Miele KM 6357, KM 6358, KM 6379, KM 6386, KM 6387 assembly instructions

Gebruiks- en montagehandleiding
Inductiekookplaten KM 6357 / KM 6358 KM 6379 KM 6386 / KM 6387
Lees beslist de gebruiks- en montage­handleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 09 496 130
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................4
Algemeen .......................................................13
Modellen ........................................................13
KM 6357 / KM 6358 .............................................13
KM 6379 ......................................................14
KM 6386 / KM 6387 .............................................15
Bedieningspaneel .................................................16
Kookzones .......................................................18
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................21
Vóór het eerste gebruik............................................22
Eerste reiniging ...................................................22
Ingebruikneming ..................................................22
Inductie .........................................................23
Principe .........................................................23
Geluiden ........................................................24
De juiste pannen ..................................................25
Tabel vermogensstanden ..........................................26
Bediening .......................................................27
Principe van de bediening...........................................27
Kookplaat inschakelen..............................................28
Kookzone inschakelen..............................................28
Vermogensstand instellen ...........................................28
Vermogensstand wijzigen ...........................................28
PowerFlex-kookvlak ................................................29
Aankookautomaat .................................................30
Booster..........................................................32
Warmhouden .....................................................34
Uitschakelen en restwarmte-indicatie ..................................35
Tips om energie te besparen .......................................36
Timer ...........................................................37
Kookwekker ......................................................38
Kookzone automatisch uitschakelen ...................................41
Timerfuncties tegelijk gebruiken ......................................42
2
Inhoud
Beveiligingen ....................................................43
Vergrendeling instellingen / apparaat ..................................43
Stop&Go .......................................................45
Veiligheidsuitschakeling ............................................46
Oververhittingsbeveiliging ...........................................47
Reiniging en onderhoud ...........................................48
Programmering ..................................................50
Nuttige tips .....................................................53
Bij te bestellen accessoires ........................................57
Con|ctivity en Miele|home ........................................61
Kookplaat aanmelden ..............................................61
Kookplaat afmelden................................................62
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen.............................63
Veiligheidsafstanden ..............................................64
Kookplaten met randlijst / facetrand .................................68
Aanwijzingen voor het inbouwen ......................................68
Inbouwmaten .....................................................69
KM 6357 ......................................................69
KM 6379 ......................................................70
KM 6386 ......................................................71
Inbouwen ........................................................72
Kookplaten zonder randlijst ........................................73
Inbouwmaten .....................................................73
KM 6358 ......................................................73
KM 6387 ......................................................74
Inbouwen ........................................................75
Elektrische aansluiting ............................................78
Aansluitkabel .....................................................79
Aansluitschema ...................................................80
Klantcontacten / typeplaatje / garantie ...............................81
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig heid, gebruik en onderhoud.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
-
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verantwoord gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
~
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
Gebruik het apparaat voor het bereiden en warmhouden van ge
~
rechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
~
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing! De personen die het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu
~
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe
~
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen.
~
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het
~
apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Het apparaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
~
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand, totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat.
Verstikkingsgevaar!
~
Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trek­ken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
-
-
-
Verbrandingsgevaar!
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn in kast jes boven of achter het apparaat. De kinderen klimmen anders mis schien op het apparaat.
Verbrandingsgevaar!
~
Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het apparaat kunnen trekken.
Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat
~
niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen.
6
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa
~
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn geautoriseerd.
Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
Controleer het voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een be schadigd apparaat nooit in gebruik.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecte­ren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen­komen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
-
-
-
Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van
~
het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het ap paraat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veilig
~
heid gewaarborgd is.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
~
boot) worden gebruikt.
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
~
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert. Open nooit de ommanteling van het apparaat.
De garantie vervalt als het apparaat niet door een technicus
~
wordt gerepareerd die door Miele is geautoriseerd.
Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan
~
de veiligheidseisen voldoen. Defecte onderdelen mogen alleen door originele onderdelen worden vervangen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe
~
schakelklok of een systeem dat op afstand werkt.
Het apparaat mag uitsluitend door een vakman op het net worden
~
aangesloten. Als een beschadigde kabel moet worden vervangen, moet een speciale kabel worden gebruikt. Alleen een vakman mag de kabel aansluiten (zie "Elektrische aansluiting").
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient het
~
apparaat spanningsvrij te worden gemaakt. Ga daarvoor als volgt te werk:
schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit of
draai de zekering van de huisinstallatie er geheel uit of
trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Is de kookplaat voorzien van een communicatiemodule, dan moet
~
bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de kookplaat ook de communicatiemodule spanningsvrij worden ge maakt.
8
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken,
~
scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het appa raat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij. U kunt anders een elektrische schok krijgen!
Veilig gebruik
-
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa
~
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het apparaat uit en doof de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.
Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de vlammen kan de af-
~
zuigkap in brand vliegen.
Spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare materia-
~
len kunnen bij verhitting vlam vatten. Bewaar dergelijke producten daarom niet in een schuiflade onder het apparaat. Een eventuele bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.
Verhit kookgerei nooit leeg.
~
In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
~
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen openbarsten. Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blik ken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
Dek het apparaat nooit af met een afdekplaat, een doek, folie of
~
iets dergelijks. Als het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld of nog heet is, kan het betreffende materiaal vlam vatten, barsten of smelten.
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
~
van het apparaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in aanraking komen met het hete apparaat. De isolatie van de kabel zou bescha digd kunnen raken.
Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag u het
~
alleen gebruiken als de deur geopend is. Sluit de meubeldeur pas als de restwarmte-indicatie is gedoofd.
Wanneer u het apparaat gebruikt, wordt het zeer heet. Ook na het
~
uitschakelen blijft het dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator geeft aan of het apparaat nog heet is.
U kunt zich aan het hete apparaat branden. Gebruik daarom altijd
~
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoomvorming verbrandingen veroorzaken.
Als het apparaat is ingeschakeld, onbedoeld wordt ingeschakeld
~
of bij restwarmte kunnen metalen voorwerpen op het apparaat heet worden. Andere materialen kunnen smelten of vlam vatten. Vochtige pandeksels kunnen zich vastzuigen. Gebruik het apparaat niet als werkblad. Schakel de kookzones na gebruik uit!
-
Als suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op
~
een hete kookzone terechtkomt en smelt, gaat u als volgt te werk: Vermeng suikerhoudende stoffen onmiddellijk met water. Schakel vervolgens de kookzone uit en verwijder de stoffen met een schra per, zolang de plaat nog heet is. Als u de stoffen eerst laat afkoelen, kan de keramische plaat beschadigd raken. Draag tijdens de reini ging ovenhandschoenen. Reinig de kookplaat met een reinigingsmiddel voor keramische pla ten, zodra de plaat is afgekoeld.
10
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat bescha
~
digd raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat!
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem
~
kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen
~
krassen veroorzaken, als ze onder de pan komen. Zorg dat de kera mische plaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kookgerei op het apparaat plaatst.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
~
licht voorwerp (zoals een zoutvaatje) kan scheuren of barsten ver­oorzaken.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de
~
elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sen­sortoetsen en de displays.
Vanwege de snelle reactietijd van inductiekookzones kan de tem-
~
peratuur in de panbodem in zeer korte tijd de zelfontbrandingstemperatuur van olie en vet bereiken. Houd daarom altijd toezicht op het apparaat!
-
-
Verhit vetten en olie hooguit gedurende een minuut en gebruik
~
daarvoor nooit de booster.
Alleen voor personen met een pacemaker:
~
In de directe omgeving van het ingeschakelde apparaat ontstaat een elektromagnetisch veld. Het is niet waarschijnlijk dat dit veld de werking van de pacemaker nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel con tact op met de fabrikant van de pacemaker of met uw arts.
Het elektromagnetische veld van de ingeschakelde kookplaat kan
~
de functie van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden. Houd magnetiseerbare voorwerpen, zoals creditcards, diskettes, re kenmachines, etc. uit de buurt van het ingeschakelde apparaat.
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden
~
bewaard, kunnen heet worden als u het apparaat lang en intensief gebruikt. Bewaar daarom geen metalen voorwerpen in een lade die zich meteen onder de kookplaat bevindt.
Het apparaat is voorzien van een ventilator. Als zich onder het
~
ingebouwde apparaat een lade bevindt, moet de afstand tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat voldoende zijn om de ventilatie te waarborgen. Bewaar geen spitse en kleine voorwerpen of papier in de lade. Deze voorwerpen kunnen via de ventilatieopeningen in de behuizing terechtkomen of aangezogen worden. De ventilator kan dan beschadigd raken of de koeling kan worden beïnvloed.
