Dit apparaat voldoet aan de geldende vei‐
ligheidsvoorschriften. Bij ondeskundig ge‐
bruik echter kunnen personen letsel oplo‐
pen en kan er materiële schade ontstaan.
Lees de gebruiksaanwijzing daarom aan‐
dachtig door voordat u het apparaat voor
het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor
uzelf en u voorkomt schade aan het ap‐
paraat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. De gebruiksaanwijzing moet
altijd toegankelijk zijn voor de gebruiker.
De sterilisator mag niet worden ge‐
bruikt voor het steriliseren van vloeistof‐
fen.
Levensgevaar!
Bij het steriliseren van vloeistoffen kunnen
de vloeistoffen na afloop van het pro‐
gramma en na het openen van de deur
van het drukreservoir (sterilisatiekamer)
ineens gaan borrelen en overkoken. De
gevolgen zijn vergelijkbaar met die van
een explosie! De fabrikant kan niet aan‐
sprakelijk worden gesteld voor een derge‐
lijk misbruik van het apparaat.
Instructies voor uw eigen veiligheid
en de veiligheid van anderen
Dit apparaat mag alleen door Miele of
door Miele geautoriseerde bedrijven in ge‐
bruik worden genomen, alsmede onder‐
houden en gerepareerd. Volgens het Besluit
Medische Hulpmiddelen is regelmatig on‐
derhoud aan te bevelen. In dit verband is
een Miele-onderhoudscontract aan te ra‐
den. Door ondeskundige reparaties kunnen
voor de gebruiker grote risico's ontstaan.
Het apparaat mag niet worden opgesteld
in een explosiegevaarlijke ruimte. De ruimte
dient tevens vorstvrij te zijn.
De elektrische veiligheid van dit apparaat
is uitsluitend gegarandeerd, als het wordt
aangesloten op een aardingssysteem dat
volgens de geldende veiligheidsbepalingen
is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele vei‐
ligheidsvoorwaarde moet worden voldaan.
De huisinstallatie moet bij twijfel door een
vakman worden geïnspecteerd.
Schakel het apparaat altijd met de net‐
schakelaar uit als u het niet gebruikt.
Verantwoord gebruik
De stoomsterilisator is uitsluitend be‐
stemd voor het gebruik dat in deze ge‐
bruiksaanwijzing is aangegeven. Elk ander
gebruik, alsmede aanpassingen en wijzigin‐
gen zijn niet toegestaan en kunnen gevaar‐
lijk zijn.
De sterilisatieprocessen zijn geschikt
voor poreuze producten, massieve produc‐
ten, instrumenten c.q. medische producten
die daarvoor door de desbetreffende fabri‐
kanten zijn vrijgegeven. Neem de aanwij‐
zingen van die fabrikanten in acht. Miele kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die is ontstaan door onjuist gebruik
of foutieve bediening.
Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor
binnengebruik.
Dit apparaat mag niet op een niet-statio‐
naire locatie (bijvoorbeeld een boot) worden
geplaatst en aangesloten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor‐
den gesteld voor schade die wordt veroor‐
zaakt door een ontbrekende of beschadigde
aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische
schok).
Een beschadigd apparaat kan uw veilig‐
heid in gevaar brengen. Stel het apparaat
meteen buiten werking en neem contact op
met Miele.
Personeel dat het apparaat bedient, moet
regelmatig worden geïnstrueerd en ge‐
schoold. Deze personen moeten tevens
over de kennis beschikken die nodig is voor
de behandeling van instrumenten. Laat het
apparaat niet bedienen door personeel dat
niet is geïnstrueerd en niet is geschoold.
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Houdt u er rekening mee dat het appa‐
raat bij gebruik heet wordt. Als u de deur
handmatig ontgrendelt, kunt u zich branden,
omdat waterdamp kan vrijkomen en omdat
het drukreservoir mogelijk onder druk staat.
Ook als de deur openspringt, kunt u zich
verwonden.
Als de deur van het drukreservoir sluit,
kunt u letsel oplopen als uw hand zich tij‐
dens het sluiten tussen de behuizing en de
deur bevindt (scharnierkant). Sluit de deur
zo ver met de hand totdat de deurmotor re‐
ageert. De spindel van de deurvergrendeling
begint pas te draaien als de deur de spindel
aanraakt (sensor in de behuizing). Let op dat
ook anderen niet met de hand tussen de
deur komen.
Inzetten en voorwerpen mag u na de be‐
handeling alleen met handschoenen of ge‐
schikte hulpmiddelen (traygreep) verwijde‐
ren. De voorwerpen kunnen een tempera‐
tuur van 80 °C hebben!
De sterilisator en de directe omgeving er‐
van mogen niet met water (waterslang of
hogedrukreiniger) worden afgespoten.
Maak het apparaat vóór onderhouds‐
werkzaamheden altijd spanningsvrij.
Dat de sterilisatie met succes is uitge‐
voerd, moet in de routine worden gewaar‐
borgd en gedocumenteerd. De processen
moeten regelmatig worden gecontroleerd,
zowel thermo-elektrisch als door het behan‐
delingsresultaat te controleren (stoompene‐
tratietest: Bowie&Dick-test, Helix-test). De
gegevens moeten worden gedocumenteerd.
Alle geldende wetten en normen dienen
daarbij in acht te worden genomen.
Validaties dienen volgens de wettelijke
voorschriften en de normen te worden uit‐
gevoerd.
De trays voor de voorwerpen moeten vol‐
gens de voorschriften worden gebruikt.
Voorwerpen met holle ruimten moet ook van
binnen volledig door de stoom kunnen wor‐
den bereikt. Haal instrumenten eventueel uit
elkaar. Neem daarbij de aanwijzingen van
de fabrikant in acht (in overeenstemming
met EN 17664).
Schalen, bakjes en dergelijke die nog
vloeistofresten bevatten, moeten vóór het
inruimen worden geleegd.
De behuizing mag alleen door Miele of
door Miele geautoriseerde bedrijven worden
geopend.
Gebruik geen verlengsnoeren of stekker‐
dozen met een draaddoorsnede
< 3 x 2,5 mm². Brandgevaar!
Gebruik geen verlengslangen en voorkom
dat de te gebruiken slang gedraaid of ge‐
knikt wordt.
Kwaliteitszorg
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om bij de behandeling van medische pro‐
ducten de kwaliteit te waarborgen.
U vermijdt daarmee risico's voor de
patiënten, alsmede schade aan het appa‐
raat en de te steriliseren voorwerpen.
Voor een goed sterilisatieresultaat moe‐
ten de voorwerpen schoon zijn (zie "Ge‐
bruik"). Medische producten moeten visueel
schoon zijn en de restverontreinigingen
moeten voldoen aan de eisen uit EN ISO
15883.
Als onderhoudsmiddelen voor de sterili‐
sator mag u alleen middelen gebruiken die
volgens de fabrikant van die middelen ge‐
schikt zijn voor die toepassing.
Reinig de ommanteling met een zachte
katoenen doek en schoon water. Bij ernstige
verontreinigingen kunt u ook een neutraal
vloeibaar reinigingsmiddel gebruiken.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verwijder resten van oplosmiddelen en
zuren, met name zoutzuur en chloridehou‐
dende oplossingen, van de voorwerpen
vóórdat u deze in de sterilisatiekamer (druk‐
reservoir) plaatst. Dit geldt ook voor stoffen
die corrosie kunnen veroorzaken.
Om schade door corrosie te vermijden,
mag de ommanteling van de sterilisator niet
in aanraking komen met zoutzuurhoudende
oplossingen en dampen.
Houdt u zich aan de plaatsingsinstructies
uit deze gebruiksaanwijzing.
De sterilisator mag niet op een schakel‐
bare contactdoos (bijvoorbeeld Smart Ho‐
me) worden aangesloten.
Gebruik van accessoires
Voor speciale toepassingen mogen alleen
Miele-hulpapparaten worden aangesloten.
Informeer bij Miele naar de mogelijkheden.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires.
Schade als gevolg van onjuiste of ondes‐
kundig aangepaste accessoires valt niet on‐
der de garantie.
Op het apparaat aangebrachte
symbolen
Let op!
Gevaar voor een elektrische schok!
Let op!
Volg de aanwijzingen uit de ge‐
bruiksaanwijzing!
Let op!
Heet oppervlak!
Neem voor een correcte buitengebruik‐
stelling van het apparaat contact op met
Miele.
Als de veiligheidsinstructies niet worden
opgevolgd, kan de fabrikant niet verant‐
woordelijk worden gesteld voor schade
die daar eventueel het gevolg van is.
6
Richtlijnen en normen
Kleine sterilisatoren zijn volgens de Europe‐
se richtlijn 93/42/EEG toebehoren van medi‐
sche hulpmiddelen en worden daarom als
medische hulpmiddelen beschouwd. De se‐
rie PS 120xB is volgens bijlage IX van de
richtlijn een medisch hulpmiddel van de
klasse IIb. De apparaten voldoen aan alle re‐
levante Europese richtlijnen en normen en
zijn voorzien van het betreffende CE-keur‐
merk (0297) van de "notified body".
Richtlijnen
Richtlijn Medische Hulpmiddelen
Richtlijn Medische Hulpmiddelen 93/42/
EEG. In de geldige versie.
Richtlijn drukapparatuur
Richtlijn 97/23/EG voor drukapparatuur (gel‐
dige versie). Alle sterilisatiekamers zijn over‐
eenkomstig bijlage I en volgens de in modu‐
le A beschreven methode ontwikkeld en ge‐
produceerd.
EN 61326-1
+ A1: 1998
+ A2: 2001
Elektrische uitrusting voor meting, besturing
en laboratoriumgebruik; EMC-eisen. In de
geldige versie.
Normen
EN 13060
Kleine stoomsterilisatoren. In de geldige ver‐
sie.
EN 1717
Bescherming van het drinkwater tegen ver‐
ontreinigingen in drinkwaterinstallaties en al‐
gemene eisen aan veiligheidsvoorzieningen
ter voorkoming van verontreinigingen in het
drinkwater door terugstroming. In de geldi‐
ge versie.
EN 61010-1
Veiligheidseisen voor elektrisch materieel
voor meet- en regeltechniek en laboratori‐
umgebruik. In de geldige versie.
EN 61010-2-040
Veiligheidseisen voor elektrisch materieel
voor meet- en regeltechniek en laboratori‐
umgebruik - Deel 2-040: Bijzondere eisen
voor sterilisatoren en desinfecterende was‐
machines gebruikt voor de behandeling van
medische benodigdheden
(IEC 61010-2-040:2005; Duitse versie
EN 61010-2-040:2005).
7
Bestemming
In de Miele-stoomsterilisator kunt u medi‐
sche producten steriliseren die geschikt zijn
voor sterilisatie met stoom. De sterilisatiecy‐
cli voldoen aan EN 13060 type B (134°C
Universeel, 121°C Universeel, Prionen), dan
wel type S (134°C Onverpakt). De als type B
aangeduide programma's zijn geschikt voor
het steriliseren van verpakte en onverpakte
massieve medische producten, alsmede
holle en poreuze producten. De program‐
ma's worden volautomatisch uitgevoerd.
Het apparaat is bestemd voor medische
toepassingen en geschikt voor bijvoorbeeld
huisartspraktijken, tandheelkundige praktij‐
ken en schoonheidscentra - overal waar
(medische) instrumenten voor hernieuwd
gebruik moeten worden gesteriliseerd.
Neem voor de behandeling van de te sterili‐
seren voorwerpen ook de informatie in acht
van de fabrikanten van die medische pro‐
ducten (zie ook EN ISO 17664).
Het apparaat wordt met de volgende accessoires geleverd. Deze accessoires vindt u in de
sterilisatiekamer of in de transportverpakking.
AanduidingAfbeelding
Trayhouder
Traygreep
Trays
Waterafvoerslang
Slangklem voor de waterafvoerslang
Watertoevoerslang met "Waterproof-sys‐
teem" (vast gemonteerd)
Aansluitkabel
9
Plaatsing
Verpakking
De sterilisator wordt in een transportverpakking geleverd. Het apparaat staat op een pallet.
