Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
d Temperatuurdisplay voor vrieszone
e SuperFrost-toets met controlelampje
f Knop aan/uit voor gans de toestel en
temperatuurregeling voor de vrieszo
ne
-
4
a Boter- en kaasvak
b Binnenverlichting
c Eierrekje
d Flessenrek
e Legvlak
f Gootje en afvoeropening
voor het dooiwater
g Groente- en fruitbakken
h Flessensteun *
i Vriesladen met invrieskalender
j Markeersysteem voor vriesgoed
Beschrijving van het toestel
* volgens het model
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
6
-
-
Opmerkingen over uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en kan er
schade optreden aan het toestel.
Lees dus aandachtig de tekst die
hier volgt voor u het toestel in ge
bruik neemt. U vindt er belangrijke
tips over uw veiligheid, de installatie,
het gebruik en het onderhoud van
uw toestel. Zo beschermt u zichzelf
en vermijdt u schade aan het appa
raat.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig
en geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt!
Deskundig gebruik
Gebruik het toestel uitsluitend in
het huishouden om levensmiddelen te koelen en te bewaren en om
diepgevroren levensmiddelen te bewaren, verse levensmiddelen in te vriezen
en ijs te bereiden.
Elk ander gebruik is niet toegelaten en
kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan wat hier wordt vermeld of door fou
tieve bediening.
-
-
-
-
Technische veiligheid
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan (R600a), een natuurlijk
gas met hoge milieugeschiktheid, maar
brandbaar. Het is niet schadelijk voor
de ozonlaag en heeft geen negatieve
invloed op het broeikaseffect. Het ge
bruik van dit milieuvriendelijke koelmid
del veroorzaakt wel een lichte verho
ging van het werkingsgeluid. Naast de
werkingsgeluiden van de compressor
kunnen er stromingsgeluiden in het vol
ledige koelcircuit optreden. Deze ef
fecten zijn jammer genoeg niet te ver
mijden, maar hebben geen invloed op
de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het opstellen van het toestel op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Koelmiddel dat naar
buiten spuit, kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
- Vermijd open vuur of
ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht het lokaal waarin het toestel
staat, gedurende enkele minuten,
en
- verwittig de klanten-
dienst.
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
stel zit, des te groter de ruimte
moet zijn waarin het toestel wordt opge
steld. Bij een eventueel lek kan er in te
kleine ruimtes een brandbaar
gas-/luchtmengsel ontstaan.
Per 8 gr koelmiddel moet de ruimte
minstens 1 m
heid koelmiddel is aangegeven op het
typeplaatje in het toestel.
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen over uw veiligheid
Vergelijk zeker eerst de aansluitge
gevens (spanning en frequentie)
op het typeplaatje met die van uw huis
installatie. Sluit daarna pas uw toestel
aan.
Deze gegevens dienen absoluut over
een te stemmen. Anders treedt er scha
de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien u het op een aardsysteem aan
sluit, dat volgens de voorschriften werd
geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat
deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat de elektrische
installatie in uw woning bij twijfel door
een vakman controleren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Een veilige werking van het toestel
is enkel gewaarborgd als het toe
stel overeenkomstig de gebruiksaanwij
zing wordt gemonteerd en aangesloten.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats installeert, bijv. op een
schip, laat dit karwei dan enkel uitvoe
ren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kunt gebruiken.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Installatie-, onderhouds- en
herstelwerken mogen enkel wor
den uitgevoerd door gekwalificeerde
vakmensen.
Door ondeskundige installatie-,
onderhouds- en herstelwerken kunnen
er niet te onderschatten risico’s ont
staan voor de gebruiker. Daarvoor kan
de fabrikant niet aansprakelijk worden
gesteld.
Het toestel is pas stroomloos in
dien aan een van deze voorwaar
den werd voldaan:
de stekker van het toestel uit het
–
stopcontact getrokken is.
Trek niet aan de aansluitkabel, maar
aan de stekker om het toestel los te
koppelen van het stroomnet.
– de zekeringen van uw huisinstallatie
zijn uitgeschakeld.
– De schroefzekering van de elek-
trische installatie er helemaal uit gedraaid is.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin
gen geen verlengsnoeren om het
toestel aan te sluiten.
Die bieden niet voldoende veiligheids
garanties. Er bestaat onder meer ge
vaar
voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen over uw veiligheid
Bediening
Raak bevroren levensmiddelen niet
aan met natte handen. Uw handen
zouden kunnen vastvriezen. Gevaar
voor verwondingen!
Gebruik geen elektrische appara
ten in het toestel (bijvoorbeeld een
ijsmachine).
Er kunnen vonken optreden.
Explosiegevaar !
Neem nooit ijsblokjes en ijs op een
stokje, met name waterijs, in de
mond als het net uit de vrieszone werd
gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van het
ijs kunnen de lippen of de tong vastvriezen. Gevaar voor verwondingen!
Let op dat kinderen niet met het
toestel spelen, bijv. in de vrieslade
gaan zitten of aan de toesteldeur gaan
hangen.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide
levensmiddelen mogen niet opnieuw worden ingevroren. Verbruik
deze levensmiddelen zo snel mogelijk,
want de levensmiddelen verliezen hun
voedingswaarde en bederven. Ont
dooide levensmiddelen kunt u opnieuw
invriezen nadat u ze heeft gekookt of
gebraden.
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel. Als de thermostaat inschakelt,
kunnen er vonken ontstaan. Die kunnen
ontvlambare mengsels tot ontploffing
brengen.
-
-
Plaats alcohol van hoog percenta
ge enkel rechtop en perfect dicht
afgesloten in de koelzone.
Gevaar voor ontploffing!
Bewaar geen blikjes en flessen met
koolzuurhoudende dranken of met
vloeistoffen die kunnen bevriezen, in de
vrieszone. De blikjes of flessen kunnen
ontploffen.
Gevaar voor verwondingen en
beschadiging!
Als u flessen snel in de vrieszone
wenst te koelen, dient u ze uiterlijk
na één uur weer uit de vrieszone te ha
len. De flessen kunnen ontploffen. Gevaar voor verwondingen en beschadiging!
Als u levensmiddelen eet die te
lang werden bewaard, bestaat er
gevaar voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de versheidgraad,
de kwaliteit van de levensmiddelen en
de bewaartemperatuur. Hou rekening
met de bewaarinstructies en de
verbruikstermijnen van de fabrikant van
de levensmiddelen!
