Keramische kookvlakken
KM 5837 / 5838 / 5845
KM 5851 / 5853 / 5854 / 5856
KM 5857 / 5864
Lees absoluut de gebruiksen montageaanwijzing voor
u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u vermijdt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 581 190
2
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Technische Dienst van Miele, typeplaatje .............................85
4
Modellen
KM 5837 / KM 5838
Beschrijving van het toestel
a Kookzone met 3 diameters
b Kookzone met 1 diameter
cKookzone met 1 diameter, die met
b kan worden gecombineerd tot braadplus-zone
dBedieningsveld
5
Beschrijving van het toestel
KM 5845
aKookzone met 2 diameters
bd Kookzones met 1 diameter
cBraadzone
fBedieningsveld
6
KM 5851 / KM 5853 / KM 5854 / KM 5857
Beschrijving van het toestel
ac Kookzones met 2 diameters
bd Kookzones met 1 diameter
eKookzone met 1 diameter, die met
d kan worden gecombineerd tot braadplus-zone
fBedieningsveld
7
Beschrijving van het toestel
KM 5856
ac Kookzones met 2 diameters
bd Kookzones met 1 diameter
eKookzone met 1 diameter, die met
d kan worden gecombineerd tot braadplus-zone
fBedieningsveld
8
KM 5864
Beschrijving van het toestel
ab Kookzones met 1 diameter
bKookzone met 2 diameters
cKookzone met 3 diameters
eKookzone met 1 diameter, die met
d kan worden gecombineerd tot braadplus-zone
fBedieningsveld
9
Beschrijving van het toestel
h
h
Bedieningsveld
m
k
h
b
l
b
b
l
b
88
0
12
0
12
0
0123456789 0123456789 0123456789
01234567890123456789
12
3
5
3
4
6
4
5
6
8
7
8
7
5
3
9
9
c
4
a
0
i
6
12
0
8
7
12
9
5
3
3
6
4
5
4
8
7
6
8
7
e
88
j
f
g
e
9
b
d
9
b
d
b
b
10
a
h
kjm
g
c
i
f
Beschrijving van het toestel
Sensortoetsen
a Kookvlak in-/uitschakelen
b Vermogensstand instellen
c Kookvlak vergrendelen
d Kookzone uitbreiden (extra verwarmingskring inschakelen)
e - Tijd instellen
- Vermogensstand instellen voor de kookzone midden achteraan, indien aanwe
zig
f Stop and Go
g - Timer selecteren
- Van timerfunctie veranderen
- Een uitschakeltijd selecteren (zie rubriek "Kookzone automatisch uitschakelen")
h Timer in stappen van een half uur instellen
Controlelampjes
i Vergrendeling
j Controlelampje van de kookzone, bijv. controlelampje rechtsboven = kookzone
rechts achteraan
-
k Controlelampje dat halve uren aangeeft wanneer u een kookwekkertijd van
meer dan 99 minuten instelt
l Weergave van de resterende warmte
m Timerdisplay
00 tot 99 = Tijd in minuten
0.^ tot 9^ = Tijd in uren
PS= Programmering (zie gelijknamige rubriek)
11
Beschrijving van het toestel
Kookzonegegevens
KookzoneKM 5837 / KM 5838
C in cmVermogen in Watt bij 230 V
f14,5 / 21,0 / 27,01050 / 2050 / 3200
x18,01800
z18,01800
z + x18,0 x 41,04000
Totaal: 7200
KookzoneKM 5845
C in cmVermogen in Watt bij 230 V
y12,0 / 21,0750 / 2200
w14,51200
x17,0 / 17,0 x 29,01500 / 2600
z18,01800
Totaal: 7800
KookzoneKM 5851 / KM 5856KM 5853 / 5854 / 5857
C in cmVermogen in
Watt bij 230 V
y10,0 / 18,0600 / 180012,0 / 21,0750 / 2200
w14,5120014,51200
b12,0 / 21,0750 / 220014,5 / 23,01500 / 3200
x18,0180018,01800
z18,0180018,01800
z + x18,0 x 41,0400018,0 x 41,03900
Totaal: 9200Totaal: 10500
12
C in cmVermogen in
Watt bij 230 V
Beschrijving van het toestel
KookzoneKM 5864
C in cmVermogen in Watt bij 230 V
y14,51200
w12,0 / 21,0750 / 2200
b14,5 / 21,0 / 27,01050 / 2050 / 3200
x18,01800
z18,01800
z + x18,0 x 41,03900
Totaal: 10500
Speciale uitvoering
Kookvlakken met het symbool < in de linkerbovenhoek zijn zo ontworpen dat er
een communicatiemodule kan worden ingebouwd voor het Miele|home-systeem
(zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren").
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit kookvlak voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Lees de gebruiks- en montageaan
wijzing daarom aandachtig door
voordat u het kookvlak in gebruik
neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen
omtrent uw veiligheid, de installatie,
het gebruik en het onderhoud van
uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt schade aan het toestel.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
-
Dit kookvlak is bedoeld voor gebruik
~
in het huishouden en gelijkaardige om
gevingen zoals
in winkels, kantoren en
–
gelijkaardige werkomgevingen,
op boerderijen
–
door klanten in hotels, motels,
–
bed-and-breakfasts en andere
typische woonomgevingen. Gebruik
het kookvlak uitsluitend in huishoude
lijke context voor het bereiden en
warmhouden van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is
~
niet toegelaten. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan
wat hier wordt vermeld of door foutieve
bediening.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om dit kookvlak
veilig te bedienen, mogen dit kookvlak
alleen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
-
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Maak gebruik van de vergrendeling
~
om te vermijden dat kinderen het kook
vlak onverhoeds inschakelen of instel
lingen wijzigen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
kookvlak komen in het oog. Laat kin
deren nooit met het toestel spelen.
Kinderen mogen het kookvlak alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bedie
ning ervan zo uitgelegd is dat ze het
veilig kunnen bedienen. Kinderen moe
ten de eventuele risico's van een foutie
ve bediening kunnen beseffen.
Het kookvlak wordt heet wanneer
~
het in gebruik is en dat blijft het ook
nog enige tijd na het uitschakelen. Hou
kinderen van het toestel weg totdat het
is afgekoeld en er geen gevaar meer
bestaat dat ze er zich aan verbranden.
Bewaar geen voorwerpen die voor
~
kinderen interessant zijn boven of achter het toestel. Anders worden kinderen
ertoe verleid op het toestel te klauteren.
Er is gevaar voor verbranding!
-
-
Zorg ervoor dat kinderen geen heet
~
kookgerei omlaag kunnen trekken.
Draai de handvaten van de kookpotten
en pannen over het werkblad. Hierdoor
voorkomt u dat iemand zich verbrandt.
In de handel vindt u een speciaal
beveiligingshekje waardoor dit risico
wordt beperkt.
Delen van de verpakking, bijv. folie
~
of piepschuim, kunnen voor kinderen
-
gevaar inhouden. Kinderen kunnen
verstikken! Bewaar deze delen van de
-
verpakking buiten hun bereik en verwij
-
der de verpakking ook zo vlug mogelijk.
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het kookvlak
~
wordt geplaatst, of het aan de buiten
kant zichtbaar beschadigd is. Is dat het
geval, neem het dan in geen geval in
gebruik. Een beschadigd toestel kan
uw veiligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van het
~
kookvlak is alleen gewaarborgd als het
wordt aangesloten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd aardsys
teem. Het is belangrijk dat u dit con
troleert.
Laat de elektrische installatie in uw wo
ning bij twijfel door een elektricien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die
werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak (bijv. elektrische schokken).
Vergelijk zeker eerst de aansluitge-
~
gevens (spanning en frequentie) op het
typeplaatje met die van uw elektrische
installatie. Sluit daarna pas uw kookvlak
aan.
Deze gegevens dienen absoluut over
een te stemmen. Anders treedt er scha
de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw elektricien.
Gebruik uw kookvlak enkel in inge
~
bouwde toestand. Enkel dan is een vei
lige werking gewaarborgd.
-
-
-
-
-
Open in geen geval de ommanteling
~
van het kookvlak.
Wanneer u aansluitingen onder span
ning aanraakt of de elektrische en me
chanische constructie wijzigt, kan dat
voor u gevaar opleveren. Het kan ook
tot storingen in de werking van het
kookvlak leiden.
Installatiewerken, onderhouds
~
werken en reparaties mogen alleen
worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de ge-
bruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet het toestel van
het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn.
Het toestel is pas stroomloos als aan
een van deze voorwaarden is voldaan:
– De zekeringen in uw zekeringkast
zijn uitgeschakeld.
–
De schroefzekeringen in uw
zekeringkast zijn helemaal uitge
draaid.
–
De stekker is uit het stopcontact ge
trokken.
Trek bij toestellen met stekker niet
aan de kabel maar aan de stekker
om het toestel los te koppelen van
het elektriciteitsnet.
-
-
-
-
-
16
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als het kookvlak is uitgerust met een
~
communicatiemodule, moeten zowel
het kookvlak als de communicatiemo
dule van het elektriciteitsnet losgekop
peld zijn tijdens installatie-,
onderhouds- en herstellingswerken.
Laat u het kookvlak tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat
enkel gebeuren door een technicus die
door de fabrikant erkend is. Anders is
er bij schade achteraf geen aanspraak
meer op garantie.
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de
eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als de aansluitkabel beschadigd is
~
moet een elektricien de kabel
vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F
(PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijgbaar bij de fabrikant of de Service After
Sales van Miele.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of
verlengkabels om het kookvlak aan te
sluiten. Die bieden niet voldoende vei
ligheidsgaranties. Er bestaat onder
meer gevaar voor oververhitting.