Plaats nooit twee pannen tegelijk op een kook-/braadzone of
~
PowerFlex-kookvlak.
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de-
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
Schakel de kookplaat niet in als deze boven een pyrolyse-oven of
~
-fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de over verhittingsbeveiliging van de kookplaat zou kunnen reageren (zie de betreffende rubriek).
12
-
Modellen
KM 6357 / KM 6358
Algemeen
b
a
a Kookzone met booster
b Kookzone met booster
c PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c
d
e
d PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c + d combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak
e Bedieningspaneel
13
Algemeen
KM 6379
a Kookzone met booster
b PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c PowerFlex-kookzone met TwinBooster
d Kookzone met booster
b + c combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak
e Bedieningspaneel
14
KM 6386 / KM 6387
Algemeen
b
a
a Kookzone met booster
b Kookzone met booster
c Kookzone met booster
d PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c
f
d
e
e PowerFlex-kookzone met TwinBooster
d + e combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak
f Bedieningspaneel
15
Algemeen
h
Bedieningspaneel
(voorbeeld)
j
k
i
0123456789 0123456789 0123456789
c
88
m
abd
0123456789 0123456789
l
p
h
n
e
g
f
o
16
Sensortoetsen
a Aan/Uit
b Vergrendeling
c Uren
d - Toets voor het kiezen van de timer
- Voor het wisselen tussen de timerfuncties
- Voor het kiezen van een uitschakeltijd (zie "Kookzone automatisch uitschakelen")
e Stop & Go
f Vermogensstand instellen
g Booster / TwinBooster
h -PowerFlex-kookvlak inschakelen
i -Toetsen voor het instellen van de tijd
-Toetsen voor het instellen van de vermogensstand van de kookzone midden achter, indien aanwezig
j Warmhouden
Controlelampjes
Algemeen
k Restwarmte-indicator
l Voor halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minuten
m Vergrendeling
n Kookzonetoewijzing, bijvoorbeeld kookzone rechts achter
o TwinBooster
¤ Stand 1 ¥ Stand 2
p Timerdisplay
00 tot 99 = tijd in minuten
0.^ tot 9^ = tijd in uren
17
Algemeen
Kookzones
Kookzone KM 6357 / KM 6358
Minimale tot maximale
C in cm*
y 18 - 28 Normaal
w 10 - 16 Normaal
b 15 - 23 Normaal
x 15 - 23 Normaal
b + x 22-23/
23x39
Vermogen in Watt bij 230 V**
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Booster
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Totaal: 7400
2600 3000 3700
1400 2200
2100 3000 3700
2100 3000 3700
3400 4800 7400
18
Kookzone KM 6379
Minimale tot maximale
C in cm*
y 14 - 20 Normaal
w 15 - 23 Normaal
x 15 - 23 Normaal
z 10 - 16 Normaal
w + x 22-23/
23x39
Vermogen in Watt bij 230 V**
Booster
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Booster
Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Totaal: 7400
Algemeen
1850 3000
2100 3000 3700
2100 3000 3700
1400 2200
3400 4800 7400
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het mate
riaal van de gebruikte pannen.
-
19
Algemeen
Kookzone KM 6386 / KM 6387
Minimale tot maximale
C in cm*
y 14 - 20 Normaal
w 10 - 16 Normaal
b 18 - 28 Normaal
x 15 - 23 Normaal
z 15 - 23 Normaal
x + z 22-23/
23x39
Vermogen in Watt bij 230 V**
Booster
Booster
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Totaal: 11100
1850 3000
1400 2200
2600 3000 3700
2100 3000 3700
2100 3000 3700
3400 4800 7400
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het mate
riaal van de gebruikte pannen.
20
-
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri aal remt de afvalproductie en het ge bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval
­doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur. Vraag uw hande laar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
-
21
Vóór het eerste gebruik
Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw ge bruiksaanwijzing.
Eerste reiniging
Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers.
^
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik met een voch
^
tige doek en wrijf het daarna weer droog.
Ingebruikneming
Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand): Na het inbouwen kan de eerste dagen een spleet zichtbaar zijn tussen de kookplaat en het werkblad. Deze spleet zal door het gebruik kleiner worden. De elektrische veiligheid van het apparaat is echter altijd gewaarborgd.
De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje. Als u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, ontstaan daardoor geurtjes (en eventueel dampen). Ook door het opwarmen van de inductiespoelen ontstaan tijdens de eerste bedrijfsuren geurtjes. Bij elk vol­gend gebruik neemt de geurvorming geleidelijk af, totdat u niets meer waarneemt.
-
-
22
Wanneer er geurtjes en damp vrijkomen, betekent dat niet dat het apparaat verkeerd is aangesloten of defect is. De geurtjes en de damp zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Houdt u er rekening mee dat de opwarmtijd bij inductie kookplaten veel korter is dan bij gewone kookplaten.
-
Principe
Inductie
Onder de keramische plaat bevinden zich inductiespoelen. Als u een kookzone inschakelt, genereren deze spoelen een magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stra lingswarmte van de pan.
Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een magnetiseerbare bodem (zie "De juiste pannen"). Het sys teem houdt automatisch rekening met de grootte van de ge bruikte pan.
Op het betreffende bedieningspaneel knipperen de cijfers 1 tot 9,
als u een kookzone zonder pan of met een ongeschikte
pan (met niet magnetiseerbare bodem) inschakelt.
– als de bodemdiameter van de pan te klein is.
– als u de pan van een ingeschakelde kookzone haalt.
Als u binnen 3 minuten een geschikte pan op de kookzone zet, verdwijnt het symbool ß en kunt u gewoon doorgaan.
-
-
-
Als u geen (geschikte) pan gebruikt, wordt de kookplaat na 3 minuten automatisch uitgeschakeld.
Verbrandingsgevaar! Als het apparaat is ingeschakeld, onbedoeld wordt inge schakeld of bij restwarmte kunnen metalen voorwerpen op het apparaat heet worden. Leg daarom geen metalen voorwerpen op de kookplaat (zoals bestek). Schakel de kookzone(s) na gebruik met de betreffende sensortoets uit.
-
23
Inductie
Geluiden
Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookge rei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van het materiaal en de constructie van de bodem van het kook gerei.
Op een hoge vermogensstand kan het apparaat een brom
geluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u een lagere vermogensstand instelt.
Bij pannen met een bodem die uit verschillende materialen
bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem) kan een knetterend geluid optreden.
Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar ver
bonden kookzones (zie "Booster") tegelijk zijn ingescha keld en op de kookzones pannen staan met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem).
– Vooral bij lage vermogensstanden kunnen bij elektronische
schakelingen klikgeluiden optreden.
– Er kan een zoemend geluid ontstaan als de ventilator
wordt ingeschakeld. De ventilator koelt de elektronica als u de kookplaat intensief gebruikt. Ook nadat u het apparaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator doorlopen.
-
-
-
-
-
24
De juiste pannen
Inductie
Geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een magnetiseerbare bodem.
geëmailleerd staal.
gietijzer.
Niet geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een niet magnetiseerbare bodem.
aluminium of koper.
glas, keramiek of aardewerk.
Als u niet zeker weet of een pan geschikt is voor inductie, kunt u een magneet tegen de panbodem houden. Blijft de magneet hangen, dan is de pan geschikt.
Houdt u er rekening mee dat de eigenschappen van de pan­bodem het bereidingsresultaat beïnvloeden.
Om optimaal gebruik te maken van een kookzone moet u het formaat van de pan zo kiezen dat de pan tussen de binnen­ste en de buitenste markering (markeringsstreepjes - afhan­kelijk van het model) van de kookzone past. Als de pan kleiner is dan de binnenste markering, reageert de kookzone alsof er geen pan op staat.
Houdt u er rekening mee dat pannenfabrikanten vaak de dia meter aan de bovenkant vermelden. Van belang is echter al leen de (meestal kleinere) bodemdiameter.
Verbrandingsgevaar! Als pannen slechts gedeeltelijk op een kookzone staan, kunnen de grepen heet worden. Zet pannen daarom altijd midden op een kookzone.
-
-
25
Tabel vermogensstanden
Het apparaat heeft af fabriek 9 vermogensstanden. Als u fijner afgestemde vermo gensstanden wenst, kunt u het aantal standen vergroten (zie "Programmering").
