Miele H6167B, H6267B Operating instructions [nl]

Gebruiks- en montageaanwijzing Ovens
Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 10 322 220nl-BE
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................17
Overzicht van de oven.............................................18
Bedieningselementen van de oven ..................................19
Aan-/uit-toets K ...................................................20
Ovenfuncties...................................................20
Symbolen op het display .........................................20
Bijgeleverde en bij te bestellen accessoires .............................24
Zijroosters .....................................................25
Bakplaat, universele bakplaat en rooster met uittrekbeveiliging ...........25
FlexiClip-geleiders HFC71 ........................................26
FlexiClip-geleiders plaatsen en verwijderen...........................26
Vergrendeling 0 van de oven .....................................30
Koelventilator ..................................................30
Luchtgekoelde deur .............................................30
PerfectClean-veredelde oppervlakken .................................31
Katalytisch geëmailleerde oppervlakken................................31
Eerste ingebruikname .............................................32
Vóór de eerste ingebruikname .......................................32
Tijd voor het eerst instellen ..........................................32
Oven voor het eerst opwarmen en het verdampingssysteem doorspoelen .....33
Fabrieksinstellingen wijzigen .........................................37
Vergrendeling 0..................................................40
Vergrendeling inschakelen ........................................40
Vergrendeling voor één bereidingsproces uitschakelen .................41
2
Inhoud
Vergrendeling uitschakelen .......................................41
Kookwekker N gebruiken ...........................................42
Kookwekkertijd instellen ..........................................42
Kookwekkertijd wijzigen ..........................................43
Kookwekkertijd wissen ...........................................43
Overzicht ovenfuncties ............................................44
Tips om energie te besparen .......................................46
Eenvoudige bediening..............................................48
Voorgeprogrammeerde temperaturen..................................49
Temperatuur wijzigen ............................................49
Temperatuurcontrole ............................................50
Ovenruimte voorverwarmen..........................................50
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen........................51
Bereidingstijd instellen ...........................................51
Bereidingstijd en einde bereidingstijd instellen ........................52
Na afloop van de bereidingstijd ....................................53
Bereidingstijd wijzigen ...........................................53
Bereidingstijd wissen ............................................54
Einde bereidingstijd wissen .......................................54
Verloop van een bereidingsproces bij gebruik van de ovenfunctie Profi d ....56
Aantal stoomstoten instellen .......................................56
Temperatuur instellen ............................................56
Water klaarzetten en opzuigproces starten ...........................57
Automatische stoomstoot .........................................58
Handmatig geactiveerde stoomstoten ...............................58
Restwaterverdamping ..............................................59
Verloop van de restwaterverdamping ...............................59
Restwaterverdamping direct uitvoeren...............................60
Restwaterverdamping afbreken ....................................61
Automatische programma's ........................................62
Aanwijzingen voor het gebruik .......................................63
Bereiding afbreken ..............................................63
Automatisch programma gebruiken ...................................64
3
Inhoud
Opmerkingen omtrent de baktabel ....................................69
Opmerkingen bij de braadtabel ......................................74
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur) ........................78
Opmerkingen bij de grilltabel ........................................81
Diepgevroren producten/kant-en-klaargerechten.......................87
Reiniging en onderhoud ...........................................89
Ongeschikte reinigingsmiddelen......................................89
Dichting reinigen................................................90
Hardnekkig vuil (op andere oppervlakken dan op de FlexiClip-geleiders)......91
Hardnekkig vuil op de FlexiClip-geleiders...............................92
Vuil op de katalytisch geëmailleerde achterwand.........................92
Vuil door kruiden, suiker en dergelijke verwijderen .....................92
Vuil door olie en vet verwijderen....................................93
Deur uit elkaar halen.............................................95
Steunroosters met FlexiClip-geleiders verwijderen ........................99
Achterwand verwijderen ...........................................100
Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill omlaagklappen............100
Verdampingssysteem ontkalken F ...................................101
Verloop van een ontkalkingsproces ................................101
Ontkalkingsproces voorbereiden ..................................102
Ontkalkingsproces uitvoeren .....................................103
4
Inhoud
Dienst Herstellingen aan huis van Miele en garantie ...................111
Elektrische aansluiting ...........................................112
Maatschetsen voor de inbouw .....................................114
Afmetingen en kastuitsparing .......................................114
Detailafmetingen van het front van de oven ............................116
Oven inbouwen .................................................117
Gegevens voor testinstellingen ....................................118
Controlegerechten volgens EN 60350.................................118
Energie-efficiëntieklasse ...........................................119
Productgegevensbladen ........................................119
Contactgegevens ................................................123
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze oven voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
­schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing aandachtig voor u de oven in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de oven. Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Deze oven is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Deze oven is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik de oven uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bakken, braden, grillen, bereiden, ontdooien, inmaken en drogen van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn de oven veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog wor­den gehouden. Deze personen mogen de oven zonder toezicht bedienen, maar al­leen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de oven
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de oven zonder toezicht bedie
~
nen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitge legd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen de oven niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Let op kinderen die in de buurt van de oven komen. Laat kin-
~
deren nooit met de oven spelen.
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor stikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsma­teriaal.
Gevaar voor verbranding!
~
De huid van kinderen reageert gevoeliger op hoge temperaturen dan de huid van volwassenen. De glasplaat van de deur, het bedie­ningspaneel en de openingen voor de uitvoer van de lucht van de ovenruimte worden warm. Voorkom dat kinderen tijdens de werking de oven aanraken.
-
-
-
Gevaar voor verwonding!
~
De deur kan maximaal 15 kg dragen. Kinderen kunnen zich verwon den aan de geopende deur. Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of eraan gaan hangen.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
~
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Controleer voordat de oven wordt geplaatst, of hij zichtbaar be
~
schadigd is. Een beschadigde oven mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
De betrouwbare en zekere werking van de oven is enkel gega-
~
randeerd wanneer de oven aan het openbare elektriciteitsnet is aan­gesloten.
De elektrische veiligheid van de oven is uitsluitend gegaran-
~
deerd, als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
van de oven moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw oven. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Gebruik de oven enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is een
~
veilige werking gegarandeerd.
-
Deze oven mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek
~
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de oven lei den. Open nooit de behuizing van de oven.
Het recht op garantie vervalt wanneer de oven door een klanten
~
dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-
~
onderdelen worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Als de oven zonder aansluitkabel wordt geleverd of als een be-
~
schadigde aansluitkabel moet worden vervangen, moet een specia­le aansluitkabel worden geïnstalleerd door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is (zie rubriek "Elektrische aansluiting").
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet de
~
oven van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn, bijv. als de ovenver­lichting defect is (zie rubriek "Wat gedaan als ...?". Daarvoor moet u het volgende doen
schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
-
-
-
draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of
trek de stekker (indien voorhanden) uit de contactdoos. Trek daar toe niet aan de draad, wel aan de stekker.
10
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Voor een goede werking heeft de oven voldoende luchttoevoer
~
nodig. Zorg ervoor dat de toevoer van koele lucht niet wordt belem merd (bijv. door de inbouw van warmte-isolatielijsten in de ombouw kast). Bovendien mag de vereiste koellucht niet door andere warm tebronnen (bijv. vaste brandstofoven) overdreven worden verwarmd.
Als de oven achter een meubelfront (bijv. een deur) is geplaatst,
~
sluit deze nooit terwijl de oven in werking is. Achter een gesloten meubeldeur wordt warmte en vocht opgestuwd. Daardoor kunnen oven, ombouwkast en vloer worden beschadigd. Sluit een meubel deur pas als de oven volledig afgekoeld is.
-
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Gevaar voor verbranding!
,
De oven wordt heet terwijl deze in werking is. U kunt zich verbranden aan verwarmingselementen, de oven ruimte, gerechten en toebehoren. Trek ovenwanten aan om hete gerechten in te schuiven of uit te nemen en als u met uw handen in de hete ovenruimte moet komen.
Voorwerpen in de omgeving van de ingeschakelde oven kunnen
~
in brand vliegen door de hoge temperaturen. Gebruik de oven nooit om het vertrek te verwarmen.
Olie en vet kunnen door oververhitting ontvlammen. Laat de oven
~
nooit zonder toezicht achter als u olie of vet gebruikt. Brand door olie of vet mag u nooit met water blussen. Schakel de oven uit. Verstik vlammen in de ovenruimte door de deur gesloten te laten.
-
Bij het grillen van levensmiddelen kunnen te lange grilltijden ertoe
~
leiden dat de gerechten uitdrogen en mogelijk ontvlammen. Neem de aanbevolen grilltijden in acht.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bepaalde levensmiddelen drogen snel uit en kunnen door hoge
~
grilltemperaturen zelfs in brand vliegen. Gebruik nooit de grillfuncties om broodjes of brood af te bakken. Gebruik de grillfuncties ook nooit om bloemen of kruiden te drogen. Gebruik de ovenfunctie "Hetelucht Plus" U of "Boven-onderwarmte" V.
Gebruikt u bij het bereiden van levensmiddelen alcoholische
~
dranken, dan moet u ermee rekening houden dat alcohol bij hoge temperaturen verdampt. Deze damp kan ontvlammen op de hete verwarmingselementen.
Als u de resterende warmte benut om gerechten warm te houden,
~
kan er door de hoge luchtvochtigheid en condenswater corrosie op­treden in de oven. Ook het bedieningspaneel, het werkblad of de in­bouwkast kunnen beschadigd raken. Schakel de oven nooit uit maar laat de gekozen functie ingescha­keld en stel de laagste temperatuur in. De koelventilator blijft dan automatisch ingeschakeld.
Gerechten die in de ovenruimte worden warmgehouden of be-
~
waard, kunnen uitdrogen en de vrijgekomen vochtigheid kan leiden tot corrosie in de oven. Dek de gerechten daarom af.
Het email op de bodem van de ovenruimte kan door warmteop
~
hoping barsten of afspringen. Bedek de bodem van de ovenruimte nooit met aluminiumfolie, be schermfolie voor ovens of iets anders. Plaats geen braadpannen, pannen, kookpotten of bakplaten rechtstreeks op de bodem van de ovenruimte.
Het email op de bodem van de ovenruimte zou door het heen en
~
weer schuiven van de voorwerpen beschadigd kunnen raken. Wanneer u in de ovenruimte kookpotten of pannen bewaart, mag u deze niet op de bodem van de ovenruimte schuiven.
-
-
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer een koude vloeistof op een heet oppervlak wordt gegoten,
~
ontstaat er damp. Deze kan ernstige brandwonden veroorzaken. Boven dien kunnen hete geëmailleerde oppervlakken beschadigd raken door de plotse temperatuurschok. Giet nooit direct koude vloeistoffen op hete geëmailleerde oppervlakken.
Bij bereidingsprocessen met vochtregeling en tijdens de
~
restwaterverdamping ontstaat waterdamp, die ernstige brandwon den kan veroorzaken. Open nooit de deur terwijl een stoomstoot bezig is of terwijl de restwaterverdamping bezig is.
Het is belangrijk dat de temperatuur zich gelijkmatig verdeelt in
~
het gerecht en dat de temperatuur hoog genoeg is. Roer de ge­rechten regelmatig om of keer ze regelmatig om ervoor te zorgen dat ze gelijkmatig worden verwarmd.
Kunststof kookgerei dat niet ovenbestendig is, smelt bij hoge
~
temperaturen. Dergelijk kookgerei kan de oven beschadigen of kan in brand vliegen. Gebruik alleen kunststof kookgerei dat ovenbestendig is. Hou re­kening met de informatie van de producent van het kookgerei.
-
-
In afgesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en ver
~
warmen overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de oven nooit voor het inmaken en verwarmen van conser venblikken.
U kunt zich verwonden aan de geopende deur van de oven of
~
zich eraan stoten. Laat de deur niet onnodig openstaan.
De deur kan maximaal 15 kg dragen.
~
Ga niet op de geopende deur staan of zitten en plaats er geen zwa re voorwerpen op. Zorg er ook voor dat er niets vastgeklemd raakt tussen de deur en de ovenruimte. De oven kan beschadigd raken.
14
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de oven nooit een stoomreiniger.
Door krassen kan het glas van de glasplaten van de deur breken.
~
Gebruik voor het reinigen van de glasplaten van de deur geen schuurmiddelen, geen harde sponsen of borstels en geen scherpe metalen schrapers.
De steunroosters kunt u verwijderen om deze te reinigen (zie ru
~
briek "Reiniging en onderhoud"). Plaats deze correct terug. Gebruik de oven nooit terwijl de steun­roosters verwijderd zijn.
De katalytisch geëmailleerde achterwand kunt u verwijderen om
~
deze te reinigen (zie rubriek "Reiniging en onderhoud"). Plaats deze correct terug. Gebruik de oven nooit terwijl de achter­wand verwijderd is.
-
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on
~
derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie en/of de productaansprakelijkheid.
De Miele-braadpannen HUB 5000-M/HUB 5001-M/HUB 5000-XL
~
(indien voorhanden) mogen niet op niveau 1 in de oven worden ge schoven. De bodem van de ovenruimte zou anders beschadigd raken. Door de kleine afstand zou een warmteophoping ontstaan en zou het email kunnen barsten of afspringen. Schuif de Miele-braadpannen ook nooit op de bovenste steun van het niveau 1. Daar zijn ze immers niet beveiligd door de uittrekbevei­liging. Doorgaans gebruikt u het best het niveau 2.
-
-
16
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd voor milieu vriendelijk en recycleerbaar verpak kingsmateriaal gekozen. Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw handelaar neemt de verpakking te rug.
-
-
Wat met een afgedankt toe stel?
Oude elektrische en elektronische toe stellen bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
-
schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het toestel nodig waren. Als deze stoffen bij het
-
restafval terechtkomen of verkeerd wor den behandeld, kunnen ze schade be rokkenen aan de menselijke gezond heid en het milieu. Geef uw oude toe stel dus niet mee met het gewone huis vuil.
Breng het toestel liever naar het dichtst­bijzijnde gemeentelijk containerpark. Vraag meer informatie aan uw Miele­handelaar.
-
-
-
-
-
-
-
-
Zorg ervoor dat het toestel kindveilig wordt bewaard voor u het wegbrengt.
17
Overzicht van de oven
a Bedieningselementen van de oven*
b Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill
c Openingen voor de stoomtoevoer
d Aanzuigbuisje voor het verdampingssysteem
e Katalytisch geëmailleerde achterwand
f Aanzuigopening voor de ventilator met daarachter het ringverwarmingselement
g Zijroosters met 5 niveaus
h Bodem van de ovenruimte met daaronder het verwarmingselement voor onder
warmte
i Frame van het front met het typeplaatje
j Deur
* Uitrusting afhankelijk van het toesteltype
18
-
a Aan/Uit-toets K
b Functieschakelaar
c Display
d Draaiknop V W
e Sensortoets OK
f Sensortoets #
g Sensortoets N
h Sensortoets I
Bedieningselementen van de oven
i Sensortoets X
j Sensortoets *
k Optische interface (enkel voor de klantendienst-
19
Bedieningselementen van de oven
Aan-/uit-toets K
De Aan/uit-toets K reageert op aanra king met uw vinger.
Met deze toets schakelt u de oven in en uit.
-
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de ovenfuncties.
U kunt de schakelaar rechts- en links om draaien en in de stand ß verzinken (door erop te drukken).
Ovenfuncties
V Boven-/onderwarmte x Onderwarmte \ Circulatiegrill Y Grill K Bruineren d Profi-functie
S Snel opwarmen
U Hetelucht Plus [ Braadautomaat O Intensief bakken c Automatic P Ontdooien
-
Display
Op het display worden de tijd of uw in stellingen weergegeven.
