Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat
u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik
neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vookomt
hiermee onnodige schade aan uw apparaat.M.-Nr. 04 464 100
T
Page 2
Algemeen
Verwarmingssoorten i
h
Magnetron
D Hetelucht
E Braadautomaat
J Grilleren
I Grilleren met luchtcirculatie
Automatische programma’s AUTO
Q Koken
P Verwarmen
N Ontdooien
2
Page 3
Algemeen
b Display handmatige / automatische
programma’s
c Invoerdisplay
d Display voor de gekozen instellingen
e Display voor de
levensmiddelengroepen
- automatische programma’s -
f Display voor de klok
g Functieschakelaar:
Voor het instellen van de
verwarmingssoort / het programma
h +/- toets met controlelampje:
voor het kiezen van een vermogen /
temperatuur, tijd, levensmiddelengroep, gewicht
i Toets voor het onderbreken of
wissen van een bereidingsproces
j Toets voor het starten van een berei-
dingsproces, met controlelampje
k Toets voor het bevestigen van de
gekozen instellingen,
met controlelampje
Accessoires
1
Verstelbaar rooster
2 Glazen opvangschaal
3 Kookstaafje
Vetfilter
Plaats het vetfilter als u op het rooster
braadt met de verwarmingssoorten Hetelucht, Braadautomaat en Grilleren
met luchtcirculatie - zowel solo als in
combinatie met Magnetron.
Bedieningspaneel
l Toets voor de Memory-functie M
m Toets voor het snelkiessysteem c
n Toets voor het invoeren van de
dagtijd
o Grillelement
p
Verlichting van de binnenruimte
q Tweede inschuifhoogte
r Eerste inschuifhoogte
s Uitneembare glazen achterwand
t Aanzuigopening voor de ventilator
u Typeplaatje
De vetdruppels die door de luchtcirculatie worden meegenomen, worden
door het vetfilter opgevangen. De binnenruimte en de achterwand blijven
daardoor schoner.
Zodra u een toets indrukt of aan de
functieschakelaar draait, laten de displays en de controlelampjes in het bedieningspaneel zien wat u heeft gedaan.
Verwarmingssoorten
– Magnetron h
Hiermee kunt u gerechten in korte tijd
ontdooien, verwarmen en koken.
– Hetelucht D
Hiermee kunt u gerechten met een
hete luchtstroom bakken en koken.
– Braadautomaat E
Hiermee kunt u automatisch aanbraden
en doorbraden.
– Grilleren J
Hiermee kunt u platte stukken vlees grilleren. Houd tijdens het grilleren de
deur gesloten.
– Grilleren met luchtcirculatie I
Hiermee kunt u grotere stukken vlees
grilleren, bijv. rollade en gevogelte.
Houd tijdens het grilleren de deur gesloten.
Combinatieprogramma’s
Hiermee kunt u de verwarmingssoort
Magnetron met een conventionele verwarmingssoort combineren.
Automatische programma’s
Met deze programma’s kunt u bepaal-
de levensmiddelen koken
P en ontdooien N met de
men
magnetron.
Q, verwar-
De automatische programma’s worden
op het gewicht van het voedsel afgestemd. Dat betekent dat u na het kiezen van de levensmiddelengroep zelf
het gewicht van het levensmiddel moet
instellen. Vermogen en tijd worden dan
door het apparaat gekozen.
Functie "Memory"
Hiermee kunt u maximaal 5 combinaties van vermogen en tijd opslaan voor
een bereiding met Magnetron, bijvoorbeeld als u gerechten wilt ontdooien en
daarna meteen wilt koken.
Snelkiessysteem
Hiermee kunt u voor bereidingsprocessen die u vaak kiest en die met de verwarmingssoort Magnetron worden uitgevoerd, vermogen en tijd opslaan.
Automatische voorkeuze
Hiermee kunt u een bereidingsproces
max. 23 uur en 59 minuten van tevoren
programmeren.
Kookwekker
Deze kunt u gebruiken voor bereidingsprocessen buiten dit apparaat, bijv.
voor het koken van eieren.
Dagtijdweergave
Als het apparaat niet is ingeschakeld
verschijnt in het display de dagtijd.
De dagtijdweergave kan ook worden
uitgezet.
5
Page 6
Functiebeschrijving
Veiligheidsvoorzieningen
Deurvergrendeling
Als een bereidingsproces met Magnetron wordt gestart, wordt de deur vergrendeld. De deur blijft tot het einde
van de bereiding vergrendeld.
U kunt de deurvergrendeling met de
toets "Stop/C" ongedaan maken. De bereiding wordt dan onderbroken.
Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging voorkomt u
dat er ongewild gegevens worden ingesteld.
Maximale gebruiksduur
Een bereiding met een traditionele verwarmingssoort kunt u starten zonder
eerst een tijd in te voeren. Om te voorkomen dat het apparaat constant aanstaat en er brand ontstaat, wordt het
apparaat afhankelijk van het gekozen
systeem en temperatuur automatisch uitgeschakeld. Dit gebeurt 1 uur
of max. 9 uur en 59 minuten nadat u
het apparaat voor het laatst heeft bediend.
Energiebesparende functies
Deurcontactschakelaar
Als u de deur tijdens een bereidingsproces met een traditionele verwarmingssoort opent, worden verwarming
en heteluchtventilator automatisch uitgeschakeld. Nadat u de deur
heeft gesloten en de toets "Start" heeft
ingedrukt, gaat de bereiding verder.
U kunt de deur tijdens een bereidingsproces met een traditionele verwarmingssoort ook openen zonder eerst
de toets "Stop/C" in te drukken. Als u in
dat geval de bereiding wilt voortzetten,
hoeft u niet meer de starttoets in te
drukken, maar alleen de deur dicht te
doen.
Restwarmtebenutting
Bij de verwarmingssoorten "Hetelucht"
en "Braadautomaat" wordt de verwarming automatisch uitgeschakeld, als
de deur gesloten is en de nog aanwezige hitte voldoende is voor de bereiding
van het gerecht. Als er warmteverlies
optreedt, wordt de verwarming automatisch weer ingeschakeld.
Na afloop van een bereidingsproces
met de verwarmingssoort "Magnetron"
kan er pas na 30 sec. opnieuw een bereiding met "Magnetron" worden gestart.
6
Functie "Nachtverlichting"
U kunt het apparaat zo programmeren
dat het licht in het display in de tijd tussen 22 uur en 6 uur zwakker wordt.
Verlichting binnenruimte uitschakelen
Als de verlichting van de binnenruimte
niet tijdens de gehele bereiding ingeschakeld hoeft te zijn, kunt u deze uitzetten. Als u de toets "Enter" indrukt,
brandt de verlichting nog slechts 10 seconden.
Page 7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een geringe belasting van het
milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of via de gemeente gerecycled kan worden (zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen). U kunt hierover
meer informatie vinden in de rubriek
"Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
is bestemd of als het op een verkeerde manier wordt bediend, kunnen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw magnetron voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Deze magnetron is uitsluitend be-
stemd voor huishoudelijk gebruik
en wel voor het ontdooien, verwarmen,
koken, bakken, braden, grilleren en inmaken van levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
Technische veiligheid
Als de aansluitkabel is beschadigd
moet deze door de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V. worden vervangen.
Gebruik het apparaat niet met de
verwarmingssoort Magnetron als
– de deur van de oven is verbogen;
– de deurscharnieren los zitten;
– er gaatjes of scheuren in de omman-
teling, aan de deur of aan de binnenwanden van de oven zitten.
Als de magnetron is ingeschakeld kunnen er in zo’n geval microgolven vrijkomen, die gevaarlijk kunnen zijn voor de
gebruiker.
Maak de ommanteling van het ap-
paraat nooit open.
Als onder stroom staande delen worden aangeraakt en/of er iets aan de
elektrische en mechanische opbouw
van het apparaat wordt veranderd, kan
de gebruiker gevaar lopen en is het mogelijk dat het apparaat niet meer goed
functioneert.
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje
met de waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
Het apparaat mag niet met een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Het veilig gebruik
van het apparaat kan niet worden gewaarborgd als het met een verlengsnoer is aangesloten.
8
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van dit ap-
paraat is uitsluitend gegarandeerd
als het is aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman inspecteren. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die is ontstaan door een
ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Gebruik de magnetron alleen als
deze is ingebouwd. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk elektrische
onderdelen aanraakt.
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamheden en ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de
gebruiker. De fabrikant kan daarvoor
niet aansprakelijk worden gesteld. Laat
installatie- en onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren
door erkende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de stekker uit het stopcontact is
getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
Gebruik
Algemeen
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en bovendien hoog genoeg is. Roer de gerechten daarom regelmatig door. Let hierbij ook op de
aangegeven doorwarmtijden (de tijd
waarin de warmte zich gelijkmatig over
het gerecht kan verdelen) bij het ontdooien, verwarmen en koken.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd
die daarvoor nodig is, hangt af van verschillende factoren, zoals de temperatuur van de ingrediënten op het moment dat het gerecht in de magnetron
wordt gezet, de hoeveelheid, het soort
voedsel, de kwaliteit ervan en eventuele wijzigingen in het recept. Eventuele
bacteriën in het eten worden alleen gedood wanneer de temperatuur hoog genoeg is (>70°C) en lang genoeg wordt
aangehouden (>10 min.). Wanneer u
twijfelt of een gerecht voldoende is verwarmd, kies dan liever een iets langere
tijd.
