Miele KM 5837, KM 5838, KM 5845, KM 5851, KM 5853 Operating instructions [nl]

...
Gebruiks- en montageaanwijzing
Keramische kookvlakken KM 5837 / 5838 / 5845 KM 5851 / 5853 / 5854 / 5856 KM 5857 / 5864
Lees absoluut de gebruiks­en montageaanwijzing voor u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 581 190
2
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Modellen .........................................................5
KM 5837 / KM 5838 ..............................................5
KM 5845 .......................................................6
KM 5851 / KM 5853 / KM 5854 / KM 5857 .............................7
KM 5856 .......................................................8
KM 5864 .......................................................9
Bedieningsveld ...................................................10
Kookzonegegevens ................................................12
Speciale uitvoering ................................................13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid .................................14
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................20
Vóór het eerste gebruik............................................21
Eerste reiniging ...................................................21
Toestel in gebruik nemen ...........................................21
Werking van de kookzones.........................................22
Bediening .......................................................23
Bedieningsprincipe ................................................23
Inschakelen ......................................................24
Tabel met vermogensstanden ........................................25
Kookstartautomaat.................................................26
Kookzone-uitbreiding...............................................28
Uitschakelen / weergave van de resterende warmte ......................30
Kookgerei .......................................................31
Tips om stroom te besparen........................................32
Timer ...........................................................33
Kookwekker ......................................................34
Kookzone automatisch uitschakelen ...................................37
Combinatiegebruik ................................................38
Veiligheidsvoorzieningen ..........................................39
Vergrendeling / inschakelblokkering ...................................39
Stop and Go......................................................41
Veiligheidsuitschakeling ............................................42
Beveiliging tegen oververhitting ......................................43
Reiniging en onderhoud ...........................................44
Programmering ..................................................46
Storingen verhelpen ..............................................49
3
Inhoud
Kookvermogen testen .............................................53
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................55
Con|ctivity en Miele|home ........................................57
Beschrijving van Con|ctivity.........................................57
Beschrijving van Miele|home ........................................58
Onderdelen van het systeem.........................................58
Kookvlak aanmelden ...............................................59
Kookvlak afmelden ................................................60
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen.............................61
Kookvlakken met randlijst/facetrand .................................66
Inbouwafmetingen .................................................66
KM 5837 ......................................................66
KM 5838 ......................................................67
KM 5851 ......................................................68
KM 5853 ......................................................69
KM 5854 ......................................................70
KM 5856 ......................................................71
KM 5864 ......................................................72
Inbouw ..........................................................73
Kookvlakken zonder randlijst .......................................76
Inbouwafmetingen .................................................76
KM 5845 ......................................................76
KM 5857 ......................................................77
Inbouw ..........................................................78
Extern aansluitkastje ..............................................81
Elektrische aansluiting ............................................82
Aansluitkabel .....................................................83
Aansluitschema ...................................................84
Technische Dienst van Miele, typeplaatje .............................85
4
Modellen
KM 5837 / KM 5838
Beschrijving van het toestel
a Kookzone met 3 diameters
b Kookzone met 1 diameter
c Kookzone met 1 diameter, die met
b kan worden gecombineerd tot braadplus-zone
d Bedieningsveld
5
Beschrijving van het toestel
KM 5845
a Kookzone met 2 diameters
bd Kookzones met 1 diameter
c Braadzone
f Bedieningsveld
6
KM 5851 / KM 5853 / KM 5854 / KM 5857
Beschrijving van het toestel
ac Kookzones met 2 diameters
bd Kookzones met 1 diameter
e Kookzone met 1 diameter, die met
d kan worden gecombineerd tot braadplus-zone
f Bedieningsveld
7
Beschrijving van het toestel
KM 5856
ac Kookzones met 2 diameters
bd Kookzones met 1 diameter
e Kookzone met 1 diameter, die met
d kan worden gecombineerd tot braadplus-zone
f Bedieningsveld
8
KM 5864
Beschrijving van het toestel
ab Kookzones met 1 diameter
b Kookzone met 2 diameters
c Kookzone met 3 diameters
e Kookzone met 1 diameter, die met
d kan worden gecombineerd tot braadplus-zone
f Bedieningsveld
9
Beschrijving van het toestel
h
h
Bedieningsveld
m
k h
b l
b
b l
b
88
0
12
0
12
0
0123456789 0123456789 0123456789
0123456789 0123456789
12
3
5
3
4
6
4
5
6
8
7
8
7
5
3
9
9
c
4
a
0
i
6
12
0
8
7
12
9
5
3
3
6
4
5
4
8
7
6
8
7
e
88
j
f g
e
9
b d
9
b
d b
b
10
a
h
kjm
g
c
i
f
Beschrijving van het toestel
Sensortoetsen
a Kookvlak in-/uitschakelen
b Vermogensstand instellen
c Kookvlak vergrendelen
d Kookzone uitbreiden (extra verwarmingskring inschakelen)
e - Tijd instellen
- Vermogensstand instellen voor de kookzone midden achteraan, indien aanwe zig
f Stop and Go
g - Timer selecteren
- Van timerfunctie veranderen
- Een uitschakeltijd selecteren (zie rubriek "Kookzone automatisch uitscha­kelen")
h Timer in stappen van een half uur instellen
Controlelampjes
i Vergrendeling
j Controlelampje van de kookzone, bijv. controlelampje rechtsboven = kookzone
rechts achteraan
-
k Controlelampje dat halve uren aangeeft wanneer u een kookwekkertijd van
meer dan 99 minuten instelt
l Weergave van de resterende warmte
m Timerdisplay
00 tot 99 = Tijd in minuten
0.^ tot 9^ = Tijd in uren PS = Programmering (zie gelijknamige rubriek)
11
Beschrijving van het toestel
Kookzonegegevens
Kookzone KM 5837 / KM 5838
C in cm Vermogen in Watt bij 230 V
f 14,5 / 21,0 / 27,0 1050 / 2050 / 3200
x 18,0 1800
z 18,0 1800
z + x 18,0 x 41,0 4000
Totaal: 7200
Kookzone KM 5845
C in cm Vermogen in Watt bij 230 V
y 12,0 / 21,0 750 / 2200
w 14,5 1200
x 17,0 / 17,0 x 29,0 1500 / 2600
z 18,0 1800
Totaal: 7800
Kookzone KM 5851 / KM 5856 KM 5853 / 5854 / 5857
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
y 10,0 / 18,0 600 / 1800 12,0 / 21,0 750 / 2200
w 14,5 1200 14,5 1200
b 12,0 / 21,0 750 / 2200 14,5 / 23,0 1500 / 3200
x 18,0 1800 18,0 1800
z 18,0 1800 18,0 1800
z + x 18,0 x 41,0 4000 18,0 x 41,0 3900
Totaal: 9200 Totaal: 10500
12
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
Beschrijving van het toestel
Kookzone KM 5864
C in cm Vermogen in Watt bij 230 V
y 14,5 1200
w 12,0 / 21,0 750 / 2200
b 14,5 / 21,0 / 27,0 1050 / 2050 / 3200
x 18,0 1800
z 18,0 1800
z + x 18,0 x 41,0 3900
Totaal: 10500
Speciale uitvoering
Kookvlakken met het symbool < in de linkerbovenhoek zijn zo ontworpen dat er een communicatiemodule kan worden ingebouwd voor het Miele|home-systeem (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren").
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit kookvlak voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Lees de gebruiks- en montageaan wijzing daarom aandachtig door voordat u het kookvlak in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toe­stel.
Bewaar de gebruiks- en montage­aanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
-
Dit kookvlak is bedoeld voor gebruik
~
in het huishouden en gelijkaardige om gevingen zoals
in winkels, kantoren en
gelijkaardige werkomgevingen,
op boerderijen
door klanten in hotels, motels,
bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen. Gebruik het kookvlak uitsluitend in huishoude lijke context voor het bereiden en warmhouden van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is
~
niet toegelaten. Miele is niet verant­woordelijk voor schade die wordt ver­oorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om dit kookvlak veilig te bedienen, mogen dit kookvlak alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
-
-
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Maak gebruik van de vergrendeling
~
om te vermijden dat kinderen het kook vlak onverhoeds inschakelen of instel lingen wijzigen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
kookvlak komen in het oog. Laat kin deren nooit met het toestel spelen.
Kinderen mogen het kookvlak alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bedie ning ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moe ten de eventuele risico's van een foutie ve bediening kunnen beseffen.
Het kookvlak wordt heet wanneer
~
het in gebruik is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich aan verbranden.
Bewaar geen voorwerpen die voor
~
kinderen interessant zijn boven of ach­ter het toestel. Anders worden kinderen ertoe verleid op het toestel te klauteren. Er is gevaar voor verbranding!
-
-
Zorg ervoor dat kinderen geen heet
~
kookgerei omlaag kunnen trekken. Draai de handvaten van de kookpotten
­en pannen over het werkblad. Hierdoor
voorkomt u dat iemand zich verbrandt. In de handel vindt u een speciaal beveiligingshekje waardoor dit risico wordt beperkt.
Delen van de verpakking, bijv. folie
~
of piepschuim, kunnen voor kinderen
-
gevaar inhouden. Kinderen kunnen verstikken! Bewaar deze delen van de
-
verpakking buiten hun bereik en verwij
-
der de verpakking ook zo vlug mogelijk.
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het kookvlak
~
wordt geplaatst, of het aan de buiten kant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van het
~
kookvlak is alleen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsys teem. Het is belangrijk dat u dit con troleert. Laat de elektrische installatie in uw wo ning bij twijfel door een elektricien con­troleren. De fabrikant kan niet aanspra­kelijk worden gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardlei­ding onderbroken was of gewoon ont­brak (bijv. elektrische schokken).
