Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw
toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor
uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 11 239 760
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ...............................................................4
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 14
Energie besparen .............................................................................................. 15
Beschrijving van het toestel ............................................................................. 17
Het instellen van de deurdichting................................................................... 59
3
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit koeltoestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voordat u het koeltoestel in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke
richtlijnen met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik
en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het toestel.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om alle beschikbare informatie over de installatie van
het koeltoestel en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te
lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die hieruit voortvloeit.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
Het koeltoestel is bedoeld voor gebruik in huishoudens en derge-
lijke, bijvoorbeeld
– in winkels, kantoren en soortgelijke werkomgevingen
– in boerderijen
– door klanten in hotels, motels, bed en breakfast en andere specifieke woonomgevingen.
Dit koeltoestel mag niet buiten worden gebruikt.
Dit koeltoestel is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren
van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het koeltoestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijkbare stoffen of producten die onder de Richtlijn medische hulpmiddelen vallen. Een onjuist gebruik van het koeltoestel kan tot beschadiging of bederf van de bewaarde producten leiden. Verder is het
koeltoestel niet geschikt voor gebruik in ruimtes met explosiegevaar.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik
voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een foutieve
bediening.
Personen (kinderen inbegrepen) die op grond van hun fysieke of
psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van
het koeltoestel niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het
alleen onder toezicht gebruiken.
Deze personen mogen het koeltoestel enkel onder toezicht bedienen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en
wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het gezin
Kinderen die jonger zijn dan 8jaar moeten op afstand van het
koeltoestel gehouden worden, tenzij ze steeds onder toezicht staan.
Kinderen vanaf 8 jaar mogen het koeltoestel zonder toezicht ge-
bruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor gevaar
zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het koeltoestel niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Houd kinderen die in de buurt van het koeltoestel komen in het
oog. Zorg ervoor dat ze nooit met het koeltoestel spelen.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij
kinderen vandaan.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koeltoestel
voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de geldende EU-richtlijnen.
Dit koeltoestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een na-
tuurlijk gas dat niet schadelijk is voor het milieu, maar wel brandbaar.
Het koelmiddel beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt het broeikaseffect niet.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel leidt echter tot een
gedeeltelijke verhoging van het werkingsgeluid. Naast de werkingsgeluiden van de compressor kunnen er stromingsgeluiden in het volledige koelcircuit ontstaan. Deze effecten zijn helaas onvermijdelijk,
maar hebben geen invloed op de prestaties van het koeltoestel.
Zorg ervoor dat bij het transporteren en het inbouwen/installeren van
het koeltoestel geen onderdelen van het koelcircuit beschadigd raken. Wegspattend koelmiddel kan een oogletsel veroorzaken.
Bij beschadigingen:
- vermijd open vuur of andere brandhaarden,
- maak het koeltoestel spanningsvrij,
- verlucht de kamer waarin het koeltoestel staat gedurende enkele
minuten,
- neem contact op met de klantendienst.
Hoe meer koelmiddel een koeltoestel bevat, hoe groter de ruimte
moet zijn, waarin u het toestel plaatst. Bij een eventuele lekkage kan
in te kleine ruimtes een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 11g koelmiddel moet het vertrek minstens 1m3 groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje in het koeltoestel.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voordat u het koeltoestel aansluit de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het koeltoestel niet beschadigd raakt.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het koeltoestel is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
Het koeltoestel kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar
voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van het koeltoestel op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht komt op onderdelen die onder spanning staan
of op de elektriciteitskabel, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik
het koeltoestel daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespetterd (bijv. garage, bijkeuken etc.).
Dit koeltoestel mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het koeltoestel kunnen uw veiligheid in ge-
vaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare beschadigingen.
Een beschadigd koeltoestel mag niet in gebruik worden genomen.
Gebruik het toestel alleen als het is ingebouwd zodat een veilige
functie is gewaarborgd.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
koeltoestel van het elektriciteitsnet zijn afgekoppeld. Het koeltoestel
is van het elektriciteitsnet afgekoppeld als:
- de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
- de schroefzekering van de elektrische aansluiting er geheel is uitgedraaid of
- de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek bij elektriciteitskabels met stekker niet aan de elektriciteitskabel, maar aan de
stekker om de verbinding met het elektriciteitsnet te verbreken.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uitgevoerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het koeltoestel niet door
Miele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kan Miele garanderen dat ze volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze
producten stellen.
Dit koeltoestel is vanwege speciale eisen (bijvoorbeeld deze ge-
steld aan temperatuur, vochtigheid, chemische bestendigheid, slijtvastheid en trillingen) uitgerust met een speciale lamp. Deze lamp
mag alleen voor het beoogde doeleinde gebruikt worden. De lamp is
niet geschikt voor de verlichting van een ruimte. De lamp mag uitsluitend door een vakman/vakvrouw of door Miele klantendienst
worden vervangen. Dit koeltoestel bevat lichtbronnen met energieefficiëntieklasse G.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Het koeltoestel is gemaakt voor een bepaalde klimaatklasse (om-
gevingstemperatuurbereik) waar de kamertemperatuur niet boven of
onder mag liggen. De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van het koeltoestel. Als de omgevingstemperatuur lager is, staat de compressor langer stil. Het koeltoestel kan
de vereiste temperatuur dan niet behouden.
Sluit de ventilatiegleuven niet af om te voorkomen dat de luchtge-
leiding niet goed functioneert, het stroomverbruik stijgt en onderdelen beschadigd raken.
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het koeltoestel of
de deur van het toestel bewaart, voorkom dan dat evt. uitlopend vet
of olie in aanraking komt met kunststof delen van het koeltoestel.
Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waardoor de kunststof knapt of scheurt.
Brand- en explosiegevaar. Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
koeltoestel. Brandbare gasmengsels kunnen ontbranden door elektrische onderdelen.
Explosiegevaar. Gebruik geen elektrische toestellen in dit koeltoe-
stel (bijv.voor het maken van softijs). Er kunnen vonken ontstaan.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen.
De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van
de levensmiddelenfabrikanten in acht.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Accessoires en onderdelen
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Miele geeft u na afloop van de productie van het koeltoestel een
leveringsgarantie van maximaal 15jaar en minimaal 10jaar voor reserve-onderdelen.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met spanningvoerende delen van het koeltoestel en zo kortsluiting veroorzaken.
Scherpe of kantige voorwerpen kunnen de verdamper bescha-
digen en functioneert het toestel niet meer correct. Gebruik geen
voorwerpen met scherpe punt of rand.
- rijm- en ijslagen te verwijderen,
- en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmings-
toestellen of kaarsen in het toestel om te voorkomen dat het kunststof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de
gezondheid.
Transport
Het toestel moet altijd rechtop en in de transportverpakking wor-
den vervoerd.
Risico op letsel en schade. Vervoer het koeltoestel met behulp van
een tweede persoon, omdat het koeltoestel erg zwaar is.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wat te doen wanneer u het toestel afdankt
Maak het slot van uw oude koeltoestel eventueel onbruikbaar. U
voorkomt daarmee dat kinderen ingesloten kunnen raken en in levensgevaar komen.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
geen delen van het koelsysteem, bijv. door
- koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
- buisleidingen om te buigen,
- beschermende lagen af te krabben.
Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)
Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruik
bestaat er geen gevaar.
Het is levensgevaarlijk om de olie in de compressor in te slikken of
in te ademen.
13
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het koeltoestel tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug.
Het oude toestel afdanken
Elektrische en elektronische toestellen
bevatten meestal waardevolle materialen. Ze bevatten ook stoffen, mengsels
en onderdelen die nodig zijn geweest
om de toestellen goed en veilig te laten
functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het gewone huisvuil gooit of er
niet goed mee omgaat, kunnen deze
stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Gooi uw oude toestellen daarom nooit met het gewone
huisvuil weg.
