Inductiekookplaten
KM 6357 / KM 6358
KM 6379
KM 6386 / KM 6387
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 09 496 130
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................4
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding
vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig
heid, gebruik en onderhoud.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
-
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verantwoord gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
~
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
Gebruik het apparaat voor het bereiden en warmhouden van ge
~
rechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
~
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de
hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
De personen die het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn
van de gevaren van een foutieve bediening.
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu
~
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe
~
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be
dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen.
~
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het
~
apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Het apparaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
~
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand,
totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er geen
verbrandingsgevaar meer bestaat.
Verstikkingsgevaar!
~
Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal
wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken.
Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
-
-
-
Verbrandingsgevaar!
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn in kast
jes boven of achter het apparaat. De kinderen klimmen anders mis
schien op het apparaat.
Verbrandingsgevaar!
~
Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad
bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het apparaat kunnen
trekken.
Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat
~
niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen.
6
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa
~
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont
staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn
geautoriseerd.
Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
Controleer het voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een be
schadigd apparaat nooit in gebruik.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan.
Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
-
-
-
Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van
~
het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het ap
paraat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veilig
~
heid gewaarborgd is.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
~
boot) worden gebruikt.
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
~
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden
veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe
leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
Open nooit de ommanteling van het apparaat.
De garantie vervalt als het apparaat niet door een technicus
~
wordt gerepareerd die door Miele is geautoriseerd.
Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan
~
de veiligheidseisen voldoen. Defecte onderdelen mogen alleen door
originele onderdelen worden vervangen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe
~
schakelklok of een systeem dat op afstand werkt.
Het apparaat mag uitsluitend door een vakman op het net worden
~
aangesloten. Als een beschadigde kabel moet worden vervangen,
moet een speciale kabel worden gebruikt. Alleen een vakman mag
de kabel aansluiten (zie "Elektrische aansluiting").
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient het
~
apparaat spanningsvrij te worden gemaakt.
Ga daarvoor als volgt te werk:
–
schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit of
–
draai de zekering van de huisinstallatie er geheel uit of
–
trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Is de kookplaat voorzien van een communicatiemodule, dan moet
~
bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de
kookplaat ook de communicatiemodule spanningsvrij worden ge
maakt.
8
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken,
~
scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het appa
raat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij. U kunt anders
een elektrische schok krijgen!
Veilig gebruik
-
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa
~
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt.
Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het apparaat
uit en doof de vlammen voorzichtig met een deksel of een
blusdeken.
Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de vlammen kan de af-
~
zuigkap in brand vliegen.
Spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare materia-
~
len kunnen bij verhitting vlam vatten. Bewaar dergelijke producten
daarom niet in een schuiflade onder het apparaat. Een eventuele
bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.
Verhit kookgerei nooit leeg.
~
In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
~
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen
openbarsten.
Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blik
ken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
Dek het apparaat nooit af met een afdekplaat, een doek, folie of
~
iets dergelijks. Als het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld of
nog heet is, kan het betreffende materiaal vlam vatten, barsten of
smelten.
-
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
~
van het apparaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in aanraking
komen met het hete apparaat. De isolatie van de kabel zou bescha
digd kunnen raken.
Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag u het
~
alleen gebruiken als de deur geopend is.
Sluit de meubeldeur pas als de restwarmte-indicatie is gedoofd.
Wanneer u het apparaat gebruikt, wordt het zeer heet. Ook na het
~
uitschakelen blijft het dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator
geeft aan of het apparaat nog heet is.
U kunt zich aan het hete apparaat branden. Gebruik daarom altijd
~
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete apparaat
werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of
vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoomvorming
verbrandingen veroorzaken.
Als het apparaat is ingeschakeld, onbedoeld wordt ingeschakeld
~
of bij restwarmte kunnen metalen voorwerpen op het apparaat heet
worden.
Andere materialen kunnen smelten of vlam vatten.
Vochtige pandeksels kunnen zich vastzuigen.
Gebruik het apparaat niet als werkblad.
Schakel de kookzones na gebruik uit!
-
Als suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op
~
een hete kookzone terechtkomt en smelt, gaat u als volgt te werk:
Vermeng suikerhoudende stoffen onmiddellijk met water. Schakel
vervolgens de kookzone uit en verwijder de stoffen met een schra
per, zolang de plaat nog heet is. Als u de stoffen eerst laat afkoelen,
kan de keramische plaat beschadigd raken. Draag tijdens de reini
ging ovenhandschoenen.
Reinig de kookplaat met een reinigingsmiddel voor keramische pla
ten, zodra de plaat is afgekoeld.
10
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat bescha
~
digd raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat!
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem
~
kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen
~
krassen veroorzaken, als ze onder de pan komen. Zorg dat de kera
mische plaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kookgerei
op het apparaat plaatst.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
~
licht voorwerp (zoals een zoutvaatje) kan scheuren of barsten veroorzaken.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de
~
elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sensortoetsen en de displays.
Vanwege de snelle reactietijd van inductiekookzones kan de tem-
~
peratuur in de panbodem in zeer korte tijd de
zelfontbrandingstemperatuur van olie en vet bereiken. Houd daarom
altijd toezicht op het apparaat!
-
-
Verhit vetten en olie hooguit gedurende een minuut en gebruik
~
daarvoor nooit de booster.
Alleen voor personen met een pacemaker:
~
In de directe omgeving van het ingeschakelde apparaat ontstaat
een elektromagnetisch veld. Het is niet waarschijnlijk dat dit veld de
werking van de pacemaker nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel con
tact op met de fabrikant van de pacemaker of met uw arts.
Het elektromagnetische veld van de ingeschakelde kookplaat kan
~
de functie van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden.
Houd magnetiseerbare voorwerpen, zoals creditcards, diskettes, re
kenmachines, etc. uit de buurt van het ingeschakelde apparaat.
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden
~
bewaard, kunnen heet worden als u het apparaat lang en intensief
gebruikt. Bewaar daarom geen metalen voorwerpen in een lade die
zich meteen onder de kookplaat bevindt.
Het apparaat is voorzien van een ventilator. Als zich onder het
~
ingebouwde apparaat een lade bevindt, moet de afstand tussen de
inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat voldoende
zijn om de ventilatie te waarborgen. Bewaar geen spitse en kleine
voorwerpen of papier in de lade. Deze voorwerpen kunnen via de
ventilatieopeningen in de behuizing terechtkomen of aangezogen
worden. De ventilator kan dan beschadigd raken of de koeling kan
worden beïnvloed.
Plaats nooit twee pannen tegelijk op een kook-/braadzone of
~
PowerFlex-kookvlak.
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de-
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
Schakel de kookplaat niet in als deze boven een pyrolyse-oven of
~
-fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de over
verhittingsbeveiliging van de kookplaat zou kunnen reageren (zie de
betreffende rubriek).
12
-
Modellen
KM 6357 / KM 6358
Algemeen
b
a
a Kookzone met booster
b Kookzone met booster
c PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c
d
e
d PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c + d combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak
e Bedieningspaneel
13
Algemeen
KM 6379
a Kookzone met booster
b PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c PowerFlex-kookzone met TwinBooster
d Kookzone met booster
b + c combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak
e Bedieningspaneel
14
KM 6386 / KM 6387
Algemeen
b
a
a Kookzone met booster
b Kookzone met booster
c Kookzone met booster
d PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c
f
d
e
e PowerFlex-kookzone met TwinBooster
d + e combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak
f Bedieningspaneel
15
Algemeen
h
Bedieningspaneel
(voorbeeld)
j
k
i
0123456789 0123456789 0123456789
c
88
m
abd
01234567890123456789
l
p
h
n
e
g
f
o
16
Sensortoetsen
a Aan/Uit
b Vergrendeling
c Uren
d - Toets voor het kiezen van de timer
- Voor het wisselen tussen de timerfuncties
- Voor het kiezen van een uitschakeltijd
(zie "Kookzone automatisch uitschakelen")
e Stop & Go
f Vermogensstand instellen
g Booster / TwinBooster
h -PowerFlex-kookvlak inschakelen
i -Toetsen voor het instellen van de tijd
-Toetsen voor het instellen van de vermogensstand van de kookzone
midden achter, indien aanwezig
j Warmhouden
Controlelampjes
Algemeen
k Restwarmte-indicator
l Voor halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minuten
m Vergrendeling
n Kookzonetoewijzing, bijvoorbeeld kookzone rechts achter
o TwinBooster
¤ Stand 1
¥ Stand 2
p Timerdisplay
00 tot 99 = tijd in minuten
0.^ tot 9^ = tijd in uren
17
Algemeen
Kookzones
KookzoneKM 6357 / KM 6358
Minimale tot maximale
C in cm*
y18 - 28Normaal
w10 - 16Normaal
b15 - 23Normaal
x15 - 23Normaal
b + x22-23/
23x39
Vermogen in Watt bij 230 V**
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Booster
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Totaal:7400
2600
3000
3700
1400
2200
2100
3000
3700
2100
3000
3700
3400
4800
7400
18
KookzoneKM 6379
Minimale tot maximale
C in cm*
y14 - 20Normaal
w15 - 23Normaal
x15 - 23Normaal
z10 - 16Normaal
w + x22-23/
23x39
Vermogen in Watt bij 230 V**
Booster
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Booster
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Totaal:7400
Algemeen
1850
3000
2100
3000
3700
2100
3000
3700
1400
2200
3400
4800
7400
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het mate
riaal van de gebruikte pannen.