Als het kookvlak defect is of als de
~
glaskeramiekplaat barsten of spleten
vertoont, mag u het kookvlak niet in ge
bruik nemen en dient u het toestel di
rect uit te schakelen. Ontkoppel het
toestel in dat geval van het elektrici
teitsnet. Anders bestaat het risico dat u
elektrische schokken oploopt.
-
-
-
-
Efficiënt gebruik
Het toestel wordt heet wanneer het
~
in gebruik is en dat blijft het ook nog
enige tijd na het uitschakelen. Pas zo
dra de aanduiding voor resterende
warmte is uitgegaan, is het gevaar om
u te verbranden geweken.
Laat het toestel niet zonder toezicht
~
achter terwijl het in werking is!
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor de schade die door het verwar
men van leeg kookgerei kan optreden
aan de glaskeramiek.
Door oververhitting kunnen olie en vet
in brand vliegen en kan vervolgens het
toestel in brand vliegen.
Als heet vet of hete olie in brand
~
vliegt, probeer het vuur dan niet met
water te blussen! Doe het vuur stikken,
bijv. met een deken, een vochtige vaatdoek of iets in die aard.
Gebruik het toestel niet om het ver-
~
trek te verwarmen. Door de hoge temperaturen bestaat er brandgevaar voor
licht ontvlambare voorwerpen in de om
geving van het toestel. Bovendien ver
mindert dat de levensduur van het toe
-
stel.
Het bedieningsveld en de omran
~
ding (vb facetrand) kunnen door in
vloed van volgende factoren warm wor
den: gebruiksduur, hoge vermogens
-
stand(en), groot kookgerei en aantal
gebruikte kookzones.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bescherm uw handen telkens als u
~
met het hete toestel omgaat. Maak ge
bruik van ovenwanten, pannenlappen
of iets dergelijks. Zorg ervoor dat dit
textiel niet nat of vochtig is. Anders
wordt de warmte sterker overgedragen
en kunt u zich verbranden.
Flambeer nooit gerechten onder een
~
dampkap. De ventilator zuigt de vlam
men aan zodat de dampkap in brand
kan vliegen.
Gebruik het toestel niet om er voor
~
werpen op neer te leggen.
Als het toestel ingeschakeld is, als u
het toestel onverhoeds inschakelt of als
het nog warm is van een bereiding, bestaat het risico dat metalen voorwerpen
verhitten. U kunt zich eraan verbranden.
Afhankelijk van het materiaal, kunnen
voorwerpen die u op het toestel plaatst
ook smelten of in brand vliegen.
Natte deksels van kookgerei kunnen
zich vastzuigen.
Vergeet de kookzones na gebruik niet
uit te schakelen!
Dek het toestel nooit af met een
~
doek of folie. Het kan zo heet zijn dat er
brandgevaar is.
Gebruik geen kookgerei van kunst
~
stof of aluminiumfolie. Dat smelt bij ho
gere temperaturen. Er is dan ook
brandgevaar!
-
-
-
-
-
Verwarm geen gesloten recipiënten,
~
bijv. conservenblikjes, met dit toestel.
Door de resulterende overdruk kunnen
de recipiënten of blikjes uiteenspatten.
Er is dan risico op verbrandingen en
ander lichamelijk letsel!
Gebruik alleen kookpotten en pan
~
nen met een effen bodem. Als u
kookpotten en pannen met een ruwe
bodem gebruikt, kunnen er krassen op
de glaskeramiekplaat optreden.
Als u kookgerei uit aluminium of met
~
een aluminium bodem gebruikt, kunnen
er metaalachtige, glinsterende vlekken
optreden op het kookvlak. Deze vlekken kunnen worden verwijderd met het
reinigingsmiddel voor glaskeramiek en
roestvrij staal (zie rubriek "Reiniging en
onderhoud").
Verwarm nooit leeg kookgerei tenzij
~
de fabrikant van het kookgerei deze
toepassing uitdrukkelijk toelaat. Als u
hiermee geen rekening houdt, kan het
kookvlak schade oplopen.
Hou het kookvlak schoon. Zout, sui
~
ker of zandkorreltjes, bijv. van tijdens
het schoonmaken van groenten, kun
nen krassen veroorzaken.
Zet in geen geval hete kookpotten of
~
pannen op het bedieningsveld. De
elektronische besturing die eronder zit,
kan daardoor schade oplopen.
Vermijd dat er voorwerpen of kook
~
gerei op de glaskeramiekplaat vallen.
Zelfs lichte voorwerpen zoals
zoutvaatjes kunnen barsten of spleten
in de glaskeramiekplaat veroorzaken.
-
-
-
-
18
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Om te vermijden dat resten gaan in
~
branden, verwijdert u het vuil zo vlug
mogelijk. Als u een kookpot of pan op
zet, let er dan op dat de bodem zuiver
is, droog en vrij van vet.
Als er suiker, eten met suiker, kunst
~
stof of aluminiumfolie op een warm
kookvlak terechtkomt, moet u het toe
stel uitschakelen. Verwijder deze stof
fen onmiddellijk grondig met een glas
krabber, terwijl de kookzone nog heet
is. Als u zou wachten tot het toestel is
afgekoeld, zou u het oppervlak bescha
digen. Let op dat u zich niet verbrandt!
Maak de kookzone verder schoon zodra ze afgekoeld is.
Wees voorzichtig als u een stopcon-
~
tact gebruikt dicht bij het toestel. De kabel van een ander toestel mag niet met
het hete toestel in aanraking komen. De
isolatie van de kabel kan beschadigd
raken. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken!
-
-
-
-
-
-
Zorg ervoor dat de gerechten altijd
~
voldoende worden verwarmd. Kiemen
die eventueel in de gerechten aanwe
zig zijn, worden alleen gedood als de
temperatuur waaraan ze worden bloot
gesteld hoog genoeg is en die lang ge
noeg wordt aangehouden.
Als het toestel is ingebouwd achter
~
een meubeldeur, mag het alleen wor
den gebruikt wanneer de meubeldeur
is geopend.
De meubeldeur mag pas worden geslo
ten wanneer het toestel uitgeschakeld
is en de streepjes voor resterende
warmte verdwenen zijn.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
-
-
-
-
Als er onder het kookvlak een lade
~
is aangebracht, mag u daarin geen ont
vlambare vloeistof noch brandbare
voorwerpen zoals bijv. spraybussen be
waren. Is die lade met een bestekinzet
uitgerust, dan dient die vervaardigd te
zijn van materiaal dat tegen hitte be
stand is.
-
-
-
19
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd voor milieu
vriendelijk en recycleerbaar verpak
kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw
Miele-handelaar neemt de verpakking
terug.
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
-
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
de firma Recupel,
–
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
–
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
20
Eerste reiniging
Vóór het eerste gebruik
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is
op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek "Miele Service
After Sales, typeplaatje".
Verwijder eventuele beschermfolies en stickers.
Voor het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over
het toestel. Vervolgens wrijft u het droog.
Gebruik geen afwasmiddel bij het reinigen. Daardoor kun
nen er blauwachtige verkleuringen op de
glaskeramiekplaat ontstaan.
Toestel in gebruik nemen
Enkel bij kookvlakken met facetrand (geslepen glazen
rand):
De eerste dagen na de inbouw kan er een kleine spleet
zichtbaar zijn tussen het kookvlak en het werkblad. Door
het gebruik wordt die wel kleiner. Ondanks deze spleet
blijft de elektrische veiligheid steeds gewaarborgd.
De metalen onderdelen zijn beschermd door een onderhoudsmiddel. Daarom komt er een geur vrij als het toestel
voor het eerst wordt gebruikt.
Die geur en eventueel ook damp trekken gauw weg. Deze
verschijnselen wijzen niet op een verkeerde aansluiting noch
op een defect aan het toestel. Ze zijn niet schadelijk voor de
gezondheid.
-
21
Werking van de kookzones
Gewone kookzones met 1 diameter zijn met 1
verwarmingskring uitgerust, kookzones met 2 diameters en
braadzones met 2 verwarmingskringen. Afhankelijk van het
model zijn de verwarmingskringen mogelijk door een lijn van
elkaar gescheiden.
Elke kookzone is voorzien van een beveiliging tegen overver
hitting. Deze voorkomt dat de glaskeramiek oververhit raakt
(zie rubriek "Beveiliging tegen oververhitting").
Als een vermogensstand wordt ingesteld, wordt de verwar
ming ingeschakeld en is de verwarmingskring door de glas
keramiek heen zichtbaar.
Het verwarmingsvermogen van de kookzones is afhankelijk
van de ingestelde vermogensstand en wordt elektronisch ge
regeld. Hiertoe schakelt de verwarming van een kookzone
automatisch in en uit.
Kookzone met 1 diameter
a Beveiliging tegen oververhitting
b Verwarmingskring
Kookzone met 2 diameters
a Techniekgebonden, geen defect
-
-
-
-
22
b Beveiliging tegen oververhitting
c Buitenste verwarmingskring
d Isoleerkring
e Binnenste verwarmingskring
Bedieningsprincipe
Bediening
Het bedieningspaneel van uw keramische kookvlak is voor
zien van elektronische sensortoetsen. Die reageren op het
contact met uw vingers.
Als het kookvlak is uitgeschakeld, zijn alleen de symbolen
voor de aan-uitsensortoets van het kookvlak en de vergren
deling zichtbaar. Als het kookvlak wordt ingeschakeld, lichten
alle andere sensortoetsen op. In de cijferreeksen brandt "0"
helderder dan de overige cijfers.
Door met een vinger de gewenste sensortoetsen aan te ra
ken, bedient u het kookvlak. Bij elke reactie van de sensor
toetsen hoort u een geluidssignaal.
