Miele KM 360 G, KM 360-1 G, KM 361 G, KM 362 G, KM 362-1 G Assembly instructions

...
Montagehandleiding
Gaskookplaten KM360G/KM360-1 G KM 361 G KM362G/KM362-1 G KM 363 G
Lees beslist de montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 05 886 840
M Het apparaat is ook toegelaten voor gebruik in andere landen dan de landen
die op het apparaat vermeld staan. De specifieke uitvoering en de aansluitwijze zijn van groot belang voor het goed en veilig functioneren. Neem daarom con
­tact op met de afdeling Klantcontacten van de fabrikant in uw land als u het ap paraat in een land wilt gebruiken dat niet op het apparaat vermeld staat.
D Das Gerät ist auch für den Gebrauch in anderen als auf dem Gerät
angegebenen Bestimmungsländer zugelassen. Die landesspezifische Ausführung und die Anschlussart des Gerätes haben wesentlichen Einfluss auf den einwandfreien und sicheren Betrieb. Für den Betrieb in einem anderen als auf dem Gerät angegebenen Bestimmungsland wenden Sie sich bitte an den für das Land zuständigen Kundendienst.
E El aparato está autorizado para el uso en países diferentes a los países de
destino indicados. La ejecución específica para cada país y el tipo de conexión del aparato influyen de forma decisiva en el funcionamiento correcto y seguro. Para el funcionamiento en un país diferente al país de destino indicado en el aparato, consulte al Servicio Post-venta autorizado para el país.
F Cet appareil est également homologué dans des pays différents de ceux
mentionnés sur l’appareil. Pour que l’appareil fonctionne parfaitement et en toute sécurité, il est important de disposer de l’exécution spécifique au pays et du type de raccordement approprié. Pour le fonctionnement dans un pays autre que celui spécifié sur l’appareil, veuillez vous adresser au service après-vente du pays où sera installé l’appareil.
G This appliance can be used in countries other than those specified on the
appliance. It is, however, set up for connection to the gas and electricity supplies in the countries specified. For use in other countries please contact the Miele spare parts or customer service department in your country.
-
I L’apparecchio può essere usato anche in paesi diversi da quello indicato
sull’apparecchio stesso. Tuttavia, le varianti specifiche di un determinato paese e il tipo di allacciamento alla rete hanno un’importanza fondamentale per il suo sicuro e corretto funzionamento. Per questo se si vuole usare l’apparecchio in un paese diverso rivolgersi al servizio di assistenza tecnica Miele del paese in cui si intende usarlo.
2
Inhoud
Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Afmetingen en uitsparing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
KM360G/KM362G...............................................6
KM 360-1 G / KM 362-1 G ............................................8
KM361G/KM363G..............................................10
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Het inbouwen van het apparaat ......................................12
Het vastzetten van het apparaat ......................................12
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Gasaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Brandervermogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Aanpassen aan een andere gassoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Tabel voor de inspuiters ............................................19
Inspuiters vervangen ...............................................20
De grote inspuiter vervangen ......................................20
De kleine inspuiters vervangen ....................................22
Na het aanpassen .................................................23
3
Veiligheidsinstructies
Inbouwen
Om te voorkomen dat het apparaat wordt beschadigd, moet het pas na het monteren van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd.
De lijsten en randen van het werk
~
blad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervormen. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.
Dit apparaat mag slechts aan één
~
zijkant en aan de achterkant aansluiten op meubels of wanden die hoger zijn dan het apparaat zelf (zie de afbeel­dingen).
Dit apparaat mag uitsluitend door
~
een vakman op een niet-stationaire lo­catie (bijvoorbeeld een boot of camper) worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden voldaan.
Vanwege de stralingswarmte van de kookplaat en de hete lucht die tij dens het gebruik vrijkomt, dient u een veiligheidsafstand a aan te houden tot de meubels naast het apparaat van minimaal 100 mm (zie afbeelding).
-
-
aan te bevelen!
toegestaan maar niet aan te bevelen!
niet toegestaan!
4
Veiligheidsinstructies
De ruimte waar het apparaat wordt
~
geplaatst, moet een inhoud hebben van minimaal 20 m een deur of buitenraam dat geopend kan worden.
