Gebruiks- en montageaanwijzing
Keramische inductiekookvlakken
Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel
plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 703 730nl-BE
Page 2
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................4
Beschrijving van het toestel ........................................12
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie ....................61
3
Page 4
Inhoud
Dit kookvlak voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter
letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom eerst aan
dachtig door voordat u het toestel in gebruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent inbouw, veiligheid,
gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Dit kookvlak is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
-
-
Dit kookvlak is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik het kookvlak uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bereiden en warmhouden van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
dit kookvlak veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar
alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat
ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van
een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
4
-
Page 5
Kinderen in het huishouden
Inhoud
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het kook
~
vlak worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehou
den.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het kookvlak zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo
uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de even
tuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en
begrijpen.
Kinderen mogen het kookvlak niet zonder toezicht reinigen.
~
Hou kinderen die in de buurt van het kookvlak komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Het kookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft het
~
ook nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel
weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze
er zich aan verbranden.
Gevaar voor verstikking!
~
Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in verpakkingsmateriaal
(bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken.
Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsmateriaal.
-
-
-
-
Gevaar voor verbranding!
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, boven
of achter het kookvlak. Anders worden kinderen ertoe verleid op het
toestel te klauteren.
Gevaar voor verbranding!
~
Draai de handvaten van de kookpotten en pannen over het werk
blad. Zo voorkomt u dat kinderen zich verbranden door kookpotten
en pannen van het kookvlak te trekken.
-
5
Page 6
Inhoud
Maak gebruik van de inschakelblokkering om te vermijden dat
~
kinderen het kookvlak per ongeluk inschakelen. Wanneer u het
kookvlak gebruikt, schakelt u de vergrendeling in om te vermijden
dat kinderen de (ingestelde) instellingen wijzigen.
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's
ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al
leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Een beschadigd kookvlak kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd
toestel mag u nooit in gebruik nemen.
De elektrische veiligheid van het kookvlak is alleen gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan.
Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren.
-
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
van het kookvlak moeten absoluut overeenstemmen met deze van
het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel.
Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit.
Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om het
kookvlak aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Gebruik het kookvlak enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gewaarborgd.
Dit kookvlak mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
6
Page 7
Inhoud
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek
~
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het kookvlak
leiden.
Open nooit de behuizing van het toestel.
Het recht op garantie vervalt wanneer het kookvlak door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo
gen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken.
Het kookvlak is niet bestemd voor gebruik met een externe scha-
~
kelklok (timer) of een systeem voor besturing op afstand.
Het kookvlak moet op het elektriciteitsnet worden aangesloten
~
door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen. Om een beschadigde aansluitkabel te
vervangen, moet een speciale aansluitkabel worden geïnstalleerd
door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen. Zie rubriek "Elektrische aansluiting".
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
kookvlak van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Ga daartoe als volgt te werk:
–
Schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
–
draai de schroefzekeringen in uw zekeringkast helemaal uit of
–
trek de stekker van het toestel (als de aansluitkabel uitgerust is
met een stekker) uit het stopcontact.
Trek daarbij niet aan de aansluitkabel, wel aan de stekker.
Als het kookvlak is uitgerust met een communicatiemodule, moe
~
ten zowel het kookvlak als de communicatiemodule van het elektrici
teitsnet losgekoppeld zijn tijdens installatie-, onderhouds- en
herstellingswerken.
-
-
7
Page 8
Inhoud
Gevaar voor elektrische schokken!
~
Als het kookvlak defect is of als de glaskeramiekplaat barsten of
spleten vertoont, mag u het kookvlak niet in gebruik nemen en dient
u het toestel direct uit te schakelen. Ontkoppel het toestel in dat ge
val van het elektriciteitsnet.
Veilig gebruik
Olie en vet kunnen door oververhitting ontvlammen. Laat het
~
kookvlak nooit zonder toezicht achter als u olie of vet gebruikt.
Brand door olie of vet mag u nooit met water blussen. Schakel het
toestel uit en verstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een
blusdeken.
Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
~
vliegen. Flambeer nooit gerechten onder een dampkap.
Wanneer spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of andere
~
brandbare voorwerpen worden verwarmd, kunnen deze in brand
vliegen. Bewaar daarom nooit licht ontvlambare voorwerpen in laden
vlak onder het kookvlak. Is die lade met een bestekinzet uitgerust,
dan dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hitte bestand is.
-
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.
~
In afgesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en ver
~
warmen overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen.
Gebruik het kookvlak nooit voor het inmaken en verwarmen van con
servenblikken.
Wanneer het kookvlak wordt afgedekt, bestaat het risico dat het
~
materiaal van de afdekking in brand vliegt, springt of smelt als u het
toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van een berei
ding.
Dek het kookvlak nooit af, bijv. met een afdekplaat, doek of folie.
8
-
-
-
Page 9
Inhoud
Wanneer u een elektrisch toestel (bijv. een handmixer) gebruikt in
~
de buurt van het kookvlak, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet
met het hete kookvlak in contact komt. De isolatie van de aansluitka
bel kan beschadigd raken.
Als het kookvlak is ingebouwd achter een meubeldeur, mag het
~
alleen worden gebruikt wanneer de meubeldeur geopend is.
Sluit de meubeldeur pas wanneer de aanduidingen van resterende
warmte niet meer worden weergegeven.
Het kookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft het
~
ook nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra de aanduidingen
van resterende warmte niet meer worden weergegeven, is het gevaar om u te verbranden geweken.
U kunt zich verbranden aan het hete kookvlak. Bescherm uw han-
~
den telkens als u met het hete toestel omgaat door gebruik te maken
van ovenwanten of pannenlappen. Gebruik alleen droge ovenwanten of pannenlappen. Met nat of vochtig textiel wordt de warmte
sterker overgedragen. Dat kan brandwonden door stoom veroorzaken.
-
Als het kookvlak ingeschakeld is, als u het toestel per ongeluk in-
~
schakelt of als het nog warm is van een kookproces, bestaat het risi
co dat metalen voorwerpen die op het kookvlak liggen verhitten.
Andere materialen kunnen smelten of ontvlammen.
Natte deksels van kookgerei kunnen zich vastzuigen.
Gebruik het kookvlak niet om er voorwerpen op neer te leggen.
Vergeet niet de kookzones na gebruik uit te schakelen!
Als er suiker, eten met suiker, kunststof of aluminiumfolie op het
~
hete kookvlak terechtkomt, beschadigen deze de glaskeramiekplaat
wanneer ze afkoelen. Schakel het toestel direct uit en krab deze
stoffen direct weg met een glaskrabber. Trek eerst ovenwanten aan.
Reinig de kookzones met een reinigingsmiddel voor glaskeramiek
zodra ze afgekoeld zijn.
-
9
Page 10
Inhoud
Door het verwarmen van leeg kookgerei kan de
~
glaskeramiekplaat beschadigd raken. Laat het kookvlak niet zonder
toezicht achter terwijl het in werking is!
Als u kookpotten en pannen met een ruwe bodem gebruikt, kun
~
nen er krassen op de glaskeramiekplaat optreden. Gebruik alleen
kookpotten en pannen met een effen bodem.
Zout, suiker of zandkorreltjes, bijv. van tijdens het schoonmaken
~
van groenten, kunnen krassen veroorzaken wanneer ze onder de
bodem van kookgerei terechtkomen. Zorg ervoor dat de
glaskeramiekplaat en de bodem van kookgerei schoon zijn voordat
u kookgerei op het kookvlak plaatst.
Vallende onderwerpen (zelfs lichte voorwerpen zoals zoutvaatjes)
~
kunnen in een minder gunstig geval barsten of spleten veroorzaken.
Vermijd dat er voorwerpen op de glaskeramiekplaat vallen.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en aanduidingen (dis-
~
plays) kunnen de elektronische besturing eronder beschadigen.