Gebruik geen voorwerpen met
scherpe punt of rand om
–
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
vastgevroren ijsschalen en levens
middelen los te wrikken.
Daardoor beschadigt u de
koelgenerator en werkt het toestel niet
meer goed.
Plaats om te ontdooien nooit elek
trische verwarmingstoestellen of
kaarsen in het toestel.
De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
-
-
9
Opmerkingen over uw veiligheid
Gebruik geen ontdooisprays of
ijsverwijderingsproducten.
Ze kunnen explosieve gassen vormen,
oplos- of drijfmiddelen bevatten die de
kunststof kunnen beschadigen, of
schadelijk zijn voor de gezondheid.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Daardoor wordt de deurdichting na ver
loop van tijd poreus.
Als u in de koelzone vet- of
oliehoudende levensmiddelen be
waart, dient u ervoor te zorgen dat
eventueel uitlopend vet of olie niet in
contact komt met kunststof onderdelen.
Plaats geen spijsolie in de deur van de
koelkast.
Er kunnen spanningsbarsten ontstaan
in de kunststof van de deur.
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af.
Daardoor is een perfecte luchtafvoer
niet meer verzekerd. Het stroomverbruik stijgt en schade aan onderdelen kan niet worden uitgesloten.
Het toestel is voorzien voor een be
paalde klimaatklasse (kamertem
peratuurbereik), waarvan de grens
waarden moeten worden nageleefd. De
klimaatklasse is vermeld op het type
plaatje in het toestel.
Een lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aan
houden.
-
-
-
-
-
Gebruik om het toestel te ontdooi
en en schoon te maken in geen ge
val een stoomreiniger.
De stoom kan bij onderdelen van het
toestel komen, die onder spanning
staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
Uw oud toestel afdanken
-
-
Vernietig het knip- of vergrendelslot
van uw oude koelkast/diepvriezer
als u het toestel afdankt.
Op die manier voorkomt u dat spelende
kinderen zichzelf in het toestel opslui
ten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Maak afgedankte toestellen on-
bruikbaar. Trek de stekker uit het
stopcontact en knip het aansluitsnoer
door.
Beschadig geen onderdelen van
het koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdam-
per open te steken
– buizen te knikken.
–
oppervlaktebekledingen weg te
krassen.
Naar buiten spuitend koelmiddel kan
oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
-
-
-
10
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet geventileerd
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone om en bij de 0
°C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
11
Toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Reinig het inwendige van de kast en
^
de toebehoren. Gebruik daartoe lauw
warm water, droog daarna alles af
met een doek.
Laat het toestel na het transport ca.
1/2 tot 1 uur staan voor u het aan
sluit. Dit is zeer belangrijk voor de
latere werking!
-
Het toestel inschakelen
Met de hoofdschakelaar/regelaar
rechts kunt u de koelzone en vrieszone
tegelijk inschakelen.
^ Draai de hoofdschakelaar/regelaar
met een muntstuk naar rechts uit de
stand "0".
De temperatuurregelaar niet voorbij
de aanslag draaien, anders raakt hij
beschadigd.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel en
kele uren te laten voorkoelen voor u
voor het eerst levensmiddelen in het
toestel plaatst.
-
Koelaccu
Plaats de koelaccu in de bovenste lade
of plaatsbesparend op het vriestablet.
Na ca. 24 uur kan de koelaccu zijn
maximaal koelvermogen leveren.
Toestel uitschakelen
^ Draai de hoofdschakelaar/regelaar
met een muntstuk naar links naar de
stand "0".
De temperatuurindicatoren gaan uit.
De koeling is uitgeschakeld.
Koelzone afzonderlijk uitschakelen
U kunt de koelzone afzonderlijk uitschakelen terwijl de vrieszone ingeschakeld
blijft. Dit is bijv. interessant als u op
vakantie bent.
De temperatuurindicator voor de koel
zone brandt en de binnenverlichting
schakelt in als de deur van de koelzone
wordt geopend.
De temperatuurindicator voor de vries
zone brandt.
Het geluidsalarm-controlelampje
brandt. Het gaat uit als het in de vries
zone koud genoeg is.
Het toestel begint te koelen.
12
-
-
-
^
Draai de schakelaar/regelaar voor de
koelzone met een muntstuk naar links
naar de stand "0".
De temperatuurindicator voor de koel
zone gaat uit en de koelzone is uitge
schakeld.
-
-
Koelzone weer inschakelen
Draai de schakelaar/regelaar voor de
^
koelzone met een muntstuk naar
rechts vanuit de stand "0".
Toestel in- en uitschakelen
De temperatuurindicator voor de koel
zone brandt. De koelzone begint te
koelen en de binnenverlichting schakelt
in als de deur wordt geopend.
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt:
^ schakel het toestel uit,
^ trek de stekker uit het stopcontact,
^ ontdooi de vrieszone, maak het toe-
stel schoon en
^ laat de toesteldeuren op een kier
staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deu
ren gesloten blijven.
-
13
De juiste temperatuur
De juiste temperatuurinstelling is zeer
belangrijk voor het bewaren van levens
middelen. De levensmiddelen
bederven snel ten gevolge van micro
-organismen, wat door de juiste be
waartemperatuur kan worden
verhinderd of vertraagd. De tempera
tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de
micro-organismen. Hoe lager de tem
peratuur, hoe langzamer dit proces ver
loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– hoe warmer de verse levensmid-
delen zijn,
– hoe hoger de omgevingstemperatuur
van het toestel is.
Het toestel is voorzien voor een bepaalde klimaatklasse (kamertemperatuurbereik), waarvan de grenswaarden moeten worden nageleefd.
-
-
-
-
. . . in de koelzone
We adviseren een koeltemperatuur in
het midden van het toestel van 5 °C.
. . . in de vrieszone
Daarom mogen geheel of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat ze werden
verwerkt (koken of braden). Door de
hoge temperaturen worden de meeste
micro-organismen gedood.
Temperatuur instellen
De temperaturen voor de koel- en vries
zone kunt u instellen op de respectieve
temperatuurregelaar.
Draai de temperatuurregelaar voor
^
de koel- of vrieszone met een munt
stuk naar rechts vanuit de stand "0".