Bij gebruik van een gaskookplaat
~
ontstaan warmte en vocht. Zorg daar om voor een goede ventilatie in de ruimte waar het apparaat staat opge steld. Open een buitenraam of zorg voor mechanische afzuiging (bijvoor beeld via een afzuigkap). Als u het apparaat lang en intensief ge bruikt, is het aan te raden de ruimte ex tra te ventileren, bijvoorbeeld door een buitenraam te openen of door de af­zuigkap op een hoge stand in te scha­kelen.
Vanwege het eventuele overslaan
~
van de vlammen mag een gaskook­plaat niet meteen naast een elektrische friteuse worden ingebouwd. Houd tus­sen de genoemde apparaten een af­stand aan van ten minste 300 mm.
De kookplaat mag niet worden inge
~
bouwd boven vaatwassers, was- en droogapparaten, alsmede koel- en vriesapparatuur. De soms aanzienlijke stralingswarmte van de kookplaat zou de desbetreffende apparaten kunnen beschadigen.
Het apparaat kan boven een
~
Miele-oven worden ingebouwd. Het werkblad dient dan een dikte te hebben van minimaal 40 mm.
3
en voorzien zijn van
-
-
-
Wanneer zich onder het apparaat
~
een schuiflade bevindt, zonder tussen bodem, mogen daarin geen licht ont vlambare stoffen of brandbare voor werpen zoals spuitbussen worden be waard. Een eventuele bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.
Veiligheidsafstand boven het appa raat
-
-
b Tussen het apparaat en een erboven
gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die door de fabrikant is aangegeven. Is
-
deze informatie niet beschikbaar, bij voorbeeld bij een keukenplank, dan moet de afstand bij licht ontvlambare materialen ten minste 760 mm be dragen.
Alle maten in deze montagehandleiding worden aangegeven in mm.
Bewaar de handleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eige naar van het apparaat.
-
-
-
-
-
-
-
-
5
Afmetingen en uitsparing
KM 360 G / KM 362 G
6
Afmetingen en uitsparing
a Inbouwhoogte
b Netaansluitdoos
c Gasaansluiting R
^ Maak de uitsparing in het werkblad volgens de maatschets. Houd daarbij een
afstand aan van minimaal 50 mm tot de achterwand en van 100 mm tot een eventuele zijwand rechts of links (zie ook het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies").
^ De snijvlakken moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden afge-
werkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aangetast. De ge­bruikte materialen moeten hittebestendig zijn.
1
/2- ISO 7-1 (DIN 2999)
Wordt bij het inbouwen geconstateerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (ß R4) voorzichtig met een decoupeerzaag worden nabewerkt.
7
Afmetingen en uitsparing
KM 360-1 G / KM 362-1 G
8
Afmetingen en uitsparing
a Inbouwhoogte
b Netaansluitdoos
c Gasaansluiting R
^ Maak de uitsparing in het werkblad volgens de maatschets. Houd daarbij een
afstand aan van minimaal 50 mm tot de achterwand en van 100 mm tot een eventuele zijwand rechts of links (zie ook het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies").
^ De snijvlakken moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden afge-
werkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aangetast. De ge­bruikte materialen moeten hittebestendig zijn.
1
/2- ISO 7-1 (DIN 2999)
Wordt bij het inbouwen geconstateerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (ß R4) voorzichtig met een decoupeerzaag worden nabewerkt.
9
Afmetingen en uitsparing
KM 361 G / KM 363 G
10
Afmetingen en uitsparing
a Inbouwhoogte
b Netaansluitdoos
c Gasaansluiting R
^ Maak de uitsparing in het werkblad volgens de maatschets. Houd daarbij een
afstand aan van minimaal 50 mm tot de achterwand en van 100 mm tot een eventuele zijwand rechts of links (zie ook het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies").
^ De snijvlakken moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden afge-
werkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aangetast. De ge­bruikte materialen moeten hittebestendig zijn.
1
/2- ISO 7-1 (DIN 2999)
Wordt bij het inbouwen geconstateerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (ß R4) voorzichtig met een decoupeerzaag worden nabewerkt.