Haal de verpakking los.
Haal het deksel van de doos.
Verwijder het houten frame.
Trek het buitenste kartonnen omhulsel naar boven toe van het apparaat.
Verwijder de kartonnen delen.
Verwijder de piepschuimdelen.
Verwijder de beschermfolie.
Tip: Til het apparaat met minimaal een tweede persoon uit de restverpakking. Het appa‐
raat weegt ca. 63 kg. Dit is het lege gewicht, omdat het apparaat niet met water of spoel‐
goed is gevuld.
Bewaar de originele verpakking. Als u het apparaat later nog eens wilt transporteren, kan
de verpakking handig zijn.
Zie ook "Buitengebruikstelling" en "Transport of langdurige stilstand".
De deur van het drukreservoir is tijdens het transport niet geheel gesloten.
Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, moet u de tape verwijderen die de deur tegen‐
houdt.
Haal de folie (schuimplastic) van de deur.
Open de deur helemaal en haal alle accessoires uit de sterilisatiekamer.
De kamer moet leeg zijn voor de latere eerste ingebruikneming.
10
Aansluitingen / installatie
Neem de aansluitwaarden uit de volgende tabel in acht:
Installatiegegevens
Opgenomen vermogen3 200 W2 600 W*
Stroomopname14 A12 A*
Zekering16 A (traag)
Spanning230 V AC (+/- 10 %)
Frequentie50 Hz
Het apparaat mag alleen op een geschikte, geaarde wandcontactdoos worden aan‐
gesloten. De stekker moet altijd toegankelijk zijn, zodat de sterilisator spanningsvrij kan
worden gemaakt.
De waterafvoerslang mag niet langer zijn dan 5 meter en moet met verval en zonder knik‐
ken worden gelegd. Het afvoerpunt van de huisinstallatie moet minimaal 20 cm onder de
aansluiting van het apparaat liggen. Om waterschade te voorkomen, dient u de watertoe‐
voer aan het einde van de werkdag te sluiten.
Omgevingsvoorwaarden
Toegestane omgevingstemperatuur/
luchtvochtigheid
Toegestane opslagtemperatuur /
luchtvochtigheid
Maximale hoogte
(boven zeeniveau)
+5 °C tot +40 °C / 0 % - 80 %
-10 °C tot +60 °C / 0 % - 80 %
2.000 m
Minimale luchtdruk
(omgevingsdruk)
Het apparaat mag niet worden opgesteld in een explosiegevaarlijke ruimte. De ruimte
dient tevens vorstvrij te zijn.
80 kPa (0,8 bar)
11
Plaatsing
Opstelling
– Plaats het apparaat in een goed geventileerde ruimte.
– Plaats het apparaat niet naast een wastafel, omdat spatwater kortsluiting kan veroorza‐
ken.
– Plaats het apparaat niet in de nabijheid van warmtebronnen.
– De sterilisator is niet bedoeld voor gebruik in de nabijheid van patiënten.
– De sterilisator moet worden opgesteld in het reine gedeelte van de ruimte waar het
spoelgoed wordt behandeld.
– De beluchtingsopeningen aan de achterkant mogen niet worden afgedekt!
– Het inspectiepaneel mag niet worden geblokkeerd.
– De netschakelaar moet altijd vrij toegankelijk zijn.
– Boven de sterilisator en aan de zijkanten van het apparaat moet een afstand van mini‐
maal 2 cm ten opzichte van andere oppervlakken worden aangehouden.
– Plaats geen voorwerpen meteen naast de behuizing. De lucht moet vrij kunnen circule‐
ren. Houd aan de achterkant van het apparaat een afstand aan van 7 cm ten opzichte
van de wand.
Het apparaat moet op een stroomcircuit met eigen aardlekschakelaar worden aange‐
sloten. Het stroomcircuit moet regelmatig door de exploitant worden gecontroleerd.
Plaats de sterilisator op een gladde, vlakke ondergrond. Het oppervlak moet waterafsto‐
tend en hittebestendig zijn (tot 80 °C).
Plaats het apparaat op een stabiele ondergrond (tafel, werkblad). Houdt u er rekening mee
dat de sterilisator beladen ca. 80 kg kan wegen.
Leg of plaats geen voorwerpen op de behuizing.
Aan de onderkant van het apparaat bevinden zich vier stelvoetjes.
Het apparaat is bij de eindcontrole op een vlakke ondergrond gejusteerd. De stelvoetjes
zijn met contramoeren gefixeerd.
Controleer met een waterpas of het apparaat goed staat. Leg de waterpas op de behuizing
(deur gesloten). Het apparaat moet in beide assen waterpas staan. Justeer zo nodig de
stelvoetjes.
Wees voorzichtig als u voor het justeren van de stelvoetjes het apparaat moet bewe‐
gen. Zorg bijvoorbeeld dat er een tweede persoon bij is. Ga zo te werk dat het apparaat
niet kan vallen.
12
Plaatsing
Draai vanaf de onderkant de contramoeren van de voorste stelvoetjes los. Justeer de stel‐
voetjes en dr
a
Voorkant
aai de contramoeren weer aan.
b
Stelvoetjes
Alleen als het apparaat goed staat, kan het correct functioneren en blijft er na afloop van
e
en charge geen restwater in de sterilisatiekamer achter.
Het appar
komen. De veiligheidsklep (overdrukbeveiliging) kan altijd reageren.
a
Veiligheidsklep
aat moet zo zijn geplaatst dat niemand in de buurt van de achterwand kan
13
Ingebruikneming
De ingebruikneming van de sterilisator gebeurt door Miele (zie hoofdstuk "Miele Servi‐
ce"). Bij de eerste ingebruikneming moet de drukketel voor het eerst worden gevuld. Dit
mag alleen door Miele worden gedaan.
Het apparaat moet voor de ingebruikneming eerst acclimatiseren (tot kamertempera‐
tuur), anders kan het voorkomen dat onderdelen uitvallen dan wel niet goed functione‐
ren.
Dat de ingebruikneming succesvol was, moet in het ingebruiknemingsprotocol worden
vastgelegd. De exploitant krijgt een kopie van het protocol.
14
Buitengebruikstelling
Transport of langdurige stilstand
Transport
Als u het apparaat over een wat grotere afstand wilt vervoeren, moet u alle vloeistoffen uit
het apparaat verwijderen.
Als u het apparaat wilt opslaan in een ruimte waar de temperatuur onder 0 °C kan komen,
moet u ook het stoomaggregaat legen en alle leidingen waarin zich water bevindt. Onder‐
delen van het apparaat kunnen anders vorstschade oplopen.
Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door een vakman worden uitgevoerd. Neem
hiervoor contact op met Miele.
Na het openen en sluiten van de behuizing moeten verplicht veiligheidsmetingen en -tests
worden uitgevoerd.
Gebruik de sterilisator minimaal een dag van tevoren niet meer. De sterilisator moet zijn
afgekoeld en het stoomaggregaat (in de dubbele mantel) mag niet meer onder druk
staan. Zie hiervoor de drukmeter achter het inspectiepaneel. De meter moet ca.
+/-0 kPa aangeven.
Neem contact op met Miele voor de ingebruikneming op de nieuwe locatie.
Langdurige stilstand (> 10 weken)
Als u de sterilisator langer dan 10 weken niet gebruikt, moet het apparaat buiten gebruik
worden gesteld. Alle vloeistoffen moeten dan uit het systeem worden verwijderd om corro‐
sie en beschadigingen (bijvoorbeeld vorstschade) te vermijden. Bij niet-naleving kan geen
aanspraak op de garantie worden gemaakt.
Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door een vakman worden uitgevoerd. Neem
hiervoor contact op met Miele.
15
Validatie/controle
Sterilisatieprocessen moeten worden gecontroleerd volgens de richtlijn R8153-1 ("Onder‐
houd en controlemetingen aan kleine stoomsterilisatoren in de extramurale gezondheids‐
zorg"). Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de exploitant. Miele adviseert en onder‐
steunt u graag als u hierover vragen heeft.
Worden er wijzigingen aan het apparaat uitgevoerd die van invloed zijn op het sterilisa‐
tieproces, dan moet een hervalidatie worden uitgevoerd.
16
Voorkant, bedieningselementen, displays en behuizing
Algemeen
a
Deur drukreservoir (sterilisatiekamer)
b
Display voor programmaweergave en meldingen
c
Opening voor de noodontgrendeling van de deur
d
Bedieningselementen en functietoetsen
e
Inspectiepaneel
f
Behuizing
17
Algemeen
Kamer
a
Stoomtoevoer
b
Deurspindel
c
Aansluiting voor meetapparatuur
d
Afvoer kamer
e
Deurdichting
18
Inspectiepaneel
Algemeen
a
Netschakelaar (met overstroombeveiliging)
b
Drukmeter voor stoomaggregaat
De drukmeter toont de relatieve druk (ten opzichte van de omgevingsdruk) in het
stoomaggregaat (dubbele mantel). De atmosferische druk is ca. 0 kPa. Het drukreser‐
voir is dan drukloos.
c
Steriel filter
d
Seriële interface RS 232
e
Typeplaatje
19
Algemeen
Achterkant, aansluitingen
a
Aansluiting voor het eerste vullen
b
Netaansluiting (stekker)
c
Watertoevoer (met WPS-systeem) *
d
Waterafvoer (tuit)
e
Afdekking voor de veiligheidsklep
De beluchtingsopeningen aan de achterkant mogen niet worden afgedekt!
Verwijder de afdekking van de veiligheidsklep niet. Pas op! U kunt zich branden!
*) Aan de andere kant van de slang bevindt zich het vast geïnstalleerde WPS-systeem
(WPS = Waterproof-systeem).
20
Algemeen
Bediening
In dit gedeelte worden de displayfuncties, de statusmeldingen en de functietoetsen be‐
sproken. De statusmeldingen ziet u in het onderste gedeelte van het display.
a Display
b Statusmeldingen
/ Deur drukreservoir (sterilisatiekamer)
Geopend (slot open) / Gesloten (slot dicht)
kPa
100
°C
25,3
Onderhoud
Als u dit symbool ziet, is onderhoud nodig aan de sterilisator. Neem zo
spoedig mogelijk contact op met Miele en maak een afspraak.
Druk in de sterilisatiekamer
Omgevingsdruk (gebruiksklaar) / procesdruk (tijdens het programma). De
gebruikte eenheid is kPa (kilopascal), 100 kPa = 1.000 mbar (millibar). De
aangegeven waarde is de absolute druk.
Temperatuur in de sterilisatiekamer
De temperatuursensor bevindt zich op het laagste punt van de sterilisatie‐
kamer. De gebruikte eenheid is °C (graden celsius).
21
Algemeen
Bij de toetsen aan de rechter kant van het display horen de volgende symbolen. De velden
kunnen verschillende symbolen hebben, maar kunnen ook leeg zijn (afhankelijk van de
functie).
c Functietoetsen
OKBevestigingstoets, "OK"-toets
Is een menupunt gemarkeerd, dan activeert u het menupunt met deze
toets. Daarnaast gaat u met deze toets in de submenu's naar het eerstvol‐
gende hogere niveau.
Afbreektoets
Met deze toets kunt u op elk moment een cyclus beëindigen. Het pro‐
gramma wisselt automatisch naar de afbreekroutine en wordt beëindigd.
Daarna volgt een melding die u moet bevestigen. U kunt dan de deur ope‐
nen en opnieuw een programma kiezen.
"Omhoog" scrollen in het menu
Gemarkeerde menupunten hebben een gele achtergrond. Met deze toets
komt u in het menupunt erboven.
"Omlaag" scrollen in het menu
Gemarkeerde menupunten hebben een gele achtergrond. Met deze toets
komt u in het menupunt eronder.
Deur "Openen"
Met deze toets opent u de deur van het drukreservoir. Deze functie is al‐
leen na afloop van een programma beschikbaar, of voor de start van een
programma.
"Zijwaarts" naar rechts
Met deze toets gaat u een veld verder.
Tijdens een programma is het symbool voor het openen van de deur niet zichtbaar. Het
is dan ook niet mogelijk de deur tijdens een programma te openen. Om veiligheidsrede‐
nen kunt u de deur pas na afloop van het volledige programma openen.
