Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw
toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor
uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 11 447 300
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ...............................................................5
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 14
Energie besparen .............................................................................................. 15
Beschrijving van het toestel ............................................................................. 17
Dit koeltoestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voordat u het koeltoestel in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke
richtlijnen met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan het toestel.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van het toestel en
de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor de
daaruit voortvloeiende schade.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
Het koeltoestel is bedoeld voor gebruik in huishoudens en derge-
lijke, bijvoorbeeld
– in winkels, kantoren en soortgelijke werkomgevingen
– in boerderijen
– door klanten in hotels, motels, bed en breakfast en andere specifieke woonomgevingen.
Dit koeltoestel mag niet buiten worden gebruikt.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik het koeltoestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden:
om levensmiddelen te koelen en te bewaren, om diepvriesproducten
te bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijsblokjes
te maken.
Elk ander gebruik is niet toegelaten.
Het koeltoestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijkbare stoffen of producten die onder de Richtlijn medische hulpmiddelen vallen. Een onjuist gebruik van het koeltoestel kan tot beschadiging of bederf van de bewaarde producten leiden. Verder is het
koeltoestel niet geschikt voor gebruik in ruimtes met explosiegevaar.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik
voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve
bediening.
Personen (kinderen inbegrepen) die op grond van hun fysieke of
psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van
het koeltoestel niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het
alleen onder toezicht gebruiken.
Deze personen mogen het koeltoestel enkel onder toezicht bedienen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en
wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.
Kinderen in het huishouden
Kinderen die jonger zijn dan 8jaar moeten op afstand van het
koeltoestel gehouden worden, tenzij ze steeds onder toezicht staan.
Kinderen vanaf 8 jaar mogen het koeltoestel zonder toezicht ge-
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar
zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het koeltoestel niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Houd kinderen die in de buurt van het koeltoestel komen in het
oog. Zorg ervoor dat ze nooit met het koeltoestel spelen.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij
kinderen vandaan.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koeltoestel
voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de geldende EU-richtlijnen.
Dit koeltoestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een na-
tuurlijk gas dat niet schadelijk is voor het milieu, maar wel brandbaar.
Het koelmiddel beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt het broeikaseffect niet.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel leidt echter tot een
gedeeltelijke verhoging van het werkingsgeluid. Naast de werkingsgeluiden van de compressor kunnen er stromingsgeluiden in het volledige koelcircuit ontstaan. Deze effecten zijn helaas onvermijdelijk,
maar hebben geen invloed op de prestaties van het koeltoestel.
Zorg ervoor dat bij het transporteren en het inbouwen/installeren van
het koeltoestel geen onderdelen van het koelcircuit beschadigd raken. Wegspattend koelmiddel kan een oogletsel veroorzaken.
Bij beschadigingen:
- vermijd open vuur of andere brandhaarden,
- maak het koeltoestel spanningsvrij,
- verlucht de kamer waarin het koeltoestel staat gedurende enkele
minuten,
- neem contact op met de klantendienst.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel een koeltoestel bevat, hoe groter de ruimte
moet zijn, waarin u het toestel plaatst. Bij een eventuele lekkage kan
in te kleine ruimtes een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 11g koelmiddel moet het vertrek minstens 1m3 groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje in het koeltoestel.
Vergelijk voordat u het koeltoestel aansluit de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het koeltoestel niet beschadigd raakt.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het koeltoestel is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
Het koeltoestel kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar
voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van het koeltoestel op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht komt op onderdelen die onder spanning staan
of op de elektriciteitskabel, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik
het koeltoestel daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespetterd (bijv. garage, bijkeuken etc.).
Dit koeltoestel mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Beschadigingen aan het koeltoestel kunnen uw veiligheid in ge-
vaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare beschadigingen.
Een beschadigd koeltoestel mag niet in gebruik worden genomen.
Gebruik het toestel alleen als het is ingebouwd zodat een veilige
functie is gewaarborgd.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
koeltoestel van het elektriciteitsnet zijn afgekoppeld. Het koeltoestel
is van het elektriciteitsnet afgekoppeld als:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekering van de elektrische aansluiting er geheel is uitgedraaid of
- de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek bij elektriciteitskabels met stekker niet aan de elektriciteitskabel, maar aan de
stekker om de verbinding met het elektriciteitsnet te verbreken.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uitgevoerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het koeltoestel niet door
Miele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kan Miele garanderen dat ze volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze
producten stellen.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Het koeltoestel is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertempe-
ratuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden overschreden.De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan
de binnenkant van uw koeltoestel. Een te lage kamertemperatuur
heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat
het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Sluit de ventilatiegleuven niet af om te voorkomen dat de luchtge-
leiding niet goed functioneert, het stroomverbruik stijgt en onderdelen beschadigd raken.
