd.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Verantwoord gebruik
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor het drogen van textiel
dat in water is gewassen en dat volgens het wasetiket geschikt is
voor droogautomaten. Ieder ander gebruik kan gevaarlijk zijn. Miele
is niet aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door ander
gebruik dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
Deze droogautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens-
huis.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit apparaat niet in
staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als
ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de
droogautomaat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de droogautomaat alleen zonder
toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten
bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
Kinderen mogen de droogautomaat niet zonder toezicht reinigen
of onderhouden.
Wanneer er kinderen in de buurt van de droogautomaat zijn, houd
ze dan goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spelen.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde droogautomaat mag niet worden geplaatst en niet
in gebruik worden genomen.
Voer geen aanpassingen aan de droogautomaat uit die niet uit-
drukkelijk door Miele zijn toegestaan.
Gebruik geen verlengsnoer in verband met gevaar voor oververhit-
ting.
De elektrische veiligheid van de droogautomaat is uitsluitend ge-
garandeerd als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat
volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat
de huisinstallatie bij twijfel door een vakman controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Reparaties aan de droogautomaat mogen alleen door vakmensen
van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor
Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan
onze producten stellen.
Als apparatuur niet tijdig en volgens de voorschriften wordt onder-
houden, kunnen de prestaties ervan afnemen. Bovendien kunnen er
storingen optreden en kunnen er brandgevaarlijke situaties ontstaan.
Wanneer er een storing moet worden verholpen of wanneer de
droogautomaat moet worden gereinigd, mag er geen elektrische
spanning op het apparaat staan. Ga als volgt te werk:
– Trek de stekker uit de contactdoos.
– Schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit.
– Draai de betreffende zekering(en) van de huisinstallatie er hele-
maal uit.
Zie in het hoofdstuk “Plaatsen en aansluiten” de rubriek “Elektrische
aansluiting”.
Deze droogautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bij-
voorbeeld op een schip) worden gebruikt.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Informatie over de warmtepomp en over het koelmiddel:
– De droogautomaat werkt met een gasvormig koelmiddel dat niet
brandbaar en niet explosief is.
– De warmtepomptechniek veroorzaakt een brommend geluid wan-
neer de droogautomaat werkt. Dit geluid is normaal en heeft geen
nadelig effect op de werking van het apparaat.
– Als het apparaat correct is getransporteerd en geplaatst, hoeft
men meestal geen “rusttijd” in acht te nemen (zie “Plaatsen en
aansluiten”).
In alle andere gevallen moet wel een rusttijd worden aangehouden, anders kan de warmtepomp beschadigd raken.
– Deze droogautomaat bevat gefluoreerde broeikasgassen. Deze
zijn hermetisch afgesloten.
Aanduiding: R134a
Hoeveelheid: 0,50 kg
Uitstoot koelmiddel: 1430 kg CO2 e
Uitstoot apparaat: 715 kg CO2 e
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: “Plaatsen en aansluiten”
en “Technische gegevens”.
Zorg dat u altijd bij de stekker kunt komen, zodat u de spanning
van de droogautomaat kunt halen.
Als voor een vaste aansluiting wordt gekozen, moet het apparaat
via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. Deze schakelaar moet altijd toegankelijk zijn.
De spleet tussen de onderkant van het apparaat en de vloer mag
niet met sokkellijsten, hoogpolig tapijt, etc. worden verkleind. Een
toereikende luchttoevoer is anders niet gewaarborgd
De deur van de automaat moet vrij kunnen bewegen. Er mag
daarom vlak voor de automaat geen andere deur worden geplaatst.
Deze automaat heeft vanwege speciale eisen (ten aanzien van on-
der meer de temperatuur, de vochtigheid, de chemische bestendigheid, de slijtvastheid en vibraties) een speciale lamp. De lamp mag
alleen voor deze toepassing worden gebruikt. De lamp is niet geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden.
Meer tips voor het gebruik
De maximale beladingscapaciteit bedraagt 6,5 kg (droge was). De
beladingscapaciteit voor de specifieke programma's vindt u in het
hoofdstuk “Programma-overzicht”.
Leun niet op de deur om te voorkomen dat de droogautomaat
gaat kantelen.
Sluit de deur iedere keer nadat u de droogautomaat heeft ge-
bruikt. Zo voorkomt u dat
– kinderen of huisdieren in het apparaat kruipen
– en dat kinderen er voorwerpen in stoppen.
Voor de reiniging van het apparaat mag geen hogedrukreiniger of
waterstraal worden gebruikt.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Houd de ruimte waar het apparaat staat vrij van stof en pluizen.
Stofdeeltjes in de aangezogen lucht kunnen verstoppingen veroorzaken. Dit kan storingen tot gevolg hebben en er ontstaat brandgevaar!
Deze automaat mag nooit
– zonder pluizenzeven (pluizenfilters) en zonder sokkelfilter worden
gebruikt.
– zonder rooster (rechts onder) worden gebruikt.
– met beschadigde pluizenzeven of een beschadigd sokkelfilter
worden gebruikt. Bij beschadiging meteen vervangen!
Gebeurt dat wel, dan zouden er te veel pluizen in de automaat kunnen komen, wat storingen kan veroorzaken.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ga als volgt te werk, zodat tijdens het drogen geen functiestorin-
gen optreden:
– Reinig de zeefvlakken van de pluizenzeven iedere keer als u de
droogautomaat heeft gebruikt.
– Laat de pluizenzeven en het sokkelfilter na een vochtige reiniging
drogen. Door vochtige pluizenzeven dan wel een vochtig filter
kunnen er tijdens het drogen storingen optreden!
– De luchtweg (pluizenzeven, sokkelfilter, rooster rechts onder)
moet altijd worden gereinigd als dat in het display wordt aangegeven.
Plaats uw droogautomaat in een vorstvrije ruimte. Temperaturen
die onder het vriespunt liggen, hebben een negatief effect op de
werking van het apparaat. Door bevroren condenswater in de pomp
en de afvoerslang kan het apparaat beschadigd raken.
De temperatuur in de ruimte waar het apparaat is opgesteld, dient
tussen 2°C en 35°C te liggen.
U kunt voor het condenswater een externe afvoer gebruiken, bij-
voorbeeld door de afvoerslang in een wastafel of wasbak te hangen.
Zorg er in dat geval voor dat de slang niet kan wegglijden. Wanneer
de slang niet goed vastzit, kan het condenswater overstromen en
schade veroorzaken.
Condenswater is geen drinkwater.
Het drinken van condenswater kan schadelijk zijn voor de gezondheid van mens en dier.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
In verband met brandgevaar mag onderstaand textiel niet worden
gedroogd.
– Textiel dat niet is gewassen.
– Textiel dat niet grondig genoeg is gereinigd en daardoor nog olie-,
vet- of crèmeresten bevat. Het gaat hier bijvoorbeeld om textiel uit
keukens of schoonheidssalons. Bij textiel dat niet voldoende is
gereinigd bestaat zelfs na afloop van het droogprogramma en
zelfs buiten de droogautomaat nog gevaar voor brand.
– Textiel dat brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat of resten
van aceton, alcohol, wasbenzine, petroleum, kerosine, vlekverwijderaar, terpentine, was, wax remover of chemicaliën. Het gaat
hier bijvoorbeeld om allerlei soorten schoonmaakdoekjes.
– Textiel dat resten van haarversteviger, haarspray, nagellakremover
en dergelijke bevat.
Reinig dit soort sterk vervuild textiel grondig en wel met extra wasmiddel en op een hoge temperatuur. Was dit textiel zo nodig twee
keer.
Verwijder aanstekers, lucifers en alle andere voorwerpen uit de
zakken van het textiel.
Waarschuwing: Schakel de droogautomaat nooit uit voordat het
droogprogramma afgelopen is, tenzij u alle stukken wasgoed direct
uit de automaat haalt en zo ophangt dat de warmte eruit kan.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze droogautomaat mag in verband met brandgevaar niet wor-
den aangesloten op een regelbare wandcontactdoos, bijvoorbeeld
via een tijdschakelaar of combi-regelaar wasautomaat - droogautomaat.
