Miele H 247 ET, H 247 B User manual

Gebruiksaanwijzing
Combi-fornuis H 247 ET Combi-oven H 247 B
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M.-Nr. 04 758 130
T*
Inhoud
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Veiligheidsvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Bediening
Oven
– Verwarmingssoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
– Bedieningsknoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
– Verwarmingssoort kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
– Temperatuur kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
– Temperatuur veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
– Programma onderbreken, Oven uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
– Oven voorverwarmen, Energiebesparende functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
– Telescopische ovenwagen, Rooster met beveiliging tegen uittrekken . . . . . . . 22
– Kookwekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Digitale klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Gebruiksmogelijkheden
– Bakken, Tabel voor het bakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
– Braden, Braden met de Bratometer, Tabel voor het braden . . . . . . . . . . . . . . . 36
– Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
– Koken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
– Inmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
– Grilleren, Tabel voor het gebruik van de grill . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Geteste gerechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Reiniging en onderhoud
– Front, sierlijsten, bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
– Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
– Binnenruimte van de oven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Nuttige tips. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Voor de installateur / elektricien
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Inbouwinstructies
– Fornuis en besturingseenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
– Oven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Extra accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Algemeen
Bedieningspaneel
b Functieschakelaar voor de oven c Display en druktoetsen voor de oven d Display en druktoetsen voor de
digitale klok
e +/- toets met controlelampje f Kookzoneschakelaars
4
Binnenruimte van de oven
g Verwarmingselement voor Bovenwarmte
en Grilleren met beschermplaat
h Grillmotor i Klepjes voor het verwisselen van de halo-
geenlampen
j Aansluitpunt voor de Bratometer k Aanzuigopening voor de ventilator l Telescopische ovenwagen voor de
inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5 (afhankelijk van het type oven / fornuis)
m Deurcontactschakelaar n Ovendeur met ventilatierooster
Algemeen
Accessoires
BakplatenBraadslede
De braadslede kan tevens als vetop­vangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grille­ren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster of in een pan zonder deksel met "Hete­lucht" of "Braadautomaat" en bij "Gril­leren met luchtcirculatie" aanbren­gen.
Bediening en inbouw van de kookplaat
Dit kunt u vinden in de gebruiksaanwij­zing die met de kookplaat meegeleverd wordt.
De vetdruppels worden opgevangen door het vetfilter. De binnenruimte van de oven en de ruimte achter de oven blijven hierdoor schoner.
– Bratometer
voor het controleren van de tempera­tuur tijdens het braden en het "Grille­ren met luchtcirculatie".
– Draaigrilleerinrichting
voor grilleren aan het spit.
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een geringe belasting van het milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateri­aal remt de afvalproductie en het ge­bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge­meente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen de onderdelen vaak nog waardevol zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude apparaat via de dealer of via de ge­meente gerecycled kan worden (zorgt u ervoor dat het afgedankte apparaat tot die tijd buiten het bereik van kinde­ren wordt opgeslagen). U kunt hierover meer informatie vinden in de rubriek "Veiligheidsinstructies en waarschuwin­gen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorge­schreven veiligheidsbepalingen. Als het apparaat echter niet wordt gebruikt voor het doel waarvoor het is bestemd, of als het op een ver­keerde manier wordt bediend, kun­nen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiks­aanwijzing door voordat u het appa­raat voor het eerst gebruikt. U vindt hierin belangrijke instructies voor het inbouwen, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik, en wel voor het bakken, braden, ontdooien, ko­ken, inmaken, drogen en grilleren van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is voor eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroor­zaakt door gebruik voor andere doelein­den dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (span­ning en frequentie) op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteits­net te vergelijken. Deze gegevens moe­ten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegaran­deerd als deze op een volgens de gel­dende veiligheidsbepalingen geïnstal- leerd aardingssysteem is aangesloten. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die is ont­staan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elek­trische schok).
Gebruik het apparaat alleen als
het is ingebouwd. Dit om te voorko­men dat u per ongeluk elektrische on­derdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer on­derdelen die onder stroom staan wor­den aangeraakt of als elektrische of mechanische delen worden veranderd, levert dit gevaar op voor de gebruiker. Dit kan tevens storingen van het appa­raat veroorzaken.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamhe­den, alsmede ondeskundig uitgevoer­de reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. De fabrikant kan daarvoor niet aanspra­kelijk worden gesteld. Laat installatie­en onderhoudswerkzaamheden en re­paraties uitsluitend uitvoeren door er­kende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat, als aan één van de volgende voorwaar­den is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Met verlengsnoe­ren kan een veilig gebruik van het ap­paraat niet worden gewaarborgd (bijv. beveiliging tegen oververhitting).