De temperatuurregelaars niet voorbij
de aanslag draaien, anders raken ze
beschadigd.
Temperatuurindicatoren
De temperatuurindicatoren op het
bedieningspaneel geven altijd de
gewenste temperatuur aan.
Als u bijv. wenst dat de koelzone op 5
°C koelt,
^
dan draait u de temperatuurregelaar
voor de koelzone naar rechts (vanuit
de stand 0) tot 5 op het bedienings
paneel staat.
-
-
-
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een tem
peratuur van -18 °C vereist. Bij deze
temperatuur komt de groei van micro
-organismen in hoge mate tot stilstand.
Zodra de temperatuur boven -10 °C
stijgt, begint de ontbinding door de mi
cro-organismen; de levensmiddelen
kunnen minder lang worden bewaard.
14
-
-
-
Als u wenst dat de vrieszone op -18 °C
koelt,
dan draait u de temperatuurregelaar
^
voor de vrieszone naar rechts (vanuit
de stand 0) tot -18 op het bedie
ningspaneel staat.
Binnen de aangegeven
temperatuurbereiken (bijv. tussen -15
en -18 °C) kan de temperatuur iets kou
der worden ingesteld:
draai de temperatuurregelaar bijv.
^
vanuit de stand -15 langzaam verder
naar rechts tot -18 op de
temperatuurindicator kort knippert.
De koudere temperatuurinstelling binnen het kleine temperatuurbereik is ingesteld.
-
De juiste temperatuur
-
15
Waarschuwingssignaal
Het toestel is uitgerust met een waar
schuwingssysteem zodat de tempera
tuur in de vrieszone niet ongemerkt kan
stijgen. Indien de temperatuur een te
warme temperatuurzone bereikt, weer
klinkt er een waarschuwingssignaal. Te
gelijk begint het controlelampje met
waarschuwingssignaal te knipperen.
Het akoestische en optische signaal
kan worden geactiveerd,
indien u een grote hoeveelheid voed
–
sel invriest zonder de functie Super
Frost te hebben ingeschakeld.
Volgens de temperatuur kunt u controleren of het voedsel is ingevroren of
ontdooid. Indien dit laatste het geval is,
dient u het voedsel verder te bewerken
(koken of braden), alvorens het weer in
te vriezen.
-
-
Waarschuwingssysteem
inschakelen
Het waarschuwingssignaal is automa
tisch altijd operationeel. Het dient niet
extra te worden ingeschakeld.
-
Waarschuwingssignaal
voortijdig uitschakelen
Zodra de alarmtoestand is beëindigd,
weerklinkt het waarschuwingssignaal
niet langer en dooft de controlelamp.
Indien het waarschuwingssignaal u
stoort, kunt u dit voortijdig uitschakelen.
^ Druk de uitschakeltoets in van het
waarschuwingssignaal.
Het waarschuwingssignaal weerklinkt
niet langer. De controlelamp met
waarschuwingssignaal licht constant
op en dooft pas wanneer de alarm
toestand is beëindigd. Op die manier
is het waarschuwingssysteem weer
operationeel.
-
-
16
SuperFrost
Verse eetwaar invriezen
Verse eetwaar dient u zo snel mogelijk
tot in de kern te laten invriezen. Zo blij
ven de voedingswaarde, de vitaminen,
het uitzicht en de smaak bewaard.
Hoe trager de levensmiddelen ingevro
ren worden, hoe meer vloeistof er uit
elke cel in de tussenruimten terecht
komt. De cellen krimpen.
Bij het ontdooien kan er maar een deel
van die vloeistof naar de cellen terug.
In de praktijk betekent dit dat er in de
levensmiddelen veel sap verloren gaat.
Bij het ontdooien valt dat te merken aan
de grote plas rond de eetwaar.
Werd de eetwaar snel ingevroren, dan
krijgt de celvloeistof minder tijd om in
de tussenruimten weg te vloeien. De
cellen krimpen heel wat minder.
Bij het ontdooien kan die eerder geringe hoeveelheid vloeistof die in de
tussenruimten terecht is gekomen, naar
de cellen terug. Er ging dus heel weinig
sap verloren. Er wordt maar een kleine
plas gevormd!
-
-
SuperFrost-functie
Om verse eetwaar heel efficiënt in te
vriezen dient u van tevoren de functie
SuperFrost in te schakelen.
Uitzonderingen:
Indien u reeds ingevroren levensmid
–
delen in de vriesruimte legt.
Indien u elke dag maar hoogstens
–
2 kg invriest.
SuperFrost inschakelen
^ Schakel de functie SuperFrost in
6 uur voor u levensmiddelen plaatst.
^ Wenst u het hoogste invriesvermo-
gen te benutten, schakel dan de Su-perFrost 24 uur van tevoren in!
^ Druk op de toets SuperFrost zodat
het controlelampje SuperFrost aan
gaat.
-
-
De temperatuur in het toestel daalt
daar het met het hoogste invriesver
mogen werkt.
-
17
SuperFrost
SuperFrost uitschakelen
De functie SuperFrost wordt vanzelf uit
geschakeld na ca. 65 uur. Het controle
lampje gaat uit en het toestel werkt
weer met zijn normale koelcapaciteit.
Om stroom te besparen, kan u de func
tie SuperFrost ook zelf uitschakelen zo
dra er een constante vriestemperatuur
van minstens -18 °C is bereikt. Con
troleer de temperatuur in het toestel.
Druk op de toets SuperFrost.
^
Het controlelampje voor SuperFrost
gaat uit.
Het toestel koelt nu weer met zijn normale koelcapaciteit.
-
-
-
-
-
18
Verschillende koudezones
Wegens de natuurlijke luchtcirculatie
komen er in de koelruimte verschillende
temperaturen aan bod. Koude, zware
lucht zakt naar onderen in het toestel.
Benut deze temperatuurverschillen bij
het schikken van levensmiddelen!
De koudste zone in de koelruimte
De koelruimte goed benutten
Bewaar in uw toestel geen explosie
ve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybus
sen). Explosiegevaar!
Alcohol met hoog gehalte mag u en
kel goed afgesloten en rechtop in
het toestel bewaren.
-
-
-
De koudste zone in de koelruimte be
vindt zich direct boven de groentebak
ken.