Wanneer het droogprogramma in zo'n geval voor het einde van de
afkoelfase wordt afgebroken, kan het wasgoed in brand vliegen.
In verband met brandgevaar mogen de volgende soorten textiel of
producten nooit in het apparaat worden gedroogd.
– Textiel en producten die met industriële chemicaliën zijn gerei-
nigd, bijvoorbeeld in een stomerij.
– Textiel en producten die rubber of schuimrubber bevatten, zoals
waterdicht textiel, hoofdkussens en douchemutsen.
– Textiel en producten die vullingen bevatten en die beschadigd
zijn, zodat de vullingen eruit kunnen vallen. Het gaat hier bijvoorbeeld om kussens en jacks.
Op de verwarmingsfase volgt bij veel programma's een afkoelfa-
se. Daarmee kunt u er zeker van zijn dat het wasgoed niet zo heet
wordt dat het verbrandt en beschadigd raakt. Pas hierna is het programma afgelopen.
Haal alle stukken wasgoed dan direct uit de automaat.
Gebruik wasverzachters en soortgelijke producten altijd volgens
de aanwijzingen van de fabrikant.
Bewaar en gebruik in de buurt van de automaat geen benzine, pe-
troleum of andere licht ontvlambare stoffen. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Zorg voor de toevoer van schone, frisse lucht. De lucht mag geen
chloor-, fluor- of andere oplosmiddeldampen bevatten. Brandgevaar!
Voor roestvrijstalen onderdelen geldt:
Voorkom dat roestvrijstalen oppervlakken in aanraking komen met
vloeibare reinigings- en desinfectiemiddelen die chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze middelen kunnen op het roestvrije staal
corrosie veroorzaken.
Agressieve chloorbleekloogdampen kunnen eveneens corrosie tot
gevolg hebben.
Bewaar geopende reservoirs met dergelijke middelen daarom niet in
de buurt van het apparaat.
Accessoires
Alleen originele Miele-accessoires mogen worden aan- of inge-
bouwd.
Worden er andere accessoires aan- of ingebouwd, dan kan Miele
niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden
gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Was- en droogautomaten van Miele kunnen als was-droogzuil
worden geplaatst. Hiervoor is een specifiek tussenstuk (WTV) nodig
dat kan worden nabesteld. Let erop dat het tussenstuk bij uw Mieledroogautomaat en Miele-wasautomaat past.
Wilt u een Miele-sokkel nabestellen, let er dan op dat deze bij uw
droogautomaat past.
Worden de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet opgevolgd, dan kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is.
15
Bediening van de droogautomaat
Bedieningspaneel
a
Display
Na het inschakelen licht het display
op. Het basismenu verschijnt, zodra
de droogautomaat klaar is voor ge-
bruik.
b
Keuzetoetsen
Met deze toetsen kunt u rechtstreeks
een programma kiezen. U kunt de
toetsen ook voor uw favoriete pro-
gramma's gebruiken.
c
ToetsStart
Knippert als u een programma kunt
kiezen en brandt continu nadat u een
programma heeft gestart.
d
Optische interfacePC
De optische interface gebruikt Miele
voor servicedoeleinden.
e
Programmaschakelaar (duo-knop)
Met deze schakelaar kiest en bevestigt u de menupunten (kiezen = draaien, bevestigen = drukken).
f
Aan/Uit-toets
Voor het in- en uitschakelen van de
automaat. Om energie te besparen,
wordt de droogautomaat automatisch uitgeschakeld. Dit gebeurt 15
minuten na afloop van het programma/de kreukbeveiliging. De automaat
wordt ook uitgeschakeld als u het
apparaat na het inschakelen niet bedient.
g
Toets “Deur”
Met deze toets opent u de deur, los
van de stroomvoorziening.
Opmerking bij de eerste ingebruikneming
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, moet het correct
zijn geplaatst en aangesloten. Zie ook het hoofdstuk “Plaatsen en aansluiten”.
Voer de eerste ingebruikneming uit, zoals beschreven in het boekje “Eerste ingebruikneming, programma-overzicht, instellingen”.
16
Bediening van de droogautomaat
1
2
3
4
10:00
Witte/Bonte was
Kreukherstellend
Wol
Strijken
Programmakeuze
Instellingen
...
...
Principe display
Startmenu
In het display verschijnt het startmenu met vier favoriete programma's (die kunnen worden gewijzigd). De functie Program-makeuze is gemarkeerd.
Programmaschakelaar (duo-knop)
Als u aan de programmaschakelaar draait, markeert u een andere functie in het display.
Als u op de programmaschakelaar drukt, bevestigt u het gemarkeerde menupunt.
Keuzetoetsen
De vier programma's die links in het display verschijnen, zijn
uw “favorieten”. U kunt deze programma's rechtstreeks kiezen
door op de keuzetoetsen te drukken.
U kunt uw favoriete programma's individueel samenstellen (zie
ook het hoofdstuk “Programma kiezen” onder “Programma als
favoriet programma opslaan”).
In de overige menu's hebben de keuzetoetsen andere functies. In die gevallen ziet u in het display boven de betreffende
keuzetoets een pijl met de functieaanduiding van de toets.
Mogelijkheden om een programma te kiezen
U kunt op twee manieren een programma kiezen:
– Mogelijkheid 1: Selecteer in het display het menu Program-
makeuze en bevestig uw keuze met een druk op de programmaschakelaar.
– Mogelijkheid 2: Druk op een van de keuzetoetsen ,
, of . Het basismenu van het betreffende programma wordt geopend.
17
Bediening van de droogautomaat
Terug
Witte/Bonte was
Kreukherstellend
Wol
Programmakeuze
Witte/Bonte wasKastdroog
Terug
Duur
Timer
h
Opslaan
Temp.laag+
1:30
Menu “Programmakeuze”
Met de programmaschakelaar kunt u alle beschikbare programma's selecteren. De markering verplaatst zich omhoog of
omlaag, afhankelijk van de draairichting.
De pijlen of rechts in het display geven aan dat er nog
meer keuzemogelijkheden zijn.
Als u op de programmaschakelaar drukt, wordt het basismenu
van het gekozen programma geopend.
Basismenu van een droogprogramma
Door aan de programmaschakelaar te draaien, kunt u de
“droogtegraad” of het “programma” markeren.
Het geselecteerde onderdeel is gemarkeerd. Als u op de programmaschakelaar drukt, wordt het onderdeel gekozen en het
bijbehorende submenu geopend.
De submenu's Temp. laag+ en Timer kunt u openen door op
de betreffende keuzetoets te drukken.
Om terug te gaan naar het startmenu drukt u op de keuzetoets onder Terug.
Desgewenst kunt u ook alle onderdelen met de programmaschakelaar markeren en bevestigen.
Menu “Instellingen ”
Via het menu Instellingen kunt u de elektronica van de automaat aan veranderende situaties aanpassen. Meer informatie
vindt u in het boekje “Eerste ingebruikneming, programma-
18
overzicht, instellingen”.
MieleLogic-varianten
Taal
Welkom
Steek de kaart in
De droogautomaat kan alleen optimaal functioneren als het
apparaat in een netwerk is opgenomen.
De droogautomaat heeft naast het display op het bedieningspaneel een geïntegreerd touchscreen (display) in het
machinedeksel en een lezer voor een van de drie betalingssystemen.
Met MieleLogic wordt zonder contant geld betaald. Het opwaarderen van het tegoed kan in de wasserette of via internet.
Ook via de huur of via een prepaid-tegoed kan worden afgerekend.
Indien correct ingericht, is ook toegang via internet mogelijk,
bijvoorbeeld om een automaat te reserveren of om het eigen
saldo te controleren.
Een SMS-bericht informeert u als het programma is afgelopen
of als er een defect aan het apparaat is.
Deze functies zijn afhankelijk van de instellingen tijdens de
ingebruikneming. Eventuele vragen kan uw Miele-technicus
beantwoorden.