Houd er bij ontdooien, verwarmen
of koken met de magnetron rekening mee dat de tijden vaak veel korter
zijn dan wanneer u een traditionele verwarmingssoort gebruikt. Als gerechten
te lang in de magnetron staan terwijl
deze is ingeschakeld, drogen ze uit en
kunnen zelfs in brand vliegen.
Gevaar voor brand bestaat ook als u
bijv. brood of kruiden te lang droogt.
Blijf erbij staan als u dit doet.
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Houd de magnetron goed in de ga-
ten als u met olie en/of vetten
werkt. Olie en vet kunnen in brand raken.
Laat de deur van de magnetron ge-
sloten als de levensmiddelen in de
binnenruimte rook ontwikkelen. Draai
de functieschakelaar op "0" of trek de
stekker uit het stopcontact. Open de
deur pas wanneer de rook is weggetrokken.
Verwarm nooit pure alcohol.
Pure alcohol kan in brand raken.
Gebruik bij inmaken in de magne-
tron nooit conservenblikken. Deze
kunnen door overdruk uit elkaar springen en de oven beschadigen.
Dek gerechten af als u ze in de
magnetron laat staan. Anders kan
de condens corrosie in het apparaat
veroorzaken. Bovendien voorkomt u op
deze manier dat de gerechten uitdrogen.
Zorg ervoor dat zouthoudende ge-
rechten of vloeistoffen niet met
roestvrij stalen wanden van de binnenruimte in aanraking komen, want dan
kan er corrosie ontstaan. Gebeurt dat
per ongeluk toch, verwijder deze
zouthoudende gerechten of vloeistoffen
dan direct en grondig.
8 kg is het maximum dat u op de
glazen opvangschaal en het verstelbare rooster mag leggen. Als u er
meer op legt, kunnen deze accessoires
beschadigen.
Als de deur open is, ga daar dan
niet op zitten of staan en zet er ook
geen zware voorwerpen op. Het apparaat kan anders beschadigen. 8 kg is
het maximum gewicht dat de deur kan
dragen.
Als de glazen opvangschaal heet
is, zet deze dan niet op een koud
oppervlak, zoals een granieten werkblad of tegeltjes, want dan kan de glazen opvangschaal beschadigen. Zet
de schaal in zo’n geval op een onderzetter van bijv. metaal.
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Verwarmingssoort Magnetron
Als u de gerechten uit de magne-
tron haalt, controleer dan of de
temperatuur goed is.
Let vooral bij het verwarmen van babyvoeding op de juiste temperatuur!
Verwarmde babyvoeding goed doorroeren of schudden. Proef er dan zelf even
van, zodat u zeker weet dat de baby
zich er niet aan verbrandt.
Meet de juiste temperatuur niet aan de
temperatuur van het serviesgoed!
Als gerechten worden verwarmd, ontstaat de warmte in het voedsel zelf,
waardoor het serviesgoed kouder blijft.
Het serviesgoed wordt alleen warm
door de warmte die het gerecht afgeeft.
10
Page 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verwarm eten of drinken nooit in
een gesloten potje of fles.
Bij zuigflessen moeten zowel de dopals de speen van tevoren worden verwijderd. Anders ontstaat er een druk
waardoor het potje of flesje uit elkaar
kan springen. Dit is levensgevaarlijk!
Als u een vloeistof wilt verwarmen
zet dan het meegeleverde kookstaafje in de beker of het glas.
Informatie over het kookstaafje:
Het kan gebeuren dat bij het koken en
vooral bij het verwarmen van vloeistoffen het kookpunt van de vloeistof weliswaar is bereikt, maar dat er nog geen
luchtbelletjes opborrelen. De vloeistof
kookt dus nog niet gelijkmatig. Als u
dan het glas of de beker uit de magnetron haalt, kan de vloeistof ineens gaan
borrelen en overkoken. U kunt zich
daarbij branden. Als de vloeistof nog in
de magnetron staat en plotseling te hevig gaat koken, kan de deur vanzelf
openspringen, waardoor u letsel kunt
oplopen. Bovendien kan het apparaat
beschadigen. U voorkomt dit door gebruik te maken van het kookstaafje.
Gebruik in de magnetron geen me-
talen pannen, geen aluminiumfolie,
geen bestek, geen serviesgoed met
een metalen laagje, geen kristal dat
lood bevat, geen schalen met een kartelrand, geen kunststof die niet tegen
hitte is bestand, geen houten serviesgoed. Gebruik ook geen metalen clips,
geen kunststof en papieren clips waar
ijzerdraad in zit, geen slagroombekertjes waarvan het dekseltje nog niet helemaal is verwijderd. Als u deze voorwerpen wel gebruikt, kan het serviesgoed
beschadigen of kan er brand ontstaan.
Het bijgevoegde verstelbare rooster is
speciaal afgestemd op de microgolven
en kan dus zonder problemen worden
gebruikt.
Het verstelbare rooster wordt zeer
warm als u het in de magnetron gebruikt. Er ontstaat dan gevaar voor verbrandingen.
Kook eieren in de schaal alleen
met speciaal serviesgoed. Verwarm geen hardgekookte eieren in de
magnetron. Door de druk kunnen ze uit
elkaar springen, ook nadat u ze uit de
magnetron heeft gehaald.
11
Page 12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Eieren zonder schaal mogen al-
leen in de magnetron worden bereid als u van tevoren met een naald
een paar gaatjes in het eigeel prikt.
Als u dit niet doet, kan het eigeel na het
koken door de hoge druk uit elkaar
spatten. U kunt daarbij letsel oplopen.
Verwarm in de magnetron geen ge-
rechten in isolatieverpakking, zoals
braadzakken voor kip. Deze verpakkingen bestaan o.a. uit een laagje aluminiumfolie dat de microgolven terugkaatst.
Hierdoor raakt de folie oververhit en
kan in brand vliegen.
Gebruik voor het koken in de mag-
netron geen porseleinen serviesgoed e.d. met holle handgrepen.
Hier kan vocht in gaan zitten, waardoor
er druk ontstaat en het servies uit elkaar kan springen. U loopt daarbij het
risico zich te verwonden.
Als de handgrepen goed ontlucht zijn,
kunt u het servies wel gebruiken.
Als levensmiddelen een harde
schil hebben (tomaten, aubergines, worstjes etc.), dan moet u eerst
een paar gaatjes of inkepingen in de
schil maken voordat de levensmiddelen in de magnetron worden verwarmd.
Op deze manier kan de waterdamp ontsnappen en voorkomt u dat de levensmiddelen ontploffen.
Traditionele verwarmingssoorten: Hetelucht, Braadautomaat, Grilleren,
Grilleren met luchtcirculatie
Als u met traditionele verwarmingssoorten werkt, ontstaan in de oven
hoge temperaturen! Er bestaat dus
gevaar voor verbrandingen.
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in werking is. De magnetron wordt niet alleen
bij het venster in de deur warm, maar
ook bijv. bij de afzuiging, de greep en
het bedieningspaneel.
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de magnetron zet of eruit haalt of de binnenkant van het apparaat aanraakt. Vooral het grillelement
boven in de binnenruimte wordt zeer
warm bij de verwarmingssoorten "Grilleren" en "Grilleren met luchtcirculatie",
zowel solo als in combinatie met "Magnetron". U kunt zich hieraan verbranden!
Als u de bovenwand van de bin-
nenruimte wilt reinigen, laat dan
eerst het grillelement afkoelen voordat
u het naar beneden laat zakken. Anders kunt u zich eraan verbranden.
Duw het grillelement niet met ge-
weld omlaag, want daardoor kan
het beschadigen.
12
Page 13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik het apparaat niet om een
ruimte mee te verwarmen. Door de
hoge temperatuurontwikkeling in de binnenruimte kunnen licht ontvlambare
voorwerpen die zich in de buurt bevinden gaan branden.
Als u een stopcontact in de buurt
van het apparaat gebruikt, let er
dan op dat de aansluitkabel niet tussen
de deur van de oven beklemd raakt.
De aansluitkabel kan beschadigen en
u loopt zo het risico een elektrische
schok te krijgen.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar. Hiermee voorkomt u dat het apparaat verkeerd wordt
gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
13
Page 14
Voor het eerste gebruik
Neem de binnenruimte af met lauwwarm water waaraan een beetje reinigingsmiddel is toegevoegd.
Wrijf de binnenruimte daarna met
een schone doek droog.
Doe de deur van het apparaat pas
dicht als de binnenruimte droog is.
Anders kunnen er onaangename
geuren en corrosie ontstaan.
Bevestig deze keuze met de toets
"Enter".
Enter
Was de accessoires af.
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd een
onaangename geur als ze voor het
eerst worden gebruikt. Als de temperatuur hoog is, verdwijnt de geur sneller.