Vermogensstand
instelling af fabriek
(9 vermogens-
standen)
Boter smelten Gelatine oplossen
Rijstepap, havermoutpap maken 2 2 tot 2+
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Rijst wellen
Groente ontdooien (in een blok) 3 2+ tot 3
Graan wellen 3 2+ tot 3+
Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten Omelet, eieren zonder korstje bakken Fruit blancheren
Deegwaren wellen 4 4 tot 5+
Groente, vis stoven 5 5
Diepvriesproducten ontdooien en verwarmen 5 5 tot 5+
Aankoken van grote hoeveelheden, bijv. eenpansgerechten Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus of sauce hollandaise
Eieren behoedzaam bakken (zonder oververhitting van het vet)
Vis, schnitzel, braadworst behoedzaam bakken (zonder over verhitting van het vet)
Poffertjes, pannenkoeken, etc. bakken 7 6+ tot 7
Aanbraden van stoofgerechten 8 8 tot 8+
Grote hoeveelheden water koken Aankoken
1 tot 2 1 tot 2+
3 3 tot 3+
4 4 tot 4+
6 5+ tot 6
6 5+ tot 6+
-
7 6+ tot 7+
99
gewijzigde
instelling
(17 vermogens-
standen)
-
De aangegeven standen zijn slechts algemene richtlijnen. Het vermogen van de inductiespoel varieert afhankelijk van de grootte en het ma teriaal van de panbodem. Het is dan ook mogelijk dat bij uw pannen de vermo
­gensstanden een geringe afwijking vertonen. Bepaal in de dagelijkse praktijk wel ke instellingen het beste bij uw pannen passen.
26
-
-
Principe van de bediening
De kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact.
Bediening
Als de kookplaat uit is, ziet u alleen de symbolen van de sen sortoetsen "Aan/Uit" en "Vergrendeling".
Als u de kookplaat inschakelt, lichten ook de andere sensor toetsen op. Op de bedieningspanelen branden de cijfers "0" met lichtsterkte 2. De cijfers 1 tot 9 branden met lichtsterkte
1. Als u een vermogensstand instelt, branden de cijfers 0 tot en met de ingestelde vermogensstand met lichtsterkte 2.
Als u de booster- of warmhoudstand instelt, brandt de betref fende sensortoets met lichtsterkte 2.
U bedient de kookplaat door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. Het apparaat reageert daarop telkens met een akoestisch signaal.
Als het bedieningspaneel verontreinigd is of als er voor­werpen op liggen, reageren de sensortoetsen niet of u ac­tiveert onbedoeld functies. Ook kan de kookplaat automa­tisch worden uitgeschakeld (zie de rubriek "Veiligheidsuitschakeling"). Hete pannen op het bedieningspaneel kunnen de elektro nische onderdelen eronder beschadigen. Houd het bedie ningspaneel daarom altijd vrij en schoon en zet er geen hete pannen op.
-
-
-
-
-
27
Bediening
Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is!
Kookplaat inschakelen
Druk op de toets s.
^
Alle toetsen lichten op. Voert u daarna geen waarden in, dan wordt de kookplaat om veiligheidsredenen na enkele secon den weer uitgeschakeld.
Kookzone inschakelen
-
Een kookzone is niet actief als alleen de "0" op het betreffen de bedieningspaneel oplicht.
Druk op de "0" om de kookzone te activeren.
^
Alle vermogensstanden lichten nu op.
Vermogensstand instellen
Vermogensstanden af fabriek
^ Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel van
de te gebruiken kookzone.
Extra vermogensstanden
(zie "Tabel vermogensstanden")
^
Druk tussen twee vermogensstanden als u een tussenstand wilt kiezen.
Als u bijvoorbeeld vermogensstand 7+ instelt, lichten de cij fers 7 en 8 feller op dan de overige cijfers.
Vermogensstand wijzigen
^
Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel van de te gebruiken kookzone.
-
-
28
PowerFlex-kookvlak
U kunt de PowerFlex-kookzones tot een groot PowerFlex-kookvlak samenvoegen. De instellingen voor het kookvlak regelt u via de achterste c.q. de linker PowerFlex-kookzone. Het andere bedieningspaneel dooft, met uitzondering van het symbool y.
Activeren/deactiveren
Druk op de toets y.
^
Tip
Bediening
Als u bijvoorbeeld snel een grote hoeveelheid water wilt ver hitten, kunt u het beste het PowerFlex-kookvlak gebruiken. Het kookvlak heeft (met de TwinBooster op stand 2) het hoogste vermogen van alle kookzones. De pan moet een diameter van minimaal 22 cm hebben. Zet de pan binnen de markering die in het midden van het kookvlak is aangebracht.
-
29
Bediening
Aankookautomaat
Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen inge schakeld. Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand (doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkookstand (zie tabel).
Activeren
^
Gedurende de aankooktijd (zie tabel) knippert de ingestelde doorkookstand.
Als u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Pro­grammering") en u een tussenstand heeft gekozen, knipperen de vermogensstanden voor en na de tussenstand.
Deactiveren
-
Druk zo lang op het cijfer van de gewenste doorkookstand totdat u een signaal hoort en de ingestelde doorkookstand begint te knipperen.
Als u tijdens de aankooktijd de doorkookstand wijzigt, de­activeert u de aankookautomaat.
30
^ Druk zo lang op de ingestelde doorkookstand totdat de
weergave continu brandt.
of:
^
Kies een andere vermogensstand.
Bediening
Doorkookstand* Aankooktijd in
minuten en
seconden (ca.)
1 0:15
1+ 0:15
2 0:15
2+ 0:15
3 0:25
3+ 0:25
4 0:50
4+ 0:50
5 2:00
5+ 5:50
6 5:50
6+ 2:50
7 2:50
7+ 2:50
8 2:50
8+ 2:50
9-
* De doorkookstanden 1+, etc. zijn alleen beschikbaar als u
het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Program mering").
-
31
Bediening
Booster
De kookzones hebben een booster of een TwinBooster, zie het hoofdstuk "Algemeen".
De booster vergroot het vermogen, waardoor u grote hoe veelheden snel kunt verhitten. Bijvoorbeeld water voor het ko ken van pasta (zie ook de tip in de rubriek "PowerFlex-kookvlak"). De booster is maximaal 15 minuten actief.
U kunt de booster voor maximaal twee kookzones tegelijk ge bruiken.
Als u de booster inschakelt, terwijl
geen vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop van de
boostertijd of bij het eerder uitschakelen van de functie au­tomatisch teruggeschakeld naar vermogensstand 9.
– wel een vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop van
de boostertijd of bij het eerder uitschakelen van de functie automatisch teruggeschakeld naar de ingestelde vermo­gensstand.
Als u tijdens de boostertijd de pan van de kookzone haalt, wordt de tijd stopgezet. De functie wordt voortgezet als u de pan binnen 3 minuten terugzet.
Telkens twee kookzones zijn met elkaar verbonden, zodat het vermogen voor de booster beschikbaar kan worden gesteld.
Gedurende de boostertijd wordt aan de verbonden kookzone een deel van het vermogen onttrokken. Mogelijke effecten:
- de aankookfunctie wordt gedeactiveerd.
- de vermogensstand wordt verlaagd.
- de verbonden kookzone wordt uitgeschakeld.
-
-
-
32
Gedurende de boostertijd branden de sensortoets B en alle cijfers op het betreffende bedieningspaneel met lichtsterkte
2.
Booster inschakelen
Druk op de "0" op het bedieningspaneel van de te ge
^
bruiken kookzone.
Kies zo nodig een vermogensstand.
^
Druk op de toets B.
^
TwinBooster inschakelen
Stand 1
Druk op de "0" op het bedieningspaneel van de te ge
^
bruiken kookzone.
^ Kies zo nodig een vermogensstand.
^ Druk op de toets B.
Het controlelampje voor de TwinBooster op stand 1 ¤ licht op.
Stand 2
Bediening
-
-
^ Druk op de "0" op het bedieningspaneel van de te ge-
bruiken kookzone.
^
Kies zo nodig een vermogensstand.
^
Druk 2 keer op de toets B.
Het controlelampje voor de TwinBooster op stand 2 ¥ licht op.
Booster / TwinBooster uitschakelen
^
Tip de sensortoets B
- één keer aan (booster).
- zo vaak aan totdat de controlelampjes gedoofd zijn (TwinBooster).
of:
^
Kies een andere vermogensstand.
33
Bediening
Warmhouden
Sommige kookzones hebben een warmhoudstand.
De warmhoudstand is niet bedoeld voor het opwarmen van reeds afgekoelde gerechten. De warmhoudstand is voor het warmhouden van gerechten meteen na de berei ding.
Als u de warmhoudstand instelt, blijft de kookzone maximaal 2 uur ingeschakeld.
Warmhoudstand in-/uitschakelen
Druk op de toets 2 van de betreffende kookzone.
^
Tips
– Houd gerechten alleen in de pan warm. Dek de pan met
een deksel af.
