Inductiekookplaten
KM 6357 / KM 6358
KM 6379
KM 6386 / KM 6387
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 09 496 130
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................4
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding
vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig
heid, gebruik en onderhoud.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
-
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verantwoord gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
~
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
Gebruik het apparaat voor het bereiden en warmhouden van ge
~
rechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
~
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de
hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
De personen die het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn
van de gevaren van een foutieve bediening.
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu
~
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe
~
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be
dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen.
~
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het
~
apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Het apparaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
~
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand,
totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er geen
verbrandingsgevaar meer bestaat.
Verstikkingsgevaar!
~
Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal
wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken.
Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
-
-
-
Verbrandingsgevaar!
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn in kast
jes boven of achter het apparaat. De kinderen klimmen anders mis
schien op het apparaat.
Verbrandingsgevaar!
~
Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad
bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het apparaat kunnen
trekken.
Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat
~
niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen.
6
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa
~
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont
staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn
geautoriseerd.
Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
Controleer het voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een be
schadigd apparaat nooit in gebruik.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan.
Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
-
-
-
Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van
~
het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het ap
paraat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veilig
~
heid gewaarborgd is.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
~
boot) worden gebruikt.
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
~
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden
veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe
leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
Open nooit de ommanteling van het apparaat.
De garantie vervalt als het apparaat niet door een technicus
~
wordt gerepareerd die door Miele is geautoriseerd.
Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan
~
de veiligheidseisen voldoen. Defecte onderdelen mogen alleen door
originele onderdelen worden vervangen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe
~
schakelklok of een systeem dat op afstand werkt.
Het apparaat mag uitsluitend door een vakman op het net worden
~
aangesloten. Als een beschadigde kabel moet worden vervangen,
moet een speciale kabel worden gebruikt. Alleen een vakman mag
de kabel aansluiten (zie "Elektrische aansluiting").
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient het
~
apparaat spanningsvrij te worden gemaakt.
Ga daarvoor als volgt te werk:
–
schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit of
–
draai de zekering van de huisinstallatie er geheel uit of
–
trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Is de kookplaat voorzien van een communicatiemodule, dan moet
~
bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de
kookplaat ook de communicatiemodule spanningsvrij worden ge
maakt.
8
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken,
~
scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het appa
raat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij. U kunt anders
een elektrische schok krijgen!
Veilig gebruik
-
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa
~
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt.
Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het apparaat
uit en doof de vlammen voorzichtig met een deksel of een
blusdeken.
Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de vlammen kan de af-
~
zuigkap in brand vliegen.
Spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare materia-
~
len kunnen bij verhitting vlam vatten. Bewaar dergelijke producten
daarom niet in een schuiflade onder het apparaat. Een eventuele
bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.
Verhit kookgerei nooit leeg.
~
In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
~
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen
openbarsten.
Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blik
ken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
Dek het apparaat nooit af met een afdekplaat, een doek, folie of
~
iets dergelijks. Als het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld of
nog heet is, kan het betreffende materiaal vlam vatten, barsten of
smelten.
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
~
van het apparaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in aanraking
komen met het hete apparaat. De isolatie van de kabel zou bescha
digd kunnen raken.
Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag u het
~
alleen gebruiken als de deur geopend is.
Sluit de meubeldeur pas als de restwarmte-indicatie is gedoofd.
Wanneer u het apparaat gebruikt, wordt het zeer heet. Ook na het
~
uitschakelen blijft het dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator
geeft aan of het apparaat nog heet is.
U kunt zich aan het hete apparaat branden. Gebruik daarom altijd
~
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete apparaat
werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of
vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoomvorming
verbrandingen veroorzaken.
Als het apparaat is ingeschakeld, onbedoeld wordt ingeschakeld
~
of bij restwarmte kunnen metalen voorwerpen op het apparaat heet
worden.
Andere materialen kunnen smelten of vlam vatten.
Vochtige pandeksels kunnen zich vastzuigen.
Gebruik het apparaat niet als werkblad.
Schakel de kookzones na gebruik uit!
