Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en
in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt schade aan uw apparaat.
Aanwijzingen die op deze manier worden aangeduid, zijn veiligheidsrelevante aanwijzingen. U wordt gewaarschuwd voor mogelijk
persoonlijk letsel en materiële schade.
Lees dergelijke waarschuwingen goed en houdt u zich aan de betreffende instructies en gedragsregels.
Opmerkingen
Opmerkingen worden op deze manier aangeduid en bevatten informatie waarmee u speciaal rekening moet houden.
U herkent opmerkingen aan het grijsomlijnde kader.
Aanvullende informatie en opmerkingen
Aanvullende informatie en opmerkingen herkent u aan een zwartomlijnd kader. Voor het gebruik van het apparaat hebben deze opmerkingen geen dwingend karakter.
Handelingen
Voor de bediening worden de uit te voeren handelingen gemarkeerd.
Voor elke handeling staat een zwart blokje. De handelingen geven
stap voor stap aan wat u moet doen.
Voorbeeld:
Open de deur van de automaat.
Display
Informatie die op het display van het apparaat verschijnt, herkent u
aan een speciaal lettertype dat lijkt op het lettertype van het display.
Voorbeeld:
Kies Voorprogrammering en bevestig uw keuze met de toetsOK.
5
Beschrijving van het apparaat
Model
a
Deurvergrendeling
b
Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
c
Geleiderails bovenrek
d
Aansluiting voor de sproeiarm van het bovenrek
e
Onderste sproeiarm
f
Geleiderails onderrek
g
Typeplaatje
h
Reservoir voor naspoelmiddel
i
Sluithaak deurvergrendeling
j
Reservoir voor regenereerzout
k
Reservoir voor poedervormige reinigingsmiddelen
l
Zeefcombinatie
m
Achterkant:
Aansluiting voor DOS-module
Externe doseerpomp voor vloeibare reinigingsmiddelen (DOS1)
6
Bedieningspaneel
Beschrijving van het apparaat
a
Toets (Aan/Uit)
Voor het in- en uitschakelen van de auto-
maat
b
Toetsen 1-3 (programmakeuzetoetsen)
Keuzetoetsen voor uw favoriete program-
ma's
c
Toets (meer programma's)
Voor het kiezen van meer programma's
d
Display
Hier verschijnen meldingen voor de ge-
bruiker
e
Toetsen en (pijltoetsen)
Voor het navigeren op het display
f
Toets (afbreken of terug)
Voor het afbreken van een actie op het
display
(niet om een programma af te breken!)
g
ToetsStart/Stop
Voor het starten of afbreken van een programma
h
ToetsOK (bevestigen)
Voor het bevestigen van een keuze of ingevoerde waarde
i
Optische interface
Wordt door Miele gebruikt voor servicedoeleinden
7
Verantwoord gebruik
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen tot gevolg hebben.
Lees de gebruiksaanwijzing daarom aandachtig door, voordat u het
apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan het apparaat. In de gebruiksaanwijzing vindt
u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
Deze afwasautomaat van Miele is een bedrijfsafwasautomaat met
korte programmatijden en een grote capaciteit. Het apparaat is ideaal
voor:
– Pensions
– Kleine cafés
– Hotels
– Clubhuizen
– Vergelijkbare ondernemingen
Gebruik deze vaatwasser uitsluitend voor het reinigen van servies-
goed zoals glazen, borden en bestek. Ander gebruik, alsmede aanpassingen en wijzigingen zijn niet toegestaan.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor stationair binnengebruik.
Gebruik speciale inzetten uitsluitend voor de doeleinden die in de
gebruiksaanwijzing worden aangegeven.
De vaatwasser mag niet worden gebruikt voor het reinigen van me-
dische hulpmiddelen.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de vaatwasser veilig te bedienen, mogen de vaatwasser alleen gebruiken als
ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijke persoon.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Correcte plaatsing
Het apparaat mag niet worden opgesteld in een explosiegevaarlijke
ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij te zijn.
De onderbouwmodellen moeten correct worden ingebouwd. Plaats
de automaten alleen onder een doorlopend werkblad dat aan de keukenkasten eromheen is vastgeschroefd.
In de directe omgeving van de vaatwasser mag uitsluitend meubi-
lair voor professioneel gebruik worden geplaatst. Andere meubels
kunnen door de condens beschadigd raken.
Technische veiligheid
Deze vaatwasser mag alleen door de Miele Service, een vakhan-
delaar of door een gekwalificeerde vakman in gebruik worden genomen, onderhouden en gerepareerd. Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen.
Laat het apparaat alleen bedienen door personeel dat is geïnstru-
eerd. Het personeel moet ook daarna regelmatig worden geïnstrueerd.
Controleer de afwasautomaat vóór gebruik op zichtbare bescha-
digingen. Neem een beschadigd apparaat nooit in gebruik. Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen!
Gebruik een beschadigde of lekkende vaatwasser niet meer en
neem contact op met de Miele Service, een Miele-vakhandelaar of
een andere vakman.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij correct functioneren en volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze producten stellen.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens
de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat bij twijfel de huisinstallatie door een elektricien inspecteren.
Volg de installatie-instructies uit de gebruiksaanwijzing en de in-
stallatietekening.
Controleer of de aansluitgegevens (spanning, frequentie en zeke-
ring) op het typeplaatje overeenkomen met de gegevens van uw elektriciteitsnet.
Door de automaat mag geen stekker van een elektrisch apparaat
ingeklemd raken. Als de diepte van de inbouwnis te gering is, kan
door druk op de stekker oververhitting optreden. Zie ook “Elektrische
aansluiting”.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het apparaat mag niet via een verdeelstekker of verlengsnoer op
het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hiermee kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd. Er kan bijvoorbeeld
oververhitting ontstaan.
Open nooit de ommanteling van de afwasautomaat. Wanneer on-
derdelen worden aangeraakt die onder spanning staan of wanneer
elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
Als de aansluitkabel beschadigd is, mag de afwasautomaat niet in
gebruik worden genomen. Een beschadigde aansluitkabel moet worden vervangen door een geschikte aansluitkabel. Om veiligheidsredenen mag dit alleen door de Miele Service of een gekwalificeerde vakkracht worden gedaan.
Maak het apparaat vóór onderhoudswerkzaamheden altijd span-
ningsvrij.
Dompel de kunststof ommanteling van de wateraansluiting niet in
vloeistoffen. In de ommanteling bevinden zich twee elektrische kleppen.
In de watertoevoerslang bevinden zich spanningvoerende delen.
De slang mag daarom niet worden ingekort.
Het ingebouwde Waterproof-systeem biedt optimale bescherming
tegen waterschade als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– De automaat moet volgens de voorschriften zijn geïnstalleerd.
– Noodzakelijke reparaties moeten worden uitgevoerd, defecte on-
derdelen moeten worden vervangen.
– De waterkraan moet bij langdurige afwezigheid worden dichtge-
draaid (bijvoorbeeld tijdens de vakantie).
Het Waterproof-systeem functioneert ook als de afwasautomaat uitgeschakeld is. Het apparaat moet dan wel op het elektriciteitsnet zijn
aangesloten.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
De vaatwasser is uitsluitend bedoeld voor het gebruik met water
en voor de vaatwasser geschikte reinigingsmiddelen en mag niet met
organische oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen worden gebruikt.
Dit leidt o.a. tot explosiegevaar en het risico op materiële schade
door aantasting van rubberen en kunststof onderdelen. Hierdoor kunnen er vloeistoffen uitlopen.
Gebruik alleen voor afwasautomaten geschikte reinigingsmidde-
len. Gebruik van andere reinigingsmiddelen kan schade aan de afwasautomaat en het spoelgoed veroorzaken.
Ga nooit op de geopende deur zitten of staan. Het apparaat kan
kantelen en beschadigd raken.
Na werkzaamheden aan de watervoorziening moet de leiding naar
de afwasautomaat worden ontlucht. Anders kunnen er onderdelen
beschadigd raken.
Houd rekening met de hoge temperatuur van de afwasautomaat tij-
dens het gebruik. Als u de deur opent, kunt u zich branden! Het vaatwerk, de rekken en inzetten moeten eerst afkoelen. Verwijder het
eventueel resterende hete water dat in het serviesgoed in de spoelruimte is achtergebleven.
Het water in de spoelruimte is geen drinkwater!
Een voorbehandeling (bijvoorbeeld met gewoon afwasmiddel en
andere reinigingsmiddelen), maar ook bepaalde verontreinigingen en
sommige reinigingsmiddelen kunnen schuim veroorzaken. Schuim
kan het resultaat van de reiniging verminderen.
Schuim dat uit de spoelruimte komt, kan schade aan de afwas-
automaat veroorzaken. Breek het programma meteen af als er schuim
uit de afwasautomaat komt en koppel deze los van de elektriciteit!
Let bij gebruik van reinigingsmiddelen en speciale producten altijd
op de aanwijzingen van de fabrikant. Gebruik een reinigingsmiddel alleen voor de toepassingen die door de fabrikant worden aangegeven.
Hiermee voorkomt u materiële schade en eventuele heftige chemische reacties (bijvoorbeeld een gasexplosie).
Adem geen poedervormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini-
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus,
mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u reinigingsmiddelen heeft ingeademd of ingeslikt.
Miele is niet aansprakelijk voor het effect van chemische reini-
gingsmiddelen op het materiaal van het spoelgoed. Houdt u zich aan
de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel voor wat
betreft opslag, gebruik en dosering.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Om materiële schade en corrosie te vermijden, mogen geen zuren,
chloridehoudende oplossingen en roestende metalen in de spoelruimte terechtkomen.
Reinig in de afwasautomaat geen spoelgoed dat met as, zand,
was, smeermiddelen of verf is vervuild. Dergelijke stoffen beschadigen de afwasautomaat.
De automaat en de directe omgeving ervan mogen niet met water
(waterslang of hogedrukreiniger) worden afgespoten.
Om schade door corrosie te vermijden, mag de ommanteling niet
in aanraking komen met zuurhoudende oplossingen en dampen.
Plaats scherpe, spitse voorwerpen zo in de automaat dat dit geen
risico's oplevert. Wees extra voorzichtig als u dergelijke voorwerpen
rechtop in de automaat zet.
Verwijder voor het inruimen alle grove resten van voedingsmid-
delen van het spoelgoed.
Kinderen
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen. Het
gevaar bestaat dat kinderen zich in de automaat opsluiten.
Kinderen mogen de vaatwasser niet gebruiken.
Voorkom dat kinderen in aanraking komen met proceschemicaliën!
Als proceschemicaliën worden doorgeslikt, kan ernstig letsel aan
mond en keelholte ontstaan dan wel verstikking optreden. Houd kinderen daarom uit de buurt van de afwasautomaat als deze geopend
is. Er kunnen zich nog resten van proceschemicaliën in de afwasautomaat bevinden. Ga onmiddellijk met het kind naar een dokter als het
kind proceschemicaliën binnen heeft gekregen.
Accessoires
Voor speciale toepassingen mogen alleen Miele-hulpapparaten
worden aangesloten. Informeer bij Miele naar de mogelijkheden.
Gebruik uitsluitend rekken en inzetten van Miele. Als deze Miele-
producten worden aangepast of bij gebruik van rekken of inzetten van
derden kan Miele niet waarborgen dat het reinigingsresultaat toereikend is. Hieruit voortvloeiende schade valt niet onder de garantie.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Op het apparaat aangebrachte symbolen
Let op!
Volg de aanwijzingen uit de gebruiksaanwijzing!
Let op!
Gevaar voor een elektrische schok!
Waarschuwing voor hete oppervlakken:
Als de deur wordt geopend, kan het in de
spoelruimte erg heet zijn!
Gevaar voor snijwonden:
Draag bij het transporteren en plaatsen van
de automaat geschikte handschoenen!
Het afdanken van het apparaat
Verwijder met het oog op de veiligheid en het milieu alle resten van
de proceschemicaliën. Houdt u zich hierbij aan de aanwijzingen van
de fabrikant en aan de veiligheidsinstructies. Draag een veiligheidsbril
en handschoenen!
Maak het slot van de deur onbruikbaar, zodat kinderen zich niet in
het apparaat kunnen opsluiten. Informeer bij de gemeentelijke reinigingsdienst naar de verdere verwerkingsprocedures voor afgedankte
apparaten (zie ook: “Een bijdrage aan de bescherming van het milieu”).
Als de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die
daarvan het gevolg is.
13
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het
verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen
bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar
neemt de verpakking in het algemeen terug.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal waardevolle materialen. Ze bevatten ook stoffen, mengsels en onderdelen
die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet
of er niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor
de gezondheid en het milieu. Doe uw oude apparaat daarom nooit bij
het gewone afval.
Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele.
U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele
persoonlijke gegevens op het af te danken apparaat. Bewaar het afgedankte apparaat buiten het bereik van kinderen.
14
Gebruikersprofielen
Bedieningsgroepen
De bediening kan in 2groepen worden verdeeld:
– gebruikers
– ervaren gebruikers
Door een code in te voeren kunnen de “Extra instellingen” worden geblokkeerd voor de algemene bediening (zie het hoofdstuk “Extra instellingen, Code”).
Gebruikers
Ervaren gebruikers
Om de dagelijkse routinewerkzaamheden te kunnen uitvoeren, moeten de betreffende medewerkers zijn geïnstrueerd inzake de functies
en de belading van de bedrijfsafwasautomaat. Regelmatige scholing
is vereist.