Plaats nooit hete kookpotten of pannen op de sensortoetsen en aanduidingen (displays).
Doordat inductiekookzones heel snel heet worden, kan de tempe
~
ratuur ter hoogte van de bodem van het kookgerei in een mum van
tijd de zelfontbrandingstemperatuur van oliën of vetten bereiken.
Laat het kookvlak niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is!
-
-
Verwarm vetten en oliën gedurende maximaal 1 minuut en ge
~
bruik daartoe nooit de booster.
Alleen voor personen met een pacemaker:
~
In de onmiddellijke omgeving van het ingeschakelde kookvlak ont
staat een elektromagnetisch veld. Het is echter onwaarschijnlijk dat
de werking van uw pacemaker hierdoor wordt beïnvloed.
Bij twijfel vraagt u de fabrikant van uw pacemaker of uw arts om
raad.
10
-
-
Page 11
Inhoud
Het elektromagnetische veld van het ingeschakelde kookvlak kan
~
de werking van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden.
Er mogen zich geen kredietkaarten, opslagmedia,
zakrekenmachines enz. in de onmiddellijke omgeving van het inge
schakelde kookvlak bevinden.
Metalen voorwerpen die in een lade onder het kookvlak worden
~
bewaard, kunnen heet worden wanneer het toestel lang en intensief
wordt gebruikt. Bewaar geen metalen voorwerpen in een lade vlak
onder het kookvlak.
Uw kookvlak is uitgerust met een koelventilator. Wanneer er zich
~
een lade bevindt onder het ingebouwde toestel, moet u ervoor zorgen dat er voldoende afstand is tussen de inhoud van de lade en de
onderkant van het toestel om zo een optimale toevoer van koellucht
voor het kookvlak te verzekeren.
Bewaar geen scherpe of kleine voorwerpen of papier in de lade. Die
kunnen via de ventilatiespleten in de behuizing terechtkomen of erin
worden gezogen. Op die manier kan de ventilator of de koeling beschadigd raken of kan de werking ervan negatief worden beïnvloed.
-
Gebruik nooit twee stuks kookgerei tegelijk op één kookzone, één
~
braadzone of één PowerFlex-kookgebied.
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van het kookvlak nooit een stoomreiniger.
Als het kookvlak boven een oven of fornuis met pyrolysereiniging
~
ingebouwd is, mag het tijdens de pyrolysereiniging niet worden ge
bruikt. De beveiliging tegen oververhitting van het kookvlak zou in
werking kunnen treden (zie desbetreffende rubriek).
-
-
11
Page 12
Beschrijving van het toestel
Modellen
KM 6324
a Kookzone met booster
b Kookzone met booster
c PowerFlex-kookzone met TwinBooster
d PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c + d combineerbaar tot PowerFlex-kookgebied
e Bedieningsveld
12
Page 13
KM 6345 / KM 6349
Beschrijving van het toestel
a Kookzone met booster
b Kookzone met booster
c PowerFlex-kookzone met TwinBooster
d PowerFlex-kookzone met TwinBooster
c + d combineerbaar tot PowerFlex-kookgebied
e Bedieningsveld
13
Page 14
Beschrijving van het toestel
Bedieningsveld
14
Page 15
Beschrijving van het toestel
Sensortoetsen
a Aan/uit voor het kookvlak
b Cijferreeks
- Vermogensstand instellen
- Tijd instellen
c PowerFlex-kookgebied inschakelen
d Stop and Go
c + d Inschakelblokkering / vergrendeling
e Activering van de kookzone
Display:
0= Kookzone gebruiksklaar
^= Warmhoudstand
1 tot 9= Vermogensstand
A= Kookstartautomaat
f= TwinBooster, stand 1
h= Booster / TwinBooster, stand 2
œ= PowerFlex-kookgebied geactiveerd
ß= Geen kookgerei of ongeschikt kookgerei
i Controlelampje voor toewijzing van de kookzone, bijv. kookzone achteraan
rechts
j Kookwekker
15
Page 16
Beschrijving van het toestel
Kookzonegegevens
KookzoneKM 6324
Minimale tot maximale
C in cm*
y10 - 16Normaal
w14 - 20Normaal
x15 - 23Normaal
z15 - 23Normaal
x + z22–23 /
15x23–23x39
* Binnen het opgegeven bereik kan kookgerei met elke bodemdiameter worden
gebruikt.
** Het opgegeven vermogen kan variëren en is afhankelijk van de grootte en het
materiaal van het gebruikte kookgerei.
Vermogen in watt bij 230 V**
1400
Booster
Booster
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Totaal:7300
2200
1850
3000
2100
3000
3650
2100
3000
3650
3400
4800
7300
16
Page 17
Beschrijving van het toestel
KookzoneKM 6345 / KM 6349
Minimale tot maximale
C in cm*
y16 - 23Normaal
w14 - 20Normaal
x15 - 23Normaal
z15 - 23Normaal
x + z22–23 /
15x23–23x39
Vermogen in watt bij 230 V**
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Booster
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
Totaal:7300
2300
3000
3650
1850
3000
2100
3000
3650
2100
3000
3650
3400
4800
7300
* Binnen het opgegeven bereik kan kookgerei met elke bodemdiameter worden
gebruikt.
** Het opgegeven vermogen kan variëren en is afhankelijk van de grootte en het
materiaal van het gebruikte kookgerei.
17
Page 18
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het kookvlak
voor transportschade. Er werd voor mi
lieuvriendelijk en recycleerbaar verpak
kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw han
delaar neemt de verpakking terug.
Wat met een afgedankt toe
stel?
-
Oude elektrische en elektronische toe
-
stellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
restafval terechtkomen of verkeerd wor
den behandeld, kunnen ze schade be
rokkenen aan de menselijke gezond
heid en het milieu. Geef uw oude toe
stel dus niet mee met het gewone huis
vuil.
Breng het toestel liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk containerpark.
Vraag meer informatie aan uw
Miele-handelaar.
-
-
-
-
-
-
-
-
18
Zorg er ook voor dat het toestel
kindveilig wordt bewaard voor u het
wegbrengt.
Page 19
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is
op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek over het type
plaatje.
Eerste reiniging
Verwijder eventuele beschermfolies en stickers.
^
Vóór het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over
^
het toestel. Vervolgens wrijft u het droog.
Toestel in gebruik nemen
Enkel bij kookvlakken met facetrand (geslepen glazen
rand):
De eerste dagen na de inbouw kan er een kleine spleet
zichtbaar zijn tussen het kookvlak en het werkblad. Door
het gebruik wordt die kleiner. Ondanks deze spleet blijft de
elektrische veiligheid steeds gewaarborgd.
Vóór het eerste gebruik
-
De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje. Wanneer het toestel voor het eerst wordt
gebruikt, komt er een geur vrij en ontstaat er eventueel damp.
Ook door de verwarming van de inductiespoelen komt er in
de eerste gebruiksuren een geur vrij. Bij het volgende ge
bruik is de geur al wat minder merkbaar. Uiteindelijk verdwijnt
ze helemaal.
De geur en damp die eventueel ontstaan, wijzen niet op een
verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel. Ze
zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Hou er rekening met dat de opwarmtijd bij inductiekook
vlakken erg veel korter is dan bij traditionele kookvlakken.
-
-
19
Page 20
Inductie
Hoe werkt het?
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Als u
een kookzone inschakelt, genereert deze spoel een magneet
veld waardoor de bodem van het kookgerei heet wordt. De
kookzone zelf wordt alleen onrechtstreeks verwarmd door de
stralingswarmte van het kookgerei.
De inductie werkt alleen bij kookgerei met een magnetische
bodem (zie rubriek "Kookgerei"). Het kookvlak houdt automa
tisch rekening met de grootte van het geplaatste kookgerei.