Let erop dat de buisleidingen van uw
koeltoestel niet worden beschadigd,
totdat het op vakkundige en milieuvriendelijke wijze wordt verschroot.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de koelmiddelen in het koelcircuit en de
olie in de compressor niet in het milieu
terechtkomen.
Het oude toestel moet tot die tijd buiten
het bereik van kinderen worden opgeslagen. Informatie hierover vindt u in
deze gebruiks- en montagehandleiding
in het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies
en waarschuwingen”.
Lever het toestel in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elektronische toestellen, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf
verantwoordelijk voor het wissen van
eventuele persoonlijke gegevens op het
af te danken toestel.
14
Energie besparen
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
Plaatsing en onderhoud
Temperatuurinstelling
Plaats het toestel in een geventileerde ruimte.
Stel het toestel niet bloot
aan zonnestralen.
Plaats het toestel niet naast
een warmtebron.
Zorg voor een omgevingstemperatuur van ca. 20°C.
Dek ventilatieroosters niet af
en maak ze regelmatig stofvrij.
Koelzone: 4 tot 5°CHoe lager de temperatuur,
In gesloten, niet geventileerde ruimtes.
Direct blootgesteld aan zonnestralen.
Naast een warmtebron (verwarming, fornuis).
Bij een hoge omgevingstemperatuur vanaf 25°C.
Met ventilatieroosters die
zijn afgedekt of vol zitten
met stof.
des te hoger het energieverbruik!
15
Energie besparen
Normaal energieverbruikTe hoog energieverbruik
GebruikPlaats de plateaus, laden en
vakken zoals bij levering.
Open de deur alleen indien
nodig en zo kort mogelijk.
Leg de levensmiddelen meteen op de goede plek.
Neem een koeltas mee wanneer u boodschappen doet
en leg de levensmiddelen
snel in het koeltoestel.
Pakt u levensmiddelen uit
het toestel, neem dan wat u
nodig hebt en leg de rest zo
snel mogelijk terug om koudeverlies te voorkomen.
Laat warme gerechten en
dranken eerst buiten het
koeltoestel afkoelen.
Leg de levensmiddelen goed
verpakt of goed afgedekt in
het toestel.
Leg ingevroren levensmiddelen in de koelzone wanneer ze moeten ontdooien.
De deur vaak en lang openen betekent koudeverlies
en instroom van warme lucht
in het toestel. Het koeltoestel
heeft tijd nodig om opnieuw
te koelen en de compressor
moet langer werken.
Als levensmiddelen nog
warm of op omgevingstemperatuur zijn, ontstaat er
warme lucht in het koeltoestel. Het koeltoestel heeft tijd
nodig om opnieuw te koelen
en de compressor moet langer werken.
Wanneer vloeibare stoffen in
de koelzone verdampen en
condenseren, neemt de
koelcapaciteit af.
16
Zorg ervoor dat vakken niet
te zwaar worden beladen,
zodat de lucht kan circuleren.
Een verslechterde luchtstroom zorgt voor een verlies van koelcapaciteit.
Beschrijving van het toestel
Bedieningspaneel
a
Toets voor het in-/uitschakelen van het koeltoestel
b
Toets voor het in-/uitschakelen van de functie SuperKoelen
Het Miele-assortiment omvat tal van
handige accessoires, alsmede reinigings- en onderhoudsmiddelen die speciaal op uw koeltoestel zijn afgestemd.
Bij te bestellen accessoires kunt u bij
Miele (zie achterin deze gebruiksaanwijzing), in de webshop van Miele of
bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.
Universeel microvezeldoekje
Het microvezeldoekje is handig bij het
verwijderen van vingerafdrukken en ander licht vuil op roestvrijstalen fronten,
panelen, ramen, meubels enz.
MicroCloth-kit
De MicroCloth-kit bestaat uit een universeel doekje, een glasreinigingsdoekje en een hoogglansdoekje.
De doekjes zijn bijzonder scheur- en
slijtvast. Door de zeer fijne microvezels
hebben de doekjes een grote reinigingscapaciteit.
19
Koeltoestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Verpakkingsmateriaal
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
uit de binnenruimte.
Beschermfolie lostrekken
Trek de beschermfolie eraf.
Koeltoestel reinigen
Neem daarbij de aanwijzingen uit het
hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”
in acht.
Reinig de binnenkant van het toestel
en de accessoires.
Koeltoestel inschakelen
Voordat u voor de eerste keer levensmiddelen in het koeltoestel legt, kunt u
het toestel het beste een tijdje laten
voorkoelen zodat de temperatuur laag
genoeg is.
Druk op de toets .
Het koeltoestel begint te koelen en de
temperatuuraanduiding geeft de gewenste temperatuur aan. De binnenverlichting gaat branden wanneer de deur
wordt geopend.
Koeltoestel uitschakelen
Druk zolang op de toets totdat de
display uitgaat.
Is dat niet mogelijk, dan is de vergrendeling ingeschakeld (zie hoofdstuk “Het
wijzigen van instellingen”, paragraaf
“Het uitschakelen van de vergrendeling”).
De binnenverlichting gaat uit. De
koeling wordt uitgeschakeld.
20
Koeltoestel in- en uitschakelen
Bij langdurige afwezigheid
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld, maar niet
wordt gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
van het toestel gesloten blijft.
Reinig het toestel in ieder geval.
Wanneer u het toestel langere tijd niet
gebruikt, doe dan het volgende:
Schakel het koeltoestel uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering van de huisinstallatie uit.
Reinig het koeltoestel en laat de deur
open staan om het toestel voldoende
te verluchten en te voorkomen dat er
geurtjes ontstaan.
21
De juiste temperatuur
De juiste temperatuurinstelling is heel
belangrijk voor het bewaren van de voedingsmiddelen. Voedingsmiddelen bederven snel door micro-organismen.
Dat kan door de juiste bewaartemperatuur worden voorkomen of vertraagd.
De temperatuur beïnvloedt de snelheid
waarmee de micro-organismen groeien.
Als de temperatuur daalt, vertragen deze processen.
De temperatuur in het koeltoestel stijgt
als:
- u vaak en gedurende lange tijd de
deur van het toestel opent
- er meer voedingsmiddelen worden
bewaard
- de temperatuur van de voedingsmiddelen hoger is, wanneer ze worden
opgeslagen
- de omgevingstemperatuur van het
koeltoestel hoger is. Het koeltoestel
is gemaakt voor een bepaalde klimaatklasse waar de kamertemperatuur niet boven of onder mag liggen.
... in de koelzone
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4°C.
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding in de display geeft, wanneer het toestel normaal in werking is, de gewenste temperatuur aan.
Temperatuur instellen
Wanneer de toesteldeur vaak wordt geopend, wanneer er veel levensmiddelen
ineens in de koelkast worden gelegd of
wanneer de omgevingstemperatuur
hoog is, adviseren wij een temperatuur
van tussen de 3 °C en 5 °C.
De temperatuur is instelbaar van 9 °C
tot en met 2 °C.
Druk zo vaak op de toets totdat de
gewenste temperatuur in de temperatuuraanduiding verschijnt.
Wanneer u voor het eerst op de toets
drukt, knippert de temperatuurwaarde
die het laatst is ingesteld.
Blijft u op de toets drukken, dan verandert de temperatuurwaarde voortdurend: als de waarde 9°C bereikt is,
wordt er weer met 2°C begonnen.
De nieuw gekozen temperatuurwaarde
wordt na een tijdje automatisch overgenomen en verschijnt op de display.
De temperatuur in het koeltoestel wordt
nu langzaam op deze waarde ingesteld.
22
Het gebruik van “SuperKoelen”
Functie SuperKoelen
Met de functie SuperKoelen wordt de
koelzone zeer snel tot de koudste waarde afgekoeld (afhankelijk van de kamertemperatuur).
De functie SuperKoelen is met name
aan te bevelen als u grote hoeveelheden verse voedingsmiddelen of dranken
snel wenst af te koelen.