Benut deze zone voor al uw delicate en
gauw aan bederf onderhevige levensmiddelen. Enkele voorbeelden:
– vis, vlees en gevogelte,
– worst en kant-en-klaargerechten,
– eier- of roomgerechten en dito ge-
bak,
– vers deeg, taart-, pizza- en quiche-
deeg,
–
kaas en andere producten van rauwe
melk,
–
in folie verpakte kant-en-klare groen
ten en alle verse levensmiddelen
waarvan de minimumbewaarduur
een bewaartemperatuur van min
stens 4 °C vergt.
De warmste zone in de koelruimte
-
-
Bewaar tafelolie liever niet in de
-
deur van de koelkast. Eventueel ge
morste olie kan op de duur scheur
tjes veroorzaken in de kunststof.
Laat de eetwaar de rugwand van het
toestel niet raken. Anders kan die eraan vriezen.
Levensmiddelen die niet
geschikt zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koelkast te worden bewaard.
Dat is onder meer het geval voor:
–
groenten en fruit dat gevoelig is voor
koude.
-
–
fruit dat nog moet narijpen.
–
aardappelen.
–
harde kaas (parmezaan)
-
-
De warmste zone vindt u helemaal bo
ven aan de deur. Gebruik deze zone
om boter te bewaren, die smeerbaar
moet blijven. U kan daar ook kaas leg
gen zodat het aroma wordt bewaard.
-
-
19
De koelruimte goed benutten
De levensmiddelen juist
bewaren
Bewaar de levensmiddelen enkel ver
pakt en goed gesloten. Daarmee ver
mijdt u dat ze geur van de eetwaar er
naast opnemen, dat ze uitdrogen en
eventueel aanwezige bacteriën over
dragen. Als u de temperatuur juist in
stelt en hygiënisch te werk gaat, wordt
de toename van bacteriën, als bv. sal
monella, vertraagd.
Groenten en fruit
Groenten en fruit kan u onverpakt in de
groentebakken bewaren. Denk erom
dat sommige groentesoorten een natuurlijk gas afscheiden, dat verouderingsprocessen versnelt. Sommige fruiten groentesoorten reageren op dit natuurlijk gas heel gevoelig. Daarom mag
u niet om het even welke fruit- en
groentesoort samen in dezelfde bak
bewaren.
Voorbeelden voor fruit dat veel na
tuurlijk gas afgeeft:
-
-
-
-
-
-
-
appels, aprikozen, peren, nectarines,
perziken, pruimen, avocado’s en vijgen.
Voorbeelden van groenten die erg ge
voelig reageert op natuurlijk gas af
komstig van andere groenten en van
fruit:
De legvlakken kan u naar gelang van
de hoogte van de eetwaar verplaatsen.
Til het vlak vooraan omhoog en, trek
^
het tot halfweg naar voren. Neem het
langs onder of langs boven uit.
Zet het vlak met zijn achterste kant
^
naar boven toe op de gewenste
plaats terug in het toestel.
De kant moet naar boven wijzen. Zo
vermijdt u dat levensmiddelen de
achterwand aanraken en eraan vast
vriezen.
Legvlak in 2 delen
(naar gelang van het model)
Om hoge recipiënten als bv. flessen te
kunnen plaatsen, is er een legvlak in 2
delen.
^ Schuif het voorste onder het achter-
ste deel. Ga voorzichtig te werk.
Deur- en flessenrekken ver
plaatsen
Schuif de deur- of flessenrekken naar
^
boven. Neem ze langs voren uit de
deur.
Plaats deze rekken terug waar u dat
^
wenst. Zorg ervoor dat u de rekken
juist en vast op de nokken duwt.
De flessensteunen verschui
ven
(naar gelang van het model)
De flessensteun kan u naar rechts of
links verschuiven. Daarmee hebben de
flessen meer steun als u de toesteldeur
opent en sluit.
-
-
21
Invriezen en bewaren
Maximum-invriesvermogen
Om levensmiddelen zo gauw mogelijk
tot in de kern te laten invriezen, mag
het maximum-invriesvermogen niet
overschreden worden. Hoeveel dat be
draagt, vindt u op het typeplaatje: "in
vriesvermogen ... kg/24 h".
"Gefriervermögen ...kg/24 h".
-
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf
– of de verpakking niet beschadigd is,
– tot wanneer het product houdbaar is
– en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
^ Koop uw diepvrieswaar op het einde
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of een koeltas.
^
Leg de gekochte diepvrieswaar met
een in de vrieszone van uw toestel.
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
-
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groenten voor het invriezen te blancheren. Doe de groenten per portie 2
à 3 minuten in kokend water. Daarna
uitnemen en vlug in koud water afkoelen. Laat de groenten uitlekken.
–
-
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
-
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u le
vensmiddelen wel opnieuw invrie
zen.
22
–
-
-
-
Leg tussen koteletten, biefstuk,
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie
zen.
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groenten mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen immers van smaakintensiteit
bij het invriezen.
-
-
-
-
-
Invriezen en bewaren
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
^
in.
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- inpakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakken
- gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
- elastiekjes,
- kunststofklemmen,
- touwtjes of
- koudebestendige plakband.
Voor u de diepvrieswaar plaatst
-
Zo u meer dan 2 kg verse levensmid
^
delen gaat invriezen, dient u op voor
hand de functie SuperFrost in te
schakelen. Zie rubriek "SuperFrost".
Plaatsen
U kunt de levensmiddelen overal in de
vrieszone invriezen.
U kunt de vriesladen ook uitnemen en
de levensmiddelen rechtstreeks op de
glasplaten leggen.
Om volumineuze levensmiddelen in te
vriezen, zoals een gans of wild, kunt u
de glasplaat tussen twee vriesladen uitnemen. U beschikt dan over tweemaal
de gebruikelijke hoogte.
Elke vrieslade en de verschillende
glasplaten kunnen met maximaal 25
kg worden belast!
^ Plaats de levensmiddelen naast el-
kaar op de bodem van de vriesladen
of op de glasplaten, zodat de levens
middelen zo snel mogelijk tot in de
kern worden ingevroren.
-
-
-
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
23
Invriezen en bewaren
Leg de pakjes er droog in. Anders
^
vriezen ze aan elkaar.