Op het kookzonedisplay knipperen afwisselend het symbool
ß en de ingestelde vermogensstand wanneer
de kookzone wordt ingeschakeld terwijl er geen kookgerei
–
of ongeschikt kookgerei (kookgerei met een
niet-magnetische bodem) op de kookzone staat,
– de bodemdiameter van het gebruikte kookgerei te klein is,
– het kookgerei van een ingeschakelde kookzone wordt
weggenomen.
-
-
20
Als binnen de 3 minuten geschikt kookgerei op de kookzone
wordt gezet, verdwijnt het symbool ß en kunt u gewoon doorgaan.
Wordt er geen kookgerei of ongeschikt kookgerei op de kookzone gezet, dan wordt de kookzone na 3 minuten automa
tisch uitgeschakeld.
Gevaar voor verbranding!
Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel per onge
luk inschakelt of als het nog warm is van een kookproces,
bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op het
kookvlak liggen verhitten.
Gebruik het kookvlak niet om er metalen voorwerpen (bijv.
bestek) op neer te leggen.
Vergeet niet de kookzones na gebruik uit te schakelen.
-
-
Page 21
Geluiden
Inductie
Bij gebruik van inductiekookzones kunnen in het kookgerei,
afhankelijk van het materiaal en de uitvoering van de bodem,
volgende geluiden ontstaan:
Er kan een bromgeluid optreden op een hoge vermogens
–
stand. Dat geluid neemt af of verdwijnt wanneer een lagere
vermogensstand wordt ingesteld.
Er kan een knetterend geluid optreden bij gebruik van
–
kookgerei met een bodem die uit verschillende materialen
bestaat (bijv. een sandwichbodem).
Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar ver
–
bonden (gekoppelde) kookzones (zie rubriek "Booster") te
gelijkertijd worden gebruikt en op de kookzones kookgerei
staat met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijv. een sandwichbodem).
– Er kan een klikgeluid optreden tijdens elektronische
schakelprocessen, en dan vooral op lage vermogensstanden.
-
-
-
– Er kan een zoemend geluid optreden wanneer de koelven-
tilator wordt ingeschakeld. Deze wordt ingeschakeld om
de elektronische besturing te beschermen wanneer het
kookvlak intensief wordt gebruikt. Ook nadat u het toestel
hebt uitgeschakeld, kan de koelventilator nog even
doordraaien.
21
Page 22
Inductie
Kookgerei
Kookgerei uit de volgende materialen is geschikt:
roestvrij staal met magnetische bodem,
–
geëmailleerd staal,
–
gietijzer.
–
Kookgerei uit de volgende materialen is niet geschikt:
roestvrij staal met niet-magnetische bodem,
–
aluminium of koper,
–
glas, keramiek of aardewerk.
–
Als u niet zeker bent of een kookpot of pan geschikt is voor
inductie, kunt u dat controleren door een magneet tegen de
bodem van het kookgerei te houden. Als de magneet zich
vasthecht, is het kookgerei geschikt.
Hou ermee rekening dat de eigenschappen van de bodem
van het kookgerei het bereidingsresultaat kunnen beïnvloeden.
22
Om optimaal gebruik te maken van een kookzone, moet u de
grootte van het kookgerei zo kiezen dat het kookgerei tussen
de binnenste en de buitenste markering van de kookzone
past. Wanneer het kookgerei kleiner is dan de binnenste markering, reageert de kookzone alsof er geen kookgerei ge
plaatst is.
Hou ermee rekening dat bij pannen en kookpotten vaak de
maximale of bovenste diameter wordt opgegeven. Wat telt, is
echter de meestal kleinere diameter van de bodem.
Gevaar voor verbranding!
Als het kookgerei niet centraal op de kook- of braadzone
staat, kunnen de handvaten in bepaalde omstandigheden
erg heet worden.
Plaats het kookgerei centraal op de kook- of braadzone.
-
Page 23
Tabel met vermogensstanden
Vermogens
stand
Warmhouden^
Boter smelten
Gelatine oplossen
Rijstpap of havermoutpap maken2
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Rijst koken
Groenten in blokken ontdooien3
Graan gaar koken3
Vloeibare of halfvaste gerechten opwarmen
Omelet of spiegelei zonder korst bakken
Fruit blancheren
Deegwaren gaar koken4
Groente en vis stoven5
Diepgevroren levensmiddelen ontdooien en opwarmen5
Grote hoeveelheden eten aan de kook brengen, bijv. eenpansgerechten
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus
of sauce hollandaise
1–2
-
3
4
6
Spiegeleieren behoedzaam bakken (zonder dat het vet over
verhit wordt)
Vis, schnitzel en worst behoedzaam braden (zonder dat het vet
oververhit wordt)
Pannenkoeken of flensjes bakken7
Stoofgerechten aanbraden/even laten braden8
Grote hoeveelheden water aan de kook brengen
Kookstart
De gegevens zijn richtwaarden.
Het vermogen van de inductiespoel varieert afhankelijk van de grootte en het ma
teriaal van de bodem van het kookgerei. Daarom is het mogelijk dat u met uw
kookgerei lichtjes andere vermogensstanden moet gebruiken. Probeer zelf uit wat
de optimale instellingen zijn voor uw kookgerei.
-
6
7
9
-
23
Page 24
Bediening
Bedieningsprincipe
Het bedieningsveld van uw keramische kookvlak is voorzien
van elektronische sensortoetsen. Die reageren op het contact
met uw vingers.
Door met een vinger de gewenste sensortoetsen aan te ra
ken, bedient u het kookvlak. Bij elke reactie van de sensor
toetsen hoort u een geluidssignaal.
Als het kookvlak is uitgeschakeld, zijn alleen de op het kook
vlak gedrukte symbolen voor de aan-uitsensortoets van het
kookvlak, de vermogensstanden, de vergrendeling en Stop
and Go zichtbaar.
Wanneer u het kookvlak inschakelt, gaan de displays van de
kookzones en de timer aan. De displays doen tegelijkertijd
ook dienst als sensortoetsen. Als een kookzone of de timer in
werking is, brandt het display met lichtsterkte 2, anders met
lichtsterkte 1.
Om de vermogensstand van een kookzone of een tijd te kunnen instellen of wijzigen, moet de desbetreffende kookzone of
de timer geactiveerd zijn.
Raak het display van de desbetreffende kookzone of de timer
aan om de kookzone of de timer te activeren. Wanneer u het
display aanraakt, begint het te knipperen. Zolang het display
knippert, is de kookzone of de timer geactiveerd en kunt u
een vermogensstand of tijd instellen.
Uitzondering:
Als er slechts één kookzone in gebruik is, kan de vermogens
stand worden gewijzigd zonder dat u eerst de kookzone hoeft
te activeren.
-
-
-
-
24
Hou het bedieningsveld altijd schoon. Leg er geen voor
werpen op. Anders reageren de sensortoetsen niet of acti
veert u onbedoeld functies. Ook is het mogelijk dat het
kookvlak dan automatisch wordt uitgeschakeld (zie ru
briek "Veiligheidsuitschakeling").
Zet in geen geval heet kookgerei op de sensortoetsen.
Hierdoor kan de elektronische besturing eronder bescha
digd raken.
-
-
-
-
Page 25
Laat het toestel niet zonder toezicht achter terwijl het in
werking is!
Kookvlak inschakelen
Raak de sensortoets s aan.
^
Op de displays van alle kookzones verschijnt "0"enophet
timerdisplay verschijnt "00".
Stelt u niets in, dan wordt het kookvlak om veiligheidsredenen
na enkele seconden weer uitgeschakeld.
Kookzone activeren
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^
De "0" begint te knipperen.
