Miele H 235 B User manual

Gebruiksaanwijzing voor de
combi-oven H 235 B
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt hiermee onnodige schade aan het apparaat. M.-Nr. 04 508 240
T
Symbolen van de verkorte handleiding
De volgende symbolen worden daar af­gebeeld:
Soort gebak, gerecht
" - koekjes % - plaatkoek van gistdeeg M - cake + - tulband ! - biscuitgebak V - krans van gistdeeg k - brood Z - rund : - wild Y - varken ( - lam ; - gevogelte _ - vis
Verwarmingssoorten
D - Hetelucht A - Boven- en onderwarmte E - Braadautomaat
Gebruiksmogelijkheden
< - inschuifhoogtes,
van onderen af geteld
= - braden zonder vetfilter > - braden met vetfilter L - braden in de pan K - braden op het rooster
Let op de aangegeven temperaturen, inschuifhoogtes en tijdsduur.
Kies gewoonlijk de gemiddelde tempe-
ratuur. Test na afloop van de kortste berei-
dingstijd of het gerecht gaar is.
2
Inhoud
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-10
Veiligheidsvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12-13
Bediening
Oven
– Verwarmingssoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14-15
– Bedieningsknoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16-17
– Verwarmingssoort kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
– Temperatuur kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
– Temperatuur veranderen / Programma onderbreken / Oven uitschakelen . . . . 20
– Oven voorverwarmen / Energiebesparende functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
– Rooster met beveiliging tegen uittrekken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
– Bereidingstijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23-24
– Kookwekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Gebruiksmogelijkheden
– Bakken in de oven / Tabel voor het bakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26-29
– Braden in de oven / Braden met de Bratometer / Tabel voor het braden . . 30-36
– Ontdooien in de oven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
– Koken in de oven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
– Inmaken in de oven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
– Grilleren in de oven / Tabel voor het grilleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40-43
Geteste gerechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Reiniging en onderhoud
– Front, bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
– Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
– Binnenruimte van de oven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46-51
Nuttige tips. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52-55
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Extra accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Voor de installateur / elektricien
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Inbouwinstructies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
3
Algemeen
H 235 B
Bedieningspaneel
b Functieschakelaar voor de oven c Display en druktoetsen voor de oven d +/- toets met controlelampje
Binnenruimte van de oven
e Typeplaatje f Verwarmingselement voor Bovenwarmte
en Grilleren met beschermplaat
g Klepjes voor het verwisselen van de halo-
geenlampen
4
h Aansluitpunt voor de Bratometer i Aanzuigopening voor de ventilator j geleiderail* met de
inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5
k Deurcontactschakelaar
Ovendeur met ventilatierooster en
l
verkorte handleiding
* De oven is standaard uitgerust met
geleiderails. Een telescopische oven­wagen kan achteraf worden aangebracht (tegen meerprijs).
Algemeen
Accessoires
BakplatenBraadslede
De braadslede kan tevens als vetop­vangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grille­ren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster met "He­telucht" of "Braadautomaat" en bij "Grilleren met luchtcirculatie" aan­brengen.
Bediening en inbouw van de kookplaat
Dit kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing die met de kookplaat wordt meegeleverd.
De vetdruppels worden opgevangen door het vetfilter. De binnenruimte van de oven en de ruimte achter de oven blijven hierdoor schoner.
– Bratometer
voor het controleren van de tempera­tuur tijdens het braden en het "Grille­ren met luchtcirculatie".
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een geringe belasting van het milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateri­aal remt de afvalproductie en het ge­bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge­meente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen de onderdelen vaak nog waardevol zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude apparaat via de dealer of via de ge­meente gerecycled kan worden (zorgt u ervoor dat het afgedankte apparaat tot die tijd buiten het bereik van kinde­ren wordt opgeslagen). U kunt hierover meer informatie vinden in de rubriek "Veiligheidsinstructies en waarschuwin­gen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorge­schreven veiligheidsbepalingen. Als het apparaat echter niet wordt gebruikt voor het doel waarvoor het is bestemd, of als het op een ver­keerde manier wordt bediend, kun­nen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiks­aanwijzing door voordat u uw oven voor het eerst gebruikt. U vindt hierin belangrijke instructies voor het inbouwen, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van de oven.
