te integreren koel-vriescombinaties
KF 882 i-1
KF 883 i-1
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat.
b Controlelampje van de koelzone
c Toets en controlelampje voor zoemer
g Boter- en kaasvak
h Binnenverlichting
i Eierrekje
j Deurrekken
k Legplaten voor de koelzone
l Flessenrek
m Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
n Fruit- en groentebakken
o Flessenhouder (volgens het model)
d Temperatuurdisplay vrieszone
e Toets en controlelampje Superfrost
f Knop aan/uit en temperatuurregeling
voor de vrieszone
p Vriesladen met invrieskalender
q Markeersysteem voor diepvrieswaar
4
Page 5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
-
-
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enerzijds om
levensmiddelen te koelen en te bewaren, anderszijds om diepvrieswaar te
bewaren, verse levensmiddelen in te
vriezen en consumptie-ijs te bereiden.
Alle andere toepassingen zijn ongeoor
loofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
-
-
-
-
-
-
-
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
broeikaseffect. Door dit milieuvriendelijk
koelmiddel toe te passen maakt het
toestel wel iets meer lawaai. Naast het
geluid dat de compressor maakt, kan
er in heel het koelcircuit lawaai optre
den. Deze gevolgen zijn jammer ge
noeg niet te vermijden. Ze beïnvloeden
echter niet het vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
- vermijd dan open vuur of vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
- en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlichtin
gen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiks
aanwijzing monteert en aansluit.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
-
-
-
-
-
-
Installatiewerk en herstellingen
-
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren. Door ondes
kundige installaties of reparaties kun
nen er niet te onderschatten risico's op
duiken voor wie het toestel gebruikt.
Daarvoor is de fabrikant niet aanspra
kelijk.
Het toestel is pas stroomloos in
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
u hebt de stekker van het toestel uit
–
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
– u hebt de smeltveiligheden van de
huisinstallatie uitgeschakeld.
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen verlengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico op oververhitting.
Gebruik
-
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kun
nen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Steek ijsblokjes en frisco's, vooral
ijslolly's, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de vrieszone hebt geno
men. Door de zeer lage temperatuur
kunnen uw lippen of uw tong vastvrie
zen. U kan letsels oplopen!
-
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
De levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levens
middelen opnieuw invriezen.
Bewaar in uw toestel geen explo
sieve stoffen. Zodra de thermostaat
inschakelt, kunnen er dan vonken ont
staan. Die kunnen bepaalde vonkge
voelige mengelingen doen ontploffen.
Alcohol met hoog gehalte mag u
enkel goed afgesloten en rechtop
in het koelzone bewaren. Er is anders
explosiegevaar!
Bewaar in de vrieszone beter geen
blikjes of flessen met koolzuurhoudende drank of met vloeistof die kan
bevriezen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico op schade!
Neem flessen die u in de vrieszone
legt om snel te koelen, uiterlijk na
een uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico op lichamelijk
letsel en op schade!
Zo u te lang bewaarde levensmid
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de bewaartem
peratuur. Hou de bewaartips en de op
gegeven bewaarduur van de voedsel
fabrikanten in acht!
-
-
-
-
-
-
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
aangevroren ijsblokjesschalen en
–
diepvrieswaar los te maken.
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten en kaarsen in het toe
stel. Anders loopt de kunststof schade
op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen. Die
kunnen explosieve gassen vormen, die
oplosmiddel of drijfgas bevatten of uw
gezondheid kunnen schaden.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt die op de
duur poreus.
Dek de luchttoevoer in de sokkel
en de luchtafvoer in de ommantelingskast niet af. Anders is er geen onberispelijke luchttoevoer meer gewaar
borgd. Het stroomverbruik stijgt en er
kan schade optreden aan bepaalde on
derdelen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tempe
ratuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
door kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
een hogedrukreiniger.
De vloeistof kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
-
Uw oud toestel afdanken
-
-
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels
tot gevolg hebben.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
-
-
9
Page 10
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet te ventileren
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone om en bij de
0 °C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornius)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
10
Page 11
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Laat het toestel na het transport
zowat een (half) uur staan voor u het
aansluit. Dat is van groot belang
voor de goede werking achteraf!
-
Het toestel inschakelen
U kan de koel- en vrieszone apart in
schakelen zo u dat wenst.
Koelzone
^ Draai de knop aan/uit voor de koelzo-
ne met een geldstuk naar rechts van
de stand ‘0’ weg.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u de knop stuk.
-
klinkt het waarschuwingssignaal. De
vrieszone begint te koelen.
Opdat de temperatuur laag genoeg
zakt, laat u de vrieszone best enkele
uren koelen voor u er voor het eerst eet
waar in legt.
Het waarschuwingssignaal uit
schakelen
^ Druk op de toets voor het waarschu-
wingssignaal.
Het waarschuwingssignaal verstomt.
Het controlelampje blijft branden totdat
de ingestelde temperatuur is bereikt.
Koude-accu
(volgens het model)
Leg de koude-accu in de bovenste
vrieslade of op het invriestablet. Na ca.
24 uur kan de koude-accu zijn maxi
mumkoelvermogen leveren.
-
-
-
Het controlelampje voor de koelzone
gaat aan. Het toestel begint te koelen
en het licht in de koelruimte gaat aan
telkens als de toesteldeur opengaat.
