Gebruiksen montagehandleiding
Koeltoestel
Lees beslist de gebruiksen montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE |
M.-Nr. 09 521 460 |
Inhoud |
|
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ................................................................... |
4 |
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ |
12 |
Energie besparen ................................................................................................ |
13 |
Beschrijving van het toestel ............................................................................... |
15 |
Bij te bestellen accessoires ................................................................................... |
17 |
Koeltoestel inen uitschakelen.......................................................................... |
18 |
Bij langdurige afwezigheid .................................................................................... |
19 |
De juiste temperatuur ......................................................................................... |
20 |
. . . in de koelzone ................................................................................................. |
20 |
Temperatuurweergave........................................................................................... |
21 |
Temperatuur instellen ............................................................................................ |
21 |
Het gebruik van Superkoelen en DynaCool ...................................................... |
22 |
Functie SuperKoelen ............................................................................................. |
22 |
Functie DynaCool .................................................................................................. |
23 |
Het wijzigen van instellingen.............................................................................. |
24 |
Instellingsmodus ................................................................................................... |
24 |
Vergrendeling in-/uitschakelen .............................................................................. |
24 |
Levensmiddelen in de koelzone bewaren ......................................................... |
26 |
Verschillende koelgedeelten.................................................................................. |
26 |
Niet geschikt voor het koelen................................................................................ |
27 |
Waar u in de winkel al op moet letten ................................................................... |
27 |
Levensmiddelen juist bewaren .............................................................................. |
28 |
De binnenruimte indelen..................................................................................... |
29 |
Deurvak/flessenvak verplaatsen............................................................................ |
29 |
Flessensteun ......................................................................................................... |
29 |
De plateaus verplaatsen........................................................................................ |
29 |
Groenteen fruitlade ............................................................................................. |
30 |
Ontdooien............................................................................................................. |
31 |
Reiniging en onderhoud...................................................................................... |
32 |
Aanwijzingen voor het reinigingsmiddel ................................................................ |
32 |
Het koeltoestel voor de reiniging voorbereiden..................................................... |
33 |
Binnenkant en toebehoren reinigen....................................................................... |
34 |
Deurdichting reinigen ............................................................................................ |
35 |
Ventilatieopeningen reinigen ................................................................................. |
35 |
2
|
Inhoud |
Nuttige tips .......................................................................................................... |
36 |
Geluiden en de oorzaken ervan ......................................................................... |
40 |
Service en garantie ............................................................................................. |
41 |
Elektrische aansluiting........................................................................................ |
42 |
Montage-instructies............................................................................................ |
43 |
Plaats van opstelling ............................................................................................. |
43 |
Klimaatklasse ................................................................................................... |
43 |
Luchttoevoer en luchtafvoer.................................................................................. |
44 |
Vóór het reinigen van het koeltoestel .................................................................... |
45 |
Had uw oude koeltoestel een andere scharniertechniek? ............................... |
46 |
Roestvrijstalen front.......................................................................................... |
46 |
Inbouwmaten ....................................................................................................... |
47 |
Het instellen van de deurscharnieren................................................................ |
48 |
Draairichting van deur veranderen .................................................................... |
49 |
Draairichting van deur veranderen ........................................................................ |
49 |
Koeltoestel inbouwen ......................................................................................... |
52 |
Het monteren van de meubeldeur......................................................................... |
59 |
3
Dit koeltoestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en materiële schade leiden.
Lees daarom de gebruiksen montagehandleiding aandachtig door, voordat u het koeltoestel in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veiligheid en voorkomt schade aan het koeltoestel.
Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiksen montagehandleiding zodat u deze kunt doorgeven aan een eventuele volgende bezitter!
Dit koeltoestel is uitsluitend bedoeld voor gebruik in het huishouden en gelijkaardige omgevingen.
Het is niet bestemd voor gebruik buiten.
Dit koeltoestel is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar.
Het koeltoestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de richtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd gebruik van het koeltoestel kunnen producten worden beschadigd of bederven. Bovendien is het koeltoestel ook niet geschikt voor gebruik in explosieve omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of verkeerd werd bediend.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn het koeltoestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog worden gehouden.
