Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel
plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 09 938 080
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ...................................................................5
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 13
Energie besparen ................................................................................................14
Beschrijving van het toestel ............................................................................... 16
Betekenis van de symbolen .................................................................................. 17
Bij te bestellen accessoires................................................................................... 19
Koeltoestel in- en uitschakelen.......................................................................... 20
Het koeltoestel bedienen....................................................................................... 21
Het monteren van de meubeldeur......................................................................... 85
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit koeltoestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en
materiële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het koeltoestel in gebruik neemt. Daarin vindt u
belangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw
veiligheid en voorkomt schade aan het koeltoestel.
Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt
doorgeven aan een eventuele volgende bezitter!
Juist gebruik
Dit koeltoestel is uitsluitend bedoeld voor gebruik in het huishou-
den en gelijkaardige omgevingen.
Het is niet bestemd voor gebruik buiten.
Gebruik het koeltoestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden:
om levensmiddelen te koelen en te bewaren, om diepvriesproducten
te bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijsblokjes
te maken.
Elk ander gebruik is niet toegelaten.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het koeltoestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere
gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de
richtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd gebruik van het koeltoestel kunnen producten worden beschadigd of
bederven. Bovendien is het koeltoestel ook niet geschikt voor gebruik in explosieve omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt
doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of verkeerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
het koeltoestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het koeltoestel enkel onder toezicht bedienen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en
wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het koel-
toestel worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het koeltoestel zonder toezicht
gebruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de
eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het koeltoestel niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Houd kinderen die in de buurt van het koeltoestel komen in het
oog. Zorg ervoor dat ze nooit met het koeltoestel spelen.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koeltoestel
voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante
EU-richtlijnen.
Dit koeltoestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een na-
tuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het
beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.
Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel geleid
tot meer lawaai als het koeltoestel aanstaat. Er kunnen afgezien van
de geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele koelcircuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar
hebben geen invloed op de capaciteit van het koeltoestel.
Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen onderdelen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddel
kan oogletsel veroorzaken!
In geval van beschadiging:
– vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
– ontkoppel het koeltoestel van het elektriciteitsnet,
– verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het koel-
toestel staat en
– neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter
het vertrek moet zijn waar het koeltoestel wordt opgesteld. In te kleine vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas
en lucht vormen. De kamer moet per 8 g koelmiddel minstens 1 m
groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel staat op het typeplaatje binnenin het toestel.
3
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voordat u het koeltoestel aansluit de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het koeltoestel niet beschadigd raakt.
Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het koeltoestel is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
Het koeltoestel kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar
voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van het koeltoestel op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht op spanningvoerende delen of de elektriciteits-
kabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik het koeltoestel
daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespetterd (bijv. garage, waskeuken etc.).
Dit koeltoestel mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het koeltoestel kunnen uw veiligheid in ge-
vaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare beschadigingen.
Een beschadigd koeltoestel mag niet in gebruik worden genomen.
Gebruik het toestel alleen als het is ingebouwd zodat een veilige
functie is gewaarborgd.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
koeltoestel van het elektriciteitsnet zijn afgekoppeld. Het koeltoestel
is van het elektriciteitsnet afgekoppeld als:
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekering van de elektrische aansluiting er geheel is uit-
gedraaid of
– de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek bij elektriciteits-
kabels met stekker niet aan de elektriciteitskabel, maar bij de
stekker om de verbinding met het elektriciteitsnet te verbreken.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uitgevoerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het koeltoestel niet door
Miele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Efficiënt gebruik
Het koeltoestel is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertempe-
ratuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden overschreden.De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan
de binnenkant van uw koeltoestel. Een te lage kamertemperatuur
heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat
het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Sluit de ventilatiegleuven niet af om te voorkomen dat de luchtge-
leiding niet goed functioneert,het stroomverbruik stijgt en onderdelen
beschadigd raken.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het koeltoestel of
de deur van het toestel bewaart, voorkom dan dat evt. uitlopend vet
of olie in aanraking komt met kunststof delen van het koeltoestel.
Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waardoor de kunststof knapt of scheurt.