Vergelijk zeker eerst de aansluitge-
~
gevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van uw elektrische installatie. Sluit daarna pas uw kookvlak aan. Deze gegevens dienen absoluut over een te stemmen. Anders treedt er scha de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw elektricien.
Gebruik uw kookvlak enkel in inge
~
bouwde toestand. Enkel dan is een vei lige werking gewaarborgd.
-
-
-
-
-
Open in geen geval de ommanteling
~
van het kookvlak. Wanneer u aansluitingen onder span ning aanraakt of de elektrische en me chanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het kookvlak leiden.
Installatiewerken, onderhouds
~
werken en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
­reparatiewerken kunnen er voor de ge-
bruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos als aan een van deze voorwaarden is voldaan:
– De zekeringen in uw zekeringkast
zijn uitgeschakeld.
De schroefzekeringen in uw
­zekeringkast zijn helemaal uitge
draaid.
De stekker is uit het stopcontact ge trokken.
­Trek bij toestellen met stekker niet
aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet.
-
-
-
-
-
16
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als het kookvlak is uitgerust met een
~
communicatiemodule, moeten zowel het kookvlak als de communicatiemo dule van het elektriciteitsnet losgekop peld zijn tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken.
Laat u het kookvlak tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als de aansluitkabel beschadigd is
~
moet een elektricien de kabel vervangen door een speciale aansluit­kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijg­baar bij de fabrikant of de Service After Sales van Miele.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of verlengkabels om het kookvlak aan te sluiten. Die bieden niet voldoende vei ligheidsgaranties. Er bestaat onder meer gevaar voor oververhitting.
Als het kookvlak defect is of als de
~
glaskeramiekplaat barsten of spleten vertoont, mag u het kookvlak niet in ge bruik nemen en dient u het toestel di rect uit te schakelen. Ontkoppel het toestel in dat geval van het elektrici teitsnet. Anders bestaat het risico dat u elektrische schokken oploopt.
-
-
-
-
Efficiënt gebruik
Het toestel wordt heet wanneer het
~
in gebruik is en dat blijft het ook nog
­enige tijd na het uitschakelen. Pas zo
dra de aanduiding voor resterende warmte is uitgegaan, is het gevaar om u te verbranden geweken.
Laat het toestel niet zonder toezicht
~
achter terwijl het in werking is! De fabrikant is niet verantwoordelijk voor de schade die door het verwar men van leeg kookgerei kan optreden aan de glaskeramiek. Door oververhitting kunnen olie en vet in brand vliegen en kan vervolgens het toestel in brand vliegen.
Als heet vet of hete olie in brand
~
vliegt, probeer het vuur dan niet met water te blussen! Doe het vuur stikken, bijv. met een deken, een vochtige vaat­doek of iets in die aard.
Gebruik het toestel niet om het ver-
~
trek te verwarmen. Door de hoge tem­peraturen bestaat er brandgevaar voor licht ontvlambare voorwerpen in de om geving van het toestel. Bovendien ver mindert dat de levensduur van het toe
-
stel.
Het bedieningsveld en de omran
~
ding (vb facetrand) kunnen door in vloed van volgende factoren warm wor den: gebruiksduur, hoge vermogens
-
stand(en), groot kookgerei en aantal gebruikte kookzones.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bescherm uw handen telkens als u
~
met het hete toestel omgaat. Maak ge bruik van ovenwanten, pannenlappen of iets dergelijks. Zorg ervoor dat dit textiel niet nat of vochtig is. Anders wordt de warmte sterker overgedragen en kunt u zich verbranden.
Flambeer nooit gerechten onder een
~
dampkap. De ventilator zuigt de vlam men aan zodat de dampkap in brand kan vliegen.
Gebruik het toestel niet om er voor
~
werpen op neer te leggen. Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel onverhoeds inschakelt of als het nog warm is van een bereiding, be­staat het risico dat metalen voorwerpen verhitten. U kunt zich eraan verbran­den. Afhankelijk van het materiaal, kunnen voorwerpen die u op het toestel plaatst ook smelten of in brand vliegen. Natte deksels van kookgerei kunnen zich vastzuigen. Vergeet de kookzones na gebruik niet uit te schakelen!
Dek het toestel nooit af met een
~
doek of folie. Het kan zo heet zijn dat er brandgevaar is.
Gebruik geen kookgerei van kunst
~
stof of aluminiumfolie. Dat smelt bij ho gere temperaturen. Er is dan ook brandgevaar!
-
-
-
-
-
Verwarm geen gesloten recipiënten,
~
bijv. conservenblikjes, met dit toestel. Door de resulterende overdruk kunnen de recipiënten of blikjes uiteenspatten. Er is dan risico op verbrandingen en ander lichamelijk letsel!
Gebruik alleen kookpotten en pan
~
nen met een effen bodem. Als u kookpotten en pannen met een ruwe bodem gebruikt, kunnen er krassen op de glaskeramiekplaat optreden.
Als u kookgerei uit aluminium of met
~
een aluminium bodem gebruikt, kunnen er metaalachtige, glinsterende vlekken optreden op het kookvlak. Deze vlek­ken kunnen worden verwijderd met het reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
Verwarm nooit leeg kookgerei tenzij
~
de fabrikant van het kookgerei deze toepassing uitdrukkelijk toelaat. Als u hiermee geen rekening houdt, kan het kookvlak schade oplopen.
Hou het kookvlak schoon. Zout, sui
~
ker of zandkorreltjes, bijv. van tijdens het schoonmaken van groenten, kun nen krassen veroorzaken.
Zet in geen geval hete kookpotten of
~
pannen op het bedieningsveld. De elektronische besturing die eronder zit, kan daardoor schade oplopen.
Vermijd dat er voorwerpen of kook
~
gerei op de glaskeramiekplaat vallen. Zelfs lichte voorwerpen zoals zoutvaatjes kunnen barsten of spleten in de glaskeramiekplaat veroorzaken.
-
-
-
-
18
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Om te vermijden dat resten gaan in
~
branden, verwijdert u het vuil zo vlug mogelijk. Als u een kookpot of pan op zet, let er dan op dat de bodem zuiver is, droog en vrij van vet.
Als er suiker, eten met suiker, kunst
~
stof of aluminiumfolie op een warm kookvlak terechtkomt, moet u het toe stel uitschakelen. Verwijder deze stof fen onmiddellijk grondig met een glas krabber, terwijl de kookzone nog heet is. Als u zou wachten tot het toestel is afgekoeld, zou u het oppervlak bescha digen. Let op dat u zich niet verbrandt! Maak de kookzone verder schoon zo­dra ze afgekoeld is.
Wees voorzichtig als u een stopcon-
~
tact gebruikt dicht bij het toestel. De ka­bel van een ander toestel mag niet met het hete toestel in aanraking komen. De isolatie van de kabel kan beschadigd raken. Er bestaat gevaar voor elek­trische schokken!
-
-
-
-
-
-
Zorg ervoor dat de gerechten altijd
~
voldoende worden verwarmd. Kiemen die eventueel in de gerechten aanwe zig zijn, worden alleen gedood als de temperatuur waaraan ze worden bloot gesteld hoog genoeg is en die lang ge noeg wordt aangehouden.
Als het toestel is ingebouwd achter
~
een meubeldeur, mag het alleen wor den gebruikt wanneer de meubeldeur is geopend. De meubeldeur mag pas worden geslo ten wanneer het toestel uitgeschakeld
­is en de streepjes voor resterende warmte verdwenen zijn.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
-
-
-
-
Als er onder het kookvlak een lade
~
is aangebracht, mag u daarin geen ont vlambare vloeistof noch brandbare voorwerpen zoals bijv. spraybussen be waren. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hitte be stand is.
-
-
-
19
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd voor milieu vriendelijk en recycleerbaar verpak kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw Miele-handelaar neemt de verpakking terug.
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa­raat dan ook nooit met het gewone af­val.
-
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
­de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
20
Eerste reiniging
Vóór het eerste gebruik
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek "Miele Service After Sales, typeplaatje".
Verwijder eventuele beschermfolies en stickers.
Voor het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over het toestel. Vervolgens wrijft u het droog.
Gebruik geen afwasmiddel bij het reinigen. Daardoor kun nen er blauwachtige verkleuringen op de glaskeramiekplaat ontstaan.
Toestel in gebruik nemen
Enkel bij kookvlakken met facetrand (geslepen glazen rand): De eerste dagen na de inbouw kan er een kleine spleet zichtbaar zijn tussen het kookvlak en het werkblad. Door het gebruik wordt die wel kleiner. Ondanks deze spleet blijft de elektrische veiligheid steeds gewaarborgd.
De metalen onderdelen zijn beschermd door een onder­houdsmiddel. Daarom komt er een geur vrij als het toestel voor het eerst wordt gebruikt.
Die geur en eventueel ook damp trekken gauw weg. Deze verschijnselen wijzen niet op een verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel. Ze zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
-
21
Werking van de kookzones
Gewone kookzones met 1 diameter zijn met 1 verwarmingskring uitgerust, kookzones met 2 diameters en braadzones met 2 verwarmingskringen. Afhankelijk van het model zijn de verwarmingskringen mogelijk door een lijn van elkaar gescheiden.
Elke kookzone is voorzien van een beveiliging tegen overver hitting. Deze voorkomt dat de glaskeramiek oververhit raakt (zie rubriek "Beveiliging tegen oververhitting").
Als een vermogensstand wordt ingesteld, wordt de verwar ming ingeschakeld en is de verwarmingskring door de glas keramiek heen zichtbaar.
Het verwarmingsvermogen van de kookzones is afhankelijk van de ingestelde vermogensstand en wordt elektronisch ge regeld. Hiertoe schakelt de verwarming van een kookzone automatisch in en uit.