De ervaren gebruikers kunnen daarnaast ook het gebruik van programma's blokkeren, programma's aanpassen voor wat betreft temperatuur en houdtijd en zij kunnen de waterhoeveelheid wijzigen.
15
Aanwijzingen voor de bediening
Principe display
Het display is geen touchscreen.
Via het display kunt u de volgende functies kiezen of instellen:
– het programma
– het starttijdstip (voorprogrammering)
– de instellingen
Tijdens het programmaverloop geeft het display het volgende aan:
– de programmanaam
– de programmafase / de ingestelde/actuele temperatuur
– de vermoedelijke resttijd
– eventuele foutmeldingen en aanwijzingen
Menubediening
U bedient de automaat alleen via de toetsen op het bedieningspaneel. De toetsen (toetsvelden) naast het display zijn op het roestvrijstalen oppervlak gedrukt. Als u de toetsen aantipt, activeert u de betreffende functie.
Voor de menubediening gebruikt u de toetsen rechts naast het display.
– Toets
Met deze toets navigeert u binnen een menu regelgewijs omhoog of
verhoogt u een gemarkeerde waarde.
– Toets “Afbreken” of “Terug”
Met deze toets kunt u een menu voortijdig verlaten. Eventueel uitgevoerde instellingen worden niet opgeslagen. Het display wisselt
vervolgens naar het menuniveau erboven.
– Toets
Met deze toets navigeert u binnen een menu regelgewijs omlaag of
verlaagt u een gemarkeerde waarde.
16
– Toets OK
Met deze toets bevestigt u een keuze c.q. wordt een ingevoerde
waarde opgeslagen. Het display wisselt naar het eerstvolgende hogere menuniveau of bij het invoeren van waarden naar de volgende
invoerpositie. Hoe u waarden moet invoeren wordt verderop in deze
gebruiksaanwijzing beschreven.
Taal
,
;
(
english (GB)
deutsch
Enkelvoudige
Voorprogrammering
Ja
Nee
(
Programmavrijgave
Kort
Universeel
,
;
9
9
keuze
Aanwijzingen voor de bediening
Menuweergave
De bediening van de automaat is in menu's onderverdeeld. De menu's wordt op het 3-regelige display weergegeven.
Voorbeeld:
In het display staan de naam van het menu en maximaal twee menupunten. Het geselecteerde menupunt is gemarkeerd.
Meervoudige keuze
Met de pijltoetsen en kunt u door het menu navigeren. Met de
toets OK kiest u de gemarkeerde waarde. De gekozen waarde herkent u aan een vinkje . De andere waarden zijn automatisch gedeselecteerd.
Als u op de toets OK drukt, wisselt het display naar het eerstvolgende
hogere menuniveau of bij invoer van waarden naar de volgende invoerpositie. Hoe u waarden moet invoeren wordt verderop in deze
gebruiksaanwijzing beschreven. Als u op de toets drukt, wisselt
het display naar het eerstvolgende hogere menuniveau, zonder de ingevoerde waarden op te slaan.
Met de pijltoetsen en kunt u door het menu navigeren. Met de
toets OK kunt u achtereenvolgens meerdere waarden binnen het menu kiezen. Als u een waarde heeft gekozen, wordt dit met een vinkje
aangegeven.
Om uw keuze op te slaan, kiest u Overnemen en bevestigt u uw keuze
met de toets OK.
17
Aanwijzingen voor de bediening
OK
Zout bijvullen
Systeemmeldingen
Het symbool staat voor systeemmeldingen. Dergelijke meldingen
informeren u over een lopend programma en over de status van de
automaat. Systeemmeldingen verschijnen een voor een aan het einde
van een programma. Als er meerdere systeemmeldingen zijn, kunt u
de volgende melding laten weergeven door op de toets OK te drukken. Als u op de toets OK drukt, terwijl het programma loopt, kunt u
de systeemmelding opnieuw oproepen.
Voorbeeld:
Automatisch uitschakelen
De automaat beschikt over de functie “Automatische uitschakeling”.
Het apparaat wordt hiermee na de ingestelde tijd uitgeschakeld. Het
display en alle andere LED's worden uitgeschakeld. Om de automaat
weer in te schakelen drukt u op de toets (Aan/Uit).
U kunt de functie “Automatische uitschakeling” ook uitzetten (zie “Extra instellingen, Uitschakelen na”). Het display blijft dan ook in de
stand-by-stand ingeschakeld.
18
Aanwijzingen voor de bediening
Voorprogrammering
Ja
Nee
(
Symbolen in het display
Navigatiepijlen
Onderbroken
streep --------
Vinkje
Systeemmeldingen
Heeft een menu meer dan twee keuzemogelijkheden, dan verschijnen
naast de menupunten twee navigatiepijlen. Met de pijltoetsen en
kunt u door de menupunten scrollen.
Heeft een menu meer dan twee keuzemogelijkheden, dan geeft een
onderbroken streep het einde van de keuzelijst aan. De laatste mogelijkheid bevindt zich boven de streep, de eerste eronder.
Als u uit meerdere instelmogelijkheden kunt kiezen, geeft een vinkje
de actuele instelling aan.
Voorbeeld:
Het symbool geeft systeemmeldingen aan. Verschijnt rechts onder
in het display OK, dan moet u de systeemmelding met de toets OK
bevestigen. Als de OK-toets niet verschijnt, springt de besturing na
enkele seconden vanzelf terug naar het eerstvolgende hogere niveau.
Foutmeldingen
Bij een fout verschijnt in plaats van het symbool een waarschuwingsteken. Hoe u verder te werk moet gaan, leest u in het hoofdstuk
“Storingen verhelpen”.
19
Ingebruikneming
Taal
,
;
(
english (GB)
deutsch
Ingebruikneming
Bij de eerste ingebruikneming moet u de volgende instellingen uitvoeren. Alle instellingen worden automatisch en na elkaar aangeboden. De actuele instellingen worden met een vinkje aangegeven. De ingebruikneming heeft een vast verloop dat u niet kunt onderbreken.
De automaat helpt u bij het doorlopen van de verschillende stappen.
Voorafgaand aan het eerste programma na de ingebruikneming
voert de automaat een regeneratie uit.
Als u na de eerste ingebruikneming geen compleet programma laat
uitvoeren en u schakelt de automaat uit, dan moet de eerste ingebruikneming worden herhaald.
U kunt de volgende instellingen (met uitzondering van de wateraansluitingen) achteraf nog wijzigen. U doet dit via de menu's “Instellingen” en “Extra instellingen”.
Inschakelen
Taal
instellen
De automaat moet elektrisch zijn aangesloten.
Druk op de toets, totdat de LED in de toets oplicht.
De eerste ingebruikneming start automatisch met het instellen van de
taal. U wordt verzocht de gewenste displaytaal in te stellen.
Kies de gewenste taal met de pijltoetsen en en bevestig uw
keuze met de toetsOK.
20
Ingebruikneming
Temperatuureenheid
°C
°F
(
Datumformaat
DD:MM:JJ
MM:DD:JJ
(
Datum
12 . 07 . 2013
Tijdformaat
(
24 uur
12 uur
Temperatuureenheid instellen
Datumformaat instellen
Datum instellen
Het display wisselt naar het instellen van de temperatuureenheid.
Kies de gewenste temperatuureenheid met de pijltoetsen en
en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Het display wisselt naar het instellen van het datumformaat.
Kies het gewenste datumformaat met de pijltoetsen en en be-
vestig uw keuze met de toetsOK.
Het display wisselt naar het instellen van de datum.
Tijdformaat instellen
Stel met de pijltoetsen (hoger) en (lager) de dag, de maand en
het jaar in en bevestig de betreffende waarde met de toetsOK.
Het display wisselt naar de instelling van het tijdformaat.
Kies het gewenste tijdformaat met de pijltoetsen en en beves-
tig uw keuze met de toetsOK.
21
Ingebruikneming
Dagtijd
12 : 00
Waterhardheid
19
(0 - 70 °dH)
°dH
Dagtijd instellen
Waterhardheid instellen
Het display wisselt naar de instelling van de dagtijd.
Stel met de pijltoetsen (hoger) en (lager) de uren en minuten in
en bevestig de betreffende waarden met de toetsOK.
Als u het tijdformaat 12 uur heeft gekozen, verschijnt achter de dagtijd “am” (tot 12.00 uur 's middags) of “pm” (na 12.00 uur 's middags).
In het display verschijnt nu een scherm waarin u de waterhardheid
kunt instellen.
De automaat moet nauwkeurig worden ingesteld op de waterhardheid
in uw regio.
Het plaatselijke waterleidingbedrijf kan u vertellen welke hardheids-
graad uw water heeft.
Als de waterhardheid schommelt (bijvoorbeeld tussen 8 - 17 °dH),
programmeer dan altijd de hoogste waarde (in dit geval 17 °dH).
Bij werkzaamheden aan het apparaat is het voor de monteur handig
de hardheidsgraad van uw water te kennen.
Noteer daarom de hardheid van uw water:
____________________°dH
Vanuit de fabriek is een waterhardheid van 19 °dH (3,4mmol/l) geprogrammeerd.
Stel met de pijltoetsen (hoger) en (lager) de waterhardheid
voor uw regio in en bevestig de waarde met de toets OK.
Meer informatie over de instelling van de waterhardheid vindt u onder “Regenereerzout bijvullen”.
22
Ingebruikneming
Wateraansluitingen
Overnemen
Koud water
9
OK
Ingebruikneming
succesvol afgesloten
M
PROFESSIONAL
PG 8055
Wateraansluitingen
In het display verschijnt nu een scherm waar u de wateraansluitingen
kunt instellen.
Als voor de aansluiting van de automaat een bepaalde wateraansluiting niet beschikbaar is, kunt u deze deactiveren.
Als u de wateraansluiting uitschakelt, kan alleen Miele deze weer
activeren.
Kies met de pijltoets de koudwateraansluiting, wanneer u die niet
aansluit. Bevestig uw keuze met de toetsOK.
Het vinkje verdwijnt uit het vakje en de wateraansluiting is gedeactiveerd.
Om uw keuze op te slaan, kiest u Overnemen en bevestigt u uw
keuze met de toets OK.
Ingebruikneming
afgesloten
In het display verschijnt de melding dat de eerste ingebruikneming
succesvol was.
Druk op de toets OK.
De automaat is nu klaar voor gebruik.
Het startscherm verschijnt gedurende 3 seconden.
Daarna verschijnt het programma van de eerste keuzetoets.
23
Het openen en sluiten van de deur
Deur openen
Het bedieningspaneel van de automaat is tevens de deurgreep.
Open de deur met de deurgreep onder het bedieningspaneel.
Als u de deur opent, terwijl er een programma loopt, worden alle reinigingsfuncties automatisch onderbroken (zie “Bediening, Programma onderbreken”).
Een gestart programma mag alleen in uitzonderlijke gevallen worden onderbroken, bijvoorbeeld wanneer het spoelgoed erg rammelt.
Deur sluiten
Schuif de rekken naar binnen.
Klap de deur omhoog en druk deze tot aan de aanslag dicht.
24
Het doseren van regenereerzout
Regenereren
Voor een optimaal reinigingsresultaat moet de automaat op zacht
(kalkarm) leidingwater zijn aangesloten. Bij hard water ontstaan er witte afzettingen op het spoelgoed en de wanden van de spoelruimte.
Water met een hardheid van meer dan 4°dH (= 0,7mmol/l) moet
worden onthard. Dit gebeurt automatisch in de ingebouwde ontharder.
Hiervoor moet de ontharder nauwkeurig op de hardheid van het leidingwater worden ingesteld.
Het plaatselijke waterleidingbedrijf kan u informeren over de hardheid van het water in uw omgeving.
Bij werkzaamheden aan het apparaat is het voor de technicus handig de hardheidsgraad van uw water te kennen. Noteer daarom hier
de waterhardheid:
______________ °dH of mmol/l
De ontharder moet regelmatig worden geregenereerd. Hiervoor moet
speciaal regenereerzout worden gebruikt.
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het
reservoir voor regenereerzout.
Reinigingsmiddel beschadigt de ontharder.
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout of andere
zuivere ingedampte zouten.
Geschikte producten vindt u in het productaanbod van Miele Professional.
Gebruik in geen geval keukenzout of strooizout. Deze zoutsoorten
bevatten soms niet oplosbare deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
Als de hardheid van uw water steeds onder 4°dH (= 0,7mmol/l)
ligt, hoeft u geen zout te doseren. Maar ook in dat geval moet u de
waterhardheid instellen.
25
Het doseren van regenereerzout
Waterhardheid
19
(0 - 70 °dH)
°dH
Waterhardheid instellen
De waterontharder kan worden ingesteld op een waarde tussen 070°dH (0-12,6mmol/l).
Kies het menu Extra instellingen.
Kies Waterhardheid en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Af fabriek is de waterontharder ingesteld op een waterhardheid van
19°dH (3,4mmol/l).
Houdt u zich bij het instellen aan de volgende tabel.
Als de waterhardheid schommelt, bijvoorbeeld tussen 8 en 17°dH
(1,4 en 3,1mmol/l), moet de ontharder altijd op de hoogste waarde
worden ingesteld, hier dus 17°dH (3,1mmol/l).