Schakel daarom minstens één uur de
verwarmingssoort "Hetelucht" in.
Kies met de functieschakelaar de
verwarmingssoort "Hetelucht".
Stel met de + toets de hoogste tem-
Enter
Stel met de + toets een tijd in voor
de bereiding (minstens 1 uur).
Druk op de toets "Start".
Als u deze voorbereidingen treft
zorg er dan voor dat er voldoende
lucht kan worden toegevoerd.
peratuur in.
14
Page 15
Verwarmingssoorten
Verwarmingssoort
Magnetron h
Met de verwarmingssoort Magnetron
worden gerechten in korte tijd ontdooid, verwarmd en gekookt.
Functiebeschrijving
Het apparaat is uitgerust met twee
magnetronbuizen
ten de stroom om in elektromagnetische golven, de microgolven.
Zowel boven als onder de binnenruimte bevindt zich een draaiende reflector
b. Deze buizen zet-
c. Met deze draaiende reflectoren wor-
den de microgolven gelijkmatig over de
binnenruimte verdeeld.
Bovendien worden de microgolven
door de zijwanden gereflecteerd, zodat
de microgolven van alle kanten bij en in
het voedsel kunnen komen. Hierdoor
worden de levensmiddelen gelijkmatig
verwarmd, ook als er op twee niveaus
tegelijk wordt verwarmd, bijvoorbeeld
op de bodem van de binnenruimte en
de eerste inschuifhoogte.
Omdat de microgolven bij en in de gerechten moeten kunnen komen, moet
het serviesgoed geschikt zijn voor gebruik in de magnetron.
Microgolven dringen door glas, porselein, karton en kunststof heen, maar
niet door metaal. Gebruik daarom geen
metalen pannen of schalen of pannen
en schalen met een metalen laagje ter
decoratie. Metaal kaatst de golven terug, waardoor vonken kunnen ontstaan. De microgolven worden niet
door de gerechten opgenomen. Mits
dus het juiste servies wordt gebruikt,
dringen de microgolven meteen door
tot in het gerecht.
15
Page 16
Verwarmingssoorten
Levensmiddelen bestaan uit moleculen. Deze moleculen, vooral watermoleculen, worden door microgolven in trilling gebracht tot maar liefst 2,5 miljard
bewegingen per seconde. Hierdoor ontstaat warmte, die zich vanaf de buitenkant naar de binnenkant van het voedsel verplaatst.
Hoe meer water een gerecht bevat,
des te sneller wordt het verwarmd,
resp. des te sneller kookt het.
De warmte ontstaat dus direct in het gerecht, waardoor
– een gerecht over het algemeen met
weinig of geen toevoeging van vloeistof of vet met de magnetron kan
worden bereid;
– ontdooien, verwarmen en koken snel-
ler gaan dan met een traditionele bereiding;
– voedingsstoffen zoals vitaminen en
mineralen voor het grootste deel behouden blijven;
– de natuurlijke kleur en smaak van
het levensmiddel nauwelijks veranderen;
– de temperatuur aan de oppervlakte
van het gerecht zo laag is, dat het
gerecht niet bruin wordt.
Traditionele verwarmingssoorten
Tot de traditionele verwarmingssoorten
behoren "Hetelucht", "Braadautomaat",
"Grilleren" en "Grilleren met luchtcirculatie".
Met de traditionele verwarmingssoorten
worden gerechten gekookt en tegelijkertijd gebruineerd.
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met hete
lucht.
De ventilator aan de achterwand van
de oven zuigt lucht uit de oven aan, geleidt deze via een ringvormig verwarmingselement en blaast de verwarmde
lucht door de openingen van de achterwand weer terug.
Omdat het voedsel direct wordt verwarmd, is voorverwarmen niet nodig.
Bij het braden van biefstuk en filet moet
u de oven wel voorverwarmen.
Met Hetelucht kunt u op beide niveaus
tegelijk braden en bakken.
Braadautomaat E
Bij de Braadautomaat werkt de oven
eerst automatisch met een hoge temperatuur, zodat het vlees snel dichtschroeit. Daarna wordt automatisch
overgeschakeld op de ingestelde temperatuur.
16
Page 17
Verwarmingssoorten
Grilleren J
Het verwarmingselement wordt door
het grote vermogen al een paar minuten nadat de grill is ingeschakeld roodgloeiend en geeft dan de infraroodstraling af die nodig is voor het grilleren.
Combinatieprogramma’s
Met de combinatieprogramma’s is het
mogelijk gerechten snel te verwarmen
en te koken en tegelijkertijd te bruineren.
De verwarmingssoort "Magnetron" kunt
u combineren met iedere andere traditionele verwarmingssoort.
Het beste kunt u de magnetron met de
verwarmingssoort "Hetelucht" combineren. Met dit combinatieprogramma
wordt het voedsel direct verwarmd.
Daardoor is met dit programma voor
het bereiden van het voedsel de minste
tijd nodig en wordt er het meeste energie bespaard.
Grilleren met luchtcirculatie I
Bij grilleren met luchtcirculatie wordt de
hitte van het verwarmingselement door
de ventilator over het gehele gerecht
verdeeld. Daardoor kunt u een lagere
temperatuur instellen dan bij gewoon
grilleren.
Programma’s
Automatische programma’s
Met de automatische programma’s worden de levensmiddelen met microgolven ontdooid, verwarmd en gekookt.
Het vermogen en de tijd die daarvoor
nodig zijn, worden door het apparaat
automatisch gekozen. U hoeft alleen
het soort en het gewicht van het levensmiddel in te stellen.
Bij gebruik van een gecombineerd programma hoeft u, als u wilt bakken, in
het algemeen geen hoger vermogen in
te stellen dan 150 W, en als u wilt koken, braden en grilleren geen hoger
vermogen dan 450 W.
17
Page 18
Servies dat geschikt is voor de magnetron
De microgolven
– worden door metaal teruggekaatst,
Metaal
Metalen schalen, aluminiumfolie en
bestek zijn niet geschikt voor gebruik in de magnetron, evenmin als
serviesgoed met een metalen laagje (bijv. een goud- of kobaltblauw
randje ter decoratie).
Metaal kaatst microgolven terug, waardoor het gerecht niet warm kan worden.
Haal kant-en-klaar maaltijden in aluminium bakjes eerst uit de verpakking en
doe ze in een schaal die geschikt is
voor de magnetron.
Wanneer u dat niet doet, kunnen de aluminium bakjes gaan kraken of zelfs vonken afgeven.
Bovendien worden de microgolven teruggekaatst en komt de warmte dus alleen van boven.
Verwarmt u het gerecht in een schaal
die geschikt is voor de magnetron, dan
wordt de warmte wel goed verdeeld.
– dringen door glas en porselein heen,
– worden door het gerecht opgeno-
men.
18
Uitzonderingen:
– Aluminiumfolie
Stukken vlees met een ongelijkmatige
vorm, zoals gevogelte, worden het beste ontdooid, verwarmd, resp. gaar als u
de platte stukken de laatste paar minuten met stukjes aluminiumfolie afdekt.
Let op:
De folie moet minstens 2 cm van de
binnenwanden van het apparaat verwijderd zijn en mag niet tegen de wanden
aankomen!
– Metalen spiezen en klemmen
Deze kunt u alleen gebruiken als het
stuk vlees veel groter is dan het metaal.
Page 19
Servies dat geschikt is voor de magnetron
Het meegeleverde verstelbare rooster is geschikt voor gebruik in de mag-
netron. Plaats het rooster echter niet op
de bodem van de binnenruimte!
Het verstelbare rooster kan heet
worden.
Glas
Vuurvast glas is zeer geschikt.
Kristalglas (dat vaak lood bevat) en
glazen schalen met een gegolfde
rand kunnen uit elkaar springen.
Ze zijn daarom niet geschikt.
Porselein
Porseleinen serviesgoed is zeer geschikt.
Het mag echter geen metalen decoratie zoals een goudrand hebben,
en ook geen holle handgrepen.
Kunststof
Kunststof serviesgoed mag alleen
worden gebruikt met de verwarmingssoort "Magnetron" - solo.
Kunststof serviesgoed moet hittebestendig zijn (bestand tegen temperaturen van min. 180°C).
Als kunststof niet hittebestendig is, kan
het gaan vervormen of zelfs smelten.
Kunststof serviesgoed dat geschikt is
voor gebruik in de magnetron is verkrijgbaar in speciaalzaken.
Kunststof serviesgoed van melamine is
niet geschikt omdat het energie opneemt en daardoor te heet wordt.
Informeer dus altijd eerst van welk materiaal het kunststof serviesgoed is gemaakt.
Serviesgoed van piepschuim, bijv. polystyreen, kunt u gebruiken als u gerechten maar eventjes wilt verwarmen.
Aardewerk
Beschilderd aardewerk is alleen geschikt als er glazuur over het motief
heenzit.
Aardewerk kan heet worden.
Servies met glazuurlaagje of verf
Een aantal soorten glazuur en verf
bevat metaal.
Daarom is dit serviesgoed niet geschikt
voor de magnetron.