SuperKoelen inschakelen
Druk op de toets .
Het symbool SuperKoelen is verlicht.
De temperatuur in de koelzone daalt en
de koelcapaciteit is nu maximaal.
SuperKoelen uitschakelen
De functie SuperKoelen wordt automatisch na ongeveer 12 uur uitgeschakeld.
Het symbool SuperKoelen dooft en
het koeltoestel werkt weer met een normale koelcapaciteit.
Om energie te besparen, kunt u de
functie SuperKoelen zelf uitschakelen
zodra de levensmiddelen of dranken
koel genoeg zijn.
Druk op de toets. Het symbool
dooft.
De koelcapaciteit van het toestel is
weer normaal.
23
Deuralarm
Het koeltoestel heeft een waarschuwingssysteem waarmee wordt voorkomen dat de deur te lang openstaat en
daardoor te veel energie wordt verbruikt.
Deuralarm
De zoemer klinkt wanneer de toesteldeur langer dan ca. 60 seconden openstaat.
Zodra de deur wordt dichtgedaan,
houdt de zoemer op.
Deuralarm voortijdig uitschakelen
Hindert de zoemer u, dan kunt u deze
voortijdig uitschakelen.
Druk op de toets .
De zoemer houdt op.
In de instellingsmodus kunt u de zoemer niet voortijdig uitschakelen.
24
Het wijzigen van instellingen
Instellingsmodus
In de instellingsmodus schakelt u de
vergrendeling aan of uit.
Vergrendeling in-/uitschakelen
De instellingsmodus wordt in de display
met het menusymbool aangegeven.
Hoe u de vergrendeling in- en uit-
schakelt, wordt hieronder beschreven.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat het toestel per ongeluk wordt uitgeschakeld.
– Het inschakelen van de vergrendeling
Druk ca. 5seconden op de toets.
Het symbool Menu gaat branden en
in de display knippert.
De instellingsmodus is nu actief.
Druk nu kort op de toets om de
vergrendelingsfunctie op te roepen.
– Het uitschakelen van de vergrendeling
Druk ca. 5seconden op de toets.
Het vergrendelingssymbool en sym-
bool Menu gaan branden en in de
display knippert .
De instellingsmodus is nu actief.
Druk nu kort op de toets om de
vergrendelingsfunctie op te roepen.
In de display verschijnt .
Druk nu kort op de toets om de
vergrendelingsfunctie uit te schakelen.
Het vergrendelingssymbool gaat uit.
U kunt de instellingsmodus verlaten
door op de toets te drukken.
In de display verschijnt de temperatuur
die in de koelzone heerst.
In de display verschijnt .
Druk nu op de toets om de ver-
grendelingsfunctie in te schakelen.
Het vergrendelingssymbool brandt.
U kunt de instellingsmodus verlaten
door op de toets te drukken.
In de display verschijnt de temperatuur.
25
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Explosiegevaar door brandbare
gasmengsels.
Brandbare gasmengsels kunnen ont-
branden door elektrische onderdelen.
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het
koeltoestel. Dergelijke spuitbussen
kunt u herkennen aan de hand van
de opgedrukte inhoudsopgave of
een vlamsymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen ontbranden door elektrische onderdelen.
Gevaar voor beschadiging door
voedingsmiddelen die vet of olie bevatten.
Indien u vet- of oliehoudende voedingsmiddelen in het koeltoestel of
de deur van het toestel bewaart,
kunnen er spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan waardoor de
kunststof knapt of scheurt.
Voorkom dat eventueel uitlopend vet
of uitlopende olie in aanraking komt
met kunststof onderdelen.
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met
verschillende temperaturen.
De koude, zware lucht zakt naar het onderste gedeelte van de koelzone. Maak
bij het erin plaatsen van de voedingsmiddelen gebruik van deze verschillende temperaturen.
Tip: Leg de voedingsmiddelen niet te
dicht op elkaar, zodat de lucht goed
kan circuleren.
Als de luchtcirculatie niet voldoende
is, wordt de koelcapaciteit lager en
stijgt het energieverbruik.
Dek de ventilator op de achterwand
niet af.
Tip: De voedingsmiddelen mogen de
achterwand niet aanraken. Ze kunnen
anders aan de achterwand vastvriezen.
Beschadigingsgevaar door een
te zware belading.
Door een te zware belading kan de
koelwagen worden beschadigd.
Houd rekening met de maximale be-
ladingscapaciteit van 20kg.
26
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Warmste gedeelte
Het minst koele gedeelte in de koelkast / koelzone bevindt zich vooraan en
helemaal bovenin tegen de deur. Gebruik dit gedeelte voor het opslaan van
boter zodat deze smeerbaar blijft en
voor kaas zodat deze zijn aroma niet
verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte in de koelzone
bevindt zich direct boven het groenteen fruitvak en bij de achterwand.
Gebruik deze gedeelten voor alle voedingsmiddelen die niet lang houdbaar
zijn, zoals:
- vis, vlees, gevogelte,
- worst, kant-en-klaargerechten,
- voedingsmiddelen met eieren of
room,
- vers deeg, taart-/cake-, pizza- of quichedeeg,
Niet geschikt voor de koelzone
Koudegevoelige voedingsmiddelen zijn
niet geschikt om bij temperaturen onder
5°C te worden bewaard.
Tot de koudegevoelige voedingsmiddelen behoren onder andere:
- in het algemeen, alle verse voedingsmiddelen (waarvan de houdbaarheidsdatum alleen geldt bij een bewaartemperatuur van minstens 4°C).
27
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Aanwijzingen voor het kopen
van levensmiddelen
De belangrijkste voorwaarde om de levensmiddelen lang te kunnen bewaren,
is dat ze zo vers mogelijk zijn.
Let ook op de houdbaarheidsdatum en
de juiste bewaartemperatuur.
De koelketen mag eigenlijk niet worden
onderbroken door de levensmiddelen
bijvoorbeeld in een warme auto te vervoeren.
Voedingsmiddelen juist bewaren
Bewaar voedingsmiddelen verpakt of
goed afgedekt in de koelzone. Zo ne-
men ze geen vreemde geuren over, drogen ze niet uit en worden er geen bacteriën overgedragen. Dit is vooral belangrijk als u dierlijke voedingsmiddelen
bewaart. Let vooral op met voedingsmiddelen zoals rauw vlees en vis. Deze
mogen niet in contact komen met andere voedingsmiddelen.
Als u de temperatuur juist instelt en de
koelzone goed schoon houdt, blijven
voedingsmiddelen aanzienlijk langer
houdbaar en hoeft u minder weg te
gooien.
Groente en fruit
Groenten en fruit kunnen wel onverpakt
in de groente- en fruitlade worden bewaard.
Eiwitrijke voedingsmiddelen
Houd er rekening mee dat eiwitrijke
voedingsmiddelen sneller bederven. Zo
bederven schaal- en schelpdieren bijvoorbeeld sneller dan vis, en bederft vis
weer sneller dan vlees.
28
Flessen
U kunt flessen met een hoogte van
maximaal 34cm rechtop in de koelwagen zetten.
Tip: U kunt ook een vol krat met een
gewicht van maximaal 20kg in de koelwagen plaatsen en zo koel bewaren.
De binnenruimte indelen
Beschadigingsgevaar door een
te zware belading.
Door een te zware belading kan de
koelwagen worden beschadigd.
Houd rekening met de maximale be-
ladingscapaciteit van 20kg.
Staafjes in de laden verplaatsen
Gevaar voor schade en letsel
door onjuist verwijderen van de
staafjes.
De glasplaat van de lade kan vallen
en breken.
Verwijder niet de voorste of achterste
staafjes van de laden.
De middelste staafjes van de laden kunt
u altijd verplaatsen:
De laden verwijderen
De laden zijn via geleiders in- en uitschuifbaar. U kunt ze er ook helemaal
uithalen als u de laden wilt reinigen of
er levensmiddelen in wilt leggen of eruit wilt halen.