3?
F
00:00
-
g lb/oz
°C °F h min
NX+ 0 * 6}TS
;
Symbolen op het display
Naargelang de stand van de ovenfunctiekiezer V en/of drukken van een toets verschijnen de volgende sym­bolen:
Symbool/functie V
N Kookwekker willekeurig
3 Temperatuurcontrole
T Bereidingstijd
S Einde van de berei-
dingstijd
6 Temperatuur
? Opzuigen F Ontkalken * Stoominjecties
} Gewicht Automatic
x Instellingen P
+ Kloktijd 0 Vergrendeling
U kunt een functie slechts in de toege wezen stand van de ovenfunctiekiezer instellen of wijzigen.
Ovenfunc-
tie
Profi-
functie
ß
-
20
Bedieningselementen van de oven
Draaiknop
Met de draaiknop V W stelt u de tem peraturen en tijden in.
Als u de schakelaar naar rechts draait, verhoogt u de waarden. Als u de knop naar links draait, verlaagt u deze.
Daarnaast gebruikt u de draaiknop om functies te markeren, door het drie hoekje V in het display te verschuiven.
U kunt de schakelaar rechts- en links om draaien en in elke stand verzinken (door erop te drukken).
-
-
-
Sensortoetsen
De sensortoetsen OK, #, *, X, I, N reageren op aanraking met uw vinger. Telkens als u een toets aanraakt, hoort u een akoestisch signaal. U kunt dit signaal uitzetten door bij de instelling P3de status S0te kiezen (zie "Instellingen").
21
Bedieningselementen van de oven
Sensor toets
Functie Aanwijzingen
-
OK Voor het op
roepen van func ties en het op slaan van instel lingen.
# Voor stapsgewijs
terugspringen
x Voor het op
roepen van func ties
-
-
Als functies met het driehoekje V zijn gemarkeerd, kunt u deze functies oproepen door op de OK-toets
­te drukken. Zolang het driehoekje V knippert, kunt u
­de gekozen functie wijzigen.
­Als u op de OK-toets drukt, worden de wijzigingen
opgeslagen.
Als de dagtijd zichtbaar is en de functieschakelaar op ß staat, verschijnen bij aanraking van de toets X
-
de symbolen voor "Instellingen X", "Dagtijd +"en "Vergrendeling 0".
Als het display donker is, moet u de oven eerst in­schakelen, voordat de sensortoets X reageert.
Tijdens een bereiding kunt u na het aanraken van deze toets de temperatuur 6 , de bereidingstijd T en het einde van een bereiding S instellen.
22
Bedieningselementen van de oven
Sensor toets
Functie Aanwijzingen
-
I Voor het in- en uit
schakelen van de verlichting
N Voor het instellen
van een kookwek kertijd.
* Voor het uitvoeren
van stoominjecties
Als de dagtijd zichtbaar is, kunt u met de toets I de
­verlichting in- en uitschakelen, bijvoorbeeld voor rei nigingsdoeleinden.
Als het display donker is, moet u de oven eerst in schakelen, voordat de sensortoets I reageert.
Afhankelijk van de gekozen instelling dooft de ver lichting bij een bereiding na 15 seconden of blijft continu aan.
Als de dagtijd zichtbaar is, kunt u op elk moment een kookwekkertijd instellen (bijvoorbeeld om eieren
­te koken).
Als het display donker is, moet u de oven eerst in­schakelen, voordat de sensortoets N reageert.
Als voor de Profi-functiel d handmatige stoominjecties zijn gekozen, moet u op de sensor­toets * drukken om de stoominjectie uit te voeren.
Zodra u een stoominjectie kunt uitvoeren, licht de sensortoets * op.
Gelijk met de uitgevoerde stoominjectie verschijnt in het display het symbool *.
-
-
-
23
Uitvoering
Type-aanduiding
Een overzicht van de beschreven mo dellen vindt u op de achterkant van het boekje.
-
Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich achter de deur, op het frontgedeelte.
Hier vindt u de type-aanduiding van uw oven, het fabricagenummer en de aan sluitgegevens (spanning/frequentie/ maximale aansluitwaarde).
Zorg dat u deze informatie bij de hand heeft, als u vragen of problemen heeft. Miele kan u dan gericht verder helpen.
Bijgeleverd
Het volgende wordt bijgeleverd:
– De gebruiks- en montagehandleiding
van de oven.
– Receptenboek CulinArt
Bijgeleverde en bij te bestellen accessoires
De uitvoering is afhankelijk van het model! Een oven beschikt altijd over geleide rails, een universele bakplaat en een rooster. Afhankelijk van het model kan de oven ook van de hierna ge noemde accessoires zijn voorzien.
­Alle genoemde accessoires, reinigings-
en onderhoudsmiddelen zijn op het Miele-toestel afgestemd.
U kunt deze producten via internet (www. miele-shop.com), bij Miele of bij uw Miele-vakhandelaar bestellen.
Vermeld bij uw bestelling altijd de type­aanduiding van uw toestel en de aan­duiding van de gewenste accessoires.
-
-
Schroeven voor de bevestiging van de oven in de keukenkast.
Ontkalkingstabletten en een kunst stof slang met houder voor het ont kalken van het stoomsysteem.
Diverse accessoires.
24
-
-
Uitvoering
Zijroosters
In de ovenruimte bevinden zich aan de rechter- en linkerkant de zijroosters met de niveaus om het toebehoren in de oven te schuiven.
De aanduiding van de niveaus kunt u aflezen op het frame van het front.
Elk niveau bestaat uit twee boven el kaar liggende steunen:
Het toebehoren (bijv. de rooster)
schuift u tussen de steunen in de oven,
– de FlexiClip-geleiders (indien voor-
handen) plaatst u op de onderste steun.
U kunt de zijroosters verwijderen om deze te reinigen (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
-
Bakplaat, universele bakplaat en rooster met uittrekbeveiliging
Bakplaat HBB71:
Universele bakplaat HUBB71:
Rooster HBBR71:
Schuif dit toebehoren altijd tussen de steunen van een niveau in de zijroosters.
Schuif de rooster altijd met het bereidingsvlak naar onderen gericht in de oven.
Dit toebehoren is aan de korte zijden voorzien van een uittrekbeveiliging in het midden. Deze voorkomt dat het toebehoren uit de zijroosters omlaagglijdt als u het toe behoren slechts gedeeltelijk wilt uittrek ken.
Wanneer u de universele bakplaat ge bruikt met daarop de rooster, wordt de universele bakplaat tussen de steunen van een niveau geschoven en de roos ter vanzelf erboven.
-
-
-
-
25
Uitvoering
FlexiClip-geleiders HFC71
U kunt de FlexiClip-geleiders op elk ni veau plaatsen.
Schuif de FlexiClip-geleiders volle dig in de ovenruimte voordat u toe behoren erop plaatst. Wanneer u dan toebehoren plaatst, wordt het vanzelf veilig geplaatst tussen de nokken vooraan en achteraan en kan het niet omlaagglijden.
-
-
FlexiClip-geleiders plaatsen en verwijderen
Gevaar voor verbranding!
,
De verwarmingselementen moeten uitgeschakeld zijn. De ovenruimte moet afgekoeld zijn.
De FlexiClip-geleiders worden tussen
­de steunen van een niveau geplaatst.
De FlexiClip-geleider met het Miele­logo moet rechts worden geplaatst.
Trek de FlexiClip-geleiders bij het plaatsen of verwijderen niet uit el­kaar.
De FlexiClip-geleiders kunnen 15 kg dragen.
26
^
Haak de FlexiClip-geleider vooraan vast op de onderste steun van een niveau (1.) en schuif deze via de steun in de ovenruimte (2.).
Klik de FlexiClip-geleider vast op de
^
onderste steun van het niveau (3.).
Als de FlexiClip-geleiders na het plaatsen geblokkeerd zitten, moet u ze één keer krachtig uittrekken.
Uitvoering
Bakplaat met gaatjes, HBBL71
De bakplaat met gaatjes is speciaal ontwikkeld voor het bakken van bakwaren op basis van vers gistdeeg en kwark-oliedeeg, brood en broodjes. De fijne perforatie ondersteunt de brui ning van de onderzijde van het gerecht. U kunt deze ook gebruiken om te dro gen.
Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.
-
-
Ga als volgt te werk om een FlexiClip­geleider te verwijderen:
^ Schuif de FlexiClip-geleider volledig
naar binnen.
^
Til de FlexiClip-geleider vooraan om hoog (1.) en trek deze via de steun van het niveau uit (2.).
Grill- en braadplaat HGBB71
De grill- en braadplaat wordt op de uni­versele bakplaat gelegd. Tijdens het grillen of braden voorkomt deze dat de afdruipende vleesjus ver brandt. Op die manier kan de jus wor den gebruikt.
­Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.
-
-
27
Uitvoering
Ronde bakvorm HBF27-1
De ronde bakvorm is uitstekend ge schikt voor het bereiden van pizza's, platte taarten/cakes uit gist- of roer deeg, zoete en hartige taart, gegrati neerde desserts en plat brood of voor het afbakken van diepgevroren taart/ cake of pizza.
Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.
Baksteen HBS60
Met de baksteen verkrijgt u een opti­maal bakresultaat bij gerechten die een krokant gebakken onderzijde moeten hebben, zoals pizza's, quiches, brood, broodjes, pikante gebakjes en derge lijke. De baksteen is een vuurvaste steen uit keramiek die met glazuur bekleed is. De steen wordt op de rooster gelegd. Om er eten op te leggen en weer van te nemen, is een houten spatel van onbe handeld hout meegeleverd bij de baksteen.
-
-
-
-
Braadpannen van de HUB-reeks en deksels voor braadpannen van de HBD-reeks
De braadpannen van Miele kunnen, in tegenstelling tot andere braadpannen, rechtstreeks in de zijroosters worden geschoven. Net zoals de rooster is ook de braadpan voorzien van een uittrek beveiliging. Het oppervlak van de braadpannen is bekleed met een antiaanbaklaag.
De braadpannen zijn verkrijgbaar met een diepte van 22 cm of 35 cm. De breedte en hoogte zijn gelijk.
Bijpassende deksels zijn afzonderlijk verkrijgbaar.
Vermeld bij het bestellen het type.
Diepte: 22 cm Diepte: 35 cm
HUB5000-M HUB5001-M*
HBD60-22 HBD60-35
-
* Geschikt voor inductiekookvlakken
HUB5000-XL
-
28
Uitvoering
Ontkalkingstabletten, kunststofslang met houder
Dit toebehoren hebt u nodig om de oven te ontkalken.
Katalytisch geëmailleerd toebehoren
Zijwanden
Deze worden achter de zijroosters geplaatst en beschermen de wanden van de ovenruimte tegen vuil.
Bovenwand
De bovenwand wordt boven het ver warmingselement voor bovenwarmte/ de grill geplaatst en beschermt de bovenzijde van de ovenruimte tegen vuil.
Achterwand
Bestel een wisselstuk als het kataly tische e-mail door onjuiste behan­deling of zeer zware vervuiling zijn zelfreinigende eigenschappen heeft verloren.
Vermeld bij het bestellen het toesteltype van uw oven.
Microvezeldoek van Miele
De microvezeldoek is ideaal om nor­maal vuil en vingerafdrukken te verwij­deren.
-
-
Ovenreiniger van Miele
De ovenreiniger is geschikt om zeer hardnekkig vuil te verwijderen. De ovenruimte hoeft niet te worden opge warmd.
-
29
Uitvoering
Ovenelektronica
Dankzij de elektronica van het apparaat kunt u niet alleen bakken, braden en grilleren. U kunt de elektronica ook ge bruiken:
voor de dagtijdweergave,
als kookwekker,
voor het automatisch in- en uitscha
kelen van het toestel,
voor koken met vochtregeling.
voor het gebruik van automatische
programma's,
– voor het invoeren van individuele in-
stellingen.
-
Beveiligingen
Vergrendeling 0 van de oven
De vergrendelingsfunctie voorkomt dat de oven door anderen wordt gebruikt of onbedoeld wordt ingeschakeld, zie ook "Vergrendeling 0".
De vergrendeling blijft ook na een stroomstoring actief.
Koelventilator
De ventilator wordt bij elke bereiding automatisch ingeschakeld. De ventila tor mengt de hete ovenlucht met de
­lucht uit de keuken. Zo wordt de oven lucht afgekoeld, voordat deze tussen de deur en het bedieningspaneel vrij komt.
De ventilator blijft na een bereiding nog enige tijd ingeschakeld, om te voor komen dat er vocht in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of in de in bouwkast neerslaat.
De ventilator wordt automatisch uitge­schakeld als de ovenruimte onder een bepaalde temperatuur komt.
Luchtgekoelde deur
De deur is uit glasplaten opgebouwd die deels voorzien zijn van een warmte­reflecterende coating.
Als de oven in gebruik is, wordt extra lucht door de deur geleid, zodat de bui­tenste glasplaat koel blijft.
U kunt de deur voor reinigingsdoelein den verwijderen en verder uit elkaar ha len (zie "Reiniging en onderhoud").
-
-
-
-
-
-
-
30
Uitvoering
PerfectClean-veredelde opper vlakken
PerfectClean-veredelde oppervlakken hebben zeer goede anti-aanbakeige nschappen en zijn heel eenvoudig te reinigen.
Na het bakken of braden laat het ge recht gemakkelijk los en verontrei nigingen kunt u eenvoudig verwijderen.
Op PerfectClean kunt u uw gerechten in stukken snijden en verdelen.
Gebruik geen keramische messen op PerfectClean-veredelde opper­vlakken, omdat deze krassen kun­nen veroorzaken.
PerfectClean-veredelde oppervlakken zijn, wat de reiniging betreft, vergelijk­baar met glas.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud", zodat de voordelen van de anti-aanbaklaag en de eenvoudige reiniging behouden blij ven.
-
-
-
PerfectClean-veredeld zijn:
-
Ovenruimte
Geleiderails
FlexiClip-geleiders
Universele bakplaat
Bakplaat
Rooster
Grill- & braadplaat
de geperforeerde gourmet-bakplaat
de ronde bakvorm.
Katalytisch geëmailleerde oppervlakken
De achterwand van de ovenruimte is voorzien van katalytisch email. Dankzij dit speciale email worden olie- en vet­spatten bij hoge temperaturen vanzelf verwijderd.
Neem de aanwijzingen in acht uit het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud".
-
31
Eerste ingebruikname
Vóór de eerste ingebruikname
De oven mag enkel in inge
,
bouwde toestand worden gebruikt.
Duw op de ovenfunctie- en
^
draaikiezer als deze verzonken zijn om deze tevoorschijn te laten komen.
U kunt de tijd alleen wijzigen wan neer de ovenfunctiekiezer op de stand ß staat.
Stel de tijd in.
^
-
-
Tijd voor het eerst instellen
De tijd wordt weergegeven in het 24­uurs-formaat.
Na het aansluiten van het toestel op het elektriciteitsnet verschijnt i2:00 op het display en het driehoekje V knippert onder +:
i2:00
+
V
^ Stel met de draaikiezer de tijd in.
^ Raak de OK-toets aan.
De tijd wordt opgeslagen.
U kunt de tijd ook in het 12-uurs­formaat laten weergeven. Kies daartoe bij de instelling P4de status i2h (zie rubriek "Instellingen").
Tijdens een stroomonderbreking blijft de tijd ca. 200 uur opgeslagen. Wordt de stroom gedurende die tijd hersteld, dan wordt het actuele uur weer weerge geven.
-
32
Na een langere stroomonderbreking moet de tijd opnieuw worden ingesteld.