Kunststof kookbuiltjes kunt u gebruiken voor het verwarmen en koken
van de inhoud. Prik eerst gaatjes in
het builtje, zodat de stoom eruit kan.
Daardoor voorkomt u dat de druk in het
builtje te hoog wordt en het uit elkaar
spat.
U kunt ook braadfolie en braadzakken
gebruiken. De braadfolie moet ca. 40
cm en de braadzak ca. 20 cm langer
zijn dan het vlees. Het geheel moet
zorgvuldig worden dichtgemaakt met
een draadje (garen). De uiteinden kunt
u omslaan en dichtbinden. Prik er gaatjes in volgens de aanwijzingen op de
verpakking.
19
Page 20
Servies dat geschikt is voor de magnetron
Gebruik geen metalen clips of kunststof paperclips waar ijzerdraad in zit
in verband met brandgevaar.
Hout
Houten schalen of bakjes zijn niet
geschikt.
Tijdens het koken verdampt het water
in het hout waardoor het hout gaat uitdrogen en barsten.
Wegwerpbakjes
Wegwerpbakjes van kunststof zijn geschikt als ze voldoen aan de eisen die
onder de paragraaf "Kunststof" staan.
Blijf bij het apparaat als u levensmiddelen verwarmt of kookt in wegwerpbakjes van kunststof, papier of
andere brandbare stoffen.
U kunt uit milieu-overwegingen beter
geen gebruik maken van wegwerpbakjes.
Het testen van serviesgoed
Als u niet zeker weet of u serviesgoed
van glas, aardewerk of porselein voor
de magnetron kunt gebruiken, kunt u
dit als volgt controleren:
Kies met de functieschakelaar de
verwarmingssoort "Magnetron".
Enter
Kies met de + toets het hoogste vermogen (1200 W).
Bevestig dit met de toets "Enter".
Enter
Stel met de + toets een tijd in van
30 seconden.
Plaats het servies leeg in het midden
van de binnenruimte.
Sluit de deur.
20
Druk op de toets "Start".
Page 21
Servies dat geschikt is voor de magnetron
Gaat het serviesgoed vervolgens
kraken en springen er vonkjes af,
dan is dit serviesgoed niet geschikt
voor de magnetron. Schakel de
magnetron dan direct uit, door de
functieschakelaar op "0" te draaien.
Ook serviesgoed dat warm aanvoelt als
u het uit het apparaat haalt, is niet geschikt voor de magnetron.
Uitzondering: vuurvast aardewerk bevat veel watermoleculen, waardoor het
heet wordt. Het is echter wel geschikt
voor gebruik in de magnetron.
Als u twijfelt, adviseren wij u bij de
fabrikant of winkelier te informeren
of het servies geschikt is voor gebruik in de magnetron.
Het bovenstaande is overigens geen
controle of de holle handgrepen van
het serviesgoed voldoende ontlucht
zijn.
Met een deksel kunt u
– voorkomen dat er bij een langere
kooktijd, bijv. bij aardappelen, teveel
waterdamp ontsnapt;
– ervoor zorgen dat het gerecht sneller
warm wordt;
Deze deksels zijn in verschillende maten verkrijgbaar bij de speciaalzaak.
U kunt ook speciale magnetronfolie gebruiken. Pas op met gewone huishoudfolie. Deze kan gaan vervormen.
Dichte potjes, zoals potjes babyvoeding, moet u altijd eerst openmaken!
U gebruikt geen deksel
– als u gepaneerde gerechten wilt ver-
warmen;
– als u een gecombineerd programma
gebruikt.
– voorkomen dat het gerecht uitdroogt;
– voorkomen dat een gerecht aroma
verliest.
Dek gerechten daarom als u met de
verwarmingssoort "Magnetron" werkt altijd af met een glazen of kunststof deksel dat geschikt is voor gebruik in de
magnetron.
21
Page 22
Bedieningselementen
De bedieningselementen van dit apparaat bestaan uit de functieschakelaar
en de druktoetsen.
Met de functieschakelaar kiest u de
gewenste verwarmingssoort / het gewenste programma.
Verwarmingssoorten:
h Magnetron
D Hetelucht
EBraadautomaat
J Grilleren
IGrilleren met luchtcirculatie
Combinatieprogramma’s:
h + DMagnetron + Hetelucht
h + E Magnetron + Braadautomaat
h + JMagnetron + Grilleren
De functieschakelaar kan zowel linksals rechtsom worden gedraaid.
Als de functieschakelaar zich niet op
positie "0" bevindt, werkt de ventilator
met een laag toerental en is de binnenverlichting ingeschakeld.
Uitzondering: als de starttijd is voorgeprogrammeerd blijven de ventilator en
de binnenverlichting tijdens de uitsteltijd uitgeschakeld. De binnenverlichting
kan met de toets "Enter" voor ca. 10 seconden worden ingeschakeld.
Met de druktoetsen kunt u:
+
-
– Een instelling of wijziging bevestigen.
De gekozen instelling wordt overgeno-
men en in het display aangegeven.
Stop/
C
– Een bereiding starten.
De toets "Start" kan alleen worden be-
diend als de deur van de magnetron is
gesloten.
Start
h + I Magnetron + Grilleren met
luchtcirculatie
Automatische programma’s:
Q Koken
P Verwarmen
NOntdooien
22
– Een gestart bereidingsproces onder-
breken.
– Gekozen instellingen wissen.
– De deurvergrendeling (bereiding
met magnetron) opheffen.
Page 23
Enter
Bedieningselementen
– Een vermogen voor de magnetron
kiezen.
– Een temperatuur of tijd instellen of
veranderen.
Als u dit stapsgewijs wilt doen, moet
u de toets steeds kort indrukken; als
u dit snel wilt doen, moet u de toets
ingedrukt houden.
– Een levensmiddelengroep uitkiezen
en een gewicht instellen (bij automatische programma’s).
– De instellingsbeveiliging activeren
en opheffen (– toets).
De druktoetsen met controlelampjes
kunnen alleen dan worden bediend,
als het daarbijbehorende controlelampje brandt. Brandt het controlelampje niet, dan is de druktoets vergrendeld.
Uitzondering: Voor het activeren
van de kinderbeveiliging wordt de
desbetreffende toets ingedrukt zon-der dat het controlelampje brandt.
– Maximaal 5 combinaties van vermo-
gen en tijd opslaan, die u nodig hebt
voor de verschillende fases in een
bereiding met Magnetron, bijvoorbeeld als u gerechten wilt ontdooien
en daarna meteen wilt koken.
– Voor bereidingsprocessen die u
vaak kiest en die met de magnetron
worden uitgevoerd, vermogen en tijd
opslaan.
– De opgeslagen combinaties kiezen.
– De kookwekker activeren.
– De dagtijd instellen, corrigeren en uit-
zetten.
– Een bereiding later laten beginnen.
23
Page 24
Dagtijd
Nadat het apparaat is aangesloten of
de stroom is uitgevallen brandt in het
display "12:00". De dubbele punt knippert.
Als het apparaat is aangesloten en de
dagtijd niet direct wordt ingesteld dan
loopt de tijd vanaf "12:00" verder.
Dagtijd instellen
Om de dagtijd in te stellen moet u
de functieschakelaar op "0" draaien.
2x
Druk 2 x op toets m.
In het display brandt "Dagtijd".
De dubbele punt brandt constant.
Enter
+
-
Dagtijdweergave uitzetten
Druk binnen 4 seconden na het instellen of veranderen van de dagtijd
nog een keer op de toets m.
Het display is donker.
Dagtijdweergave opnieuw
oproepen
2x
Druk 2 x op de toets m.
In het display verschijnt de dagtijd met
een constant brandende dubbele punt.
Dit betekent dat de dagtijd kan worden
veranderd. Als het systeem de dagtijd
overneemt, begint de dubbele punt te
knipperen.
Stel de dagtijd in met de +/- toets.
Als er 4 seconden lang geen dagtijd
wordt ingesteld, neemt het systeem
automatisch de ingestelde tijd over.
U kunt de ingestelde tijd ook overnemen door op de toets "Enter" of op de
toets "Start" te drukken.
Als deze tijd wordt overgenomen, begint de constant brandende dubbele
punt te knipperen.
24
Page 25
Bediening algemeen
Verwarmingssoort / programma kiezen
Kies met de functieschakelaar de gewenste verwarmingssoort / het gewenste programma.
U kunt kiezen uit:
– de verwarmingssoort "Magnetron h";
– de traditionele verwarmingssoorten
Grilleren met luchtcirculatie 100 – 200°C
De temperatuur verspringt per 5 °C.
25
Page 26
Bediening algemeen
Tijd instellen
Met de +/- toets stelt u de tijd in die u
nodig heeft voor de bereiding.
De verwarmingssoort "Magnetron" :
Solo:
Hier verspringt de tijd als volgt:
. . . tot 5 min. per 10 seconden
. . . van 5 tot 10 min. per 30 seconden
. . . van 10 tot 30 min. per 1 minuut
. . . van 30 tot 60 min. per 2 minuten
Is het maximale vermogen (1200 W)
gekozen, kunt u een tijd instellen tot
maximaal 10 minuten.