Deze personen mogen het koeltoestel enkel onder toezicht bedienen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het koeltoestel worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het koeltoestel zonder toezicht gebruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het koeltoestel niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.
Houd kinderen die in de buurt van het koeltoestel komen in het oog. Zorg ervoor dat ze nooit met het koeltoestel spelen.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koeltoestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante EU-richtlijnen.
Dit koeltoestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet. Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel geleid tot meer lawaai als het koeltoestel aanstaat. Er kunnen afgezien van de geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele koelcircuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen invloed op de capaciteit van het koeltoestel.
Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen onderdelen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken!
In geval van beschadiging:
–vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
–ontkoppel het koeltoestel van het elektriciteitsnet,
–verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het koeltoestel staat en
–neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter het vertrek moet zijn waar het koeltoestel wordt opgesteld. In te kleine vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. De kamer moet per 8 g koelmiddel minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel staat op het typeplaatje binnenin het toestel.
Vergelijk voordat u het koeltoestel aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het koeltoestel niet beschadigd raakt.
Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het koeltoestel is uitsluitend gegarandeerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
Het koeltoestel kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet voldoende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van het koeltoestel op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht op spanningvoerende delen of de elektriciteitskabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik het koeltoestel daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespetterd (bijv. garage, waskeuken etc.).
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit koeltoestel mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het koeltoestel kunnen uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare beschadigingen. Een beschadigd koeltoestel mag niet in gebruik worden genomen.
Gebruik het toestel alleen als het is ingebouwd zodat een veilige functie is gewaarborgd.
Bij installatie-, onderhoudsen reparatiewerkzaamheden moet het koeltoestel van het elektriciteitsnet zijn afgekoppeld. Het koeltoestel is van het elektriciteitsnet afgekoppeld als:
–de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
–de schroefzekering van de elektrische aansluiting er geheel is uitgedraaid of
–de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek bij elektriciteitskabels met stekker niet aan de elektriciteitskabel, maar bij de stekker om de verbinding met het elektriciteitsnet te verbreken.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhoudsen reparatiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen. Installatie-, onderhoudsen reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uitgevoerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het koeltoestel niet door Miele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het koeltoestel is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertemperatuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden overschreden.De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw koeltoestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Sluit de ventilatiegleuven niet af om te voorkomen dat de luchtgeleiding niet goed functioneert,het stroomverbruik stijgt en onderdelen beschadigd raken.
Indien u vetof oliehoudende levensmiddelen in het koeltoestel of de deur van het toestel bewaart, voorkom dan dat evt. uitlopend vet of olie in aanraking komt met kunststof delen van het koeltoestel.
Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waardoor de kunststof knapt of scheurt.
Bewaar geen stoffen in het koeltoestel die drijfgassen of andere verstuivingsmiddelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambare producten tot explosie brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen in dit koeltoestel, bijv. voor het maken van ijs. Dit om vonken en een explosie te voorkomen.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u het risico om voedselvergiftiging op te lopen.
De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmiddelenfabrikanten in acht.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat garantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel nooit een stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met spanningvoerende delen van het koeltoestel en zo kortsluiting veroorzaken.
Scherpe of kantige voorwerpen kunnen de verdamper beschadigen en functioneert het toestel niet meer correct. Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand.
–rijpen ijslagen te verwijderen,
–en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het toestel om te voorkomen dat het kunststof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien. Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de gezondheid.
Het toestel moet altijd rechtop en in de transportverpakking worden vervoerd.
Het koeltoestel is erg zwaar. Vraag daarom iemand u te helpen met het vervoeren ervan. U zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Maak het slot onbruikbaar om te voorkomen dat kinderen in het koeltoestel ingesloten
kunnen raken en in levensgevaar komen.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig geen delen van het koelsysteem, bijv. door
–koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
–buisleidingen om te buigen,
–beschermende lagen af te krabben.
Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruik bestaat er geen gevaar!
Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of in
te ademen.
11
De verpakking beschermt het koudetoestel tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking over het algemeen terug.
Het afdanken van het oude
toestel
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische oude toestellen.
