Miele KFN 12823 SD edt, KFN 12823 SD cs, KFN 12823 SD edt-1, KFN 12823 SD cs-1, KFN 12823 SD edt-2 User Manual [nl]

...
Gebruiksaanwijzing en montage handleiding
Koel-vriescombinatie
-
KFN 12823 SD (-1) KFN 12823 SD edt/cs-1 KFN 12923 SD (-1) KFN 12923 SD edt/cs-1 KFN 12924 SD
Lees in elk geval de ge­bruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 934 310
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................8
Hoe kunt u energie besparen? ......................................13
Toestel in- en uitschakelen .........................................14
Koelzone afzonderlijk uitschakelen .................................15
Bij langdurige afwezigheid ..........................................16
De juiste temperatuur .............................................17
...indekoelzone .................................................17
...indevrieszone.................................................17
Temperatuur instellen ..............................................17
Temperatuurindicator ..............................................18
Mogelijke temperatuurinstellingen ..................................18
Waarschuwingssysteem ...........................................20
Temperatuuralarm..................................................20
Deuralarm........................................................20
Superfrost en DynaCool gebruiken ..................................21
Functie Superfrost .................................................21
DynaCool m .....................................................22
De koelzone goed gebruiken .......................................23
Verschillende koelgedeelten .........................................23
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden....................25
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................25
Levensmiddelen juist bewaren .......................................25
Fruit en groenten................................................25
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ..................26
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten .............................26
Vlees .........................................................26
Binnenruimte indelen .............................................27
Legplaten verplaatsen ..............................................27
Tweedelige legplaat ...............................................27
Rek/flessenrek aan de binnenkant van de deur verplaatsen ................27
Invriezen en bewaren..............................................28
Maximaal invriesvermogen ..........................................28
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............28
Diepvriesproducten bewaren ........................................28
2
Inhoud
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................29
Hou bij het invriezen rekening met het volgende .......................29
Verpakken.....................................................29
Voor u de levensmiddelen in het toestel legt ..........................30
Hoe u de levensmiddelen in het toestel legt ..........................30
Grote stukken plaatsen .............................................30
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................30
IJsblokjes maken ..................................................31
Dranken snel koelen ...............................................31
Vriestablet gebruiken...............................................31
Koelaccu gebruiken................................................32
Automatisch ontdooien............................................33
Reiniging en onderhoud ...........................................34
Binnenruimte, toebehoren ...........................................34
Toesteldeuren, zijwanden ...........................................35
Ventilatieopeningen ................................................36
Deurdichting .....................................................36
Wat gedaan als...?..............................................37
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................41
Technische Dienst van Miele/garantie ................................42
Elektrische aansluiting ............................................43
Opstelinstructies .................................................44
Opstelplaats......................................................44
Klimaatklasse ..................................................44
Luchttoevoer en -afvoer.............................................44
Toestel opstellen ..................................................44
Toestel nivelleren ..................................................45
Toesteldeur ondersteunen...........................................45
Afmetingen van het toestel ..........................................46
De draairichting van de deuren veranderen ...........................47
Toesteldeuren uitlijnen ............................................53
Het toestel inbouwen..............................................54
3
Beschrijving van het toestel
a Inschakeltoets voor het inschakelen
van het complete toestel en aan-uittoets voor het afzonderlijk in­en uitschakelen van de koelzone
b Toets en controlelampje voor de dy
namische koeling ("DynaCool")
c Toets voor het instellen van de tem-
peratuur in de koelzone
d Temperatuurindicator voor de koel-
zone
e Temperatuurindicator voor de vries
zone
f Toets voor het instellen van de tem
peratuur in de vrieszone
-
g Toets en controlelampje voor "Super
frost"
h Uitschakeltoets voor het waarschu-
wingssignaal en waarschuwingscontrolelampje
i Hoofdtoets voor het in- en
uitschakelen van het complete toe­stel
-
-
-
4
a Ventilator
b Boter- en kaasvak
c Binnenverlichting
d Legplaat
e Eierhouder
f Rek
g Flessenrek
h Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
i Fruit- en groentebakken
j Flessenrek
k Vriesladen
Beschrijving van het toestel
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
­volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
-
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van de compressor geen schade oplopen voordat het toestel terdege wordt geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid del uit het koelcircuit of olie uit de com pressor in het milieu terechtkomt.