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het koeltoestel of
de deur van het toestel bewaart, voorkom dan dat evt. uitlopend vet
of olie in aanraking komt met kunststof delen van het koeltoestel.
Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waardoor de kunststof knapt of scheurt.
Brand- en explosiegevaar. Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
koeltoestel. Brandbare gasmengsels kunnen ontbranden door elektrische onderdelen.
Explosiegevaar. Gebruik geen elektrische toestellen in dit koeltoe-
stel (bijv.voor het maken van softijs). Er kunnen vonken ontstaan.
Bewaar geen blikjes en flesjes/flessen die koolzuurhoudende
dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen in het vriesvak. De blikjes of flesjes/flessen zouden kunnen uit elkaar spatten. U
zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Als u flesjes/flessen snel in het vriesvak wilt koelen, dient u ze ui-
terlijk na één uur weer uit het vriesvak te halen. Anders zouden ze
kunnen ontploffen. U zou zich kunnen verwonden en er zou schade
kunnen ontstaan.
Gevaar voor letsel. Raak diepvriesproducten en metalen onderde-
len niet met natte handen aan. Uw handen kunnen vastvriezen.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor letsel. Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes,
nooit meteen nadat u ze uit het vriesvak heeft gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van de diepvriesproducten kunnen de
lippen of tong vastvriezen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze
anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide levensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw
worden ingevroren.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen.
De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van
de levensmiddelenfabrikanten in acht.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Accessoires en onderdelen
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Miele geeft u na afloop van de productie van het koeltoestel een
leveringsgarantie van 15jaar voor reserve-onderdelen.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met spanningvoerende delen van het koeltoestel en zo kortsluiting veroorzaken.
Scherpe of kantige voorwerpen kunnen de verdamper bescha-
digen en functioneert het toestel niet meer correct. Gebruik geen
voorwerpen met scherpe punt of rand.
- rijm- en ijslagen te verwijderen,
- en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmings-
toestellen of kaarsen in het toestel om te voorkomen dat het kunststof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de
gezondheid.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Transport
Het toestel moet altijd rechtop en in de transportverpakking wor-
den vervoerd.
Gevaar voor letsel en schade. Het koeltoestel is erg zwaar. Vraag
daarom aan iemand u te helpen bij het vervoeren van het toestel.
Wat te doen wanneer u het toestel afdankt
Maak het slot van uw oude koeltoestel eventueel onbruikbaar. U
voorkomt daarmee dat kinderen ingesloten kunnen raken en in levensgevaar komen.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
geen delen van het koelsysteem, bijv. door
- koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
- buisleidingen om te buigen,
- beschermende lagen af te krabben.
Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)
Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruik
bestaat er geen gevaar.
Het is levensgevaarlijk om de olie in de compressor in te slikken of
in te ademen.
13
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het koeltoestel tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug.
Het oude toestel afdanken
Elektrische en elektronische toestellen
bevatten meestal waardevolle materialen. Ze bevatten ook stoffen, mengsels
en onderdelen die nodig zijn geweest
om de toestellen goed en veilig te laten
functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het gewone huisvuil gooit of er
niet goed mee omgaat, kunnen deze
stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Gooi uw oude toestellen daarom nooit met het gewone
huisvuil weg.
Let erop dat de buisleidingen van uw
koeltoestel niet worden beschadigd,
totdat het op vakkundige en milieuvriendelijke wijze wordt verschroot.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de koelmiddelen in het koelcircuit en de
olie in de compressor niet in het milieu
terechtkomen.
Het oude toestel moet tot die tijd buiten
het bereik van kinderen worden opgeslagen. Informatie hierover vindt u in
deze gebruiks- en montagehandleiding
in het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies
en waarschuwingen”.
Lever het toestel in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische toestellen, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf
verantwoordelijk voor het wissen van
eventuele persoonlijke gegevens op het
af te danken toestel.
