MIELE KM 6324-1 BW User Manual [nl]

Page 1
Gebruiks- en montageaanwijzing Keramische inductiekookvlakken
Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 703 730nl-BE
Page 2
Inhoud
Modellen ........................................................12
KM 6324 ......................................................12
KM 6345 / KM 6349 .............................................13
Bedieningsveld ...................................................14
Kookzonegegevens ................................................16
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................18
Eerste reiniging ...................................................19
Inductie .........................................................20
Hoe werkt het? ....................................................20
Geluiden ........................................................21
Kookgerei........................................................22
Bediening .......................................................24
Bedieningsprincipe ................................................24
Kookzone activeren ................................................25
Kookstartautomaat.................................................27
Booster..........................................................29
Warmhouden .....................................................31
Uitschakelen / aanduiding van resterende warmte ........................32
Timer ...........................................................34
Kookwekker ......................................................34
Combinatiegebruik ................................................36
Extra functies ....................................................37
Stop and Go......................................................37
2
Page 3
Inhoud
Wat gedaan als ...? ...............................................43
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................46
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij de inbouw .....................47
Inbouwafmetingen ................................................52
KM 6324.........................................................52
KM 6345.........................................................53
KM 6349.........................................................54
Inbouw .........................................................55
Aansluitkabel .....................................................59
Aansluitschema ...................................................60
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie ....................61
3
Page 4
Inhoud
Dit kookvlak voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom eerst aan dachtig door voordat u het toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Dit kookvlak is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
-
-
Dit kookvlak is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik het kookvlak uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn dit kookvlak veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog worden gehouden. Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
4
-
Page 5
Kinderen in het huishouden
Inhoud
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het kook
~
vlak worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehou den.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het kookvlak zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de even tuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen het kookvlak niet zonder toezicht reinigen.
~
Hou kinderen die in de buurt van het kookvlak komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Het kookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft het
~
ook nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich aan verbranden.
Gevaar voor verstikking!
~
Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsmateriaal.
-
-
-
-
Gevaar voor verbranding!
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, boven of achter het kookvlak. Anders worden kinderen ertoe verleid op het toestel te klauteren.
Gevaar voor verbranding!
~
Draai de handvaten van de kookpotten en pannen over het werk blad. Zo voorkomt u dat kinderen zich verbranden door kookpotten en pannen van het kookvlak te trekken.
-
5
Page 6
Inhoud
Maak gebruik van de inschakelblokkering om te vermijden dat
~
kinderen het kookvlak per ongeluk inschakelen. Wanneer u het kookvlak gebruikt, schakelt u de vergrendeling in om te vermijden dat kinderen de (ingestelde) instellingen wijzigen.
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Een beschadigd kookvlak kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd toestel mag u nooit in gebruik nemen.
De elektrische veiligheid van het kookvlak is alleen gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstal­leerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamente­le veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elek­tricien controleren.
-
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
van het kookvlak moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om het kookvlak aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Gebruik het kookvlak enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gewaarborgd.
Dit kookvlak mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
6
Page 7
Inhoud
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek
~
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het kookvlak leiden. Open nooit de behuizing van het toestel.
Het recht op garantie vervalt wanneer het kookvlak door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo gen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken.
Het kookvlak is niet bestemd voor gebruik met een externe scha-
~
kelklok (timer) of een systeem voor besturing op afstand.
Het kookvlak moet op het elektriciteitsnet worden aangesloten
~
door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteitsaansluitingen. Om een beschadigde aansluitkabel te vervangen, moet een speciale aansluitkabel worden geïnstalleerd door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteitsaansluitingen. Zie rubriek "Elektrische aansluiting".
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
kookvlak van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Ga daartoe als volgt te werk:
Schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
draai de schroefzekeringen in uw zekeringkast helemaal uit of
trek de stekker van het toestel (als de aansluitkabel uitgerust is met een stekker) uit het stopcontact. Trek daarbij niet aan de aansluitkabel, wel aan de stekker.
Als het kookvlak is uitgerust met een communicatiemodule, moe
~
ten zowel het kookvlak als de communicatiemodule van het elektrici teitsnet losgekoppeld zijn tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken.
-
-
7
Page 8
Inhoud
Gevaar voor elektrische schokken!
~
Als het kookvlak defect is of als de glaskeramiekplaat barsten of spleten vertoont, mag u het kookvlak niet in gebruik nemen en dient u het toestel direct uit te schakelen. Ontkoppel het toestel in dat ge val van het elektriciteitsnet.
Veilig gebruik
Olie en vet kunnen door oververhitting ontvlammen. Laat het
~
kookvlak nooit zonder toezicht achter als u olie of vet gebruikt. Brand door olie of vet mag u nooit met water blussen. Schakel het toestel uit en verstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.
Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
~
vliegen. Flambeer nooit gerechten onder een dampkap.
Wanneer spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of andere
~
brandbare voorwerpen worden verwarmd, kunnen deze in brand vliegen. Bewaar daarom nooit licht ontvlambare voorwerpen in laden vlak onder het kookvlak. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hitte be­stand is.
-
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.
~
In afgesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en ver
~
warmen overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik het kookvlak nooit voor het inmaken en verwarmen van con servenblikken.
Wanneer het kookvlak wordt afgedekt, bestaat het risico dat het
~
materiaal van de afdekking in brand vliegt, springt of smelt als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van een berei ding. Dek het kookvlak nooit af, bijv. met een afdekplaat, doek of folie.
8
-
-
-
Page 9
Inhoud
Wanneer u een elektrisch toestel (bijv. een handmixer) gebruikt in
~
de buurt van het kookvlak, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet met het hete kookvlak in contact komt. De isolatie van de aansluitka bel kan beschadigd raken.
Als het kookvlak is ingebouwd achter een meubeldeur, mag het
~
alleen worden gebruikt wanneer de meubeldeur geopend is. Sluit de meubeldeur pas wanneer de aanduidingen van resterende warmte niet meer worden weergegeven.
Het kookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft het
~
ook nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra de aanduidingen van resterende warmte niet meer worden weergegeven, is het ge­vaar om u te verbranden geweken.
U kunt zich verbranden aan het hete kookvlak. Bescherm uw han-
~
den telkens als u met het hete toestel omgaat door gebruik te maken van ovenwanten of pannenlappen. Gebruik alleen droge ovenwan­ten of pannenlappen. Met nat of vochtig textiel wordt de warmte sterker overgedragen. Dat kan brandwonden door stoom veroorza­ken.
-
Als het kookvlak ingeschakeld is, als u het toestel per ongeluk in-
~
schakelt of als het nog warm is van een kookproces, bestaat het risi co dat metalen voorwerpen die op het kookvlak liggen verhitten. Andere materialen kunnen smelten of ontvlammen. Natte deksels van kookgerei kunnen zich vastzuigen. Gebruik het kookvlak niet om er voorwerpen op neer te leggen. Vergeet niet de kookzones na gebruik uit te schakelen!
Als er suiker, eten met suiker, kunststof of aluminiumfolie op het
~
hete kookvlak terechtkomt, beschadigen deze de glaskeramiekplaat wanneer ze afkoelen. Schakel het toestel direct uit en krab deze stoffen direct weg met een glaskrabber. Trek eerst ovenwanten aan. Reinig de kookzones met een reinigingsmiddel voor glaskeramiek zodra ze afgekoeld zijn.
-
9
Page 10
Inhoud
Door het verwarmen van leeg kookgerei kan de
~
glaskeramiekplaat beschadigd raken. Laat het kookvlak niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is!