Bediening van de droogautomaat
Betalingssysteem activeren
Voordat u een programma kunt starten, moet u het betalingssysteem activeren.
Na het activeren van het betalingssysteem kunt u de automaat vullen. Lees ook het hoofdstuk “Algemene aanwijzingen en tips”.
Afhankelijk van het betalingssysteem volgt u de aanwij-
zingen onder , of .
19
Bediening van de droogautomaat
MiC - chipkaartsysteem
Voor het MiC-chipkaartsysteem moet u een chipkaart voor de
identificatie gebruiken.
Schuif de kaart in de lezer boven de programmaschakelaar.
MiFa - contactloos chipkaartsysteem
Voor het MiFa-chipkaartsysteem moet u een chipkaart voor de
identificatie gebruiken.
20
Haal de chipkaart langzaam langs het sensoroppervlak bo-
ven de programmaschakelaar.
Programma kiezen
1
2
3
4
10:00
Witte/Bonte was
Kreukherstellend
Wol
Strijken
Programmakeuze
Instellingen
...
...
Kie s
pro g ramm a
KIE S PRO GR.
TER U GOK
Bediening van de droogautomaat
MiB - iButton-systeem
Voor het MiB-iButton-systeem moet u een adapter met chip
voor de identificatie gebruiken.
Houd de chip tegen het blauw verlichte sensoroppervlak
boven de programmaschakelaar.
In het display verschijnt het startmenu.
Op het display in het machinedeksel verschijnt bijvoorbeeld:
21
Bediening van de droogautomaat
OK
KIE S PRO G R.
TER U G
Kies met de programmaschakelaar of met de keuzetoetsen
het gewenste programma.
Wijzig de droogtegraad of kies een tijd (afhankelijk van het
programma) en kies eventueel Temperatuur laag+.
Het display in het machinedeksel toont het symbool van het
gekozen programma.
Afhankelijk van de programmering kan de weergave op het
display afwijken.
Indien correct ingericht, wordt de prijs van het gekozen programma weergegeven.
Bevestig met de sensortoets OK.
De toets Start knippert. Het programma is betaald en kan
worden gestart.
Druk op de toets Start.
Het programma wordt gestart. Het programma loopt af en kan
niet meer worden onderbroken.
22
Algemene aanwijzingen en tips
1. Wasgoed voorbereiden
Symbolen op het etiket
Drogen
/Normale / vrij hoge tempera-
tuur
Het textiel wordt in ieder programma op een lage temperatuur gedroogd. Het textiel
hoeft daarom niet te worden
gescheiden.
Niet geschikt voor droogauto-
maten
Strijken en mangelen
Zeer heet
Heet
Warm
Niet strijken/mangelen
Voor het drogen
– Was ernstig verontreinigd wasgoed
extra grondig! Gebruik voldoende
wasmiddel en kies een hoge temperatuur. Was het textiel bij twijfel meermaals.
– Doe geen druipnat wasgoed in de
droogautomaat. Centrifugeer de was
(zo mogelijk) met het maximale centrifugetoerental van de wasautomaat.
Hoe hoger het centrifugetoerental des
te meer energie en tijd bespaart u tijdens het drogen.
– Was nieuw, gekleurd textiel apart,
voordat u het voor het eerst droogt.
Droog het niet samen met lichtgekleurd wasgoed, want het kan afgeven, ook op de kunststof onderdelen van de droogautomaat. Bovendien kunnen er pluizen van een afwijkende kleur achterblijven.
– Gesteven textiel kunt u in dit apparaat
drogen. Doseer echter voor hetzelfde
effect de dubbele hoeveelheid stijfsel
bij het wassen.
– Controleer of de zomen en naden in-
tact zijn, zodat er geen vullingen uit
kunnen komen. Brandgevaar!
– Bind ceinturen en schortbandjes vast.
– Knoop dekbedovertrekken en slopen
dicht, zodat er geen kleine stukken
wasgoed in kunnen komen.
Sluit haakjes en oogjes.
– Maak losgeraakte bh-beugels vast of
verwijder ze.
– Doe jasjes en lange ritsen open, zo-
dat het textiel gelijkmatig kan drogen.
– Voor een gelijkmatig droogresultaat
moet u de was gelijkmatig . . .
. . . centrifugeren,
. . . losschudden,
. . . en sorteren naar vezel- en weefselsoort, gelijke grootte en op de gewenste droogtegraad.
23
Algemene aanwijzingen en tips
2. Droogautomaat vullen
Verwijder eventuele voorwerpen
uit het wasgoed die er niet horen, zoals doseerbolletjes en aanstekers.
Dergelijke voorwerpen kunnen tijdens het droogprogramma smelten
of exploderen en het textiel en de
droogautomaat beschadigen.
Neem de veiligheidsinstructies
en waarschuwingen uit het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Wordt de droogautomaat niet goed
gebruikt, dan kan brand het gevolg
zijn.
– Doe nooit te veel was in de trommel.
Een te volle trommel is slecht voor
het wasgoed, heeft een negatief effect op het droogresultaat en leidt tot
meer kreukvorming.
– Houdt u zich aan de maximale bela-
dingshoeveelheid voor elk programma (zie het boekje “Eerste ingebruikneming, programma-overzicht, instellingen”). Het energieverbruik is dan
relatief gezien het laagst.
– Kreukherstellend wasgoed kreukt des
te meer, naarmate de automaat voller
beladen is. Dat geldt vooral voor teer
textiel zoals overhemden en blouses.
Verminder zo nodig de belading.
3. Programma kiezen
– Bij vele programma's kunt u zelf de
droogtegraad kiezen:
. . . bijvoorbeeld Kastdroog+, als u de
was na het drogen wilt opvouwen en
opbergen.
. . . bijvoorbeeld Mangeldroog of
Strijkdroog, als u na het drogen de
was wilt mangelen of strijken.
Zie ook het boekje “Eerste ingebruikneming, programma-overzicht, instellingen”.
– Kies voor textiel dat gevoelig is voor
beweging de functie Temperatuurlaag+ (minder mechanische werking
tijdens het drogen).
– Afhankelijk van de kwaliteit kan het
fijne binnenweefsel van met dons gevuld textiel krimpen. Gebruik voor
dergelijk wasgoed alleen het programma Strijken.
– Droog zuiver linnen alleen in de auto-
maat als dat volgens het etiket is toegestaan. Het weefsel kan anders ruw
worden. Gebruik voor dergelijk wasgoed alleen het programma Strijken.
– Wol en wolmengweefsels kunnen ge-
makkelijk vervilten en krimpen. Gebruik voor dergelijke textielsoorten alleen het programma Wol.
– Machinaal gebreid textiel (zoals t-
shirts en tricot) krimpt vaak als het
voor het eerst worden gewassen.
Droog het daarom niet te lang en niet
te heet om verder krimpen te voorkomen! Koop dergelijke kleding eventueel één of twee maatjes groter.
24
Wasgoed voorbereiden
Lees beslist het hoofdstuk “Alge-
mene aanwijzingen en tips”.
Betalingssysteem activeren
Druk op de toets om de automaat
in te schakelen.
Activeer het betalingssysteem zoals
beschreven in het hoofdstuk “Bediening van de droogautomaat” onder
“MieleLogic-varianten”.
Droogautomaat vullen
Verkorte gebruiksaanwijzing
Er mag geen was in de deurope-
ning vast komen te zitten. Controleer
dit voordat u de deur sluit, anders
kan de was beschadigd raken.
Zwaai de deur rustig dicht. U kunt de
deur ook op een kier zetten en dan
dichtdrukken.
Open de deur.
Doe de was in de trommel.
25
Verkorte gebruiksaanwijzing
Programma kiezen
Let op!
– Als u de automaat binnen 15 minuten
niet verder bedient, wordt de automaat weer uitgeschakeld.
Programma-overzicht
– Het programma-overzicht vindt u in
het boekje “Eerste ingebruikneming,
programma-overzicht, instellingen”.