Gebruik
Oven
Pas op! Verbrandingsgevaar! De oven wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in wer­king is. De oven wordt niet alleen bij de ovenruit in de deur warm, maar ook bijv. bij de wasemlijst, de handgreep en het bedieningspaneel.
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit haalt, of als u de binnenkant van de oven aanraakt. Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of bijv. de grill gebruikt, worden de boven­ste verwarmingselementen en de be­schermplaat zeer heet. U kunt zich hier­aan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het ver­warmingselement afkoelen voordat u het naar beneden laat zakken. Anders kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag, want daardoor kan het beschadigen.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik alleen de speciale Miele-
Bratometer. Wanneer de Bratome­ter moet worden vervangen, bestel dan weer een originele Miele-Bratometer. Deze is verkrijgbaar bij de Miele-vak­handelaar of rechtstreeks bij Miele.
Laat de Bratometer niet in de oven
als u met "Grilleren 1" of "Grilleren 2" werkt. Door de hoge temperaturen kan de kunststof smelten.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken. Deze kunnen door overdruk uit elkaar springen en de oven beschadigen.
Gebruik geen kunststof servies-
goed, omdat dit op hoge tempera­turen kan smelten.
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer, anders beschadigt u de oppervlakte van de bodem. U kunt het apparaat hiermee beschadigen.
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet er ook geen zware voorwerpen op; 10 kg is het maximum gewicht dat de deur kan dragen.
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het vocht uit de gerechten kan corrosie in het apparaat veroorzaken. Bovendien voorkomt u door het afdekken dat de gerechten uitdrogen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te houden, of als u gebruik wilt maken van de restwarmte, stel dan de laagste temperatuur in. Laat de functieschake­laar op de gekozen verwarmingssoort staan. Schakel het apparaat in geen geval uit. De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe dat het bedieningspaneel beslaat, dat zich onder het werkblad druppels vor­men of dat het meubelfront beslaat. Door condens kan de kastombouw / het werkblad beschadigen en kan er corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza e.d.) op de bakplaat of de braadslede om ze te verwarmen of te koken. De bakplaat kan zodanig krom trekken, dat deze niet meer uit de oven gehaald kan worden als hij heet is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat weer krom. Gebruik daarom het rooster en leg daar bakpapier op.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met de­len van het apparaat die onder span­ning staan en zo kortsluiting veroorza­ken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt. Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik het apparaat niet om een
ruimte te verwarmen. Door de hoge temperatuurontwikkeling in de ovenruimte kunnen licht ontvlambare voorwerpen, die zich in de buurt van het apparaat bevinden, gaan branden.
Als u een contactdoos in de buurt
van het apparaat gebruikt, let er dan op dat de aansluitkabel niet tussen de hete ovendeur beklemd raakt. De aansluitkabel kan beschadigen en u loopt zo het risico een elektrische schok te krijgen.
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld en bovendien hoog ge­noeg is. Roer de gerechten daartoe re­gelmatig door of draai ze om.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak deze samen met de aan­sluitkabel onbruikbaar. Hiermee voorkomt u dat het fornuis ver­keerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fabri­kant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even­tueel het gevolg van is.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd die daarvoor nodig is, hangt af van ver­schillende factoren, zoals de tempera­tuur van de ingrediënten op het mo­ment dat het gerecht in de oven wordt gezet, de hoeveelheid, het soort voed­sel, de kwaliteit ervan en eventuele wij­zigingen in het recept. Eventuele bacte­riën in het eten worden alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is (> 70°C) en lang genoeg wordt aan­gehouden (> 10 min.). Wanneer u twij­felt of een gerecht voldoende ver­warmd is, kies dan liever een iets langere tijd.
10
Veiligheidsvoorziening
Kinderbeveiliging oven en kookzones
De kinderbeveiliging voorkomt dat de oven of de kookzones ongewild wor­den ingeschakeld.
Zo activeert u de kinderbeveiliging:
De functieschakelaar moet op "0" staan.
Houd de "p"-toets ingedrukt, totdat het sleutelsymbool in het display ver­schijnt.
De oven en de kookzones kunnen nu niet meer worden ingeschakeld.
Zo heft u de kinderbeveiliging weer op:
De functieschakelaar mag op elke stand staan.
Houd de "p"-toets ingedrukt, totdat het sleutelsymbool uit het display ver­dwijnt.