Stel met de pijltoetsen (hoger) en (lager) de waterhardheid
voor uw regio in en bevestig de waarde met de toetsOK.
26
Het doseren van regenereerzout
Tabel instelling
waterontharder
°dH°fmmol/lDisplay°dH°fmmol/lDisplay
000036656,536
120,2137676,737
240,4238686,838
350,5339707,039
470,7440727,240
590,9541747,441
6111,1642767,642
7131,3743777,743
8141,4844797,944
9161,6945818,145
10181,81046838,346
11202,01147858,547
12222,21248868,648
13232,31349888,849
14252,51450909,050
15272,71551919,151
16292,91652939,352
17313,11753959,553
18323,21854979,754
19343,419 *)55999,955
20363,6205610010,056
21383,8215710210,257
22404,0225810410,458
23414,1235910610,659
24434,3246010710,760
25454,5256110910,961
26474,7266211111,162
27494,9276311311,363
28505,0286411511,564
29525,2296511611,665
30545,4306611811,866
31565,6316712012,067
32585,8326812212,268
33595,9336912412,469
34616,1347012512,570
35636,335
*) fabrieksinstelling
27
Het doseren van regenereerzout
K
OK
Apparaat wordt
binnenkort wegens
zoutgebrek vergrendeld
K
OK
Apparaat vergrendeld
wegens zoutgebrek
Regenereerzout bijvullen
Vul na afloop van een programma regenereerzout bij, zodra een be-
treffende melding in het display verschijnt.
Bevestig de melding met de toetsOK.
Als u geen zout bijvult, verschijnt rechts naast de programmanaam
het symbool dat u op het tekort wijst.
Na elk programma verschijnt de melding opnieuw.
Als u tijdens een programma op de toetsOK drukt, wordt de betreffende melding weergegeven.
Als u regenereerzout bijvult, dooft na enkele seconden het symbool
in het display, tenzij er sprake is van een ander tekort.
Er verschijnen geen meldingen over het bijvullen van regenereerzout als u een waterhardheid tussen 0-4°dH heeft geprogrammeerd.
Vergrendeling wegens zoutgebrek
Als u de bijvulmelding negeert, wordt het apparaat uiteindelijk vergrendeld (na meerdere programma's). U kunt de automaat dan niet
meer gebruiken.
In het display verschijnt kort daarvoor de volgende melding:
Afhankelijk van het gekozen programma en de ingestelde waterhardheid kunt u nog enkele programma's draaien.
De automaat wordt vergrendeld als nog programma's moeten worden
uitgevoerd, zonder dat zout is bijgevuld.
28
Zodra u zout heeft bijgevuld, wordt de vergrendeling weer opgeheven.
Het doseren van regenereerzout
Regenereerzout bijvullen
Open de deur van de automaat ongeveer halverwege, zodat het
zout goed in het reservoir kan stromen.
Druk op de toets van het deksel van het zoutreservoir (in de richting
van de pijl). Het klepje springt open.
Klap de trechter open.
Giet geen water in het reservoir!
Doe zoveel zout in het reservoir dat u de trechter zonder moeite
kunt sluiten. In het reservoir kunt u bij het eerste vullen ca.2kg zout
doseren (afhankelijk van de korrelgrootte).
Bij het navullen kunt u minder zout doseren, omdat zich in het reservoir nog zoutresten bevinden.
29
Het doseren van regenereerzout
Doseer nooit meer dan 2kg in het reservoir.
Als u het reservoir vult, zal het waterniveau in het reservoir stijgen.
Het water kan overlopen.
Verwijder de zoutresten rond de vulopening en de dichting en sluit
het klepje van het reservoir.
Start meteen na het bijvullen het programma Koud (zonder spoel-
goed) om corrosie in de spoelruimte te voorkomen. Eventuele zoutresten worden zo verdund en weggespoeld.
30
Naspoelmiddel doseren
K
OK
Naspoelmiddel bijvullen
Universeel
Temperatuur
Duur
:
55 °C
min
23
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat het water voor
het drogen als een film van het serviesgoed loopt waardoor het
spoelgoed sneller droogt.
De dosering van het naspoelmiddel gebeurt via het reservoir in de
deur, maar kan ook via een externe DOS-module plaatsvinden (optie zie “DOS-module”).
Als u per ongeluk reinigingsmiddel (ook vloeibaar reinigingsmiddel) in het reservoir doet, raakt het doseerapparaat defect! Gebruik
uitsluitend naspoelmiddelen voor bedrijfsafwasautomaten!
Geschikte producten vindt u in het productaanbod van Miele Professional.
De omschakeling op een externe DOS-module mag alleen door
Miele of door een geautoriseerde vakhandelaar worden uitgevoerd.
Bij het programma Bierglazen wordt met koud water nagespoeld
(dus zonder naspoelmiddel).
Naspoelmiddel bijvullen
Vul na afloop van een programma naspoelmiddel bij, zodra een be-
treffende melding in het display verschijnt.
Bevestig de melding met de toetsOK.
Als u geen naspoelmiddel bijvult, verschijnt rechts boven naast de
programmanaam het symbool dat u op het tekort wijst.
Na elk programma verschijnt de melding opnieuw.
Als u tijdens een programma op de toetsOK drukt, wordt de betreffende melding weergegeven.
Als verder alles in orde is, dooft na enkele seconden het symbool
als u naspoelmiddel heeft bijgevuld.
31
Naspoelmiddel doseren
Naspoelmiddel doseren
Open de deur helemaal.
Schroef het deksel van het reservoir.
Vul hooguit zoveel naspoelmiddel bij totdat het met “max.” aange-
duide niveau is bereikt.
In het reservoir kan ca.300ml.
Schroef het deksel er weer op, zodat er geen water in het reservoir
kan komen.
Spoel eventueel gemorst naspoelmiddel weg om bij het volgende
programma sterke schuimvorming te voorkomen. Gebruik hiervoor
het programma “Koud”.
Voor een optimaal reinigingsresultaat kunt u de dosering aanpassen.
Zie “Extra instellingen, Extra functies”.
32
Gebruik
Spoelgoed inruimen
Verwijder grove etensresten van het spoelgoed.
Het is niet nodig om de vaat van te voren onder stromend water af te
spoelen!
Waar u op moet
letten
Er mogen geen zuurresten of oplosmiddelen, vooral geen zoutzuur en chloride, in de spoelruimte terechtkomen.
Reinig in de afwasautomaat geen spoelgoed dat met as, zand,
was, smeermiddelen of verf is vervuild.
Dergelijke stoffen beschadigen het apparaat.
U kunt de servies- en bestekdelen op de daarvoor bestemde plaatsen
in de rekken inruimen. Houd daarbij rekening met het volgende:
Plaats het serviesgoed zo in de rekken, dat het water er aan alle
kanten bij kan. Alleen dan kan het serviesgoed goed schoon worden
Ruim borden in het boven- en onderrek in spiegelbeeld in. Het ge-
welfde gedeelte moet naar het midden van het rek zijn gericht (zie
ook de afbeeldingen op de volgende pagina's).
Plaats serviesgoed en bestek zo dat het niet tegen of op elkaar ligt.
Plaats al het serviesgoed zo, dat het stevig staat.
Plaats hol serviesgoed zoals kopjes, glazen en pannen met de ope-
ningen naar beneden in de rekken.
Plaats hoog, smal, hol serviesgoed zoveel mogelijk in het midden
van de rekken. Het water kan er dan beter bij.
Plaats serviesgoed met een diepe bodem zoveel mogelijk schuin in
het rek, zodat het water eraf kan lopen.
Let erop dat de sproeiarmen niet worden geblokkeerd door servies-
goed dat door de rekken heen steekt. U kunt dit controleren door
de sproeiarmen een keer met de hand rond te draaien.
Kleine voorwerpen kunnen door de spijlen van de rekken vallen.
Leg kleine delen daarom in de bestekkorf.
33
Gebruik
Niet geschikt voor
reiniging in de automaat
Advies
– Bestek en serviesgoed van hout of met houten delen wordt uitge-
loogd en lelijk. Bovendien zijn de gebruikte lijmsoorten vaak niet
geschikt voor reiniging in afwasautomaten. De houten delen kunnen
dan loslaten.
– Kunstvoorwerpen, antieke vazen of glazen met decoraties zijn niet
bestand tegen reiniging in de afwasautomaat.
– Voorwerpen van niet hittebestendig kunststof kunnen vervormd ra-
ken.
– Voorwerpen van koper, messing, tin en aluminium kunnen verkleu-
ren of dof worden.
– Kleurdecoraties op het glazuur kunnen na vele afwasbeurten ver-
bleken.
– Kwetsbaar glaswerk en kristallen voorwerpen kunnen na meer-
maals reinigen dof worden.
– Koop serviesgoed en bestek van materiaal dat geschikt is om in
een afwasautomaat te worden afgewassen en met de aanduiding:
“Geschikt voor de afwasmachine”.
– Glas kan na verloop van tijd dof worden in de afwasautomaat. Rei-
nig kwetsbaar glaswerk daarom alleen bij lage temperaturen (zie het
programma-overzicht) en met een geschikt reinigingsmiddel. Het
glas zal dan minder gauw dof worden.
Let op het volgende!
Zilver en aluminium kunnen in aanraking met zwavelhoudende voedingsmiddelen verkleuren.
Gebruik voor het reinigen van aluminium delen (zoals vetfilters)
geen sterk bijtende, alkalische reinigingsmiddelen voor bedrijfsafwasautomaten of industriereinigers.
Het materiaal kan hierdoor worden aangetast. In extreme gevallen
kan er een hevige chemische reactie optreden (bijvoorbeeld een
gasexplosie).
34
Gebruik
Bovenrek
Plaats in het bovenrek klein, licht en kwetsbaar serviesgoed (kopjes,
schoteltjes, glazen, dessertschaaltjes, etc.) en lichte, hittebestendige
kunststof voorwerpen.
O 891 bovenrek
met inzet E 810 voor bijvoorbeeld 20 kopjes, 33 schotels of 17 dessertbordjes.
Kopjesrek
U kunt de breedte van dit kopjesrek op twee standen instellen om er
ook grotere kopjes op te kunnen plaatsen.
Trek het kopjesrek naar boven en laat het in de gewenste breedte
vastklikken.
35
Gebruik
Verstellen bovenrek
Om in het boven- of onderrek meer plaats te krijgen voor hoger serviesgoed kunt u het bovenrek in hoogte verstellen. U kunt kiezen uit
twee standen met een verschil van telkens ca.5cm.
Trek het bovenrek naar buiten.
Draai de moeren aan beide kanten iets losser.
Zet het rek in de gewenste positie (omhoog of omlaag).
Draai de moeren weer vast.
Het bovenrek moet in beide posities recht worden geplaatst.
Als u het rek schuin plaatst, kunt u het niet op de wateraansluiting
aansluiten.
Pas na de hoogte-instelling beslist de positie van de wateraansluiting aan, voordat u het bovenrek inschuift.
36
Draai de wateraansluiting van het bovenrek helemaal naar boven of
naar beneden.
De wateraansluiting moet voelbaar vastklikken.
Gebruik
Afhankelijk van de stand van het bovenrek kunt u bijvoorbeeld borden
met de volgende diameters in de rekken plaatsen (voorbeeld bovenrek O891):
Stand bovenrekBovenrek bord-ØOnderrek bord-Ø
Bovenmax. 15cm33cm *
Ondermax. 20cm24cm
* Hiervoor moet u de bordeninzet E 812 in het onderrek gebruiken.
37
Gebruik
Onderrek
Ruim groot en zwaar spoelgoed (zoals borden, platen, pannen en
schalen) in het onderrek in.
Ruim dunwandige, lichte glazen in de daarvoor bestemde inzet of in
het onderrek in.
U 890 onderrek-wagen
Voor kunststof rekken, diverse inzetten en bestekkokers.
U 890 onderrek met 2 inzetten E 216 en 2 bestekkokers E 165
U kunt telkens 15 borden Ø 24cm en divers bestek inruimen.
38
Gebruik
Gebruik van kunststof rekken
De onderrek-wagen U890 kunt u gebruiken voor kunststof rekken
van 500x500mm.
Om kunststof rekken in het bovenrek te kunnen gebruiken, moet u de
speciale bovenrek-wagen O885 toepassen (max. hoogte spoelgoed
130mm).
Om hoger spoelgoed in het onderrek te kunnen plaatsen, moet u de
speciale onderrek-wagen U876 gebruiken.
Welke rekcombinaties u kunt gebruiken, is afhankelijk van het type,
de grootte en de vorm van het spoelgoed.
Voor meer informatie over het assortiment rekken kunt u contact opnemen met uw Miele-vakhandelaar of met Miele.
Voorbeelden: (onderrekken)
U525 draadrek met 5 rijen
Het draadrek is geschikt voor glazen met een diameter van maximaal
8cm.
39
Gebruik
U 534 - U 537 kunststof rekken met vakken voor verschillende glashoogten
In dit voorbeeld is het kunststof rek met lange extenders met het hoge opzetstuk verbonden (samenstelling alleen met onderrek-wagen
U876).
Kunststof rek samenstellen
De hoogte van het basisrek kunt u met het opzetstuk en met
lange of korte extenders aanpassen.
Steek de vier extenders in het basisrek .
Druk het opzetstuk stevig op de extenders.
