Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat
u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik
neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
hiermee onnodige schade aan het apparaat.M.-Nr. 04 508 230
T
Symbolen van de verkorte handleiding
Aan de binnenkant van de ovendeur
staat een verkorte handleiding.
De volgende symbolen worden daar afgebeeld:
Soort gebak, gerecht
" - koekjes
% - plaatkoek van gistdeeg
M- cake
+- tulband
! - biscuitgebak
V- krans van gistdeeg
k- brood
Z- rund
:- wild
Y- varken
(- lam
;- gevogelte
_- vis
Verwarmingssoorten
D- Hetelucht
A- Boven- en onderwarmte
E - Braadautomaat
Gebruiksmogelijkheden
<- inschuifhoogtes,
van onderen af geteld
=- braden zonder vetfilter
>- braden met vetfilter
L- braden in de pan
K - braden op het rooster
Let op de aangegeven temperaturen,
inschuifhoogtes en tijdsduur.
b Functieschakelaar voor de oven
c Controlelampje voor de ovenverwarming
Temperatuurschakelaar voor de oven
d
e Display voor de kinderbeveiliging
f Kookzoneschakelaars
4
Binnenruimte van de oven
g Typeplaatje
h Verwarmingselement voor Bovenwarmte
en Grilleren met beschermplaat
i Klepje voor het verwisselen van de halo-
geenlamp
j Aanzuigopening voor de ventilator
k Inschuifhoogtes 1, 2, 3, 4, 5
l
Deurcontactschakelaar
m Ovendeur met ventilatierooster en
verkorte handleiding
Algemeen
Accessoires
– Bakplaten
– Braadslede
De braadslede kan tevens als vetopvangplaat worden gebruikt.
– Rooster met beveiliging tegen uittrek-
ken voor bakken, braden en grilleren.
– Vetfilter
bij het braden op het rooster met "Hetelucht" of "Braadautomaat" en bij
"Grilleren met luchtcirculatie" aanbrengen.
Bediening en inbouw van de
kookplaat.
Dit kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing die met de kookplaat meegeleverd
wordt.
De vetdruppels worden opgevangen
door het vetfilter. De binnenruimte
van de oven en de ruimte achter de
oven blijven hierdoor schoner.
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op een geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of via de gemeente gerecycled kan worden (zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen). U kunt hierover
meer informatie vinden in de rubriek
"Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
is bestemd, of als het op een verkeerde manier wordt bediend, kunnen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor het inbouwen, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van
het apparaat. Dat is veiliger voor
uzelf en voorkomt onnodige schade
aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik, en wel
voor het bakken, braden, ontdooien, koken, inmaken, drogen en grilleren van
levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een
foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje
met de waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegarandeerd als deze op een volgens de geldende veiligheidsbepalingen geïnstal-
leerd aardingssysteem is aangesloten.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of
beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Gebruik het apparaat alleen als
het is ingebouwd. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk elektrische onderdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer onderdelen die onder stroom staan worden aangeraakt of als elektrische of
mechanische delen worden veranderd,
levert dit gevaar op voor de gebruiker.
Dit kan tevens storingen van het apparaat veroorzaken.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamheden, alsmede ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor
de gebruiker.
De fabrikant kan daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld. Laat installatieen onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren door erkende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat,
als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de aansluitkabel niet op het elek-
triciteitsnet is aangesloten;
– als de zekering van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd (bijv.
beveiliging tegen oververhitting).
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit
haalt, of als u de binnenkant van de
oven aanraakt.
Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of
bijv. de grill gebruikt, worden de bovenste verwarmingselementen en de beschermplaat zeer heet. U kunt zich hieraan verbranden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het verwarmingselement afkoelen voordat u
het naar beneden laat zakken. Anders
kunt u zich eraan verbranden.
Duw het verwarmingselement voor
de grill niet met geweld omlaag,
want daardoor kan het beschadigen.
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken.
Deze kunnen door overdruk uit elkaar
springen en de oven beschadigen.
Schuif geen pannen e.d. over de
bodem van de oven heen en weer,
anders beschadigt u de oppervlakte
van de bodem. U kunt het apparaat
hiermee beschadigen.
Gebruik
Oven
Pas op! Verbrandingsgevaar! Het
fornuis wordt zeer warm!