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
Invrieskalender
Op de invrieskalender op de vrieslade
ziet u hoe lang u verschillende soorten
vers ingevroren eetwaar kan bewaren.
Bij gekochte diepvrieswaar vindt u de
bewaarduur op de verpakking terug.
Markering diepvrieswaar
Om u eraan te herinneren hoe lang u
de diepvrieswaar mag bewaren, is het
toestel van een markeersysteem voorzien.
Bij elke vrieslade horen twee ruitertjes
met een wieltje. Op dat wieltje zijn de
maanden aangegeven van 1 tot 12.
u de eetwaar invroor.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
in uw microgolfoven,
–
in uw oven met de verwarmingssoort
–
"Hete lucht" of "Ontdooien",
op kamertemperatuur,
–
in uw koelkast,
–
in uw stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kan u in
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Ingevroren groenten kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groenten.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
-
^
Schuif het ruitertje van aan de rand
van de lade over de rail.
Met het ruitertje duidt u de soort eet
waar aan. Met het wieltje de maand
waarin
24
-
Invriezen en bewaren
IJsblokjes bereiden
(voor type toestellen met sluiting)
Duw de sluiting omlaag en vul de ijs
^
blokjesschaal met water. Overtollig
water loopt weg via de afvoerope
ning.
Duw de sluiting omhoog om de ijs
^
blokjesschaal te sluiten, en plaats de
schaal op de bodem van een vrieslade.
^ Gebruik een stomp voorwerp, bijv.
een lepelsteel, om een vastgevroren
ijsblokjesschaal los te maken.
^ De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit de schaal als u ze kort onder stromend water houdt.
-
-
Dranken snel koelen
Het vriestablet gebruiken
(naar gelang van het model)
Op het vriestablet kan u bessen,
kruiden, groenten en andere kleine le
vensmiddelen behoedzaam invriezen.
De diepvrieswaar behoudt grotendeels
zijn vorm. De afzonderlijke stukken vrie
zen ook niet aaneen.
-
^ Leg de in te vriezen levensmiddelen
losjes op het vriestablet.
^ Haak het vriestablet in een van de
bovenste vriesladen.
^ Laat de diepvrieswaar 10 à 12 uur
doorvriezen. Doe ze dan in een diepvrieszakje of -recipiënt. Leg ze daarna in de vriesladen.
-
-
Als u flessen in de vrieszone plaatst om
ze snel te koelen, dient u de flessen uiterlijk na één uur weer uit te nemen,
anders zullen de flessen ontploffen!
-
25
Invriezen en bewaren
Koudeaccu
Hiermee vermijdt u dat de temperatuur
in de vrieszone bij een stroomonderbre
king te snel stijgt.
Leg de koudeaccu in de bovenste lade
direct op de diepvrieswaar of op het
vriestablet. Daar neemt hij weinig plaats
in beslag. Na ca. 24 uur levert de accu
zijn maximumkoelvermogen.
Bij een stroomonderbreking legt u de
koudeaccu direct op de diepvrieswaar
in de bovenste vrieslade. Zo duurt de
bewaartijd het langst.
Als u verse levensmiddelen plaatst, benut dan de koudeaccu als scheiding
tussen reeds ingevroren en verse levensmiddelen. Zo gaat de diepvrieswaar niet lichtjes ontdooien.
In een koelbox houdt de koudeaccu
spijs en drank voor korte tijd koel.
-
26
Ontdooien
Koelruimte
Terwijl de compressor draait, kunnen er
zich tegen de rugwand van de koel
ruimte rijm en waterdruppels vormen.
Die hoeft u niet te verwijderen. De koel
ruimte ontdooit immers automatisch.
Het dooiwater loopt via een geultje en
een afvoerbuisje naar de verdamper
aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan wegvloeien. Hou
het afvoergeultje en -buisje proper.
-
Vriesruimte
De vriesruimte ontdooit niet automatisch. De ingevroren levensmiddelen
mogen immers niet ontdooien.
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs op de vriesplaten.
Daardoor verslecht de koude-afgifte en
verhoogt het stroomverbruik.
Krab de rijm- of ijslaag niet weg. U
kan anders de vriesplaten bescha
digen. Dan werkt uw toestel niet
meer.
Ontdooi het toestel zo nu en dan. Zo er
reeds een ca. 5 mm dikke ijslaag werd
gevormd, dient u dat zeker te doen.
Kies een tijdstip waarop er weinig of
geen diepvrieswaar in het toestel ligt.
-
Voor u het toestel ontdooit
Schakel ca. 1 dag voor het ontdooien
^
de functie SuperFrost in. Zo krijgt de
diepvrieswaar wat koudereserve en
kan die wat langer op kamertempera
tuur worden bewaard.
Neem de diepvrieswaar uit en leg de
^
koudeaccu erop. Wikkel de diep
vrieswaar in verschillende lagen
krantenpapier of dekens. Bewaar de
diepvrieswaar op een koele plaats tot
het toestel weer klaar is voor gebruik.
Neem al de vriesladen uit het toestel.
^
Om te ontdooien
Ontdooien moet snel gebeuren. Hoe
langer u de ingevroren levensmiddelen bij kamertemperatuur bewaart, des te korter wordt de houdbaarheid van de ingevroren levensmiddelen.
^ Schakel de vrieszone uit.
De temperatuurindicator voor de
vrieszone gaat uit.
^
Laat de deur van de vrieszone open.
U kunt het ontdooien versnellen door
twee potten met heet (niet kokend) wa
ter op onderleggers in het toestel te
plaatsen. In dit geval laat u de deur
tijdens het ontdooien gesloten, zodat
de warmte niet kan ontsnappen.
-
-
-
^
Neem het dooiwater op met een
spons of een doek.
27
Ontdooien
Plaats om te ontdooien nooit elek
trische verwarmingstoestellen of
kaarsen in het toestel, want hierdoor
kan de kunststof beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays en
ijsverwijderingsproducten, want ze
kunnen explosieve gassen vormen,
oplos- of drijfmiddelen bevatten die
de kunststof kunnen aantasten, of
schadelijk zijn voor de gezondheid.
Na het ontdooien
^ Reinig de vrieszone en droog ze.
^ Sluit de deur van de vrieszone en
schakel de vrieszone in.
De temperatuurindicator voor de
vrieszone gaat aan.