14
Energie besparen
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
Plaatsing en onderhoud
Temperatuurinstelling
Plaats het toestel in een geventileerde ruimte.
Stel het toestel niet bloot
aan zonnestralen.
Plaats het toestel niet naast
een warmtebron.
Zorg voor een omgevingstemperatuur van ca. 20°C.
Dek ventilatieroosters niet af
en maak ze regelmatig stofvrij.
Koelzone: 4 tot 5°CHoe lager de temperatuur,
PerfectFresh Pro-zone ca.
0°C
Vriesvak: -18 °C
In gesloten, niet geventileerde ruimtes.
Direct blootgesteld aan zonnestralen.
Naast een warmtebron (verwarming, fornuis).
Bij een hoge omgevingstemperatuur vanaf 25°C.
Met ventilatieroosters die
zijn afgedekt of vol zitten
met stof.
des te hoger het energieverbruik!
15
Energie besparen
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
GebruikPlaats de plateaus, laden en
vakken zoals bij levering.
Open de deur alleen indien
nodig en zo kort mogelijk.
Leg de levensmiddelen meteen op de goede plek.
Neem een koeltas mee wanneer u boodschappen doet
en leg de levensmiddelen
snel in het koeltoestel.
Pakt u levensmiddelen uit
het toestel, neem dan wat u
nodig hebt en leg de rest zo
snel mogelijk terug om koudeverlies te voorkomen.
Laat warme gerechten en
dranken eerst buiten het
koeltoestel afkoelen.
Leg de levensmiddelen goed
verpakt of goed afgedekt in
het toestel.
Leg ingevroren levensmiddelen in de koelzone wanneer ze moeten ontdooien.
De deur vaak en lang openen betekent koudeverlies
en instroom van warme lucht
in het toestel. Het koeltoestel
heeft tijd nodig om opnieuw
te koelen en de compressor
moet langer werken.
Als levensmiddelen nog
warm of op omgevingstemperatuur zijn, ontstaat er
warme lucht in het koeltoestel. Het koeltoestel heeft tijd
nodig om opnieuw te koelen
en de compressor moet langer werken.
Wanneer vloeibare stoffen in
de koelzone verdampen en
condenseren, neemt de
koelcapaciteit af.
Zorg ervoor dat vakken niet
te zwaar worden beladen,
zodat de lucht kan circuleren.
OntdooienOntdooi het vriesvak wan-
neer er een ijslaag van maximaal 0,5 cm in zit.
16
Een verslechterde luchtstroom zorgt voor een verlies van koelcapaciteit.
Een ijslaag bemoeilijkt het
invriezen en bewaren van levensmiddelen.
Bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
a
In-/uitschakelen
van het gehele koeltoestel
b
Optische interface
(alleen voor de klantendienst)
c
De
functie SuperKoelen in-/uitschakelen
d
Temperatuur instellen
( = kouder),
keuzetoets in de instellingsmodus
e
Een keuze bevestigen (OK-toets)
f
Temperatuur instellen
( = warmer),
keuzetoets in de instellingsmodus
g
Instellingmodus in-/uitschakelen
h
Toets voor het uitschakelen van de
zoemer bij deuralarm
i
Display met temperatuurweergave en
symbolen. (De symbolen zijn alleen
zichtbaar in de instellingsmodus bij
een alarm of melding. Zie de tabel
voor de betekenis van de symbolen.)
17
Beschrijving van het toestel
Betekenis van de symbolen
SymboolBetekenisFunctie
VergrendelingHiermee wordt voorkomen dat per ongeluk
het toestel wordt uitgeschakeld, een andere
temperatuur wordt ingesteld, de functie SuperKoelen wordt ingeschakeld en instellingen worden gewijzigd.
