Lees beslist deze gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst, installeert
en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor
uzelf en u voorkomt hiermee onnodige
schade aan uw apparaat.M.-Nr. 05 043 280
T
Algemeen
Algemeen
2
Algemeen
b Display (afhankelijk van het model)
- voor de handmatige / automatische
programma’s
- voor de verwarmingssoorten
c Invoerdisplay
d Display voor de gekozen instellingen
e Display voor de
levensmiddelengroepen
- automatische programma’s -
f Display voor de klok
g Functieschakelaar:
Voor het instellen van de
verwarmingssoort / het programma
h +/- toets met controlelampje:
voor het kiezen van een vermogen /
temperatuur, tijd, levensmiddelengroep, gewicht
i Toets voor het onderbreken of
wissen van een bereidingsproces
j Toets voor het starten van een berei-
dingsproces, met controlelampje
k Toets voor het bevestigen van de
gekozen instellingen,
met controlelampje
u Typeplaatje
Accessoires
Verstelbaar rooster
1
2 Glazen opvangschaal
3 Kookstaafje
Vetfilter
Plaats het vetfilter als u op het rooster
braadt met de verwarmingssoorten Hetelucht, Braadautomaat en Grilleren
met luchtcirculatie - zowel solo als in
combinatie met Magnetron.
l Toets voor de Memory-functie M
m Toets voor het snelkiessysteem c
n
Toets voor het invoeren van de
dagtijd
o Grillelement
p Verlichting van de binnenruimte
q Uitneembare glazen achterwand
Tweede inschuifhoogte
r
s Eerste inschuifhoogte
t
Aanzuigopening voor de ventilator
De vetdruppels die door de luchtcirculatie worden meegenomen, worden
door het vetfilter opgevangen. De binnenruimte en de achterwand blijven
daardoor schoner.
Zodra u een toets indrukt of aan de
functieschakelaar draait, laten het displays en de controlelampjes in het bedieningspaneel zien wat u heeft gedaan.
Verwarmingssoorten
Functiebeschrijving
Automatische programma’s
Met deze programma’s kunt u bepaal-
de levensmiddelen koken, verwarmen
en ontdooien met de magnetron.
De automatische programma’s worden
op het gewicht van het voedsel afgestemd. Dat betekent dat u na het kiezen van de levensmiddelengroep zelf
het gewicht van het levensmiddel moet
instellen. Vermogen en tijd worden dan
door het apparaat gekozen.
U kunt uit de volgende
verwarmingssoorten kiezen:
– Magnetron
Hiermee kunt u gerechten in korte tijd
ontdooien, verwarmen en koken.
– Hetelucht
Hiermee kunt u gerechten met een
hete luchtstroom bakken en koken.
– Braadautomaat
Hiermee kunt u automatisch aanbraden
en doorbraden.
– Grilleren
Hiermee kunt u platte stukken vlees grilleren. Houd tijdens het grilleren de
deur gesloten.
– Grilleren met luchtcirculatie
Hiermee kunt u grotere stukken vlees
grilleren, bijv. rollade en gevogelte.
Houd tijdens het grilleren de deur gesloten.
Combinatieprogramma’s
Hiermee kunt u de verwarmingssoort
Magnetron met een conventionele verwarmingssoort combineren.
Functie "Memory"
Hiermee kunt u maximaal 5 combinaties van vermogen en tijd opslaan voor
een bereiding met Magnetron, bijvoorbeeld als u gerechten wilt ontdooien en
daarna meteen wilt koken.
Snelkiessysteem
Hiermee kunt u voor bereidingsprocessen die u vaak kiest en die met de verwarmingssoort Magnetron worden uitgevoerd, vermogen en tijd opslaan.
Automatische voorkeuze
Hiermee kunt u een bereidingsproces
max. 23 uur en 59 minuten van tevoren
programmeren.
Kookwekker
Deze kunt u gebruiken voor bereidingsprocessen buiten dit apparaat, bijv.
voor het koken van eieren.
Dagtijdweergave
Als het apparaat niet is ingeschakeld
verschijnt in het display de dagtijd.
De dagtijdweergave kan ook worden
uitgezet.
7
Functiebeschrijving
Veiligheidsvoorzieningen
Deurvergrendeling
Als een bereidingsproces met Magnetron wordt gestart, wordt de deur vergrendeld. De deur blijft tot het einde
van de bereiding vergrendeld.
U kunt de deurvergrendeling met de
toets "Stop/C" ongedaan maken. De bereiding wordt dan onderbroken.
Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging voorkomt u
dat er ongewild gegevens worden ingesteld.