Bewaar geen stoffen in het koeltoestel die drijfgassen of andere
verstuivingsmiddelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambare
producten tot explosie brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen in dit koeltoestel, bijv. voor het
maken van ijs. Dit om vonken en een explosie te voorkomen.
Bewaar geen blikjes en flessen die koolzuurhoudende dranken be-
vatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen in het vriesvak. De blikjes
of flessen kunnen uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden
en er zou schade kunnen ontstaan!
Haal flessen die u in het vriesvak hebt gelegd om snel te koelen er
na maximaal één uur weer uit. Doet u dat niet, dan kunnen ze uit elkaar springen, loopt u het risico zich te verwonden en kan er schade
aan het toestel ontstaan!
Raak ingevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet met
natte handen aan om letsel aan uw handen te voorkomen.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen nadat
u ze uit de diepvrieszone heeft gehaald om
letsel aan lippen en tong te voorkomen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze
anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide levensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw
worden ingevroren.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen.
De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van
de levensmiddelenfabrikanten in acht.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met spanningvoerende delen van het koeltoestel en zo kortsluiting veroorzaken.
Scherpe of kantige voorwerpen kunnen de verdamper bescha-
digen en functioneert het toestel niet meer correct. Gebruik geen
voorwerpen met scherpe punt of rand.
– rijp- en ijslagen te verwijderen,
– en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmings-
toestellen of kaarsen in het toestel om te voorkomen dat het kunststof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de
gezondheid.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Transport
Het toestel moet altijd rechtop en in de transportverpakking wor-
den vervoerd.
Het koeltoestel is erg zwaar. Vraag daarom iemand u te helpen
met het vervoeren ervan. U zou zich kunnen verwonden en er zou
schade kunnen ontstaan.
Wat te doen wanneer u het toestel afdankt
Maak het slot onbruikbaar om te voorkomen dat kinderen in het
koeltoestel ingesloten
kunnen raken en in levensgevaar komen.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
geen delen van het koelsysteem, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
– buisleidingen om te buigen,
– beschermende lagen af te krabben.
Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)
Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruik
bestaat er geen gevaar!
Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of in
te ademen.
12
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het koudetoestel tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug.
Het afdanken van het oude
toestel
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te
laten functioneren. Wanneer u uw oude
toestel bij het gewone afval doet of er
op een andere manier niet goed mee
omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk
zijn voor de gezondheid en het milieu.
Doe uw oude toestel daarom nooit bij
het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische oude toestellen.
Let erop dat de buisleidingen van uw
koeltoestel niet worden beschadigd,
totdat het op vakkundige en milieuvriendelijke wijze wordt verschroot.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de koelmiddelen in het koelsysteem en
de olie in de compressor niet in het milieu terechtkomen.
Het oude toestel moet tot die tijd buiten
het bereik van kinderen worden opgeslagen. Zie voor meer informatie hierover het hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" van de gebruiksaanwijzing.
13
Energie besparen
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
Plaatsing en onderhoud
Temperatuurinstelling
Plaats het toestel in een geventileerde ruimte.
Stel het toestel niet bloot
aan zonnestralen.
Plaats het toestel niet naast
een warmtebron.
Zorg voor een omgevingstemperatuur van ca. 20°C.
Dek ventilatieroosters niet af
en maak ze regelmatig stofvrij.
Koelzone: 4 tot 5°CHoe lager de temperatuur,
Vriesvak: -18 °C
In gesloten, niet geventileerde ruimtes.
Direct blootgesteld aan zonnestralen.
Naast een warmtebron (verwarming, fornuis).
Bij een hoge omgevingstemperatuur.
Met ventilatieroosters die
zijn afgedekt of vol zitten
met stof.
des te hoger het energieverbruik!
14
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
GebruikPlaats de plateaus, laden en
vakken zoals bij levering.
Energie besparen
Open de deur alleen indien
nodig en zo kort mogelijk.
Leg levensmiddelen bij het
inruimen meteen op de
goede plek.
Neem bij het boodschappen
doen een koeltas mee en leg
de levensmiddelen zo snel
mogelijk in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u
uit het toestel neemt zo snel
mogelijk weer terug, voordat
ze warm worden.