– U hoeft de gerechten tijdens het warmhouden niet te roe-
ren.
– De voedingswaarde van een gerecht neemt gedurende de
bereiding af. Tijdens het warmhouden neemt de voedings­waarde verder af. Houd de warmhoudtijd dan ook zo kort mogelijk.
-
34
Uitschakelen en restwarmte-indicatie
Het uitschakelen van een kookzone
Druk op de "0" op het bedieningspaneel van de betreffende
^
kookzone.
Bediening
De cijfers 1 tot 9 gaan na enkele seconden uit. Als de kook zone nog heet is, wordt daarna de restwarmte weergegeven.
Het uitschakelen van de kookplaat
Druk op de toets s.
^
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. Alle sensortoetsen do ven.
Restwarmte-indicator
Is er sprake van restwarmte, dan doven de cijfers 1 tot 9 op het bedieningspaneel pas na enkele seconden. De restwarmte-indicatoren van nog hete kookzones lichten op.
De streepjes van de restwarmte-indicatie verdwijnen één voor één als de kookzone afkoelt. Als het laatste streepje ver­dwijnt, dooft ook het cijfer "0".
Verbrandingsgevaar! Raak de kookzones niet aan als de restwarmte-indicatie nog brandt.
-
-
35
Tips om energie te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die ma
nier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt.
zonder deksel met deksel
Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Voor
een kleine pan is minder energie nodig dan voor een gro te, niet geheel gevulde pan.
– Gebruik zo weinig mogelijk water.
– Schakel na het aankoken of aanbraden op tijd terug naar
een lagere vermogensstand.
– Met een snelkookpan kunt u de bereidingstijd aanzienlijk
verkorten.
-
-
36
Timer
h
De kookplaat moet ingeschakeld zijn, als u de timer wilt ge bruiken.
U kunt de timer voor twee functies gebruiken:
voor het instellen van een kookwekkertijd.
voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut (01)en9uur(9^).
Een tijd tot 99 minuten wordt in minuten ingesteld en weerge geven. Bijvoorbeeld:
Bij een tijd langer dan 99 minuten moet u de timer op uren (h) zetten. De tijd wordt nu in stappen van een half uur ingesteld. Een half uur worden aangegeven met een punt achter het cij­fer. Bijvoorbeeld 2 uur en 30 minuten:
-
-
Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt de waarde 00 in het timerdisplay. Tegelijk hoort u enkele seconden een akoestisch signaal.
37
Timer
h
h
h
Kookwekker
Instellen
Minuten
U wilt bijvoorbeeld 15 minuten instellen:
Schakel de kookplaat in als dat nog niet is gebeurd.
^
Druk op de toets m.
^
De toets m knippert. In het timerdisplay verschijnt 00,de rechter 0 knippert.
Van de waarde "15" stelt u eerst de "1" in en dan de "5".
^ Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel
voor de timer (in dit geval "1").
In het timerdisplay knippert rechts 1.
^
Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel (in dit geval "5").
Het timerdisplay wisselt. De "1" springt naar links en rechts verschijnt 5.
Na enkele seconden brandt de toets m continu. De kookwek kertijd begint af te lopen.
38
-
Uren
hhh
Timer
Hele uren stelt u in door op het betreffende cijfer op het be dieningspaneel voor de timer te drukken. Halve uren stelt u in door tussen twee cijfers op het bedie ningspaneel te drukken. U wilt bijvoorbeeld 2 uur en 30 minuten instellen:
Schakel de kookplaat in als dat nog niet is gebeurd.
^
Druk op de toets m.
^
De toets m knippert. In het timerdisplay verschijnt 00,de rechter 0 knippert.
^ Druk op de toets "h" om het display op "uren" te zetten.
^
Druk tussen de cijfers 2 en 3 op het bedieningspaneel.
-
-
Na enkele seconden branden de toets m en het timerdisplay continu. De kookwekkertijd begint af te lopen.
39
Timer
Wijzigen
Wissen
Druk op de toets m.
^
Stel de gewenste tijd in, zoals in het voorgaande is be
^
schreven.
Druk op de toets m.
^
Druk op de "0" op het bedieningspaneel.
^
-
40
Kookzone automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch wordt uitgeschakeld. Alle kookzones kunnen tegelijk worden geprogrammeerd.
Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal toegestane bedrijfsduur wordt de kookzone door de veiligheidsuitschakeling uitgeschakeld (zie de betreffende rubriek).
Stel voor de gewenste kookzone een vermogensstand in.
^
Druk zo vaak op de toets m totdat het controlelampje van
^
die kookzone gaat knipperen.
Zijn meerdere kookzones ingeschakeld, dan knipperen de betreffende controlelampjes met de wijzers van de klok mee, beginnend bij links voor.
^ Stel de gewenste tijd in.
De ingestelde tijd loopt in minuten af. De resttijd kunt u in het timerdisplay aflezen en op elk moment wijzigen.
Als u nog een kookzone automatisch wilt laten uitschakelen, voert u de beschreven handelingen nog eens uit.
Timer
Als u meerdere uitschakeltijden heeft geprogrammeerd, wordt de kortste resttijd weergegeven. Het betreffende con trolelampje knippert. De andere controlelampjes branden continu. Als u die resttijden wilt laten weergeven, druk dan zo vaak op de toets m totdat het gewenste controlelampje gaat knipperen.
-
41
Timer
Timerfuncties tegelijk gebruiken
U kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitschake len" tegelijk gebruiken.
U heeft een of meer uitschakeltijden geprogrammeerd en wilt ook een kookwekkertijd instellen: Druk zo vaak op de toets m totdat de controlelampjes van de geprogrammeerde kookzones continu branden en in het timerdisplay 00 verschijnt.
U heeft de kookwekker ingesteld en wilt ook een of meer uitschakeltijden programmeren: Druk zo vaak op de toets m totdat het controlelampje van de gewenste kookzone gaat knipperen.
Kort na de laatste invoer schakelt het timerdisplay over naar de kortste resttijd. Wilt u de resttijden laten weergeven die op de achtergrond aflopen, druk dan zo vaak op de toets m totdat
- het controlelampje van de gewenste kookzone knippert (automatisch uitschakelen).
- het timerdisplay knippert (kookwekker).
Uitgaande van de kortste resttijd worden met de wijzers van de klok mee alle ingeschakelde kookzones en de kookwekker geselecteerd.
-
42
Vergrendeling instellingen / apparaat
Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit apparaat voorzien van een vergrendeling.
De vergrendeling van de instellingen activeert u als de kookplaat in gebruik is. Als de vergrendeling actief is, kan het apparaat alleen nog beperkt worden bediend:
De vermogensstanden van de kookzones en de instel
lingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
De kookzones, de kookplaat en de timer kunnen wel wor
den uitgeschakeld, maar daarna niet weer worden inge schakeld.
De vergrendeling van het apparaat activeert u als de kook­plaat uitgeschakeld is. Als de vergrendeling actief is, kan het apparaat niet worden ingeschakeld en kan de timer niet wor­den bediend.
Het apparaat is zo geprogrammeerd dat u deze vergrende­ling handmatig moet activeren. U kunt de instelling zo wij­zigen dat de vergrendeling van het apparaat 5 minuten na het uitschakelen van de kookplaat automatisch plaatsvindt, wanneer het apparaat niet handmatig wordt vergrendeld (zie ook "Programmering").
Beveiligingen
-
-
-
Als bij ingeschakelde vergrendeling een toets wordt aange raakt die niet mag worden bediend, verschijnen het controle lampje en in het timerdisplay gedurende enkele seconden de letters LC.
Standaard is een 3-vinger-bediening ingesteld. U kunt deze instelling wijzigen in een 1-vinger-bediening (zie "Programme ring").
Beide vergrendelingen zijn na een stroomonderbreking uitgeschakeld.
-
43
-
-
Beveiligingen
Activeren
3-vinger-bediening (standaardinstelling)
Druk tegelijk op de sensortoets $ en de stand "0" van de
^
beide rechter kookzones. Houd de toetsen ingedrukt, tot dat het controlelampje van de vergrendeling en de letters LC in het timerdisplay verschijnen.
-
Deactiveren
Na korte tijd gaat het controlelampje uit en verdwijnen de let ters LC.
1-vinger-bediening
Druk zo lang op de sensortoets $, totdat het controlelamp
^
je van de vergrendeling en de letters LC in het timerdisplay verschijnen.
Na korte tijd gaat het controlelampje uit en verdwijnen de let­ters LC.