Maximale gebruiksduur
Een bereiding met een traditionele verwarmingssoort kunt u starten zonder
eerst een tijd in te voeren. Om te voorkomen dat het apparaat constant aanstaat en er brand ontstaat, wordt het
apparaat afhankelijk van de gekozen
verwarmingssoort en temperatuur automatisch uitgeschakeld. Dit gebeurt 1
uur of max. 10 uur nadat u het apparaat voor het laatst heeft bediend.
Na afloop van een bereidingsproces
met de verwarmingssoort "Magnetron"
kan er pas na 30 sec. opnieuw een bereiding met "Magnetron" worden gestart.
Energiebesparende functies
sloten en de toets "Start" heeft ingedrukt, gaat de bereiding verder.
U kunt de deur tijdens een bereidingsproces met een traditionele
verwarmingssoort ook openen zonder
eerst de toets "Stop/C" in te drukken.
Als u in dat geval de bereiding wilt
voortzetten, hoeft u niet meer de starttoets in te drukken, maar alleen de
deur dicht te doen.
Restwarmtebenutting
Bij de verwarmingssoorten "Hetelucht"
en "Braadautomaat" wordt de verwarming automatisch uitgeschakeld, als
de deur gesloten is en de nog aanwezige hitte voldoende is voor de bereiding
van het gerecht. Als er warmteverlies
optreedt, wordt de verwarming automatisch weer ingeschakeld.
Functie "Nachtverlichting"
U kunt het apparaat zo programmeren
dat het licht in het display in de tijd tussen 22 uur en 6 uur zwakker wordt.
Verlichting binnenruimte uitschakelen
Als de verlichting van de binnenruimte
niet tijdens de gehele bereiding ingeschakeld hoeft te zijn, kunt u deze uitzetten. Als u de toets "Enter" indrukt,
brandt de verlichting nog slechts 10 seconden.
Deurcontactschakelaar
Als u de deur tijdens een bereidingsproces met een traditionele verwarmingssoort opent, worden verwarming
en heteluchtventilator automatisch uitgeschakeld. Nadat u de deur heeft ge-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
is bestemd of als het op een verkeerde manier wordt bediend, kunnen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw magnetron voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Deze magnetron is uitsluitend be-
stemd voor huishoudelijk gebruik
en wel voor het ontdooien, verwarmen,
koken, bakken, braden, grilleren en inmaken van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat al-
leen zonder toezicht gebruiken als
er aan hen is uitgelegd, hoe ze het apparaat veilig kunnen bedienen. Kinde-
ren moeten zich van de gevolgen van
een foutieve bediening bewust zijn.
Technische veiligheid
Als de aansluitkabel is beschadigd
moet deze door de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V. of
door een door Miele opgeleide vakman
worden vervangen.
Gebruik het apparaat niet met de
verwarmingssoort Magnetron als
– de deur van de oven is verbogen;
– de deurscharnieren los zitten;
– er gaatjes of scheuren in de omman-
teling, aan de deur, de deurdichting of
aan de binnenwanden van de oven zitten.
Als de magnetron is ingeschakeld kunnen er in zo’n geval microgolven vrijkomen, die gevaarlijk kunnen zijn voor de
gebruiker.
Maak de ommanteling van het ap-
paraat nooit open.
Als onder stroom staande delen worden aangeraakt en/of er iets aan de
elektrische en mechanische opbouw
van het apparaat wordt veranderd, kan
de gebruiker gevaar lopen en is het mogelijk dat het apparaat niet meer goed
functioneert.
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje
met de waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg
bij twijfel een elektricien
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het apparaat mag niet met een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Een veilig gebruik
van het apparaat kan niet worden gewaarborgd als het met een verlengsnoer is aangesloten (gevaar voor oververhitting).
De elektrische veiligheid van dit ap-
paraat is uitsluitend gegarandeerd
als het is aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman inspecteren. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die is ontstaan door een
ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Gebruik de magnetron alleen als
deze is ingebouwd. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk elektrische
onderdelen aanraakt.
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamheden en ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de
gebruiker. De fabrikant kan daarvoor
niet aansprakelijk worden gesteld. Laat
installatie- en onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren
door erkende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de stekker uit het stopcontact is
getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
Gebruik
Algemeen
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd
die daarvoor nodig is, hangt af van verschillende factoren, zoals de temperatuur van de ingrediënten op het moment dat het gerecht in de magnetron
wordt gezet, de hoeveelheid, het soort
voedsel, de kwaliteit ervan en eventuele wijzigingen in het recept. Eventuele
bacteriën in het eten worden alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is (>70 °C) en lang genoeg wordt
aangehouden (>10 min.). Wanneer u
twijfelt of een gerecht voldoende is verwarmd, kies dan liever een iets langere
bereidingstijd. Verder is het belangrijk
dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld en bovendien
hoog genoeg is. Roer de gerechten
daarom regelmatig door. Let hierbij ook
op de aangegeven doorwarmtijden (de
tijd waarin de warmte zich gelijkmatig
over het gerecht kan verdelen) bij het
ontdooien, verwarmen en koken.
