Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat
u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik
neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
hiermee onnodige schade aan het apparaat.M.-Nr. 04 508 240
T
Symbolen van de verkorte handleiding
Aan de binnenkant van de ovendeur
staat een verkorte handleiding.
De volgende symbolen worden daar afgebeeld:
Soort gebak, gerecht
" - koekjes
% - plaatkoek van gistdeeg
M- cake
+- tulband
! - biscuitgebak
V- krans van gistdeeg
k- brood
Z- rund
:- wild
Y- varken
(- lam
;- gevogelte
_- vis
Verwarmingssoorten
D- Hetelucht
A- Boven- en onderwarmte
E - Braadautomaat
Gebruiksmogelijkheden
<- inschuifhoogtes,
van onderen af geteld
=- braden zonder vetfilter
>- braden met vetfilter
L- braden in de pan
K - braden op het rooster
Let op de aangegeven temperaturen,
inschuifhoogtes en tijdsduur.
b Functieschakelaar voor de oven
c Display en druktoetsen voor de oven
d +/- toets met controlelampje
Binnenruimte van de oven
e Typeplaatje
f Verwarmingselement voor Bovenwarmte
en Grilleren met beschermplaat
g Klepjes voor het verwisselen van de halo-
geenlampen
4
h Aansluitpunt voor de Bratometer
i Aanzuigopening voor de ventilator
j geleiderail* met de
inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5
k Deurcontactschakelaar
Ovendeur met ventilatierooster en
l
verkorte handleiding
* De oven is standaard uitgerust met
geleiderails. Een telescopische ovenwagen kan achteraf worden aangebracht
(tegen meerprijs).
Algemeen
Accessoires
– Bakplaten
– Braadslede
De braadslede kan tevens als vetopvangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grilleren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster met "Hetelucht" of "Braadautomaat" en bij
"Grilleren met luchtcirculatie" aanbrengen.
Bediening en inbouw van de
kookplaat
Dit kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing
die met de kookplaat wordt meegeleverd.
De vetdruppels worden opgevangen
door het vetfilter. De binnenruimte
van de oven en de ruimte achter de
oven blijven hierdoor schoner.
– Bratometer
voor het controleren van de temperatuur tijdens het braden en het "Grilleren met luchtcirculatie".
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op een geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of via de gemeente gerecycled kan worden (zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen). U kunt hierover
meer informatie vinden in de rubriek
"Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
is bestemd, of als het op een verkeerde manier wordt bediend, kunnen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw oven
voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor het inbouwen, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van
het apparaat. Dat is veiliger voor
uzelf en voorkomt onnodige schade
aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van de oven.
Efficiënt gebruik
Deze oven is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik en wel
voor het bakken, braden, ontdooien, koken, inmaken, drogen en grilleren van
levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een
foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u de oven aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en
frequentie) op het typeplaatje met de
waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegarandeerd als het is aangesloten op een
aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïn-
stalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische
schok).
Gebruik de oven alleen als deze is
ingebouwd. Dit om te voorkomen
dat u per ongeluk elektrische onderdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer onderdelen die onder stroom staan worden aangeraakt of als elektrische of
mechanische delen worden veranderd,
levert dit gevaar op voor de gebruiker.
Dit kan er ook toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamheden, alsmede ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor
de gebruiker.
De fabrikant kan daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld. Laat installatieen onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren door erkende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat,
als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huisinstallatie
is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd.
Gebruik
Pas op! U loopt het risico om zich te
verbranden! De oven wordt zeer
warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in werking is.
De oven wordt niet alleen bij de ovenruit in de deur warm, maar ook bijv. bij
de afzuiging, de handgreep en het bedieningspaneel.
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit
haalt, of als u de binnenkant van de
oven aanraakt.
Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of
bijv. de grill gebruikt, worden de bovenste verwarmingselementen en de beschermplaat zeer heet. U kunt zich hieraan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het verwarmingselement afkoelen voordat u
het naar beneden laat zakken. Anders
kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag,
want daardoor kan het beschadigen.
Gebruik alleen de speciale Miele-
Bratometer. Als de Bratometer
moet worden vervangen, bestel dan
weer een originele Miele-Bratometer.
Deze is verkrijgbaar bij de Miele-vakhandelaar of rechtstreeks bij Miele Nederland B.V.
Laat de Bratometer niet in de oven
als u "Grilleren 1" of "Grilleren 2"
heeft gekozen. Door de hoge temperaturen die hierbij ontstaan, kan de kunststof smelten.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken.
Deze kunnen door overdruk uit elkaar
springen en de oven beschadigen.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer,
want dan beschadigt u de oppervlakte
van de bodem.
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet
er ook geen zware voorwerpen op;
u kunt het apparaat hiermee beschadigen. 10 kg is het maximum gewicht dat
de deur kan dragen.
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het
vocht uit de gerechten kan corrosie in
het apparaat veroorzaken. Bovendien
voorkomt u door het afdekken dat de
gerechten uitdrogen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te
houden, of als u gebruik wilt maken
van de restwarmte, stel dan de laagste
temperatuur in. Laat de functieschakelaar op de gekozen verwarmingssoort
staan.