Efficiënt gebruik
Deze oven is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik en wel voor het bakken, braden, ontdooien, ko­ken, inmaken, drogen en grilleren van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is voor eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroor­zaakt door gebruik voor andere doelein­den dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u de oven aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteitsnet te ver­gelijken. Deze gegevens moeten be­slist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegaran­deerd als het is aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de gel­dende veiligheidsbepalingen is geïn- stalleerd. Laat de huisinstallatie bij twij­fel door een vakman inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die is ont­staan door een ontbrekende of bescha­digde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Gebruik de oven alleen als deze is
ingebouwd. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk elektrische onderde­len aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer on­derdelen die onder stroom staan wor­den aangeraakt of als elektrische of mechanische delen worden veranderd, levert dit gevaar op voor de gebruiker. Dit kan er ook toe leiden dat het appa­raat niet meer goed functioneert.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamhe­den, alsmede ondeskundig uitgevoer­de reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. De fabrikant kan daarvoor niet aanspra­kelijk worden gesteld. Laat installatie­en onderhoudswerkzaamheden en re­paraties uitsluitend uitvoeren door er­kende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat, als aan één van de volgende voorwaar­den is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huisinstallatie
is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Met verlengsnoe­ren kan een veilig gebruik van het ap­paraat niet worden gewaarborgd.
Gebruik
Pas op! U loopt het risico om zich te verbranden! De oven wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in wer­king is. De oven wordt niet alleen bij de oven­ruit in de deur warm, maar ook bijv. bij de afzuiging, de handgreep en het be­dieningspaneel.
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit haalt, of als u de binnenkant van de oven aanraakt. Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of bijv. de grill gebruikt, worden de boven­ste verwarmingselementen en de be­schermplaat zeer heet. U kunt zich hier­aan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het ver­warmingselement afkoelen voordat u het naar beneden laat zakken. Anders kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag, want daardoor kan het beschadigen.
Gebruik alleen de speciale Miele-
Bratometer. Als de Bratometer moet worden vervangen, bestel dan weer een originele Miele-Bratometer. Deze is verkrijgbaar bij de Miele-vak­handelaar of rechtstreeks bij Miele Ne­derland B.V.
Laat de Bratometer niet in de oven
als u "Grilleren 1" of "Grilleren 2" heeft gekozen. Door de hoge tempera­turen die hierbij ontstaan, kan de kunst­stof smelten.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken. Deze kunnen door overdruk uit elkaar springen en de oven beschadigen.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer, want dan beschadigt u de oppervlakte van de bodem.
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet er ook geen zware voorwerpen op; u kunt het apparaat hiermee beschadi­gen. 10 kg is het maximum gewicht dat de deur kan dragen.
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het vocht uit de gerechten kan corrosie in het apparaat veroorzaken. Bovendien voorkomt u door het afdekken dat de gerechten uitdrogen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te houden, of als u gebruik wilt maken van de restwarmte, stel dan de laagste temperatuur in. Laat de functieschake­laar op de gekozen verwarmingssoort staan. Schakel het apparaat in geen geval uit. De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe dat het bedieningspaneel beslaat, dat zich onder het werkblad druppels vor­men of dat het meubelfront beslaat. Door condens kan de kastombouw / het werkblad beschadigen en kan er corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza) op de bakplaat of de braadslede om ze te verwarmen of te koken. De bakplaat kan zodanig krom trekken, dat deze niet meer uit de oven gehaald kan worden als hij heet is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat weer krom. Gebruik daarom het rooster en leg daar bakpapier op.
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van de
oven nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met de­len van het apparaat die onder span­ning staan en zo kortsluiting veroorza­ken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt. Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik de oven niet om een ruim-
te te verwarmen. Door de hoge temperatuurontwikkeling in de binnen­ruimte kunnen licht ontvlambare voor­werpen, die zich in de buurt van de oven bevinden, gaan branden.
Als u een stopcontact in de buurt
van de oven gebruikt, let er dan op dat de aansluitkabel van de oven niet tussen de hete ovendeur beklemd raakt. De aansluitkabel kan beschadi­gen en u loopt zo het risico een elektri­sche schok te krijgen.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd die daarvoor nodig is hangt af van ver­schillende factoren, zoals de tempera­tuur van de ingrediënten op het mo­ment dat het gerecht in de oven wordt gelegd, de hoeveelheid, het soort voed­sel, de kwaliteit ervan en eventuele wij­zigingen in het recept. Eventuele bacte­riën in het eten worden alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is (> 70°C) en lang genoeg wordt aan­gehouden (> 10 min.). Wanneer u twij­felt of een gerecht voldoende ver­warmd is, kies dan liever een iets langere tijd.