Zorg er ook voor dat het toestel kinder veilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
6
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aan dachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent de plaatsing, de installatie, het gebruik en het on derhoud van uw toestel. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Het toestel is uitsluitend bedoeld
~
voor gebruik in het huishouden en gelijkaardige omgevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen
op boerderijen
Gebruik voor andere doeleinden is niet
-
-
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa brikant is niet aansprakelijk voor scha de die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd
-
gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan
­kennis niet in staat zijn om het toestel
veilig te bedienen, mogen dit toestel al leen onder het toezicht of de
­begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
-
-
-
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bedie­ning ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moe­ten de eventuele risico's van een foutie­ve bediening kunnen beseffen.
Hou kinderen die in de buurt van het
~
toestel komen in het oog. Let op dat kinderen niet met het toestel spelen door bijv. aan de toesteldeur te gaan hangen.
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Gebruik het toestel uitsluitend in het huishouden voor het bewaren van diep vriesproducten, voor het invriezen van verse levensmiddelen en voor het ma ken van ijsblokjes.
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veilig heid in gevaar brengen!
Is het aansluitsnoer beschadigd,
~
laat het dan vervangen door een vak man die door Miele erkend is. Zo ver mijdt u risico's voor wie het toestel ge bruikt.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit mi­lieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast de werkingsgeluiden van de compressor kunnen er stromingsgeluiden in het vol­ledige koelcircuit optreden. Dat is jammer genoeg niet te vermijden, maar heeft geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het op stellen van het toestel op dat geen en kel onderdeel van het koelcircuit be schadigd raakt. Wegspattend koelmid del kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
- vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het vertrek waarin het
toestel staat, en
- verwittig de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
-
-
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m heid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toestel.
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
-
zing gemonteerd en aangesloten werd.
Vergelijk zeker eerst de aansluitge-
~
gevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van uw elektrische installatie. Sluit daarna pas uw toestel aan. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er scha­de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw elektricien.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen verlengsnoeren of stopcontactenblokken om het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoen de veiligheidsgaranties. Er bestaat on der meer gevaar voor oververhitting.
-
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsys teem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor waarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk ge steld worden voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding onder broken was of gewoon ontbrak (bijv. elektrische schokken).
Installatiewerken, onderhouds-
~
werken en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerken kunnen er voor de ge­bruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
-
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet het toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos indien aan een van deze voorwaarden werd vol daan:
De stekker van het toestel is uitge
trokken. Trek daarbij niet aan het snoer, wel aan de stekker.
­De zekering op uw elektrische instal
­latie is uitgeschakeld.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert laat dit karwei dan en­kel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
-
-
-
Laat u het toestel tijdens de ga
~
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
met natte handen aan. Uw handen zou den kunnen vastvriezen. U zou zich kunnen verwonden.
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's,
~
met name waterijsjes, in de mond als u ze net uit de diepvrieskast hebt ge haald. Door de zeer lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen kunnen uw lippen of tong vastvriezen. U zou zich kunnen verwonden.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le-
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw wor­den ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk, want de levensmiddelen ver­liezen hun voedingswaarde en beder­ven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze heeft ge­kookt of gebraden.
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van di verse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be waard. Hou rekening met de bewaarinstructies en de verbruikstermijnen van de fabrikant van de levensmiddelen.
Bewaar geen explosieve stoffen en
~
geen producten met brandbare drijf gassen (bijv. spuitbussen) in het toe stel. Als de thermostaat wordt inge schakeld, kunnen er vonken ontstaan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
-
-
-
-
-
-
Gebruik geen elektrische toestellen
~
in het toestel (bijv. om softijs te ma ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont
-
ploffingsgevaar!
Bewaar geen blikjes en flessen met
~
koolzuurhoudende dranken of met vloeistoffen die kunnen bevriezen in de vrieszone. De blikjes of flessen kunnen uit elkaar springen. U kunt zich verwonden en er kan scha de ontstaan.
Als u flessen snel in de diepvries
~
wenst te koelen, moet u ze uiterlijk na één uur weer uit het toestel halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– vastgevroren bakjes voor ijsblokjes
en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toe stel niet meer correct.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Daardoor wordt de deurdichting na ver loop van tijd poreus.
Dek de ventilatieroosters van het
~
toestel niet af. Als die openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvin den. Het stroomverbruik stijgt en scha de aan onderdelen kan niet worden uit gesloten.