^ Schakel de functie SuperFrost in, zo-
dat het toestel snel koud wordt. Het
controlelampje gaat aan.
^ Schuif de vriesladen met de ingevro-
ren levensmiddelen in de vrieszone
zodra de temperatuur in de vrieszone
laag genoeg is.
-
^
Schakel de functie SuperFrost uit
door op de SuperFrost-toets te druk
ken, zodra er een constante tempera
tuur van minstens -18 °C in de vries
zone bereikt is.
Het controlelampje gaat uit.
28
-
-
-
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Vermijd dat er water terechtkomt in
de elektronische bediening en in de
verlichting.
Door het afvoergaatje van het dooi
water mag u geen sop laten lopen.
Gebruik nooit hogedrukreinigers. De
vloeistof kan toestelonderdelen aanraken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een eventuele storing heeft de Technische
Dienst dat nodig!
Voor het schoonmaken
^
Schakel het toestel uit, Trek ook de
stekker uit het stopcontact.
^
Neem de eetwaar uit het toestel en
bewaar die op een koele plaats.
^
Droog de vrieszone af.
^
Neem alle onderdelen die u kan uit
nemen, uit om ze schoon te maken.
^
Om de legvlakken in de koelzone
schoon te maken, kan u de roestvrij
stalen lijsten vooraan aftrekken.
Schoonmaken
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle onderdelen met de hand af,
niet in de vaatwasser. Het botervlootje
kan u wel in de afwasautomaat zetten.
Maakt de koelzone minstens eenmaal
^
per maand schoon en de vrieszone
telkens na het ontdooien.
Maak het geultje voor het dooiwater
^
-
-
-
alsook het afvoerbuisje vaker schoon
met een staafje. Zo kan het dooiwater
steeds ongehinderd weglopen.
^ Spoel de buitenwanden, de binnen-
ruimte en het toebehoren daarna met
helder water af. Wrijf alles met een
doek droog. Laat de toesteldeuren
even openstaan.
Handvat
Aluminium is een levendig materiaal.
Door gezichtshoek, lichtinval en omge
ving wordt het weerkaatsend effect be
paald en meteen ook de esthetiek.
Het handvat met aluminium uitzicht
kan verkleuren of veranderen indien
vuil er lang op inwerkt. Verwijder vuil
dus meteen.
Het handvat is gevoelig aan krassen en
kerven.
-
-
29
Schoonmaken
Behalve de hierboven vermelde reini
gingsmiddelen dient u ook nog te ver
mijden
reinigingsmiddel voor roestvrij staal,
–
kalkoplossend reinigingsmiddel,
–
reinigingsmiddel dat chloride bevat,
–
schurend reinigingsmiddel als bv.
–
schuurpoeder of -crème,
schuursponsjes of gebruikte
–
sponsen waarin restjes schuurmiddel
zitten,
reinigingsmiddel voor vaatwassers.
–
Ventilatieroosters
^ Maak de ventilatieroosters geregeld
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
stroom het toestel verbruikt.
Deurdichtingen
Behandel de deurdichtingen nooit
met olie of vet. Die worden anders
na verloop van tijd poreus.
^
Maak de deurdichtingen geregeld
met helder water schoon. Wrijf ze
nadien met een doek goed droog.
Achterzijde - metalen rooster
-
Stof het metalen rooster op de rugzij
^
de van het toestel (warmtewisselaar)
minstens eens per jaar af. Hoe meer
stof, hoe hoger het stroomverbruik!
Zorg er bij het schoonmaken van het
metalen rooster voor dat u geen
snoeren of andere onderdelen af
trekt, knikt of beschadigt.
Na het schoonmaken
Plaats alle onderdelen weer in het
^
toestel.
^ Leg de levensmiddelen in de koelzo-
ne en sluit de toesteldeuren. Steek
ook de stekker weer in het stopcontact en schakel zowel de koel- als
vrieszone in.
^ Schakel de functie SuperFrost in.
Daarmee wordt het in de vrieszone
vlug koud. Het controlelampje gaat
aan.
^
Schuif de vriesladen met de diep
vrieswaar in de vrieszone zodra de
temperatuur in de vrieszone laag ge
noeg gedaald is.
^
Schakel, door op de SuperFrost-toets
te drukken, de functie SuperFrost uit
zodra er een constante vrieszone
temperatuur van minstens -18 °C is
bereikt.
Nu gaat het controlelampje uit.
-
-
-
-
-
30
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mag u enkel en alleen door
een vakman laten uitvoeren. Door
ondeskundige reparaties kunnen er
niet te onderschatten risico’s op
duiken voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. .. het toestel niet koelt?
^ Ga na of de temperatuurregelaars op
een andere instelling dan "0" staan.
^ Ga na of de stekker van het toestel
goed in het stopcontact zit.
^ Ga na of de zekering van de huisin-
stallatie niet uitgevallen is. Als dit het
geval is, doet u een beroep op de
klantendienst.
-
-
Wat gedaan als . . .?
. .. de inschakelfrequentie en
inschakelduur van de compressor
toenemen?
Ga na of de ventilatieroosters niet af
^
gedekt zijn of onder het stof zitten.
Ga na of het metalen rooster
^
(warmtewisselaar) aan de achterzijde
van het toestel niet onder het stof zit.
De toesteldeuren werden vaak geo
^
pend of er werden grote hoeveelhe
den verse levensmiddelen ingevro
ren.
Ga na of de toesteldeuren goed slui
^
ten.
^ Ga na of er zich een dikke rijplaag in
de vrieszone heeft gevormd. Als dit
het geval is, dient u de vrieszone te
ontdooien.
. .. de levensmiddelen vastgevroren
zijn?
-
-
-
-
-
. .. de vrieszonedeur niet verschillende keren na elkaar kan worden ge
opend?
Dit is geen storing. Wegens de
zuigwerking kunt u de deur pas na
enige tijd zonder extra moeite openen.
. .. de temperatuur in de koel- of
vrieszone te koud is?
^
Zet de temperatuurregelaar op een
kleinere stand.
^
De functie SuperFrost is nog actief en
het controlelampje brandt.
SuperFrost schakelt automatisch uit
na ca. 65 uur.
Maak de levensmiddelen los met een
stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
. .. de vrieszone een dikke ijslaag
vertoont?
^
Ga na of de deur van de vrieszone
goed sluit.