Vrieszone
^
Draai de knop aan/uit voor de vries
zone met een geldstuk naar rechts
van de stand ‘0’ weg.
Het controlelampje voor het waarschu
wingssignaal knippert. Even later weer
Het toestel uitschakelen
^
Draai de knop aan/uit met een geld
stuk naar links in de stand ‘0’.
Alle controlelampjes gaan uit en er
wordt niet meer gekoeld.
-
-
-
-
11
Page 12
Het toestel in- en uitschakelen
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat de vrieszone ontdooien,
^
maak het toestel schoon,
^
laat de toesteldeuren op een kier om
^
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe
zigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo’n geval is er
risico op schimmelvorming zo de
toesteldeur gesloten blijft.
-
12
Page 13
De juiste temperatuur
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft in
vloed op de snelheid waarmee de mi
cro-organismen aangroeien. Hoe lager
de temperatuur, hoe trager dat proces.
De temperatur in het toestel loopt op
naarmate
u de toesteldeur vaker opent en lan
–
ger laat openstaan,
– u meer eetwaar in het toestel be-
waart,
– de vers geplaatste eetwaar warm is,
– de omgevingstemperatuur rond het
toestel hoger ligt.
Dit toestel is geschikt voor een be-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem-
peratuur dient binnen zekere gren-
zen te blijven.
-
-
. . . in de koelkast
Wij bevelen een koeltemperatuur van
5 °C in het midden van het toestel aan.
Wenst u de koeltemperatuur eens te
controleren?
Neem het volgende in acht:
gewone bad- en andere huisthermo
–
-
-
meters meten gewoonlijk heel on
nauwkeurig. Gebruik bij voorkeur een
elektronisch meettoestel.
Meet niet de luchttemperatuur in het
–
toestel. Daarmee weet u nog niets
over de temperatuur in de levens
middelen.
Tijdens het meten doet u de koelkast
deur zo weinig mogelijk open. Anders
stroomt er telkens warme lucht naar
binnen.
. . . in de vrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur boven de -10 °C stijgt, wordt de diepvrieswaar door de micro-organismen aangetast en kan die niet meer zo lang wor
den bewaard. Daarom mag u gedeelte
lijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge tempera
tuur worden de meeste micro-organis
men immers vernietigd.
-
-
-
-
-
-
-
-
^
Zet een glas water met een thermo
meter erin in het midden van het toe
stel.
Na ca. 24 uur kan u de - bij benadering
gemeten - koeltemperatuur in uw toe
stel aflezen.
-
-
-
13
Page 14
De juiste temperatuur
De temperatuur instellen
De temperatuur voor de koel- en vries
zone kan u apart instellen met de over
eenkomstige temperatuurregelknop
pen.
Draai de temperatuurregelknop met
^
een geldstuk naar rechts in een be
paalde stand.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u de knop stuk.
Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur in het toestel.
Zo het toestel gemiddeld gevuld is, bevelen wij een stand tussen 2 en 3 aan.
Ga toch geregeld de temperatuur in het
toestel na.
-
-
-
Temperatuuraanduiding voor
de vrieszone
-
Op het bedieningspaneel wordt bij nor
male werking de temperatuur van de
warmste plek in het toestel aangeduid.
De temperatuur in het display wordt wel
bij benadering opgegeven.
Indien u de temperatuur voor de vries
zone anders instelt, controleer het dis
play dan na ca. 6 uur bij een weinig
gevulde vrieszone en na ca. 24 uur
bij een volle vrieszone. Pas dan is de
echte vriestemperatuur bereikt. Ligt de
temperatuur na deze tijd nog te laag of
te hoog, stel hem dan opnieuw in met
de temperatuurregelknop.
Dat de temperatuur hoger ligt dan
-18 °C, is niet zo erg wanneer
– u het toestel in gebruik neemt,
– de toesteldeur eens wat langer open
blijft, bv. bij het uitnemen of plaatsen
van heel wat levensmiddelen,
–
er verse eetwaar wordt ingevroren.
-
-
-
14
Ligt de temperatuur langere tijd boven
de -18 °C, kijk dan eens na of de diep
vrieswaar niet gedeeltelijk of volledig
ontdooid is. In zo’n geval dient u deze
spijzen zo gauw mogelijk te verbruiken!
-
Page 15
Waarschuwingssignaal
Dit toestel is uitgerust met een waar
schuwingssysteem. Daarmee kan de
temperatuur in de vrieszone niet onge
merkt stijgen. Wordt het te warm, dan
weerklinkt er een waarschuwingssig
naal. Meteen gaat ook het controle
lampje van het waarschuwingssignaal
knipperen. Wanneer het toestel een
temperatuur als te warm "aanvoelt",
hangt af van de ingestelde tempera
tuur.
Deze signalen zijn telkens zichtbaar en
hoorbaar wanneer
u de vrieszone inschakelt.
–
– u de toesteldeur langere tijd opent,
bv. om er diepvrieswaar in te leggen,
te verplaatsen of uit te nemen.
– u een grote hoeveelheid levensmid-
delen invriest.
– de stroom langere tijd onderbroken
was.
-
-
-
-
Het waarschuwingssysteem
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is automa
tisch altijd klaar om te functioneren. U
hoeft het niet extra in te schakelen.
Het waarschuwingssignaal
voortijdig uitschakelen
Zodra de ingestelde temperatuur in de
vrieszone is bereikt, wordt het signaal
gedoofd. Het bijhorende controlelampje
gaat uit. Stoort het signaal u, dan kan u
dat voortijdig uitzetten.