Foutmeldingen die tijdens het gebruik voorkomen, worden met een nummer in het dis‐
play weergegeven. Een tabel met alle foutmeldingen vindt u in het hoofdstuk "Foutmel‐
dingen en aanwijzingen".
22
Snelstarttoets
Met deze functie kunt u met één druk op de toets een sterilisatieprogram‐
ma kiezen. De gewenste definitie legt u vast in het menu "Instellingen".
Algemeen
Als u het programma "134°C Universeel" start, verschijnt de volgende grafiek in het dis‐
play.
a
Gekozen programma
b
Afbreektoets
c
Chargenummer
d
Restlooptijd van het programma (min. : sec.)
e
Fasen van het gekozen programma (de actuele fase knippert)
f
Actuele dagtijd (24 h-formaat)
g
Actuele temperatuur in de sterilisatiekamer
h
Actuele druk in de sterilisatiekamer (absolute druk)
23
Hoofdmenu
De sterilisator heeft de volgende programma's (menu's):
– Steriliseren
Deze programma's gebruikt u voor het steriliseren van de betreffende producten.
– Testen
Deze programma's zijn voor de dagelijkse en wekelijkse testroutines.
– Instellingen
Deze functie is nodig voor het instellen van bijvoorbeeld de dagtijd en de datum.
– Snelstart
Deze functietoets kunt u voor een van de sterilisatieprogramma's gebruiken. Met deze
toets kunt u een vooraf gedefinieerd programma met één druk op de toets starten (zie
ook "Snelstartfunctie").
Om een programma te kiezen en te starten, gaat u als volgt te werk:
Controleer of het apparaat klaar is voor gebruik. (Open het inspectiepaneel en controleer
de drukmeter. De vereiste waarde is ca. +230 kPa.)
Open de deur met de functietoets "Openen".
Ruim de sterilisator in en sluit de deur (zie "Deur drukreservoir").
Ga met de functietoets "Omhoog" of "Omlaag" naar "Steriliseren" of "Testen".
Bevestig met de "OK"-toets.
Kies opnieuw met de functietoetsen het gewenste programma.
Druk opnieuw op de "OK"-toets om het gekozen programma te starten.
24
Instellingen
Informatie
Open het menu "Instellingen".
Ga met de functietoets "Omhoog" of
"Omlaag" naar "Informatie".
Bevestig met de "OK"-toets.
In dit menu vindt u machinespecifieke ge‐
gevens en informatie over het volgende
onderhoud.
Taal
Open het menu "Instellingen".
Ga met de functietoets "Omhoog" of
"Omlaag" naar "Taal".
Bevestig met de "OK"-toets.
Kies met de functietoetsen de gewenste
taal.
Bevestig met de "OK"-toets.
25
Instellingen
Datum / tijd
Open het menu "Instellingen".
Ga met de functietoets
"Omhoog" of "Omlaag" naar "Da‐
tum/tijd".
Bevestig met de "OK"-toets.
Stel met de functietoetsen de actuele da‐
tum en de dagtijd in.
Stand-by
Open het menu "Instellingen".
Ga met de functietoets "Omhoog"
of "Omlaag" naar "Stand-by".
Bevestig met de "OK"-toets.
De stand-by-functie heeft twee modi.
Enerzijds een energiebesparende modus. In
deze modus wordt de verwarming zover te‐
ruggedraaid dat in het stoomaggregaat nog
maar een relatieve druk van ca. 120 kPa
heerst.
Verplaats de cursor met de functietoets
"Zijwaarts" naar het betreffende veld.
Met de functietoetsen "Omhoog" en
"Omlaag" wijzigt u de waarde (hoger of
lager).
Bevestig uw invoer met de "OK"-toets.
Anderzijds een slaapmodus. In deze modus
wordt de verwarming helemaal uitgescha‐
keld (slaapstand). Het apparaat verbruikt
dan nog maar ca. 7 Watt.
Houdt u er rekening mee dat u altijd al‐
leen beide modi tezamen kunt activeren
of deactiveren.
In de genoemde modi wordt het display niet
meer verlicht. Op het display staat dat u op
een toets moet drukken om het apparaat
weer gebruiksklaar te maken.
Druk op een willekeurige toets om terug te
gaan naar het hoofdmenu.
26
Instellingen
Time
Pressure
Timer / Tijd
Zet met de functietoets "Omhoog" of
"Omlaag" de timer op "Aan".
Verplaats de cursor met de functietoets
"Zijwaarts" naar het volgende veld.
Voer in uren en minuten de tijd in waarna
het apparaat de energiebesparende mo‐
dus of de slaapmodus moet inschakelen.
Start / Einde
Hier kunt u de tijd instellen waarop het
stoomaggregaat automatisch moet worden
opgewarmd of uitgeschakeld. De netscha‐
kelaar moet hiervoor ingeschakeld blijven.
Zet met de functietoetsen de timer op
"Aan".
Stel vervolgens het tijdstip voor het in- en
uitschakelen in.
Het apparaat gaat op het ingestelde tijdstip
alleen in de slaap- of energiebesparende
modus als op dat moment geen program‐
ma actief is en het apparaat gedurende de
bij de timer ingestelde tijdspanne niet is
bediend. Anders schuift het uitschakelmo‐
ment op en wel met de waarde die u onder
"Tijd" heeft ingesteld. Let op! U kunt de in‐
stellingen "Start" en "Einde" alleen in com‐
binatie met de timerfunctie gebruiken.
Voorbeeld:
a
Ingestelde tijdspanne onder "Tijd"
b
Energiebesparende modus (120 kPa)
c
Slaapmodus (0 kPa)
De inschakeltijd van de sterilisator (menu‐
punt "Start") is 08:00 uur. De sterilisator be‐
gint op dat tijdstip met de opwarmfase. U
kunt nu processen starten en het apparaat
gebruiken. Vanaf het moment waarop u het
apparaat niet meer bedient, begint de timer
te lopen (menupunt "Tijd"). Is die tijd ver‐
streken, dan start de energiebesparende
modus en wordt het display donker.
U kunt de sterilisator op elk moment weer
activeren en gebruiken.
Staat het menupunt "Einde" op 17:00 uur
ingesteld en is het apparaat op dat moment
niet in gebruik, dan start niet de energiebe‐
sparende modus, maar de slaapmodus als
de timer afloopt.
Bevestig de invoer met de "OK"-toets. U
komt daarna terug in het menu "Instel‐
lingen".
27
Instellingen
Snelstartfunctie
Het programma dat u het meest gebruikt,
kunt u aan de snelstarttoets toewijzen.
Ga hiervoor als volgt te werk.
Open het menu "Instellingen".
Ga met de functietoets "Omhoog" of
"Omlaag" naar "Snelstart".
Bevestig met de "OK"-toets.
Druk op de functietoets "Omhoog" of
"Omlaag" , totdat het gewenste pro‐
gramma verschijnt.
Bevestig met de "OK"-toets.
De testprogramma's (Helix-test, Bo‐
wie&Dick-test, vacuümtest) kunt u niet kie‐
zen. U kunt alleen de sterilisatieprogram‐
ma's kiezen.
Bevestig met de "OK"-toets.
Als bijvoorbeeld de printer of de aangeslo‐
ten software uitvalt, blijft de documentatie
van de sterilisatieprocessen volledig. De vijf
laatste protocollen worden opgeslagen en
kunnen, nadat het probleem is verholpen
(patroon vervangen/papier bijvullen), worden
uitgedraaid.
De vijf laatste protocollen worden naar een
aangesloten printer gestuurd en geprint. Als
geen printer is aangesloten, verschijnt geen
foutmelding en worden geen protocollen ge‐
print. Als een USB-datalogger van Segosoft
Miele Edition is aangesloten, geldt dezelfde
werkwijze als bij een aangesloten printer.
Voor eventuele chargedocumentatie-soft‐
ware worden 5 protocollen opgeslagen. Met
die software kunt u deze protocollen uit het
apparaat oproepen. De functie is afhankelijk
van de gebruikte software. Met Segosoft
Miele Edition kunt u de 5 laatste protocollen
automatisch uitlezen (dus zonder verdere
handelingen).
Meer informatie over het printen van proto‐
collen vindt u in het hoofdstuk "Chargedo‐
cumentatie".
Kies "Terug" in het menu "Instellingen" om
terug te keren naar het hoofdmenu. Met de
"OK"-toets van de submenu's gaat u één
stap terug.
Als u de "Snelstarttoets" in het hoofdmenu
bedient, start het apparaat meteen het ge‐
kozen programma.
Protocollen printen
Open het menu "Instellingen".
Ga met de functietoets "Omhoog" of
"Omlaag" naar "Protocollen printen".
28
Gebruik
Voorwaarden
De sterilisator heeft standaard een houder
(trayhouder).
Optioneel kunt u bij Miele de trayhouder
ZS 111 6/2 voor zes trays of twee contai‐
ners (met een hoogte van max. 70 mm) be‐
stellen.
Te steriliseren voorwerpen
Plaats alleen instrumenten in de sterilisator
die overeenkomstig het te volgen behande‐
lingsproces zijn voorbereid. De instru‐
menten moeten op het oog schoon zijn. Er
mogen zich geen verontreinigingen op de
instrumenten bevinden (dentine, bloed,
composieten, etc.), omdat deze het sterilisa‐
tieresultaat kunnen beïnvloeden.
– Na gebruik moeten de instrumenten met‐
een worden gereinigd. Een machinale rei‐
niging in een reinigings- en desinfectieau‐
tomaat wordt aanbevolen. Houdt u zich
aan de aanwijzingen van de fabrikant van
de reinigings- en desinfectieautomaat en
van de fabrikant van de instrumenten.
– Verwijder bij handmatige reiniging alle res‐
ten van reinigings- en desinfectiemiddelen
van het instrumentarium door het grondig
te spoelen en zorg dat het instrumentari‐
um voldoende droog is. Achterblijvende
middelen kunnen op den duur corrosie
veroorzaken.
De standaard trayhouder kan zes trays of
drie containers opnemen (hiervoor moet u
de houder 90° om de lengteas draaien).
De trayhouder wordt achter in de kamer ver‐
grendeld. Om de vergrendeling los te halen,
trekt u aan de trayhouder totdat u een klik‐
geluid hoort.
Voor het hanteren van de trays wordt een
traygreep bijgeleverd. Met deze greep kunt
u de trays veilig uit de trayhouder halen of in
de houder plaatsen.
– Verzorg instrumenten volgens de aanwij‐
zingen van de fabrikant.
– Katoenen wasgoed moet voor het sterili‐
seren zijn gewassen en gedroogd.
Wegwerpinstrumenten mogen niet
worden behandeld!
Er mogen geen zuurresten of oplos‐
middelen, vooral geen zoutzuur en chlori‐
de, in de sterilisatiekamer terechtkomen.
29
Gebruik
Programmakeuze
– Voer dagelijks voordat u de eerste charge
steriliseert een Helix- of Bowie&Dick-test
uit. Volg daarbij de aanwijzingen van de
fabrikant van de test.
– De vacuümtest moet minimaal eens per
week worden uitgevoerd.
– Controleer voor het beladen om wat voor
voorwerpen het gaat (maak een risicobe‐
oordeling bij voorwerpen met besmettelij‐
ke proteïnen), zodat u het juiste program‐
ma kunt kiezen.
– Ruim per charge alleen voorwerpen in die
met hetzelfde programma mogen worden
gesteriliseerd (bijvoorbeeld 134 °C Univer‐
seel). Houdt u zich aan de aanwijzingen
van de betreffende fabrikanten.
– Sommige rubberen artikelen en kunststof‐
fen mag u maximaal op een temperatuur
van 121 °C steriliseren. Houdt u zich aan
de aanwijzingen van de betreffende fabri‐
kanten.
– Massieve instrumenten en poreuze pro‐
ducten (doeken, laminaten, etc.) kunt u op
134 °C steriliseren. Houdt u zich aan de
aanwijzingen van de betreffende fabri‐
kanten.