40
Bediening
Reinigingsmiddel doseren
Gebruik alleen reinigingsmiddelen die geschikt zijn voor professionele afwasautomaten.
Geschikte producten vindt u in het productaanbod van Miele Professional.
U kunt het reinigingsmiddel poedervormig via het reservoir voor poedervormig reinigingsmiddel doseren of vloeibaar via een externe
DOS-module
(optie - zie “DOS-module”).
U mag reinigingstabletten gebruiken.
Gebruik uitsluitend reinigingstabletten die snel genoeg oplossen.
Geschikte tabletten vindt u in het productaanbod van Miele Professional.
Poedervormig reinigingsmiddel
Doe alleen poedervormige reinigingsmiddelen of reinigingstabletten
in het doseerapparaat in de deur.
Doe voor elk programma (behalve Koud, Regeneratie, en Afpompen)
poedervormig reinigingsmiddel of reinigingstabletten in het reservoir
voor poedervormige reinigingsmiddelen (let ook op de aanwijzingen
op de volgende pagina).
Doseer afhankelijk van de mate van vervuiling van het spoelgoed
reinigingsmiddel in het reservoir (let ook op de doseeraanwijzingen
in het hoofdstuk “Programma-overzicht”).
Druk op de toets van het reinigingsmiddelreservoir (in pijlrichting).
Het klepje springt open (naar links).
Na een programma is het klepje al geopend.
41
Bediening
Doseer poedervormig reinigingsmiddel in het reservoir en sluit het
klepje.
Dosering
Houdt u zich bij de dosering aan de aanwijzingen van de reinigings-
middelenfabrikant.
Het vakje heeft als doseerhulp de markeringen “20” en “40”. Deze
waarden staan bij een geheel geopende deur voor een dosering in
“ml”. Bij poedervormige reinigingsmiddelen staan de waarden (afhankelijk van de fabrikant en de korrelgrootte) voor een “gram”-dosering.
In het reservoir past maximaal 60ml reinigingsmiddel.
42
Bediening
DOS-module
Naast de interne doseersystemen kan een extra extern doseersysteem (DOS-module) voor vloeibare proceschemicaliën worden aangesloten.
Geschikte producten vindt u in het productaanbod van Miele Professional.
Voor meer informatie over de DOS-modules kunt u contact opnemen met de Miele-vakhandel of met Miele.
Voor bepaalde verontreinigingen moet u soms andere samenstellingen van reinigings- en hulpmiddelen gebruiken. Neem in een dergelijk geval contact op met Miele.
DOS-modules
aansluiten
Bij de DOS-module wordt een aparte montagehandleiding geleverd.
Aansluiting stroomvoorziening DOS 1 reinigingsmiddel.
Aansluitingen voor doseerslangen.
Voordat de DOS-module wordt gemonteerd, dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje te vergelijken
met het typeplaatje op uw automaat. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen om schade aan de module te voorkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Dosering (concentratie) instellen
Sluit de stroomvoorziening aan.
Voor het aanbrengen van de doseerslangen moet u de slangklem
van een vrije aansluiting loshalen en het beschermkapje verwijderen.
Steek de doseerslang op de aansluiting en bevestig de slang met
een slangklem.
Ongebruikte aansluitingen voor doseerslangen moeten van beschermkapjes worden voorzien, zodat geen water vrijkomt.
Hoe u de concentratie moet instellen, wordt beschreven in het hoofdstuk “Extra instellingen / Extra functies / Doseersystemen”.
43
Bediening
K
OK
DOS
bijvullen
Voorraadreservoir
bijvullen of vervangen
De doseermodule heeft een niveausensor. Als het minimumniveau is
bereikt, verschijnt er een melding in het display.
Vervang het reservoir met het betreffende middel na afloop van het
programma als de melding in het display verschijnt.
Bevestig de aanwijzing met de toetsOK.
Vervang de reservoirs tijdig, om te voorkomen dat ze helemaal worden leeggezogen.
Een leeggezogen doseersysteem moet vóór de start van een volgend programma worden ontlucht.
Zet het betreffende reservoir op de geopende deur of op een een-
voudig te reinigen ondergrond.
Trek het deksel van de jerrycan en verwijder de zuiglans. Leg de
zuiglans op de geopende deur.
Vul of vervang het reservoir, plaats de doseerlans erin en druk de
sluitdop omlaag totdat deze vastklikt. Let op de kleurcodering.
Pas de doseerlans aan de afmeting van het reservoir aan door deze
te verschuiven. De lans moet de bodem bereiken.
Verwijder eventueel gemorste proceschemicaliën.
Zet het reservoir naast de bedrijfsafwasautomaat op de grond of in
een kast ernaast. Het reservoir moet zich op dezelfde hoogte als de
reinigingsautomaat bevinden en mag er niet boven of op worden
gezet.
Verbruik
controleren
44
Afsluitend moet het doseersysteem worden ontlucht.
Controleer regelmatig het verbruik van de proceschemicaliën. Controleer hiervoor het niveau in de reservoirs. U kunt zo eventuele onregelmatigheden bij de dosering herkennen.
Bediening
LED's in de toetsen
De toetsen hebben lichtdiodes. De diodes geven de status van de automaat aan.
Behalve de Start/Stop-toets, die normaal groen oplicht, lichten alle
LED's geel op.
Bij een storing knippert de Start/Stop-toets rood.
ToetsLEDStatus
Toets
(Aan/Uit)
Toetsen
,
en
Programmakeuzetoetsen
Toets
Meer programma's
AANDe automaat is ingeschakeld.
KNIPPERTDe automaat is na de ingestelde tijd in
de stand-by-modus gegaan.
UITDe automaat is uitgeschakeld.
AANHet betreffende programma is gekozen.
De LED blijft ook na afloop van het programma branden, totdat u een ander
programma kiest.
UITHet programma is niet gekozen of de
programma-instellingen worden gewijzigd.
AANEen programma uit de programmalijst is
gekozen. De LED blijft ook na afloop
van het programma branden, totdat u
een ander programma kiest.
Toets
Start/Stop
UITEr is geen programma uit de lijst geko-
zen of de programma-instellingen worden gewijzigd.
AANEr is een programma actief.
KNIPPERT
GROEN
KNIPPERT
ROOD
UITEen programma is beëindigd.
Er is een programma gekozen, maar
nog niet gestart.
Er is een storing opgetreden.
45
Bediening
Universeel
Temperatuur
Duur
55 °C
min
23
Inschakelen
Draai de waterkraan open als deze nog dicht is.
Druk op de toets , totdat de LED in de toets oplicht.
Sluit de deur.
Zodra de automaat klaar is voor gebruik, verschijnt op het display het
laatst gekozen programma,
bijvoorbeeld:
Keuzetoetsen
Programma kiezen
Laat de keuze van het programma steeds afhangen van het te reinigen spoelgoed en de mate van verontreiniging.
De meest gebruikte programma's kiest u via de keuzetoetsen ,
en . De definitie van die toetsen kunt u aan uw wensen aanpassen (zie “Extra instellingen”).
Af fabriek zijn de eerste drie programma's uit het programma-overzicht (zie “Programma-overzicht”) aan de keuzetoetsen toegewezen.
Kies met de keuzetoetsen een programma.
De LED van de keuzetoets licht op en de LED van de toets Start/Stop
knippert.
46
Bediening
Glazen
Bierglazen
,
;
Programma kiezen
Universeel
Temperatuur
Duur
55 °C
min
23
Programmalijst
Programma's die u niet via de keuzetoetsen kunt kiezen, kiest u via
de programmalijst.
Druk op de toets .
In het display verschijnt het volgende keuzemenu:
Kies met de toetsen en het gewenste programma en bevestig
uw keuze met de toets OK.
Het gekozen programma verschijnt in het display, bijvoorbeeld:
De LED in de toets licht op en de LED van de toets Start/Stop
knippert.
Als u op de toets OK drukt, kunt u de voorprogrammering kiezen (zie
“Extra functies”).
47
Bediening
Universeel
Reinigen
Duur
G
min
23
Programma starten
Druk op de toets Start/Stop.
De LED van de toets Start/Stop brandt en de LED van de toets
dooft.
Nadat een programma is gestart, kunt u geen ander programma
meer kiezen.
Het lopende programma moet dan worden onderbroken (zie “Programma onderbreken”) of afgebroken (zie “Programma afbreken”).
Programmaverloop
In het display verschijnt na een programmastart de naam van het programmablok en gedurende 10 seconden Programmastart.
Tijdens het programma kunt u op de tweede displayregel met de pijltoetsen en wisselen tussen de weergave van het programmablok en de ingestelde c.q. actuele temperatuur.
Op de derde regel wordt de resttijd weergegeven.
48
Bediening
Universeel
Temperatuur
Programma beëindigd
55 °C
Programma-einde
Na een regulier beëindigd programma dooft de LED van de toets
Start/Stop. In de onderste regel verschijnt de melding Programma
beëindigd.
Daarnaast wordt u gedurende ca.3seconden akoestisch gewaarschuwd (standaardinstelling). Voor het instellen van de geluidssignalen zie “Instellingen, Volume”.
Om het programma helemaal te beëindigen, moet u bij ingeschakelde
automaat de deur openen.
Bij geactiveerde uitschakelfunctie wordt de automaat na enige tijd
automatisch uitgeschakeld.
Druk op de toets om de automaat in te schakelen.
Uitschakelen
Druk op de toets , totdat de LED in de toets dooft.
Afwasautomaat uitruimen
Heet serviesgoed is stootgevoelig! Laat het serviesgoed na het uitschakelen van de automaat zo lang in de spoelruimte afkoelen, totdat
u het goed kunt vastpakken.
Wanneer u de deur na het uitschakelen van de automaat helemaal
opent, koelt de vaat sneller af.
Haal eerst het onderrek en dan het bovenrek leeg. Zo voorkomt u dat
er druppels van het bovenrek op het vaatwerk in het onderrek vallen.
49
Bediening
K
Programmaonderbreking:
deur geopend
Programma onderbreken
Een gestart programma mag alleen in uitzonderlijke gevallen worden
onderbroken, bijvoorbeeld wanneer het spoelgoed erg rammelt.
Pas op! Het spoelgoed en de spoelruimte kunnen heet zijn.
U kunt zich branden!
Open de deur.
In het display verschijnt de volgende melding:
Ruim het spoelgoed correct in.
Sluit de deur.
Het programma wordt voortgezet vanaf het punt, waarop u het heeft
onderbroken.
Het display wisselt automatisch weer naar het programmaverloop.
50
Bediening
Programma afbreken
Ja
Nee
(
K
Programma is
afgebroken
Programma afbreken
Breek een lopend programma alleen af als dat echt nodig is, bijvoorbeeld als u een ander programma wilt kiezen.
Bij storingen wordt het programma automatisch afgebroken.
Pas op! Het spoelgoed en de spoelruimte kunnen heet zijn.
U kunt zich branden!
Druk op de toets Start/Stop.
In het display verschijnt de volgende vraag:
Kies Ja en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Het programma wordt pas afgebroken als u Ja heeft bevestigd.
Maakt u binnen ca.20seconden na het indrukken van de toets
Start/Stop geen keuze, dan springt het display terug naar het programmaverloop.
In het display verschijnt de volgende melding:
Als u een ander programma kiest, maar het klepje van het reservoir
voor het reinigingsmiddel is al open, moet u eventueel nog reinigingsmiddel doseren.
51
Extra functies
Starttijd
-- : --
Universeel
Temperatuur
55 °C
12:30Inschakelen om
Voorprogrammering
U kunt de starttijd van een programma opschuiven. U kunt kiezen uit
een waarde tussen 1minuut en 24 uur.
De functie “Voorprogrammering” moet in het menu “Instellingen”
wel zijn geactiveerd (zie “Instellingen , Voorprogrammering”).
Is de voorprogrammering gedeactiveerd, dan is de functie niet
zichtbaar als u de “Extra functies” oproept.
Bij gebruik van poedervormig reinigingsmiddel moet u er bij een
voorgeprogrammeerde start voor zorgen dat het reservoir voor het
reinigingsmiddel droog is. Wis het reservoir zo nodig droog.
Het reinigingsmiddel kan anders gaan klonteren en wordt mogelijk
niet volledig ingespoeld.
Starttijd instellen
Schakel de automaat met de toets in.
Kies het gewenste programma (zie “Bediening, Programma kie-
zen”). De LED van de toets Start/Stop knippert.
Druk op de toets OK.
Stel met de pijltoetsen (hoger) en (lager) de uren en minuten in
en bevestig de betreffende waarden met de toets OK.
Druk na het invoeren van de starttijd op de toets Start/Stop.
52
Daarna wordt het gekozen programma met de temperatuur en de
starttijd weergegeven.
Als u de ingestelde voorprogrammering voor de start wilt afbreken,
schakelt u de automaat met de toets uit.
Instellingen
Menu
Instellingen
Extra instellingen
Menu “Instellingen ” oproepen
Het menu voor de systeeminstellingen kunt u als volgt oproepen:
Schakel de automaat uit.
Houd de toets ingedrukt en schakel de automaat met de toets
in.
In het display verschijnt dan bijvoorbeeld het volgende:
Als u op dit menuniveau op de toets drukt, schakelt de elektronica terug naar de normale bedieningsfuncties.
Kies het menupunt Instellingen en open het bijbehorende menu
door op de toets OK te drukken.