Houd er bij het ontdooien, verwar-
men of koken met de magnetron rekening mee dat de tijden vaak veel korter zijn dan wanneer u een traditionele
verwarmingssoort ("Hetelucht", "Grilleren") gebruikt. Als gerechten te lang in
de magnetron staan terwijl deze is ingeschakeld, drogen ze uit en kunnen
zelfs in brand vliegen.
Gevaar voor brand bestaat ook als u
bijv. brood, bloemen of kruiden te lang
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
droogt of als u een kersenpitkussen te
lang opwarmt. Blijf erbij staan als u dit
doet.
Zet de magnetron niet op het hoog-
ste vermogen wanneer u serviesgoed wilt verwarmen of kruiden wilt drogen. De magnetron zou kunnen
beschadigen doordat er te weinig in
staat.
Houd de magnetron goed in de ga-
ten als u met olie of vetten werkt.
Olie en vet kunnen in brand raken.
Laat de deur van de magnetron ge-
sloten als de levensmiddelen in de
binnenruimte rook ontwikkelen. Eventuele vlammen worden op deze manier
gedoofd. Draai de functieschakelaar
op "0" of trek de stekker uit het stopcontact. Open de deur pas wanneer de
rook is weggetrokken.
Verwarm nooit pure alcohol.
Pure alcohol kan in brand raken.
Gebruik bij inmaken in de magne-
tron nooit conservenblikken. Deze
kunnen door overdruk uit elkaar springen en de oven beschadigen.
Dek gerechten altijd af met alumini-
umfolie of een deksel als u ze in
de magnetron laat staan. Anders kan
de condens corrosie in het apparaat
veroorzaken. Bovendien voorkomt u op
deze manier dat de gerechten uitdrogen.
Zorg ervoor dat gerechten of
vloeistoffen die keukenzout bevatten meteen worden verwijderd wanneer
deze in aanraking komen met de roestvrijstalen wanden van de binnenruimte.
Op deze manier voorkomt u dat er corrosie ontstaat.
8 kg is het maximum dat u op de
glazen opvangschaal en het verstelbare rooster mag leggen. Als u er
meer op legt, kunnen deze accessoires
beschadigen.
Als de deur open is, ga daar dan
niet op zitten of staan en zet er ook
geen zware voorwerpen op. Het apparaat kan anders beschadigen. 8 kg is
het maximum gewicht dat de deur kan
dragen.
Als de glazen opvangschaal heet
is, zet deze dan niet op een koud
oppervlak, zoals een granieten werkblad of tegeltjes, want dan kan de glazen opvangschaal beschadigen. Zet
de schaal in zo’n geval op een onderzetter van bijv. metaal.
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Gebruik het apparaat niet om er
een ruimte mee te verwarmen.
Door de hoge temperaturen die in de
magnetron ontstaan, kunnen brandbare voorwerpen die zich in de buurt van
het apparaat bevinden vlam vatten.
Als u een stopcontact in de buurt
van de magnetron gebruikt, let er
dan op dat er geen aansluitkabels tussen de deur van de magnetron bekneld
raken. De isolatie van de kabels kan beschadigen en u loopt zo het risico een
elektrische schok te krijgen.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verwarmingssoort Magnetron
Als u de gerechten uit de magnetron haalt, controleer dan of de
temperatuur goed is.
Let vooral bij het verwarmen van babyvoeding op de juiste temperatuur!
Verwarmde babyvoeding goed doorroeren of schudden. Proef er dan zelf even
van, zodat u zeker weet dat de baby
zich er niet aan verbrandt.
Meet de juiste temperatuur niet aan de
temperatuur van het serviesgoed!
Als gerechten worden verwarmd, ontstaat de warmte in het voedsel zelf,
waardoor het serviesgoed kouder blijft.
Het serviesgoed wordt alleen warm
door de warmte die het gerecht afgeeft.
Verwarm eten of drinken nooit in
een gesloten potje of fles.
Bij zuigflessen moeten zowel de dopals de speen van tevoren worden verwijderd. Anders ontstaat er druk waardoor het potje of flesje uit elkaar kan
springen. Dit is levensgevaarlijk!
Als u een vloeistof wilt verwarmen
zet dan het meegeleverde kookstaafje in de beker of het glas.