Let erop dat de buisleidingen van uw koeltoestel niet worden beschadigd, totdat het op vakkundige en milieuvriendelijke wijze wordt verschroot. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat de koelmiddelen in het koelsysteem en de olie in de compressor niet in het milieu terechtkomen.
Het oude toestel moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen. Zie voor meer informatie hierover het hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" van de gebruiksaanwijzing.
12
|
|
|
Energie besparen |
|
|
Normaal energieverbruik |
|
Te hoog energieverbruik |
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
Plaatsing en on- |
Plaats het toestel in een ge- |
|
In gesloten, niet geventileer- |
|
derhoud |
ventileerde ruimte. |
|
de ruimtes. |
|
|
|
|
|
|
|
Stel het toestel niet bloot |
|
Direct blootgesteld aan zon- |
|
|
aan zonnestralen. |
|
nestralen. |
|
|
|
|
|
|
|
Plaats het toestel niet naast |
|
Naast een warmtebron (ver- |
|
|
een warmtebron. |
|
warming, fornuis). |
|
|
|
|
|
|
|
Zorg voor een omgevings- |
|
Bij een hoge omgevingstem- |
|
|
temperatuur van ca. 20°C. |
|
peratuur. |
|
|
|
|
|
|
|
Dek ventilatieroosters niet af |
|
Met ventilatieroosters die |
|
|
en maak ze regelmatig stof- |
|
zijn afgedekt of vol zitten |
|
|
vrij. |
|
met stof. |
|
|
|
|
|
|
Temperatuur- |
Koelzone: 4 tot 5°C |
|
Hoe lager de temperatuur, |
|
instelling |
|
|
des te hoger het energiever- |
|
|
|
|
bruik! |
|
|
|
|
|
|
13
Energie besparen
|
Normaal energieverbruik |
Te hoog energieverbruik |
|
|
|
Gebruik |
Plaats de plateaus, laden en |
|
|
vakken zoals bij levering. |
|
|
|
|
|
Open de deur alleen indien |
Deur vaak en lang openen |
|
nodig en zo kort mogelijk. |
betekent koudeverlies en in- |
|
Leg levensmiddelen bij het |
stroom van warme lucht in |
|
inruimen meteen op de |
het toestel. Het toestel koelt |
|
goede plek. |
en de compressor moet lan- |
|
|
ger werken. |
|
|
|
|
Neem bij het boodschappen |
Zijn levensmiddelen nog |
|
doen een koeltas mee en leg |
warm wanneer ze in het |
|
de levensmiddelen zo snel |
koeltoestel worden gelegd, |
|
mogelijk in het toestel. |
ontstaat er warme lucht in |
|
Plaats levensmiddelen die u |
het koeltoestel. Het toestel |
|
uit het toestel neemt zo snel |
koelt en de compressor |
|
mogelijk weer terug, voordat |
moet langer werken. |
|
ze warm worden. |
|
|
Laat warme gerechten en |
|
|
dranken eerst buiten het toe- |
|
|
stel afkoelen. |
|
|
|
|
|
Leg de levensmiddelen al- |
Wanneer vloeibare stoffen in |
|
leen afgedekt of verpakt in |
de koelzone condenseren, |
|
het toestel. |
neemt de koelcapaciteit af. |
|
|
|
|
Leg ingevroren levensmid- |
|
|
delen in de koelzone wan- |
|
|
neer ze moeten ontdooien. |
|
|
|
|
|
Zorg ervoor dat vakken en |
Een verslechterde lucht- |
|
laden niet te zwaar worden |
stroom zorgt voor een ver- |
|
beladen, zodat de lucht kan |
lies van koelcapaciteit. |
|
circuleren. |
|
|
|
|
14
aAan-/uit-toets
bSuperKoelen-toets
cDisplay
dMenu - symbool (Instellingsmodus: Vergrendeling in- / uitschakelen)
eSuperKoelen-symbool
fVergrendelingssymbool
gTemperatuurweergave
hTemperatuurtoets
iDynaCool - toets (Automatische temperatuurverdeling)
15
Beschrijving van het toestel
a Bedieningspaneel
b Ventilator
c Deurvak met eierhouder
d Plateau
e Binnenverlichting
f Deurvak voor flessen
g Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater
h Groenteen fruitlade (afhankelijk van het model)
Schematische afbeelding
16
Beschrijving van het toestel
Flessen kunt u op het flessenrek leggen. Daarmee bespaart u ruimte.