De weergave van het uur is in de fa briek uitgeschakeld (zie rubriek "In stellingen – Pi"). Het display is donker wanneer u de oven uitschakelt. De tijd loopt op de achtergrond door.
-
-
Eerste ingebruikname
Oven voor het eerst opwarmen en het verdampingssysteem doorspoelen
Wanneer de oven voor het eerst op warmt, kunnen er onaangename geu ren ontstaan. Verwijder deze door de lege oven gedurende minstens 1 uur op te warmen. Tegelijkertijd is het zinvol om het ver dampingssysteem door te spoelen.
Zorg gedurende het opwarmproces voor een goede verluchting van de keuken. Zorg ervoor dat de geuren niet naar andere kamers trekken.
^ Verwijder eventuele stickers of
beschermfolies van de oven en het toebehoren.
^ Neem het toebehoren uit de oven-
ruimte en reinig het (zie rubriek "Rei­niging en onderhoud").
^
Reinig de ovenruimte voorafgaand aan het opwarmen met een vochtige doek om eventueel stof en verpakkingsresten te verwijderen.
^
Zet een recipiënt met ca. 150 ml vers leidingwater klaar.
-
-
-
Kies de ovenfunctie "Profi" d.
^
De verlichting wordt ingeschakeld. Op het display verschijnt Aut§ en het
driehoekje V knippert onder *:
Aut§
*
;
Raak de OK-toets aan.
^
Op het display verschijnt de voorgepro grammeerde temperatuur en het drie­hoekje V knippert onder 6.
°C
i60
6
V
^ Stel met de draaikiezer de maximale
temperatuur (250 °C) in.
^
Raak de OK-toets aan of wacht ca. 15 seconden. Na het verstrijken van die tijd wordt de instelling automatisch overgeno men.
-
-
^
Schakel de oven in.
33
Eerste ingebruikname
De instructie voor het opzuigproces verschijnt en het driehoekje V knip pert.
?
;
Open de deur.
^
Klap het aanzuigbuisje uit, dat u links
^
onder het bedieningspaneel vindt.
Raak de OK-toets aan.
^
­Het opzuigproces start.
De benodigde hoeveelheid water wordt opgezogen. De daadwerkelijke opge zogen hoeveelheid leidingwater kan kleiner zijn dan de gevraagde hoeveel heid, waardoor er wat in de recipiënt overblijft.
Verwijder de recipiënt na afloop van
^
het opzuigproces.
Sluit de deur.
^
Er is nog een kort pompgeluid te horen. Dat geeft aan dat het resterende water in het aanzuigbuisje wordt opgezogen.
Het toestel begint op te warmen.
Na enige tijd wordt automatisch een stoomstoot geactiveerd.
,
Gevaar voor verwonding! Waterdamp kan brandwonden ver­oorzaken. Terwijl een stoomstoot bezig is, mag u niet de deur ope­nen.
-
-
^
Doe het aanzuigbuisje in de recipiënt met leidingwater.
34
Warm de oven gedurende minstens 1 uur op.
Ga als volgt te werk nadat minstens 1 uur is verstreken:
^
Draai de ovenfunctiekiezer op de stand ß.
Nadat het toestel voor het eerst is opgewarmd
Gevaar voor verbranding!
,
Laat de ovenruimte afkoelen voordat u deze met de hand reinigt.
Raak I aan om de ovenverlichting in
^
te schakelen.
Reinig de ovenruimte met warm wa
^
ter, handafwasmiddel en een schone sponsdoek. U kunt ook een schone, vochtige microvezeldoek gebruiken.
Wrijf de oppervlakken droog met een
^
zachte doek.
^ Schakel de ovenverlichting en de
oven uit.
Sluit de deur pas wanneer de oven­ruimte droog is.
Eerste ingebruikname
-
35
Instellingen
Dagtijd wijzigen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de oven ingeschakeld is en de func tieschakelaar op ß staat.
Raak X aan.
^
Verschuif het driehoekje V met de
^
draaiknop totdat het onder + oplicht.
Druk op de OK-toets.
^
Het driehoekje V knippert onder +.
Stel met de draaiknop de dagtijd in.
^
^ Druk op de OK-toets.
De dagtijd wordt opgeslagen.
Tijdens een stroomstoring wordt de dagtijd ca. 200 uur opgeslagen. Als de stroomstoring binnen die tijd voorbij is, verschijnt de actuele dagtijd weer.
Na een langere stroomstoring moet u de dagtijd opnieuw instellen.
-
36
Fabrieksinstellingen wijzigen
U kunt de instellingen alleen wijzigen als de oven ingeschakeld is en de functieschakelaar op ß staat.
In de fabriek zijn voor de ovenbediening instellingen opgeslagen (zie "Overzicht instellingen").
U wijzigt een instelling, door de status te wijzigen.
Raak X aan.
^
Verschuif het driehoekje V met de
^
draaiknop totdat het onder X oplicht.
Instellingen
s0
De instelling wordt opgeroepen en de actuele status verschijnt, bijv. .S0.
Om de status te wijzigen:
Stel met de draaiknop de gewenste
^
status in.
Druk op de OK-toets.
^
De gekozen status wordt opgeslagen en de instelling verschijnt weer.
P
X+ 0
V
^ Druk op de OK-toets. In het display verschijnt Pi:
Pi
^
Als u een andere instelling wilt wijzi gen, kiest u met de draaiknop het be treffende cijfer.
^
Druk op de OK-toets.
U gaat op dezelfde manier te werk wanneer u andere instellingen wilt wijzi­gen.
Als u een instelling niet wijzigt en naar een andere instelling wilt wisselen, drukt u op #.
^
Als u geen instellingen meer wilt wij zigen, drukt u op X.
Na een stroomonderbreking blijven de instellingen behouden.
-
-
-
37
Instellingen
Overzicht van de instellingen
Instelling Status
PI
Dagtijdweergave
P2
Volume van de geluidssignalen
P3
Toetssignaal P 4 24^ * De kloktijd verschijnt in het 24-uurs-formaat. Tijdsformaat van
de kloktijd
* Fabrieksinstelling
S0 De dagtijdweergave is uitgeschakeld.
Het display is donker als de oven uitgeschakeld is. De dagtijd loopt op de achtergrond door.
Als u de status S0heeft gekozen, moet u de oven inschakelen, voordat u deze kunt bedienen. Dit geldt ook voor de functies "Kookwekker N"en "Verlichting I".
Daarnaast wordt de oven automatisch uitgescha keld als u binnen een bepaalde tijd (ca. 30 minu ten) geen instellingen uitvoert.
SI De dagtijdweergave is ingeschakeld.
De dagtijd is zichtbaar in het display.
S0 Het geluidssignaal is uitgeschakeld. SItot
S2i*
S0 Het toetsgeluid is uitgeschakeld. SI* Het toetsgeluid is ingeschakeld.
I2^ De dagtijd verschijnt in het 12-uurs-formaat.
Het geluidssignaal is ingeschakeld. U kunt het volume wijzigen. Als u een status kiest, hoort u meteen het signaal dat bij deze combinatie hoort.
Als u na 13:00 uur van het 12-uurs-formaat naar het 24-uurs-formaat wisselt, moet u het cijferblok voor de uren aanpassen.
-
-
38
Instelling Status
P5
Temperatuureen heid
P6
Gewichtseenheid
P7
Lichtsterkte dis­play
P8
Verlichting
P9
Demo-functie
* Fabrieksinstelling
°C* De temperatuur wordt in graden Celsius weerge
-
°F De temperatuur wordt in graden Fahrenheit weer
SI*g
S2 lb/oz
SItot S7,
S4* S0 De ovenverlichting wordt 15 seconden ingescha-
SI De ovenverlichting is continu ingeschakeld. S0* Kies S0en druk ca. 4 seconden op de sensortoet-
SI Kies Sien druk ca. 4 seconden op de sensortoets
Instellingen
geven.
gegeven.
Bij een automatisch programma wordt het gewicht in gram aangeduid.
Bij een automatisch programma wordt het gewicht in pond en ons aangeduid.
Voor het display kunt de lichtsterkte instellen.
Si minimale lichtsterkte S7 maximale lichtsterkte
keld en daarna automatisch uitgeschakeld.
s OK. Zodra kort ---- verschijnt, is de demo­functie gedeactiveerd.
OK. Zodra kort MES_ verschijnt, is de demo-functie geactiveerd.
De oven kan worden bediend, maar de verwar ming van de ovenruimte en de pomp van het stoomsysteem werken niet.
Voor particulier gebruik is deze functie niet rele vant.
-
-
-
-
39
Vergrendeling 0
De vergrendeling 0 beveiligt de oven tegen ongewenste bediening.
In de fabriek werd de vergrendeling uit geschakeld.
U wijzigt de instelling voor de vergren deling door de status s te wijzigen.
S0 = uit
Si = aan
Vergrendeling inschakelen
U kunt de status van de vergrende ling alleen wijzigen wanneer de oven ingeschakeld is en de ovenfunctiekiezer op de stand ß staat.
^ Raak X aan.
^ Verschuif het driehoekje V met de
draaikiezer totdat het oplicht onder
0.
-
P
De momenteel ingestelde status S0 verschijnt:
-
-
Kies met de draaikiezer de status SI.
^
S0
0
V
Si
0
V
^ Raak de OK-toets aan.
^ Raak X aan.
De actuele tijd verschijnt.
^ Schakel de oven uit.
Wanneer u de oven weer inschakelt, herinnert het symbool 0 u eraan dat de vergrendeling ingeschakeld is.
X+ 0
V
^
Raak de OK-toets aan.
40
Na een stroomonderbreking blijft de vergrendeling ingeschakeld.
Vergrendeling 0
Vergrendeling voor één bereidingsproces uitschakelen
Schakel de oven in.
^
De symbolen 0 en V en de actuele tijd verschijnen:
i2:25
0
;
Raak de OK-toets zolang aan totdat
^
0 uitgaat.
U kunt de oven nu bedienen.
Vergrendeling uitschakelen
U kunt de status van de vergrende ling alleen wijzigen wanneer de oven ingeschakeld is en de ovenfunctiekiezer op de stand ß staat.
Schakel de oven in.
^
Raak de OK-toets zolang aan totdat
^
0 uitgaat.
Raak X aan.
^
Verschuif het driehoekje V met de
^
draaikiezer totdat het oplicht onder
0.
^ Raak de OK-toets aan. De momenteel ingestelde status Si
verschijnt.
^ Kies met de draaikiezer de sta -
tus S0.
^ Raak de OK-toets aan.
-
^ Raak X aan.
De vergrendeling is uitgeschakeld.
Het symbool 0 verschijnt niet meer.
41
Kookwekker N
Kookwekker N gebruiken
De kookwekker kunt u onder andere gebruiken als u iets buiten de oven be reidt, bijv. als u eieren kookt.
U kunt de kookwekker ook gebruiken terwijl u tijden hebt ingesteld voor het automatisch in- of uitschakelen van een bereidingsproces (bijv. om u eraan te herinneren dat u na het verstrijken van een deel van de bereidingstijd kruiden moet toevoegen of het vlees moet be sprenkelen).
U kunt een kookwekkertijd van maxi maal 99 minuten en 55 seconden instel­len.
Tip: Gebruik bij de ovenfunctie "Pro ­fi" d de kookwekker om u eraan te herinneren wanneer u handmatig de stoomstoten moet activeren.
-
-
Kookwekkertijd instellen
Voorbeeld: U wilt eieren koken en stelt een kook
­wekkertijd van 6 minuten en 20 secon den in.
Wanneer u voor de weergave van het uur de instelling "Pi– S0" hebt ge kozen, moet u de oven inschakelen om een kookwekkertijd te kunnen in stellen.
Raak N aan.
^
00:00 verschijnt en het driehoekje V knippert onder N:
0o:00
N
V
^ Stel met de draaikiezer de gewenste
kookwekkertijd in.
-
-
-
-
min
42
06:20
N
V
^
Raak de OK-toets aan.
min
Kookwekker N
De kookwekkertijd wordt opgeslagen en wordt in seconden afgeteld:
6:i9
min
N
Het symbool N geeft de kookwekkertijd aan.
Na afloop van de kookwekkertijd
knippert N,
verspringt de tijd naar boven,
– weerklinkt 3 keer een geluidssignaal,
als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – P2").
^ Raak N aan.
Het akoestische en optische signaal worden uitgeschakeld.
Kookwekkertijd wijzigen
Raak N aan.
^
De ingestelde kookwekkertijd ver schijnt.
Wijzig met de draaikiezer de kook
^
wekkertijd.
Raak de OK-toets aan.
^
De gewijzigde kookwekkertijd wordt op geslagen en wordt in seconden afge teld.
Kookwekkertijd wissen
^ Raak N aan.
^ Verlaag met de draaikiezer de kook-
wekkertijd tot 00:00.
^ Raak de OK-toets aan.
De kookwekkertijd wordt gewist.
-
-
-
-
43
Overzicht ovenfuncties
Voor de bereiding van gerechten kunt u uit diverse functies kiezen.
Afhankelijk van de ovenfunctie worden de verwarmingselementen en de venti lator op een bepaalde manier gecombi neerd (zie de gegevens tussen haak jes).
Boven-onderwarmte V
(verwarmingselement "Bovenwarmte"/ "Grilleren" + "Onderwarmte")
Voor het bakken en braden van traditio nele recepten, voor het bereiden van soufflés en voor koken op lage tempe­raturen.
Kies voor het bereiden van recepten uit oude kookboeken een temperatuur die 10 °C lager is dan in het recept staat aangegeven. De bereidingstijd veran­dert niet.
Onderwarmte X
-
Circulatiegrill \
(verwarmingselement "Bovenwarmte"/ "Grilleren" + ventilator)
­Voor het grilleren van gerechten met
­een grote diameter, zoals een rollade of
een kip. U kunt met lagere temperatu ren werken dan bij "Grill Y", omdat de ventilator de warmte meteen over het voedingsmiddel verdeelt.
Grill Y
(verwarmingselement "Bovenwarmte"/
­"Grilleren")
Voor het grilleren van plat vlees (bij­voorbeeld steaks) en voor bruineren.
Gratineren K
(verwarmingselement "Bovenwarmte"/ "Grilleren" + ringvormig verwarmings­element + ventilator)
Voor het bereiden van vlees.
-
(verwarmingselement "Onderwarmte")
Kies deze functie tegen het einde van de bereidingstijd, als het voedingsmid del aan de onderkant bruiner moet wor den.
44
Profi-functie d
(ringvormig verwarmingselement + ven
­tilator + stoomsysteem)
­Voor bakken en braden met vochttoevoer.
-
Overzicht ovenfuncties
Snel opwarmen S
(verwarmingselement "Bovenwarmte"/ "Grilleren" + ringvormig verwarmings element + ventilator)
Voor het snel opwarmen van de oven ruimte. Wissel vervolgens naar de ovenfunctie die u voor de bereiding wilt gebruiken.
Hetelucht Plus U
(ringvormig verwarmingselement + ven tilator)
Voor bakken en braden. U kunt meer dere niveaus tegelijk gebruiken.U kunt met lagere temperaturen werken dan bij Boven-Onderwarmte V, omdat de ventilator de warmte meteen over het voedingsmiddel verdeelt.
Braadautomaat [
(ringvormig verwarmingselement + ven­tilator)
-
-
-
Intensief bakken O
(ringvormig verwarmingselement + ven tilator + verwarmingselement "Onder warmte")
Voor het bakken van taarten met een vochtige bovenlaag. Gebruik deze ovenfunctie niet voor het bakken van plat gebak en niet voor braden (de fond wordt anders te donker).
Automatic c
­(afhankelijk van het programma)
De keuzelijst van beschikbare automa tische programma's wordt opgeroepen
Ontdooien P
(ventilator)
Voor het behoedzaam ontdooien van diepvriesproducten.