Opties in het menu “Instellingen”
– Voorprogrammering
Voor het in- of uitschakelen van de voorprogrammering (zie “Voorprogrammering”).
– Taal
Voor het kiezen van de systeemtaal (zie “Taal einstellen”).
– Ontluchting DOS (alleen zichtbaar als er een DOS-module geacti-
veerd is)
Voor het ontluchten van doseersystemen (zie “Ontluchting DOS”).
– Datum
Voor het instellen van de datum en het datumformaat (zie “Datum
instellen”).
– Dagtijd
Voor het instellen van de dagtijd en het tijdformaat (zie “Dagtijd”).
– Volume
Voor het instellen van het volume van de toets- en de geluidssignalen (zie “Geluidssignalen”).
53
Instellingen
Menustructuur
De menustructuur geeft de fabrieksinstellingen aan.
Menu1. Submenu2. Submenu
1. Voorprogrammering Nee Ja
2. Taal deutsch
english (GB)
etc.....
3. OntluchtingDOS DOS 1
4. Datum Datumformaat
Instellen
5. Dagtijd Instellen Weergave
Tijdformaat
6. Volume Toetssignaal Geluidssignalen
DD:MM:JJ MM:DD:JJ
Tijd instellen Geen weergave
Aan 60 seconden aan
12 uur 24 uur
Programma-einde Melding
54
Instellingen
Voorprogrammering
Ja
Nee
(
Voorprogrammering
U kunt aangeven of de voorprogrammering in het menu “Extra
functies” moet worden weergegeven.
Als u de optie Nee kiest, wordt de voorprogrammering uit het menu
“Extra functies” verwijderd.
Als u een uitgestelde start wilt programmeren, moet Ja zijn gekozen.
Alleen dan wordt de functie onder “Extra functies” weergegeven en
kunt u de functie kiezen.
Voor het instellen van een starttijd zie ook “Extra functies, Voorprogrammering”.
Kies het menu “Instellingen”.
Kies Voorprogrammering en bevestig uw keuze met de toetsOK.
U heeft de volgende instelmogelijkheden:
– Nee
De voorprogrammering is uitgeschakeld en als extra functie niet
zichtbaar op het display.
– Ja
De voorprogrammering is ingeschakeld.
Kies de gewenste optie en bevestig uw keuze met de toetsOK.
55
Instellingen
Taal
,
;
(
english (GB)
deutsch
Taal instellen
De ingestelde systeemtaal wordt voor de displayweergave gebruikt.
Het vlaggetje achter het menu “Instellingen” en het woord “Taal”
dient als hulpmiddel voor het geval u per ongeluk een taal kiest die u
niet kent.
Kies dan het menupunt waar het vlaggetje achter staat en zoek het
submenu “Taal”.
Kies het menu Instellingen .
Kies Taal en bevestig uw keuze met de toetsOK.
In het display verschijnt een lijst met alle beschikbare talen.
Kies met de pijltoetsen en de gewenste taal en bevestig uw
keuze met de toetsOK.
56
Instellingen
Ontluchting DOS
DOS1
Ontluchting DOS
Deze optie is alleen zichtbaar als er een DOS-module aangesloten
is.
Het doseersysteem voor vloeibaar reinigingsmiddel kan alleen betrouwbaar doseren, als zich geen lucht in het systeem bevindt.
U moet een doseersysteem ontluchten als:
– u het doseersysteem voor het eerst gebruikt,
– het reservoir wordt vervangen,
– het doseersysteem is leeggezogen.
Om schade aan het doseersysteem te vermijden, moet u voor
het ontluchten controleren of het reservoir voor reinigingsmiddel
voldoende gevuld is en of de doseerlans goed vastgeschroefd is.
Kies het menu Instellingen .
Kies Ontluchting DOS en bevestig uw keuze met de toets OK.
Kies het betreffende doseersysteem en bevestig uw keuze met de
toets OK.
De automaat start daarna met de automatische ontluchting van het
gekozen doseersysteem. Na het ontluchten verschijnt de melding
Ontluchting doseersysteem DOS afgesloten.
Bevestig de melding met de toets OK.
57
Instellingen
Datum
Datumformaat
Instellen
Datumformaat
DD:MM:JJ
MM:DD:JJ
(
Datum
01 . 06 . 2013
Datum instellen
Kies het menu Instellingen .
Kies Datum en bevestig uw keuze met de toetsOK.
In het volgende menu kunt u kiezen uit:
– Datumformaat
Bij dit menupunt kunt u kiezen uit twee varianten voor de weergave
van de datum.
– Instellen
Via dit menupunt stelt u de datum in het gekozen formaat in.
Datumformaat
Instellen
Kies Datumformaat en bevestig uw keuze met de toetsOK.
DD staat voor de dag
MM staat voor de maand
JJ staat voor het jaar
Kies het gewenste formaat en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Kies Instellen en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Stel met de pijltoetsen (hoger) en (lager) de dag, de maand en
het jaar in en bevestig de betreffende waarde met de toetsOK.
58
Als u de dag, de maand en het jaar heeft ingesteld, springt de weergave automatisch weer terug naar het menu Datum.
Instellingen
Dagtijd
Instellen
Weergave
,
;
Dagtijd
12 : 00
Dagtijd instellen
Kies het menu Instellingen .
Kies Dagtijd en bevestig uw keuze met de toetsOK.
In het volgende menu kunt u kiezen uit:
– Instellen
Voor het instellen van de dagtijd.
– Weergave
Voor het weergeven van de dagtijd als de automaat bedrijfsklaar is.
– Tijdformaat
Voor het instellen van het tijdformaat.
Instellen
De automaat schakelt niet automatisch om van zomer- op wintertijd.
Dit moet door de gebruiker worden gedaan.
Kies Instellen en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Stel met de pijltoetsen (hoger) en (lager) de uren en minuten in
en bevestig de betreffende waarden met de toetsOK.
Als u de uren en minuten heeft ingesteld, springt de weergave automatisch weer terug naar het menu Dagtijd.
59
Instellingen
Weergave
Geen weergave
Aan
,
;
(
Tijdformaat
(
24 uur
12 uur
Weergave
Indien gewenst kan na afloop van de wachttijd (zie Extra instellingen,
Uitschakelen na) de dagtijd in het display worden weergegeven. De
LED van de toets knippert.
Als de dagtijd wordt weergegeven, is de automaat bedrijfsklaar. U
kunt de automaat reactiveren door op een willekeurige toets te drukken.
Kies Weergave en bevestig uw keuze met de toetsOK.
U heeft de volgende instelmogelijkheden:
– Geen weergave
De dagtijd wordt niet weergegeven. De automaat wordt na de ingestelde wachttijd uitgeschakeld.
– Aan
De dagtijd wordt na afloop van de wachttijd continu weergegeven.
Tijdformaat
– 60 seconden aan
De dagtijd wordt na afloop van de wachttijd 60seconden weergegeven. Na die 60 seconden wordt de automaat uitgeschakeld.
Kies de gewenste instelling en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Kies Tijdformaat en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Voor het weergeven van de dagtijd kunt u uit de volgende formaten
kiezen:
– 12 uur (am / pm)
– 24 uur
Kies het gewenste formaat en bevestig uw keuze met de toetsOK.
60
Instellingen
Volume
Toetssignaal
Geluidssignalen
Geluidssignalen
Programma-einde
Melding
Volume regelen
De automaat heeft een geïntegreerd akoestisch systeem. Het
systeem geeft akoestische signalen af als u toetsen bedient, na afloop van een programma en bij systeemmeldingen.
Kies het menu Instellingen .
Kies Volume en bevestig uw keuze met de toetsOK.
U heeft de volgende instelmogelijkheden:
– Toetssignaal
Voor het regelen van het volume van de toetssignalen.
– Geluidssignalen
Voor het instellen van het volume van de signalen die het programma-einde en meldingen aangeven.
Toetssignaal
Geluidssignalen
Kies Toetssignaal en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Stel het gewenste volume in (zie “Volume instellen”) en bevestig de
waarde met de toetsOK.
Kies Geluidssignalen en bevestig uw keuze met de toetsOK.
U heeft de volgende instelmogelijkheden:
– Programma-einde
Voor het instellen van het signaal na afloop van een programma.
– Melding
Voor het instellen van het signaal bij meldingen.
Kies de betreffende optie en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Stel het gewenste volume in (zie “Volume instellen”) en bevestig de
waarde met de toetsOK.
61
Instellingen
z
Toetssignaal
ZachterHarder
Volume instellen
Het volume wordt steeds op dezelfde manier ingesteld. De displayweergave is ook vergelijkbaar, bijvoorbeeld:
Stel het volume in met de pijltoetsen (harder) en (zachter).
Het ingestelde volume wordt op een balkje aangegeven. Op de laagste stand is het signaal uitgeschakeld.
Bevestig het ingestelde volume met de toetsOK.
Als u ca. 15 seconden geen instelling uitvoert, springt de besturing
terug naar het eerstvolgende hogere menuniveau, zonder de instelling op te slaan.
62
Extra instellingen
Menu
Instellingen
Extra instellingen
Menu “Extra instellingen” oproepen
Het menu voor de extra instellingen kunt u als volgt oproepen:
Schakel de automaat uit.
Houd de toets ingedrukt en schakel de automaat met de
toets in.
In het display verschijnt dan bijvoorbeeld het volgende:
Als u op dit menuniveau op de toets drukt, schakelt de elektronica terug naar de normale bedieningsfuncties.
Kies Extra instellingen en open het bijbehorende menu door op de
toetsOK te drukken.
Opties in het menu “Extra instellingen”
Dit menu kan met een PIN-code worden beveiligd (zie “Extra instellingen, Code”).
– Code
Voor het invoeren van een PIN-code en relevante instellingen (zie
“Code”).
– Dagboek
Voor het registreren van de verbruikswaarden en de bedrijfsuren
(zie “Dagboek”).
– Temperatuureenheid
Voor het kiezen van de temperatuureenheid °C of °F (zie “Temperatuureenheid”).
– Programma opschuiven
Voor het toewijzen van programma's aan de keuzetoetsen (zie “Programma opschuiven”).
– Extra functies
Voor het aanpassen van programmaparameters, zoals de watertoevoer, het tussenspoelen, de temperatuur, de houdtijd en de reinigingsmiddelconcentratie bij DOS-modules (zie “Extra functies”).
– Programmavrijgave
Voor het vastleggen van de programma's die op het bedieningsniveau zichtbaar moeten zijn (zie “Programmavrijgave”).
– Waterhardheid
Voor het instellen van de waterhardheid (zie “Waterhardheid” en
“Waterontharder”).
63
Extra instellingen
– Displayweergave
– Display
– Uitschakelen na
– Fabrieksinstelling
– Softwareversie
Voor het instellen van de displayweergave op de ingestelde of de
actuele temperatuur (zie “Displayweergave”).
Voor het instellen van het contrast en de lichtsterkte van het display
(zie “Display”).
Voor het activeren en deactiveren van het automatische uitschakelen (zie “Uitschakelen na”).
Voor het terugzetten van alle parameters op de fabrieksinstelling
(zie “Fabrieksinstelling herstellen”).
Voor het weergeven van de softwareversie (zie “Softwareversie”).
64
Extra instellingen
Menustructuur
De menustructuur geeft de fabrieksinstellingen aan.
Menu1. Submenu2. Submenu3. Submenu
1. Code Vrijgave
Code wijzigen
2. Dagboek Verbruik water Verbruik reiniger Verbruik naspoel-
middel
Bedrijfsuren Teller programma's Service-interval
3. Temperatuureen-
heid
4. Programma op-
schuiven
°C
°F
1. Kort
2. Universeel
3. Intensief
etc.
5. Extra functies Resetten
Meer water
Extra instellingen Code invoeren
Ja Nee
Ja Blokkeren
Tussenspoelen
Doseersystemen
Temperatuur / tijd
6. Programmavrijgave Alle Keuze
7. Waterhardheid
Ja Nee
DOS2 naspoelmid-
del
DOS 1
Kort Universeel Intensief
etc.
Kort
Universeel
etc.
Overnemen
Actief Inactief Ontluchting DOS Concentratie Naam wijzigen
Resetten Reinigen Naspoelen
65
Extra instellingen
Menu1. Submenu2. Submenu3. Submenu
8. Displayweergave Actuele tempera-
tuur
Ingestelde tempera-
tuur
9. Display Contrast Lichtsterkte
10. Uitschakelen na Ja
Contrast Instellen Lichtsterkte Instel-
len
Tijd instellen
Nee
11. Fabrieksinstelling Resetten Nee
Alleen progr.-instel-
lingen
Alle instellingen
12. SoftwareversieEB Id: XXXX
EGL Id: XXXX
EZL Id: XXXX
EFU Id: XXXX
66
Extra instellingen
Extra instellingen
Ja
Blokkeren
(
Code
Met een PIN-code kunt u diverse functies en systeeminstellingen van
de automaat beschermen tegen ongeautoriseerde toegang.
Kies het menu Extra instellingen.
Kies Code en open het bijbehorende menu door op de toetsOK te
drukken.
– Vrijgave
Om de toegang tot het menu Extra instellingen te beperken tot gebruikers met bepaalde rechten of om alle gebruikers vrij te geven.
– Code wijzigen
Voor het veranderen van de PIN-code.