Vermogensstand instellen
^ Raak het desbetreffende cijfer aan in de cijferreeks.
De ingestelde vermogensstand knippert gedurende enkele
seconden en brandt dan continu.
Bediening
Vermogensstand wijzigen
^
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
De vermogensstand op het display knippert.
^
Raak het desbetreffende cijfer aan in de cijferreeks.
Als er slechts één kookzone in gebruik is, kan de vermo
gensstand worden gewijzigd zonder dat u eerst de kookzo
ne hoeft te activeren.
-
-
25
Page 26
Bediening
PowerFlex-kookgebied
U kunt de PowerFlex-kookzones aan elkaar koppelen om één
PowerFlex-kookgebied te creëren.
De instellingen voor het kookgebied worden met de kookzone
achteraan bediend; op het display van de kookzone vooraan
wordt œ weergegeven.
Activeren/deactiveren
Raak de sensortoets y aan.
^
26
Page 27
Kookstartautomaat
Bediening
Activeren
Deactiveren
Als de kookstartautomaat geactiveerd is, wordt de desbetref
fende kookzone automatisch een bepaalde tijd op het hoog
ste vermogen verwarmd. Daarna wordt teruggeschakeld naar
de vermogensstand die u hebt ingesteld. Dit noemen we de
voortkookstand. De kookstarttijd hangt af van de ingestelde
voortkookstand (zie tabel).
Bij hoge voortkookstanden zijn slechts relatief korte
kookstarttijden vereist, omdat met deze instellingen meestal
leeg kookgerei wordt opgewarmd om te braden.
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^
Het display van de kookzone knippert.
^ Stel een voortkookstand in door in de cijferreeks het ge-
wenste cijfer zo lang aan te raken totdat een geluidssignaal
weerklinkt en op het kookzonedisplay een "A" verschijnt.
Na afloop van de kookstarttijd gaat "A" uit.
Wanneer u gedurende de kookstarttijd de voortkookstand
wijzigt, deactiveert u de kookstartautomaat.
U kunt de kookstartautomaat gedurende de kookstarttijd uit
schakelen.
-
-
-
^
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
Het display van de kookzone knippert.
^
Raak in de cijferreeks de ingestelde voortkookstand zo
lang aan totdat "A" uitgaat.
of:
^
Stel een andere vermogensstand in.
27
Page 28
Bediening
VoortkookstandKookstarttijd (duur)
in minuten en seconden (ca.)
10:15
20:15
30:25
40:50
52:00
65:50
72:50
82:50
9–
28
Page 29
Booster
Bediening
De kookzones hebben een booster met één stand of een
TwinBooster met twee standen (zie rubriek "Beschrijving van
het toestel").
Met de booster kan een hoger vermogen worden geleverd
om snel grote hoeveelheden te kunnen verwarmen (bijv.
grote hoeveelheden water voor het koken van pasta). Dat ho
gere vermogen is maximaal 15 minuten actief.
-
U kunt de booster maximaal voor twee kookzones tegelijk ge
bruiken.
Als u de booster inschakelt wanneer
er geen vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop van
–
de boostertijd of bij voortijdig uitschakelen automatisch
naar vermogensstand 9 teruggeschakeld.
– er wel een vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop
van de boostertijd of bij voortijdig uitschakelen automatisch naar de eerder ingestelde vermogensstand teruggeschakeld.
Neemt u tijdens de boostertijd het kookgerei weg, dan loopt
de boostertijd verder.
Er zijn telkens twee kookzones met elkaar verbonden (gekoppeld) om het vermogen voor de booster te kunnen leveren.
Gedurende de boostertijd wordt een deel van het vermogen
onttrokken aan de verbonden (gekoppelde) kookzone . Dat
heeft een van de volgende gevolgen:
- een kookstart wordt gedeactiveerd
- de vermogensstand wordt verlaagd
- de verbonden (gekoppelde) kookzone wordt uitgeschakeld.
-
29
Page 30
Bediening
Booster inschakelen
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^
Raak in de cijferreeks 2 keer "9" aan.
^
Op het kookzonedisplay wordt h weergegeven.
TwinBooster inschakelen
Stand 1
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^
Raak in de cijferreeks 2 keer "9" aan.
^
Op het kookzonedisplay wordt f weergegeven.
Stand 2
^ Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^ Raak in de cijferreeks 3 keer "9" aan.
Op het kookzonedisplay wordt h weergegeven.
Booster/TwinBooster uitschakelen
^ Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^ Stel een andere vermogensstand in.
30
Page 31
Warmhouden
Bediening
Alle kookzones zijn voorzien van een warmhoudstand, "h".
Deze bevindt zich tussen de vermogensstanden "0" en "1".
De warmhoudstand dient om warme gerechten vlak na de
bereiding warm te houden, níét om koud geworden ge
rechten opnieuw te verwarmen.
-
Wanneer u de warmhoudstand hebt ingesteld, blijft de kook
zone maximaal 2 uur ingeschakeld.
Warmhoudstand instellen
Raak het display van de desbetreffende kookzone aan.
^
Raak in de cijferreeks de ruimte aan tussen de vermogens
^
standen "0" en "1".
Op het kookzonedisplay wordt "h" weergegeven.
Tips
– Hou gerechten uitsluitend in het kookgerei (kookpot/pan)
warm. Dek het kookgerei af met een deksel.
– Tijdens het warmhouden moeten de gerechten niet worden
omgeroerd.
– Hou ermee rekening dat er voedingsstoffen verloren gaan
tijdens het bereiden van levensmiddelen en dat dit proces
wordt voortgezet tijdens het warmhouden. Hoe langer de
levensmiddelen worden warmgehouden, hoe meer voe
dingsstoffen er verloren gaan. Hou de warmhoudtijd zo
kort mogelijk.
-
-
-
31
Page 32
Bediening
Uitschakelen / aanduiding van resterende warmte
Kookzone uitschakelen
Raak het display van de desbetreffende kookzone 2 keer
^
aan.
Op het display knippert gedurende enkele seconden een "0".
Is de kookzone nog heet, dan wordt kort daarna via streepjes
de resterende warmte weergegeven.
Kookvlak uitschakelen
Raak de sensortoets s aan.
^
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. Op de displays van de
kookzones die nog te heet zijn om aan te raken, wordt de res
terende warmte via streepjes weergegeven.
Aanduiding van resterende warmte
De streepjes die de resterende warmte weergeven, verdwijnen één voor één naarmate de kookzones afkoelen. Het
laatste streepje verdwijnt pas zodra u de kookzones zonder
enig risico kunt aanraken.
-
32
Gevaar voor verbranding!
Raak de kookzones niet aan zolang de streepjes voor de
resterende warmte branden.
De streepjes voor de resterende warmte knipperen wan
neer een stroomonderbreking optreedt terwijl het toestel in
werking is of terwijl het toestel nog warm is.
-
Page 33
Tips om energie te besparen
Kook met een deksel op de kookpot of pan. Zo vermijdt u
–
dat er nodeloos warmte ontsnapt.
Zonder dekselMet deksel
Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine kookpot.
–
Voor het verwarmen van een kleine kookpot is minder
energie nodig dan voor het verwarmen van een grotere,
nauwelijks gevulde kookpot.
– Gebruik weinig water bij het bereiden.
– Stel na de kookstart of het aanbraden een lagere vermo-
gensstand in.
– Gebruik een snelkookpot/snelkookpan om de bereidings-
tijd te verkorten.
33
Page 34
Timer
Kookwekker
Instellen
Als u de timer wilt gebruiken, moet het kookvlak ingeschakeld
zijn.
U kunt de timer op twee manieren gebruiken:
als kookwekker
–
voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
–
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut (01) en 99 minuten
(99).
Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt "00"ophet
timerdisplay. Tegelijkertijd weerklinkt er enkele seconden
lang een geluidssignaal.