-
-
-
Voor braden. Tijdens de aanbraadfase wordt de oven eerst op een hoge tem peratuur ingeschakeld (230 °C). De oven schakelt daarna vanzelf terug naar de ingestelde temperatuur (door braadtemperatuur).
-
-
45
Tips om energie te besparen
Bereidingsprocessen
Haal alle accessoires uit de oven die
^
niet voor een bereiding nodig zijn.
Verwarm de oven alleen voor als dat
^
in het recept of de bereidingstabel staat.
Open de deur niet onnodig tijdens
^
een bereiding.
Kies in het algemeen de laagste tem
^
peratuur uit het recept of de bereidingstabel en controleer het product na de kortste tijd.
^ Gebruik bij voorkeur matte, donkere
bakvormen en ovenschalen van niet­reflecterende materialen (geëmail­leerd staal, hittebestendig glas, ge­goten aluminium).). Blanke materia­len zoals roestvrij staal of aluminium reflecteren de warmte, zodat deze het gerecht slechter bereikt. Bedek de bodem van de ovenruimte of het rooster ook nooit met warmtereflecte­rend aluminiumfolie.
Controleer de bereidingstijd om
^
energieverspilling bij het bereiden van voedingsmiddelen te voorkomen.
Stel indien mogelijk een bereidings tijd in of gebruik een spijzenthermo meter. Gebruik automatische programma's, indien deze aanwezig zijn.
Voor veel gerechten kunt u de oven
^
-
functie Hetelucht Plus U gebruiken. U kunt daarmee met lagere tempera turen werken dan bij "Boven­Onderwarmte V, omdat de ventila tor de warmte meteen over het voe dingsmiddel verdeelt. Daarnaast kunt u meerdere niveaus gelijktijdig ge­bruiken.
^ Gebruik voor grillgerechten zoveel
mogelijk de ovenfunctie Circulatiegrill \. U grillt dan met la­gere temperaturen dan bij andere grillfuncties op maximale tempera­tuur.
^
Bereid zo mogelijk altijd meerdere gerechten gelijktijdig. Plaats deze naast elkaar of op meerdere niveaus.
-
-
-
-
-
-
46
^
Kook gerechten, die u niet gelijktijdig kunt toebereiden, zo mogelijk direct na elkaar, zodat u de al aanwezige warmte gebruikt.
Tips om energie te besparen
Benutting restwarmte
Bij bereiding met temperaturen bo
^
ven 140 °C en bereidingstijden van langer dan 30 minuten kunt u de tem peratuur ca. 5 minuten voor het einde van de bereiding op de mini maal instelbare temperatuur verla gen. de aanwezige restwarmte is vol doende om het gerecht gereed te ko ken. Koelventilator en, afhankelijk van de ovenfunctie, de heteluchtventilator blijven ingeschakeld. Schakel de oven echter in geen geval uit (zie hoofdstuk "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen").
^ Wilt u de katalytisch geëmailleerde
delen reinigen? Start het reinigen dan bij voorkeur direct na een bereiding. De aanwezige restwarmte vermindert het energieverbruik.
Instellingen
Schakel de dagindicatie uit om het
^
­energieverbruik te verminderen (zie hoofdstuk "Instellingen").
-
Stel de ovenverlichting zo in, dat ze
^
-
-
tijdens een bereiding automatisch na 15 seconden wordt uitgeschakeld. U
­kunt de verlichting op elk moment
-
weer inschakelen door op I te druk ken.
Energiebesparende functie
De oven schakelt om energie te spa
^
ren automatisch uit als geen gerecht wordt bereid en de oven niet wordt bediend. De tijd wordt weergegeven of het dis­play wordt donker (zie hoofdstuk "In­stellingen").
-
-
47
Bediening
Eenvoudige bediening
Schakel de oven in.
^
Plaats het voedingsmiddel in de
^
oven.
Kies met de functieschakelaar de ge
^
wenste ovenfunctie.
De voorgeprogrammeerde temperatuur verschijnt:
°C
i60
6
V
De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.
^ Wijzig de temperatuur met de draai-
knop (indien nodig).
Na korte tijd verschijnen de werkelijke temperatuur en het controlelampje voor de temperatuur 3:
Na de bereiding:
Draai de ovenfunctiekiezer op de
^
stand ß.
Haal het voedingsmiddel uit de oven.
^
Schakel de oven uit.
-
^
Koelventilator
Om te voorkomen dat er vocht in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of in de keukenkast neerslaat, blijft de ventilator na een bereiding nog enige tijd ingeschakeld.
De ventilator wordt automatisch uitge­schakeld als de ovenruimte onder een bepaalde temperatuur komt.
3
°C
42
U kunt het stijgen van de temperatuur op het display volgen. Als de ingestelde temperatuur voor het eerst wordt bereikt, klinkt er een akoes tisch signaal als deze functie is inge schakeld (zie het hoofdstuk "Instel lingen – P2").
48
-
-
-
Bediening
Voorgeprogrammeerde temperaturen
Zodra u een ovenfunctie kiest, ver schijnt de bijbehorende voorgepro grammeerde temperatuur.
Voorgeprogram
meerde tempe
ratuur
S 160°C 100 - 250 °C
U 160°C 30 - 250 °C [ 160°C* 100 - 230 °C O 170°C 50 - 250 °C d 160°C** 130 - 250 °C V 180°C 30 - 280 °C x 190°C 100 - 250 °C \ 200°C 100 - 260 °C Y 240°C 200 - 300 °C K 190°C 100 - 250 °C P 25°C 25 - 50 °C
Aanbraadtemperatuur ca. 230 °C, doorbraadtemperatuur 160 °C
Eerst wordt Aut§ weergegeven en knippert het driehoekje V onder het symbool *. Pas na het kiezen van het aantal stoominjecties verschijnt de voorgeprogrammeerde tempera tuur.
Tempera
­tuurbereik
-
Temperatuur wijzigen
Voorbeeld:
-
-
U heeft "Hetelucht plus U" en 170 °C ingesteld. U kunt het stijgen van de temperatuur op het display volgen.
3
-
°C
92
U wilt de temperatuur tot 155 °C verla gen.
^ Wijzig met de draaiknop de tempera-
tuur.
Het driehoekje knippert onder het tem­peratuursymbool. De temperatuur wij­zigt in stappen van 5 °C.
3
-
°C
I55
6
V
De gewijzigde (ingestelde) temperatuur wordt opgeslagen. De werkelijke tem
-
peratuur wordt weergegeven.
Druk op X als u wilt wisselen tussen de werkelijke en de ingestelde tempera tuur.
-
-
49
Bediening
Temperatuurcontrole
Het controlelampje voor de tempera tuur 3 brandt als de ovenverwarming ingeschakeld is.
Zodra de gekozen temperatuur is be reikt:
hoort u de eerste keer een signaal,
als deze functie ingeschakeld is (zie "Instellingen – P2").
dooft het controlelampje voor de
temperatuur 3.
wordt de ovenverwarming uitgescha
keld.
De temperatuurregeling van het toestel zorgt ervoor dat de ovenverwarming en het controlelampje weer worden inge­schakeld, zodra de temperatuur onder de ingestelde waarde daalt.
-
-
Ovenruimte voorverwarmen
U hoeft de ovenruimte slechts bij weinig bereidingen voor te verwarmen.
De meeste gerechten kunt u in de kou de oven zetten. Zo benut u ook de warmte van de opwarmfase.
Bij de volgende bereidingen en oven functies moet u de oven wel voorver warmen:
Hetelucht plus U,
-
-
Boven-Onderwarmte V
Gebak met een korte baktijd (tot
ca. 30 minuten).
Fijne deegsoorten, bijvoorbeeld bis
cuit.
Donker brooddeeg.
Rosbief en filet.
Snel opwarmen
Met de ovenfunctie "Snel opwarmen S" kunt u de opwarmfase verkorten.
-
Gebruik voor pizza en gevoelige deegsoorten (zoals biscuit en koek­jes) niet de ovenfunctie "Snel op­warmen S" om de oven voor te verwarmen, anders wordt de boven­kant van deze producten te snel bruin.
^ Kies de ovenfunctie "Snel op -
warmen S".
^
Stel de temperatuur in.
-
^
Stel de gewenste ovenfunctie in, na dat het controlelampje voor de tem peratuur 3 de eerste keer dooft.
^
Plaats het voedingsmiddel in de oven.
-
-
-
Donker brooddeeg.
Rosbief en filet.
50
Bediening
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen
U kunt het apparaat automatisch laten uitschakelen of in- en uitschakelen.
Stel hiervoor na het kiezen van de ovenfunctie en de temperatuur een be reidingstijd in of een bereidingstijd en een eindtijd (einde van de bereiding).
De maximale bereidingstijd die u voor een bereidingsproces kunt instellen, bedraagt 12 uur.
Automatisch in- en uitschakelen is ide aal voor het braden van vlees. Als u een taart of brood wilt bakken, kunt u de bereiding beter niet te lang van te­voren programmeren. Het deeg kan uit­drogen en de werking van het rijsmid­del kan afnemen.
-
Bereidingstijd instellen
Voorbeeld: Het bakken van een taart duurt 1 uur en 5 minuten.
Plaats het voedingsmiddel in de
^
oven.
­Kies de ovenfunctie en de tempera
^
tuur.
De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.
Raak X aan.
^
3
I60
6TS
V
^ Verschuif indien nodig het driehoek-
je V met de draaiknop, totdat het on­der T oplicht.
^ Druk op de OK-toets. In het display verschijnt 00:00 h en het
driehoekje V knippert onder T.
-
°C
3
0i:05
h
T
;
^
Zet met de draaiknop de bereidings tijd op 0i:05.
^
Druk op de OK-toets.
De bereidingstijd wordt opgeslagen en loopt in minuten af, de laatste minuut in seconden.
Het symbool T geeft aan dat u een tijd heeft ingesteld.
51
-
Bediening
Bereidingstijd en einde bereidingstijd instellen
Een voorbeeld: Het is 11:15 uur. Een stuk vlees kan in 90 minuten worden bereid. Het vlees moet om 13:30 uur klaar zijn.
Plaats het voedingsmiddel in de
^
oven.
Kies de ovenfunctie en de tempera
^
tuur.
De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.
Stel eerst de bereidingstijd in:
^ Raak X aan.
^ Verschuif indien nodig het driehoek-
je V met de draaiknop, totdat het on­der T oplicht.
^ Druk op de OK-toets. In het display verschijnt 00:00 h en het
driehoekje V knippert onder T.
^
Stel met de draaiknop de bereidings tijd 0i:30 in.
^
Druk op de OK-toets.
-
Stel vervolgens het einde van de be reidingstijd in:
Verschuif het driehoekje V met de
^
draaiknop totdat het onder S oplicht.
De waarde -:- - verschijnt:
3
-:-:-
6TS
Druk op de OK-toets.
^
Zodra u de draaknop naar rechts draait, verschijnt i2:45 (= actuele dag­tijd + bereidingstijd = ii:i5 + i:30):
3
i2:45
6TS
^ Stel met de draaiknop de eindtijd
-
voor de bereiding in (i3:30).
^
Druk op de OK-toets.
-
;
;
De tijd T wordt opgeslagen en loopt in minuten af:
3
i:29
h
6TS
;
52
Bediening
Het einde van de bereidingstijd S wordt opgeslagen.
i3:30
6TS
;
De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden uitgeschakeld.
Als de starttijd (i3:30 - i:30 = i2:00)is bereikt, worden de ovenverwarming, de verlichting en de ventilator ingescha keld.
Na afloop van de bereidingstijd
– verschijnt de waarde 0:00,
– knippert "T",
– worden de ovenverwarming en de
verlichting automatisch uitgescha­keld,
– blijft de ventilator ingeschakeld,
-
Bereidingstijd wijzigen
Raak X aan.
^
Verschuif indien nodig het driehoek
^
je V met de draaiknop, totdat het on der T oplicht.
De resterende bereidingstijd verschijnt.
Druk op de OK-toets.
^
Wijzig met de draaiknop de berei
^
dingstijd.
Druk op de OK-toets.
^
De gewijzigde bereidingstijd wordt op geslagen.
-
-
-
-
hoort u drie keer een signaal, als deze functie ingeschakeld is (zie "In stellingen – P2").
^
Draai de ovenfunctiekiezer op de stand ß.
^
Schakel de oven uit.
^
Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Is het gerecht nog niet helemaal gaar, dan kunt u de bereidingstijd verlengen. Voer hiervoor een nieuwe bereidingstijd in.
-
53
Bediening
Bereidingstijd wissen
Raak X aan.
^
Verschuif indien nodig het driehoek
^
je V met de draaiknop, totdat het on der T oplicht.
Druk op de OK-toets.
^
Het driehoekje V knippert onder T.
Zet met de draaiknop de bereidings
^
tijd op 0:00.
Druk op de OK-toets.
^
De bereidingstijd en de eventueel inge stelde eindtijd worden gewist.
^ Raak X aan.
In het display verschijnt de werkelijke temperatuur. De verwarming blijft inge­schakeld.
Als u de bereiding wilt beëindigen, gaat u als volgt te werk:
^ Draai de ovenfunctiekiezer op de
stand ß.
-
Einde bereidingstijd wissen
Raak X aan.
^
Verschuif het driehoekje V met de
^
draaiknop totdat het onder S oplicht.
-
Druk op de OK-toets.
^
Het driehoekje V knippert onder S.
Zet met de draaiknop de bereidings
^
tijd op - -:- -.
-
Druk op de OK-toets.
^
De eindtijd wordt gewist.
-
-
^
Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Als u de functieschakelaar op ß zet of de oven uitschakelt, worden de in stellingen voor de bereidingstijd en de eindtijd gewist.
54
-
Profi d
Uw oven is uitgerust met een verdam pingssysteem voor bereidingsproces sen met vochtregeling. Bij het bakken, braden of bereiden met de ovenfunctie "Profi" d garanderen de optimale stoomtoevoer en luchtcirculatie een ge lijkmatige gaarheid en bruining.
Nadat u de ovenfunctie "Profi" d hebt gekozen, stelt u het aantal stoomstoten in.
U hebt de keuze uit:
Automatische stoomstoot (Aut§)
Zet de hoeveelheid water voor 1 stoomstoot klaar. De oven activeert de stoomstoot automatisch na de op­warmfase.
– 1 stoomstoot (i)
2 stoomstoten (2) 3 stoomstoten (3) Zet de hoeveelheid water klaar die nodig is voor het aantal stoomstoten.
Vervolgens stelt u de temperatuur in en start u het opzuigproces. Het verse lei­dingwater wordt door het verdampings systeem opgezogen via het aanzuigbuisje, dat u links onder het be dieningspaneel vindt.
,
Als u andere vloeistoffen dan water gebruikt, zal de oven bescha digd raken. Gebruik alleen leidingwater voor be reidingsprocessen met vochtregeling.
-
-
-
-
Het water wordt tijdens het bereidings proces als stoom in de ovenruimte ver spreid. De openingen voor de stoomtoevoer bevinden zich in de linkerbovenhoek achteraan in de ovenruimte.
-
Een stoomstoot duurt ca. 5-8 minuten. Het aantal stoomstoten en het tijdstip ervan baseert u op basis van het ge recht:
Gistdeeg rijst beter met een
stoomstoot aan het begin van het be reidingsproces.
Brood en broodjes rijzen beter met
een stoomstoot aan het begin van het bereidingsproces. De korst krijgt een mooie glans als er op het einde van het bereidingsproces nog een stoomstoot is.