U kunt op twee manieren een programma kiezen:
1 Kies met de keuzetoetsen één van
uw favoriete programma's.
2 Kies via het menu Programmakeuze
een programma (draaien A en drukken B).
Kies eventueel “Temp. laag+” of “Timer”.
Kies Temp. laag+ (minder mechani-
sche werking) en/of de Timer (uitgestelde start) via de betreffende submenu's.
Programma starten
Als u het programma kunt starten, begint de toets Start te knipperen.
Druk op de toets Start.
De starttoets licht op.
26
– In het display verschijnt Programma-
start en vervolgens Drogen, alsmede
de programmaduur.
– Bij de restvochtprogramma's wordt
later ook de bereikte droogtegraad
weergegeven (Mangeldroog ... Strijk-droog ...etc.).
Verkorte gebruiksaanwijzing
Programmaverloop wijzigen
Als u tijdens het drogen op een van de
keuzetoetsen drukt, kunt u met:
– de toets Timer de verwachte
eindtijd van het programma of de actuele dagtijd aflezen.
– de toets Opslaan het actuele
programma als favoriet programma
opslaan.
– de toets Afbreken het actuele
programma afbreken.
Daarnaast vindt u in het hoofdstuk
“Programmaverloop wijzigen” informatie over de volgende onderwerpen:
– Een lopend programma wijzigen
– Programma afbreken
– Trommel bijvullen of was verwijderen
– Stroomstoring
– Resttijd
riger wordt. Indien nodig wordt de prognose bijgesteld wat soms een tijdsprong tot gevolg kan hebben.
Voor het einde van het programma
Na de verwarmingsfase volgt bij veel
programma's een afkoelfase. In het display verschijnt dan Afkoelen. Pas na de
afkoelfase is het programma beëindigd.
Schakel de droogautomaat nooit uit
voordat het droogprogramma afgelopen is, tenzij u alle stukken wasgoed
direct uit de automaat haalt en zo
ophangt dat de warmte eruit kan.
Programmaduur (resttijd) /
Resttijdprognose
Als u een programma heeft gekozen,
verschijnt de verwachte droogtijd in het
display. Deze waarde moet als prognose worden gezien.
De tijd die een droogprogramma nodig
heeft kan per droogbeurt verschillen en
wel door de volgende factoren: restvocht na het centrifugeren, textielsoort,
hoeveelheid wasgoed, kamertemperatuur en verschillen in netspanning.
De adaptieve elektronica voert tijdens
het programma metingen uit, waardoor
de resttijdprognose steeds nauwkeu-
27
Verkorte gebruiksaanwijzing
Programma-einde - Trommel leeghalen
Als in het display de melding Kreukbeveiliging (indien gekozen) of Einde ver-
schijnt, is het programma beëindigd.
Let op!
– Tijdens de kreukbeveiliging draait de
trommel met intervallen, als u de was
niet meteen uit de trommel haalt. De
functie voorkomt dat het wasgoed
gaat kreuken.
– 15 minuten na afloop van het pro-
gramma/de kreukbeveiliging wordt de
droogautomaat automatisch uitgeschakeld.
Het verdient aanbeveling al het wasgoed meteen na afloop van het programma uit de automaat te halen.
Als de deur geopend is, dooft de
trommelverlichting na enkele minuten
(energiebesparing).
Druk op de toets om de automaat
uit te schakelen.
Het display wordt donker.
Sluit de deur.
Onderhoud
Zie het hoofdstuk “Reiniging en on-
derhoud”.
Open de deur.
Haal de trommel altijd helemaal leeg.
Controleer of de trommel leeg is!
Achtergebleven wasgoed kan beschadigd raken als het nog eens
wordt gedroogd.
28
Programma kiezen/wijzigen
1
2
3
4
10:00
Witte/Bonte was
Kreukherstellend
Wol
Strijken
Programmakeuze
Instellingen
...
...
Witte/Bonte wasKastdroog
Terug
Duur
Timer
h
Opslaan
Temp.laag+
1:30
Terug
Witte/Bonte was
Kreukherstellend
Wol
Programmakeuze
Startmenu
Druk bijvoorbeeld op de keuzetoets .
Basismenu
Kies het onderdeel dat u wilt wijzigen door aan de program-
maschakelaar te draaien (het programma Witte/Bonte was
of de droogtegraad Kastdroog). Druk op de programmaschakelaar om uw keuze te bevestigen.
Afhankelijk van uw keuze verschijnt een van de volgende
displays:
Programma kiezen
– Programma kiezen
Kies met de programmaschakelaar het gewenste program-
ma en bevestig uw keuze. Daarna verschijnt het basismenu
weer.
Let op! Als u in de submenu's binnen 20 seconden geen keuze maakt, springt de weergave automatisch terug naar het basismenu.
29
Programma kiezen
Droogtegraad van
MangeldroogExtra droog
Witte/Bonte wasKastdroog+
Einde
Duur
Warme luchth
h
10:00
10:20
0:20
0:20
– Programma's met droogtegraden
Kies met de programmaschakelaar de gewenste droogte-
graad en bevestig uw keuze.
Het display geeft aan welke droogtegraden u bij een bepaald
programma kunt kiezen.
– Programma's met tijdkeuze
U kunt de duur met de programmaschakelaar verlengen of
verkorten.
Het tijdstip waarop het programma eindigt, wordt ook weergegeven.
– Overige programma's
Bij de overige programma's is de droogtegraad c.q. de duur
een vaste waarde die niet kan worden gewijzigd.
Temperatuur laag+
Kies Temperatuur laag+ voor alle textielsoorten die snel kreu-
ken en gevoelig zijn voor beweging.
– Minder mechanische werking tijdens het drogen
Druk op de keuzetoets Temperatuur laag+.
30
U kunt - afhankelijk van de instelling bij Voorprogrammering
Einde
Starttijd
Witte/Bonte was
10:00
10:00
11:30
Kastdroog+
Temperatuur laag+
- een tijdstip voor het programma-einde, voor het programma-begin of de tijd tot aan de start instellen. Fabrieksinstelling: inactief.
Submenu “Timer” openen
Open met de keuzetoets Timer het submenu “Timer”.
Eindtijd kiezen
Kies met de programmaschakelaar de gewenste tijd (in
stappen van 30 minuten) en bevestig deze waarde.
Het tijdstip voor de start en het einde schuift nu telkens met
30 minuten op. U kunt de automatische programmastart
maximaal 24 uur uitstellen.
Timer starten
Druk op de toets Start.
Timer
Timer afbreken
De timer telt de minuten af tot de programmastart. De trommel draait elk uur kortstondig (minder kreukvorming) als de
programmastart met minimaal 1 uur is uitgesteld.
Druk op de keuzetoets (Afbreken).
U kunt het programma starten.
31
Programmaverloop wijzigen
Een lopend programma wijzigen
U kunt geen ander programma kiezen
als al een programma is gestart (beveiliging tegen onbedoeld wijzigen). Als u
een ander programma wilt kiezen, moet
u eerst het gestarte programma afbreken.
Programma afbreken
Breek een programma alleen af
als dat beslist nodig is. Zet het drogen daarna meteen voort!
Verwijder anders al het wasgoed en
spreid het uit, zodat het kan afkoelen!
Druk op de keuzetoets Afbreken.
Bij sommige programma's wordt het
wasgoed afgekoeld, wanneer een bepaalde temperatuur bereikt is. Als u nog
eens op de keuzetoets Afbreken
drukt, verschijnt Einde.
Open de deur pas als het wasgoed
volledig is afgekoeld.
Leg wasgoed in de trommel of haal er
wasgoed uit.
Sluit de deur.
Kies een programma.
Druk op de toets Start.
Stroomstoring
Tijdens het drogen is de droogautomaat
uitgeschakeld of er was een stroomstoring.
Schakel de automaat weer in en druk
op OK c.q. druk na afloop van de
stroomstoring op OK en start het programma opnieuw.
Resttijd
Bij wijzigingen in het programmaverloop
kan de resttijd die in het display verschijnt verspringen.
Open de deur.
