Miele KM 6112, KM 6113, KM 6115, KM 6116, KM 6117 Operating instructions [nl]

...
Gebruiks- en montagehandleiding Keramische inductiekookplaat
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 07 806 110
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 15
Overzicht .............................................................................................................. 16
Kookplaat .............................................................................................................. 16
KM 6113 ........................................................................................................... 16
KM 6112 / KM 6115 / KM 6116........................................................................ 17
KM 6117 ........................................................................................................... 18
KM 6118 ........................................................................................................... 19
Bedieningselementen/displays.............................................................................. 20
Kookzones............................................................................................................. 22
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen .................................................... 24
Kookplaat voor de eerste keer reinigen................................................................. 24
Kookplaat voor de eerste keer in gebruik nemen.................................................. 24
Inductie................................................................................................................. 25
Werking ................................................................................................................. 25
Geluiden ................................................................................................................ 26
De juiste pannen.................................................................................................... 27
Tips om energie te besparen ............................................................................. 28
Vermogensstand.................................................................................................. 29
Bediening .............................................................................................................30
Bedieningsprincipe................................................................................................ 30
Inschakelen ........................................................................................................... 31
Vermogensstand instellen/wijzigen ....................................................................... 31
Uitschakelen.......................................................................................................... 31
Restwarmte-indicator............................................................................................ 31
Aankookautomaat ................................................................................................. 32
Booster.................................................................................................................. 33
Warmhouden......................................................................................................... 35
Timer..................................................................................................................... 36
Kookwekker........................................................................................................... 36
Kookzone automatisch uitschakelen..................................................................... 37
Timerfuncties tegelijk gebruiken............................................................................ 38
Beveiligingen........................................................................................................ 39
Inschakelblokkering / vergrendeling...................................................................... 39
Powermanagement ............................................................................................... 40
Automatische uitschakeling .................................................................................. 40
2
Inhoud
Oververhittingsbeveiliging ..................................................................................... 41
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 42
Programmering.................................................................................................... 44
Reset ..................................................................................................................... 47
Nuttige tips........................................................................................................... 48
Bij te bestellen accessoires................................................................................ 52
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen ......................................................... 53
Veiligheidsafstanden........................................................................................... 54
Aanwijzingen voor het inbouwen....................................................................... 58
Inbouwmaten ....................................................................................................... 59
KM 6112 ................................................................................................................ 59
KM 6113 ................................................................................................................ 60
KM 6115 ................................................................................................................ 61
KM 6116 ................................................................................................................ 62
KM 6117 ................................................................................................................ 63
KM 6118 ................................................................................................................ 64
Inbouwen.............................................................................................................. 65
Elektrische aansluiting........................................................................................ 66
Klantendienst.......................................................................................................69
Contact bij storingen ............................................................................................. 69
Typeplaatje: ........................................................................................................... 69
Garantie................................................................................................................. 69
Productgegevensbladen..................................................................................... 70
3

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding daarom aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig­heid, gebruik en onderhoud. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet in acht zijn genomen.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Verantwoord gebruik

Deze kookplaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt.Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke context voor
het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de kookplaaat niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen deze alleen onder toe­zicht gebruiken. Deze personen mogen de kookplaat alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze deze veilig moeten bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Kinderen in het huishouden

Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de kookplaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze deze veilig moeten bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
kookplaat bevinden. Laat ze nooit met de kookplaat spelen.
De kookplaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand, totdat de kookplaat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandings­gevaar meer bestaat.
Verbrandingsgevaar.
Bewaar in de opbergruimte boven of onder de kookplaat geen voor­werpen die voor kinderen interessant zijn. Dat kan kinderen ertoe brengen op het toestel te klimmen.
Verbrandingsgevaar.
Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het toestel kunnen trekken en zich zo kunnen branden.
Verstikkingsgevaar.
Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal wik­kelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen de kookplaat
niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In­stallatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.
Schade aan de kookplaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de kookplaat op zichtbare schade. Gebruik nooit een be­schadigde kookplaat.
De kookplaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als hij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van de kookplaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen­komen, om beschadiging van de kookplaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stekkerdozen of verlengsnoeren bieden niet voldoende veiligheid
(brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van de kook­plaat op het elektriciteitsnet.
Gebruik de kookplaat alleen als deze is ingebouwd, zodat de vei-
ligheid gewaarborgd is.
Deze kookplaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek-
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de kookplaat leiden. Open nooit de behuizing van de kookplaat.
Het recht op garantie vervalt wanneer de kookplaat door een
technicus wordt gerepareerd die niet door Miele is geautoriseerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga­randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe schakel-
klok of een systeem voor besturing op afstand.
De kookplaat moet door een elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten (zie hoofdstuk “Elektrische aansluiting”).
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri-
cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel (zie hoofd­stuk “Elektrische aansluiting”).
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de
kookplaat volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Ga daarvoor als volgt te werk:
– schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
– draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of
– als de stekker (indien aanwezig) uit het stopcontact is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Gevaar voor elektrische schok.
Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken, scheuren en barsten in de keramische plaat of schakel de kookplaat meteen uit. Haal de elektrische spanning van de kookplaat. Neem contact op met Miele.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als de kookplaat achter een meubelfront (bijv. een deur) is inge-
bouwd, sluit deze dan nooit wanneer u de kookplaat gebruikt. Achter een gesloten deur hopen warmte en vocht zich op. Daardoor kunnen de kookplaat, de ombouwkast en de vloer beschadigd worden. Sluit een meubeldeur pas wanneer de restwarmte-indicatie uit is.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Veilig gebruik