11
Montage
Het inbouwen van het apparaat
Leid de aansluitkabel van het appa
^
raat door de voorbereide uitsparing.
Leg het apparaat los in de uitsparing
^
en sluit het elektrisch aan.
Sluit het apparaat op de gasleiding
^
aan (zie "Gasaansluiting").
-
Het vastzetten van het apparaat
^ Bevestig het apparaat met de bijge-
leverde klemmen a, zoals aangege­ven op de afbeelding.
12
Montage
Gebruik beslist geen kit tussen de lijst van het apparaat en het werk blad! Anders kan het apparaat later - voor servicedoeleinden - alleen nog met moeite uit het werkblad worden ge haald. Lijst en werkblad kunnen daarbij beschadigd raken.
-
-
De dichting onder de rand van het ap paraat is toereikend als afdichting tus sen apparaat en werkblad.
-
-
13
Elektrische aansluiting
Aansluiting op een geaard stopcontact wordt aanbevolen, omdat dat eventuele werkzaamheden van de technicus ge makkelijker maakt. Het stopcontact moet ook na het inbouwen toegankelijk zijn.
-
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indi recte schade als gevolg van ondes kundig inbouwen of door een ver keerde aansluiting.
-
-
-
Wordt de stekker verwijderd, dan mag het apparaat uitsluitend door een er kend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze is op de hoogte van de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf. Het apparaat mag al leen worden aangesloten op een huis installatie die volgens NEN 1010 is ge­ïnstalleerd.
Is het stopcontact niet toegankelijk of is er sprake van een vaste aansluiting, dan moet het apparaat via een schake­laar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De con­tactopening in uitgeschakelde toestand moet minimaal 3 mm bedragen. Ge­schikt zijn zelf-uitschakelaars, ze­keringen en relais (EN 60 335).
Voordat u het apparaat aansluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en fre quentie) op het typeplaatje te verge lijken met de waarden van het elektrici teitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
-
-
-
-
De fabrikant kan bovendien niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elek trische schok).
Na inbouw moet zijn gewaarborgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aangeraakt.
Aansluitwaarde:
zie typeplaatje
Aansluiting op:
AC230V/50Hz Zekering: 10 A (type B of C)
-
Aardlekschakelaar
-
Om extra veiligheid te kunnen garande ren, wordt in de EU-voorschriften en
-richtlijnen voor Nederland geadviseerd de huisinstallatie van een aardlekscha kelaar (30 mA) te voorzien. Bij een beveiliging ß 100 mA kan het voorkomen dat de aardlekschakelaar reageert, als het apparaat wordt inge schakeld, nadat het enige tijd niet ge bruikt is.
-
-
-
-
-
14
Elektrische aansluiting
Spanningsvrij maken
Moet het apparaat spanningsvrij wor den gemaakt, ga dan, afhankelijk van de situatie, als volgt te werk:
Bij zekeringen:
Draai de zekering los en haal deze uit de houder.
Bij een zekeringsautomaat:
Druk op de testknop (rood) totdat de middelste knop (zwart) eruit­springt.
Bij een inbouwzekeringsautomaat:
(zelfuitschakelaar, min. type B of C) Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan) op 0 (Uit).
Bij een aardlekschakelaar:
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan) op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingescha­keld.
Het vervangen van de aansluitkabel
De aansluitkabel mag alleen door Miele
­Nederland of door een erkend elektri cien worden vervangen. Bij vervanging moet een leiding van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) met voldoende doorsnede worden gebruikt. De van toepassing zijnde aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje.
-
15
Gasaansluiting
Het aansluiten op de gasleiding of het aanpassen aan een andere gas soort mag uitsluitend geschieden door een erkend installateur. De in stallateur is ervoor verantwoordelijk dat het apparaat op de plaats van opstelling goed functioneert.
De gasaansluiting moet zo zijn ge plaatst dat men het apparaat binnen of buiten het keukenmeubel kan aansluiten. De gaskraan moet zicht baar en toegankelijk zijn, eventueel na het openen van de deur van het keukenmeubel.