Combinatieprogramma’s:
Hier verspringt de tijd als volgt:
. . . tot 30 min. per 1 minuut
. . . van 30 tot 90 min. per 2 minuten.
Wanneer u het combinatieprogramma "Magnetron + Grilleren" heeft gekozen, kunt u een tijd instellen tot
maximaal 30 minuten.
De traditionele verwarmingssoorten
Hier verspringt de tijd per minuut.
Voor soloprogramma’s kunt u een
tijd instellen tot maximaal 3 uur en
voor combinatieprogramma’s tot
maximaal anderhalf uur.
Uitzonderingen:
Als u bij de verwarmingssoort
"Hetelucht" een temperatuur tot
100 °C heeft gekozen, kunt u een
tijd instellen tot maximaal 9 uur en
59 minuten. Dit geldt zowel voor het
soloprogramma als voor het combinatieprogramma.
Bij de verwarmingssoort "Grilleren"
kunt u voor het soloprogramma een
tijd instellen tot maximaal 1 uur en
voor het combinatieprogramma een
tijd tot maximaal 30 minuten.
In het display verschijnt de ingestelde
tijd in uren : minuten.
W
In het display verschijnt de ingestelde
tijd in minuten : seconden.
26
Page 27
Bediening - verwarmingssoort
Voor de verwarmingssoort Magnetron
moeten vermogen en tijd worden ingesteld. Voor de traditionele verwarmingssoorten moet de temperatuur worden
ingesteld; het is ook mogelijk om de tijd
in te stellen.
Kies met de functieschakelaar de gewenste verwarmingssoort.
In het display verschijnt het door het
apparaat voorgestelde vermogen,
resp. de door het apparaat voorgestelde temperatuur.
Enter
+
-
Komen deze instellingen niet overeen met het vermogen of de temperatuur in het recept, verander deze
dan m.b.v. de +/- toets.
Enter
+
-
Stel met de +/- toets een tijd in voor
de bereiding.
Druk op de toets "Start".
De ingestelde tijd wordt overgenomen
en verschijnt in het display voor de gekozen instellingen.
In het invoerdisplay wordt aangegeven
hoe lang het programma nog gaat duren.
Het volgende geldt alleen voor de traditionele verwarmingssoorten:
U kunt de bereiding ook starten zonder
een tijd in te stellen.
Bevestig dit met de toets "Enter".
In het display verschijnt:
– "0:00" (bij "Magnetron")
– resp. "0h:00" (bij traditionele verwar-
mingssoorten):
Kies de temperatuur en druk daarna
op de toets "Start".
De gekozen temperatuur wordt overgenomen en verschijnt in het display voor
de gekozen instellingen.
In het invoerdisplay verschijnt de temperatuur zoals deze op dat ogenblik in
de binnenruimte is.
De temperatuur stijgt per 1°C totdat de
gekozen temperatuur is bereikt. Deze
wordt dan constant aangegeven.
Daalt de temperatuur weer, bijv. als de
deur is geopend, gebeurt dat per 1°C.
27
Page 28
Bediening - combinatieprogramma’s
De verwarmingssoort Magnetron wordt
met een traditionele verwarmingssoort
gecombineerd. Voor het starten van het
programma moeten vermogen, tijd
voor de magnetron en temperatuur worden ingesteld. Daarnaast kan er ook
een tijd voor de traditionele verwarmingssoort worden ingesteld.
Kies met de functieschakelaar het
gewenste programma.
Bevestig dit met de toets "Enter".
In het display voor de gekozen instellingen verschijnt de door het apparaat
voorgestelde temperatuur voor de traditionele verwarmingssoort.
In het display verschijnt het door het
apparaat voorgestelde vermogen, t.w.
"300 W".
Enter
+
-
Komt dit vermogen niet overeen met
het vermogen zoals dat in het recept
wordt opgegeven, verander dit dan
m.b.v. de +/- toets.
Bevestig dit met de toets "Enter".
In het display verschijnt "0:00".
Enter
+
-
Enter
+
-
Kies met de +/- toets de gewenste
temperatuur.
Als beide verwarmingssoorten de hele
tijd moeten blijven ingeschakeld, hoeft
u voor de traditionele verwarmingssoort
geen tijd in te stellen.
Druk op de toets "Start".
De gekozen temperatuur wordt overgenomen en verschijnt in het display voor
de gekozen instellingen.
De voor de verwarmingssoort "Magnetron" ingestelde tijd wordt overgenomen voor de traditionele verwarmingssoort en verschijnt in het display voor
de gekozen instellingen.
Stel met de +/- toets de gewenste
tijd voor de verwarmingssoort "Magnetron" in.
28
In het invoerdisplay wordt de ingestelde tijd afgeteld.
Page 29
Bediening - combinatieprogramma’s
Als een verwarmingssoort voortijdig
moet worden uitgeschakeld, moet vóór
de start van het programma een tijd
voor de traditionele verwarmingssoort
worden ingesteld:
Druk nadat u temperatuur hebt ingesteld op de toets "Enter".
In het display voor de instellingen verschijnt "0h:00".
Enter
+
-
Stel met de +/- toets de gewenste
tijd in voor de traditionele verwarmingssoort.
Is het kortere gedeelte van het programma afgelopen, dan klinkt er een
akoestisch signaal. De verwarmingssoort waarmee dit gedeelte van het programma is uitgevoerd, wordt door het
apparaat automatisch uitgeschakeld.
De instellingen blijven tijdens de totale
programmaduur in het display voor de
gekozen instellingen staan.
Voorbeeld:
Voor de verwarmingssoort "Magnetron"
wordt een tijd van 5 minuten ingesteld,
voor de traditionele verwarmingssoort
een tijd van 10 minuten.
Nadat het programma is gestart, wordt
er in het display een tijd van 10 minuten aangegeven. De tijd wordt afgeteld
tot "0".
In de eerste 5 minuten werkt het apparaat zowel met de verwarmingssoort
"Magnetron" als met de traditionele verwarmingssoort.
Druk op de toets "Start".
De gekozen tijd wordt overgenomen en
verschijnt in het display voor de gekozen instellingen.
Het display geeft aan hoe lang de verwarmingssoort waarvoor een langere
tijd is ingesteld nog duurt.
Na 5 minuten klinkt er 1 x een akoestisch signaal en wordt de magnetron
automatisch uitgeschakeld. Het apparaat werkt alleen nog maar met de traditionele verwarmingssoort.
29
Page 30
Bediening - automatische programma’s
U kunt voor verschillende levensmiddelen een automatisch programma kiezen, waarbij het levensmiddel met de
magnetron wordt gekookt, verwarmd of
ontdooid. Tijd en vermogen worden
automatisch door het apparaat gekozen.
Kies met de functieschakelaar het
gewenste programma.
In het display verschijnen de levensmiddelengroepen die u voor dit programma kunt kiezen.
Voor de bereidingsprocessen koken,
verwarmen en ontdooien kunt u de volgende levensmiddelen kiezen:
Kies met de +/- toets de gewenste levensmiddelengroep uit.
De gekozen groep verschijnt in het display.
Bevestig dit met de toets "Enter".
In het display voor de instellingen verschijnt het door het apparaat voorgestelde gewicht: "50 g".
Enter
30
Stel met de + toets het gewicht van
het levensmiddel in (reken het bakje
waar het in zit niet mee).
Page 31
Bediening - automatische programma’s
Het gewicht dat u moet instellen hangt
af van het gekozen bereidingsproces
en de gekozen levensmiddelengroep.
U kunt maximaal 4 kg instellen.
programma levensmidde-
lengroep
kokenvlees
gevogelte
vis
fruit
soep
éénpansgerechten
groente
verwarmen vlees
gevogelte
vis
soep
schotels
éénpansgerechten
groente
ontdooienvlees
gevogelte
vis
fruit
brood
soep
schotels
éénpansgerechten
groente
maximaal
gewicht in kg
2,0
2,0
2,0
2,0
2,5
2,5
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
3,0
4,0
2,0
2,0
2,0
2,5
2,0
2,5
2,0
De temperatuur verspringt:
. . . van 50 g tot 1 kg per 50 g.
Ligt een gewicht daar echter tussen,
dan moet u het gewicht bij het instellen
tot en met 24 g, resp. 74 g afronden
naar beneden en vanaf 25 g, resp. 75
g afronden naar boven.
Voorbeelden:
Werkelijke gewicht: 124 g
= in te stellen gewicht: 100 g.
Werkelijke gewicht: 125 g
= in te stellen gewicht: 150 g.
Werkelijke gewicht: 174 g
= in te stellen gewicht: 150 g
Werkelijke gewicht: 175 g
=in te stellen gewicht: 200 g
De temperatuur verspringt:
. . . van 1 kg tot 4 kg per 100 g.
Ligt een gewicht daar echter tussen,
dan moet u het gewicht bij het instellen
tot en met 49 g afronden naar beneden
en vanaf 50 g afronden naar boven.
Voorbeelden:
Werkelijke gewicht: 2349 g
= in te stellen gewicht: 2,3kg.
Werkelijke gewicht: 2350 g
= in te stellen gewicht: 2,4 kg.