GeluidssignalenKeuzemogelijkheden van toetssignaal en
zoemer bij deuralarm
Miele@homeAlleen zichtbaar bij een geplaatste en aan-
gemelde Miele@home communicatiestick
Lichtsterkte van de
display
Vervangingsindicator
geurfilter (Active
AirClean)
SabbatmodusSabbatmodus in- en uitschakelen
Elektrische aansluitingBevestigt dat het koeltoestel elektrisch wel
AlarmBrandt bij deuralarm, knippert bij foutmel-
Demo-
functie (alleen zichtbaar als functie is ingeschakeld)
Lichtsterkte van de display instellen
De functie moet worden geactiveerd na het
plaatsen van een geurfilter. De indicator
gaat branden als u de filter moet vervangen
is aangesloten, ook wanneer het niet is ingeschakeld
dingen
Uitschakeling demofunctie
18
Beschrijving van het toestel
a
Bedieningspaneel
b
Vriesvak met rooster
(afhankelijk van het model)
c
Eierhouder/deurvak
d
Ventilator
e
Plateau met
verlichting (FlexiLight)
f
Draagplateau
g
Deurvak voor flessen
h
Flessenrek (afhankelijk van het model)
i
Binnenverlichting
PerfectFresh Pro-zone
j
Droogvak
PerfectFresh Pro-zone
k
Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
l
Regelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in de vochtvakken
(afhankelijk van het model)
m
Vochtvakken
PerfectFresh Pro-zone
(afhankelijk van het model)
Op deze afbeelding wordt een toestelmodel
als voorbeeld weergegeven.
De PerfectFresh Pro-zone voldoet aan
de eis van een koelvak volgens EN
ISO 15502.
19
Beschrijving van het toestel
Bij te bestellen accessoires
Het Miele-assortiment omvat tal van
handige accessoires, alsmede reinigings- en onderhoudsmiddelen die speciaal op uw koeltoestel zijn afgestemd.
Bij te bestellen accessoires kunt u bij
Miele (zie achterin deze gebruiksaanwijzing), in de webshop van Miele of
bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.
Universeel microvezeldoekje
Het microvezeldoekje is handig bij het
verwijderen van vingerafdrukken en ander licht vuil op roestvrijstalen fronten,
panelen, ramen, meubels enz.
MicroCloth-kit
De MicroCloth-kit bestaat uit een universeel doekje, een glasreinigingsdoekje en een hoogglansdoekje.
De doekjes zijn bijzonder scheur- en
slijtvast. Door de zeer fijne microvezels
hebben de doekjes een grote reinigingscapaciteit.
Flessenrek
Anti-geurfilters met houder KKF-FF
(Active AirClean)
De anti-geurfilter neutraliseert onaangename geuren in de koelzone en zorgt zo
voor een betere luchtkwaliteit.
Breng de houder van de anti-geurfilter
aan op de achterste beschermlijst van
het plateau, u kunt de houder naar
wens verplaatsen.
Activeer nu de vervangingsindicator
voor het geurfilter in de instellingenmodus (zie hoofdstuk “Overige instellingen”, paragraaf “Vervangingsindicator
geurfilter ”).
Anti-geurfilters met houder KKF-RF
(Active AirClean)
U kunt bij Miele vervangende filters (Active AirClean) verkrijgen die in deze
houder passen. Wij adviseren de antigeurfilters om de 6 maanden te vervangen.
Flessen kunt u op het flessenrek in de
koelzone leggen. Daarmee bespaart u
ruimte.
Het flessenrek kan op verschillende manieren in de koelzone worden geplaatst.
20
WiFi-stick XKS3130W
(Miele@home)
De WiFi-stick maakt uw koeltoestel geschikt voor communicatie, zodat gegevens van het toestel op elk moment opgeroepen kunnen worden met een
smartphone of tablet (iOS®- en
Android™-systemen).
Om de Miele@mobile-app of
Miele@home-functies (zoals het inschakelen van SuperKoelen/SuperFrost) te
kunnen gebruiken, moet de WiFi-stick
in het Miele-koeltoestel worden gestoken en met uw WiFi-netwerk zijn verbonden.
Beschrijving van het toestel
Bij de stick is een montage- en installatiehandleiding gevoegd, die de installatie van de WiFi-stick en de aanmelding
bij een WiFi-netwerk beschrijft.
21
Koeltoestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Verpakkingsmateriaal
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
uit de binnenruimte.
Beschermfolie
De roestvrijstalen lijsten en panelen in
het koeltoestel zijn voorzien van een folie ter bescherming tijdens het transport.
Trek deze folie van de roestvrijstalen
lijsten en panelen.
Koeltoestel reinigen
Neem daarbij de aanwijzingen uit het
hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”
in acht.
Reinig de binnenkant van het toestel
en de accessoires.
Accessoires
Flessenhouder plaatsen
De flessenhouder wordt in het deurvak
voor flessen geplaatst. Flessen staan
steviger wanneer u de deur van het toestel opent en sluit.
Plaats de flessenhouder in het mid-
den van de achterkant van het deurvak voor flessen.
