Koelkast met vriesvak
K 32443 iF, K 33442 iF
K 34442 iF, K 34443 iF
K 35442 iF
Lees absoluut de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 09 749 760
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
(alleen voor de dienst Herstellingen
aan huis van Miele)
c De functie "Super koelen"
in-/uitschakelen
d De temperatuur instellen
(X voor kouder),
toets om een keuze te maken in de
instelmodus
e Een keuze bevestigen (OK-toets)
f De temperatuur instellen
(Y voor warmer),
toets om een keuze te maken in de
instelmodus
g Het toestel in de instelmodus
zetten of eruit halen
h Het deuralarm uitschakelen
i Display met temperatuuraanduiding
en symbolen (symbolen alleen zicht
baar in de instelmodus, bij een
alarm/een melding; zie tabel voor de
betekenis van de symbolen)
-
5
Beschrijving van het toestel
Betekenis van de symbolen
Symbool BetekenisFunctie
0VergrendelingBeveiliging tegen ongewenste uitschakeling,
ongewenste wijziging van de temperatuur,
ongewenste inschakeling van "Super koelen"
en ongewenste wijziging van instellingen
)Akoestische signalenKeuzemogelijkheden voor het toetsgeluid en
het akoestische waarschuwingssignaal bij
een deuralarm
sLichtsterkte van het
display
¬Sabbat-modusHet toestel in de sabbat-modus zetten of er-
tNetaansluitingWanneer het toestel niet ingeschakeld is,
;AlarmBrandt continu bij een deuralarm;
rDemo-functie
(alleen zichtbaar wanneer de demo-functie
ingeschakeld is)
De lichtsterkte van het display instellen
uit halen
bevestigt dit dat het toestel aangesloten is
op het elektriciteitsnet
knippert bij foutmeldingen
De demo-functie uitschakelen
(alleen zichtbaar wanneer de demo-functie
ingeschakeld is)
6
Beschrijving van het toestel
a Bedieningspaneel
b Vriesvak
c Rek/eiervakjes
d Legplaat met
verlichting (FlexiLight)
e Legplaat
f Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
g Binnenverlichting
Fruit- en groentebak*
h Fruit- en groentebakken* of
fruit- en groentebak*;
uit één stuk (uittrekbaar)
i Flessenrek
Op deze afbeelding wordt ter
illustratie één model van het toestel
weergegeven.
* Afhankelijk van het model
7
Beschrijving van het toestel
Mits toeslag verkrijgbaar
toebehoren
Roestvrijstalen rand met
ledverlichting voor legplaat
(FlexiLight)
De ledverlichting bevindt zich op de
roestvrijstalen rand van de legplaat.
Door de legplaat te verplaatsen, kunt u
de verlichting van de koelzone aanpas
sen aan uw wensen.
Metalen flessenhouder
Op de metalen flessenhouder kunt u
flessen horizontaal in het toestel leggen
en bewaren. Zo kunt u ruimte besparen
in het toestel.
De metalen flessenhouder kan naar ei
gen wens in het toestel worden ge
plaatst.
-
Toebehoren voor het onderhoud van
roestvrij staal
Met het middel voor het onderhoud
–
van roestvrij staal brengt u een
water- en vuilafstotende bescher
mende film aan telkens als u het mid
del aanbrengt. Hiermee verwijdert u
op behoedzame wijze waterstrepen,
vingerafdrukken en andere vlekken
en geeft u de oppervlakken een ge
lijkmatige stralende uitstraling.
De reinigingsdoek voor roestvrij staal
–
is doordrenkt met het middel voor het
onderhoud van roestvrij staal.
Deze heeft dezelfde reinigende en
beschermende eigenschappen als
het middel voor het onderhoud van
roestvrij staal.
Multifunctionele microvezeldoek
De microvezeldoek helpt om
vingerafdrukken en normaal vuil te verwijderen op roestvrijstalen fronten, bedieningspanelen van toestellen, vensters, meubels, autoruiten enz.
-
Het mits toeslag verkrijgbaar toebe
horen is verkrijgbaar via de dienst
Onderdelen en toebehoren van
Miele, bij uw Miele-handelaar of in de
Miele Online Shop.
-
-
-
-
8
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter
letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing aandachtig voor u het
toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen om
trent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger
voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt!
-
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
-
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
koelen en bewaren van levensmiddelen, het bewaren van diepvries
producten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken
van ijsblokjes.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
10
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere
gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de
EU-richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen. Ver
keerd gebruik van het toestel kan leiden tot aantasting of bederf van
de bewaarde producten. Bovendien is het toestel niet geschikt voor
gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt
doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver
keerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
het toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar
alleen wanneer de bediening van het toestel zo uitgelegd is aan hen
dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele gevaren
van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer de bediening van het toestel zo uitge
legd is aan hen dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten
de eventuele gevaren van een foutieve bediening kunnen beseffen
en begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken
en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings
materiaal.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit heeft een controle op lekkage doorstaan.
~
Het toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de
relevante EU-richtlijnen.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast maar wel brandbaar is. Het is niet
schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel
een lichte verhoging van de werkingsgeluiden. Naast
werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgeluiden te horen zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Deze effecten
zijn jammer genoeg niet te vermijden, maar hebben geen negatieve
invloed op de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het inbouwen/opstellen van het toestel
op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt.
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
-
–
Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
–
ontkoppel het toestel van het elektriciteitsnet,
–
verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel
staat en
–
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte
~
moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek
kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en
lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m
hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toe
stel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met
deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan het toestel.
Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij
twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gegaran-
~
deerd wanneer het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren.
3
groot zijn. De
-
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt
u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om het
toestel aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht terechtkomt op onderdelen van het toestel die
~
onder spanning staan of de aansluitkabel, kan dat een kortsluiting
veroorzaken.
Gebruik het toestel daarom niet in een ruimte die wordt blootgesteld
aan vocht of waterspatten (bijv. garage, washok enz.).
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
Beschadigingen aan het toestel kunnen uw veiligheid in gevaar
~
brengen. Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een be
schadigd toestel mag u nooit in gebruik nemen.
Gebruik het toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gegarandeerd.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas
van het elektriciteitsnet losgekoppeld wanneer aan een van deze
voorwaarden is voldaan:
– De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge-
draaid of
-
– de stekker is uit het stopcontact getrokken.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar
aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke geva
ren ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Defecte
onderdelen mogen enkel worden vervangen door originele
Miele-wisselstukken.
14
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Het toestel is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse (bereik
~
van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens in
acht moeten worden genomen.
De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje in de binnenruimte
van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat
de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden af
~
gedekt of afgesloten.
Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie
plaatsvinden. Het energieverbruik stijgt en schade aan onderdelen
kan niet worden uitgesloten.
Als u in het toestel of in de toesteldeur vet- of oliehoudende le-
~
vensmiddelen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen van het toestel.
Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die
barst of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Ontvlambare
gasmengsels kunnen worden ontstoken door elektrische componen
ten. Gevaar voor brand en ontploffing!
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Er kunnen vonken ontstaan. Gevaar voor ontploffing!
Bewaar in het vriesvak geen blikjes en flessen met koolzuurhou
~
dende dranken of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes of
flessen kunnen ontploffen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging!
-
-
-
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u flessen snel in het vriesvak wilt koelen, dient u ze uiterlijk na
~
één uur weer eruit te halen. De flessen kunnen ontploffen. Gevaar
voor verwonding en beschadiging!
Raak bevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet met
~
natte handen aan. Uw handen zouden kunnen vastvriezen. Gevaar
voor verwonding!
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's, met name waterijsjes, in de
~
mond als u ze net uit het vriesvak hebt gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen
kunnen uw lippen of tong vastvriezen. Gevaar voor verwonding!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen mogen niet op-
~
nieuw worden ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel
mogelijk, want de levensmiddelen verliezen hun voedingswaarde en
bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze hebt gekookt of gebraden.
Als u levensmiddelen eet die te lang werden bewaard, bestaat er
~
gevaar voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop
ze worden bewaard.
Neem de houdbaarheidsdatum en de bewaarinstructies van de pro
ducent van de levensmiddelen in acht!
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on
~
derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie
en/of de productaansprakelijkheid.
16
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een
stoomreiniger.
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
– en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het
toestel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Deze kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze
kunnen de gezondheid schaden.
-
17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Transport
Transporteer het toestel altijd terwijl het verticaal staat en terwijl
~
het zich in de transportverpakking bevindt. Zo voorkomt u schade.
Transporteer het toestel met zijn tweeën. Het toestel is immers
~
zwaar. Gevaar voor verwonding en beschadiging!
Wat met een afgedankt toestel?
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
– koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
– buizen te knikken,
– oppervlaktecoatings weg te krabben,
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden.
18
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal
energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte.In een gesloten,
Beschermd tegen
rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron
(verwarmingselement, for
nuis).
Bij een ideale kamertempera
tuur van ongeveer 20 °C.
Dek de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen niet
af. Verwijder regelmatig het
stof van de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen.
Temperatuurinstelling
Koelzone 4 tot 5 °CBij een lage temperatuur-
Vriesvak -18 °C
Verhoogd
energieverbruik
niet-verluchte ruimte.
Bij rechtstreekse
zonnestralen.
Naast een warmtebron (ver
warmingselement, fornuis).
-
Bij een hoge kamertempera
tuur.
Als de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen afgedekt zijn of onder het stof zitten.
instelling: hoe lager de
koelzonetemperatuur, hoe
hoger het energieverbruik!
-
-
19
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal
energieverbruik
GebruikLaat de laden, legplaten en
rekken zoals ze waren toen
het toestel werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen in
dien nodig en altijd zo kort
mogelijk.
Schik de levensmiddelen in
het toestel.
Neem een koelzak mee wan
neer u boodschappen doet en
plaats de levensmiddelen snel
in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u
uit het toestel haalt altijd zo
snel mogelijk terug, voordat ze
te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en
dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Verhoogd
energieverbruik
Als u de deur vaak en langdu
rig opent, treedt er koudever
lies op en stroomt er warme
kamerlucht naar binnen. Het
toestel probeert te koelen en
de compressor werkt langdu
rig.
Warme gerechten en levens
middelen die opgewarmd zijn
tot buitentemperatuur,
brengen warmte in het toestel.
Het toestel probeert te koelen
en de compressor werkt langdurig.
-
-
-
-
Plaats levensmiddelen goed
verpakt of goed afgedekt in
het toestel.
Leg ingevroren producten in
de koelzone om ze te ontdooi
en.
Doe de vakken niet te vol zo
dat de lucht kan circuleren.
OntdooienOntdooi het vriesvak bij een
ijslaag van maximaal 0,5 cm.
20
Wanneer vloeistoffen in de
koelzone verdampen en
condenseren, leidt dat tot ver
lies van het koelvermogen.
-
-
Een ijslaag vermindert de
overdracht van de koude aan
de in te vriezen levensmid
delen.
-
-
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Verpakkingsmaterialen
Verwijder alle verpakkingsmaterialen
^
uit de binnenruimte.
Beschermfolie
De roestvrijstalen randen en roestvrij
stalen gedeelten zijn van een be
schermfolie voorzien om ze bij het
transport te beschermen.
Trek de beschermfolie van de roest
^
vrijstalen randen/gedeelten.
Onderhoud en reiniging
Neem daartoe de opmerkingen in
acht die vermeld staan in de rubriek
"Reiniging en onderhoud".
^ Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken
onmiddellijk na het afnemen van de
beschermfolie in met het middel voor
het onderhoud van roestvrij staal van
Miele.
-
-
Toebehoren – flessenhouder
De lamellen van de flessenhouder
reiken tot in het flessenrek en zorgen
ervoor dat de flessen beter op hun
plaats worden gehouden wanneer de
toesteldeur wordt geopend en geslo
ten.