Testprogramma's
Vacuümtest
Met dit programma wordt de dichtheid van
het gehele systeem gecontroleerd. De va‐
cuümtest moet minimaal eens per week
worden uitgevoerd. Als de test met succes
wordt afgerond, kunt u ervan uitgaan dat
het systeem dicht is en dat aan de tech‐
nische voorwaarden voor een veilige sterili‐
satie wordt voldaan.
Controleer of de sterilisatiekamer leeg is,
met uitzondering van de trayhouder.
Sluit de deur.
Kies in het "Hoofdmenu" met de functie‐
toets "Omhoog" of "Omlaag" de
functie "Testen" en kies vervolgens "Vacu‐
ümtest".
Bevestig met de "OK"-toets.
Tijdens de voorbereidingsfase (geen afbeel‐
ding) wordt in het drukreservoir een vacuüm
van ca. 2 kPa gegenereerd.
Is deze waarde bereikt, dan begint het
eerste gedeelte van de vacuümtest, het
"Stabiliseren". Het systeem wordt gestabili‐
seerd. Tijdens het stabiliseren wordt aange‐
geven hoe hoog de druk bij het begin van
de fase is en in hoeverre de drukstijging tot
het einde van deze fase is gerealiseerd
("diff" = verschil = verschil begin / einde).
Deze normalisatiefase duurt 5 minuten.
30
De verschillende programmastappen wor‐
den aangeduid met de afkortingen "stStb"
(= start stabiliseren) dan wel "stTst" (= start
test).
Gebruik
Na ca. 23 minuten is de vacuümtest beëin‐
digd en verschijnt in het display "VACUÜM
OK" en de gemeten drukstijging ("diff" =
verschil = verschil begin / einde) gedurende
de testtijd (bijvoorbeeld 0,1 kPa).
Open de deur met de toets "Openen".
In het display verschijnt het "Hoofdmenu".
De sterilisator kan nu voor andere toepas‐
singen worden gebruikt.
Als het systeem tijdens de test een lekkage
heeft vastgesteld (meer dan 1,3 kPa in 10
minuten), wordt het programma automatisch
afgebroken. In het display verschijnt "VACU‐
ÜM NIET OK". In het display verschijnen te‐
vens de foutcode "F9041" en de fout in
tekstvorm ("Procesfout").
Reinig zo nodig de deurdichting en het
aansluitende gedeelte van de behuizing.
Sluit de deur en start het programma nog
eens.
Neem contact op met Miele als de test
opnieuw zonder succes wordt afgesloten.
Documenteer het resultaat van elke test,
bijvoorbeeld met software voor chargedo‐
cumentatie (Segosoft Miele Edition) of een
protocolprinter.
Helix- en B&D-test
Met dit programma kunt u controleren of
de stoompenetratie tijdens het proces ef‐
fectief is c.q. of de prestaties van het ap‐
paraat toereikend zijn. U waarborgt zo dat
holle voorwerpen en poreuze materialen
veilig worden gesteriliseerd. De Helix- of
Bowie&Dick-test moet dagelijks worden
uitgevoerd. (Houdt u zich aan de aanwij‐
zingen van de fabrikanten van de tests.)
Als de test met succes wordt afgerond,
kunt u ervan uitgaan dat alle parameters
van het systeem correct zijn en dat de
technische basis voor een veilige sterilisa‐
tie aanwezig is. Als categorie-B-instru‐
menten worden gesteriliseerd, moet voor
de controle en de documentatie bij voor‐
keur een PCD-testsysteem worden ge‐
bruikt, bijvoorbeeld een Helix-test.
Bevestig met de "OK"-toets.
Het display wisselt nu naar het "Hoofdme‐
nu".
Open de deur, verwijder eventueel aanwe‐
zig restvocht en controleer of zich eventu‐
eel verontreinigingen op de deurdichting
bevinden.
Open de deur.
Leg het betreffende testvoorwerp op de
onderste tray in de sterilisatiekamer.
Positioneer de testset midden op de tray.
Laat de overige trays in de trayhouder
leeg. Plaats geen andere voorwerpen in
de sterilisatiekamer.
Sluit de deur. Kies in het hoofdmenu "Tes‐
ten" en vervolgens "Helix- en B&D-test".
Bevestig met de "OK"-toets.
31
Gebruik
Na ca. 14 minuten is het programma beëin‐
digd en verschijnt in het display "Testpro‐
gramma is correct uitgevoerd".
Bevestig met de "OK-toets. U gaat auto‐
matisch terug naar het hoofdmenu.
Open de deur van het drukreservoir met
de toets "Openen" en verwijder het test‐
voorwerp.
Na afloop van het testprogramma
("Testprogramma is correct uitgevoerd") ver‐
wijdert u het testvoorwerp en beoordeelt u
het volgens de aanwijzingen van de fabri‐
kant. Als de indicator aangeeft dat aan de
voorwaarden is voldaan, kunt u de sterilisa‐
tor voor sterilisatiedoeleinden gebruiken.
Als het testprogramma afgebroken is ("Her‐
haal de test met nieuwe indicator"), herhaal
dan de procedure.
Neem contact op met Miele als het appa‐
raat storingen blijft melden.
Tip:
In plaats van de Helix-test kunt u in dit
programma ook een Bowie&Dick-test uit‐
voeren. De B&D-test is een "stoompene‐
tratietest". De test laat zien hoe de
stoompenetratie is bij poreuze en verpak‐
te voorwerpen. Ook dit testsetje moet op
de onderste tray in de lege sterilisatieka‐
mer worden geplaatst. Houdt u zich aan
de aanwijzingen van de fabrikant van de
B&D-test voor hoe u te werk moet gaan
en hoe u de test moet beoordelen.
Documenteer het resultaat van elke test,
bijvoorbeeld met software voor chargedo‐
cumentatie (Segosoft Miele Edition) of een
protocolprinter.
Als tijdens de test storingen optreden, wordt
u hierop geattendeerd met een melding op
het display.
32
Gebruik
Sterilisatieprogramma's
Tijdsverloop (fasen) van een sterilisatieprogramma
Een sterilisatieprogramma omvat 14 fasen die ook in het procesprotocol voor de charge‐
documenta
Een voorbeeld van een uitdraai vindt u onder "Voorbeeld van een protocoluitdraai". De vol‐
gende tabel t
tie afzonderlijk worden opgesomd.
oont de afzonderlijke fasen van een sterilisatieprogramma.
Verloop van een sterilisatieprogramma (134 °C Universeel)
Fase /Proces
Druk
1)
Tijd
2)
StoomdoorstromingStijging tot ca. 120-135 kPaca. 120 s
Fractioneren 1: vacuümDaling tot ca. 50 kPamax. 240 s
Fractioneren 1: stoomtoevoerStijging tot ca. 140 kPamax. 240 s
Fractioneren 2: vacuümDaling tot ca. 10 kPamax. 360 s
Fractioneren 2: stoomtoevoerStijging tot ca. 160 kPamax. 240 s
Fractioneren 3: vacuümDaling tot ca. 25 kPamax. 360 s
Fractioneren 3: stoomtoevoerStijging tot ca. 180 kPamax. 180 s
Fractioneren 4: vacuümDaling tot ca. 65 kPamax. 300 s
Drukopbouw voor sterilisatieStijging tot ca. 200 kPaca. 120 s
Stabilisatie voor sterilisatieStijging tot ca. 314 kPa
Sterilisatie: begin houdtijdca. 314 kPaprogramma-afhan‐
k
elijk
Drogen: beginDaling tot ca. 10 kPamax. 360 s
Beluchten: beginDaling tot ca. 4 kPa420 s
ProceseindeStijging tot ca. 100 kPa60 s
1) Absolute druk gemeten in de sterilisatiekamer. Atmosferische omgevingsdruk ca. 100 kPa, afhankelijk van de plaats
van opst
2) Meestal wordt de betreffende druk eerder bereikt. Sommige tijden zijn maximale tijden. Als de druk niet binnen de
maximal
elling (0 kPa is gelijk aan 100% vacuüm).
e tijd voor een fase wordt bereikt, volgt een foutmelding.
33
Gebruik
Legenda voor de volgende grafieken:
De onderstaande grafieken tonen het druk-tijd-verloop van het betreffende sterilisatiepro‐
gramma. Op het display van de sterilisator verschijnt eveneens een grafiek.
Start
a
Stoom
b
Fractioneren
c
Steriliseren
d
Drogen
e
Beluchten
f
Einde
g
134 °C Universeel
Dit programma is voor het steriliseren en drogen van niet-verpakte en verpakte voor‐
werpen. Er mogen alleen massieve instrumenten, holle voorwerpen en poreuze producten
worden gesteriliseerd die geschikt zijn voor sterilisatie bij een temperatuur van 134 °C.
Houdt u zich aan de aanwijzingen van de betreffende fabrikanten.
34
Gebruik
121 °C Universeel
Dit programma is voor het steriliseren en drogen van niet-verpakte en verpakte voor‐
werpen. Er mogen alleen massieve instrumenten, holle voorwerpen, rubberen voorwerpen,
kunststoffen en poreuze producten worden gesteriliseerd die geschikt zijn voor sterilisatie
bij een temperatuur van 121 °C. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de betreffende fa‐
brikanten.
134 °C Prionen
Dit programma is voor het steriliseren en drogen van niet-verpakte en verpakte voor‐
werpen. Er mogen alleen massieve instrumenten, holle voorwerpen en poreuze producten
worden gesteriliseerd die geschikt zijn voor sterilisatie bij een temperatuur van 134 °C.
Houdt u zich aan de aanwijzingen van de betreffende fabrikanten. Dit programma heeft een
verlengde houdtijd van 18 minuten. Een dergelijke houdtijd wordt in sommige landen aan‐
bevolen in verband met het besmettingsrisico bij CJD dan wel vCJD (prionen).
35
Gebruik
Speciale uitvoering
Bestemming
De sterilisator kan voor onverpakte instrumenten een kort programma hebben dan wel
achteraf van dit programma zijn voorzien.
Het programma "134°C Onverpakt" bevindt zich onder het menupunt "Steriliseren".
Toepassingen
Het programma "134°C Onverpakt" is uitsluitend geschikt voor het steriliseren van onver‐
pakte producten.
Dit programma is voor het steriliseren en drogen van niet-verpakte voorwerpen. Er mogen
alleen tandheelkundige producten, alsmede hand- en hoekstukken worden gesteriliseerd
die geschikt zijn voor sterilisatie bij een temperatuur van 134 °C. Houdt u zich aan de aan‐
wijzingen van de betreffende fabrikanten. Dit programma heeft slechts 2 fractionerings‐
stappen, bij een houdtijd van 4 minuten. Dit resulteert in een totale programmaduur van 13
minuten inclusief drogen.
Het programma "134°C Onverpakt" heeft een verminderde ontluchting en een ver‐
korte droogtijd en is daarom niet geschikt voor het steriliseren van verpakte producten of
poreuze producten (zoals textiel).
Onverpakte producten zijn na het openen van de deur niet meer steriel en bedoeld
om meteen te worden gebruikt.
36
Bediening
Inschakelen
Sluit de stekker aan.
Draai de waterkraan open.
Schakel de netschakelaar in.
Als het apparaat koud is, duurt het na het
inschakelen van de netschakelaar ca. 30 mi‐
nuten totdat de sterilisator zijn bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt. Pas na het bereiken
van de bedrijfstemperatuur kunt u een pro‐
gramma starten.
Deur drukreservoir (sterilisatieka‐
mer)
Om de deur te sluiten, duwt u deze met de
hand tot aan de spindel.
De deurmotor reageert nu (hoorbaar) en sluit
de deur automatisch.
In het display verschijnt de melding "Let op!
Deur sluit automatisch".
Probeer de deur nooit mechanisch via
de noodontgrendeling of met geweld te
openen. U kunt zich branden! Neem voor
de noodontgrendeling contact op met
Miele.
Aanwijzingen voor het beladen en
leeghalen
– Plaats alleen instrumenten in de sterilisa‐
tor die overeenkomstig het te volgen be‐
handelingsproces zijn voorbereid.
