Koel-vriescombinatie
met glasbodemverlichting,
NoFrost, PerfectFresh-zone
en ijsblokjesmaker
KFN 8998 SE ed-1
Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u vermijdt schade aan het toestel.
B
M.-Nr. 06 809 600
Page 2
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
5
Page 6
Beschrijving van het toestel
a Toets Aan/Uit voor de koelzone / Per
fectFresh-zone
b Temperatuuraanduiding voor de
koelzone
c Toetsen voor het instellen van de
temperatuur in de koelzone
(+ voor warmer; - voor kouder)
d Toets en controlelampje voor "Super
koelen"
e Controlelampje van de vergrendeling
f Toets Aan/Uit voor de vrieszone
g Temperatuuraanduiding voor de
vrieszone
h Toetsen voor het instellen van de
temperatuur in de vrieszone
(+ voor warmer; - voor kouder)
i Toets en controlelampje voor "Super-
frost"
j Uitschakeltoets voor het waarschu-
wingssignaal
6
Page 7
a Deurdisplay
b Boter- en kaasvak
c Eiervakje / deurvak
met verlichting
d Legplaten met verlichting
e Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
f Flessenhouder (naar gelang van het
model)
g Flessenrek
h PerfectFresh-zone:
Droog vak met verlichting
i Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in het vochtige vak
Beschrijving van het toestel
j PerfectFresh-zone:
Vochtig vak met verlichting
k IJsblokjeslade met
automatische ijsblokjesmaker
l Vriesladen met
vrieskalender
m Markeersysteem voor ingevroren
voedsel
7
Page 8
Miele{home
Mits toeslag verkrijgbare
toebehoren
Het Miele|home -systeem biedt u de
kans om het even wanneer informatie
aan uw koelkast of diepvriezer op te
opvragen:Bij temperatuuralarm, stroom
onderbreking of een andere
foutaanduiding wordt de toestand
waarin het apparaat zich bevindt, met
een aan het Miele|home-systeem
doorgegeven.
Om van deze mogelijkheid gebruik te
kunnen maken, heeft u een
Miele|home-systeemtoestel nodig, bv.
Miele|home InfoControl. Dan dient u
uw koelkast of diepvriezer ook van de
communicatiemodule XKM 2000 KF te
laten voorzien.
Hoe u de Miele|home-communicatiemodule monteert en bij uw
Miele|home-systeemtoestel aanmeldt,
vindt u op het blaadje dat bij de
Miele|home-communicatiemodule
wordt gevoegd.
-
-
Ook bij het Miele|home-systeemtoestel
vindt u een aparte gebruiksaanwijzing.
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
dachtig lezen. U vindt er belangrijke
opmerkingen omtrent uw veiligheid,
de installatie, het gebruik en het on
derhoud van uw toestel. Zo be
schermt u zichzelf en vermijdt u
schade aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Efficiënt gebruik
Gebruik het toestel uitsluitend in
het huishouden voor het koelen en
bewaren van levensmiddelen, voor het
bewaren van diepvriesproducten, voor
het het invriezen van verse levensmid
delen en voor het bereiden van ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet verantwoordelijk voor
schade die wordt veroorzaakt door ge
bruik voor andere doeleinden dan hier
vermeld of door een foutieve bediening.
-
-
-
-
-
-
-
Technische veiligheid
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan (R600a), een natuurlijk
gas dat het milieu weinig belast maar
wel brandbaar is. Het is niet schadelijk
voor de ozonlaag en heeft geen nega
tieve invloed op het broeikaseffect. Het
gebruik van dit milieuvriendelijke koel
middel veroorzaakt wel een lichte ver
hoging van het werkingsgeluid. Naast
de werkingsgeluiden van de compres
sor kunnen er stromingsgeluiden in het
volledige koelcircuit optreden. Deze ef
fecten zijn jammer genoeg niet te ver
mijden, maar hebben geen invloed op
de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het opstellen van het toestel op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Door vrijkomend koelmiddel kan men oogletsels oplopen.
Bij beschadiging:
- Vermijd open vuur of
ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het toestel
staat enkele minuten lang,
en
- verwittig de Technische
Dienst van Miele.
Hoe meer koelmiddel er in een toe
stel zit, des te groter de ruimte
moet zijn waarin het toestel wordt opge
steld. Bij een eventueel lek kan er in te
kleine vertrekken een brandbaar meng
sel van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Voordat u het toestel aansluit, dient
u eerst de aansluitgegevens (span
ning en frequentie) op het typeplaatje
met die van het elektriciteitsnet te ver
gelijken.
Deze gegevens dienen absoluut over
een te stemmen. Anders treedt er scha
de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
als u het op een aardsysteem aansluit
dat volgens de voorschriften werd geïn
stalleerd. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde voldaan is. Laat de elektrische
installatie in uw woning bij twijfel door
een vakman controleren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak, zoals een elektrische
schok.
Een veilige werking van het toestel
is enkel gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
zing wordt gemonteerd en aangesloten.
-
-
-
Installatiewerken,
-
-
-
-
onderhoudswerken en
herstellingen mogen alleen door
gekwalificeerde vakmensen worden uit
gevoerd.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatiewerken, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onder
schatten risico’s ontstaan voor de ge
bruiker waarvoor de fabrikant niet aan
sprakelijk kan worden gesteld.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaat door een
verkeerde vaste wateraansluiting.
De aansluiting op openbare
waternet en alle herstellingen aan
de ijsblokjesmaker mogen enkel door
gekwalificeerde vakmensen worden uitgevoerd.
De ijsblokjesmaker is niet geschikt
om op een warmwaterleiding aangesloten te worden.
De vaste wateraansluiting mag niet
worden uitgevoerd terwijl de koel
-vriescombinatie op het elektriciteitsnet
aangesloten is.
-
-
-
-
-
Als u dit toestel niet op een vaste
plaats installeert, bijv. op een
schip, laat dit karwei dan enkel uitvoe
ren door vakmensen. Die moeten er
voor zorgen dat u het toestel veilig kunt
gebruiken.
10
-
werd voldaan:
–
De stekker van het toestel is uit
getrokken.
Trek daarbij niet aan het snoer, wel
aan de stekker.
–
De zekering op de elektrische instal
latie is uitgeschakeld.
–
De schroefzekering op de elektrische
installatie is helemaal uitgedraaid.
Het toestel is pas stroomloos als
aan een van deze voorwaarden
-
-
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen verlengsnoeren om
het toestel aan te sluiten.
Die bieden niet voldoende veiligheids
garanties.
Er bestaat onder meer gevaar voor
oververhitting.
-
Gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
met natte handen aan. Uw handen
zouden kunnen vastvriezen.
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly’s,
met name waterijsjes, in de mond
als u ze net uit de vrieszone hebt ge
haald.
Door de zeer lage temperatuur van het
ijs zouden uw lippen of tong kunnen
vastvriezen. U zou zich kunnen verwonden.
Let op dat kinderen niet met het
toestel spelen, bijv. in de vrieslade
gaan zitten of aan de toesteldeur gaan
hangen.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide
levensmiddelen mogen niet op
nieuw worden ingevroren. Verbruik
deze levensmiddelen zo snel mogelijk,
want de levensmiddelen verliezen hun
voedingswaarde en bederven. Ont
dooide levensmiddelen kunt u opnieuw
invriezen nadat u ze heeft gekookt of
gebraden.
-
-
-
Gebruik geen elektrische toestellen
in het toestel (bijv. om softijs te
maken). Er kunnen vonken worden ge
vormd. Er is ontploffingsgevaar.
Plaats dranken met een hoog alco
holpercentage enkel rechtop en
goed afgesloten in de koelzone.
Er is ontploffingsgevaar.
Bewaar geen blikjes en flessen met
koolzuurhoudende dranken of met
vloeistoffen die kunnen bevriezen in de
vrieszone. De blikjes of flessen kunnen
uit elkaar springen.
U zou zich kunnen verwonden en er
zou schade kunnen ontstaan.
Als u flessen snel in de vrieszone
wenst te koelen, dient u ze uiterlijk
na één uur weer uit de vrieszone te halen. De flessen kunnen ontploffen. U
zou zich kunnen verwonden en er zou
schade kunnen ontstaan.
Als u levensmiddelen eet die te
lang bewaard zijn, bestaat er gevaar voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van di
verse factoren, zoals de versheid en
kwaliteit van de levensmiddelen en de
temperatuur waarop ze worden be
waard. Hou rekening met de
bewaartips en de houdbaarheidsdata
van de fabrikant van de levensmid
delen.
-
-
-
-
-
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel. Als de thermostaat wordt inge
schakeld, kunnen er vonken ontstaan.
Die kunnen ontvlambare mengsels tot
ontploffing brengen.
-
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik geen voorwerpen met een
scherpe punt of rand om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
vastgevroren ijsbakjes en levensmid
–
delen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het toe
stel niet meer correct.
Plaats wanneer u wilt ontdooien
nooit elektrische verwarmingstoe
stellen of kaarsen in het toestel.
De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of an-
dere producten om te ontdooien.
Die kunnen immers explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen of
drijfgassen bevatten of ze kunnen de
gezondheid schaden.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur
vet- of oliehoudende levensmid
delen bewaart, dient u ervoor te zorgen
dat eventueel uitlopend vet of uitlopen
de olie niet in contact komt met
kunststofonderdelen.
Er kunnen spanningsbarsten ontstaan
in de kunststof, zodat de kunststof
breekt of scheurt.
-
-
-
Probeer in geen geval de
lichtgevende diodes in de Perfect
Fresh-zone en de lichtgevende diodes
of de lichtafdekkingen aan de binnen
-
kant van de deur uit te nemen. In geval
van beschadiging dienen de
lichtgevende diodes door de Tech
nische Dienst van Miele te worden
vervangen.
