Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.M.-Nr. 04 758 130
b Functieschakelaar voor de oven
c Display en druktoetsen voor de oven
d Display en druktoetsen voor de
digitale klok
e +/- toets met controlelampje
f Kookzoneschakelaars
4
Binnenruimte van de oven
g Verwarmingselement voor Bovenwarmte
en Grilleren met beschermplaat
h Grillmotor
i Klepjes voor het verwisselen van de halo-
geenlampen
j Aansluitpunt voor de Bratometer
k Aanzuigopening voor de ventilator
l Telescopische ovenwagen voor de
inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5 (afhankelijk
van het type oven / fornuis)
m Deurcontactschakelaar
n Ovendeur met ventilatierooster
Algemeen
Accessoires
– Bakplaten
– Braadslede
De braadslede kan tevens als vetopvangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grilleren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster of in
een pan zonder deksel met "Hetelucht" of "Braadautomaat" en bij "Grilleren met luchtcirculatie" aanbrengen.
Bediening en inbouw van de
kookplaat
Dit kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing die met de kookplaat meegeleverd
wordt.
De vetdruppels worden opgevangen
door het vetfilter. De binnenruimte
van de oven en de ruimte achter de
oven blijven hierdoor schoner.
– Bratometer
voor het controleren van de temperatuur tijdens het braden en het "Grilleren met luchtcirculatie".
– Draaigrilleerinrichting
voor grilleren aan het spit.
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op een geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of via de gemeente gerecycled kan worden (zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen). U kunt hierover
meer informatie vinden in de rubriek
"Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
is bestemd, of als het op een verkeerde manier wordt bediend, kunnen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor het inbouwen, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van
het apparaat. Dat is veiliger voor
uzelf en voorkomt onnodige schade
aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik, en wel
voor het bakken, braden, ontdooien, koken, inmaken, drogen en grilleren van
levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een
foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje
met de waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegarandeerd als deze op een volgens de geldende veiligheidsbepalingen geïnstal-
leerd aardingssysteem is aangesloten.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of
beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Gebruik het apparaat alleen als
het is ingebouwd. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk elektrische onderdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer onderdelen die onder stroom staan worden aangeraakt of als elektrische of
mechanische delen worden veranderd,
levert dit gevaar op voor de gebruiker.
Dit kan tevens storingen van het apparaat veroorzaken.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamheden, alsmede ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor
de gebruiker.
De fabrikant kan daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld. Laat installatieen onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren door erkende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat,
als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd (bijv.
beveiliging tegen oververhitting).
Gebruik
Oven
Pas op! Verbrandingsgevaar! De
oven wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in werking is. De oven wordt niet alleen bij de
ovenruit in de deur warm, maar ook
bijv. bij de wasemlijst, de handgreep en
het bedieningspaneel.
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit
haalt, of als u de binnenkant van de
oven aanraakt.
Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of
bijv. de grill gebruikt, worden de bovenste verwarmingselementen en de beschermplaat zeer heet. U kunt zich hieraan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het verwarmingselement afkoelen voordat u
het naar beneden laat zakken. Anders
kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag,
want daardoor kan het beschadigen.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik alleen de speciale Miele-
Bratometer. Wanneer de Bratometer moet worden vervangen, bestel dan
weer een originele Miele-Bratometer.
Deze is verkrijgbaar bij de Miele-vakhandelaar of rechtstreeks bij Miele.
Laat de Bratometer niet in de oven
als u met "Grilleren 1" of "Grilleren
2" werkt. Door de hoge temperaturen
kan de kunststof smelten.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken.
Deze kunnen door overdruk uit elkaar
springen en de oven beschadigen.
Gebruik geen kunststof servies-
goed, omdat dit op hoge temperaturen kan smelten.
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer,
anders beschadigt u de oppervlakte
van de bodem. U kunt het apparaat
hiermee beschadigen.
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet
er ook geen zware voorwerpen op;
10 kg is het maximum gewicht dat de
deur kan dragen.
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het
vocht uit de gerechten kan corrosie in
het apparaat veroorzaken. Bovendien
voorkomt u door het afdekken dat de
gerechten uitdrogen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te
houden, of als u gebruik wilt maken
van de restwarmte, stel dan de laagste
temperatuur in. Laat de functieschakelaar op de gekozen verwarmingssoort
staan.
Schakel het apparaat in geen geval uit.
De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe
dat het bedieningspaneel beslaat, dat
zich onder het werkblad druppels vormen of dat het meubelfront beslaat.
Door condens kan de kastombouw /
het werkblad beschadigen en kan er
corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza e.d.) op de bakplaat of
de braadslede om ze te verwarmen of
te koken. De bakplaat kan zodanig
krom trekken, dat deze niet meer uit de
oven gehaald kan worden als hij heet
is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat
weer krom. Gebruik daarom het rooster
en leg daar bakpapier op.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt.
Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik het apparaat niet om een
ruimte te verwarmen. Door de
hoge temperatuurontwikkeling in de
ovenruimte kunnen licht ontvlambare
voorwerpen, die zich in de buurt van
het apparaat bevinden, gaan branden.
Als u een contactdoos in de buurt
van het apparaat gebruikt, let er
dan op dat de aansluitkabel niet tussen
de hete ovendeur beklemd raakt. De
aansluitkabel kan beschadigen en u
loopt zo het risico een elektrische
schok te krijgen.
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en bovendien hoog genoeg is. Roer de gerechten daartoe regelmatig door of draai ze om.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
Hiermee voorkomt u dat het fornuis verkeerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd
die daarvoor nodig is, hangt af van verschillende factoren, zoals de temperatuur van de ingrediënten op het moment dat het gerecht in de oven wordt
gezet, de hoeveelheid, het soort voedsel, de kwaliteit ervan en eventuele wijzigingen in het recept. Eventuele bacteriën in het eten worden alleen gedood
wanneer de temperatuur hoog genoeg
is (> 70°C) en lang genoeg wordt aangehouden (> 10 min.). Wanneer u twijfelt of een gerecht voldoende verwarmd is, kies dan liever een iets
langere tijd.
10
Veiligheidsvoorziening
Kinderbeveiliging oven en
kookzones
De kinderbeveiliging voorkomt dat de
oven of de kookzones ongewild worden ingeschakeld.
Zo activeert u de kinderbeveiliging:
De functieschakelaar moet op "0"
staan.
Houd de "p"-toets ingedrukt, totdat
het sleutelsymbool in het display verschijnt.
De oven en de kookzones kunnen nu
niet meer worden ingeschakeld.
Zo heft u de kinderbeveiliging weer op:
De functieschakelaar mag op elke
stand staan.
Houd de "p"-toets ingedrukt, totdat
het sleutelsymbool uit het display verdwijnt.
11
Voor het eerste gebruik
Digitale klok
Na het aansluiten van het apparaat
knipperen in het display "12:00", en
ook de symbolen "f" en ")".
Dagtijd instellen
(24-uurs weergave)
Druk de toetsen "f" en ")" tegelijk
in.
In het display brandt "12:00" constant
en het controlelampje van de +/- toets
brandt.
Voer de dagtijd met de +/- toets in
(uren:minuten).
Oven
Neem de ovenruimte af met warm
water en een mild reinigingsmiddel.
Wrijf de ovenruimte daarna met een
schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
binnenruimte droog is.
Was de accessoires af.
Het geleiderail of de telescopische
ovenwagen moet in de oven worden
geplaatst.
Geleiderail
De toetsen "f" en ")" hoeven daarbij niet ingedrukt te worden gehouden.
Wanneer het controlelampje van de
+/- toets uitgaat, wordt de dagtijd overgenomen en loopt per minuut af. De
dubbele punt knippert.
12
Voor het eerste gebruik
Telescopische ovenwagen
Maak de telecopische geleidesteunen in de oven vast.
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd
een onaangename geur als ze voor het
eerst worden gebruikt. Door een hoge
temperatuur verdwijnt deze geur sneller.
Zet de oven daarom minstens één uur
aan:
Draai de functieschakelaar op "Hetelucht".
Stel met de + toets de hoogste temperatuur in.
U kunt dit ook m.b.v. de digitale klok
automatisch laten beëindigen.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht
kan worden toegevoerd als de oven
aan staat.
Plaats het raamwerk van de telescopische ovenwagen op de rails.
Plaats de geleiderails.
13
Verwarmingssoorten
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met een
hete luchtstroom.
De ventilator aan de achterkant zuigt
de lucht uit de oven, leidt deze langs
het ringvormige verwarmingselement
en blaast de verwarmde lucht door de
openingen in de achterwand weer terug.
Omdat de gerechten direct verwarmd
worden, is voorverwarmen van de oven
niet nodig.
Uitzondering: voor het braden van rosbief of filet of het bakken van donker
brooddeeg moet de oven wèl worden
voorverwarmd.
Bij het gebruik van "Hetelucht" kan er
op verschillende niveaus tegelijk worden gebakken en gebraden.
Door de hete luchtstroom kan er bij
deze verwarmingssoort met lagere temperaturen worden gewerkt dan bij "Boven- en onderwarmte".
Braadautomaat E
De "Braadautomaat" laat de oven eerst
automatisch met een hoge temperatuur
werken, zodat het vlees snel dichtschroeit. De automaat schakelt dan zelf
terug naar de geprogrammeerde temperatuur.