Laat warme gerechten en
dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Leg de levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt in
het toestel.
Leg ingevroren levensmiddelen in de koelzone wanneer ze moeten ontdooien.
Deur vaak en lang openen
betekent koudeverlies en instroom van warme lucht in
het toestel. Het toestel koelt
en de compressor moet langer werken.
Zijn levensmiddelen nog
warm wanneer ze in het
koeltoestel worden gelegd,
ontstaat er warme lucht in
het koeltoestel. Het toestel
koelt en de compressor
moet langer werken.
Wanneer vloeibare stoffen in
de koelzone condenseren,
neemt de koelcapaciteit af.
Zorg ervoor dat vakken en
laden niet te zwaar worden
beladen, zodat de lucht kan
circuleren.
OntdooienOntdooi het vriesvak wan-
neer er een ijslaag van maximaal 0,5 cm in zit.
Een verslechterde luchtstroom zorgt voor een verlies van koelcapaciteit.
Een ijslaag bemoeilijkt het
invriezen en bewaren van levensmiddelen.
15
Beschrijving van het toestel
Bedieningspaneel
a
Aan/Uit - toets
van het hele koeltoestel
b
Optische interface
(enkel voor de klantendienst)
c
DynaCool - toets (automatische tem-
peratuurverdeling)
d
Superkoeling - toets
e
Temperatuurtoets
( = kouder), keuzetoets in de instellingsmodus
f
Toets voor het bevestigen van een
keuze (OK - toets)
g
Temperatuurtoets
( = warmer), keuzetoets in de instellingsmodus
h
Aan/Uit - toets van de instellingsmodus
i
Toets voor het uitschakelen van de
zoemer bij deuralarm
j
Display met temperatuuraanduiding
en symbolen. De symbolen zijn alleen
zichtbaar in de instellingsmodus, bij
een alarm of melding. Voor de betekenis van de symbolen zie tabel.
16
Beschrijving van het toestel
Betekenis van de symbolen
SymboolBetekenisFunctie
VergrendelingHiermee wordt voorkomen dat per ongeluk
het toestel wordt uitgeschakeld, een andere
temperatuur wordt ingesteld, de functie SuperKoelen wordt ingeschakeld en instellingen worden gewijzigd.
GeluidssignalenKeuzemogelijkheden van toetssignaal en
zoemer bij deuralarm
Miele@homeAlleen zichtbaar bij een geplaatste en aan-
gemelde Miele@home communicatiemodule of communicatiestick. Zie hoofdstuk:
"Miele@home".
Lichtsterkte van het
display
SabbatmodusSabbatmodus in- en uitschakelen
Elektrische aansluitingBevestigt dat het koeltoestel elektrisch wel
AlarmBrandt bij deuralarm; knippert bij foutmel-
Demo-
functie (alleen zichtbaar als functie is ingeschakeld)
Lichtsterkte van het display instellen
is aangesloten, ook wanneer het niet is ingeschakeld
dingen
Uitschakeling demofunctie
17
Beschrijving van het toestel
a
Bedieningspaneel
b
Vriesvak met rooster
c
Deurvak met eierhouder
d
Ventilator
e
Plateau met
verlichting(FlexiLight)
f
Plateau
g
Deurvak voor flessen
h
Flessenrek
i
Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater
j
Binnenverlichting
van de groente- en fruitlade
k
Groente- en fruitlade
18
Beschrijving van het toestel
Bij te bestellen accessoires
Flessenrek
Flessen kunt u op het flessenrek leggen. Daarmee bespaart u ruimte.
Het flessenrek kan op verschillende manieren in het toestel worden geplaatst.
Voor het onderhoud van roestvrij
staal hebt u het volgende nodig.
Een onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal, verkrijgbaar in een fles. Dit middel
brengt iedere keer wanneer het wordt
gebruikt een film over het roestvrij staal
aan met een water- en vuilwerende werking. Het middel verwijdert waterstrepen, vingerafdrukken en andere vlekken
en laat het oppervlak stralen.
Het doekje voor roestvrij staal bevat
het bovengenoemde onderhoudsmiddel. Het doekje heeft dezelfde reinigende en beschermende eigenschappen
als bovengenoemd middel.