Schakel het apparaat in geen geval uit.
De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe
dat het bedieningspaneel beslaat, dat
zich onder het werkblad druppels vormen of dat het meubelfront beslaat.
Door condens kan de kastombouw /
het werkblad beschadigen en kan er
corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza) op de bakplaat of de
braadslede om ze te verwarmen of te
koken. De bakplaat kan zodanig krom
trekken, dat deze niet meer uit de oven
gehaald kan worden als hij heet is. Bij
elk volgend gebruik trekt de plaat weer
krom. Gebruik daarom het rooster en
leg daar bakpapier op.
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van de
oven nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt.
Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik de oven niet om een ruim-
te te verwarmen. Door de hoge
temperatuurontwikkeling in de binnenruimte kunnen licht ontvlambare voorwerpen, die zich in de buurt van de
oven bevinden, gaan branden.
Als u een stopcontact in de buurt
van de oven gebruikt, let er dan op
dat de aansluitkabel van de oven niet
tussen de hete ovendeur beklemd
raakt. De aansluitkabel kan beschadigen en u loopt zo het risico een elektrische schok te krijgen.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd
die daarvoor nodig is hangt af van verschillende factoren, zoals de temperatuur van de ingrediënten op het moment dat het gerecht in de oven wordt
gelegd, de hoeveelheid, het soort voedsel, de kwaliteit ervan en eventuele wijzigingen in het recept. Eventuele bacteriën in het eten worden alleen gedood
wanneer de temperatuur hoog genoeg
is (> 70°C) en lang genoeg wordt aangehouden (> 10 min.). Wanneer u twijfelt of een gerecht voldoende verwarmd is, kies dan liever een iets
langere tijd.
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en bovendien hoog genoeg is. Roer de gerechten daartoe regelmatig door of draai ze om.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
Hiermee voorkomt u dat de oven verkeerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd kan de fabrikant
niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
10
Veiligheidsvoorziening
Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging wordt voorkomen dat de oven per ongeluk wordt ingeschakeld.
Zo activeert u de kinderbeveiliging:
De functieschakelaar moet op stand
"0" staan.
Druk zo lang op de "p"-toets, totdat
het sleutelsymbool in het display verschijnt.
De oven kan nu niet meer worden ingeschakeld.
Zo heft u de kinderbeveiliging weer
op:
De functieschakelaar mag op elke
stand staan.
Druk zo lang op de "p"-toets, totdat
het sleutelsymbool uit het display verdwijnt.
11
Voor het eerste gebruik
Oven
Neem de ovenruimte af met warm
water en een mild reinigingsmiddel.
Wrijf de ovenruimte daarna met een
schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
binnenruimte droog is
Was de accessoires af.
Geleiderails
Plaats de geleiderails in de oven.
12
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd
een onaangename geur als ze voor het
eerst worden gebruikt. Door een hoge
temperatuur verdwijnt deze geur sneller.
Zet de oven daarom minstens één uur
aan:
Draai de functieschakelaar op "Hetelucht".
Stel met de + toets de hoogste temperatuur in.
U kunt dit proces ook met behulp van
de toets "g" (bereidingstijd) automatisch laten beëindigen.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht
kan worden toegevoerd als de oven
aanstaat.
Voor het eerste gebruik
13
Verwarmingssoorten
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met een
hete luchtstroom.
De ventilator aan de achterkant zuigt
de lucht uit de oven, leidt deze langs
het ringvormige verwarmingselement
en blaast de verwarmde lucht door de
openingen in de achterwand weer terug.
Omdat de gerechten direct verwarmd
worden, is voorverwarmen van de oven
niet nodig.
Uitzondering: voor het braden van rosbief of filet of het bakken van donker
brooddeeg moet de oven wèl worden
voorverwarmd.
Bij het gebruik van "Hetelucht" kan er
op verschillende niveaus tegelijk worden gebakken en gebraden.
Door de hete luchtstroom kan er bij
deze verwarmingssoort met lagere temperaturen worden gewerkt dan bij "Boven- en onderwarmte".
Braadautomaat E
De "Braadautomaat" laat de oven eerst
automatisch met een hoge temperatuur
werken, zodat het vlees snel dichtschroeit. De automaat schakelt dan zelf
terug naar de geprogrammeerde temperatuur.
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele verwarmingssoort wordt het gerecht van boven en
van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen
nodig
– voor het bakken van gebak met een
korte baktijd (tot ca. 30 minuten);
– voor het bakken van donker brood-
deeg;
– voor het braden van rosbief / filet.
14
Verwarmingssoorten
Ontdooien G
Er kan zonder verwarming of bij een
temperatuur tot 50 °C worden ontdooid. Als er zonder verwarming wordt
ontdooid, zorgt de ventilator aan de
achterkant voor circulatie van de koude
lucht.
Intensief bakken F
"Intensief bakken" geschiedt met "Hetelucht" in combinatie met "Onderwarmte". Deze verwarmingssoort wordt o.a.
gebruikt voor gebak met een vloeibare
bovenlaag.