Vrijgave
Code wijzigen
Kies de optie Vrijgave en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Kies Extra instellingen en bevestig uw keuze met de toetsOK.
U kunt uit de volgende instellingen kiezen:
– Ja
Het menu is voor alle gebruikers vrijgegeven.
– Blokkeren
De toegang tot het menu is met een PIN-code beveiligd.
Een vinkje markeert de actueel ingestelde status.
Kies de betreffende optie en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Kies de optie Code wijzigen en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Voer eerst de actuele PIN-code in (zie “Code invoeren”).
Voer vervolgens de nieuwe PIN-code in.
Als u het laatste cijfer bevestigt, wordt de nieuwe PIN-code opge-
slagen.
67
Extra instellingen
Code invoeren
0 0 0 0
K
OK
Verkeerde code
ingevoerd
PIN-code invoeren
Als u in het menu Vrijgave, Blokkeren heeft gekozen of als de toegang
tot de Extra instellingen al met een PIN-code is beveiligd, moet u de
PIN-code invoeren.
De instelmogelijkheden binnen het menu Extra instellingen zijn op deze manier voorbehouden aan gebruikers met bepaalde administratieve rechten.
Af fabriek staat de PIN-code op 8 0 0 0, als de toegang tot de Extra
instellingen geblokkeerd is.
In het display verschijnt bijvoorbeeld het volgende:
Stel met de pijltoetsen en de betreffende cijfers in en bevestig
elk cijfer met de toetsOK.
Als u op OK drukt, springt de markering automatisch naar de volgende invoermogelijkheid.
Het ingevoerde cijfer wordt door een sterretje * vervangen.
Als alle cijfers correct zijn ingevoerd, wordt de beschermde instelling
vrijgegeven.
Als u een verkeerde code invoert, verschijnt het volgende display:
Bevestig de melding met de toetsOK.
Het display springt terug naar het eerstvolgende hogere menuniveau.
68
Extra instellingen
Dagboek
,
;
Verbruik water
Verbruik reiniger
Dagboek
De besturing van de automaat registreert de verbruikswaarden voor
water, reinigingsmiddel en naspoelmiddel. Ook de bedrijfsuren, het
aantal programma's en de service-intervallen worden geregistreerd.
Kies het menu Extra instellingen.
Kies Dagboek en open het bijbehorende menu door op de toetsOK
te drukken.
U kunt uit de volgende weergavemogelijkheden kiezen:
– Verbruik water
Weergave van het totale waterverbruik in liters.
– Verbruik reiniger
Weergave van het totale reinigingsmiddelverbruik in liters (alleen bij
dosering via een DOS-module).
– Verbruik naspoelmiddel
Weergave van het totale naspoelmiddelverbruik in liters.
– Bedrijfsuren
Weergave van het totaal aantal bedrijfsuren.
– Teller programma's
Weergave van het totaal aantal programma's.
– Service-interval
Weergave van de datum van de volgende servicebeurt.
Kies de gewenste optie en bevestig uw keuze met de toetsOK.
De betreffende waarde wordt weergegeven.
Als u op de toets OK drukt, springt de besturing terug naar het eerstvolgende hogere menuniveau.
69
Extra instellingen
Temperatuureenheid
°C
°F
(
Temperatuureenheid
De temperatuur in het display kan in graden Celsius of in graden Fahrenheit worden weergegeven.
Kies het menu Extra instellingen.
Kies Temperatuureenheid en bevestig uw keuze met de toetsOK.
– °C
– °F
Kies met de pijltoetsen en de gewenste optie en bevestig uw
keuze met de toetsOK.
De temperatuur wordt in graden Celsius aangegeven.
De temperatuur wordt in graden Fahrenheit aangegeven.
70
Extra instellingen
Program. opschuiven
1.
2.
,
;
Kort
Universeel
1.
1.
2.
,
;
(
Program. opschuiven
Kort
Universeel
Programma opschuiven
U kunt de volgorde van de programma's en daarmee de definitie van
de keuzetoetsen veranderen.
De programma's die u het meest gebruikt, kunt u opschuiven naar de
programmaplaatsen 1-3. Deze programma's worden dan automatisch
aan de keuzetoetsen toegewezen.
Kies het menu Extra instellingen.
Kies Programma opschuiven en bevestig uw keuze met de toets OK.
Toewijzing toetsen
De programma's worden in de actuele volgorde weergegeven.
Kies met de pijltoetsen en uit de programmalijst het program-
ma dat u wilt opschuiven. Bevestig uw keuze met de toets OK.
Een vinkje markeert het gekozen programma.
Kies met de pijltoetsen en de gewenste programmaplaats en
bevestig uw keuze met de toetsOK.
Als u een programma naar voren schuift, worden de andere programma's een plaats naar achteren geschoven.
Als u een programma naar achteren schuift, worden de andere programma's een plaats naar voren geschoven.
71
Extra instellingen
Resetten
Ja
Nee
(
Extra functies
Hier kunt u afzonderlijke parameters instellen om het programmaverloop aan te passen aan specifieke verontreinigingen en om de reinigingskwaliteit te optimaliseren.
Kies het menu Extra instellingen.
Kies Extra functies en open het bijbehorende menu door op de
toetsOK te drukken.
In het volgende menu kunt u kiezen uit:
– Resetten
– Meer water
– Tussenspoelen
Het resetten van de gewijzigde parameters voor de extra functies
op de fabrieksinstelling.
Vergroting van de waterhoeveelheid bij alle reinigingsprogramma's.
Toevoeging van een extra keer tussenspoelen bij alle programma's,
waarbij tussenspoelen mogelijk is (zie “Programma-overzicht”).
Resetten
– Doseersystemen
Ontluchting en instelling van de dosering en de naam van de DOSmodules.
– Temperatuur / tijd
Wijziging van de temperatuur en de houdtijd voor de reinigings- en
naspoelfase van een bepaald programma.
Kies de optie Resetten en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Kies de optie Ja en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Alle parameters die bij de extra functies zijn gewijzigd, worden weer
op de fabrieksinstelling gezet.
72
Extra instellingen
Meer water
0,0 l
(0,0 - 1,5 l)
Tussenspoelen
Ja
Nee
(
Meer water (verhoogde waterhoeveelheid)
Tussenspoelen
Kies de optie Meer water en bevestig uw keuze met de toetsOK.
De waterhoeveelheid wordt in liters aangegeven en kan in stappen
van 0,5liter met maximaal 1,5liter worden verhoogd.
Kies met de pijltoetsen (hoger) en (lager) de gewenste water-
hoeveelheid en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Kies de optie Tussenspoelen en bevestig uw keuze met de
toetsOK.
U kunt uit de volgende opties kiezen:
– Ja
Extra tussenspoelen is ingeschakeld.
– Nee
Extra tussenspoelen is uitgeschakeld.
Kies de gewenste optie en bevestig uw keuze met de toetsOK.
73
Extra instellingen
Doseersystemen
DOS1
;
,
DOS2 naspoelmiddel
Actief
Inactief
,
;
DOS1
Doseersystemen
DOS
Kies de optie Doseersystemen en bevestig uw keuze met de
toetsOK.
Kies het gewenste doseersysteem en bevestig uw keuze met de
toetsOK.
U kunt uit de volgende instellingen kiezen:
– Actief
Het doseersysteem wordt geactiveerd.
– Inactief
Het doseersysteem wordt gedeactiveerd.
– Ontluchting DOS
Ontluchting van het doseersysteem, zodat het nauwkeurig kan doseren.
– Concentratie
De dosering van het reinigingsmiddel en/of het naspoelmiddel kan
aan een specifieke situatie worden aangepast.
– Naam wijzigen
De naam van het doseersysteem kan worden gewijzigd.
Bij DOS2 naspoelmiddel verschijnt alleen het menupunt Concentra-
tie.
De menupunten Ontluchting DOS, Concentratie en Naam wijzigen
zijn pas zichtbaar als u de instelling Actief heeft gekozen.
74
Extra instellingen
Concentratie
0,30 %
(0,01 - 2,00 %)
Concentratie
0,04 %
(0,01 - 2,00 %)
Ontluchting DOS
Concentratie instellen DOS
Om schade aan het doseersysteem te vermijden, moet u voor
het ontluchten controleren of de reservoirs voor reinigings- of naspoelmiddel voldoende gevuld zijn en of de doseerlansen goed
vastgeschroefd zijn.
Kies Ontluchting DOS en bevestig uw keuze met de toetsOK.
De automaat start met de automatische ontluchting van het doseersysteem.
In het display verschijnt de melding Ontluchting doseersysteem DOS
actief.
Na afloop verschijnt de melding Ontluchting doseersysteem DOS afge-
sloten.
Bevestig de melding met de toetsOK.
Houdt u zich bij de dosering aan de aanwijzingen van de betreffende fabrikanten.
Kies Concentratie en bevestig uw keuze met de toetsOK.
De concentratie wordt in procenten aangegeven. U kunt een waarde
instellen tussen 0,01 en 2,00%.
De ingestelde concentratie is van invloed op alle programma's.
Displayweergave bij DOS 1:
Als u de doseermodule DOS G 60 aansluit, moet de af fabriek ingestelde concentratie met de helft worden verminderd.
Displayweergave bij DOS2 naspoelmiddel en DOS4:
Kies met de pijltoetsen (hoger) en (lager) de gewenste concen-
tratie en bevestig uw keuze met de toetsOK.
75
Extra instellingen
Naam wijzigen
DOS1<_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
P
OK
#
a
ä b c
.
Naam wijzigen
DOS
Kies Naam wijzigen en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Op de middelste regel verschijnt de actuele naam. U kunt de naam
bewerken met de opties uit de onderste regel.
De naam DOS blijft als vast onderdeel van de naam staan en kan niet
worden gewijzigd.
Op de bovenste regel verschijnt steeds de gekozen optie.
Zet met de pijltoetsen (navigeren naar rechts) en (navigeren
naar links) de cursor op de gewenste optie.
Bevestig elke optie afzonderlijk met de toetsOK.
U kunt uit de volgende opties kiezen:
– De letters van A - Z;
waarbij elk nieuw woord automatisch met een hoofdletter begint.
– Cijfers van 0 - 9
– Spatie
– Als u het symbool kiest, wist u steeds het laatste teken van de
weergegeven naam.
– Als u OK kiest, wordt de naam opgeslagen.
– Met het symbool beëindigt u de functie, zonder de wijzigingen
op te slaan.
76
Extra instellingen
Programma kiezen
Kort
Universeel
,
;
Kort
Resetten
Reinigen
,
;
Temperatuur / tijd
De temperatuur en de houdtijd van de reinigings- en naspoelfase kunt
u bij sommige programma's wijzigen (zie “Programma-overzicht”).
Kies Temperatuur / tijd en bevestig uw keuze met de toetsOK.
U kunt uit de volgende opties kiezen:
– Resetten
De gewijzigde waarden van het gekozen programma worden weer
op de fabrieksinstellingen gezet.
– Reinigen
Aanpassingsmogelijkheid voor de temperatuur en de houdtijd van
de reinigingsfase.
– Naspoelen
Aanpassingsmogelijkheid voor de temperatuur en de houdtijd van
de naspoelfase.
77
Extra instellingen
Kort
Houdtijd
Naspoeltemperatuur
,
;
Naspoeltemperatuur
50
°C
(30 - 70 °C)
Houdtijd
1min
(0 - 10 min)
Reiniging / naspoelen
Het uitvoeren van de instellingen voor Reinigen en Naspoelen gebeurt
steeds op dezelfde manier. Ook de displayweergave is vergelijkbaar.
Kies de optie Reinigen of Naspoelen en bevestig uw keuze met de
toets OK.
Kies het gewenste programma en bevestig uw keuze met de toets
OK.
U kunt uit de volgende instellingen kiezen:
– Temperatuur / Naspoeltemperatuur
De temperatuur van de reinigingsfase c.q. de naspoeltemperatuur
van de naspoelfase kan worden gewijzigd.
– Houdtijd
De houdtijd voor de temperatuur kan worden gewijzigd.
Naspoeltemperatuur
Houdtijd
Kies Temperatuur of Naspoeltemperatuur en bevestig uw keuze met
de toets OK.
U kunt de temperatuur van de reinigings- en naspoelfase wijzigen in
stappen van 1°C. U kunt een waarde instellen tussen 30 en 70°C.
Kies met de pijltoetsen (hoger) en (lager) de gewenste tempe-
ratuur en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Kies Houdtijd en bevestig uw keuze met de toets OK.
De weergave van de houdtijd is in minuten. U kunt een tijd instellen
tussen 0 en 10minuten in stappen van 1minuut.
78
Kies met de pijltoetsen (hoger) en (lager) de gewenste houdtijd
en bevestig uw keuze met de toets OK.
Extra instellingen
Programmavrijgave
Alle
Keuze
(
Programmavrijgave
Kort
Universeel
,
;
9
9
Programmavrijgave
U kunt bepaalde programma's voor het bedieningsniveau blokkeren.
Af fabriek zijn alle programma's vrijgegeven.
Kies het menu Extra instellingen.
Kies Programmavrijgave en open het bijbehorende menu door op de
toets OK te drukken.
U kunt uit de volgende instellingen kiezen:
– Alle
Alle programma's zijn voor het bedieningsniveau vrijgegeven.