Hou het bedieningsveld altijd schoon. Leg er geen voorwerpen op. Anders reageren de sensortoetsen niet of activeert u onbedoeld functies. Ook is het mogelijk dat het
kookvlak dan automatisch wordt uitgeschakeld (zie rubriek
"Veiligheidsuitschakeling").
Zet in geen geval heet kookgerei op de sensortoetsen. De
elektronische besturing die eronder zit, kan daardoor
schade oplopen.
-
-
-
-
23
Bediening
Inschakelen
Schakel eerst het kookvlak in en activeer daarna de ge
wenste kookzone.
Laat het toestel niet zonder toezicht achter terwijl het in
werking is!
Kookvlak inschakelen
Raak de sensortoets s aan.
^
Alle sensortoetsen lichten op. In de cijferreeksen brandt "0"
helderder dan de overige cijfers. Stelt u niets in, dan wordt
het kookvlak om veiligheidsredenen na enkele seconden
weer uitgeschakeld.
Kookzone activeren
Een kookzone is niet actief als alleen de "0" van de cijferreeks
brandt. Raak de "0" aan om de kookzone te activeren. Alle
vermogensstanden lichten op.
Vermogensstand instellen
In de fabriek geprogrammeerde vermogensstanden
^ Raak het betreffende cijfer aan in de cijferreeks van de ge-
wenste kookzone.
-
Als u bijv. vermogensstand 7 instelt, branden de cijfers 0 tot 7
helderder dan de overige cijfers.
Tussenstanden als u het aantal vermogensstanden hebt
uitgebreid
(zie rubriek "Tabel met vermogensstanden")
^
Raak de ruimte tussen de cijfers aan.
Als u bijv. vermogensstand 7+ instelt, branden de cijfers 7 en
8 helderder dan de overige cijfers.
Vermogensstand wijzigen
^
Raak het betreffende cijfer aan in de cijferreeks van de ge
wenste kookzone.
24
-
Bediening
Tabel met vermogensstanden
In de fabriek zijn 9 vermogensstanden geprogrammeerd. Als u fijner afgestemde
vermogensstanden wenst, kunt u het aantal standen uitbreiden (zie rubriek "Pro
grammering").
Saus aanmaken met enkel eigeel en boter
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Gerechten die gemakkelijk aanbranden warmhouden
Rijst koken
Vloeibare of halfvaste gerechten opwarmen
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus
of sauce hollandaise
Rijstpap of havermoutpap maken
Omelet of spiegelei zonder korst bakken
Fruit blancheren
Diepvriesproducten ontdooien
Groente of vis stoven
Deegwaren of peulvruchten gaar koken
Graan gaar koken
Gerechten in grotere hoeveelheden aan de kook brengen en
verder laten koken
Vis, schnitzel, worst, spiegeleieren e.d. behoedzaam laten
braden of bakken zonder dat het vet oververhit wordt
Pannenkoeken, flensjes e.d. bakken7 tot 87 tot 8+
Grote hoeveelheden water aan de kook brengen
Aankoken
1 tot 21 tot 2+
1 tot 31 tot 3+
2 tot 42 tot 4+
3 tot 53 tot 5+
55+
6 tot 76 tot 7+
8 tot 98+ tot 9
Aantal uitgebreid
(17 vermogens-
standen)
-
* De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale porties voor
4 personen. Als u extra hoog kookgerei gebruikt, zonder deksel kookt of grotere hoeveelheden
bereidt, moet een hogere vermogensstand worden ingesteld. Bereidt u kleinere hoeveelheden,
stel dan een lagere vermogensstand in.
25
Bediening
Kookstartautomaat
Activeren
Deactiveren
Als de kookstartautomaat geactiveerd is, wordt de betreffen
de kookzone automatisch een bepaalde tijd op het hoogste
vermogen verwarmd. Daarna wordt teruggeschakeld naar de
vermogensstand die u hebt ingesteld. Dit noemen we de
voortkookstand. De kookstarttijd hangt af van de ingestelde
voortkookstand (zie tabel).
Bij hoge voortkookstanden zijn slechts relatief korte
kookstarttijden vereist, omdat met deze instellingen meestal
leeg kookgerei wordt opgewarmd om te braden.
Stel een voortkookstand in door het gewenste cijfer aan te
^
raken totdat een geluidssignaal weerklinkt en de ingestelde
voortkookstand begint te knipperen.
Gedurende de kookstart (zie tabel) knippert de ingestelde
voortkookstand.
Wordt tijdens de kookstart de voortkookstand gewijzigd, dan
wordt de kookstartautomaat gedeactiveerd.
Als u het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid (zie rubriek "Programmering") en een tussenstand hebt ingesteld,
knipperen de vermogensstanden voor en na de tussenstand.
-
26
U kunt de kookstartautomaat gedurende de kookstarttijd uit
schakelen:
^
Raak de ingestelde voortkookstand aan totdat het cijfer
constant brandt, of stel een andere vermogensstand in.
-
Bediening
Voortkookstand*Kookstarttijd (duur)
in minuten en seconden (ca.)
11:20
1+2:00
22:45
2+3:25
34:05
3+4:45
45:30
4+6:10
56:50
5+7:10
61:20
6+2:00
72:45
7+2:45
82:45
8+2:45
9-
* De voortkookstanden 1+ enz. zijn alleen beschikbaar als u
het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid (zie rubriek
"Programmering").
27
Bediening
Kookzone-uitbreiding
Als u groot kookgerei gebruikt, kunt u de tweede of derde
verwarmingskring van een kookzone inschakelen als de
kookzone meerdere diameters heeft of kan worden gecombi
neerd tot een braad(plus-)zone (zie "Beschrijving van het toe
stel").
Afhankelijk van uw model, kunnen twee boven elkaar lig
gende kookzones met elkaar worden gecombineerd tot een
braadplus-zone. Dit gebeurt via een verwarmingselement dat
de kookzones overbrugt. Deze braadplus-zone kan alleen via
de cijferreeks van de kookzone rechts vooraan worden be
diend.
Als een extra verwarmingskring wordt ingeschakeld, brandt
de sensortoets voor het uitbreiden van de kookzone
helderder dan normaal. Bij een kookzone met drie diameters
kunt u op het bedieningsveld geen onderscheid zien tussen
de uitbreiding met een tweede of derde verwarmingskring.
Als u een kookzone uitschakelt, wordt de kookzoneuitbreiding ook uitgeschakeld.
Kookzone met 2 diameters / braadzone
-
-
-
-
Braadplus-zone
28
^ Raak "0" aan in de cijferreeks van de betreffende kookzone.
^ Stel de gewenste vermogensstand in door het betreffende
cijfer aan te raken.
^
Raak de sensortoets voor het uitbreiden van de kookzone
aan.
^
Raak "0" aan in de cijferreeks van de kookzone rechts voor
aan.
^
Stel de gewenste vermogensstand in door het betreffende
cijfer aan te raken.
^
Raak de sensortoets voor het uitbreiden van de kookzone
aan.
De ingestelde vermogensstand wordt in de cijferreeks van de
kookzone rechts vooraan weergegeven. De cijferreeks van
de kookzone rechts achteraan gaat uit.
-
Kookzone met 3 diameters
Raak "0" aan in de cijferreeks van de kookzone met drie
^
diameters.
Stel de gewenste vermogensstand in door het betreffende
^
cijfer aan te raken.
Raak de sensortoets voor het uitbreiden van de kookzone
^
zo vaak aan tot het gewenste aantal verwarmingskringen is
ingeschakeld.
Kookzone-uitbreiding uitschakelen
Raak de sensortoets voor het uitbreiden van de kookzone
^
zo vaak aan tot het controlelampje uitgaat.
Bediening
29
Bediening
Uitschakelen / weergave van de resterende warmte
Kookzone uitschakelen
Raak het cijfer "0" aan in de cijferreeks van de betreffende
^
kookzone.
De cijfers 1 tot 9 van de cijferreeks doven na enkele secon
den. Is de kookzone nog heet, dan wordt via streepjes de
resterende warmte weergegeven.
Kookvlak uitschakelen
^
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. De cijfers 1 tot 9 van
de cijferreeks doven na enkele seconden. Voor de kookzones
die nog heet zijn, wordt de resterende warmte via streepjes
weergegeven.
De streepjes die de resterende warmte weergeven, verdwijnen één voor één naarmate de kookzones afkoelen. Het
laatste streepje dooft pas zodra u de kookzones zonder enig
risico kunt aanraken.
-
Raak de sensortoets s aan.
Raak de kookzones niet aan zolang de streepjes voor de
resterende warmte branden. Leg op de kookzones ook
geen voorwerpen die geen hitte kunnen verdragen.
Gevaar voor brandwonden en brand!
Na een stroomonderbreking knipperen de streepjes voor
de resterende warmte.
30
Kookgerei
Het best geschikt zijn potten en pannen met een dikke
–
bodem, die zich in koude toestand lichtjes naar binnen
welven. Als de bodem heet wordt, ligt die dan mooi effen
op de kookzone. Zo wordt de warmte optimaal geleid.
KoudWarm
Kookgerei uit glas, keramiek of aardewerk is minder ge
–
schikt. Deze materialen geleiden de warmte niet goed ver
der.
– Kookgerei van kunststof of aluminiumfolie is niet geschikt.
Dat smelt bij hogere temperaturen.
– Als u kookgerei uit aluminium of met een aluminium bodem
gebruikt, kunnen er metaalachtige, glinsterende vlekken
optreden op het kookvlak. Deze vlekken kunnen worden
verwijderd met het reinigingsmiddel voor glaskeramiek en
roestvrij staal (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
-
-
– Gebruik alleen kookpotten en pannen met een effen bo-
dem. Als u kookpotten en pannen met een ruwe bodem
gebruikt, kunnen er krassen op de glaskeramiekplaat optreden.