Als u kookpotten en pannen met een ruwe bodem gebruikt, kun
~
nen er krassen op de glaskeramiekplaat optreden. Gebruik alleen kookpotten en pannen met een effen bodem.
Zout, suiker of zandkorreltjes, bijv. van tijdens het schoonmaken
~
van groenten, kunnen krassen veroorzaken wanneer ze onder de bodem van kookgerei terechtkomen. Zorg ervoor dat de glaskeramiekplaat en de bodem van kookgerei schoon zijn voordat u kookgerei op het kookvlak plaatst.
Vallende onderwerpen (zelfs lichte voorwerpen zoals zoutvaatjes)
~
kunnen in een minder gunstig geval barsten of spleten veroorzaken. Vermijd dat er voorwerpen op de glaskeramiekplaat vallen.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en aanduidingen (dis-
~
plays) kunnen de elektronische besturing eronder beschadigen. Plaats nooit hete kookpotten of pannen op de sensortoetsen en aan­duidingen (displays).
Doordat inductiekookzones heel snel heet worden, kan de tempe
~
ratuur ter hoogte van de bodem van het kookgerei in een mum van tijd de zelfontbrandingstemperatuur van oliën of vetten bereiken. Laat het kookvlak niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is!
-
-
Verwarm vetten en oliën gedurende maximaal 1 minuut en ge
~
bruik daartoe nooit de booster.
Alleen voor personen met een pacemaker:
~
In de onmiddellijke omgeving van het ingeschakelde kookvlak ont staat een elektromagnetisch veld. Het is echter onwaarschijnlijk dat de werking van uw pacemaker hierdoor wordt beïnvloed. Bij twijfel vraagt u de fabrikant van uw pacemaker of uw arts om raad.
10
-
-
Page 11
Inhoud
Het elektromagnetische veld van het ingeschakelde kookvlak kan
~
de werking van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden. Er mogen zich geen kredietkaarten, opslagmedia, zakrekenmachines enz. in de onmiddellijke omgeving van het inge schakelde kookvlak bevinden.
Metalen voorwerpen die in een lade onder het kookvlak worden
~
bewaard, kunnen heet worden wanneer het toestel lang en intensief wordt gebruikt. Bewaar geen metalen voorwerpen in een lade vlak onder het kookvlak.
Uw kookvlak is uitgerust met een koelventilator. Wanneer er zich
~
een lade bevindt onder het ingebouwde toestel, moet u ervoor zor­gen dat er voldoende afstand is tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het toestel om zo een optimale toevoer van koellucht voor het kookvlak te verzekeren. Bewaar geen scherpe of kleine voorwerpen of papier in de lade. Die kunnen via de ventilatiespleten in de behuizing terechtkomen of erin worden gezogen. Op die manier kan de ventilator of de koeling be­schadigd raken of kan de werking ervan negatief worden beïnvloed.
-
Gebruik nooit twee stuks kookgerei tegelijk op één kookzone, één
~
braadzone of één PowerFlex-kookgebied.
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van het kookvlak nooit een stoomreiniger.
Als het kookvlak boven een oven of fornuis met pyrolysereiniging
~
ingebouwd is, mag het tijdens de pyrolysereiniging niet worden ge bruikt. De beveiliging tegen oververhitting van het kookvlak zou in werking kunnen treden (zie desbetreffende rubriek).
-
-
11
Page 12
Beschrijving van het toestel
Modellen
KM 6324
a Kookzone met booster
b Kookzone met booster
c PowerFlex-kookzone met TwinBooster
d PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c + d combineerbaar tot PowerFlex-kookgebied
e Bedieningsveld
12
Page 13
KM 6345 / KM 6349
Beschrijving van het toestel
a Kookzone met booster
b Kookzone met booster
c PowerFlex-kookzone met TwinBooster
d PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c + d combineerbaar tot PowerFlex-kookgebied
e Bedieningsveld
13
Page 14
Beschrijving van het toestel
Bedieningsveld
14
Page 15
Beschrijving van het toestel
Sensortoetsen
a Aan/uit voor het kookvlak
b Cijferreeks
- Vermogensstand instellen
- Tijd instellen
c PowerFlex-kookgebied inschakelen
d Stop and Go
c + d Inschakelblokkering / vergrendeling
e Activering van de kookzone
Display:
0 = Kookzone gebruiksklaar ^ = Warmhoudstand 1 tot 9 = Vermogensstand A = Kookstartautomaat f = TwinBooster, stand 1 h = Booster / TwinBooster, stand 2 œ = PowerFlex-kookgebied geactiveerd ß = Geen kookgerei of ongeschikt kookgerei
(zie rubriek "Inductie")
# = Resterende warmte LC = Inschakelblokkering actief
f Activering van de timer
Controlelampjes
g Kookzone-uitbreiding
h Stop and Go
i Controlelampje voor toewijzing van de kookzone, bijv. kookzone achteraan
rechts
j Kookwekker
15
Page 16
Beschrijving van het toestel
Kookzonegegevens
Kookzone KM 6324
Minimale tot maximale
C in cm*
y 10 - 16 Normaal
w 14 - 20 Normaal
x 15 - 23 Normaal
z 15 - 23 Normaal
x + z 22–23 /
15x23–23x39
* Binnen het opgegeven bereik kan kookgerei met elke bodemdiameter worden
gebruikt.
** Het opgegeven vermogen kan variëren en is afhankelijk van de grootte en het
materiaal van het gebruikte kookgerei.
Vermogen in watt bij 230 V**
1400
Booster
Booster
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Totaal: 7300
2200
1850 3000
2100 3000 3650
2100 3000 3650
3400 4800 7300
16
Page 17
Beschrijving van het toestel
Kookzone KM 6345 / KM 6349
Minimale tot maximale
C in cm*
y 16 - 23 Normaal
w 14 - 20 Normaal
x 15 - 23 Normaal
z 15 - 23 Normaal
x + z 22–23 /
15x23–23x39
Vermogen in watt bij 230 V**
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Booster
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
Totaal: 7300
2300 3000 3650
1850 3000
2100 3000 3650
2100 3000 3650
3400 4800 7300
* Binnen het opgegeven bereik kan kookgerei met elke bodemdiameter worden
gebruikt.
** Het opgegeven vermogen kan variëren en is afhankelijk van de grootte en het
materiaal van het gebruikte kookgerei.
17
Page 18
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het kookvlak voor transportschade. Er werd voor mi lieuvriendelijk en recycleerbaar verpak kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw han delaar neemt de verpakking terug.
Wat met een afgedankt toe stel?
-
Oude elektrische en elektronische toe
-
stellen bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio
­neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
­restafval terechtkomen of verkeerd wor
den behandeld, kunnen ze schade be rokkenen aan de menselijke gezond heid en het milieu. Geef uw oude toe stel dus niet mee met het gewone huis vuil.
Breng het toestel liever naar het dichtst­bijzijnde gemeentelijk containerpark. Vraag meer informatie aan uw Miele-handelaar.
-
-
-
-
-
-
-
-
18
Zorg er ook voor dat het toestel kindveilig wordt bewaard voor u het wegbrengt.
Page 19
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is
op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek over het type plaatje.
Eerste reiniging
Verwijder eventuele beschermfolies en stickers.
^
Vóór het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over
^
het toestel. Vervolgens wrijft u het droog.
Toestel in gebruik nemen
Enkel bij kookvlakken met facetrand (geslepen glazen rand): De eerste dagen na de inbouw kan er een kleine spleet zichtbaar zijn tussen het kookvlak en het werkblad. Door het gebruik wordt die kleiner. Ondanks deze spleet blijft de elektrische veiligheid steeds gewaarborgd.