– Steriliseer textiel en instrumenten zoveel
mogelijk gescheiden, in aparte containers
of trays.
– Positioneer massieve instrumenten bij
voorkeur op de onderste trays.
– Producten van verschillende materialen
(ongelegeerd staal, roestvrij staal, etc.)
moeten, indien die artikelen niet verpakt
zijn, op aparte trays worden gepositio‐
neerd.
Om de deur te openen, drukt u op de toets
"Openen" (zie "Algemeen - Bediening").
De deurmotor reageert en opent de deur ca.
2 cm. De motor wordt uitgeschakeld. U kunt
de deur nu verder handmatig openen. U
kunt de deur maximaal 180° openen.
Houd de deur tijdens korte pauzes altijd ge‐
sloten. U bespaart dan energie.
Als u de sterilisator voor een vrij lange tijd
uitschakelt of als het apparaat zich in de
stand-by- of slaapstand bevindt, adviseren
wij u de deur op een kier te zetten en niet te
sluiten. Zo verlengt u de levensduur van de
deurdichting en voorkomt u dat de dichting
aan de deur blijft kleven.
– Bij het steriliseren van onverpakte voor‐
werpen moet zich voor sterilisatie ge‐
schikt papier tussen de tray en het voor‐
werp bevinden.
– Positioneer poreuze voorwerpen bij voor‐
keur op de bovenste trays.
– Plaats holle voorwerpen en ongeperfo‐
reerde schalen altijd met de opening naar
beneden.
– Let er bij holle voorwerpen (slangen, etc.)
op dat deze niet geknikt zijn en dat de
stoom onbelemmerd toegang heeft.
– Controleer bij verpakte voorwerpen of de
verpakkingen onbeschadigd zijn.
– Controleer of de te steriliseren voor‐
werpen goed zijn verpakt en correct op de
trays zijn gepositioneerd.
– U kunt instrumenten in speciale folie-/
papierverpakkingen, containers en sterili‐
satiefolie verpakken en steriliseren (zie EN
868).
37
Bediening
– De foliekant van folie-/papierverpakkingen
dient zich aan de bovenkant te bevinden.
Condens (water) kan dan gemakkelijker
wegvloeien.
– De belading moet zo worden ingeruimd
dat de verpakkingen elkaar niet raken.
– De te steriliseren voorwerpen c.q. verpak‐
kingen mogen niet in aanraking komen
met de wand en de deur van het drukre‐
servoir.
– Textielpakketten kunt u zo nodig dubbel in
sterilisatiefolie of papier verpakken.
– De trays mogen niet te vol zijn, anders
wordt het droogresultaat beïnvloed (zie de
rubriek "Sterilisatieprogramma's").
– Gebruik uitsluitend de trayhouder en de
bijgeleverde trays. Alleen daarmee kan
een goede stoomcirculatie worden ge‐
waarborgd.
– Plaats de te steriliseren voorwerpen nooit
zonder de trayhouder en zonder tray c.q.
sterilisatiecontainer in de sterilisator.
– De gesteriliseerde voorwerpen moeten na
het proces droog zijn.
Programmastart
Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fa‐
brikant van de instrumenten c.q. het textiel
voor wat betreft de behandeling en de steri‐
lisatie. Neem ook alle relevante normen en
richtlijnen in acht.
Wees voorzichtig als u de sterilisator in‐
ruimt of leeghaalt. De wanden van het
drukreservoir en de trays kunnen heet zijn.
Gebruik de traygreep en draag handschoe‐
nen om verwondingen te vermijden.
Open de deur van de sterilisator. Leg de te
steriliseren voorwerpen op de trays.
Sluit de deur.
Afhankelijk van de belading kan de duur
van het sterilisatieprogramma variëren.
Druk op de "OK"-toets om in het menu
"Steriliseren" te komen.
Druk op de functietoets "Omhoog" of
"Omlaag" om het gewenste program‐
ma te kiezen.
38
Een nauwkeurige beschrijving van de pro‐
gramma's vindt u in het hoofdstuk "Ge‐
bruik".
Druk op de "OK"-toets om het programma
te starten.
Het programma start pas als de bedrijfs‐
druk in de ketel is bereikt.
Het apparaat wacht, totdat de bedrijfsdruk
is bereikt en start daarna automatisch het
gekozen programma.
Bediening
– Controleer op de uitdraai van de protocol‐
printer c.q. op basis van de software voor
de chargedocumentatie of aan de relevan‐
te procesparameters is voldaan (indien u
een protocolprinter of speciale software
gebruikt).
– Indien geen fouten worden vastgesteld,
moet de belading gedocumenteerd wor‐
den vrijgegeven, overeenkomstig het kwa‐
liteitszorgsysteem van de exploitant.
Voorbeeld van een programmadis‐
play
Programma-einde
– Controleer of in het display de melding
"Proces OK" verschijnt. Controleer de
charge op de volgende punten. Als alles in
orde is, kunt u de charge steriel verklaren
en vrijgeven.
– Open de deur van het drukreservoir met
de toets "Openen" en verwijder de bela‐
ding.
Als na afloop van het programma in het
display "Proces niet OK" verschijnt, moet
het apparaat worden gecontroleerd. Uit‐
zondering: foutcode F9040. Deze foutco‐
de staat voor handmatig afbreken.
Voorwerpen in beschadigde of natte ver‐
pakkingen moet u opnieuw verpakken en
steriliseren. Niet-verpakte voorwerpen
gelden na de sterilisatie als "niet steriel".
Instrumenten die steriel worden gebruikt,
moet u verpakt steriliseren.
Als in het display "Proces niet OK" ver‐
schijnt, bevestig deze melding dan met de
"OK"-toets. Open vervolgens de deur van
het drukreservoir en verwijder de bela‐
ding.
Markeer in dit geval de voorwerpen met‐
een als "Niet steriel".
Verpak en steriliseer de voorwerpen op‐
nieuw.
– In de sterilisatiekamer mogen zich geen
condensresten bevinden.
– Controleer het sterilisatieresultaat visueel.
Bij verpakte voorwerpen mag de verpak‐
king niet zijn beschadigd. Controleer bij
folieverpakkingen de las-/plaknaad.
– Op de verpakkingen en voorwerpen mo‐
gen geen condensresten te zien zijn.
– Alle voorwerpen moeten op de trays lig‐
gen. Voorwerpen die op de bodem van
het reservoir liggen, dienen als "niet ste‐
riel" te worden aangemerkt en moeten op‐
nieuw worden verpakt en gesteriliseerd.
Controleer met de vacuümtest en de Helixof de Bowie&Dick-test of het apparaat cor‐
rect functioneert voordat u de sterilisator
opnieuw inruimt.
Documenteer het resultaat van elke char‐
ge, bijvoorbeeld met software voor charge‐
documentatie (Segosoft Miele Edition) of
een protocolprinter.
Programma handmatig afbreken
Om een programma handmatig af te breken,
drukt u op de afbreektoets. Dat kan op elk
moment.
39
Bediening
Als de kamer bij het afbreken van het pro‐
gramma onder druk staat, wordt een af‐
breekroutine gestart. U ziet de volgende
melding:
De afbreekroutine garandeert dat de druk
in de kamer atmosferisch is, voordat u de
deur kunt openen. Dit is voor uw eigen
veiligheid.
Bevestig met de "OK"-toets.
Open en sluit de deur.
Als de bedrijfsdruk nog niet is bereikt,
wordt geen programma gestart. U keert
meteen terug naar het "Hoofdmenu".
Als de afbreekroutine afgerond is, verschijnt
de melding "PROCES NIET OK" (omdat de
sterilisatiecyclus niet compleet is uitge‐
voerd).
Bevestig de melding met de "OK"-toets.
Het systeem keert terug naar het "Hoofd‐
menu".
Om opnieuw een programma te kunnen
starten, moet u de deur openen en weer
sluiten.
Als u de deur niet opent en sluit, verschijnt
de volgende melding:
40
Chargedocumentatie
Protocolprinter en software voor
chargedocumentatie
De sterilisator biedt u de mogelijkheid de
sterilisatieprocessen te documenteren (char‐
gedocumentatie). Dit kan met behulp van
software voor chargedocumentatie (bijvoor‐
beeld Segosoft Miele Edition) of met een ex‐
terne printer (PRT100).
Chargedocumentatie met speciale soft‐
ware
Voor het digitaal archiveren van de charge‐
documentatie kunt u de sterilisator recht‐
streeks met een kabel op een PC aansluiten
(kabellengte max. 13 m) of via een seriële
netwerkconverter op een bestaand netwerk.
De gegevens worden dan doorgegeven aan
een PC met speciale software voor charge‐
documentatie.
Chargedocumentatie via een USB-stick
Gebruik uitsluitend de in deze gebruiksaan‐
wijzing genoemde printer. De besturing is
voor deze printer voorgeprogrammeerd. De
printer c.q. de software voor de chargedo‐
cumentatie functioneert automatisch na
aansluiting op de interface.
De procesgegevens worden via een op de
sterilisator aangesloten USB-datalogger op
een USB-stick opgeslagen. De gegevens
kunnen vervolgens met de USB-stick wor‐
den doorgegeven aan een PC met speciale
software voor chargedocumentatie (Sego‐
soft Miele Edition).
Chargedocumentatie met een protocol‐
printer (PRT100)
De procesprotocollen worden op een direct
aangesloten protocolprinter geprint en in
papiervorm gearchiveerd.
Gebruik alleen goedgekeurde printers
(EN/IEC 60950).
Om een computer met geschikte software
of een printer te kunnen aansluiten, heeft
het apparaat een seriële interface RS232. U
vindt deze interface achter het inspectiepa‐
neel aan de voorkant van het apparaat. Als
u een PC met software voor chargedocu‐
mentatie rechtstreeks op de sterilisator wilt
aansluiten, moet u eerst een seriële kabel
op het apparaat aansluiten. De seriële kabel
kan vervolgens met een USB-seriële adap‐
terkabel op de USB-interface van de PC
worden aangesloten.
Houdt u zich aan de installatievoorschrif‐
ten van de printerfabrikant en lees voor
gebruik de gebruiksaanwijzing van de
printer.
Trek het apparaat naar voren, zodat het iets
boven het werkblad uitsteekt. Geleid de ka‐
bel van onderen door de daarvoor bestem‐
de opening bij de bodem achter het inspec‐
tiepaneel (zie afbeelding).
41
Chargedocumentatie
Sluit de kabel op de interface aan. Plaats
het apparaat voorzichtig weer terug en ge‐
leid de interfacekabel er aan de zijkant weer
uit. De kabel mag niet vastgeklemd raken.
Voor de chargedocumentatie biedt Miele
speciaal op het apparaat afgestemde soft‐
ware en printers aan. Zeer geschikt is de
Miele-software Segosoft Miele Edition.
Voor meer informatie kunt u met Miele
contact opnemen.
Mocht de kabel tijdens de overdracht van
de gegevens van de sterilisator of de ont‐
vanger losraken, moet u het apparaat op‐
nieuw starten en de procedure herhalen.
Voorbeeld van een protocoluitdraai
Hierna ziet u een voorbeeld van een proto‐
coluitdraai van een sterilisatieprogramma en
van een testprogramma.
Voorbeeld: 134°C Universeel
42
Het protocol begint met de type-aanduiding
van de sterilisator.
Het tweede blok geeft informatie over het
apparaat: serienummer, softwareversie en
ingestelde taal. Verder worden de procespa‐
rameters afgedrukt, zoals het gekozen pro‐
gramma, het doorlopende chargenummer,
Chargedocumentatie
de start- en eindtijd van het programma, het
resultaat van het programma en of er een
fout is opgetreden of niet.
Correct programmaverloop
Als het programma correct is verlopen, do‐
cumenteert het procesprotocol (afhankelijk
van het gekozen programma) de volgende
resultaten:
– "PROCES OK" bij de programma's:
"121°C Universeel", "134°C Universeel"
en "134°C Prionen".
– "TESTPROGRAMMA OK" bij het program‐
ma: "Helix- en B&D-test".
– "VACUÜM OK" bij het programma: "Vacu‐
ümtest".
