Miele K 34472 iD, K 34473 iD, K 35472 iD, K 35473 iD, K 37472 iD User Manual [nl]

...
Gebruiks- en montagehandleiding Koeltoestel
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 09 938 751
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 12
Energie besparen ................................................................................................13
Beschrijving van het toestel ............................................................................... 15
Bij te bestellen accessoires................................................................................... 18
Koeltoestel in- en uitschakelen.......................................................................... 19
Het koeltoestel bedienen....................................................................................... 20
Koeltoestel inschakelen......................................................................................... 20
Koeltoestel uitschakelen........................................................................................ 20
Koeltoestel uitschakelen...................................................................................20
Bij langdurige afwezigheid .................................................................................... 21
De juiste temperatuur ......................................................................................... 22
. . . in de koelzone en de PerfectFresh-zone......................................................... 22
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool)..............................................22
Temperatuurweergave........................................................................................... 23
Temperatuur instellen ............................................................................................ 23
Temperatuur in de PerfectFresh-zone wijzigen ..................................................... 24
Het gebruik van "SuperKoelen" ......................................................................... 25
Deuralarm............................................................................................................. 26
Deuralarm voortijdig uitschakelen......................................................................... 26
Het wijzigen van instellingen..............................................................................27
Vergrendeling .................................................................................................... 27
Geluidssignalen ............................................................................................... 28
Lichtsterkte van het display .............................................................................. 29
Sabbatmodus .................................................................................................... 30
Levensmiddelen in de koelzone bewaren.........................................................32
Verschillende koelgedeelten.................................................................................. 32
Niet geschikt voor het koelen................................................................................ 33
Waar u in de winkel al op moet letten ................................................................... 33
Levensmiddelen juist bewaren.............................................................................. 33
Levensmiddelen in de PerfectFresh-zone opslaan .......................................... 34
Droogtevak ......................................................................................................... 35
Vochtvak , ....................................................................................................... 35
De binnenruimte indelen..................................................................................... 37
Deurvak/flessenvak verplaatsen............................................................................ 37
2
Inhoud
Flessensteun ......................................................................................................... 37
Plateaus met verlichting ........................................................................................ 37
Plateaus in hoogte verstellen ...........................................................................37
Flessenrek verplaatsen.......................................................................................... 38
PerfectFresh-laden ................................................................................................ 38
Ontdooien............................................................................................................. 40
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 41
Het koeltoestel voor de reiniging voorbereiden..................................................... 42
Binnenkant en toebehoren reinigen....................................................................... 44
Deurdichting reinigen ............................................................................................ 45
Ventilatieopeningen reinigen ................................................................................. 45
Nuttige tips.......................................................................................................... 46
Geluiden en de oorzaken ervan .........................................................................54
Miele@home......................................................................................................... 55
Service en garantie ............................................................................................. 57
Informatie voor de handelaar ............................................................................. 58
Demo-functie ...................................................................................................... 58
Elektrische aansluiting........................................................................................ 60
Montage-instructies............................................................................................61
Plaats van opstelling ............................................................................................. 61
Klimaatklasse ...................................................................................................61
Luchttoevoer en luchtafvoer.................................................................................. 62
Vóór het reinigen van het koeltoestel .................................................................... 63
Had uw oude koeltoestel een andere scharniertechniek? ............................... 64
Roestvrijstalen front..........................................................................................64
Inbouwmaten ....................................................................................................... 65
Openingshoek van de deur van het toestel verkleinen.................................... 66
Draairichting van deur veranderen .................................................................... 67
Koeltoestel inbouwen .........................................................................................71
Het monteren van de meubeldeur......................................................................... 78
3

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Dit koeltoestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin­gen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en materiële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het koeltoestel in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veilig­heid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veiligheid en voorkomt schade aan het koeltoestel.
Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt doorgeven aan een eventuele volgende bezitter!