^ Druk op de toets voor het waarschu-
wingssignaal.
Het signaal verstomt. Het bijhorende
controlelampje blijft verlicht. Dat gaat
pas uit zodra de ingestelde tempera
tuur echt is bereikt. Zo is het waar
schuwingssysteem weer klaar om te
werken.
-
-
-
15
Page 16
Superfrost
Verse eetwaar invriezen
Verse eetwaar dient u zo snel mogelijk
tot in de kern te laten invriezen. Zo blij
ven de voedingswaarde, de vitaminen,
het uitzicht en de smaak bewaard.
Hoe trager de levensmiddelen ingevro
ren worden, hoe meer vloeistof er uit
elke cel in de tussenruimte terechtkomt.
De cellen krimpen.
Bij het ontdooien kan er maar een deel
van die vloeistof naar de cellen terug.
In de praktijk betekent dit dat er in de
levensmiddelen veel sap verlorengaat.
Bij het ontdooien valt dat te merken aan
de grote plas rond de eetwaar.
Werd de eetwaar snel ingevroren, dan
krijgt de celvloeistof minder tijd om in
de tussenruimte weg te vloeien. De cellen krimpen heel wat minder.
Bij het ontdooien kan die eerder geringe hoeveelheid vloeistof die in de
tussenruimte terecht is gekomen, naar
de cellen terug. Er ging dus heel weinig
sap verloren. Er wordt maar een kleine
plas gevormd!
Superfrost inschakelen
Schakel de functie Superfrost in 4 à
^
6 uur voor u levensmiddelen
-
plaatst.
Wenst u het hoogste invriesvermo
^
gen te benutten, schakel dan de Su
perfrost 24 uur van tevoren in!
^ Druk op de toets Superfrost zodat het
controlelampje Superfrost aangaat.
De temperatuur in het toestel daalt
daar het met het hoogste invriesvermogen werkt.
Superfrost uitschakelen
De functie Superfrost wordt automatisch uitgeschakeld na ca. 50 uur. Het
controlelampje gaat uit en het toestel
werkt weer met zijn normale, stroombe
sparende koelcapaciteit.
-
-
-
Superfrost-functie
Om verse eetwaar heel efficiënt in te
vriezen dient u van tevoren de functie
Superfrost in te schakelen.
Uitzonderingen:
–
Indien u reeds ingevroren levensmid
delen in de diepvriezer legt.
–
Indien u elke dag maar hoogstens
2 kg invriest.
16
Om stroom te besparen, kan u de func
tie Superfrost ook zelf uitschakelen zo
dra er een constante vriestemperatuur
van minstens -18 °C is bereikt.
^
Druk op de toets Superfrost zodat het
controlelampje Superfrost uitgaat.
Het toestel koelt nu weer met zijn nor
male koelcapaciteit.
-
-
-
Page 17
Verschillende koudezones
Wegens de natuurlijke luchtcirculatie
komen er in de koelruimte verschillende
temperaturen aan bod. Koude, zware
lucht zakt naar onderen in het toestel.
Benut deze temperatuurverschillen bij
het schikken van levensmiddelen!
De koudste zone in de koelruimte
De koelruimte goed benutten
Bewaar in uw toestel geen explosie
ve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybus
sen). Explosiegevaar!
Alcohol met hoog gehalte mag u en
kel goed afgesloten en rechtop in
het toestel bewaren.
-
-
-
De koudste zone in de koelruimte be
vindt zich direct boven de groentebak
ken.
Benut deze zone voor al uw delicate en
gauw aan bederf onderhevige levensmiddelen. Enkele voorbeelden:
– vis, vlees en gevogelte,
– worst en kant-en-klaargerechten,
– eier- of roomgerechten en dito ge-
bak,
– vers deeg, taart-, pizza- en quiche-
deeg,
–
kaas en andere producten van rauwe
melk,
–
in folie verpakte kant-en-klare groen
ten en alle verse levensmiddelen
waarvan de minimumbewaarduur
een bewaartemperatuur van min
stens 4 °C vergt.
De warmste zone in de koelruimte
-
-
Bewaar tafelolie liever niet in de
-
deur van de koelkast. Eventueel ge
morste olie kan op de duur scheur
tjes veroorzaken in de kunststof.
Laat de eetwaar de rugwand van het
toestel niet raken. Anders kan die eraan vriezen.
Levensmiddelen die niet
geschikt zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelkast te worden bewaard.
Dat is onder meer het geval voor:
–
groente en fruit dat gevoelig is voor
koude. Bv. bananen, avocado's,
-
papaja's, passievruchten, aubergi
nes, paprika's, tomaten en augurken.
–
fruit dat nog moet narijpen.
–
aardappelen.
–
harde kaas (parmezaan)
-
-
-
De warmste zone vindt u helemaal bo
ven aan de deur. Gebruik deze zone
om boter te bewaren, die smeerbaar
moet blijven. U kan daar ook kaas leg
gen zodat het aroma wordt bewaard.
-
-
17
Page 18
De koelruimte goed benutten
De levensmiddelen juist
bewaren
Bewaar de levensmiddelen enkel ver
pakt en goed gesloten. Daarmee ver
mijdt u dat ze geur van de eetwaar er
naast opnemen, dat ze uitdrogen en
eventueel aanwezige bacteriën over
dragen. Als u de temperatuur juist in
stelt en hygiënisch te werk gaat, wordt
de toename van bacteriën, als bv. sal
monella, vertraagd.