Kijk nooit in de lichtgevende
diodes in de koelzone als de gla
zen platen ontbreken. Waarschuwing!
Let op voor de laserstraling van de
klasse 1M-laser. U mag ook niet met
optische instrumenten in de
lichtgevende diode kijken.
Steek nooit een beschadigde
lichtgevende diode in het toestel.
Er bestaat gevaar voor elektrische
schokken!
Open de lichtgevende diodes niet
met geweld. De interne elektronische besturing zou worden beschadigd. In geval van beschadiging moet
de lichtgevende diode worden
vervangen. Bij de Technische Dienst
van Miele kunt u terecht voor een
-
nieuwe lichtgevende diode.
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af.
Als die zijn afgedekt, kan er geen
goede luchtafvoer plaatsvinden. Het
stroomverbruik stijgt en schade aan on
derdelen kan niet worden uitgesloten.
-
-
-
-
-
12
Page 13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een
klimaatklasse is een kamertemperatuur
bereik, waarbinnen de temperatuur zich
moet bewegen en waar deze niet bo
ven of onder mag liggen. De klimaat
klasse is vermeld op het typeplaatje
aan de binnenzijde van het toestel.
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de koel-vriescombinatie
voor langere tijd afslaat, zodat het toe
stel de vereiste temperatuur niet kan
aanhouden.
Gebruik voor het ontdooien en rei
nigen van het toestel in geen geval
een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met onderdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortsluiting
veroorzaken.
-
-
-
-
Uw toestel afdanken
-
Vernietig het knip- of vergrendelslot
van uw oude koel-vriescombinatie
als u het toestel afdankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zich in het toestel opsluiten,
wat levensgevaarlijk kan zijn.
Maak afgedankte toestellen on
bruikbaar. Trek de stekker uit het
stopcontact en knip het aansluitsnoer
door.
Beschadig geen onderdelen van
het koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdam-
per open te prikken;
– buizen te knikken;
– beschermende lagen af te krabben.
Als er koelmiddel uit spuit kan dat
oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
13
Page 14
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet geventileerd
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone om en bij de 0
°C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
14
Page 15
Toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Als beveiliging tijdens het transport zijn
de sierlijsten en het roestvrijstalen op
pervlak voorzien van een beschermfo
lie.
Trek de beschermfolie pas weg na
^
het opstellen of inbouwen. Begin aan
een van de bovenhoeken.
Wrijf het roestvrij stalen oppervlak in
^
met een geschikt onderhoudsmiddel
voor roestvrij staal.
Reinig het inwendige van de kast en
^
het toebehoren. Gebruik daartoe
lauwwarm water, daarna alles met
een doek drogen.
Laat het toestel na het transport ca.
1/2 tot 1 uur staan voor u het aansluit. Dit is zeer belangrijk voor de
latere werking!
-
Het toestel inschakelen
De koelzone en de vrieszone kunnen
afzonderlijk worden ingeschakeld, zo
dat u indien gewenst ook slechts één
gedeelte kunt inschakelen. De Perfect
Fresh-zone wordt samen met de koel
zone ingeschakeld.
-
-
koelen en de binnenverlichting schakelt
in als de deur wordt geopend.
Vrieszone
-
Druk rechts op de toets aan/uit voor
^
de vrieszone.
Op de temperatuurindicator voor de
vrieszone ziet u streepjes en de vries
zone begint te koelen.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voor u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
Koelaccu
Plaats de koelaccu in de bovenste
vrieslade of plaatsbesparend op het
vriestablet. Na ca. 24 uur kan de
koelaccu zijn maximaal koelvermogen
leveren.
-
-
Koelzone / PerfectFresh-zone
^
Druk links op de toets aan/uit voor de
koelzone / PerfectFresh-zone.
De temperatuurindicator voor de koel
zone brandt. De koelzone begint te
-
15
Page 16
Toestel in- en uitschakelen
Toestel uitschakelen
Druk op de toets aan/uit tot de
^
temperatuurindicator uitgaat.
De koeling is uitgeschakeld. (Als dit
niet het geval is, is de vergrendeling
ingeschakeld!)
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen, zodat het niet ongewenst
wordt uitgeschakeld.
Vergrendeling in-/uitschakelen
^ Hou de Superfrost-toets gedurende
ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de Superfrosttoets knippert en op de
temperatuurindicator knippert
^
Druk nogmaals op de Superfrost
toets.
Op de indicator ziet u
;.
;.
-
Druk op de Superfrost-toets om de
^
instelling op te slaan.
Als de vergrendeling ingeschakeld is,
brandt het vergrendelingcontrolelampje
X.
Sluit de instelmodus af door op de
^
toets aan/uit voor de vrieszone te
drukken.
Anders schakelt de elektronica na
ca. 2 minuten over naar normale werking.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
^ schakel het toestel uit,
^ trek de stekker uit het stopcontact,
^
sluit de afsluitkraan voor de watertoe
voer,
^
maak het toestel schoon en
^
laat de toesteldeuren op een kier
staan om geurvorming te vermijden.
-
^
Door op de insteltoetsen voor de
temperatuur te drukken, kunt u nu
kiezen tussen
0: de vergrendeling is uitgeschakeld,
1: de vergrendeling is ingeschakeld.
16
; 0 en ; 1:
Als het toestel bij langdurige af
wezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deu
ren gesloten blijven.
-
-
Page 17
Deurdisplay
Het display op de buitenzijde van de
toesteldeur
- geeft de temperaturen aan die mo
menteel in de koel- of vrieszone
heersen,
- geeft aan of de functies Superkoel of
Superfrost ingeschakeld zijn, en
- geeft een eventuele alarmtoestand
aan!
Het bovenste gedeelte van het display
toont de temperatuur van de koelzo-ne,
het onderste gedeelte de temperatuur
van de
vrieszone.
Als u het toestel aansluit en als beide
toesteldeuren gesloten zijn, verschijnt
na korte tijd een begroetingsscherm,
daarna worden de
temperatuurindicatoren weergegeven!
In het onderste gedeelte van het dis
play knipperen streepjes afwisselend
met een waarschuwingsdriehoek en
een thermometer, omdat het mogelijke
temperatuurbereik en de gewenste
temperatuur nog niet bereikt zijn.
-
-
Contrast aanpassen
Als u het contrast van het display wenst
te wijzigen,
opent u de toesteldeur.
^
Hou de Superfrost-toets gedurende
^
ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de Superfrost
toets knippert en op de
temperatuurindicator knippert
^ Druk 2 keer op de "+"-insteltoets voor
de temperatuur, tot op de indicator
C knipperend wordt weergege-
een
ven.
^ Druk nogmaals op de Superfrost-
toets.
^ Sluit de toesteldeur binnen de 10 se-
conden.
De aanpassing van het contrast
wordt gestart, een verticale balk ver
schijnt op het deurdisplay, waarbij er,
afhankelijk van de aanpassing van
het contrast, meer of minder donkere
delen van de balk verschijnen!
U kunt kiezen uit 5 verschillende
contrastwaarden; elke waarde ver
schijnt gedurende 4 seconden.
^
Zodra u een contrastwaarde geschikt
vindt, opent u de toesteldeur!
;.
-
-
-
Op die manier wordt de
contrastwaarde permanent opgesla
gen! Ook als het toestel ooit van het
stroomnet wordt losgekoppeld, blijft
deze waarde behouden.
-
17
Page 18
Deurdisplay
Als de toesteldeur niet wordt geo
pend, wordt de procedure na ca. 10
minuten afgebroken en wordt het
oorspronkelijke contrast hersteld!
Om in de inwendige indicator van het
toestel de instelmodus te verlaten:
Druk op de toets aan/uit van de vries
^
zone.
Als u de toets niet indrukt, schakelt
de elektronica automatisch na ca. 2
minuten over naar normale werking.
-
-
18
Page 19
Display
Volgende informatie wordt aangegeven op het deurdisplay:
DisplayBetekenis
Deurdisplay
+°C
-°C
- -
$
L
SUPER
§%
;
u
<
Temperatuurindicator boven 0 °C.
Temperatuurindicator onder 0 °C.
De temperaturen in het toestel hebben nog niet het mogelijke
weergavebereik bereikt.
Het toestel is vergrendeld.
De ingestelde temperatuur is nog niet bereikt. Het toestel koelt de
binnenruimte nog verder af.
Als SUPER weergegeven is in het bovenste gedeelte van het display, is de functie Superkoel ingeschakeld.
Als SUPER weergegeven is in het onderste gedeelte van het display, is de functie Superfrost ingeschakeld.
Temperatuuralarm: De temperatuur in de vrieszone is te warm.
Het symbool knippert afwisselend met de effectieve temperatuur
in de vrieszone.
Deuralarm: De toesteldeur staat open!
Het toestel bevindt zich in de modus voor de aanpassing van het
contrast van het deurdisplay.
Netonderbreking: De temperatuur is de voorbije dagen of uren
wegens een stroomonderbreking te hoog gestegen!
§
Er zit een storing in het toestel!
19
Page 20
De juiste temperatuur
De juiste temperatuurinstelling is zeer
belangrijk voor het bewaren van levens
middelen. De levensmiddelen
bederven snel ten gevolge van micro
-organismen, wat door de juiste be
waartemperatuur kan worden
verhinderd of vertraagd. De tempera
tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de
micro-organismen. Hoe lager de tem
peratuur, hoe langzamer dit proces ver
loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– hoe warmer de verse levensmid-
delen zijn,
– hoe hoger de omgevingstemperatuur
van het toestel is.
Het toestel is voorzien voor een bepaalde klimaatklasse (kamertemperatuurbereik), waarvan de grenswaarden moeten worden nageleefd.
-
-
-
-
. . . in de vrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een tem
peratuur van -18 °C vereist. Bij deze
temperatuur komt de groei van micro
-organismen in hoge mate tot stilstand.