Juist gebruik

Dit koeltoestel is uitsluitend bedoeld voor gebruik in het huishou-
den en gelijkaardige omgevingen. Het is niet bestemd voor gebruik buiten.
Dit koeltoestel is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren
van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar.
Het koeltoestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de richtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd ge­bruik van het koeltoestel kunnen producten worden beschadigd of bederven. Bovendien is het koeltoestel ook niet geschikt voor ge­bruik in explosieve omgevingen. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver­keerd werd bediend.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn het koeltoestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog worden gehouden. Deze personen mogen het koeltoestel enkel onder toezicht bedie­nen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.

Kinderen in het huishouden

Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het koel-
toestel worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden ge­houden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het koeltoestel zonder toezicht
gebruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor ge­vaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het koeltoestel niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Houd kinderen die in de buurt van het koeltoestel komen in het
oog. Zorg ervoor dat ze nooit met het koeltoestel spelen.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.

Technische veiligheid

Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koeltoestel
voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante EU-richtlijnen.
Dit koeltoestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een na-
tuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet. Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel geleid tot meer lawaai als het koeltoestel aanstaat. Er kunnen afgezien van de geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele koel­circuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen invloed op de capaciteit van het koeltoestel. Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen onder­delen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken! In geval van beschadiging:
– vermijd open vuur of ontstekingsbronnen, – ontkoppel het koeltoestel van het elektriciteitsnet, – verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het koel-
toestel staat en
– neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter
het vertrek moet zijn waar het koeltoestel wordt opgesteld. In te klei­ne vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. De kamer moet per 8 g koelmiddel minstens 1 m groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel staat op het typeplaatje bin­nenin het toestel.
Vergelijk voordat u het koeltoestel aansluit de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het koel­toestel niet beschadigd raakt. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektri­cien.
De elektrische veiligheid van het koeltoestel is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
3
Het koeltoestel kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui­ten van het koeltoestel op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht op spanningvoerende delen of de elektriciteits-
kabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik het koeltoestel daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespetterd (bijv. gara­ge, waskeuken etc.).
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit koeltoestel mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het koeltoestel kunnen uw veiligheid in ge-
vaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare beschadigingen. Een beschadigd koeltoestel mag niet in gebruik worden genomen.
Gebruik het toestel alleen als het is ingebouwd zodat een veilige
functie is gewaarborgd.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
koeltoestel van het elektriciteitsnet zijn afgekoppeld. Het koeltoestel is van het elektriciteitsnet afgekoppeld als:
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of – de schroefzekering van de elektrische aansluiting er geheel is uit-
gedraaid of
– de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek bij elektriciteits-
kabels met stekker niet aan de elektriciteitskabel, maar bij de stekker om de verbinding met het elektriciteitsnet te verbreken.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uit­gevoerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het koeltoestel niet door
Miele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga­randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Efficiënt gebruik

Het koeltoestel is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertempe-
ratuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden over­schreden.De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw koeltoestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Sluit de ventilatiegleuven niet af om te voorkomen dat de luchtge-
leiding niet goed functioneert,het stroomverbruik stijgt en onderdelen beschadigd raken.
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het koeltoestel of
de deur van het toestel bewaart, voorkom dan dat evt. uitlopend vet of olie in aanraking komt met kunststof delen van het koeltoestel. Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waar­door de kunststof knapt of scheurt.
Bewaar geen stoffen in het koeltoestel die drijfgassen of andere
verstuivingsmiddelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt inge­schakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambare producten tot explosie brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen in dit koeltoestel, bijv. voor het
maken van ijs. Dit om vonken en een explosie te voorkomen.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen. De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali­teit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be­waard. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmiddelenfabrikanten in acht.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro­ductaansprakelijkheid.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Reiniging en onderhoud

Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span­ningvoerende delen van het koeltoestel en zo kortsluiting veroorza­ken.
Scherpe of kantige voorwerpen kunnen de verdamper bescha-
digen en functioneert het toestel niet meer correct. Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand.
– rijp- en ijslagen te verwijderen, – en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmings-
toestellen of kaarsen in het toestel om te voorkomen dat het kunst­stof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas­sen bevatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de gezondheid.