– Aanvullend verschijnt in het procesproto‐
col onder "Foutcode":"Geen fout".
In het display verschijnt de melding
"PROCES OK". Houdt u zich aan de aan‐
wijzingen uit het hoofdstuk "Gebruik",
vóórdat u een charge vrijgeeft.
Voor de sterilisatieprogramma's en voor de
Helix- en B&D-test worden in het blok "Fa‐
sen" de tijd-, temperatuur- en drukwaarden
nauwkeurig gedocumenteerd. Een toelich‐
ting op de fasen vindt u in het hoofdstuk
"Gebruik".
Bij de vacuümtest worden in het blok "Fa‐
sen" alleen drukwaarden gedocumenteerd,
zoals de instandhouding van het vacuüm en
de toegestane drukverandering. Voor meer
informatie zie "Gebruik"/"Vacuümtest".
In het laatste gedeelte van het protocol wor‐
den (afhankelijk van het proces) de belang‐
rijkste waarden samengevat (gewenste
waarden en actuele waarden). De actuele
waarden verschijnen als minimale en maxi‐
male waarden (Min./Max.).
Onderaan het protocol staat de tekst "Pro‐
tocoleinde".
Voorbeeld: Vacuümtest
Niet correct programmaverloop
Als het programma niet correct is verlopen,
documenteert het procesprotocol (afhanke‐
lijk van het gekozen programma) de volgen‐
de resultaten:
– "PROCES NIET OK" bij de programma's:
"121°C Universeel", "134°C Universeel"
en "134°C Prionen".
– "TESTPROGRAMMA NIET OK" bij het
programma: "Helix- en B&D-test".
– "VACUÜM NIET OK" bij het programma:
"Vacuümtest".
– Aanvullend verschijnt in het procesproto‐
col onder "Foutcode" de betreffende fout.
In het display verschijnt de melding
"PROCES NIET OK". De charge is niet
steriel en mag niet worden vrijgegeven.
Houdt u zich aan de aanwijzingen uit het
hoofdstuk "Gebruik"!
Bewaar zorgvuldig alle uitdraaien c.q. de
elektronische bestanden van de software
voor de chargedocumentatie van de testen sterilisatieprogramma's.
Op de protocolprinter wordt het afgebeelde
protocol uitgedraaid.
Met software voor de chargedocumentatie
(Segosoft Miele Edition) kunt u de proces‐
protocollen digitaal archiveren. Daarnaast
43
Chargedocumentatie
kunnen temperatuur- en drukcurves voor
het gehele procesverloop worden gedocu‐
menteerd.
De temperatuur- en drukcurves worden
niet gedocumenteerd als in combinatie
met een USB-stick wordt gedocumen‐
teerd.
44
Foutmeldingen en aanwijzingen
Uw sterilisator is een hoogwaardig product
dat zeer zorgvuldig is geproduceerd. Toch
zijn storingen tijdens het gebruik niet geheel
uit te sluiten.
Meldingen
– Hardwarefouten:
Foutcodes 9000 tot 9026
Mocht er een hardwarefout optreden, no‐
teer dan het nummer van de weergege‐
ven fout en schakel de sterilisator uit.
Neem contact op met Miele en laat het
apparaat uitgeschakeld, totdat de Mieletechnicus ter plaatse is.
– Procesfouten:
Foutcodes 9027 tot 9041
– Aanwijzingen
Fouten of aanwijzingen verschijnen in het
display met een foutcode en/of in tekst‐
vorm. Aanwijzingen worden door een uit‐
roepteken "!" voorafgegaan, fouten door
een "X".
Voorbeeld van een proces-foutcode:
Voorbeeld van een aanwijzing:
Noteer de foutcode of de tekst en contro‐
leer of het gaat om een aanwijzing, een
procesfout of een hardwarefout.
Voorbeeld van een hardware-foutcode:
45
Foutmeldingen en aanwijzingen
Melding "Systeem is bezig"
Deze melding verschijnt als er tijdens een
datatransfer een probleem optreedt of als
de datakabel te vroeg wordt verwijderd. Ga
dan als volgt te werk:
Schakel het apparaat met de hoofdscha‐
kelaar uit.
Verwijder de datakabel en controleer deze.
Sluit de datakabel opnieuw op de sterilisa‐
tor aan.
Sluit het Segosoft-programma op de com‐
puter af.
Schakel de sterilisator in.
Start het Segosoft-programma.
Als hierna protocollen ontbreken, kiest u
"Protocollen printen".
Maatregelen na foutmeldingen
Onderhoudsinstructie
Als het gereedschapssymbool in het display
verschijnt, moet de sterilisator worden on‐
derhouden.
Onderhoud vereist!
Sinds het laatste onderhoud zijn 12 maan‐
den verstreken of het maximale aantal char‐
ges sinds het laatste onderhoud is bereikt
(2.000 charges).
Neem contact op met Miele en maak een
afspraak.
– Bevestig meldingen (foutmeldingen en
aanwijzingen)
Bevestig de melding na afloop van het
programma met de "OK"-toets. De mel‐
ding verdwijnt en u gaat terug naar het
"Hoofdmenu".
– Beoordeel de charge
Verwijder de voorwerpen en controleer
deze op vochtigheid. Markeer de produc‐
ten zo nodig als "Niet steriel". Controleer
de belading. Mogelijk was het apparaat te
vol.
– Neem de vereiste maatregelen
Controleer het apparaat met de vacuüm‐
test en voer vervolgens een Helix-/
Bowie&Dick-test uit. Als beide program‐
ma's geen problemen hebben opgeleverd,
verpakt u het product opnieuw en her‐
haalt u de sterilisatie. Houdt u zich aan de
maximale hoeveelheden.
Mocht het probleem herhaaldelijk optreden,
schakel het apparaat dan met de netscha‐
kelaar uit en neem contact op met Miele.
46
Foutmeldingen en aanwijzingen
Hardwarefout
FoutcodeProbleemOorzaak
F9000
F9001
F9002
F9003
F9004
F9005
F9006
F9007
HardwarefoutDe uitgangsspanning van 1N1/10 is te laag.
HardwarefoutDe besturing herkent de demi-waterklep
20Y63 niet.
HardwarefoutDe besturing herkent de stoomtoevoerklep
1Y24 niet.
HardwarefoutDe besturing herkent de ejectorklep 1Y27
niet.
HardwarefoutDe besturing herkent de beluchtingsklep
1Y54 niet.
HardwarefoutDe besturing herkent de vacuümklep 1Y68
niet.
HardwarefoutDe druk in het drukreservoir is te hoog.
HardwarefoutDe vlotterschakelaar "waterreservoir niveau
laag" 1B1/14 heeft gereageerd. De water‐
toevoerklep WPS-slang 1Y40 of de mecha‐
nische vlotterschakelaar in het waterreser‐
voir is gesloten.
F9008
F9009
F9010
F9011
F9012
F9013
F9014
HardwarefoutDe besturing herkent de demi-waterpomp
1M7 niet.
HardwarefoutDe besturing herkent het relais 1K12 niet
meer.
HardwarefoutDe besturing herkent de drukmeetomvor‐
mer binnenkamer 2B9 voor de kamer niet.
HardwarefoutDe besturing meldt dat de drukmeetomvor‐
mer binnenkamer 2B9 de maximale waarde
overschrijdt.
HardwarefoutDe besturing herkent de drukmeetomvor‐
mer buitenmantel 1B9 niet.
HardwarefoutDe besturing meldt dat de drukmeetomvor‐
mer buitenmantel 1B9 de maximale druk
overschrijdt.
HardwarefoutDe besturing meldt dat de temperatuursen‐
sor binnenkamer 1R30 (PT 100) niet correct
functioneert.
F9015
HardwarefoutDe deur sluit niet correct of de watertoe‐
voertemperatuur is te hoog.
47
Foutmeldingen en aanwijzingen
FoutcodeProbleemOorzaak
F9016
F9017
F9018
F9019
F9020
F9021
F9022
HardwarefoutDe besturing herkent de deurmotor 1M19
niet.
HardwarefoutDe druk in de dubbele mantel is te hoog.
De drukmeetomvormer buitenmantel 1B9
heeft de maximale druk bereikt.
HardwarefoutHet vullen van de dubbele mantel met de‐
mi-water duurt te lang.
HardwarefoutHet waterniveau in de dubbele mantel is te
laag.
HardwarefoutEr is een overdrachtsprobleem tussen de
besturingseenheid 1N1 en de printplaat
2N1 voor de besturing van de verwar‐
mingselementen.
HardwarefoutTe groot stroomverbruik in verwarmingsele‐
ment 1 1R25 en verwarmingselement 2
2R25.
HardwarefoutDe verwarmingsprintplaat 2N1 heeft een te
hoge temperatuur.
F9023
F9024
F9025
F9026
HardwarefoutVerwarmingselement 1 1R25 of verwar‐
mingselement 2 2R25 is defect.
HardwarefoutDe besturing van de verwarmingsele‐
menten is defect.
HardwarefoutDe vlotterschakelaar "waterreservoir niveau
laag" 1B1/14 reageert. Het waterreservoir
krijgt geen water.
HardwarefoutDe besturing 1N1 is te heet om veilig te
kunnen functioneren.
48
Foutmeldingen en aanwijzingen
Procesfout
CODEProbleemOorzaak en oplossing
F9027
F9028
F9029
ProcesfoutFase 2 "Druk": Het vacuüm in de sterilisatie‐
kamer wordt niet bereikt.
Controleer of de lading te zwaar is.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
ProcesfoutFase 3: De druk in de sterilisatiekamer
wordt niet bereikt.
Controleer of de lading te zwaar is.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
Controleer of de dubbele mantel onder
een druk van +230 kPa staat (drukmeter
achter inspectiepaneel).
Controleer of zich water op de bodem
van de sterilisatiekamer bevindt.
ProcesfoutFase 4 "Druk": Het vacuüm in de sterilisatie‐
kamer wordt niet bereikt.
Controleer of de lading te zwaar is.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
F9030
F9031
ProcesfoutFase 5: De druk in de sterilisatiekamer
wordt niet bereikt.
Controleer of de lading te zwaar is.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
Controleer of de dubbele mantel onder
een druk van +230 kPa staat (drukmeter
achter inspectiepaneel).
ProcesfoutFase 6 "Druk": Het vacuüm in de sterilisatie‐
kamer wordt niet bereikt.
Controleer of de lading te zwaar is.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
49
Foutmeldingen en aanwijzingen
CODEProbleemOorzaak en oplossing
F9032
F9033
F9034
ProcesfoutFase 7: De druk in de sterilisatiekamer
wordt niet bereikt.
Controleer of de lading te zwaar is.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
Controleer of de dubbele mantel onder
een druk van +230 kPa staat (drukmeter
achter inspectiepaneel).
ProcesfoutFase 8 "Druk": Het vacuüm in de sterilisatie‐
kamer wordt niet bereikt.
Controleer of de lading te zwaar is.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
ProcesfoutFase 9: De druk in de sterilisatiekamer
wordt niet bereikt.
Controleer of de lading te zwaar is.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
Controleer of de dubbele mantel onder
een druk van +230 kPa staat (drukmeter
achter inspectiepaneel).
F9035
F9036
F9037
ProcesfoutFase 10: De druk in de sterilisatiekamer
wordt niet bereikt.
Controleer of de lading te zwaar is.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
ProcesfoutDe druk voor de sterilisatiefase wordt niet
bereikt.
Controleer of de lading te zwaar is.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
Controleer of de dubbele mantel onder
een druk van +230 kPa staat (drukmeter
achter inspectiepaneel).
ProcesfoutEr is een niet toegestane afwijking tussen
de druk en de temperatuur in het drukreser‐
voir.
Neem contact op met Miele.
50
Foutmeldingen en aanwijzingen
CODEProbleemOorzaak en oplossing
F9038
F9039
F9040
F9041
ProcesfoutTijdens de droogfase wordt niet een druk
van 10 kPa (vacuüm) bereikt.
Controleer of de lading te zwaar is.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
ProcesfoutTijdens de droogfase is de drukstijging van
10 kPa per 10 minuten overschreden.