Informatie over het kookstaafje:
Het kan gebeuren dat bij het koken en
vooral bij het verwarmen van vloeistoffen het kookpunt van de vloeistof weliswaar is bereikt, maar dat er nog geen
luchtbelletjes opborrelen. De vloeistof
kookt dus nog niet gelijkmatig. Als u
dan het glas of de beker uit de magnetron haalt, kan de vloeistof ineens gaan
borrelen en overkoken. U kunt zich
daarbij branden. Als de vloeistof nog in
de magnetron staat en plotseling te hevig gaat koken, kan de deur vanzelf
openspringen, waardoor u letsel kunt
oplopen. Bovendien kan het apparaat
beschadigen. U voorkomt dit door gebruik te maken van het kookstaafje.
Gebruik in de magnetron geen me-
talen pannen, geen aluminiumfolie,
geen bestek, geen serviesgoed met
een metalen laagje, geen kristal dat
lood bevat, geen schalen met een kartelrand, geen kunststof die niet tegen
hitte bestand is, geen houten serviesgoed. Gebruik ook geen metalen clips,
geen kunststof en papieren clips waar
ijzerdraad in zit, geen slagroombekertjes waarvan het dekseltje nog niet helemaal is verwijderd. Als u deze voorwerpen wel gebruikt, kan het serviesgoed
beschadigen of kan er brand ontstaan.
Het bijgevoegde verstelbare rooster is
speciaal afgestemd op de microgolven
en kan dus zonder problemen worden
gebruikt.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het verstelbare rooster wordt zeer
warm als u het in de magnetron gebruikt. Er ontstaat dan gevaar voor verbrandingen.
Kook eieren in de schaal alleen
met speciaal serviesgoed. Verwarm geen hardgekookte eieren in de
magnetron. Door de druk kunnen ze uit
elkaar springen, ook nadat u ze uit de
magnetron heeft gehaald.
Eieren zonder schaal mogen al-
leen in de magnetron worden bereid als u van tevoren met een naald
een paar gaatjes in het eigeel prikt.
Als u dit niet doet, kan het eigeel na het
koken door de hoge druk uit elkaar
spatten. U kunt daarbij letsel oplopen.
Verwarm in de magnetron geen ge-
rechten in isolatieverpakking, zoals
braadzakken voor kip. Deze verpakkingen bestaan o.a. uit een laagje aluminiumfolie dat de microgolven terugkaatst.
Hierdoor raakt de folie oververhit en
kan in brand vliegen.
Als levensmiddelen een harde
schil hebben (tomaten, aubergines, worstjes etc.), dan moet u eerst
een paar gaatjes of inkepingen in de
schil maken voordat de levensmiddelen in de magnetron worden verwarmd.
Op deze manier kan de waterdamp ontsnappen en voorkomt u dat de levensmiddelen ontploffen.
Gebruik voor het koken in de mag-
netron geen serviesgoed met holle
handgrepen en knoppen.
Hier kan vocht in gaan zitten, waardoor
er druk ontstaat en het servies uit elkaar kan springen. U loopt daarbij het
risico zich te verwonden.
Als deze delen goed ontlucht zijn, kunt
u het servies wel gebruiken.
Traditionele verwarmingssoorten:
Hetelucht, Braadautomaat, Grilleren,
Grilleren met luchtcirculatie
Als u met traditionele verwarmingssoorten werkt, ontstaan in de oven
hoge temperaturen! Er bestaat dus
gevaar voor verbrandingen.
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in werking is. De magnetron wordt niet alleen
bij het venster in de deur warm, maar
ook bijv. bij de afzuiging, de greep en
het bedieningspaneel. Let op, gevaar
voor verbrandingen!
Draag altijd ovenwanten als u hete
gerechten in de magnetron zet of
eruit haalt of de binnenkant van het apparaat aanraakt. Vooral het grillelement
boven in de binnenruimte wordt zeer
warm bij de verwarmingssoorten "Grilleren" en "Grilleren met luchtcirculatie",
zowel solo als in combinatie met "Magnetron". U kunt zich hieraan verbranden!
Als u de bovenwand van de bin-
nenruimte wilt reinigen, laat dan
eerst het grillelement afkoelen voordat
u het naar beneden laat zakken. Anders kunt u zich eraan verbranden.
Duw het grillelement niet met ge-
weld omlaag, want daardoor kan
het beschadigen.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het afdanken van het apparaat
Als u uw oude of defecte apparaat
wegdoet, trek dan de stekker uit
het stopcontact en knip de aansluitkabel door. Wanneer uw apparaat een
vaste aansluiting heeft, laat deze dan
door een vakman loskoppelen. Hiermee voorkomt u dat het apparaat voor
andere doeleinden wordt gebruikt dan
waarvoor het is bestemd.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een geringe belasting van het
milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
14
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of via de gemeente gerecycled kan worden (zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen).