-
19
Algemeen
KookzoneKM 6386 / KM 6387
Minimale tot maximale
C in cm*
y14 - 20Normaal
w10 - 16Normaal
b18 - 28Normaal
x15 - 23Normaal
z15 - 23Normaal
x + z22-23/
23x39
Vermogen in Watt bij 230 V**
Booster
Booster
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Totaal:11100
1850
3000
1400
2200
2600
3000
3700
2100
3000
3700
2100
3000
3700
3400
4800
7400
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdia-
meter gebruiken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het mate
riaal van de gebruikte pannen.
20
-
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal remt de afvalproductie en het ge
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten meestal nog waarde
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw hande
laar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen.
-
21
Vóór het eerste gebruik
Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak
dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw ge
bruiksaanwijzing.
Eerste reiniging
Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers.
^
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik met een voch
^
tige doek en wrijf het daarna weer droog.
Ingebruikneming
Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand):
Na het inbouwen kan de eerste dagen een spleet zichtbaar
zijn tussen de kookplaat en het werkblad. Deze spleet zal
door het gebruik kleiner worden. De elektrische veiligheid
van het apparaat is echter altijd gewaarborgd.
De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van een
speciaal beschermlaagje. Als u het apparaat voor het eerst in
gebruik neemt, ontstaan daardoor geurtjes (en eventueel
dampen). Ook door het opwarmen van de inductiespoelen
ontstaan tijdens de eerste bedrijfsuren geurtjes. Bij elk volgend gebruik neemt de geurvorming geleidelijk af, totdat u
niets meer waarneemt.
-
-
22
Wanneer er geurtjes en damp vrijkomen, betekent dat niet
dat het apparaat verkeerd is aangesloten of defect is. De
geurtjes en de damp zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Houdt u er rekening mee dat de opwarmtijd bij inductie
kookplaten veel korter is dan bij gewone kookplaten.
-
Principe
Inductie
Onder de keramische plaat bevinden zich inductiespoelen.
Als u een kookzone inschakelt, genereren deze spoelen een
magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De
kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stra
lingswarmte van de pan.
Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een
magnetiseerbare bodem (zie "De juiste pannen"). Het sys
teem houdt automatisch rekening met de grootte van de ge
bruikte pan.
Op het betreffende bedieningspaneel knipperen de cijfers 1
tot 9,
als u een kookzone zonder pan of met een ongeschikte
–
pan (met niet magnetiseerbare bodem) inschakelt.
– als de bodemdiameter van de pan te klein is.
– als u de pan van een ingeschakelde kookzone haalt.
Als u binnen 3 minuten een geschikte pan op de kookzone
zet, verdwijnt het symbool ß en kunt u gewoon doorgaan.
-
-
-
Als u geen (geschikte) pan gebruikt, wordt de kookplaat na 3
minuten automatisch uitgeschakeld.
Verbrandingsgevaar!
Als het apparaat is ingeschakeld, onbedoeld wordt inge
schakeld of bij restwarmte kunnen metalen voorwerpen op
het apparaat heet worden.
Leg daarom geen metalen voorwerpen op de kookplaat
(zoals bestek).
Schakel de kookzone(s) na gebruik met de betreffende
sensortoets uit.
-
23
Inductie
Geluiden
Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookge
rei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van
het materiaal en de constructie van de bodem van het kook
gerei.
Op een hoge vermogensstand kan het apparaat een brom
–
geluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u
een lagere vermogensstand instelt.
Bij pannen met een bodem die uit verschillende materialen
–
bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem) kan een
knetterend geluid optreden.
Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar ver
–
bonden kookzones (zie "Booster") tegelijk zijn ingescha
keld en op de kookzones pannen staan met een bodem
die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeld een
sandwichbodem).
– Vooral bij lage vermogensstanden kunnen bij elektronische
schakelingen klikgeluiden optreden.
– Er kan een zoemend geluid ontstaan als de ventilator
wordt ingeschakeld. De ventilator koelt de elektronica als u
de kookplaat intensief gebruikt. Ook nadat u het apparaat
heeft uitgeschakeld, kan de ventilator doorlopen.
-
-
-
-
-
24
De juiste pannen
Inductie
Geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een magnetiseerbare bodem.
–
geëmailleerd staal.
–
gietijzer.
–
Niet geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een niet magnetiseerbare bodem.
–
aluminium of koper.
–
glas, keramiek of aardewerk.
–
Als u niet zeker weet of een pan geschikt is voor inductie,
kunt u een magneet tegen de panbodem houden. Blijft de
magneet hangen, dan is de pan geschikt.
Houdt u er rekening mee dat de eigenschappen van de panbodem het bereidingsresultaat beïnvloeden.
Om optimaal gebruik te maken van een kookzone moet u het
formaat van de pan zo kiezen dat de pan tussen de binnenste en de buitenste markering (markeringsstreepjes - afhankelijk van het model) van de kookzone past. Als de pan
kleiner is dan de binnenste markering, reageert de kookzone
alsof er geen pan op staat.
Houdt u er rekening mee dat pannenfabrikanten vaak de dia
meter aan de bovenkant vermelden. Van belang is echter al
leen de (meestal kleinere) bodemdiameter.
Verbrandingsgevaar!
Als pannen slechts gedeeltelijk op een kookzone staan,
kunnen de grepen heet worden.
Zet pannen daarom altijd midden op een kookzone.
-
-
25
Tabel vermogensstanden
Het apparaat heeft af fabriek 9 vermogensstanden. Als u fijner afgestemde vermo
gensstanden wenst, kunt u het aantal standen vergroten (zie "Programmering").
Vermogensstand
instelling
af fabriek
(9 vermogens-
standen)
Boter smelten
Gelatine oplossen
Rijstepap, havermoutpap maken22 tot 2+
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Rijst wellen
Groente ontdooien (in een blok)32+ tot 3
Graan wellen32+ tot 3+
Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten
Omelet, eieren zonder korstje bakken
Fruit blancheren
Deegwaren wellen44 tot 5+
Groente, vis stoven55
Diepvriesproducten ontdooien en verwarmen55 tot 5+
Aankoken van grote hoeveelheden, bijv. eenpansgerechten
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus
of sauce hollandaise
Eieren behoedzaam bakken (zonder oververhitting van het
vet)
Vis, schnitzel, braadworst behoedzaam bakken (zonder over
verhitting van het vet)
Poffertjes, pannenkoeken, etc. bakken76+ tot 7
Aanbraden van stoofgerechten88 tot 8+
Grote hoeveelheden water koken
Aankoken
1 tot 21 tot 2+
33 tot 3+
44 tot 4+
65+ tot 6
65+ tot 6+
-
76+ tot 7+
99
gewijzigde
instelling
(17 vermogens-
standen)
-
De aangegeven standen zijn slechts algemene richtlijnen.
Het vermogen van de inductiespoel varieert afhankelijk van de grootte en het ma
teriaal van de panbodem. Het is dan ook mogelijk dat bij uw pannen de vermo
gensstanden een geringe afwijking vertonen. Bepaal in de dagelijkse praktijk wel
ke instellingen het beste bij uw pannen passen.
26
-
-
Principe van de bediening
De kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen.
Deze reageren op vingercontact.
Bediening
Als de kookplaat uit is, ziet u alleen de symbolen van de sen
sortoetsen "Aan/Uit" en "Vergrendeling".
Als u de kookplaat inschakelt, lichten ook de andere sensor
toetsen op. Op de bedieningspanelen branden de cijfers "0"
met lichtsterkte 2. De cijfers 1 tot 9 branden met lichtsterkte
1.
Als u een vermogensstand instelt, branden de cijfers 0 tot en
met de ingestelde vermogensstand met lichtsterkte 2.
Als u de booster- of warmhoudstand instelt, brandt de betref
fende sensortoets met lichtsterkte 2.