Gevaar voor schade en letsel
door onjuist verwijderen van de
staafjes.
De glasplaat van de lade kan vallen
en breken.
Verwijder niet de voorste of achterste
staafjes van de laden.
Trek de lade zover naar buiten totdat
u weerstand voelt.
Pak de staafjes rechts en links vast
en trek ze voorzichtig omhoog.
Verplaats ze naar voren of naar ach-
teren.
Pak de lade achteraan aan de zijkant
vast, til de lade iets op en neem deze
uit het toestel.
Als u de laden uit elkaar wil halen om
ze schoon te maken, leg ze dan eerst
op een zachte ondergrond (bijv. een
theedoek). Zie hoofdstuk “Reiniging
en onderhoud”, paragraaf “De laden
uit elkaar halen”.
Schuif de geleiders vervolgens weer
helemaal in. Zo kunt u beschadigingen voorkomen.
29
De binnenruimte indelen
U kunt de laden weer in het toestel
plaatsen door ze op de volledig ingeschoven rolgeleiders te zetten.
Schuif de laden in het koeltoestel tot-
dat u ze hoort vastklikken.
Koelwagen indelen
U kunt de koelwagen in vakken van verschillende grootte verdelen door de
staafjes te verplaatsen.
Trek de staafjes omhoog, verwijder ze
en zet ze op de gewenste plaats weer
terug.
Vak van de koelwagen groter
maken
Gevaar voor beschadiging door
onvoorzichtig wegzetten.
Als een zware krat onvoorzichtig in
de koelwagen wordt geplaatst, kan
dit de koelwagen beschadigen.
Plaats een vol krat voorzichtig in de
koelwagen.
Het vak van de koelwagen kunt u groter
maken door de staafjes te verwijderen.
Trek de staafjes omhoog, verwijder ze
en leg ze opzij.
Tip: U kunt ook een vol krat met een
gewicht van maximaal 20kg in de koelwagen plaatsen en zo koel bewaren.
30
Koelzone
De koelzone wordt automatisch ontdooid.
Terwijl de compressor in werking is,
kunnen zich op de achterwand van de
koelzone rijm en waterdruppels vormen.
Die hoeft u niet te verwijderen, want ze
verdampen automatisch door de warmte van de compressor. Deze hoeft u niet
te verwijderen, want ze verdampen automatisch door de warmte van de compressor.
Het dooiwater loopt via het gootje en de
afvoeropening voor het dooiwater in het
verdampingssysteem aan de achterkant
van het koeltoestel.
Houd het gootje en de afvoeropening
voor het dooiwater proper. Het dooiwater moet ongehinderd weg kunnen
lopen.
Ontdooien
31
Reiniging en onderhoud
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronische besturing of de verlichting terechtkomt.
Er bestaat gevaar voor beschadi-
ging door indringend vocht.
De stoom van een stoomreiniger kan
kunststoffen en elektrische onderdelen beschadigen.
Gebruik geen stoomreiniger om het
koeltoestel te reinigen.
Er mag geen reinigingswater in de afvoeropening voor het dooiwater terechtkomen.
Het typeplaatje in het koeltoestel mag
niet worden verwijderd. De gegevens
zijn nodig in het geval er een storing
optreedt.
Aanwijzingen voor het reinigingsmiddel
Gebruik in de binnenruimte van het
koeltoestel alleen reinigings- en onderhoudsmiddelen die de levensmiddelen niet aantasten.
Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen, gebruikt u bij de reiniging geen
- zuur-, soda-, ammoniak- of chloridehoudende reinigingsmiddelen,
- kalkoplossende reinigingsmiddelen,
- schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder, schuurmiddel, schuursponsjes,
- oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen,
- reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
- Reinigingsmiddelen voor vaatwassers,
32
- ovensprays,
- glasreinigers,
- schurende harde sponsjes en borstels, zoals bijv. schuursponsjes,
- vlekkensponsjes.
- scherpe metalen schrapers!
Wij adviseren om voor het reinigen van
het toestel lauwwarm water met wat afwasmiddel te gebruiken.
Belangrijke instructies voor het reinigen vindt u op de volgende bladzijden.
Het koeltoestel voor de reiniging voorbereiden
Schakel het koeltoestel uit.
De display gaat uit en de koeling is uitgeschakeld.
Haal de voedingsmiddelen uit het
koeltoestel en bewaar ze op een
koele plaats.
Haal alle overige onderdelen uit het
toestel die kunnen worden verwijderd.
Reiniging en onderhoud
Neem de lade uit elkaar om deze te
reinigen.
De laden uit elkaar halen
Gevaar voor schade en letsel
door onjuiste reiniging.
Krassen in het oppervlak van de gla-
zen bodem kunnen glasbreuk veroorzaken.
Volg voor de reiniging van de glasplaat dezelfde instructies op als voor
alle andere oppervlakken.
Gebruik geen harde sponzen of borstels en geen scherpe metalen
schrapers.
Verwijder de laden. Zie hoofdstuk “De
binnenruimte indelen”.
Leg de laden op een zachte onder-
grond (bijv. een theedoek).
1. Pak de staafjes rechts en links vast
en trek ze voorzichtig omhoog. Trek
de houders van de staafjes.
2. Trek de zijgedeelten van de glazen
bodem.
Zet de laden na reiniging in omge-
keerde volgorde weer in elkaar.
33
Reiniging en onderhoud
Binnenkant en toebehoren reinigen
Reinig het koeltoestel regelmatig,
maar minstens eenmaal per maand.
Verwijder vuil direct om te voorkomen dat het gaat vastkoeken.
Reinig de accessoires, de delen van
de laden en het vak binnenin met de
hand. Deze onderdelen zijn niet geschikt voor de vaatwasser.
Reinig de binnenkant met een
schoon sponsdoekje, lauw water en
wat afwasmiddel.
Neem deuren en zijwanden daarna
met helder water af en wrijf alles met
een doek droog.
Gevaar voor beschadiging door
verkeerde reiniging.
De geleiders bevatten een speciaal
vet dat er bij het reinigen kan worden
uitgewassen. Daardoor kunnen de
geleiders beschadigd worden.
Reinig de geleiders uitsluitend met
een vochtige doek.
De laden zijn op geleiders geplaatst.
Reinig deze met een vochtige doek.
Pas op voor beschadiging door
te hoge temperaturen in de vaatwasser.
Delen van het koeltoestel kunnen onbruikbaar worden wanneer ze bij
temperaturen van meer dan 55°C in
de vaatwasser worden gereinigd, ze
kunnen bijvoorbeeld vervormen.
Kies voor de delen die geschikt zijn
voor reiniging in de vaatwasser alleen programma's uit met maximaal
55°C.
Kunststoffen onderdelen in de vaatwasser kunnen verkleuren door contact met bepaalde natuurlijke kleurstoffen, bijv. in wortels, tomaten en
ketchup. Deze verkleuring heeft geen
invloed op de stabiliteit van de onderdelen.
De volgende onderdelen zijn geschiktvoor de vaatwasser:
- de flessensteun, de eierhouders en
het bakje voor de ijsblokjes
(voor zover bij dit model behorend);
- de glazen bodem van de lade
Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater in de koelzone regelmatig met een wattenstaafje
of iets dergelijks, zodat het dooiwater
altijd ongehinderd weg kan lopen.
34
Laat de deur van het toestel nog even
open staan, om het toestel te luchten
en geurtjes te voorkomen.
Reiniging en onderhoud
Deurdichting reinigen
Als de deurdichting is beschadigd of
uit de gleuf is gegleden, dan sluit de
toesteldeur mogelijk niet goed en
vermindert de koelcapaciteit. Er ontstaat condens in het koeltoestel en
er kan zich een ijslaag vormen.
Beschadig de deurdichting niet en let
erop dat de deurdichting niet uit de
gleuf glijdt.
Gevaar voor beschadiging door
verkeerde reiniging.