Kookzone met 1 diameter
a Beveiliging tegen oververhitting
b Verwarmingskring
Kookzone met 2 diameters
a Techniekgebonden, geen defect
-
-
-
-
22
b Beveiliging tegen oververhitting
c Buitenste verwarmingskring
d Isoleerkring
e Binnenste verwarmingskring
Bedieningsprincipe
Bediening
Het bedieningspaneel van uw keramische kookvlak is voor zien van elektronische sensortoetsen. Die reageren op het contact met uw vingers.
Als het kookvlak is uitgeschakeld, zijn alleen de symbolen voor de aan-uitsensortoets van het kookvlak en de vergren deling zichtbaar. Als het kookvlak wordt ingeschakeld, lichten alle andere sensortoetsen op. In de cijferreeksen brandt "0" helderder dan de overige cijfers.
Door met een vinger de gewenste sensortoetsen aan te ra ken, bedient u het kookvlak. Bij elke reactie van de sensor toetsen hoort u een geluidssignaal.
Hou het bedieningsveld altijd schoon. Leg er geen voor­werpen op. Anders reageren de sensortoetsen niet of acti­veert u onbedoeld functies. Ook is het mogelijk dat het kookvlak dan automatisch wordt uitgeschakeld (zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling"). Zet in geen geval heet kookgerei op de sensortoetsen. De elektronische besturing die eronder zit, kan daardoor schade oplopen.
-
-
-
-
23
Bediening
Inschakelen
Schakel eerst het kookvlak in en activeer daarna de ge wenste kookzone.
Laat het toestel niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is!
Kookvlak inschakelen
Raak de sensortoets s aan.
^
Alle sensortoetsen lichten op. In de cijferreeksen brandt "0" helderder dan de overige cijfers. Stelt u niets in, dan wordt het kookvlak om veiligheidsredenen na enkele seconden weer uitgeschakeld.
Kookzone activeren
Een kookzone is niet actief als alleen de "0" van de cijferreeks brandt. Raak de "0" aan om de kookzone te activeren. Alle vermogensstanden lichten op.
Vermogensstand instellen
In de fabriek geprogrammeerde vermogensstanden
^ Raak het betreffende cijfer aan in de cijferreeks van de ge-
wenste kookzone.
-
Als u bijv. vermogensstand 7 instelt, branden de cijfers 0 tot 7 helderder dan de overige cijfers.
Tussenstanden als u het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid
(zie rubriek "Tabel met vermogensstanden")
^
Raak de ruimte tussen de cijfers aan.
Als u bijv. vermogensstand 7+ instelt, branden de cijfers 7 en 8 helderder dan de overige cijfers.
Vermogensstand wijzigen
^
Raak het betreffende cijfer aan in de cijferreeks van de ge wenste kookzone.
24
-
Bediening
Tabel met vermogensstanden
In de fabriek zijn 9 vermogensstanden geprogrammeerd. Als u fijner afgestemde vermogensstanden wenst, kunt u het aantal standen uitbreiden (zie rubriek "Pro grammering").
Bereidingsproces Vermogensstand*
Fabrieksinstel
ling
(9 vermogens-
standen)
Boter, chocolade enz. laten smelten Gelatine oplossen Yoghurt bereiden
Saus aanmaken met enkel eigeel en boter Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Gerechten die gemakkelijk aanbranden warmhouden Rijst koken
Vloeibare of halfvaste gerechten opwarmen Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus of sauce hollandaise Rijstpap of havermoutpap maken Omelet of spiegelei zonder korst bakken Fruit blancheren
Diepvriesproducten ontdooien Groente of vis stoven Deegwaren of peulvruchten gaar koken Graan gaar koken
Gerechten in grotere hoeveelheden aan de kook brengen en verder laten koken
Vis, schnitzel, worst, spiegeleieren e.d. behoedzaam laten braden of bakken zonder dat het vet oververhit wordt
Pannenkoeken, flensjes e.d. bakken 7 tot 8 7 tot 8+
Grote hoeveelheden water aan de kook brengen Aankoken
1 tot 2 1 tot 2+
1 tot 3 1 tot 3+
2 tot 4 2 tot 4+
3 tot 5 3 tot 5+
55+
6 tot 7 6 tot 7+
8 tot 9 8+ tot 9
Aantal uitgebreid
­(17 vermogens-
standen)
-
* De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale porties voor
4 personen. Als u extra hoog kookgerei gebruikt, zonder deksel kookt of grotere hoeveelheden bereidt, moet een hogere vermogensstand worden ingesteld. Bereidt u kleinere hoeveelheden, stel dan een lagere vermogensstand in.
25
Bediening
Kookstartautomaat
Activeren
Deactiveren
Als de kookstartautomaat geactiveerd is, wordt de betreffen de kookzone automatisch een bepaalde tijd op het hoogste vermogen verwarmd. Daarna wordt teruggeschakeld naar de vermogensstand die u hebt ingesteld. Dit noemen we de voortkookstand. De kookstarttijd hangt af van de ingestelde voortkookstand (zie tabel).
Bij hoge voortkookstanden zijn slechts relatief korte kookstarttijden vereist, omdat met deze instellingen meestal leeg kookgerei wordt opgewarmd om te braden.
Stel een voortkookstand in door het gewenste cijfer aan te
^
raken totdat een geluidssignaal weerklinkt en de ingestelde voortkookstand begint te knipperen.
Gedurende de kookstart (zie tabel) knippert de ingestelde voortkookstand.
Wordt tijdens de kookstart de voortkookstand gewijzigd, dan wordt de kookstartautomaat gedeactiveerd.
Als u het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid (zie ru­briek "Programmering") en een tussenstand hebt ingesteld, knipperen de vermogensstanden voor en na de tussenstand.
-
26
U kunt de kookstartautomaat gedurende de kookstarttijd uit schakelen:
^
Raak de ingestelde voortkookstand aan totdat het cijfer constant brandt, of stel een andere vermogensstand in.
-
Bediening
Voortkookstand* Kookstarttijd (duur)
in minuten en seconden (ca.)
1 1:20
1+ 2:00
2 2:45
2+ 3:25
3 4:05
3+ 4:45
4 5:30
4+ 6:10
5 6:50
5+ 7:10
6 1:20
6+ 2:00
7 2:45
7+ 2:45
8 2:45
8+ 2:45
9-
* De voortkookstanden 1+ enz. zijn alleen beschikbaar als u
het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid (zie rubriek "Programmering").
27
Bediening
Kookzone-uitbreiding
Als u groot kookgerei gebruikt, kunt u de tweede of derde verwarmingskring van een kookzone inschakelen als de kookzone meerdere diameters heeft of kan worden gecombi neerd tot een braad(plus-)zone (zie "Beschrijving van het toe stel"). Afhankelijk van uw model, kunnen twee boven elkaar lig gende kookzones met elkaar worden gecombineerd tot een braadplus-zone. Dit gebeurt via een verwarmingselement dat de kookzones overbrugt. Deze braadplus-zone kan alleen via de cijferreeks van de kookzone rechts vooraan worden be diend.
Als een extra verwarmingskring wordt ingeschakeld, brandt de sensortoets voor het uitbreiden van de kookzone helderder dan normaal. Bij een kookzone met drie diameters kunt u op het bedieningsveld geen onderscheid zien tussen de uitbreiding met een tweede of derde verwarmingskring.
Als u een kookzone uitschakelt, wordt de kookzone­uitbreiding ook uitgeschakeld.
Kookzone met 2 diameters / braadzone
-
-
-
-
Braadplus-zone
28
^ Raak "0" aan in de cijferreeks van de betreffende kookzone.
^ Stel de gewenste vermogensstand in door het betreffende
cijfer aan te raken.
^
Raak de sensortoets voor het uitbreiden van de kookzone aan.
^
Raak "0" aan in de cijferreeks van de kookzone rechts voor aan.
^
Stel de gewenste vermogensstand in door het betreffende cijfer aan te raken.
^
Raak de sensortoets voor het uitbreiden van de kookzone aan.
De ingestelde vermogensstand wordt in de cijferreeks van de kookzone rechts vooraan weergegeven. De cijferreeks van de kookzone rechts achteraan gaat uit.
-
Kookzone met 3 diameters
Raak "0" aan in de cijferreeks van de kookzone met drie
^
diameters.
Stel de gewenste vermogensstand in door het betreffende
^
cijfer aan te raken.
Raak de sensortoets voor het uitbreiden van de kookzone
^
zo vaak aan tot het gewenste aantal verwarmingskringen is ingeschakeld.
Kookzone-uitbreiding uitschakelen
Raak de sensortoets voor het uitbreiden van de kookzone
^
zo vaak aan tot het controlelampje uitgaat.
Bediening
29
Bediening
Uitschakelen / weergave van de resterende warmte
Kookzone uitschakelen
Raak het cijfer "0" aan in de cijferreeks van de betreffende
^
kookzone.
De cijfers 1 tot 9 van de cijferreeks doven na enkele secon den. Is de kookzone nog heet, dan wordt via streepjes de resterende warmte weergegeven.
Kookvlak uitschakelen
^
Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. De cijfers 1 tot 9 van de cijferreeks doven na enkele seconden. Voor de kookzones die nog heet zijn, wordt de resterende warmte via streepjes weergegeven.
De streepjes die de resterende warmte weergeven, ver­dwijnen één voor één naarmate de kookzones afkoelen. Het laatste streepje dooft pas zodra u de kookzones zonder enig risico kunt aanraken.
-
Raak de sensortoets s aan.
Raak de kookzones niet aan zolang de streepjes voor de resterende warmte branden. Leg op de kookzones ook geen voorwerpen die geen hitte kunnen verdragen. Gevaar voor brandwonden en brand!
Na een stroomonderbreking knipperen de streepjes voor de resterende warmte.
30
Kookgerei
Het best geschikt zijn potten en pannen met een dikke
bodem, die zich in koude toestand lichtjes naar binnen welven. Als de bodem heet wordt, ligt die dan mooi effen op de kookzone. Zo wordt de warmte optimaal geleid.