Controleer of de lading te zwaar is.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
ProcesfoutHet proces is door de gebruiker afgebroken.
Dit is geen fout!
ProcesfoutTijdens de vacuümtest is de drukstijging
van 1,3 kPa per 10 minuten overschreden.
De test is afgebroken.
Controleer of zich water op de bodem
van de sterilisatiekamer bevindt.
Controleer of de deurdichting beschadigd
is.
Controleer of de deur goed sluit.
51
Foutmeldingen en aanwijzingen
Algemene fouten
ProbleemOorzaak en oplossing
U kunt de sterilisator niet
inschakelen.
Er komt water uit het ap‐
paraat.
Na afloop van de cyclus
bevindt zich nog water in
het drukreservoir en/of de
belading is nog nat.
De stekker aan de achterkant is niet goed ingestoken.
Steek de stekker goed in.
De aansluitkabel is niet goed aangesloten.
Controleer de stekkeraansluiting op het apparaat.
Controleer de stekkeraansluiting bij de contactdoos.
Er staat geen spanning op de contactdoos.
Controleer de zekering van de contactdoos.
De deur lekt.
Controleer en reinig de deurdichting (zie het hoofdstuk
"Onderhoud").
Er is lekkage in het apparaat.
Neem contact op met Miele.
Het apparaat staat niet waterpas.
Het apparaat moet op een vlakke ondergrond staan.
Zorg dat het apparaat waterpas staat.
De kamer is te vol. Er bevinden zich te veel voorwerpen in
het drukreservoir.
Houdt u zich aan de aanwijzingen voor de maximale be‐
lading uit het hoofdstuk "Gebruik".
Oxidatie of vlekken op de
instrumenten.
De instrumenten worden
bruin of zwart.
De te steriliseren producten zijn verkeerd ingeruimd.
Houdt u zich aan verpakkingsaanwijzingen uit het hoofd‐
stuk "Gebruik".
Er zitten organische en/of chemische verontreinigingen op
de instrumenten.
Voor de sterilisatie moet u de voorwerpen grondig reini‐
gen, spoelen, desinfecteren en drogen. Controleer de
betreffende processen.
Voorwerpen van verschillende materialen komen met elkaar
in aanraking.
Wikkel instrumenten naar metaalsoort in (aluminium, on‐
gelegeerd staal, roestvrij staal, etc.) c.q. doe deze in ver‐
pakkingen.
Kalkafzettingen in het drukreservoir.
Reinig het drukreservoir. Laat het interne waterbehande‐
lingssysteem (voor omgekeerde osmose) door Miele
controleren. Zie ook het hoofdstuk "Onderhoud".
Er wordt een verkeerd programma gebruikt.
Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikant van
de instrumenten.
52
Onderhoud
Het apparaat moet zijn uitgeschakeld en
afgekoeld, voordat u met onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden begint.
Routinecontroles
Controleer met geopende deur of zich nog
resthoeveelheden condens (water) in de ste‐
rilisatiekamer bevinden. Verwijder eventuele
resthoeveelheden met een droge doek. Haal
daarvoor de trays en de trayhouder uit het
apparaat. Plaats alleen de trayhouder terug
en sluit de deur.
Voor een veilig dagelijks gebruik moet de
gebruiker onder meer de volgende routine‐
controles uitvoeren:
Visuele controle van de deurdichting
(drukreservoir)
Visuele controle van de deurvergrende‐
ling (drukreservoir)
Controleer de vergrendeling op verontrei‐
nigingen en reinig dit gedeelte, indien dat
nodig is, voorzichtig met een reinigings‐
sponsje en water. Gebruik geen scherpe
voorwerpen, want die kunnen krassen ver‐
oorzaken. Wis de deur vervolgens met
een zachte katoenen doek droog.
Controleer de dichting op verontreini‐
gingen en reinig deze zo nodig met een
zachte katoenen doek. U hoeft de dichting
daarvoor niet uit de groef te halen.
Controleer telkens na 50 charges, maar
minstens 1x per maand, of de dichting
goed in de groef zit. Druk de dichting zo
nodig voorzichtig en gelijkmatig terug in
de groef.
Na een jaar moet u de dichting vervangen.
Zie ook "Onderhoud door de gebruiker".
Visuele controle van de sterilisatiekamer
(drukreservoir)
Haal de trays uit de trayhouder en contro‐
leer of zich vreemde voorwerpen of ver‐
ontreinigingen in de kamer bevinden. Ver‐
wijder deze.
Controleer de kamer om de 50 charges of
minimaal 1x per maand op corrosiever‐
schijnselen. Reinig de kamer indien dat
nodig is.
53
Onderhoud
Haal hiervoor de sterilisatiekamer hele‐
maal leeg en reinig de kamer voorzichtig
met een reinigingssponsje en water. Ge‐
bruik geen scherpe voorwerpen, want die
kunnen krassen veroorzaken.
Langdurige corrosie (als gevolg van
vreemde voorwerpen of verontreini‐
gingen) kan ernstige schade aan de steri‐
lisatiekamer veroorzaken. Bij dergelijke
beschadigingen vervalt de garantie! Wis
de kamer na de reiniging met een droge
katoenen doek af, zodat geen waterresten
achterblijven. Plaats na de reiniging de
verwijderde onderdelen terug.
Controle van het steriele filter
Open het inspectiepaneel aan de voorkant
van het apparaat. Controleer of het filter
stofvrij is. Vervang het steriele filter om de
6 maanden of uiterlijk na 400 charges. Zie
"Onderhoud door de gebruiker".
Open en sluit de deur daarna 2 keer. Ver‐
wijder overtollig vet met een zachte doek.
Veeg het vet daarbij niet weer uit de
schroefgang.
Documenteer elk onderhoud aan de steri‐
lisator. Zie hiervoor de betreffende docu‐
mentatie in het hoofdstuk "Bijlagen".
Controle deurspindel (vergrendeling)
Controleer de deurspindel regelmatig. De
spindel moet altijd licht zijn ingesmeerd.
Gebruik uitsluitend het speciale vet ZS
173.
Smeer de spindel minimaal eens per 4
weken in.
Trek een rubberen handschoen aan. Doe
een kleine hoeveelheid vet (het volume
van een hazelnoot) op uw wijsvinger. Ver‐
deel dit vet gelijkmatig over de schroef‐
gang van de deurspindel.
54
Onderhoud
Onderhoud door de gebruiker
De volgende onderhoudswerkzaamheden
kan de gebruiker zelf uitvoeren:
Het vervangen van het steriele filter
Open het inspectiepaneel aan de voorkant
van het apparaat. Draai het beluchtingsfil‐
ter los (tegen de wijzers van de klok in).
Draai het nieuwe filter er weer in (met de
wijzers van de klok mee).
Het filter moet correct worden ge‐
plaatst. Draai het niet te vast.
Het steriele filter mag niet worden dolge‐
draaid. Gebruik bij vervanging altijd een
nieuw filter.
Het vervangen van de deurdichting
Gebruik bij het plaatsen van de deurdich‐
ting geen scherpe voorwerpen. Daarmee
zou u de dichting kunnen beschadigen.
Sluit de deur en voer een vacuümtest uit.
Als de vacuümtest niet in orde is, moet u
controleren of de dichting goed zit. Her‐
haal daarna de vacuümtest.
Documenteer elk onderhoud aan de sterili‐
sator. Zie hiervoor de betreffende docu‐
mentatie in het hoofdstuk "Bijlagen".
Reiniging sterilisatiekamer
Neem vóór de reiniging de volgende veilig‐
heidsinstructies in acht:
De wanden van de sterilisatiekamer kun‐
nen bij gebruik temperaturen tot 140 °C
bereiken. Laat de sterilisator voor het rei‐
nigen daarom eerst afkoelen. U vermijdt
zo verbrandingen en irritatie van de lucht‐
wegen. Door verdamping van het reini‐
gingsmiddel kunnen schadelijke gassen
ontstaan.
Open de deur van het drukreservoir. Trek
de deurdichting uit de groef. Gebruik
daarbij geen scherpe voorwerpen waar‐
mee u de dichting of de groef zou kunnen
beschadigen. Reinig de groef (indien no‐
dig) voorzichtig met een reinigingssponsje
en water, voordat u de nieuwe dichting
plaatst. Gebruik geen scherpe voor‐
werpen, want die kunnen krassen veroor‐
zaken. Wis de groef vervolgens met een
zachte katoenen doek af. Plaats de
nieuwe dichting. Zorg dat de dichting
goed zit (zonder "golven").
Let op! De sterilisator kan heet zijn.
Trek daarom veiligheidshandschoenen
aan voordat u de deurdichting vervangt of
vervang de dichting als het apparaat koud
is.
Neem de aanwijzingen in acht van de fa‐
brikanten van de reinigingsmiddelen (be‐
schermende uitrusting, veiligheidsbril, ge‐
schikte handschoenen, etc.).
Bescherm kunststof onderdelen tegen het
reinigingsmiddel (bijvoorbeeld de deur‐
dichting).
Dicht de afvoer van de kamer af, om lei‐
dingen, kleppen en pompen te bescher‐
men.
Gebruik voor het reinigen alleen zachte,
pluisvrije doeken.
Voor afzettingen met een geringe opper‐
vlakte kunt u vloeibaar schuurmiddel ge‐
bruiken. Verdeel het middel met een zach‐
te doek en spoel met veel demi-water
(<15 µS/cm) na. Gebruik het schuurmiddel
niet voor grote oppervlakken.
Spoel de binnenruimte van de kamer na
de reiniging met veel demi-water af. Het
spoelwater mag niet in de leidingen te‐
rechtkomen. Als u met zuur of zuurhou‐
dende reinigingsmiddelen werkt, contro‐
55
Onderhoud
leer dan de pH-waarde op de binnenruim‐
te van de kamer na het spoelen. De pHwaarde moet tussen 6 en 7 liggen.
Als u dergelijke middelen wel gebruikt,
kunnen de gereinigde oppervlakken kras‐
sen vertonen of beschadigd raken. Af‐
dichtende oppervlakken kunnen gaan lek‐
ken.
Ook zullen er eerder verontreinigingen en
corrosie in de sterilisatiekamer ontstaan.
Let op het volgende als u de sterilisatieka‐
mer reinigt:
Door zure of basische oplossingen of
dampen kan het oppervlak beschadigd
raken.
Schakel de sterilisator voor de reiniging uit
(deur in geopende positie).
Trek de stekker uit de contactdoos.
Laat de kamer tot omgevingstemperatuur
afkoelen.
Wis de oppervlakken af met een pluisvrije,
met demi-water bevochtigde doek.
Gebruik demi-water voor het maken van
een sopje met reinigingsmiddel.
Draag tijdens de reinigingswerkzaamhe‐
den de voor deze werkzaamheden voor‐
geschreven beschermende uitrusting.
Gebruik voor het reinigen geen oplos‐
singen die chloriden, zoutzuur of ontvlam‐
bare stoffen bevatten.
Reiniging ommanteling
Gebruik voor de reiniging van de behui‐
zing een zachte katoenen doek.
Reinig de behuizing met een neutraal,
vloeibaar reinigingsmiddel.
Gebruik voor het reinigen geen oplos‐
singen die chloriden, zoutzuur of ontvlam‐
bare stoffen bevatten.
56
Onderhoud
Onderhoud uit te voeren door de
fabrikant / leverancier
Na 2000 charges, maar uiterlijk na een jaar,
moet onderhoud door de fabrikant of door
een door de fabrikant geautoriseerde firma
worden uitgevoerd. Dit onderhoud gebeurt
volgens een onderhoudsschema en wordt
gedocumenteerd.
Na 4000 charges, maar uiterlijk na drie jaar,
moet uitgebreid onderhoud door de fabri‐
kant of door een door de fabrikant geautori‐
seerde firma worden uitgevoerd. Dit uitge‐
breide onderhoud gebeurt volgens een on‐
derhoudsschema en wordt gedocumen‐
teerd.
Als in het kader van onderhoud reparaties
nodig zijn, wordt u hierover door de techni‐
cus geïnformeerd, voor aanvang van de
werkzaamheden.