De deurdichting kan poreus worden
als ze met olie of vet wordt behandeld.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Reinig de deurdichting regelmatig
met alleen helder water en wrijf ze
daarna met een doek grondig droog.
Ventilatieopeningen reinigen
Stof op de onderdelen verhoogt het
energieverbruik.
Reinig de ventilatieopeningen regel-
matig met een borsteltje of een stofzuiger (gebruik daarvoor bijv. de reliëfborstel voor Miele stofzuigers).
Achterzijde – De compressor
reinigen
Gevaar voor beschadiging door
verkeerde reiniging.
Kabels of andere onderdelen kunnen
worden afgescheurd, geknikt of beschadigd.
Reinig de compressor voorzichtig.
De compressor aan de achterwand van
het koeltoestel moet minstens een keer
per jaar stofvrij gemaakt worden. Stof
op de onderdelen verhoogt het energieverbruik.
Het in gebruik nemen van het
koeltoestel na het reinigen
Plaats alle toebehoren weer terug in
het koeltoestel.
Schakel het koeltoestel in.
Schakel de functie “SuperKoelen” in,
zodat het in de koelzone weer snel
koud wordt.
Leg de levensmiddelen in de koelzo-
ne en sluit de toesteldeuren.
35
Nuttige tips
De meeste storingen en defecten, die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden,
kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat
u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te
verhelpen.
Open de deuren van het toestel als het enigszins mogelijk is niet voordat de storing is verholpen. Op die manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
ProbleemOorzaak en oplossing
Het toestel koelt niet en
de display is niet verlicht.
Het koeltoestel is niet ingeschakeld.
Schakel het koeltoestel in.
De stekker steekt niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
De hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie
is wel ingeschakeld. Dit koeltoestel, een ander toestel
of de huisspanning zou defect kunnen zijn.
Neem contact op met een elektricien of met de
dienst Herstellingen aan huis van Miele.
36
Nuttige tips
ProbleemOorzaak en oplossing
De compressor slaat
steeds vaker en voor
steeds langere tijd aan;
de temperatuur in het
koeltoestel is te laag.
De compressor slaat
steeds minder vaak en
steeds korter aan, de
temperatuur in het toestel stijgt.
Er klinkt een zoemer.Het deuralarm werd geactiveerd (zie hoofdstuk
De deurdichting is beschadigd of moet worden vervangen.
De ventilatieopeningen zijn afgedekt of afgesloten.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet wor-
den geblokkeerd.
Reinig de ventilatieopeningen regelmatig om stof
te verwijderen.
De deur van het toestel is vaak open en dicht gedaan
of er zijn ineens grote hoeveelheden verse levensmiddelen in het toestel gelegd.
Open de deur alleen indien nodig en zo kort moge-
lijk.
Na een tijdje wordt automatisch weer de juiste temperatuur bereikt in het toestel.
De omgevingstemperatuur is te hoog. Hoe hoger de
omgevingstemperatuur, des te langer de compressor
in werking is.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk “Installatie”,
paragraaf “Montage-instructies – Plaats van opstelling”.
Er is een te lage temperatuur ingesteld.
Corrigeer de temperatuur.
De functie SuperKoelen is nog ingeschakeld.
Om energie te besparen, kunt u de functie Super-
Koelen zelf al eerder uitschakelen.
Geen storing. De temperatuur is te hoog.
Corrigeer de temperatuur.
Controleer de temperatuur nog een keer na 24 uur.
“Temperatuur- en deuralarm”).
Sluit de toesteldeur.
De zoemer houdt op.
De deurdichting kan zonder gereedschap worden
vervangen.
Vervang de deurdichting. Deze is verkrijgbaar bij
de vakhandel en Miele Service.
37
Nuttige tips
ProbleemOorzaak en oplossing
In het koeltoestel heeft
zich een ijslaag gevormd of in het binnenste van het koeltoestel
vormt zich condenswater. Het kan zijn dat de
deur van het toestel niet
goed sluit.
Aan de achterkant onderaan bij de compressor knippert een ledlampje (afhankelijk van
het model).
De elektronica van de
compressor heeft een
controlelampje en een
led-controlelampje voor
storingen.
De deurdichting is uit de gleuf gegleden.
Controleer of de deurdichting correct in de gleuf
zit.
De deurdichting is beschadigd.
Controleer of de deurdichting beschadigd is.
Het controlelampje knippert elke 5seconden meerdere keren.
Er is een storing.
Neem dan contact op met Miele.
Het controlelampje knippert elke 15seconden.
Geen storing. Knipperen is normaal.
38
Meldingen op de display
MeldingOorzaak en oplossing
Op de display brandt
het symbool . Het
koeltoestel koelt niet,
maar het kan wel gewoon worden bediend
en de binnenverlichting
functioneert.
In de display verschijnt
“F0 tot F9”.
Symbool brandt in de
display. Het lukt niet om
het koeltoestel uit te
schakelen.
De demo-functie is ingeschakeld Met deze functie
kan de handelaar het toestel presenteren zonder de
koeling in te hoeven schakelen. Voor particulier gebruik is deze functie niet relevant.
Vraag bij de afdeling Klantcontacten na, hoe u de
demo-functie kunt uitschakelen.
Er is sprake van een defect.
Neem contact op met de klantendienst van Miele.
De vergrendeling is ingeschakeld.
Schakel de vergrendeling uit (zie hoofdstuk: “Het
wijzigen van instellingen”, paragraaf: “Vergrendeling in-/uitschakelen”).
Nuttige tips
39
Nuttige tips
De binnenverlichting doet het niet
ProbleemOorzaak en oplossing
De binnenverlichting
werkt niet.
Het koeltoestel is niet ingeschakeld.
Schakel het koeltoestel in.
Wanneer de deur wordt geopend, gaat de binnenverlichting na ca. 15minuten automatisch uit voor gevaar door oververhitting. Is dit niet het geval, dan is
er sprake van een storing.
Gevaar voor elektrische schok door blootlig-
gende, stroomgeleidende onderdelen.
Wanneer u de afdekplaat voor de verlichting ver-
wijdert, kunt u in aanraking komen met stroomgeleidende onderdelen.
Verwijder de afdekplaat voor de verlichting niet.
Laat de led-verlichting alleen door de technici van
Miele herstellen en vervangen.
Gevaar voor letsel door led-verlichting.
De verlichting komt overeen met risicogroep RG2.
Als de afdekking defect is, kan dat tot oogletsel
leiden.
Kijk niet direct van dichtbij met optische instrumenten (een loep of iets dergelijks) in de verlichting
als de afdekplaat voor de verlichting defect is.
40
Neem contact op met Miele.
Algemene problemen met het koeltoestel
ProbleemOorzaak en oplossing
De bodem van de koelzone is nat.
Het koeltoestel voelt
aan de buitenkant warm
aan.
De laden kunnen niet zo
ver uitgetrokken worden, dat u weerstand
voelt.
De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt.
Reinig het gootje en de afvoeropening voor het
dooiwater.
Geen storing. De ontstane warmte wordt gebruikt
om condensvorming voorkomen.
De geleiders zijn geblokkeerd.
Trek de laden een keer hard uit.
De geleiders zijn niet meer geblokkeerd en u kunt de
laden weer helemaal uittrekken.
Nuttige tips
41
Geluiden en de oorzaken ervan
Vaak voorkomende
geluiden
Brrrrr ...Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wan-
Blub, blub ...Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van
Klik ...Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de
Knak ...Een knakkend geluid is hoorbaar wanneer materiaal in het koel-
Houd er rekening mee dat motor- en stromingsgeluiden in het koelsysteem niet
te vermijden zijn!
GeluidenOorzaak en oplossing
Klapperende,
rammelende,
kletterende
geluiden
Waar komen deze geluiden vandaan?
neer de motor aanslaat, klinkt dit geluid nog iets sterker.
de koelvloeistof die door de leidingen stroomt.
motor in- of uitschakelt.
toestel uitzet.