Transport

Het toestel moet altijd rechtop en in de transportverpakking wor-
den vervoerd.
Het koeltoestel is erg zwaar. Vraag daarom iemand u te helpen
met het vervoeren ervan. U zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Wat te doen wanneer u het toestel afdankt

Maak het slot onbruikbaar om te voorkomen dat kinderen in het
koeltoestel ingesloten kunnen raken en in levensgevaar komen.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
geen delen van het koelsysteem, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken, – buisleidingen om te buigen, – beschermende lagen af te krabben.

Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)

Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruik bestaat er geen gevaar!
Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of in
te ademen.
11

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het koude­toestel tegen transportschade. Het ver­pakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas­ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking over het algemeen terug.

Het afdanken van het oude toestel

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn ge­weest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische oude toestellen.
12
Let erop dat de buisleidingen van uw koeltoestel niet worden beschadigd, totdat het op vakkundige en milieu­vriendelijke wijze wordt verschroot. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat de koelmiddelen in het koelsysteem en de olie in de compressor niet in het mili­eu terechtkomen.
Het oude toestel moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen worden opge­slagen. Zie voor meer informatie hier­over het hoofdstuk: "Veiligheidsinstruc­ties en waarschuwingen" van de ge­bruiksaanwijzing.

Energie besparen

Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaatsing en on­derhoud
Temperatuur­instelling
Plaats het toestel in een ge­ventileerde ruimte.
Stel het toestel niet bloot aan zonnestralen.
Plaats het toestel niet naast een warmtebron.
Zorg voor een omgevings­temperatuur van ca. 20°C.
Dek ventilatieroosters niet af en maak ze regelmatig stof­vrij.
Koelzone: 4 tot 5°C Hoe lager de temperatuur,
PerfectFresh-zone ca. 0 °C
In gesloten, niet geventileer­de ruimtes.
Direct blootgesteld aan zon­nestralen.
Naast een warmtebron (ver­warming, fornuis).
Bij een hoge omgevingstem­peratuur.
Met ventilatieroosters die zijn afgedekt of vol zitten met stof.
des te hoger het energiever­bruik!
13
Energie besparen
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Gebruik Plaats de plateaus, laden en
vakken zoals bij levering.
Open de deur alleen indien nodig en zo kort mogelijk. Leg levensmiddelen bij het inruimen meteen op de goede plek.
Neem bij het boodschappen doen een koeltas mee en leg de levensmiddelen zo snel mogelijk in het toestel. Plaats levensmiddelen die u uit het toestel neemt zo snel mogelijk weer terug, voordat ze warm worden. Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toe­stel afkoelen.
Leg de levensmiddelen al­leen afgedekt of verpakt in het toestel.
Leg ingevroren levensmid­delen in de koelzone wan­neer ze moeten ontdooien.
Deur vaak en lang openen betekent koudeverlies en in­stroom van warme lucht in het toestel. Het toestel koelt en de compressor moet lan­ger werken.
Zijn levensmiddelen nog warm wanneer ze in het koeltoestel worden gelegd, ontstaat er warme lucht in het koeltoestel. Het toestel koelt en de compressor moet langer werken.
Wanneer vloeibare stoffen in de koelzone condenseren, neemt de koelcapaciteit af.
14
Zorg ervoor dat vakken en laden niet te zwaar worden beladen, zodat de lucht kan circuleren.
Een verslechterde lucht­stroom zorgt voor een ver­lies van koelcapaciteit.