Koud Warm
Kookgerei uit glas, keramiek of aardewerk is minder ge
schikt. Deze materialen geleiden de warmte niet goed ver der.
– Kookgerei van kunststof of aluminiumfolie is niet geschikt.
Dat smelt bij hogere temperaturen.
– Als u kookgerei uit aluminium of met een aluminium bodem
gebruikt, kunnen er metaalachtige, glinsterende vlekken optreden op het kookvlak. Deze vlekken kunnen worden verwijderd met het reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
-
-
– Gebruik alleen kookpotten en pannen met een effen bo-
dem. Als u kookpotten en pannen met een ruwe bodem gebruikt, kunnen er krassen op de glaskeramiekplaat op­treden.
Hef het kookgerei op wanneer u het verplaatst. Zo voor komt u strepen en krassen.
Merk op dat in winkels bij potten en pannen vaak de maxi male of bovenste diameter wordt opgegeven. Wat telt, is echter de meestal kleinere diameter van de bodem.
-
-
31
Tips om stroom te besparen
Let erop dat de pot- of panbodem met het formaat van de
kookzone overeenstemt of iets groter is. Zo wordt er geen warmte verspild.
Te klein Gepast
Kook bij voorkeur met een deksel op de kookpot of pan. Zo
vermijdt u dat er nodeloos warmte ontsnapt.
Zonder deksel Met deksel
– Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pot. Een
kleine pot op een kleine kookzone gebruikt minder energie dan een grote, slechts gedeeltelijk gevulde pot op een grote kookzone.
32
Kook met weinig water en kies na het begin van het kook­of braadproces een lagere vermogensstand.
Schakel de kookzone bij lange kooktijden reeds 5 à 10 minuten voor het einde van de kooktijd uit. Zo benut u de resterende warmte.
Timer
h
Als u de timer wilt gebruiken moet het kookvlak ingeschakeld zijn.
U kunt de timer op twee manieren gebruiken:
als kookwekker
voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut (01) en 9 uren (9^).
Een tijd tot 99 minuten wordt in minuten ingesteld en weerge geven. Voorbeeld
Bij een tijd van meer dan 99 minuten, moet eerst de sensor­toets h worden aangeraakt. De tijd wordt in stappen van een half uur ingesteld. De halve uren worden via een punt naast het cijfer weergegeven. Voorbeeld (2 uur en 30 minuten):
Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt 00 op het timerdisplay. Tegelijkertijd weerklinkt er ca. 30 seconden lang een geluidssignaal.
-
33
Timer
h
h
h
Kookwekker
Kookwekkertijd instellen
Minuten
Voorbeeld: U wilt 15 minuten instellen.
Schakel het kookvlak in (als dat nog niet gebeurd is).
^
Raak de sensortoets m aan.
^
De sensortoets m knippert. Op het timerdisplay verschijnt 00. De 0 rechts knippert.
Eerst wordt het linkercijfer van de tijd ingesteld, vervolgens het rechtercijfer.
^ Raak in de cijferreeks het cijfer aan dat u wilt instellen als
linkercijfer (in dit voorbeeld 1).
Op het timerdisplay knippert nu rechts een 1.
^
Raak in de cijferreeks het cijfer aan dat u wilt instellen als rechtercijfer (in dit voorbeeld 5).
De 1 verschuift naar links en rechts verschijnt 5.
Na enkele seconden stopt de sensortoets m met knipperen en begint het aftellen van de kookwekkertijd.
34
Uren
hhh
Timer
U kunt volle uren instellen door in de cijferreeks het betreffen de cijfer aan te raken. U kunt halve uren instellen door in de cijferreeks de ruimte tussen 2 cijfers aan te raken. Voorbeeld: U wilt 2 uren en 30 minuten instellen.
Schakel het kookvlak in (als dat nog niet gebeurd is).
^
Raak de sensortoets m aan.
^
De sensortoets m knippert. Op het timerdisplay verschijnt 00. De 0 rechts knippert.
^ Raak de sensortoets h aan om de tijd in stappen van een
half uur in te stellen.
^
Raak in de cijferreeks de ruimte tussen de cijfers 2 en 3 aan.
-
Na enkele seconden stoppen de sensortoets m en het timerdisplay met knipperen. Het aftellen van de kookwekker tijd begint.
-
35
Timer
Kookwekkertijd wijzigen
Raak de sensortoets m aan.
^
Stel de gewenste tijd in zoals hierboven beschreven.
^
Kookwekkertijd wissen
Raak de sensortoets m aan.
^
Raak in de cijferreeks het cijfer 0 aan.
^
36
Kookzone automatisch uitschakelen
U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch moet worden uitgeschakeld. De functie voor het automatisch uitschakelen kan voor alle kookzones tegelijk worden geprogrammeerd.
Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal toegelaten gebruiksduur, wordt de kookzone na afloop van de tijd van de veiligheidsuitschakeling (zie gelijknamige ru briek) uitgeschakeld.
Stel voor de betreffende kookzone een vermogensstand in.
^
Raak de sensortoets m zo vaak aan tot op het timerdisplay
^
het controlelampje van de betreffende kookzone knippert.
Als meerdere kookzones ingeschakeld zijn, knipperen de controlelampjes in wijzerzin, te beginnen vanaf links vooraan.
^ Stel de gewenste tijd in.
De ingestelde tijd wordt in stappen van een minuut afgeteld. Op het timerdisplay ziet u de resterende tijd. U kunt deze op elk moment wijzigen.
Timer
-
Als u ook een andere kookzone automatisch wilt laten uit­schakelen, gaat u te werk zoals reeds beschreven.
Als meerdere uitschakeltijden geprogrammeerd zijn, wordt de kortste resterende tijd weergegeven. Op het timerdisplay knippert het controlelampje van de betreffende kookzone. De andere controlelampjes branden continu. Wilt u de resteren de tijden weergeven die op de achtergrond aflopen, raak dan de sensortoets m zo vaak aan totdat op het timerdisplay het gewenste controlelampje knippert.
-
37
Timer
Combinatiegebruik
U kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitscha kelen" tegelijk gebruiken.
Ga als volgt te werk als u een of meer uitschakeltijden hebt geprogrammeerd en ook de kookwekker wilt instellen: Raak de sensortoets m zo vaak aan tot de controlelampjes van de geprogrammeerde kookzones continu branden en op het timerdisplay 00 verschijnt.
Ga als volgt te werk als u de kookwekker hebt ingesteld en ook een of meer uitschakeltijden wilt programmeren: Raak de sensortoets m zo vaak aan tot op het timerdisplay het controlelampje van de betreffende kookzone knippert.
Kort na het invoeren van de laatste waarde schakelt het timerdisplay over naar de weergave van de kortste resteren­de tijd. Wilt u de resterende tijden weergeven die op de achtergrond aflopen, raak dan de sensortoets m zo vaak aan totdat op het timerdisplay het gewenste controlelampje knippert
(automatisch uitschakelen).
- het timerdisplay knippert (kookwekkertijd).
U kunt in wijzerzin de tijden voor alle ingeschakelde kookzo­nes en de kookwekkertijd weergeven, te beginnen vanaf de kortste resterende tijd.
-
38
Vergrendeling / inschakelblokkering
Om te vermijden dat iemand het kookvlak en de kookzones per vergissing inschakelt of instellingen wijzigt, is uw toestel uitgerust met een vergrendeling (inschakelblokkering).
De vergrendeling kan worden geactiveerd als het kookvlak is ingeschakeld. Als de vergrendeling geactiveerd is, kan het kookvlak alleen nog beperkt worden bediend:
De vermogensstanden van de kookzones en de instel
lingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
De kookzones, het kookvlak en de timer kunnen wel wor
den uitgeschakeld, maar daarna niet weer worden inge schakeld.
De inschakelblokkering kan worden geactiveerd als het kookvlak is uitgeschakeld. Als de inschakelblokkering geacti­veerd is, kan het toestel niet worden ingeschakeld en kan de timer niet worden bediend.
De programmering is in de fabriek zo ingesteld dat de in­schakelblokkering handmatig moet worden geactiveerd. U kunt deze instelling wijzigen, zodat de inschakelblokkering 5 minuten na het uitschakelen van het kookvlak automatisch wordt geactiveerd (zie rubriek "Programmering").
Veiligheidsvoorzieningen
-
-
-
Als een niet-toegelaten sensortoets wordt aangeraakt terwijl de vergrendeling of de inschakelblokkering geactiveerd is, gaat het controlelampje aan.
Hou ermee rekening dat de vergrendeling en de inscha kelblokkering worden gedeactiveerd bij een stroomonder breking.
-
-
39
Veiligheidsvoorzieningen
Activeren
Raak de sensortoets $ zo lang aan tot het bijhorende con
^
trolelampje aangaat.
Kort daarna gaat het controlelampje uit.
-
Deactiveren
U kunt de instelling voor de vergrendeling wijzigen van acti vering met één vinger in activering met drie vingers (zie ru briek "Programmering"). Kinderen kunnen dan minder gemak kelijk functies activeren.
Raak de sensortoets $ zo lang aan tot het controlelampje
^
uitgaat.
-
-
-
40
Stop and Go
Veiligheidsvoorzieningen
Activeren
Deactiveren
Uw toestel is uitgerust met een functie die bij het activeren er van de vermogensstand van al de ingeschakelde kookzones beperkt tot stand 1. De vermogensstanden van de kookzones en de instelling van de timer kunnen niet worden gewijzigd. U kunt alleen het kookvlak uitschakelen.
Bij het deactiveren van "Stop and Go" werken de kookzones verder op de vermogensstand die u het laatst hebt ingesteld. Als de functie niet wordt gedeactiveerd, wordt het kookvlak na 1 uur uitgeschakeld.
