Miele KM 5801, KM 5803, KM 5804, KM 5807, KM 5813 assembly instructions

...
Gebruiks- en montagehandleiding Keramische kookplaten
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 07 580 290nl - NL
2
Inhoud
Algemeen ........................................................5
Modellen .........................................................5
Bedieningspaneel .................................................10
Kookzones .......................................................12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen............................13
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................21
Vóór het eerste gebruik............................................22
Eerste reiniging ...................................................22
Vóór gebruik .....................................................22
Principe van de kookzones.........................................23
Bediening .......................................................24
Principe van de bediening...........................................24
Inschakelen ......................................................25
Tabel vermogensstanden ...........................................26
Aankookautomaat .................................................27
Kookzonevergroting................................................29
Uitschakelen en restwarmte-indicatie ..................................31
De juiste pannen .................................................32
Tips om energie te besparen .......................................33
Timer ...........................................................34
Kookwekker ......................................................35
Kookzone automatisch uitschakelen ...................................38
Timerfuncties tegelijk gebruiken ......................................39
3
Inhoud
Beveiligingen ....................................................40
Vergrendeling instellingen / apparaat ..................................40
Stop&Go .......................................................42
Veiligheidsuitschakeling ............................................43
Oververhittingsbeveiliging ...........................................44
Reiniging en onderhoud ...........................................45
Programmering ..................................................47
Nuttige tips .....................................................50
Vermogen kookzone controleren ....................................54
Bij te bestellen accessoires ........................................56
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen.............................57
Kookplaten met randlijst / facetrand .................................62
Inbouwmaten .....................................................62
KM 5801 / KM 5803 .............................................62
Inbouwen ........................................................68
Kookplaten zonder randlijst ........................................71
Inbouwmaten .....................................................71
Inbouwen ........................................................72
Elektrische aansluiting ............................................75
Aansluitkabel .....................................................76
Aansluitschema ...................................................77
Klantcontacten / typeplaatje / garantie ...............................78
4
Modellen
KM 5801
Algemeen
abcd Gewone kookzones
e Bedieningspaneel
5
Algemeen
KM 5803 / KM 5804
abd Gewone kookzones
c Vario-kookzone
e Bedieningspaneel
6
KM 5807
Algemeen
ac Vario-kookzone
bd Gewone kookzones
e Bedieningspaneel
7
Algemeen
KM 5813 / KM 5816
a Vario-kookzone
bd Gewone kookzones
c Braadzone
e Bedieningspaneel
8
KM 5821 / KM 5822
Algemeen
a Vario-kookzone
bd Gewone kookzones
c Braadzone
e Bedieningspaneel
9
Algemeen
Bedieningspaneel
10
Algemeen
Sensortoetsen
a Aan/Uit-toets kookplaat
b Toetsen voor
- het instellen van de vermogensstand
- het instellen van de tijd
c Vergrendeling
d Kookzonevergroting (afhankelijk van het apparaat)
e Toets voor het kiezen van een kookzone
f Stop & Go
g - Toets voor het kiezen van de timer
- Voor het wisselen tussen de timerfuncties
- Voor het kiezen van een uitschakeltijd (zie "Kookzone automatisch uitschake­len")
h Uurfunctie
Controlelampjes
i Vergrendeling
j Kookzonevergroting
Kookzonedisplay
k 0 = kookzone klaar voor gebruik
1 t/m 9 = vermogensstand # = restwarmte A = aankookautomaat bij instelling extra vermogensstanden
l Controlelampje voor aankookautomaat of weergave extra
vermogensstanden (zie het hoofdstuk "Programmering")
Timerdisplay
m Controlelampje toewijzing kookzone, bijvoorbeeld kookzone rechts achter
n 00 t/m 99 = tijd in minuten
0.^ t/m 9^ = tijd in uren PS = programmering (zie het betreffende hoofdstuk) F = foutmelding (zie "Veiligheidsuitschakeling")
o Controlelampje voor halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan
99 minuten
11
Algemeen
Kookzones
Kookzone KM 5801 KM 5803 / KM 5804
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
y 18,0 1800 18,0 1800
w 14,5 1200 14,5 1200
x 21,0 2200 12,0 / 21,0 750 / 2200
z 14,5 1200 14,5 1200
Totaal: 6400 Totaal: 6400
Kookzone KM 5807 KM 5813 / KM 5816
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
y 10,0 / 18,0 600 / 1800 12,0 / 21,0 750 / 2200
w 14,5 1200 14,5 1200
x 12,0 / 21,0 750 / 2200 17,0 /
z 14,5 1200 14,5 1200
Totaal: 6400 Totaal: 7000
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
C in cm Vermogen in
Watt bij 230 V
1500 /
17,0 x 26,5
2400
Kookzone KM 5821 / KM 5822
C in cm Vermogen in Watt bij 230 V
y 12,0 / 21,0 750 / 2200
w 14,5 1200
x 17,0 / 17,0 x 29,0 1500 / 2600
z 18,0 1800
12
Totaal: 7800
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig heid, gebruik en onderhoud.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
-
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
~
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
Gebruik het apparaat voor het bereiden en warmhouden van ge
~
rechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
~
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing! De personen die het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
-
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Kinderen
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu
~
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe
~
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen.