3-vinger-bediening (standaardinstelling)
^ Druk tegelijk op de sensortoets $ en de stand "0" van de
beide rechter kookzones. Houd de toetsen ingedrukt, tot­dat het controlelampje van de vergrendeling en de letters LC uit het timerdisplay verdwijnen.
1-vinger-bediening
^
Druk zo lang op de sensortoets $, totdat het controlelamp je van de vergrendeling en de letters LC uit het timerdisplay verdwijnen.
-
-
-
44
Stop & Go
Beveiligingen
Uw apparaat heeft een functie waarmee u het vermogen van alle ingeschakelde kookzones tot 1 kunt verlagen. De vermo gensstanden en de instelling van de timer kunnen dan niet meer worden gewijzigd. De kookplaat kan alleen worden uit geschakeld.
-
-
Activeren
Deactiveren
Als u de functie weer uitzet, worden de laatst ingestelde ver mogensstanden weer ingeschakeld. Als u de functie niet uitzet, wordt de kookplaat na 1 uur auto matisch uitgeschakeld.
Als u "Stop & Go" activeert
- wordt het aflopen van een ingestelde
tijd voor automatische uitschakeling onderbroken. Als u Stop & Go uitzet, loopt de tijd weer door.
- loopt de kookwekker zonder onderbreking door.
^ Druk op de toets .
Het vermogen van de ingeschakelde kookzones wordt tot 1 verlaagd.
^
Druk op de toets .
De kookzones werken weer met de laatst ingestelde vermo gensstand.
-
-
-
45
Beveiligingen
Veiligheidsuitschakeling
Als een kookzone te lang aanstaat
Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel), zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display ver schijnt de restwarmte-indicator.
Als u een kookzone weer wilt inschakelen, doet u dat zoals gebruikelijk.
Vermogensstand* Maximale bedrijfsduur in uren
1/1+ 10
2/2+ 5
3/3+ 5
4/4+ 4
5/5+ 3
6/6+ 2
7/7+ 2
-
8/8+ 2
91
* De vermogensstanden 1+, etc. zijn alleen beschikbaar als
u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Pro grammering").
Als er iets op het bedieningspaneel ligt
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als één of meer sensortoetsen langer dan 10 seconden bedekt zijn, bij voorbeeld als u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of als er voorwerpen op liggen. In het timerdisplay knippert een F.
^
Reinig het bedieningspaneel c.q. verwijder de voorwerpen.
De F dooft. U kunt de kookplaat weer in gebruik nemen.
46
-
-
Oververhittingsbeveiliging
Alle inductiespoelen en de koellichamen van de elektronica zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de inductiespoelen of de koellichamen oververhit raken, zorgt de oververhittingsbeveiliging voor een van de volgende reacties:
Inductiespoel
Een ingeschakelde booster wordt uitgeschakeld.
De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld.
In het timerdisplay knipperen afwisselend "FE"en"44".
U kunt de kookzone gewoon weer in gebruik nemen als de foutmelding is verdwenen.
Koellichaam
– Een ingeschakelde booster wordt uitgeschakeld.
– De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
– De kookzones worden automatisch uitgeschakeld.
Beveiligingen
Pas als het koellichaam voldoende is afgekoeld, kunt u de betreffende kookzones weer in gebruik nemen.
De oververhittingsbeveiliging reageert als
leeg kookgerei wordt verhit.
vet of olie op een hoge vermogensstand wordt verhit.
de onderkant van het apparaat niet voldoende wordt ge ventileerd.
een hete kookzone na een stroomstoring weer wordt inge schakeld.
Reageert de oververhittingsbeveiliging opnieuw nadat de oorzaak is weggenomen, neem dan contact op met Miele.
-
-
47
Reiniging en onderhoud
Verwondingsgevaar! De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met delen die onder spanning staan en zo kortsluiting ver oorzaken. Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
Reinig het apparaat na elk gebruik. Laat het eerst afkoelen.
Wrijf het apparaat na elke reiniging droog. U voorkomt zo kalkafzettingen.
Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt:
afwasmiddelen.
– soda-, alkali-, ammoniak-, zuur- of chloridehoudende reini-
gingsmiddelen.
– kalkoplossende reinigingsmiddelen.
– vlekken- en roestverwijderaars.
– schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder, vloei-
baar schuurmiddel en reinigingssteen.
-
48
– oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.
reinigingsmiddelen voor afwasautomaten.
grill- en ovensprays.
glasreinigers.
schurende harde borstels en sponsjes (zoals pannen sponsjes) en gebruikte sponsjes die nog resten schuur middel bevatten.
vlekkensponsjes.
puntige voorwerpen (zodat de dichtingen tussen de keramische plaat en de lijst dan wel tussen lijst en werkblad niet beschadigd raken).
-
-
Reiniging en onderhoud
Gebruik voor het reinigen geen afwasmiddel. Met afwas middel worden niet alle verontreinigingen verwijderd. Er ontstaat dan een onzichtbaar laagje dat tot verkleuring van de keramische plaat leidt. Die verkleuring kan niet meer worden verwijderd. Reinig de kookplaat regelmatig met een speciaal reini gingsmiddel voor keramische platen.
Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een glasschraper.
Reinig de kookplaat vervolgens met het Miele-reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal (zie ook "Bij te bestellen accessoires") of met een ander geschikt reinigingsmiddel voor keramische platen. Gebruik hierbij keukenpapier of een schone doek. Gebruik het reini­gingsmiddel niet op een hete kookplaat, omdat daardoor vlekken kunnen ontstaan. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Wis de kookplaat ten slotte met een vochtige doek af en wrijf de plaat weer droog. Verwijder alle reinigingsmiddelresten. De resten kunnen anders inbranden en de keramische plaat aantasten.
-
-
Vlekken van kalkresten, water en aluminium kunt u met het reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal verwijderen.
Verbrandingsgevaar! Trek ovenhandschoenen aan voordat u resten van suiker, kunststof of aluminiumfolie met een glasschraper van de hete kookplaat verwijdert.
Komt suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of alumi niumfolie op een hete kookzone terecht, vermeng de suiker
houdende stoffen dan onmiddellijk met water. Schakel ver volgens de kookzone uit en verwijder de resten met een schraper, zolang de plaat nog heet is. Reinig de plaat verder als deze is afgekoeld. Ga daarbij te werk zoals in het voorgaande is beschreven.
-
-
-
49
Programmering
U kunt de programmering van uw apparaat wijzigen (zie ta bel). U kunt meerdere instellingen na elkaar wijzigen.
Na het oproepen van de programmering verschijnen in het timerdisplay P (programma) en S (status). Bij kookplaten met 3 kookzones verschijnt links achter ook een weergave.
Op de bedieningspanelen links voor en links achter wordt het programma weergegeven. Bijvoorbeeld: programma 3 = links voor 3 en links achter 0 programma 14 = links voor 4 en links achter 1
Op het bedieningspaneel rechts voor verschijnt de status.
Na het verlaten van de programmering wordt automatisch een reset uitgevoerd. De reset is afgesloten als boven de toets s kort een controlelampje oplicht.
Schakel de kookplaat pas in als de reset is afgesloten.
Programmering oproepen
^ Druk terwijl de kookplaat uitgeschakeld is tegelijk op de
toetsen s en $. Druk zo lang totdat het controlelampje voor de vergrendeling gaat knipperen.
Programma instellen
^ Om het rechter cijfer in te stellen, drukt u op het betreffen-
de cijfer op het bedieningspaneel links voor.
-
^
Om het linker cijfer in te stellen, drukt u op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel links achter.
Status instellen
^
Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel
rechts voor.
Instellingen opslaan
^
Druk zo lang op de toets s totdat de weergave dooft.
Instellingen niet opslaan
^
Druk zo lang op de toets $ totdat de weergave dooft.
50
Programma* Status** Instelling
Programmering
P0Demo-stand en fabrieksin
stellingen
P1Stop & Go S0 Uit
P2Aantal vermogensstanden S0 9 vermogensstanden
P3Akoestisch signaal als
geen pan of een onge­schikte pan is geplaatst
P4Akoestisch signaal bij be-
diening sensortoetsen
S 0 Demo-stand aan
-
S1 Demo-stand uit
S 9 Fabrieksinstellingen herstellen
S 1 Aan
(1, 2, 3 ... tot 9)
S 1 17 vermogensstanden
(1, 1+, 2, 2+, 3 ... tot 9)
S0 Uit
S 1 Zacht
S 2 Gemiddeld
S 3 Hard
S 0 Uit
S 1 Zacht
S2 Gemiddeld
S 3 Hard
P5Akoestisch signaal timer S 0 Uit
S 1 Zacht, 10 seconden
S2 Gemiddeld, 10 seconden
S 3 Hard, 10 seconden
P6Vergrendeling instellingen S 0 Vergrendeling met toets $
S1 Vergrendeling met toets $ en de
toetsen "0" van de beide rechter kookzones
* Een niet genoemd programma (een niet genoemde status) wordt niet gebruikt.