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in werking is. De oven wordt niet alleen bij de
ovenruit in de deur warm, maar ook
bijv. bij de wasemlijst, de handgreep en
het bedieningspaneel.
8
Als de ovendeur open is, ga daar
dan niet op zitten of staan, en zet
er ook geen zware voorwerpen op;
10 kg is het maximum gewicht dat de
deur kan dragen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dek de gerechten altijd af als ze in
de oven worden bewaard. Het
vocht uit de gerechten kan corrosie in
het apparaat veroorzaken. Bovendien
voorkomt u door het afdekken dat de
gerechten uitdrogen.
Als u gerechten die al klaar zijn in
de oven laat staan om ze warm te
houden, of als u gebruik wilt maken
van de restwarmte, stel dan de laagste
temperatuur in. Laat de functieschakelaar op de gekozen verwarmingssoort
staan.
Schakel het apparaat in geen geval uit.
De luchtvochtigheid stijgt en leidt ertoe
dat het bedieningspaneel beslaat, dat
zich onder het werkblad druppels vormen of dat het meubelfront beslaat.
Door condens kan de kastombouw /
het werkblad beschadigen en kan er
corrosie in het apparaat ontstaan.
Leg geen diepvriesproducten (zo-
als pizza e.d.) op de bakplaat of
de braadslede om ze te verwarmen of
te koken. De bakplaat kan zodanig
krom trekken, dat deze niet meer uit de
oven gehaald kan worden als hij heet
is. Bij elk volgend gebruik trekt de plaat
weer krom. Gebruik daarom het rooster
en leg daar bakpapier op.
Algemeen
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Houd de oven goed in de gaten
als u met olie en/of vetten werkt.
Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik het apparaat niet om een
ruimte te verwarmen. Door de
hoge temperatuurontwikkeling in de
ovenruimte kunnen licht ontvlambare
voorwerpen, die zich in de buurt van
het apparaat bevinden, gaan branden.
Als u een contactdoos in de buurt
van het apparaat gebruikt, let er
dan op dat de aansluitkabel niet tussen
de hete ovendeur beklemd raakt. De
aansluitkabel kan beschadigen en u
loopt zo het risico een elektrische
schok te krijgen.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd
die daarvoor nodig is, hangt af van verschillende factoren, zoals de temperatuur van de ingrediënten op het moment dat het gerecht in de oven wordt
gezet, de hoeveelheid, het soort voedsel, de kwaliteit ervan en eventuele wijzigingen in het recept. Eventuele bacteriën in het eten worden alleen gedood
wanneer de temperatuur hoog genoeg
is (> 70°C) en lang genoeg wordt aangehouden (> 10 min.). Wanneer u twijfelt of een gerecht voldoende verwarmd is, kies dan liever een iets
langere tijd.
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en bovendien hoog genoeg is. Roer de gerechten daartoe regelmatig door of draai ze om.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
Hiermee voorkomt u dat het fornuis verkeerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
10
Veiligheidsvoorziening
Kinderbeveiliging oven en
kookzones
De kinderbeveiliging voorkomt dat de
oven en de kookzones ongewild worden ingeschakeld.
Zo activeert u de kinderbeveiliging:
Open de deur helemaal.
Onder het bedieningspaneel bevindt
zich in het midden een hendeltje.
Druk dit hendeltje naar achteren.
Let op het display voor de kinderbeveiliging "a".
De oven en de kookzones kunnen nu
niet meer worden ingeschakeld.
Zo heft u de kinderbeveiliging weer
op:
Open de deur helemaal.
Trek het hendeltje naar voren.
11
Voor het eerste gebruik
Oven
Neem de ovenruimte af met warm
water en een mild reinigingsmiddel.
Wrijf de ovenruimte daarna met een
schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
binnenruimte droog is.
Was de accessoires af.
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd
een onaangename geur als deze voor
het eerst worden gebruikt. Door een
hoge temperatuur verdwijnt deze geur
sneller.
Zet de oven daarom minstens één uur
aan:
Draai de functieschakelaar op "Hetelucht".
Stel met de temperatuurschakelaar
de hoogste temperatuur in.
Zorg ervoor dat er voldoende lucht
kan worden toegevoerd als de oven
aanstaat.