Start het automatische programma
met de toets "Start".
In het invoerdisplay verschijnt de tijd
die nodig is voor het gekozen programma.
– Bij een tijd tot 60 minuten in
minuten : seconden, bijv. 2:30.
– Bij een tijd van langer dan 60 minu-
ten in uren : minuten, bijv. 1 h : 30.
De tijd wordt afgeteld tot "0:00" resp.
"0h:00".
31
Page 32
Bediening - automatische programma’s
Na ca. de helft van de tijd klinkt een
kort akoestisch signaal. Dit duidt erop
dat het gerecht nu moet worden gekeerd of doorgeroerd.
Uitzondering:
Bij gerechten met een bereidingstijd
van minder dan 2 minuten klinkt er
geen akoestisch signaal.
Het apparaat werkt bij de automatische programma’s met verschillen-
de vermogensstanden. Omdat de
ventilator bij lage vermogensstanden met een lager toerental werkt,
is het mogelijk dat er tijdens het programma verschillende soorten geluiden te horen zijn.
Is het gerecht na afloop van het programma nog niet genoeg ontdooid, verwarmd of gekookt, kies het automatische programma dan niet nog een
keer, maar zet het bereidingsproces
voort met het instellen van een vermogen en een tijd.
32
Page 33
Instellingen wijzigen
Voor het starten
Constateert u vóórdat u een bereiding
start dat u iets verkeerd heeft ingesteld,
Start
druk dan 1 x op de toets "Stop/C.
In het display verschijnt het ingestelde
vermogen (Bij "Magnetron" en bij de
combinatieprogramma’s) resp. de inge-
stelde temperatuur (bij de traditionele
verwarmingssoorten).
Is er een automatisch programma gekozen, dan verschijnen de levensmiddelengroepen die voor dit programma
kunnen worden gekozen.
Voer met de druktoetsen de gewenste instellingen in.
Start de bereiding met de toets
"Start".
Na het starten
Constateert u nadat u een bereiding
heeft gestart dat de instellingen niet
juist zijn, onderbreek dan de bereiding
met de toets "Stop/C". De tijd stopt als
de bereiding wordt onderbroken. De
ventilator blijft draaien. Corrigeer de
tijdsinstelling.
Start
Druk 1 x op de toets "Stop/C".
Enter
+
-
Stel met de +/- toets de gewenste
tijd in.
Start de bereiding met de toets
"Start".
Als er een combinatie- of automatisch programma is gekozen, dan
kan de tijd niet worden gecorrigeerd.
In het display verschijnt het ingestelde
vermogen (Bij "Magnetron" en bij de
combinatieprogramma’s) resp. de inge-
stelde temperatuur (bij de traditionele
verwarmingssoorten).
Is er een automatisch programma gekozen, dan verschijnen de levensmiddelengroepen die voor dit programma
kunnen worden gekozen.
Voer met de druktoetsen de gewenste instellingen in.
Start de bereiding met de toets
"Start".
2x
34
Page 35
Vaak worden er bij de verwarmingssoort "Magnetron" verschillende vermogens gebruikt, bijv. als u gerechten niet
allleen wilt ontdooien, maar daarna meteen wilt verwarmen en/of koken.
Deze kunnen in combinatie met de benodigde tijd met de toets "Memory" in
één keer worden ingesteld en dan in
de verschillende fases van de bereiding achter elkaar worden afgewerkt.
Na een bereiding met Magnetron moeten de levensmiddelen enkele minuten
bij kamertemperatuur blijven staan, zodat de temperatuur gelijkmatiger over
het gerecht kan worden verdeeld. Deze
tijd kan met de functie "Memory" ook direct worden opgeslagen (verm: 0 W).
Functie "Memory"
Sla vermogen en tijd op met de toets
"Memory".
Zo voert u iedere vermogen-tijd-combinatie in. Iedere combinatie krijgt een
nummer in de volgorde waarin deze is
ingevoerd.
Dit nummer wordt aangegeven op het
display en wel achter "M".
2
3
4
5
U kunt maximaal 5 vermogen-tijd-combinaties instellen.
Met "Memory" gaat u als volgt te werk:
Sla de vermogen-tijd-combinaties
op in de volgorde waarin ze moeten
worden afgewerkt.
Kies met de functieschakelaar de
verwarmingssoort "Magnetron".
Voer het vermogen in.
Bevestig dit met de toets "Enter".
Voer de tijd in.
In totaal kan er een vermogen van
1200 W voor maximaal 10 minuten
en een vermogen van 850 W voor
max. 60 minuten worden ingevoerd.
Start de bereiding met "Start".
In het invoerdisplay wordt aangegeven
hoe lang het nog duurt voordat het gerecht klaar is. In het display voor gekozen instellingen verschijnt de tijd en het
vermogen voor de bereidingsfase van
dat moment. Na afloop van een bereidingsfase wordt het daarbijbehorende
nummer in het display gewist en begint
de volgende bereidingsfase.
Vermogen-tijdcombinatie
corrigeren
Start
Druk op de toets "Stop/C".
Alle gekozen instellingen worden gewist en moeten opnieuw worden ingevoerd.
35
Page 36
Snelkiessysteem
Met het snelkiessysteem kunt u voor bereidingsprocessen die u vaak kiest en
die met de magnetron worden uitgevoerd, vermogen en tijd opslaan.
Kies met de functieschakelaar de
verwarmingssoort "Magnetron".
Druk op de toets c.
Er kunnen maximaal 5 combinaties van
vermogen en tijd worden opgeslagen.
Deze kunt u oproepen door verschillende keren op de toets c te drukken.
Bij alle combinaties is standaard een
vermogen van 1200 W en, afhankelijk
van het bereidingsproces, een tijd van
1, 2, 3, 4 of 5 minuten opgeslagen.
De opgeslagen instellingen verschijnen
telkens in het display.
W
2
1
3
4
5
De opgeslagen instellingen wijzigen
Enter
+
-
Kies met de +/- toets de gewenste
tijd.
U kunt een tijd van maximaal 10 minuten invoeren.
Bevestig de gekozen tijd met de
toets "Enter".
In het display verschijnt het opgeslagen vermogen.
Enter
+
-
Kies met de +/- toets het gewenste
vermogen.
Kies de vermogen-tijd-combinatie
door één of verschillende keren op
de toets c te drukken.
In het display verschijnt de opgeslagen
tijd.
36
Wilt u de gekozen instellingen opslaan, druk dan zo lang op de toets
c, totdat er een akoestisch signaal
klinkt.
In het display verschijnt het laatst gekozen vermogen.
Page 37
Het starten van een vermogen-tijdcombinatie in het snelkiessysteem
Kies de juiste combinatie door één
of meerdere malen op de toets c te
drukken.
Wijzig indien nodig de opgeslagen
instellingen met de druktoetsen.
Start de bereiding met de toets
"Start".
In het invoerdisplay loopt de tijd af.
Snelkiessysteem
37
Page 38
Automatische voorkeuze
U kunt het tijdstip waarop het door u gekozen bereidingsproces moet starten
max. 23 uur en 59 minuten uitstellen.
Stel de dagtijd in alvorens de automatische voorkeuze te gebruiken
(zie: "Dagtijd instellen"). Dan is het
makkelijker de gewenste starttijd in
te voeren.
Kies de juiste verwarmingssoort / het
juiste programma.
U kunt voor alles de voorkeuze gebruiken.
Druk voordat u de bereiding start 1 x
op de toets m.
In het display licht op: "Starttijd".
Enter
Stel met de + toets de gewenste startijd in.
In het display verschijnt weer de dagtijd. In het display brandt "Starttijd". In
het display voor gekozen instellingen
verschijnen de ingevoerde waarden.
Als u èn de starttijd van tevoren instelt
èn de functie "Memory" gebruikt, worden de ingevoerde waarden voor waardencombinatie M1 aangegeven.
Door op de toets m te drukken kan de
gekozen starttijd ieder moment weer in
het display worden opgeroepen.
De tijd brandt ca. 4 seconden lang.
Daarna verschijnt de dagtijd weer.
Als de deur gesloten is, is de verlichting van de binnenruimte tijdens de uitsteltijd niet ingeschakeld. U kunt de verlichting van de binnenruimte met de
toets "Enter" voor korte tijd inschakelen.
Na ca. 10 seconden wordt de verlichting automatisch weer uitgeschakeld.
Wordt er tijdens de uitsteltijd op de
toets "Stop/C" gedrukt, verschijnt in
het display het laatst gekozen vermogen. Bij de automatische voorkeuze bij gebruik van de functie
"Memory" wordt het vermogen voor
de waardencombinatie M 1 aangegeven. Alle andere instellingen zijn
nu gewist.
Hebt u de + toets per ongeluk te lang
ingedrukt gehouden, kunt u de starttijd
met de – toets corrigeren.
Start de bereiding met de toets
"Start".
38
Als de deur openstaat op het tijdstip dat de bereiding moet beginnen, wordt de bereiding afgebroken. In het display verschijnt het
laatst gekozen vermogen.
Page 39
Deur openen
Als de magnetron wordt gebruikt, blijft
de deur vergrendeld, totdat de ingestelde tijd is afgelopen. Onderbreek de bereiding om de vergrendeling op te heffen.