Het flessenrek kan op verschillende manieren in het toestel worden geplaatst.
Dit plateau bestaat uit twee delen waarvan het voorste gedeelte onder het achterste gedeelte kan worden geschoven. Wanneer u hoge producten in het toestel wilt plaatsen, bijv. flessen, kunt u hiervan gebruik maken.
Het microvezeldoekje is handig bij het verwijderen van vingerafdrukken en ander licht vuil op roestvrijstalen fronten, panelen, ramen, meubels enz.
U kunt bij te bestellen accessoires via internet, bij Miele of bij uw Miele-han- delaar bestellen.
Miele-onlineshop: shop.miele.de
17
Koeltoestel inen uitschakelen
Verwijder al het verpakkingsmateriaal uit de binnenruimte.
De roestvrijstalen lijsten aan de plateaus en de deurvakken zijn tijdens het transport van een beschermfolie voorzien.
De flessenhouder wordt in het deurvak voor flessen geplaatst. Flessen staan steviger wanneer u de deur van het toestel opent en sluit.
Trek deze folie van de roestvrijstalen lijsten en panelen af.
Volg daarvoor beslist de betreffende instructies in het hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
Reinig de binnenkant van het toestel en de toebehoren.
Plaats de flessenhouder in het midden van de achterkant van het deurvak voor flessen.
18
Koeltoestel inen uitschakelen
Druk op toets van de afzuiging.
De temperatuuraanduiding geeft de gewenste temperatuur aan. Het toestel begint te koelen. Wanneer de deur wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan.
Voordat u voor de eerste keer levensmiddelen in het koeltoestel legt, kunt u het toestel het beste een paar uur laten voorkoelen.
Druk op de Aan-/Uit-toets totdat het display uit gaat.
Is dat niet mogelijk, dan is de vergrendeling ingeschakeld (zie hoofdstuk: "Het wijzigen van instellingen", paragraaf: "Het uitschakelen van de vergrendeling").
De binnenverlichting gaat uit. De koeling wordt uitgeschakeld.
Wanneer u het toestel langere tijd niet meer gebruikt, doe dan het volgende:
schakel het koeltoestel uit,
trek de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar uit,
reinig het toestel en
laat de deur open staan om het toestel te luchten en te voorkomen dat er geurtjes ontstaan.
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld, maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deur van het toestel gesloten blijft.
19
Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de mi- cro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langzamer de mi- cro-organismen groeien en des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De temperatuur in het toestel stijgt als
–u vaak en gedurende lange tijd de deur van het toestel opent,
–er meer levensmiddelen worden opgeslagen,
–de temperatuur van de levensmiddelen hoger is, wanneer ze worden opgeslagen,
–de omgevingstemperatuur hoger is. Het koeltoestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een temperatuurbereik waar de kamertemperatuur niet boven of onder mag liggen.
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4 °C.
20
De juiste temperatuur
De temperatuuraanduiding op het bedieningspaneel geeft altijd de gewenste temperatuur van de koelzone aan.
Wanneer de toesteldeur vaak wordt geopend, wanneer er veel levensmiddelen ineens in de koelkast worden gelegd of wanneer de omgevingstemperatuur hoog is, adviseren wij een temperatuur van tussen de 3 °C en 5 °C.
De temperatuur is instelbaar van 9 °C tot en met 1 °C.
Druk zo vaak op de temperatuurtoets, totdat de gewenste temperatuur in de temperatuuraanduiding verschijnt.
Wanneer u voor het eerst op de toets drukt, knippert die temperatuurwaarde die het laatst is ingesteld.
Blijft u op de toets drukken, dan verandert de temperatuurwaarde voortdurend: als 9°C bereikt is, wordt weer met 1°C begonnen.
De nieuw gekozen temperatuurwaarde wordt na een tijdje automatisch overgenomen en verschijnt in het display.
De temperatuur in de koelkast stelt zich nu langzaam op deze nieuwe temperatuurwaarde in.
21