Het apparaat wordt met de volgende toebehoren geleverd. Deze toebehoren vindt u in de
sterilisatiekamer of in de transportverpakking.
AanduidingAfbeelding
Trayhouder
Traygreep
3 trays
Waterafvoerslang
2 slangklemmen voor de waterafvoerslang
Watertoevoerslang met "Waterproof-sys‐
teem" (vast gemonteerd)
Aansluitkabel
3
Uitpakken
De sterilisator wordt in een transportverpakking geleverd. Het apparaat staat op een pallet.
ĺ Haal de verpakking los.
ĺ Haal het deksel van de doos.
ĺ Verwijder het houten frame.
ĺ Trek het buitenste kartonnen omhulsel naar boven toe van het apparaat.
ĺ Verwijder de kartonnen delen.
ĺ Verwijder de piepschuimdelen.
ĺ Verwijder de beschermfolie.
Tip: Til het apparaat met minimaal een tweede persoon uit de restverpakking. Het appa‐
raat weegt ca. 63 kg. Dit is het lege gewicht, omdat het apparaat niet met water of spoel‐
goed is gevuld.
Bewaar de originele verpakking. Als u het apparaat later nog eens wilt transporteren, kan
de verpakking handig zijn.
De deur van het drukreservoir is tijdens het transport niet geheel gesloten.
ĺ Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, moet u de tape verwijderen die de deur tegen‐
houdt.
ĺ Haal de folie (schuimplastic) van de deur.
ĺ Open de deur helemaal en haal alle accessoires uit de sterilisatiekamer.
De kamer moet leeg zijn voor de latere eerste ingebruikneming.
De displayfolie mag bij een nieuw apparaat pas worden verwijderd, als het apparaat op
de stroom- en watervoorziening is aangesloten.
4
Aansluitingen en omgevingsvoorwaarden
Aansluitingen / installatie
Neem de aansluitwaarden uit de volgende tabel in acht:
Installatiegegevens
Opgenomen vermogen3 200 W*
Stroomopname14 A*
Zekering16 A (traag)
Spanning230 V AC (+/- 10 %)
Frequentie50 Hz
Watertoevoerslang
Schroefkoppeling3/4"
Slanglengte1,50 m
Waterdruk150 - 600 kPa (1,5 - 6 bar)
Waterafvoerslang
Tuit / mofØ 22,5 mm
Slanglengte1,50 m
*) PS120xB CH: 2 600 W; 12 A
ɘ Het apparaat mag alleen op een geschikte, geaarde wandcontactdoos worden aan‐
gesloten. De stekker moet altijd toegankelijk zijn, zodat de sterilisator spanningsvrij kan
worden gemaakt.
De waterafvoerslang mag niet langer zijn dan 5 meter en moet met verval en zonder knik‐
ken worden gelegd. Het afvoerpunt van de huisinstallatie moet minimaal 20 cm onder de
aansluiting van het apparaat liggen. Om waterschade te voorkomen, dient u de watertoe‐
voer aan het einde van de werkdag te sluiten.
Omgevingsvoorwaarden
Toegestane omgevingstemperatuur/
luchtvochtigheid
Toegestane opslagtemperatuur /
luchtvochtigheid
Maximale hoogte
(boven zeeniveau)
+5 °C tot +40 °C / 0 % - 80 %
-10 °C tot +60 °C / 0 % - 80 %
2.000 m
Minimale luchtdruk
(omgevingsdruk)
Het apparaat mag niet worden opgesteld in een explosiegevaarlijke ruimte. De ruimte
dient tevens vorstvrij te zijn.
80 kPa (0,8 bar)
5
Aansluitingen / installatie
Achterkant
Afdekking voor de veiligheidsklep
Netaansluiting (stekker)
Watertoevoer (met WPS-systeem) *
Waterafvoer (tuit)
*) Aan de andere kant van de slang bevindt zich het vast geïnstalleerde WPS-systeem
(WPS = Waterproof-systeem).
De waterafvoerslang mag niet langer zijn dan 5 meter en moet met verval en zonder
knikken worden gelegd. Het afvoerpunt van de huisinstallatie moet minimaal 20 cm on‐
der de aansluiting van het apparaat liggen.
Waterafvoer
De aansluiting voor de waterafvoer bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
ĺ Neem de bijgeleverde afvoerslang en schuif de rubberen tuit (met bocht) op de wateraf‐
voertuit van het apparaat.
ĺ Bevestig de aansluiting met de bijgeleverde klem.
ĺ Verbind de afvoerslang met het te gebruiken afvoerpunt (ter plaatse).
De afvoerslang moet correct zijn aangesloten en vast met het afvoerpunt (ter plaatse)
zijn verbonden.