-
^ Steek de flessenhouder in het mid-
den op de achterrand van het
flessenrek.
-
Belangrijk! Telkens als u het middel
voor het onderhoud van roestvrij staal
van Miele aanbrengt, brengt u een
water- en vuilafstotende beschermen
de film aan!
^
Reinig de binnenruimte en het toebe
horen.
-
-
21
Toestel in- en uitschakelen
Toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de
sensortoetsen aan te raken (te selecte
ren).
Elke aanraking wordt met een toetsgeluid
bevestigd. U kunt dat toetsgeluid uitscha
kelen (zie "Andere instellingen wijzigen –
Akoestische signalen").
Toestel inschakelen
Zodra het toestel aangesloten is op het
elektriciteitsnet, verschijnt na enkele
ogenblikken het netaansluitings
symbool t op het display.
^ Raak de aan-uittoets aan.
Het netaansluitingssymbool t gaat uit
en op het display verschijnt de temperatuur.
Het toestel begint te koelen.
Wanneer u de toesteldeur opent, gaat
de binnenverlichting aan en de licht
sterkte van de ledverlichting van de
legplaten neemt toe totdat de maximale
lichtsterkte bereikt is.
-
-
Toestel uitschakelen
-
Raak de aan-uittoets aan.
^
Als dat niet mogelijk is, betekent dit
dat de vergrendeling ingeschakeld
is!
Op het display gaat de temperatuur
aanduiding uit en verschijnt het
netaansluitingssymbool t.
De binnenverlichting gaat uit. De
koeling is uitgeschakeld.
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
^ schakel het toestel uit,
^ trek de stekker uit of schakel de des-
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit,
^
ontdooi het vriesvak.
^
reinig het toestel,
^
laat de toesteldeur op een kier staan
om geurvorming te vermijden.
-
Om zeker te zijn dat de temperatuur
laag genoeg is, dient u het toestel
enkele uren te laten voorkoelen voor
dat u voor het eerst levensmiddelen
in het toestel legt.
22
Als het toestel bij langdurige afwe
zigheid wordt uitgeschakeld maar
-
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de toe
steldeur gesloten blijft.
-
-
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
een juiste temperatuurinstelling zeer
belangrijk. Levensmiddelen bederven
snel door de aanwezigheid van micro
-organismen. Dat proces kan door de
juiste bewaartemperatuur worden
verhinderd of vertraagd. De tempera
tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de
micro-organismen. Hoe lager de tem
peratuur, hoe langzamer dit proces ver
loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de omgevingstemperatuur van
het toestel hoog is.
Het toestel is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de
kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens in acht moe
ten worden genomen.
-
-
-
-
...indekoelzone
Voor de koelzone raden we een
koeltemperatuur van 4°Caan.
...inhetvriesvak
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een tem
peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem
-
peratuur komt de groei van micro-orga
nismen in hoge mate tot stilstand. Zo
dra de temperatuur boven -10 °C stijgt,
begint de ontbinding door de micro-or
ganismen. De levensmiddelen kunnen
dan minder lang worden bewaard.
Daarom mogen volledig of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat u ze hebt verwerkt (door ze te koken of braden).
Door de hoge temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het
display geeft bij normale werking de
gemiddelde, daadwerkelijke
koelzonetemperatuur weer die mo
menteel heerst in het toestel.
-
-
-
-
-
-
Afhankelijk van de kamertemperatuur
en de instelling kan het enkele uren du
ren voor de gewenste temperatuur be
reikt is en permanent wordt weergege
ven.
-
-
-
23
De juiste temperatuur
Temperatuur instellen
Bij een temperatuur van 4°C in de
koelzone heerst er in het vriesvak een
gemiddelde temperatuur van ca.
-18 °C.
Stel met de twee toetsen onder het
^
display de temperatuur in.
Het aanraken van de toetsen heeft het
volgende effect:
– Hiermee wordt de temperatuur kou-
der.
– Hiermee wordt de temperatuur war-
mer.
Tijdens het instellen wordt de tempera
tuurwaarde knipperend weergegeven.
De volgende wijzigingen zijn op het dis
play merkbaar als u de toetsen aan
raakt:
-
peratuurwaarde bereikt is, weerklinkt
een negatief toetsgeluid (als het
toetsgeluid ingeschakeld is).
Ongeveer 5 seconden nadat u de
laatste keer op de toets hebt gedrukt,
geeft de temperatuuraanduiding auto
matisch de daadwerkelijke tempera
tuur weer die momenteel in het toestel
heerst.
Of
raak de OK-toets aan om uw keuze te
^
bevestigen.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd,
controleert u de temperatuuraanduiding
na ca. 6 uur als er weinig levensmiddelen in het toestel zitten en na ca. 24
uur als het toestel volledig gevuld is.
Pas dan is de gekozen temperatuur
werkelijk ingesteld.
Als de temperatuur na die tijd te hoog
of te laag is, stelt u een andere temperatuur in.
-
Mogelijke instelwaarden voor de tem
peratuur
De temperatuur kan als volgt worden
ingesteld: van 1 °C tot 9 °C.
-
-
-
–
Eén keer aanraken: de laatst ingestelde temperatuurwaarde wordt
knipperend weergegeven.
–
Telkens als u de toets nogmaals aan
raakt:
De temperatuurwaarde wijzigt in
stappen van 1 °C.
–
Uw vinger op de toets laten rusten:
De temperatuurwaarde wijzigt
ononderbroken.
Wanneer de laagste of hoogste tem
24
-
-
-
Super koelen
Functie Super koelen
Met de functie "Super koelen" wordt de
koelzone zeer snel op de koudste waar
de afgekoeld (afhankelijk van de ka
mertemperatuur).
Super koelen inschakelen
De functie "Super koelen" is vooral aan
te bevelen als u grote hoeveelheden
verse levensmiddelen of dranken snel
wenst af te koelen.
^ Raak de toets voor "Super koelen"
aan, zodat deze geel oplicht.
De temperatuur in het toestel daalt,
doordat het toestel nu werkt met het
maximale koelvermogen.
-
Super koelen uitschakelen
De functie "Super koelen" wordt auto
matisch na ca. 12 uur uitgeschakeld.
Het toestel werkt weer met het normale
koelvermogen.
Om energie te besparen, kunt u de
functie "Super koelen" zelf uitschakelen
zodra de levensmiddelen of dranken
koud genoeg zijn.
^ Raak de toets voor "Super koelen"
aan, zodat deze niet langer een gele
kleur heeft.
De koeling van het toestel werkt weer
met het normale vermogen.
-
25
Deuralarm
Het toestel is met een waarschuwings
systeem uitgerust om energieverlies te
vermijden als de toesteldeur open blijft
staan en om de ingevroren levensmid
delen tegen warmte te beschermen.
Als de toesteldeur lange tijd blijft open
staan, weerklinkt een waarschuwings
signaal. Het symbool voor het alarm ;
brandt.
Hoelang het duurt voordat het deur
alarm wordt geactiveerd, hangt af van
de gekozen instelling en bedraagt
2 minuten (fabrieksinstelling) of 4 minu
ten. Het deuralarm kan ook worden uit
geschakeld (zie "Andere instellingen
wijzigen – Akoestische signalen").
Zodra de toesteldeur wordt gesloten,
stopt het akoestische waarschuwingssignaal en op het display gaat het symbool voor het alarm ; uit.
Weerklinkt er geen waarschuwingssignaal hoewel het deuralarm geactiveerd is, dan betekent dit dat het
akoestische waarschuwingssignaal
uitgeschakeld is in de instelmodus
(zie "Andere instellingen wijzigen –
Akoestische signalen").
-
-
Akoestisch
-
waarschuwingssignaal
vroegtijdig uitschakelen
Als het akoestische waarschuwingssig
naal u stoort, kunt u het vroegtijdig uit
schakelen.
Raak de toets voor het uitschakelen
^
van het deuralarm aan.
-
-
Het akoestische waarschuwingssig
naal wordt uitgeschakeld.
Het symbool voor het alarm ; blijft
branden totdat de toesteldeur wordt
gesloten.
-
-
-
26
Andere instellingen wijzigen
Bepaalde instellingen van het toestel
kunt u alleen in de instelmodus wijzi
gen.
Wanneer het toestel in de
instelmodus staat, wordt het deur
alarm of een andere foutmelding au
tomatisch onderdrukt. Op het display
brandt wel het symbool voor het
alarm ;.
-
Instelmogelijkheden
0Vergrendeling in-/uitschakelen
)Akoestische signalen in-/uitscha-
kelen
sLichtsterkte van het display wijzi-
gen
¬Toestel in de sabbat-modus zet-
ten of eruit halen
Alle genoemde instelmogelijkheden
worden hieronder beschreven.
Vergrendeling 0
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen tegen:
ongewenste uitschakeling,
–
ongewenste wijziging van de tempe
–
ratuur,
ongewenste inschakeling van "Super
–
koelen",
ongewenste wijziging van instel
–
lingen (alleen het uitschakelen van
de vergrendeling is mogelijk).
Zo voorkomt u dat onbevoegden, bijv.
kinderen, het toestel kunnen uitschakelen of instellingen kunnen wijzigen.
Vergrendeling in-/uitschakelen
^ Raak de toets voor de instellingen
aan.
-
-
Op het display verschijnen alle
selecteerbare symbolen. Het symbool
0 knippert.
^
Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen.
Op het display knippert de laatst geko
zen instelling. Het symbool 0 brandt.
-
27
Andere instellingen wijzigen
Door de toets X of Y aan te raken,
^
kunt u nu instellen of de vergrende
ling uitgeschakeld of ingeschakeld
moet zijn:
0: de vergrendeling is uitgeschakeld
1: de vergrendeling is ingeschakeld
-
Akoestische signalen )
Het toestel is uitgerust met akoestische
signalen zoals het toetsgeluid en het
akoestische waarschuwingssignaal bij
een deuralarm.
Het toetsgeluid en het akoestische
waarschuwingssignaal bij een deur
alarm kunt u in- of uitschakelen.
U kunt kiezen uit 4 instelmogelijkheden.
In de fabriek is mogelijkheid 3 inge
steld. Dat betekent dat het toetsgeluid
en het deuralarm ingeschakeld zijn.
-
-
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen.
De gekozen instelling wordt opgeslagen. Het symbool 0 knippert.
^ Raak de toets voor de instellingen
aan om de instelmodus te verlaten.
Doet u dat niet, dan haalt de elektro
nische besturing na ca. 1 minuut het
toestel automatisch uit de
instelmodus.
Wanneer de vergrendeling ingescha
keld is, brandt 0 op het display.
Akoestische signalen in-/uitschakelen
^ Raak de toets voor de instellingen
aan.
Op het display verschijnen alle
selecteerbare symbolen. Het symbool
0 knippert.
-
^
-
Raak zo vaak de toetsen voor het in
stellen van de temperatuur (X of Y)
aan totdat op het display het symbool
) knippert.
^
Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen.
-
28
Op het display knippert de laatst geko
zen instelling. Het symbool ) brandt.
-
Andere instellingen wijzigen
Door de toets X of Y aan te raken,
^
kunt u nu een van de volgende mo
gelijkheden kiezen:
0: toetsgeluid uit; deuralarm uit
1: toetsgeluid uit; deuralarm aan
(na 4 minuten)
2: toetsgeluid uit; deuralarm aan
(na 2 minuten)
3: toetsgeluid aan; deuralarm aan
(na 2 minuten)
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen.
De gekozen instelling wordt opgeslagen. Het symbool ) knippert.
^ Raak de toets voor de instellingen
aan om de instelmodus te verlaten.
Lichtsterkte van het display s
U kunt de lichtsterkte van het display
aanpassen aan de lichtomstandighe
den van de omgeving.