U bedient de kookplaat door met uw vinger de juiste toetsen
aan te tippen. Het apparaat reageert daarop telkens met een
akoestisch signaal.
Als het bedieningspaneel verontreinigd is of als er voorwerpen op liggen, reageren de sensortoetsen niet of u activeert onbedoeld functies. Ook kan de kookplaat automatisch worden uitgeschakeld (zie de rubriek
"Veiligheidsuitschakeling").
Hete pannen op het bedieningspaneel kunnen de elektro
nische onderdelen eronder beschadigen. Houd het bedie
ningspaneel daarom altijd vrij en schoon en zet er geen
hete pannen op.
-
-
-
-
-
27
Bediening
Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is!
Kookplaat inschakelen
Druk op de toets s.
^
Alle toetsen lichten op. Voert u daarna geen waarden in, dan
wordt de kookplaat om veiligheidsredenen na enkele secon
den weer uitgeschakeld.
Kookzone inschakelen
-
Een kookzone is niet actief als alleen de "0" op het betreffen
de bedieningspaneel oplicht.
Druk op de "0" om de kookzone te activeren.
^
Alle vermogensstanden lichten nu op.
Vermogensstand instellen
Vermogensstanden af fabriek
^ Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel van
de te gebruiken kookzone.
Extra vermogensstanden
(zie "Tabel vermogensstanden")
^
Druk tussen twee vermogensstanden als u een
tussenstand wilt kiezen.
Als u bijvoorbeeld vermogensstand 7+ instelt, lichten de cij
fers 7 en 8 feller op dan de overige cijfers.
Vermogensstand wijzigen
^
Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel van
de te gebruiken kookzone.
-
-
28
PowerFlex-kookvlak
U kunt de PowerFlex-kookzones tot een groot
PowerFlex-kookvlak samenvoegen. De instellingen voor het
kookvlak regelt u via de achterste c.q. de linker
PowerFlex-kookzone. Het andere bedieningspaneel dooft,
met uitzondering van het symbool y.
Activeren/deactiveren
Druk op de toets y.
^
Tip
Bediening
Als u bijvoorbeeld snel een grote hoeveelheid water wilt ver
hitten, kunt u het beste het PowerFlex-kookvlak gebruiken.
Het kookvlak heeft (met de TwinBooster op stand 2) het
hoogste vermogen van alle kookzones.
De pan moet een diameter van minimaal 22 cm hebben. Zet
de pan binnen de markering die in het midden van het
kookvlak is aangebracht.
-
29
Bediening
Aankookautomaat
Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende
kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen inge
schakeld. Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand
(doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af
van de ingestelde doorkookstand (zie tabel).
Activeren
^
Gedurende de aankooktijd (zie tabel) knippert de ingestelde
doorkookstand.
Als u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Programmering") en u een tussenstand heeft gekozen, knipperen
de vermogensstanden voor en na de tussenstand.
Deactiveren
-
Druk zo lang op het cijfer van de gewenste doorkookstand
totdat u een signaal hoort en de ingestelde doorkookstand
begint te knipperen.
Als u tijdens de aankooktijd de doorkookstand wijzigt, deactiveert u de aankookautomaat.
30
^ Druk zo lang op de ingestelde doorkookstand totdat de
weergave continu brandt.
of:
^
Kies een andere vermogensstand.
Bediening
Doorkookstand*Aankooktijd in
minuten en
seconden (ca.)
10:15
1+0:15
20:15
2+0:15
30:25
3+0:25
40:50
4+0:50
52:00
5+5:50
65:50
6+2:50
72:50
7+2:50
82:50
8+2:50
9-
* De doorkookstanden 1+, etc. zijn alleen beschikbaar als u
het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Program
mering").
-
31
Bediening
Booster
De kookzones hebben een booster of een TwinBooster, zie
het hoofdstuk "Algemeen".
De booster vergroot het vermogen, waardoor u grote hoe
veelheden snel kunt verhitten. Bijvoorbeeld water voor het ko
ken van pasta (zie ook de tip in de rubriek
"PowerFlex-kookvlak"). De booster is maximaal 15 minuten
actief.
U kunt de booster voor maximaal twee kookzones tegelijk ge
bruiken.
Als u de booster inschakelt, terwijl
geen vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop van de
–
boostertijd of bij het eerder uitschakelen van de functie automatisch teruggeschakeld naar vermogensstand 9.
– wel een vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop van
de boostertijd of bij het eerder uitschakelen van de functie
automatisch teruggeschakeld naar de ingestelde vermogensstand.
Als u tijdens de boostertijd de pan van de kookzone haalt,
wordt de tijd stopgezet. De functie wordt voortgezet als u de
pan binnen 3 minuten terugzet.
Telkens twee kookzones zijn met elkaar verbonden, zodat het
vermogen voor de booster beschikbaar kan worden gesteld.
Gedurende de boostertijd wordt aan de verbonden kookzone
een deel van het vermogen onttrokken. Mogelijke effecten:
- de aankookfunctie wordt gedeactiveerd.
- de vermogensstand wordt verlaagd.
- de verbonden kookzone wordt uitgeschakeld.
-
-
-
32
Gedurende de boostertijd branden de sensortoets B en alle
cijfers op het betreffende bedieningspaneel met lichtsterkte
2.
Booster inschakelen
Druk op de "0" op het bedieningspaneel van de te ge
^
bruiken kookzone.
Kies zo nodig een vermogensstand.
^
Druk op de toets B.
^
TwinBooster inschakelen
Stand 1
Druk op de "0" op het bedieningspaneel van de te ge
^
bruiken kookzone.
^ Kies zo nodig een vermogensstand.
^ Druk op de toets B.
Het controlelampje voor de TwinBooster op stand 1 ¤ licht op.
Stand 2
Bediening
-
-
^ Druk op de "0" op het bedieningspaneel van de te ge-
bruiken kookzone.
^
Kies zo nodig een vermogensstand.
^
Druk 2 keer op de toets B.
Het controlelampje voor de TwinBooster op stand 2 ¥ licht op.
Booster / TwinBooster uitschakelen
^
Tip de sensortoets B
- één keer aan (booster).
- zo vaak aan totdat de controlelampjes gedoofd
zijn (TwinBooster).
of:
^
Kies een andere vermogensstand.
33
Bediening
Warmhouden
Sommige kookzones hebben een warmhoudstand.
De warmhoudstand is niet bedoeld voor het opwarmen
van reeds afgekoelde gerechten. De warmhoudstand is
voor het warmhouden van gerechten meteen na de berei
ding.
Als u de warmhoudstand instelt, blijft de kookzone maximaal
2 uur ingeschakeld.
Warmhoudstand in-/uitschakelen
Druk op de toets 2 van de betreffende kookzone.
^
Tips
– Houd gerechten alleen in de pan warm. Dek de pan met
een deksel af.
– U hoeft de gerechten tijdens het warmhouden niet te roe-
ren.
– De voedingswaarde van een gerecht neemt gedurende de
bereiding af. Tijdens het warmhouden neemt de voedingswaarde verder af. Houd de warmhoudtijd dan ook zo kort
mogelijk.
-
34
Uitschakelen en restwarmte-indicatie
Het uitschakelen van een kookzone
Druk op de "0" op het bedieningspaneel van de betreffende
^
kookzone.
Bediening
De cijfers 1 tot 9 gaan na enkele seconden uit. Als de kook
zone nog heet is, wordt daarna de restwarmte weergegeven.
Het uitschakelen van de kookplaat
Druk op de toets s.
^
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. Alle sensortoetsen do
ven.
Restwarmte-indicator
Is er sprake van restwarmte, dan doven de cijfers 1 tot 9 op
het bedieningspaneel pas na enkele seconden. De
restwarmte-indicatoren van nog hete kookzones lichten op.
De streepjes van de restwarmte-indicatie verdwijnen één voor
één als de kookzone afkoelt. Als het laatste streepje verdwijnt, dooft ook het cijfer "0".
Verbrandingsgevaar!
Raak de kookzones niet aan als de restwarmte-indicatie
nog brandt.
-
-
35
Tips om energie te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die ma
–
nier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt.
zonder dekselmet deksel
Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Voor
–
een kleine pan is minder energie nodig dan voor een gro
te, niet geheel gevulde pan.
– Gebruik zo weinig mogelijk water.
– Schakel na het aankoken of aanbraden op tijd terug naar
een lagere vermogensstand.
– Met een snelkookpan kunt u de bereidingstijd aanzienlijk
verkorten.
-
-
36
Timer
h
De kookplaat moet ingeschakeld zijn, als u de timer wilt ge
bruiken.