6
Aansluitingen / installatie
Leidingwater
De wateraansluiting bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. De watertoevoer‐
slang is al aan het apparaat gemonteerd.
ĺ Verbind de waterslang met het te gebruiken aansluitpunt (ter plaatse).
Gebruik geen verlengslangen. In de aansluitslang bevindt zich een onderdeel van het in het
apparaat geïntegreerde Waterproof-systeem (WPS). De waterslang moet correct zijn aan‐
gesloten. Zorg dat de kraan op het aansluitpunt (ter plaatse) geopend is.
De sterilisator heeft een geïntegreerde waterbehandelingsinstallatie (RO-installatie, RO =
reverse osmosis). Hierin wordt gedemineraliseerd water voor het stoomaggregaat gepro‐
duceerd.
Sluit de waterslang nooit op een demi-water- of RO-installatie aan. Als u een wateront‐
hardingssysteem gebruikt, moeten de eisen ten aanzien van de aansluiting ter plaatse in
acht worden genomen. De sterilisator mag alleen op leidingwater worden aangesloten.
De geleidbaarheid van het water mag niet hoger zijn dan 375 μS/cm.
Bij gebruik van verontreinigd water (bezinksel, zwevende stoffen) of van water dat veel mi‐
neralen bevat, neemt de capaciteit dan wel de gebruiksduur van de RO-installatie af.
Elektrische aansluiting
De aansluiting voor de stroomvoorziening bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
ĺ Sluit de aansluitkabel aan op de daarvoor bestemde bus op het apparaat.
ĺ Steek de stekker van de aansluitkabel in een geschikte contactdoos. Knik of verdraai
de kabel niet.
Gebruik uitsluitend de bijgeleverde aansluitkabel. Gebruik geen verlengkabel.
Met de aansluitkabel maakt u het apparaat ook spanningsvrij. Voor onderhouds-, reini‐
gings- en reparatiewerkzaamheden moet u de sterilisator altijd spanningsvrij maken.
ĺ Trek hiervoor de aansluitkabel uit de contactdoos.
De installatie dient volgens de algemeen erkende regels van de techniek plaats te vinden.
De sterilisator moet over een eigen stroomcircuit beschikken.
De sterilisator mag niet op een schakelbare contactdoos (bijvoorbeeld Smart Home) wor‐
den aangesloten.
ɘ Bij het ontbreken van een aarddraad kan de gebruiker een elektrische schok oplopen
als deze de behuizing aanraakt! De fabrikant kan hiervoor niet aansprakelijk worden ge‐
steld. Bij het ontbreken van een aarddraad vervalt de garantie!
Het apparaat moet op een stroomcircuit met eigen aardlekschakelaar worden aangeslo‐
ten. Het stroomcircuit moet regelmatig door de exploitant worden gecontroleerd.
De sterilisator mag alleen worden aangesloten als de behuizing gesloten is.
7
Plaatsing
– Plaats het apparaat in een goed geventileerde ruimte.
– Plaats het apparaat niet naast een wastafel, omdat spatwater kortsluiting kan veroorza‐
ken.
– Plaats het apparaat niet in de nabijheid van warmtebronnen.
– De sterilisator is niet bedoeld voor gebruik in de nabijheid van patiënten.
– De sterilisator moet worden opgesteld in het reine gedeelte van de ruimte waar het
spoelgoed wordt behandeld.
– De beluchtingsopeningen aan de achterkant mogen niet worden afgedekt!
– Het inspectiepaneel mag niet worden geblokkeerd.
– De netschakelaar moet altijd vrij toegankelijk zijn.
– Boven de sterilisator en aan de zijkanten van het apparaat moet een afstand van mini‐
maal 2 cm ten opzichte van andere oppervlakken worden aangehouden.
– Plaats geen voorwerpen meteen naast de behuizing. De lucht moet vrij kunnen circule‐
ren. Houd aan de achterkant van het apparaat een afstand aan van 7 cm ten opzichte
van de wand.
Plaats de sterilisator op een gladde, vlakke ondergrond. Het oppervlak moet waterafsto‐
tend en hittebestendig zijn (tot 80 °C). Plaats het apparaat op een stabiele ondergrond (ta‐
fel, werkblad). Houdt u er rekening mee dat de sterilisator beladen ca. 80 kg kan wegen.
Veiligheidsklep (overdrukbeveiliging)
ɘ Het apparaat moet zo zijn geplaatst dat niemand in de buurt van de achterwand kan
komen. Dit in verband met de werking van de veiligheidsklep (overdrukbeveiliging). Ver‐
brandingsgevaar!
Leg of plaats geen voorwerpen op de behuizing.
8
Miele Professional
T
T
Postbus 166
4130 ED VIANEN
elefoon afdeling Customer Service Professional (03 47) 37 88 84