Sluit de deur.
Kies meteen een programma en start
het.
Anders:
Verwijder al het wasgoed en spreid
het zodanig uit dat de warmte kan
worden afgegeven.
Trommel bijvullen of wasgoed
verwijderen
Druk op de keuzetoets Afbreken.
De was wordt bij sommige programma's afgekoeld, wanneer een bepaalde
temperatuur is bereikt.
32
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van het filtersysteem
De automaat heeft een meervoudig filtersysteem dat bestaat uit de pluizenzeven (1.) en een sokkelfilter (2.). Dit
systeem, inclusief het rooster (rechts
onder) en de luchtweg (3.), moet worden onderhouden.
– De automaat mag nooit zonder
pluizenzeven en zonder het sokkelfilter worden gebruikt. Ook het
rooster (rechts onder) moet altijd
zijn geplaatst.
– De pluizenzeven en het sokkelfilter
mogen niet zijn beschadigd. Bij beschadiging moeten deze onderdelen meteen worden vervangen!
Als deze aanwijzingen niet wor-
den opgevolgd, kunnen er te veel
pluizen in de automaat terechtkomen, wat een storing kan veroorzaken.
1. Wanneer moet u de pluizenzeven
reinigen?
Na ieder gebruik van de droog-
automaat!
De pluizenzeven zitten in de zeefhouder van de deur en in de vulopening.
Zij vangen de pluizen op die bij een
droogprogramma vrijkomen.
Zie ook “Het reinigen van de zeef-
vlakken van de pluizenzeven”.
33
Reiniging en onderhoud
2. Wanneer moet u het sokkelfilter
reinigen?
Het sokkelfilter beschermt de warmtewisselaar tegen pluisvorming.
Daarom moet dit filter regelmatig
grondig worden gereinigd volgens de
instructies uit deze gebruiksaanwijzing. Het filter moet ook steeds op slijtage worden gecontroleerd.
Bij normaal gebruik van de automaat
Voer de reiniging uit als in het display
de melding Reinig het sokkelfilter verschijnt.
Bij continu gebruik van de automaat
Voer de reiniging 1x per dag uit én
als op het display een betreffende
aanwijzing verschijnt!
Het sokkelfilter bevindt zich links onder,
achter het inspectiepaneel. Dit filter
vangt kleine pluisjes, haren en wasmiddelresten op die niet door de pluizenzeven worden opgevangen.
Als het sokkelfilter niet correct
gereinigd wordt of als het versleten
of beschadigd is, zal de warmtewisselaar na verloop van tijd verstopt raken. In de warmtewisselaar kan dan
geen goede lucht- en warmte-uitwisseling meer plaatsvinden.
In dat geval moet de hulp worden ingeroepen van een Miele-technicus.
U kunt dit vermijden door de instructies uit deze gebruiksaanwijzing correct op te volgen.
Zie ook de rubriek “Sokkelfilter”.
Om de melding Reinig het sokkelfilter te
wissen, bevestigt u deze met de toets
OK.
34
3. Wanneer moet u het rooster
(rechts onder) en de luchtweg reinigen?
Reinig de onderdelen als in het display de melding Open het rooster
rechts onder en reinig de luchtweg ver-
schijnt.
In het rooster zitten openingen die voor
de koeling dienen. De koelribben achter
het rooster kunnen verstopt raken door
aangezogen vuildeeltjes uit het vertrek.
Als u het vertrek stof- en pluisvrij
houdt, hoeft u het rooster en de
luchtweg slechts zelden te reinigen.
Reiniging en onderhoud
Zie ook de rubriek “Rooster rechts
onder/luchtweg”.
Controleer en reinig ook het sokkelfil-
ter en de zeefvlakken van de pluizenzeven.
Om de melding Open het rooster rechts
onder en reinig de luchtweg te wissen,
bevestigt u deze met de toets OK.
35
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van de zeefvlakken van de pluizenzeven
Hoe vaak reinigen?
Reinig de zeefvlakken van de
pluizenzeven iedere keer als u de
droogautomaat heeft gebruikt.
Reinigen zonder water
Tip: Pluisjes kunt u met een stofzuiger
verwijderen.
Verwijder de pluisjes van de pluizen-
zeef met de hand of met een stofzuiger.
1 Pluizenzeef
2 Dichting
Trek de pluizenzeef (1) uit de houder
in de deur.
Verwijder de pluisjes in de holle ruim-
te van de houder met een flessenborsteltje of met de stofzuiger.
Reinig de dichting (2) aan de houder
rondom met een vochtige doek.
36
Verwijder de pluisjes van de beide
pluizenzeven in de vulopening met de
hand of met een stofzuiger.
Schuif de grote zeef weer in de hou-
der totdat u weerstand voelt.
Sluit de deur.
Reiniging en onderhoud
Reinigen met water
Gebruik voor het reinigen van de
pluizenzeven water, als deze erg vervuild of zelfs verstopt zijn.
Trek de pluizenzeef uit de houder in
de deur.
Verwijder ook de beide pluizenzeven in
de vulopening:
Draai aan de knop die op de linker
en rechter pluizenzeef zit, totdat u
een klik hoort.
Plaatsen
De pluizenzeven moeten droog
zijn, wanneer u ze terugplaatst. Is dat
niet het geval, dan kunnen er storingen optreden.
Schuif de grote zeef in de houder tot-
dat u weerstand voelt.
Zet de pluizenzeven van de vulope-
ning er eerst aan de onderkant in en
druk ze aan de bovenkant aan.
Draai de beide knoppen om totdat u
een klik hoort.
Trek de pluizenzeven aan de knoppen
uit de vulopening in de richting van
de pijl .
Reinig alle zeven onder stromend
warm water.
Droog de zeven grondig, maar voor-
zichtig af.
Reinig eveneens het gedeelte van de
vulopening onder de pluizenzeven,
bijvoorbeeld met een stofzuiger.
37
Reiniging en onderhoud
Sokkelfilter
Hoe vaak reinigen?
Bij normaal gebruik van de droogautomaat
Reinig het filter alleen als in het display de melding Reinig het sokkelfilter
verschijnt!
Om de melding Reinig het sokkelfilter te
wissen, bevestigt u deze met de toets
OK.
Bij continu gebruik van de droogautomaat
Reinig het filter 1x per dag én als op
het display een betreffende aanwijzing verschijnt!
Verwijderen
Het klepje bevindt zich links voor op de
automaat:
Trek het filter er aan de greep uit.
Druk op de rechter kant van het klep-
je om het te openen (zie afbeelding).
Het klepje springt open.
38
Trek de greep uit het filter.
Reiniging en onderhoud
Reinigen
Tip: Pluizen kunt u met een stofzuiger
verwijderen. Het nat reinigen gaat dan
gemakkelijker.
Spoel het filter grondig schoon onder
de kraan.
Druk het filter tussendoor steeds
voorzichtig uit.
Spoel het filter zo lang totdat er geen
verontreinigingen meer zichtbaar zijn.
Het filter mag voor het terug-
plaatsen niet druipnat zijn.
Er kunnen anders storingen optre-
den.
Het sokkelfilter moet na de reini-
ging in goede staat verkeren en mag
niet beschadigd zijn.
Als het filter niet voldoende gereinigd
of zelfs beschadigd is, werkt de
lucht- en warmte-uitwisseling in de
warmtewisselaar niet meer, omdat
de warmtewisselaar verstopt raakt.
Controleer het filter in de sokkel vooren na de reiniging, zoals beschreven onder “Sokkelfilter vervangen”.
Het filter past niet goed
De randen van het filter sluiten niet
goed aan en het filter is vervormd. Bij
de niet goed aansluitende randen worden pluizen ongefilterd in de warmtewisselaar geblazen. Hierdoor raakt de
warmtewisselaar na verloop van tijd
verstopt.
Verwijder met een vochtige doek de
pluizen van de greep.
Sokkelfilter vervangen
Als de automaat continu wordt
gebruikt en vaak wordt gereinigd,
kan het sokkelfilter na verloop van
tijd slijtagesporen gaan vertonen.