** De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt.
51
Programmering
Programma* Status** Instelling
P7 Vergrendeling apparaat S0 Alleen handmatige activering van
de vergrendeling
S 1 Handmatige en automatische ac
tivering van de vergrendeling
P8 Aankookautomaat S 0 Uit
S1 Aan
P10Miele|home
- alleen bij apparaten met communicatiemodule -
P15Geluidssignaal als er iets
op het bedieningspaneel ligt
P16Reactiesnelheid sensor-
toetsen
* De niet genoemde programma's worden niet gebruikt.
** De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt.
S0 Niet actueel
S 1 Afgemeld
S 2 Aangemeld
S0 Uit
S 1 Aan
S 0 Langzaam
S1 Normaal
S 2 Snel
-
52
Nuttige tips
De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voor komen, kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de hulp van een service-technicus hoeft in te roepen.
Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een probleem te vinden en het probleem te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende:
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen wor
,
den uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker.
Probleem Oorzaak Oplossing
De kookplaat respec tievelijk de kookzo­nes kunnen niet wor­den ingeschakeld.
De zekering van de huisin
-
stallatie is defect.
Er is mogelijk een tech­nische storing geweest.
Controleer de zekeringen
­(minimale sterkte: zie type­plaatje).
Maak het apparaat ca. 1 minuut spanningsvrij. Doe dat als volgt:
– Schakel de hoofdschake-
laar van de huisinstallatie uit c.q. draai de desbe­treffende stop eruit of
-
-
schakel de aardlekscha kelaar uit.
Nadat de zekering, de hoofd- of de aardlekscha kelaar weer is ingescha keld, kunt u het apparaat weer normaal gebruiken. Waarschuw een elektricien of Miele als u de storing niet zelf kunt verhelpen.
-
-
-
53
Nuttige tips
Probleem Oorzaak Oplossing
Bij de nieuwe kook plaat komen geurtjes en damp vrij.
De vermogensstanden 1 tot 9 knipperen.
Na het inschakelen van de kookplaat ver schijnt gedurende en kele seconden in het timerdisplay "LC".
Na het inschakelen van de kookplaat ver­schijnt gedurende en­kele seconden in het timerdisplay "dE". De kookzones worden niet heet.
Een kookzone of de hele kookplaat wordt automatisch uitge schakeld.
-
-
-
Op de kookzone staat geen pan of een onge schikte pan.
De vergrendeling is inge schakeld.
-
De demo-functie is inge­schakeld.
Een kookzone was te lang ingeschakeld.
Bij elk volgend gebruik neemt de geurvorming af, totdat u niets meer waarneemt.
Gebruik geschikte pannen (zie "De juiste pannen").
-
Schakel de vergrendeling
-
uit (zie "Vergrendeling in stellingen / apparaat").
Schakel de demo-functie uit (zie "Programmering").
U kunt de kookzone ge­woon weer in gebruik ne­men (zie "Veiligheidsuitschakeling").
-
De boosterfunctie wordt te vroeg uitge schakeld.
De kookzone werkt niet zoals u gewend bent op de ingestelde vermogensstand.
54
De oververhittingsbeveili ging heeft gereageerd.
-
De oververhittingsbeveili ging heeft gereageerd.
-
Zie "Oververhittingsbeveili ging".
-
Zie "Oververhittingsbeveili ging".
-
-
Probleem Oorzaak Oplossing
Nuttige tips
De vermogensstand 9 wordt automatisch ver laagd als u bij de ver bonden kook- c.q. braadzone eveneens vermogensstand 9 in stelt.
Het apparaat wordt tij dens het gebruik uitge schakeld. In het timerdisplay knippert een F.
De inhoud van een pan begint niet of nauwe­lijks te koken, terwijl de aankookautomaat inge­schakeld is.
De ventilator blijft in werking, ook nadat u de kookplaat heeft uit geschakeld.
-
-
-
-
Bij gelijktijdig gebruik van vermogensstand 9
-
zou het maximale ver mogen worden over schreden.
Een of meer sensor toetsen zijn afgedekt,
-
bijvoorbeeld omdat u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of omdat er voorwerpen op liggen.
Er worden grote hoe­veelheden verhit.
De pan geleidt de warmte niet goed.
De ventilator blijft in werking totdat het ap paraat is afgekoeld en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
-
-
Reinig het bedieningspaneel
­c.q. verwijder de voorwerpen (zie "Veiligheidsuitschakeling").
Gebruik voor het aankoken de hoogste vermogensstand en kies daarna handmatig een lagere stand.
-
55
Nuttige tips
Probleem Oorzaak Oplossing
De gevoeligheid van de sensortoetsen is te groot of te klein.
In het timerdisplay knipperen afwisse­lend FE en cijfers.
FE 44 De oververhittingsbeveili-
FE 47 De ventilator is geblok-
FE 48
Andere foutmel dingen FE..
-
De gevoeligheid van de sensortoetsen is veran derd.
ging heeft gereageerd.
keerd of defect.
Er is een storing opgetre den in de elektronica.
-
Zorg eerst dat zon- of kunst licht niet direct op de kook plaat valt. De omgeving van de kookplaat mag echter ook niet te donker zijn.
Er mogen zich geen voor werpen op de kookplaat en de sensortoetsen bevinden. Verwijder eventueel kookgerei en reinig de kookplaat indien dat nodig is. Onderbreek de stroomvoor ziening van de kookplaat ge durende ca. 1 minuut. Mocht het probleem daarna nog niet zijn verholpen, neem dan contact op met Miele.
Zie "Oververhittingsbeveili­ging".
Controleer of de ventilator door een voorwerp (bijvoor beeld een vork) wordt geblok keerd. Verwijder het voor werp. Neem contact op met Miele als de foutmelding op nieuw verschijnt.
-
Onderbreek de stroomvoor ziening van de kookplaat ge durende ca. 1 minuut. Mocht het probleem daarna nog niet zijn verholpen, neem dan contact op met Miele.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
56
Bij te bestellen accessoires
Speciaal voor uw apparatuur levert Miele een uitgebreid as sortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en onder houdsmiddelen.
U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop bestellen:
De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en bij uw Miele-vakhandelaar.
Kook-/braadpannen
Bij Miele kunt u kiezen uit een groot aantal kook- en braad­pannen. De pannen sluiten qua functie en afmetingen perfect aan op de Miele-apparatuur. Meer informatie over de afzonderlijke producten vindt u op de Miele-website.
Pannen in diverse afmetingen
Sauté-pan met deksel
-
-
Pan met anti-aanbaklaag
Wok-pan
Braadpan
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal 250 ml
Voor het verwijderen van verontreinigingen, kalk- en alumini umvlekken
Microvezeldoekje
Voor het verwijderen van vingerafdrukken en lichte verontrei nigingen
-
-
57
Bij te bestellen accessoires
Miele|home
Bij Miele{home sturen voor communicatie geschikte appa raten via het stroomnet (Powerline-technologie) informatie naar een weergave-apparaat (SuperVision-apparaat).
Op het display van de SuperVision-apparatuur kan informatie over de status van de verbonden apparaten worden weerge geven. Voor uw kookplaat wordt alleen basisinformatie weer gegeven: "aan", "uit" of een foutmelding.
Ook op uw PC, notebook of iPod* / iPhone* (mobiele eindapparatuur) kunt u via een Miele|home Gateway en via uw thuisnetwerk informatie over de status van de verbonden apparaten laten weergeven. U kunt ook enkele besturingsfuncties gebruiken. Voor uw kookplaat wordt de volgende informatie weergege­ven: de vermogensstand van elke kookzone, de kookwekker­tijd en de uitschakeltijd van elke kookzone. Als besturingsfunctie is alleen het uitschakelen van de kookplaat beschikbaar.
* iPod en iPhone zijn geregistreerde merken van
Apple Inc.
Bij Con{ctivity communiceert de kookplaat met de afzuig­kap. De afzuigkap wordt automatisch aangestuurd door de kookplaat. De kookplaat stelt de benodigde informatie via het stroomnet aan de afzuigkap beschikbaar.
-
-
-
XKM 2100 KM
XGW 2000
58
Om deze mogelijkheden te kunnen benutten, moet uw kook plaat van een communicatiemodule worden voorzien.
Meer informatie over Miele|home vindt u op internet onder www.miele-at-home.nl.