22
Koeltoestel in- en uitschakelen
Het koeltoestel bedienen
U bedient dit toestel door de sensortoetsen aan te raken.
Iedere keer wanneer u een sensortoets
aantipt, klinkt er een signaal. Dit toetssignaal kunt u uitschakelen. Zie hoofdstuk: “Het wijzigen van instellingen”, paragraaf: “Geluidssignalen”.
Koeltoestel inschakelen
Nadat het toestel elektrisch is aangesloten, verschijnt na korte tijd in de display
symbool t voor de elektrische aansluiting.
Tip de Aan/Uit – toets aan.
Symbool voor de elektrische aan-
sluiting gaat uit en in de display verschijnt de temperatuur.
Het koeltoestel begint te koelen.
Wanneer de deur van het koeltoestel
wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan en wordt de LED-verlichting
van de plateaus steeds sterker, totdat
de maximale lichtsterkte is bereikt.
Voordat u voor de eerste keer levensmiddelen in het koeltoestel legt,
kunt u het toestel het beste een paar
uur laten voorkoelen.
Koeltoestel uitschakelen
Raak de aan-uittoets aan.
Is dat niet mogelijk, dan is de vergrendeling ingeschakeld.
Op de display gaat de temperatuuraanduiding uit en verschijnt het symbool voor de elektrische aansluiting.
De binnenverlichting gaat uit. De
koeling wordt uitgeschakeld.
Bij langere afwezigheid
Als het toestel bij langere afwezigheid wordt uitgeschakeld, maar niet
wordt gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
van het toestel gesloten blijft.
Reinig het toestel in ieder geval.
Wanneer u het toestel langere tijd niet
gebruikt, doe dan het volgende:
Schakel het koeltoestel uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering van de huisinstallatie uit.
Ontdooi het vriesvak.
Reinig het koeltoestel en laat de deur
open staan om het toestel voldoende
te verluchten en te voorkomen dat er
geurtjes ontstaan.
23
De juiste temperatuur
De juiste temperatuurinstelling is heel
belangrijk voor het bewaren van de voedingsmiddelen. Voedingsmiddelen bederven snel door micro-organismen.
Dat kan door de juiste bewaartemperatuur worden voorkomen of vertraagd.
De temperatuur beïnvloedt de snelheid
waarmee de micro-organismen groeien.
Als de temperatuur daalt, vertragen deze processen.
De temperatuur in het koeltoestel stijgt
als:
- u vaak en gedurende lange tijd de
deur van het toestel opent
- er meer voedingsmiddelen worden
bewaard
- de temperatuur van de voedingsmiddelen hoger is, wanneer ze worden
opgeslagen
- de omgevingstemperatuur van het
koeltoestel hoger is. Het koeltoestel
is gemaakt voor een bepaalde klimaatklasse waar de kamertemperatuur niet boven of onder mag liggen.
... in de koelzone en de
PerfectFresh Pro-zone
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4°C.
In de PerfectFresh Pro-zone wordt de
temperatuur automatisch geregeld en
ligt hij tussen de 0en 3°C.
Automatische temperatuurverdeling
(DynaCool)
Wanneer u de koelzone inschakelt,
schakelt het koeltoestel automatisch de
ventilator in. Daardoor wordt de kou in
de koelzone gelijkmatig verdeeld, zodat
de levensmiddelen die in de koelzone
zijn opgeslagen met ongeveer dezelfde
temperatuur worden gekoeld.
... in het vriesvak
Om verse voedingsmiddelen in te vriezen en langdurig te bewaren, moet de
temperatuur -18°C zijn. Bij deze temperatuur wordt de groei van micro-organismen grotendeels gestopt. Zodra de
temperatuur hoger wordt dan -10°C,
begint de aantasting door de micro-organismen en de voedingsmiddelen zijn
minder lang houdbaar. Daarom mogen
(gedeeltelijk) ontdooide voedingsmiddelen pas weer worden ingevroren, nadat ze zijn verwerkt (koken of braden).
Door de hoge temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
24
De juiste temperatuur
Temperatuurweergave
Is het toestel normaal in gebruik, dan
geeft de temperatuuraanduiding in de
display de gemiddelde temperatuur
aan, die op dat moment in de koelzone heerst.
Het kan zeker een paar uur duren voordat de gewenste temperatuur wordt bereikt en constant wordt aangegeven. Dit
hangt o.a. van de kamertemperatuur en
de instelling af.