U kunt de timer voor twee functies gebruiken:
voor het instellen van een kookwekkertijd.
–
voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
–
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut (01)en9uur(9^).
Een tijd tot 99 minuten wordt in minuten ingesteld en weerge
geven.
Bijvoorbeeld:
Bij een tijd langer dan 99 minuten moet u de timer op uren (h)
zetten. De tijd wordt nu in stappen van een half uur ingesteld.
Een half uur worden aangegeven met een punt achter het cijfer.
Bijvoorbeeld 2 uur en 30 minuten:
-
-
Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt de waarde 00 in
het timerdisplay. Tegelijk hoort u enkele seconden een
akoestisch signaal.
37
Timer
h
h
h
Kookwekker
Instellen
Minuten
U wilt bijvoorbeeld 15 minuten instellen:
Schakel de kookplaat in als dat nog niet is gebeurd.
^
Druk op de toets m.
^
De toets m knippert. In het timerdisplay verschijnt 00,de
rechter 0 knippert.
Van de waarde "15" stelt u eerst de "1" in en dan de "5".
^ Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel
voor de timer (in dit geval "1").
In het timerdisplay knippert rechts 1.
^
Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel (in
dit geval "5").
Het timerdisplay wisselt. De "1" springt naar links en rechts
verschijnt 5.
Na enkele seconden brandt de toets m continu. De kookwek
kertijd begint af te lopen.
38
-
Uren
hhh
Timer
Hele uren stelt u in door op het betreffende cijfer op het be
dieningspaneel voor de timer te drukken.
Halve uren stelt u in door tussen twee cijfers op het bedie
ningspaneel te drukken.
U wilt bijvoorbeeld 2 uur en 30 minuten instellen:
Schakel de kookplaat in als dat nog niet is gebeurd.
^
Druk op de toets m.
^
De toets m knippert. In het timerdisplay verschijnt 00,de
rechter 0 knippert.
^ Druk op de toets "h" om het display op "uren" te zetten.
^
Druk tussen de cijfers 2 en 3 op het bedieningspaneel.
-
-
Na enkele seconden branden de toets m en het timerdisplay
continu. De kookwekkertijd begint af te lopen.
39
Timer
Wijzigen
Wissen
Druk op de toets m.
^
Stel de gewenste tijd in, zoals in het voorgaande is be
^
schreven.
Druk op de toets m.
^
Druk op de "0" op het bedieningspaneel.
^
-
40
Kookzone automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch
wordt uitgeschakeld.
Alle kookzones kunnen tegelijk worden geprogrammeerd.
Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal
toegestane bedrijfsduur wordt de kookzone door de
veiligheidsuitschakeling uitgeschakeld (zie de betreffende
rubriek).
Stel voor de gewenste kookzone een vermogensstand in.
^
Druk zo vaak op de toets m totdat het controlelampje van
^
die kookzone gaat knipperen.
Zijn meerdere kookzones ingeschakeld, dan knipperen de
betreffende controlelampjes met de wijzers van de klok mee,
beginnend bij links voor.
^ Stel de gewenste tijd in.
De ingestelde tijd loopt in minuten af. De resttijd kunt u in het
timerdisplay aflezen en op elk moment wijzigen.
Als u nog een kookzone automatisch wilt laten uitschakelen,
voert u de beschreven handelingen nog eens uit.
Timer
Als u meerdere uitschakeltijden heeft geprogrammeerd,
wordt de kortste resttijd weergegeven. Het betreffende con
trolelampje knippert. De andere controlelampjes branden
continu. Als u die resttijden wilt laten weergeven, druk dan zo
vaak op de toets m totdat het gewenste controlelampje gaat
knipperen.
-
41
Timer
Timerfuncties tegelijk gebruiken
U kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitschake
len" tegelijk gebruiken.
U heeft een of meer uitschakeltijden geprogrammeerd en wilt
ook een kookwekkertijd instellen:
Druk zo vaak op de toets m totdat de controlelampjes van de
geprogrammeerde kookzones continu branden en in het
timerdisplay 00 verschijnt.
U heeft de kookwekker ingesteld en wilt ook een of meeruitschakeltijden programmeren:
Druk zo vaak op de toets m totdat het controlelampje van de
gewenste kookzone gaat knipperen.
Kort na de laatste invoer schakelt het timerdisplay over naar
de kortste resttijd.
Wilt u de resttijden laten weergeven die op de achtergrond
aflopen, druk dan zo vaak op de toets m totdat
- het controlelampje van de gewenste kookzone knippert
(automatisch uitschakelen).
- het timerdisplay knippert (kookwekker).
Uitgaande van de kortste resttijd worden met de wijzers van
de klok mee alle ingeschakelde kookzones en de kookwekker
geselecteerd.
-
42
Vergrendeling instellingen / apparaat
Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk
worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit
apparaat voorzien van een vergrendeling.
De vergrendeling van de instellingen activeert u als de
kookplaat in gebruik is. Als de vergrendeling actief is, kan het
apparaat alleen nog beperkt worden bediend:
De vermogensstanden van de kookzones en de instel
–
lingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
De kookzones, de kookplaat en de timer kunnen wel wor
–
den uitgeschakeld, maar daarna niet weer worden inge
schakeld.
De vergrendeling van het apparaat activeert u als de kookplaat uitgeschakeld is. Als de vergrendeling actief is, kan het
apparaat niet worden ingeschakeld en kan de timer niet worden bediend.
Het apparaat is zo geprogrammeerd dat u deze vergrendeling handmatig moet activeren. U kunt de instelling zo wijzigen dat de vergrendeling van het apparaat 5 minuten na
het uitschakelen van de kookplaat automatisch plaatsvindt,
wanneer het apparaat niet handmatig wordt vergrendeld (zie
ook "Programmering").
Beveiligingen
-
-
-
Als bij ingeschakelde vergrendeling een toets wordt aange
raakt die niet mag worden bediend, verschijnen het controle
lampje en in het timerdisplay gedurende enkele seconden de
letters LC.
Standaard is een 3-vinger-bediening ingesteld. U kunt deze
instelling wijzigen in een 1-vinger-bediening (zie "Programme
ring").
Beide vergrendelingen zijn na een stroomonderbreking
uitgeschakeld.
-
43
-
-
Beveiligingen
Activeren
3-vinger-bediening (standaardinstelling)
Druk tegelijk op de sensortoets $ en de stand "0" van de
^
beide rechter kookzones. Houd de toetsen ingedrukt, tot
dat het controlelampje van de vergrendeling en de letters
LC in het timerdisplay verschijnen.
-
Deactiveren
Na korte tijd gaat het controlelampje uit en verdwijnen de let
ters LC.
1-vinger-bediening
Druk zo lang op de sensortoets $, totdat het controlelamp
^
je van de vergrendeling en de letters LC in het timerdisplay
verschijnen.
Na korte tijd gaat het controlelampje uit en verdwijnen de letters LC.
3-vinger-bediening (standaardinstelling)
^ Druk tegelijk op de sensortoets $ en de stand "0" van de
beide rechter kookzones. Houd de toetsen ingedrukt, totdat het controlelampje van de vergrendeling en de letters
LC uit het timerdisplay verdwijnen.
1-vinger-bediening
^
Druk zo lang op de sensortoets $, totdat het controlelamp
je van de vergrendeling en de letters LC uit het timerdisplay
verdwijnen.
-
-
-
44
Stop & Go
Beveiligingen
Uw apparaat heeft een functie waarmee u het vermogen van
alle ingeschakelde kookzones tot 1 kunt verlagen. De vermo
gensstanden en de instelling van de timer kunnen dan niet
meer worden gewijzigd. De kookplaat kan alleen worden uit
geschakeld.
-
-
Activeren
Deactiveren
Als u de functie weer uitzet, worden de laatst ingestelde ver
mogensstanden weer ingeschakeld.
Als u de functie niet uitzet, wordt de kookplaat na 1 uur auto
matisch uitgeschakeld.
Als u "Stop & Go" activeert
- wordt het aflopen van een ingestelde
tijd voor automatische uitschakeling onderbroken.
Als u Stop & Go uitzet, loopt de tijd weer door.
- loopt de kookwekker zonder onderbreking door.
^ Druk op de toets .
Het vermogen van de ingeschakelde kookzones wordt tot 1
verlaagd.
^
Druk op de toets .
De kookzones werken weer met de laatst ingestelde vermo
gensstand.
-
-
-
45
Beveiligingen
Veiligheidsuitschakeling
Als een kookzone te lang aanstaat
Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel),
zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de
kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display ver
schijnt de restwarmte-indicator.
Als u een kookzone weer wilt inschakelen, doet u dat zoals
gebruikelijk.