De lichtsterkte van het display kunt u
stapsgewijs instellen op standen 1 tot 3.
In de fabriek is de maximale lichtsterk
te, mogelijkheid 3, ingesteld.
Lichtsterkte van het display wijzigen
^ Raak de toets voor de instellingen
aan.
Op het display verschijnen alle
selecteerbare symbolen. Het symbool
0 knippert.
^
Raak zo vaak de toetsen voor het in
stellen van de temperatuur (X of Y)
aan totdat op het display het symbool
s knippert.
-
-
-
Doet u dat niet, dan haalt de elektro
nische besturing na ca. 1 minuut het
toestel automatisch uit de
instelmodus.
-
^
Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen.
Op het display knippert de laatst geko
zen instelling. Het symbool s brandt.
-
29
Andere instellingen wijzigen
Door de toets X of Y aan te raken,
^
kunt u nu de lichtsterkte van het dis
play wijzigen:
Het toestel beschikt over een
sabbat-modus, die kan worden ge
bruikt ter ondersteuning van religieuze
gebruiken.
Wanneer het toestel in de
sabbat-modus staat, brandt het sym
bool ¬ op het display en zijn alle func
ties van het toestel uitgeschakeld. Ze
kunnen dus niet worden geselecteerd.
-
-
-
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen.
De gekozen instelling wordt opgeslagen. Het symbool s knippert.
^ Raak de toets voor de instellingen
aan om de instelmodus te verlaten.
Doet u dat niet, dan haalt de elektro
nische besturing na ca. 1 minuut het
toestel automatisch uit de
instelmodus.
De volgende functies zijn dan uitge
schakeld:
de binnenverlichting wanneer de toe
–
steldeur wordt geopend,
– alle akoestische signalen,
– de temperatuuraanduiding,
– de functie "Super koelen" (als deze
eerder ingeschakeld was),
– alle toetsen behalve de toets voor de
instellingen om zo het toestel uit de
sabbat-modus te kunnen halen.
Het koelvermogen van het toestel wordt
op geen enkele manier beïnvloed.
-
Wanneer het toestel in de
sabbat-modus staat, kunt u het niet
uitschakelen. Daartoe moet u eerst
het toestel uit de sabbat-modus ha
len of de stekker uit het stopcontact
trekken.
In deze modus wordt een stroomon
derbreking niet aangegeven op het
display.
-
-
-
-
30
Toestel in de sabbat-modus zetten
Raak de toets voor de instellingen
^
aan.
Op het display verschijnen alle
selecteerbare symbolen. Het symbool
0 knippert.
^ Raak zo vaak de toetsen voor het in-
stellen van de temperatuur (X of Y)
aan totdat op het display het symbool
¬ knippert.
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen.
Op het display knippert de laatst geko
zen instelling. Het symbool ¬ brandt.
Andere instellingen wijzigen
Raak de OK-toets aan om uw keuze
^
te bevestigen.
De gekozen instelling wordt opgesla
gen. Het symbool ¬ brandt. Het toestel
is in de sabbat-modus gezet.
Toestel uit de sabbat-modus halen
^ Raak de toets voor de instellingen
aan.
Op het display branden het symbool ¬
en de gekozen instelling 1.
Na enkele ogenblikken verandert de
weergave op het display. Alle
selecteerbare symbolen branden, het
symbool ¬ knippert en de instelling 0
brandt. Het toestel is uit de
sabbat-modus gehaald.
-
-
^
Door de toets X of Y aan te raken,
kunt u nu het toestel in de
sabbat-modus zetten. Selecteer
daartoe de instelling 1.
^
Raak de toets voor de instellingen
aan om de instelmodus te verlaten.
Doet u dat niet, dan haalt de elektro
nische besturing na ca. 1 minuut het
toestel automatisch uit de
instelmodus.
-
31
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
in folie verpakte, bereide groenten en
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de
temperatuur in de koelzone niet overal
gelijk. De koude, zware lucht daalt naar
het onderste gedeelte van de koelzone.
Gebruik de verschillende koelgedeelten
wanneer u levensmiddelen in het toe
stel plaatst!
Warmste gedeelte
Het warmste gedeelte van de koelzone
bevindt zich helemaal bovenaan in het
voorste gedeelte en in de toesteldeur.
Gebruik dat gedeelte bijv. om boter te
bewaren, zodat deze gemakkelijk
smeerbaar blijft, en voor kaas, zodat
deze zijn aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone
bevindt zich direct boven de fruit- en
groentebakken (afhankelijk van het model) of de fruit- en groentebak (afhankelijk van het model) en aan de achterwand.
Gebruik deze gedeelten voor alle ge
voelige en snel bederfbare levensmid
delen, zoals:
–
vis, vlees, gevogelte,
–
worst, kant-en-klaargerechten,
–
in het algemeen alle verse levens
middelen waarvan de minimale
houdbaarheidsdatum is gebaseerd
op een bewaartemperatuur van min
stens 4 °C.
-
-
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijf
gassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel.
Gevaar voor ontploffing!
Als u in het toestel of in de toestel
deur vet- of oliehoudende levens
middelen bewaart, dient u ervoor te
zorgen dat eventueel uitlopend vet
of uitlopende olie niet in contact
komt met de kunststofonderdelen
van het toestel.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst
of scheurt.
De levensmiddelen mogen niet tegen de achterwand komen. Ze kun
nen anders aan de achterwand vast
vriezen.
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht tegen elkaar zodat er gemak
kelijk lucht tussen kan circuleren.
-
-
-
-
-
-
-
-
–
gebak en gerechten met eieren of
room,
–
vers deeg, taart-/cake-, pizza- en
quichedeeg,
–
kaas en andere producten op basis
van melk,
32
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Levensmiddelen die zeker niet
mogen worden gekoeld
Niet alle levensmiddelen kunnen in de
koelkast bij temperaturen onder 5 °C
worden bewaard, doordat ze gevoelig
zijn voor koude.
Afhankelijk van het levensmiddel, kun
nen het uitzicht, de consistentie, de
smaak en/of het vitaminegehalte van
een levensmiddel veranderen wanneer
het koel wordt bewaard.
Onder andere de volgende levensmid
delen zijn gevoelig voor koude:
Waarop moet u letten wanneer
u levensmiddelen koopt
De belangrijkste voorwaarde om le
vensmiddelen lang te kunnen bewaren,
is hun versheid. Dat is van het grootste
belang voor de bewaartijd van de prod
ucten.
Let ook op de houdbaarheidsdatum en
de juiste bewaartemperatuur.
De koelketen mag indien mogelijk niet
worden onderbroken. Let er bijv. op dat
de levensmiddelen niet te lang in een
warme auto blijven liggen.
Tip: Neem een koelzak mee wanneer u
boodschappen doet en plaats de levensmiddelen bij thuiskomst snel in het
toestel.
-
-
–
harde kazen (zoals parmezaan en
bergkaas).
33
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Levensmiddelen juist bewaren
Levensmiddelen moet u altijd afgedekt
of verpakt bewaren. Zo vermijdt u dat
de levensmiddelen vreemde geuren
opnemen of gaan uitdrogen. Tegelijk
voorkomt u de overdracht van eventue
le kiemen. Dat is vooral belangrijk bij
het bewaren van dierlijke levensmid
delen.
Een correcte instelling van de tempera
tuur en een aangepaste hygiëne kun
nen de houdbaarheid van de levens
middelen aanzienlijk verlengen.
Fruit en groenten
Fruit en groenten kunt u wel onverpakt
in de fruit- en groentebakken (afhankelijk van het model) of de fruit- en groentebak (afhankelijk van het model) bewaren.
-
-
-
-
-
Levensmiddelen die rijk zijn aan
eiwitten
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn
aan eiwitten sneller bederven.
Schaaldieren bederven bijvoorbeeld
sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft
dan vlees.
34
Binnenruimte indelen
Rek/flessenrek aan de
binnenkant van de deur
verplaatsen
Schuif het rek/flessenrek naar boven
^
en haal het uit het toestel.
Plaats het rek/flessenrek op de ge
^
wenste plaats weer in het toestel.
Zorg er daarbij voor dat het goed op
de verhogingen wordt vastgedrukt.
-
Flessenhouder verschuiven
U kunt de flessenhouder naar rechts of
naar links verschuiven. Daardoor komt
meer plaats vrij voor drankkartons.
De flessenhouder kan helemaal worden
weggenomen (bijv. om deze te reini
gen):
-
Legplaat / legplaat met
verlichting
De ledverlichting bevindt zich op de
roestvrijstalen rand van de legplaat.
Door de legplaat te verplaatsen, kunt u
de verlichting van de koelzone aanpas
sen aan uw wensen.
Als de verlichting niet werkt, con
troleert u of de legplaat goed in de
steunribben zit:
De legplaat heeft vooraan aan de
linkerhoek metalen plaatjes (con
tacten) om de ledverlichting van
stroom te voorzien. Zorg ervoor dat
bij het inschuiven van de legplaat de
contacten vergrendelen in de
steunrib.
Legplaat / legplaat met verlichting
verplaatsen
U kunt de legplaten in overeenstemming met de hoogte van de te koelen
levensmiddelen verplaatsen.
-
-
-
^
Schuif het flessenrek naar boven en
haal het naar voren toe uit het toestel.
^
Trek de flessenhouder vanaf de
achterrand van het flessenrek naar
boven toe af.
^
Til de legplaat vooraan eventjes op
en trek ze iets naar voren. Schuif ze
met de uitsparing over de
steunribben en verplaats ze naar bo
ven of naar onderen.
De achterste aanslagrand van de
legplaat moet naar boven wijzen, zodat
de levensmiddelen de achterwand niet
kunnen raken en er niet aan vastvrie
zen.
-
-
35
Binnenruimte indelen
Schuifstoppen voorkomen dat de
legplaten onbedoeld uit het toestel wor
den getrokken.
Metalen flessenhouder
verplaatsen
(afhankelijk van het model)
De metalen flessenhouder kunt u naar
eigen wens in het toestel plaatsen.
^ Til de metalen flessenhouder vooraan
eventjes op en trek deze iets naar voren. Schuif deze met de uitsparing
over de steunribben en verplaats
deze naar boven of naar onderen.
Fruit- en groentebak
(afhankelijk van het model)
De fruit- en groentebak is op telesco
pische geleiders gemonteerd en kan uit
het toestel worden genomen om deze
te vullen of leeg te maken en om deze
te reinigen:
Trek de lade tot de aanslag uit het
^
toestel en neem deze langs boven
weg.
Schuif de telescopische geleiders
vervolgens weer naar binnen. Zo
vermijdt u schade!
De lade plaatsen
^ Leg de lade op de telescopische ge-
leiders terwijl deze helemaal ingeschoven zijn.
^ Schuif de lade in het toestel totdat
deze hoorbaar vergrendelt.
-
De achterste aanslagbeugel moet naar
boven wijzen, zodat de flessen de ach
terwand niet kunnen raken.
Schuifstoppen voorkomen dat de meta
len flessenhouder onbedoeld uit het
toestel wordt getrokken.
36
-
-
Invriezen en bewaren
Het vriesvak gebruiken
Gebruik het vriesvak om
diepvriesproducten te bewaren,
–
ijsblokjes te maken,
–
kleine hoeveelheden levensmiddelen
–
in te vriezen.
U kunt tot 2 kg per 24 uur invriezen.
Wat gebeurt er als verse
levensmiddelen worden
ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk volledig worden doorvroren,
zodat de voedingswaarde, de
vitamines, het uitzicht en de smaak behouden blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen worden doorvroren, hoe meer vloeistof er
uit elke cel naar de tussenruimten loopt.
De cellen krimpen.