Grilleren met luchtcirculatie I
De hitte van het grillelement wordt door
de ventilator aan de achterkant over
het gehele gerecht verspreid. Hierdoor
kan met een lagere temperatuur worden gewerkt dan bij het gewone "Grilleren".
Grilleren 1 ,
Het binnenste gedeelte van het grillelement wordt gebruikt voor het grilleren.
Enkele minuten nadat het is ingeschakeld, wordt het roodgloeiend en zorgt
voor de infraroodstraling die voor het
grilleren nodig is.
Deze verwarmingssoort is bijzonder geschikt voor kleine hoeveelheden.
Grilleren 2
Het gehele bovenste verwarmingselement wordt voor het grilleren gebruikt.
Bij deze verwarmingssoort wordt het
binnenste gedeelte van het grillelement
enkele minuten nadat het apparaat is
ingeschakeld roodgloeiend. Het buitenste gedeelte van het grillelement blijft
donkerder, maar geeft wel genoeg
warmte af voor het grilleren.
Deze verwarmingssoort is bijzonder geschikt voor grote hoeveelheden.
J
15
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft verschillende bedieningsknoppen, namelijk de functieschakelaar en de druktoetsen.
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de verwarmingssoort.
U kunt de schakelaar zowel links- als
rechtsom draaien.
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u:
– de baktemperatuur veranderen.
– de kerntemperatuur veranderen.
– de bereidingstijd instellen.
Als de functieschakelaar op "0" staat,
kan er een kookwekkertijd worden
ingesteld.
Elke druktoets is gekoppeld aan een
symbool in het display.
16
Bediening van de oven
De +/- toets is voor het instellen en veranderen van de baktemperatuur, de
kookwekker etc.
Door de +/- toets in te drukken kunt u
de temperatuur / tijd
– stap voor stap
– of snel
instellen of veranderen.
– In het eerste geval drukt u de toets
steeds kort in.
– In het tweede geval houdt u de toets
ingedrukt.
– toets:
voor het instellen van een lagere temperatuur of een vroegere / kortere tijd.
+ toets:
voor het instellen van een hogere temperatuur of een latere / langere tijd.
Verander de instellingen als volgt:
– de baktemperatuur in stappen van
5°C;
– de kerntemperatuur in stappen van
1°C;
– de kookwekker in stappen van 1 min.
U kunt de temperatuur / tijd instellen en
veranderen zolang het controlelampje
van de +/- toets constant brandt (invoertijd).
Het controlelampje van de +/- toets
brandt
– als u een verwarmingssoort kiest
(niet bij "Verlichting");
– als u tijdens een bereidingsproces
de "p" toets indrukt;
– als u tijdens het braden of grilleren
met luchtcirculatie de "e" toets indrukt;
– als u de "g" toets indrukt.
Iedere keer wanneer u op de +/- toets
of op één van de andere toetsen drukt,
begint de invoertijd opnieuw.
Wanneer het controlelampje niet meer
brandt, is de instelling of verandering
overgenomen.
In het display van de oven verschijnen:
– het symbool "e", altijd wanneer de
Bratometer wordt gebruikt;
– de kerntemperatuur en het symbool
"e" als er met de Bratomater wordt
gewerkt;
– de baktemperatuur en het symbool
"p" als er niet met de Bratometer
wordt gewerkt.
– het symbool "g" als er een berei-
dingstijd is ingesteld;
– de aflopende kookwekkertijd en het
symbool "g" als er een kookwekkertijd is ingesteld.
17
Bediening van de oven
Verwarmingssoort kiezen
Met de functieschakelaar kunt u de volgende verwarmingssoorten kiezen:
– Hetelucht
Voor bakken en koken op meerdere niveaus tegelijk.
– Bovenwarmte
Voor het gratineren van gerechten.
– Boven- en onderwarmte
Voor het bakken en braden van traditionele recepten, soufflé.
– Onderwarmte
Aan het einde van de baktijd kiezen als
de taart aan de onderkant bruiner moet
worden.
– Grilleren met luchtcirculatie
Voor het grilleren van grote stukken
vlees, zoals rollade of gevogelte. De
ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
– Ontdooien
Om diepvriesprodukten behoedzaam
te ontdooien.
– Grilleren 1
Voor het grilleren van kleine hoeveelheden plat vlees en voor het gratineren
van kleine gerechten.
De ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
– Grilleren 2
Voor het grilleren van grote hoeveelheden plat vlees en voor het gratineren
van grote gerechten.
De ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
Verder gebruikt u de functieschakelaar
voor:
– Verlichting
Om de verlichting in de oven apart in te
schakelen.
– Intensief bakken
Voor het bakken van taart met een vloeibare bovenlaag, bijv. Quiche.
Niet geschikt voor het bakken van plat
gebak en niet voor braden (de fond
zou hierbij te donker worden).
– Braadautomaat
Voor automatisch aanbraden en doorbakken.
Niet geschikt voor bakken.
Uitzondering: het bakken van zuurdesembrood (geen bakmengsels).
18
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.