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld en bovendien hoog ge­noeg is. Roer de gerechten daartoe re­gelmatig door of draai ze om.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak deze samen met de aan­sluitkabel onbruikbaar. Hiermee voorkomt u dat de oven ver­keerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden ge­steld voor schade die daar eventu­eel het gevolg van is.
10
Veiligheidsvoorziening
Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging wordt voorko­men dat de oven per ongeluk wordt in­geschakeld.
Zo activeert u de kinderbeveiliging:
De functieschakelaar moet op stand "0" staan.
Druk zo lang op de "p"-toets, totdat het sleutelsymbool in het display ver­schijnt.
De oven kan nu niet meer worden inge­schakeld.
Zo heft u de kinderbeveiliging weer op:
De functieschakelaar mag op elke stand staan.
Druk zo lang op de "p"-toets, totdat het sleutelsymbool uit het display ver­dwijnt.
11
Voor het eerste gebruik
Oven
Neem de ovenruimte af met warm water en een mild reinigingsmiddel. Wrijf de ovenruimte daarna met een schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de binnenruimte droog is
Was de accessoires af.
Geleiderails
Plaats de geleiderails in de oven.
12
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd een onaangename geur als ze voor het eerst worden gebruikt. Door een hoge temperatuur verdwijnt deze geur sneller.
Zet de oven daarom minstens één uur aan:
Draai de functieschakelaar op "Hete­lucht".
Stel met de + toets de hoogste tem­peratuur in.
U kunt dit proces ook met behulp van de toets "g" (bereidingstijd) auto­matisch laten beëindigen.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht kan worden toegevoerd als de oven aanstaat.
Voor het eerste gebruik
13
Verwarmingssoorten
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met een hete luchtstroom.
De ventilator aan de achterkant zuigt de lucht uit de oven, leidt deze langs het ringvormige verwarmingselement en blaast de verwarmde lucht door de openingen in de achterwand weer te­rug.
Omdat de gerechten direct verwarmd worden, is voorverwarmen van de oven niet nodig. Uitzondering: voor het braden van ros­bief of filet of het bakken van donker brooddeeg moet de oven wèl worden voorverwarmd.
Bij het gebruik van "Hetelucht" kan er op verschillende niveaus tegelijk wor­den gebakken en gebraden.
Door de hete luchtstroom kan er bij deze verwarmingssoort met lagere tem­peraturen worden gewerkt dan bij "Bo­ven- en onderwarmte".
Braadautomaat E
De "Braadautomaat" laat de oven eerst automatisch met een hoge temperatuur werken, zodat het vlees snel dicht­schroeit. De automaat schakelt dan zelf terug naar de geprogrammeerde tem­peratuur.
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele verwarmings­soort wordt het gerecht van boven en van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen nodig – voor het bakken van gebak met een
korte baktijd (tot ca. 30 minuten);
– voor het bakken van donker brood-
deeg;
– voor het braden van rosbief / filet.
14
Verwarmingssoorten
Ontdooien G
Er kan zonder verwarming of bij een temperatuur tot 50 °C worden ont­dooid. Als er zonder verwarming wordt ontdooid, zorgt de ventilator aan de achterkant voor circulatie van de koude lucht.
Intensief bakken F
"Intensief bakken" geschiedt met "Hete­lucht" in combinatie met "Onderwarm­te". Deze verwarmingssoort wordt o.a. gebruikt voor gebak met een vloeibare bovenlaag.
Grilleren met luchtcirculatie I
De hitte van het grillelement wordt door de ventilator aan de achterkant over het gehele gerecht verspreid. Hierdoor kan met een lagere temperatuur wor­den gewerkt dan bij het gewone "Grille­ren".
Grilleren 1 ,
Het binnenste gedeelte van het grillele­ment wordt gebruikt voor het grilleren. Enkele minuten nadat het is ingescha­keld, wordt het roodgloeiend en zorgt voor de infraroodstraling die voor het grilleren nodig is.
Deze verwarmingssoort is bijzonder ge­schikt voor kleine hoeveelheden.
Grilleren 2
Het gehele bovenste verwarmingsele­ment wordt voor het grilleren gebruikt.