U kunt hierover meer informatie vinden
in de rubriek "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
Vóór het eerste gebruik
Neem de binnenruimte af met lauwwarm water met een mild reinigingsmiddel. Wrijf de binnenruimte daarna
met een schone doek droog.
Sluit de deur van het apparaat pas
als de binnenruimte droog is. Anders kunnen er onaangename geuren en corrosie ontstaan.
Was de accessoires af.
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd een
onaangename geur als ze voor het
eerst worden gebruikt. Als de temperatuur hoog is, verdwijnt de geur sneller.
Schakel daarom minstens één uur de
verwarmingssoort "Hetelucht" in:
Vóór het eerste gebruik
Enter
Stel met de + toets de hoogste temperatuur in.
Bevestig deze keuze met de toets
"Enter".
Enter
Stel met de + toets een tijd in voor
de bereiding (minstens 1 uur).
Kies met de functieschakelaar de
verwarmingssoort "Hetelucht".
Druk op de toets "Start".
Als u deze voorbereidingen treft
zorg er dan voor dat er voldoende
lucht kan worden toegevoerd.
15
Verwarmingssoorten
Verwarmingssoorten
Verwarmingssoort Magnetron
Met de verwarmingssoort Magnetron
worden gerechten in korte tijd ontdooid, verwarmd en gekookt.
Functiebeschrijving
Het apparaat is uitgerust met twee
magnetronbuizen
ten de stroom om in elektromagnetische golven, de microgolven.
Zowel boven als onder de binnenruimte bevindt zich een draaiende reflector
b. Deze buizen zet-
c. Met deze draaiende reflectoren wor-
den de microgolven gelijkmatig over de
binnenruimte verdeeld.
Bovendien worden de microgolven
door de zijwanden gereflecteerd, zodat
de microgolven van alle kanten bij en in
het voedsel kunnen komen. Hierdoor
worden de levensmiddelen gelijkmatig
verwarmd, ook als er op twee niveaus
tegelijk wordt verwarmd, bijvoorbeeld
op de bodem van de binnenruimte en
de eerste inschuifhoogte.
Omdat de microgolven bij en in de gerechten moeten kunnen komen, moet
het serviesgoed geschikt zijn voor gebruik in de magnetron.
Microgolven dringen door glas, porselein, karton en kunststof heen, maar
niet door metaal. Gebruik daarom geen
metalen pannen of schalen of pannen
en schalen met een metalen laagje ter
decoratie. Metaal kaatst de golven terug, waardoor vonken kunnen ontstaan. De microgolven worden niet
door de gerechten opgenomen. Mits
dus het juiste servies wordt gebruikt,
dringen de microgolven meteen door
tot in het gerecht.
Levensmiddelen bestaan uit moleculen. Deze moleculen, vooral watermoleculen, worden door microgolven in trilling gebracht tot maar liefst 2,5 miljard
bewegingen per seconde. Hierdoor ontstaat warmte, die zich vanaf de buitenkant naar de binnenkant van het voedsel verplaatst.
Hoe meer water een gerecht bevat,
des te sneller wordt het verwarmd,
resp. des te sneller kookt het.
De warmte ontstaat dus direct in het gerecht, waardoor
– een gerecht over het algemeen met
weinig of geen toevoeging van vloeistof of vet met de magnetron kan
worden bereid;
– ontdooien, verwarmen en koken snel-
ler gaan dan met een traditionele bereiding;
– voedingsstoffen zoals vitaminen en
mineralen voor het grootste deel behouden blijven;
16
Verwarmingssoorten
– de natuurlijke kleur en smaak van
het levensmiddel nauwelijks veranderen;
– de temperatuur aan de oppervlakte
van het gerecht zo laag is, dat het
gerecht niet bruin wordt.
Traditionele verwarmingssoorten
Tot de traditionele verwarmingssoorten
behoren "Hetelucht", "Braadautomaat",
"Grilleren" en "Grilleren met luchtcirculatie".
Met de traditionele verwarmingssoorten
worden gerechten gekookt en tegelijkertijd gebruineerd.
Hetelucht
Deze verwarmingssoort werkt met hete
lucht.
De ventilator aan de achterwand van
de oven zuigt lucht uit de oven aan, geleidt deze via een ringvormig verwarmingselement en blaast de verwarmde
lucht door de openingen van de achterwand weer terug.
Braadautomaat
Bij de Braadautomaat werkt de oven
eerst automatisch met een hoge temperatuur, zodat het vlees snel dichtschroeit. Daarna wordt automatisch
overgeschakeld op de ingestelde temperatuur.