^
Ontdooi de vrieszone en maak ze
schoon.
Een dikke ijslaag vermindert het koel
vermogen, waardoor het stroom
verbruik stijgt.
-
-
31
Wat gedaan als . . .?
. .. de waarschuwingstoon weerklinkt
en het geluidsalarm-controlelampje
knippert?
De temperatuur in de vrieszone is te
warm omdat
er een grote hoeveelheid
^
levensmiddelen werd ingevroren zon
der de functie SuperFrost in te scha
kelen.
Als de alarmtoestand beëindigd is,
gaat het geluidsalarm-controlelampje
uit en wordt de waarschuwingstoon
uitgeschakeld.
^ de compressor defect is. Doe dan
een beroep op de Technische Dienst
van Miele.
Afhankelijk van de temperatuur controleert u of de levensmiddelen gedeeltelijk of volledig ontdooid zijn. Als dit
het geval is, verwerkt u de levensmiddelen (koken of braden) voor u ze weer
invriest.
. .. het SuperFrost-controlelampje sa
men met een lampje van de
temperatuurindicator knippert?
Als het controlelampje eveneens niet
^
brandt, controleert u
- of de stekker goed in het stopcon
tact zit.
- of de zekering van de huisinstallatie
uitgeschakeld is. Doe een beroep op
de klantendienst als de zekering niet
ingeschakeld blijft.
-
-
. .. het SuperFrost-controlelampje
niet brandt, maar de compressor
draait?
Het controlelampje is defect. Doe dan
een beroep op de Technische Dienst
van Miele.
. .. de binnenverlichting in de koelzone niet meer werkt?
^ Was de koelzonedeur gedurende
lange tijd geopend? De verlichting
schakelt automatisch uit als de deur
15 minuten geopend is gebleven.
Als dit niet het geval is, is de gloeilampdefect:
-
^
Trek de stekker uit of schakel de
zekering van de huisinstallatie uit.
-
Er zit een storing in het toestel. Doe dan
een beroep op de Technische Dienst
van Miele.
. .. de temperatuurindicatoren niet
branden?
Ga na of het SuperFrost-controlelampje
brandt als u op de SuperFrost-toets
drukt.
^
Als het lampje brandt, zijn de
temperatuurindicatoren defect. Doe
dan een beroep op de Technische
Dienst van Miele.
32
^
Duw de lampafdekking aan de zijkant
samen a, maak ze los en haak ze
achter los b.
Draai de gloeilamp uit en vervang ze
^
door een nieuwe.
Aansluitgegevens van de gloeilamp:
220 - 240 V, max. 25 W, fitting E 14
^ Draai de nieuwe gloeilamp in de fit-
ting. Let erop dat de dichting goed
zit c.
^ De lampafdekking achteraan weer in-
haken en aan de zijkanten vergrendelen.
Wat gedaan als . . .?
. .. de bodem van de koelzone nat is?
Het afvoergat voor het dooiwater zit
verstopt.
^
Reinig de watergoot en het afvoergat
voor het dooiwater.
Als u de storing niet kunt verhelpen
aan de hand van deze gegevens,
dan dient u een beroep te doen op
de klantendienst.
Open de deuren niet zolang de sto
ring niet verholpen is, om het koude
verlies zo beperkt mogelijk te hou
den.
-
-
-
33
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
schakelt.
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
34
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
Technische dienst
35
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 - 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
-
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden
vervangen, dan mag dat enkel worden
uitgevoerd door een erkend elektricien.
36
-
-
-
Zet boven op het toestel geen appa
raten die warmte afgeven, bv.
broodroosters of microgolfovens. Er
wordt dan meer stroom verbruikt!
Stel modellen zonder zijwandverwar
ming niet als "side by side" naast
een andere koelkast of diepvriezer
op!
Zo vermijdt u vorming van condens
-
water en de nare gevolgen daarvan!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertemperatuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt verbruikt. Geschikt is een droog, degelijk
geventileerd vertrek.
Opstellen
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom mag u de
ventilatieroosters niet afdekken. Dan
blijft een onberispelijke ventilatie ge
waarborgd.
Stof de ventilatieroosters ook geregeld
af.
Het toestel opstellen
Verwijder eerst de snoerhouder van
^
de achterzijde van het toestel.
Zie na of alle onderdelen aan de ach
^
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voorzichtig van mekaar weg.
^ Schuif het toestel voorzichtig op de
daartoe voorziene plaats. U kan het
met de achterzijde rechtstreeks tegen een muur plaatsen.
-
-
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die tempera
tuur dient binnen zekere grenzen te blij
ven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+18 °C tot +38 °C
+18 °C tot +43 °C
Lagere kamertemperaturen doen de
compressor langer stilstaan. Dat kan de
temperatuur in het toestel doen stijgen.
Het toestel waterpas zetten
-
^
Zet het toestel aan de verstelbare
voetjes stevig waterpas. Gebruik
daartoe de bijgeleverde dopsleutel.
37
De deurscharnieren verwisselen
Uw toestel wordt geleverd met de
scharnieren rechts. Wenst u ze links,
dan gaat u als volgt te werk:
De deurhandvatten afnemen:
Eerst moet u de zijdelingse delen van
het handvat losmaken:
^ Indien u aan het handvat a trekt,
schuift het zijdelingse deel b ervan
naar achter. Er ontstaat een spleet d
tussen het handvatgedeelte b en het
bevestigingsplaatje c van het handvat.
Draai nu de 4 schroeven (Torx 15) in
^
het bevestigingsplaatje los en neem
het handvat af.
Maak de afdekplaatjes aan de an
^
dere kant los en plaats die op de vrij
gekomen gaatjes.
De toesteldeuren van kant verwis
selen:
Zet de onderste toesteldeur open.
^
-
-
^
Zet nu een geschikt stomp voorwerp,
bv. een steel van een pollepel, in de
spleet d vast. Duw het handvat weer
zachtjes in de richting van de deur.
Zorg ervoor dat het voorwerp niet
wegglijdt en intussen het toestel be
schadigt.
Het zijdelingse deel b van het handvat
komt los.
^
Trek het handvatgedeelte b uit de
geleiding.
38
-
^
Wrik de sokkelplint a met een
schroevendraaier uit en zwenk de
plint langsvoren weg.