Bedieningspaneel

Beschrijving van het toestel

a
Aan/Uit - toets
van het hele koeltoestel
b
Optische interface
(enkel voor de klantendienst)
c
Superkoeling - toets
d
Temperatuurtoets ( = kouder), keuzetoets in de instel­lingsmodus
e
Toets voor het bevestigen van een keuze (OK - toets)
f
Temperatuurtoets ( = warmer), keuzetoets in de instel­lingsmodus
g
Aan/Uit - toets van de instellingsmo­dus
h
Toets voor het uitschakelen van de zoemer bij deuralarm
i
Display met temperatuuraanduiding en symbolen. De symbolen zijn alleen zichtbaar in de instellingsmodus, bij een alarm of melding. Voor de bete­kenis van de symbolen zie tabel.
15
Beschrijving van het toestel

Betekenis van de symbolen

Symbool Betekenis Functie:
Vergrendeling Hiermee wordt voorkomen dat per ongeluk
het toestel wordt uitgeschakeld, een andere temperatuur wordt ingesteld, de functie Su­perKoelen wordt ingeschakeld en instel­lingen worden gewijzigd.
Geluidssignalen Keuzemogelijkheden van toetssignaal en
zoemer bij deuralarm
Miele@home Alleen zichtbaar bij een geplaatste en aan-
gemelde Miele@home communicatiemodu­le of communicatiestick. Zie hoofdstuk: "Miele@home".
Lichtsterkte van het
display
Temperatuur
PerfectFresh
Sabbatmodus Sabbatmodus in- en uitschakelen
Elektrische aansluiting Bevestigt dat het koeltoestel elektrisch wel
Alarm Brandt bij deuralarm; knippert bij foutmel-
Demo-
functie (alleen zicht­baar als functie is in­geschakeld)
Lichtsterkte van het display instellen
Temperatuur in de PerfectFresh-zone wijzi­gen
is aangesloten, ook wanneer het niet is in­geschakeld
dingen
Uitschakeling demofunctie
16
Beschrijving van het toestel
a
Bedieningspaneel
b
Ventilator
c
Plateau met verlichting (FlexiLight)
d
Deurvak met eierhouder
e
Plateau
f
Flessenrek
g
Deurvak voor flessen
h
Droogtevak PerfectFresh-zone
i
Gootje voor het dooiwater en afvoer­opening voor het dooiwater
j
Regelaar voor het instellen van de luchtvochtigheid in de vochtvakken (Afhankelijk van het model)
k
Vochtvak PerfectFresh-zone (Afhan­kelijk van het model)
Schematische afbeelding
De PerfectFresh-zone voldoet aan de eis van een koelvak volgens EN ISO
15502.
17
Beschrijving van het toestel

Bij te bestellen accessoires

Flessenrek

Flessen kunt u op het flessenrek leg­gen. Daarmee bespaart u ruimte. Het flessenrek kan op verschillende ma­nieren in het toestel worden geplaatst.

Voor het onderhoud van roestvrij staal hebt u het volgende nodig.

Een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal, verkrijgbaar in een fles. Dit middel brengt iedere keer wanneer het wordt gebruikt een film over het roestvrij staal aan met een water- en vuilwerende wer­king. Het middel verwijdert waterstre­pen, vingerafdrukken en andere vlekken en laat het oppervlak stralen.
Het doekje voor roestvrij staal bevat het bovengenoemde onderhoudsmid­del. Het doekje heeft dezelfde reinigen­de en beschermende eigenschappen als bovengenoemd middel.

Universeel microvezeldoekje

Het microvezeldoekje is handig bij het verwijderen van vingerafdrukken en an­der licht vuil op roestvrijstalen fronten, panelen, ramen, meubels enz.
U kunt bij te bestellen accessoires via internet, bij Miele of bij uw Miele-han­delaar bestellen.
18
Miele-onlineshop:
shop.miele.de

Koeltoestel in- en uitschakelen

Voor het eerste gebruik

Verpakkingsmateriaal

Verwijder al het verpakkingsmateriaal
uit de binnenruimte.

Beschermfolie

De roestvrijstalen lijsten en panelen zijn voorzien van een folie die dient ter be­scherming van het toestel tijdens het transport.
Trek deze folie van de roestvrijstalen
lijsten en panelen af.