-
Als suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op
~
een hete kookzone terechtkomt en smelt, gaat u als volgt te werk:
Vermeng suikerhoudende stoffen onmiddellijk met water. Schakel
vervolgens de kookzone uit en verwijder de stoffen met een schra
per, zolang de plaat nog heet is. Als u de stoffen eerst laat afkoelen,
kan de keramische plaat beschadigd raken. Draag tijdens de reini
ging ovenhandschoenen.
Reinig de kookplaat met een reinigingsmiddel voor keramische pla
ten, zodra de plaat is afgekoeld.
10
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat bescha
~
digd raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat!
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem
~
kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen
~
krassen veroorzaken, als ze onder de pan komen. Zorg dat de kera
mische plaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kookgerei
op het apparaat plaatst.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
~
licht voorwerp (zoals een zoutvaatje) kan scheuren of barsten veroorzaken.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de
~
elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sensortoetsen en de displays.
Vanwege de snelle reactietijd van inductiekookzones kan de tem-
~
peratuur in de panbodem in zeer korte tijd de
zelfontbrandingstemperatuur van olie en vet bereiken. Houd daarom
altijd toezicht op het apparaat!
-
-
Verhit vetten en olie hooguit gedurende een minuut en gebruik
~
daarvoor nooit de booster.
Alleen voor personen met een pacemaker:
~
In de directe omgeving van het ingeschakelde apparaat ontstaat
een elektromagnetisch veld. Het is niet waarschijnlijk dat dit veld de
werking van de pacemaker nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel con
tact op met de fabrikant van de pacemaker of met uw arts.
Het elektromagnetische veld van de ingeschakelde kookplaat kan
~
de functie van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden.
Houd magnetiseerbare voorwerpen, zoals creditcards, diskettes, re
kenmachines, etc. uit de buurt van het ingeschakelde apparaat.
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden
~
bewaard, kunnen heet worden als u het apparaat lang en intensief
gebruikt. Bewaar daarom geen metalen voorwerpen in een lade die
zich meteen onder de kookplaat bevindt.
Het apparaat is voorzien van een ventilator. Als zich onder het
~
ingebouwde apparaat een lade bevindt, moet de afstand tussen de
inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat voldoende
zijn om de ventilatie te waarborgen. Bewaar geen spitse en kleine
voorwerpen of papier in de lade. Deze voorwerpen kunnen via de
ventilatieopeningen in de behuizing terechtkomen of aangezogen
worden. De ventilator kan dan beschadigd raken of de koeling kan
worden beïnvloed.
Plaats nooit twee pannen tegelijk op een kook-/braadzone of
~
PowerFlex-kookvlak.
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de-
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
Schakel de kookplaat niet in als deze boven een pyrolyse-oven of
~
-fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de over
verhittingsbeveiliging van de kookplaat zou kunnen reageren (zie de
betreffende rubriek).
12
-
Modellen
KM 6357 / KM 6358
Algemeen
b
a
a Kookzone met booster
b Kookzone met booster
c PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c
d
e
d PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c + d combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak
e Bedieningspaneel
13
Algemeen
KM 6379
a Kookzone met booster
b PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c PowerFlex-kookzone met TwinBooster
d Kookzone met booster
b + c combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak
e Bedieningspaneel
14
KM 6386 / KM 6387
Algemeen
b
a
a Kookzone met booster
b Kookzone met booster
c Kookzone met booster
d PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c
f
d
e
e PowerFlex-kookzone met TwinBooster
d + e combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak
f Bedieningspaneel
15
Algemeen
h
Bedieningspaneel
(voorbeeld)
j
k
i
0123456789 0123456789 0123456789
c
88
m
abd
01234567890123456789
l
p
h
n
e
g
f
o
16
Sensortoetsen
a Aan/Uit
b Vergrendeling
c Uren
d - Toets voor het kiezen van de timer
- Voor het wisselen tussen de timerfuncties
- Voor het kiezen van een uitschakeltijd
(zie "Kookzone automatisch uitschakelen")
e Stop & Go
f Vermogensstand instellen
g Booster / TwinBooster
h -PowerFlex-kookvlak inschakelen
i -Toetsen voor het instellen van de tijd
-Toetsen voor het instellen van de vermogensstand van de kookzone
midden achter, indien aanwezig
j Warmhouden
Controlelampjes
Algemeen
k Restwarmte-indicator
l Voor halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minuten
m Vergrendeling
n Kookzonetoewijzing, bijvoorbeeld kookzone rechts achter
o TwinBooster
¤ Stand 1
¥ Stand 2
p Timerdisplay
00 tot 99 = tijd in minuten
0.^ tot 9^ = tijd in uren
17
Algemeen
Kookzones
KookzoneKM 6357 / KM 6358
Minimale tot maximale
C in cm*
y18 - 28Normaal
w10 - 16Normaal
b15 - 23Normaal
x15 - 23Normaal
b + x22-23/
23x39
Vermogen in Watt bij 230 V**
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Booster
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Totaal:7400
2600
3000
3700
1400
2200
2100
3000
3700
2100
3000
3700
3400
4800
7400
18
KookzoneKM 6379
Minimale tot maximale
C in cm*
y14 - 20Normaal
w15 - 23Normaal
x15 - 23Normaal
z10 - 16Normaal
w + x22-23/
23x39
Vermogen in Watt bij 230 V**
Booster
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Booster
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Totaal:7400
Algemeen
1850
3000
2100
3000
3700
2100
3000
3700
1400
2200
3400
4800
7400
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het mate
riaal van de gebruikte pannen.