Communicatiemodule met inbouwbenodigdheden
- voor Miele-kookplaten -
Miele|home Gateway De Gateway is de brug tussen de Powerline-communicatie van de huishoudelijke apparatuur en uw thuisnetwerk.
-
Miele|home
Bij te bestellen accessoires
a Voor communicatie geschikte apparaten (voorbeelden)
b Communicatiemodule
c SuperVision-apparaat
d Stroomnet (Powerline-techniek)
e Miele|home Gateway
f (WLAN) Router
Mogelijke verbindingen
g PC, notebook
h iPod* of iPhone*
i Aansluiting op het display van een bussysteem
j Eventuele internetverbinding
* iPod en iPhone zijn geregistreerde merken van
Apple Inc.
59
Bij te bestellen accessoires
Con|ctivity
a Communicatiemodule XKM 2000 DA
b Communicatiemodule XKM 2100 KM
c Stroomnet (Powerline-techniek)
60
Kookplaat aanmelden
Wilt u de kookplaat
bij Miele{home aanmelden, bereid dan eerst de
aanmeldprocedure op het weergave-apparaat voor (zie de montage- en installatiehandleiding "Miele|home").
bij Con|ctivity aanmelden, dan moet u eerst de afzuigkap
aanmelden (zie de montage- en installatiehandleiding "Con|ctivity").
Druk terwijl de kookplaat uitgeschakeld is tegelijk op de
^
toetsen s en $. Druk zo lang totdat het controlelampje voor de vergrendeling gaat knipperen.
Na het oproepen van de programmering verschijnen in het timerdisplay P (programma) en S (status).
Op de bedieningspanelen verschijnt links het programma­nummer en rechts de ingestelde status.
^ Druk op het cijfer 1 op het bedieningspaneel links achter
(programma 10 instellen).
^ Druk op het cijfer 2 op het bedieningspaneel rechts voor
(status 2 instellen = aanmelden).
Con|ctivity en Miele|home
De aanmeldprocedure start en het cijfer 2 knippert op het be­dieningspaneel rechts voor. De aanmelding duurt enkele mi­nuten. Als de aanmelding met succes is afgerond, brandt het cijfer 2 continu.
^
Om de instelling op te slaan, drukt u zo lang op de toets s totdat de weergave dooft.
^
Ga verder te werk, zoals beschreven in de montage- en in stallatiehandleiding "Miele|home" c.q. Con|ctivity.
61
-
Con|ctivity en Miele|home
Kookplaat afmelden
Wilt u de kookplaat bij Miele{home afmelden, bereid dan eerst de afmeldprocedure op het weergave-apparaat voor (zie de montage- en installatiehandleiding "Miele|home").
Druk terwijl de kookplaat uitgeschakeld is tegelijk op de
^
toetsen s en $. Druk zo lang totdat het controlelampje voor de vergrendeling gaat knipperen.
Na het oproepen van de programmering verschijnen in het timerdisplay P (programma) en S (status).
Op de bedieningspanelen verschijnt links het programma nummer en rechts de ingestelde status.
Druk op het cijfer 1 op het bedieningspaneel links achter
^
(programma 10 instellen).
^ Druk op het cijfer 1 op het bedieningspaneel rechts voor
(status 1 instellen = afmelden).
De afmeldprocedure start en het cijfer 1 knippert op het be­dieningspaneel rechts voor. De afmelding duurt enkele minu­ten. Als de afmelding met succes is afgerond, brandt het cij­fer 1 continu.
^ Om de instelling op te slaan, drukt u zo lang op de toets s
totdat de weergave dooft.
^
Ga verder te werk, zoals beschreven in de montage- en in stallatiehandleiding "Miele|home" c.q. Con|ctivity.
-
-
62
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Dit apparaat mag alleen door een erkend vakman worden ingebouwd en op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Om te voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt, moet het pas na de montage van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd.
U mag de aansluitkabel van de
~
kookplaat na de inbouw niet kunnen aanraken. De kabel mag niet aan me chanische belastingen worden blootge steld.
Alle maten zijn in mm aangegeven.
-
-
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervormen. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.
Het apparaat mag niet boven koel-
~
apparatuur, afwas-, was- en droogauto­maten worden ingebouwd.
Deze kookplaat mag alleen boven
~
fornuizen en ovens met wasemkoeling worden ingebouwd.
-
63
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstand boven het appa raat
Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de vei­ligheidsafstand aan te houden die de fabrikant van de afzuigkap aangeeft. Is deze informatie niet beschikbaar, houd dan een afstand aan van ten minste 760 mm. Ook als zich boven het apparaat licht ontvlambare materialen bevinden (zo­als een keukenplank), moet u een af­stand van minste 760 mm aanhouden.
-
Als voor verschillende apparaten verschillende veiligheidsafstanden worden genoemd voor plaatsing on der een afzuigkap, kies dan altijd de grootste afstand.
64
-
Veiligheidsafstand zijkant / achterkant
Bij inbouw van de kookplaat mag zich aan de achterkant en aan één kant (rechts of links) een hoge keukenkast of een wand bevinden (zie afbeel dingen).
a Tussen de uitsparing in het werkblad en de achterkant van het werkblad dient de afstand minimaal 50 mm te zijn.
b Rechts van de uitsparing dient de afstand tot een ernaast geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge kast) of een wand minimaal 50 mm te zijn.
c Links van de uitsparing dient de af- stand tot een ernaast geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge kast) of een wand minimaal 50 mm te zijn.
-
Veiligheidsafstanden
Niet toegestaan!
Aan te bevelen!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
65
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstand onder het appa raat
Om de ventilatie van het apparaat te kunnen waarborgen, moet onder het apparaat een minimale afstand worden aangehouden ten opzichte van een oven, tussenbodem of lade.
De minimale afstand vanaf de onder kant van de kookplaat tot de
bovenkant van een oven moet
15 mm zijn.
bovenkant van een tussenbodem
moet 15 mm zijn.
– bodem van een lade moet 75 mm
zijn.
-
-
Tussenbodem
Een tussenbodem onder de kookplaat is niet noodzakelijk, maar wel toege staan.
Voor de aansluitkabel moet aan de ach terkant een spleet van 10 mm worden aangehouden. Voor een betere ventilatie van de kook plaat adviseren wij een spleet van 20 mm.
-
-
-
66
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Veiligheidsafstanden
Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uit sparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge temperaturen kunnen materialen beschadigd raken.
Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Is de bekleding van niet brandbaar materiaal (zoals metaal, natuursteen en kera mische tegels), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm min de dikte van de bekleding zijn. Als de nisbekleding bijvoorbeeld 15 mm dik is, moet de minimale afstand 50 mm - 15 mm = 35 mm zijn.
Kookplaten zonder randlijst Kookplaten met randlijst/facetrand
-
-
a Wand
b Nisbekleding
maat x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
e Minimale afstand
bij brandbare materialen 50 mm bij niet brandbare materialen 50 mm - maat x
67
Kookplaten met randlijst / facetrand
Aanwijzingen voor het inbouwen
Dichting tussen kookplaat en werk blad
Als u voegenkit gebruikt tussen de kookplaat en het werkblad kunnen het apparaat en het werkblad be schadigd raken, als de kookplaat voor werkzaamheden moet worden verwijderd. Gebruik daarom geen voegenkit.
-
Werkblad met tegels
-
De voegen a en het gearceerde ge deelte onder de rand moeten glad en vlak zijn, zodat de kookplaat gelijkmatig aansluit en de dichting onder de rand van het apparaat voldoende afdicht.
-
De dichting onder de rand van het ap paraat is toereikend als afdichting tus sen apparaat en werkblad.
68
-
-
Inbouwmaten
KM 6357
Kookplaten met randlijst / facetrand
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Aansluitkast
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
69
Kookplaten met randlijst / facetrand
KM 6379
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Aansluitkast
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
70
KM 6386
Kookplaten met randlijst / facetrand
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Aansluitkast
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
71
Kookplaten met randlijst / facetrand
Inbouwen
Voorbereiding werkblad
Maak de uitsparing in het werkblad
^
volgens de maatschets. Neem daar bij de veiligheidsafstanden in acht (zie ook "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen").
De snijvlakken van houten werk
^
bladen moeten met speciale lak, sili conenkit of giethars worden afge werkt om te voorkomen dat het werk blad door vocht wordt aangetast.
De producten mogen niet op het werkblad terechtkomen.
Voor de inbouw zijn geen klemveren nodig. De speciale afdichttape zorgt ervoor dat de kookplaat stevig in de uitsparing ligt en niet verschuift. De spleet tussen de rand en het werkblad zal na verloop van tijd kleiner worden.
Kookplaat positioneren
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing in het werk blad naar beneden.