Vóór het eerste gebruik
-
De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een speci­aal beschermlaagje. Wanneer het toestel voor het eerst wordt gebruikt, komt er een geur vrij en ontstaat er eventueel damp. Ook door de verwarming van de inductiespoelen komt er in de eerste gebruiksuren een geur vrij. Bij het volgende ge bruik is de geur al wat minder merkbaar. Uiteindelijk verdwijnt ze helemaal.
De geur en damp die eventueel ontstaan, wijzen niet op een verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel. Ze zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Hou er rekening met dat de opwarmtijd bij inductiekook vlakken erg veel korter is dan bij traditionele kookvlakken.
-
-
19
Page 20
Inductie
Hoe werkt het?
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Als u een kookzone inschakelt, genereert deze spoel een magneet veld waardoor de bodem van het kookgerei heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen onrechtstreeks verwarmd door de stralingswarmte van het kookgerei.
De inductie werkt alleen bij kookgerei met een magnetische bodem (zie rubriek "Kookgerei"). Het kookvlak houdt automa tisch rekening met de grootte van het geplaatste kookgerei.
Op het kookzonedisplay knipperen afwisselend het symbool ß en de ingestelde vermogensstand wanneer
de kookzone wordt ingeschakeld terwijl er geen kookgerei
of ongeschikt kookgerei (kookgerei met een niet-magnetische bodem) op de kookzone staat,
– de bodemdiameter van het gebruikte kookgerei te klein is,
– het kookgerei van een ingeschakelde kookzone wordt
weggenomen.
-
-
20
Als binnen de 3 minuten geschikt kookgerei op de kookzone wordt gezet, verdwijnt het symbool ß en kunt u gewoon door­gaan.
Wordt er geen kookgerei of ongeschikt kookgerei op de kook­zone gezet, dan wordt de kookzone na 3 minuten automa tisch uitgeschakeld.
Gevaar voor verbranding! Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel per onge luk inschakelt of als het nog warm is van een kookproces, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op het kookvlak liggen verhitten. Gebruik het kookvlak niet om er metalen voorwerpen (bijv. bestek) op neer te leggen. Vergeet niet de kookzones na gebruik uit te schakelen.
-
-
Page 21
Geluiden
Inductie
Bij gebruik van inductiekookzones kunnen in het kookgerei, afhankelijk van het materiaal en de uitvoering van de bodem, volgende geluiden ontstaan:
Er kan een bromgeluid optreden op een hoge vermogens
stand. Dat geluid neemt af of verdwijnt wanneer een lagere vermogensstand wordt ingesteld.
Er kan een knetterend geluid optreden bij gebruik van
kookgerei met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijv. een sandwichbodem).
Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar ver
bonden (gekoppelde) kookzones (zie rubriek "Booster") te gelijkertijd worden gebruikt en op de kookzones kookgerei staat met een bodem die uit verschillende materialen be­staat (bijv. een sandwichbodem).
– Er kan een klikgeluid optreden tijdens elektronische
schakelprocessen, en dan vooral op lage vermogens­standen.
-
-
-
– Er kan een zoemend geluid optreden wanneer de koelven-
tilator wordt ingeschakeld. Deze wordt ingeschakeld om de elektronische besturing te beschermen wanneer het kookvlak intensief wordt gebruikt. Ook nadat u het toestel hebt uitgeschakeld, kan de koelventilator nog even doordraaien.
21
Page 22
Inductie
Kookgerei
Kookgerei uit de volgende materialen is geschikt:
roestvrij staal met magnetische bodem,
geëmailleerd staal,
gietijzer.
Kookgerei uit de volgende materialen is niet geschikt:
roestvrij staal met niet-magnetische bodem,
aluminium of koper,
glas, keramiek of aardewerk.
Als u niet zeker bent of een kookpot of pan geschikt is voor inductie, kunt u dat controleren door een magneet tegen de bodem van het kookgerei te houden. Als de magneet zich vasthecht, is het kookgerei geschikt.
Hou ermee rekening dat de eigenschappen van de bodem van het kookgerei het bereidingsresultaat kunnen beïn­vloeden.
22
Om optimaal gebruik te maken van een kookzone, moet u de grootte van het kookgerei zo kiezen dat het kookgerei tussen de binnenste en de buitenste markering van de kookzone past. Wanneer het kookgerei kleiner is dan de binnenste mar­kering, reageert de kookzone alsof er geen kookgerei ge plaatst is.
Hou ermee rekening dat bij pannen en kookpotten vaak de maximale of bovenste diameter wordt opgegeven. Wat telt, is echter de meestal kleinere diameter van de bodem.
Gevaar voor verbranding! Als het kookgerei niet centraal op de kook- of braadzone staat, kunnen de handvaten in bepaalde omstandigheden erg heet worden. Plaats het kookgerei centraal op de kook- of braadzone.
-
Page 23
Tabel met vermogensstanden
Vermogens
stand
Warmhouden ^
Boter smelten Gelatine oplossen
Rijstpap of havermoutpap maken 2
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Rijst koken
Groenten in blokken ontdooien 3
Graan gaar koken 3
Vloeibare of halfvaste gerechten opwarmen Omelet of spiegelei zonder korst bakken Fruit blancheren
Deegwaren gaar koken 4
Groente en vis stoven 5
Diepgevroren levensmiddelen ontdooien en opwarmen 5
Grote hoeveelheden eten aan de kook brengen, bijv. eenpans­gerechten Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus of sauce hollandaise
1–2
-
3
4
6
Spiegeleieren behoedzaam bakken (zonder dat het vet over verhit wordt)
Vis, schnitzel en worst behoedzaam braden (zonder dat het vet oververhit wordt)
Pannenkoeken of flensjes bakken 7
Stoofgerechten aanbraden/even laten braden 8
Grote hoeveelheden water aan de kook brengen Kookstart
De gegevens zijn richtwaarden. Het vermogen van de inductiespoel varieert afhankelijk van de grootte en het ma teriaal van de bodem van het kookgerei. Daarom is het mogelijk dat u met uw kookgerei lichtjes andere vermogensstanden moet gebruiken. Probeer zelf uit wat de optimale instellingen zijn voor uw kookgerei.
-
6
7
9
-
23
Page 24
Bediening
Bedieningsprincipe
Het bedieningsveld van uw keramische kookvlak is voorzien van elektronische sensortoetsen. Die reageren op het contact met uw vingers.
Door met een vinger de gewenste sensortoetsen aan te ra ken, bedient u het kookvlak. Bij elke reactie van de sensor toetsen hoort u een geluidssignaal.
Als het kookvlak is uitgeschakeld, zijn alleen de op het kook vlak gedrukte symbolen voor de aan-uitsensortoets van het kookvlak, de vermogensstanden, de vergrendeling en Stop and Go zichtbaar.
Wanneer u het kookvlak inschakelt, gaan de displays van de kookzones en de timer aan. De displays doen tegelijkertijd ook dienst als sensortoetsen. Als een kookzone of de timer in werking is, brandt het display met lichtsterkte 2, anders met lichtsterkte 1.
Om de vermogensstand van een kookzone of een tijd te kun­nen instellen of wijzigen, moet de desbetreffende kookzone of de timer geactiveerd zijn. Raak het display van de desbetreffende kookzone of de timer aan om de kookzone of de timer te activeren. Wanneer u het display aanraakt, begint het te knipperen. Zolang het display knippert, is de kookzone of de timer geactiveerd en kunt u een vermogensstand of tijd instellen.
Uitzondering:
Als er slechts één kookzone in gebruik is, kan de vermogens stand worden gewijzigd zonder dat u eerst de kookzone hoeft te activeren.