Groente en fruit
Groente en fruit kan u onverpakt in de
groentebakken bewaren. Denk erom
dat sommige groentesoorten een natuurlijk gas afscheiden, dat verouderingsprocessen versnelt. Sommige fruiten groentesoorten reageren op dit natuurlijk gas heel gevoelig. Daarom mag
u niet om het even welke fruit- en
groentesoort samen in dezelfde bak
bewaren.
Voorbeelden voor fruit dat veel na
tuurlijk gas afgeeft:
-
-
-
-
-
-
-
appels, aprikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado's en vijgen.
Voorbeelden van groente die erg ge
voelig reageert op natuurlijk gas af
komstig van andere groente en van
fruit:
De legvlakken kan u volgens de hoogte
van de recipiënten verplaatsen.
Trek het vlak tot aan de aanslag naar
^
voren en til het vooraan op om het uit
te nemen.
Zet het legvlak er met de achterste
^
opstaande rand naar boven toe op
de gewenste plaats weer in.
Die opstaande rand dient naar boven
te wijzen opdat de eetwaar de rug
wand niet aanraakt noch eraan vast
vriest.
-
Legvlak in 2 delen
Om hoge recipiënten en flessen te
plaatsen, is er een legvlak in 2 delen.
^ Til het voorste halve deel vooraan
lichtjes op. Schuif het voorzichtig onder het achterste halve deel.
Deur- en flessenrekken ver
plaatsen
Schuif het rek naar boven toe en
^
neem het er naar voren uit.
Zet het rek er naar believen weer er
^
gens in. Druk het juist en stevig op
de nokken.
De flessenhouder verschuiven
De flessenhouder kan u naar links of
rechts verschuiven. Daardoor hebben
de flessen bij het openen en sluiten van
de toesteldeur meer houvast.
-
-
19
Page 20
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Maximum-invriesvermogen
Om levensmiddelen zo gauw mogelijk
tot in de kern te laten invriezen, mag
het maximum-invriesvermogen niet
overschreden worden. Hoeveel dat be
draagt, vindt u op het typeplaatje:
‘invriesvermogen ... kg / 24 uur’.
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
of de verpakking niet beschadigd is,
–
– tot wanneer het product houdbaar is
– en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
^ Koop uw diepvrieswaar op het einde
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of een koeltas.
^ Leg de gekochte diepvrieswaar met-
een in uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u die le
vensmiddelen opnieuw invriezen.
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
-
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groente, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groente voor het invriezen te blancheren. Doe de groente per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water afkoelen. Laat de groente uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
–
-
Leg tussen koteletten, biefstuk,
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie
zen.
-
-
20
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groente mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen immers van smaakintensiteit
bij het invriezen.
-
-
-
-
Page 21
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
^
in.
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- inpakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakken
- gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
- elastiekjes,
- kunststofklemmen,
- touwtjes of
- koudebestendige plakband.
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
Voor u de diepvrieswaar schikt
Zo u meer dan 2 kg verse levensmid
delen gaat invriezen, dient u op voor
hand de functie Superfrost in te scha
kelen. Zie rubriek "Superfrost-functie".
Diepvrieswaar schikken
U kan overal in de diepvriezer levens
middelen laten invriezen, maar bij voor
keur in de bovenste vrieslade. Grotere
pakjes legt u rechtstreeks op de vries
platen. Daar worden ze heel gauw en
behoedzaam ingevroren. Neem daar
toe een of verschillende vriesladen uit.
Elke vrieslade en vriesplaat kan
hoogstens 25 kg dragen!
^ Leg de levensmiddelen op hun brede
zijde op de bodem van de vrieslade
of op de vriesplaat, opdat ze zo vlug
mogelijk tot in de kern bevroren geraken.
^ Leg de pakjes er droog in. Anders
vriezen ze aan elkaar.
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
-
-
-
-
-
-
-
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
21
Page 22
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Invrieskalender
Op de invrieskalender op de vrieslade
ziet u hoe lang u verschillende soorten
vers ingevroren eetwaar kan bewaren.
Bij gekochte diepvrieswaar vindt u de
bewaarduur op de verpakking terug.
Markering diepvrieswaar
Om u eraan te herinneren hoelang u de
diepvrieswaar mag bewaren, is het toe
stel van een markeersysteem voorzien.
Bij elke vrieslade horen twee ruitertjes
met een wieltje. Op dat wieltje zijn de
maanden aangegeven van 1 tot 12.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
in uw microgolfoven,
–
in uw oven met de verwarmingssoort
–
‘Hete lucht’ of ‘Ontdooien’,
op kamertemperatuur,
–
in de koelzone.
–
Platte stukken vlees en vis kan u in
-
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Ingevroren groente kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groente.
Vries gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
^
Schuif het ruitertje van aan de rand
van de lade over de rail.
Met het ruitertje duidt u de soort eet
waar aan. Met het wieltje de maand
waarin u de eetwaar invroor.
22
-
Page 23
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
IJsblokjes maken
Druk de sluitbout naar onder en vul
^
de ijsblokjesschaal met water. Het
overtollige water loopt via de afvoero
pening over.