Vermogensstand*Maximale bedrijfsduur in uren
1/1+10
2/2+5
3/3+5
4/4+4
5/5+3
6/6+2
7/7+2
-
8/8+2
91
* De vermogensstanden 1+, etc. zijn alleen beschikbaar als
u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Pro
grammering").
Als er iets op het bedieningspaneel ligt
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als één of
meer sensortoetsen langer dan 10 seconden bedekt zijn, bij
voorbeeld als u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of
als er voorwerpen op liggen.
In het timerdisplay knippert een F.
^
Reinig het bedieningspaneel c.q. verwijder de voorwerpen.
De F dooft. U kunt de kookplaat weer in gebruik nemen.
46
-
-
Oververhittingsbeveiliging
Alle inductiespoelen en de koellichamen van de elektronica
zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de
inductiespoelen of de koellichamen oververhit raken, zorgt de
oververhittingsbeveiliging voor een van de volgende reacties:
Inductiespoel
Een ingeschakelde booster wordt uitgeschakeld.
–
De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
–
De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld.
–
In het timerdisplay knipperen afwisselend "FE"en"44".
U kunt de kookzone gewoon weer in gebruik nemen als de
foutmelding is verdwenen.
Koellichaam
– Een ingeschakelde booster wordt uitgeschakeld.
– De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
– De kookzones worden automatisch uitgeschakeld.
Beveiligingen
Pas als het koellichaam voldoende is afgekoeld, kunt u de
betreffende kookzones weer in gebruik nemen.
De oververhittingsbeveiliging reageert als
–
leeg kookgerei wordt verhit.
–
vet of olie op een hoge vermogensstand wordt verhit.
–
de onderkant van het apparaat niet voldoende wordt ge
ventileerd.
–
een hete kookzone na een stroomstoring weer wordt inge
schakeld.
Reageert de oververhittingsbeveiliging opnieuw nadat de
oorzaak is weggenomen, neem dan contact op met Miele.
-
-
47
Reiniging en onderhoud
Verwondingsgevaar!
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen
met delen die onder spanning staan en zo kortsluiting ver
oorzaken.
Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
Reinig het apparaat na elk gebruik. Laat het eerst afkoelen.
Wrijf het apparaat na elke reiniging droog. U voorkomt zo
kalkafzettingen.
Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen,
mogen de volgende middelen niet worden gebruikt:
afwasmiddelen.
–
– soda-, alkali-, ammoniak-, zuur- of chloridehoudende reini-
gingsmiddelen.
– kalkoplossende reinigingsmiddelen.
– vlekken- en roestverwijderaars.
– schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder, vloei-
baar schuurmiddel en reinigingssteen.
-
48
– oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.
–
reinigingsmiddelen voor afwasautomaten.
–
grill- en ovensprays.
–
glasreinigers.
–
schurende harde borstels en sponsjes (zoals pannen
sponsjes) en gebruikte sponsjes die nog resten schuur
middel bevatten.
–
vlekkensponsjes.
–
puntige voorwerpen
(zodat de dichtingen tussen de keramische plaat en de lijst
dan wel tussen lijst en werkblad niet beschadigd raken).
-
-
Reiniging en onderhoud
Gebruik voor het reinigen geen afwasmiddel. Met afwas
middel worden niet alle verontreinigingen verwijderd. Er
ontstaat dan een onzichtbaar laagje dat tot verkleuring van
de keramische plaat leidt. Die verkleuring kan niet meer
worden verwijderd.
Reinig de kookplaat regelmatig met een speciaal reini
gingsmiddel voor keramische platen.
Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige
doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een
glasschraper.
Reinig de kookplaat vervolgens met het
Miele-reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij
staal (zie ook "Bij te bestellen accessoires") of met een ander
geschikt reinigingsmiddel voor keramische platen. Gebruik
hierbij keukenpapier of een schone doek. Gebruik het reinigingsmiddel niet op een hete kookplaat, omdat daardoor
vlekken kunnen ontstaan. Houdt u zich aan de aanwijzingen
van de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Wis de kookplaat ten slotte met een vochtige doek af en wrijf
de plaat weer droog. Verwijder alle reinigingsmiddelresten.
De resten kunnen anders inbranden en de keramische plaat
aantasten.
-
-
Vlekken van kalkresten, water en aluminium kunt u met het
reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal
verwijderen.
Verbrandingsgevaar!
Trek ovenhandschoenen aan voordat u resten van suiker,
kunststof of aluminiumfolie met een glasschraper van de
hete kookplaat verwijdert.
Komt suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of alumi
niumfolie op een hete kookzone terecht, vermeng de suiker
houdende stoffen dan onmiddellijk met water. Schakel ver
volgens de kookzone uit en verwijder de resten met een
schraper, zolang de plaat nog heet is.
Reinig de plaat verder als deze is afgekoeld. Ga daarbij te
werk zoals in het voorgaande is beschreven.
-
-
-
49
Programmering
U kunt de programmering van uw apparaat wijzigen (zie ta
bel). U kunt meerdere instellingen na elkaar wijzigen.
Na het oproepen van de programmering verschijnen in het
timerdisplay P (programma) en S (status). Bij kookplaten met
3 kookzones verschijnt links achter ook een weergave.
Op de bedieningspanelen links voor en links achter wordt het
programma weergegeven. Bijvoorbeeld:
programma 3 = links voor 3 en links achter 0
programma 14 = links voor 4 en links achter 1
Op het bedieningspaneel rechts voor verschijnt de status.
Na het verlaten van de programmering wordt automatisch
een reset uitgevoerd. De reset is afgesloten als boven de
toets s kort een controlelampje oplicht.
Schakel de kookplaat pas in als de reset is afgesloten.
Programmering oproepen
^ Druk terwijl de kookplaat uitgeschakeld is tegelijk op de
toetsen s en $. Druk zo lang totdat het controlelampje
voor de vergrendeling gaat knipperen.
Programma instellen
^ Om het rechter cijfer in te stellen, drukt u op het betreffen-
de cijfer op het bedieningspaneel links voor.
-
^
Om het linker cijfer in te stellen, drukt u op het betreffende
cijfer op het bedieningspaneel links achter.
Status instellen
^
Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel
rechts voor.
Instellingen opslaan
^
Druk zo lang op de toets s totdat de weergave dooft.
Instellingen niet opslaan
^
Druk zo lang op de toets $ totdat de weergave dooft.
50
Programma*Status** Instelling
Programmering
P0Demo-stand en fabrieksin
stellingen
P1Stop & GoS0 Uit
P2Aantal vermogensstanden S0 9 vermogensstanden
P3Akoestisch signaal als
geen pan of een ongeschikte pan is geplaatst
P4Akoestisch signaal bij be-
diening sensortoetsen
S0Demo-stand aan
-
S1 Demo-stand uit
S9Fabrieksinstellingen herstellen
S1Aan
(1, 2, 3 ... tot 9)
S117 vermogensstanden
(1, 1+, 2, 2+, 3 ... tot 9)
S0 Uit
S1Zacht
S2Gemiddeld
S3Hard
S0Uit
S1Zacht
S2 Gemiddeld
S3Hard
P5Akoestisch signaal timerS0Uit
S1Zacht, 10 seconden
S2 Gemiddeld, 10 seconden
S3Hard, 10 seconden
P6Vergrendeling instellingen S0Vergrendeling met toets $
S1 Vergrendeling met toets $ en de
toetsen "0" van de beide rechter
kookzones
* Een niet genoemd programma (een niet genoemde status) wordt niet gebruikt.
** De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt.
51
Programmering
Programma*Status** Instelling
P7 Vergrendeling apparaatS0 Alleen handmatige activering van
de vergrendeling
S1Handmatige en automatische ac
tivering van de vergrendeling
P8 AankookautomaatS0Uit
S1 Aan
P10Miele|home
- alleen bij apparaten met
communicatiemodule -
P15Geluidssignaal als er iets
op het bedieningspaneel
ligt
P16Reactiesnelheid sensor-
toetsen
* De niet genoemde programma's worden niet gebruikt.
** De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt.
S0 Niet actueel
S1Afgemeld
S2Aangemeld
S0 Uit
S1Aan
S0Langzaam
S1 Normaal
S2Snel
-
52
Nuttige tips
De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voor
komen, kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de
hulp van een service-technicus hoeft in te roepen.
Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een probleem te vinden en het
probleem te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende:
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen wor
,
den uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor
de gebruiker.
ProbleemOorzaakOplossing
De kookplaat respec
tievelijk de kookzones kunnen niet worden ingeschakeld.
De zekering van de huisin
-
stallatie is defect.
Er is mogelijk een technische storing geweest.