Universeel microvezeldoekje
Het microvezeldoekje is handig bij het
verwijderen van vingerafdrukken en ander licht vuil op roestvrijstalen fronten,
panelen, ramen, meubels enz.
Bij te bestellen accessoires kunt u bij
Miele (zie achterin deze gebruiksaanwijzing), in de webshop van Miele of
bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.
19
Koeltoestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Verpakkingsmateriaal
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
uit de binnenruimte.
Beschermfolie
De roestvrijstalen lijsten en panelen zijn
voorzien van een folie die dient ter bescherming van het toestel tijdens het
transport.
Trek deze folie van de roestvrijstalen
lijsten en panelen af.
Reiniging en onderhoud
Volg daarvoor beslist de betreffende
instructies in het hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Tip: Wij adviseren, de roestvrijstalen
oppervlakken meteen na verwijdering
van de beschermfolie met het onderhoudsmiddel voor roestvrij staal van
Miele in te wrijven (zie "Accessoires Na te bestellen accessoires").
Accessoires
- Fleshouder
De flessenhouder wordt in het deurvak
voor flessen geplaatst. Flessen staan
steviger wanneer u de deur van het toestel opent en sluit.
Plaats de flessenhouder in het mid-
den van de achterkant van het deurvak voor flessen.
Belangrijk! Bovengenoemd middel
brengt een beschermende film over
het roestvrij staal aan met een wateren vuilwerende werking.
Reinig de binnenkant van het appa-
raat en de accessoires.
20
Koeltoestel in- en uitschakelen
Het koeltoestel bedienen
U bedient dit toestel door de sensortoetsen aan te raken.
Iedere keer wanneer u een sensortoets
aantipt, klinkt er een signaal. Dit toetssignaal kunt u uitschakelen. Zie hoofdstuk: "Het wijzigen van instellingen",
paragraaf: "Geluidssignalen".
Koeltoestel inschakelen
Nadat het toestel elektrisch is aangesloten, verschijnt na korte tijd in het display symbool t voor de elektrische aansluiting.
Tip de Aan/Uit – toets aan.
Symbool t voor de elektrische aan-
sluiting gaat uit en in het display verschijnt de temperatuur.
Het koeltoestel begint te koelen.
Wanneer de deur van het koeltoestel
wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan en wordt de LED-verlichting
van de plateaus steeds sterker, totdat
de maximale lichtsterkte is bereikt.
Voordat u voor de eerste keer levensmiddelen in het koeltoestel legt,
kunt u het toestel het beste een paar
uur laten voorkoelen.
Koeltoestel uitschakelen
Tip de Aan/Uit – toets aan.
Is dat niet mogelijk, is de vergrendeling ingeschakeld.
In het display gaat de temperatuuraanduiding uit en verschijnt symbool
voor de elektrische aansluiting.
De binnenverlichting gaat uit. De
koeling wordt uitgeschakeld.
Koeltoestel uitschakelen
U kunt het koeltoestel ieder moment
uitschakelen.
Tip de Aan/Uit–toets aan.
In het display gaat de temperatuuraanduiding uit en verschijnt symbool
voor de elektrische aansluiting.
De binnenverlichting gaat uit. De
koeling wordt uitgeschakeld.
Zodra u het toestel weer inschakelt, is
de sabbatmodus uitgeschakeld.
21
Koeltoestel in- en uitschakelen
Bij langdurige afwezigheid
Wanneer u het toestel langere tijd niet
meer gebruikt, doe dan het volgende:
schakel het koeltoestel uit,
trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit,
ontdooi het vriesvak,
reinig het toestel en
laat de deur open staan om het toe-
stel te luchten en te voorkomen dat er
geurtjes ontstaan.
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld, maar niet
gereinigd, bestaat er gevaar voor
schimmelvorming als de deur van
het toestel gesloten blijft.
22
De juiste temperatuur
Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de
juiste temperatuur wordt ingesteld.
Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur
beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de
temperatuur, des te langzamer de micro-organismen groeien en des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het
bewaren van levensmiddelen de juiste
temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De temperatuur in het toestel stijgt als
– u vaak en gedurende lange tijd de
deur van het toestel opent,
– er meer levensmiddelen worden op-
geslagen,
– de temperatuur van de levensmid-
delen hoger is, wanneer ze worden
opgeslagen,
– de omgevingstemperatuur hoger is.
Het koeltoestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een temperatuurbereik
waar de kamertemperatuur niet boven of onder mag liggen.
. . . in de koelzone
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4 °C.
. . . in het vriesvak
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en om levensmiddelen over een lange
tijd te bewaren is een temperatuur nodig van -18 °C. Bij deze temperatuur is
de groei van micro-organismen vrijwel
uitgesloten. Zodra de temperatuur stijgt
tot boven -10 °C, begint de ontbinding
door micro-organismen en zijn de levensmiddelen minder lang houdbaar.
Daarom mogen geheel of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat ze eerst zijn
verwerkt (koken of braden). De meeste
micro-organismen worden door de hoge temperaturen vernietigd.
23
De juiste temperatuur
Temperatuurweergave
Is het toestel normaal in gebruik, dan
geeft de temperatuuraanduiding in het
display de gemiddelde temperatuur
aan, die op dat moment in de koelzone heerst.
Het kan zeker een paar uur duren voordat de gewenste temperatuur wordt bereikt en constant wordt aangegeven. Dit
hangt o.a. van de kamertemperatuur en
de instelling af.
Temperatuur instellen
Bij een temperatuur van 4 °C in de
koelzone wordt de temperatuur in het
vriesvak gemiddeld -18°C.
Stel met de sensortoetsen onder het
display de temperatuur in.
Het drukken op de sensortoets heeft
het volgende effect
– Temperatuur gaat omlaag,
– Wanneer u voor het eerst aantipt, dan
knippert de temperatuurwaarde die u
het laatst heeft ingesteld.
– Vanaf de tweede keer dat u drukt,
verandert de temperatuurwaarde in
stappen van 1 °C.
– Wanneer u de toets niet loslaat, ver-
andert de temperatuurwaarde continu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het
laatst op een temperatuurtoets heeft
gedrukt, verschijnt in de temperatuuraanduiding automatisch de temperatuurwaarde die op dat moment in het
desbetreffende gedeelte heerst.
of
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Hebt u de temperatuur gewijzigd, controleer dan de temperatuuraanduiding
en wel na ca. 6 uur wanneer er weinig
levensmiddelen in het toestel liggen en
na ca. 24 uur wanneer er veel levensmiddelen in zitten. Pas dan is de ingestelde temperatuur bereikt.
Is de temperatuur dan nog te hoog of
te laag, wijzig de temperatuur dan.
– Temperatuur gaat omhoog.
De temperatuurwaarde die u instelt
knippert in de temperatuuraanduiding.
Bij het aantippen van de temperatuurtoetsen, ziet u in het display het volgende veranderen:
24
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is instelbaar van 1 °C
tot en met 9 °C.
Het gebruik van Superkoelen en DynaCool
Functie SuperKoelen
Met de functie SuperKoelen wordt de
koelzone zeer snel tot de koudste waarde afgekoeld (afhankelijk van de kamertemperatuur).
SuperKoelen inschakelen
De functie SuperKoelen is met name
aan te bevelen als u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of dranken
snel wenst af te koelen.
Tip de SuperKoelen-toets aan totdat
deze geel oplicht.
De temperatuur in het toestel daalt en
de koelcapaciteit is nu maximaal.
SuperKoelen uitschakelen
De SuperKoelen-functie wordt automatisch na ca. 12 uur uitgeschakeld. De
koelcapaciteit van de koelzone is weer
normaal.
Om energie te besparen kunt u de functie SuperKoelen zelf uitschakelen zodra
de levensmiddelen of dranken koel genoeg zijn.
Tip de SuperKoelen-toets aan totdat
deze niet meer geel oplicht.
De koelcapaciteit van het toestel is
weer normaal.