-
-
-
-
-
-
-
-
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje aan de bin nenzijde van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat het koelelement gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aan houden.
Plaats nooit elektrische verwar
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe stel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of -
~
producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze kunnen de gezondheid schaden.
Gebruik voor het ontdooien en reini-
~
gen van het toestel in geen geval een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met on derdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
-
-
-
Voor roestvrijstalen toestellen geldt het volgende:
Kleef nooit herkleefbare notes
~
(post-its), doorzichtige plakband, ondoorzichtige plakband of andere
­kleefmiddelen op het gecoate opper
vlak van de deur. De coating zou daardoor beschadigd raken en haar beschermende werking tegen vuil verliezen.
De hoogwaardige
~
oppervlaktecoating van de deur is ge voelig voor krassen. Zelfs koelkastmagneten kunnen kras sen veroorzaken.
Wat met een afgedankte toestel?
Vernietig het knip- of vergrendelslot
~
van uw oude toestel als u het afdankt. Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
­–
koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken;
buizen te knikken;
oppervlaktecoatings weg te krassen.
-
-
-
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
11
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik Verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchte ruimte. In een gesloten, niet verluchte ruimte.
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwar mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van ongeveer 20 °C.
Dek de ventilatieopeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de ventilatieopeningen.
Temperatuurinstelling Thermostaat op basis van "circa-getallen" (regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling Thermostaat op basis van graden (digitaal display)
Gebruik Laat de schuifladen, legplaten en
Ontdooien Ontdooi de vrieszone bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling van 2 tot 3.
Bewaarzone van 8 tot 12 °C
Koelzone 4 tot 5 °C
PerfectFresch-zone ongeveer 0 °C
Vrieszone -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
rekken zoals ze waren toen het toe­stel werd geleverd.
Open de deur altijd zo kort mogelijk. De deur vaak en langdurig openen
Schik de levensmiddelen in het toe stel.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Plaats levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron
­(verwarmingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in de zone, hoe hoger het energiever bruik!
Bij toestellen met een winterschake­ling moet u erop letten dat die scha­kelaar bij omgevingstemperaturen boven 16 °C of 18 °C uitgeschakeld is!
= koudeverlies
-
Als u lang moet zoeken, blijft de deur lang openstaan.
Warme gerechten doen de com pressor langdurig werken (het toe stel probeert te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermo gen.
Een ijslaag vermindert de over dracht van de koude aan de in te vriezen levensmiddelen en doet het energieverbruik stijgen!
-
-
-
-
-
-
12
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Laat het toestel na het transport ca. 1/2 tot 1 uur staan voor u het aansluit. Dit is zeer belangrijk voor de latere werking!
Beschermfolie
De roestvrijstalen lijsten op de rekken en legplaten zijn van een folie voorzien om ze bij het transport te beschermen. Bij een roestvrijstalen toestel zijn de roestvrijstalen deur en eventueel ook de zijwanden voorzien van een bescherm folie.
^ Trek de beschermfolie pas weg na-
dat u het toestel op zijn plaats hebt opgesteld.
Reiniging
^ Reinig de binnenruimte en het toebe-
horen. Gebruik daarvoor lauw water. Wrijf daarna alles droog met een doek.
Toestel inschakelen
Met de hoofdtoets rechts kunt u de koel zone en de vrieszone tegelijk inscha kelen. Dit is ook mogelijk via de inschakeltoets links.
Druk rechts op de hoofdtoets.
^
De temperatuurindicator voor de koel zone geeft de ingestelde temperatuur
-
weer. De temperatuurindicator voor de vrieszone en het waarschuwingscontrolelampje knippe­ren tot de temperatuur in de vrieszone koud genoeg is.
Het toestel begint te koelen en de bin­nenverlichting in de koelzone gaat aan wanneer de deur wordt geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voordat u voor het eerst levensmid delen in het toestel plaatst. Pas wanneer de temperatuur in de vrieszone laag genoeg is (minstens
-18 °C) plaatst u levensmiddelen in de vrieszone.
-
-
-
-
Koelaccu
Plaats de koelaccu in de bovenste vrieslade of op het vriestablet (om plaats te besparen). Na ca. 24 uur kan de koelaccu zijn maximale koelvermo gen leveren.
-
13
Toestel in- en uitschakelen
Toestel uitschakelen
Druk rechts zo lang op de hoofdtoets
^
tot de beide temperatuurindicatoren uitgaan.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling is uitgeschakeld.