11
Voor het eerste gebruik
Digitale klok
Na het aansluiten van het apparaat knipperen in het display "12:00", en ook de symbolen "f" en ")".
Dagtijd instellen
(24-uurs weergave)
Druk de toetsen "f" en ")" tegelijk in.
In het display brandt "12:00" constant en het controlelampje van de +/- toets brandt.
Voer de dagtijd met de +/- toets in (uren:minuten).
Oven
Neem de ovenruimte af met warm water en een mild reinigingsmiddel. Wrijf de ovenruimte daarna met een schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de binnenruimte droog is.
Was de accessoires af. Het geleiderail of de telescopische
ovenwagen moet in de oven worden geplaatst.
Geleiderail
De toetsen "f" en ")" hoeven daar­bij niet ingedrukt te worden gehouden.
Wanneer het controlelampje van de +/- toets uitgaat, wordt de dagtijd over­genomen en loopt per minuut af. De dubbele punt knippert.
12
Voor het eerste gebruik
Telescopische ovenwagen
Maak de telecopische geleidesteu­nen in de oven vast.
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd een onaangename geur als ze voor het eerst worden gebruikt. Door een hoge temperatuur verdwijnt deze geur sneller.
Zet de oven daarom minstens één uur aan:
Draai de functieschakelaar op "Hete­lucht".
Stel met de + toets de hoogste tem­peratuur in.
U kunt dit ook m.b.v. de digitale klok automatisch laten beëindigen.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht kan worden toegevoerd als de oven aan staat.
Plaats het raamwerk van de telesco­pische ovenwagen op de rails.
Plaats de geleiderails.
13
Verwarmingssoorten
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met een hete luchtstroom.
De ventilator aan de achterkant zuigt de lucht uit de oven, leidt deze langs het ringvormige verwarmingselement en blaast de verwarmde lucht door de openingen in de achterwand weer te­rug.
Omdat de gerechten direct verwarmd worden, is voorverwarmen van de oven niet nodig. Uitzondering: voor het braden van ros­bief of filet of het bakken van donker brooddeeg moet de oven wèl worden voorverwarmd.
Bij het gebruik van "Hetelucht" kan er op verschillende niveaus tegelijk wor­den gebakken en gebraden.
Door de hete luchtstroom kan er bij deze verwarmingssoort met lagere tem­peraturen worden gewerkt dan bij "Bo­ven- en onderwarmte".
Braadautomaat E
De "Braadautomaat" laat de oven eerst automatisch met een hoge temperatuur werken, zodat het vlees snel dicht­schroeit. De automaat schakelt dan zelf terug naar de geprogrammeerde tem­peratuur.
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele verwarmings­soort wordt het gerecht van boven en van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen nodig – voor het bakken van gebak met een
korte baktijd (tot ca. 30 minuten);
– voor het bakken van donker brood-
deeg;
– voor het braden van rosbief / filet.
14
Verwarmingssoorten
Ontdooien G
Er kan zonder verwarming of bij een temperatuur tot 50 °C worden ont­dooid. Als er zonder verwarming wordt ontdooid, zorgt de ventilator aan de achterkant voor circulatie van de koude lucht.
Intensief bakken F
"Intensief bakken" geschiedt met "Hete­lucht" in combinatie met "Onderwarm­te". Deze verwarmingssoort wordt o.a. gebruikt voor gebak met een vloeibare bovenlaag.
Grilleren met luchtcirculatie I
De hitte van het grillelement wordt door de ventilator aan de achterkant over het gehele gerecht verspreid. Hierdoor kan met een lagere temperatuur wor­den gewerkt dan bij het gewone "Grille­ren".
Grilleren 1 ,
Het binnenste gedeelte van het grillele­ment wordt gebruikt voor het grilleren. Enkele minuten nadat het is ingescha­keld, wordt het roodgloeiend en zorgt voor de infraroodstraling die voor het grilleren nodig is.
Deze verwarmingssoort is bijzonder ge­schikt voor kleine hoeveelheden.
Grilleren 2
Het gehele bovenste verwarmingsele­ment wordt voor het grilleren gebruikt.
Bij deze verwarmingssoort wordt het binnenste gedeelte van het grillelement enkele minuten nadat het apparaat is ingeschakeld roodgloeiend. Het buiten­ste gedeelte van het grillelement blijft donkerder, maar geeft wel genoeg warmte af voor het grilleren.
Deze verwarmingssoort is bijzonder ge­schikt voor grote hoeveelheden.
J
15
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft verschillende bedie­ningsknoppen, namelijk de functiescha­kelaar en de druktoetsen.
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de ver­warmingssoort.