– Keuze
Keuzemogelijkheid om bepaalde programma's voor het bedieningsniveau te blokkeren.
Programma's
voor het bedieningsniveau blokkeren
Kies Keuze en bevestig uw keuze met de toets OK.
Kies de programma's die u voor het bedieningsniveau wilt blokke-
ren en druk op de toets OK.
Het vinkje wordt uit het vakje verwijderd en daarmee is het programma voor het bedieningsniveau geblokkeerd.
Om uw keuze op te slaan, kiest u Overnemen en bevestigt u uw
keuze met de toets OK.
Als programma's voor de bediening zijn geblokkeerd, wordt bij het
opnieuw oproepen van de programmavrijgave Keuze geselecteerd.
79
Extra instellingen
Displayweergave
Actuele temperatuur
Ingestelde temperatuur
(
Waterhardheid
Met dit menu kunt u de waterontharder op de waterhardheid van het
leidingwater instellen.
Voor meer informatie zie “Regenereerzout bijvullen”.
Displayweergave
Op het display kan tijdens het programmaverloop op de tweede regel
de ingestelde of de actuele temperatuur worden weergegeven.
Kies het menu Extra instellingen.
Kies Displayweergave en open het bijbehorende menu door op de
toetsOK te drukken.
U kunt uit de volgende instellingen kiezen:
– Actuele temperatuur
Weergave van de actuele temperatuur tijdens een programma (de
waarde varieert tijdens het programma).
– Ingestelde temperatuur
Weergave van de ingestelde temperatuur voor het spoelblok “Reinigen” of “Naspoelen” (de maximale waarde wordt statisch weergegeven en van stap tot stap geactualiseerd).
Kies de gewenste weergave-optie en bevestig uw keuze met de
toetsOK.
80
Extra instellingen
Display
Contrast
Lichtsterkte
{
Contrast
MinderMeer
Lichtsterkte
{
DonkerderLichter
Display
Via het displaymenu kunt u het contrast en de lichtsterkte van het display aanpassen.
Kies het menu Extra instellingen.
Kies Display en open het bijbehorende menu door op de toetsOK te
drukken.
U kunt uit de volgende instellingen kiezen:
– Contrast
Contrast instellen.
– Lichtsterkte
Lichtsterkte instellen.
Contrast
Lichtsterkte
Kies de optie Contrast en bevestig uw keuze met de toetsOK.
De contrastinstelling wordt weergegeven in de vorm van een balkje
op het display.
Kies met de pijltoetsen (meer) en (minder) het gewenste con-
trast en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Kies de optie Lichtsterkte en bevestig uw keuze met de toetsOK.
De instelling van de lichtsterkte wordt weergegeven in de vorm van
een balkje op het display.
Kies met de pijltoetsen (lichter) en (donkerder) de gewenste
lichtsterkte en bevestig uw keuze met de toetsOK.
81
Extra instellingen
Uitschakelen na
Ja
Nee
(
Uitschakelen na
60 min
(5 - 60 min)
Uitschakelen na
Tijdens reinigingspauzes kan de afwasautomaat worden uitgeschakeld om energie te besparen of bedrijfsklaar worden gehouden, als
onder Instellingen , Dagtijd, Weergave een optie is gekozen.
Als het apparaat bedrijfsklaar is, verschijnt de dagtijd in het display.
Kies het menu Extra instellingen.
Kies Uitschakelen na en open het bijbehorende menu door op de
toetsOK te drukken.
U kunt uit de volgende opties kiezen:
– Ja
Als de uitschakelfunctie is ingeschakeld, kunt u een tijdstip vastleggen, waarna de uitschakelfunctie wordt geactiveerd.
Uitschakeltijd instellen
– Nee
De uitschakelfunctie is uitgeschakeld.
Kies de optie Ja en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Af fabriek is de uitschakeltijd op 60minuten ingesteld. U kunt een
waarde instellen tussen 5 en 60minuten (in stappen van 5minuten).
Kies met de pijltoetsen (hoger) en (lager) de gewenste uitscha-
keltijd en bevestig uw keuze met de toetsOK.
82
Extra instellingen
Fabrieksinstelling
Resetten
Resetten
Nee
Alleen progr.-instellingen
,
;
(
Fabrieksinstelling
Via “Fabrieksinstelling” kunt u alle gewijzigde parameters van de automaat of de gewijzigde waarden van de programma's weer op de fabrieksinstellingen zetten.
Kies het menu Extra instellingen.
Kies Fabrieksinstelling en open het bijbehorende menu door op de
toetsOK te drukken.
U kunt uit de volgende opties kiezen:
– Nee
De gewijzigde parameters worden niet gereset.
– Alleen progr.-instellingen
Alleen de gewijzigde waarden van de programma's worden weer op
de fabrieksinstellingen gezet.
– Alle instellingen
Alle gewijzigde parameters van de automaat worden weer op de fabrieksinstellingen gezet.
Kies de gewenste optie en bevestig uw keuze met de toetsOK.
Als u Alleen progr.-instellingen of Alle instellingen kiest, wordt de automaat opnieuw gestart. Na de herstart wordt u verzocht bepaalde basisparameters opnieuw in te voeren, zoals de taal, de datum, de dagtijd en de waterhardheid.
Voer de weergegeven parameters taal, datum, dagtijd, etc. in.
De invoer wordt opgeslagen. Aansluitend verschijnt het laatst gebruikte programma weer op het display.
83
Extra instellingen
Softwareversie
EB Id: XXXX
EGL Id: XXXX
,
;
Softwareversie
Weergave van de versies van de afzonderlijke software-units.
Kies het menu Extra instellingen.
Kies Softwareversie en open het bijbehorende menu door op de
toetsOK te drukken.
De software van de afzonderlijke units wordt getoond, waarbij XXXX
de versie aangeeft.
– EB Id: XXXX
– EGL Id: XXXX
De softwareversie van de bedienings- en weergave-unit.
De softwareversie van de besturingskaart.
– EZL Id: XXXX
De softwareversie van de relaiskaart.
– EFU Id: XXXX
De softwareversie van de frequentieomvormer.
Wijzigingen en updates van de softwareversies kunnen alleen door
Miele worden uitgevoerd.
84
Reiniging en onderhoud
Onderhoud
Om de levensduur van de automaat te verlengen, adviseert Miele minimaal eens per jaar onderhoud te laten uitvoeren. Laat dit onder-
houd door Miele uitvoeren.
Het onderhoud omvat de volgende punten:
– Elektrische veiligheid volgens de daarvoor geldende regels
– Deurmechanisme en deurdichting
– Schroefkoppelingen en aansluitingen in de spoelruimte
– Watertoe- en -afvoer
– Interne en externe doseersystemen
– Sproeiarmen
– Zeefcombinatie
– Zeefhuis met afvoerpomp en terugslagklep
– Alle rekken en inzetten
In het kader van het onderhoud:
– wordt een programma als testrun afgewerkt,
– wordt op lekkage gecontroleerd,
– worden alle veiligheidsrelevante meetsystemen gecontroleerd (fout-
meldingen),
– worden de veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd.
85
Reiniging en onderhoud
Verwijder verontreinigingen op het bedieningspaneel en het
front bij voorkeur meteen.
Als verontreinigingen te lang inwerken, kunt u ze soms niet meer
verwijderen en kunnen de oppervlakken verkleuren of aangetast
worden.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren of aangetast worden als ze
met verkeerde reinigingsmiddelen in aanraking komen.
Bedieningspaneel reinigen
Reinig het bedieningspaneel alleen met een schoon sponsdoekje,
afwasmiddel en warm water of met een schoon, vochtig microvezeldoekje. Droog het paneel daarna af met een zachte doek.
Gebruik geen schuurmiddelen!
Deze kunnen het oppervlak beschadigen.
Front reinigen
Reinig het roestvrijstalen front alleen met een vochtige doek en ge-
woon afwasmiddel of met een niet-schurend reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
Om te voorkomen dat het oppervlak snel weer vuil wordt (vingerafdrukken, etc.), kunt u het vervolgens met een onderhoudsmiddel voor
roestvrij staal behandelen (bijvoorbeeld Neoblank, verkrijgbaar bij
Miele).
Gebruik geen schoonmaakmiddelen met ammonia of nitraat- en
kunstharsverdunningen!
Deze middelen kunnen het oppervlak beschadigen.
De automaat en de directe omgeving ervan mogen niet met water (waterslang of hogedrukreiniger) worden afgespoten.
Spoelruimte reinigen
Als u steeds de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel gebruikt, is de
spoelruimte grotendeels zelfreinigend.
Mochten er toch kalk- of vetafzettingen ontstaan, dan kunt u deze
met een speciaal reinigingsmiddel verwijderen (verkrijgbaar bij Miele).
86
Reiniging en onderhoud
Deurdichting en deur reinigen
Neem de deurdichtingen, ook onder de deur, regelmatig met een
vochtige doek af en verwijder eventuele etensresten.
Verwijder gemorste etens- en drankresten van de zijkanten en de
scharnieren van de deur.
Verwijder bij vrijstaande apparaten met sokkelpaneel eventuele ver-
ontreinigingen uit het gootje onder bij de deur.
Ga daarbij voorzichtig te werk, want de randen kunnen scherp
zijn.
U kunt zich snijden.
Deze oppervlakken horen niet bij de spoelruimte. Omdat de waterstralen daar niet kunnen komen, kan zich schimmel vormen.
Zeven in de spoelruimte reinigen
Op de bodem van de spoelruimte bevindt zich een zeefcombinatie.
Deze houdt het ergste vuil tegen dat in het afwaswater zit. Op deze
manier wordt voorkomen dat het vuil in het circulatiesysteem komt en
dat de sproeiarmen verstopt raken.
Grove zeef reinigen
Zonder de zeven mag de automaat niet worden gebruikt!
De zeefcombinatie moet regelmatig worden gecontroleerd en gereinigd.
Waarschuwing!
Pas op voor eventuele glassplinters!
Druk de opstaande lipjes iets samen en haal de zeef eruit.
Spoel de zeef grondig af onder stromend water. U kunt eventueel
een afwasborstel gebruiken.
Plaats de zeef weer terug. Controleer of de zeef goed vastklikt.
87
Reiniging en onderhoud
Vlakke zeef en microfilter reinigen
Verwijder de grove zeef.
Pak het microfilter bij de bovenste rand vast en draai het filter in de
richting van de pijl.
Verwijder het filter.
Verwijder de vlakke zeef.
Spoel de zeven grondig af onder stromend water. U kunt eventueel
een afwasborstel gebruiken.
Plaats de zeefcombinatie in omgekeerde volgorde weer terug. Het
microfilter moet vastklikken (naar links draaien).
De vlakke zeef moet strak op de bodem van de spoelruimte aansluiten.
Als de zeven niet correct zijn geplaatst, kunnen de sproeiarmen
verstopt raken.
88
Reiniging en onderhoud
Sproeiarmen reinigen
De automaat heeft drie verschillende sproeiarmen.
Er kunnen verontreinigingen in de sproeikoppen en de lagering van
de sproeiarmen terechtkomen. Controleer de sproeiarmen dan ook
regelmatig.
Schakel de automaat uit.
Trek de bovenste sproeiarm er naar onderen toe af.
De middelste en de onderste sproeiarm hebben een bajonetsluiting.
De bajonetsluiting van de onderste sproeiarm is geel gekleurd, om te
voorkomen dat u de sluiting verwisselt met die van de middelste
sproeiarm.
Om de bajonetsluiting los te maken, gaat u als volgt te werk:
Draai de middelste sproeiarm aan de gekartelde ring tot de aan-
slag naar links en trek de arm er naar beneden toe af.
Trek het onderrek naar buiten.
Draai de onderste sproeiarm aan de gekartelde ring tot de aanslag
in de richting van de pijl en trek de arm er naar boven toe af.
89
Reiniging en onderhoud
Druk de verontreinigingen in de sproeikoppen met een spits voor-
werp in de sproeiarm.
Spoel de sproeiarmen onder stromend water goed af.
Plaats de sproeiarmen terug en controleer of ze vrij kunnen ronddraaien.
Plaats de sproeiarm met de gele bajonetsluiting onder in de spoelruimte.
90
Nuttige tips
U kunt de meeste problemen die in het dagelijkse gebruik kunnen voorkomen zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u de Miele Service
niet hoeft in te schakelen.
Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een probleem te vinden en het probleem
te verhelpen. Houdt u daarbij echter rekening met het volgende:
Reparaties mogen alleen door de Miele Service, een door Miele erkende vakhandelaar of een gekwalificeerde vakkracht worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde
reparaties kunnen een groot gevaar opleveren voor de gebruiker.
Storingen in de watertoevoer/waterafvoer
ProbleemOorzaak en oplossing
Het display blijft donker en
het Start/Stop-lampje
knippert niet, nadat de automaat met de toets is
ingeschakeld.
De automaat functioneert
niet meer.
Stroomstoring tijdens gebruik.
De stekker is niet ingestoken.
Steek de stekker in de contactdoos.
De zekering heeft gereageerd.
Controleer de zekeringen
(minimale sterkte: zie typeplaatje).
De zekering heeft gereageerd.
Controleer de zekeringen (minimale sterkte: zie type-
plaatje).
Neem contact op met Miele als de zekering opnieuw rea-
geert.
Treedt er tijdens een programma een tijdelijke stroomstoring op, dan hoeft u geen maatregelen te nemen.