–
Hef het kookgerei op wanneer u het verplaatst. Zo voor
komt u strepen en krassen.
–
Merk op dat in winkels bij potten en pannen vaak de maxi
male of bovenste diameter wordt opgegeven. Wat telt, is
echter de meestal kleinere diameter van de bodem.
-
-
31
Tips om stroom te besparen
Let erop dat de pot- of panbodem met het formaat van de
–
kookzone overeenstemt of iets groter is. Zo wordt er geen
warmte verspild.
Te kleinGepast
Kook bij voorkeur met een deksel op de kookpot of pan. Zo
–
vermijdt u dat er nodeloos warmte ontsnapt.
Zonder dekselMet deksel
– Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pot. Een
kleine pot op een kleine kookzone gebruikt minder energie
dan een grote, slechts gedeeltelijk gevulde pot op een
grote kookzone.
32
–
Kook met weinig water en kies na het begin van het kookof braadproces een lagere vermogensstand.
–
Schakel de kookzone bij lange kooktijden reeds 5 à
10 minuten voor het einde van de kooktijd uit. Zo benut u
de resterende warmte.
Timer
h
Als u de timer wilt gebruiken moet het kookvlak ingeschakeld
zijn.
U kunt de timer op twee manieren gebruiken:
als kookwekker
–
voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
–
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut (01) en 9 uren (9^).
Een tijd tot 99 minuten wordt in minuten ingesteld en weerge
geven.
Voorbeeld
Bij een tijd van meer dan 99 minuten, moet eerst de sensortoets h worden aangeraakt. De tijd wordt in stappen van een
half uur ingesteld. De halve uren worden via een punt naast
het cijfer weergegeven.
Voorbeeld (2 uur en 30 minuten):
Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt 00 op het
timerdisplay. Tegelijkertijd weerklinkt er ca. 30 seconden lang
een geluidssignaal.
-
33
Timer
h
h
h
Kookwekker
Kookwekkertijd instellen
Minuten
Voorbeeld: U wilt 15 minuten instellen.
Schakel het kookvlak in (als dat nog niet gebeurd is).
^
Raak de sensortoets m aan.
^
De sensortoets m knippert. Op het timerdisplay verschijnt 00.
De 0 rechts knippert.
Eerst wordt het linkercijfer van de tijd ingesteld, vervolgens
het rechtercijfer.
^ Raak in de cijferreeks het cijfer aan dat u wilt instellen als
linkercijfer (in dit voorbeeld 1).
Op het timerdisplay knippert nu rechts een 1.
^
Raak in de cijferreeks het cijfer aan dat u wilt instellen als
rechtercijfer (in dit voorbeeld 5).
De 1 verschuift naar links en rechts verschijnt 5.
Na enkele seconden stopt de sensortoets m met knipperen
en begint het aftellen van de kookwekkertijd.
34
Uren
hhh
Timer
U kunt volle uren instellen door in de cijferreeks het betreffen
de cijfer aan te raken.
U kunt halve uren instellen door in de cijferreeks de ruimte
tussen 2 cijfers aan te raken.
Voorbeeld: U wilt 2 uren en 30 minuten instellen.
Schakel het kookvlak in (als dat nog niet gebeurd is).
^
Raak de sensortoets m aan.
^
De sensortoets m knippert. Op het timerdisplay verschijnt 00.
De 0 rechts knippert.
^ Raak de sensortoets h aan om de tijd in stappen van een
half uur in te stellen.
^
Raak in de cijferreeks de ruimte tussen de cijfers 2 en 3
aan.
-
Na enkele seconden stoppen de sensortoets m en het
timerdisplay met knipperen. Het aftellen van de kookwekker
tijd begint.
-
35
Timer
Kookwekkertijd wijzigen
Raak de sensortoets m aan.
^
Stel de gewenste tijd in zoals hierboven beschreven.
^
Kookwekkertijd wissen
Raak de sensortoets m aan.
^
Raak in de cijferreeks het cijfer 0 aan.
^
36
Kookzone automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch
moet worden uitgeschakeld.
De functie voor het automatisch uitschakelen kan voor alle
kookzones tegelijk worden geprogrammeerd.
Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal
toegelaten gebruiksduur, wordt de kookzone na afloop van
de tijd van de veiligheidsuitschakeling (zie gelijknamige ru
briek) uitgeschakeld.
Stel voor de betreffende kookzone een vermogensstand in.
^
Raak de sensortoets m zo vaak aan tot op het timerdisplay
^
het controlelampje van de betreffende kookzone knippert.
Als meerdere kookzones ingeschakeld zijn, knipperen de
controlelampjes in wijzerzin, te beginnen vanaf links vooraan.
^ Stel de gewenste tijd in.
De ingestelde tijd wordt in stappen van een minuut afgeteld.
Op het timerdisplay ziet u de resterende tijd. U kunt deze op
elk moment wijzigen.
Timer
-
Als u ook een andere kookzone automatisch wilt laten uitschakelen, gaat u te werk zoals reeds beschreven.
Als meerdere uitschakeltijden geprogrammeerd zijn, wordt
de kortste resterende tijd weergegeven. Op het timerdisplay
knippert het controlelampje van de betreffende kookzone. De
andere controlelampjes branden continu. Wilt u de resteren
de tijden weergeven die op de achtergrond aflopen, raak dan
de sensortoets m zo vaak aan totdat op het timerdisplay het
gewenste controlelampje knippert.
-
37
Timer
Combinatiegebruik
U kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitscha
kelen" tegelijk gebruiken.
Ga als volgt te werk als u een of meer uitschakeltijden hebt
geprogrammeerd en ook de kookwekker wilt instellen:
Raak de sensortoets m zo vaak aan tot de controlelampjes
van de geprogrammeerde kookzones continu branden en op
het timerdisplay 00 verschijnt.
Ga als volgt te werk als u de kookwekker hebt ingesteld en
ook een of meer uitschakeltijden wilt programmeren:
Raak de sensortoets m zo vaak aan tot op het timerdisplay
het controlelampje van de betreffende kookzone knippert.
Kort na het invoeren van de laatste waarde schakelt het
timerdisplay over naar de weergave van de kortste resterende tijd.
Wilt u de resterende tijden weergeven die op de achtergrond
aflopen, raak dan de sensortoets m zo vaak aan totdat op
het timerdisplay het gewenste controlelampje knippert
(automatisch uitschakelen).
- het timerdisplay knippert (kookwekkertijd).
U kunt in wijzerzin de tijden voor alle ingeschakelde kookzones en de kookwekkertijd weergeven, te beginnen vanaf de
kortste resterende tijd.
-
38
Vergrendeling / inschakelblokkering
Om te vermijden dat iemand het kookvlak en de kookzones
per vergissing inschakelt of instellingen wijzigt, is uw toestel
uitgerust met een vergrendeling (inschakelblokkering).
De vergrendeling kan worden geactiveerd als het kookvlak
is ingeschakeld. Als de vergrendeling geactiveerd is, kan het
kookvlak alleen nog beperkt worden bediend:
De vermogensstanden van de kookzones en de instel
–
lingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
De kookzones, het kookvlak en de timer kunnen wel wor
–
den uitgeschakeld, maar daarna niet weer worden inge
schakeld.
De inschakelblokkering kan worden geactiveerd als het
kookvlak is uitgeschakeld. Als de inschakelblokkering geactiveerd is, kan het toestel niet worden ingeschakeld en kan de
timer niet worden bediend.
De programmering is in de fabriek zo ingesteld dat de inschakelblokkering handmatig moet worden geactiveerd.
U kunt deze instelling wijzigen, zodat de inschakelblokkering
5 minuten na het uitschakelen van het kookvlak automatisch
wordt geactiveerd (zie rubriek "Programmering").
Veiligheidsvoorzieningen
-
-
-
Als een niet-toegelaten sensortoets wordt aangeraakt terwijl
de vergrendeling of de inschakelblokkering geactiveerd is,
gaat het controlelampje aan.
Hou ermee rekening dat de vergrendeling en de inscha
kelblokkering worden gedeactiveerd bij een stroomonder
breking.
-
-
39
Veiligheidsvoorzieningen
Activeren
Raak de sensortoets $ zo lang aan tot het bijhorende con
^
trolelampje aangaat.
Kort daarna gaat het controlelampje uit.
-
Deactiveren
U kunt de instelling voor de vergrendeling wijzigen van acti
vering met één vinger in activering met drie vingers (zie ru
briek "Programmering"). Kinderen kunnen dan minder gemak
kelijk functies activeren.
Raak de sensortoets $ zo lang aan tot het controlelampje
^
uitgaat.
-
-
-
40
Stop and Go
Veiligheidsvoorzieningen
Activeren
Deactiveren
Uw toestel is uitgerust met een functie die bij het activeren er
van de vermogensstand van al de ingeschakelde kookzones
beperkt tot stand 1. De vermogensstanden van de kookzones
en de instelling van de timer kunnen niet worden gewijzigd. U
kunt alleen het kookvlak uitschakelen.
Bij het deactiveren van "Stop and Go" werken de kookzones
verder op de vermogensstand die u het laatst hebt ingesteld.
Als de functie niet wordt gedeactiveerd, wordt het kookvlak
na 1 uur uitgeschakeld.
Bij activering van "Stop and Go"
- wordt het aftellen van een ingestelde tijd voor
automatische uitschakeling onderbroken. Zodra u deze
functie deactiveert, loopt de tijd verder.
- loopt de kookwekkertijd zonder onderbreking verder.
^ Raak de sensortoets aan.
De vermogensstanden van de ingeschakelde kookzones worden tot vermogensstand 1 beperkt.
^
Raak de sensortoets aan.
-
De kookzones werken verder op de laatst ingestelde vermo
gensstand.