-
-
-
-
24
Hou het bedieningsveld altijd schoon. Leg er geen voor werpen op. Anders reageren de sensortoetsen niet of acti veert u onbedoeld functies. Ook is het mogelijk dat het kookvlak dan automatisch wordt uitgeschakeld (zie ru briek "Veiligheidsuitschakeling"). Zet in geen geval heet kookgerei op de sensortoetsen. Hierdoor kan de elektronische besturing eronder bescha digd raken.
-
-
-
-
Page 25
Laat het toestel niet zonder toezicht achter terwijl het in
werking is!
Kookvlak inschakelen
Raak de sensortoets s aan.
^
Op de displays van alle kookzones verschijnt "0"enophet timerdisplay verschijnt "00". Stelt u niets in, dan wordt het kookvlak om veiligheidsredenen na enkele seconden weer uitgeschakeld.
Kookzone activeren
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^
De "0" begint te knipperen.
Vermogensstand instellen
^ Raak het desbetreffende cijfer aan in de cijferreeks.
De ingestelde vermogensstand knippert gedurende enkele seconden en brandt dan continu.
Bediening
Vermogensstand wijzigen
^
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
De vermogensstand op het display knippert.
^
Raak het desbetreffende cijfer aan in de cijferreeks.
Als er slechts één kookzone in gebruik is, kan de vermo gensstand worden gewijzigd zonder dat u eerst de kookzo ne hoeft te activeren.
-
-
25
Page 26
Bediening
PowerFlex-kookgebied
U kunt de PowerFlex-kookzones aan elkaar koppelen om één PowerFlex-kookgebied te creëren.
De instellingen voor het kookgebied worden met de kookzone achteraan bediend; op het display van de kookzone vooraan wordt œ weergegeven.
Activeren/deactiveren
Raak de sensortoets y aan.
^
26
Page 27
Kookstartautomaat
Bediening
Activeren
Deactiveren
Als de kookstartautomaat geactiveerd is, wordt de desbetref fende kookzone automatisch een bepaalde tijd op het hoog ste vermogen verwarmd. Daarna wordt teruggeschakeld naar de vermogensstand die u hebt ingesteld. Dit noemen we de voortkookstand. De kookstarttijd hangt af van de ingestelde voortkookstand (zie tabel).
Bij hoge voortkookstanden zijn slechts relatief korte kookstarttijden vereist, omdat met deze instellingen meestal leeg kookgerei wordt opgewarmd om te braden.
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^
Het display van de kookzone knippert.
^ Stel een voortkookstand in door in de cijferreeks het ge-
wenste cijfer zo lang aan te raken totdat een geluidssignaal weerklinkt en op het kookzonedisplay een "A" verschijnt.
Na afloop van de kookstarttijd gaat "A" uit.
Wanneer u gedurende de kookstarttijd de voortkookstand wijzigt, deactiveert u de kookstartautomaat.
U kunt de kookstartautomaat gedurende de kookstarttijd uit schakelen.
-
-
-
^
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
Het display van de kookzone knippert.
^
Raak in de cijferreeks de ingestelde voortkookstand zo lang aan totdat "A" uitgaat.
of:
^
Stel een andere vermogensstand in.
27
Page 28
Bediening
Voortkookstand Kookstarttijd (duur)
in minuten en seconden (ca.)
1 0:15
2 0:15
3 0:25
4 0:50
5 2:00
6 5:50
7 2:50
8 2:50
9–
28
Page 29
Booster
Bediening
De kookzones hebben een booster met één stand of een TwinBooster met twee standen (zie rubriek "Beschrijving van het toestel").
Met de booster kan een hoger vermogen worden geleverd om snel grote hoeveelheden te kunnen verwarmen (bijv. grote hoeveelheden water voor het koken van pasta). Dat ho gere vermogen is maximaal 15 minuten actief.
-
U kunt de booster maximaal voor twee kookzones tegelijk ge bruiken.
Als u de booster inschakelt wanneer
er geen vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop van
de boostertijd of bij voortijdig uitschakelen automatisch naar vermogensstand 9 teruggeschakeld.
– er wel een vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop
van de boostertijd of bij voortijdig uitschakelen automa­tisch naar de eerder ingestelde vermogensstand terugge­schakeld.
Neemt u tijdens de boostertijd het kookgerei weg, dan loopt de boostertijd verder.
Er zijn telkens twee kookzones met elkaar verbonden (gekop­peld) om het vermogen voor de booster te kunnen leveren.
Gedurende de boostertijd wordt een deel van het vermogen onttrokken aan de verbonden (gekoppelde) kookzone . Dat heeft een van de volgende gevolgen:
- een kookstart wordt gedeactiveerd
- de vermogensstand wordt verlaagd
- de verbonden (gekoppelde) kookzone wordt uitgeschakeld.
-
29
Page 30
Bediening
Booster inschakelen
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^
Raak in de cijferreeks 2 keer "9" aan.
^
Op het kookzonedisplay wordt h weergegeven.
TwinBooster inschakelen
Stand 1
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^
Raak in de cijferreeks 2 keer "9" aan.
^
Op het kookzonedisplay wordt f weergegeven.
Stand 2
^ Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^ Raak in de cijferreeks 3 keer "9" aan.
Op het kookzonedisplay wordt h weergegeven.
Booster/TwinBooster uitschakelen
^ Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^ Stel een andere vermogensstand in.
30
Page 31
Warmhouden
Bediening
Alle kookzones zijn voorzien van een warmhoudstand, "h". Deze bevindt zich tussen de vermogensstanden "0" en "1".
De warmhoudstand dient om warme gerechten vlak na de bereiding warm te houden, níét om koud geworden ge rechten opnieuw te verwarmen.
-
Wanneer u de warmhoudstand hebt ingesteld, blijft de kook zone maximaal 2 uur ingeschakeld.
Warmhoudstand instellen
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^
Raak in de cijferreeks de ruimte aan tussen de vermogens
^
standen "0" en "1".
Op het kookzonedisplay wordt "h" weergegeven.
Tips
– Hou gerechten uitsluitend in het kookgerei (kookpot/pan)
warm. Dek het kookgerei af met een deksel.
– Tijdens het warmhouden moeten de gerechten niet worden
omgeroerd.
– Hou ermee rekening dat er voedingsstoffen verloren gaan
tijdens het bereiden van levensmiddelen en dat dit proces wordt voortgezet tijdens het warmhouden. Hoe langer de levensmiddelen worden warmgehouden, hoe meer voe dingsstoffen er verloren gaan. Hou de warmhoudtijd zo kort mogelijk.
-
-
-
31
Page 32
Bediening
Uitschakelen / aanduiding van resterende warmte
Kookzone uitschakelen
Raak het display van de desbetreffende kookzone 2 keer
^
aan.
Op het display knippert gedurende enkele seconden een "0". Is de kookzone nog heet, dan wordt kort daarna via streepjes de resterende warmte weergegeven.
Kookvlak uitschakelen
Raak de sensortoets s aan.
^
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. Op de displays van de kookzones die nog te heet zijn om aan te raken, wordt de res terende warmte via streepjes weergegeven.
Aanduiding van resterende warmte
De streepjes die de resterende warmte weergeven, ver­dwijnen één voor één naarmate de kookzones afkoelen. Het laatste streepje verdwijnt pas zodra u de kookzones zonder enig risico kunt aanraken.
-
32
Gevaar voor verbranding! Raak de kookzones niet aan zolang de streepjes voor de resterende warmte branden.
De streepjes voor de resterende warmte knipperen wan neer een stroomonderbreking optreedt terwijl het toestel in werking is of terwijl het toestel nog warm is.