U kunt de schakelaar zowel links- als rechtsom draaien.
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u:
de baktemperatuur veranderen.
de kerntemperatuur veranderen.
de kookwekker activeren.
Elke druktoets is gekoppeld aan een symbool in het display.
16
Bediening van de oven
De +/- toets is voor het instellen en ver­anderen van de baktemperatuur, de kookwekker, de dagtijd etc.
Door de +/- toets in te drukken kunt u de temperatuur / tijd stap voor stap (toets steeds kort indrukken) of snel (toets ingedrukt houden) instellen of veranderen.
– toets:
voor het instellen van een lagere tempe­ratuur of een vroegere / kortere tijd.
+ toets:
voor het instellen van een hogere tem­peratuur of een latere / langere tijd.
De instellingen veranderen als volgt: – de oventemperatuur in stappen van
5°C;
– de kerntemperatuur in stappen van
1°C;
– de kookwekker in stappen van 1 min.
Druk de gewenste toets in. Stel met de +/- toetsen meteen de
temperatuur resp. tijd in.
U kunt de temperatuur / tijd instellen en veranderen zolang het controlelampje van de +/- toets constant brandt (in­voertijd).
Het controlelampje van de +/- toets brandt
– als u een verwarmingssoort kiest
(niet bij "Verlichting");
– als u tijdens een bereidingsproces
de toets "p" indrukt;
– als u tijdens het braden of grilleren
met luchtcirculatie de toets "e" in­drukt;
– als u de toets "l" indrukt. Iedere keer wanneer u op de +/- toets
of op één van de andere toetsen drukt, begint de invoertijd opnieuw.
Wanneer het controlelampje niet meer brandt, is de instelling of verandering overgenomen.
In het display van de oven verschijnen:
het symbool "e", altijd wanneer de
Bratometer wordt gebruikt;
– de kerntemperatuur en het symbool
"e" als er met de Bratometer wordt gewerkt;
– de baktemperatuur en het symbool
"p" als er niet met de Bratometer wordt gewerkt.
het symbool "l" als er een kookwek-
kertijd is ingesteld;
– de aflopende kookwekkertijd en het
symbool "l" als alleen de kookwek­ker is ingesteld.
17
Bediening van de oven
Verwarmingssoort kiezen
Met de functieschakelaar kunt u de vol­gende verwarmingssoorten kiezen:
– Hetelucht Voor het bakken en koken op meerdere niveaus tegelijk.
– Bovenwarmte Voor het gratineren van gerechten.
– Boven- en onderwarmte Voor het bakken en braden van traditio­nele recepten, soufflé.
– Onderwarmte Aan het einde van de baktijd kiezen als de taart aan de onderkant bruiner moet worden.
– Intensief bakken Voor het bakken van taart met een vloei­bare bovenlaag, bijv. Quiche. Niet geschikt voor het bakken van plat gebak en niet voor braden (de fond zou hierbij te donker worden).
D
C
A
B
F
– Grilleren met luchtcirculatie Voor het grillen van grote stukken vlees, zoals rollade of gevogelte. De ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
– Ontdooien Om diepvriesproducten behoedzaam te ontdooien.
– Grilleren 1 Voor het grilleren van kleine hoeveelhe­den plat vlees en voor het gratineren van gerechten in kleine ovenschalen. De ovendeur moet hierbij gesloten blij­ven.
– Grilleren 2 Voor het grilleren van grote hoeveelhe­den plat vlees en voor het gratineren van gerechten in grote ovenschalen. De ovendeur moet hierbij gesloten blij­ven.
Verder gebruikt u de functieschakelaar voor:
– Verlichting Om de verlichting in de oven apart in te schakelen. Als de verlichting is inge­schakeld, branden alle verwarmings­soorten in het display.
G
,
J
H
I
– Braadautomaat Voor automatisch aanbraden en door­braden. Niet geschikt voor bakken. Uitzondering: het bakken van zuur­desembrood (geen bakmengsels).
18
E
Bij elke verwarmingssoort wordt een be­paalde temperatuur voorgesteld. Deze temperatuur verschijnt in het dis­play van de oven.
Hetelucht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160°C
Bovenwarmte . . . . . . . . . . . . . . . 190°C
Boven- en onderwarmte. . . . . . . 190°C
Onderwarmte . . . . . . . . . . . . . . . 190°C
Intensief bakken. . . . . . . . . . . . . 170°C
Braadautomaat*. . . . . . . . . . . . . 160°C
Grilleren met luchtcirculatie . . . . 200°C
Ontdooien . . . . .