-
41
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsuitschakeling
Als een kookzone te lang aanstaat
Blijft een kookzone ongewoon lang (zie tabel) op dezelfde
vermogensstand in werking, dan wordt die kookzone automa
tisch uitgeschakeld. De streepjes voor de resterende warmte
worden weergegeven.
Wenst u de kookzone opnieuw te gebruiken, schakel ze dan
op de gebruikelijke manier weer in.
Vermogensstand*Maximale gebruiksduur in uren
1/1+10
2/2+5
3/3+5
4/4+4
5/5+3
6/6+2
7/7+2
8/8+2
91
-
* De vermogensstanden 1+ enz. zijn alleen beschikbaar als
u het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid (zie rubriek "Programmering").
Als de sensortoetsen bedekt zijn
Het kookvlak wordt automatisch uitgeschakeld als een of
meer sensortoetsen langer dan ca. 10 seconden bedekt zijn,
bijvoorbeeld als u uw hand erop legt, een gerecht overkookt
of als er voorwerpen op liggen.
Op het timerdisplay knippert F. Tegelijkertijd weerklinkt gedu
rende maximaal 10 minuten om de 30 seconden een
geluidssignaal.
^
Reinig het bedieningsveld of verwijder de voorwerpen.
Het geluidssignaal gaat uit en de F verdwijnt. U kunt het
kookvlak weer gebruiken.
42
-
Beveiliging tegen oververhitting
Veiligheidsvoorzieningen
Elke kookzone is voorzien van een beveiliging tegen overver
hitting. Dat is een onderdeel dat de interne temperatuur be
perkt. Hierdoor wordt de verwarming van het toestel automa
tisch uitgeschakeld voordat de glaskeramiekplaat oververhit
raakt.
De beveiliging tegen oververhitting reageert door de verwar
ming in en uit te schakelen, zelfs als de hoogste vermogens
stand is ingesteld.
Zodra de glaskeramiekplaat afgekoeld is, wordt de verwar
ming weer automatisch ingeschakeld.
De beveiliging tegen oververhitting reageert wanneer
– een kookzone is ingeschakeld zonder kookgerei erop,
– er leeg kookgerei wordt verwarmd.
– de bodem van het kookgerei niet effen op de kookzone
ligt,
– het kookgerei de warmte slecht geleidt.
-
-
-
-
-
-
43
Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval een stoomreiniger om het toe
,
stel te reinigen. De stoom kan op stroomvoerende onder
delen terechtkomen en een kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst
afkoelen.
Wrijf het toestel na elke vochtige reiniging droog. Zo voor
komt u kalkafzetting.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen
de volgende middelen niet worden gebruikt om de opper
vlakken te reinigen:
handafwasmiddel,
–
– reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder,
schuurmelk, poetsstenen,
-
-
-
-
44
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– reinigingsmiddelen voor de afwasautomaat,
–
grill- en ovensprays,
–
glasreinigers,
–
schurende harde borstels en sponsjes (bijv. schuurspons
jes), of gebruikte sponsjes die nog resten van een schuur
middel bevatten,
–
scherpe voorwerpen
(om te vermijden dat de dichtingen tussen de randlijst en
het werkblad beschadigd raken).
-
-
Glaskeramiek
Reiniging en onderhoud
Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek. Aange
koekt vuil schraapt u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig schoon met speciaal reini
gingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal (zie rubriek
"Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Gebruik daartoe wat
keukenrolpapier of een schone doek. Breng het reinigings
middel niet op een warm kookvlak aan. Hierdoor kunnen er
vlekken ontstaan. Hou rekening met de aanwijzingen van de
fabrikant van het reinigingsmiddel.
Vervolgens gaat u met een vochtige doek over het kookvlak.
Tot slot wrijft u het kookvlak droog. Zorg ervoor dat u alle rei
nigingsmiddelresten verwijdert. Bij volgende bereidingen
zouden eventuele resten zich inbranden en de glaskeramiek
beschadigen.
Vlekken door kalkresten, water en aluminiumresten
(metaalachtige, glinsterende vlekken) kunt u met het reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal verwijderen.
Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kookvlak terechtgekomen? Schakel het toestel uit. Verwijder de
resten onmiddellijk grondig met een glaskrabber, terwijl de
kookzone nog heet is. Let op dat u zich niet verbrandt!
Maak de kookzone verder schoon zodra ze afgekoeld is, zoals eerder beschreven.
-
-
-
-
45
Programmering
U kunt de programmering van uw toestel wijzigen (zie tabel).
U kunt verscheidene instellingen na elkaar wijzigen.
Nadat u het toestel in de programmeermodus hebt gezet, ziet
u op het timerdisplay P (programma) en S (status). Bij kook
vlakken met 3 kookzones verschijnt links achteraan een extra
indicator.
In de cijferreeksen links vooraan en links achteraan wordt het
programma weergegeven. Voorbeeld:
Programma 3 = links vooraan 3, links achteraan 0
Programma 14 = links vooraan 4, links achteraan 1
-
In de cijferreeks rechts achteraan wordt de status weergege
ven.
Toestel in de programmeermodus zetten
^ Zorg ervoor dat het kookvlak is uitgeschakeld. Raak tege-
lijkertijd de sensortoetsen s en $ aan totdat het controle-
lampje van de vergrendeling knippert.
Programma instellen
^ Om het rechtercijfer in te stellen, raakt u het betreffende
cijfer aan in de cijferreeks links vooraan.
^ Om het linkercijfer in te stellen, raakt u het betreffende cij-
fer aan in de cijferreeks links achteraan.
Status instellen
^
Raak het betreffende cijfer aan in de cijferreeks rechts
vooraan.
Instellingen opslaan
^
Raak de sensortoets s aan totdat de displays worden uit
geschakeld.
Instellingen niet opslaan
^
Raak de sensortoets $ aan totdat de displays worden uit
geschakeld.
-
-
-
46
Programma*Status** Instelling
Programmering
P0Demo-modus en fabrieks
instellingen
P2Aantal vermogensstanden S0 9 vermogensstanden
P4Geluidssignaal bij het aan
raken van de sensortoet
sen
P5Geluidssignaal van de ti-
mer
P6VergrendelingS0 Vergrendeling met één vinger
S0Demo-modus aan
-
S1 Demo-modus uit
S9Fabrieksinstellingen herstellen
(1, 2, 3 ... tot 9)
S117 vermogensstanden
(1, 1+, 2, 2+, 3 ... tot 9)
S0Uit
-
S1Zacht
S2 Halfluid
S3Luid
S0Uit
S1Zacht, 10 seconden
S2 Halfluid, 10 seconden
S3Luid, 10 seconden
door $ aan te raken
S1Vergrendeling met drie vingers
door tegelijkertijd $ en vermo
gensstand "0" van de beide
rechterkookzones aan te raken
-
P7InschakelblokkeringS0 Handmatige activering van de in
schakelblokkering
S1Automatische activering van de
inschakelblokkering
* Programma's/statussen die niet in de tabel zijn vermeld, kunt u niet instellen.
** De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt.
-
47
Programmering
Programma*Status** Instelling
P8 KookstartautomaatS0Uit
S1 Aan
P10Miele|home
(alleen bij toestellen met
communicatiemogelijkheden
die zijn uitgerust met een
communicatiemodule)
P11Tweede verwarmingskring
van de kookzone links voor
aan
P12Tweede verwarmingskring
van de kookzone rechts
vooraan
P13Tweede verwarmingskring
van de kookzone rechts achteraan
P14Tweede verwarmingskring
van de kookzone midden
achteraan
S0 Niet van toepassing
S1Afgemeld
S2Aangemeld
S0 Wordt niet automatisch inge
-
S1Wordt altijd automatisch inge
S0 Wordt niet automatisch inge-
S1Wordt altijd automatisch inge-
S0 Wordt niet automatisch inge-
S1Wordt altijd automatisch inge-
S0 Wordt niet automatisch inge
S1Wordt altijd automatisch inge
schakeld
schakeld
schakeld
schakeld
schakeld
schakeld
schakeld
schakeld
-
-
-
-
P16Reactiesnelheid van de sen
sortoetsen
* Programma's die niet in de tabel zijn vermeld, kunt u niet instellen.
** De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt.
48
-
S0Langzaam
S1 Normaal (300 ms)
S2Snel
Storingen verhelpen
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op
lossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de Service After Sales van
Miele, bespaart u tijd en kosten!
Het onderstaande overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te
vinden en problemen te verhelpen. Vergeet echter niet:
Reparaties aan elektrische toestellen mogen alleen door vakmensen wor
,
den uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te
onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
ProbleemOorzaakOplossing
Het kookvlak of de
kookzones kunnen
niet worden inge
schakeld.
Ontkoppel het toestel ca.
1 minuut van het elektriciteitsnet. Ga hiertoe als volgt
te werk:
– schakel de betreffende
zekering uit of draai de
betreffende
smeltzekering volledig
uit, of
-
-
-
-
-
–
schakel de aardlekscha
kelaar (verliesstroom
schakelaar) uit.
Schakel daarna alles weer
in. Kunt u het toestel nog
niet gebruiken, neem dan
contact op met een elektri
cien of met de dienst Her
stellingen aan huis van
Miele.
-
-
-
-
49
Storingen verhelpen
ProbleemOorzaakOplossing
Na het inschakelen van
het kookvlak wordt en
kele seconden "dE")
weergegeven op het
timerdisplay.
De kookzones worden
niet warm.
Het toestel wordt tijdens
het gebruik uitgescha
keld.
De verwarming van een
kookzone wordt automatisch in- en uitgeschakeld.
-
-
Het toestel bevindt zich in
de demo-modus.
Waarschijnlijk was een
kookzone te lang aan één
stuk door ingeschakeld.
Vermogensstanden 1 tot
8: dit is normaal!