-
Page 33
Tips om energie te besparen
Kook met een deksel op de kookpot of pan. Zo vermijdt u
dat er nodeloos warmte ontsnapt.
Zonder deksel Met deksel
Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine kookpot.
Voor het verwarmen van een kleine kookpot is minder energie nodig dan voor het verwarmen van een grotere, nauwelijks gevulde kookpot.
– Gebruik weinig water bij het bereiden.
– Stel na de kookstart of het aanbraden een lagere vermo-
gensstand in.
– Gebruik een snelkookpot/snelkookpan om de bereidings-
tijd te verkorten.
33
Page 34
Timer
Kookwekker
Instellen
Als u de timer wilt gebruiken, moet het kookvlak ingeschakeld zijn.
U kunt de timer op twee manieren gebruiken:
als kookwekker
voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut (01) en 99 minuten (99).
Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt "00"ophet timerdisplay. Tegelijkertijd weerklinkt er enkele seconden lang een geluidssignaal.
Voorbeeld: U wilt 15 minuten instellen.
^ Schakel het kookvlak in (als dat nog niet gebeurd is).
^ Raak het timerdisplay aan.
Wijzigen
Wissen
34
De rechternul en het controlelampje voor de kookwekker be­ginnen te knipperen. Eerst wordt het linkercijfer van de tijd in­gesteld, vervolgens het rechtercijfer.
^ Raak in de cijferreeks het cijfer aan dat u wilt instellen als
linkercijfer (in dit voorbeeld 1).
Op het timerdisplay knippert nu rechts een "1".
^
Raak in de cijferreeks het cijfer aan dat u wilt instellen als rechtercijfer (in dit voorbeeld 5).
De 1 verschuift naar links en rechts verschijnt "5".
Het aftellen van de kookwekkertijd begint. Na afloop van de kookwekkertijd weerklinkt er een geluidssignaal en op het display verschijnt "00".
^
Raak het timerdisplay aan.
^
Stel de gewenste tijd in zoals hierboven beschreven.
^
Raak het timerdisplay zo lang aan totdat "00" verschijnt.
Page 35
Kookzone automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch moet worden uitgeschakeld. De functie kan voor alle kookzones tegelijk worden gebruikt.
Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal toegelaten gebruiksduur, wordt de kookzone na afloop van de tijd van de veiligheidsuitschakeling (zie gelijknamige ru briek) uitgeschakeld.
Stel voor de desbetreffende kookzone een vermogens
^
stand in.
Raak het timerdisplay zo vaak aan totdat op het
^
timerdisplay het controlelampje van de desbetreffende kookzone knippert.
^ Stel de gewenste tijd in.
De ingestelde tijd wordt in stappen van een minuut afgeteld. Op het timerdisplay ziet u de resterende tijd. U kunt deze op elk moment wijzigen.
Timer
-
-
Als u ook een andere kookzone automatisch wilt laten uit­schakelen, gaat u te werk zoals reeds beschreven.
Als meerdere uitschakeltijden geprogrammeerd zijn, wordt de kortste resterende tijd weergegeven. Op het timerdisplay knippert het controlelampje van de desbetreffende kookzone. De andere controlelampjes branden continu. Wilt u de reste rende tijden weergeven die op de achtergrond aflopen, raak dan het timerdisplay zo vaak aan totdat het gewenste con trolelampje knippert.
-
35
-
Page 36
Timer
Combinatiegebruik
U kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitscha kelen" tegelijk gebruiken.
Ga als volgt te werk als u een of meer uitschakeltijden hebt geprogrammeerd en ook de kookwekker wilt instellen:
Raak het timerdisplay zo vaak aan totdat de controlelamp
^
jes van de geprogrammeerde kookzones continu branden en op het display de rechternul en het controlelampje voor de kookwekker knipperen.
Stel de gewenste tijd in.
^
Ga als volgt te werk als u de kookwekker hebt ingesteld en ook een of meer uitschakeltijden wilt programmeren:
^ Raak het timerdisplay zo vaak aan totdat op het
timerdisplay het controlelampje van de desbetreffende kookzone knippert.
^ Stel de gewenste tijd in.
Kort na het invoeren van de laatste waarde schakelt het timerdisplay over naar de weergave van de kortste resteren­de tijd. Wilt u de resterende tijden weergeven die op de achtergrond aflopen, raak dan het timerdisplay zo vaak aan totdat
- op het timerdisplay het controlelampje voor de desbetref fende kookzone knippert
(automatisch uitschakelen).
- alleen het timerdisplay knippert (kookwekkertijd).
-
-
-
36
U kunt in wijzerzin de tijden voor alle ingeschakelde kookzo nes en de kookwekkertijd weergeven, te beginnen vanaf de kortste resterende tijd.
-
Page 37
Stop and Go
Extra functies
Uw toestel is uitgerust met een functie die bij het activeren er van de vermogensstand van al de ingeschakelde kookzones beperkt tot vermogensstand 1. Het aftellen van eventuele tijden voor automatische uitschakeling, een kookstart en een booster wordt onderbroken. Zodra u deze functie deactiveert, loopt het aftellen verder. Een ingestelde kookwekkertijd loopt zonder onderbreking verder. De vermogensstanden van de kookzones en de instelling van de timer kunnen niet worden gewijzigd. U kunt alleen het kookvlak uitschakelen.
Bij het deactiveren van Stop and Go werken de kookzones verder op de vermogensstand die u het laatst had ingesteld.
Als de functie niet wordt gedeactiveerd, wordt het kookvlak na 1 uur uitgeschakeld.
Activeren/deactiveren
^ Raak de sensortoets aan.
Recall (opnieuw oproepen)
Wanneer het kookvlak per ongeluk werd uitgeschakeld terwijl het in werking was, kunt u met deze functie alle instellingen weer herstellen. Het kookvlak moet 6 seconden na het uit­schakelen weer worden ingeschakeld.
-
^
Schakel het kookvlak weer in.
^
Raak direct (binnen de 6 seconden) na het inschakelen de sensortoets aan.
37
Page 38
Veiligheidsvoorzieningen
Vergrendeling / inschakelblokkering
Om te vermijden dat iemand het kookvlak en de kookzones per vergissing inschakelt of instellingen wijzigt, is uw toestel uitgerust met een vergrendeling (inschakelblokkering).
De vergrendeling kan worden geactiveerd als het kookvlak is ingeschakeld. Als de vergrendeling geactiveerd is, kan het kookvlak alleen nog beperkt worden bediend:
De vermogensstanden van de kookzones en de instel
lingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
De kookzones, het kookvlak en de timer kunnen wel wor
den uitgeschakeld, maar daarna niet weer worden inge schakeld.
De inschakelblokkering kan worden geactiveerd als het kookvlak is uitgeschakeld. Als de inschakelblokkering geacti­veerd is, kan het toestel niet worden ingeschakeld en kan de timer niet worden bediend.
Als u een niet-toegelaten sensortoets aanraakt terwijl de ver­grendeling of inschakelblokkering is geactiveerd, verschijnt "LC" op het timerdisplay en weerklinkt er een geluidssignaal.
-
-
-
Activeren
Deactiveren
38
Hou ermee rekening dat de vergrendeling en de inscha­kelblokkering worden gedeactiveerd bij een stroomonder breking.
^
Raak tegelijkertijd de sensortoetsen y en zo lang aan totdat "LC" verschijnt op het timerdisplay.
^
Raak tegelijkertijd de sensortoetsen y en zo lang aan totdat "LC" op het timerdisplay uitgaat.
-
Page 39
Veiligheidsuitschakeling
Als een kookzone te lang aanstaat
Blijft een kookzone ongewoon lang (zie tabel) op dezelfde vermogensstand in werking, dan wordt die kookzone automa tisch uitgeschakeld. De aanduiding van resterende warmte wordt weergegeven.