Vraag aan het plaatselijke gasbedrijf welk soort gas u heeft en vergelijk dat met de gegevens op het type­plaatje.
Aansluiting op het apparaat:
Let op!
-
-
-
Bij gebruik van een 90°-bocht be
­draagt de inbouwhoogte bij de gas aansluiting ca. 120 mm.
Het apparaat is geschikt voor aardgas
-
en vloeibaar gas.
Het apparaat voldoet aan de eisen van
­categorie EN 30: NL II2L3
BP 25/28-30 mbar.
Het apparaat is in de fabriek ingesteld op aardgas (zie de sticker op het appa­raat).
Voor omschakeling op vloeibaar gas (butaan of propaan) moeten de juiste inspuiters worden gebruikt (niet bijgele­verd). De nominale gasdruk voor vloei­baar gas moet liggen tussen 28-30 mbar.
c Gasaansluiting R
2999)
d 90°-bocht
16
1
/2- ISO 7-1 (DIN
Inspuiters voor vloeibaar gas zijn ver krijgbaar bij uw vakhandelaar en bij Miele.
Hoe het apparaat aan een andere gas soort kan worden aangepast, staat in het hoofdstuk "Aanpassen aan een an dere gassoort".
-
-
-
Het apparaat moet volgens alle gel dende voorschriften en richtlijnen op het gas worden aangesloten.
Gasaansluiting
Aardgas / vloeibaar gas
­Het apparaat kan vast of demontabel
worden aangesloten. Indien de aanslui ting demontabel is, moet deze bestaan uit de veiligheidsaansluitarmatuur en de veiligheidsgasleiding met aansluitstek ker volgens DIN 3383 deel 1.
De gasaansluiting moet zodanig zijn aangebracht dat deze niet wordt be schadigd door de hitte die het appa raat afgeeft als het aan staat. Met name gasleidingen en de gaskraan mogen niet in aanraking komen met hete verbrandingsgassen.
De gasslang en het aansluitsnoer mogen niet in aanraking komen met onderdelen van het apparaat die bij gebruik heet worden, omdat ze door die hitte beschadigd kunnen raken.
-
-
-
-
Een flexibele aansluiting moet zoda­nig worden geplaatst dat deze niet in aanraking kan komen met bewe gende keukenelementen (zoals een lade). De aansluiting mag ook niet aan mechanische belastingen wor den blootgesteld.
Controleer de gasaansluiting ten slotte op dichtheid.
-
-
17
Brandervermogen
Nominale belasting bij alle gassoorten op de hoogste stand
Brander Gassoort KM 360 G / KM 360-1G
KM 361 G
kW g/h kW g/h kW g/h
Sudder­brander
Normaal­brander
Sterk­brander
Wok aardgas L
Totaal
Nominale belasting op de laagste stand
Brander Gassoort KM 360 G / KM 360-1G
Sudder­brander
Normaal­brander
Sterk­brander
Wok aardgas L
aardgas L vloeibaar gas
aardgas L vloeibaar gas
aardgas L vloeibaar
vloeibaar gas
aardgas L vloeibaar gas
aardgas L vloeibaar gas
aardgas L vloeibaar gas
aardgas L vloeibaar gas
vloeibaar gas
0,95 1,00
1,75 1,75
3,00 3,00
-
-
7,45 7,50
-
73
-
127
-
218
-
-
-
546
KM 361 G
kW kW kW
0,27 0,27
0,38 0,38
0,55 0,55
- 1,10
KM 362 G
KM 362-1 G
0,95 1,00-73
1,75 1,75-127
3,00 3,00
4,00 4,00-291
8,45 8,50-619
KM 362 G
KM 362-1 G
-
-
0,27 0,27
0,38 0,38
0,55 0,55
1,10
KM 363 G
0,95 1,00-73
1,75 1,75-127
3,00 3,00-218
-
-
5,70 5,75-418
KM 363 G
-
-
0,27 0,27
0,38 0,38
0,55 0,55
-
18
Aanpassen aan een andere gassoort
Tabel voor de inspuiters
Bij aanpassing aan een andere gas soort moeten de grote en de kleine inspuiters van de brander worden vervangen.