Start
Druk op de toets "Stop/C".
De tijd stopt als de bereiding wordt onderbroken. De ventilator blijft draaien.
Blijft de deur langer dan 5 minuten geopend, dan worden de gekozen instellingen gewist.
Om de bereiding voort te zetten moet u
de deur sluiten,
en op de toets "Start" drukken.
– Als er niet binnen 5 seconden op de
toets "Start" wordt gedrukt, klinkt er
een akoestisch signaal.
– Als er niet binnen 5 minuten op de
toets "Start" wordt gedrukt, worden
alle gekozen instellingen gewist.
39
Page 40
Na afloop van de bereidingstijd
Akoestisch signaal
Aan het eind van een bereiding klinkt
er 3 x een akoestisch signaal. In het invoerdisplay verschijnt een dubbele
punt.
Wordt het apparaat daarna niet bediend, dan klinkt er ca. één uur lang
een akoestisch signaal met tussenpozen van ca. 5 minuten. Hieraan kan
voortijdig een eind worden gemaakt.
U moet daarvoor de functieschakelaar op "0" draaien.
In het display verschijnt de dagtijd. Als
deze is uitgezet blijft het display donker.
Open de deur
of
druk op een willekeurige toets, met
uitzondering van de +/- toets.
De +/- toets is vergrendeld.
In het display verschijnt bij "Magnetron"
en bij de combinatieprogramma’s het
laatst gekozen vermogen. Bij een traditionele verwarmingssoort verschijnt de
laatst gekozen temperatuur. Bij de automatische programma’s verschijnen de
levensmiddelen die voor deze programma’s kunnen worden gekozen.
Bereiding opnieuw starten
Schakel het akoestische signaal uit
door de deur kort te openen of op
een willekeurige toets te drukken.
De +/- toets kan hiervoor niet gebruikt worden, want deze is vergrendeld.
Voer met de druktoetsen de gewenste gegevens in.
Druk op de toets "Start".
Bereiding beëindigen
Draai de functieschakelaar op "0".
Als een gerecht met een traditionele
verwarmingssoort is bereid, blijft de
ventilator nog een tijdje draaien. Als de
temperatuur in de binnenruimte daalt,
wordt de ventilator automatisch uitgeschakeld.
40
Page 41
Kookwekker
De kookwekker kunt u gebruiken voor
bereidingsprocessen buiten dit apparaat, bijv. voor het koken van eieren.
Kookwekkertijd instellen
Voor het instellen van de kookwekker moet u de functieschakelaar op
"0" draaien.
Druk 1 x op de toets m.
In het display verschijnt "Kookwekker"
Enter
+
-
Voer met behulp van de +/- toets
een tijd in.
U kunt maximaal 90 minuten instellen.
Kookwekkertijd corrigeren
Start
Druk op de toets "Stop/C".
U kunt nu een andere tijd instellen.
Doe dit met de +/- toets.
Druk op de toets "Start".
Wordt de kookwekker niet binnen 5 minuten opnieuw met de toets "Start" geactiveerd, dan wordt de rest van de
kookwekkertijd gewist.
In het display verschijnt weer de dagtijd, d.w.z. als deze niet is uitgezet.
Na afloop van de kookwekkertijd
– klinkt er 3 x een akoestisch signaal,
– verschijnt in het display weer de dag-
tijd,
– knippert ca. 1 minuut lang het woord
"Kookwekker".
Druk op de toets "Start".
In het display loopt de tijd terug tot
"0:00".
Dit gebeurt niet als de dagtijd is uitgezet. Het display blijft dan donker.
Het akoestische signaal kunt u voortijdig uitschakelen en het woord
"Kookwekker" kunt u voortijdig wissen.
Doe dit door op een willekeurige
toets te drukken.
41
Page 42
Energiebesparende functies
Om elektrische stroom te besparen
– kunt u het apparaat zo programme-
ren dat het licht in het display
’s nachts zwakker wordt (functie
"Nachtverlichting")
– kunt u de binnenverlichting uitzetten.
Functie "Nachtverlichting"
Als deze functie wordt gebruikt, wordt
het licht in het display in de tijd tussen
22 uur en 6 uur zwakker.
Zo activeert u deze functie:
Draai de functieschakelaar op "0".
Houd de + toets en de toets "Enter"
ingedrukt en draai de functieschakelaar één positie naar rechts.
In het display verschijnt "01:0".
Druk op de toets "Enter".
In het display verschijnt "01:1".
Draai de functieschakelaar weer op "0".
Deze functie blijft zo lang geactiveerd
tot deze weer wordt uitgeschakeld. De
functie blijft ook geactiveerd als de
stroom is uitgevallen.
U schakelt de functie als volgt weer uit:
Draai de functieschakelaar op "0".
Houd de + toets en de toets "Enter"
ingedrukt en draai de functieschake-
laar één positie naar rechts.
In het display verschijnt "01:1".
De controlelampjes van de +/- toets en
de toets "Enter" branden.
2
1
M
3
4
5
De controlelampjes van de +/- toets en
de toets "Enter" branden.
42
Druk op de toets "Enter".
In het display verschijnt "01:0".
Draai de functieschakelaar weer op "0".
Page 43
Energiebesparende functies
Verlichting binnenruimte uitschakelen
Draai de functieschakelaar op "0".
Houd de + toets en de toets "Enter"
ingedrukt en draai de functieschake-
laar één positie naar rechts.
In het display verschijnt
– "01:0" als de functie "Nachtverlich-
ting" is uitgeschakeld;
– "01:1" als de functie "Nachtverlich-
ting" is ingeschakeld.
De controlelampjes van de +/- toets en
de toets "Enter" branden.
Druk op de + toets.
In het display verschijnt "02:0".
De verlichting van de binnenruimte
wordt bij het starten van een bereiding
uitgeschakeld.
Wilt u de verlichting even aandoen,
druk dan op de toets "Enter". Na ca.
10 seconden wordt de verlichting automatisch weer uitgeschakeld.
De verlichting blijft ook na een stroomuitval uitgeschakeld.
U kunt de verlichting als volgt weer
inschakelen:
Draai de functieschakelaar op "0".
Houd de + toets en de toets "Enter"
ingedrukt en draai de functieschake-
laar één positie naar rechts.
In het display verschijnt
– "01:0" als de functie "Nachtverlich-
ting" is uitgeschakeld;
– "01:1" als de functie "Nachtverlich-
ting" is ingeschakeld.
Het controlelampje van de toets "Enter"
brandt.
Druk op de toets "Enter".
In het display verschijnt "02:1"
Draai de functieschakelaar op "0".
De controlelampjes van de +/- toets en
de toets "Enter" branden.
Druk op de + toets.
In het display verschijnt "02:1".
Het controlelampje van de toets "Enter"
brandt.
Druk op de toets "Enter".
In het display verschijnt "02:0"
Draai de functieschakelaar op "0".
43
Page 44
Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging voorkomt u
dat er ongewild gegevens worden ingesteld.
Zo activeert u de kinderbeveiliging:
De kinderbeveiliging kan alleen worden geactiveerd, wanneer
-er géén kookwekkertijd is ingesteld,
- de functieschakelaar op "0" staat.
Druk zo lang op de – toets, totdat
het sleutelsymbool in het display verschijnt.
Het sleutelsymbool verdwijnt na korte tijd.
In het display verschijnt de dagtijd weer.
Uitzondering:
Dit gebeurt niet als de dagtijd is uitgezet. Het display blijft dan donker.
De kinderbeveiliging kan als volgt
worden uitgeschakeld:
Druk zo lang op de – toets, totdat
het sleutelsymbool in het display
verdwijnt.
Dan kan er weer met het apparaat wor-
den gewerkt.
Als de functieschakelaar direct daarna
op een andere stand wordt gedraaid of
als er op een willekeurige toets wordt
gedrukt, verschijnt het sleutelsymbool
weer in het display.
44
Page 45
Ontdooien
Voor het ontdooien van levensmiddelen
kunt u gebruiken:
– het met de magnetron uitgevoerde
automatische programma
"Ontdooien N";
– de verwarmingssoort "Magnetron h".
Het automatische programma is aan
te bevelen voor het ontdooien van
vlees, gevogelte, vis, fruit, brood, soep,
schotels, éénpansgerechten en groenten.
Het automatische programma is ook geschikt voor het ontdooien van gerechten die voor een gedeelte uit vlees, gevogelte of vis bestaan, zoals goulash,
kipragoût of ovenschotels. Kies de levensmiddelengroep "Eénpansgerech-
ten".
Als u het automatische programma gebruikt voor het ontdooien van gebak
met vochtige vulling, zoals fruit en
kwark, of voor het ontdooien van broodjes, kies dan de levensmiddelengroep
"Brood".
Haal het ingevroren product uit de verpakking en leg het in een schaal die geschikt is voor gebruik in de magnetron.
Zet de schaal op de bodem van de binnenruimte.
Als u vrij grote hoeveelheden levensmiddelen, bijv. 2 kg vis, wilt ontdooien,
kunt u daar ook de glazen opvangschaal voor gebruiken. Zet de glazen
opvangschaal op de bodem van de
binnenruimte.