Vervang het filter onmiddellijk als u
de hierna beschreven slijtagesporen
voor of na de reiniging herkent.
39
Reiniging en onderhoud
Vervormingen
De vervormingen geven aan dat het filter door continu gebruik verstopt en
versleten is.
Spleten, scheuren, afdrukken
De afdrukken geven aan dat het filter
door continu gebruik verstopt en versleten is.
Witte of anderskleurige verontreinigingen
Verontreinigingen, zoals vezelresten van
het wasgoed en wasmiddelresten, zorgen ervoor dat het filter verstopt raakt.
Dergelijke verontreinigingen bevinden
zich aan de voorkant en de zijkanten
van het filter. In extreme gevallen vormen deze verontreinigingen hardnekkige afzettingen.
De verontreinigingen geven aan dat het
filter niet meer goed op de randen aansluit, ook al lijkt het filter in goede staat
te verkeren. Langs de randen passeren
ongefilterd pluizen.
Door scheuren en spleten worden pluizen ongefilterd in de warmtewisselaar
geblazen, wat leidt tot verstoppingen.
40
Als op het filter na de reiniging al gauw
weer verontreinigingen zichtbaar zijn,
moet het filter worden vervangen.
Reiniging en onderhoud
Filterinzet (in de sokkel) reinigen
Als u het filter (in de sokkel) verwijderd
heeft, ziet u het zeefoppervlak van de
filterinzet. Dit zeefoppervlak hoeft alleen
gereinigd te worden, als zich daar zichtbaar pluizen opgehoopt hebben.
Verwijder zichtbaar vuil voorzichtig
met de stofzuiger. Gebruik daarvoor
een reliëfborstel of een kierenzuiger.
Als er na reiniging zichtbare verstoppingen en andere resten achtergebleven zijn, dient u de filterinzet te
verwijderen en nat te reinigen. Als u
hardnekkig vuil niet verwijdert, kan
dat op den duur een storing veroorzaken.
Filterinzet verwijderen
Als de filterinzet verkleefd of verstopt is,
dient u deze te verwijderen en nat te reinigen.
Trek aan de greep van de filterinzet,
zodat de onderste helft schuin naar
voren komt te staan.
Trek de filterinzet schuin naar links
en neem deze eruit. Til de inzet daarbij voorzichtig op. Zo kunt u hem gemakkelijker verwijderen.
Spoel het zeefoppervlak van de filte-
rinzet grondig af met warm stromend
water.
41
Reiniging en onderhoud
Natte pluizenfilters kunnen leiden tot
storingen in de werking van de
droogautomaat.
Schud de filterinzet grondig uit en
droog hem voorzichtig af.
Koelribben van de warmtewisselaar
controleren
Pas op voor contact met de
koelribben.
U kunt zich snijden.
Raak de koelribben niet met de han-
den aan.
Als u de filterinzet verwijderd heeft, ziet
u de koelribben van de warmtewisselaar. Controleer of zich daar pluizen opgehoopt hebben.
Schade door verkeerde reiniging
van de koelribben.
De koelribben kunnen beschadigd
raken of verbogen worden. Dan
werkt de droogautomaat niet meer
optimaal.
Reinig de koelribben met de stofzuiger en de reliëfborstel. Beweeg de
reliëfborstel slechts voorzichtig over
de koelribben van de warmtewisselaar. Niet op de borstel drukken.
De filterinzet terugplaatsen (in de
sokkel)
Verwijder zichtbaar vuil voorzichtig
met de stofzuiger. Gebruik daarvoor
een reliëfborstel of een kierenzuiger.
42
Schuif de filterinzet voorzichtig
schuin in de sokkel.
Schuif eerst de bovenkant van de filterinzet naar binnen. U kunt de inzet dan
gemakkelijker erin schuiven.
Pak de filterinzet bij de greep vast en
duw de inzet schuin naar binnen, zodat de onderste helft schuin naar voren staat.
Reiniging en onderhoud
Het pluizenfilter terugplaatsen
(in de sokkel)
Plaats het filter correct op de greep.
Zet de filterinzet recht.
De inzet moet boven- en onderaan
recht liggen.
Druk de rand van de filterinzet op de
3 gemarkeerde plaatsen (PUSH) stevig aan, totdat de inzet hoorbaar
vastklikt.
Plaats de greep met het filter aan de
voorkant correct op de beide pennen.
Let erop dat de gele punt op de
greep zich aan de rechterkant bevindt.
43
Reiniging en onderhoud
Druk de greep stevig aan, zodat het
filter goed vastzit.
Inspectiepaneel reinigen en
sluiten
Verwijder pluizen met een vochtige
doek. Beschadig daarbij niet het rubber van de dichting.
44
Sluit het inspectiepaneel.
Alleen als het filter en het paneel
goed zitten, kan er geen water uit het
systeem lopen en kan deze droogautomaat goed functioneren!
Reiniging en onderhoud
Rooster rechts onder/luchtweg
Hoe vaak reinigen?
Reinig het rooster alleen als in het
display de melding Open het rooster
rechts onder en reinig de luchtweg ver-
schijnt!
Controleer en reinig ook het sokkelfil-
ter en de zeefvlakken van de pluizenzeven.
Om de melding Open het rooster rechts
onder en reinig de luchtweg te wissen,
bevestigt u deze met de toets OK.
Verwijderen
Open het rooster met de bijgevoegde
gele spatel.
Reinigen
Controleer of de koelribben verstopt
zijn.
Verwondingsgevaar! U kunt zich
snijden.
Raak de koelribben niet met de han-
den aan.
Bij zichtbare verstoppingen:
Gebruik een stofzuiger met reliëfborstel. Wis lichtjes (dus zonder druk)
met de reliëfborstel over de koelribben. Verbuig of beschadig de koelribben niet!
Open het rooster aan de bovenkant
met de spatel (zie pijl).
Verwijder het rooster.
Verwijder de verontreinigingen voor-
zichtig en zonder druk uit te oefenen
met een stofzuiger met reliëfborstel.
45
Reiniging en onderhoud
Terugplaatsen
Plaats het rooster er aan de onder-
kant weer in.
Druk het rooster aan de bovenkant
stevig aan.
Droogautomaat
Haal de spanning van de auto-
maat.
Gebruik geen oplosmiddelhou-
dende reinigingsmiddelen, schuurmiddelen, glas- of allesreinigers. Deze kunnen de kunststof oppervlakken
en andere onderdelen beschadigen.
Spuit de droogautomaat niet nat.
Reinig de automaat hooguit vochtig
met een mild reinigingsmiddel of met
een sopje van zeep en een zachte
doek.
Reinig de dichting aan de binnenkant
van de deur met een vochtige doek.
Wrijf alles met een zachte doek
droog.
Reinig de trommel en andere delen
van roestvrij staal als u dat nodig
vindt met een reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
46
Nuttige tips
Hulp bij problemen
De meeste problemen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u geen beroep
te doen op onze technici en bespaart u tijd en kosten. De volgende tabellen helpen
u de oorzaken van een probleem te vinden en het probleem te verhelpen. Bedenk
echter:
Reparaties mogen uitsluitend door erkende vakmensen worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de
gebruiker.
Controle- en storingsmeldingen in het display
ProbleemOorzaak en oplossing
Corrigeer de bela-
ding De trommel is
leeg of het wasgoed
te droog.
verschijnt in het
display, nadat
een programma
is afgebroken.
Dit is geen storing.
Bij sommige programma's wordt het programma afgebroken, wanneer er te weinig of geen wasgoed in
de trommel zit of wanneer het wasgoed al droog is.
Doe de deur open en weer dicht om door te gaan.
Droog kleine hoeveelheden wasgoed met het pro-
gramma Warme lucht.
Technische storing
Is het probleem na
een herstart niet opgelost, neem dan
contact op met
Miele
Soms verschijnt
ook een foutnummer (bijvoorbeeld F157).
De oorzaak is niet direct vast te stellen.
Volg de aanwijzing op het display.
Start een programma.