Grilleren 1 (klein) . . . . . . . . . . . . 240°C
Grilleren 2 (groot). . . . . . . . . . . . 240°C
geen temperatuurweergave
Bediening van de oven
Temperatuur instellen
Als de temperatuur die de oven zelf voorstelt, overeenkomt met de tempera­tuur die in uw recept wordt aangege­ven, dan wordt deze automatisch over­genomen zodra het controlelampje van de +/- toets uitgaat.
In het display verschijnt nu de werkelij- ke temperatuur in de oven.
De temperatuur stijgt met stappen van 1 °C totdat de ingestelde temperatuur is bereikt. Zodra de oven de ingestelde temperatuur heeft bereikt, wordt deze constant in het display weergegeven.
Wanneer de deur van de oven wordt geopend of de ingestelde temperatuur wordt verlaagd, daalt de temperatuur met stappen van 1 °C.
* Doorbraadtemperatuur, Aanbraadtemperatuur 230°C
Na het kiezen van de verwarmings­soort wordt de verwarming van de oven ingeschakeld.
19
Bediening van de oven
Temperatuur veranderen
De temperatuur, die per verwarmings­soort wordt voorgesteld, kan veranderd worden:
Hetelucht . . . . . . . . . . . . . . . . 30-250°C
Bovenwarmte . . . . . . . . . . . . . 30-250°C
Boven- en onderwarmte. . . . . 30-280°C
Onderwarmte . . . . . . . . . . . . 100-250°C
Intensief bakken. . . . . . . . . . . 50-250°C
Braadautomaat . . . . . . . . . . 100-230°C
Grilleren met luchtcirculatie . . 50-260°C
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . 30-50°C
Grilleren 1 (klein) . . . . . . . . . 200-300°C
Grilleren 2 (groot) . . . . . . . . . 200-300°C
Veranderen als het controlelampje brandt:
Stel met de +/- toets de gewenste temperatuur in.
Veranderen als het controlelampje niet brandt:
Bereiding onderbreken
Door de functieschakelaar op "0" te draaien wordt de ingestelde tempera­tuur gewist. Indien er een kookwekkertijd is inge­steld, blijft deze gewoon doorlopen.
Oven uitschakelen
Door de functieschakelaar op "0" te draaien wordt de oven uitgeschakeld. Alle symbolen verdwijnen uit het dis­play.
Uitzondering: Als de Bratometer in ge­bruik is, blijft het symbool "e" branden. Als er een kookwekkertijd is ingesteld, blijft het symbool "l" branden en ver­schijnt de aflopende kookwekkertijd in het display.
Druk de toets "p" in.
Stel met de +/- toets de gewenste temperatuur in.
20
Bediening van de oven
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele ge­vallen te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht": – voor het bakken van donker brood-
deeg;
– voor het braden van rosbief, filet. Bij "Boven- en onderwarmte":
– voor het bakken van taart met een
korte baktijd;
– voor het bakken van donker brood-
deeg;
– voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functieschakelaar op de ge­wenste stand.
Stel de juiste temperatuur in.
Als de ingestelde temperatuur is be­reikt:
Zet het gerecht in de oven.
Energiebesparende functie
Wanneer u met de digitale klok een be­reidingsproces programmeert of als u met de Bratometer werkt, dan wordt door de automatische benutting van de restwarmte energie bespaard.
De energiebesparende functie wordt in het display aangeduid met "EC".
Kort voor het einde van de baktijd wordt de verwarming van de oven auto­matisch uitgeschakeld. De ventilator blijft draaien.
De restwarmte in de oven is voldoende om de bereiding te voltooien.
21
Bediening van de oven
Telescopische ovenwagen
(afhankelijk van het type oven / fornuis)
Let erop wanneer u bakplaten, de braadslede of het rooster in de oven schuift, dat de telescopische ovenwagen helemaal naar binnen is geschoven.
Voor bereidingen op de eerste inschuif­hoogte kunnen de geleiderails worden verwijderd.
Dit biedt de volgende voordelen: – de binnenruimte is groter en biedt
daardoor plaats voor groot servies­goed;
– de geleiderails blijven schoon.
Rooster met beveiliging tegen uittrekken
Deze beveiliging voorkomt dat het roos­ter helemaal uit de oven glijdt, terwijl het er slechts gedeeltelijk uitgetrokken had moeten worden.
Let er daarom bij het inschuiven al­tijd op dat de beveiliging tegen uit­trekken aan de achterkant zit.
Het rooster kan nu alleen uit de oven gehaald worden als het wordt opgetild.
22
Loading...
+ 50 hidden pages