Grilleren
Het verwarmingselement wordt door
het grote vermogen al een paar minuten nadat de grill is ingeschakeld roodgloeiend en geeft dan de infraroodstraling af die nodig is voor het grilleren.
Grilleren met luchtcirculatie
Bij grilleren met luchtcirculatie wordt de
hitte van het verwarmingselement door
de ventilator over het gehele gerecht
verdeeld. Daardoor kunt u een lagere
temperatuur instellen dan bij gewoon
grilleren.
Omdat het voedsel direct wordt verwarmd, is voorverwarmen niet nodig.
Bij het braden van biefstuk en filet moet
u de oven wel voorverwarmen.
Met Hetelucht kunt u op beide niveaus
tegelijk braden en bakken.
17
Verwarmingssoorten
Combinatieprogramma’s
Met de combinatieprogramma’s is het
mogelijk gerechten snel te verwarmen
en te koken en tegelijkertijd te bruineren.
De verwarmingssoort "Magnetron" kunt
u combineren met iedere andere traditionele verwarmingssoort.
Het beste kunt u de magnetron met de
verwarmingssoort "Hetelucht" combineren. Met dit combinatieprogramma
wordt het voedsel direct verwarmd.
Daardoor is met dit programma voor
het bereiden van het voedsel de minste
tijd nodig en wordt er het meeste energie bespaard.
Bij gebruik van een gecombineerd programma hoeft u, als u wilt bakken, in
het algemeen geen hoger vermogen in
te stellen dan 150 W, en als u wilt koken, braden en grilleren geen hoger
vermogen dan 450 W.
Automatische programma’s
Met de automatische programma’s worden de levensmiddelen met microgolven ontdooid, verwarmd en gekookt.
Het vermogen en de tijd die daarvoor
nodig zijn, worden door het apparaat
automatisch gekozen. U hoeft alleen
het soort en het gewicht van het levensmiddel in te stellen.
18
Servies dat geschikt is voor de magnetron
Servies dat geschikt is voor de magnetron
De microgolven
– worden door metaal teruggekaatst,
Vorm en materiaal
De vorm en het materiaal van het gebruikte serviesgoed kunnen van invloed
zijn op de tijd die nodig is voor het verwarmen of koken. Het beste kunt u ronde
of ovale platte schalen gebruiken. Gerechten worden in zulke schalen gelijkmatiger verwarmd dan wanneer u rechthoekige schalen gebruikt.
Metaal
Metalen schalen, aluminiumfolie en
bestek zijn niet geschikt voor gebruik in de magnetron, evenmin als
serviesgoed met een metalen laagje (bijv. een goudkleurig of kobaltblauw randje ter decoratie).
Metaal kaatst microgolven terug, waardoor het gerecht niet warm kan worden.
– dringen door glas, porselein, kuns-
stof en karton heen,
– worden door het gerecht opgeno-
men.
Uitzonderingen:
– Kant-en-klaarmaaltijden
in aluminium bakjes kunnen in dit apparaat ontdooid en verwarmd worden. Verwijder altijd van tevoren het deksel.
Op deze manier worden de gerechten
slechts van boven verwarmd. Wanneer u
het gerecht uit de verpakking haalt en in
een schaal doet die geschikt is voor de
magnetron, wordt de warmte over het algemeen gelijkmatiger verdeeld.
Aluminium bakjes kunnen gaan kraken
of zelfs vonken afgeven.
– Aluminiumfolie
Stukken vlees met een ongelijkmatige
vorm, zoals gevogelte, worden het beste ontdooid, verwarmd, resp. gaar als
u de platte stukken de laatste paar
19
Servies dat geschikt is voor de magnetron
minuten met stukjes aluminiumfolie afdekt.
De folie moet minstens 2 cm van de
binnenwanden van het apparaat
verwijderd zijn en mag niet tegen
de wanden aankomen!
– Metalen spiezen en klemmen
Deze kunt u alleen gebruiken als het
stuk vlees veel groter is dan het metaal.
Het bijgevoegde verstelbare rooster
is geschikt voor gebruik in de magnetron. Plaats het rooster echter niet op
de bodem van de binnenruimte!
Het verstelbare rooster kan zeer
heet worden.
Glas
Vuurvast glas is zeer geschikt.
Kristalglas (dat vaak lood bevat) en
glazen schalen met een gegolfde
rand kunnen uit elkaar springen.
Ze zijn daarom niet geschikt.
Porselein
Porseleinen serviesgoed is zeer geschikt.
Servies met glazuurlaagje of verf
Een aantal soorten glazuur en verf
bevat metaal.
Daarom is dit serviesgoed niet geschikt
voor de magnetron.
Kunststof
Kunststof serviesgoed mag alleen
bij "Magnetron - solo" worden gebruikt. Het moet hittebestendig zijn
(bestand tegen temperaturen van
min. 180°C).