Druk de sluitbout nu naar boven om
^
het schaaltje af te sluiten. Zet het
schaaltje op de bodem van de vrieszone.
^ Gebruik om de vastgevroren ijs-
schaal los te maken een stomp voorwerp, b.v. een lepelsteel.
^ De ijsblokjes komen vlotter los uit de
schaal als u die even onder stromend
water houdt.
Drank snel koelen
Het vriestablet gebruiken
Op het vriestablet kan u bessen, krui
den, groente en andere kleine levens
middelen behoedzaam invriezen. De
diepvrieswaar behoudt grotendeels zijn
vorm. De afzonderlijke stukken vriezen
ook niet aaneen.
-
^ Leg de in te vriezen levensmiddelen
losjes op het vriestablet.
^ Haak het vriestablet in een van de
bovenste vriesladen.
Laat de diepvrieswaar 10 à 12 uur
doorvriezen. Doe hem dan in een diepvrieszakje of -recipiënt en leg die daarna in een van de vriesladen.
-
-
Als u flessen met drank snel koelt, haal
die dan uiterlijk na 1 uur weer uit de
vrieslade. Anders springen ze stuk!
23
Page 24
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Koude-accu
(naar gelang van het model)
Hiermee vermijdt u dat de temperatuur
in de diepvriezer bij een stroomonder
breking te snel stijgt.
Leg de koude-accu in de bovenste
lade direct op de diepvrieswaar. Ofwel
op het vriestablet. Na ca. 24 uur levert
de accu zijn maximumkoelvermogen.
Bij een stroomonderbreking legt u de
koude-accu direct op de diepvrieswaar
in de bovenste vrieslade. Zo duurt de
bewaartijd het langst.
Als u verse levensmiddelen plaatst, benut dan de koude-accu als scheiding
tussen reeds ingevroren en verse levensmiddelen. Zo gaat de diepvrieswaar niet lichtjes ontdooien.
In een koelbox houden koude-accu’s
spijs en drank voor korte tijd koel.
-
24
Page 25
Ontdooien
Koelzone
Terwijl de compressor draait, kunnen er
zich tegen de rugwand van de koelzo
ne rijm en waterdruppels vormen. Die
hoeft u niet te verwijderen. De koelzone
ontdooit immers automatisch.
Het dooiwater loopt via een geultje en
een afvoerbuisje naar de verdamper
aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan wegvloeien. Hou
het afvoergeultje en -buisje proper.
Vrieszone
De vrieszone ontdooit niet automatisch.
De ingevroren levensmiddelen mogen
immers niet ontdooien.
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs op de vriesplaten.
Daardoor verslecht de koude-afgifte en
verhoogt het stroomverbruik.
Krab de rijm- of ijslaag niet weg. U
kan anders de vriesplaten bescha
digen. Dan werkt uw toestel niet
meer.
Ontdooi de vrieszone zo nu en dan. Zo
er reeds een ca. 5 mm dikke ijslaag
werd gevormd, dient u dat zeker te
doen. Kies een tijdstip waarop er weinig of geen diepvrieswaar in het toestel
ligt.
Voor u het toestel ontdooit
^ Schakel ca. 4 uur voor het ontdooien
de functie Superfrost in. Zo krijgt de
diepvrieswaar wat koudereserve en
kan die wat langer op kamertempera
tuur worden bewaard.
-
-
^
Neem de diepvrieswaar uit en leg de
koude-accu erop. Wikkel de diep
vrieswaar in verschillende lagen
krantenpapier of dekens. Bewaar de
diepvrieswaar op een koele plaats tot
het toestel weer klaar is voor gebruik.
^
Neem al de vriesladen uit de vrieszo
ne.
-
-
25
Page 26
Ontdooien
Om te ontdooien
Ga bij het ontdooien vlug te werk.
Hoe langer de diepvrieswaar op ka
mertemperatuur blijft liggen, hoe
korter de bewaarduur ervan wordt.
Schakel de vrieszone uit met de knop
^
aan/uit.
Laat de deur van de vrieszone open.
^
Neem het dooiwater met een spons
^
op.
Om het ontdooien te versnellen: zet
twee kommetjes heet (geen kokend)
water op een onderzetter in de vrieszone. Laat de deur dicht om de warmte
binnen te houden.
Zet nooit elektrische verwarmingsapparaten noch kaarsen in het toestel. Anders wordt de kunststof beschadigd.
-
Na het ontdooien
Maak de vrieszone schoon en droog.
^
Sluit de deur van de vrieszone en
^
schakel de vrieszone in.
Schakel Superfrost in opdat het vlug
^
koud wordt in de vrieszone.
Het controlelampje Superfrost gaat
aan.
Schuif de vriesladen met de diep
^
vrieswaar erin weer in de vrieszone.
Wacht evenwel tot de temperatuur in
de vrieszone laag genoeg gezakt is.
^ Schakel de functie Superfrost weer
uit.
Het controlelampje Superfrost gaat
uit.
-
Gebruik geen ontdooisprays noch
ijsverwijderende middelen. Die kun
nen explosieve gassen vormen,
maar ook oplosmiddel of drijfgas be
vatten, dat de kunststof aantast of
schadelijk is voor de gezondheid.
26
-
-
Page 27
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
‘schuurmiddelvrije’ schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening
noch in de verlichting.
Door het afvoergaatje van het dooi
water mag u geen sop laten lopen.