Temperatuur instellen
Bij een temperatuur van 4 °C in de
koelzone wordt de temperatuur in het
vriesvak gemiddeld -18°C.
Stel met de sensortoetsen onder de
display de temperatuur in.
Het drukken op de sensortoets heeft
het volgende effect
- Temperatuur gaat omlaag,
- Wanneer u voor het eerst aantipt, dan
knippert de temperatuurwaarde die u
het laatst heeft ingesteld.
- Vanaf de tweede keer dat u drukt,
verandert de temperatuurwaarde in
stappen van 1 °C.
- Wanneer u de toets niet loslaat, verandert de temperatuurwaarde continu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het
laatst op een temperatuurtoets heeft
gedrukt, verschijnt in de temperatuuraanduiding automatisch de temperatuurwaarde die op dat moment in het
desbetreffende gedeelte heerst.
of
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Hebt u de temperatuur gewijzigd, controleer dan de temperatuuraanduiding
en wel na ca. 6 uur wanneer er weinig
levensmiddelen in het toestel liggen en
na ca. 24 uur wanneer er veel levensmiddelen in zitten. Pas dan is de ingestelde temperatuur bereikt.
Is de temperatuur dan nog te hoog of
te laag, wijzig de temperatuur dan.
- Temperatuur gaat omhoog.
De temperatuurwaarde die u instelt
knippert in de temperatuuraanduiding.
Bij het aantippen van de temperatuurtoetsen, ziet u in de display het volgende veranderen:
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is instelbaar van 3 °C
tot en met 9 °C.
25
De juiste temperatuur
De temperatuur in de
PerfectFresh Pro-zone wijzigen
In de PerfectFresh-zone wordt de temperatuur automatisch op 0 °C tot 3°C
gehouden. Wanneer u het daar echter
warmer of kouder wilt hebben, bijv. omdat u vis wilt bewaren, kunt u de temperatuur wijzigen.
De temperatuur in de PerfectFresh
Pro-zone is ingesteld op stand 5. Als
u stand 1 tot en met 4 instelt, kan de
temperatuur tot onder het vriespunt
dalen. De levensmiddelen kunnen
dan bevriezen!
Kies dan een hogere stand.
Tip de toets voor de instellingsmodus
aan.
Op de display verschijnen alle selecteerbare symbolen. Het symbool
knippert.
Op het display knippert de laatst geselecteerde instelling. Het symbool
brandt.
Door de toets of aan te tippen,
kunt u de temperatuur in de
PerfectFresh Pro-zone wijzigen. U
kunt kiezen tussen stand 1tot en met
De geselecteerde instelling wordt overgenomen. Het symbool knippert.
Tip de temperatuurtoetsen ( of )
zo vaak aan, totdat het symbool
begint te knipperen op de display.
Tip de OK-toets aan om uw keuze te
bevestigen.
26
Tip de toets voor de instellingsmodus
aan om de instellingsmodus te verlaten.
Doet u dat niet, dan verlaat de elektronica na ca. één minuut automatisch de instellingsmodus.
Het duurt enige tijd voordat de ingestelde temperatuur is bereikt in de
PerfectFresh Pro-zone.
Het gebruik van “SuperKoelen”
Functie SuperKoelen
Met de functie SuperKoelen worden de
koelzone en het vriesvak zeer snel tot
de koudste waarde afgekoeld (afhankelijk van de omgevingstemperatuur).
SuperKoelen inschakelen
Schakel SuperKoelen in voordat u de
levensmiddelen en dranken in het toestel legt:
- U wilt grote hoeveelheden verse levensmiddelen of dranken snel afkoelen.
- U wilt levensmiddelen invriezen.
Tip de toets Superkoelen aan totdat
deze geel oplicht.
De temperatuur daalt zodat de koelcapaciteit van het koelapparaat maximaal
is.
SuperKoelen uitschakelen
De functie SuperKoelen wordt automatisch na ongeveer 12uur uitgeschakeld.
Het toestel werkt weer met normale
koelcapaciteit.
Om energie te besparen, kunt u de
functie Superkoelen zelf uitschakelen
zodra de levensmiddelen of dranken
koel genoeg zijn.
Tip de toets Superkoelen aan totdat
deze niet meer geel oplicht.
De koelcapaciteit van het toestel is
weer normaal.
