Miele PLW 8617 Installatietekening [nl]

Installatieschema
PLW8617
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de ser­vicedocumentatie voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL
Aansluitingen / installatie
Lees de installatietekening, de gebruiksaanwijzing, het pro­grammeerhandboek en de servicedocumentatie voor de plaat­sing van het apparaat en neem de aanwijzingen in acht.
Verwarmings­soorten
Doel van de installatietekening
Installatie van meerdere ap­paraten
Er zijn twee verwarmingssoorten voor dit type apparaat: – elektra(EL) – elektra/stoom (EL/S)
Deze installatietekening beschrijft de aansluitmogelijkheden in hun maximale vorm. Afhankelijk van het apparaat en de uitvoeringsvari­ant kunnen afzonderlijke aansluitmogelijkheden vervallen.
De installatietekening informeert u over de technische gegevens en over de constructievoorwaarden voor de installatie van het apparaat.
Lees voor veilige opbouw en gebruik de gebruiksaanwijzing en de servicedocumentatie van het apparaat en neem de aanwijzingen in acht.
Er kunnen meerdere apparaten naast elkaar worden geplaatst. Tussen twee apparaten moet een voeg van 5mm worden aangehouden. Tussen een apparaat en een scheidingswand moet een voeg van 3mm worden aangehouden.
De voegen moeten na de installatie worden verzegeld met een duur­zaam elastisch afdichtmiddel.
Verrijdbare sokkel
Frontpaneel plaat­sen
De lekbakken van de afzonderlijke apparaten kunnen met elkaar wor­den verbonden. Als alternatief is ook een doorlopende bodemschaal in de sokkel mogelijk.
Het 1-deurige apparaat kan worden geïnstalleerd op een verrijdbare sokkel. Op deze manier is de achterkant van het apparaat toeganke­lijk voor onderhoud en reparaties, zelfs als het apparaat in een serie is geïnstalleerd of aan een muur is gemonteerd. De schroef voor de hoogteverstelling van de verrijdbare sokkel is maat M10 (sleutel­breedte 17mm).
Monteer op het apparaat de daarvoor bedoelde afdekking met water­dichte slangdoorvoeringen. Zo voorkomt u dat water binnendringt in het apparaat wanneer afsluitkleppen of slangverbindingen lekken ver­tonen.
Monteer ter plaatse boven het apparaat een frontpaneel met een af­sluitbaar inspectiepaneel. De toegang tot de media-aansluitingen vindt plaats vanaf de beladingskant.
2
Aansluitingen / installatie
Elektrische aan­sluiting
Installeer de elektrische aansluiting conform de nationale wettelijke voorschriften, veiligheidsvoorschriften en geldende normen. De in­stallatie moet voldoen aan meetcategorie CATII conform IEC61010-1.
Neem in het ontwerp op dat de aansluitkabel thermisch beveiligd moet worden geïnstalleerd. De aansluitkabel met CEE-koppeling 32A (bus) moet ter plaatse een lengte van 3m hebben, uitgaande vanaf de bovenzijde van de voorziene positie van het apparaat. Installeer ter plaatse op de aansluitkabel naar het apparaat een aard- lekschakelaar typeB met een lekstroom van 30mA. De aardlek­schakelaar moet goed toegankelijk geïnstalleerd zijn.
De bovenkant van de opzetkast bevindt zich op een hoogte van 2495mm.
De elektrische aansluiting van het apparaat gebeurt vanaf de boven­kant. Maak de apparaataansluiting via de beschikbare stekkerver- binding. Dit vereenvoudigt het uitvoeren van veiligheidscontroles bij het onderhoud. Binnen de opzetkast (MAV) bevindt zich een CEEform wandcontactdoos 3.NAC400.V50.Hz, 3x32 of 35A. Voor de aan­sluiting op de beschikbare stekkerverbinding heeft u binnen de opzet­kast een kabellengte van ten minste 1500mm nodig. Installeer de aansluitkabel zo, dat deze niet op de spoelruimte ligt.
Potentiaalvereffe­ning
Sluit het apparaat met de juiste fasen aan voor een rechts draaiveld.
Voedingskabel op hete spoelruimte Oververhitting van de voedingskabel kan leiden tot kabelbrand. Bepaal de kabellengtes, ook voor testkabels, zo dat de kabels niet
op en direct boven de spoelruimte kunnen liggen.
Installeer een voorziening voor potentiaalvereffening. De positie van de aansluitschroef voor de potentiaalvereffening “PA” in het apparaat vindt u in het hoofdstuk “Afbeeldingen”. De aansluitschroef heeft een afmeting van M8x25mm. De aansluiting voor de potentiaalvereffe­ning moet ter plaatse op een afstand van ten hoogste 4meter tot de machine worden uitgevoerd. De potentiaalvereffening en de aard­draad moeten voor de ingebruikneming zijn aangesloten!
Schommelingen in de netspanning mogen ten hoogste +/-10% be­dragen.
3
Aansluitingen / installatie
Aanwijzingen voor de installatie van de aanslui­tingen
Media-aansluiting
Plan de centrale kleppen voor water, stoom en perslucht op goed toegankelijke plaatsen. Gebruik alleen geschikte kleppen.
De leidingen voor hogedrukstoom en condens moeten elk van een ei­gen klep worden voorzien. In de toevoer naar de hogedrukstoomlei­ding moet een vuilvanger en een ontwatering worden aangebracht. Controleer en installeer eventueel ter plaatse een terugslagklep voor de condensleiding.
Installeer de toevoerleidingen bij de standaardinstallatie verticaal van­uit het plafond. De aansluitingen ter plaatse moeten op een hoog-
te van 2800mm boven de bovenkant van de afgewerkte vloer eindigen. Zet de leidingen na het uitlijnen goed vast.