Vermogensstand 9:
De beveiliging tegen
oververhitting heeft ge
werkt.
-
Deactiveer de
demo-modus (zie rubriek
"Programmering").
U hoeft niets te doen!
U kunt de kookzones
weer inschakelen (zie ru
briek "Veiligheidsuitscha
keling").
U hoeft niets te doen!
Dit automatisch in- en uitschakelen van de verwarming is normaal. Dit is
een gevolg van de elektronische besturing van
het verwarmingsvermogen (zie rubriek "Werking
van de kookzones").
U hoeft niets te doen!
De beveiliging tegen
oververhitting zorgt er
voor dat de verwarming
van het toestel automa
tisch wordt uitgeschakeld
voordat de
glaskeramiekplaat over
verhit raakt. Zodra de
glaskeramiekplaat afge
koeld is, wordt de verwar
ming weer automatisch
ingeschakeld (zie rubriek
"Beveiliging tegen over
verhitting").
-
-
-
-
-
-
-
-
50
Storingen verhelpen
ProbleemOorzaakOplossing
Het toestel wordt
tijdens het gebruik uit
geschakeld, op het
timerdisplay knippert
een F en er weerklinkt
een geluidssignaal.
De kookstartautomaat
is ingeschakeld maar
de inhoud van het
kookgerei begint niet te
koken.
Op een of meerdere
displays knipperen een
of meerdere streepjes
voor resterende warmte.
-
Een of meerdere sen
sortoetsen zijn bedekt,
bijv. doordat uw hand
erop ligt, een gerecht
overkookt of er voor
werpen op liggen.
Er worden grote hoe
veelheden levensmid
delen verwarmd.
Het kookgerei geleidt
de warmte slecht.
Er is een stroomonderbreking opgetreden
tijdens het gebruik. Het
kookvlak werd uitgeschakeld.
-
-
-
-
Reinig het bedieningsveld of
verwijder de voorwerpen (zie
rubriek "Veiligheidsuitschake
ling").
Kook met de hoogste
vermogensstand en stel
daarna handmatig een lage
re vermogensstand in.
U hoeft niets te doen!
U kunt het kookvlak weer gebruiken.
Voor u de kookzones weer inschakelt, gaat u het best na
of het gerecht nog niet gaar
genoeg is en of de kwaliteit
van de voedingsmiddelen
niet in het gedrang is gekomen door de stroomonder
breking.
-
-
-
U hebt de indruk dat
het te lang duurt voor
dat de inhoud van het
kookgerei begint te ko
ken.
Een of meerdere
streepjes voor reste
rende warmte werden
weergegeven toen u
het toestel in de
programmeermodus
zette.
-
-
U hoeft niets te doen!
-
De streepjes voor resterende
warmte blijven knipperen tot
dat de resterende warmte
verdwenen is of totdat het
kookvlak wordt ingeschakeld.
Test het kookvermogen van
een kookzone (zie rubriek
"Kookvermogen testen").
-
51
Storingen verhelpen
ProbleemOorzaakOplossing
De sensortoetsen rea
geren te gevoelig of re
ageren niet.
Op het timerdisplay
knipperen afwisselend
FE en cijfers.
De gevoeligheid van
-
de sensortoetsen is ge
-
wijzigd.
Er heeft zich een storing voorgedaan in de
elektronische besturing.
Zorg er eerst voor dat er
geen direct licht (zonlicht of
kunstlicht) op het kookvlak
valt en dat de omgeving van
het kookvlak niet te donker is.
Zorg ervoor dat het kookvlak
en de sensortoetsen niet be
dekt zijn. Neem kookgerei
weg en verwijder eventuele
restjes van het kookvlak.
Ontkoppel het toestel ca.
1 minuut van het elektrici
teitsnet.
Als het probleem zich daarna
nog steeds voordoet, neemt
u contact op met de Service
After Sales van Miele.
Ontkoppel het toestel ca.
1 minuut van het elektriciteitsnet.
Als het probleem nog niet
verholpen is nadat u het toe
stel weer op het elektriciteits
net hebt aangesloten, neemt
u contact op met de dienst
Herstellingen aan huis van
Miele.
-
-
-
-
52
Kookvermogen testen
U kunt het kookvermogen van een kookzone testen. Voor
deze test wordt in een kookpot een bepaalde hoeveelheid
water aan de kook gebracht en wordt gemeten hoe lang dit
duurt.
De gebruikte kookpot (met deksel) moet van roestvrij staal of
geëmailleerd materiaal zijn. De bodemdiameter moet over
eenstemmen met de diameter van de kookzone. De gebruikte
kookpot moet een platte bodem hebben of een bodem die
lichtjes gewelfd is naar binnen toe.
Controleer de diameter en het vermogen van de kookzone
^
die u wilt testen (zie rubriek "Kookzonegegevens").
Vul de kookpot met de hoeveelheid water die vermeld staat
^
in de tabel. Het water moet een temperatuur van ca. 20 °C
hebben.
^ Plaats het deksel en plaats de kookpot op de kookzone.
^ Stel de hoogste vermogensstand in.
^ Meet hoe lang het duurt voordat het water begint te koken.
De kookzone werkt correct wanneer het water begint te koken
binnen de tijd die in de tabel vermeld staat.
-
De tijd kan aanzienlijk afwijken wanneer
- de spanning te laag of hoog is.
- er zeer koud water wordt gebruikt.
- er geen geschikte kookpot wordt gebruikt.
- er zonder deksel wordt gemeten.
53
Kookvermogen testen
C kookzone
in cm
10,06000,511,0
12,0700 / 7501,013,0
14,51000 / 11001,09,0
14,512001,08,5
14,513501,08,0
17,015001,59,5
18,012501,511,0
18,01700 / 18001,59,0
21,020002,010,5
21,02200 / 23002,09,5
23,025002,09,0
27,027003,013,0
27,032003,012,0
* Maximale tijd onder ongunstige omstandigheden.
Vermogen bij 230 V
in Watt
Waterhoeveelheid
in liter
Tijd*
in minuten
54
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
De toestellen van Miele zijn ontwikkeld om de best mogelijke
resultaten te bieden en gebruikers zo lang mogelijk optimaal
tevreden te stellen. Hiertoe moet alles perfect op elkaar afge
stemd zijn. Daarom heeft Miele een breed assortiment aan
toebehoren samengesteld dat optimaal geschikt is voor onze
toestellen.
De onderhoudsproducten zijn bijvoorbeeld speciaal ontwik
keld voor de betreffende toestellen.
-
-
U kunt deze producten en een grote verscheidenheid aan an
dere producten via het internet bestellen:
U kunt ze ook verkrijgen via de Service After Sales van Miele
(zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal
250 ml
Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en
aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken).
Microvezeldoek voor universeel gebruik
Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil.
-
55
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele|home-systeem
Toestellen met communicatiemogelijkheden gebruiken voor
de communicatie met de Miele|home-displaytoestellen (bijv.
SuperVision-huishoudtoestel, InfoControl) het eigen stroom
net van 230 volt als dataleiding (Powerline-techniek). Zo kunt
u op elk moment via het displaytoestel informatie opvragen
over uw huishoudtoestel (status, foutmeldingen enz.).
Het Miele|home-systeem biedt u bovendien de mogelijkheid
een verbinding tot stand te brengen tussen bepaalde
dampkappen en kookvlakken (Con{ctivity).
Dit zorgt ervoor dat de verlichting van de dampkap automa
tisch wordt ingeschakeld wanneer u het kookvlak inschakelt.
De dampkap wordt automatisch ingeschakeld op een stand
die afhankelijk is van het aantal gebruikte kookzones, de in
gestelde vermogensstanden en de kooktijd. Na de bereiding
volgt een automatische nalooptijd, wordt de dampkap uitgeschakeld en wordt ook de verlichting uitgeschakeld.
Om deze mogelijkheden te kunnen gebruiken, moet uw toestel worden uitgerust met een communicatiemodule.
Meer informatie over het Miele|home-systeem vindt u op
onze website: www.miele.be.
-
-
-
XKM 2100 KM
InfoControl
56
Communicatiemodule inclusief toebehoren voor de inbouw
De communicatiemodule mag enkel worden aangesloten
door een vakman!
Displaytoestel met basisstation en mobiel onderdeel
Beschrijving van Con|ctivity
Con|ctivity is een systeem voor communicatie tussen het
kookvlak en de dampkap.
Dit zorgt ervoor dat de verlichting van de dampkap automatisch wordt ingeschakeld wanneer u het kookvlak inschakelt.
De dampkap wordt automatisch ingeschakeld op een stand
die afhankelijk is van het aantal gebruikte kookzones, de ingestelde vermogensstanden en de kooktijd. Na de bereiding
volgt een automatische nalooptijd, wordt de dampkap uitge
schakeld en wordt ook de verlichting uitgeschakeld.
Con|ctivity en Miele|home
-
Om de communicatie mogelijk te maken, moet de dampkap
met de communicatiemodule XKM 2000 DA a en het kook
vlak met de communicatiemodule XKM 2100 KM b worden
uitgerust.
Het kookvlak brengt de informatie over de ingeschakelde
kookzones en de ingestelde vermogensstanden via het elek
triciteitsnet (Powerline) c over naar de dampkap.
-
-
57
Con|ctivity en Miele|home
Beschrijving van Miele|home
Toestellen met communicatiemogelijkheden gebruiken voor de communicatie met
de Miele|home-displaytoestellen (bijv. InfoControl-toestel,
SuperVision-huishoudtoestel) het eigen elektriciteitsnet van 230 volt als
dataleiding (Powerline-techniek). Zo kunt u op elk moment informatie over uw toe
stel opvragen via het displaytoestel (bijv. programmastatus, foutmeldingen enz.).