Tijdens het ontdooien kan slechts een
deel van de voordien vrijgekomen vloei
stof naar de cellen terugvloeien.
In de praktijk betekent dit dat de le
vensmiddelen veel vocht verliezen. Dat
kunt u zelf vaststellen: tijdens het ont
dooien vormt er zich immers een grote
waterplas rond het levensmiddel.
-
-
zeer gering is. Er vormt zich slechts
een kleine waterplas!
Diepvriesproducten bewaren
Als u diepvriesproducten wilt bewaren,
controleert u tijdens de aankoop in de
winkel
de verpakking op beschadigingen,
–
de houdbaarheidsdatum en
–
de temperatuur in de koelruimte van
–
de winkeldiepvries. Als die tempera
tuur hoger is dan -18 °C, vermindert
de houdbaarheid van de diepvriesproducten.
^ Koop diepvriesproducten pas op het
einde van het winkelen, en transporteer ze in krantenpapier of in een
koelzak.
^ Plaats de diepvriesproducten direct
in het vriesvak.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw
-
worden ingevroren. Pas nadat u de
levensmiddelen hebt verwerkt (ko
ken of braden), kunt u ze opnieuw
invriezen.
-
-
Als het levensmiddel snel wordt
doorvroren, heeft de celvloeistof minder
tijd om uit de cellen naar de tussen
ruimten te lopen. De cellen krimpen
veel minder.
Tijdens het ontdooien kan de kleine
hoeveelheid vloeistof die naar de tus
senruimten was gelopen, terugkeren
naar de cellen, zodat het vochtverlies
-
-
37
Invriezen en bewaren
Zelf levensmiddelen invriezen
Vries uitsluitend verse levensmiddelen
in perfecte staat in!
Hou bij het invriezen rekening met
het volgende
Onderstaande levensmiddelen kun
–
nen worden ingevroren:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
resten van gerechten, eigeel, eiwit
en talrijke kant-en-klaargerechten.
– Volgende levensmiddelen zijn niet
geschikt om in te vriezen:
wijndruiven, bladsalade, radijzen,
rammenas, zure room, mayonaise,
volledige eieren in de schaal, uien,
volledige onbewerkte appelen en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moet
u groenten blancheren voor u ze invriest. Doe de groenten in porties ge
durende 2-3 minuten in kokend wa
ter. Neem de groenten daarna uit het
water en koel ze snel in koud water
af. Laat de groenten uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samenvriezen.
-
-
-
maar lichtjes. De smaakintensiteit
van sommige kruiden verandert
tijdens het invriezen.
Warme schotels of dranken laat u
–
eerst buiten het toestel afkoelen om
te voorkomen dat reeds bevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien
en dat het energieverbruik stijgt.
Verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
^
in.
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes en buisfolie uit polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- pakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakjes
- gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak
king.
^
Sluit de verpakking goed af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u ook met een folielasapparaat
dichtlassen.
-
-
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groenten mag u voor het in
vriezen niet kruiden en zouten. Berei
de levensmiddelen kruidt of zout u
38
^
-
Noteer de inhoud en de invriesdatum
op de verpakking.
-
-
Invriezen en bewaren
Voor u levensmiddelen in het toestel
legt
Stel ca. 4 uur voor u levensmiddelen
^
in het toestel legt, de temperatuur in
op een lagere temperatuur (bijv.
3 °C).
De levensmiddelen die al in het toestel
liggen, krijgen zo een koudereserve.
Hoe de levensmiddelen in het toestel
leggen
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
ingevroren levensmiddelen. Anders
zouden deze ontdooien.
^ Leg de levensmiddelen droog in het
toestel om te vermijden dat ze aan elkaar of aan het toestel vastvriezen.
^ Leg de levensmiddelen naast elkaar
op de bodem van het vriesvak of tegen de zijwanden van de binnenruimte, zodat de levensmiddelen zo
snel mogelijk tot in de kern worden
ingevroren.
Ca. 24 uur nadat u de
levensmiddelen in het toestel hebt
gelegd
Het invriesproces is voltooid.
^
Zet de temperatuur weer op een ge
middelde instelling (5 °C).
Ingevroren levensmiddelen
ontdooien
Ingevroren levensmiddelen kunt u op
verschillende manieren ontdooien
in de microgolfoven,
–
in de gewone oven met de functie
–
"Hetelucht" of "Ontdooien",
bij kamertemperatuur,
–
in de koelkast (de koude die de inge
–
vroren levensmiddelen afgeven,
wordt gebruikt om te koelen),
in de stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kunnen
licht ontdooid in een hete pan worden
gelegd.
Bij het ontdooien van stukken vlees envis (bijv. gehakt, kip, visfilet) moet u ervoor zorgen dat ze niet in aanraking
komen met andere levensmiddelen.
Vang het ontdooiwater op en verwijder
het zorgvuldig.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
Groenten kunnen over het algemeen in
bevroren toestand in kokend water wor
den gedaan of in heet vet worden ge
stoofd. Wegens de gewijzigde
celstructuur is de bereidingstijd iets
korter dan bij verse groenten.
-
-
-
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
vensmiddelen mogen niet opnieuw
worden ingevroren. Pas nadat u de
levensmiddelen hebt verwerkt (ko
ken of braden), kunt u ze opnieuw
invriezen.
-
-
39
Invriezen en bewaren
IJsblokjes maken
Vul het bakje voor ijsblokjes voor drie
^
kwart met water en leg het op de bo
dem van het vriesvak.
Gebruik een stomp voorwerp, bijv.
^
een lepelsteel, om een vastgevroren
bakje voor ijsblokjes los te maken.
^ De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit het bakje als u het kort onder stromend water houdt.
Drank snel koelen
-
Om dranken snel af te koelen, schakelt
u de functie "Super koelen" in.
Als u flessen in het vriesvak legt om ze
snel te koelen, dient u de flessen uiter-lijk na 1 uur weer uit het vriesvak te nemen. Anders zullen de flessen ontplof
fen!
40
-
Ontdooien
Koelzone
De koelzone ontdooit automatisch.
Terwijl de compressor draait, kunnen er
rijm en waterpareltjes worden gevormd
op de achterwand van de koelzone.
Deze hoeft u niet te verwijderen. Ze ver
dampen immers vanzelf door de warm
te van de compressor.
Het dooiwater loopt via een gootje en
een afvoeropening naar een
verdampsysteem aan de achterzijde
van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan weglopen. Hou
hiertoe het gootje en de afvoeropening schoon.
Vriesvak
Het vriesvak kan niet automatisch ontdooien.
Bij normale werking zetten er zich na
verloop van tijd rijm en ijs af in het
vriesvak, bijv. op de binnenwanden. De
mate waarin er rijm en ijs wordt ge
vormd, is ook afhankelijk van de vol
gende oorzaken:
–
De toesteldeur is vaak en/of gedu
rende lange tijd geopend.
–
Grote hoeveelheden verse levens
middelen zijn ingevroren.
-
-
-
-
Bij een dikke ijslaag kan de deur soms
niet meer goed worden gesloten. Bo
vendien vermindert het koelvermogen,
waardoor het energieverbruik stijgt.
Ontdooi het vriesvak regelmatig,
^
maar uiterlijk als er zich plaatselijk
een ijslaag van maximaal 0,5 cm dik
heeft gevormd.
Doe dat bij voorkeur wanneer
het toestel weinig of geen bevroren
–
levensmiddelen bevat,
de luchtvochtigheid van de kamer
–
lucht laag is en de omgevingstempe
ratuur laag is.
Krab de rijm- en ijslagen niet weg.
Gebruik geen voorwerpen met een
scherpe punt of rand.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het
toestel niet meer correct.
Vóór het ontdooien
^
Neem de ingevroren levensmiddelen
uit het toestel en wikkel ze in meerde
re lagen krantenpapier of in een de
ken.
^
Bewaar de ingevroren levensmid
delen op een koele plaats totdat het
vriesvak weer gebruiksklaar is.
-
-
-
-
-
-
–
De luchtvochtigheid van de kamer
lucht is gestegen.
-
41
Ontdooien
Om te ontdooien
Ontdooien moet snel gebeuren. Hoe
langer u de ingevroren levensmid
delen bij kamertemperatuur be
waart, des te korter wordt de houd
baarheid van de levensmiddelen.
Gebruik in geen geval een stoomrei
niger om het toestel te ontdooien.
Stoom kan terechtkomen op onder
delen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortslui
ting veroorzaken.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
toestel om het te ontdooien. De
kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of -producten om ijs te verwijderen. Deze
kunnen immers explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen
of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze kunnen de ge
zondheid schaden.
^
Schakel het toestel uit.
Het display gaat uit. De koeling is uit
geschakeld.
Als dat niet het geval is, is de ver
grendeling ingeschakeld (zie "Instel
lingen wijzigen – Vergrendeling uit
schakelen" of een gelijkaardige ru
briek).
-
U kunt het ontdooien versnellen door
op een onderlegger een pot met heet
(niet kokend) water in het vriesvak te
-
-
-
plaatsen. In dat geval laat u de deur
tijdens het ontdooien gesloten, zodat
-
de warmte niet kan ontsnappen.
Verwijder losgekomen stukken ijs.
^
-
-
-
-
-
Zorg ervoor dat er geen water te
rechtkomt in de inbouwkast.
Zuig het dooiwater eventueel meer
^
maals op met een spons of een doek.
Na het ontdooien
^ Reinig het toestel en wrijf het droog.
Er mag geen reinigingswater in de afvoeropening voor het dooiwater lopen.
^ Steek de stekker van het toestel weer
in het stopcontact of schakel de desbetreffende zekering in uw
zekeringkast weer in, en schakel het
toestel weer in.
^
Leg de ingevroren levensmiddelen
weer in het vriesvak zodra de tempe
ratuur in de vrieszone laag genoeg
is.
-
-
-
-
-
^
Trek de stekker uit of schakel de des
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit.
^
Laat de deur van het vriesvak open.
42
-
Zorg ervoor dat er geen water te
rechtkomt in de elektronische bestu
ring, in de verlichting of op de meta
len plaatjes (contacten) in de
linkersteunribben.
Er mag geen reinigingswater door
de afvoeropening voor het dooiwater
lopen.
-
Reiniging en onderhoud
afwasmiddelen voor de afwasauto
–
maat,
-
-
ovensprays,
–
glasreinigers,
–
schurende harde sponsen en bor
–
stels (bijv. schuursponsen),
speciale "wondersponsen",
–
scherpe metaalschrapers!
–
-
-
Gebruik geen stoomreiniger. De
stoom kan in aanraking komen met
onderdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortslui
ting veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte
van het toestel mag niet worden verwijderd. De informatie op dit plaatje
is belangrijk in geval van een storing!
-
Opmerkingen omtrent reinigingsmiddelen
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende mid
delen niet worden gebruikt om de op
pervlakken te reinigen:
–
reinigingsmiddelen die soda, ammo
niak, zuur of chloor bevatten,
–
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
–
schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
Gebruik voor het onderhoud van de
roestvrijstalen oppervlakken van het
toestel het middel voor het onder
houd van roestvrij staal van Miele (zie
"Beschrijving van het toestel – Mits
toeslag verkrijgbaar toebehoren").
Het bevat materiaalvriendelijke stoffen. In tegenstelling tot een reinigingsmiddel voor roestvrij staal bevat
het geen polijststoffen. Met het middel voor het onderhoud van roestvrij
staal van Miele kunt u vuil behoedzaam verwijderen. Telkens als u het
aanbrengt, brengt u bovendien een
water- en vuilafstotende bescher
-
mende film aan.
-
Wij raden aan lauw water en wat hand
-
afwasmiddel te gebruiken om de op
pervlakken te reinigen.
Belangrijke opmerkingen omtrent de
reiniging vindt u op de volgende
pagina's.