Voorbeeld: U wilt 15 minuten instellen.
^ Schakel het kookvlak in (als dat nog niet gebeurd is).
^ Raak het timerdisplay aan.
Wijzigen
Wissen
34
De rechternul en het controlelampje voor de kookwekker beginnen te knipperen. Eerst wordt het linkercijfer van de tijd ingesteld, vervolgens het rechtercijfer.
^ Raak in de cijferreeks het cijfer aan dat u wilt instellen als
linkercijfer (in dit voorbeeld 1).
Op het timerdisplay knippert nu rechts een "1".
^
Raak in de cijferreeks het cijfer aan dat u wilt instellen als
rechtercijfer (in dit voorbeeld 5).
De 1 verschuift naar links en rechts verschijnt "5".
Het aftellen van de kookwekkertijd begint.
Na afloop van de kookwekkertijd weerklinkt er een
geluidssignaal en op het display verschijnt "00".
^
Raak het timerdisplay aan.
^
Stel de gewenste tijd in zoals hierboven beschreven.
^
Raak het timerdisplay zo lang aan totdat "00" verschijnt.
Page 35
Kookzone automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch
moet worden uitgeschakeld.
De functie kan voor alle kookzones tegelijk worden gebruikt.
Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal
toegelaten gebruiksduur, wordt de kookzone na afloop van
de tijd van de veiligheidsuitschakeling (zie gelijknamige ru
briek) uitgeschakeld.
Stel voor de desbetreffende kookzone een vermogens
^
stand in.
Raak het timerdisplay zo vaak aan totdat op het
^
timerdisplay het controlelampje van de desbetreffende
kookzone knippert.
^ Stel de gewenste tijd in.
De ingestelde tijd wordt in stappen van een minuut afgeteld.
Op het timerdisplay ziet u de resterende tijd. U kunt deze op
elk moment wijzigen.
Timer
-
-
Als u ook een andere kookzone automatisch wilt laten uitschakelen, gaat u te werk zoals reeds beschreven.
Als meerdere uitschakeltijden geprogrammeerd zijn, wordt
de kortste resterende tijd weergegeven. Op het timerdisplay
knippert het controlelampje van de desbetreffende kookzone.
De andere controlelampjes branden continu. Wilt u de reste
rende tijden weergeven die op de achtergrond aflopen, raak
dan het timerdisplay zo vaak aan totdat het gewenste con
trolelampje knippert.
-
35
-
Page 36
Timer
Combinatiegebruik
U kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitscha
kelen" tegelijk gebruiken.
Ga als volgt te werk als u een of meer uitschakeltijden hebt
geprogrammeerd en ook de kookwekker wilt instellen:
Raak het timerdisplay zo vaak aan totdat de controlelamp
^
jes van de geprogrammeerde kookzones continu branden
en op het display de rechternul en het controlelampje voor
de kookwekker knipperen.
Stel de gewenste tijd in.
^
Ga als volgt te werk als u de kookwekker hebt ingesteld en
ook een of meer uitschakeltijden wilt programmeren:
^ Raak het timerdisplay zo vaak aan totdat op het
timerdisplay het controlelampje van de desbetreffende
kookzone knippert.
^ Stel de gewenste tijd in.
Kort na het invoeren van de laatste waarde schakelt het
timerdisplay over naar de weergave van de kortste resterende tijd.
Wilt u de resterende tijden weergeven die op de achtergrond
aflopen, raak dan het timerdisplay zo vaak aan totdat
- op het timerdisplay het controlelampje voor de desbetref
fende kookzone knippert
(automatisch uitschakelen).
- alleen het timerdisplay knippert (kookwekkertijd).
-
-
-
36
U kunt in wijzerzin de tijden voor alle ingeschakelde kookzo
nes en de kookwekkertijd weergeven, te beginnen vanaf de
kortste resterende tijd.
-
Page 37
Stop and Go
Extra functies
Uw toestel is uitgerust met een functie die bij het activeren er
van de vermogensstand van al de ingeschakelde kookzones
beperkt tot vermogensstand 1. Het aftellen van eventuele
tijden voor automatische uitschakeling, een kookstart en een
booster wordt onderbroken. Zodra u deze functie deactiveert,
loopt het aftellen verder. Een ingestelde kookwekkertijd loopt
zonder onderbreking verder.
De vermogensstanden van de kookzones en de instelling van
de timer kunnen niet worden gewijzigd. U kunt alleen het
kookvlak uitschakelen.
Bij het deactiveren van Stop and Go werken de kookzones
verder op de vermogensstand die u het laatst had ingesteld.
Als de functie niet wordt gedeactiveerd, wordt het kookvlak
na 1 uur uitgeschakeld.
Activeren/deactiveren
^ Raak de sensortoets aan.
Recall (opnieuw oproepen)
Wanneer het kookvlak per ongeluk werd uitgeschakeld terwijl
het in werking was, kunt u met deze functie alle instellingen
weer herstellen. Het kookvlak moet 6 seconden na het uitschakelen weer worden ingeschakeld.
-
^
Schakel het kookvlak weer in.
^
Raak direct (binnen de 6 seconden) na het inschakelen de
sensortoets aan.
37
Page 38
Veiligheidsvoorzieningen
Vergrendeling / inschakelblokkering
Om te vermijden dat iemand het kookvlak en de kookzones
per vergissing inschakelt of instellingen wijzigt, is uw toestel
uitgerust met een vergrendeling (inschakelblokkering).
De vergrendeling kan worden geactiveerd als het kookvlak
is ingeschakeld. Als de vergrendeling geactiveerd is, kan het
kookvlak alleen nog beperkt worden bediend:
De vermogensstanden van de kookzones en de instel
–
lingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
De kookzones, het kookvlak en de timer kunnen wel wor
–
den uitgeschakeld, maar daarna niet weer worden inge
schakeld.
De inschakelblokkering kan worden geactiveerd als het
kookvlak is uitgeschakeld. Als de inschakelblokkering geactiveerd is, kan het toestel niet worden ingeschakeld en kan de
timer niet worden bediend.
Als u een niet-toegelaten sensortoets aanraakt terwijl de vergrendeling of inschakelblokkering is geactiveerd, verschijnt
"LC" op het timerdisplay en weerklinkt er een geluidssignaal.
-
-
-
Activeren
Deactiveren
38
Hou ermee rekening dat de vergrendeling en de inschakelblokkering worden gedeactiveerd bij een stroomonder
breking.
^
Raak tegelijkertijd de sensortoetsen y en zo lang aan
totdat "LC" verschijnt op het timerdisplay.
^
Raak tegelijkertijd de sensortoetsen y en zo lang aan
totdat "LC" op het timerdisplay uitgaat.
-
Page 39
Veiligheidsuitschakeling
Als een kookzone te lang aanstaat
Blijft een kookzone ongewoon lang (zie tabel) op dezelfde
vermogensstand in werking, dan wordt die kookzone automa
tisch uitgeschakeld. De aanduiding van resterende warmte
wordt weergegeven.
Wilt u de kookzone opnieuw gebruiken, schakel deze dan op
de gebruikelijke manier weer in.
Vermogensstand*Maximale gebruiksduur in uren
110
25
35
44
53
62
72
82
91
Veiligheidsvoorzieningen
-
Als de sensortoetsen bedekt zijn
Het kookvlak wordt automatisch uitgeschakeld als een of
meer sensortoetsen langer dan ca. 10 seconden bedekt zijn,
bijv. als u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of als er
voorwerpen op liggen.
Op de kookzonedisplays knippert "ER03" en er weerklinkt
10 seconden lang een geluidssignaal.
^
Reinig het bedieningsveld of verwijder de voorwerpen.
"ER03" gaat uit. U kunt het kookvlak weer gebruiken.