Het koeltoestel staat niet waterpas. Zet het toestel recht met behulp van een waterpas. Gebruik daarvoor de stelvoeten onder
het toestel of leg er iets onder.
Het koeltoestel komt in aanraking met andere meubels of toestellen. Schuif het een stukje op.
Laden of plateaus wiebelen of klemmen. Controleer de uitneembare onderdelen en vervang deze indien nodig.
42
Flessen of potten komen tegen elkaar aan. Zet deze iets uit elkaar.
De kabelhouder die voor het transport wordt gebruikt, zit nog
aan de achterwand van het toestel. Verwijder deze.
Klantendienst
SN-ST
R600a:
XXXXXX
Nr. XX/ XXXXXXXXX.
XXX l
XXg
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele vakhandelaar of de klantendienst van Miele.
De klantendienst van Miele kunt u online boeken op www.miele.com/service.
De contactgegevens van de klantendienst van Miele vindt u achteraan in
dit document.
De klantendienst van Miele heeft de typeaanduiding en het fabricagenummer
nodig (Fabr./SN/nr.). Beide gegevens
vindt u op het typeplaatje.
Het typeplaatje vindt u in de binnenruimte van het toestel.
EPREL-databank
Vanaf 1maart2021 kunt u de informatie
over energie-etikettering en de eisen inzake ecologisch ontwerp in de Europese productendatabank (EPREL) terugvinden. Via de volgende link https://
eprel.ec.europa.eu/ vindt u de productendatabank. Hier wordt u gevraagd om
de typeaanduiding in te voeren.
De typeaanduiding vindt u op het typeplaatje.
Garantie
De garantietermijn voor dit toestel bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie over de garantievoorwaarden in uw land kunt u contact
opnemen met Miele.
43
*INSTALLATION*
Installatie
Elektrische aansluiting
Het koeltoestel wordt aansluitklaar geleverd voor wisselstroom van 50 Hz, 220
– 240 V.
De zekering moet minstens 10A bedragen.
Het toestel mag uitsluitend worden aangesloten op een correct geïnstalleerd
stopcontact. De elektrische installatie
moet volgens VDE 0100 zijn uitgevoerd.
Opdat in geval van nood het toestel direct van het elektriciteitsnet kan worden
gehaald, mag het stopcontact zich niet
achter het toestel bevinden en moet het
gemakkelijk bereikbaar zijn.
Als na inbouw het stopcontact niet
meer bereikbaar is, moet het toestel via
een schakelaar met alle polen van de
netspanning kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand moet minimaal 3mm
bedragen. Geschikte schakelaars zijn
automatische veiligheidsschakelaars,
zekeringen en relais (EN60335).
Het is niet toegestaan om het toestel
met een verlengsnoer op het elektriciteitsnet aan te sluiten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het
koeltoestel namelijk niet worden gewaarborgd in verband met het gevaar
voor oververhitting.
Het koeltoestel mag niet op wisselrichters worden aangesloten die bij autonome stroomvoorzieningen worden toegepast (zoals bij zonne-energie).
Als het koeltoestel wordt ingeschakeld,
kan het door spanningspieken voor de
veiligheid opnieuw worden uitgeschakeld. De elektronica kan beschadigd raken. Het koeltoestel mag ook niet in
combinatie met een zogenaamde ener-gievoorkeurstekker worden gebruikt.
Dergelijke stekkers verminderen de
energietoevoer, waardoor het koeltoestel te warm wordt.
Als de elektriciteitskabel moet worden
vervangen, mag dat uitsluitend door
een erkende elektricien gebeuren.
Netstekker en aansluitkabel van het
toestel mogen niet tegen de achterkant
van het toestel komen, omdat ze door
trillingen van het toestel beschadigd
kunnen raken. Dat kan kortsluiting veroorzaken.
Ook andere toestellen mogen niet worden aangesloten op een stopcontact
dat zich aan de achterkant van dit koeltoestel bevindt.
44
*INSTALLATION*
Installatie
Montage-instructies
Pas op voor schade en letsel
door een kantelend koeltoestel.
Het koeltoestel is erg zwaar en neigt
met geopende deur naar voor te kantelen.
Houd de deur of deuren van het
koeltoestel dicht, totdat het koeltoestel ingebouwd en volgens de gebruiks- en montagehandleiding in de
inbouwnis vastgezet is.
Pas op voor brand en beschadi-
ging door toestellen die warmte afgeven.
Toestellen die warmte afgeven, kunnen in brand vliegen en brand in het
koeltoestel veroorzaken.
Het koeltoestel mag niet onder een
kookplaat worden geplaatst.
Pas op voor brand en beschadi-
ging door open vlammen.
Open vlammen kunnen brand ver-
oorzaken in het koeltoestel.
Houd open vlammen, zoals een
kaars, ver bij het koeltoestel vandaan.
Side-by-side-opstelling
Gevaar voor beschadiging door
condens op de buitenwanden van
het toestel.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan
condens op de buitenkant van het
koeltoestel neerslaan. Dat kan corrosie veroorzaken.
Plaats een koeltoestel nooit op of
naast andere modellen.
Uw koeltoestel kan beslist niet “sideby-side” opgesteld worden, omdat er
geen verwarming in de zijwanden is geintegreerd.
Dit koeltoestel kan echter wel in een “side-by-side”-opstelling met bepaalde
vriestoestellen worden gecombineerd
die over een geïntegreerde zijwandverwarming beschikken. Beide toestellen
moeten dan wel in een aparte onderbouwnis staan. Het koeltoestel moet
links naast het vriestoestel staan.
Vraag uw vakhandelaar welke combinaties met uw koeltoestel mogelijk zijn.
45
*INSTALLATION*
Installatie
Plaats van opstelling
Kies een droge ruimte waar kan worden
geventileerd.
Denk er bij de keuze van de plaats van
opstelling aan dat het energieverbruik
van het koeltoestel stijgt als u het dichtbij een verwarming, een fornuis of een
andere warmtebron plaatst. Direct zonlicht moet ook vermeden worden.
Hoe hoger de kamertemperatuur is, des
te langer de compressor in werking zal
zijn en des te hoger het stroomverbruik
is.
Let bij het plaatsen van het koeltoestel
ook op het volgende:
- Het stopcontact moet gemakkelijk
toegankelijk zijn in geval van nood.
Het mag zich dus niet achter het toestel bevinden.
- De stekker en aansluitkabel van het
toestel mogen niet tegen de achterkant van het toestel aan komen, omdat deze door trillingen van het toestel beschadigd kunnen raken.
- Ook andere toestellen mogen niet
worden aangesloten op een stopcontact die zich aan de achterkant van
dit koeltoestel bevindt.
Kans op beschadigingen door
hoge luchtvochtigheid.
Bij hoge luchtvochtigheid kan er con-
dens neerslaan op de buitenkant van
het koeltoestel met mogelijke corrosie tot gevolg.
Plaats het koeltoestel in een droge
en/of een goed geconditioneerde
ruimte met voldoende ventilatie.
Controleer na de inbouw of de deur
van het toestel goed sluit, of de lucht
ongehinderd kan worden toegevoerd
en afgevoerd en of het koeltoestel
overeenkomstig de gebruiks- en
montagehandleiding ingebouwd is.
Klimaatklasse
Het koeltoestel is gemaakt voor een bepaalde klimaatklasse (omgevingstemperatuurbereik) waar de kamertemperatuur niet boven of onder mag liggen. De
klimaatklasse staat aangegeven op het
typeplaatje aan de binnenkant van het
koeltoestel.
KlimaatklasseOmgevingstem-
peratuur
SN+10tot +32°C
N+16tot +32°C
46
ST+16tot +38°C
T+16tot +43°C
Als de omgevingstemperatuur lager is,
staat de compressor langer stil. Dat kan
hogere temperaturen in het koeltoestel
en dus gevolgschade veroorzaken.