-
-
-
-
–
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
43
Reiniging en onderhoud
Vóór het reinigen
Schakel het toestel uit.
^
Het display gaat uit. De koeling is uit
geschakeld.
Als dat niet het geval is, is de ver
grendeling ingeschakeld (zie "An
dere instellingen wijzigen – Vergren
deling uitschakelen" of een
gelijkaardige rubriek).
Trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit.
Neem de levensmiddelen uit het toe
^
stel en bewaar ze op een koele
plaats.
^ Ontdooi het vriesvak (zie "Ontdooi-
en").
^ Neem alle andere onderdelen die uit
het toestel kunnen worden genomen
uit het toestel om ze te reinigen.
Legplaat / legplaat met verlichting
-
-
Om de roestvrijstalen rand met
ledverlichting of de roestvrijstalen rand
en de achterste beschermrand te ver
-
wijderen, gaat u als volgt te werk:
Leg de legplaat met de bovenzijde
^
naar onderen gericht op een zachte
ondergrond (bijv. een handdoek) op
het werkblad.
Roestvrijstalen rand met
ledverlichting
Opgelet! Maak de rand altijd eerst
los aan de zijde waar er zich geen
contacten (metalen plaatjes) voor de
ledverlichting bevinden.
-
De roestvrijstalen randen met
ledverlichting of de roestvrijstalen
randen op de legplaten zijn niet ge
schikt voor reiniging in de afwasau
tomaat!
De roestvrijstalen rand met
ledverlichting op de legplaat mag niet
in water worden gedaan om deze te
reinigen!
44
^
Aan de linkerzijde van de roestvrijsta
len rand neemt u de kunststofboord
-
-
achteraan vast.
1. Buig de kunststofboord weg van
de legplaat en 2. trek tegelijkertijd de
rand af. Nu komt deze ook aan de
andere zijde los.
^
3. Trek de beschermrand af.
^
Na het reinigen bevestigt u de roest
vrijstalen rand of de beschermrand
terug op de legplaat. Ga daartoe in
omgekeerde volgorde te werk.
-
-
Reiniging en onderhoud
Flessenrek en rek
De roestvrijstalen gedeelten op de
flessenrekken en rekken zijn niet ge
schikt voor reiniging in de afwasau
tomaat!
Om de roestvrijstalen gedeelten te ver
wijderen, gaat u als volgt te werk:
Leg het rek/flessenrek met de voorzijde
^
naar onderen gericht op het werkblad.
^ Neem een van de uiteinden van het
roestvrijstalen gedeelte vast en buig
het weg van het rek. Nu komt het
hele roestvrijstalen gedeelte los van
het rek.
^
Na het reinigen bevestigt u het roest
vrijstalen gedeelte terug op het rek.
Ga daartoe in omgekeerde volgorde
te werk.
Reinig de binnenruimten met lauw
^
water en wat handafwasmiddel. Ga
na het reinigen met een doek die met
-
-
schoon water is vochtig gemaakt
over deze oppervlakken. Wrijf vervol
gens alles droog met een doek.
Het volgende toebehoren is geschikt
-
voor reiniging in de afwasautomaat:
de flessenhouder met lamellen, het
–
botervlootje, de eiervakjes, het bakje
voor ijsblokjes (elk afhankelijk van het
model meegeleverd)
de flessenrekken en rekken in de
–
binnendeur (zonder het roestvrijstalen
gedeelte)
– de legplaten (zonder de roestvrijsta-
len randen met ledverlichting/roestvrijstalen randen en beschermranden)
De temperatuur van het gekozen afwasprogramma mag maximaal 55 °C
bedragen!
Kunststofonderdelen kunnen in de afwasautomaat verkleuren door contact
met bepaalde natuurlijke kleurstoffen,
bijv. in wortels, tomaten en ketchup.
Deze verkleuring heeft geen invloed
op de stabiliteit van de desbetreffen
de onderdelen.
-
-
Binnenruimte, toebehoren
Reinig het toestel regelmatig (min
stens één keer per maand) en reinig
het vriesvak na elke ontdooiing.
Laat vuil niet aankoeken. Verwijder het
direct.
-
Het volgende toebehoren is niet geschikt
voor reiniging in de afwasautomaat:
–
de roestvrijstalen gedeelten op de
flessenrekken/rekken
–
de roestvrijstalen randen met
ledverlichting/roestvrijstalen randen en
de beschermranden op de legplaten
–
de metalen flessenhouder
^
Reinig dat toebehoren met de hand.
45
Reiniging en onderhoud
Reinig het gootje en de afvoerope
^
ning voor het dooiwater regelmatig
met een wattenstaafje of iets derge
lijks, zodat het dooiwater ongehin
derd kan weglopen.
Verwijder eventueel vuil op de roest
^
vrijstalen gedeelten en randen met
het middel voor het onderhoud van
roestvrij staal van Miele.
Wrijf deze oppervlakken in elk geval
^
na elke reiniging in met het middel
voor het onderhoud van roestvrij staal
van Miele met het oog op onderhoud.
Dat beschermt de roestvrijstalen op
pervlakken en het voorkomt dat de
oppervlakken weer gauw vuil worden!
^ Laat de toesteldeur korte tijd open-
staan.
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt deze na
verloop van tijd poreus.
Na het reinigen
-
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
-
De linkersteunribben voor de
legplaten hebben in de uitsparing
metalen plaatjes (contacten) om de
ledverlichting van stroom te voorzien.
Zorg ervoor dat de contacten schoon
en droog zijn voordat u de legplaat
met verlichting inschuift.
Schuif de legplaat in totdat u hoort
dat deze vergrendelt. Alleen zo kan
de verlichting werken.
-
^ Steek de stekker van het toestel weer
in het stopcontact of schakel de desbetreffende zekering in uw
zekeringkast weer in, en schakel het
toestel weer in.
^ Schakel de functie "Super koelen"
een tijdje in, zodat het toestel snel
koud wordt.
^ Leg de levensmiddelen in het toestel
en sluit de toesteldeur.
^
Reinig de deurdichting regelmatig
uitsluitend met schoon water en wrijf
deze vervolgens grondig droog met
een doek.
Luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen
^
Reinig de luchttoevoer- en luchtaf
voeropeningen regelmatig met een
borsteltje of een stofzuiger. Wanneer
er zich stof ophoopt, stijgt het ener
gieverbruik.
46
-
-
Storingen verhelpen
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u
zelf oplossen. Het volgende overzicht kan u hierbij helpen.
Slaagt u er niet in aan de hand van dit overzicht de oorzaak van een storing te
vinden of een probleem te verhelpen, neem dan contact op met de dienst Herstel
lingen aan huis van Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mogelijk te houden, laat u indien mogelijk de deur
van het toestel gesloten totdat de storing verholpen is.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken
kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-,
onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uit
gevoerd die door Miele erkend zijn.
ProbleemOorzaakOplossing
-
-
Het toestel heeft
geen koelvermogen,
de binnenverlichting werkt niet terwijl de toesteldeur
geopend is en het
display gaat niet
aan.
Het toestel heeft
geen koelvermogen.
Het kan wel worden
bediend en de bin
nenverlichting van
het toestel werkt.
-
Het toestel is niet ingeschakeld en op het display
brandt het
netaansluitingssymbool t.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
De desbetreffende zeke
ring in uw zekeringkast is
gesprongen. Mogelijk is er
een probleem met het
koeltoestel, de elektrische
spanning in uw huis of een
ander toestel.
De demo-functie is ingescha
keld. Het symbool r brandt
op het display. Die functie
stelt handelaars in staat het
toestel zonder ingeschakelde
koeling te presenteren. Voor
privégebruik is deze instelling
overbodig.
-
^ Raak de aan-uittoets aan.
^ Steek de stekker in het
stopcontact. Wanneer het
toestel uitgeschakeld is,
verschijnt op het display het
netaansluitingssymbool t.
^
Neem contact op met op
een elektricien of de dienst
Herstellingen aan huis van
Miele.
^
Schakel de demo-functie
uit (zie rubriek "Informatie
voor handelaars –
Demo-functie").
47
Storingen verhelpen
De compressor schakelt steeds vaker in en werkt steeds langer,
zodat de temperatuur in het toestel daalt.
ProbleemOorzaakOplossing
Stel een andere tempera
De temperatuur in
het toestel is te
laag.
De temperatuur in het toe
stel is te laag ingesteld.
De toesteldeur is niet goed
gesloten.
Er werd een grote hoeveel
heid levensmiddelen in één
keer ingevroren.
^
tuur in.
Controleer of de toestel
^
deur goed sluit.
Neem de opmerkingen in
^
acht die vermeld staan in
de rubriek "Invriezen en
bewaren".
-
-
De compressor
werkt constant.
De functie "Super koelen" is
nog ingeschakeld. De functie schakelt automatisch uit
na ca. 12 uur.
Om energie te besparen,
schakelt de compressor bij
een gering koudeverbruik
op een laag toerental over.
Daardoor wordt de wer
kingstijd van de compressor
verlengd.
-
Om energie te besparen,
kunt u "Super koelen" zelf
eerder uitschakelen:
^ Druk op de toets voor "Su-
per koelen".
U hoeft niets te doen!
48
Storingen verhelpen
De compressor schakelt steeds vaker in en werkt steeds langer,
zodat de temperatuur in het toestel daalt.
ProbleemOorzaakOplossing
Dek de luchttoevoer- en
De compressor
schakelt steeds
vaker in en werkt
steeds langer.
De luchttoevoer- en luchtaf
voeropeningen zijn afge
dekt of afgesloten.
De toesteldeur werd vaak
geopend of er werden grote
hoeveelheden verse levensmiddelen geplaatst of ingevroren.
^
-
-
luchtafvoeropeningen niet
af.
Reinig de luchttoevoer- en
^
luchtafvoeropeningen re
gelmatig om stof te verwij
deren.
Open de deur alleen in
^
dien nodig en altijd zo kort
mogelijk.
De vereiste temperatuur
wordt na enige tijd vanzelf
weer bereikt.
-
-
-
De kamertemperatuur is te
warm.
Hoe hoger de kamertemperatuur, hoe langer de compressor werkt.
Het toestel is niet goed in
gebouwd in de nis.
-
^ Neem de opmerkingen in
acht die vermeld staan in
de rubriek "Opmerkingen
omtrent de montage –
Opstelplaats" of een
gelijkaardige rubriek.
^
Neem de opmerkingen in
acht die vermeld staan in
de rubrieken "Opmer
kingen omtrent de monta
ge; Toestel inbouwen".
-
-
49
Storingen verhelpen
De compressor schakelt steeds minder vaak in en werkt steeds korter,
zodat de temperatuur in het toestel stijgt.
ProbleemOorzaakOplossing
Stel een andere tempera
De temperatuur in
het toestel is te
warm.
De ingevroren le
vensmiddelen begin
nen te ontdooien.
-
Dit is geen storing!
De kamertemperatuur was
lager dan de kamertempe
-
ratuur waarvoor uw toestel
ontworpen is.
De compressor schakelt
minder vaak in als de kamertemperatuur te laag is.
Daardoor kan het in het
vriesvak (afhankelijk van
het model) te warm worden.
^
tuur in.
Controleer de tempera
^
tuur in het toestel op
nieuw na 24 uur.
Neem de opmerkingen in
^
acht die vermeld staan in
de rubriek "Opmerkingen
omtrent de montage –
Opstelplaats".
^ Verhoog de kamertempe-
ratuur.
-
-
-
Aanduiding op het display
ProbleemOorzaakOplossing
^
Op het display ver
schijnt "F0 tot F9".
50
-
Er zit een storing in het toe
stel.
Neem contact op met de
dienst Herstellingen aan
huis van Miele.