Wilt u de kookzone opnieuw gebruiken, schakel deze dan op de gebruikelijke manier weer in.
Vermogensstand* Maximale gebruiksduur in uren
110
25
35
44
53
62
72
82
91
Veiligheidsvoorzieningen
-
Als de sensortoetsen bedekt zijn
Het kookvlak wordt automatisch uitgeschakeld als een of meer sensortoetsen langer dan ca. 10 seconden bedekt zijn, bijv. als u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of als er voorwerpen op liggen. Op de kookzonedisplays knippert "ER03" en er weerklinkt 10 seconden lang een geluidssignaal.
^
Reinig het bedieningsveld of verwijder de voorwerpen.
"ER03" gaat uit. U kunt het kookvlak weer gebruiken.
39
Page 40
Veiligheidsvoorzieningen
Beveiliging tegen oververhitting
Alle inductiespoelen en koellichamen van de elektronische besturing zijn voorzien van een beveiliging tegen oververhit ting. Voordat de inductiespoelen of de koellichamen overver hit raken, zorgt de beveiliging tegen oververhitting voor een van de volgende reacties:
Een ingeschakelde booster wordt afgebroken.
De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld.
Op het kookzonedisplay wordt "E2" weergegeven.
Zodra de foutmelding is verdwenen, kunt u de kookzone weer gewoon gebruiken.
De beveiliging tegen oververhitting reageert wanneer
– er leeg kookgerei wordt verwarmd.
– er vet of olie op een hoge vermogensstand wordt ver-
warmd.
-
-
40
– de onderzijde van het toestel onvoldoende wordt geventi-
leerd.
– een hete kookzone na een stroomonderbreking weer wordt
ingeschakeld.
Als na het verhelpen van de oorzaken de beveiliging tegen oververhitting opnieuw reageert, dient u contact op te nemen met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Page 41
Reiniging en onderhoud
Gevaar voor verwonding! De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op on derdelen die onder spanning staan en een kortsluiting ver oorzaken. Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit een stoom reiniger.
-
-
-
Reinig het toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoe len.
Wrijf het toestel na elke reiniging droog. Zo vermijdt u kalk aanslag.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de opper­vlakken te reinigen:
– handafwasmiddel,
– reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder,
schuurmelk, poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
afwasmiddelen voor de afwasautomaat,
grill- of ovensprays,
glasreinigers,
-
-
schurende harde borstels en sponsjes (bijv. schuurspons jes), of gebruikte sponsjes die nog resten van een schuur middel bevatten,
speciale "wondersponsen",
scherpe voorwerpen (om te vermijden dat de dichtingen tussen de glaskera miek en de rand of tussen de rand en het werkblad be schadigd raken).
-
-
-
-
41
Page 42
Reiniging en onderhoud
Gebruik geen handafwasmiddel bij het reinigen. Als u rei nigt met een handafwasmiddel, kunt u niet al het vuil en alle resten verwijderen. Bovendien vormt er zich dan een onzichtbare film, die ervoor zorgt dat er verkleuringen ont staan op de glaskeramiek. U kunt deze verkleuringen niet meer verwijderen. Reinig het kookvlak regelmatig met een speciaal reini gingsmiddel voor glaskeramiek.
Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek. Aange koekt vuil schraapt u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig schoon met het speciale reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal van Miele (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren") of een reinigingsmiddel voor keramische kookplaten dat in de handel verkrijgbaar is. Gebruik daartoe wat keukenrolpapier of een schone doek. Breng het reinigingsmiddel niet op een warm kookvlak aan. Hierdoor kunnen er vlekken ontstaan. Hou rekening met de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Reinig het kookvlak daarna met een vochtige doek. Wrijf het toestel vervolgens droog. Bij volgende bereidingen zouden eventuele reinigingsmiddelresten zich inbranden en de glas­keramiek beschadigen. Zorg ervoor dat u alle resten verwij­dert.
-
-
-
-
42
Vlekken door kalkresten, water en aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken) kunt u met het reini gingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal verwijderen.
Gevaar voor verbranding! Trek ovenwanten aan voordat u resten van suiker, kunst stof of aluminiumfolie met een glaskrabber van het hete kookvlak verwijdert.
Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kook vlak terechtgekomen? Schakel het toestel uit. Verwijder de resten onmiddellijk grondig met een glaskrabber, terwijl de kookzone nog heet is. Maak de kookzone verder schoon zodra ze afgekoeld is, zo als eerder beschreven.
-
-
-
-
Page 43
Wat gedaan als ...?
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u zelf oplossen. Het volgende overzicht kan u hierbij helpen. Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele wanneer u er niet in slaagt de oorzaak van een probleem te vinden of een probleem te ver helpen.
Gevaar voor verwonding!
,
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld. Open nooit zelf de behuizing van het toe stel. Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen worden uit gevoerd door vakmensen die door Miele erkend zijn.
Probleem Oorzaak en oplossing
-
-
-
Het kookvlak of de kookzones kunnen niet worden inge­schakeld.
De eerste keren dat u het kookvlak ge bruikt, komen er geur en damp vrij.
-
De zekering is gesprongen.
^ Schakel de zekering in (min. zekering: zie typeplaatje).
Er kan sprake zijn van een technische storing.
^ Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van het elektriciteits-
net. Ga hiertoe als volgt te werk:
– schakel de desbetreffende zekering uit of draai de des-
betreffende smeltzekering volledig uit, of
– schakel de aardlekschakelaar (verliesstroomschakelaar)
uit.
^
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het toestel nog niet gebruiken, neem dan contact op met een elektricien of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een spe ciaal beschermlaagje. Wanneer het toestel voor het eerst wordt gebruikt, komt er een geur vrij en ontstaat er eventu eel damp. Ook door het materiaal van de inductiespoelen komt er in de eerste gebruiksuren een geur vrij.
Bij het volgende gebruik is de geur al wat minder merk baar. Uiteindelijk verdwijnt ze helemaal. De geur en de eventuele damp zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
-
-
-
43
Page 44
Wat gedaan als ...?
Probleem Oorzaak en oplossing
Op het display van een kookzo ne knipperen afwisselend het symbool ß en de ingestelde ver mogensstand of A.
Er bevindt zich geen kookgerei op de kookzo
­ne of het kookgerei op de kookzone is niet ge schikt.
­Gebruik geschikt kookgerei (zie rubriek
^
"Kookgerei").
-
-
Wanneer het kookvlak wordt in geschakeld, wordt enkele secon den "LC" weergegeven op het timerdisplay.
Wanneer het kookvlak wordt in geschakeld, wordt enkele secon den "dE" weergegeven op het timerdisplay. De kookzones worden niet warm.
Een kookzone wordt automatisch uitgeschakeld.
De boosterstand wordt automa­tisch vroegtijdig afgebroken. De beveiliging tegen oververhitting heeft gere-
De kookzone werkt niet zoals u gewend bent op de ingestelde vermogensstand.
De vermogensstand 9 wordt au tomatisch verlaagd wanneer u voor de kookzone die verbonden is met de desbetreffende kook zone, ook de vermogensstand 9 instelt.
De kookstartautomaat is inge schakeld maar de inhoud van het kookgerei begint niet te ko ken.
De inschakelblokkering is geactiveerd.
-
-
Deactiveer de inschakelblokkering (zie ru
^
briek "Vergrendeling / inschakelblokkering").
De demo-modus is ingesteld.
-
-
Raak tegelijkertijd de sensortoetsen "0" en
^
zo lang aan totdat op het timerdisplay "dE" uit gaat.