Controleer de zekeringen
(minimale sterkte: zie typeplaatje).
Maak het apparaat ca. 1
minuut spanningsvrij. Doe
dat als volgt:
– Schakel de hoofdschake-
laar van de huisinstallatie
uit c.q. draai de desbetreffende stop eruit of
-
-
–
schakel de aardlekscha
kelaar uit.
Nadat de zekering, de
hoofd- of de aardlekscha
kelaar weer is ingescha
keld, kunt u het apparaat
weer normaal gebruiken.
Waarschuw een elektricien
of Miele als u de storing
niet zelf kunt verhelpen.
-
-
-
53
Nuttige tips
ProbleemOorzaakOplossing
Bij de nieuwe kook
plaat komen geurtjes
en damp vrij.
De vermogensstanden
1 tot 9 knipperen.
Na het inschakelen
van de kookplaat ver
schijnt gedurende en
kele seconden in het
timerdisplay "LC".
Na het inschakelen
van de kookplaat verschijnt gedurende enkele seconden in het
timerdisplay "dE".
De kookzones worden
niet heet.
Een kookzone of de
hele kookplaat wordt
automatisch uitge
schakeld.
-
-
-
Op de kookzone staat
geen pan of een onge
schikte pan.
De vergrendeling is inge
schakeld.
-
De demo-functie is ingeschakeld.
Een kookzone was te lang
ingeschakeld.
Bij elk volgend gebruik
neemt de geurvorming af,
totdat u niets meer
waarneemt.
Gebruik geschikte pannen
(zie "De juiste pannen").
-
Schakel de vergrendeling
-
uit (zie "Vergrendeling in
stellingen / apparaat").
Schakel de demo-functie
uit (zie "Programmering").
U kunt de kookzone gewoon weer in gebruik nemen (zie
"Veiligheidsuitschakeling").
-
De boosterfunctie
wordt te vroeg uitge
schakeld.
De kookzone werkt
niet zoals u gewend
bent op de ingestelde
vermogensstand.
54
De oververhittingsbeveili
ging heeft gereageerd.
-
De oververhittingsbeveili
ging heeft gereageerd.
-
Zie "Oververhittingsbeveili
ging".
-
Zie "Oververhittingsbeveili
ging".
-
-
ProbleemOorzaakOplossing
Nuttige tips
De vermogensstand 9
wordt automatisch ver
laagd als u bij de ver
bonden kook- c.q.
braadzone eveneens
vermogensstand 9 in
stelt.
Het apparaat wordt tij
dens het gebruik uitge
schakeld. In het
timerdisplay knippert
een F.
De inhoud van een pan
begint niet of nauwelijks te koken, terwijl de
aankookautomaat ingeschakeld is.
De ventilator blijft in
werking, ook nadat u
de kookplaat heeft uit
geschakeld.
-
-
-
-
Bij gelijktijdig gebruik
van vermogensstand 9
-
zou het maximale ver
mogen worden over
schreden.
Een of meer sensor
toetsen zijn afgedekt,
-
bijvoorbeeld omdat u
uw hand erop legt, een
gerecht overkookt of
omdat er voorwerpen
op liggen.
Er worden grote hoeveelheden verhit.
De pan geleidt de
warmte niet goed.
De ventilator blijft in
werking totdat het ap
paraat is afgekoeld en
wordt dan automatisch
uitgeschakeld.
-
-
Reinig het bedieningspaneel
c.q. verwijder de voorwerpen
(zie
"Veiligheidsuitschakeling").
Gebruik voor het aankoken
de hoogste vermogensstand
en kies daarna handmatig
een lagere stand.
-
55
Nuttige tips
ProbleemOorzaakOplossing
De gevoeligheid van
de sensortoetsen is
te groot of te klein.
In het timerdisplay
knipperen afwisselend FE en cijfers.
FE 44De oververhittingsbeveili-
FE 47De ventilator is geblok-
FE 48
Andere foutmel
dingen FE..
-
De gevoeligheid van de
sensortoetsen is veran
derd.
ging heeft gereageerd.
keerd of defect.
Er is een storing opgetre
den in de elektronica.
-
Zorg eerst dat zon- of kunst
licht niet direct op de kook
plaat valt. De omgeving van
de kookplaat mag echter ook
niet te donker zijn.
Er mogen zich geen voor
werpen op de kookplaat en
de sensortoetsen bevinden.
Verwijder eventueel kookgerei
en reinig de kookplaat indien
dat nodig is.
Onderbreek de stroomvoor
ziening van de kookplaat ge
durende ca. 1 minuut. Mocht
het probleem daarna nog niet
zijn verholpen, neem dan
contact op met Miele.
Zie "Oververhittingsbeveiliging".
Controleer of de ventilator
door een voorwerp (bijvoor
beeld een vork) wordt geblok
keerd. Verwijder het voor
werp. Neem contact op met
Miele als de foutmelding op
nieuw verschijnt.
-
Onderbreek de stroomvoor
ziening van de kookplaat ge
durende ca. 1 minuut. Mocht
het probleem daarna nog niet
zijn verholpen, neem dan
contact op met Miele.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
56
Bij te bestellen accessoires
Speciaal voor uw apparatuur levert Miele een uitgebreid as
sortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en onder
houdsmiddelen.
U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop
bestellen:
De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en
bij uw Miele-vakhandelaar.
Kook-/braadpannen
Bij Miele kunt u kiezen uit een groot aantal kook- en braadpannen. De pannen sluiten qua functie en afmetingen perfect
aan op de Miele-apparatuur.
Meer informatie over de afzonderlijke producten vindt u op de
Miele-website.
Pannen in diverse afmetingen
Sauté-pan met deksel
-
-
Pan met anti-aanbaklaag
Wok-pan
Braadpan
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal 250 ml
Voor het verwijderen van verontreinigingen, kalk- en alumini
umvlekken
Microvezeldoekje
Voor het verwijderen van vingerafdrukken en lichte verontrei
nigingen
-
-
57
Bij te bestellen accessoires
Miele|home
Bij Miele{home sturen voor communicatie geschikte appa
raten via het stroomnet (Powerline-technologie) informatie
naar een weergave-apparaat (SuperVision-apparaat).
Op het display van de SuperVision-apparatuur kan informatie
over de status van de verbonden apparaten worden weerge
geven. Voor uw kookplaat wordt alleen basisinformatie weer
gegeven: "aan", "uit" of een foutmelding.
Ook op uw PC, notebook of iPod* / iPhone* (mobiele
eindapparatuur) kunt u via een Miele|home Gateway en via
uw thuisnetwerk informatie over de status van de verbonden
apparaten laten weergeven. U kunt ook enkele
besturingsfuncties gebruiken.
Voor uw kookplaat wordt de volgende informatie weergegeven: de vermogensstand van elke kookzone, de kookwekkertijd en de uitschakeltijd van elke kookzone. Als
besturingsfunctie is alleen het uitschakelen van de kookplaat
beschikbaar.
* iPod en iPhone zijn geregistreerde merken van
Apple Inc.
Bij Con{ctivity communiceert de kookplaat met de afzuigkap. De afzuigkap wordt automatisch aangestuurd door de
kookplaat.
De kookplaat stelt de benodigde informatie via het stroomnet
aan de afzuigkap beschikbaar.
-
-
-
XKM 2100 KM
XGW 2000
58
Om deze mogelijkheden te kunnen benutten, moet uw kook
plaat van een communicatiemodule worden voorzien.
Meer informatie over Miele|home vindt u op internet onder
www.miele-at-home.nl.
Communicatiemodule met inbouwbenodigdheden
- voor Miele-kookplaten -
Miele|home Gateway
De Gateway is de brug tussen de Powerline-communicatie
van de huishoudelijke apparatuur en uw thuisnetwerk.
-
Miele|home
Bij te bestellen accessoires
a Voor communicatie geschikte apparaten (voorbeelden)
b Communicatiemodule
c SuperVision-apparaat
d Stroomnet (Powerline-techniek)
e Miele|home Gateway
f (WLAN) Router
Mogelijke verbindingen
g PC, notebook
h iPod* of iPhone*
i Aansluiting op het display van een bussysteem
j Eventuele internetverbinding
* iPod en iPhone zijn geregistreerde merken van
Apple Inc.
59
Bij te bestellen accessoires
Con|ctivity
a Communicatiemodule XKM 2000 DA
b Communicatiemodule XKM 2100 KM
c Stroomnet (Powerline-techniek)
60
Kookplaat aanmelden
Wilt u de kookplaat
bij Miele{home aanmelden, bereid dan eerst de
–
aanmeldprocedure op het weergave-apparaat voor (zie de
montage- en installatiehandleiding "Miele|home").
bij Con|ctivity aanmelden, dan moet u eerst de afzuigkap
–
aanmelden (zie de montage- en installatiehandleiding
"Con|ctivity").