Storingen verhelpen
Binnenverlichting
ProbleemOorzaakOplossing
Schuif de legplaat in tot
De ledverlichting op
een van de
legplaten werkt niet.
De ledverlichting op
de legplaten werkt
niet.
De legplaat zit niet goed in
de steunribben.
Er is vloeistof terechtgeko
men op de ledverlichting
van een legplaat of op de
metalen plaatjes (con
tacten) in de
linkersteunribben.
Een veiligheidsuitschakeling
schakelt de binnenverlichting uit.
-
^
dat u hoort dat deze
vergrendelt.
Ga met een doek die u
^
hebt vochtig gemaakt
over de roestvrijstalen
rand met de ledverlichting
en wrijf deze vervolgens
droog of laat deze buiten
het toestel drogen. Reinig
ook de metalen plaatjes
(contacten) in de steunrib.
Zorg ervoor dat de contacten schoon en droog zijn
voordat u de legplaten met
verlichting inschuift.
-
Is dat niet het geval, dan zit
er een storing in het toestel.
^ Schuif de legplaat in tot-
dat u hoort dat deze
vergrendelt.
^ Sluit de toesteldeur.
Wanneer u de toesteldeur
opnieuw opent, werkt de
binnenverlichting weer.
^
Neem contact op met de
dienst Herstellingen aan
huis van Miele.
51
Storingen verhelpen
Binnenverlichting
ProbleemOorzaakOplossing
Sluit de toesteldeur.
De ledverlichting op
de legplaten werkt
niet.
De ledverlichting wordt au
tomatisch uitgeschakeld als
de toesteldeur ca. 15 minu
ten openstaat. Dat voorkomt
oververhitting.
De ledverlichting op de
roestvrijstalen rand is de
fect.
^
-
Wanneer u de toesteldeur
opnieuw opent, werkt de
binnenverlichting weer.
Vervang de roestvrijstalen
^
-
rand met ledverlichting
(verkrijgbaar via de dienst
Onderdelen en toebeho
ren van Miele of bij uw
Miele-handelaar).
De lichtafdekking mag
niet worden afgenomen!
Er ontstaat gevaar als de
afdekking beschadigd is
of na beschadiging
weggenomen is Opgelet! Kijk nooit met
optische instrumenten
(zoals een vergrootglas
of iets dergelijks) in de
straal van de laser
(laserstraling van klasse
1M)!
-
52
Onder de lichtafdekking
bevinden zich onderde
len die onder spanning
staan. Gevaar voor ver
wonding en bescha
diging!
-
-
-
Storingen verhelpen
Binnenverlichting
ProbleemOorzaakOplossing
Sluit de toesteldeur.
De ledverlichting
van de fruit- en
groentebak (afhan
kelijk van het mo
del) werkt niet.
De ledverlichting wordt au
tomatisch uitgeschakeld als
de toesteldeur ca. 15 minu
-
ten openstaat. Dat voorkomt
-
oververhitting.
Is dat niet het geval, dan zit
er een storing in het toestel.
^
-
Wanneer u de toesteldeur
opnieuw opent, werkt de
binnenverlichting weer.
Neem contact op met de
^
dienst Herstellingen aan
huis van Miele.
De ledverlichting mag alleen
door de dienst Herstellingen
aan huis van Miele worden
hersteld en vervangen. Onder de lichtafdekking bevinden zich onderdelen die onder spanning staan. Gevaar
voor verwonding en beschadiging!
De lichtafdekking mag
niet worden afgenomen!
Er ontstaat gevaar als de
afdekking beschadigd is
of na beschadiging
weggenomen is Opgelet! Kijk nooit met
optische instrumenten
(zoals een vergrootglas
of iets dergelijks) in de
straal van de laser
(laserstraling van klasse
1M)!
53
Storingen verhelpen
Andere storingen
ProbleemOorzaakOplossing
Maak de levensmiddelen
De levensmiddelen
zijn vastgevroren.
Het toestel kan niet
worden uitgescha
keld.
De verpakking van de le
vensmiddelen was niet
droog toen u de levensmid
delen in het toestel legde.
De vergrendeling is inge
schakeld. Op het display
-
brandt het symbool 0.
^
los met een stomp voor
werp, bijv. een lepelsteel.
-
Schakel de vergrendeling
^
uit (zie "Instellingen wijzi
gen – Vergrendeling uit
schakelen" of een
gelijkaardige rubriek).
-
-
-
Het toestel voelt
warm aan aan de
buitenwanden.
De bodem van de
koelzone is nat.
De warmte die de motor van
de compressor afgeeft bij
het koelen, wordt gebruikt
om condensatie te voorkomen.
De afvoeropening voor het
dooiwater zit verstopt.
U hoeft niets te doen!
^ Reinig het gootje en de af-
voeropening voor het
dooiwater.
54
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale
geluiden
Brrrrr ...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb ... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik ...U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr ...Bij toestellen met verschillende zones of bij NoFrost-modellen kunt
Krak ...Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet, kunt u gekraak ho-
Hou ermee rekening dat motor- en stromingsgeluiden in het koelcircuit niet te
vermijden zijn!
Geluiden die u
vlot kunt verhelpen
Geklepper,
gerammel,
gerinkel
Waar komen ze vandaan?
der worden terwijl de motor wordt ingeschakeld.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnenruimte
van het toestel.
ren.
OorzaakOplossing
Het toestel staat niet waterpas.
Stel het toestel waterpas.
Schroef de voetjes in of uit het
toestel of leg iets onder het toe
stel.
-
-
Het toestel raakt andere toe
stellen of meubels.
Laden, korven of legplaten
trillen of knellen.
Flessen of recipiënten raken
elkaar.
De kabelhouder hangt nog
tegen de achterwand van het
toestel.
-
Schuif het toestel van de meu
bels of andere toestellen weg.
Controleer de uitneembare on
derdelen en zet ze eventueel
opnieuw op hun plaats.
Schuif de flessen of recipiënten
wat uit elkaar.
Neem de kabelhouder weg.
-
-
55
Service After Sales/garantie
Neem bij storingen die u niet zelf kunt
verhelpen contact op met
uw Miele-handelaar
–
of
de dienst Herstellingen aan huis van
–
Miele.
Het telefoonnummer van de dienst
Herstellingen aan huis van Miele
vindt u op de achterzijde van deze
gebruiksaanwijzing.
Om u gericht te kunnen helpen, heeft
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele het toesteltype en het serienummer van uw toestel nodig. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de
binnenruimte van het toestel.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Voor meer informatie over de garantie
voorwaarden in uw land neemt u con
tact op via het telefoonnummer van de
dienst Consumentenbelangen
(Productinformatie voor particulieren)
van de N.V. Miele België.
Het telefoonnummer van de dienst
Consumentenbelangen
(Productinformatie voor particulieren)
van Miele vindt u op de achterzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
56
-
-
Gegevens voor testinstellingen
De tests moeten volgens de van toe
passing zijnde normen en richtlijnen
worden uitgevoerd.
Bij het voorbereiden en uitvoeren van
de toesteltests moet ook rekening wor
den gehouden met de volgende gege
vens van de fabrikant:
Beladingsplannen,
–
Opmerkingen in de gebruiks- en
–
montageaanwijzing.
-
-
-
57
Informatie voor handelaars
Demo-functie r
Met de demo-functie kan het toestel
worden gepresenteerd in de winkel of
op een beurs. Het toestel kan dan wor
den bediend en de binnenverlichting
werkt maar de compressor blijft uitge
schakeld.
Demo-functie inschakelen
^ Schakel het toestel uit door de aan-
-uittoets aan te raken.
Als dat niet mogelijk is, betekent dit
dat de vergrendeling ingeschakeld
is!
Op het display gaat de temperatuuraanduiding uit en verschijnt het
netaansluitingssymbool t.
-
-
Plaats een vinger op de toets X en
^
laat uw vinger op de toets rusten.
Terwijl uw vinger op de toets X rust,
^
raakt u één keer de aan-uittoets aan.
^ Hou uw vinger op de toets X totdat
het symbool r verschijnt op het display.
^ Laat de toets X los.
De demo-functie is ingeschakeld. Het
symbool r brandt op het display.
58
Demo-functie uitschakelen
Het symbool r brandt op het display.
Raak de toets voor de instellingen
^
aan.
Op het display verschijnen alle
selecteerbare symbolen. Het symbool
0 knippert.
Informatie voor handelaars
Raak de toets X of Y aan, zodat een
^
0 (betekenis: demo-functie is uitge
schakeld) verschijnt op het display.
Raak de OK-toets aan om uw keuze
^
te bevestigen.
-
^ Raak zo vaak de toetsen voor het in-
stellen van de temperatuur (X of Y)
aan totdat op het display het symbool
r knippert.
^
Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen.
Op het display knippert een 1 (beteke
nis: demo-functie is geactiveerd). Het
symbool r brandt.
De gekozen instelling wordt opgesla
gen. Het symbool r knippert.
^ Raak de toets voor de instellingen
aan om de instelmodus te verlaten.
Doet u dat niet, dan haalt de elektronische besturing na ca. 1 minuut het
toestel automatisch uit de
instelmodus.
De demo-functie is uitgeschakeld. Het
-
symbool r gaat uit.
-
59
Elektrische aansluiting
Het toestel wordt aansluitklaar geleverd
voor wisselstroom van 50 Hz,
220 – 240 V.
De zekering moet minstens 10 A bedra
gen.
Het toestel moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact dat volgens
de voorschriften is geïnstalleerd. De
elektrische installatie moet uitgevoerd
zijn overeenkomstig de plaatselijke
voorschriften.
Het toestel moet in geval van nood snel
kunnen worden losgekoppeld van het
elektriciteitsnet. Daarom moet het stopcontact gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het mag zich dus niet achter het toestel
bevinden.
Als het stopcontact na de inbouw niet
meer toegankelijk is, moet in de installatie een scheidingsinrichting voor elke
pool voorhanden zijn. Als stroomonderbrekers kunnen schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
minstens 3 mm. Denk hierbij bijvoor
beeld aan LS-schakelaars, zekeringen
en contactsluiters (EN 60335).
De stekker en de aansluitkabel van het
toestel mogen niet de achterzijde van
het toestel raken. Anders kunnen de
stekker en de aansluitkabel bescha
digd raken door trillingen van het toe
stel. Dat kan een kortsluiting veroorza
ken.
-
-
-
-
Aansluiting via een verlengkabel is niet
toegestaan, aangezien verlengkabels
niet voldoende veiligheidsgaranties bie
den. Er bestaat onder andere gevaar
voor oververhitting.
Het toestel mag niet op
gelijkstroom-wisselstroommutators wor
den aangesloten, die bijvoorbeeld bij
stroomvoorziening op zonne-energie
worden gebruikt.
In dat geval kunnen er zich bij het in
schakelen van het toestel spannings
pieken voordoen, die ertoe kunnen lei
den dat het toestel wordt uitgeschakeld
om veiligheidsredenen. De elektronische besturing kan beschadigd raken!
De stekker van de aansluitkabel van het
toestel mag niet worden vervangen
door een energiebesparende stekker
(bijv. van het merk SavaPlug). Hierdoor
wordt de energietoevoer naar het toestel verminderd en wordt het toestel te
warm.
Als de aansluitkabel moet worden
vervangen, dan mag dat alleen worden
uitgevoerd door een erkende vakman
of vakvrouw die op de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen.
-
-
-
-
-
Ook andere toestellen mogen niet wor
den aangesloten op stopcontacten die
zich bevinden achter het toestel.
60
-
Opmerkingen omtrent de montage
Een niet-ingebouwd toestel kan kan
-
telen!
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for
nuis, een verwarming of in de omge
ving van een venster met rechtstreekse
inval van zonnestralen. Hoe hoger de
kamertemperatuur, hoe langer de com
pressor moet werken en hoe hoger het
energieverbruik. Een droge,
verluchtbare ruimte is geschikt.