Reiniging en onderhoud

Volg daarvoor beslist de betreffende instructies in het hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
Tip: Wij adviseren, de roestvrijstalen oppervlakken meteen na verwijdering van de beschermfolie met het onder­houdsmiddel voor roestvrij staal van Miele in te wrijven (zie "Accessoires ­Na te bestellen accessoires").

Accessoires

- Fleshouder

De flessenhouder wordt in het deurvak voor flessen geplaatst. Flessen staan steviger wanneer u de deur van het toe­stel opent en sluit.
Plaats de flessenhouder in het mid-
den van de achterkant van het deur­vak voor flessen.
Belangrijk! Bovengenoemd middel brengt een beschermende film over het roestvrij staal aan met een water­en vuilwerende werking.
Reinig de binnenkant van het appa-
raat en de accessoires.
19
Koeltoestel in- en uitschakelen

Het koeltoestel bedienen

U bedient dit toestel door de sensor­toetsen aan te raken.
Iedere keer wanneer u een sensortoets aantipt, klinkt er een signaal. Dit toets­signaal kunt u uitschakelen. Zie hoofd­stuk: "Het wijzigen van instellingen", paragraaf: "Geluidssignalen".

Koeltoestel inschakelen

Nadat het toestel elektrisch is aangeslo­ten, verschijnt na korte tijd in het dis­play symbool t voor de elektrische aan­sluiting.
Tip de Aan/Uit – toets aan. Symbool t voor de elektrische aan-
sluiting gaat uit en in het display ver­schijnt de temperatuur.
Het koeltoestel begint te koelen.
Wanneer de deur van het koeltoestel wordt geopend, gaat de binnenverlich­ting aan en wordt de LED-verlichting van de plateaus steeds sterker, totdat de maximale lichtsterkte is bereikt.
Voordat u voor de eerste keer le­vensmiddelen in het koeltoestel legt, kunt u het toestel het beste een paar uur laten voorkoelen.

Koeltoestel uitschakelen

Tip de Aan/Uit – toets aan.
Is dat niet mogelijk, is de vergrende­ling ingeschakeld.
In het display gaat de temperatuuraan­duiding uit en verschijnt symbool voor de elektrische aansluiting.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling wordt uitgeschakeld.

Koeltoestel uitschakelen

U kunt het koeltoestel ieder moment uitschakelen.
Tip de Aan/Uit – toets aan.
In het display gaat de temperatuuraan­duiding uit en verschijnt symbool voor de elektrische aansluiting.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling wordt uitgeschakeld.
Zodra u het toestel weer inschakelt, is de sabbatmodus uitgeschakeld.
20
Koeltoestel in- en uitschakelen

Bij langdurige afwezigheid

Wanneer u het toestel langere tijd niet meer gebruikt, doe dan het volgende:
schakel het koeltoestel uit,trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit,
reinig het toestel enlaat de deur open staan om het toe-
stel te luchten en te voorkomen dat er geurtjes ontstaan.
Als het toestel bij langdurige afwezig­heid wordt uitgeschakeld, maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de deur van het toestel gesloten blijft.
21

De juiste temperatuur

Het is voor de houdbaarheid van de le­vensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de le­vensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de mi­cro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langzamer de mi­cro-organismen groeien en des te lan­ger het duurt voordat de levensmid­delen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee be­derf voorkomen of vertragen.
De temperatuur in het toestel stijgt als
– u vaak en gedurende lange tijd de
deur van het toestel opent,
– er meer levensmiddelen worden op-
geslagen,
– de temperatuur van de levensmid-
delen hoger is, wanneer ze worden opgeslagen,
– de omgevingstemperatuur hoger is.
Het koeltoestel is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een kli­maatklasse is een temperatuurbereik waar de kamertemperatuur niet bo­ven of onder mag liggen.

. . . in de koelzone en de PerfectFresh-zone

Voor de koelzone adviseren wij een koeltemperatuur van 4 °C.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem­peratuur automatisch geregeld en ligt tussen de 0 en 3°C.