39
Page 40
Veiligheidsvoorzieningen
Beveiliging tegen oververhitting
Alle inductiespoelen en koellichamen van de elektronische
besturing zijn voorzien van een beveiliging tegen oververhit
ting. Voordat de inductiespoelen of de koellichamen overver
hit raken, zorgt de beveiliging tegen oververhitting voor een
van de volgende reacties:
Een ingeschakelde booster wordt afgebroken.
–
De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
–
De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld.
–
Op het kookzonedisplay wordt "E2" weergegeven.
Zodra de foutmelding is verdwenen, kunt u de kookzone weer
gewoon gebruiken.
De beveiliging tegen oververhitting reageert wanneer
– er leeg kookgerei wordt verwarmd.
– er vet of olie op een hoge vermogensstand wordt ver-
warmd.
-
-
40
– de onderzijde van het toestel onvoldoende wordt geventi-
leerd.
– een hete kookzone na een stroomonderbreking weer wordt
ingeschakeld.
Als na het verhelpen van de oorzaken de beveiliging tegen
oververhitting opnieuw reageert, dient u contact op te nemen
met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Page 41
Reiniging en onderhoud
Gevaar voor verwonding!
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op on
derdelen die onder spanning staan en een kortsluiting ver
oorzaken.
Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit een stoom
reiniger.
-
-
-
Reinig het toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoe
len.
Wrijf het toestel na elke reiniging droog. Zo vermijdt u kalk
aanslag.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen
de volgende middelen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen:
– handafwasmiddel,
– reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder,
schuurmelk, poetsstenen,
–
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
afwasmiddelen voor de afwasautomaat,
–
grill- of ovensprays,
–
glasreinigers,
-
-
–
schurende harde borstels en sponsjes (bijv. schuurspons
jes), of gebruikte sponsjes die nog resten van een schuur
middel bevatten,
–
speciale "wondersponsen",
–
scherpe voorwerpen
(om te vermijden dat de dichtingen tussen de glaskera
miek en de rand of tussen de rand en het werkblad be
schadigd raken).
-
-
-
-
41
Page 42
Reiniging en onderhoud
Gebruik geen handafwasmiddel bij het reinigen. Als u rei
nigt met een handafwasmiddel, kunt u niet al het vuil en
alle resten verwijderen. Bovendien vormt er zich dan een
onzichtbare film, die ervoor zorgt dat er verkleuringen ont
staan op de glaskeramiek. U kunt deze verkleuringen niet
meer verwijderen.
Reinig het kookvlak regelmatig met een speciaal reini
gingsmiddel voor glaskeramiek.
Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek. Aange
koekt vuil schraapt u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig schoon met het speciale
reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal van
Miele (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren") of
een reinigingsmiddel voor keramische kookplaten dat in de
handel verkrijgbaar is. Gebruik daartoe wat keukenrolpapier
of een schone doek. Breng het reinigingsmiddel niet op een
warm kookvlak aan. Hierdoor kunnen er vlekken ontstaan.
Hou rekening met de aanwijzingen van de fabrikant van het
reinigingsmiddel.
Reinig het kookvlak daarna met een vochtige doek. Wrijf het
toestel vervolgens droog. Bij volgende bereidingen zouden
eventuele reinigingsmiddelresten zich inbranden en de glaskeramiek beschadigen. Zorg ervoor dat u alle resten verwijdert.
-
-
-
-
42
Vlekken door kalkresten, water en aluminiumresten
(metaalachtige, glinsterende vlekken) kunt u met het reini
gingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal verwijderen.
Gevaar voor verbranding!
Trek ovenwanten aan voordat u resten van suiker, kunst
stof of aluminiumfolie met een glaskrabber van het hete
kookvlak verwijdert.
Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kook
vlak terechtgekomen? Schakel het toestel uit. Verwijder de
resten onmiddellijk grondig met een glaskrabber, terwijl de
kookzone nog heet is.
Maak de kookzone verder schoon zodra ze afgekoeld is, zo
als eerder beschreven.
-
-
-
-
Page 43
Wat gedaan als ...?
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u
zelf oplossen. Het volgende overzicht kan u hierbij helpen.
Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele wanneer u er
niet in slaagt de oorzaak van een probleem te vinden of een probleem te ver
helpen.
Gevaar voor verwonding!
,
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken
kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor Miele niet
aansprakelijk kan worden gesteld. Open nooit zelf de behuizing van het toe
stel. Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen worden uit
gevoerd door vakmensen die door Miele erkend zijn.
ProbleemOorzaak en oplossing
-
-
-
Het kookvlak of de
kookzones kunnen
niet worden ingeschakeld.
De eerste keren dat
u het kookvlak ge
bruikt, komen er
geur en damp vrij.
-
De zekering is gesprongen.
^ Schakel de zekering in (min. zekering: zie typeplaatje).
Er kan sprake zijn van een technische storing.
^ Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van het elektriciteits-
net. Ga hiertoe als volgt te werk:
– schakel de desbetreffende zekering uit of draai de des-
betreffende smeltzekering volledig uit, of
– schakel de aardlekschakelaar (verliesstroomschakelaar)
uit.
^
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het toestel nog niet
gebruiken, neem dan contact op met een elektricien of
met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een spe
ciaal beschermlaagje. Wanneer het toestel voor het eerst
wordt gebruikt, komt er een geur vrij en ontstaat er eventu
eel damp. Ook door het materiaal van de inductiespoelen
komt er in de eerste gebruiksuren een geur vrij.
Bij het volgende gebruik is de geur al wat minder merk
baar. Uiteindelijk verdwijnt ze helemaal. De geur en de
eventuele damp zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
-
-
-
43
Page 44
Wat gedaan als ...?
ProbleemOorzaak en oplossing
Op het display van een kookzo
ne knipperen afwisselend het
symbool ß en de ingestelde ver
mogensstand of A.
Er bevindt zich geen kookgerei op de kookzo
ne of het kookgerei op de kookzone is niet ge
schikt.
Gebruik geschikt kookgerei (zie rubriek
^
"Kookgerei").
-
-
Wanneer het kookvlak wordt in
geschakeld, wordt enkele secon
den "LC" weergegeven op het
timerdisplay.
Wanneer het kookvlak wordt in
geschakeld, wordt enkele secon
den "dE" weergegeven op het
timerdisplay.
De kookzones worden niet warm.
Een kookzone wordt automatisch
uitgeschakeld.
De boosterstand wordt automatisch vroegtijdig afgebroken.De beveiliging tegen oververhitting heeft gere-
De kookzone werkt niet zoals u
gewend bent op de ingestelde
vermogensstand.
De vermogensstand 9 wordt au
tomatisch verlaagd wanneer u
voor de kookzone die verbonden
is met de desbetreffende kook
zone, ook de vermogensstand 9
instelt.
De kookstartautomaat is inge
schakeld maar de inhoud van
het kookgerei begint niet te ko
ken.
De inschakelblokkering is geactiveerd.
-
-
Deactiveer de inschakelblokkering (zie ru
^
briek "Vergrendeling / inschakelblokkering").
De demo-modus is ingesteld.
-
-
Raak tegelijkertijd de sensortoetsen "0" en
^
zo lang aan totdat op het timerdisplay "dE" uit
gaat.
De kookzone was te lang in werking.
^ Schakel de kookzone weer in (zie rubriek
"Veiligheidsuitschakeling").
ageerd.
^ Zie rubriek "Beveiliging tegen oververhitting".
-
Wanneer vermogensstand 9 gelijktijdig wordt
gebruikt voor kookzones die met elkaar zijn
verbonden, wordt het totale beschikbare ver
-
mogen overschreden.
^
Gebruik een andere kookzone.
-
Er worden grote hoeveelheden levensmiddelen
verwarmd.