-
19
Algemeen
KookzoneKM 6386 / KM 6387
Minimale tot maximale
C in cm*
y14 - 20Normaal
w10 - 16Normaal
b18 - 28Normaal
x15 - 23Normaal
z15 - 23Normaal
x + z22-23/
23x39
Vermogen in Watt bij 230 V**
Booster
Booster
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Totaal:11100
1850
3000
1400
2200
2600
3000
3700
2100
3000
3700
2100
3000
3700
3400
4800
7400
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het mate
riaal van de gebruikte pannen.
20
-
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal remt de afvalproductie en het ge
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten meestal nog waarde
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw hande
laar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen.
-
21
Vóór het eerste gebruik
Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak
dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw ge
bruiksaanwijzing.
Eerste reiniging
Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers.
^
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik met een voch
^
tige doek en wrijf het daarna weer droog.
Ingebruikneming
Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand):
Na het inbouwen kan de eerste dagen een spleet zichtbaar
zijn tussen de kookplaat en het werkblad. Deze spleet zal
door het gebruik kleiner worden. De elektrische veiligheid
van het apparaat is echter altijd gewaarborgd.
De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van een
speciaal beschermlaagje. Als u het apparaat voor het eerst in
gebruik neemt, ontstaan daardoor geurtjes (en eventueel
dampen). Ook door het opwarmen van de inductiespoelen
ontstaan tijdens de eerste bedrijfsuren geurtjes. Bij elk volgend gebruik neemt de geurvorming geleidelijk af, totdat u
niets meer waarneemt.
-
-
22
Wanneer er geurtjes en damp vrijkomen, betekent dat niet
dat het apparaat verkeerd is aangesloten of defect is. De
geurtjes en de damp zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Houdt u er rekening mee dat de opwarmtijd bij inductie
kookplaten veel korter is dan bij gewone kookplaten.
-
Principe
Inductie
Onder de keramische plaat bevinden zich inductiespoelen.
Als u een kookzone inschakelt, genereren deze spoelen een
magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De
kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stra
lingswarmte van de pan.
Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een
magnetiseerbare bodem (zie "De juiste pannen"). Het sys
teem houdt automatisch rekening met de grootte van de ge
bruikte pan.
Op het betreffende bedieningspaneel knipperen de cijfers 1
tot 9,
als u een kookzone zonder pan of met een ongeschikte
–
pan (met niet magnetiseerbare bodem) inschakelt.
– als de bodemdiameter van de pan te klein is.
– als u de pan van een ingeschakelde kookzone haalt.
Als u binnen 3 minuten een geschikte pan op de kookzone
zet, verdwijnt het symbool ß en kunt u gewoon doorgaan.
-
-
-
Als u geen (geschikte) pan gebruikt, wordt de kookplaat na 3
minuten automatisch uitgeschakeld.
Verbrandingsgevaar!
Als het apparaat is ingeschakeld, onbedoeld wordt inge
schakeld of bij restwarmte kunnen metalen voorwerpen op
het apparaat heet worden.