Automatische temperatuurverdeling (DynaCool)

Altijd wanneer u de koelkast inschakelt, schakelt het toestel automatisch de ventilator in. Daarmee wordt de koude in de koelzone gelijkmatig verdeeld, zo­dat de levensmiddelen die in de koelzo­ne zijn opgeslagen met ongeveer de­zelfde temperatuur worden gekoeld.
22
De juiste temperatuur

Temperatuurweergave

Is het toestel normaal in gebruik, dan geeft de temperatuuraanduiding in het display de gemiddelde temperatuur aan, die op dat moment in de koelzo­ne heerst.
Het kan zeker een paar uur duren voor­dat de gewenste temperatuur wordt be­reikt en constant wordt aangegeven. Dit hangt o.a. van de kamertemperatuur en de instelling af.

Temperatuur instellen

Stel met de sensortoetsen onder het
display de temperatuur in.
Het drukken op de sensortoets heeft het volgende effect
– Temperatuur gaat omlaag,
– Vanaf de tweede keer dat u drukt,
verandert de temperatuurwaarde in stappen van 1 °C.
– Wanneer u de toets niet loslaat, ver-
andert de temperatuurwaarde conti­nu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het laatst op een temperatuurtoets heeft gedrukt, verschijnt in de temperatuur­aanduiding automatisch de tempera­tuurwaarde die op dat moment in het desbetreffende gedeelte heerst.
of
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Hebt u de temperatuur gewijzigd, con­troleer dan de temperatuuraanduiding en wel na ca. 6 uur wanneer er weinig levensmiddelen in het toestel liggen en na ca. 24 uur wanneer er veel levens­middelen in zitten. Pas dan is de inge­stelde temperatuur bereikt.
Is de temperatuur dan nog te hoog of
te laag, wijzig de temperatuur dan.
– Temperatuur gaat omhoog.
De temperatuurwaarde die u instelt knippert in de temperatuuraanduiding.
Bij het aantippen van de temperatuur­toetsen, ziet u in het display het vol­gende veranderen:
– Wanneer u voor het eerst aantipt, dan
knippert de temperatuurwaarde die u het laatst heeft ingesteld.

Mogelijke temperatuurinstellingen

De temperatuur is instelbaar van 3 °C tot en met 9 °C.
23
De juiste temperatuur

Temperatuur in de PerfectFresh-zone wijzigen

In de PerfectFresh-zone wordt de tem­peratuur automatisch tussen de 0 en 3°C gehouden. Wanneer u het daar echter warmer of kouder wilt hebben, bijv. omdat u vis wilt opslaan, dan kunt u de temperatuur wijzigen.
De temperatuur in de PerfectFresh­zone is vanuit de fabriek ingesteld op
5. Bij een stand van 1 tot en met 4 kan de temperatuur tot onder het vriespunt dalen en kunnen levens­middelen bevriezen!
Tip de Aan/Uit - toets voor de instel-
lingsmodus aan.
Met de toetsen of kunt u nu de
temperatuur in de PerfectFresh-zone wijzigen. U kunt kiezen tussen de standen 1 tot en met 9:
1 laagste temperatuur, 9 hoogste temperatuur.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
Wat u heeft ingesteld, wordt overgeno­men. Symbool knippert.
In het display verschijnen alle symbolen voor de instellingsmodus. Symbool knippert.
Tip de temperatuurtoetsen ( of )
zo vaak aan, totdat in het display symbool begint te knipperen.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
In het display knippert de laatst inge­stelde variant. Symbool brandt.
24
Tip de Aan/Uit - toets voor de instel-
lingsmodus aan om deze modus te verlaten. Doet u dat niet, verlaat de elektronica na ca. één minuut auto­matisch de instellingsmodus.
Het duurt enige tijd voordat de inge­stelde temperatuur is bereikt.

Het gebruik van "SuperKoelen"

Functie SuperKoelen

Met de functie SuperKoelen wordt de koelzone zeer snel tot de koudste waar­de afgekoeld (afhankelijk van de kamer­temperatuur).