~
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het
~
apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Het apparaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
~
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand, totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat.
Verstikkingsgevaar!
~
Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trek­ken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.
-
-
-
Verbrandingsgevaar!
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn in kast jes boven of achter het apparaat. De kinderen klimmen anders mis schien op het apparaat.
Verbrandingsgevaar!
~
Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het apparaat kunnen trekken. Bij de vakhandel is een speciaal rek verkrijgbaar dat dit ge vaar verkleint.
14
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat
~
niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen.
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa
~
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn geautoriseerd.
Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
Controleer het voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een be­schadigd apparaat nooit in gebruik.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecte­ren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen komen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
-
-
-
Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van
~
het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het ap paraat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veilig
~
heid gewaarborgd is.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
~
boot) worden gebruikt.
-
-
15
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
~
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert. Open nooit de ommanteling van het apparaat.
De garantie vervalt als het apparaat niet door een technicus
~
wordt gerepareerd die door Miele is geautoriseerd.
Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan
~
de veiligheidseisen voldoen. Defecte onderdelen mogen alleen door originele onderdelen worden vervangen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe
~
schakelklok of een systeem dat op afstand werkt.
Het apparaat mag uitsluitend door een vakman op het net worden
~
aangesloten. Als een beschadigde kabel moet worden vervangen, moet een speciale kabel worden gebruikt. Alleen een vakman mag de kabel aansluiten (zie "Elektrische aansluiting").
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient het
~
apparaat spanningsvrij te worden gemaakt. Ga daarvoor als volgt te werk:
schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit of
draai de zekeringen van de huisinstallatie er geheel uit of
trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Is de kookplaat voorzien van een communicatiemodule, dan moet
~
bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de kookplaat ook de communicatiemodule spanningsvrij worden ge maakt.
16
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken,
~
scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het appa raat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij. U kunt anders een elektrische schok krijgen!
Veilig gebruik
-
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa
~
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het apparaat uit en doof de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.
Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de vlammen kan de af-
~
zuigkap in brand vliegen.
Spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare materia-
~
len kunnen bij verhitting vlam vatten. Bewaar dergelijke producten daarom niet in een schuiflade onder het apparaat. Een eventuele bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.
Verhit kookgerei nooit leeg.
~
In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
~
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen openbarsten. Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blik ken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
Dek het apparaat nooit af met een afdekplaat, een doek, folie of
~
iets dergelijks. Als het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld of nog heet is, kan het betreffende materiaal vlam vatten, barsten of smelten.
-
-
Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
~
van het apparaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in aanraking komen met het hete apparaat. De isolatie van de kabel zou bescha digd kunnen raken.
-
17
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik geen serviesgoed van kunststof of aluminiumfolie. Der
~
gelijke materialen smelten bij hoge temperaturen.
Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag u het
~
alleen gebruiken als de deur geopend is. Sluit de meubeldeur pas als de restwarmte-indicatie is gedoofd.
Wanneer u het apparaat gebruikt, wordt het zeer heet. Ook na het
~
uitschakelen blijft het dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator geeft aan of het apparaat nog heet is.
U kunt zich aan het hete apparaat branden. Gebruik daarom altijd
~
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoomvorming verbrandingen veroorzaken.
Als het apparaat is ingeschakeld, onbedoeld wordt ingeschakeld
~
of bij restwarmte kunnen metalen voorwerpen op het apparaat heet worden. Andere materialen kunnen smelten of vlam vatten. Vochtige pandeksels kunnen zich vastzuigen. Gebruik het apparaat niet als werkblad. Schakel de kookzones na gebruik uit!
-
Als suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op
~
een hete kookzone terechtkomt en smelt, gaat u als volgt te werk: Vermeng suikerhoudende stoffen onmiddellijk met water. Schakel vervolgens de kookzone uit en verwijder de stoffen met een schra per, zolang de plaat nog heet is. Als u de stoffen eerst laat afkoelen, kan de keramische plaat beschadigd raken. Draag tijdens de reini ging ovenhandschoenen. Reinig de kookplaat met een reinigingsmiddel voor keramische pla ten, zodra de plaat is afgekoeld.
Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat bescha
~
digd raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat!
18
-
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem
~
kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
Til pannen op als u ze wilt verplaatsen. U voorkomt zo vlekken
~
door wrijving en krassen.
Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen
~
krassen veroorzaken, als ze onder de pan komen. Zorg dat de kera mische plaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kookgerei op het apparaat plaatst.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
~
licht voorwerp (zoals een zoutvaatje) kan scheuren of barsten ver­oorzaken.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de
~
elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sen­sortoetsen en de displays.
Voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde apparaat kunnen
~
door de hoge temperaturen vlam vatten. Gebruik het apparaat nooit om er een ruimte mee te verwarmen.
-
Het bedieningspaneel en de lijst c.q. de rand (bij kookplaten met
~
een facetrand) kunnen onder invloed van de volgende factoren heet worden: lange bedrijfsduur, hoge vermogensstanden, grote pannen en het aantal kookzones dat in gebruik is.
Pannen van aluminium of met een aluminium bodem kunnen
~
glimmende vlekken veroorzaken. Dergelijke vlekken kunt u met het reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal verwijde ren (zie "Reiniging en onderhoud").
Om te voorkomen dat verontreinigingen inbranden, moet u deze
~
zo snel mogelijk verwijderen. Zorg dat ook de bodem van een te ge bruiken pan schoon, vetvrij en droog is.
-
-
19
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de
~
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
-
20
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri aal remt de afvalproductie en het ge bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten meestal nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval
­doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek­tronische apparatuur. Vraag uw hande­laar indien nodig om inlichtingen.
-
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
-
21
Vóór het eerste gebruik
Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw ge bruiksaanwijzing.
Eerste reiniging
Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers.
^
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik met een voch
^
tige doek en wrijf het apparaat daarna weer droog.
Vóór gebruik
Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand): Na het inbouwen kan de eerste dagen een spleet zichtbaar zijn tussen de kookplaat en het werkblad. Deze spleet zal door het gebruik kleiner worden. De elektrische veiligheid van het apparaat is echter altijd gewaarborgd.
De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje, waardoor bij het eerste gebruik geurtjes kunnen ontstaan.
-
-
22
Als er geurtjes en damp vrijkomen, betekent dat niet dat het apparaat verkeerd is aangesloten of defect is. De geurtjes en de damp zijn niet schadelijk voor de gezondheid.
Principe van de kookzones
De gewone kookzones hebben één verwarmingsspiraal. De vario-kookzones en de braadzones hebben twee verwarmingsspiralen. Afhankelijk van het model kunnen de spiralen door een ring gescheiden zijn.
Alle kookzones hebben een oververhittingsbeveiliging (temperatuurbegrenzer) die voorkomt dat de keramische plaat oververhit raakt (zie ook de rubriek "Oververhittingsbe veiliging").
-
Gewone kookzone
Vario-kookzone
Als u een vermogensstand instelt, wordt de verwarming inge schakeld en kunt u de verwarmingsspiraal door de kera mische plaat heen zien.
Het vermogen van de kookzones is afhankelijk van de inge stelde vermogensstand en wordt elektronisch geregeld. De verwarming wordt daarbij regelmatig in- en uitgeschakeld.
a Oververhittingsbeveiliging
b Verwarmingsspiraal
a Technisch onvermijdelijk, geen defect
b Oververhittingsbeveiliging
-
-
-
c Buitenste verwarmingsspiraal
d Isolatiering
e Binnenste verwarmingsspiraal
23
Bediening
Principe van de bediening
De kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact.
U bedient de kookplaat door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. Het apparaat reageert daarop telkens met een akoestisch signaal.
De kookzones en de timer moeten "actief" zijn als u een ver mogensstand of tijd wilt instellen of wijzigen. Om een kookzone of de timer te activeren, moet u de toets van de betreffende kookzone of van de timer aantippen. Als u de toets heeft aangetipt, begint het betreffende display te knipperen. Zolang het display knippert, is de kookzone c.q. de timer "actief" en kunt u een vermogensstand of tijd instel len.
Uitzondering:
Als slechts één kookzone in gebruik is, kunt u de vermogens­stand zonder activering wijzigen.
Houd het bedieningspaneel altijd vrij en schoon, anders reageren de toetsen niet of u activeert onbedoeld functies. Ook kan de kookplaat automatisch worden uitgeschakeld (zie de rubriek "Veiligheidsuitschakeling"). Zet nooit hete pannen op de toetsen om beschadiging van de elektronische onderdelen te voorkomen.
-
-
24
Loading...
+ 56 hidden pages