Zodra de temperatuur boven -10 °C
stijgt, begint de ontbinding door de mi
cro-organismen; de levensmiddelen
kunnen minder lang worden bewaard.
Daarom mogen geheel of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat ze werden
verwerkt (koken of braden). Door de
hoge temperaturen worden de meeste
micro-organismen gedood.
Temperatuur in de
koel-/vrieszone instellen
De temperatuur in de koel- en vrieszone kunt u instellen met de twee toetsen
onder de respectieve temperatuurindicatoren.
Door indrukken van de
-
-
-
. . . in de koelzone en in de
Perfect-Fresh-zone
In de koelzone wordt een koeltempera
tuur van 4 °C aanbevolen.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch geregeld tussen
0 en 3 °C.
20
-
Toets + : temperatuur wordt warmer
Toets – : temperatuur wordt kouder
-
Tijdens het instellen wordt de
insteltemperatuur knipperend aangege
ven.
-
Page 21
De juiste temperatuur
Volgende wijzigingen zijn in de binnen
ste temperatuurindicator merkbaar als
u op de toetsen drukt:
Een keer drukken: De laatst
–
gewenste temperatuurwaarde
wordt knipperend aangegeven.
Telkens u nogmaals drukt:
–
De temperatuurwaarde verandert in
stappen van 1 °C.
Toets ingedrukt houden: De tempera
–
tuurwaarde wijzigt constant.
Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets heeft gedrukt,
geeft de temperatuurindicator automatisch de middelste, effectieve temperatuurwaarde aan die momenteel in de
koelzone heerst.
Als u de temperatuur heeft gewijzigd,
controleert u de temperatuurindicator
na ca. 6 uur als er weinig voedsel in
het toestel zit en na ca. 24 uur als het
toestel volledig gevuld is. Pas dan is
de effectieve temperatuur ingesteld. Als
de temperatuur na die tijd nog te hoog
of te laag is, stelt u de temperatuur op
nieuw in.
Mogelijke instelwaarden voor de
temperatuur
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld:
–
In de koelzone van 4 °C tot 9 °C.
–
In de vrieszone van -14 °C tot -28 °C.
Het bereiken van de laagste tempera
tuur is afhankelijk van de opstelplaats
en van de omgevingstemperatuur. Bij
een hoge omgevingstemperatuur kan
-
de laagste temperatuur niet altijd wor
den bereikt.
Temperatuur in de
PerfectFresh-zone instellen
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch tussen 0 en 3 °C
gehouden. Als u het toch warmer of
kouder wenst, omdat u bijv. vis wenst te
bewaren, dan kunt u de temperatuur
lichtjes wijzigen.
^ Hou de Superfrost-toets gedurende
ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de Superfrosttoets knippert en op de
temperatuurindicator knippert
-
^
Druk enkele keren op een van de in
steltoetsen voor de temperatuur, tot
op de indicator
ven. Druk nogmaals op de Super
frost-toets.
Op de indicator ziet u
^
Door op de insteltoetsen voor de
temperatuur te drukken, kunt u nu de
temperatuur in de PerfectFresh-zone
wijzigen. U kunt kiezen uit de stan
den 1 tot 9:
1: laagste temperatuur,
9: hoogste temperatuur.
= wordt weergege
=.
-
-
;.
-
-
-
-
21
Page 22
De juiste temperatuur
De voorinstelling van de tempera
tuur in de PerfectFresh-zone is bij
5. Bij een instelling van = 1 tot = 4
worden eventueel negatieve tempe
raturen bereikt. Levensmiddelen
kunnen bevriezen!
Druk op de Superfrost-toets om de
^
instelling op te slaan.
^ Sluit de instelmodus af door op de
toets aan/uit voor de vrieszone te
drukken.
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator op het bedie
=
ningspaneel geeft tijdens normale wer
king de temperatuur aan in het midden
van de koelzone en de warmste plaats
in de vrieszone.
Als de temperaturen in het toestel niet
binnen het mogelijke bereik van de
temperatuurindicatoren liggen (voor
koelzone boven 0 °C, voor vrieszone
onder 0 °C), knipperen streepjes in de
temperatuurindicatoren.
De temperatuurindicatoren knipperen
als
– een andere temperatuur wordt inge-
steld,
-
-
Anders schakelt de elektronica na
ca. 2 minuten over naar normale werking.
– de temperatuur in het toestel met
verschillende graden gestegen is,
om koudeverlies aan te geven.
Een kortstondig koudeverlies vormt
geen probleem als dit ontstaat omdat
– de deur van het toestel één keer ge-
durende lange tijd geopend blijft,
bijv. om grote hoeveelheden levens
middelen in of uit het toestel te halen,
–
u verse levensmiddelen invriest.
Als de temperatuur in de vrieszone ge
durende langere tijd warmer is dan -18
°C, gaat u na of de ingevroren levens
middelen gedeeltelijk of volledig ont
dooid zijn. In dit geval dient u deze le
vensmiddelen zo snel mogelijk te ver
bruiken!
-
-
-
-
-
-
22
Page 23
De juiste temperatuur
Lichtsterkte van de binnenste
temperatuurindicator
De lichtsterkte van de binnenste
temperatuurindicator is bij levering van
het toestel ingesteld op laag. Zodra de
deur wordt geopend, een instelling
wordt gewijzigd of een alarmtoestand
heerst, brandt de binnenste
temperatuurindicator gedurende ca. 1
minuut met grootste lichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de binnenste
temperatuurindicator wijzigen:
^ Hou de Superfrost-toets gedurende
ca. 5 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van de Superfrosttoets knippert en op de
temperatuurindicator knippert
;.
Druk op de Superfrost-toets om de
^
instelling op te slaan.
Sluit de instelmodus af door op de
^
toets aan/uit voor de vrieszone te
drukken.
Anders schakelt de elektronica na
ca. 2 minuten over naar normale wer
king.
-
^
Druk enkele keren op een van de in
steltoetsen voor de tempratuur, tot op
de indicator
^
Druk nogmaals op de Superfrost
toets.
Op de indicator ziet u
^
Door op de insteltoetsen voor de
temperatuur te drukken, kunt u nu de
lichtsterkte van de indicator wijzigen.
U kunt kiezen uit de standen 1 tot 5:
Het toestel is voorzien van een waar
schuwingssysteem, zodat de tempera
tuur in de vrieszone niet ongemerkt kan
stijgen en om energieverlies te ver
mijden als de deuren open blijven
staan.
-
-
Temperatuuralarm
Als de temperatuur in een te warm tem
peratuurbereik komt, weerklinkt een
geluidsalarm. Tegelijk knippert de
temperatuurindicator in de binnenruim
te en op het deurdisplay knippert afwis
selend met de temperatuurindicator
§%. De ingestelde temperatuur bepaalt
wanneer het toestel een temperatuurbereik als te warm herkent.
De akoestische en optische signalen
worden altijd gegeven
– als bij het herschikken en uitnemen
van ingevroren levensmiddelen te
veel warme kamerlucht binnenstroomt.
–
als u een grote hoeveelheid
levensmiddelen vers invriest.
–
er zich een lange stroomonderbre
king heeft voorgedaan.
-
Deuralarm
Als een van de toesteldeuren langer
dan ca. 60 seconden open blijft staan,
weerklinkt de waarschuwingstoon en
knippert op het deurdisplay de
temperatuurindicator afwisselend met
; (symbool voor geopende deur).
Waarschuwingssysteem
-
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is altijd au
tomatisch actief. Het moet niet extra
worden ingeschakeld.
Waarschuwingstoon
vroegtijdig uitschakelen
Als het ingestelde temperatuurbereik in
de vrieszone bereikt is, wordt de
waarschuwingstoon uitgeschakeld, de
temperatuurindicator in de binnenruim
te is constant aan en op het
deurdisplay wordt enkel nog de temperatuur aangegeven. Als de
waarschuwingstoon u echter stoort,
kunt u hem vroegtijdig uitschakelen.
^ Druk op de toets aan/uit voor de
waarschuwingstoon.
De waarschuwingstoon wordt uitge
schakeld. De temperatuurindicator
blijft knipperen tot de alarmtoestand
beëindigd is. Daarna brandt de
temperatuurindicator constant. Hier
mee is het waarschuwingssysteem
weer gebruiksklaar.
-
-
-
-
24
Page 25
Superkoel en Superfrost gebruiken
Functie Superkoel
Met de functie Superkoel wordt de koel
zone zeer snel op de koudste waarde
afgekoeld (afhankelijk van de kamer
temperatuur).
Superkoel inschakelen
De functie Superkoel is met name aan
te bevelen als u grote hoeveelheden
verse levensmiddelen of dranken snel
wenst af te koelen.
^ Druk links op de Superkoel-toets, zo-
dat het Superkoel-controlelampje
brandt.
De temperatuur in het toestel daalt
omdat het toestel met het hoogst mogelijke koelvermogen in de koelzone
werkt.
Op het deurdisplay staat onder de
temperatuurindicator van de koelzone
SUPER.
Superkoel uitschakelen
De functie Superkoel wordt automatisch
na ca. 6 uur uitgeschakeld. Het con
trolelampje gaat uit en het toestel werkt
weer met normaal koelvermogen.
Om energie te sparen, kunt u de functie
Superkoel zelf uitschakelen zodra de
levensmiddelen of dranken koud ge
noeg zijn.
-
-
-
De koeling van het toestel werkt weer
met normaal vermogen.
-
Wat gebeurt er als verse
levensmiddelen worden
ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk volledig worden doorvroren,
zodat de voedingswaarde, de
vitamines, het uitzicht en de smaak be
houden blijven. Hoe langzamer de le
vensmiddelen worden doorvroren, des
te meer vloeistof er uit elke cel naar de
tussenruimten loopt. De cellen krimpen.