Onderdelen van het systeem
-
a Communicatiemodule
b Huishoudtoestellen met communicatiemogelijkheden (voorbeelden)
c Elektriciteitsnet van 230 volt (Powerline)
d SuperVision-huishoudtoestel als stationair displaytoestel, bijv. oven
e InfoControl als mobiel displaytoestel (basisstation en mobiel onderdeel)
58
Kookvlak aanmelden
Als u het kookvlak
bij Miele{home wilt aanmelden, bereidt u eerst het
–
aanmeldingsproces op het displaytoestel voor (zie
montage- en installatieaanwijzing "Miele|home")
bij Con|ctivity wilt aanmelden, moet u eerst de dampkap
–
aanmelden (zie montage- en installatieaanwijzing
"Con|ctivity").
Zorg ervoor dat het kookvlak is uitgeschakeld. Raak tege
^
lijkertijd de sensortoetsen s en $ aan totdat het controle
lampje van de vergrendeling knippert.
U hebt het toestel nu in de programmeermodus gezet. Op het
timerdisplay ziet u P (programma) en S (status).
In de cijferreeksen wordt links het programmanummer en
rechts de ingestelde status weergegeven.
^ Raak in de cijferreeks links achteraan het cijfer 1 aan
(hiermee stelt u programma 10 in).
^ Raak in de cijferreeks rechts vooraan het cijfer 2 aan (hier-
mee stelt u status 2 in = "aanmelden").
Con|ctivity en Miele|home
-
-
Het aanmeldingsproces start en het cijfer 2 knippert in de
cijferreeks rechts vooraan. Het aanmeldingsproces duurt enkele minuten. Zodra het proces is voltooid, stopt het cijfer 2
met knipperen.
^
Raak de sensortoets s aan totdat de displays worden uit
geschakeld. Hiermee wordt de instelling opgeslagen.
^
Ga te werk zoals beschreven in de montage- en installatie
aanwijzing "Miele|home" of "Con|ctivity".
-
-
59
Con|ctivity en Miele|home
Kookvlak afmelden
Als u het toestel bij Miele{home wilt afmelden, bereidt u
eerst het afmeldingsproces op het displaytoestel voor (zie
montage- en installatieaanwijzing "Miele|home")
Zorg ervoor dat het kookvlak is uitgeschakeld. Raak tege
^
lijkertijd de sensortoetsen s en $ aan totdat het controle
lampje van de vergrendeling knippert.
U hebt het toestel nu in de programmeermodus gezet. Op het
timerdisplay ziet u P (programma) en S (status).
In de cijferreeksen wordt links het programmanummer en
rechts de ingestelde status weergegeven.
Raak in de cijferreeks links achteraan het cijfer 1 aan
^
(hiermee stelt u programma 10 in).
^ Raak in de cijferreeks rechts vooraan het cijfer 1 aan (hier-
mee stelt u status 1 in = "afmelden").
Het afmeldingsproces start en het cijfer 1 knippert in de
cijferreeks rechts vooraan. Het afmeldingsproces duurt enkele minuten. Zodra het proces is voltooid, stopt het cijfer 1
met knipperen.
-
-
60
^ Raak de sensortoets s aan totdat de displays worden uit-
geschakeld. Hiermee wordt de instelling opgeslagen.
^
Ga te werk zoals beschreven in de montage- en installatie
aanwijzing "Miele|home" of "Con|ctivity".
-
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Het toestel mag enkel worden inge
bouwd en aangesloten door een ge
kwalificeerde installateur.
Om schade aan het toestel te ver
mijden, mag u het pas inbouwen na
dat de wandkasten en de dampkap
gemonteerd zijn.
-
Zorg ervoor dat de aansluitkabel
~
-
van het kookvlak na de inbouw niet in
-
aanraking komt met de bodemplaat en
ook niet mechanisch belast wordt.
Neem de veiligheidsafstanden op
~
de volgende bladzijden strikt in acht.
-
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loskomen of vervormen.
Ook de wandafdichtstrips moeten hitte
bestendig zijn.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Die moeten ervoor zorgen
dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
Het kookvlak mag niet worden inge-
~
bouwd boven koeltoestellen, afwasautomaten, wasautomaten en droogautomaten.
-
-
61
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand onder het toestel
(afstand tot tussenbodem)
Er hoeft geen tussenbodem onder het
kookvlak te worden ingebouwd.
Als onder het kookvlak een tussenbo
dem wordt ingebouwd, moet de af
stand tussen de bovenkant van het
werkblad en de bovenkant van de tus
senbodem minstens 110 mm bedra
gen.
Tussen de achterkant van de tussenbo
dem en de achterwand moet er een
ventilatiespleet van minstens 10 mm
zijn voor de doorvoer van de aansluitkabel.
Als het kookvlak een extern aansluitkastje heeft, moet de spleet minstens
30 mm bedragen.
-
-
-
Veiligheidsafstand boven het toestel
-
-
Hou tussen het toestel en een dampkap
erboven de veiligheidsafstand aan die
door de fabrikant van de dampkap
wordt opgegeven.
Is er door de fabrikant van de dampkap
geen afstand vermeld of zijn er licht
ontvlambare materialen (bijv. een rekje)
boven het toestel geïnstalleerd, dan
dient de veiligheidsafstand minstens
760 mm te bedragen.
62
Bij inbouw van verschillende toestel
len (bijv. een wokbrander en een
elektrisch kookvlak) naast elkaar on
der een dampkap, neemt u de
grootste afstand die vermeld is in de
gebruiks- en montageaanwijzing.
-
-
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand naast en achter
het toestel
Het toestel mag slechts aan één zijkant
(rechts of links) en aan de achterkant
grenzen aan meubels of wanden die
hoger zijn dan het toestel zelf (zie de
afbeeldingen).
a Achter het toestel: minstens 50 mm
tussen de uitsparing in het werkblad
en de achterkant van het werkblad.
b Rechts van het toestel: tussen de
uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een
hoge kast) of een muur: minstens
50 mm = KM 5845
KM 5857
70 mm = KM 5837 / 5838 / 5853
KM 5854 / 5851 / 5856
KM 5864
c Links van het toestel: tussen de uit
sparing in het werkblad en een er
naast geplaatst meubel (bijv. een
hoge kast) of een muur: minstens
50 mm = KM 5845 / 5851
KM 5853 / 5854
KM 5857 / 5864
70 mm = KM 5837 / 5838 / 5856
-
Niet toegestaan!
Aan te bevelen!
-
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
63
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als de nis bekleed is, moet een minimumafstand in acht worden genomen tussen
de uitsparing in het werkblad en de bekleding. Hoge temperaturen kunnen im
mers het bekledingsmateriaal vervormen of beschadigen.
-
Als de bekleding vervaardigd is uit brandbaar materiaal (bijv. hout) moet de af
stand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste
50 mm bedragen.
Als de bekleding vervaardigd is uit niet-brandbaar materiaal (bijv. metaal, na
tuursteen of keramische tegels) moet de afstand e tussen de uitsparing in het
werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm min de dikte van de bekleding be
dragen.
Voorbeeld: de dikte van de nisbekleding bedraagt 15 mm
50 mm - 15 mm = minimumafstand van 35 mm
Kookvlakken zonder randlijstKookvlakken met
randlijst/facetrand
-
-
-
a Wand
b Nisbekleding
Afstand x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
e Minimumafstand
bij brandbaar materiaal: 50 mm
bij niet-brandbaar materiaal: 50 mm - afstand x
64
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Kookvlakken met rand
-
lijst/facetrand
Dichting tussen het kookvlak en het
werkblad
De dichtingsstrook onder de rand van
het bovenste deel van het toestel zorgt
reeds voor voldoende afdichting met
het werkblad.
Betegeld werkblad
De voegen a en het gearceerde deel
onder de ondersteuning van het kookvlak moeten glad en effen zijn, zodat
het kookvlak er gelijkmatig op ligt en de
dichtingsstrook onder de rand van het
bovenste deel van het toestel een voldoende goede afdichting tot het werkblad garandeert.
Het kookvlak mag in geen geval met
voegdichtingsmiddel (bijv. silicone)
worden afgedicht.
Het kookvlak en het werkblad kun
nen beschadigd raken wanneer het
kookvlak moeten worden verwijderd.
-
65
Kookvlakken met randlijst/facetrand
Inbouwafmetingen
KM 5837
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van kabeluitgang
d Aansluitkast met aansluitkabel, L= 1440 mm lang
e Kabelboom, L = 1550 mm
f Inbouwhoogte van Miele@home-aansluiting
g Voorkant
66
KM 5838
Kookvlakken met randlijst/facetrand
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
e Inbouwhoogte van Miele|home-aansluiting
f Voorkant
67
Kookvlakken met randlijst/facetrand
KM 5851
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
e Inbouwhoogte van Miele|home-aansluiting
f Voorkant
68
KM 5853
Kookvlakken met randlijst/facetrand
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
e Inbouwhoogte van Miele|home-aansluiting
f Voorkant
69
Kookvlakken met randlijst/facetrand
KM 5854
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
e Inbouwhoogte van Miele|home-aansluiting
f Voorkant
70
KM 5856
Kookvlakken met randlijst/facetrand
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
e Inbouwhoogte van Miele|home-aansluiting
f Voorkant
g Borgplaatjes
71
Kookvlakken met randlijst/facetrand
KM 5864
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
e Inbouwhoogte van Miele|home-aansluiting
f Voorkant
72
Kookvlakken met randlijst/facetrand
Inbouw
De exacte posities van de klemveren
en borgplaatjes (alleen voor kook
vlakken met een facetrand) worden
op de maatschets van het betreffen
de kookvlak weergegeven.