-
Schoonmaken
Binnenruimte en toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle onderdelen met de hand af,
niet in de vaatwasser. Het botervlootje
kan u wel in de afwasautomaat zetten.
Maak de koelzone minstens eens per
^
maand schoon. De vrieszone telkens
na het ontdooien.
Maak het geultje voor het dooiwater
^
-
alsook het afvoerbuisje vaker schoon
met een staafje. Zo kan het dooiwater
steeds ongehinderd weglopen.
Gebruik nooit stoomreinigers. De
stoom kan toestelonderdelen aanraken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
Voor het schoonmaken
^
Schakel het toestel uit door de knop
aan/uit op ‘0’ te draaien.
^
Neem de eetwaar uit het toestel en
bewaar die op een koele plaats.
^
Neem alle onderdelen die u kan uit
nemen, uit om ze schoon te maken.
^ Spoel de binnenruimten en het toe-
behoren daarna met helder water af.
Wrijf alles met een doek droog. Laat
de toesteldeuren even openstaan.
Luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen
^ Maak deze openingen geregeld met
een kwast of stofzuiger schoon. Hoe
meer stof erop ligt, hoe meer stroom
het toestel verbruikt.
Deurdichtingen
Behandel de deurdichtingen nooit
-
met olie of vet. Die worden anders
na verloop van tijd poreus.
^
Maak de deurdichtingen geregeld
met helder water schoon. Wrijf ze
nadien met een doek goed droog.
27
Page 28
Schoonmaken
Na het schoonmaken
Plaats alle onderdelen weer in de
^
koelzone.
Leg de levensmiddelen in de koelzo
^
ne, sluit de toesteldeuren en schakel
het toestel in.
Schakel Superfrost in. Zo wordt de
^
vrieszone gauw koud. Het controle
lampje gaat aan.
Schuif de vriesladen met de diep
^
vrieswaar in het toestel. Wacht tot de
temperatuur in de vrieszone laag ge
noeg gezakt is.
^ Schakel de functie Superfrost weer
uit. Het controlelampje gaat uit.
-
-
-
-
28
Page 29
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
-
Wat gedaan als ...?
. . . de compressor vaker en langer
ingeschakeld wordt?
Zijn de luchttoevoer- en luchtafvoer
^
-
openingen niet geblokkeerd of zitten
ze niet onder het stof?
De toesteldeuren en de deur van de
^
vrieszone werden vaak geopend.
Ofwel werd heel wat verse eetwaar
ingevroren.
Kunnen de toesteldeuren wel goed
^
dicht?
-
. . . het toestel niet koelt?
^ Zie na of de temperatuurregelknop
op een andere stand staat als ‘0’.
^ Zit de stekker van het toestel wel ste-
vig in het stopcontact?
^ Zijn de smeltstoppen van uw huisin-
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
. . . u de deur van de vrieszone niet
meermaals na elkaar kan openen?
Dit is geen storing. Wegens het zuigef
fect gaat die deur pas na enige tijd vlot
open.
. . . de temperatuur in de koel- en/of
vrieszone te koud is?
^
Zet de temperatuurregelknop op een
kleiner getal.
^
U heeft misschien vergeten de func
tie Superfrost uit te zetten. Het con
trolelampje is nog verlicht.
-
Kijk eens na of er in de vrieszone
^
geen dikke laag rijm zit. Is dat zo,
laat de zone dan ontdooien.
. . . de diepvrieswaar vastgevroren
is?
Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
. . . er zich in de vrieszone een dikke
ijslaag gevormd heeft?
^
Kan de deur van de vrieszone goed
dicht?
-
^
Ontdooi en reinig de vrieszone.
Dikke lagen ijs beperken het koelver
mogen. Dan stijgt ook het stroomver
bruik.
. . . het waarschuwingssignaal weer
klinkt en het bijhorende controle
lampje knippert?
Het is in de vrieszone naar gelang van
de ingestelde temperatuur, te warm
omdat
-
-
-
-
^
de toesteldeur vaak geopend of heel
wat verse eetwaar ingevroren werd.
29
Page 30
Wat gedaan als ...?
de temperatuurregelknop op een ho
^
gere stand werd gedraaid. Intussen
heeft het toestel de gewenste tempe
ratuur nog niet bereikt.
de ventilatie-openingen werden afge
^
dekt.
Zodra aan deze storingen een einde is
gesteld, verstomt het waarschuwings
signaal en gaat het controlelampje uit.
. . . het controlelampje van het waar
schuwingssysteem terzelfdertijd
knippert als de temperatuuraandui
ding -15 °C of -18 °C?
Het gaat hier om een storing. Doe een
beroep op de Technische Dienst.
. . . het controlelampje van de koelzone niet aangaat?
^ Zie na of het controlelampje Super-
frost aangaat als u op de bijhorende
toets drukt.
-
-
. . . het controlelampje Superfrost
-
niet aangaat hoewel de compressor
-
draait?
Het controlelampje is defect. Doe een
-
beroep op de Technische Dienst.
. . . de binnenverlichting in de koelzo
ne niet meer werkt?
Is de deur van de koelzone lang blij
^
ven openstaan? De verlichting wordt
-
automatisch uitgeschakeld nadat de
deur ca. 15 minuten geopend bleef.
Is dat niet het geval, dan is het lampje
defect:
^ Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de overeenkomstige smeltstoppen uit.