Bij activering van "Stop and Go"
- wordt het aftellen van een ingestelde tijd voor automatische uitschakeling onderbroken. Zodra u deze functie deactiveert, loopt de tijd verder.
- loopt de kookwekkertijd zonder onderbreking verder.
^ Raak de sensortoets aan.
De vermogensstanden van de ingeschakelde kookzones wor­den tot vermogensstand 1 beperkt.
^
Raak de sensortoets aan.
-
De kookzones werken verder op de laatst ingestelde vermo gensstand.
-
41
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsuitschakeling
Als een kookzone te lang aanstaat
Blijft een kookzone ongewoon lang (zie tabel) op dezelfde vermogensstand in werking, dan wordt die kookzone automa tisch uitgeschakeld. De streepjes voor de resterende warmte worden weergegeven.
Wenst u de kookzone opnieuw te gebruiken, schakel ze dan op de gebruikelijke manier weer in.
Vermogensstand* Maximale gebruiksduur in uren
1/1+ 10
2/2+ 5
3/3+ 5
4/4+ 4
5/5+ 3
6/6+ 2
7/7+ 2
8/8+ 2
91
-
* De vermogensstanden 1+ enz. zijn alleen beschikbaar als
u het aantal vermogensstanden hebt uitgebreid (zie ru­briek "Programmering").
Als de sensortoetsen bedekt zijn
Het kookvlak wordt automatisch uitgeschakeld als een of meer sensortoetsen langer dan ca. 10 seconden bedekt zijn, bijvoorbeeld als u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of als er voorwerpen op liggen. Op het timerdisplay knippert F. Tegelijkertijd weerklinkt gedu rende maximaal 10 minuten om de 30 seconden een geluidssignaal.
^
Reinig het bedieningsveld of verwijder de voorwerpen.
Het geluidssignaal gaat uit en de F verdwijnt. U kunt het kookvlak weer gebruiken.
42
-
Beveiliging tegen oververhitting
Veiligheidsvoorzieningen
Elke kookzone is voorzien van een beveiliging tegen overver hitting. Dat is een onderdeel dat de interne temperatuur be perkt. Hierdoor wordt de verwarming van het toestel automa tisch uitgeschakeld voordat de glaskeramiekplaat oververhit raakt.
De beveiliging tegen oververhitting reageert door de verwar ming in en uit te schakelen, zelfs als de hoogste vermogens stand is ingesteld.
Zodra de glaskeramiekplaat afgekoeld is, wordt de verwar ming weer automatisch ingeschakeld.
De beveiliging tegen oververhitting reageert wanneer
– een kookzone is ingeschakeld zonder kookgerei erop,
– er leeg kookgerei wordt verwarmd.
– de bodem van het kookgerei niet effen op de kookzone
ligt,
– het kookgerei de warmte slecht geleidt.
-
-
-
-
-
-
43
Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval een stoomreiniger om het toe
,
stel te reinigen. De stoom kan op stroomvoerende onder delen terechtkomen en een kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoelen. Wrijf het toestel na elke vochtige reiniging droog. Zo voor komt u kalkafzetting.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de opper vlakken te reinigen:
handafwasmiddel,
– reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder,
schuurmelk, poetsstenen,
-
-
-
-
44
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– reinigingsmiddelen voor de afwasautomaat,
grill- en ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde borstels en sponsjes (bijv. schuurspons jes), of gebruikte sponsjes die nog resten van een schuur middel bevatten,
scherpe voorwerpen (om te vermijden dat de dichtingen tussen de randlijst en het werkblad beschadigd raken).
-
-
Glaskeramiek
Reiniging en onderhoud
Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek. Aange koekt vuil schraapt u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig schoon met speciaal reini gingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Gebruik daartoe wat keukenrolpapier of een schone doek. Breng het reinigings middel niet op een warm kookvlak aan. Hierdoor kunnen er vlekken ontstaan. Hou rekening met de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Vervolgens gaat u met een vochtige doek over het kookvlak. Tot slot wrijft u het kookvlak droog. Zorg ervoor dat u alle rei nigingsmiddelresten verwijdert. Bij volgende bereidingen zouden eventuele resten zich inbranden en de glaskeramiek beschadigen.
Vlekken door kalkresten, water en aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken) kunt u met het reini­gingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal verwijderen.
Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kook­vlak terechtgekomen? Schakel het toestel uit. Verwijder de resten onmiddellijk grondig met een glaskrabber, terwijl de kookzone nog heet is. Let op dat u zich niet verbrandt! Maak de kookzone verder schoon zodra ze afgekoeld is, zo­als eerder beschreven.
-
-
-
-
45
Programmering
U kunt de programmering van uw toestel wijzigen (zie tabel). U kunt verscheidene instellingen na elkaar wijzigen.
Nadat u het toestel in de programmeermodus hebt gezet, ziet u op het timerdisplay P (programma) en S (status). Bij kook vlakken met 3 kookzones verschijnt links achteraan een extra indicator.
In de cijferreeksen links vooraan en links achteraan wordt het programma weergegeven. Voorbeeld: Programma 3 = links vooraan 3, links achteraan 0 Programma 14 = links vooraan 4, links achteraan 1
-
In de cijferreeks rechts achteraan wordt de status weergege ven.
Toestel in de programmeermodus zetten
^ Zorg ervoor dat het kookvlak is uitgeschakeld. Raak tege-
lijkertijd de sensortoetsen s en $ aan totdat het controle-
lampje van de vergrendeling knippert.
Programma instellen
^ Om het rechtercijfer in te stellen, raakt u het betreffende
cijfer aan in de cijferreeks links vooraan.
^ Om het linkercijfer in te stellen, raakt u het betreffende cij-
fer aan in de cijferreeks links achteraan.
Status instellen
^
Raak het betreffende cijfer aan in de cijferreeks rechts vooraan.
Instellingen opslaan
^
Raak de sensortoets s aan totdat de displays worden uit geschakeld.
Instellingen niet opslaan
^
Raak de sensortoets $ aan totdat de displays worden uit geschakeld.
-
-
-
46
Programma* Status** Instelling
Programmering
P0Demo-modus en fabrieks
instellingen
P2Aantal vermogensstanden S0 9 vermogensstanden
P4Geluidssignaal bij het aan
raken van de sensortoet sen
P5Geluidssignaal van de ti-
mer
P6Vergrendeling S0 Vergrendeling met één vinger
S 0 Demo-modus aan
-
S1 Demo-modus uit
S 9 Fabrieksinstellingen herstellen
(1, 2, 3 ... tot 9)
S 1 17 vermogensstanden
(1, 1+, 2, 2+, 3 ... tot 9)
S 0 Uit
-
­S 1 Zacht
S2 Halfluid
S 3 Luid
S 0 Uit
S 1 Zacht, 10 seconden
S2 Halfluid, 10 seconden
S 3 Luid, 10 seconden
door $ aan te raken
S 1 Vergrendeling met drie vingers
door tegelijkertijd $ en vermo gensstand "0" van de beide rechterkookzones aan te raken
-
P7Inschakelblokkering S0 Handmatige activering van de in
schakelblokkering
S 1 Automatische activering van de
inschakelblokkering
* Programma's/statussen die niet in de tabel zijn vermeld, kunt u niet instellen.
** De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt.
-
47
Programmering
Programma* Status** Instelling
P8 Kookstartautomaat S 0 Uit
S1 Aan
P10Miele|home
(alleen bij toestellen met communicatiemogelijkheden die zijn uitgerust met een communicatiemodule)
P11Tweede verwarmingskring
van de kookzone links voor aan
P12Tweede verwarmingskring
van de kookzone rechts vooraan
P13Tweede verwarmingskring
van de kookzone rechts ach­teraan
P14Tweede verwarmingskring
van de kookzone midden achteraan
S0 Niet van toepassing
S 1 Afgemeld
S 2 Aangemeld
S0 Wordt niet automatisch inge
-
S 1 Wordt altijd automatisch inge
S0 Wordt niet automatisch inge-
S 1 Wordt altijd automatisch inge-
S0 Wordt niet automatisch inge-
S 1 Wordt altijd automatisch inge-
S0 Wordt niet automatisch inge
S 1 Wordt altijd automatisch inge
schakeld
schakeld
schakeld
schakeld
schakeld
schakeld
schakeld
schakeld
-
-
-
-
P16Reactiesnelheid van de sen
sortoetsen
* Programma's die niet in de tabel zijn vermeld, kunt u niet instellen.
** De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt.
48
-
S 0 Langzaam
S1 Normaal (300 ms)
S 2 Snel
Storingen verhelpen
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op lossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de Service After Sales van Miele, bespaart u tijd en kosten!
Het onderstaande overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vinden en problemen te verhelpen. Vergeet echter niet:
Reparaties aan elektrische toestellen mogen alleen door vakmensen wor
,
den uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
Probleem Oorzaak Oplossing
Het kookvlak of de kookzones kunnen niet worden inge schakeld.
De inschakelblokkering is geactiveerd.
-
De zekering is gesprongen. Schakel de zekering in
Er heeft zich een tech­nische storing voorgedaan.
Deactiveer de inschakel blokkering (zie rubriek "Ver grendeling / inschakelblok kering").
(min. zekering: zie type­plaatje).
Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van het elektrici­teitsnet. Ga hiertoe als volgt te werk:
– schakel de betreffende
zekering uit of draai de betreffende smeltzekering volledig uit, of
-
-
-
-
-
schakel de aardlekscha kelaar (verliesstroom schakelaar) uit.
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het toestel nog niet gebruiken, neem dan contact op met een elektri cien of met de dienst Her stellingen aan huis van Miele.
-
-
-
-
49
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaak Oplossing
Na het inschakelen van het kookvlak wordt en kele seconden "dE") weergegeven op het timerdisplay. De kookzones worden niet warm.
Het toestel wordt tijdens het gebruik uitgescha keld.