25
Het gebruik van Superkoelen en DynaCool
Functie DynaCool
Wanneer de functie Dynamische koeling
(DynaCool) niet is ingeschakeld, ontstaan er in de koelzone als gevolg van
de natuurlijke luchtcirculatie zones met
verschillende temperaturen. De koude,
zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Het is handig om
daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van te maken. Zie hoofdstuk: "Het opslaan in de koelzone".
Wanneer u echter een keer een grote
hoeveelheid gelijksoortige levensmiddelen wilt bewaren (bijv. voor een feestje), kunt u DynaCool beter inschakelen.
Daarmee wordt de temperatuur relatief
gelijkmatig over alle plateaus in de koelzone verdeeld en zijn alle levensmiddelen in de koelzone even koel.
De temperatuur kan verder met behulp
van de temperatuurtoetsen worden ingesteld.
Het gebruik van DynaCool is tevens aan
te raden bij
– een hoge omgevingstemperatuur
(vanaf ca. 30 °C) en
DynaCool inschakelen
Tip de DynaCool - toets aan totdat
deze geel oplicht.
De ventilator is nu klaar voor gebruik:
Als de compressor inschakelt, schakelt
automatisch ook de ventilator in.
DynaCool uitschakelen
Daar het energieverbruik iets hoger ligt
wanneer DynaCool is ingeschakeld,
kunt u deze in normale omstandigheden
beter uitschakelen.
Tip de DynaCool - toets aan totdat
deze niet meer geel oplicht.
Om energie te besparen, gaat de ventilator automatisch een tijdje uit, wanneer de deur wordt geopend.
– een hoge luchtvochtigheid.
26
Deuralarm
Dit toestel heeft een waarschuwingssysteem dat in werking treedt wanneer
de deur te lang openstaat. Daarmee
wordt voorkomen dat er onnodig veel
energie wordt verbruikt en dat het voor
de opgeslagen levensmiddelen te warm
wordt.
Wanneer de deur te lang openstaat,
gaat er een zoemer en gaat alarmsymbool in het display branden.
De tijd voordat het deuralarm gaat is afhankelijk van de aantal minuten dat
daarvoor is ingesteld. Vanuit de fabriek
is 2 minuten ingesteld.U kunt ook 4 minuten instellen of het deuralarm uitschakelen. Zie hoofdstuk: "Het wijzigen van
instellingen", paragraaf: "Geluidssignalen".
Zodra de deur wordt gesloten, houdt de
zoemer op en gaat alarm-symbool
uit.
Klinkt er geen zoemer, hoewel er wel
sprake is van een deuralarm, dan is de
zoemer bij deuralarm uitgeschakeld.
Zie hoofdstuk: "Het wijzigen van instellingen", paragraaf: "Geluidssignalen".
Deuralarm voortijdig uitschakelen
Hindert de zoemer u, dan kunt u deze
voortijdig uitschakelen.
Tip daarvoor de toets voor het uit-
schakelen van de zoemer bij deuralarm aan.
De zoemer houdt op.
Alarm-symbool blijft branden totdat
de deur wordt gesloten.
27
Het wijzigen van instellingen
Bepaalde instellingen van het toestel
kunt u alleen in de instelmodus wijzigen.
Zit u in de instelmodus, wordt het
deuralarm of een andere foutmelding
automatisch onderdrukt; in het display
brandt echter wel alarmsymbool; .
Instellingen:
Vergrendeling in-/uitschakelen
Geluidssignalen in-/uitschakelen
Lichtsterkte van het display in-
stellen
Sabbatmodus in- / uitschakelen
Alle bovenstaande mogelijkheden worden hieronder beschreven.
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat per ongeluk:
– het toestel wordt uitgeschakeld;
– een andere temperatuur wordt inge-
steld;
– Superkoelen of DynaCool wordt inge-
schakeld,
– en dat instellingen worden gewij-
zigd.H et uitschakelen van de vergrendeling is natuurlijk wel mogelijk.
Hiermee kan worden voorkomen dat
bijv. kinderen iets aan de bediening van
het toestel veranderen.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Tip de Aan/Uit - toets voor de instel-
lingsmodus aan.
28
In het display verschijnen alle symbolen
voor de instellingsmodus. Symbool
knippert.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
In het display knippert de laatst ingestelde variant. Symbool brandt.
Loading...
+ 64 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.