-
-
^ Zo dit lampje wel aangaat, dan is het
controlelampje voor de koelzone de
fect. Doe een beroep op de Tech
nische Dienst.
^
Gaat dit lampje ook niet aan, kijk dan
eens na
– of de stekker wel in het stopcontact
zit,
– of de smeltstoppen van uw huisin
stallatie niet zijn uitgesprongen. Doe
een beroep op de Technische Dienst
indien de smeltstop niet ingescha
keld blijft.
30
-
-
-
-
^
Druk het lampdeksel samen zodat
het los raakt. Haak het achteraan uit.
^
Draai het lampje uit en vervang het.
Gegevens:
220 – 240 V, max. 25 W, fitting E 14
Page 31
Draai de nieuwe lamp in. Zorg ervoor
^
dat de dichting goed zit.
Haak het lampdeksel achteraan en
^
opzij weer in.
. . . de bodem van de koelzone nat is?
Het afvoergaatje voor het dooiwater is
verstopt.
^ Maak het afvoergeultje en -buisje
voor het dooiwater schoon.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Wat gedaan als ...?
Maak de toesteldeuren bij voorkeur
niet open tot de storing werd verhol
pen. Zo beperkt u koudeverlies.
-
31
Page 32
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
schakelt.
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel met behulp van
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
een waterpas. Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets
onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
32
Page 33
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
Technische dienst
33
Page 34
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
-
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
34
Page 35
Opmerkingen omtrent de montage
Zolang het toestel niet ingebouwd is,
kan het nog kantelen!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertempera
tuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt ver
bruikt.
Geschikt is een droog, degelijk geventi
leerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
Lagere kamertemperaturen doen de
compressor langer stilstaan. Dat kan de
temperatuur in het toestel doen stijgen.
-
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom moet de in
bouwkast een degelijke luchttoevoer en
-afvoer mogelijk maken. Dan is een on
berispelijke ventilatie gewaarborgd. Bij
Miele-keukenmeubelen is dat reeds
voorzien.
Voor de luchtcirculatie dient u aan de
-
achterzijde van het toestel een kanaal
van minstens 50 mm diep te voorzien.
-
De lucht wordt via de sokkel van de
keukenkast toegevoerd.
De doorsnede van dat luchtcirculatie
kanaal moet minstens 200 cm
2
zijn. Dan kan de lucht ongehinderd circuleren. Anders gaat de compressor
meer draaien, wat het stroomverbruik
opvoert.
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen niet af.
Maak die ook geregeld stofvrij.
Voor u het toestel inbouwt
^
Verwijder eerst de afdichtingsband
en ander toebehoren uit het toestel
en van de achterzijde.
^
Verwijder de snoerhouder van de
achterzijde van het toestel.
-
-
-
groot
^
Zie na of alle onderdelen aan de ach
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voor
-
zichtig van mekaar weg.
Inbouw in een scheidingswand
In dit geval dient u de achterzijde van
de inbouwnis aan het toestel met een
paneel te bekleden.
35
-
Page 36
Inbouwafmetingen
Hoogte toesteldeur in mm
ModelVrieszoneKoelzone
abc
KF 882 ...5495321144
KF 883 ...
KF 886 ...
6816581012
De voegen tussen de meubeldeuren
dienen overeen te stemmen met die
tussen de toesteldeuren!
36
Page 37
De deurscharnieren verwisselen
Voor u uw toestel inbouwt, bepaalt u
langs waar de toesteldeuren moeten
opengaan. Moeten ze naar links open
gaan, dan moet u het scharnier ver
plaatsen.
-
Zet de bovenste toesteldeur ietwat
^
open en schuif de deur aan de bo
-
venkant samen met de scharnier
steun c iets naar buiten zodat u de
scharniersteun van de schroef af kan
halen. Til dan de deur iets op en haal
die eraf.
-
-
^
Trek de afdekplaatjes a en b er
naar voren uit.
^
Klap het bevestigingsplaatje f open
en schroef het af. Als u het toestel
achteraf in de nis bevestigt, moet u
dit plaatje aan de andere kant weer
aanbrengen!
^
Druk de scharnierafdekking e met
een spits voorwerp in en neem de af
dekking eruit.
^
Draai in de scharniersteun c met
een schroevendraaier de buitenste
schroef d half uit en de binnenste
schroef helemaal uit. Zo kan u de
toesteldeur vlotter demonteren.
^
Trek de schaniersteun a en de
scharniertap b uit de toesteldeur.
Draai de scharniersteun a 180°. Zet
alles aan de andere kant weer in. Let
op het tussenringetje c.
^
Neem de scharnierafdekking g met
behulp van een spits voorwerp af.
-
37
Page 38
De deurscharnieren verwisselen
Trek de scharniertap d uit. Zwenk de
^
onderste toesteldeur en neem die af.
Verwijder de dop j met een schroe
^
vendraaier.
Steek de onderste scharniertap i
^
samen met het tussenringetje h aan
de andere kant in.
^ Verwijder het afdekkapje k van het
bevestigingsplaatje l en schroef het
plaatje af.
Als u het toestel achteraf in de nis
bevestigt, moet u dit plaatje aan de
andere kant weer aanbrengen!
^ Schroef de middelste scharnier-
steun e af. Draai die 180°. Schroef
hem aan de andere kant weer op:
draai de buitenste schroef f maar
half in de andere kant in, zet de
scharniersteun erop en schuif die
naar binnen. Draai die dan met de
binnenste schroef vast.