-
^
Kook met de hoogste vermogensstand en
stel daarna handmatig een lagere vermo
gensstand in.
-
-
-
-
44
Het kookgerei geleidt de warmte slecht.
^
Gebruik ander kookgerei, dat de warmte be
ter geleidt.
-
Page 45
ProbleemOorzaak en oplossing
Wat gedaan als ...?
Na het uitschakelen van
het toestel is een
werkingsgeluid te horen.
Op een of meerdere dis
plays knipperen een of
meerdere streepjes voor
resterende warmte.
Op de kookzonedisplays knipperen E of ER
en cijfers.
De koelventilator blijft draaien totdat het toestel afge
koeld is, en schakelt dan automatisch uit.
Er is een stroomonderbreking opgetreden tijdens het
gebruik. Het kookvlak werd uitgeschakeld.
U kunt het kookvlak weer gebruiken.
^
Voor u de kookzones weer inschakelt, gaat u het
best na of het gerecht nog niet gaar genoeg is en of
de kwaliteit van de levensmiddelen niet in het ge
drang is gekomen door de stroomonderbreking.
De stroom is uitgevallen terwijl het toestel nog warm
was.
E2
De beveiliging tegen oververhitting heeft gereageerd.
^ Zodra de foutmelding is verdwenen, kunt u de kook-
zone weer gewoon gebruiken (zie rubriek "Beveiliging tegen oververhitting").
ER03
Een of meerdere sensortoetsen zijn bedekt, bijv. doordat uw hand erop ligt, een gerecht overkookt of er
voorwerpen op liggen.
^
Reinig het bedieningsveld of verwijder de voor
werpen (zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling").
-
-
-
Alle andere foutmeldingen
Er heeft zich een defect voorgedaan.
^
Schakel het toestel uit en neem contact op met de
dienst Herstellingen aan huis van Miele.
45
Page 46
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren dat
geschikt is voor uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan
reinigings- en onderhoudsproducten.
U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele
Online Shop:
U kunt deze producten ook verkrijgen via de Service After
Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Kook-/braadgerei
Miele biedt een uitgebreid gamma van kook- en braadgerei.
Dit is perfect afgestemd op de Miele-toestellen qua eigenschappen en afmetingen.
Gedetailleerde informatie over de afzonderlijke producten
vindt u op de website van Miele.
Kookpotten in verschillende formaten
Sauteerpan met deksel
Pan met een antiaanbaklaag
Wokpan
Braadpannen
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal 250 ml
Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en
aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken).
Microvezeldoek
Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil.
46
Page 47
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij de inbouw
Zorg ervoor dat de aansluitkabel
Het toestel mag enkel door een
erkende vakman of vakvrouw wor
den ingebouwd en enkel door een
vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van electriciteitsaansluitingen, worden aangesloten op
het elektriciteitsnet.
-
~
van het kookvlak na de inbouw niet kan
worden aangeraakt en niet mechanisch
wordt belast.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
Om schade aan het toestel te ver
mijden, mag u het pas inbouwen na
dat de wandkasten en de dampkap
gemonteerd zijn.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loskomen of vervormen.
Ook de wandafdichtstrips moeten hittebestendig zijn.
Het toestel mag niet worden ingebouwd
boven koeltoestellen, afwasautomaten,
wasautomaten en droogautomaten.
Dit kookvlak mag niet boven een
~
oven of fornuis zonder ventilator wor
den ingebouwd die voor de koeling van
het desbetreffende toestel dient.
-
-
-
-
47
Page 48
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstanden boven het toe
stel
Hou tussen het toestel en een dampkap
erboven de veiligheidsafstand aan die
door de fabrikant van de dampkap
wordt opgegeven.
Is er door de fabrikant van de dampkap
geen afstand vermeld of zijn er licht
ontvlambare materialen (bijv. een rekje)
boven het toestel geïnstalleerd, dan
dient de veiligheidsafstand minstens
760 mm te bedragen.
-
Wanneer onder een dampkap meer
dere toestellen ingebouwd zijn
waarvoor verschillende veiligheidsafstanden worden opgegeven, moet
u de grootste vereiste veiligheidsafstand in acht nemen.
-
48
Page 49
Veiligheidsafstand naast en achter
het toestel
Het toestel mag slechts aan één zijkant
(rechts of links) en aan de achterkant
grenzen aan meubels of wanden die
hoger zijn dan het toestel zelf (zie de
afbeeldingen).
Veiligheidsafstanden
a Achter het toestel: minstens mm tus
sen de uitsparing in het werkblad en
de achterkant van het werkblad.
b Rechts van het toestel: minstens
50 mm tussen de uitsparing in het
werkblad en een ernaast geplaatst
meubel (bijv. een hoge kast) of een
muur.
c Links van het toestel: minstens
50 mm tussen de uitsparing in het
werkblad en een ernaast geplaatst
meubel (bijv. een hoge kast) of een
muur.
-
Niet toegestaan!
Zeker aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
49
Page 50
Veiligheidsafstanden
Minimumafstand onder het toestel
Om een optimale ventilatie van het toe
stel te verzekeren, dient tussen de on
derkant van het toestel en een oven,
een tussenbodem of een lade een mini
male veiligheidsafstand in acht te wor
den genomen.
De minimale veiligheidsafstand tussen
de onderkant van het kookvlak en
de bovenkant van een oven moet
–
15 mm bedragen.
de bovenkant van een tussenbodem
–
moet 15 mm bedragen.
– de bodem van een lade moet 75 mm
bedragen.
-
-
Tussenbodem
Er hoeft geen tussenbodem onder het
kookvlak te worden ingebouwd, maar
dit mag.
Voor het installeren van de aansluitka
bel is achteraan een spleet van 10 mm
vereist.
Voor optimale ventilatie bevelen wij een
spleet van 20 mm aan.
-
50
Page 51
Veiligheidsafstanden
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als de nis bekleed is, moet een minimumafstand in acht worden genomen tussen
de uitsparing in het werkblad en de bekleding. Hoge temperaturen kunnen im
mers het bekledingsmateriaal vervormen of beschadigen.
-
Als de bekleding vervaardigd is uit brandbaar materiaal (bijv. hout) moet de af
stand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste
50 mm bedragen.
Als de bekleding vervaardigd is uit niet-brandbaar materiaal (bijv. metaal, na
tuursteen of keramische tegels) moet de afstand e tussen de uitsparing in het
werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm min de dikte van de bekleding be
dragen. Voorbeeld: de dikte van de nisbekleding bedraagt 15 mm
50 mm - 15 mm = minimumafstand van 35 mm
Kookvlakken zonder rand voor
vlakke inbouwKookvlakken met rand/facetrand
-
-
-
a Wand
b Nisbekleding
Afstand x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
d Minimumafstand
bij brandbaar materiaal: 50 mm
bij niet-brandbaar materiaal: 50 mm - afstand x
51
Page 52
Inbouwafmetingen
KM 6324
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje voor aansluiting op het
elektriciteitsnet
De aansluitkabel (L=1440 mm) voor
aansluiting op het elektriciteitsnet is
los bijgeleverd.
d Getrapte frezing
52
Bij inbouw in een werkblad uit na
tuursteen moet u voor de afmetingen
van de uitsparing in het werkblad in
elk geval de detailtekeningen in acht
nemen.
-
Page 53
KM 6345
(geschikt voor inbouw in glazen werkbladen)
Inbouwafmetingen
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje voor aansluiting op het
elektriciteitsnet
De aansluitkabel (L=1440 mm) voor
aansluiting op het elektriciteitsnet is
los bijgeleverd.
d Getrapte frezing
Bij inbouw in een werkblad uit na
tuursteen moet u voor de afmetingen
van de uitsparing in het werkblad in
elk geval de detailtekeningen in acht
nemen.