SuperKoelen inschakelen

De functie SuperKoelen is met name aan te bevelen als u grote hoeveelhe­den verse levensmiddelen of dranken snel wenst af te koelen.
Tip de SuperKoelen-toets aan totdat
deze geel oplicht.
De temperatuur in het toestel daalt en de koelcapaciteit is nu maximaal.

SuperKoelen uitschakelen

De SuperKoelen-functie wordt automa­tisch na ca. 12 uur uitgeschakeld. De koelcapaciteit van de koelzone is weer normaal.
Om energie te besparen kunt u de func­tie SuperKoelen zelf uitschakelen zodra de levensmiddelen of dranken koel ge­noeg zijn.
Tip de SuperKoelen-toets aan totdat
deze niet meer geel oplicht.
De koelcapaciteit van het toestel is weer normaal.
25

Deuralarm

Dit toestel heeft een waarschuwings­systeem dat in werking treedt wanneer de deur te lang openstaat. Daarmee wordt voorkomen dat er onnodig veel energie wordt verbruikt en dat het voor de opgeslagen levensmiddelen te warm wordt.
Wanneer de deur te lang openstaat, gaat er een zoemer en gaat alarmsym­bool in het display branden.
De tijd voordat het deuralarm gaat is af­hankelijk van de aantal minuten dat daarvoor is ingesteld. Vanuit de fabriek is 2 minuten ingesteld.U kunt ook 4 mi­nuten instellen of het deuralarm uitscha­kelen. Zie hoofdstuk: "Het wijzigen van instellingen", paragraaf: "Geluidssigna­len".
Zodra de deur wordt gesloten, houdt de zoemer op en gaat alarm-symbool uit.
Klinkt er geen zoemer, hoewel er wel sprake is van een deuralarm, dan is de zoemer bij deuralarm uitgeschakeld. Zie hoofdstuk: "Het wijzigen van in­stellingen", paragraaf: "Geluidssigna­len".
Deuralarm voortijdig uitscha­kelen
Hindert de zoemer u, dan kunt u deze voortijdig uitschakelen.
Tip daarvoor de toets voor het uit-
schakelen van de zoemer bij deur­alarm aan.
De zoemer houdt op. Alarm-symbool blijft branden totdat de deur wordt gesloten.
26

Het wijzigen van instellingen

Bepaalde instellingen van het toestel kunt u alleen in de instellingsmodus wij­zigen.
Zit u in de instellingsmodus, wordt het deuralarm of een andere foutmelding automatisch onderdrukt; in het display brandt echter wel alarmsymbool; .

Instellingen:

Vergrendeling in-/uitschakelen
Geluidssignalen in-/uitschakelen
Lichtsterkte van het display in-
stellen
Temperatuur in de PerfectFresh-
zone wijzigen
Sabbatmodus in- / uitschakelen
Hoe u de temperatuur in de PerfectFresh-zone wijzigt, wordt be­schreven in het hoofdstuk: "De juiste temperatuur".
Alle bovenstaande mogelijkheden wor­den hieronder beschreven.

Vergrendeling

Met de vergrendeling kunt u voorkomen dat per ongeluk:
– het toestel wordt uitgeschakeld;
– een andere temperatuur wordt inge-
steld;
– de functie "SuperKoelen" wordt inge-
schakeld
– en dat instellingen worden gewij-
zigd.H et uitschakelen van de ver­grendeling is natuurlijk wel mogelijk.
Hiermee kan worden voorkomen dat bijv. kinderen iets aan de bediening van het toestel veranderen.

Vergrendeling in-/uitschakelen

Tip de Aan/Uit - toets voor de instel-
lingsmodus aan.
In het display verschijnen alle symbolen voor de instellingsmodus. Symbool knippert.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
In het display knippert de laatst inge­stelde variant. Symbool brandt.
27
Loading...
+ 61 hidden pages