Maak tijdig een onderhoudsafspraak en
houdt u er rekening mee dat u op die dag
het apparaat niet kunt gebruiken.
Visuele controle en functiecontrole mecha‐
nische delen
– Controle watertoevoer/waterafvoer (ter
plaatse)
– Controle waterbehandeling
– Controle lekkage sterilisator en aangeslo‐
ten slangen
– Controle deur en deurvergrendeling
– Controle drukreservoir/sterilisatiekamer
Visuele controle en functiecontrole elek‐
trische delen
– Controle instellingen/programmeerfunc‐
Reparaties uit te voeren door de fa‐
brikant / leverancier
Reparaties mogen uitsluitend door Miele of
door een door Miele geautoriseerde firma
worden uitgevoerd.
Bij ingrepen en wijzigingen door nietgeautoriseerde personen vervalt de ga‐
rantie op het apparaat. Hetzelfde geldt bij
gebruik van (slijtage-) onderdelen die niet
gelijk zijn aan het origineel.
Documenteer alle onderhouds- en repara‐
tiewerkzaamheden aan, alsmede de con‐
troles van de sterilisator. Zie hiervoor de
"Bijlagen".
58
Reparaties mogen uitsluitend door
Miele of door een door Miele geautori‐
seerde firma worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kun‐
nen groot gevaar opleveren voor de ge‐
bruiker.
Mocht zich een foutmelding voor het eerst
voordoen, controleer dan of deze foutmel‐
ding het gevolg is van een eventuele foutie‐
ve bediening. U voorkomt zo een onnodig
bezoek van een Miele-technicus.
Een overzicht van alle in het display weer‐
gegeven foutmeldingen vindt u in het
hoofdstuk "Foutmeldingen en aanwij‐
zingen".
Neem contact op met Miele als u een sto‐
ring niet kunt verhelpen met de aanwij‐
zingen uit de gebruiksaanwijzing.
Miele Service
De gegevens van Miele vindt u op de ach‐
terzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet
Miele het type en serienummer van uw ap‐
paraat weten.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje
aan de binnenkant van het inspectiepaneel.
59
Technische gegevens
Omgevingsvoorwaarden
Toegestane omgevingstemperatuur /
luchtvochtigheid
Toegestane opslagtemperatuur /
luchtvochtigheid
Maximale hoogte
(boven zeeniveau)
Minimale luchtdruk80 kPa (0,8 bar)
Afmetingen
Maximale druk / temperatuur,
drukreservoir
Drukreservoir grootte
(diameter x lengte)
Drukreservoir volume20 l
Behuizing, buitenafmetingen (l x b x h)620 mm x 565 mm x 542 mm
Leeg gewicht (dubbele mantel en waterre‐
servoir gevuld)
+5 °C tot +40 °C / 0 - 80%
-10 °C tot +60 °C / 0 - 80%
2.000 m
350 kPa / 140 °C
Ø 250 mm x 400 mm
73 kg
Tray (l x b x h)285 mm x 184 mm x 20 mm
Container (l x b x h)315 mm x 187 mm x 40 mm
Capaciteit
Maximaal aantal trays6
Maximaal aantal containers3
Niet-verpakte instrumentenmax. 6 kg
Textiel en verbandmateriaalmax. 2 kg, inclusief verpakking
Maximaal gewicht per voorwerp0,5 kg
Programmaduur (met belading)
Cyclusduur bij 121 °C Universeelca. 33 min. / charge
Cyclusduur bij 134 °C Universeelca. 21 min. / charge
Cyclusduur bij 134 °C Prionenca. 35 min. / charge
60
Cyclusduur bij 134 °C Onverpaktca. 13 min. / charge
Technische gegevens
Houdtijd
121 °C Universeelca. 16 min.
134 °C Universeelca. 4 min.
134 °C Prionenca. 18 min.
134 °C Onverpaktca. 4 min.
Verbruikswaarden
Energieverbruik0,5 - 0,65 kWh / charge
Water (leidingwater)30 - 40 l / charge
waarvan demi-water0,33 l / charge
Emissies
Maximale warmteafgifte3.000 kJ / h
Geluidsvermogen (EN ISO 3746)< 70 dB(A) re 1pW
Elektrische gegevens
Opgenomen vermogen3.200 W2.600 W*
Stroomopname14 A12 A*
Zekering16 A (traag)
Spanning230 V AC (+/- 10 %)
Frequentie50 Hz
BeschermingsklasseIP 20
OverspanningscategorieII
Verontreinigingsgraad2
Wateraansluiting
Schroefkoppeling3/4" binnenschroefdraad
Lengte toevoerslang met WPS1,50 m
Waterafvoerslang
Tuit / mof22,5 mm
Lengte afvoerslang1,50 m
Seriële aansluitingRS 232
*) Variant PS120xB CH
Diversen
61
Technische gegevens
Waterkwaliteit
De sterilisator PS 120xB heeft een geïntegreerde waterbehandelingsinstallatie. Hierin wordt
gedeminer
inzake de waterkwaliteit in acht.
Temperatuur leidingwatermax. 25 °C
Druk leidingwater150 - 1000 kPa (1,5 - 10 bar)
Geleidbaarheid leidingwater375 μS / cm*
*) Tot deze geleidbaarheid kan met de geïntegreerde RO-installatie een geleidbaarheid van het demi-water van max. 15
µS/cm worden gegarandeerd. Bij een hogere waarde moet eventueel een ionenwisselaar worden gebruikt.
Bij gebruik van verontreinigd water (bezinksel, zwevende stoffen) of van water dat veel mi‐
neralen bevat, vermindert de capaciteit dan wel de gebruiksduur van de RO-installatie.
aliseerd water voor het stoomaggregaat geproduceerd. Neem de volgende eisen
62
Opties
Voor de sterilisator zijn optionele accessoires verkrijgbaar die u bij Miele kunt bestellen:
– ZS 111 trayhouder 6/2
– ZS 131 tray
– Software voor de chargedocumentatie Segosoft Miele Edition
– PRT 100 protocolprinter
– ZS 135 ionenwisselaar LC 117 (set)
Verkrijgbare verbruiksartikelen/slijtage-onderdelen:
–
ZS 150-1
– ZS 171 deurdichting
– ZS 172 steriel filter
– ZS 173 speciaal vet voor spindel
Helix-test
63
Het afdanken van een apparaat
Neem voor een correcte buitengebruikstelling van het apparaat contact op met Miele.
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed
en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er
op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in
bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw
handelaar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen.
64
Bijlagen
Op de volgende pagina's vindt u voorbeeldformulieren voor het documenteren van diverse
processen. Als u niet over software voor de chargedocumentatie beschikt, kunt u de for‐
mulieren kopiëren en gebruiken.
Formulieren:
– Documentatie van de sterilisatiecycli
– Onderhoud door de gebruiker
– Machineboek voor onderhoudswerkzaamheden, reparaties en controles
– Dagelijkse controles
Maak voldoende kopieën van het origineel. Vul de kop van het gekopieerde document dui‐
delijk in blokletters in. Alle andere kolommen en regels moeten eveneens duidelijk worden
ingevuld. Bewaar de documenten. Zorgt u ervoor dat in het document "Machineboek" na
reparatie- en onderhoudswerkzaamheden ook de aantekeningen van de servicetechnicus
worden gemaakt.
Met software voor de chargedocumentatie optimaliseert u de organisatorische processen
binnen uw praktijk. De gegevens van de sterilisatieprocessen worden op een betrouwbare
manier gedocumenteerd en gearchiveerd. Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met Miele. Zie ook het hoofdstuk "Opties".
Met de software voor de chargedocumentatie Segosoft Miele Edition worden de onder‐
houds-, service- en controlewerkzaamheden elektronisch gedocumenteerd.
Met de software voor de chargedocumentatie Segosoft Miele Edition worden de onder‐
houds-, service- en controlewerkzaamheden elektronisch gedocumenteerd.
67
Bijlagen
Machineboek
Type-aanduiding sterilisa‐
tor: ..............................
DatumCharge-nr.Firma / service‐
technicus
Serienummer: .............................
Omvang uitgevoerde onder‐
houds-, reparatie-, controle‐
werkzaamheden. Zie rapport
nr.:
Handteke‐
ning
Met de software voor de chargedocumentatie Segosoft Miele Edition worden de onder‐
houds-, service- en controlewerkzaamheden elektronisch gedocumenteerd.
68
Bijlagen
Dagelijkse controles
Voor een veilig dagelijks gebruik moet de gebruiker de volgende routinecontroles uitvoeren
en in de betr
– Visuele controle van de deurdichting (drukreservoir)
Controleer de dichting op verontreinigingen en reinig deze zo nodig met een zachte ka‐
t
oenen doek. U hoeft de dichting daarvoor niet uit de groef te halen.
Controleer telkens na 50 charges, maar minstens 1x per maand, of de dichting goed in
de gr
Na een jaar moet u de dichting vervangen. Zie ook "Onderhoud door de gebruiker".
– Visuele controle van de deurvergrendeling (drukreservoir)
Controleer de vergrendeling op verontreinigingen en reinig dit gedeelte, indien dat nodig
is, voorzic
want die kunnen krassen veroorzaken. Wis de deur vervolgens met een zachte katoenen
doek droog.
– Visuele controle van de sterilisatiekamer (drukreservoir)
Haal de trays uit de trayhouder en controleer of zich vreemde voorwerpen of verontreini‐
gin
gen in de kamer bevinden. Verwijder deze.
effende tabel vermelden:
oef zit. Druk de dichting zo nodig voorzichtig en gelijkmatig terug in de groef.
htig met een reinigingssponsje en water. Gebruik geen scherpe voorwerpen,
Controleer de kamer om de 50 charges of minimaal 1 x per maand op corrosieverschijn‐
selen
. Reinig de kamer indien dat nodig is. Haal hiervoor de sterilisatiekamer helemaal
leeg en reinig de kamer voorzichtig met een sponsje en schoon water. Gebruik geen
scherpe voorwerpen, want die kunnen krassen veroorzaken. Langdurige corrosie (als ge‐
volg van vreemde voorwerpen of verontreinigingen) kan ernstige schade aan de sterilisa‐
tiekamer veroorzaken. Bij dergelijke beschadigingen vervalt de garantie! Wis de kamer
na de reiniging met een droge katoenen doek af, zodat geen waterresten achterblijven.
– Afzettingen/vreemde voorwerpen in het drukreservoir
– Visuele controle deurspindel (vergrendeling)
Controleer de deurspindel regelmatig. De spindel moet altijd licht zijn ingesmeerd. Smeer
de sp
indel minimaal eens per 4 weken in. Gebruik uitsluitend het speciale vet ZS 173.
Trek een rubberen handschoen aan. Doe een kleine hoeveelheid vet (het volume van een
hazelnoot) op uw wijsvinger. Verdeel dit vet gelijkmatig over de schroefgang van de
deurspindel.
– Controle van het steriele filter
Open het inspectiepaneel aan de voorkant van het apparaat. Controleer of het filter stof‐
vrij is. V
derhoud door de gebruiker" in de gebruiksaanwijzing.
ervang het steriele filter om de 6 maanden of uiterlijk na 400 charges. Zie "On‐
69
Bijlagen
– Helix- en B&D-test
Met dit programma kunt u controleren of de stoompenetratie tijdens het proces effectief
is c.
q. of de prestaties van het apparaat toereikend zijn. U waarborgt zo dat holle voor‐
werpen en poreuze materialen veilig worden gesteriliseerd. De betreffende test moet da‐
gelijks worden uitgevoerd. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikanten van de
tests. Als de test met succes wordt afgerond, kunt u ervan uitgaan dat alle parameters
van het systeem correct zijn en dat de technische basis voor een veilige sterilisatie aan‐
wezig is.
– Vacuümtest
Met dit programma wordt de dichtheid van het gehele systeem gecontroleerd. De test
moet minimaal
rond, kunt u ervan uitgaan dat het systeem dicht is en dat aan de technische voorwaar‐
den voor een veilige sterilisatie wordt voldaan.
eens per week worden uitgevoerd. Als de test met succes wordt afge‐