De kookzone was te lang in werking.
^ Schakel de kookzone weer in (zie rubriek
"Veiligheidsuitschakeling").
ageerd.
^ Zie rubriek "Beveiliging tegen oververhitting".
-
Wanneer vermogensstand 9 gelijktijdig wordt gebruikt voor kookzones die met elkaar zijn verbonden, wordt het totale beschikbare ver
-
mogen overschreden.
^
Gebruik een andere kookzone.
-
Er worden grote hoeveelheden levensmiddelen verwarmd.
-
^
Kook met de hoogste vermogensstand en stel daarna handmatig een lagere vermo gensstand in.
-
-
-
-
44
Het kookgerei geleidt de warmte slecht.
^
Gebruik ander kookgerei, dat de warmte be ter geleidt.
-
Page 45
Probleem Oorzaak en oplossing
Wat gedaan als ...?
Na het uitschakelen van het toestel is een werkingsgeluid te horen.
Op een of meerdere dis plays knipperen een of meerdere streepjes voor resterende warmte.
Op de kookzonedis­plays knipperen E of ER en cijfers.
De koelventilator blijft draaien totdat het toestel afge koeld is, en schakelt dan automatisch uit.
Er is een stroomonderbreking opgetreden tijdens het
­gebruik. Het kookvlak werd uitgeschakeld.
U kunt het kookvlak weer gebruiken.
^
Voor u de kookzones weer inschakelt, gaat u het best na of het gerecht nog niet gaar genoeg is en of de kwaliteit van de levensmiddelen niet in het ge drang is gekomen door de stroomonderbreking.
De stroom is uitgevallen terwijl het toestel nog warm was.
E2
De beveiliging tegen oververhitting heeft gereageerd.
^ Zodra de foutmelding is verdwenen, kunt u de kook-
zone weer gewoon gebruiken (zie rubriek "Beveili­ging tegen oververhitting").
ER03
Een of meerdere sensortoetsen zijn bedekt, bijv. door­dat uw hand erop ligt, een gerecht overkookt of er voorwerpen op liggen.
^
Reinig het bedieningsveld of verwijder de voor werpen (zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling").
-
-
-
Alle andere foutmeldingen Er heeft zich een defect voorgedaan.
^
Schakel het toestel uit en neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
45
Page 46
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren dat geschikt is voor uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reinigings- en onderhoudsproducten.
U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele Online Shop:
U kunt deze producten ook verkrijgen via de Service After Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Kook-/braadgerei
Miele biedt een uitgebreid gamma van kook- en braadgerei. Dit is perfect afgestemd op de Miele-toestellen qua eigen­schappen en afmetingen. Gedetailleerde informatie over de afzonderlijke producten vindt u op de website van Miele.
Kookpotten in verschillende formaten
Sauteerpan met deksel
Pan met een antiaanbaklaag
Wokpan
Braadpannen
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal 250 ml
Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken).
Microvezeldoek
Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil.
46
Page 47
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij de inbouw
Zorg ervoor dat de aansluitkabel Het toestel mag enkel door een erkende vakman of vakvrouw wor den ingebouwd en enkel door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van electriciteitsaan­sluitingen, worden aangesloten op het elektriciteitsnet.
-
~
van het kookvlak na de inbouw niet kan worden aangeraakt en niet mechanisch wordt belast.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
Om schade aan het toestel te ver mijden, mag u het pas inbouwen na dat de wandkasten en de dampkap gemonteerd zijn.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loskomen of vervormen. Ook de wandafdichtstrips moeten hitte­bestendig zijn.
Het toestel mag niet worden ingebouwd boven koeltoestellen, afwasautomaten, wasautomaten en droogautomaten.
Dit kookvlak mag niet boven een
~
oven of fornuis zonder ventilator wor den ingebouwd die voor de koeling van het desbetreffende toestel dient.
-
-
-
-
47
Page 48
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstanden boven het toe stel
Hou tussen het toestel en een dampkap erboven de veiligheidsafstand aan die door de fabrikant van de dampkap wordt opgegeven. Is er door de fabrikant van de dampkap geen afstand vermeld of zijn er licht ontvlambare materialen (bijv. een rekje) boven het toestel geïnstalleerd, dan dient de veiligheidsafstand minstens 760 mm te bedragen.
-
Wanneer onder een dampkap meer dere toestellen ingebouwd zijn waarvoor verschillende veiligheids­afstanden worden opgegeven, moet u de grootste vereiste veiligheidsaf­stand in acht nemen.
-
48
Page 49
Veiligheidsafstand naast en achter
het toestel
Het toestel mag slechts aan één zijkant (rechts of links) en aan de achterkant grenzen aan meubels of wanden die hoger zijn dan het toestel zelf (zie de afbeeldingen).
Veiligheidsafstanden
a Achter het toestel: minstens mm tus
sen de uitsparing in het werkblad en de achterkant van het werkblad.
b Rechts van het toestel: minstens
50 mm tussen de uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur.
c Links van het toestel: minstens
50 mm tussen de uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur.
-
Niet toegestaan!
Zeker aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
49
Page 50
Veiligheidsafstanden
Minimumafstand onder het toestel
Om een optimale ventilatie van het toe stel te verzekeren, dient tussen de on derkant van het toestel en een oven, een tussenbodem of een lade een mini male veiligheidsafstand in acht te wor den genomen.
De minimale veiligheidsafstand tussen de onderkant van het kookvlak en
de bovenkant van een oven moet
15 mm bedragen.
de bovenkant van een tussenbodem
moet 15 mm bedragen.
– de bodem van een lade moet 75 mm
bedragen.
-
-
Tussenbodem
Er hoeft geen tussenbodem onder het
­kookvlak te worden ingebouwd, maar dit mag.
­Voor het installeren van de aansluitka
bel is achteraan een spleet van 10 mm vereist. Voor optimale ventilatie bevelen wij een spleet van 20 mm aan.
-
50
Page 51
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als de nis bekleed is, moet een minimumafstand in acht worden genomen tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding. Hoge temperaturen kunnen im mers het bekledingsmateriaal vervormen of beschadigen.
-
Als de bekleding vervaardigd is uit brandbaar materiaal (bijv. hout) moet de af stand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm bedragen.
Als de bekleding vervaardigd is uit niet-brandbaar materiaal (bijv. metaal, na tuursteen of keramische tegels) moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm min de dikte van de bekleding be dragen. Voorbeeld: de dikte van de nisbekleding bedraagt 15 mm 50 mm - 15 mm = minimumafstand van 35 mm
Kookvlakken zonder rand voor vlakke inbouw Kookvlakken met rand/facetrand
-
-
-
a Wand
b Nisbekleding
Afstand x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
d Minimumafstand
bij brandbaar materiaal: 50 mm bij niet-brandbaar materiaal: 50 mm - afstand x
51
Page 52
Inbouwafmetingen
KM 6324
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje voor aansluiting op het
elektriciteitsnet De aansluitkabel (L=1440 mm) voor aansluiting op het elektriciteitsnet is los bijgeleverd.
d Getrapte frezing
52
Bij inbouw in een werkblad uit na tuursteen moet u voor de afmetingen van de uitsparing in het werkblad in elk geval de detailtekeningen in acht nemen.
-
Page 53
KM 6345
(geschikt voor inbouw in glazen werkbladen)
Inbouwafmetingen
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje voor aansluiting op het
elektriciteitsnet De aansluitkabel (L=1440 mm) voor aansluiting op het elektriciteitsnet is los bijgeleverd.
d Getrapte frezing
Bij inbouw in een werkblad uit na tuursteen moet u voor de afmetingen van de uitsparing in het werkblad in elk geval de detailtekeningen in acht nemen.