^
Zet de onderste toesteldeur op de
scharniertap i en sluit de toestel
deur.
^
Zet de scharniertap d erin.
Schroef bovenaan de buitenste
^
schroef m helemaal uit en draai die
tot de helft aan de andere kant in.
-
^ Zet de bovenste toesteldeur op de
scharniertap a. Hang de scharnier
steun op de vooraf gemonteerde
schroef b. Schuif de scharniersteun
naar binnen en draai hem met de
tweede schroef c vast.
^
Zie na of de toesteldeuren juist han
-
gen en stel eventueel wat bij. Draai
daarna de schroeven in de scharnier
steunen aan.
^
Monteer al de afdekkingen en dop
jes.
-
-
-
-
38
Page 39
Alle stappen i.v.m. de montage wor
den hier getoond bij een toestel met
het scharnier rechts.
Zo u reeds het scharnier links heeft
gemonteerd, hou dan rekening met
deze verandering bij de te volgen
stappen.
De inbouwnis gelijk zetten
Het toestel inbouwen
Het toestel voorbereiden
-
^ Schuif het opvulpaneel a in de hou-
der tot aan de zijde waar de deur
opengaat.
^ Maak de afdichtingsband even lang
als de nis. Kleef de band tegen de
toestelzijde waar de deur opengaat.
Voor u het toestel inbouwt, dient u de
ommantelingskast keurig waterpas te
zetten. De kasthoeken moeten een
hoek van 90° vormen. Hang de meu
beldeuren mooi gelijk met behulp van
de scharnieren.
-
39
Page 40
Het toestel inbouwen
Het toestel inbouwen
Schuif het toestel in de inbouwnis.
^
Let erop dat het snoer nergens klem
raakt!
De afstand tussen het meubelfront
en de ommanteling van het toestel
dient 43 mm te bedragen (detail X).
^
Schroef het bevestigingsplaatje a op
(indien dat nog niet gebeurd is).
^
Duw het toestel dicht tegen de zijde
waar de deur opengaat (A), zodat de
afdichtingsband geperst wordt.
^
Schuif het toestel zo ver in de kast
dat de voorkant van de scharnier
steunen op dezelfde lijn komt als de
onderste kastplank (B). De voorkant
van het opengeklapte bevestigings
plaatje a zit dan op één lijn met de
ommantelingskast.
40
^
Schroef het toestel aan de kant van
de scharnieren bovenaan en in het
midden aan de ommantelingskast
vast door
bij 19 mm dikke meubelwanden de
kortere schroeven 5 x 75 mm c en
-
-
de kleine afstandshulzen d in de
wand te draaien,
bij 16 mm dikke meubelwanden de
langere schroeven 5 x 80 mm c en
de grote afstandshulzen d in te
draaien.
Page 41
Het toestel inbouwen
Draai het toestel onderaan in de om
^
mantelingskast vast: draai door de
onderste scharniersteunen de
4 x 14 mm korte schroeven b en
draai die vast aan.
Breng het opvulpaneel h keurig pa
^
rallel met de bovenste nisplank door
het paneel te verschuiven. Dat
paneel mag er niet uitsteken!
Schroef het toestel bovenaan tegen
^
de ommantelingskast vast: draai door
het opvulpaneel de korte 4 x 14 mm
schroeven i en draai die stevig aan.
Het voorzijpaneel bevestigen
-
^
Schroef het bevestigingsplaatje e op
(indien dat nog niet gebeurd is).
^
Schroef het toestel aan de zijde waar
de deur opengaat, tegen de meubel
wand vast: draai twee schroeven
4 x 14 mm door het bovenste beves
tigingsplaatje a en draai die vast
aan; draai een schroef 4 x 14 mm f
door het bevestigingsplaatje e en
draai die vast aan.
^
Klap het bevestigingsplaatje a dicht
en druk de afdekking g erop tot die
vastzit.
-
-
^
Bevestig de onderdelen om de deu
ren aan mekaar te koppelen a met
behulp van de plaatschroeven 3,9 x
9,5 mm b ter hoogte van de hand
grepen op de toesteldeur (bij een
grote deur voorziet u een extra deur
koppeling). Gebruik de reeds ge
boorde gaatjes!
-
-
-
-
41
Page 42
Het toestel inbouwen
Doe de deuren helemaal open.
^
Schuif de koppelingsrails c in de
deurkoppelingsonderdelen.
Schroef de koppelingsrails met de
^
schroeven 4 x 14 mm d op de deur
van de ommantelingskast.
Hou daarbij rekening met afstand d
(= wanddikte van de inbouwnis
+ 3 mm) tot aan de buitenkant van de
deur van de ommantelingskast.
Zorg ervoor dat de koppelingsrails
ongeveer in een hoek van 90° zitten
ten opzichte van de voorkant van de
deur.
^ Stel de deurkoppelingelementen zo
dat de deur van de ommantelingskast, als die gesloten is, aan de
handvatzijde niet tegen de kastwand
komt. Hou daar een minimumaf-stand van 1 mm.
^ Dicht de eventueel vrije gaatjes in de
toesteldeur af met de bijgeleverde
dopjes e.
42
Page 43
43
Page 44
Wijzigingen voorbehouden / 4004
KF 882 i-1, KF 883 i-1
M.-Nr. 05 740 510 / 02
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.