Bij deze verwarmingssoort wordt het binnenste gedeelte van het grillelement enkele minuten nadat het apparaat is ingeschakeld roodgloeiend. Het buiten­ste gedeelte van het grillelement blijft donkerder, maar geeft wel genoeg warmte af voor het grilleren.
Deze verwarmingssoort is bijzonder ge­schikt voor grote hoeveelheden.
J
15
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft verschillende bedie­ningsknoppen, namelijk de functiescha­kelaar en de druktoetsen.
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de ver­warmingssoort.
U kunt de schakelaar zowel links- als rechtsom draaien.
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u:
de baktemperatuur veranderen.
de kerntemperatuur veranderen.
de bereidingstijd instellen.
Als de functieschakelaar op "0" staat, kan er een kookwekkertijd worden ingesteld.
Elke druktoets is gekoppeld aan een symbool in het display.
16
Bediening van de oven
De +/- toets is voor het instellen en ver­anderen van de baktemperatuur, de kookwekker etc.
Door de +/- toets in te drukken kunt u de temperatuur / tijd
stap voor stap of snel
instellen of veranderen. – In het eerste geval drukt u de toets
steeds kort in.
– In het tweede geval houdt u de toets
ingedrukt.
– toets:
voor het instellen van een lagere tempe­ratuur of een vroegere / kortere tijd.
+ toets:
voor het instellen van een hogere tem­peratuur of een latere / langere tijd.
Verander de instellingen als volgt: – de baktemperatuur in stappen van
5°C;
– de kerntemperatuur in stappen van
1°C;
– de kookwekker in stappen van 1 min.
U kunt de temperatuur / tijd instellen en veranderen zolang het controlelampje van de +/- toets constant brandt (in­voertijd).
Het controlelampje van de +/- toets brandt
– als u een verwarmingssoort kiest
(niet bij "Verlichting");
– als u tijdens een bereidingsproces
de "p" toets indrukt;
– als u tijdens het braden of grilleren
met luchtcirculatie de "e" toets in­drukt;
– als u de "g" toets indrukt. Iedere keer wanneer u op de +/- toets
of op één van de andere toetsen drukt, begint de invoertijd opnieuw.
Wanneer het controlelampje niet meer brandt, is de instelling of verandering overgenomen.
In het display van de oven verschij­nen:
het symbool "e", altijd wanneer de
Bratometer wordt gebruikt;
– de kerntemperatuur en het symbool
"e" als er met de Bratomater wordt gewerkt;
– de baktemperatuur en het symbool
"p" als er niet met de Bratometer wordt gewerkt.
het symbool "g" als er een berei-
dingstijd is ingesteld;
– de aflopende kookwekkertijd en het
symbool "g" als er een kookwekker­tijd is ingesteld.
17
Bediening van de oven
Verwarmingssoort kiezen
Met de functieschakelaar kunt u de vol­gende verwarmingssoorten kiezen:
– Hetelucht Voor bakken en koken op meerdere ni­veaus tegelijk.
– Bovenwarmte Voor het gratineren van gerechten.
– Boven- en onderwarmte Voor het bakken en braden van traditio­nele recepten, soufflé.
– Onderwarmte Aan het einde van de baktijd kiezen als de taart aan de onderkant bruiner moet worden.
– Grilleren met luchtcirculatie Voor het grilleren van grote stukken vlees, zoals rollade of gevogelte. De ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
– Ontdooien Om diepvriesprodukten behoedzaam te ontdooien.
– Grilleren 1 Voor het grilleren van kleine hoeveelhe­den plat vlees en voor het gratineren van kleine gerechten. De ovendeur moet hierbij gesloten blij­ven.
– Grilleren 2 Voor het grilleren van grote hoeveelhe­den plat vlees en voor het gratineren van grote gerechten. De ovendeur moet hierbij gesloten blij­ven.
Verder gebruikt u de functieschakelaar voor:
– Verlichting Om de verlichting in de oven apart in te schakelen.
– Intensief bakken Voor het bakken van taart met een vloei­bare bovenlaag, bijv. Quiche. Niet geschikt voor het bakken van plat gebak en niet voor braden (de fond zou hierbij te donker worden).
– Braadautomaat Voor automatisch aanbraden en door­bakken. Niet geschikt voor bakken. Uitzondering: het bakken van zuur­desembrood (geen bakmengsels).
18
Loading...
+ 42 hidden pages