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele verwarmingssoort wordt het gerecht van boven en
van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen
nodig
– voor het bakken van gebak met een
korte baktijd (tot ca. 30 minuten);
– voor het bakken van donker brood-
deeg;
– voor het braden van rosbief / filet.
14
Verwarmingssoorten
Ontdooien G
Er kan zonder verwarming of bij een
temperatuur tot 50 °C worden ontdooid. Als er zonder verwarming wordt
ontdooid, zorgt de ventilator aan de
achterkant voor circulatie van de koude
lucht.
Intensief bakken F
"Intensief bakken" geschiedt met "Hetelucht" in combinatie met "Onderwarmte". Deze verwarmingssoort wordt o.a.
gebruikt voor gebak met een vloeibare
bovenlaag.
Grilleren met luchtcirculatie I
De hitte van het grillelement wordt door
de ventilator aan de achterkant over
het gehele gerecht verspreid. Hierdoor
kan met een lagere temperatuur worden gewerkt dan bij het gewone "Grilleren".
Grilleren 1 ,
Het binnenste gedeelte van het grillelement wordt gebruikt voor het grilleren.
Enkele minuten nadat het is ingeschakeld, wordt het roodgloeiend en zorgt
voor de infraroodstraling die voor het
grilleren nodig is.
Deze verwarmingssoort is bijzonder geschikt voor kleine hoeveelheden.
Grilleren 2
Het gehele bovenste verwarmingselement wordt voor het grilleren gebruikt.
Bij deze verwarmingssoort wordt het
binnenste gedeelte van het grillelement
enkele minuten nadat het apparaat is
ingeschakeld roodgloeiend. Het buitenste gedeelte van het grillelement blijft
donkerder, maar geeft wel genoeg
warmte af voor het grilleren.
Deze verwarmingssoort is bijzonder geschikt voor grote hoeveelheden.
J
15
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft verschillende bedieningsknoppen, namelijk de functieschakelaar en de druktoetsen.
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de verwarmingssoort.
U kunt de schakelaar zowel links- als
rechtsom draaien.
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u:
– de baktemperatuur veranderen.
– de kerntemperatuur veranderen.
– de kookwekker activeren.
Elke druktoets is gekoppeld aan een
symbool in het display.
16
Bediening van de oven
De +/- toets is voor het instellen en veranderen van de baktemperatuur, de
kookwekker, de dagtijd etc.
Door de +/- toets in te drukken kunt u
de temperatuur / tijd stap voor stap
(toets steeds kort indrukken) of snel
(toets ingedrukt houden) instellen of
veranderen.
– toets:
voor het instellen van een lagere temperatuur of een vroegere / kortere tijd.
+ toets:
voor het instellen van een hogere temperatuur of een latere / langere tijd.
De instellingen veranderen als volgt:
– de oventemperatuur in stappen van
5°C;
– de kerntemperatuur in stappen van
1°C;
– de kookwekker in stappen van 1 min.
Druk de gewenste toets in.
Stel met de +/- toetsen meteen de
temperatuur resp. tijd in.
U kunt de temperatuur / tijd instellen en
veranderen zolang het controlelampje
van de +/- toets constant brandt (invoertijd).
Het controlelampje van de +/- toets
brandt
– als u een verwarmingssoort kiest
(niet bij "Verlichting");
– als u tijdens een bereidingsproces
de toets "p" indrukt;
– als u tijdens het braden of grilleren
met luchtcirculatie de toets "e" indrukt;
– als u de toets "l" indrukt.
Iedere keer wanneer u op de +/- toets
of op één van de andere toetsen drukt,
begint de invoertijd opnieuw.
Wanneer het controlelampje niet meer
brandt, is de instelling of verandering
overgenomen.
In het display van de oven verschijnen:
– het symbool "e", altijd wanneer de
Bratometer wordt gebruikt;
– de kerntemperatuur en het symbool
"e" als er met de Bratometer wordt
gewerkt;
– de baktemperatuur en het symbool
"p" als er niet met de Bratometer
wordt gewerkt.
– het symbool "l" als er een kookwek-
kertijd is ingesteld;
– de aflopende kookwekkertijd en het
symbool "l" als alleen de kookwekker is ingesteld.
17
Bediening van de oven
Verwarmingssoort kiezen
Met de functieschakelaar kunt u de volgende verwarmingssoorten kiezen:
– Hetelucht
Voor het bakken en koken op meerdere
niveaus tegelijk.
– Bovenwarmte
Voor het gratineren van gerechten.
– Boven- en onderwarmte
Voor het bakken en braden van traditionele recepten, soufflé.
– Onderwarmte
Aan het einde van de baktijd kiezen als
de taart aan de onderkant bruiner moet
worden.
– Intensief bakken
Voor het bakken van taart met een vloeibare bovenlaag, bijv. Quiche.