*INSTALLATION*
Installatie
Luchttoevoer en luchtafvoer
Gevaar voor brand en beschadi-
ging door onvoldoende ventilatie.
Als het koeltoestel niet voldoende
wordt geventileerd, slaat de compressor steeds vaker en voor steeds
langere tijd aan. Daardoor stijgt het
energieverbruik en de werkingstemperatuur van de compressor, wat
schade aan de compressor kan veroorzaken.
Zorg voor voldoende ventilatie van
het koeltoestel.
Houd dus zeker de aangegeven afmetingen voor de ventilatie-openingen aan.
De ventilatie-openingen mogen niet
afgedekt of geblokkeerd worden.
Bovendien moeten ze regelmatig
stofvrij worden gemaakt.
De luchttoevoer en luchtafvoer vindt
plaats via het ventilatierooster in de
sokkel van het koeltoestel.
Meubeldeur
Gewicht van de meubeldeur
Wanneer er een meubeldeur wordt
gemonteerd die het maximaal toelaatbare gewicht overschrijdt, kan de
koelwagen beschadigd raken, wat
onder andere tot een slechtere werking kan leiden.
Controleer voordat u de meubeldeur
monteert of deze het maximaal toelaatbare gewicht niet overschrijdt:
Koeltoestelmax. gewicht van
de meubeldeur in
kg
K31252Ui10
Vóór het reinigen van het koeltoestel
Neem vóór het inbouwen de zak met
montage-onderdelen en andere accessoires uit het toestel.
Verwijder de kabelhouder van de ach-
terwand van het toestel.
47
*INSTALLATION*
Installatie
Inbouwmaten
Inbouwmaten
Afmetingen van het toestel
48
*INSTALLATION*
Installatie
Afmetingen voor luchttoevoer en luchtafvoer
49
*INSTALLATION*
Installatie
Koeltoestel inbouwen
Voor het inbouwen van het koeltoestel hebt u onderstaand gereedschap
nodig:
U hebt de onderstaande montageonderdelen nodig:
Alle montageonderdelen zijn gemarkeerd met getallen. Deze markering van
de montageonderdelen vindt u terug in
elke montagestap.
Koeltoestel voorbereiden
Plaats het koeltoestel direct vóór de
onderbouwnis.
Pak het sokkelpaneel aan de zij-
kanten vast en haal het er af.
U kunt bij het bevestigen van uw koeltoestel kiezen uit twee verschillende
mogelijkheden:
1. Bevestiging bovenaan
Deze soort bevestiging is geschikt
voor het bevestigen onder werkbladen van bijv. kunststof (laminaat,
gelaagde stof). Voorwaarde hiervoor
is een werkblad waaraan de bevestigingshoeken vastgeschroefd kunnen
worden.
Het koeltoestel is licht geklemd tussen de vloer en het werkblad als de
stelvoeten volledig zijn uitgedraaid.
2. Zijdelingse bevestiging
Deze soort bevestiging is geschikt
voor het bevestigen onder harde
werkbladen van bijv. graniet. Voorwaarde hiervoor zijn zijpanelen rechts
en links naast het koeltoestel waaraan de bevestigingshoeken vastgeschroefd kunnen worden.
Het koeltoestel bevindt zich iets lager
dan het werkblad als de stelvoeten
volledig zijn uitgedraaid.
50
*INSTALLATION*
Installatie
1. Bevestiging bovenaan
Steek de hoek in de opnameopening
van het toesteldeksel.
Buig de hoek om aan de geperfo-
reerde plaats.
2. Zijdelingse bevestiging
De hoek moet aan beide uiteinden
worden omgebogen.
Steek de hoek in de opnameopening
van het toesteldeksel.
Buig de hoek om aan de geperfo-
reerde plaats.
Neem de hoek uit de opnameopening
en steek het rechte uiteinde van de
hoek erin.
Buig nu ook dit uiteinde van de hoek
om aan de geperforeerde plaats.
51
*INSTALLATION*
Installatie
Koeltoestel in de nis plaatsen
Pas op voor beschadiging van
de voedingskabel.
Bij het inschuiven van het koeltoestel
kan de voedingskabel worden ingeklemd of beschadigd raken.
Schuif het koeltoestel voorzichtig in
de nis.
Pas op voor beschadiging van
de vloer.
Het bewegen van het koeltoestel kan
leiden tot schade aan de vloer.
Verplaats het koeltoestel voorzichtig
op kwetsbare vloeren.
Pas op voor beschadiging van
de stelvoeten.
De stelvoeten kunnen afbreken.
Schuif het koeltoestel alleen als de
stelvoeten bijna volledig in de onderbouwnis geschroefd zijn.
Tip: Draai voordat u het toestel in de nis
schuift, de beide achterste stelvoeten
een halve slag los. De stelvoeten kunnen dan gemakkelijker vanaf de voorkant ingesteld worden als het koeltoestel in de nis geschoven is (zie de paragraaf “Het koeltoestel waterpas
plaatsen”).
Leg de voedingskabel zo, dat u het
koeltoestel na het inbouwen makkelijk
op het elektriciteitsnet kunt aansluiten.
Tip: Maak aan de stekker een stuk touw
vast en “verleng” zo de voedingskabel
om het inschuiven gemakkelijker te maken.
Trek de voedingskabel daarna langs het
andere kabeleinde door het keukenmeubel.
Als het koeltoestel te ver in de onderbouwnis wordt geschoven, sluit de
deur van het toestel na montage van
de deur van de inbouwnis mogelijk
niet goed. Dat kan ertoe leiden dat
zich er ijs of condenswater vormt en
dat er andere storingen optreden die
een verhoogd energieverbruik tot gevolg hebben.
Schuif het koeltoestel zover in de inbouwnis dat rondom een afstand van
42mm van het koeltoestel tot de
voorkant van de zijwanden wordt
aangehouden.
Schuif het koeltoestel in de onder-
bouwnis totdat de voorkanten van de
scharnieren bovenaan en onderaan
naadloos op de voorkant van de zijwand van de inbouwkast aansluiten.
Zo wordt op de voorranden van de
meubelzijwanden een omtrekafstand
gehandhaafd van 42mm
52
*INSTALLATION*
Installatie
Bij meubels met deurbeslagen (zoals stootblokjes, tochtstrips etc.)
moet er rekening worden gehouden
met de afmetingen van deze deurbeslagen, zodat er ook hier over de hele
voorkant een afstand van 42mm kan
worden aangehouden.
Trek het koeltoestel naar voren en wel
zover als de extra afmeting van de
deurbeslagen.
Controleer nogmaals of er rondom
een afstand wordt aangehouden van
42mm tot de voorkant van de deurbeslagen.
Tip: Verwijder indien mogelijk de deurbeslagen en schuif het koeltoestel in,
totdat alle bevestigingshaken boven en
onder tegen de voorkant van de meubelzijwanden aankomen.
Het koeltoestel waterpas plaatsen
Bij bevestiging bovenaan van het koeltoestel in de onderbouwnis moet het
koeltoestel licht geklemd zijn tussen
de vloer en het werkblad.
Draai de voorste en achterste stel-
voeten afhankelijk van de nishoogte
afwisselend naar buiten en zet het
koeltoestel waterpas.
Ga daarvoor als volgt te werk:
Verstel de beide achterste stelvoeten
met een sleufschroevendraaier via de
schroeven rechts en links vooraan in
de sokkel van het toestel.
Draai de beide voorste stelvoeten met
een zeskantige inbussleutel naar buiten.
Tip: Zodra de stelvoeten iets naar buiten zijn gedraaid, kunnen ze ook met
een schroevendraaier aan de onderkant
worden versteld (zie detailtekening).
53
*INSTALLATION*
Installatie
Het schuimrubber zorgt voor een
gescheiden luchtgeleiding. Hierdoor
worden storingen voorkomen.
Plaats het meegeleverde stukje
schuimrubber.
Plaats het sokkelpaneel terug,
maar maak het sokkelpaneel nog niet
vast.