^
Wrik het afdekplaatje b met de
schroevendraaier los en doe de toe
steldeur weer dicht.
^
Draai de schroef c uit.
^
Trek het scharnier d met de schar
niertap e langs onder uit. Zwenk het
naar voren toe en neem het weg.
-
-
De deurscharnieren verwisselen
Zet de onderste toesteldeur open,
^
kantel ze er langs onder uit en neem
ze af.
Laat de bovenste toesteldeur dicht
^
en trek de scharniertap f er langs
onder uit.
^ Doe de bovenste toesteldeur open.
Neem ze langs onder uit. Let daarbij
op het afstandsplaatje a.
^
Wrik de afdekplaatjes b met een
schroevendraaier vooraan uit.
^
Draai de bovenste scharniertap c
met de inbussleutel van de bijgele
verde dopsleutel uit. Draai er de tap
aan de andere kant weer in.
Vervang in het midden van het toestel
^
het afdekplaatje h door het schar
nierplaatje e. Daartoe:
de schroeven i uitnemen, het afdek
plaatje h en het scharnierplaatje e
afschroeven, telkens 180° draaien en
aan de andere kant weer opschuiven
en vastschroeven.
Trek de scharnierhuls d langs onder
^
uit het scharnierplaatje e. Zet de
huls langs boven weer in het schar
nierplaatje.
Til het afstandsplaatje g met een
^
schroevendraaier weg en plaats het
aan de andere kant.
^ Neem de doppen j uit de deur-
scharnierhulsen in de toesteldeuren
en plaats die aan de andere kant.
^ Hang de bovenste toesteldeur in de
tap c - let intussen op het afstandsplaatje a - en sluit de toesteldeur.
^ Schuif de middelste scharnierbout f
langs onder door het scharnierplaatje
e in de bovenste toesteldeur.
^
Kijk na of de bovenste toesteldeur
juist hangt. Hang ze eventueel keuri
ger waterpas via de langwerpige
gaatjes in het scharnierplaatje e.
^
-
Haak de onderste toesteldeur op de
scharnierbout e en doe deze toe
steldeur dicht.
-
-
-
-
-
^
Plaats de afdekplaatjes b er langs
achter weer in en laat ze langs voren
op hun plaats vallen.
39
De deurscharnieren verwisselen
Zet het afdekplaatje e, terwijl de on
^
Op de volgende afbeelding werd de
toesteldeur niet gesloten afgebeeld.
Zo ziet u beter wat er te doen valt.
^ Draai het scharnier b 180°. Trek de
scharniertap a uit en zet die er omgekeerd weer in.
derste toesteldeur openstaat, vooraan
in de sokkelplint. Laat het achteraan
vastklikken.
De handvatten van de deuren weer
monteren:
Neem beslist de volgende instructies
voor het terugplaatsen van de deur
greep in acht.
Wanneer de deurgreep verkeerd
wordt gemonteerd, wordt de deur
dichting beschadigd.
-
-
-
^ Monteer de 2 delen in de scharnier-
steun f. Schuif daartoe de schar
niertap a door de scharniersteun f
in het scharnier b. Zwenk het schar
nier naar binnen, schuif het omhoog
en monteer het voorlopig met schroef
c.
^
Hang de toesteldeur met behulp van
het langwerpige gat in de scharnier
steun f waterpas ten opzichte van
de ommanteling van het toestel.
Draai daarna de schroef c stevig
aan.
^
Schuif de sokkelplint d weer op zijn
plaats. Duw ze er goed tegenaan tot
u een klik hoort.
40
-
-
^
Maak de deurgreep met de beide
voorste schroeven b eerst losjes aan
de andere kant vast.
De bevestigingsplaat c moet zo tegen
het deurpaneel aanzitten, dat de plaat,
-
wanneer de deur gesloten is, evenwijdig
is aan de buitenwand van het apparaat.
Is dat niet het geval, doe dan het vol
gende.
^
Draai de beide voorgemonteerde
hefstangetjes a er dan met de bijge
voegde inbussleutel in totdat de be
vestigingsplaat c de juiste hoek heeft.
-
-
-
De deurscharnieren verwisselen
Draai alle vier de schroeven b stevig
^
aan.
Schuif het zijgedeelte van de deur
^
greep d vanaf de kant van het appa
raat in de geleiding van de bevesti
gingsplaat totdat het hoorbaar vast
klikt.
Let er beslist op dat het zijgedeelte
van de deurgreep d niet tegen de
deurdichting aankomt, wanneer de
deur opengaat.
Gebeurt dat wel, dan raakt de deur
dichting op den duur beschadigd.
Als dat het geval is, doe dan het volgende.
^ Stel de bevestigingsplaat c nog-
maals via de hefstangetjes a, totdat
de bevestigingsplaat en het
zijgedeelte van de deurgreep d de
juiste hoek hebben en het zijgedeelte
van de deurgreep niet tegen de deurdichting aankomt wanneer de deur
opengaat.
-
-
-
-
-
41
Het toestel inbouwen
U kan het toestel in elke keuken inbouwen. Om het toestel aan de hoogte
van de rij kasten aan te passen, kan u
erboven een opzetkast a aanbrengen.
Blokkeer nooit de ventilatieope
ningen. Maak ze geregeld stofvrij.
In geval van montage tussen stan
daard-keukenkasten van maximum
580 mm diep kan u het toestel vlak
naast die keukenkast opstellen. Zo kan
de toesteldeur makkelijk open en dicht.
De toesteldeur b komt opzij 34 mm en
in het midden 51 mm naar voren ten
opzichte van de voorzijde van de keu
kenkasten.
Stelt u het toestel langs de scharnier
zijde naast een wand op c, hou dan
tussen die wand c en het toestel b
een afstand van ca. 36 mm. Zo kan u
de deuren met hun handvatten volledig
openzetten.
-
-
-
-
Ventilatie
Daartoe voorziet u aan de achterzijde
van het toestel een minstens 50 mm
diep luchtkanaal over de volledige
breedte van de opzetkast.
Laat tussen kasten en plafond een
spleet van minstens 40 mm. Zo kan de
warme lucht ongehinderd wegtrekken.
Anders moet de compressor meer
draaien en verhoogt het stroomver
bruik.
42
-
43
Wijzigingen voorbehouden / 1805
KF 8453 S
M.-Nr. 06 499 350 / 02
nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.