De verwarming van een kookzone wordt automa­tisch in- en uitgescha­keld.
-
-
Het toestel bevindt zich in de demo-modus.
Waarschijnlijk was een kookzone te lang aan één stuk door ingeschakeld.
Vermogensstanden 1 tot 8: dit is normaal!
Vermogensstand 9: De beveiliging tegen oververhitting heeft ge werkt.
-
Deactiveer de demo-modus (zie rubriek "Programmering").
U hoeft niets te doen! U kunt de kookzones weer inschakelen (zie ru briek "Veiligheidsuitscha keling").
U hoeft niets te doen! Dit automatisch in- en uit­schakelen van de verwar­ming is normaal. Dit is een gevolg van de elek­tronische besturing van het verwarmingsvermo­gen (zie rubriek "Werking van de kookzones").
U hoeft niets te doen! De beveiliging tegen oververhitting zorgt er voor dat de verwarming van het toestel automa tisch wordt uitgeschakeld voordat de glaskeramiekplaat over verhit raakt. Zodra de glaskeramiekplaat afge koeld is, wordt de verwar ming weer automatisch ingeschakeld (zie rubriek "Beveiliging tegen over verhitting").
-
-
-
-
-
-
-
-
50
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het toestel wordt tijdens het gebruik uit geschakeld, op het timerdisplay knippert een F en er weerklinkt een geluidssignaal.
De kookstartautomaat is ingeschakeld maar de inhoud van het kookgerei begint niet te koken.
Op een of meerdere displays knipperen een of meerdere streepjes voor resterende warm­te.
-
Een of meerdere sen sortoetsen zijn bedekt, bijv. doordat uw hand erop ligt, een gerecht overkookt of er voor werpen op liggen.
Er worden grote hoe veelheden levensmid delen verwarmd.
Het kookgerei geleidt de warmte slecht.
Er is een stroomonder­breking opgetreden tijdens het gebruik. Het kookvlak werd uitge­schakeld.
-
-
-
-
Reinig het bedieningsveld of verwijder de voorwerpen (zie rubriek "Veiligheidsuitschake ling").
Kook met de hoogste vermogensstand en stel daarna handmatig een lage re vermogensstand in.
U hoeft niets te doen! U kunt het kookvlak weer ge­bruiken. Voor u de kookzones weer in­schakelt, gaat u het best na of het gerecht nog niet gaar genoeg is en of de kwaliteit van de voedingsmiddelen niet in het gedrang is geko­men door de stroomonder breking.
-
-
-
U hebt de indruk dat het te lang duurt voor dat de inhoud van het kookgerei begint te ko ken.
Een of meerdere streepjes voor reste rende warmte werden weergegeven toen u het toestel in de programmeermodus zette.
-
-
U hoeft niets te doen!
-
De streepjes voor resterende warmte blijven knipperen tot dat de resterende warmte verdwenen is of totdat het kookvlak wordt ingeschakeld.
Test het kookvermogen van een kookzone (zie rubriek "Kookvermogen testen").
-
51
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaak Oplossing
De sensortoetsen rea geren te gevoelig of re ageren niet.
Op het timerdisplay knipperen afwisselend FE en cijfers.
De gevoeligheid van
-
de sensortoetsen is ge
-
wijzigd.
Er heeft zich een sto­ring voorgedaan in de elektronische bestu­ring.
Zorg er eerst voor dat er geen direct licht (zonlicht of
­kunstlicht) op het kookvlak valt en dat de omgeving van het kookvlak niet te donker is.
Zorg ervoor dat het kookvlak en de sensortoetsen niet be dekt zijn. Neem kookgerei weg en verwijder eventuele restjes van het kookvlak.
Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van het elektrici teitsnet.
Als het probleem zich daarna nog steeds voordoet, neemt u contact op met de Service After Sales van Miele.
Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van het elektrici­teitsnet.
Als het probleem nog niet verholpen is nadat u het toe stel weer op het elektriciteits net hebt aangesloten, neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
-
-
52
Kookvermogen testen
U kunt het kookvermogen van een kookzone testen. Voor deze test wordt in een kookpot een bepaalde hoeveelheid water aan de kook gebracht en wordt gemeten hoe lang dit duurt.
De gebruikte kookpot (met deksel) moet van roestvrij staal of geëmailleerd materiaal zijn. De bodemdiameter moet over eenstemmen met de diameter van de kookzone. De gebruikte kookpot moet een platte bodem hebben of een bodem die lichtjes gewelfd is naar binnen toe.
Controleer de diameter en het vermogen van de kookzone
^
die u wilt testen (zie rubriek "Kookzonegegevens").
Vul de kookpot met de hoeveelheid water die vermeld staat
^
in de tabel. Het water moet een temperatuur van ca. 20 °C hebben.
^ Plaats het deksel en plaats de kookpot op de kookzone.
^ Stel de hoogste vermogensstand in.
^ Meet hoe lang het duurt voordat het water begint te koken.
De kookzone werkt correct wanneer het water begint te koken binnen de tijd die in de tabel vermeld staat.
-
De tijd kan aanzienlijk afwijken wanneer
- de spanning te laag of hoog is.
- er zeer koud water wordt gebruikt.
- er geen geschikte kookpot wordt gebruikt.
- er zonder deksel wordt gemeten.
53
Kookvermogen testen
C kookzone
in cm
10,0 600 0,5 11,0
12,0 700 / 750 1,0 13,0
14,5 1000 / 1100 1,0 9,0
14,5 1200 1,0 8,5
14,5 1350 1,0 8,0
17,0 1500 1,5 9,5
18,0 1250 1,5 11,0
18,0 1700 / 1800 1,5 9,0
21,0 2000 2,0 10,5
21,0 2200 / 2300 2,0 9,5
23,0 2500 2,0 9,0
27,0 2700 3,0 13,0
27,0 3200 3,0 12,0
* Maximale tijd onder ongunstige omstandigheden.
Vermogen bij 230 V
in Watt
Waterhoeveelheid
in liter
Tijd*
in minuten
54
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
De toestellen van Miele zijn ontwikkeld om de best mogelijke resultaten te bieden en gebruikers zo lang mogelijk optimaal tevreden te stellen. Hiertoe moet alles perfect op elkaar afge stemd zijn. Daarom heeft Miele een breed assortiment aan toebehoren samengesteld dat optimaal geschikt is voor onze toestellen. De onderhoudsproducten zijn bijvoorbeeld speciaal ontwik keld voor de betreffende toestellen.
-
-
U kunt deze producten en een grote verscheidenheid aan an dere producten via het internet bestellen:
U kunt ze ook verkrijgen via de Service After Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal 250 ml
Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken).
Microvezeldoek voor universeel gebruik
Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil.
-
55
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele|home-systeem
Toestellen met communicatiemogelijkheden gebruiken voor de communicatie met de Miele|home-displaytoestellen (bijv. SuperVision-huishoudtoestel, InfoControl) het eigen stroom net van 230 volt als dataleiding (Powerline-techniek). Zo kunt u op elk moment via het displaytoestel informatie opvragen over uw huishoudtoestel (status, foutmeldingen enz.).
Het Miele|home-systeem biedt u bovendien de mogelijkheid een verbinding tot stand te brengen tussen bepaalde dampkappen en kookvlakken (Con{ctivity). Dit zorgt ervoor dat de verlichting van de dampkap automa tisch wordt ingeschakeld wanneer u het kookvlak inschakelt. De dampkap wordt automatisch ingeschakeld op een stand die afhankelijk is van het aantal gebruikte kookzones, de in gestelde vermogensstanden en de kooktijd. Na de bereiding volgt een automatische nalooptijd, wordt de dampkap uitge­schakeld en wordt ook de verlichting uitgeschakeld.
Om deze mogelijkheden te kunnen gebruiken, moet uw toe­stel worden uitgerust met een communicatiemodule.
Meer informatie over het Miele|home-systeem vindt u op onze website: www.miele.be.
-
-
-
XKM 2100 KM
InfoControl
56
Communicatiemodule inclusief toebehoren voor de inbouw
De communicatiemodule mag enkel worden aangesloten door een vakman!
Displaytoestel met basisstation en mobiel onderdeel
Beschrijving van Con|ctivity
Con|ctivity is een systeem voor communicatie tussen het kookvlak en de dampkap.
Dit zorgt ervoor dat de verlichting van de dampkap automa­tisch wordt ingeschakeld wanneer u het kookvlak inschakelt. De dampkap wordt automatisch ingeschakeld op een stand die afhankelijk is van het aantal gebruikte kookzones, de in­gestelde vermogensstanden en de kooktijd. Na de bereiding volgt een automatische nalooptijd, wordt de dampkap uitge schakeld en wordt ook de verlichting uitgeschakeld.
Con|ctivity en Miele|home
-
Om de communicatie mogelijk te maken, moet de dampkap met de communicatiemodule XKM 2000 DA a en het kook vlak met de communicatiemodule XKM 2100 KM b worden uitgerust.
Het kookvlak brengt de informatie over de ingeschakelde kookzones en de ingestelde vermogensstanden via het elek triciteitsnet (Powerline) c over naar de dampkap.
-
-
57
Con|ctivity en Miele|home
Beschrijving van Miele|home
Toestellen met communicatiemogelijkheden gebruiken voor de communicatie met de Miele|home-displaytoestellen (bijv. InfoControl-toestel, SuperVision-huishoudtoestel) het eigen elektriciteitsnet van 230 volt als dataleiding (Powerline-techniek). Zo kunt u op elk moment informatie over uw toe stel opvragen via het displaytoestel (bijv. programmastatus, foutmeldingen enz.).