-
53
Page 54
Inbouwafmetingen
KM 6349
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Aansluitkastje voor aansluiting op het
elektriciteitsnet
De aansluitkabel (L=1440 mm) voor
aansluiting op het elektriciteitsnet is
los bijgeleverd.
d Getrapte frezing
54
Bij inbouw in een werkblad uit na
tuursteen moet u voor de afmetingen
van de uitsparing in het werkblad in
elk geval de detailtekeningen in acht
nemen.
-
Page 55
Een kookvlak zonder rand voor vlak
ke inbouw is enkel geschikt voor in
bouw in natuursteen (graniet, mar
mer), massief hout en betegelde
werkbladen.
Sommige kookvlakken zijn ook ge
schikt voor inbouw in glazen werk
bladen. Als dat het geval, staat dit
vermeld bij het kookvlak in de ru
briek "Inbouwafmetingen".
Bij werkbladen van andere materia
len vraagt u de fabrikant of het werk
blad geschikt is voor vlakke inbouw
van een kookvlak zonder rand.
De breedtedagmaat van de onderkast moet minstens zo breed zijn als
de binnenste werkbladuitsparing
(zie rubriek "Inbouwafmetingen"), zodat het kookvlak na de inbouw vrij
toegankelijk is langs onderen en de
onderkast kan worden weggenomen
voor onderhoudsdoeleinden.
Als het kookvlak niet vrij toegankelijk
is langs onderen, moet het voeg
dichtingsmiddel worden verwijderd
om het kookvlak te kunnen verwij
deren voor onderhoudsdoeleinden.
-
-
-
-
-
-
-
-
Het kookvlak wordt
-
-
rechtstreeks in een correct
–
uitgefreesd werkblad van natuur
steen geplaatst.
in de uitsparing in massief houten,
–
betegelde en glazen werkbladen met
houten lijsten bevestigd. Deze lijsten
worden niet bij het toestel meegele
verd.
Inbouw
-
-
55
Page 56
Inbouw
Werkblad uit natuursteen
De uitsparing in het werkblad aan
brengen
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
Omdat voor de glaskeramiekplaat en
de uitsparing in het werkblad een zekere tolerantie geldt, kan de voegbreedte c variëren (minimaal 1 mm).
^ Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de afbeeldingen.
Neem de veiligheidsafstanden (zie
rubriek "Veiligheidsafstanden") in
acht.
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe
stel
De aansluitkabel mag enkel door
een vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen, worden
aangesloten op het toestel.
Sluit de aansluitkabel zoals op het
^
aansluitschema aan op het toestel
(zie rubriek "Elektrische aansluiting >
Aansluitschema").
Gebruik uitsluitend een siliconenkit
voor het afdichten van voegen die
geschikt is voor natuursteen en volg
de instructies van de fabrikant van
de kit.
-
56
Page 57
Inbouw
Werkblad uit massief hout / be
tegeld werkblad / glazen werk
blad
De uitsparing in het werkblad aan
brengen
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
d Houten lijsten 13 mm
(niet meegeleverd)
Omdat voor de glaskeramiekplaat en
de uitsparing in het werkblad een ze
kere tolerantie geldt, kan de voeg
breedte c variëren (minimaal 1 mm).
^
Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de afbeeldingen.
Neem de veiligheidsafstanden (zie
rubriek "Veiligheidsafstanden") in
acht.
^
Bevestig de houten lijsten d 7mm
onder de bovenkant van het werk
blad (zie afbeelding).
-
-
-
Aansluitkabel aansluiten op het toe
-
stel
-
De aansluitkabel mag enkel door
een vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen, worden
aangesloten op het toestel.
Sluit de aansluitkabel zoals op het
^
aansluitschema aan op het toestel
(zie rubriek "Elektrische aansluiting >
Aansluitschema").
Hou rekening met de opmerkingen
van de fabrikant van de siliconenkit
voor het afdichten van voegen.
Gebruik bij tegels van natuursteen
uitsluitend een siliconenkit voor het
afdichten van voegen die geschikt is
voor natuursteen.
-
57
Page 58
Elektrische aansluiting
Het toestel mag uitsluitend door een
vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden aangesloten
op het elektriciteitsnet. Hij of zij kent
de voorschriften die van toepassing
zijn en houdt zich daar strikt aan.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor rechtstreekse of
onrechtstreekse schade als gevolg
van een ondeskundig uitgevoerde
installatie of ondeskundig uitge
voerde onderhoudswerken of her
stellingen.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Er bestaat in dat geval onder andere
gevaar voor elektrische schokken.
Na inbouw moet worden gewaarborgd dat onder spanning staande
delen niet kunnen worden aange
raakt!
-
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
Aansluiting en zekering
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje.
Deze gegevens moeten overeenstem
men met de gegevens van het elektrici
teitsnet.
Elektrische aansluiting:
-
-
AC230V/50Hz
Zie het aansluitschema voor de aansluitmogelijkheden.
Verliesstroomschakelaar
Om extra veiligheid te kunnen garanderen, wordt in de EU-voorschriften en
richtlijnen voor België geadviseerd de
elektrische installatie van een verliesstroomschakelaar (30 mA) te voorzien.
-
-
58
Page 59
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het toestel moet via een schakelaar
met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld.Decontactopening in uitgeschakelde toe
stand moet ten minste 3mmbedragen!
Geschikte schakelaars zijn
overbelastings- en verliesstroomscha
kelaars.
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van
het elektriciteitsnet dient te worden los
gekoppeld, gaat u afhankelijk van de
installatie als volgt te werk:
– Smeltzekeringen
Neem de inzetstukken helemaal
uit de schroefkappen.of:
– Automaat met schroefzekeringen
Druk op de testknop (rood) tot de
middelste knop (zwart) uitspringt.of:
– Inbouwzekeringsautomaat
(stroomonderbreker, min.
type B of C!):
Zet de tuimelschakelaar van
1 (aan) op 0 (uit).of:
–
Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar)
Zet de hoofdschakelaar van
1 (aan) op 0 (uit) of druk op de
testtoets.
-
-
Aansluitkabel
Het toestel moet overeenkomstig het
aansluitschema worden aangesloten
door middel van een aansluitkabel van
-
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) die
een geschikte diameter heeft.
Zie het aansluitschema voor de aan
sluitmogelijkheden.
De toegestane aansluitspanning en bij
horende waarden voor uw toestel vindt
u op het typeplaatje.
-
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel beschadigd is,
moet deze worden vervangen door een
speciale aansluitkabel van het type
H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is
verkrijgbaar bij Miele of via de Service
After Sales.
De aansluitkabel mag uitsluitend door
een vakman of vakvrouw die op de
hoogte is van elektriciteitsaansluitingen,
worden vervangen. Hij of zij is op de
hoogte van de nationale voorschriften
en de voorschriften van de plaatselijke
elektriciteitsmaatschappij, en hij of zij
neemt ze zorgvuldig in acht.
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje.
-
-
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha
keld.
De aarddraad moet bevestigd wor
-
den aan de aansluiting met het sym
bool -.
-
-
59
Page 60
Elektrische aansluiting
Aansluitschema
ab
L1
acdNe
L1
cde
L2L3N
200-240 V~
200-240 V~
200-240 V~
b
L2
200-240 V~
200-240 V~
aL1bcdNe
200-240 V~
-
-
(L3)
-
(L2)
60
Page 61
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie
Neem bij storingen of problemen die u niet zelf kunt verhelpen, contact op met:
uw Miele-handelaar of
–
de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
–
Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u op
de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele, geef dan al
tijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het meegeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen
stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar. Meer informatie vindt u in de meegele
verde garantievoorwaarden.
-
-
-
61
Page 62
62
Page 63
63
Page 64
KM 6324; KM 6345; KM 6349
M.-Nr. 09 703 730 / 01nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.