– Bij het braden van vetrijk vlees
zorgt een stoomstoot aan het begin van het braadproces ervoor dat het vet beter uitbraadt.
-
Bereiden met vochtregeling is niet ge schikt voor deegsoorten die zeer veel
-
vocht bevatten (bijv. meringue en soe zendeeg). Hier moet tijdens het bakken een droogproces plaatsvinden.
Tip: Gebruik de receptvoorbeelden als leidraad.
-
-
-
-
-
-
55
Profi d
Verloop van een bereidingsproces bij gebruik van de ovenfunctie Profi d
Het is normaal dat tijdens een stoomstoot vochtigheid neerslaat op de binnenste glasplaat van de deur. Deze neerslag verdampt tijdens het bereidingsproces.
Bereid het gerecht voor en plaats het
^
in de ovenruimte.
Zet de benodigde hoeveelheid water
^
klaar in een recipiënt:
Aut§: ca. 100 ml i: ca. 100 ml 2: ca. 200 ml 3: ca. 300 ml
^ Kies de ovenfunctie "Profi" d.
Aantal stoomstoten instellen
Tip: Gebruik de receptvoorbeelden als
leidraad. Op het display verschijnt Aut§ en het
driehoekje V knippert onder *.
Na 3 wordt E weergegeven. Met deze instelling start u het ont kalkingsproces (zie rubriek "Verdam pingssysteem ontkalken F").
Ga als volgt te werk wanneer u wilt dat de oven automatisch een stoomstoot activeert na de opwarmfase:
Kies Aut§.
^
Ga als volgt te werk wanneer u één of meerdere stoomstoten op bepaalde tijdstippen handmatig wilt activeren:
^ Kies i, 2 of 3.
^ Raak de OK-toets aan.
Temperatuur instellen
Op het display verschijnt de voorgepro­grammeerde temperatuur en het drie­hoekje V knippert onder 6.
-
-
°C
i60
6
V
Aut§
*
;
Met de draaikiezer kunt u de overige mogelijkheden op het vlak van stoomstoten (i, 2, 3) oproepen.
56
^
Indien nodig stelt u de temperatuur in met de draaikiezer.
^
Raak de OK-toets aan.
Profi d
Water klaarzetten en opzuigproces starten
De instructie voor het opzuigproces verschijnt. Het driehoekje V knippert onder ?.
?
;
Open de deur.
^
Klap het aanzuigbuisje uit, dat u links
^
onder het bedieningspaneel vindt.
De benodigde hoeveelheid water wordt opgezogen. De daadwerkelijke opge zogen hoeveelheid leidingwater kan kleiner zijn dan de gevraagde hoeveel heid, waardoor er wat in de recipiënt overblijft.
U kunt het opzuigproces op elk ge wenst moment onderbreken en weer verder zetten door de OK-toets aan te raken.
Verwijder de recipiënt na afloop van
^
het opzuigproces.
Sluit de deur.
^
Er is nog een kort pompgeluid te horen. Dat geeft aan dat het resterende water in het aanzuigbuisje wordt opgezogen.
Het toestel begint op te warmen.
De reële temperatuur en het temperatuurcontrolesymbool 3 ver­schijnen.
-
-
3
°C
92
-
^
Doe het aanzuigbuisje in de recipiënt met leidingwater.
^
Raak de OK-toets aan.
Het opzuigproces start.
U kunt het stijgen van de temperatuur volgen. Zodra de gekozen temperatuur is be reikt weerklinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – P2").
-
57
Profi d
Waterdamp kan brandwonden veroorzaken. Terwijl de stoomstoten bezig zijn, mag u niet de deur openen. Bovendien zou er waterdamp neerslaan op de sensortoetsen, waardoor deze minder snel zouden reageren.
Automatische stoomstoot
Na de opwarmfase wordt de stoomstoot automatisch geactiveerd.
Op het display verschijnt:
°C
i60
*
Het water verdampt in de ovenruimte.
Na de stoomstoot gaat * uit en de tem­peratuur wordt weergegeven.
^ Laat het gerecht garen totdat het
klaar is.
Handmatig geactiveerde stoomstoten
U kunt de stoomstoten activeren zodra de sensortoets * oplicht.
Wacht totdat de opwarmfase afge rond is, zodat de waterdamp zich gelijkmatig verdeelt in de opgewarmde lucht in de ovenruimte.
Voor het tijdstip van de stoomstoten kunt u zich baseren op het recept.
Tip: Stel een kookwekkertijd N in om u te herinneren aan het tijdstip.
^ Raak * aan wanneer de stoomstoot
moet worden geactiveerd.
De toetsverlichting gaat uit en op het display verschijnt het volgende:
-
°C
i60
*
58
^
Ga op dezelfde manier te werk als u meer stoomstoten wilt activeren.
Na de laatste stoomstoot gaat * uit en de temperatuur wordt weergegeven.
^
Laat het gerecht garen totdat het klaar is.
Profi d
Restwaterverdamping
Bij een bereidingsproces met "Profi" d dat zonder onderbreking verloopt, is er achteraf geen resterend water in het systeem. Het water wordt gelijkmatig verdeeld over het aantal stoomstoten.
Als een bereidingsproces met vochtregeling handmatig of door een stroomonderbreking wordt onderbro ken, is er water in het verdampingssys teem dat nog niet verdampt is.
De volgende keer dat u de ovenfunctie "Profi" d kiest, verschijnt in plaats van de voorgeprogrammeerde temperatuur een tijd voor de restwaterverdamping en onder het symbool * knippert het driehoekje V.
De weergegeven tijd is afhankelijk van de hoeveelheid water die zich in het verdampingssysteem bevindt.
Start de restwaterverdamping indien mogelijk direct, zodat bij het vol­gende bereidingsproces uitsluitend vers water wordt gebruikt voor de stoomtoevoer.
-
Verloop van de restwaterverdamping
Tijdens de restwaterverdamping wordt het toestel opgewarmd en wordt het resterende water verdampt in de oven ruimte.
De restwaterverdamping kan afhanke lijk van de aanwezige hoeveelheid wa ter tot 30 minuten duren.
Waterdamp kan brandwonden ver
­oorzaken. Terwijl de restwaterverdamping be zig is, mag u niet de deur openen.
Tijdens de restwaterverdamping slaat vochtigheid neer in de ovenruimte en op de deur. Verwijder deze vochtigheid in elk ge­val nadat de ovenruimte afgekoeld is.
-
-
-
-
-
59
Profi d
Restwaterverdamping direct uitvoeren
Kies de ovenfunctie "Profi" d.
^
Er verschijnt een tijd die afhankelijk is van de hoeveelheid water en onder * knippert het driehoekje V:
00:07
*
;
Raak de OK-toets aan.
^
De restwaterverdamping wordt gestart. U kunt het verloop volgen.
Afhankelijk van de daadwerkelijk aanwezige hoeveelheid resterend water wordt de tijd mogelijk gecorrigeerd tijdens de restwaterverdamping.
h
:0:59
*
De laatste minuut wordt in seconden af geteld.
Na afloop van de restwaterverdamping verschijnt Aut§:
min
Aut§
*
;
U kunt nu een bereidingsproces uitvoe­ren met de ovenfunctie "Profi" d.
-
60
Profi d
Restwaterverdamping afbreken
De restwaterverdamping mag u
,
niet afbreken, indien mogelijk. Het verdampingssysteem kan in het slechtste geval immers overlopen in de ovenruimte wanneer er opnieuw water wordt opgezogen.
Kies de ovenfunctie "Profi" d.
^
Er verschijnt een tijd die afhankelijk is van de hoeveelheid water en het drie hoekje V knippert onder *:
00:07
*
;
^ Draai de draaikiezer naar links. De tijd wordt op 00:00 gezet:
h
Op het display verschijnt Aut§.
Aut§
*
;
U kunt nu een bereidingsproces uitvoe ren met de ovenfunctie "Profi" d.
-
-
00:00
*
;
^
Raak de OK-toets aan.
min
61
Automatische programma's
Uw toestel beschikt over 25 automa tische programma's waarmee u comfortabel en veilig een optimaal bereidingsresultat bereikt
In de ovenelektronica zijn voor de af zonderlijke automatische programma's een ovenfunctie, een temperatuur, be reidingstijd alsook aantal en tijdstip van de stoominjecties bepaald.
Alle automatische programma's werken met vochttoevoer.
Zet een reservoir met de in het recept genoemde waterhoeveelheid klaar, wanneer u voor uw bereiding een auto­matisch programma wilt gebruiken.
Naast een automatisch programma kunt u ook de ovenfunctie Profi d ge­bruiken. Zet dan de waterhoeveelheid klaar de in de alternatieve instelling ver­meld staat.
-
-
-
Beschikbare automatische program ma's
A 1 Gistdeeg laten rijzen A 2 Witbrood A 3 Plat brood A 4 Blikbrood (witbrood in vorm) A 5 Roggebrood A 6 Meergranenbrood A 7 Gistbroodjes A 8 Boterkoek A 9 Gistkoek A 10 Dorade A 11 Zalmforel A 12 Zalmfilet A 13 Zalmfilet A 14 Forellen A 15 Runderfilet (rood) A 16 Runderfilet (medium) A 17 Runderfilet (doorbakken) A 18 Varkensfilet A 19 Reerug A 20 Lamsrug A 21 Kipfilet met kruiden A 22 Kippenbout A 23 Kalkoenbout A 24 Aardappelgratin A 25 Lasagne
-
62
De recepten voor de automatische programma's vindt u in het aparte receptenboek "CulinArt".
Automatische programma's
Aanwijzingen voor het gebruik
Laat de ovenuimte na een bereiding
eerst tot kamertemperatuur afkoelen, voordat u een automatisch program ma start.
Voor een optimaal bereidingsresul
taat raden we aan om de hoeveelhe den en vormen te gebruiken die in de recepten zijn aangegeven.
Sommige automatische programma's
hebben ook een voorverwarmfase. Deze fase eindigt wanneer in het dis play ~|#verschijnt. Daarbij is er ook een akoestisch signaal, als signaaltonen geactiveerd zijn (zie hoofdstuk "Instellingen - P2). Zet het voedingsmiddel na afloop van deze voorverwarmtijd in de ovenruimte.
– Bij automatische programma's zon-
der voorverwarmfase kunt u het voe­dingsmiddel meteen in de ovenruim­te zetten en het automatische pro­gramma starten. Na het opzuigen verschijnt kort "~" en meteen daarna de bereidingstijd.
-
Bereiding afbreken
Wilt u een automatisch programma voortijdig beëindigen, dan moet u het toestel uitzetten.
-
Is er al water opgezogen, dan word het symbool * getoond, als opmerking over dit "restwater".
-
Bij de volgende keuze van een automa tisch programma verschijnt een tijds aanduiding en het driehoekje V knip pert onder het symbool *.
­De restwaterverdamping wordt ver
meld. U kunt deze starten door op de OK-toets te drukken.
Wanneer u dit wilt afbreken, draait u de draaiknop naar links, om de tijd op "00:00" te zetten en drukt u op de OK­toets om af te slutien (zie hoofdstuk "Restwaterverdamping").
-
-
-
-
Gebruik voor alle bereidingen in schuifniveau 2.
Bij sommige vlees- of gevogeltebereidingen moet u het ge wicht ingeven. Gewicht kan ingegeven worden in stappen van 100 g of 0,01 lb/oz.
Als u meerdere stukken vlees tegelijk wilt braden, voer dan het gewicht van het grootste stuk in (niet het tota le gewicht).
-
-
-
63
Automatische programma's
Automatisch programma gebruiken
Voor een optimaal bereidingsresul taat raden wij aan om de hoeveelhe den en vormen te gebruiken die in de recepten aangegeven staan. Bij auto matische programma's zonder voorverwarmtijd zet u het voedings middel meteen in de ovenruimte, op niveau 2.
A Zet voor een automatisch program
ma een reservoir klaar met de water hoeveelheid die in het recept is aan gegeven.
B Kies Automatic c.
-
ai
In het display verschijnt Ai.
C Draai met de draaiknop totdat het
getal van het gewenste automatische programma verschijnt.
D Druk op de OK-toets.
Het gewenste programma wordt gese lecteerd.
Bij sommige vleesprogramma's wordt u eerst gevraagd een gewicht in te ge ven:
-
-
i200
}
-
E Geef het gewicht van het voedings
middel aan met de draaiknop.
-
F Druk op de OK-toets.
-
-
U wordt verzocht het water te laten opzuigen:
;
?
;
G Open de deur van het toestel.
H Klap de vulbuis links onder het be-
dieningspaneel naar voren.
I Dompel de vulbuis in het reservoir
met water.
J Druk op de OK-toets.
­Het opzuigen start. De pomp is hoor
baar.
-
g
-
-
64
Automatische programma's
De werkelijk opgezogen hoeveelheid kan minder zijn dan de gevraagde hoe veelheid. Er kan dan een resthoeveelheid in het reservoir achter blijven.
K Haal het glas weg als het water is
opgezogen.
L Sluit de deur.
U hoort nog eens een kort pompgeluid. Het water dat zich nog in de vulbuis be vindt, wordt opgezogen.
Bij automatische programma's zon der voorverwarmtijd verschijnt kort ~ en daarna meteen de bereidingstijd.
Bij automatische programma's met voorverwarmtijd verschijnt:
3
~
M Wacht totdat de voorverwarmtijd af
gelopen is voordat u het voedings
­middel in de ovenruimte zet.
-
Na afloop van de voorverwarmtijd
verschijnt in het display:
~|#
-
hoort u een signaal, als deze functie
-
ingeschakeld is (zie "Instellingen – P 2"),
– dooft het controlelampje voor de
temperatuur 3.
Wordt de deur binnen de vijf minu­ten na afloop van de voorverwarmtijd niet geopend, dan start de bereiding automatisch.
-
-
Na ongeveer de helft van de voorverwarmtijd verschijnt:
3
~|
N Open de deur.
O Schuif het voedingsmiddel in niveau
2.
P Sluit de deur.
Het programma start.
65
Automatische programma's
Q De duur van het gekozen automa
tische programma wordt getoond,
bijv.:
3
0:45
h
T
;
U kunt het aflopen van de bereidings tijd volgen.
Het is normaal dat er tijdens een stoominjectie geluiden optreden en vocht op de binnenkant van de deur neerslaat. Het vocht verdampt ge­durende de bereiding.
De stoominjecties worden automatisch uitgevoerd op de in het automatische programma opgegeven momenten.
,
Verwondingsgevaar! Open de deur niet tijdens een stoominjectie. De vrijkomende stoom kan verbran dingen tot gevolg hebben. Boven dien kan neergeslagen waterdamp de reactietijd van de sensortoetsen verlengen.
-
-
Na afloop van de bereidingstijd
-
0:00 verschijnt.
Het symbool T knippert.
hoort u een signaal, als deze functie
ingeschakeld is (zie "Instellingen – P2"),
wordt de ovenverwarming automa
tisch uitgeschakeld.
­blijft de ventilator draaien.
R Haal het voedingsmiddel uit de oven.
S Draai de functieschakelaar op 0.
De akoestische en optische signalen worden uitgezet.
-
Bovendien kan dit het bereidingsresul taat beïnvloeden.
66
-
Tijdens de eerste twee minuten van het programmaverloop kunt u het einde van de bereiding nog aanpas sen:
Raak X aan.
^
Verschuif het driehoekje V met de
^
draaiknop totdat het onder S oplicht.
Druk op de OK-toets.
^
Het driehoekje V knippert onder S.
Stel met de draaiknop de eindtijd
^
voor de bereiding in.
Druk op de OK-toets.
^
De ovenverwarming gaat uit. Het sym­bool S wijst op de verschuiving van het bereidingseinde.