Wordt het programma met dezelfde controlemelding
weer afgebroken, dan is er sprake van een storing.
Neem contact op met Miele.
47
Nuttige tips
ProbleemOorzaak en oplossing
Stroomstoring Pro-
grammastop Druk op
de OK-toets
Reinig het sokkelfilter
Tijdens het drogen is de droogautomaat uitgeschakeld of er was een stroomstoring.
Na het inschakelen moet u OK bevestigen en het
programma opnieuw starten.
Het filter is verstopt of de zeefvlakken van de pluizenzeven zijn verstopt.
Reinig de onderdelen zoals beschreven in de ru-
brieken . . .
. . . “Sokkelfilter”
. . . “Het reinigen van de zeefvlakken van de pluizenzeven”.
Om de melding te wissen, bevestigt u deze met de
toets OK.
Open het rooster
rechts onder en reinig de luchtweg
Plaats het sokkelfilter
of draai het om
Storing waterafvoer
Controleer de afvoer.
De koelribben achter het rooster kunnen verstopt raken door aangezogen vuildeeltjes uit het vertrek. De
luchtweg kan door pluizen verstopt raken.
Reinig de koelribben zoals beschreven in de ru-
briek “Rooster rechts onder/luchtweg”.
Controleer en reinig ook het sokkelfilter en de zeef-
vlakken van de pluizenzeven.
Om de melding te wissen, bevestigt u deze met de
toets OK.
Let op! Via de instellingen kunt u deze melding beïnvloeden.
Het sokkelfilter ontbreekt of is verkeerd om geplaatst.
Controleer het sokkelfilter.
Als u het filter tijdens een programma verwijdert,
wordt het programma afgebroken.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Verhelp het probleem.
Om de foutmelding te wissen, bevestigt u deze
met OK.
48
Een tegenvallend droogresultaat
ProbleemOorzaak en oplossing
Het wasgoed is niet
goed droog.
Wasgoed of een hoofdkussen met veren vulling ruikt onaangenaam
nadat het is gedroogd.
Wasgoed van synthetisch materiaal kan statisch zijn nadat het is
gedroogd.
Er is sprake van pluisvorming.
Het wasgoed bestaat uit verschillende soorten textiel.
Droog het wasgoed na met het programma Warme
lucht.
Kies de volgende keer een ander programma (zie
het hoofdstuk “Programma-overzicht” in het boekje “Eerste ingebruikneming, programma-overzicht,
instellingen”).
Er is voor dit wasgoed te weinig wasmiddel gebruikt.
Veren beginnen bij warmte onaangenaam te ruiken.
Gebruik voor wasgoed genoeg wasmiddel bij het
wassen.
Laat hoofdkussens met veren buiten de automaat
luchten.
Dit is bij synthetisch materiaal normaal.
Door bij het wassen een wasverzachter te gebrui-
ken kunt u de statische lading van het wasgoed
verminderen.
Pluizen ontstaan voornamelijk door wrijving tijdens
het dragen. Tijdens een droogprogramma raken deze
pluisjes los. De wrijving in de droogautomaat is gering
en heeft geen invloed op de kwaliteit van het textiel.
Dit is uit onderzoek gebleken.
Pluizen worden door de pluizenzeven en het fijnfilter
opgevangen en kunnen eenvoudig worden verwijderd.
Zie hoofdstuk: “Reiniging en onderhoud”.
Nuttige tips
49
Nuttige tips
Andere problemen
ProbleemOorzaak en oplossing
Het droogprogramma
duurt erg lang of wordt
zelfs afgebroken*.
Er zijn zoemende of
brommende geluiden te
horen.
Het is te warm in het vertrek.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Resten wasmiddel, haren en kleine pluisjes kunnen
verstoppingen veroorzaken.
Reinig de pluizenzeven en het sokkelfilter.
Verwijder zichtbare pluizen links onder achter het
klepje van de warmtewisselaar en op de koelribben (zie “Reiniging en onderhoud”).
De koelribben achter het rooster rechts onder zijn verontreinigd.
Reinig de koelribben zoals beschreven in de ru-
briek “Rooster rechts onder/luchtweg”.
De pluizenzeven en het sokkelfilter zijn na het reinigen
nat teruggeplaatst.
De pluizenzeven en het sokkelfilter moeten droog
zijn.
Het wasgoed is te nat.
Centrifugeer het wasgoed in de wasautomaat met
een hoger centrifugetoerental.
De trommel is te vol.
Neem bij ieder droogprogramma de maximale be-
ladingscapaciteit in acht.
Het wasgoed heeft metalen ritssluitingen, waardoor
de vochtigheidsgraad van het wasgoed niet exact kon
worden berekend.
Doe de ritssluitingen de volgende keer open.
Doet het probleem zich opnieuw voor, droog het
wasgoed dan voortaan met het programma Warme lucht.
* Voor een nieuwe programmastart:
Schakel de automaat uit en weer in.
Dit is geen storing.
De compressor is in werking en dit soort geluiden is
dan normaal.
50
Nuttige tips
ProbleemOorzaak en oplossing
De trommelverlichting
brandt niet.
StroomstoringDe oorzaak is niet direct vast te stellen.
Er kan geen programma
worden gestart. Het display is donker.
Het display is donker en
de verlichting van de
toets “Start” knippert
langzaam.
In het display staat een
voor u vreemde taal.
De verlichting van de
starttoets knippert als u
een programma kiest.
De trommelverlichting gaat na een tijdje automatisch
uit. Dat bespaart energie.
Schakel de automaat uit en weer in.
Een defect lampje kunt u zelf vervangen. Zie vol-
gende paragraaf.
Schakel de automaat weer in met de toets als
de stroomvoorziening hersteld is.
Bevestig met de toets OK.
De stroomvoorziening is niet in orde.
Is de automaat op de netspanning aangesloten?
Is de deur gesloten?
Is (zijn) de zekering(en) in orde?
De droogautomaat wordt na 15 minuten uitgeschakeld als het apparaat in die tijd niet is bediend.
Schakel de droogautomaat in.
Druk na afloop van een stroomstoring op OK en start
het programma opnieuw.
Het display wordt automatisch uitgeschakeld om
energie te besparen (stand-by).
Nadat u op een toets heeft gedrukt, licht het dis-
play weer op.
De displaytaal is gewijzigd.
Stel uw eigen taal in. Het symbool helpt u bij het
vinden van het juiste menu.
Dat betekent dat het gekozen programma kan worden
gestart.
Na het starten van het programma brandt de ver-
lichting continu.
51
Nuttige tips
Gloeilamp vervangen
Haal de spanning van de auto-
maat.
Open de deur.
Boven in de vulopening zit een klepje.
Daarachter bevindt zich het gloeilampje.
Schuif geschikt gereedschap onder
het lipje dat zich aan de zijkant van
het klepje van de gloeilamp bevindt.
Draai het lampje eruit.
Vervang het lampje.
Klap het klepje omhoog en druk het
links en rechts stevig aan totdat het
hoorbaar vastklikt.
Zorg ervoor dat het lampje en
het klepje goed zitten. Als er vocht in
komt, kan er een defect optreden,
zoals kortsluiting.
* Bijvoorbeeld een brede platte schroevendraaier.
Open het klepje door het gereed-
schap een slag te draaien. Druk niet
te hard.
Het klepje klapt omlaag.
Het hittebestendige lampje is verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel en bij
Miele.
Het lampje moet van hetzelfde
type zijn en het vermogen ervan mag
niet hoger zijn dan op het typeplaatje
en op het klepje staat aangegeven.
52
Reparaties
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele-vakhandelaar of Miele.
De gegevens van Miele vindt u op de
achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling
moet Miele het type en het serienummer van uw apparaat weten. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje rechts
onder bij de vulopening.
Miele Service
Optische interface PC
De optische interface PC gebruikt Miele
voor servicedoeleinden.
Bij te bestellen accessoires
Accessoires voor deze droogautomaat
kunt u bijbestellen bij de Miele-vakhandel en bij Miele.