Leg daarom geen metalen voorwerpen op de kookplaat
(zoals bestek).
Schakel de kookzone(s) na gebruik met de betreffende
sensortoets uit.
-
23
Inductie
Geluiden
Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookge
rei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van
het materiaal en de constructie van de bodem van het kook
gerei.
Op een hoge vermogensstand kan het apparaat een brom
–
geluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u
een lagere vermogensstand instelt.
Bij pannen met een bodem die uit verschillende materialen
–
bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem) kan een
knetterend geluid optreden.
Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar ver
–
bonden kookzones (zie "Booster") tegelijk zijn ingescha
keld en op de kookzones pannen staan met een bodem
die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeld een
sandwichbodem).
– Vooral bij lage vermogensstanden kunnen bij elektronische
schakelingen klikgeluiden optreden.
– Er kan een zoemend geluid ontstaan als de ventilator
wordt ingeschakeld. De ventilator koelt de elektronica als u
de kookplaat intensief gebruikt. Ook nadat u het apparaat
heeft uitgeschakeld, kan de ventilator doorlopen.
-
-
-
-
-
24
De juiste pannen
Inductie
Geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een magnetiseerbare bodem.
–
geëmailleerd staal.
–
gietijzer.
–
Niet geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een niet magnetiseerbare bodem.
–
aluminium of koper.
–
glas, keramiek of aardewerk.
–
Als u niet zeker weet of een pan geschikt is voor inductie,
kunt u een magneet tegen de panbodem houden. Blijft de
magneet hangen, dan is de pan geschikt.
Houdt u er rekening mee dat de eigenschappen van de panbodem het bereidingsresultaat beïnvloeden.
Om optimaal gebruik te maken van een kookzone moet u het
formaat van de pan zo kiezen dat de pan tussen de binnenste en de buitenste markering (markeringsstreepjes - afhankelijk van het model) van de kookzone past. Als de pan
kleiner is dan de binnenste markering, reageert de kookzone
alsof er geen pan op staat.
Houdt u er rekening mee dat pannenfabrikanten vaak de dia
meter aan de bovenkant vermelden. Van belang is echter al
leen de (meestal kleinere) bodemdiameter.
Verbrandingsgevaar!
Als pannen slechts gedeeltelijk op een kookzone staan,
kunnen de grepen heet worden.
Zet pannen daarom altijd midden op een kookzone.
-
-
25
Tabel vermogensstanden
Het apparaat heeft af fabriek 9 vermogensstanden. Als u fijner afgestemde vermo
gensstanden wenst, kunt u het aantal standen vergroten (zie "Programmering").
Vermogensstand
instelling
af fabriek
(9 vermogens-
standen)
Boter smelten
Gelatine oplossen
Rijstepap, havermoutpap maken22 tot 2+
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Rijst wellen
Groente ontdooien (in een blok)32+ tot 3
Graan wellen32+ tot 3+
Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten
Omelet, eieren zonder korstje bakken
Fruit blancheren
Deegwaren wellen44 tot 5+
Groente, vis stoven55
Diepvriesproducten ontdooien en verwarmen55 tot 5+
Aankoken van grote hoeveelheden, bijv. eenpansgerechten
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus
of sauce hollandaise
Eieren behoedzaam bakken (zonder oververhitting van het
vet)
Vis, schnitzel, braadworst behoedzaam bakken (zonder over
verhitting van het vet)
Poffertjes, pannenkoeken, etc. bakken76+ tot 7
Aanbraden van stoofgerechten88 tot 8+
Grote hoeveelheden water koken
Aankoken
1 tot 21 tot 2+
33 tot 3+
44 tot 4+
65+ tot 6
65+ tot 6+
-
76+ tot 7+
99
gewijzigde
instelling
(17 vermogens-
standen)
-
De aangegeven standen zijn slechts algemene richtlijnen.
Het vermogen van de inductiespoel varieert afhankelijk van de grootte en het ma
teriaal van de panbodem. Het is dan ook mogelijk dat bij uw pannen de vermo
gensstanden een geringe afwijking vertonen. Bepaal in de dagelijkse praktijk wel
ke instellingen het beste bij uw pannen passen.
26
-
-
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.