Koelzone afzonderlijk uitschakelen
U kunt de koelzone afzonderlijk uitscha kelen terwijl de vrieszone ingeschakeld blijft. Dit is bijv. interessant wanneer u op vakantie bent.
^ Druk links zo lang op de aan-uittoets
voor de koelzone tot de temperatuur­indicator voor de koelzone dooft.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekeringenkast uit,
reinig het toestel en
^
laat de toesteldeuren op een kier
^
staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe
­zigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deu­ren gesloten blijven.
-
-
De binnenverlichting gaat uit. De koel zone is uitgeschakeld.
De temperatuurindicator voor de vries zone blijft aan.
Koelzone weer inschakelen
^
Druk links opnieuw op de aan-uit toets.
De temperatuurindicator voor de koel zone gaat aan. De koelzone begint te koelen en de binnenverlichting wordt ingeschakeld wanneer de deur wordt geopend.
14
-
-
-
-
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is een juiste temperatuurinstelling zeer belangrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro
-organismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De tempera tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organismen. Hoe lager de tem peratuur, hoe langzamer dit proces ver loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeuren opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is. Het toestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens gerespecteerd moeten worden.
-
-
-
...indekoelzone
We raden een koeltemperatuur van
5°Caan in het midden van het toestel.
...indevrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem peratuur komt de groei van micro-orga nismen in hoge mate tot stilstand. Zo dra de temperatuur boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-or ganismen. De levensmiddelen kunnen
-
dan minder lang worden bewaard. Daarom mogen geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw worden ingevroren nadat u ze hebt ver werkt (door ze te koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
Temperatuur instellen
De temperatuur voor de koel- en vries­zone kunt u instellen met de toets voor het instellen van de temperatuur.
^
Druk zo vaak op de toets voor het in stellen van de temperatuur tot de ge wenste temperatuur op de tempera tuurindicator wordt weergegeven.
De eerste keer dat u erop drukt, wordt de temperatuur die u het laatst hebt in gesteld, knipperend weergegeven.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Bij het instellen wijzigt de temperatuur in stijgende zin. Als de hoogste instel ling is bereikt, keert de temperatuurindi cator terug naar de laagste instelling.
-
-
15
De juiste temperatuur
De ingestelde temperatuur wordt na korte tijd automatisch opgeslagen. Het controlelampje naast de ingestelde temperatuur voor de koelzone brandt meteen constant. Het controlelampje naast de ingestelde temperatuur voor de vrieszone knippert totdat deze bereikt is.
Binnen de weergegeven temperatuurbereiken voor de koel­en vrieszone kunt u een tussentemperatuur instellen.
Deze instellingsmogelijkheid wordt geïllustreerd in het volgende voorbeeld:
Stel dat u voor de vrieszone een tempe­ratuur tussen -15 °C en -18 °C wilt in­stellen:
^ Druk zo vaak op de toets voor het in-
stellen van de temperatuur tot -15 °C op de temperatuurindicator wordt weergegeven.
^ Druk nogmaals op de toets voor het
instellen van de temperatuur en hou deze ca. 5 seconden ingedrukt.
De tussentemperatuur binnen het kleine temperatuurbereik is ingesteld. Dit is echter niet zichtbaar op de tempera tuurindicator.
-
Temperatuurindicator
De temperatuurindicator op het be dieningspaneel geeft altijd de ge
wenste temperatuur weer.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld:
In de koelzone van 1 °C tot 9 °C.
In de vrieszone van -15 °C tot -32 °C.
Het bereiken van de laagste tempera tuur is afhankelijk van de opstelplaats en van de omgevingstemperatuur. Bij een hoge omgevingstemperatuur kan de laagste temperatuur niet altijd wor­den bereikt.
De desbetreffende temperatuurindica- tor knippert wanneer een andere tem­peratuur wordt ingesteld.
De ingestelde temperatuur op de tem-
peratuurindicator voor de vrieszo­ne knippert ook wanneer
de temperatuur in de vrieszone niet binnen het weergeefbare tempera tuurbereik ligt,
de temperatuur in de vrieszone met verschillende graden gestegen is (hiermee wordt koudeverlies aange geven).
-
-
-
-
-
16
Tegelijkertijd knippert het waarschuwingscontrolelampje.
Loading...
+ 36 hidden pages