27
Deuralarm
Het koeltoestel heeft een waarschuwingssysteem dat in werking treedt
wanneer de deur te lang open staat.
Daarmee wordt voorkomen dat er onnodig veel energie wordt verbruikt en
dat het voor de opgeslagen voedingsmiddelen te warm wordt.
Wanneer de toesteldeur te lang openstaat, gaat er een zoemer. Daarnaast
brandt het alarmsymbool.
De tijd voordat het deuralarm gaat, is
afhankelijk van de aantal minuten dat
daarvoor is ingesteld. Vanuit de fabriek
is 2 of 4minuten ingesteld. Het deuralarm kan echter ook worden uitgeschakeld. Zie het hoofdstuk “Overige
instellingen uitvoeren”, paragraaf “Geluidssignalen”.
Zodra de toesteldeur wordt gesloten,
houdt de zoemer op en gaat alarmsymbool uit.
Klinkt er geen zoemer, hoewel er wel
sprake is van een deuralarm, dan is de
zoemer bij deuralarm uitgeschakeld in
de instellingsmodus. Zie het hoofdstuk
“Het wijzigen van instellingen”, paragraaf “Geluidssignalen”.
Deuralarm voortijdig uitschakelen
Hindert de zoemer u, dan kunt u deze
voortijdig uitschakelen.
Tip daarvoor de toets voor het uit-
schakelen van de zoemer bij deuralarm aan.
De zoemer houdt op.
Alarm-symbool blijft branden totdat
de deur wordt gesloten.
28
Het wijzigen van instellingen
Bepaalde instellingen van het toestel
kunt u alleen in de instelmodus wijzigen.
Zit u in de instelmodus, wordt het
deuralarm of een andere foutmelding
automatisch onderdrukt; in de display
brandt echter wel alarmsymbool; .
Mogelijke instellingen
Vergrendeling in-/uitschakelen
Geluidssignalen in-/uitschakelen
Lichtsterkte van de display wij-
zigen
De temperatuur in de
PerfectFresh Pro-zone wijzigen
Sabbatmodus in-/uitschakelen
Geurfilter (Active AirClean) ver-
vangen
Hoe u de temperatuur in dePerfectFreshPro-zone wijzigt, wordt
beschreven in het hoofdstuk “De juiste
temperatuur”.
Alle overige instelmogelijkheden worden
hieronder beschreven.
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat per ongeluk:
- het toestel wordt uitgeschakeld,
- een andere temperatuur wordt ingesteld,
- de functie SuperKoelen wordt ingeschakeld
- en instellingen worden gewijzigd (het
uitschakelen van de vergrendeling is
wel mogelijk).
Hiermee kan worden voorkomen dat
bijv. kinderen iets aan de bediening van
het toestel veranderen of het toestel uitschakelen.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Tip de Aan/Uit - toets voor de instel-
lingsmodus aan.
In de display verschijnen alle symbolen
voor de instellingsmodus. Symbool
knippert.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
In de display knippert de laatst ingestelde variant. Symbool brandt.
29
Het wijzigen van instellingen
Schakel met de en - toetsen de
vergrendeling in of uit.
1: de vergrendeling is uitgeschakeld.
0De vergrendeling is ingeschakeld.
Geluidssignalen
Het toestel beschikt over geluidssignalen zoals een toetssignaal en een zoemer bij deur- en temperatuuralarm.
Het toetssignaal en de zoemer bij deuralarm kunt u in- en uitschakelen.
Er zijn 4 varianten. Vanuit de fabriek is
variant3 ingesteld, d.w.z. toetssignaal
en zoemer bij deuralarm zijn ingeschakeld.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Wat u heeft ingesteld, wordt overgenomen. Symbool knippert.
Tip de Aan/Uit - toets voor de instel-
lingsmodus aan om deze modus te
verlaten. Doet u dat niet, verlaat de
elektronica na ca. één minuut automatisch de instellingsmodus.
Is de vergrendeling ingeschakeld,
brandt in de display .
Geluidssignalen in-/uitschakelen
Raak de toets voor de instellingsmo-
dus aan.
Op de display verschijnen alle selecteerbare symbolen. Het symbool
knippert.
Raak de temperatuurtoetsen ( of )
zo vaak aan, totdat het symbool
begint te knipperen op de display.
Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen.
30
Op de display knippert de laatst geselecteerde instelling. Het symbool
brandt.
Loading...
+ 70 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.