Tijdens het ontdooien kan slechts een
deel van de voordien vrijgekomen vloeistof teruglopen naar de cellen.
In de praktijk betekent dit dat de
levensmiddelen heel veel vocht verliezen. Dit kunt u zelf vaststellen, doordat
er zich tijdens het ontdooien een grote
waterplas rond het levensmiddel vormt.
Als het levensmiddel snel werd
doorvroren, heeft de celvloeistof minder
tijd om uit de cellen naar de tussen
ruimten te lopen. De cellen krimpen
veel minder.
Tijdens het ontdooien kan de slechts
geringe hoeveelheid vloeistof die naar
de tussenruimten was gelopen,
terugkeren naar de cellen, zodat het
vochtverlies zeer gering is. Er vormt
zich slechts een kleine waterplas!
-
-
-
^
Druk op de Superkoel-toets, zodat
het Superkoel-controlelampje uitgaat.
25
Page 26
Superkoel en Superfrost gebruiken
Functie Superfrost
Om levensmiddelen optimaal in te vrie
zen, dient u voor het invriezen van ver
se levensmiddelen de functie Super
frost in te schakelen.
Uitzonderingen:
Als u reeds ingevroren levensmid
–
delen plaatst.
Als u dagelijks slechts maximaal 2 kg
–
levensmiddelen plaatst.
Superfrost inschakelen
De functie Superfrost dient u 6 uur
voor het plaatsen van de in te vriezen
levensmiddelen in te schakelen. Als u
het maximale invriesvermogen wenst
te gebruiken, dient u 24 uur vooraf de
functie Superfrost in te schakelen!
-
-
Superfrost uitschakelen
De functie Superfrost schakelt automa
tisch na ca. 30 tot 60 uur uit, afhankelijk
van de hoeveelheid ingebrachte
levensmiddelen. Het controlelampje
gaat uit en het toestel werkt weer met
normaal, energiesparend koel
vermogen.
Om energie te sparen, kunt u de functie
Superfrost zelf uitschakelen zodra er
een constante temperatuur van min
stens -18 °C in de vrieszone bereikt is.
Druk op de Superfrost-toets, zodat
^
het Superfrost-controlelampje uitgaat.
De koeling van het toestel werkt weer
met normaal vermogen.
-
-
-
-
^
Druk rechts op de Superfrost-toets,
zodat het Superfrost-controlelampje
brandt.
De temperatuur in de vrieszone daalt
omdat het toestel met het hoogst mo
gelijke koelvermogen in de vrieszone
werkt.
Op het deurdisplay staat onder de
temperatuurindicator van de vrieszone
SUPER.
26
-
Page 27
Verschillende koudezones
Wegens de natuurlijke luchtcirculatie
komen er in de koelruimte verschillende
temperaturen aan bod. Koude, zware
lucht zakt naar onderen in het toestel.
Benut deze temperatuurverschillen bij
het schikken van levensmiddelen!
De warmste zone in de koelruimte
De koelruimte goed benutten
Bewaar in uw toestel geen explosie
ve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybus
sen). Explosiegevaar!
Alcohol met hoog gehalte mag u en
kel goed afgesloten en rechtop in
het toestel bewaren.
-
-
-
De warmste zone vindt u helemaal bo
ven aan de deur. Gebruik deze zone
om boter te bewaren, die smeerbaar
moet blijven. U kan daar ook kaas leg
gen zodat het aroma wordt bewaard.
De koudste zone in de koelruimte
In de koelruimte is het gewoonlijk het
koudst vlak boven de groentebakken.
In dit toestel zijn de vakken van de PerfectFresh-zone wel het koudst.
Benut de koudste delen in de koelzone
en in de PerfectFresh-zone voor delicate en gauw aan bederf onderhevige
eetwaar. Enkele voorbeelden:
–
vis, vlees en gevogelte,
–
worst en kant-en-klaargerechten,
–
eier- of roomgerechten en dito ge
bak,
–
vers deeg, taart-, pizza- en quiche
deeg,
–
kaas en andere producten van rauwe
melk,
-
-
-
-
Bewaar tafelolie liever niet in de
deur van de koelkast. Eventueel ge
morste olie kan op de duur scheur
tjes veroorzaken in de kunststof.
Laat de eetwaar de rugwand van het
toestel niet raken. Anders kan die eraan vriezen.
-
-
De PerfectFresh-zone
gebruiken
Bij een temperatuur van 0 tot 3 °C in
combinatie met een hoge luchtvochtigheid kan verse eetwaar heel goed worden bewaard. U kan de levensmid
delen hier merkelijk langer bewaren
dan in een gewone koelzone zonder
dat ze aan versheid inboeten.
De belangrijkste voorwaarde voor een
lange bewaarduur is dat de eetwaar
vers is als u ze in het toestel plaatst. Let
daar ook op tijdens de aanschaf.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem
peratuur automatisch rond de 0 °C ge
houden.
-
-
-
–
in folie verpakte kant-en-klare groen
ten en alle verse eetwaar waarvan de
minimumbewaarduur een tempera
tuur van minstens 4 °C vereist.
-
-
27
Page 28
De koelruimte goed benutten
De PerfectFresh-zone heeft 2 vakken:
Het droge vak heeft een relatieve
–
luchtvochtigheid van ca. 45 %.
Het vochtige vak heeft een schuif
–
knop waarmee u traploos een relatie
ve luchtvochtigheid tussen 45 en
90 % kan instellen.
Hou er rekening mee dat de luchtvoch
tigheid afhangt van het vochtgehalte
van de bewaarde eetwaar en van het
aantal keren dat u dat vak opent.
Vak met een lage relatieve
luchtvochtigheid ,
^ Schuif de knop van het vochtige vak
helemaal naar links ,.
Er wordt een relatieve luchtvochtigheid ingesteld van ca. 45 %.
Dit vak is vooral geschikt om er heel
delicate eetwaar als verse vis, schaaldieren, gevogelte, worst, zuivel en fijne
slaatjes in te bewaren.
Bewaar deze levensmiddelen enkel
afgedekt of verpakt.
-
Vak met een hoge relatieve
luchtvochtigheid -
Schuif de knop van het vochtige vak
^
helemaal naar rechts -.
Er wordt een relatieve luchtvochtig
heid ingesteld van ca. 90 %.
Dit vak is geschikt om er plukverse eet
waar als groente, sla, kruiden, padde
stoelen, kool en inheems fruit in te be
waren.
Deze levensmiddelen plaatst u on
verpakt in het vak.
Neem de levensmiddelen enige tijd
voor u ze consumeert uit de PerfectFresh-zone. Aroma en smaak komen
immers pas tot hun recht op kamertemperatuur.
Levensmiddelen die niet
geschikt zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelzone te worden bewaard.
Dat is onder meer het geval voor:
-
-
-
-
-
Uitzondering: vlees
28
–
groente en fruit dat gevoelig is voor
koude.
–
fruit dat nog moet narijpen.
–
aardappelen.
–
harde kaas (parmezaan)
Page 29
De koelruimte goed benutten
De levensmiddelen juist
bewaren
Bewaar de levensmiddelen enkel ver
pakt en goed gesloten. Daarmee ver
mijdt u dat ze geur van de eetwaar er
naast opnemen, dat ze uitdrogen en
eventueel aanwezige bacteriën over
dragen. Als u de temperatuur juist in
stelt en hygiënisch te werk gaat, wordt
de toename van bacteriën, als bv. sal
monella, vertraagd.
Groente en fruit
Groente en fruit kan u onverpakt in de
groentebakken bewaren. Denk erom
dat sommige groentesoorten een natuurlijk gas afgeven, dat verouderingsprocessen versnelt. Sommige fruit- en
groentesoorten reageren op dit natuurlijk gas heel gevoelig. Daarom mag u
niet om het even welke fruit- en groentesoort samen in dezelfde bak bewaren.
Voorbeelden voor fruit dat veel na
tuurlijk gas afgeeft:
appels, aprikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado’s en vijgen.
Voorbeelden van groente en fruit dat
erg gevoelig reageert op natuurlijk
gas afkomstig van andere groente en
fruit:
Onverpakte dierlijke en plantaardige
levensmiddelen
Deze eetwaar dient u te scheiden. Zo u
ze toch samen plaatst, kan u ze het
best verpakken. Zo vermijdt u dat er mi
crobiologische veranderingen optre
den.
Eiwitrijke levensmiddelen
Hou er rekening mee dat eiwitrijkere
eetwaar vlugger aan bederf onderhevig
is. Dat betekent dat schaaldieren en
kreeftachtigen sneller bederven dan vis
en dat vis sneller bederft dan vlees.
Vlees
Bewaar vlees onverpakt in het vak met
een lage luchtvochtigheid. Maak folies
en recipiënten open. Dat het vleesoppervlak wat uitdroogt, remt de kiemvorming af, wat dus de houdbaarheid bevordert. Verschillende vleessoorten mogen elkaar niet rechtstreeks raken. Die
dient u door een verpakking van elkaar
te scheiden. Zo vermijdt u dat het door
kiemoverdracht te vroeg bederft.
Neem de levensmiddelen ca. 30 à
60 minuten voor u ze consumeert uit
de PerfectFresh-zone. Aroma en
smaak komen immers pas tot hun
recht op kamertemperatuur.
-
-
29
Page 30
Het indelen van de binnenruimte
De legplaten verplaatsen
U kunt de legplaten verplaatsen over
eenkomstig de hoogte van de te koelen
levensmiddelen.
Trek de legplaat samen met de
^
lichtgevende diode horizontaal tot
aan de helft naar voren en neem ze
langs onderen of langs boven uit.
Schuif de legplaat horizontaal op de
^
gewenste plaats in.
De opstaande rand moet naar bene
den wijzen!