Het programma wordt vanaf het punt van de onderbreking
voortgezet.
Komt tijdens de stroomstoring de temperatuur in de
spoelruimte onder de minimumwaarde die voor een programmablok geldt, dan wordt het programmablok herhaald.
Bij een stroomstoring van ≥20uur wordt het hele programma herhaald.
In het display verschijnt
een van de volgende fout-
Voordat u de storing oplost:
Schakel de vaatwasser met de toets uit.
meldingen:
Watertoevoer controlerenEr is een probleem met de watertoevoer.
Draai de waterkraan helemaal open.
Reinig de zeef in de watertoevoer (zie “Reiniging en on-
derhoud”).
91
Nuttige tips
ProbleemOorzaak en oplossing
Fout 403-405Als in het display de melding Watertoevoer controleren ver-
schijnt, controleert de besturing om de 30seconden de
watertoevoer. Als na drie pogingen geen water is toegevoerd, verschijnt een van deze foutcodes in het display en
wordt het programma afgebroken.
Draai de waterkraan helemaal open.
Schakel de automaat weer in.
Kies het gewenste programma.
Druk op de toets Start/Stop.
Fout 406-408Er is een probleem met de watertoevoer.
Als de waterdruk te laag is, verschijnt een van deze foutcodes in het display en wordt het programma afgebroken.
De waterdruk bij de wateraansluiting is te laag (zie “Tech-
nische gegevens”). Informeer bij Miele naar de mogelijke
oplossingen.
Fout 412-414Er is een probleem met de watertoevoer.
Als de waterdruk te hoog is, verschijnt een van deze foutcodes in het display en wordt het programma afgebroken.
De waterdruk bij de wateraansluiting is te hoog (zie
“Technische gegevens”). Informeer bij Miele naar de mogelijke oplossingen.
Fout 492, 504, 541Er is een probleem met de programmastart. Mogelijk be-
vindt zich nog water in de spoelruimte.
Reinig de zeefcombinatie (zie “Reiniging en onderhoud”).
Reinig de terugslagklep (zie “Storingen verhelpen”).
Fout 550Het Waterproof-systeem heeft gereageerd.
Draai de waterkraan dicht.
Neem contact op met Miele.
Fout578De uitschakeling wegens piekbelasting duurt langer dan
3uur.
Laat uw elektriciteitsnet en uw energiemanage-
mentsysteem door een vakman controleren.
Waterafvoer controlerenEr is een probleem met de waterafvoer. Mogelijk bevindt
zich nog water in de spoelruimte.
Reinig de zeefcombinatie (zie “Reiniging en onderhoud”).
Reinig de afvoerpomp (zie “Storingen verhelpen”).
Reinig de terugslagklep (zie “Storingen verhelpen”).
Verwijder eventuele knikken of lussen in de afvoerslang.
92
ProbleemOorzaak en oplossing
Nuttige tips
Fout XXX
(XXX staat voor een nummer)
Er is mogelijk sprake van een technische storing.
Na 10seconden:
Schakel de automaat weer in.
Kies het gewenste programma.
Druk op de toets Start/Stop.
Verschijnt de foutmelding opnieuw, dan is er sprake van
een technische storing.
Neem contact op met Miele.
93
Nuttige tips
Ongewoon gedrag van de bedrijfsafwasautomaat
ProbleemOorzaak en oplossing
In het display staat Pro-
gramma beëindigd en u kunt
geen programma kiezen of
starten.
De automaat reageert niet
op de toetsen. De controlelampjes en het display
zijn donker.
Het display geeft de volgende storing aan:
Deksel zoutreservoir niet
goed dicht
Het klepje van het reinigingsmiddelreservoir kan
niet worden gesloten.
Na afloop van het programma zit er een vocht
op de binnenkant van de
deur en mogelijk ook op
de binnenwanden.
Dat is geen storing.
Open en sluit de deur.
De automaat moet daarbij ingeschakeld zijn.
De automaat is na de ingestelde uitschakeltijd uitgeschakeld om energie te besparen.
Druk op de toets om de automaat weer in te schake-
len.
Het deksel van het zoutreservoir zit niet goed dicht.
Sluit het deksel van het zoutreservoir.
Er zijn resten reinigingsmiddel achtergebleven die de sluiting blokkeren.
Verwijder de resten.
Dit is geen storing
Het is de normale werking van het droogsysteem.
Het vocht verdampt na korte tijd.
Na afloop van een programma zit er water in de
spoelruimte.
Piekbelasting
Voordat u het probleem oplost:
Schakel de automaat met de toets uit.
De zeefcombinatie in de spoelruimte is verstopt.
Reinig de zeefcombinatie (zie “Reiniging en onderhoud”).
De afvoerpomp of de terugslagklep is geblokkeerd.
Reinig de afvoerpomp of de terugslagklep. Zie hoofd-
stuk: “Storingen verhelpen”.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Haal de knik uit de afvoerslang.
De sifon ter plaatse is verstopt.
Controleer en reinig de sifon.
Dit is geen storing!
Uw energiemanagementsysteem heeft een piekbelasting
in uw energievoorziening vastgesteld. Bepaalde onderdelen van uw afwasautomaat pauzeren tijdens deze piekbelasting.
94
Geluiden
ProbleemOorzaak en oplossing
Nuttige tips
Een knallend geluid uit de
spoelruimte.
Een rammelend geluid uit
de spoelruimte.
Knallende geluiden in de
waterleiding.
Een sproeiarm slaat tegen het serviesgoed aan.
Onderbreek het programma en verplaats het serviesgoed
dat de sproeiarm in de weg zit.
Het serviesgoed beweegt in de spoelruimte.
Onderbreek het programma en ruim het serviesgoed zo
in dat het niet meer rammelt.
Er bevindt zich een voorwerp in de afvoerpomp dat er niet
hoort, bijvoorbeeld een kersenpit.
Verwijder dit voorwerp uit de afvoerpomp (zie “Afvoer-
pomp en terugslagklep reinigen”).
Dit wordt mogelijk veroorzaakt door de waterleiding ter
plaatse c.q. door een waterleiding met een te geringe diameter.
Dit heeft geen invloed op de werking van de afwasautomaat.
Neem eventueel contact op met een installateur.
95
Nuttige tips
Teleurstellend spoelresultaat
ProbleemOorzaak en oplossing
Het serviesgoed is niet
schoon.
Het serviesgoed is niet goed geplaatst. De waterstralen
konden er niet bij.
Houdt u zich aan de aanwijzingen uit het hoofdstuk “Ge-
bruik, Spoelgoed inruimen”.
Het gekozen programma was niet geschikt.
Kies een geschikt programma (zie “Programma-over-
zicht”).
Er is te weinig reinigingsmiddel gedoseerd.
Gebruik meer reinigingsmiddel.
Het reinigingsmiddel is niet geschikt voor de verontreiniging.
Ga over op een ander reinigingsmiddel.
De sproeiarmen zijn door servies geblokkeerd.
Verplaats het servies en draai de sproeiarmen een keer
met de hand.
De zeefcombinatie is niet schoon of niet goed geplaatst.
Als gevolg daarvan kunnen ook de sproeikoppen verstopt
zijn.
Reinig de zeefcombinatie of plaats deze goed.
Reinig indien nodig ook de sproeikoppen (zie “Reiniging
en onderhoud”).
Op glazen en bestek ontstaan sluiers. Glaswerk
krijgt een blauwe glans.
De afzettingen kunnen
worden afgewist.
Het serviesgoed wordt niet
droog of er zitten vlekken
op glazen en bestek.
De terugslapklep is in geopende toestand geblokkeerd. Er
is vuil water in de spoelruimte teruggestroomd.
Reinig de afvoerpomp en de terugslagklep (zie “Sto-
ringen verhelpen”).
Wijzig eventueel de temperatuur en/of de houdtijd van het
gebruikte programma.
Voer de gewenste aanpassing uit (zie “Extra instellingen,
Extra functies”).
Er is te veel naspoelmiddel gedoseerd.
Verlaag de doseerhoeveelheid (zie “Extra instellingen,
Extra functies, Doseersystemen”).
Er is te weinig naspoelmiddel gedoseerd of het reservoir is
leeg.
Vul het reservoir, doseer meer naspoelmiddel of neem
een ander naspoelmiddel (zie “Naspoelmiddel doseren”).
96
ProbleemOorzaak en oplossing
Nuttige tips
Er vormt zich een wit laagje op het servies. De glazen en het bestek worden
dof. De afzettingen kunnen
worden afgewist.
De glazen krijgen een
bruin-blauwe kleur. De
aanslag kan niet worden
afgeveegd.
Glazen worden dof en verkleuren. De aanslag is niet
te verwijderen.
Er zitten nog theevlekken
of lippenstift op het servies.
Er is te weinig naspoelmiddel gedoseerd.
Verhoog de dosering (via “Extra instellingen, Extra
functies, Doseersystemen”).
Er zit geen zout in het zoutreservoir.
Vul regenereerzout bij (zie “Het doseren van regenereer-
zout”).
U heeft bij het programmeren van de waterhardheid een te
lage waarde ingesteld.
Stel de juiste waarde in (zie “Extra instellingen, Water-
hardheid”).
Het reinigingsmiddel bevat stoffen die zich op de glazen
hebben afgezet.
Ga direct over op een ander reinigingsmiddel.
De glazen kunnen niet in de afwasautomaat worden afgewassen.
Koop glazen die wel geschikt zijn voor de afwasauto-
maat.
De temperatuur van het gekozen programma is te laag geweest.
Kies een programma met een hogere temperatuur.
Kunststof delen zijn verkleurd.
Er zitten roestvlekken op
het bestek.
De bleekwerking van het reinigingsmiddel is te gering.
Ga over op een ander reinigingsmiddel.
Natuurlijke kleurstoffen, bijvoorbeeld van wortels of tomaten, kunnen hiervan de oorzaak zijn. De hoeveelheid reinigingsmiddel of de bleekwerking ervan is voor deze kleurstoffen te gering geweest.
Gebruik meer reinigingsmiddel (zie “Bediening, Reini-
gingsmiddel”).
Delen die al verkleurd zijn, krijgen hun oorspronkelijke kleur
niet terug.
Na het bijvullen van het reservoir voor regenereerzout is
het programma “Koud” niet gestart. De zoutresten zijn
met het reinigingswater meegevoerd.
Start na het doseren van regenereerzout het program-
ma “Koud” (zonder spoelgoed).
De betreffende delen zijn onvoldoende roestbestendig.
Koop bestek dat geschikt is voor de afwasautomaat.
97
Storingen verhelpen
Zeefje in de schroefkoppeling van de watertoevoer reinigen
Om de watertoevoerslang tegen verontreinigingen in het water te beschermen is in de schroefkoppeling een zeefje ingebouwd. Wanneer
het zeefje vuil is, loopt er te weinig water in de spoelruimte.
De kunststof behuizing van de waterproofventielen bevat een
elektrisch onderdeel.
Dompel dit niet in vloeistof.
Tip
Bevat het water veel bezinksel, dan raden wij u aan om een grote zeef
in de schroefkoppeling van de watertoevoer aan te brengen.
Een dergelijk zeefje is leverbaar bij de Miele-vakhandelaar en rechtstreeks bij Miele.
Zeefje reinigen
Haal de spanning van het apparaat door het eerst uit te schakelen
en daarna de stekker uit het stopcontact te trekken.
Draai de waterkraan dicht.
Schroef de toevoerslang van de kraan af.
Pak het rubberen dichtingsringetje uit de schroefkoppeling.
Trek het zeefje er met een combinatie- of punttang uit en reinig het.
Zet het zeefje en het rubberen dichtingsringetje er weer in. Let er
daarbij op dat ze allebei goed zitten!
98
Schroef de watertoevoerslang weer aan de kraan. Let er daarbij op
dat schroefkoppeling en kraan precies op elkaar passen.
Draai de kraan open.
Loopt er nog water uit, dan heeft u de schroefkoppeling niet vast genoeg aangedraaid of scheef op de kraan gedraaid.
Zet de watertoevoerslang recht op de kraan en schroef ze stevig
aan elkaar vast.
Storingen verhelpen
Afvoerpomp en terugslagklep reinigen
Als het spoelwater aan het einde van een programma niet is afgepompt, kan dit eraan liggen dat de afvoerpomp of de terugslagklep
door voorwerpen wordt geblokkeerd. Deze kunnen eenvoudig worden
verwijderd.
Haal de spanning van de automaat door het apparaat uit te schake-
len en de stekker uit de contactdoos te halen of de zekering dan
wel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit te schakelen.
Haal de zeefcombinatie uit de spoelruimte (zie “Reiniging en onder-
houd”).
Klap de afsluitbeugel opzij.
Til de terugslagklep omhoog en spoel deze onder stromend water
goed af.
Het ontluchtingsgaatje aan de buitenkant van de terugslagklep mag
niet verstopt zijn (alleen in gedemonteerde staat zichtbaar). Maak
het gaatje zo nodig weer open. Gebruik hiervoor een spits voorwerp.
99
Storingen verhelpen
Onder de terugslagklep bevindt zich de afvoerpomp (zie pijl).
Controleer voordat u de terugslagklep terugplaatst of voorwerpen
de afvoerpomp blokkeren.
Plaats de terugslagklep correct terug en vergrendel deze met de af-
sluitbeugel.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.