-
i4:29
Automatische programma's
S
Na afloop van de gekozen tijd wordt de bereiding gestart en wordt de afloop van tijd getoond.
67
Bakken
Een behoedzame behandeling van levensmiddelen is belangrijk voor uw gezondheid. Taart, pizza, frieten of dergelijke mo gen slechts goudgeel worden ge bakken, niet donkerbruin.
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding, kunt u "Hetelucht plus U", "Intensief bak ken O" of "Boven-onderwarmteV" ge bruiken.
Bakvorm
De keuze van de bakvorm is afhankelijk van de ovenfunctie en van de berei­ding.
– Hetelucht Plus U, Intensief bak -
ken O:bakplaat, universele plaat, bakvormen uit om het even welk ma­teriaal dat voor de oven geschikt is.
– Boven-/onderwarmte V:
matte, donkere bakvormen. Gebruik geen lichte vormen van blank materiaal. Bij dergelijk materi aal krijgt u een ongelijkmatige of zwakke bruinering en in het ongunstigste geval wordt het gerecht niet eens gaar.
-
-
-
-
-
Plaats bakvormen altijd op het roos
ter. Rechthoekige of langwerpige bak vormen plaatst u bij voorkeur dwars op het rooster. Zo krijgt u een opti male warmteverdeling in de vorm en bereikt u een gelijkmatig bakresul taat.
Bak vruchtentaart en hoge plaatkoek
op de universele bakplaat.
Bakpapier, invetten
Miele accessoires zoals bijv. de univer sele bakplaat zijn met PerfectClean ver edeld (zie rubriek "Uitrusting").
Gewoonlijk moeten met PerfectClean­veredelde oppervlakken niet worden in­gevet of met bakpapier worden belegd.
Gebruik alleen bakpapier voor
– zout gebak, omdat de natronloog die
tijdens de deegbereiding wordt ge­bruikt, het met PerfectClean vere­delde oppervlak kan beschadigen,
deeg dat wegens zijn hoge eiwitgehalte gemakkelijk vastkleeft (bijv. biscuit, schuimgebak, maka rons),
bereiding van diepvriesproducten op het rooster.
-
-
-
-
-
-
-
68
Bakken
Opmerkingen omtrent de baktabel
Temperatuur 6
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur.
Bij hogere temperaturen dan aangege ven verkort weliswaar de baktijd, maar kan de bruinering heel onregelmatig worden en wordt in het ongunstigste geval het gerecht niet eens gaar.
Baktijd +
Controleer algemeen na afloop van de kortste bereidingstijd of uw gerecht ge­noeg gebakken is. Prik daartoe met een houten stokje in het deeg. Als niets aan het stokje blijft kleven, is het gerecht gaar.
Niveau
Het niveau waarin u uw gerecht inschuift is afhankelijk van de ovenfunc tie en van het aantal bakplaten.
Bij "Hetelucht plus U"
1 bakplaat: niveau 2
-
2 bakplaten: niveaus 1+33 bakpla ten: niveaus 1+3+5
Wanneer u tegelijkertijd de universe le bakplaat en bakplaten voor het bakken op meerdere niveaus ge bruikt, moet u de universele bakplaat onder de andere platen in de oven schuiven.
Gebruik maximaal twee niveaus te­gelijk als u vochtig gebak of taart bakt.
– Bij "Profi d"
1 bakplaat: niveau 2
– Intensief bakken O
1 bakplaat: niveau 1 of 2
-
-
-
-
– Boven-/onderwarmte V1 bakplaat:
niveau 1 of 2
69
Bakken
Baktabel
Taart / cake / gebak
6
[°C]
U  +
[min]
Roerdeeg
Zandtaart 150–160 2 60–70
Tulband 150–160 2 50–60
3)
Muffins (1 plaat, [2] platen) 140–150 2 [2+4
Small cakes (1 plaat)
Kleine cakes (2 platen)
1)
1)
150 2 25–40
2)
150
] 35–45
2+4 25–35
Cake (bakplaat) 150–160 2 25–35
Gemarmerde en notencake (vorm) 150–160 2 55–75
Vruchtentaart met schuim/glazuur (bakplaat) 150–160 2 40–50
Vruchentaart (bakplaat) 150–160 2 35–45
Vruchtentaart (vorm) 150–160 2 55–65
Taartbodem 150–160 2 25–35
3)
Klein gebak/koekjes (1 [2] bakplaat/bakplaten) 140–150 2 [2+4
] 25–35
Kneeddeeg
Taartbodem 150–160 2 35–45
Kruimelkoek 150–160 2 45–55
3)
Klein gebak (1 [2] bakplaat/bakplaten) 140–150 2 [1+3
Zandkoekjes (1 bakplaat)
Zandkoekjes (2 bakplaten)
1)
1)
140 2 30–40
140 1+3
] 20–30
3)
35–45
Kwarktaart 150–160 2 80–95 Apple pie (vorm C 20 cm)
1)
160 2 90–100
Appeltaart, met couverture 160–170 2 50–70
Vruchtentaart met bovenlaag (vorm) 150–160 2 55–75
Hartige/zoete taart (bakplaat)
De gegevens voor de aanbevolen bereidingsfunctie zijn in het vet gedrukt.
De tijden gelden voor een niet-voorverwarmde ovenruimte, tenzij anders vermeld. Bij een voorverwarmde ovenruimte verkorten de tijden met ca. 10 minuten.
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kort ste tijd.
70
-
6
[°C]
Bakken
VO
+
[min]
6
[°C]
+
[min]
150–160
2)
2 60–70 –––
170–180 2 55–65
150–160 2 30–40
160
2)
3 20–30 –––
––––––
150–160
2)
2 30–40
150–160 2 55–75
170–180 2 45–55 –––
160–170 2 35–55
170–180
170–180
150–160
170–180
2)
2)
2)
2)
2 35–45 –––
2 15–25
3 15–25
2 20–30
170–180 2 45–55
160–170
160
2)
2)
3 15–25
3 20–30 –––
––––––
170–180 2 80–90 150–160 2 80–90
180 1 85–95 –––
170–180
2)
2 60–70 160–170 2 50–70
170–180 2 55–75 150–160 2 55–65
220–230
2)
1 30–50 180–190 1 30–50
U Hetelucht plus / V Boven-onderwarmte / O Intensief bakken
6 Temperatuur / niveau / + baktijd
1) De instellingen gelden ook voor richtlijnen volgens EN 60350.
2) Verwarm de ovenruimte voor. Gebruik tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie
"Snelopwarmen S".
3) Neem de bakplaten op verschillende tijdstippen uit het toestel zodra het gerecht vol
-
doende bruin is, ook als de vermelde baktijd nog niet verstreken is.
71
Bakken
Baktabel
Taart / cake / gebak
6
[°C]
Biscuitdeeg
Taartbodem (2 eieren) 160–170 2 20–30
Biscuitaart (4 tot 6 eieren) 170–180 2 20–35
Waterbiscuittaart
Rol 170–180
Gistdeeg/kwark-oliedeeg
Gistdeeg laten rijzen 35
Tulbandcake 150–160 2 50–60
Kerstbrood 150–160 2 45–65
Kruimelkoek 150–160 2 35–45
Vruchentaart (bakplaat) 160–170 2 40–50
Witbrood 180–190 2 35–45
Volkorenbrood 180–190 2 55–65
Pizza (bakplaat) 170–180 2 30–45
Uienbrood 170–180 2 30–40
Deegflappen met fruit (1 plaat [2] platen) 150–160 2 [1+3
Soezendeeg, roomsoezen (1 plaat, [2] platen) 160–170 2 [1+33)] 30–45
Bladerdeeg (1 plaat, [2] platen) 170–180 2 [1+3
Eiwitgebak, macarons (1 [2] bakplaat/bakplaten) 120–130 2 [1+33)] 25–50
1)
180 2 20–30
U  +
2)
[min]
2 15–20
4)
15–30
3)
] 25–30
3)
] 20–30
De gegevens voor de aanbevolen bereidingsfunctie zijn in het vet gedrukt.
De tijden gelden voor een niet-voorverwarmde ovenruimte, tenzij anders vermeld. Bij een voorverwarmde ovenruimte verkorten de tijden met ca. 10 minuten.
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kort ste tijd.
72
-
6
[°C]
Bakken
VO
+
[min]
6
[°C]
+
[min]
35
2)
2)
2)
2)
2 15–25 –––
2 30–45 –––
2 20–45 –––
2 15–20 –––
4)
15–30
160–170
150–160
150–170
180–190
160–170 2 50–60
160–170 2 45–60
170–180 3 35–45 –––
170–180 3 50–60 –––
190–200 2 30–40 –––
200–210
190–200
180–190
2)
2)
2)
160–170 2
180–190
190–200
120–130
2)
2)
2)
2 45–55 –––
5)
2
30–45 170–180 2
5)
30–45
2 25–35 170–180 2 30–40
5)
25–30 –––
3 25–35
3 20–30
3 25–45
U Hetelucht plus / V Boven-onderwarmte / O Intensief bakken 6 Temperatuur / niveau / + baktijd
1) De instellingen gelden ook voor richtlijnen volgens EN 60350.
2) Verwarm de ovenruimte voor. Gebruik tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie
"Snelopwarmen S".
3) Neem de bakplaten op verschillende tijdstippen uit het toestel zodra het gerecht vol
-
doende bruin is, ook als de vermelde baktijd nog niet verstreken is.
4) Maak het rooster op de bodem van de ovenruimte leeg en plaats de recipiënt daarop.
5) Voor gistdeeg. Gebruik bij kwark-oliedeeg niveau 3.
73
Braden
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding kunt u de ovenfuncties "Hetelucht plus U", "Profi d, "Braadautomaat [" en "Boven­Onderwarmte V" gebruiken of een au tomatisch programma.
Kookgerei
U kunt elk kookgerei gebruiken dat ge schikt is voor ovens:
Braadpannen, hittebestendige glazen schalen, braadfolie/braadzakken, een Römertopf, een universele bakplaat, het rooster en/of de grill- en braadplaat (in­dien aanwezig) op de universele bak­plaat.
Wij adviseren het gebruik van een braadpan. Daarin blijft genoeg fond over voor het bereiden van een saus. Bovendien blijft de oven schoner dan bij braden op het rooster.
Opmerkingen bij de braadtabel
Temperatuur 6
Kies in het algemeen de laagste tempe
-
ratuur. Bij hogere temperaturen wordt het vlees (voedingsmiddel) weliswaar bruin, maar niet altijd gaar.
Stel bij "Hetelucht plus U", "Profi d"
-
en "Braadautomaat [" een ca. 20°C lagere temperatuur in dan bij "Boven­Onderwarmte V".
Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de temperatuur. Stel de temperatuur vanaf 3 kg ca. 10 °C lager in dan in de tabel is aangegeven. Het braden duurt dan iets langer, maar het vlees wordt gelijk­matig gaar en de korst wordt niet te dik.
Stel bij braden op het rooster een tem­peratuur in die ca. 10 °C lager is dan bij braden in een braadpan.
Voorverwarmen
-
74
Voorverwarmen is meestal niet nodig, alleen bij rosbief en filet.
Braden
Bereidingstijd +
U kunt de bereidingstijd bepalen door de dikte van de betreffende vleessoort [cm] te vermenigvuldigen met de tijd per cm [min/cm]:
Rund/wild: ........15–18 minuten/cm
Varken/kalf/lam: ....12–15 minuten/cm
Rosbief/filet: ........8–10 minuten/cm
Bij diepgevroren vlees neemt de berei dingstijd met ca. 20 minuten per kilo toe. Diepgevroren vlees met een ge wicht tot ca. 1,5 kg kunt u braden zon der het eerst te ontdooien.
Controleer na afloop van de kortste be­reidingstijd of het voedingsmiddel gaar is.
Niveau
Gebruik bij voorkeur niveau 2.
-
-
Tips
Bruinering
Bruineren: Het vlees wordt pas aan het einde van de bereidingstijd bruin. Het wordt extra bruin als u halverwege de tijd het deksel van de pan haalt.
Rusten
Haal het vlees na de bereiding uit de
­oven, wikkel het in aluminiumfolie en
laat het ca. 10 minuten staan ("rusten"). Het vlees verliest dan minder vocht als u het snijdt.
Gevogelte braden
Het vel wordt extra knapperig als u het gevogelte 10 minuten voor het einde van de bereiding met licht gezouten water bestrijkt.
75
Braden
Braadtabel
Vlees/vis U / [
6
[°C]
Rundsgebraad, ca. 1kg 170–180 100–130 Runderfilet, ca. 1 kg Rosbeef, ca. 1 kg
1)
1)
150–160 150–160
4)
4)
Wildbraad, ca. 1 kg 200–210 80–100 Varkensgebraad/rollade, ca. 1 kg 160–170 100–120 Varkensvlees met zwoerd, ca. 2 kg 170–180 120–160 Casselerrib, ca. 1kg 150–160 60–80 Vleesbrood ca. 1kg 170–180 60–70 Kalfsgebraad, ca. 1,5 kg 190–200 70–90 Lamsbout, ca. 1,5 kg 170–180 90–110 Lamsrug, ca. 1,5 kg 220–230
4)
Gevogelte, 0,8–1 kg 180–190 60–70 Gevogelte, ca. 2 kg 180–190 100–120 Gevogelte, gevuld, ca. 2 kg 180–190 110–130 Gevogelte, ca. 4 kg 160–170 120–160 Vis, stuk, ca. 1,5 kg 160–170 45–55
De gegevens voor de aanbevolen bereidingsfunctie zijn in het vet gedrukt.
+
[min]
20–50 30–60
40–60
5)
6)
6)
5)
7)
7)
7)
7)
5)
5)
7)
7)
De tijden gelden voor een niet-voorverwarmde ovenruimte.
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kort ste tijd.
De opgegeven temperatuur heeft betrekking op de bereiding in een open braad pan. Stel de temperatuur 10 °C lager in wanneer u de braadpan direct op de uni versele bakplaat of op het rooster met universele bakplaat bereidt.
76
-
-
-
Braden
dV
6
[°C]
––190–200 110–140
150–160 150–160
4)
4)
––200–210 80–100
160–170 100–120
180–190 120–160 150–160 60–80
––200–210 70–80
190–200 70–90 170–180 90–110
220–230
4)
––190–200 60–70 ––190–200 ––190–200 ––180–190 120–160
160–170 45–55
U Hetelucht plus / [ Braadautomaat / d Profi / V Boven-Onderwarmte
6 Temperatuur / + Bereidingstijd
Gebruik in het algemeen niveau 2.
1) Gebruik de universele bakplaat. Braad eerst het vlees in de pan aan.
2) Voer een stoominjectie uit aan het begin van de bereiding.
3) Gebruik niveau 3.
4) Verwarm de ovenruimte voor. Gebruik tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie
"Snelopwarmen S".
5) Bereid het vlees eerst met deksel. Verwijder het deksel na de helft van de tijd en voeg ca. 0,5l vocht toe.
6) Afhankelijk van de gewenste gaarheid (bij gebruik van een kerntemperatuurvoeler): rood ("rare"): 40–45 °C, medium: 50–60 °C, doorbakken ("well done"): 60–70 °C
7) Doe er nadat de helft van de tijd verstreken is ca. 0,5l vloeistof bij.
8) Na de opwarmfase: Voer de handmatige stoominjecties verdeeld over de bereidingstijd uit.