Tip:als in het koelgedeelte meer plaats
vereist is, kunt u het flessenrek uitnemen. In dit geval kunt u dan de onderste legplaat ook nog iets lager
plaatsen.
Als de glazen legplaat bij het uitnemen van de lichtgevende diode
wordt gescheiden, kunt u de
lichtgevende diode horizontaal uit
het toestel trekken, op een andere
plaats weer inschuiven en de glazen
legplaat in de lichtgevende diode
schuiven.
-
De rekken en flessenrekken
aan de binnenkant van de deur
verplaatsen
Schuif het rek / flessenrek naar boven
^
en haal het eruit.
Plaats het rek / flessenrek er op de
^
gewenste plaats weer in. Zorg er
daarbij voor dat het goed op de
verhogingen vastklikt.
De lichtgevende diodes aan de binnen
kant van de deur kunnen niet worden
verplaatst.
De flessenhouder verschuiven
(afhankelijk van het model)
U kunt de flessenhouder naar rechts of
naar links verschuiven. Daardoor zitten
de flessen goed vast als de deur wordt
geopend en gesloten.
-
Kijk nooit in de lichtgevende diode
als de glazen legplaat ontbreekt.
Waarschuwing! Let op voor de
laserstraling van de klasse 1M-laser.
U mag ook niet met optische instru
menten in de lichtgevende diode
kijken.
30
-
Page 31
Het indelen van de binnenruimte
Schuifladen van de Perfect
-
Fresh-zone
Als u producten in een schuiflade
^
wenst te plaatsen of er producten wilt
uitnemen, trek dan de schuiflade vol
ledig uit, neem ze achteraan vast, til
ze iets omhoog en haal ze eruit.
^ Als u de schuiflade weer terug wilt
plaatsen, legt u de schuiflade op de
volledig uitgetrokken rails a. De rails
moeten vooraan tegen de voorzijde
van de schuiflade komen b. Schuif
de schuiflade in c.
-
31
Page 32
Invriezen en bewaren
Maximaal invriesvermogen
Om de levensmiddelen zo snel mogelijk
tot in de kern in te vriezen, mag het
maximale invriesvermogen niet worden
overschreden. Het maximale invriesver
mogen binnen 24 uur is vermeld op het
typeplaatje "Invriesvermogen ...kg/24
u".
Diepgevroren voedsel bewaren
Als u diepgevroren voedsel wenst te
bewaren, controleert u tijdens de aan
koop in de winkel
– de verpakking op beschadiging,
– de houdbaarheidsdatum en
– de koelzonetemperatuur van de
winkeldiepvries. Als de
koelzonetemperatuur warmer is dan
-18 °C, wordt de houdbaarheid van
het diepgevroren voedsel korter.
^ Koop diepgevroren voedsel pas op
het einde van het winkelen, en transporteer het in krantenpapier of in een
koelzak.
^
Plaats het diepgevroren voedsel on
middellijk in het toestel.
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
-
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik om in te vriezen enkel verse le
vensmiddelen die in perfecte staat
verkeren!
-
Hou hiermee rekening voor het
invriezen
Volgende levensmiddelen zijn ge
–
schikt om in te vriezen:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
voedselresten, eigeel, eiwit en talrijke
kant-en-klaar gerechten.
– Volgende zaken zijn niet geschikt
om in te vriezen:
wijndruiven, bladsalade, radijsjes,
ramenas, zure room, mayonaise, volledige eieren in de schaal, uien, volledige onbewerkte appelen en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moeten groenten voor het invriezen wor
den geblancheerd. Doe de groenten
in porties gedurende 2 - 3 minuten in
kokend water. Daarna de groenten
uitnemen, snel in koud water afkoe
len en laten uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samen vriezen.
-
-
-
-
32
Page 33
Onbewerkte levensmiddelen en ge
–
blancheerde groenten voor het in
vriezen niet kruiden en zouten, scho
tels slechts lichtjes kruiden en
zouten. Sommige kruiden verande
ren hun smaakintensiteit tijdens het
invriezen.
Warme schotels of dranken pas bui
–
ten het toestel laten afkoelen, om te
voorkomen dat reeds bevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien
en dat het stroomverbruik stijgt.
Invriezen en bewaren
Noteer de inhoud en de invriesdatum
^
-
-
-
-
-
op de verpakking.
-
Voor de levensmiddelen in het toestel
worden geplaatst
Als u meer dan 2 kg verse levens
^
middelen dient in te vriezen, dient u
enige tijd vooraf de functie Superfrost
in te schakelen (zie "Superfrost ge
bruiken").
Plaatsen
-
-
Verpakken
^ Vries per portie in.
Geschikte verpakking
- Kunststoffolie
- Buisfolie uit polyethyleen
- Aluminiumfolie
- Diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- Pakpapier
- Perkamentpapier
- Cellofaan
- Vuilniszakjes
- Gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak
king.
^
Sluit de verpakking dicht af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u met een folielasapparaat
dichtlassen.
U kunt de levensmiddelen overal in de
vrieszone invriezen, bij voorkeur echter
in de bovenste vriesladen. Plaats grote
hoeveelheden rechtstreeks op de vriesplaten, omdat de levensmiddelen daar
zeer snel en dus degelijk worden ingevroren. Daartoe een of meer vriesladen
uitnemen.
Elke vrieslade en elke vriesplaat kan
met maximaal 25 kg worden belast!
^
Plaats de levensmiddelen naast el
kaar op de bodem van de vriesladen
of op de vriesplaten in de vrieszone,
zodat de levensmiddelen zo snel mo
-
gelijk tot in de kern worden
ingevroren.
^
Leg de pakken droog in het toestel
om te vermijden dat ze aan elkaar of
aan het toestel vastvriezen.
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
ingevroren levensmiddelen, zodat
deze niet ontdooien.
-
-
33
Page 34
Invriezen en bewaren
Grote stukken plaatsen
Om grote stukken in het toestel te kun
nen plaatsen, kunt u de vriesplaten tus
sen de vriesladen uitnemen. Daartoe
de vriesladen uitnemen en de ge
^
wenste vriesplaat lichtjes optillen en
langs voor uittrekken!
-
-
Vrieskalender
De vrieskalender op de vrieslade geeft
de gebruikelijke bewaartijd aan voor
verschillende soorten levensmiddelen,
op voorwaarde dat ze vers in het toe
stel worden geplaatst.
Bij in de handel verkrijgbare diepvriesproducten is de bewaarduur aangegeven op de verpakking.
-
Merksysteem voor ingevroren
voedsel
Als herinnering aan de bewaartijd van
levensmiddelen werd het merksysteem
voor ingevroren voedsel ontwikkeld.
Bij elke vrieslade behoren twee plaatjes
met een wiel. Daarop zijn de maanden
weergegeven als 1 - 12.
Schuif het plaatje van de rand van de
^
vrieslade op de geleidingsrail.
Met het plaatje markeert u het soort in
gevroren voedsel, met het wieltje geeft
u het tijdstip aan waarop het voedsel in
het toestel werd geplaatst.
Ingevroren voedsel ontdooien
Ingevroren voedsel kunt u op verschil
lende manieren ontdooien
in de microgolfoven,
–
in de gewone oven met de werkwijze
–
"hete lucht" of "ontdooien",
– bij kamertemperatuur,
– in de koelkast
– in de stoomoven.
Platte stukken vlees en vis kunnen
ontdooid in een hete pan worden gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
Groenten kunnen algemeen in bevro
ren toestand in het kokende water wor
den gedaan of in heet vet worden ge
stoofd. De bereidingstijd is iets korter
dan bij verse groenten.
-
-
-
-
-
34
Gedeeltelijk of volledig ontdooid
voedsel niet opnieuw invriezen. Pas
nadat u de levensmiddelen heeft
verwerkt (koken of braden), kunt u
ze opnieuw invriezen.
Page 35
Invriezen en bewaren
Dranken snel koelen
Om dranken snel af te koelen, schakelt
u de functie Superkoel in. Als u flessen
in de vrieszone plaatst om ze snel te
koelen, dient u de flessen uiterlijk naéén uur weer uit te nemen, anders zul
len de flessen ontploffen!
Vriestablet gebruiken
(naar gelang van het model)
Op het vriestablet kunt u bessen,
kruiden, groenten en ander klein mate
riaal voorzichtig invriezen. De levens
middelen blijven hun vorm grotendeels
behouden en de verschillende stukken
vriezen niet aan elkaar vast.
-
Koelaccu gebruiken
(naar gelang van het model)
In geval van een stroomonderbreking
voorkomt de koelaccu dat de tempera
tuur in de vrieszone te snel stijgt.
Plaats de koelaccu in de bovenste
vrieslade direct op de levensmiddelen
of plaatsbesparend op het vriestablet.
Na ca. 24 uur kan de koelaccu zijn
maximaal koelvermogen leveren.
In geval van een stroomonderbreking
-
legt u de koelaccu rechtstreeks op het
ingevroren voedsel in de bovenste
lade, om een zo groot mogelijke bewaartijd te verzekeren.
Als u verse levensmiddelen in het toestel wenst te plaatsen, gebruikt u de
koel-accu als scheiding tussen de
reeds ingevroren levensmiddelen en de
verse levensmiddelen, zodat de reeds
ingevroren levensmiddelen niet ontdooien.
-
^
Plaats het in te vriezen materiaal los
op het vriestablet.
^
Haak het vriestablet in een van de
bovenste vriesladen.
Laat de levensmiddelen gedurende 10
tot 12 uur grondig invriezen. Plaats de
levensmiddelen dan in een diepvries
zakje of doos en leg ze zo in de vriesla
den.
-
U kunt de koelaccu ook gebruiken om
voedsel of dranken gedurende korte
tijd in een koelbox te koelen.