Kies de nieuwe inspuiters volgens onderstaande tabel.
Kleine
inspui-
Aardgas L
Sudderbrander Normaalbrander Sterkbrander Wok
Vloeibaar gas
Sudderbrander Normaalbrander Sterkbrander Wok
Grote
inspui-
ter Ø
0,76 1,00 1,29
1,35 /
0,63
0,50 0,65 0,85
0,97 /
0,37
ter Ø
0,39 0,42 0,54 0,80
0,23 0,32 0,40 0,54
De boringsdiameter van de inspuiters is in mm aangegeven.
­Neem contact op met het plaatselijke
gasbedrijf wanneer bij aardgas de aan sluitdruk lager is dan 23 mbar of hoger dan 30 mbar. Indien de gaskookplaat is aangesloten op vloeibaar gas, moet de gasdruk tussen 25 en 35 mbar liggen.
-
19
Aanpassen aan een andere gassoort
Inspuiters vervangen
Haal de spanning van de gaskook plaat. Schakel hiervoor de zekering van de huisinstallatie uit of trek de stekker uit het stopcontact.
De grote inspuiter vervangen
-
Sudder-, normaal- en sterkbrander
^ Verwijder de pannendrager, de
branderdop b en de branderkop d.
20
^
Schroef met een sleutel de grote in spuiter e los.
^
Vervang de inspuiter.
-
Wokbrander
Aanpassen aan een andere gassoort
Verwijder de branderdop a,de
^
branderring b en de branderkop c.
Draai de schroefjes d los en verwij
^
der het afdekplaatje.
Verwijder met een geschikte sleutel
^
de grote inspuiters e en f (zie af beelding).
Vervang de inspuiters.
^
-
-
21
Aanpassen aan een andere gassoort
De kleine inspuiters vervangen
(alle branders)
Om de kleine inspuiters te kunnen ver vangen, moeten de bevestigings schroeven van de branders worden los gedraaid en moet de bovenkant van het apparaat worden verwijderd.
Trek de bedieningsknoppen er naar
^
boven toe af.
Verwijder de bovenkant van het ap
^
paraat.
Opmerking bij het verwijderen van de roestvrijstalen plaat: Til de plaat aan de achterkant omhoog. Haal de plaat naar u toe en verwijder de plaat.
Opmerking bij het verwijderen van de keramische plaat: Duw de bijgeleverde spatel tussen de lijst en het werkblad. Haal de plaat om­hoog en verwijder deze.
-
-
-
-
a
b
^ Verwijder de ontstekingsschakelaar
a.
^ Draai de inspuiter b met een kleine
schroevendraaier los.
^
Verwijder de inspuiter met een punt tang.
-
22
^
Plaats de juiste inspuiter (zie tabel) en draai deze vast.
Aanpassen aan een andere gassoort
Na het aanpassen
Plaats alle branderdelen in omge
^
keerde volgorde terug en controleer de aansluitingen op dichtheid met lekzoekspray. Controleer de correcte werking van de branders door deze aan te steken (zonder de bovenkant van het apparaat terug te plaatsen). Steek de branders met een lucifer aan.
Verwijder opnieuw de losse brander
^
delen.
Plaats de bovenkant van het appa
^
raat terug.
Opmerking bij het terugplaatsen van de roestvrijstalen plaat: Positioneer de plaat zoals op de afbeel­ding en duw de plaat dan naar ach­teren. Het profiel a moet onder de rand b van de onderkant aansluiten. Klap de plaat nu omlaag.
-
-
Schroef de branders weer vast en
^
plaats de losse delen in de juiste volgorde terug.
Plaats de bedieningsknoppen terug.
^
Controleer ten slotte of alle branders
^
correct functioneren.
Op de laagste stand mag de vlam niet doven, ook niet wanneer u de knop snel van de grote naar de kleine vlam draait.
Op de hoogste stand moet de brander
­een duidelijk zichtbare kern hebben.
Plak de sticker die bij de inspuiters wordt geleverd over de sticker op het apparaat die de gassoort ver­meldt.
a
b
23
Wijzigingen voorbehouden / 0610
M.-Nr. 05 886 840 / 06
Loading...