Neem de volgende opmerkingen in
acht bij het inbouwen van het toestel:
– Het stopcontact moet gemakkelijk
toegankelijk zijn in geval van nood.
Het mag zich dus niet achter het toestel bevinden.
– De stekker en de aansluitkabel van
het toestel mogen niet de achterzijde
van het toestel raken. Anders kunnen
deze beschadigd raken door trillingen van het toestel.
–
Ook andere toestellen mogen niet
worden aangesloten op
stopcontacten die zich bevinden
achter dit toestel.
-
-
Belangrijk! Bij een hoge luchtvoch
tigheid kan het vocht condenseren
en zich afzetten op de
buitenoppervlakken van het toestel.
Dat condenswater kan leiden tot cor
rosie van de buitenwanden van het
toestel.
Om dat te voorkomen, is het aanbe
volen het toestel op te stellen in een
-
ruimte die voldoende wordt verlucht,
droog is en/of airco heeft.
Controleer na het inbouwen dat de
toesteldeur goed sluit, dat de aange
geven luchttoevoer- en luchtafvoer
openingen in acht worden genomen
en dat het toestel werd ingebouwd
zoals beschreven.
Klimaatklasse
Het toestel is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en
bovengrens in acht moeten worden genomen. De klimaatklasse is vermeld op
het typeplaatje in de binnenruimte van
het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C
-
-
-
-
-
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het toestel leiden, die
nadelig kunnen zijn voor de bewaarde
levensmiddelen.
61
Opmerkingen omtrent de montage
Luchttoevoer en -afvoer
De aangegeven luchttoevoer- en lucht
afvoeropeningen moeten in elk geval in
acht worden genomen. Anders scha
kelt de compressor vaker in en werkt
deze langer. Dat leidt tot een hoger
energieverbruik. Ook zorgt dat voor
een hogere werkingstemperatuur van
de compressor, waardoor deze be
schadigd kan raken.
De lucht aan de achterwand van het toe
stel wordt opgewarmd. Daarom moet de
inbouwkast zo gemaakt zijn dat de
luchttoevoer en luchtafvoer niet worden
gehinderd (zie "Inbouwafmetingen"):
-
-
-
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
–
ningen in de sokkel (plint) van het meu
bel, in de inbouwkast en onder het pla
fond moeten overal minstens 200 cm
groot zijn, zodat de opgewarmde lucht
ongehinderd kan wegstromen.
Belangrijk! Hoe groter de luchttoevoer-
–
en luchtafvoeropeningen zijn, hoe
energiezuiniger het toestel werkt.
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
ningen mogen niet worden afgedekt
of afgesloten.
Bovendien moeten ze regelmatig
worden gereinigd om stof te verwijderen.
Bovenste luchtafvoeropening
De bovenste luchtafvoeropening kan
op verschillende manieren worden gerealiseerd:
-
-
-
2
-
–
De luchttoevoer a verloopt via de
sokkel (plint) en de luchtafvoer b
gebeurt bovenaan, in het achterste
gedeelte van het keukenmeubel.
–
Met het oog op de luchttoevoer en
luchtafvoer moet er aan de achterzij
de van het toestel een luchtafvoerka
naal van minimum 40 mm diep voor
zien zijn.
62
a vlak boven het toestel met een venti
latierooster (vrije doorlaat van min
stens 200 cm
-
b tussen het keukenmeubel en het pla
-
-
fond
c in een vals plafond
2
)
-
-
-
Opmerkingen omtrent de montage
Voor u het toestel inbouwt
Voor u het toestel inbouwt, neemt u
^
de zak met montage-elementen en
ander toebehoren uit het toestel en
verwijdert u de boordband van de
buitenste toesteldeur.
Verwijder in geen geval het vol
^
gende van de achterzijde van het
toestel:
– de afstandshouders (afhankelijk van
het model).
Deze garanderen dat de vereiste afstand tussen de achterzijde van het
toestel en de muur bewaard blijft.
-
^ Open de toesteldeur en trek de rode
transportbeveiliging a (afhankelijk
van het model) af.
– de zakjes die zich in het metalen
rooster (warmtewisselaar) bevinden
(afhankelijk van het model).
Deze zijn belangrijk voor de werking
van het toestel. De inhoud is niet gif
tig en niet gevaarlijk.
^
Verwijder de kabelhouder van de
achterzijde van het toestel.
^
Controleer of de onderdelen aan de
achterwand van het toestel nergens
tegenaan kunnen komen. Buig ze zo
nodig voorzichtig de andere kant op.
-
63
Opmerkingen omtrent de montage
Maakte het oude toestel
gebruik van een andere
scharniertechniek?
Als uw oude toestel van een andere
scharniertechniek gebruikmaakte, kunt
u toch nog de meubeldeur gebruiken.
Neem in dat geval de oude scharnieren
van de inbouwkast weg. Deze zijn niet
meer nodig omdat de meubeldeur nu
op de toesteldeur wordt gemonteerd.
Alle vereiste onderdelen zijn bij het toe
stel meegeleverd of kunnen via de
dienst Onderdelen en toebehoren van
Miele worden besteld.
Roestvrijstalen front
(afhankelijk van het model)
Als het oude toestel van een andere
scharniertechniek gebruikmaakte en u
de oude meubeldeur niet meer kunt of
wilt gebruiken, of als uw meubeldeur
om andere redenen niet meer te gebruiken is, kunt u deze door een roestvrijstalen front vervangen.
-
Neem contact op met de dienst On
derdelen en toebehoren van Miele
voor informatie over waar u een
roestvrijstalen front kunt verkrijgen.
64
-
Inbouwafmetingen
Voordat u het toestel inbouwt, moet u ervoor zorgen dat de inbouwkast precies
de juiste inbouwafmetingen heeft. De aangegeven luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen moeten in elk geval in acht worden genomen om te garanderen dat
het toestel correct werkt.
Hoogte van de nis [mm]
A
K 32443 iF874 - 890
K 33442 iF1024 - 1040
K 34442 iF1220 - 1236
K 34443 iF1220 - 1236
K 35442 iF1397 - 1413
65
Deurscharnieren instellen
De deurscharnieren werden in de fa
briek zo ingesteld dat de toesteldeur
ver kan worden geopend.
Moet de openingshoek van de toestel
deur om bepaalde redenen worden be
perkt, dan kan dat gebeuren door de
scharnieren in te stellen.
Als de toesteldeur bijv. tegen een
–
aangrenzende muur zou slaan wan
neer deze wordt geopend, moet u de
openingshoek van de toesteldeur tot
90° beperken:
-
-
-
-
^
Breng de bijgeleverde pennen voor
de deurbegrenzing langs boven in
de scharnieren aan.
De openingshoek van de toesteldeur is
nu tot 90° beperkt.
66
De draairichting van de deur veranderen
Voer het veranderen van de draai
richting van de deur altijd met twee
personen uit.
Het toestel wordt geleverd met rechts
scharnierende deur. Als de deur links
scharnierend moet zijn, moet u de
draairichting van de deur veranderen.
Om de draairichting van de deur te
veranderen, hebt u het volgende ge
reedschap nodig:
-
Toesteldeur
^ Open de toesteldeur.
^ Verwijder het rek/flessenrek van de
toesteldeur.
-
-
-
^ Draai de schroeven d en e op de
scharnieren een beetje los.
^ Schuif de toesteldeur f naar buiten
toe en licht ze uit de hengsels.
^
Verwijder de afdekkingen a, b en
c.
67
De draairichting van de deur veranderen
Deurdemper losmaken
^ Draai de schroeven d helemaal uit.
^ Plaats het bevestigingselement g
aan de andere zijde en draai de
schroeven d er losjes in.
^ Draai de schroeven e helemaal uit
en draai ze losjes in aan de andere
zijde.
Als u pennen in de scharnieren had ge
plaatst om de openingshoek van de
deur te beperken,
Opgelet! De deurdemper trekt in ge
demonteerde toestand samen! Ge
vaar voor verwonding!
Leg de weggenomen toesteldeur met
^
het buitenfront naar onderen op een
stevige ondergrond.
^ Trek de deurdemper h van de
kogeltap.
-
-
-
^
trekt u de pennen langs boven uit de
scharnieren.
68
^
Schroef de houder i af en neem de
deurdemper h af.
^
Maak de kogeltap j los met behulp
van een schroevendraaier en draai
deze op de andere plaats in.
De draairichting van de deur veranderen
Draai nu de toesteldeur om, zodat
^
deze met het buitenfront naar boven
ligt (scharnieren blijven geopend).
Klap de scharnieren niet dicht. Ge
vaar voor verwonding!
^ Draai de schroeven k uit.
^ Verplaats de scharnieren in
diagonale richting l.
Deurdemper bevestigen
Draai nu de toesteldeur om, zodat
^
deze met het buitenfront naar onde
-
ren ligt.
^ Schroef de houder i vast op het
scharnier.
^ Trek de deurdemper h open en
haak deze vast in de kogeltap.
-
69
De draairichting van de deur veranderen
Deur van het vriesvak
Open de deur van het vriesvak c.
^
Klap de afdekking op de lagersteun
^
a naar beneden.
^ Schroef de lagersteun b los en
neem de deur van het vriesvak c samen met de lagersteun weg.
^ Schuif de toesteldeur f op de vooraf
gemonteerde schroeven d en
draai de schroeven d en
e en
e vast.
^ Duw de afdekkingen a ,b en c op
hun plaats.
^
Breng de pennen om de openings
hoek van de deur te begrenzen langs
boven in de scharnieren aan.
70
-
De draairichting van de deur veranderen
Schroef het grendelstuk d los.
^
Plaats het grendelstuk d 180° ge
^
draaid aan de andere zijde en
schroef het vast.
Sluit de vrijgekomen openingen af
^
met de bijgeleverde afdekkingen e.
-
^
Plaats de lagersteun b samen met
de deur van het vriesvak c van bo
ven af en schroef de lagersteun b
vast.
^
Klap de afdekking op de lagersteun
a weer dicht.
-
71
Toestel inbouwen
Stel het toestel met zijn tweeën op.
Bouw het toestel alleen in in stabiele
^
vaststaande keukenmeubels die ge
schikt zijn voor inbouw en die zich
bevinden op een vlakke ondergrond
die waterpas ligt.
Zorg ervoor dat de inbouwkasten niet
^
kunnen omkantelen.
Voor de inbouw van het toestel hebt
u het volgende gereedschap nodig:
-
^ Controleer met een waterpas dat het
keukenmeubel waterpas staat.
De hoeken van de kast moeten in
een hoek van 90° ten opzichte van el
kaar staan omdat de meubeldeur an
ders niet tegen alle vier de hoeken
van de kast komt.
^
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
ningen moeten in elk geval in acht
worden genomen (zie "Opmerkingen
omtrent de montage - Luchttoevoer
en -afvoer"; "Inbouwafmetingen").
72
-
-
-
Toestel inbouwen
U hebt de volgende
montage-elementen nodig
Alle montage-elementen zijn aangeduid
met cijfers. Deze aanduiding van het
montage-element wordt ook gebruikt in
de desbetreffende montagestap.
voor de inbouw van het toestel in
–
de nis:
voor de montage van de meubel
–
deur:
Alle montagestappen zijn beschre
ven voor een toestel met rechtsscharnierende deur. Als u de draairichting van de deur hebt veranderd
naar links, moet u hiermee rekening
houden in de montagestappen.
-
-
-
Toestel in gereedheid brengen
^ Stel het toestel op vlak voor de nis
van het keukenmeubel.
* Elementen worden alleen meegele
verd bij toestellen voor een nishoogte
vanaf 140 cm.