-
-
-
Leg de kookplaat midden in de uit
^
sparing. De dichting van het appa raat moet goed op het werkblad aan sluiten. Alleen zo kan een correcte af dichting worden gegarandeerd. Gebruik voor het afdichten nooit kit
­(bijvoorbeeld siliconenkit)!
­Als de dichting bij de hoeken niet
goed op het werkblad aansluit, kan de hoekradius van het werkblad (ß R4) voorzichtig met een decou­peerzaag worden nabewerkt.
^ Sluit de kookplaat aan.
^ Controleer of het apparaat goed
functioneert.
-
-
-
-
-
-
Aansluitkabel op het apparaat aan sluiten
De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd.
^
Sluit de kabel volgens het aansluit schema op het apparaat aan (zie "Elektrische aansluiting / Aansluit schema").
72
-
-
-
Inbouwmaten
KM 6358
Kookplaten zonder randlijst
a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluiting Miele|home d Getrapte freesrand voor
natuurstenen werkbladen
e Aansluitkast
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
Zie beslist de detailtekeningen voor de afmetingen van de uitsparing voor een natuurstenen werkblad.
73
Kookplaten zonder randlijst
KM 6387
a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluiting Miele|home d Getrapte freesrand voor
natuurstenen werkbladen
e Aansluitkast
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
74
Zie beslist de detailtekeningen voor de afmetingen van de uitsparing voor een natuurstenen werkblad.
Kookplaten zonder randlijst
Inbouwen
Kookplaten zonder randlijst zijn al leen geschikt voor inbouw in natuur stenen (graniet, marmer), massief houten en betegelde werkbladen. Indien kookplaten ook geschikt zijn voor inbouw in een glazen werkblad is dit vermeld in de rubriek "Inbouw maten". Informeer bij werkbladen van andere materialen bij de betreffende fabri kant of het werkblad geschikt is voor inbouw van een kookplaat zonder randlijst.
De breedte (binnenwerks) van de onderkast moet minimaal zo groot zijn als de uitsparing in het werkblad (zie "Inbouwmaten"), zodat de kook­plaat ook na de inbouw van onderaf goed toegankelijk is. Een technicus moet de onderkant van de kookplaat kunnen verwijderen. Als de kookplaat niet van onderaf toegankelijk is, moet de voegenkit bij onderhoudswerkzaamheden wor den verwijderd om de kookplaat te kunnen verwijderen.
Deze kookplaat
kan rechtstreeks in een correct voor
-
-
-
-
-
bereid natuurstenen werkblad wor den geplaatst.
moet in een massief-houten, bete
geld en glazen werkblad met houten lijsten worden bevestigd. De lijsten worden niet bij het apparaat gele verd.
-
-
-
-
75
Kookplaten zonder randlijst
Werkblad van natuursteen
Uitsparing werkblad maken
a Werkblad
b Kookplaat
c Voeg
Omdat voor de keramische plaat en de uitsparing in het werkblad een ze­kere tolerantie geldt, kan de voeg­breedte c variëren (minimaal 1 mm).
^ Maak de uitsparing in het werkblad
volgens de afbeeldingen. Neem daarbij de veiligheidsafstan den in acht (zie ook "Veiligheidsin structies voor het inbouwen").
Aansluitkabel op het apparaat aan sluiten
De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd.
Sluit de kabel volgens het aansluit
^
schema op het apparaat aan (zie "Elektrische aansluiting / Aansluit schema").
Kookplaat positioneren
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing naar bene den.
^ Plaats en centreer de kookplaat b in
de uitsparing.
^ Sluit de kookplaat aan.
^ Controleer of het apparaat goed
functioneert.
^ Vul de voeg c met een geschikte,
hittebestendige siliconen-voegenkit
-
-
(minimaal 160 °C).
Gebruik uitsluitend een voor natuur steen geschikte siliconen-voegenkit. Neem de aanwijzingen van de kitfabrikant in acht.
-
-
-
-
-
-
76
Kookplaten zonder randlijst
Massief-houten / betegeld / glazen werkblad
Uitsparing werkblad maken
a Werkblad
b Kookplaat
c Voeg
d Houten lijsten 13 mm
(niet bijgeleverd)
Omdat voor de keramische plaat en de uitsparing in het werkblad een ze­kere tolerantie geldt, kan de voeg breedte c variëren (minimaal 1 mm).
Aansluitkabel op het apparaat aan sluiten
De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd.
Sluit de kabel volgens het aansluit
^
schema op het apparaat aan (zie "Elektrische aansluiting / Aansluit schema").
Kookplaat positioneren
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing naar bene den.
^ Plaats en centreer de kookplaat b in
de uitsparing.
^ Sluit de kookplaat aan.
^ Controleer of het apparaat goed
functioneert.
^ Vul de voeg c met een geschikte,
hittebestendige siliconen-voegenkit
-
(minimaal 160 °C).
-
-
-
-
-
^
Maak de uitsparing in het werkblad volgens de afbeeldingen. Neem daarbij de veiligheidsafstan den in acht (zie ook "Veiligheidsin structies voor het inbouwen").
^
Bevestig de houten lijsten d 7mm onder de bovenkant van het werk blad (zie afbeelding).
Neem de aanwijzingen van de kitfabrikant in acht.
-
-
-
Gebruik bij natuurstenen tegels uit sluitend een voor natuursteen ge schikte siliconen-voegenkit.
-
-
77
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektrici teitsnet worden aangesloten. Hierbij moeten de landelijke voorschriften en de voorschriften van het energie bedrijf in acht worden genomen. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van ondeskun dige installatie, onderhoudswerk zaamheden of reparaties.
Aansluitwaarde
-
-
-
Zie typeplaatje.
-
Aansluiting
Voordat u het apparaat aansluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en fre quentie) op het typeplaatje te verge lijken met de waarden van het elektrici teitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
-
-
-
Miele kan bovendien niet aanspra kelijk worden gesteld voor schade die is veroorzaakt door een ontbre­kende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
Na plaatsing moet zijn gewaarborgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aangeraakt.
-
Spanning AC 230V/50Hz.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het aansluitschema.
Aardlekschakelaar
Voor extra veiligheid wordt in de EU-voorschriften en -richtlijnen voor Ne­derland geadviseerd om de huisinstal­latie van een aardlekschakelaar te voor­zien (30 mA).
78
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het apparaat moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De con tactopening in uitgeschakelde toe stand moet ten minste 3mmbedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en aardlekschakelaars.
Spanningsvrij maken
Moet het apparaat spanningsvrij wor den gemaakt, ga dan, afhankelijk van de situatie, als volgt te werk:
Bij zekeringen:
Draai de zekering los en haal deze uit de houder.
Bij een zekeringsautomaat:
Druk op de testknop (rood) totdat de middelste knop (zwart) eruit­springt.
Bij een inbouwzekeringsautomaat:
(zelfuitschakelaar, min. type B of C) Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan) op 0 (Uit).
-
-
Aansluitkabel
Het apparaat moet met een kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) vol gens het aansluitschema worden aan
-
gesloten. De kabel moet voldoende doorsnede hebben.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het aansluitschema.
De van toepassing zijnde aansluitwaar den vindt u op het typeplaatje.
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel moet worden ver­vangen, mag hiervoor alleen een kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden gebruikt. Een geschikte aan­sluitkabel is verkrijgbaar bij Miele. De aansluitkabel mag uitsluitend door een vakman worden vervangen. Deze is precies op de hoogte van de lande­lijke voorschriften en van de voorschrif­ten van het gemeentelijke energiebe­drijf en houdt zich daar strikt aan.
-
-
-
Bij een aardlekschakelaar:
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan) op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingescha keld.
De aansluitwaarden vindt u op het type plaatje.
De aarddraad moet worden vastge schroefd aan de aansluiting met
-
symbool -.
-
-
79
Elektrische aansluiting
Aansluitschema
ab
L1
a cdNe
L1
cde
L2 L3 N
200-240 V~
200-240 V~
200-240 V~
b
L2
200-240 V~
200-240 V~
aL1bcdNe
200-240 V~
-
-
(L3)
-
(L2)
80
Klantcontacten / typeplaatje / garantie
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
de afdeling Klantcontacten van Miele.
De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Voor informatie over het Miele-Service-Verzekering-Certificaat kunt u zich wenden tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het type­plaatje overeenkomen met de gegevens op het titelblad van deze gebruiksaanwij­zing.
Garantie en garantievoorwaarden
De garantietermijn voor dit apparaat bedraagt 2 jaar. Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.
818283
Wijzigingen voorbehouden / 2513
M.-Nr. 09 496 130 / 01
Loading...