Niet geschikt voor het bakken van plat
gebak en niet voor braden (de fond
zou hierbij te donker worden).
D
C
A
B
F
– Grilleren met luchtcirculatie
Voor het grillen van grote stukken
vlees, zoals rollade of gevogelte. De
ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
– Ontdooien
Om diepvriesproducten behoedzaam
te ontdooien.
– Grilleren 1
Voor het grilleren van kleine hoeveelheden plat vlees en voor het gratineren
van gerechten in kleine ovenschalen.
De ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
– Grilleren 2
Voor het grilleren van grote hoeveelheden plat vlees en voor het gratineren
van gerechten in grote ovenschalen.
De ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
Verder gebruikt u de functieschakelaar
voor:
– Verlichting
Om de verlichting in de oven apart in te
schakelen. Als de verlichting is ingeschakeld, branden alle verwarmingssoorten in het display.
G
,
J
H
I
– Braadautomaat
Voor automatisch aanbraden en doorbraden.
Niet geschikt voor bakken.
Uitzondering: het bakken van zuurdesembrood (geen bakmengsels).
18
E
Bij elke verwarmingssoort wordt een bepaalde temperatuur voorgesteld.
Deze temperatuur verschijnt in het display van de oven.
Als de temperatuur die de oven zelf
voorstelt, overeenkomt met de temperatuur die in uw recept wordt aangegeven, dan wordt deze automatisch overgenomen zodra het controlelampje van
de +/- toets uitgaat.
In het display verschijnt nu de werkelij-ke temperatuur in de oven.
De temperatuur stijgt met stappen van
1 °C totdat de ingestelde temperatuur
is bereikt. Zodra de oven de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, wordt deze
constant in het display weergegeven.
Wanneer de deur van de oven wordt
geopend of de ingestelde temperatuur
wordt verlaagd, daalt de temperatuur
met stappen van 1 °C.
* Doorbraadtemperatuur,
Aanbraadtemperatuur 230°C
Na het kiezen van de verwarmingssoort wordt de verwarming van de
oven ingeschakeld.
19
Bediening van de oven
Temperatuur veranderen
De temperatuur, die per verwarmingssoort wordt voorgesteld, kan veranderd
worden:
Door de functieschakelaar op "0" te
draaien wordt de ingestelde temperatuur gewist.
Indien er een kookwekkertijd is ingesteld, blijft deze gewoon doorlopen.
Oven uitschakelen
Door de functieschakelaar op "0" te
draaien wordt de oven uitgeschakeld.
Alle symbolen verdwijnen uit het display.
Uitzondering: Als de Bratometer in gebruik is, blijft het symbool "e" branden.
Als er een kookwekkertijd is ingesteld,
blijft het symbool "l" branden en verschijnt de aflopende kookwekkertijd in
het display.
Druk de toets "p" in.
Stel met de +/- toets de gewenste
temperatuur in.
20
Bediening van de oven
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele gevallen te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht":
– voor het bakken van donker brood-
deeg;
– voor het braden van rosbief, filet.
Bij "Boven- en onderwarmte":
– voor het bakken van taart met een
korte baktijd;
– voor het bakken van donker brood-
deeg;
– voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functieschakelaar op de gewenste stand.
Stel de juiste temperatuur in.
Als de ingestelde temperatuur is bereikt:
Zet het gerecht in de oven.
Energiebesparende functie
Wanneer u met de digitale klok een bereidingsproces programmeert of als u
met de Bratometer werkt, dan wordt
door de automatische benutting van de
restwarmte energie bespaard.
De energiebesparende functie wordt in
het display aangeduid met "EC".
Kort voor het einde van de baktijd
wordt de verwarming van de oven automatisch uitgeschakeld.
De ventilator blijft draaien.
De restwarmte in de oven is voldoende
om de bereiding te voltooien.
21
Bediening van de oven
Telescopische ovenwagen
(afhankelijk van het type oven / fornuis)
Let erop wanneer u bakplaten, de
braadslede of het rooster in de
oven schuift, dat de telescopische
ovenwagen helemaal naar binnen is
geschoven.
Voor bereidingen op de eerste inschuifhoogte kunnen de geleiderails worden
verwijderd.
Dit biedt de volgende voordelen:
– de binnenruimte is groter en biedt
daardoor plaats voor groot serviesgoed;
– de geleiderails blijven schoon.
Rooster met beveiliging tegen
uittrekken
Deze beveiliging voorkomt dat het rooster helemaal uit de oven glijdt, terwijl
het er slechts gedeeltelijk uitgetrokken
had moeten worden.
Let er daarom bij het inschuiven altijd op dat de beveiliging tegen uittrekken aan de achterkant zit.
Het rooster kan nu alleen uit de oven
gehaald worden als het wordt opgetild.
22
Loading...
+ 50 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.