-
35
Page 36
IJsblokjes maken
Voor de ijsblokjesautomaat is er een
vaste wateraansluiting nodig.
De ijsblokjesautomaat inscha
kelen
Schakel de vriesruimte in.
^
Maak de lade links bovenaan in de
^
vriesruimte open.
^ Druk op de toets aan/uit aan de ijs-
blokjesautomaat. Het controlelampje
gaat aan.
^ Duw de lade weer dicht.
Er kunnen enkel ijsblokjes worden
gemaakt als de lade geheel dicht is.
Na de ingebruikneming van het toestel
kan het tot 24 uur duren voordat de
eerste ijsblokjes uit de automaat in de
lade vallen. Zo u de ijsblokjesautomaat
daarna opnieuw uit- en weer inschakelt,
duurt dat hoogstens 6 uur.
-
wanneer u hem lange tijd niet meer
heeft ingeschakeld.
Grotere hoeveelden ijsblokjes maken
De productie van ijsblokjes hangt af
van de temperatuur in de vriesruimte:
hoe kouder, hoe groter de productie.
Zodra de ijsblokjeslade vol zit, wordt de
productie automatisch stopgezet.
Heeft u meer ijsblokjes nodig,
vervang dan de volle lade door de
^
lade rechts ernaast.
Zodra de lade gesloten is, begint de
automaat weer ijsblokjes te maken.
De ijsblokjesautomaat uitschakelen
Wenst u geen ijsblokjes meer te maken,
schakel de ijsblokjesautomaat dan uit.
De vriesruimte laat u ingeschakeld tenzij u geen diepvrieswaar meer bewaart.
^
Druk op de toets aan/uit aan de ijs
blokjesautomaat tot het controlelamp
je uitgaat.
Zo de ijsblokjesautomaat uitgeschakeld
is, kan u de ijsblokjeslade ook gebrui
ken om er levensmidden in te vriezen of
te bewaren.
-
-
-
Verbruik de eerste drie ijsblokjespor
ties niet!
Zo zorgt u ervoor dat de waterlei
ding voor het gebruik wordt uitge
spoeld.
Dit geldt zowel wanneer u de ijsblok
jesautomaat in gebruik neemt als
36
-
-
-
-
Page 37
Automatisch ontdooien
Koelzone en PerfectFreshzone
Terwijl de compressor draait, kunnen er
rijm en waterpareltjes worden gevormd
op de achterzijde van de koelzone en
PerfectFresh-zone. Deze dient u niet te
verwijderen, want de koelzone en Per
fectFresh-zone ontdooien automatisch.
Het dooiwater loopt via een
dooiwatergoot en door een
dooiwaterafvoerbuis naar een
verdampsysteem aan de achterzijde
van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan weglopen, door de
dooiwatergoot en de
dooiwaterafvoerbuis schoon te houden.
-
Vrieszone
Het toestel is uitgerust met een
"NoFrost"-systeem, waardoor het toestel
automatisch wordt ontdooid.
De geproduceerde vochtigheid zet zich
af op de verdamper, wordt regelmatig
automatisch ontdooid en verdampt.
Door het automatisch ontdooien blijft de
vrieszone altijd ijsvrij. De
levensmiddelen vriezen dankzij dit
speciale systeem niet vast!
37
Page 38
Reinigen
Gebruik nooit zand-, schuurmiddel-,
soda-, of zuurhoudende
reinigsmiddelen of chemische oplos
middelen.
Ook ongeschikt zijn zogenaamde
schuurmiddelen die "vrij zijn van
schuurmiddelen", want die veroorza
ken matte vlekken.
Gebruik voor het roestvrijstalen op
pervlak een geschikt onderhouds
middel voor roestvrij staal zoals Neo
blank.
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronische besturing, de
lichtgevende diodes, het
deurdisplay of de ventilatieroosters
terechtkomt.
Er mag geen reinigingswater door
de afvoeropening voor het dooiwater
lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. Stoom
kan terechtkomen op onderdelen
van het toestel die onder spanning
staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Het typeplaatje in het toestel mag
niet worden verwijderd. De informa
tie op dit plaatje is belangrijk in ge
val van een storing.
Voor het reinigen
^
Schakel het toestel uit door op beide
toetsen Aan/Uit te drukken, en trek
de stekker uit het stopcontact.
^
Haal de producten uit het toestel en
bewaar ze op een koele plaats.
Neem alle onderdelen die kunnen
^
worden uitgenomen uit het toestel om
het gemakkelijker te kunnen reinigen.
-
De buitenwanden, de
binnenruimte en het
-
toebehoren
Die kunt u het best reinigen met lauw
-
warm water met een beetje afwasmid
-
del. Reinig alle onderdelen met de
-
hand, niet in de afwasautomaat. Het
botervlootje en de transparante
sierstrips op de glazen platen kunnen
in de afwasautomaat.
^ Reinig het toestel minstens één keer
per maand.
^ Om de legplaten in de koelzone te
reinigen, kunt u de sierstrips aan de
voorzijde en de lichtgevende diode
aan de achterzijde aftrekken.
De scheidingsplaat tussen de PerfectFresh-zone en de koelzone kan
niet worden uitgenomen.
^
Reinig het gootje en de afvoerope
ning voor het dooiwater in de koelzo
ne regelmatig met een wattenstaafje
-
-
of iets dergelijks, zodat het dooiwater
altijd ongehinderd kan weglopen.
^
Reinig het roestvrijstalen oppervlak
met een geschikt onderhoudsmiddel;
sla daarbij het deurdisplay over.
^
Veeg de binnenruimte, het
deurdisplay en het toebehoren na de
reiniging af met schoon water en wrijf
alles droog met een doek. Laat de
deuren van het toestel korte tijd
openstaan.
-
-
-
-
38
Page 39
Reinigen
De ijsblokjesbak reinigen
Voor de ijsblokjes in de lade vallen,
worden ze in een bak in de
ijsblokjesmaker verzameld.
Door deze bak regelmatig te reinigen,
voorkomt u dat er ijs- of waterresten in
de bak achterblijven.
Sluit het toestel aan op het elektrici
^
teitsnet.
Druk op de toets Aan/Uit op de
^
ijsblokjesmaker, zodat het controle
lampje brandt.
^ Maak de ijsblokjeslade leeg.
^ Hou de toets Aan/Uit op de
ijsblokjesmaker ca. 10 seconden ingedrukt (na 1 seconde wordt de
ijsblokjesmaker uitgeschakeld en
gaat het controlelampje uit).
Het controlelampje knippert.
^ Schuif de ijsblokjeslade binnen de
volgende 60 seconden volledig in.
Daarna draait de ijsblokjesbak naar een
schuine positie, zodat die kan worden
gereinigd:
-
-
Reinig nu de ijsblokjeslade en de
^
ijsblokjesbak met warm water en een
beetje afwasmiddel.
Druk op de toets Aan/Uit van de
^
ijsblokjesmaker.
De ijsblokjesbak keert terug naar de uit
gangspositie.
Zet de ijsblokjeslade terug en sluit
^
ze.
Na max. 6 uur begint de
ijsblokjesmaker weer met de productie
van ijsblokjes.
Deze procedure moet ook worden
uitgevoerd als de ijsblokjesmaker
voor lange tijd buiten werking wordt
gezet.
Ventilatieroosters
^ Reinig de ventilatieroosters regelma-
tig met een kwast of een stofzuiger.
Wanneer er zich stof ophoopt verhoogt het energieverbruik.
Deurdichtingen
Behandel de deurdichtingen niet
met olie of vet. Anders worden ze na
verloop van tijd poreus.
-
^
Wacht tot de beweging van de
ijsblokjesbak is voltooid.
^
Neem de ijsblokjeslade uit.
Reinig de deurdichtingen regelmatig,
uitsluitend met schoon water, en wrijf ze
daarna grondig droog met een doek.
39
Page 40
Reinigen
Achterzijde - metalen rooster
Minstens één keer per jaar moet het
stof van het metalen rooster aan de
achterzijde van het toestel (warmtewis
selaar) worden verwijderd. Wanneer er
zich stof ophoopt verhoogt het energie
verbruik.
-
-
Let er bij het reinigen van het meta
len rooster op dat u geen kabels of
andere componenten aftrekt, knikt of
beschadigt.
-
Na het reinigen
^ Plaats alle onderdelen in de koelzone
en PerfectFresh-zone.
^ Plaats de levensmiddelen in de koel-
zone en de PerfectFresh-zone, sluit
de toesteldeuren en schakel de koel-
en vrieszone in.
^ Schakel de functie "Superfrost" in, zo-
dat de vrieszone snel koud wordt.
Het controlelampje gaat aan.
^
Schuif de vriesladen met de ingevro
ren levensmiddelen in de vrieszone
zodra de temperatuur in de vrieszone
laag genoeg is.
^
Schakel de functie "Superfrost" uit
door op de toets voor "Superfrost" te
drukken.
Het controlelampje gaat uit.
-
40
Page 41
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mag u enkel en alleen door
een vakman laten uitvoeren. Ondes
kundig uitgevoerde herstellingen le
veren ernstig gevaar op voor de ge
bruiker.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . ..
. . . de koelzone of de vrieszone niet
koelt?
^ Ga na of de zone in kwestie is inge-
schakeld. De bijbehorende tempera-
tuuraanduiding moet branden.
^ Ga na of de stekker van het toestel
goed in het stopcontact zit.
^ Controleer of de zekering op uw elek-
trische installatie uitgeschakeld is.
Als dit het geval is, neemt u contact
met de Technische Dienst van Miele.
. . . de deur van de vrieszone niet ver
schillende keren na elkaar kan wor
den geopend?
-
-
-
-
-
Wat gedaan als . . . ?
. . . de inschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
Ga na of de ventilatieroosters niet af
^
gedekt zijn of onder het stof zitten.