De kookplaat wordt heet als deze in gebruik is en dat blijft hij ook
nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra het lampje voor de res­terende warmte is uitgegaan, is het verbrandingsgevaar geweken.
Olie en vet kunnen bij oververhitting gaan branden. Laat de kook-
plaat bij werkzaamheden met olie en vet niet zonder toezicht achter. Blus branden met olie en vet nooit met water. Schakel de kookplaat uit en verstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusde­ken.
Houd voortdurend toezicht op de kookplaat tijdens het gebruik.
Houd voortdurend toezicht bij korte kook- en braadprocessen.
Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
vliegen. Flambeer nooit onder een dampkap.
Als spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of brandbaar mate-
riaal warm worden, kunnen ze gaan branden. Bewaar daarom mak­kelijk ontvlambare voorwerpen nooit in laden direct onder de kook­plaat. Eventueel aanwezige bestekbakken moeten van hittebestendig materiaal zijn.
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op-
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de kookplaat niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblik­ken.
Wanneer de kookplaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat het
materiaal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u de kookplaat per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van een bereiding. Dek de kookplaat nooit af met bijv. afdekplaten, een doek of een beschermfolie.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als de kookplaat ingeschakeld is, als u deze per ongeluk inscha-
kelt of als hij nog warm is van het koken, bestaat het risico dat meta­len voorwerpen die op de kookplaat liggen warm worden. Ander ma­teriaal kan smelten of vlam vatten. Vochtige pannendeksels kunnen zich vastzuigen. Gebruik de kookplaat niet als legplank. Schakel de kookzones na gebruikt uit!
U kunt zich aan de hete kookplaat branden. Gebruik daarom altijd
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete toestel werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom verbran­dingen veroorzaken.
Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
van de kookplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact ko­men met de hete kookplaat. De isolatie van de kabel zou beschadigd kunnen raken.
Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen
krassen veroorzaken, als ze onder de pan komen. Zorg dat de kera­mische glasplaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kook­gerei op de kookplaat plaatst.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
licht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroor­zaken.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de
elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sen­sortoetsen en de displays.
Als suiker, suikerhoudende spijzen, kunststof of aluminiumfolie op
de hete kookplaat belanden en smelten, beschadigen deze bij het af­koelen de keramische glasplaat. Schakel het toestel onmiddellijk uit en schraap de stof met een kookplaatkrabber meteen grondig van de kookplaat. Trek hierbij ovenwanten aan. Reinig de keramische glasplaat na met een reinigingsmiddel voor keramisch glas zodra de glasplaat is afgekoeld.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat beschadigd
raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat!
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem
kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
Til pannen op als u ze wilt verplaatsen. U voorkomt zo vlekken
door wrijving en krassen.
Vanwege de snelle reactietijd kan de temperatuur in zeer korte tijd
de zelfontbrandingstemperatuur van olie en vet bereiken. Houd voortdurend toezicht op de kookplaat tijdens het gebruik.
Verhit vetten en olie maximaal 1 minuut en gebruik daarvoor nooit
de booster.
Alleen voor personen met een pacemaker: In de directe omgeving
van de ingeschakelde kookplaat ontstaat een elektromagnetisch veld. Het is niet waarschijnlijk dat dit veld de werking van de pace­maker nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel contact op met de fabri­kant van de pacemaker of met uw arts.
Het elektromagnetische veld van het ingeschakelde kookvlak kan
de werking van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden. Er mogen zich geen kredietkaarten, opslagmedia, zakrekenmachines enz. in de onmiddellijke omgeving van het ingeschakelde kookvlak bevinden.
Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden
bewaard, kunnen heet worden als u de kookplaat lang en intensief gebruikt. Bewaar daarom geen metalen voorwerpen in een lade die zich direct onder de kookplaat bevindt.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De kookplaat is voorzien van een koelventilator. Als zich onder de
ingebouwde kookplaat een lade bevindt, moet er voldoende afstand tussen de inhoud van de lade en de onderkant van de kookplaat zijn, zodat de toevoer van koellucht voor de kookplaat is gewaarborgd. Bewaar geen scherpe en kleine voorwerpen of papier in de lade. De­ze voorwerpen kunnen via de ventilatieopeningen in de behuizing te­rechtkomen of aangezogen worden en zo de koelventilator bescha­digen of de koeling negatief beïnvloeden.
Plaats nooit 2 pannen tegelijk op een kook-, braadzone of Po-
werFlex-kookvlak.
Als de pan slechts gedeeltelijk op de kook- of braadzone staat,
kunnen de handgrepen eventueel heel heet worden. Plaats de pan altijd in het midden van de kook- of braadzone.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.
Schakel de kookplaat niet in als deze boven een pyrolyse-oven of
-fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de over­verhittingsbeveiliging van de kookplaat zou kunnen reageren (zie de betreffende hoofdstuk).
14