-
53
Page 54
Inbouwafmetingen
KM 6349
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje voor aansluiting op het
elektriciteitsnet De aansluitkabel (L=1440 mm) voor aansluiting op het elektriciteitsnet is los bijgeleverd.
d Getrapte frezing
54
Bij inbouw in een werkblad uit na tuursteen moet u voor de afmetingen van de uitsparing in het werkblad in elk geval de detailtekeningen in acht nemen.
-
Page 55
Een kookvlak zonder rand voor vlak
ke inbouw is enkel geschikt voor in bouw in natuursteen (graniet, mar mer), massief hout en betegelde werkbladen. Sommige kookvlakken zijn ook ge schikt voor inbouw in glazen werk bladen. Als dat het geval, staat dit vermeld bij het kookvlak in de ru briek "Inbouwafmetingen". Bij werkbladen van andere materia len vraagt u de fabrikant of het werk blad geschikt is voor vlakke inbouw van een kookvlak zonder rand.
De breedtedagmaat van de onder­kast moet minstens zo breed zijn als de binnenste werkbladuitsparing (zie rubriek "Inbouwafmetingen"), zo­dat het kookvlak na de inbouw vrij toegankelijk is langs onderen en de onderkast kan worden weggenomen voor onderhoudsdoeleinden. Als het kookvlak niet vrij toegankelijk is langs onderen, moet het voeg dichtingsmiddel worden verwijderd om het kookvlak te kunnen verwij deren voor onderhoudsdoeleinden.
-
-
-
-
-
-
-
-
Het kookvlak wordt
-
-
rechtstreeks in een correct
uitgefreesd werkblad van natuur steen geplaatst.
in de uitsparing in massief houten,
betegelde en glazen werkbladen met houten lijsten bevestigd. Deze lijsten worden niet bij het toestel meegele verd.
Inbouw
-
-
55
Page 56
Inbouw
Werkblad uit natuursteen
De uitsparing in het werkblad aan brengen
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
Omdat voor de glaskeramiekplaat en de uitsparing in het werkblad een ze­kere tolerantie geldt, kan de voeg­breedte c variëren (minimaal 1 mm).
^ Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de afbeeldingen. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Veiligheidsafstanden") in acht.
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe stel
De aansluitkabel mag enkel door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden aangesloten op het toestel.
Sluit de aansluitkabel zoals op het
^
aansluitschema aan op het toestel (zie rubriek "Elektrische aansluiting > Aansluitschema").
Het kookvlak inbouwen
^ Leid de aansluitkabel door de uitspa-
ring naar beneden.
^ Plaats het kookvlak b in de uitspa-
ring en centreer het.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Ga na of het kookvlak correct werkt.
^ Vul de voeg c met een geschikte,
temperatuurbestendige (minimaal 160 °C) siliconenkit.
Gebruik uitsluitend een siliconenkit voor het afdichten van voegen die geschikt is voor natuursteen en volg de instructies van de fabrikant van de kit.
-
56
Page 57
Inbouw
Werkblad uit massief hout / be tegeld werkblad / glazen werk blad
De uitsparing in het werkblad aan brengen
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
d Houten lijsten 13 mm
(niet meegeleverd)
Omdat voor de glaskeramiekplaat en de uitsparing in het werkblad een ze kere tolerantie geldt, kan de voeg breedte c variëren (minimaal 1 mm).
^
Maak een uitsparing in het werkblad zoals op de afbeeldingen. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Veiligheidsafstanden") in acht.
^
Bevestig de houten lijsten d 7mm onder de bovenkant van het werk blad (zie afbeelding).
-
-
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe
-
stel
-
De aansluitkabel mag enkel door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden aangesloten op het toestel.
Sluit de aansluitkabel zoals op het
^
aansluitschema aan op het toestel (zie rubriek "Elektrische aansluiting > Aansluitschema").
Het kookvlak inbouwen
^ Leid de aansluitkabel door de uitspa-
ring naar beneden.
^ Plaats het kookvlak b in de uitspa-
ring en centreer het.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Ga na of het kookvlak correct werkt.
^ Vul de voeg c met een geschikte,
-
temperatuurbestendige (minimaal 160 °C) siliconenkit.
Hou rekening met de opmerkingen van de fabrikant van de siliconenkit voor het afdichten van voegen.
Gebruik bij tegels van natuursteen uitsluitend een siliconenkit voor het afdichten van voegen die geschikt is voor natuursteen.
-
57
Page 58
Elektrische aansluiting
Het toestel mag uitsluitend door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteits­aansluitingen, worden aangesloten op het elektriciteitsnet. Hij of zij kent de voorschriften die van toepassing zijn en houdt zich daar strikt aan. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor rechtstreekse of onrechtstreekse schade als gevolg van een ondeskundig uitgevoerde installatie of ondeskundig uitge voerde onderhoudswerken of her stellingen.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd ver­oorzaakt doordat de aardleiding on­derbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Na inbouw moet worden gewaar­borgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aange raakt!
-
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
Aansluiting en zekering
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. Deze gegevens moeten overeenstem men met de gegevens van het elektrici teitsnet.
Elektrische aansluiting:
-
-
AC230V/50Hz
Zie het aansluitschema voor de aan­sluitmogelijkheden.
Verliesstroomschakelaar
Om extra veiligheid te kunnen garande­ren, wordt in de EU-voorschriften en richtlijnen voor België geadviseerd de elektrische installatie van een verlies­stroomschakelaar (30 mA) te voorzien.
-
-
58
Page 59
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het toestel moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld.Decon tactopening in uitgeschakelde toe stand moet ten minste 3mmbedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en verliesstroomscha kelaars.
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van het elektriciteitsnet dient te worden los gekoppeld, gaat u afhankelijk van de installatie als volgt te werk:
Smeltzekeringen
Neem de inzetstukken helemaal uit de schroefkappen. of:
Automaat met schroefzekeringen
Druk op de testknop (rood) tot de middelste knop (zwart) uit­springt. of:
Inbouwzekeringsautomaat
(stroomonderbreker, min. type B of C!): Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit). of:
Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar) Zet de hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit) of druk op de testtoets.
-
-
Aansluitkabel
Het toestel moet overeenkomstig het aansluitschema worden aangesloten door middel van een aansluitkabel van
-
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) die een geschikte diameter heeft.
Zie het aansluitschema voor de aan sluitmogelijkheden.
De toegestane aansluitspanning en bij horende waarden voor uw toestel vindt u op het typeplaatje.
-
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijgbaar bij Miele of via de Service After Sales. De aansluitkabel mag uitsluitend door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden vervangen. Hij of zij is op de hoogte van de nationale voorschriften en de voorschriften van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij, en hij of zij neemt ze zorgvuldig in acht.
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje.
-
-
Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingescha keld.
De aarddraad moet bevestigd wor
-
den aan de aansluiting met het sym bool -.
-
-
59
Page 60
Elektrische aansluiting
Aansluitschema
ab
L1
a cdNe
L1
cde
L2 L3 N
200-240 V~
200-240 V~
200-240 V~
b
L2
200-240 V~
200-240 V~
aL1bcdNe
200-240 V~
-
-
(L3)
-
(L2)
60
Page 61
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie
Neem bij storingen of problemen die u niet zelf kunt verhelpen, contact op met:
uw Miele-handelaar of
de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele, geef dan al tijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het meegeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar. Meer informatie vindt u in de meegele verde garantievoorwaarden.
-
-
-
61
Page 62
62
Page 63
63
Page 64
KM 6324; KM 6345; KM 6349
M.-Nr. 09 703 730 / 01nl-BE
Loading...