Ga na of het metalen rooster (warm
^
tewisselaar) aan de achterzijde van
het toestel niet onder het stof zit.
De toesteldeuren werden vaak geo
^
pend of er werden grote hoeveelhe
den verse levensmiddelen ingevro
ren.
Ga na of de toesteldeuren goed slui
^
ten.
. . . de levensmiddelen vastgevroren
zijn?
Maak de levensmiddelen los met een
stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
. . . in het deurdisplay lichte strepen
te zien zijn?
^
Was het toestel gedurende korte tijd
van het stroomnet losgekoppeld?
-
Dit is geen storing. De lichte strepen
zullen na enige tijd verdwijnen.
-
-
-
-
-
-
Dit is geen storing. Door de zuigende
werking kunt u de deur pas na enige
tijd zonder extra moeite openen.
. . . de temperatuur in de koel- of
vrieszone te koud is?
^
Stel een hogere temperatuur in.
^
De functie "Superfrost" of "Super
koelen" is nog niet uitgeschakeld. Het
controlelampje is aan, op het
deurdisplay staat SUPER.
Als het toestel niet van het stroomnet
losgekoppeld was en de lichte strepen
niet verdwijnen, dient u contact op te
nemen met de Technische Dienst van
Miele.
41
Page 42
Wat gedaan als . . . ?
. . . de waarschuwingstoon weer
klinkt, de temperatuuraanduiding van
de vrieszone knippert en op het
deurdisplay §% knippert?
-
Open de bovenste toesteldeur.
–
Verwijder de afdekking voor de
–
lagerstoel.
De vrieszone is, afhankelijk van de in
gestelde temperatuur, te warm, omdat
de vrieszonedeur vaak werd geo
^
pend of grote hoeveelheden verse le
vensmiddelen werden ingevroren.
de ventilatieroosters afgedekt waren.
^
er zich een lange stroomonderbre
^
king heeft voorgedaan.
Als de storingen verholpen zijn, brandt
de temperatuuraanduiding van de
vrieszone constant en gaat de
waarschuwingstoon uit.
. . . in de temperatuuraanduiding een
streepje brandt/knippert?
Controleer de temperatuuraanduiding
ca. 6 uur na het inschakelen van het
toestel. Er wordt slechts een temperatuur aangegeven als de temperatuur in
het toestel binnen het weergeefbare
bereik ligt.
. . . een indicatorgedeelte in het
deurdisplay donker is?
Dit is geen storing, de zone in kwestie
is uitgeschakeld.
. . . het deurdisplay donker is?
^
Is het toestel ingeschakeld?
^
Ga na of de steekverbinding van de
toesteldeur naar het toestel in orde is:
-
-
-
-
– Controleer de steekverbinding.
– Schuif de afdekking voor de
lagerstoel.
– Sluit het toestel weer aan op het
stroomnet.
Als het toestel wordt ingeschakeld en
de steekverbinding in orde is, maar het
deurdisplay nog steeds donker is, zit er
een storing in het toestel. Neem contact
op met de Technische Dienst van Miele.
. . . op de temperatuuraanduiding "F1"
tot "F5" verschijnt?
Er zit een storing in het toestel. Neem
contact op met de Technische Dienst
van Miele.
. . . op het deurdisplay § verschijnt?
Er zit een storing in het toestel. Neem
contact op met de Technische Dienst
van Miele.
–
Koppel het toestel los van het
stroomnet.
42
Page 43
Wat gedaan als . . . ?
. . . op de temperatuuraanduiding
"nA" en op het deurdisplay < ver
schijnt?
De temperatuur in de vrieszone is de
voorbije dagen of uren wegens een
stroomonderbreking te hoog gestegen.
Druk op de uitschakeltoets voor het
^
nA
waarschuwingssignaal, zolang "
verlicht is.
Op de temperatuuraanduiding wordt
de hoogste temperatuur weergege
ven die tijdens de stroomonderbre
king in de vrieszone werd bereikt.
Afhankelijk van de temperatuur con-
troleert u of de levensmiddelen gedeeltelijk of volledig ontdooid zijn. Als dit
het geval is, verwerkt u de levensmiddelen (koken of braden) voor u ze weer
invriest.
De warmste temperatuur wordt gedurende ca. 1 minuut weergegeven. Daarna verschijnt weer de effectieve temperatuur in de vrieszone.
. . . als u de ijsblokjesmaker niet kunt
inschakelen?
^
Ga na of het toestel op het elektrici
teitsnet aangesloten is.
"
-
-
-
. . . de ijsblokjesmaker geen ijsblok
jes maakt?
-
Werd de watertoevoer vóór de eerste
^
ingebruikname ontlucht?
Ga na of de ijsblokjesmaker inge
^
schakeld is.
Ga na of de vrieszone ingeschakeld
^
is.
Ga na of de watertoevoer geopend
^
is.
Ga na of de ijsblokjeslade volledig
^
gesloten is.
Hou er rekening mee dat het tot 24 uur
kan duren voor de eerste ijsblokjes worden gemaakt.
. . . het controlelampje op de
ijsblokjesmaker knippert?
Er zit een storing in het toestel. Neem
contact op met de Technische Dienst
van Miele.
. . . het controlelampje voor "Super
frost" of "Super koelen" niet brandt,
maar de compressor draait en op het
deurdisplay
Het controlelampje is defect. Neem
contact op met de Technische Dienst
van Miele.
SUPER staat?
-
-
-
...u het toestel niet kunt uitscha
kelen?
De vergrendeling is ingeschakeld.
-
43
Page 44
Wat gedaan als . . . ?
. . . de binnen- of deurverlichting niet
meer werkt?
Stond de koelzonedeur gedurende
^
lange tijd open?
De verlichting schakelt automatisch
uit als de deur ca. 15 minuten geo
pend is gebleven.
-
Als de deur van de koelzone niet gedu
rende lange tijd geopend was, zit er
een storing in het toestel. Neem contact
op met de Technische Dienst van Miele.
Open de lichtgevende diode niet
met geweld. U zou zich kunnen ver
wonden.
. . . de bodem van de koelzone nat is?
De afvoeropening voor het dooiwater zit
verstopt.
^ Reinig het gootje en de opening voor
het dooiwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van deze aanwijzingen,
dient u een beroep te doen op de
Technische Dienst van Miele.
Open de deur niet zolang de storing
niet verholpen is, om het koudever
lies zo beperkt mogelijk te houden.
-
-
-
44
Page 45
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
45
Page 46
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
46
Page 47
Vaste wateraansluiting
Informatie over de vaste
wateraansluiting
De vaste wateraansluiting mag enkel
worden uitgevoerd door
gekwalificeerde vakmensen.
De waterkwaliteit moet voldoen aan
de drinkwatervoorschriften van het
land waarin het toestel wordt ge
bruikt.
Alle toestellen en inrichtingen die
–
worden gebruikt om water naar het
toestel te voeren, moeten voldoen
aan de geldige voorschriften van het
land in kwestie.
– De watertoevoer naar het toestel
moet via een koudwaterleiding gebeuren.
– De waterdruk moet tussen 1,5 en 6
bar liggen.
– Aan het apparaat is een roestvrijsta-
len slang aangebracht van 1,5 m
lang.
Deze slang mag alleen worden ver
lengd met een flexibele buis. Deze
verlengslang moet door een vakman
worden gemonteerd en is verkrijg
baar bij de afdeling Onderdelen van
de Technische dienst van Miele.
–
Tussen de roestvrij stalen slang en
de huiswateraansluiting moet een af
sluitkraan voorzien zijn, om in geval
van nood de watertoevoer te kunnen
onderbreken.
-
-
Aansluiting op de watertoevoer
De vaste wateraansluiting mag niet
worden uitgevoerd als het
koel-/vriestoestel elektrisch aange
sloten is.
Voor de aansluiting op de watertoevoer
is een afsluitkraan met een
aansluitdraad vereist.
^ Sluit de roestvrij stalen slang aan op
de afsluitkraan.
^ Let erop dat de schroefkoppeling
goed zit.
Voor de eerste ingebruikname moet de
watertoevoer door een gekwalificeerde
vakman worden ontlucht:
-
–
Daartoe de roestvrij stalen slang net
voor het aansluiten op de
magneetklep zo goed mogelijk met
water vullen.
–
Overgelopen water daarna met een
doek opnemen.
-
3
-
/4"
De afsluitkraan moet nog toeganke
lijk zijn als het toestel ingebouwd is.
-
47
Page 48
Vaste wateraansluiting
Open de afsluitkraan van de water
^
toevoer voorzichtig en controleer het
volledige watersysteem op dichtheid.
Sluit het toestel nu elektrisch aan (zie
^
"Elektrische aansluiting").
Schuif het toestel in de gewenste
^
positie.
-
Bevestig de roestvrij stalen slang op
^
de magneetklep, die zich onderaan
aan de achterzijde van het toestel
bevindt.
Zorg ervoor dat de schroefkoppe
^
lingen goed zitten en goed dicht zijn.
Als de afsluitkraan van de watertoevoer
zich links van uw toestel bevindt, dient
u de roestvrij stalen slang te plaatsen
zoals in volgende afbeelding:
-
Zorg ervoor dat de roestvrij stalen slang
niet geknikt of beschadigd raakt.
Na max. 24 uur vallen de eerste ijs
blokjes uit de ijsblokjesbereider in
de lade.
-
48
Page 49
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
Elektrische aansluiting
-
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
49
Page 50
Opstellen
Zet boven op het toestel geen appa
raten die warmte afgeven, bv.
broodroosters of microgolfovens. Er
wordt dan meer stroom verbruikt!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertempera
tuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt ver
bruikt. Geschikt is een droog, degelijk
geventileerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
-
-
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom mag u de
ventilatieroosters niet afdekken. Dan
blijft een onberispelijke ventilatie ge
waarborgd.