Druk terwijl de kookplaat uitgeschakeld is tegelijk op de
^
toetsen s en $. Druk zo lang totdat het controlelampje
voor de vergrendeling gaat knipperen.
Na het oproepen van de programmering verschijnen in het
timerdisplay P (programma) en S (status).
Op de bedieningspanelen verschijnt links het programmanummer en rechts de ingestelde status.
^ Druk op het cijfer 1 op het bedieningspaneel links achter
(programma 10 instellen).
^ Druk op het cijfer 2 op het bedieningspaneel rechts voor
(status 2 instellen = aanmelden).
Con|ctivity en Miele|home
De aanmeldprocedure start en het cijfer 2 knippert op het bedieningspaneel rechts voor. De aanmelding duurt enkele minuten. Als de aanmelding met succes is afgerond, brandt het
cijfer 2 continu.
^
Om de instelling op te slaan, drukt u zo lang op de toets s
totdat de weergave dooft.
^
Ga verder te werk, zoals beschreven in de montage- en in
stallatiehandleiding "Miele|home" c.q. Con|ctivity.
61
-
Con|ctivity en Miele|home
Kookplaat afmelden
Wilt u de kookplaat bij Miele{home afmelden, bereid dan
eerst de afmeldprocedure op het weergave-apparaat voor
(zie de montage- en installatiehandleiding "Miele|home").
Druk terwijl de kookplaat uitgeschakeld is tegelijk op de
^
toetsen s en $. Druk zo lang totdat het controlelampje
voor de vergrendeling gaat knipperen.
Na het oproepen van de programmering verschijnen in het
timerdisplay P (programma) en S (status).
Op de bedieningspanelen verschijnt links het programma
nummer en rechts de ingestelde status.
Druk op het cijfer 1 op het bedieningspaneel links achter
^
(programma 10 instellen).
^ Druk op het cijfer 1 op het bedieningspaneel rechts voor
(status 1 instellen = afmelden).
De afmeldprocedure start en het cijfer 1 knippert op het bedieningspaneel rechts voor. De afmelding duurt enkele minuten. Als de afmelding met succes is afgerond, brandt het cijfer 1 continu.
^ Om de instelling op te slaan, drukt u zo lang op de toets s
totdat de weergave dooft.
^
Ga verder te werk, zoals beschreven in de montage- en in
stallatiehandleiding "Miele|home" c.q. Con|ctivity.
-
-
62
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Dit apparaat mag alleen door een
erkend vakman worden ingebouwd
en op het elektriciteitsnet worden
aangesloten.
Om te voorkomen dat het apparaat
beschadigd raakt, moet het pas na
de montage van de bovenkastjes en
de afzuigkap worden ingebouwd.
U mag de aansluitkabel van de
~
kookplaat na de inbouw niet kunnen
aanraken. De kabel mag niet aan me
chanische belastingen worden blootge
steld.
Alle maten zijn in mm aangegeven.
-
-
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loslaten of vervormen. Ook de
wandafdichtstrip moet hittebestendig
zijn.
Het apparaat mag niet boven koel-
~
apparatuur, afwas-, was- en droogautomaten worden ingebouwd.
Deze kookplaat mag alleen boven
~
fornuizen en ovens met wasemkoeling
worden ingebouwd.
-
63
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstand boven het appa
raat
Tussen het apparaat en een erboven
gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die de
fabrikant van de afzuigkap aangeeft. Is
deze informatie niet beschikbaar, houd
dan een afstand aan van ten minste
760 mm.
Ook als zich boven het apparaat licht
ontvlambare materialen bevinden (zoals een keukenplank), moet u een afstand van minste 760 mm aanhouden.
-
Als voor verschillende apparaten
verschillende veiligheidsafstanden
worden genoemd voor plaatsing on
der een afzuigkap, kies dan altijd de
grootste afstand.
64
-
Veiligheidsafstand zijkant /
achterkant
Bij inbouw van de kookplaat mag zich
aan de achterkant en aan één kant
(rechts of links) een hoge keukenkast
of een wand bevinden (zie afbeel
dingen).
a Tussen de uitsparing in het werkblad
en de achterkant van het werkblad
dient de afstand minimaal 50 mm te
zijn.
b Rechts van de uitsparing dient de
afstand tot een ernaast geplaatst
meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge
kast) of een wand minimaal 50 mm te
zijn.
c Links van de uitsparing dient de af-
stand tot een ernaast geplaatst
meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge
kast) of een wand minimaal 50 mm te
zijn.
-
Veiligheidsafstanden
Niet toegestaan!
Aan te bevelen!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
65
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstand onder het appa
raat
Om de ventilatie van het apparaat te
kunnen waarborgen, moet onder het
apparaat een minimale afstand worden
aangehouden ten opzichte van een
oven, tussenbodem of lade.
De minimale afstand vanaf de onder
kant van de kookplaat tot de
bovenkant van een oven moet
–
15 mm zijn.
bovenkant van een tussenbodem
–
moet 15 mm zijn.
– bodem van een lade moet 75 mm
zijn.
-
-
Tussenbodem
Een tussenbodem onder de kookplaat
is niet noodzakelijk, maar wel toege
staan.
Voor de aansluitkabel moet aan de ach
terkant een spleet van 10 mm worden
aangehouden.
Voor een betere ventilatie van de kook
plaat adviseren wij een spleet van
20 mm.
-
-
-
66
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Veiligheidsafstanden
Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uit
sparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge
temperaturen kunnen materialen beschadigd raken.
Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand e
tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Is de bekleding van niet brandbaar materiaal (zoals metaal, natuursteen en kera
mische tegels), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en
de nisbekleding minimaal 50 mm min de dikte van de bekleding zijn.
Als de nisbekleding bijvoorbeeld 15 mm dik is, moet de minimale afstand
50 mm - 15 mm = 35 mm zijn.
Kookplaten zonder randlijstKookplaten met randlijst/facetrand
-
-
a Wand
b Nisbekleding
maat x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
e Minimale afstand
bij brandbare materialen 50 mm
bij niet brandbare materialen 50 mm - maat x
67
Kookplaten met randlijst / facetrand
Aanwijzingen voor het
inbouwen
Dichting tussen kookplaat en werk
blad
Als u voegenkit gebruikt tussen de
kookplaat en het werkblad kunnen
het apparaat en het werkblad be
schadigd raken, als de kookplaat
voor werkzaamheden moet worden
verwijderd. Gebruik daarom geen
voegenkit.
-
Werkblad met tegels
-
De voegen a en het gearceerde ge
deelte onder de rand moeten glad en
vlak zijn, zodat de kookplaat gelijkmatig
aansluit en de dichting onder de rand
van het apparaat voldoende afdicht.
-
De dichting onder de rand van het ap
paraat is toereikend als afdichting tus
sen apparaat en werkblad.
68
-
-
Inbouwmaten
KM 6357
Kookplaten met randlijst / facetrand
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Aansluitkast
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
69
Kookplaten met randlijst / facetrand
KM 6379
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Aansluitkast
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
70
KM 6386
Kookplaten met randlijst / facetrand
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Aansluitkast
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
71
Kookplaten met randlijst / facetrand
Inbouwen
Voorbereiding werkblad
Maak de uitsparing in het werkblad
^
volgens de maatschets. Neem daar
bij de veiligheidsafstanden in acht
(zie ook "Veiligheidsinstructies voor
het inbouwen").
De snijvlakken van houten werk
^
bladen moeten met speciale lak, sili
conenkit of giethars worden afge
werkt om te voorkomen dat het werk
blad door vocht wordt aangetast.
De producten mogen niet op het
werkblad terechtkomen.
Voor de inbouw zijn geen klemveren
nodig. De speciale afdichttape zorgt
ervoor dat de kookplaat stevig in de
uitsparing ligt en niet verschuift.
De spleet tussen de rand en het
werkblad zal na verloop van tijd
kleiner worden.
Kookplaat positioneren
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing in het werk
blad naar beneden.
-
-
-
Leg de kookplaat midden in de uit
^
sparing. De dichting van het appa
raat moet goed op het werkblad aan
sluiten. Alleen zo kan een correcte af
dichting worden gegarandeerd.
Gebruik voor het afdichten nooit kit
(bijvoorbeeld siliconenkit)!
Als de dichting bij de hoeken niet
goed op het werkblad aansluit, kan
de hoekradius van het werkblad
(ß R4) voorzichtig met een decoupeerzaag worden nabewerkt.