53
Plaatsen en aansluiten
Voorkant
a
Aansluitkabel
b
Bedieningspaneel
c
Deur
d
Klep sokkelfilter
(alleen openen als er een melding op
het display verschijnt)
54
e
Vier in hoogte verstelbare machinevoeten
f
Terugslagklep, aanbevolen
g
Terugslagklep, vereist
h
Afvoerslang condenswater
i
Rooster rechts onder = opening voor
de koeling
(alleen openen als er een melding op
het display verschijnt)
Achterkant
Plaatsen en aansluiten
a
Draagpunten onder de dekselrand
voor transportdoeleinden
b
Aansluitkabel
c
Afvoerslang condenswater
d
Opening voor de koeling
55
Plaatsen en aansluiten
Plaatsingsmogelijkheden
Zijkant
Stalen sokkel
Bovenkant
Stalen sokkel* (open of gesloten onderbouw)
56
Plaatsen
De deur van de automaat moet
vrij kunnen bewegen. Er mag daarom
vlak voor de automaat geen andere
deur worden geplaatst.
Transport naar de plaats van opstelling
Plaatsen en aansluiten
Onder de dekselrand bevinden zich geschikte draagpunten om de automaat
met de hand te verplaatsen. Gebruik
voor het vervoer van de automaat (van
de verpakkingsbodem tot de plaats van
opstelling) de voorste machinevoeten
en de dekselrand aan de achterkant.
Zorg dat de automaat tijdens het
transport stevig staat.
Als het apparaat liggend wordt
getransporteerd, kantel het dan alleen naar de linker kant!
Als het transport op een andere
manier plaatsvindt, moet een rusttijd
van ca. 1 uur worden aangehouden,
vóórdat de automaat elektrisch
wordt aangesloten. Anders kan de
warmtepomp beschadigd raken.
57
Plaatsen en aansluiten
Droogautomaat stellen
Het apparaat kan alleen optimaal functioneren als het waterpas staat.
Deze automaat is niet geschikt voor
onderbouw.
Automaat tegen schuiven beveiligen
Zet de beide voorste voetjes van
de automaat vast met de bijgeleverde bevestigingsbeugels.
Door aan de machinevoeten te draaien,
kunt u de hoogteverschillen in de vloer
compenseren.
Sluit de ventilatie-openingen van
de droogautomaat nooit af! De spleet
tussen de onderkant van het apparaat en de vloer mag niet met sokkellijsten, hoogpolig tapijt, etc. worden
verkleind. Een toereikende luchttoevoer is anders niet gewaarborgd.
58
Het ventileren van het vertrek waar
de automaat is geplaatst
– De koele lucht die tijdens het drogen
wordt aangezogen, wordt warm weer
afgegeven. Zorg daarom voor voldoende ventilatie, vooral in een kleine
ruimte.
– Zorg dat de temperatuur in de ruimte
niet te hoog is. Als zich andere warmteproducerende apparaten in de
ruimte bevinden, zorg dan voor extra
ventilatie of schakel die apparaten
uit.
De programmaduur en het energieverbruik zullen anders toenemen.
Plaatsen en aansluiten
59
Plaatsen en aansluiten
Afvoerslang condenswater
Het condenswater dat bij het drogen
vrijkomt, wordt afgepompt via een afvoerslang die zich aan de achterkant
van de droogautomaat bevindt.
Het leggen van de afvoerslang
Trek niet aan de afvoerslang, rek
de slang niet op en maak er geen
knikken in.
De slang kan anders beschadigd raken!
Gebruik de boogvormige houder om
knikken in de afvoerslang te voorkomen.
Lengte afvoerslang: 1400 mm
Opvoerhoogte: 1000 mm
Bijgeleverd verlengstuk slang (met
verbindingsstuk): 1950 mm
De automaat moet in bepaalde
aansluitsituaties van een terugslagklep worden voorzien (niet bijgeleverd). Zie ook: “Mogelijkheden voor
de waterafvoer”.
Mogelijkheden voor de waterafvoer
Via een wastafel of gootsteen
– Voorkom dat de slang wegglijdt. U
kunt de slang bijvoorbeeld vastbinden. Er kan anders water uitstromen
en schade veroorzaken.
– Plaats een terugslagklep als het uit-
einde van de slang in het water zou
kunnen komen.
Via een afvoerputje
– Gebruik altijd een terugslagklep.
Via een vaste aansluiting op een wastafelsifon
– Gebruik altijd een terugslagklep.
Diverse andere aansluitmogelijkheden
(waarbij bijvoorbeeld ook een wasautomaat of een afwasautomaat zijn aangesloten)
– Gebruik altijd een terugslagklep.
Zonder terugslagklep kan water
naar de automaat terugstromen of
worden teruggezogen en uitstromen.
Hierdoor kan schade ontstaan.
60
Plaatsen en aansluiten
Voorbeeld: vaste aansluiting op een
wastafelsifon
1. Adapter
2. Schroefkoppeling
3. Slangklem
4. Verlengstuk slang
5. Terugslagklep en slangklemmen
Bevestig adapter 1 met de schroef-
koppeling 2 aan de sifon van de wastafel.
Meestal is de schroefkoppeling van
de wastafel voorzien van een schijfje
dat u moet verwijderen.
Steek het uiteinde van de slang 4 op
de adapter 1.
Draai de slangklem 3 direct achter de
schroefkoppeling met een schroevendraaier vast.
Plaats de terugslagklep 5 in de af-
voerslang 6 van de automaat.
De terugslagklep 5 moet zo worden
gemonteerd, dat de pijl in de richting
van de wastafel of wasbak wijst.
Maak de terugslagklep met de slang-
klemmen vast.
6. Waterafvoerslang
61
Plaatsen en aansluiten
Elektrische aansluiting
Deze automaat is voorzien van een aansluitkabel met stekker en kan meteen
op een geschikte contactdoos worden
aangesloten.
Zorg dat u altijd bij de stekker kunt komen, zodat u de spanning van de
droogautomaat kunt halen.
Op het typeplaatje staat informa-
tie over de nominale aansluitwaarde
en de zekering. Vergelijk deze gegevens met de waarden van het elektriciteitsnet.
De elektrische installatie moet volgens
de daarvoor geldende normen (zoals
NEN 1010) zijn geïnstalleerd.
Sluit de droogautomaat nooit aan op
verlengsnoeren, stekkerdozen en dergelijke. Dit zijn potentiële gevarenbronnen
(brandgevaar).
Als voor een vaste aansluiting wordt gekozen, moet het apparaat via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De
contactopening in uitgeschakelde toestand moet minimaal 3 mm bedragen.
Geschikt zijn zelf-uitschakelaars, zekeringen en relais (IEC/EN 60947). Deze
aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd.
Als de automaat van de netspan-
ning wordt losgekoppeld, moet het
betreffende systeem afsluitbaar zijn.
Hierop moet op elk moment controle
kunnen worden uitgeoefend.
Werkzaamheden in verband met heraansluiting, veranderingen in de installatie of controle van de aarddraad of de
zekeringen mogen alleen worden uitgevoerd door een vakman die op de
hoogte is van alle geldende voorschriften.
De stekkerverbinding en de schakelaar
voor het loskoppelen van de netspanning moeten altijd toegankelijk zijn.
62
Technische gegevens
Hoogte850 mm
Breedte595 mm
Diepte727 mm
Diepte bij geopende deur1202 mm
Gewicht79,5 kg
Trommelinhoud130 l
Beladingscapaciteit6,5 kg (droge was)
Slanglengte1400 mm
Lengte van de aansluitkabel2000 mm
Aansluitspanningzie typeplaatje
Aansluitwaardezie typeplaatje
Zekeringzie typeplaatje
Keurmerkenzie typeplaatje
Gegevens gloeilampzie typeplaatje
Soort/hoeveelheid koelmiddelzie typeplaatje
Max. vloerbelasting (in gebruik)925 N
Gehanteerde normen inzake productveiligheid
Geluidsdrukniveau op de werkplek volgens EN ISO 11204/11203