Stof de ventilatieroosters ook geregeld
af.
Het toestel opstellen
Verwijder eerst de snoerhouder van
^
de achterzijde van het toestel.
Zie na of alle onderdelen aan de ach
^
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voorzichtig van mekaar weg.
^ Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats. U kan het
met de achterzijde rechtstreeks tegen een muur plaatsen.
Het toestel waterpas zetten
-
-
Lagere kamertemperaturen doen de
compressor langer stilstaan. Dat kan de
temperatuur in het toestel doen stijgen.
50
^
Zet het toestel aan de verstelbare
voetjes stevig waterpas. Gebruik
daartoe de bijgeleverde dopsleutel.
Page 51
Deurscharnier veranderen
Het toestel wordt geleverd met schar
nier rechts. Als de scharnier links ver
eist is, moet de deurscharnier worden
verplaatst.
Ga na of het toestel nog niet op het
stroomnet aangesloten is! Er bestaat
gevaar voor elektrische schokken!
Om de deuraanslag te verwisselen,
heeft u torx-schroevendraaiers van
verschillende grootte nodig, alsook een
platte tang en een schroefsleutel!
Deurgrepen afnemen:
Eerst dient u de zijdelingse
greeponderdelen van de deurgrepen
los te maken:
-
-
Let erop dat u met het voorwerp niet
wegglijdt en het toestel beschadigt.
Het zijdelingse greepstuk b komt los.
Trek het greepstuk b uit de ge
^
leiding.
Draai nu de vier schroeven in de be
^
vestigingsplaat los en neem de
greep af.
Maak de afdekplaten aan de tegen
^
overliggende zijde los en plaats ze
op de vrijgekomen gaten.
Onderste toesteldeur afnemen:
-
-
-
^
Als u aan de deurgreep a trekt,
schuift het zijdelingse greepstuk b
naar achter, zodat er een spleet d
ontstaat tussen het greepstuk b en
de bevestigingsplaat c van de
greep.
^
Klem een geschikt stomp voorwerp
(bijv. een lepelsteel) in de spleet d
en duw de greep langzaam weer in
de richting van de deur.
^
Hef het afdekgedeelte a met behulp
van een schroevendraaier voorzichtig
op.
^
Schroef de onderste scharnierhoek
b af terwijl de toesteldeur gesloten
is, en neem de toesteldeur langs
achter af.
51
Page 52
Deurscharnier veranderen
Plaats de afdekplaat d op de tegen
^
overliggende zijde.
Draai de scharnierbout met behulp
^
van een schroefsleutel aan de punt
uit de scharnierhoek b en verplaats
alle scharnieronderdelen c in de
scharnierhoek.
Bovenste toesteldeur afnemen:
^ Neem bovenaan op het toestel de
lagerstoelafdekking af. Daartoe:
Met een schroevendraaier voorzichtig langs achter onder de lagerstoel
afdekking grijpen en deze afdekking
langs boven afwrikken.
^
Open de bovenste toesteldeur.
-
Klap de vastneemhulp van de stek
^
ker naar voor en trek de stekker aan
de vastneemhulp langs voor uit.
^
Trek de kabel voorzichtig achter de
lagerstoel langs boven uit.
-
^
Neem de afdekking weg.
52
Page 53
Sluit de bovenste toesteldeur.
^
Draai de twee schroeven bovenaan
^
uit de lagerstoel.
^ Zwenk de toesteldeur zijdelings uit
en hef ze langs boven af.
Onderdelen op het toestel verplaatsen:
Deurscharnier veranderen
Plaats aan de achterzijde van de
^
lagerstoel de afstandsbus aan de te
genoverliggende zijde.
Schroef de lagerstoel op de andere
^
zijde vast.
-
^
Schroef de lagerstoel e af.
^
Neem de afdekking f af.
^
Plaats de afdekkingf door zijdelings
op te schuiven en de plaathoek voor
de aarding g telkens 180° gedraaid
op de tegenoverliggende zijde.
^
Trek de grijze gatafdekking op de
lagerstoel langs voor af en schuif ze
op de andere zijde weer in de
lagerstoel.
53
Page 54
Deurscharnier veranderen
Verwissel in het midden van het toestel
de afdekking h met de lagerhoek i.
Daartoe:
^ De afdekking h en de lagerhoek i
afschroeven.
^ Trek de lagerbus k langs boven uit
de lagerhoek, en de lagerbout j
langs onder.
^ Draai de afdekking en de lagerhoek
telkens 180° en schroef ze aan de
andere zijde weer vast.
Onderdelen in de bovenste toestel
deur verplaatsen:
Trek de lagerbus ca. 2 cm uit de toe
^
steldeur (1).
^ Verwijder de afdekkingen aan beide
zijden met behulp van een schroevendraaier (2.).
-
-
^ Plaats de lagerbus k langs boven in
de lagerhoek i en schuif de lager
bout j met de lange zijde eerst
langs onder door de lagerhoek.
Belangrijk: Let bij het plaatsen van
de lagerbus en de lagerbout op de
uitsparingen, zodat beide onderdelen
juist in de lagerhoek zitten!
54
-
^
Draai de twee schroeven in het
insteekgedeelte los.
Page 55
Trek het insteekgedeelte met een
^
platte tang samen met de kabellus
uit.
Trek het insteekgedeelte niet aan de
kabel uit - gevaar voor beschadiging!
Deurscharnier veranderen
Duw de lagerbus stevig tot tegen de
^
aanslag, tot er bijna geen afstand
meer is tot aan de bovenkant van de
deur!
Toesteldeuren monteren:
Verplaats de stop aan de bovenzijde
^
van de onderste toesteldeur.
^
Neem aan de andere zijde de stop
uit en plaats hem in de tegenoverlig
gende zijde.
^
Plaats de kabellus en het
insteekgedeelte in de tegenoverlig
gende zijde.
^
Schroef het insteekgedeelte vast.
^
Plaats de afdekkingen op beide zij
den. Daarbij komt afdekking A (mar
kering onderzijde afdekking) op de
zijde met kabel, afdekking B op de
zijde zonder kabel!
^ Hang de onderste toesteldeur in de
lagerbout j en sluit de toesteldeur.
^
Steek de onderste scharnierhoek b
in de deurlagerbus van de onderste
toesteldeur en schroef hem vast op
de behuizing.
-
^
Maak de afdekking a los.
^
Steek de bovenste toesteldeur op de
-
-
-
middelste lagerbout j.
^
Zwenk de toesteldeur zijdelings naar
het toestel.
55
Page 56
Deurscharnier veranderen
Bevestig de toesteldeur op de
^
lagerstoel door de twee schroeven
langs boven in te draaien.
Schuif de lagerbuis daartoe voldoende omhoog naar de lagerstoel, zodat
de schroeven juist in de schroefdraad kunnen grijpen!
^ Open de bovenste toesteldeur.
Plaats de kabel nauw aansluitend in
^
de geleidingen in de lagerstoel.
^
Plaats de kabel achter de lagerstoel.
56
^
Steek de kabelstekker in het toestel
en klap de vastneemhulp opzij.
Page 57
Schuif de afdekking voor de stekker
^
en de lagerstoel.
Vergrendel de lagerstoelafdekking
^
bovenaan op het toestel.
Deurgrepen opnieuw monteren:
Hou in elk geval rekening met volgende aanwijzingen voor de bevestiging van de deurgreep, want bij
foutieve montage raakt de deurdichting beschadigd.
Deurscharnier veranderen
De bevestigingsplaat c moet zo op de
deurbehuizing liggen, dat in gesloten
toestand van de deur de bevestigings
plaat gelijk komt met de buitenwand
van het toestel.
Als dit niet het geval is,
draait u de twee vooraf gemonteerde
^
stifttappen a met een zeskantsleutel
in tot de bevestigingsplaat c de ge
wenste hoek heeft.
Draai de 4 schroeven b goed vast.
^
Schuif het zijdelingse greepstuk d
^
langs de zijkant van het toestel op de
geleiding van de bevestigingsplaat
tot het greepstuk duidelijk
vergrendelt.
Let er in elk geval op dat het zijdelingse greepstuk d tijdens het openen van de deur niet in aanraking
komt met de deurdichting. De deurdichting zou na verloop van tijd beschadigd raken!
-
-
^
Schroef de deurgreep met de twee
voorste schroeven b eerst losjes op
de tegenoverliggende zijde.
Mocht dit het geval zijn,
^
lijn de bevestigingsplaat c nogmaals
uit met de stifttappen a tot de be
vestigingsplaat en het zijdelingse
greepstuk d de gewenste hoek heb
ben en de dichting tijdens het ope
nen van de deur niet meer wordt ge
raakt.
-
-
-
-
57
Page 58
Het toestel inbouwen
U kan het toestel in elke keuken inbouwen. Om het toestel aan de hoogte van
de rij kasten aan te passen, kan u erboven een opzetkast a aanbrengen.
Blokkeer nooit de ventilatieope
ningen. Maak ze geregeld stofvrij.
Stelt u het toestel langs de scharnierzijde naast een wand d op, dan is er
daartussen een afstand van ca. 50 mm
vereist om de toesteldeuren volledig te
kunnen openen.
-
-
Ventilatie
Daartoe voorziet u aan de achterzijde
van het toestel een minstens 50 mm
diep luchtkanaal.
Laat tussen kasten en plafond een
spleet van minstens 50 mm. Zo kan de
warme lucht ongehinderd wegtrekken.
Anders moet de compressor meer
draaien en verhoogt het stroomver
bruik. Hoe groter de ventilatiespleet,
hoe spaarzamer het toestel werkt.
58
-
Page 59
59
Page 60
Wijzigingen voorbehouden / 0706
KFN 8998 SE ed-1
M.-Nr. 06 809 600 / 00
nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.