Kunststof die niet hittebestendig is, kan
gaan vervormen of zelfs smelten.
Kunststof serviesgoed dat geschikt is
voor gebruik in de magnetron is verkrijgbaar in speciaalzaken.
Kunststof serviesgoed van melamine is
niet geschikt omdat het energie opneemt en daardoor te heet wordt.
Informeer dus altijd eerst van welk materiaal het kunststof serviesgoed is gemaakt.
Serviesgoed van piepschuim, bijv. polystyreen, kunt u gebruiken als u gerechten maar eventjes wilt verwarmen.
Het mag echter geen metalen decoratie zoals een goudrand hebben
en ook geen holle handgrepen.
Aardewerk
Beschilderd aardewerk is alleen geschikt als er glazuur over het motief
heenzit.
Aardewerk kan heet worden.
20
Kunststof kookbuiltjes kunt u gebruiken voor het verwarmen en koken
van de inhoud. Prik eerst gaatjes in
het builtje zodat de stoom eruit kan.
Daardoor voorkomt u dat de druk in het
builtje te hoog wordt en het uit elkaar
spat.
Servies dat geschikt is voor de magnetron
U kunt ook braadfolie en braadzakken
gebruiken. De braadfolie moet ca. 40
cm en de braadzak ca. 20 cm langer
zijn dan het vlees. Het geheel moet
zorgvuldig worden dichtgemaakt met
een draadje (garen). De uiteinden kunt
u omslaan en dichtbinden. Prik er gaatjes in volgens de aanwijzingen op de
verpakking.
Gebruik geen metalen clips of kunststof paperclips waar ijzerdraad in zit
in verband met brandgevaar.
Hout
Houten schalen of bakjes zijn niet
geschikt.
Tijdens het koken verdampt het water
in het hout waardoor het hout gaat uitdrogen en barsten.
Wegwerpbakjes
Wegwerpbakjes van kunststof zijn geschikt als ze voldoen aan de eisen die
onder de paragraaf "Kunststof" staan.
Het testen van serviesgoed
Als u niet zeker weet of u serviesgoed
van glas, aardewerk of porselein voor
de magnetron kunt gebruiken, kunt u
dit als volgt controleren:
Plaats het servies leeg in het midden
van de binnenruimte.
Sluit de deur.
Kies met de functieschakelaar de
verwarmingssoort "Magnetron".
Enter
Kies met de + toets het hoogste vermogen (1200 W).
Bevestig dit met de toets "Enter".
Enter
Blijf bij het apparaat als u levensmiddelen verwarmt of kookt in wegwerpbakjes van kunststof, papier of
andere brandbare stoffen.
U kunt uit milieu-overwegingen beter
geen gebruik maken van wegwerpbakjes.
Stel met de + toets een tijd in van
30 seconden.
Druk op de toets "Start".
21
Servies dat geschikt is voor de magnetron
Druk op de toets "Start".
Gaat het serviesgoed vervolgens
kraken en springen er vonkjes af,
dan is dit serviesgoed niet geschikt
voor de magnetron. Schakel de
magnetron dan direct uit, door de
functieschakelaar op "0" te draaien.
Serviesgoed dat tot een dergelijke reactie leidt, is niet geschikt voor de magnetron.
Als u twijfelt, adviseren wij u bij de
fabrikant of winkelier te informeren
of het servies geschikt is voor gebruik in de magnetron.
U kunt ook speciale magnetronfolie ge-
Met het bovenstaande kunt u overigens
niet controleren of eventuele holle handgrepen voldoende ontlucht zijn.
bruiken. Pas op met gewone huishoudfolie. Deze kan gaan vervormen en
zelfs smelten.
Met een deksel kunt u
– voorkomen dat er bij een langere
kooktijd, bijv. bij aardappelen, teveel
waterdamp ontsnapt;
– ervoor zorgen dat het gerecht sneller
warm wordt;
– voorkomen dat het gerecht uitdroogt;
– voorkomen dat een gerecht aroma
verliest.
Dek gerechten daarom altijd af met een
glazen of kunststof deksel dat geschikt
is voor gebruik in de magnetron, als u
met de verwarmingssoort "Magnetron"
werkt.
Deze deksels zijn in verschillende maten verkrijgbaar bij de speciaalzaak.
22
Dichte potjes, zoals potjes babyvoeding, moet u altijd eerst openmaken!
U gebruikt geen deksel
– als u gepaneerde gerechten wilt ver-
warmen;
– als u een gecombineerd programma
gebruikt.
Bedieningselementen
De bedieningselementen van dit apparaat bestaan uit de functieschakelaar
en de druktoetsen.