^ Sluit de kookplaat aan.
^ Controleer of het apparaat goed
functioneert.
-
-
-
-
-
-
Aansluitkabel op het apparaat aan
sluiten
De aansluiting mag alleen door een
vakman worden uitgevoerd.
^
Sluit de kabel volgens het aansluit
schema op het apparaat aan (zie
"Elektrische aansluiting / Aansluit
schema").
72
-
-
-
Inbouwmaten
KM 6358
Kookplaten zonder randlijst
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Getrapte freesrand voor
natuurstenen werkbladen
e Aansluitkast
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los
bijgevoegd.
Zie beslist de detailtekeningen voor
de afmetingen van de uitsparing voor
een natuurstenen werkblad.
73
Kookplaten zonder randlijst
KM 6387
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluiting Miele|home
d Getrapte freesrand voor
natuurstenen werkbladen
e Aansluitkast
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los
bijgevoegd.
74
Zie beslist de detailtekeningen voor
de afmetingen van de uitsparing voor
een natuurstenen werkblad.
Kookplaten zonder randlijst
Inbouwen
Kookplaten zonder randlijst zijn al
leen geschikt voor inbouw in natuur
stenen (graniet, marmer), massief
houten en betegelde werkbladen.
Indien kookplaten ook geschikt zijn
voor inbouw in een glazen werkblad
is dit vermeld in de rubriek "Inbouw
maten".
Informeer bij werkbladen van andere
materialen bij de betreffende fabri
kant of het werkblad geschikt is voor
inbouw van een kookplaat zonder
randlijst.
De breedte (binnenwerks) van de
onderkast moet minimaal zo groot
zijn als de uitsparing in het werkblad
(zie "Inbouwmaten"), zodat de kookplaat ook na de inbouw van onderaf
goed toegankelijk is. Een technicus
moet de onderkant van de kookplaat
kunnen verwijderen.
Als de kookplaat niet van onderaf
toegankelijk is, moet de voegenkit
bij onderhoudswerkzaamheden wor
den verwijderd om de kookplaat te
kunnen verwijderen.
Deze kookplaat
kan rechtstreeks in een correct voor
-
-
–
-
-
-
bereid natuurstenen werkblad wor
den geplaatst.
moet in een massief-houten, bete
–
geld en glazen werkblad met houten
lijsten worden bevestigd. De lijsten
worden niet bij het apparaat gele
verd.
-
-
-
-
75
Kookplaten zonder randlijst
Werkblad van natuursteen
Uitsparing werkblad maken
a Werkblad
b Kookplaat
c Voeg
Omdat voor de keramische plaat en
de uitsparing in het werkblad een zekere tolerantie geldt, kan de voegbreedte c variëren (minimaal 1 mm).
^ Maak de uitsparing in het werkblad
volgens de afbeeldingen.
Neem daarbij de veiligheidsafstanden in acht (zie ook "Veiligheidsin
structies voor het inbouwen").
Aansluitkabel op het apparaat aan
sluiten
De aansluiting mag alleen door een
vakman worden uitgevoerd.
Sluit de kabel volgens het aansluit
^
schema op het apparaat aan (zie
"Elektrische aansluiting / Aansluit
schema").
Kookplaat positioneren
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing naar bene
den.
^ Plaats en centreer de kookplaat b in
de uitsparing.
^ Sluit de kookplaat aan.
^ Controleer of het apparaat goed
functioneert.
^ Vul de voeg c met een geschikte,
hittebestendige siliconen-voegenkit
-
-
(minimaal 160 °C).
Gebruik uitsluitend een voor natuur
steen geschikte siliconen-voegenkit.
Neem de aanwijzingen van de
kitfabrikant in acht.
-
-
-
-
-
-
76
Kookplaten zonder randlijst
Massief-houten / betegeld /
glazen werkblad
Uitsparing werkblad maken
a Werkblad
b Kookplaat
c Voeg
d Houten lijsten 13 mm
(niet bijgeleverd)
Omdat voor de keramische plaat en
de uitsparing in het werkblad een zekere tolerantie geldt, kan de voeg
breedte c variëren (minimaal 1 mm).
Aansluitkabel op het apparaat aan
sluiten
De aansluiting mag alleen door een
vakman worden uitgevoerd.
Sluit de kabel volgens het aansluit
^
schema op het apparaat aan (zie
"Elektrische aansluiting / Aansluit
schema").
Kookplaat positioneren
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing naar bene
den.
^ Plaats en centreer de kookplaat b in
de uitsparing.
^ Sluit de kookplaat aan.
^ Controleer of het apparaat goed
functioneert.
^ Vul de voeg c met een geschikte,
hittebestendige siliconen-voegenkit
-
(minimaal 160 °C).
-
-
-
-
-
^
Maak de uitsparing in het werkblad
volgens de afbeeldingen.
Neem daarbij de veiligheidsafstanden in acht (zie ook "Veiligheidsin
structies voor het inbouwen").
^
Bevestig de houten lijsten d 7mm
onder de bovenkant van het werk
blad (zie afbeelding).
Neem de aanwijzingen van de
kitfabrikant in acht.
-
-
-
Gebruik bij natuurstenen tegels uit
sluitend een voor natuursteen ge
schikte siliconen-voegenkit.
-
-
77
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag alleen door een
erkend elektricien op het elektrici
teitsnet worden aangesloten. Hierbij
moeten de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het energie
bedrijf in acht worden genomen.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor directe of indirecte
schade als gevolg van ondeskun
dige installatie, onderhoudswerk
zaamheden of reparaties.
Aansluitwaarde
-
-
-
Zie typeplaatje.
-
Aansluiting
Voordat u het apparaat aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en fre
quentie) op het typeplaatje te verge
lijken met de waarden van het elektrici
teitsnet. Deze gegevens moeten beslist
overeenkomen.
-
-
-
Miele kan bovendien niet aanspra
kelijk worden gesteld voor schade
die is veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad
(bijvoorbeeld een elektrische
schok).
Na plaatsing moet zijn gewaarborgd
dat onder spanning staande delen
niet kunnen worden aangeraakt.
-
Spanning AC 230V/50Hz.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het
aansluitschema.
Aardlekschakelaar
Voor extra veiligheid wordt in de
EU-voorschriften en -richtlijnen voor Nederland geadviseerd om de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien (30 mA).
78
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het apparaat moet via een schakelaar
met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toe
stand moet ten minste 3mmbedragen!
Geschikte schakelaars zijn
overbelastings- en aardlekschakelaars.
Spanningsvrij maken
Moet het apparaat spanningsvrij wor
den gemaakt, ga dan, afhankelijk van
de situatie, als volgt te werk:
– Bij zekeringen:
Draai de zekering los en haal deze
uit de houder.
– Bij een zekeringsautomaat:
Druk op de testknop (rood) totdat
de middelste knop (zwart) eruitspringt.
– Bij een inbouwzekeringsautomaat:
(zelfuitschakelaar, min. type B of C)
Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit).
-
-
Aansluitkabel
Het apparaat moet met een kabel van
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) vol
gens het aansluitschema worden aan
-
gesloten. De kabel moet voldoende
doorsnede hebben.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het
aansluitschema.
De van toepassing zijnde aansluitwaar
den vindt u op het typeplaatje.
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel moet worden vervangen, mag hiervoor alleen een kabel
van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie)
worden gebruikt. Een geschikte aansluitkabel is verkrijgbaar bij Miele.
De aansluitkabel mag uitsluitend door
een vakman worden vervangen. Deze
is precies op de hoogte van de landelijke voorschriften en van de voorschriften van het gemeentelijke energiebedrijf en houdt zich daar strikt aan.
-
-
-
–
Bij een aardlekschakelaar:
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha
keld.
De aansluitwaarden vindt u op het type
plaatje.
De aarddraad moet worden vastge
schroefd aan de aansluiting met
-
symbool -.
-
-
79
Elektrische aansluiting
Aansluitschema
ab
L1
acdNe
L1
cde
L2L3N
200-240 V~
200-240 V~
200-240 V~
b
L2
200-240 V~
200-240 V~
aL1bcdNe
200-240 V~
-
-
(L3)
-
(L2)
80
Klantcontacten / typeplaatje / garantie
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
–
de afdeling Klantcontacten van Miele.
–
De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten
welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt
u op het typeplaatje.
Voor informatie over het Miele-Service-Verzekering-Certificaat kunt u zich wenden
tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de gegevens op het titelblad van deze gebruiksaanwijzing.
Garantie en garantievoorwaarden
De garantietermijn voor dit apparaat bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.
818283
Wijzigingen voorbehouden / 2513
M.-Nr. 09 496 130 / 01
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.