Kookvlakken met een facetrand:
Een dichtingsstrook zorgt ervoor dat
het kookvlak slipvast in de uitsparing
zit. De spleet tussen de rand en het
werkblad zal na verloop van tijd
kleiner worden.
^ Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de maatschets. Neem de
veiligheidsafstanden (zie rubriek
"Veiligheidsinstructies voor het inbouwen") in acht.
-
Houten werkblad
De snijvlakken van houten werk
^
bladen moeten met speciale lak, sili
conenkit of giethars worden afge
-
werkt om te voorkomen dat het werk
blad door vocht wordt aangetast. De
gebruikte materialen moeten hittebe
stendig zijn.
-
-
-
-
-
Zorg ervoor dat deze materialen niet
in contact komen met het oppervlak
van het werkblad.
^
Leg de meegeleverde klemveren en
borgplaatjes (alleen voor kookvlak
ken met een facetrand) op of tegen
de bovenste rand van de uitsparing.
^
Bevestig de klemveren a en de
borgplaatjes b met de bijgeleverde
houtschroeven 3,5 x 25 mm.
-
73
Kookvlakken met randlijst/facetrand
Werkblad uit natuursteen
Voor de inbouw is sterke dubbelzij
dige plakband en silicone nodig
(niet meegeleverd).
-
^ Kleef de zijranden en onderrand van
de klemveren en borgplaatjes vast
met silicone.
^
Bevestig de klemveren en de
borgplaatjes (alleen voor kookvlak
ken met facetrand) met de
kleefband c.
De klemveren en borgplaatjes moe
ten op of tegen de bovenste rand van
de uitsparing liggen.
74
-
-
Kookvlakken met randlijst/facetrand
Het kookvlak inbouwen
Leid de aansluitkabel van het kook
^
vlak door de uitsparing in het werk
blad naar beneden.
Leg het kookvlak los op de klemve
^
ren.
Duw het kookvlak aan de rand gelijk
^
matig met beide handen omlaag. U
dient een klik te horen. Let erop dat
de dichting van het kookvlak op het
werkblad rust. Enkel dan bent u ze
ker dat de inbouw langs alle zijden
goed dicht is.
Het kookvlak mag in geen geval met
voegdichtingsmiddel (bijv. silicone)
worden afgedicht!
Wordt bij het inbouwen geconstateerd dat de randafdichting bij de
hoeken niet goed op het werkblad
aansluit, dan kan de hoekradius (ß
R4) voorzichtig met een decoupeerzaag worden nabewerkt.
-
-
-
-
-
^
Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^
Ga na of het kookvlak correct werkt.
Het kookvlak kan enkel met speciaal
gereedschap uit de uitsparing wor
den getild.
-
75
Kookvlakken zonder randlijst
Inbouwafmetingen
KM 5845
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van kabeluitgang
d Getrapte frezing
e Aansluitkast met aansluitkabel, L=
1440 mm
76
f Kabelboom, L = 1550 mm
g Inbouwhoogte van
Miele@home-aansluiting
Bij inbouw in een werkblad van na
tuursteen moet u voor de afmetingen
van de uitsparing in elk geval de
detailtekeningen in acht nemen.
-
KM 5857
Kookvlakken zonder randlijst
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van kabeluitgang
d Getrapte frezing
e Aansluitkast met aansluitkabel, L=
1440 mm
f Kabelboom, L = 1550 mm
g Inbouwhoogte van
Miele@home-aansluiting
Bij inbouw in een werkblad van na
tuursteen moet u voor de afmetingen
van de uitsparing in elk geval de
detailtekeningen in acht nemen.
-
77
Kookvlakken zonder randlijst
Inbouw
Een kookvlak zonder rand voor vlak
ke inbouw is enkel geschikt voor in
bouw in natuursteen (graniet, mar
mer), massief hout en betegelde
werkbladen.
Sommige kookvlakken zijn ook ge
schikt voor inbouw in glazen werk
bladen. Als dat het geval is, staat dit
vermeld bij het kookvlak in de ru
briek "Inbouwafmetingen".
Bij werkbladen van andere materia
len vraagt u de fabrikant of het werk
blad geschikt is voor vlakke inbouw
van een kookvlak zonder rand.
De breedtedagmaat van de onderkast moet minstens zo breed zijn als
de binnenste werkbladuitsparing
(zie rubriek "Inbouwafmetingen"), zodat het kookvlak na de inbouw vrij
toegankelijk is langs onderen en de
onderkast kan worden weggenomen
voor onderhoudsdoeleinden.
Als het kookvlak niet vrij toegankelijk
is langs onderen, moet het voeg
dichtingsmiddel worden verwijderd
om het kookvlak te kunnen verwij
deren voor onderhoudsdoeleinden.
Het kookvlak wordt
rechtstreeks in een correct
–
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
uitgefreesd werkblad uit natuursteen
geplaatst.
in de uitsparing in massief houten,
–
betegelde en glazen werkbladen met
houten latten bevestigd. Deze latten
worden niet bij het toestel meegele
verd.
-
78
Kookvlakken zonder randlijst
De uitsparing in het werkblad
aanbrengen en het kookvlak
plaatsen
Hou rekening met de opmerkingen
van de fabrikant van de siliconenkit
voor het dichten van voegen.
Gebruik bij tegels uit natuursteen
uitsluitend een siliconenkit voor het
dichten van voegen die geschikt is
voor natuursteen.
-
-
-
-
80
Extern aansluitkastje
Tussen het aansluitkastje en het
kookvlak of een andere warmtebron
(fornuis, oven enz.) moet een af
stand van minstens 150 mm worden
in acht genomen.
-
Het aansluitkastje kan als volgt worden
geplaatst:
los in de onderkast onder het kook
–
vlak.
op een zijwand in de onderkast on
–
der het kookvlak.
– op de muur achter de onderkast.
– in een kast ernaast.
-
-
Als er onder het kookvlak een tus
senbodem is aangebracht, mag het
aansluitkastje zich in geen geval tus
sen het kookvlak en de tussenbo
dem bevinden.
-
-
-
81
Elektrische aansluiting
Het toestel mag uitsluitend door een
vakman of vakvrouw worden aange
sloten. Hij of zij kent de voorschriften
die van toepassing zijn en houdt
zich daar strikt aan.
Miele kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor directe of indirecte
schade als gevolg van een ondes
kundig uitgevoerde installatie of on
deskundig uitgevoerde onderhouds
werken of herstellingen.
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
-
Aansluiting en zekering
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje.
Deze gegevens moeten overeenstem
-
men met de gegevens van het elektrici
teitsnet.
-
Elektrische aansluiting: AC 230V/50
Hz
-
-
Miele kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor schade die werd ver
oorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Er bestaat in dat geval onder andere
gevaar voor elektrische schokken.
Na inbouw moet worden gewaarborgd dat onder spanning staande
delen niet kunnen worden aangeraakt.
-
Zie het aansluitschema voor de aan
sluitmogelijkheden.
Verliesstroomschakelaar
Om extra veiligheid te kunnen garanderen, wordt in de EU-voorschriften en
richtlijnen voor België geadviseerd de
elektrische installatie van een verliesstroomschakelaar (30 mA) te voorzien.
Voor Oostenrijk
Vanwege elektronische onderdelen kan
bij defecten een lekstroom worden ver
oorzaakt met een gelijkstroomaandeel
van meer dan 6 mA of van meer dan
20 % van het totale stroomverlies. Daar
om moet de installatie in elk geval voor
zien zijn van gelijkstroomgevoelige
verliesstroomschakelaars.
-
-
-
-
82
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het toestel moet via een schakelaar
met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld.Decontactopening in uitgeschakelde toe
stand moet ten minste 3mmbedragen!
Geschikte schakelaars zijn
overbelastings- en verliesstroomscha
kelaars.
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van
het elektriciteitsnet dient te worden los
gekoppeld, gaat u afhankelijk van de
installatie als volgt te werk:
– Smeltzekeringen:
Neem de inzetstukken helemaal
uit de schroefkappen.
– Automaat met schroefzekeringen
Druk op de testknop (rood) tot de
middelste knop (zwart) uitspringt.of:
–
Inbouwzekeringsautomaat
(stroomonderbreker, min.
type B of C):
Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan)
op 0 (uit).of:
–
Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar)
Zet de hoofdschakelaar van 1 (aan)
op 0 (uit) of druk op de
testtoets.
-
-
of:
Aansluitkabel
Het toestel moet overeenkomstig het
aansluitschema worden aangesloten
door middel van een aansluitkabel van
-
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) die
een geschikte diameter heeft.
Zie het aansluitschema voor de aan
sluitmogelijkheden.
De toegestane aansluitspanning en bij
behorende waarden voor uw toestel
vindt u op het typeplaatje.
-
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel beschadigd is,
moet deze worden vervangen door een
speciale aansluitkabel van het type
H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is
verkrijgbaar bij Miele of via de Service
After Sales.
De aansluitkabel mag uitsluitend door
een vakman of vakvrouw worden
vervangen. Hij of zij is op de hoogte
van de nationale voorschriften en de
voorschriften van de plaatselijke elektri
citeitsmaatschappij, en hij of zij neemt
ze zorgvuldig in acht.
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje.
De aarddraad moet bevestigd wor
den aan de aansluiting met het sym
bool -.
-
-
-
-
-
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha
keld.
-
83
Elektrische aansluiting
Aansluitschema
84
Technische Dienst van Miele, typeplaatje
Neem bij storingen die u zelf niet kunt oplossen contact op met:
uw Miele-handelaar of
–
de Technische Dienst van Miele
–
Het telefoonnummer van de Technische Dienst van Miele vindt u op de achter
zijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u een beroep doet op de Technische Dienst, geef dan altijd het
toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeenstemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
-
858687
Wijzigingen voorbehouden / 1310
M.-Nr. 07 581 190 / 02
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.