Onderdelen van het systeem
-
a Communicatiemodule
b Huishoudtoestellen met communicatiemogelijkheden (voorbeelden)
c Elektriciteitsnet van 230 volt (Powerline)
d SuperVision-huishoudtoestel als stationair displaytoestel, bijv. oven
e InfoControl als mobiel displaytoestel (basisstation en mobiel onderdeel)
58
Kookvlak aanmelden
Als u het kookvlak
bij Miele{home wilt aanmelden, bereidt u eerst het
aanmeldingsproces op het displaytoestel voor (zie montage- en installatieaanwijzing "Miele|home")
bij Con|ctivity wilt aanmelden, moet u eerst de dampkap
aanmelden (zie montage- en installatieaanwijzing "Con|ctivity").
Zorg ervoor dat het kookvlak is uitgeschakeld. Raak tege
^
lijkertijd de sensortoetsen s en $ aan totdat het controle lampje van de vergrendeling knippert.
U hebt het toestel nu in de programmeermodus gezet. Op het timerdisplay ziet u P (programma) en S (status).
In de cijferreeksen wordt links het programmanummer en rechts de ingestelde status weergegeven.
^ Raak in de cijferreeks links achteraan het cijfer 1 aan
(hiermee stelt u programma 10 in).
^ Raak in de cijferreeks rechts vooraan het cijfer 2 aan (hier-
mee stelt u status 2 in = "aanmelden").
Con|ctivity en Miele|home
-
-
Het aanmeldingsproces start en het cijfer 2 knippert in de cijferreeks rechts vooraan. Het aanmeldingsproces duurt en­kele minuten. Zodra het proces is voltooid, stopt het cijfer 2 met knipperen.
^
Raak de sensortoets s aan totdat de displays worden uit geschakeld. Hiermee wordt de instelling opgeslagen.
^
Ga te werk zoals beschreven in de montage- en installatie aanwijzing "Miele|home" of "Con|ctivity".
-
-
59
Con|ctivity en Miele|home
Kookvlak afmelden
Als u het toestel bij Miele{home wilt afmelden, bereidt u eerst het afmeldingsproces op het displaytoestel voor (zie montage- en installatieaanwijzing "Miele|home")
Zorg ervoor dat het kookvlak is uitgeschakeld. Raak tege
^
lijkertijd de sensortoetsen s en $ aan totdat het controle lampje van de vergrendeling knippert.
U hebt het toestel nu in de programmeermodus gezet. Op het timerdisplay ziet u P (programma) en S (status).
In de cijferreeksen wordt links het programmanummer en rechts de ingestelde status weergegeven.
Raak in de cijferreeks links achteraan het cijfer 1 aan
^
(hiermee stelt u programma 10 in).
^ Raak in de cijferreeks rechts vooraan het cijfer 1 aan (hier-
mee stelt u status 1 in = "afmelden").
Het afmeldingsproces start en het cijfer 1 knippert in de cijferreeks rechts vooraan. Het afmeldingsproces duurt en­kele minuten. Zodra het proces is voltooid, stopt het cijfer 1 met knipperen.
-
-
60
^ Raak de sensortoets s aan totdat de displays worden uit-
geschakeld. Hiermee wordt de instelling opgeslagen.
^
Ga te werk zoals beschreven in de montage- en installatie aanwijzing "Miele|home" of "Con|ctivity".
-
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Het toestel mag enkel worden inge bouwd en aangesloten door een ge kwalificeerde installateur.
Om schade aan het toestel te ver mijden, mag u het pas inbouwen na dat de wandkasten en de dampkap gemonteerd zijn.
-
Zorg ervoor dat de aansluitkabel
~
-
van het kookvlak na de inbouw niet in
-
aanraking komt met de bodemplaat en ook niet mechanisch belast wordt.
Neem de veiligheidsafstanden op
~
de volgende bladzijden strikt in acht.
-
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loskomen of vervormen. Ook de wandafdichtstrips moeten hitte bestendig zijn.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
Het kookvlak mag niet worden inge-
~
bouwd boven koeltoestellen, afwasau­tomaten, wasautomaten en droogauto­maten.
-
-
61
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand onder het toestel (afstand tot tussenbodem)
Er hoeft geen tussenbodem onder het kookvlak te worden ingebouwd.
Als onder het kookvlak een tussenbo dem wordt ingebouwd, moet de af stand tussen de bovenkant van het werkblad en de bovenkant van de tus senbodem minstens 110 mm bedra gen.
Tussen de achterkant van de tussenbo dem en de achterwand moet er een ventilatiespleet van minstens 10 mm zijn voor de doorvoer van de aansluit­kabel. Als het kookvlak een extern aansluit­kastje heeft, moet de spleet minstens 30 mm bedragen.
-
-
-
Veiligheidsafstand boven het toestel
-
-
Hou tussen het toestel en een dampkap erboven de veiligheidsafstand aan die door de fabrikant van de dampkap wordt opgegeven. Is er door de fabrikant van de dampkap geen afstand vermeld of zijn er licht ontvlambare materialen (bijv. een rekje) boven het toestel geïnstalleerd, dan dient de veiligheidsafstand minstens 760 mm te bedragen.
62
Bij inbouw van verschillende toestel len (bijv. een wokbrander en een elektrisch kookvlak) naast elkaar on der een dampkap, neemt u de grootste afstand die vermeld is in de gebruiks- en montageaanwijzing.
-
-
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand naast en achter het toestel
Het toestel mag slechts aan één zijkant (rechts of links) en aan de achterkant grenzen aan meubels of wanden die hoger zijn dan het toestel zelf (zie de afbeeldingen).
a Achter het toestel: minstens 50 mm
tussen de uitsparing in het werkblad en de achterkant van het werkblad.
b Rechts van het toestel: tussen de
uitsparing in het werkblad en een er­naast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur: minstens
50 mm = KM 5845
KM 5857
70 mm = KM 5837 / 5838 / 5853
KM 5854 / 5851 / 5856 KM 5864
c Links van het toestel: tussen de uit
sparing in het werkblad en een er naast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur: minstens
50 mm = KM 5845 / 5851
KM 5853 / 5854 KM 5857 / 5864
70 mm = KM 5837 / 5838 / 5856
-
Niet toegestaan!
Aan te bevelen!
-
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
63
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als de nis bekleed is, moet een minimumafstand in acht worden genomen tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding. Hoge temperaturen kunnen im mers het bekledingsmateriaal vervormen of beschadigen.
-
Als de bekleding vervaardigd is uit brandbaar materiaal (bijv. hout) moet de af stand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm bedragen.
Als de bekleding vervaardigd is uit niet-brandbaar materiaal (bijv. metaal, na tuursteen of keramische tegels) moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding ten minste 50 mm min de dikte van de bekleding be dragen. Voorbeeld: de dikte van de nisbekleding bedraagt 15 mm 50 mm - 15 mm = minimumafstand van 35 mm
Kookvlakken zonder randlijst Kookvlakken met
randlijst/facetrand
-
-
-
a Wand
b Nisbekleding
Afstand x = dikte van de nisbekleding
c Werkblad
d Uitsparing in het werkblad
e Minimumafstand
bij brandbaar materiaal: 50 mm bij niet-brandbaar materiaal: 50 mm - afstand x
64
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Kookvlakken met rand
-
lijst/facetrand
Dichting tussen het kookvlak en het werkblad
De dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel zorgt reeds voor voldoende afdichting met het werkblad.
Betegeld werkblad
De voegen a en het gearceerde deel onder de ondersteuning van het kook­vlak moeten glad en effen zijn, zodat het kookvlak er gelijkmatig op ligt en de dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel een vol­doende goede afdichting tot het werk­blad garandeert.
Het kookvlak mag in geen geval met voegdichtingsmiddel (bijv. silicone) worden afgedicht. Het kookvlak en het werkblad kun nen beschadigd raken wanneer het kookvlak moeten worden verwijderd.
-
65
Kookvlakken met randlijst/facetrand
Inbouwafmetingen
KM 5837
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van kabeluitgang
d Aansluitkast met aansluitkabel, L= 1440 mm lang
e Kabelboom, L = 1550 mm
f Inbouwhoogte van Miele@home-aansluiting
g Voorkant
66
KM 5838
Kookvlakken met randlijst/facetrand
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
e Inbouwhoogte van Miele|home-aansluiting
f Voorkant
67
Kookvlakken met randlijst/facetrand
KM 5851
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
e Inbouwhoogte van Miele|home-aansluiting
f Voorkant
68
KM 5853
Kookvlakken met randlijst/facetrand
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
e Inbouwhoogte van Miele|home-aansluiting
f Voorkant
69
Kookvlakken met randlijst/facetrand
KM 5854
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
e Inbouwhoogte van Miele|home-aansluiting
f Voorkant
70
KM 5856
Kookvlakken met randlijst/facetrand
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
e Inbouwhoogte van Miele|home-aansluiting
f Voorkant
g Borgplaatjes
71
Kookvlakken met randlijst/facetrand
KM 5864
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van aansluitkabel
d Aansluitkabel, L = 1440 mm
e Inbouwhoogte van Miele|home-aansluiting
f Voorkant
72
Kookvlakken met randlijst/facetrand
Inbouw
De exacte posities van de klemveren en borgplaatjes (alleen voor kook vlakken met een facetrand) worden op de maatschets van het betreffen de kookvlak weergegeven.
Kookvlakken met een facetrand: Een dichtingsstrook zorgt ervoor dat het kookvlak slipvast in de uitsparing zit. De spleet tussen de rand en het werkblad zal na verloop van tijd kleiner worden.
^ Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de maatschets. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Veiligheidsinstructies voor het in­bouwen") in acht.
-
Houten werkblad
De snijvlakken van houten werk
^
bladen moeten met speciale lak, sili conenkit of giethars worden afge
-
werkt om te voorkomen dat het werk blad door vocht wordt aangetast. De gebruikte materialen moeten hittebe stendig zijn.
-
-
-
-
-
Zorg ervoor dat deze materialen niet in contact komen met het oppervlak van het werkblad.