+
[min]
20–50 30–60
40–60
6)
6)
7) 8)
7) 8)
8)
7) 8)
7) 8)
8)
8)
6
[°C]
180–190 180–190
4)
4)
[min]
20–50 30–60
180–190 100–130
190–200 130–160 170–180 80–100
200–210 70–90
180–190 90–110
230–240
3) 4)
3)
3)
40–60
100–120 110–130
180–190 45–55
+
5)
6)
6)
5)
7)
7)
7)
7)
5)
5)
7)
7)
77
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur)
Koken op lage temperaturen is ideaal voor vleessoorten van rund, varken, kalf en lam die zeer behoedzaam moeten worden bereid.
Braad het vlees eerst in korte tijd op hoge temperatuur rondom en gelijkma tig aan (op de kookplaat).
In de voorverwarmde oven wordt het vlees vervolgens op een lage tempera tuur en met een lange bereidingstijd rustig bereid.
Hierbij ontspant zich het vlees. Het sap begint te circuleren en wordt gelijkma tig verdeeld tot in de buitenste lagen. Het vlees blijft zo heel mals en sappig.
-
Tips
– Gebruik goed bestorven, mager
vlees zonder pezen en vetrandjes. Verwijder vooraf eventuele botten.
– Gebruik voor het aanbraden zeer hit-
tebestendig vet, bijvoorbeeld boterolie of spijsolie.
Afvoer
Gebruik de universele bakplaat met het rooster erop. Gebruik voor het voorverwarmen niet de ovenfunctie "Snelopwarmen S ".
-
Schuif de universele bakplaat met het
^
rooster op niveau 2 in de oven.
­Kies de ovenfunctie "Boven-
^
Onderwarmte V" en een tempera tuur van 130 °C.
Verwarm de oven, de universele bak
^
plaat en het rooster ca. 15 minuten voor.
^ Braad alle kanten van het vlees op
een hoge stand op de kookplaat aan (tijdens het voorverwarmen van de oven).
,
Verbrandingsgevaar! Draag al­tijd ovenwanten als u voedingsmid­delen in de oven zet of eruit haalt, of als u in de oven bezig bent.
-
-
Dek het vlees tijdens de bereiding niet af.
De bereidingstijd bedraagt ca. 2–4 uur en is afhankelijk van het gewicht en de grootte van het vlees, alsmede van de gewenste gaarheid en bruinering.
78
^
Leg het aangebraden vlees op het rooster.
^
Verlaag de temperatuur tot 100 °C.
^
Laat het vlees gaar worden.
U kunt de oven ook automatisch laten uitschakelen (zie "Bediening - Berei dingstijd instellen").
-
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur)
Na de bereiding
Omdat de bereidings- en kerntemperaturen zeer laag zijn,
kunt u het vlees meteen aansnijden.
U hoeft voor het vlees geen rusttijd aan te houden.
kunt u het vlees zonder moeite warm
houden. U laat het na de bereidings tijd gewoon in de oven, totdat het wordt opgediend. Het bereidingsre sultaat wordt hierdoor niet beïnvloed.
heeft het vlees de juiste
eettemperatuur. Dien het vlees op voorverwarmde borden op en serveer het met zeer hete saus, zo­dat het vlees niet zo snel afkoelt.
Bereidingstijden/ kerntemperaturen
Vlees +
[min] [°C] Runderfilet 80–100 59 Rosbief
rood 50–70 48
-
-
-
medium 100–130 57
doorbakken 160–190 69
– varkensfilet 80–100 63 Casselerrib * 140–170 68 Kalfsfilet 80–100 60 Kalfsrug * 100–130 63 Lamsrug * 50–80 60
+ Bereidingstijd
Om de stijging van de kerntemperatuur te kunnen volgen, kunt u een kerntem­peratuurvoeler gebruiken.
* zonder bot
79
Grillen
Gevaar voor verbranding!
,
Wanneer u grilt terwijl de deur open staat, gaat de hete lucht uit de ovenruimte niet meer automatisch via de koelventilator en wordt deze dus niet afgekoeld. De bedienings elementen worden heet. Sluit de deur tijdens het grillen.
Kookgerei
-
-
Ovenfuncties
Grill Y
Om grote hoeveelheden platte ge rechten te grillen en om te gratineren in grote vormen.
Het hele verwarmingselement voor bo­venwarmte/de grill wordt roodgloeiend om de vereiste warmtestraling te produceren.
Circulatiegrill \
Om dikke gerechten te grillen, bijv. ge­vogelte.
Het verwarmingselement voor boven warmte/de grill en de ventilator worden ingeschakeld.
-
-
Gebruik de universele bakplaat met de rooster of de grill- en braadplaat (indien voorhanden) erop. Deze voorkomt dat de afdruipende vleesjus verbrandt, waardoor de jus kan worden gebruikt.
Gebruik de bakplaat niet.
80
Grillen
Opmerkingen bij de grilltabel
Temperatuur 6
Kies in het algemeen de laagste tempe ratuur. Bij hogere temperaturen wordt het vlees (voedingsmiddel) weliswaar bruin, maar niet altijd gaar.
Voorverwarmen
Voor grilleren moet u de oven voorver warmen. Verwarm het bovenwarmte-/ grillelement ca. 5 minuten voor. Houd de ovendeur gesloten.
Niveau
Houd bij het niveau rekening met de dikte van het voedingsmiddel.
– Platte voedingsmiddelen: niveau .3/4
– Voedsel met een grote diameter 1/2
Bereidingstijd +
Grilleer platte stukken vlees/vis per kant ca. 6-8 minuten. Voor dikkere stukken is iets meer tijd nodig. Zorg dat de stukken ongeveer even dik zijn, zodat de bereidingstijden niet teveel verschillen.
-
Is het vlees gaar?
Als u wilt controleren of het vlees vol doende gaar is, drukt u met een lepel op het vlees.
-
Rood: Als het vlees heel veer
krachtig aanvoelt, is het van binnen nog rood ("rare").
Medium: Als het vlees een beetje
meegeeft, is het van bin nen roze.
Doorbak ken:
Controleer na afloop van de kortste be­reidingstijd of het voedingsmiddel gaar is.
Als het vlees nauwelijks
­nog meegeeft, is het door bakken ("well done").
Tip
Als een groot stuk vlees van buiten al behoorlijk bruin wordt, terwijl het van binnen nog niet gaar is, kunt u het vlees op een lager niveau in de oven plaatsen of op een lagere temperatuur verder grilleren.
-
-
-
-
Keer het product halverwege de tijd om, indien dat mogelijk is.
81
Grillen
Levensmiddelen voorbereiden op het grillen
Spoel vlees snel af onder koud stro mend water en dep het droog. Zout stukken (lapjes) vlees niet voorafgaand aan het grillen. Anders loopt de vleesjus uit het vlees.
Mager vlees kunt u bestrijken met olie. Gebruik geen andere soorten vet of bo ter. Deze worden immers snel donker of produceren rook.
Maak platte vissen en stukken vis schoon en zout deze. U kunt deze ook besprenkelen met citroensap.
-
Grillen
Leg de rooster of de grill- en braad
^
plaat (indien voorhanden) op de uni versele bakplaat.
Plaats het gerecht erop.
^
Kies de ovenfunctie en de tempera
^
tuur.
Verwarm het verwarmingselement
^
­voor bovenwarmte/de grill
ca. 5 minuten voor, terwijl de deur gesloten is.
Gevaar voor verbranding!
,
Trek ovenwanten aan om hete ge­rechten in te schuiven of uit te ne­men en als u met uw handen in de hete ovenruimte moet komen.
^ Plaats het gerecht in de oven op het
desbetreffende niveau (zie grilltabel).
^ Sluit de deur.
^ Keer het gerecht indien mogelijk om
wanneer de helft van de grilltijd is verstreken.
-
-
-
82
Grillen
Grilltabel
De gegevens voor de aanbevolen bereidingsfunctie zijn in het vet gedrukt. Verwarm het verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill ca. 5 minuten voor met gesloten deur, tenzij anders vermeld. Keer het gerecht om wanneer de helft van de tijd is verstreken. Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd.
Grillgerecht
6
Plat voedsel
Rundssteaks 4/5 300 10–17 260 10–17
Hamburger
Sjasliek 4 220 12–17 220 12–17
Gevogeltebrochetten 4 220 12–17 220 12–17
Neksteaks 4 275 16–24 240 13–22
Lever 3 220 8–12 220 8–12
Frikadellen 4 275 10–20 240 17–22
Braadworst 3 220 8–15 220 10–17
Visfilet 4 220 15–25 220 15–22
Forellen 4 220 15–25 220 15–22
Toast
Toast Hawaï 3 220 8–12 220 8–12
Tomaten 3 220 6–10 220 8–12
Perziken 2/3 275 5–10 220 5–10
Voedsel met een grote diameter
Kip, ca. 1,2 kg 1
Varkensschenkel, ca. 1 kg 2 180 80–90
Y Grill / \ Circulatiegrill / niveau / 6 temperatuur / + grilltijd
1) De instellingen gelden bij gebruik van de ovenfunctie "Grill groot Y" ook voor onder
zoek volgens EN60350.
2) Verwarm het bovenwarmte-/grillelement niet voor.
3) U kunt voor "Circulatiegrill \" niveau 2 gebruiken.
1)
1) 2)
4 300 12–24 ––
3 300 5–8 ––
3)
Y\
+
[°C]
220 60–70 190 55–65
[min]
6
[°C]
+
[min]
-
83
Ontdooien
Om diepgevroren producten behoed zaam te ontdooien, gebruikt u de oven functie "Ontdooien P".
Met deze ovenfunctie wordt alleen de ventilator ingeschakeld en circuleert de ventilatorlucht in de ovenruimte bij ka mertemperatuur.
Gevaar voor salmonella!
,
Let bij het ontdooien van gevogelte extra op de hygiëne. Het ontdooivocht mag u niet gebruiken.
Tips
– Haal het diepgevroren product uit de
verpakking en leg het op de univer­sele bakplaat of in een schotel.
– Gebruik voor het ontdooien van ge-
vogelte de universele bakplaat met de rooster erop. Zo ligt het gevogelte niet in het ontdooivocht.
– Vlees, gevogelte en vis hoeven niet
volledig ontdooid te zijn voor verdere bereiding. Gedeeltelijk ontdooien volstaat. De buitenkant is dan zacht genoeg om kruiden op te nemen.
-
-
Tijden voor het gedeeltelijk of volle
-
dig ontdooien
De tijden zijn afhankelijk van het soort product en het gewicht van het diepge vroren product:
Diepgevroren product
Kip 800 90-120 Vlees 500 60-90
Braadworst 500 30-50 Vis 1 000 60-90 Aardbeien 300 30-40 Boterkoek 500 20-30 Brood 500 30-50
Gewicht
[g]
1 000 90-120
-
-
Tijd
[min]
84
Inmaken
Geschikte potten/glazen
Verwondingsgevaar!
,
In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat bij verwarming overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen openbarsten. Gebruik het toestel niet om voe dingsmiddelen in afgesloten blikken en dergelijke in te maken of te ver warmen.
Gebruik alleen speciale glazen/potten die in de vakhandel verkrijgbaar zijn:
– Weckpotten.
– Inmaakglazen met schroefdeksel.
Fruit en groente inmaken
Hiervoor adviseren wij de ovenfunctie "Hetelucht plus U".
De gegevens gelden voor 6 glazen met een inhoud van1l.
^ Schuif de universele bakplaat op ni-
veau 2 in de oven en zet de glazen daarop.
^
Kies de ovenfunctie "Hetelucht plus U" en een temperatuur van 150–170 °C.
^
Wacht tot het water in de glazen gaat borrelen (het gelijkmatig opstijgen van luchtbelletjes).
-
-
Fruit/komkommer
Stel de laagste temperatuur in, zodra
^
het borrelen in de glazen te zien is. Laat de glazen daarna nog 25–30 minuten in de hete oven staan.
Groente
Verlaag de temperatuur tot 100 °C,
^
zodra het borrelen in de glazen te zien is.
+
[min]
Wortels 50–70 Asperges, erwten, bonen 90–120
+ Inmaaktijd
^ Stel na de inmaaktijd de laagste tem-
peratuur in en laat de glazen daarna nog 25–30 minuten in de hete oven staan.
Na het inmaken
,
Verbrandingsgevaar! Gebruik ovenhandschoenen als u de glazen uit de oven haalt.
^
Haal de glazen uit de oven.
^
Dek de glazen met een doek af en laat ze nog ca. 24 uur op een tocht vrije plek staan.
-
Verlaag de temperatuur tijdig om overkoken te voorkomen.
^
Controleer aansluitend of alle glazen goed dicht zijn.
85
Drogen
Drogen is een traditionele wijze om vruchten, sommige groentesoorten en kruiden te conserveren.
Het fruit en de groente moeten vers en rijp zijn en mogen geen lelijke plekken hebben.
Bereid het te drogen product voor.
^
Appels kunt u eventueel schillen.
Verwijder het klokhuis en snijd de ap pel in ca. 0,5 cm dikke schijfjes.
Pruimen kunt u eventueel ontpitten.
Schil peren, verwijder de pitten en
snijd de peren in schijfjes.
– Pel bananen en snijd de bananen in
plakjes.
– Maak paddenstoelen schoon, hal-
veer ze en snijd de paddestoelen in schijfjes.
– Verwijder bij peterselie en dille de
dikke stengels.
^ Verdeel het product gelijkmatig over
de universele bakplaat.
U kunt ook de geperforeerde gourmet plaat gebruiken (indien aanwezig).
Product +
Fruit 2–8 uur Groente 3–8 uur Kruiden * 50-60 minuten
+ Droogtijd
* Kies voor kruiden de ovenfunctie
"Boven-Onderwarmte V".
Verlaag de temperatuur als zich in de
^
­ovenruimte waterdruppels vormen.
Verbrandingsgevaar!
,
Gebruik ovenhandschoenen als u het gedroogde product uit de oven haalt.
^ Laat het gedroogde fruit (de ge-
droogde groente) afkoelen.
Gedroogd fruit moet helemaal droog zijn, maar wel zacht en elastisch. Als u een schijfje doormidden snijdt of breekt, mag geen sap meer vrijko­men.
^
Bewaar het product in een afgesloten
-
pot of blik.
^
Kies de ovenfunctie "Hetelucht plus U" of "Boven­Onderwarmte V".
^
Kies een temperatuur tussen 80–100 °C.
^
Schuif de universele bakplaat op ni veau 2 in de oven. Bij "Hetelucht plus U" kunt u tegelijk op de niveaus 1+3 drogen.
86
-
Diepgevroren producten/kant-en-klaargerechten
Tips
Taart/cake, pizza, stokbroden
Diepgevroren producten zoals taart/
cake, pizza of stokbroden bedekken een groot oppervlak van de bakplaat of de universele bakplaat. Door het temperatuurverschil dat ont staat bij het bereiden van deze diep gevroren producten, kan de bakplaat of de universele bakplaat kromtrek ken zodat u deze mogelijk niet meer uit de ovenruimte kunt nemen terwijl deze heet is. Elk verder gebruik ver oorzaakt dan nog meer kromtrekking. Bak deze diepgevroren producten daarom op de rooster, waarop u bak­papier hebt gelegd.
– Kies de lagere temperatuur van de
temperaturen die worden aanbevo­len op de verpakking.
Frieten, kroketten of dergelijke
– Dergelijke diepgevroren producten
kunt u op de bakplaat of de universe­le bakplaat bereiden. Leg deze diepgevroren producten op bakpapier om ze behoedzaam te bereiden.
Bereiding
Als u behoedzaam omgaat met le vensmiddelen, komt dat uw gezond heid ten goede.
Taart, pizza, frieten en dergelijke
-
mogen slechts goudgeel worden
-
gebakken, niet donkerbruin.
-
-
Kies de ovenfunctie en temperatuur
^
die worden aanbevolen op de ver pakking.
Verwarm de ovenruimte voor.