Bedieningselementen
De binnenverlichting kan met de toets
"Enter" voor ca. 10 seconden worden ingeschakeld.
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de
gewenste verwarmingssoort / het gewenste programma. De functieschake-
laar kan zowel links- als rechtsom worden gedraaid.
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u:
+
-
– Een instelling of wijziging bevestigen.
De gekozen instelling wordt overgeno-
men en in het display aangegeven.
Stop/
C
– Een bereiding starten.
De toets "Start" kan alleen worden be-
diend als de deur van de magnetron is
gesloten.
Start
– Een gestart bereidingsproces onder-
breken.
– Gekozen instellingen wissen.
– De deurvergrendeling (bereiding
met magnetron) opheffen.
Als de functieschakelaar zich niet op
positie "0" bevindt, werkt de ventilator
met een laag toerental en is de binnenverlichting ingeschakeld.
Uitzondering: als de starttijd is voorgeprogrammeerd blijven de ventilator en
de binnenverlichting tijdens de uitsteltijd uitgeschakeld.
23
Bedieningselementen
Enter
– Een vermogen voor de magnetron
kiezen.
– Een temperatuur of tijd instellen of
veranderen.
Als u dit stapsgewijs wilt doen, moet
u de toets steeds kort indrukken; als
u dit snel wilt doen, moet u de toets
ingedrukt houden.
– Een levensmiddelengroep uitkiezen
en een gewicht instellen (bij automatische programma’s).
– De instellingsbeveiliging activeren
en opheffen (– toets).
– Combinaties van vermogen en tijd
opslaan, die u nodig heeft voor de
verschillende fases in een bereiding
met Magnetron.
– Voor bereidingsprocessen die u
vaak kiest en die met de magnetron
worden uitgevoerd, vermogen en tijd
opslaan.
– De opgeslagen combinaties kiezen.
De druktoetsen met controlelampjes
kunnen alleen dan worden bediend,
als het bijbehorende controlelampje
brandt. Brandt het controlelampje
niet, dan is de druktoets vergrendeld.
Uitzondering: Voor het activeren
van de kinderbeveiliging wordt de
- toets ingedrukt zonder dat het controlelampje brandt.
– De kookwekker activeren.
– De dagtijd instellen, corrigeren en uit-
zetten.
– Een bereiding later laten beginnen.
24
Dagtijd
Nadat het apparaat is aangesloten of
de stroom is uitgevallen brandt in het
display "12:00". De dubbele punt knippert.
Als het apparaat is aangesloten en de
dagtijd niet direct wordt ingesteld dan
loopt de tijd vanaf "12:00" verder.
Dagtijd instellen
Om de dagtijd in te stellen moet u
de functieschakelaar op "0" draaien.
2x
Druk 2 x op toets m.
Dagtijd
Dagtijdweergave uitzetten
Druk binnen 4 seconden na het instellen of veranderen van de dagtijd
nog een keer op de toets m.
Het display is donker.
Dagtijdweergave opnieuw
oproepen
2x
In het display brandt "Dagtijd".
De dubbele punt brandt constant.
Enter
+
-
Stel binnen 4 seconden de dagtijd in
met de +/- toets.
Als in die tijd geen dagtijd wordt ingesteld, neemt het systeem automatisch
de ingestelde tijd over.
U kunt de ingestelde tijd ook overnemen door op de toets "Enter" of op de
toets "Start" te drukken.
Als deze tijd wordt overgenomen, begint de constant brandende dubbele
punt te knipperen.
Druk 2 x op de toets m.
In het display verschijnt de dagtijd met
een constant brandende dubbele punt.
Dit betekent dat de dagtijd kan worden
veranderd. Als het systeem de dagtijd
overneemt, begint de dubbele punt te
knipperen.
25
Bediening algemeen
Bediening algemeen
Verwarmingssoort / programma
kiezen
Kies met de functieschakelaar de gewenste verwarmingssoort / het gewenste programma.
U kunt kiezen uit:
– de verwarmingssoort "Magnetron";
– de traditionele verwarmingssoorten
"Hetelucht", "Braadautomaat", "Grilleren" en "Grilleren met luchtcirculatie";
In het display brandt (afhankelijk van
het model):
– HANDMATIG,
als één van de verwarmingssoorten
of een combinatieprogramma is gekozen;
– h AUTOMATIC,
als een automatisch programma is
gekozen;
– de gekozen verwarmingssoort / het
gekozen programma.
Vermogen/temperatuur kiezen
Het apparaat stelt zelf voor de verwarmingssoort "Magnetron" een vermogen
en voor de traditionele verwarmingssoorten een temperatuur voor. Deze
waarden verschijnen op het display.