^
Leg de meegeleverde klemveren en borgplaatjes (alleen voor kookvlak ken met een facetrand) op of tegen de bovenste rand van de uitsparing.
^
Bevestig de klemveren a en de borgplaatjes b met de bijgeleverde houtschroeven 3,5 x 25 mm.
-
73
Kookvlakken met randlijst/facetrand
Werkblad uit natuursteen
Voor de inbouw is sterke dubbelzij dige plakband en silicone nodig (niet meegeleverd).
-
^ Kleef de zijranden en onderrand van
de klemveren en borgplaatjes vast met silicone.
^
Bevestig de klemveren en de borgplaatjes (alleen voor kookvlak ken met facetrand) met de kleefband c.
De klemveren en borgplaatjes moe ten op of tegen de bovenste rand van de uitsparing liggen.
74
-
-
Kookvlakken met randlijst/facetrand
Het kookvlak inbouwen
Leid de aansluitkabel van het kook
^
vlak door de uitsparing in het werk blad naar beneden.
Leg het kookvlak los op de klemve
^
ren.
Duw het kookvlak aan de rand gelijk
^
matig met beide handen omlaag. U dient een klik te horen. Let erop dat de dichting van het kookvlak op het werkblad rust. Enkel dan bent u ze ker dat de inbouw langs alle zijden goed dicht is. Het kookvlak mag in geen geval met voegdichtingsmiddel (bijv. silicone) worden afgedicht!
Wordt bij het inbouwen geconsta­teerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (ß R4) voorzichtig met een decoupeer­zaag worden nabewerkt.
-
-
-
-
-
^
Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^
Ga na of het kookvlak correct werkt.
Het kookvlak kan enkel met speciaal gereedschap uit de uitsparing wor den getild.
-
75
Kookvlakken zonder randlijst
Inbouwafmetingen
KM 5845
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van kabeluitgang
d Getrapte frezing
e Aansluitkast met aansluitkabel, L=
1440 mm
76
f Kabelboom, L = 1550 mm
g Inbouwhoogte van
Miele@home-aansluiting
Bij inbouw in een werkblad van na tuursteen moet u voor de afmetingen van de uitsparing in elk geval de detailtekeningen in acht nemen.
-
KM 5857
Kookvlakken zonder randlijst
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte van kabeluitgang
d Getrapte frezing
e Aansluitkast met aansluitkabel, L=
1440 mm
f Kabelboom, L = 1550 mm
g Inbouwhoogte van
Miele@home-aansluiting
Bij inbouw in een werkblad van na tuursteen moet u voor de afmetingen van de uitsparing in elk geval de detailtekeningen in acht nemen.
-
77
Kookvlakken zonder randlijst
Inbouw
Een kookvlak zonder rand voor vlak ke inbouw is enkel geschikt voor in bouw in natuursteen (graniet, mar mer), massief hout en betegelde werkbladen. Sommige kookvlakken zijn ook ge schikt voor inbouw in glazen werk bladen. Als dat het geval is, staat dit vermeld bij het kookvlak in de ru briek "Inbouwafmetingen". Bij werkbladen van andere materia len vraagt u de fabrikant of het werk blad geschikt is voor vlakke inbouw van een kookvlak zonder rand.
De breedtedagmaat van de onder­kast moet minstens zo breed zijn als de binnenste werkbladuitsparing (zie rubriek "Inbouwafmetingen"), zo­dat het kookvlak na de inbouw vrij toegankelijk is langs onderen en de onderkast kan worden weggenomen voor onderhoudsdoeleinden. Als het kookvlak niet vrij toegankelijk is langs onderen, moet het voeg dichtingsmiddel worden verwijderd om het kookvlak te kunnen verwij deren voor onderhoudsdoeleinden.
Het kookvlak wordt
rechtstreeks in een correct
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
uitgefreesd werkblad uit natuursteen geplaatst.
in de uitsparing in massief houten,
betegelde en glazen werkbladen met houten latten bevestigd. Deze latten worden niet bij het toestel meegele verd.
-
78
Kookvlakken zonder randlijst
De uitsparing in het werkblad aanbrengen en het kookvlak plaatsen
Werkblad uit natuursteen
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de afbeeldingen.
Leid de aansluitkabel van het kook
^
vlak door de uitsparing naar bene den.
Plaats het kookvlak b in de uitspa
^
ring en centreer het.
Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^
Ga na of het kookvlak correct werkt.
^
Vul de voeg c met een geschikte,
^
temperatuurbestendige siliconenkit (minimaal 160 °C).
Gebruik uitsluitend een siliconenkit voor het dichten van voegen die ge­schikt is voor natuursteen en volg de instructies van de fabrikant van de kit.
-
-
-
Omdat voor de keramische plaat en de uitsparing in het werkblad een ze kere tolerantie geldt, kan de voeg breedte c variëren (minimaal 1 mm).
-
-
79
Kookvlakken zonder randlijst
Werkblad uit massief hout / betegeld werkblad / glazen werkblad
a Werkblad
b Kookvlak
c Voeg
d Houten lat 13 mm
(niet bijgeleverd)
Omdat voor de keramische plaat en de uitsparing in het werkblad een ze kere tolerantie geldt, kan de voeg breedte c variëren (minimaal 1 mm).
-
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de afbeeldingen.
Bevestig de houten latten d 7mm
^
onder de bovenkant van het werk blad (zie afbeelding).
Leid de aansluitkabel van het kook
^
vlak door de uitsparing naar bene den.
Plaats het kookvlak b in de uitspa
^
ring en centreer het.
Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^
Ga na of het kookvlak correct werkt.
^
^ Vul de voeg c met een geschikte,
temperatuurbestendige siliconenkit (minimaal 160 °C).
Hou rekening met de opmerkingen van de fabrikant van de siliconenkit voor het dichten van voegen.
Gebruik bij tegels uit natuursteen uitsluitend een siliconenkit voor het dichten van voegen die geschikt is
­voor natuursteen.
-
-
-
-
80
Extern aansluitkastje
Tussen het aansluitkastje en het kookvlak of een andere warmtebron (fornuis, oven enz.) moet een af stand van minstens 150 mm worden in acht genomen.
-
Het aansluitkastje kan als volgt worden geplaatst:
los in de onderkast onder het kook
vlak.
op een zijwand in de onderkast on
der het kookvlak.
– op de muur achter de onderkast.
– in een kast ernaast.
-
-
Als er onder het kookvlak een tus senbodem is aangebracht, mag het aansluitkastje zich in geen geval tus sen het kookvlak en de tussenbo dem bevinden.
-
-
-
81
Elektrische aansluiting
Het toestel mag uitsluitend door een vakman of vakvrouw worden aange sloten. Hij of zij kent de voorschriften die van toepassing zijn en houdt zich daar strikt aan. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van een ondes kundig uitgevoerde installatie of on deskundig uitgevoerde onderhouds werken of herstellingen.
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
-
Aansluiting en zekering
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. Deze gegevens moeten overeenstem
-
men met de gegevens van het elektrici teitsnet.
-
­Elektrische aansluiting: AC 230V/50
Hz
-
-
Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding on­derbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Na inbouw moet worden gewaar­borgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aange­raakt.
-
Zie het aansluitschema voor de aan sluitmogelijkheden.
Verliesstroomschakelaar
Om extra veiligheid te kunnen garande­ren, wordt in de EU-voorschriften en richtlijnen voor België geadviseerd de elektrische installatie van een verlies­stroomschakelaar (30 mA) te voorzien.
Voor Oostenrijk
Vanwege elektronische onderdelen kan bij defecten een lekstroom worden ver oorzaakt met een gelijkstroomaandeel van meer dan 6 mA of van meer dan 20 % van het totale stroomverlies. Daar om moet de installatie in elk geval voor zien zijn van gelijkstroomgevoelige verliesstroomschakelaars.
-
-
-
-
82
Elektrische aansluiting
Scheidingssysteem
Het toestel moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld.Decon tactopening in uitgeschakelde toe stand moet ten minste 3mmbedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en verliesstroomscha kelaars.
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van het elektriciteitsnet dient te worden los gekoppeld, gaat u afhankelijk van de installatie als volgt te werk:
Smeltzekeringen:
Neem de inzetstukken helemaal uit de schroefkappen.
Automaat met schroefzekeringen
Druk op de testknop (rood) tot de middelste knop (zwart) uit­springt. of:
Inbouwzekeringsautomaat
(stroomonderbreker, min. type B of C): Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit). of:
Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar) Zet de hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit) of druk op de testtoets.
-
-
of:
Aansluitkabel
Het toestel moet overeenkomstig het aansluitschema worden aangesloten door middel van een aansluitkabel van
-
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) die een geschikte diameter heeft.
Zie het aansluitschema voor de aan sluitmogelijkheden.
De toegestane aansluitspanning en bij behorende waarden voor uw toestel vindt u op het typeplaatje.
-
Aansluitkabel vervangen
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijgbaar bij Miele of via de Service After Sales. De aansluitkabel mag uitsluitend door een vakman of vakvrouw worden vervangen. Hij of zij is op de hoogte van de nationale voorschriften en de voorschriften van de plaatselijke elektri citeitsmaatschappij, en hij of zij neemt ze zorgvuldig in acht.
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje.
De aarddraad moet bevestigd wor den aan de aansluiting met het sym bool -.
-
-
-
-
-
Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingescha keld.
-
83
Elektrische aansluiting
Aansluitschema
84
Technische Dienst van Miele, typeplaatje
Neem bij storingen die u zelf niet kunt oplossen contact op met:
uw Miele-handelaar of
de Technische Dienst van Miele
Het telefoonnummer van de Technische Dienst van Miele vindt u op de achter zijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u een beroep doet op de Technische Dienst, geef dan altijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen­stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
-
858687
Wijzigingen voorbehouden / 1310
M.-Nr. 07 581 190 / 02
Loading...