^
^ Zodra het
temperatuurcontrolesymbool 6 dooft, plaatst u het gerecht op het niveau dat op de verpakking wordt aanbevo­len.
^ Controleer het gerecht na het
verstrijken van de kortere bereidings­tijd die wordt aanbevolen op de ver­pakking.
-
-
-
Kies de lagere temperatuur van de temperaturen die worden aanbevo len op de verpakking.
Keer de producten regelmatig om.
-
87
Bruineren
De ovenfunctie Bruineren K is zeer geschikt voor het bereiden van vlees.
Praktijkvoorbeelden:
Gerecht 6
[°C]+[min]
Beenham, ca. 1,5 kg 180 130–160
Runderstoofvlees, ca. 1,5 kg
6 Temperatuur + Bereidingstijd
De tijden gelden voor een niet­voorverwarmde ovenruimte.
Gebruik afhankelijk van de dikte van het vlees niveau 1 of 2.
Kies in het algemeen de laagste tempe­ratuur en controleer het product na de kortste tijd.
Bereid het vlees eerst met deksel. Ver­wijder het deksel na drie vierde van de tijd en voeg ca. 0,5 l vocht toe.
180 160–180
88
Reiniging en onderhoud
Gevaar voor verbranding! De
,
verwarmingselementen moeten uit geschakeld zijn. De ovenruimte moet afgekoeld zijn.
Gevaar voor verwonding! De
,
stoom van een stoomreiniger kan te rechtkomen op onderdelen die on der spanning staan en zo een kort sluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de oven nooit een stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleu­ren of wijzigingen ondergaan wan­neer u ongeschikte reinigingsmid­delen gebruikt. Vooral het front van de oven raakt beschadigd door ovenreiniger en ontkalkingsmiddel. Verwijder resten van reinigingsmid­delen direct.
-
Ongeschikte reinigings middelen
­Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende mid delen niet worden gebruikt om de op pervlakken te reinigen:
reinigingsmiddelen die soda, ammo
-
-
niak, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen
op het front van de oven,
schurende reinigingsmiddelen (bijv.
schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen),
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
– glasreinigers,
– reinigingsmiddelen voor kookvlakken
van glaskeramiek,
-
-
-
-
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor krassen. Krassen in oppervlakken uit glas kunnen ertoe leiden dat het breekt.
schurende harde borstels en sponsen (bijv. schuursponsen, ge bruikte sponsen die nog resten van een schuurmiddel bevatten),
speciale "wondersponsen",
scherpe metaalschrapers,
staalwol,
reiniging met mechanische reini gingsmiddelen,
ovenreinigers*,
roestvrijstalen spiraalsponsen*.
* Toegelaten bij hardnekkig vuil op
met PerfectClean veredeld email
-
-
89
Reiniging en onderhoud
Als vuil langere tijd inwerkt op op pervlakken, kan het onder bepaalde omstandigheden niet meer worden verwijderd. Als u het toestel meerdere keren ge bruikt zonder het tussendoor te rei nigen, kan het zeer moeilijk zijn om het toestel schoon te krijgen. Vuil verwijdert u het best direct.
Het toebehoren is niet geschikt voor reiniging in de afwasautomaat.
Tips
– Vuil zoals sap van fruit of taart-/
cakedeeg van slecht sluitende bak­vormen kunt u gemakkelijker verwij­deren terwijl de ovenruimte nog wat warm is.
– Om de oppervlakken gemakkelijker
te kunnen reinigen, kunt u de deur verwijderen en uit elkaar halen, de steunroosters samen met de FlexiClip-geleiders (indien aanwezig) verwijderen, de katalytisch geëmail leerde achterwand verwijderen en het verwarmingselement voor boven warmte/de grill omlaagklappen.
-
Normaal vuil
Raadpleeg de rubriek "Vuil op de ka talytisch geëmailleerde achterwand" voor opmerkingen omtrent de reini ging van de achterwand.
-
-
-
Verwijder normaal vuil bij voorkeur di
^
rect met warm water, handafwasmid del en een schone sponsdoek. U kunt ook een schone, vochtige microvezeldoek gebruiken.
Verwijder resten van reinigingsmid
^
delen grondig met schoon water. Dat is heel belangrijk voor met PerfectClean veredelde onderdelen. Resten van reinigingsmiddelen kun­nen immers een negatieve invloed hebben op de antiaanbakeigen­schappen.
^ Wrijf de oppervlakken vervolgens
droog met een zachte doek.
Dichting reinigen
Rond de ovenruimte bevindt zich een dichting als afdichting voor de binnen zijde van de deur.
De dichting kan door vetresten bros
­worden en barsten.
-
-
-
-
-
-
90
^
Reinig de dichting bij voorkeur na elke bereiding.
Reiniging en onderhoud
Hardnekkig vuil (op andere oppervlakken dan op de FlexiClip-geleiders)
Door overgelopen sap van fruit of braadresten kunnen op geëmail leerde oppervlakken permanente kleurveranderingen of matte vlekken ontstaan. Deze hebben geen nega tieve invloed op de gebruikseigenschappen. Probeer dergelijke vlekken niet kost wat kost te verwijderen. Gebruik enkel de be schreven hulpmiddelen.
^ Verwijder de aangekoekte resten met
een glaskrabber of een roestvrijstalen spiraalspons (bijv. Spontex Spirinett).
Het katalytische email raakt bescha­digd door ovenreiniger. Verwijder de katalytisch geëmailleerde onderde­len voordat u ovenreiniger gebruikt.
-
-
-
Bij zeer hardnekkig vuil op met
^
PerfectClean veredeld email brengt u de ovenreiniger van Miele aan op de desbetreffende oppervlakken wan neer deze afgekoeld zijn. Laat deze zo lang inwerken als beschreven op de verpakking.
Ovenreinigers van andere producen ten mag u alleen op afgekoelde op pervlakken aanbrengen en maximaal 10 minuten laten inwerken.
U kunt na deze inwerktijd ook de har
^
de zijde van een afwasspons ge bruiken.
^ Verwijder de resten van de
ovenreiniger grondig met schoon wa­ter en wrijf de oppervlakken droog.
-
-
-
-
-
91
Reiniging en onderhoud
Hardnekkig vuil op de FlexiClip-geleiders
Het speciale vet van de FlexiClip­geleiders zou worden verwijderd bij reiniging in de afwasautomaat. Daarna zouden ze mogelijk moei lijker uit te trekken zijn. De FlexiClip­geleiders mogen nooit in de afwas automaat worden gereinigd.
In geval van hardnekkig vuil op de op pervlakken of verkleuring van de kogellagers door overgelopen sap van fruit, gaat u als volgt te werk:
^ Laat de FlexiClip-geleiders kort
(ca. 10 minuten) inweken in heet wa­ter waaraan u afwasmiddel hebt toe­gevoegd. Indien nodig gebruikt u ook de harde zijde van een afwasspons. De kogellagers kunt u reinigen met een zachte borstel.
Het is mogelijk dat de geleiders na de reiniging een andere of lichtere kleur hebben. Dat heeft geen nega tieve invloed op hun goede werking.
-
-
-
Vuil op de katalytisch geëmailleerde achterwand
Het katalytische email reinigt zichzelf bij hoge temperaturen van vuil door olie en vet.
Hoe hoger de temperatuur, des te beter werkt het reinigingsproces.
Het katalytische email verliest zijn zelfreinigende eigenschappen wan
-
neer schuurmiddelen, schurende borstels en sponsen, en ovenreinigers erop inwerken. Verwijder de katalytisch geëmail­leerde onderdelen voordat u ovenreiniger gebruikt.
Vuil door kruiden, suiker en dergelijke verwijderen
^ Verwijder de achterwand (zie rubriek
"Reiniging en onderhoud - Achter­wand verwijderen").
^ Reinig deze met de hand. Gebruik
daarbij warm water, handafwasmid del en een zachte borstel.
^
Spoel de achterwand grondig af. Laat deze drogen voordat u deze te rugplaatst.
-
-
-
92
Vuil door olie en vet verwijderen
Verwijder al het toebehoren (ook de
^
steunroosters) uit de ovenruimte.
Voordat u de katalytische reiniging
^
start, verwijdert u al het grove vuil van de binnenzijde van de deur en de met PerfectClean veredelde op pervlakken. Zo voorkomt u dat het in brandt.
Kies de ovenfunctie "Hetelucht plus
^
U" en 250 °C.
Warm de lege ovenruimte gedurende
^
minstens 1 uur op.
De duur hangt af van de mate van ver­vuiling.
Als het katalytische email erg vuil was door olie of vet, kan er zich tijdens het reinigingsproces een film vormen in de ovenruimte.
-
Reiniging en onderhoud
Gevaar voor verbranding! Laat
,
de ovenruimte afkoelen voordat u deze met de hand reinigt.
Reinig vervolgens de binnenzijde van
^
de deur en de ovenruimte met warm water, handafwasmiddel en een
-
schone sponsdoek of een schone, vochtige microvezeldoek.
Elke volgende keer dat de oven wordt opgewarmd tot hoge tempera turen, wordt vuil dat eventueel nog aanwezig is, geleidelijk verwijderd.
-
93
Reiniging en onderhoud
Deur verwijderen
Trek de deur nooit horizontaal van de houders. De houders springen immers terug in de richting van de oven.
Neem nooit de deurgreep vast om de deur van de houders te trekken. De deurgreep zou dan immers kun nen afbreken.
Sluit de deur tot aan de aanslag.
^
-
De deur is via houders met de deur scharnieren verbonden.
Voordat u de deur van deze houders kunt trekken, moet u eerst de vergren­delingsbeugels van de beide deur­scharnieren ontgrendelen.
^ Open de deur volledig.
^
Ontgrendel de vergrendelingsbeu gels door deze te draaien tot aan de aanslag.
-
-
^
Neem de deur vast aan de zijkanten en trek deze naar boven toe van de houders. Zorg ervoor dat de deur daarbij niet kantelt.
94
Deur uit elkaar halen
De deur bestaat uit een open systeem met 3 glasplaten die een gedeeltelijk warmtereflecterende coating hebben.
Reiniging en onderhoud
Gevaar voor verwonding!
,
Verwijder altijd eerst de deur voor dat u deze uit elkaar haalt.
-
Tijdens de werking wordt lucht door de deur gevoerd, zodat de buitenste glas plaat koel blijft.
Als er vuil tussen de glasplaten van de deur terechtkomt, kunt u de deur uit el kaar halen om de binnenzijden te reini gen.
Door krassen kan het glas van de glasplaten van de deur breken. Gebruik voor het reinigen van de glasplaten van de deur geen schuurmiddelen, geen harde sponsen of borstels en geen scherpe metalen schrapers. Neem bij de reiniging van de glas­platen van de deur ook de opmer­kingen in acht die gelden voor het front van de oven.
Het oppervlak van de aluminiumpro fielen raakt beschadigd door ovenreiniger. Reinig de onderdelen alleen met warm water, handafwas middel en een schone sponsdoek. U kunt ook een schone, vochtige microvezeldoek gebruiken.
-
Leg de buitenste glasplaat van de
^
-
deur bij voorkeur op een tafel met een zachte ondergrond (bijv. een keukenhanddoek). Zo voorkomt u krassen. Leg de deur zo dat de
­greep over de rand van de tafel ligt.
­Deze glasplaat van de deur ligt dan
plat op de ondergrond en zal tijdens het reinigen niet breken.
-
^
Open met een draaibeweging naar buiten toe de beide vergrendelingen voor de glasplaten van de deur.
Bewaar de verwijderde glasplaten van de deur op een veilige plek, zo dat ze niet kunnen breken.
-
95
Reiniging en onderhoud
Verwijder de binnenste glasplaat:
Til de binnenste glasplaat van de
^
deur een beetje op en trek deze uit de kunststoflijst.
Zet de deur vervolgens weer in elkaar. Ga daarbij zorgvuldig te werk:
Plaats de middelste glasplaat van de
^
deur zo dat het materiaalnummer leesbaar is (d.w.z. niet in spiegelbeeld).
^
Til de middelste glasplaat van de deur een beetje op en trek deze uit.
^
Reinig de glasplaten van de deur en de andere onderdelen met warm wa ter, handafwasmiddel en een schone sponsdoek of een schone, vochtige microvezeldoek.
^
Wrijf daarna alles droog met een zachte doek.
96
^
Schuif de binnenste glasplaat van de deur (met de mat bedrukte zijde naar onderen gericht) in de kunststoflijst
­en plaats deze tussen de vergrende
lingen.
-
Sluit met een draaibeweging naar
^
binnen toe de beide vergrendelingen voor de glasplaten van de deur.
De deur is weer in elkaar gezet.
Reiniging en onderhoud
97
Reiniging en onderhoud
Deur plaatsen
^ Neem de deur zijdelings vast en
steek ze op de houders van de scharnieren. Zorg ervoor dat de deur daarbij niet kantelt.
Open de deur volledig.
^
U moet de vergrendelingsbeugels in elk geval weer vergrendelen. De deur kan anders loskomen van de houders en beschadigd raken.
^ Vergrendel de vergrendelingsbeu-
gels weer door deze tot tegen de aanslag in horizontale positie te draaien.
98
Steunroosters met FlexiClip­geleiders verwijderen
Gevaar voor verwonding!
,
Gebruik de oven nooit zonder steun roosters.
U kunt de steunroosters samen met de FlexiClip-geleiders (indien aanwezig) verwijderen.
Reiniging en onderhoud
-
Als u eerst de FlexiClip-geleiders afzon derlijk wilt verwijderen, volgt u de op merkingen in de rubriek "Uitrusting ­FlexiClip-geleiders plaatsen en verwij deren".
Gevaar voor verbranding!
,
De verwarmingselementen moeten uitgeschakeld zijn. De ovenruimte moet afgekoeld zijn.
-
-
Trek de steunroosters vooraan uit de
^
-
bevestiging (1.) en verwijder deze (2.).
Het plaatsen gebeurt in omgekeerde volgorde.
^ Plaats de onderdelen. Ga daarbij
zorgvuldig te werk.
99
Reiniging en onderhoud
Achterwand verwijderen
Gevaar voor verwonding!
,
Gebruik de oven nooit zonder ach terwand.
U kunt de achterwand verwijderen om deze te reinigen.
Gevaar voor verbranding!
,
De verwarmingselementen moeten uitgeschakeld zijn. De ovenruimte moet afgekoeld zijn.
Ontkoppel het toestel van het elektri
^
citeitsnet. Trek daartoe de stekker uit of schakel de desbetreffende zeke­ring in uw zekeringkast uit.
^ Verwijder de steunroosters.
^ Draai de vier schroeven in de hoeken
van de achterwand los en verwijder de achterwand.
^ Reinig de achterwand (zie rubriek
"Vuil op de katalytisch geëmailleerde achterwand").
Het plaatsen gebeurt in omgekeerde volgorde.
Ga zorgvuldig te werk bij het plaatsen van de achterwand (zie ru briek "Overzicht van de oven").
-
-
Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill omlaagklappen
Gevaar voor verbranding!
,
De verwarmingselementen moeten uitgeschakeld zijn. De ovenruimte moet afgekoeld zijn.
Verwijder de steunroosters.
^
-
^ Draai de vleugelmoeren los.
Duw het verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill nooit met brute kracht omlaag.
^
Klap het verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill voorzichtig om laag.
Nu kunt u de bovenzijde van de oven ruimte reinigen.
-
-
^
Sluit de oven weer aan op het elektri citeitsnet.
100
^
Klap het verwarmingselement voor
­bovenwarmte/de grill omhoog en
draai de vleugelmoeren weer vast.
^
Plaats de steunroosters.
Loading...