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
15

Overzicht

Kookplaat

KM 6113

a
Kookzone met TwinBooster
b
Kookzone met booster
c
Kookzone met booster
d
Bedieningselementen/displays
16

KM 6112 / KM 6115 / KM 6116

Overzicht
a
Kookzone met TwinBooster
b
Kookzone met booster
c
Kookzone met booster
d
Kookzone met booster
e
Bedieningselementen/displays
17
Overzicht

KM 6117

a
Kookzone met TwinBooster
b
Kookzone met booster
c
Kookzone met TwinBooster
d
Kookzone met booster
e
Bedieningselementen/displays
18

KM 6118

Overzicht
a
Kookzone met TwinBooster
b
Kookzone met booster
c
Kookzone met booster
d
Kookzone met booster
e
Bedieningselementen/displays
19
Overzicht
8
88.
8
g
b
c
f
a
d
e
88
l
i
h
j k

Bedieningselementen/displays

Sensortoetsen
a
Kookplaat in-/uitschakelen
b
Instellen
- Vermogensstand instellen
- Tijden voor timer instellen Inschakelblokkering/vergrendeling activeren/deactiveren
c
Booster- / TwinBooster-functie in-/uitschakelen
d
Kookzone kiezen
e
Timer
- In-/uitschakelen
- Wisselen tussen de timerfuncties
- Selectie van een kookzone (zie hoofdstuk “Kookzone automatisch uitscha­kelen”)
Controlelampjes
f
Booster/TwinBooster ingeschakeld
h
Aankookautomaat of weergave extra vermogensstanden (zie “Programmering”)
j
Kookzonetoewijzing, bijvoorbeeld kookzone rechts achter
k
20
Kookwekker
Overzicht
l
Halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minuten
g
Kookzonedisplay
Kookzone gebruiksklaar
Warmhoudstand
tot Vermogensstand
Stand 1 TwinBooster
Booster/stand 2 TwinBooster
Ontbrekende of ongeschikte pannen (zie hoofdstuk “Inductie”)
Restwarmte
Aankookautomaat
 Inschakelblokkering/vergrendeling geactiveerd
 Demomodus geactiveerd
Fout (zie “Automatische uitschakeling”)
i
Timerdisplay
 tot  Tijd in minuten
. tot . Tijd in uren
21
Overzicht

Kookzones

Kookzone KM 6113
Øin cm* Vermogen in Watt bij 230 V**
18–28 Normaal
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
14–20 Normaal
Booster
10–16 Normaal
Booster
2600 3000 3700
1850 3000
1400 2200
Totaal 7400
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiameter ge­bruiken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het materiaal van de gebruikte pannen.
Kookzone KM 6112 / KM 6115 / KM 6116 / KM 6118
Øin cm* Vermogen in Watt bij 230 V**
16–23 Normaal
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
10–16 Normaal
Booster
14–20 Normaal
Booster
2300 3000 3700
1400 2200
1850 3000
14–20 Normaal
Booster
1850 3000
Totaal 7400
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiameter ge­bruiken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het materiaal van de gebruikte pannen.
22
Kookzone KM 6117
Øin cm* Vermogen in Watt bij 230 V**
Overzicht
16–23 Normaal
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
10–16 Normaal
Booster
14–20 Normaal
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
20x30 Normaal
TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2
14–20 Normaal
Booster
2300 3000 3700
1400 2200
1850 2500 3000
2300 3000 3700
1850 3000
Totaal 7400
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiameter ge­bruiken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het materiaal van de gebruikte pannen.
23
Loading...
+ 53 hidden pages