Als er geen doorlopende meubelsokkel wordt gemonteerd:
Trek het sokkelpaneel zover naar
voren dat de ventilatieopeningen
evenwijdig lopen met de sokkelpanelen van de meubels ernaast.
Houd het sokkelpaneel vast en be-
vestig het rechts en links met de bijgevoegde bouten .
Als er een doorlopende meubelsokkel wordt gemonteerd:
Doorlopend meubelpaneel monteren
De luchttoevoer en luchtafvoer vindt
plaats via het ventilatierooster in de
sokkel van het koeltoestel.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen in geen geval worden
afgedekt.
Als er een doorlopend meubelpaneel
wordt gemonteerd, moet u afhankelijk
van de hoogte van het paneel een uitsparing maken voor de luchttoevoeren luchtafvoeropeningen van het koeltoestel.
Snijd de hoogte van het meubelsok-
kelpaneel (U) uit.
Pas langs de nisbreedte (W) de plaat-
hoogte (V) onder de toestelsokkelplaat aan.
Schuif het sokkelpaneel volledig
tegen het koeltoestel en bevestig het
rechts en links met de bijgevoegde
bouten .
54
*INSTALLATION*
Installatie
Het koeltoestel in de inbouwkast bevestigen
1. Bevestiging bovenaan
Meubeldeur monteren
Let erop dat het sokkelpaneel weer is
teruggeplaatst.
Vanuit de fabriek is de afstand tussen
deur van het toestel en de bevestigingstraverse op 8mm ingesteld.
Controleer deze afstand en stel hem
indien nodig opnieuw in.
2. Zijdelingse bevestiging
Schroef nu het koeltoestel rechts en
links vast.
Schuif de montagehulpstukken ter
hoogte van de meubeldeur: daarbij
moet de onderkant van de haken X
van de montagehulpstukken zich op
gelijke hoogte bevinden als de bovenrand van de te monteren meubeldeur (teken ).
55
*INSTALLATION*
Installatie
Tip: Schuif met het meubelfront de
montagehulpstukken ter hoogte van
de deuren van de meubels ernaast.
Schroef de moeren eraf en verwij-
der de bevestigingstraverse samen
met de montagehulpstukken .
Teken dun met een potlood een mid-
dellijn op de binnenkant van de meubeldeur .
Hang de bevestigingstraverse met
de montagehulpstukken op de bin-nenkant van de meubeldeur. Stel de
bevestigingstraverse precies in het
midden.
Schroef de bevestigingstraverse met
minstens 6 korte spaanplaatschroeven vast. (Gebruik bij cassettedeuren slechts 4 schroeven aan de rand).
Boor de gaten in de meubeldeur indien nodig vóór.
56
Trek de montagehulpstukken naar
boven en verwijder ze .
Draai de montagehulpstukken en
steek ze (om te bewaren) in de middelste gleuven van de bevestigingstraverse.
*INSTALLATION*
Schuif de afdekking aan de zijkant op
de bevestigingstraverse tegenover de
kant waar de scharnieren zitten.
Draai de meubeldeur om en maak de
handgreep vast (indien nodig).
Installatie
Open de deur van het toestel.
Hang de meubeldeur op de stel-
schroeven .
Draai de moeren losjes op de stel-
schroeven.
Sluit de deur en controleer de afstand
van de deur tot de meubeldeuren
daarnaast.
Stel de meubeldeur ten opzichte van
de meubeldeuren ernaast:
Zijkanten: de juiste afstand X krijgt u
door de meubeldeur te verschuiven.
Hoogte: de juiste afstand Y krijgt u
door met een schroevendraaier aan
de stelschroeven te draaien.
57
*INSTALLATION*
Installatie
Draai de moeren aan de bovenkant
van de deur van het toestel vast.
Houd de stelschroef daarbij met
een schroevendraaier tegen.
Schroef de deur van het toestel met
de bevestigingshaken als volgt aan
de meubeldeur vast:
- Boor de bevestigingspunten in de
meubeldeur vóór. Markeer de punten
eventueel eerst met een priem.
58
- Draai de korte spaanplaatschroeven
(4x14mm) erin.
Stel de diepte Z van de meubeldeur
af: draai de schroeven in de sleufgaten boven op de deur van het toestel en onder de deur van het toestel los. Maak door de meubeldeur
te verschuiven een luchtsleuf van
2mm tussen meubeldeur en voorkant
van de nis. Richt u naar de meubeldeuren ernaast.
Sluit de deur, controleer hoe ze zit en
stel de deur evenwijdig aan de deuren van de meubels daarnaast.
Draai alle schroeven nog een keer
stevig vast.
*INSTALLATION*
Plaats het afdekplaatje er weer op.
U kunt er zeker van zijn dat het koeltoestel goed is ingebouwd, als:
- de koelwagen goed sluit en de deurdichting volledig tegen de ommanteling van het toestel aan ligt,
- de koelwagen niet tegen de ommanteling van het meubel aan komt.
U kunt dit controleren door een inge-
schakelde zaklamp in het toestel te
leggen en de koelwagen naar binnen
te schuiven.
Maak het vertrek donker en controleer, of het licht aan de zijkanten van
het toestel naar buiten schijnt. Is dat
het geval, stel de deur van het toestel
zo in dat de deurdichting wel tegen
de ommanteling van het toestel aan
komt.
Installatie
Het instellen van de deurdichting
Tip: Afhankelijk van het gewicht van de
meubeldeur kan het nodig zijn om de
deur van het toestel anders af te stellen.
Beschadigingsgevaar!
Het koeltoestel kan beschadigd raken en daardoor minder goed of helemaal niet meer werken.
Stel de deur van het toestel alleen af
als de deurdichting niet helemaal tegen de ommanteling aan ligt.
Gebruik de afstelmogelijkheden niet
voor het afstellen van de meubeldeur.
U kunt de volgende instellingen kiezen:
Uitgangsstand0-stand
Hoek1°
Naar boven verstellen4mm
Naar beneden verstellen 2mm
Naar links en rechts verstellen
telkens
2mm
59
*INSTALLATION*
Installatie
De afstelmogelijkheden bevinden zich
rechts en links onder het flessenvak aan
de binnendeur.
Het verstellen van de deurhoek
Doe dit altijd aan beide kanten (rechts
en links).
Til het vak van de koelwagen op en
verwijder het.
Draai de schroef helemaal eruit.
Deze wordt niet meer gebruikt.
Draai de schroeven met 1 tot 2
omdraaiingen los.
Draai de stelschroef:
60
- met de klok mee =
De deur beweegt zich aan de bovenkant van de ommanteling van het
toestel af.
- tegen de klok in =
De deur beweegt zich aan de bovenkant naar de ommanteling van het
toestel toe en aan de onderkant van
de ommanteling van het toestel af.
Draai daarna alle schroeven weer
stevig aan.
*INSTALLATION*
Installatie
Het stellen van de deur
Doe dit altijd aan beide kanten (rechts
en links).
Het verstellen in hoogte (Y)
Draai de schroeven er helemaal
uit. Deze zijn niet meer nodig.
Het verstellen aan de zijkant (x)
Draai de schroeven, indien aanwe-
zig, er helemaal uit. Deze zijn niet
meer nodig.
Draai de schroeven met 1 tot 2
omdraaiingen los.
Draai de stelschroeven in de ge-
wenste richting.
Draai daarna alle schroeven weer
stevig aan.
Na het stellen van de deur van het
toestel
Zet het flessenvak en het groente- en
fruitvak weer terug.
Stel de meubeldeur indien nodig op-
nieuw.
Draai de schroeven met 1 tot 2
omdraaiingen los.
Draai de stelschroef:
- met de klok mee =
De deur beweegt maximaal 4mm
naar boven
- tegen de klok in =
De deur beweegt maximaal 2mm
naar beneden
Draai daarna alle schroeven weer
stevig aan.
61
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
K 31252 Ui
M.-Nr. 11 239 760 / 03nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.