** Afhankelijk van de nishoogte
-
^
Schuif de opvullijst a in de gleuf.
73
Toestel inbouwen
Schroef de bevestigingsbeugel d
^
met de Torx-schroef e in de voorgeboorde gaten op de toesteldeur.
Schroef een tweede paar bevestigingsbeugels d ter hoogte van de
greep in de deur vast. Gebruik daarvoor de voorgeboorde gaten in de
toesteldeur.
Schuif het toestel voor twee derde in
^
de inbouwnis.
Let erop dat de aansluitkabel niet
gekneld raakt wanneer u het toestel
inschuift!
Tip om het toestel gemakkelijker in te
schuiven:
Bevestig een touw aan de stekker om
zo de aansluitkabel te "verlengen".
Na het inbouwen trekt u aan de andere
kant van het touw om de aansluitkabel
door het keukenmeubel heen te trek
ken, zodat u het toestel na het in
bouwen gemakkelijk op het elektrici
teitsnet kunt aansluiten.
Alleen bij meubels met 16 mm dikke
wanden:
-
-
-
74
^
Klem de afstandsstukken b en c
rechts op de scharnieren.
^
Open de toesteldeur.
Toestel inbouwen
Draai nu de bijgeleverde regelvoetjes
^
l volledig in.
^ Neem de afdekking f af.
^ Schroef het bevestigingsstuk g met
de schroeven h bovenaan links los
jes op het toestel. Draai de schroe
ven niet vast, zodat u het stuk nog
kunt verschuiven.
^
Steek het aanslagstuk j op de be
vestigingsbeugel i.
^
Schroef de bevestigingsbeugel i
met de schroeven k onderaan losjes
op het toestel. Draai de schroeven
niet vast, zodat u het stuk nog kunt
verschuiven.
-
-
-
75
Toestel inbouwen
^ Trek de beschermfolie van de
boordband m.
Toestel inbouwen
Schuif het toestel nu zover in de in
^
bouwnis totdat in alle vier de hoeken
de bevestigingsbeugel de voorzijde
van de zijwand van het meubel raakt.
-
^ Kleef de boordband m op de zijde
van het toestel langs waar de deur
opengaat. De boordband moet gelijk
liggen met de voorzijde.
1. Start de boordband daarbij vanaf
de onderzijde van het bovenste be
vestigingsstuk.
2. Kleef deze vast over de hele leng
te.
76
-
-
–
n Bij meubels met 16 mm dikke
wanden:
De afstandsstukken raken bovenaan
en onderaan de voorzijde van de zij
wand van het meubel.
–
o Bij meubels met 19 mm dikke
wanden:
De voorzijden van de scharnieren
bovenaan en onderaan liggen gelijk
met de voorzijde van de zijwand van
het meubel.
-
Controleer nogmaals of de bevesti
^
gingsbeugels bovenaan en onderaan
de voorzijde van de zijwand van het
meubel raken.
Zo is er een afstand van 42 mm tot
de voorzijde van de zijwanden van
het meubel.
Bij meubels met stootonderdelen (zo
als noppen, dichtingsstroken enz.)
moet de opbouwdikte van deze onder
delen worden ingecalculeerd, zodat er
ook hier een afstand van 42 mm in
acht wordt genomen.
^ Trek het toestel wat uit, naargelang
de opbouwdikte.
De scharnieren en afdekkingen staan
nu naargelang de opbouwdikte wat
meer naar voren.
-
Toestel inbouwen
Als de afstand van 42 mm (van het
corpus van het toestel tot de voorzij
de van de zijwanden van het meu
bel) niet in acht wordt genomen,
sluit de toesteldeur mogelijk niet
goed.
Dat kan tot ijsvorming, condensvor
ming en andere functiestoringen lei
-
den die het energieverbruik kunnen
verhogen!
-
Toestel in de nis bevestigen
-
-
-
-
Tip: Verwijder de stootonderdelen! Ook
dan ligt alles gelijk met de omringende
meubeldeuren.
^ p Lijn het toestel aan beide zijden uit
met de regelvoetjes en de bijgele
verde steeksleutel totdat het recht
staat.
-
^
Duw het toestel aan de zijde van de
scharnieren tegen de wand van het
meubel.
^
Om het toestel met de kast te verbin
den, schroeft u de spaanplaatschroe
ven s bovenaan en onderaan in de
scharnierklampen.
-
-
77
Toestel inbouwen
Breek het uitstekende gedeelte van
^
de bevestigingsbeugel af. U hebt dat
niet meer nodig en mag dat
weggooien.
^ Plaats de afdekkingen f en u op de
bevestigingsbeugels.
^ Schuif de loszittende bevestigings-
beugels tot tegen de wand van het
meubel.
^ Schroef de bevestigingsbeugel j
met de schroef s vast op de wand
van het meubel. Boor het gat eventu
eel voor in de wand van het meubel.
^
Schroef de bevestigingsbeugel g
met de schroeven t vast op de
wand van het meubel. Boor de gaten
eventueel voor in de wand van het
meubel.
Opgelet! Duw het uitstekende ge
deelte van de beugel met uw duim
tegen de wand van het meubel terwijl
u de schroeven vastdraait. Het toe
stel mag niet terugtrekken.
^
Draai de schroeven h en k weer
vast.
78
-
-
-
Toestel inbouwen
Alleen bij een toestel voor een nis
hoogte vanaf 140 cm
Om het toestel extra vast te zetten in de
inbouwnis, schuift u tussen het toestel
en de bodem van het meubel de bijge
leverde staven in aan de onderzijde
van het toestel:
^ Bevestig eerst de greep v op een
van de staven w.
-
-
^
Schuif deze in het invoerkanaal totdat
u niet meer verder kunt.
Verwijder nu de greep, plaats deze
op de andere bijgeleverde staaf en
schuif ook deze in het invoerkanaal.
Belangrijk! Plaats opnieuw de greep
wanneer u het toestel op een later
tijdstip opnieuw wilt inbouwen.
^
Sluit de toesteldeur.
79
Toestel inbouwen
Meubeldeur monteren
De meubeldeur moet minstens 16 mm
dik zijn en mag maximaal 19 mm dik
zijn.
De volgende afmetingen moeten in
acht worden genomen voor de spleet:
De spleet tussen de meubeldeur en
–
de kastdeur daarboven moet min
stens 3 mm bedragen.
De verticale spleet tussen de meu
–
beldeuren moet overal 3 mm bedra
gen. De precieze afmeting is afhan
kelijk van de radius van de rand van
de meubeldeur.
De bovenzijde van de meubeldeur
moet zich op de hoogte bevinden van
de meubeldeuren van de kasten ernaast als het toestel wordt ingebouwd
in een kastenrij.
De meubeldeur moet vlak en spanningsvrij worden gemonteerd.
-
Gemonteerde meubeldeuren die
meer wegen dan het maximaal toe
gelaten gewicht kunnen tot bescha
diging van de scharnieren leiden. Dat
kan onder andere leiden tot functio
nele beperkingen!
Voordat u de meubeldeur monteert,
dient u te controleren of de te monteren
meubeldeur niet te veel weegt:
ToestelMaximaal gewicht
-
-
K 32443 iF16
K 33442 iF16
K 34442 iF16
K 34443 iF16
K 35442 iF21
Voor de montage van grote of gedeelde meubeldeuren is via de
dienst Onderdelen en toebehoren
van Miele of bij uw Miele-handelaar
een montageset of een extra paar
bevestigingsbeugels verkrijgbaar.
van de meubeldeur
(in kg)
-
-
-
80
^ In de fabriek is de afstand tussen de
toesteldeur en de bevestigingstraverse ingesteld op 8 mm. Controleer
deze afstand en stel deze indien nodig in.
Toestel inbouwen
Tip: Schuif met het meubelfront de
montagehulpstukken b op de hoogte
van de meubeldeur van de kasten er
naast.
-
^ Schuif de montagehulpstukken b op
de hoogte van de meubeldeur: De
onderste aanslag X van de montagehulpstukken moet zich op dezelfde
hoogte bevinden als de bovenzijde
van de te monteren meubeldeur, te
ken -.
^
-
Draai de moeren c los en neem de
bevestigingstraverse d samen met
de montagehulpstukken b weg.
81
Toestel inbouwen
Leg de meubeldeur met het
^
buitenfront naar onderen op een ste
vige ondergrond.
^ Teken met een potlood dunnetjes
een middellijn op de binnenzijde van
de meubeldeur e.
-
Schuif de zijdelingse afdekking q op
^
de bevestigingstraverse tegenover
de scharnierzijde.
^ Keer de meubeldeur om en bevestig
de greep (indien vereist).
^ Leg de bevestigingstraverse d met
de montagehulpstukken op de bin-nenzijde van de meubeldeur. Plaats
de bevestigingstraverse juist in het
midden.
^
Draai de bevestigingstraverse met
minstens 6 korte spaanplaatschroe
ven f vast. (Bij cassettedeuren ge
bruikt u maar 4 schroeven op de
rand). Boor de gaten eventueel voor
in de meubeldeur.
^
Trek de montagehulpstukken langs
boven weg g.
Keer de montagehulpstukken om en
steek ze (om ze te bewaren) hele
maal in de middelste sleuf van de be
vestigingstraverse.
82
-
-
-
-
Toestel inbouwen
Open de toesteldeur.
^
^ Hang de meubeldeur op de
regelbouten h.
^ Draai de moeren c losjes op de
regelbouten.
^
Sluit de deur en controleer de af
stand tussen de deur en de
omringende meubeldeuren. De af
stand moet gelijk zijn.
Deur uitlijnen
– Verstelling in de breedte (X)
^ Verschuif de meubeldeur.
– Verstelling in de hoogte (Y)
-
^ Draai de regelbouten h uit met een
schroevendraaier.
-
De afstand tussen de toesteldeur en
de bevestigingstraverse is ingesteld
op 8 mm. Verstel deze afstand alleen
binnen het aangegeven bereik.
83
Toestel inbouwen
^ Draai de moeren c op de toestel-
deuren vast met de ringsleutel j terwijl u de regelbouten h met een
sleufschroevendraaier tegenhoudt.
^ De opvullijst k mag niet uitsteken
maar moet volledig in de nis verdwijnen.
^ Boor de bevestigingsgaten l voor in
de meubeldeur en draai de schroeven m erin.
Zorg ervoor dat de twee metalen randen gelijk liggen (symbool II).
^ Sluit beide deuren.
Deur uitlijnen
–
Verstelling in de diepte (Z)
^
Draai de schroeven i bovenaan op
de toesteldeur en de schroef n on
deraan op de bevestigingsbeugel
los. Verschuif de meubeldeur totdat
er een luchtspleet is van 2 mm tus
sen de meubeldeur en het corpus
van het meubel.
-
-
84
Toestel inbouwen
Draai alle schroeven nog een keer
^
vast.
^ Plaats de bovenste afdekking o en
druk deze vast.
Ga als volgt te werk om te controle
ren of het toestel correct is inge
bouwd:
De deuren moet goed sluiten.
–
De deuren mogen niet vlak tegen het
–
corpus van het meubel liggen.
De dichting in de bovenste hoek aan
–
de zijde met de greep moet nauw
aansluiten.
Plaats bij wijze van test een inge
^
schakelde zaklamp in het toestel en
sluit de toesteldeuren.
Verduister het vertrek en controleer of
er licht te zien is aan de zijkanten van
het toestel. Is dat het geval, dan
overloopt u de afzonderlijke
montagestappen.
-
-
-
^
Schuif de zijdelingse afdekkingen p
erop en duw totdat u een klik hoort.
85
86
87
Wijzigingen voorbehouden / 3513
K 32443 iF, K 33442 iF, K 34442 iF, K 34443 iF, K 35442 iF
M.-Nr. 09 749 760 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.