Plaats de geleiderails.
12
Verwarmingssoorten
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met een
hete luchtstroom.
De ventilator aan de achterkant zuigt
de lucht uit de oven, leidt deze langs
het ringvormige verwarmingselement
en blaast de verwarmde lucht door de
openingen in de achterwand weer terug.
Omdat de gerechten direct worden verwarmd is voorverwarmen van de oven
niet nodig.
Uitzondering: voor het braden van rosbief of filet moet de oven wèl worden
voorverwarmd.
Bij het gebruik van "Hetelucht" kan er
op verschillende niveaus tegelijk worden gebakken en gebraden.
Door de hete luchtstroom kan er bij
deze verwarmingssoort met lagere temperaturen gewerkt worden dan bij "Boven- en onderwarmte".
Braadautomaat E
De "Braadautomaat" laat de oven eerst
automatisch met een hoge temperatuur
werken, zodat het vlees snel dichtschroeit. De automaat schakelt dan zelf
terug naar de geprogrammeerde temperatuur.
13
Verwarmingssoorten
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele verwarmingssoort wordt het gerecht van boven en
van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen
nodig
– voor het bakken van gebak met een
korte baktijd;
– voor het braden van rosbief / filet.
Ontdooien G
Er wordt zonder verwarming ontdooid.
De ventilator aan de achterwand zorgt
voor constante circulatie van de koude
lucht.
Grilleren ,
Het binnenste gedeelte van het grillelement wordt gebruikt voor het grilleren.
Enkele minuten na inschakeling wordt
het roodgloeiend en zorgt voor de infraroodstraling die voor het grilleren nodig
is.
Verwarm het grillelement ca. 5 minuten
voor. Houd hierbij de ovendeur gesloten.
14
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft verschillende bedieningsknoppen, namelijk de functieschakelaar en de temperatuurschakelaar.
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de verwarmingssoort.
U kunt de schakelaar zowel links- als
rechtsom draaien.
– Hetelucht D
Voor bakken en koken op meerdere niveaus tegelijk.
– Braadautomaat E
Voor automatisch aanbraden en doorbakken.
Niet geschikt voor bakken.
Uitzondering: het bakken van zuurdesembrood (geen bakmengsels).
– Bovenwarmte C
Voor het gratineren van gerechten.
– Boven- en onderwarmteA
Voor het bakken en braden van traditionele recepten, soufflé.
– Onderwarmte B
Aan het einde van de baktijd kiezen als
de taart aan de onderkant bruiner moet
worden.
– Ontdooien G
Om diepvriesproducten behoedzaam
te ontdooien.
– Grilleren ,
Voor het grilleren van gerechten zoals
karbonade, biefstuk, gevogelte etc.
De ovendeur moet hierbij gesloten blijven.
Verder gebruikt u de functieschakelaar
voor:
– Verlichting H
Om de verlichting in de oven apart in te
schakelen.
15
Bediening van de oven
Temperatuurschakelaar
Met de temperatuurschakelaar stelt u
de temperatuur voor de bereiding in.
Draai de temperatuurschakelaar alleen rechtsom tot aan de aanslag
en weer terug.
Ontdooien:
Stel bij deze verwarmingssoort
geen temperatuur in.
Oven voorverwarmen
De oven hoeft slechts in enkele gevallen te worden voorverwarmd:
Bij "Hetelucht ":
– voor het braden van rosbief, filet.
Bij "Boven- en onderwarmte":
– voor het bakken van taart met een
korte baktijd;.
– voor het braden van rosbief, filet.
Voorverwarmen
Draai de functieschakelaar op de gewenste stand.
Stel met de temperatuurschakelaar
de juiste temperatuur in.
Plaats de gerechten in de oven zodra het controlelampje voor de eerste keer uitgaat.
Zodra er een temperatuur is ingesteld,
brandt het controlelampje boven de
temperatuurschakelaar. Dit lampje
brandt altijd als de verwarming is ingeschakeld.
Als de ingestelde temperatuur is bereikt, wordt de verwarming automatisch
uitgeschakeld. Zodra de temperatuur
onder de ingestelde waarde daalt,
wordt de verwarming weer ingeschakeld.
16
Loading...
+ 36 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.