Koudwateraansluiting, warmwateraansluiting en demi-wateraanslui­ting en de aansluitingen voor hogedrukstoom, condens en perslucht moeten vanuit het plafond worden gelegd. Om de machine te verbinden met de aansluitingen ter plaatse, kun­nen de slangen uit de opzetkast worden getrokken:
- Stoom 300mm
- Water 900mm
- Perslucht 900mm
Aansluiting waterleiding
De aansluitingen zijn voorzien van uitwendig schroefdraad ¾‘‘.
Aansluiting stoomleiding
De aansluitingen voor hogedrukstoom en condens zijn voorzien van uitwendig schroefdraad 1/2‘‘.
Aansluiting perslucht
Afhankelijk van de uitvoering beschikt het apparaat over perslucht­aansluitingen voor technische en medische perslucht. Voor de aan-
sturing van de deur moet er per se technische perslucht aanwe­zig zijn. De aansluitingen moeten van elkaar gescheiden zijn.
- Voor de technische perslucht moet ter plaatse een koppelbus voor Lumit-snelkoppeling 1/2” inwendig schroefdraad (bijv. type KKA6S-04M van de firma SMC) aanwezig zijn.
- Voor de medische perslucht moet ter plaatse een koppelbus met nominale breedte 10mm (bijv. type KD4-1/2-A van de firma Festo) aanwezig zijn.
4
Aansluitingen / installatie
Stoomcondensor (DK) of (SC) in­stalleren
Wanneer u de ontluchting aansluit op een klimaatinstallatie, is een stoomcondensor verplicht. Als u ontlucht naar buiten heeft u geen
stoomcondensor nodig.
De stoomcondensoren worden onderscheiden in:
- stoomcondensor normaal
- stoomcondensor met warmteterugwinning
Let op het volgende wanneer u het apparaat uitrust met een stoom­condensor:
- De watertoevoeren (koud water of eventueel demi-water) voor de stoomcondensor moeten verplicht vanuit het plafond worden aan­gelegd.
- Installeer de hoofdschakelaar en de centrale kleppen op goed toe- gankelijke plaatsen.
- Monteer bij een apparaat met stoomverwarming een terugslag­klep direct na de condensafscheider van het apparaat. Zo vermijdt u stoten bij het starten van het apparaat.
- Installeer de aanvoer en retour van het koelcircuit verticaal vanuit het plafond. De aansluitingen aanvoer en retour van het koelcircuit moeten worden verbonden met de aansluitstukken van de stoom­condensator. Daarvoor heeft u een slang nodig met een binnendia- meter van 14mm en een nominale druk van 800kPa.
- Gebruik voor toevoer en terugloop alleen de daarvoor meegele­verde ombouwsets (UBS) met drukslangen.
- Laat de aansluitslangen met een lengte van ca. 1,5m uit het pla- fond hangen.
- Lijn de leidingdelen correct uit en bevestig ze veilig.
- De aanvoer en de retour van het koelcircuit eindigen in het installa­tiegebied van het apparaat met een slangtuit.
- Wanneer geen koelcircuit aanwezig is, sluit u de stoomcondensor aan op een koudwateraansluiting.
- Als een stoomcondensor met warmteterugwinning wordt gebruikt, mag de temperatuur van het toegevoerde demi-water ten hoogste 20°C bedragen.
5
Aansluitingen / installatie
Aansluiting water­afvoer – appara­ten met afvoer­klep (AV) of (DV)
Neem de volgende aanwijzingen voor het aansluiten van een afvoer met afvoerklep in acht:
- Plan de afvoer van de aansluiting waterafvoer en de afvoer in een lekbak in de vloer.
- Gebruik materialen met een temperatuurbestendigheid van ten minste 94°C.
- De verzamelleiding – diameter ten minste 100mm (DN100) wordt onder de vloer geleid.
- Monteer ter plaatse een stankafsluiter.
- Controleer of de afmeting van de verzamelleiding voldoende is voor het voorziene aantal apparaten. Een te kleine leidingdiameter en een groot aantal ingebouwde bochten in de verzamelleiding ver­slechteren het afvoergedrag van het apparaat. Daardoor kan de af- voertijd worden verlengd.
- Houd bij de programmering van het apparaat rekening met de ver­lengde afvoertijd van het water. Installeer bovendien een smoor­voorziening (smoorplaten resp. reduceerstuk) op de afvoerklep.
- Leid de aansluitleiding (DN50) naar de verzamelleiding en sluit deze daarop aan. De aansluiting moet loodrecht met een kleine bocht in de stroomrichting van de verzamelleiding worden ge­legd.
- Alle moffen en de Konfix-verbindingsstukken van de afvoerbuizen moeten stevig zijn bevestigd en vlak liggen met de bovenkant van de afgewerkte vloer. Voor de aansluiting waterafvoer op het appa­raat heeft u boven de afgewerkte vloer steeds een extra stuk af-
voerbuis nodig om de sokkelhoogte te overbruggen. De lengte van de buis moet 145mm bedragen, zonder mof of Konfix. Bereid
het stuk afvoerbuis voor. Monteer daarna het stuk afvoerbuis en verbind de machine met de aansluiting waterafvoer. Als de monta­ge van de sokkel-/lekbak op een later tijdstip plant, moeten de buisuiteinden voorlopig worden afgesloten.
- Voor de aansluiting van de buitentrommel op de bodemafvoer ter plaatse is voor de aansluiting op metalen buizen een rechte adapter (HTS 50/50met rubberen mof HTGM 50/50F) nodig.
6
Loading...
+ 14 hidden pages