Op de helft van de ontdooitijd moet het
gerecht worden gekeerd, in stukken gesneden of doorgeroerd. Bij het automatische programma wordt u daar door
een akoestisch signaal aan herinnerd.
Na het ontdooien
Laat het gerecht een paar minuten op
kamertemperatuur staan, zodat de temperatuur gelijkmatig over het gerecht
kan worden verdeeld.
De verwarmingssoort Magnetron is
aan te bevelen voor het ontdooien van
kwetsbare levensmiddelen.
Kies een vermogen
– van 150 W
voor het ontdooien van kwetsbare le-
vensmiddelen zoals melk en cake;
– van 80 W
voor het ontdooien van zeer kwetsba-
re levensmiddelen zoals room, boter,
kaas, slagroom en crèmetaarten.
De bijbehorende tijden vindt u in de ta-
bel op de volgende bladzijde.
45
Page 46
Ontdooien
Tabel voor het ontdooien
hoeveelheidGewichts-
melkproducten
slagroom
boter
plakjes kaas
melk
kwark
gebak / brood
cake
cake
fruittaart
boterkoek
slagroom-, crèmetaart
gebak van gistdeeg
of bladerdeeg
harde broodjes
harde broodjes
tosti
X = Gewicht van het levensmiddel invoeren; vermogen en tijd worden automatisch gekozen.
* Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
1
l
/4
250 g
250 g
1
/2 l
250 g
1 plak ca. 100 g
300 g
3 stuks ca. 300 g
3 stuks ca. 300 g
1 stuk ca. 100 g
4 stuks
1 stuks ca. 50 g
4 stuks ca. 200 g
1 snee
automaat
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
X– – 5 – 10
vermogen
”150 W“ ”80 W“
tijd in min.
–
12 – 14
–
–
12 – 14
10 – 12
1 – 2
4 – 6
6 – 8
5 – 7
–
6 – 8
1
1
/2 – 2
4 – 6
1
/2 – 1
8 – 10
6 – 8
–
–
–
–
–
–
1
1
/2 – 2
–
–
–
–
doorwarmtijd
bij kamer-
temperatuur *
in min.
5 – 10
5 – 10
10 – 15
10 – 15
10 – 15
5 – 10
5 – 10
10 – 15
5 – 10
5 – 10
5 – 10
5 – 10
5 – 10
3 – 4
46
Page 47
Verwarmen
Voor het verwarmen van levensmiddelen kunt u gebruiken:
– het met de magnetron uitgevoerde
automatische programma
"Verwarmen
– de verwarmingssoort "Magnetron h".
Het automatische programma is aan
te bevelen voor het verwarmen van
vlees, gevogelte, vis, soep, schotels,
éénpansgerechten en groenten.
De verwarmingssoort Magnetron is
aan te bevelen voor het verwarmen van
levensmiddelen die niet geschikt zijn
voor het automatische programma.
Kies een vermogen van
– 1200 W voor dranken,
– 850 W of 600 W voor gerechten,
– 450 W voor baby- en kindervoeding.
Baby- en kindervoeding mag niet te
warm worden. Verwarm deze daarom slechts
450 Watt.
P";
1/2 tot 1 minuut op
Maak gesloten potjes altijd open.
Bij potjes kindervoeding moet u van
tevoren het deksel verwijderen.
Zuigflessen mogen alleen zonder
dop en speen worden verwarmd.
Plaats voor het verwarmen van een
vloeistof het bijgevoegde kookstaafje in het glas of de beker!
Verwarm hardgekookte eieren nooit
in de magnetron, ook niet zonder eierschaal. Eieren kunnen exploderen.
De benodigde tijd voor het verwarmen
is afhankelijk van de kwaliteit en de hoeveelheid van het gerecht en de temperatuur van het gerecht op het moment
dat u dit in de magnetron legt. Gerechten uit de koelkast bijvoorbeeld hebben
een langere tijd nodig om warm te worden dan gerechten op kamertemperatuur.
Zorg ervoor dat voedsel altijd voldoende wordt verwarmd.
Verwarm de gerechten afgedekt.
Alleen gepaneerde gerechten mag u
niet afdekken.
Als u twijfelt of het gerecht warm genoeg is, stel dan nog eens een tijd in.
De gerechten moet u tijdens het verwarmen tussendoor omscheppen of keren.
Bij het automatische programma wordt
u daar door een akoestisch signaal aan
herinnerd. Omdat de buitenkant het
eerst warm wordt, is het raadzaam de
buitenste randen naar het midden toe
te roeren.
47
Page 48
Verwarmen
Verwarmen op twee niveaus
Zowel boven als onder de binnenruimte bevindt zich een draaiende reflector.
Met deze draaiende reflectoren worden
de microgolven gelijkmatig over de binnenruimte verdeeld. Zo is het mogelijk
dat de gerechten gelijktijdig op twee niveaus worden verwarmd.
Zet een schaal op de bodem van de
binnenruimte en een schaal op de
glazen opvangschaal. Schuif de gla-
zen opvangschaal in de tweede in-
schuifhoogte in het apparaat.
U kunt
Na het verwarmen
Wees voorzichtig als u het gerecht
uit de oven haalt! Het serviesgoed
kan heet zijn.
Het serviesgoed wordt niet door de microgolven verwarmd (met uitzondering
van vuurvast aardewerk), maar door de
warmte die het gerecht afgeeft.
Laat de gerechten nadat deze zijn verwarmd een paar minuten bij kamertemperatuur staan, zodat de warmte binnen het gerecht gelijkmatiger wordt
verdeeld.
Vergeet niet de gerechten nadat ze zijn
verwarmd, vooral baby- en kindervoeding, om te scheppen of te schudden.
Controleer of ze niet te heet zijn!
– op de bodem van de binnenruimte
drie borden met een Ø van 20 cm in
een driehoek neerzetten, twee bor-
den met een Ø van 22 cm naast el-
kaar zetten of twee borden met een
Ø van 24,5 cm diagonaal neerzetten,
– op de glazen opvangschaal twee
borden met een Ø van 20 cm naast
elkaar of twee borden van Ø 22 cm
diagonaal neerzetten.
48
Page 49
Tabel voor het verwarmen
Verwarmen
dranken **hoeveelheidAutoma-
tisch-
programma
koffie, drinktemperatuur 60 – 65°C
1 kopje, 0,2 l
–
melk, drinktemperatuur 60 – 65°C
water
aan de kook brengen
babyfles (melk)
X = Gewicht van het levensmiddel invoeren; vermogen en tijd worden automatisch gekozen.
*Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
** Plaats het kookstaafje in het glas of de beker!
*** De tijden gelden voor gerechten die als ze in de oven worden gelegd, een temperatuur
hebben van ca. 5 °C .
Bij levensmiddelen die normaal gesproken niet in de koelkast worden bewaard, wordt uitgegaan
van een kamertemperatuur van ca. 20 °C.
Gerechten worden tot op een temperatuur van ca. 70 – 75 °C verwarmd, met uitzondering van
babyvoeding en niet gebonden sauzen.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
49
Page 50
Koken
Voor het koken van levensmiddelen
kunt u gebruiken:
– het met de magnetron uitgevoerde
automatische programma
"Koken
– de verwarmingssoort "Magnetron h";
– de verwarmingssoort "Hetelucht D";
– het combinatieprogramma
"Magnetron + Hetelucht h+ D";
– het combinatieprogramma
"Magnetron + Grilleren h+J".
Het automatische programma is aan
te bevelen voor het koken van vlees en
gevogelte zonder bruin korstje, vis,
soep, éénpansgerechten en groenten.
De verwarmingssoort Magnetron is
onder andere geschikt voor het koken
van ovenschotels of voor het wellen
van gerechten, zoals rijstepap en griesmeel.
Kies voor het aan de kook brengen een
vermogen van 850 W en voor het doorkoken een vermogen van 450 W resp.
voor het afmaken een vermogen van
150 W.
De verwarmingssoort Hetelucht kunt
u kiezen voor het smoren en het blancheren van bijv. aardappels of groenten.
Q";
Magnetron
Doe het gerecht in een schaal die geschikt is voor gebruik in de magnetron
en laat het afgedekt gaar worden.
Zet de schaal op de bodem van de binnenruimte.
De kooktijd van groente varieert al naar
gelang de versheid. Verse groente bevat meer water en is daardoor sneller
gaar. Bij groente die u al wat langer
heeft bewaard, moet u wat water toevoegen.
Tijdens het koken moet u het gerecht
mintens één keer omscheppen. Bij het
automatische programma wordt u daar
d.m.v. een akoestisch signaal aan herinnerd.
Levensmiddelen met een harde schil,
zoals tomaten, worstjes, in de schil gekookte aardappels of aubergines moet
u eerst inkepen of er een paar gaatjes
in prikken, zodat de waterdamp kan
ontsnappen en de levensmiddelen niet
exploderen.
Eieren kunnen alleen met speciaal serviesgoed in de magnetron worden gekookt. Dit is bij speciaalzaken verkrijgbaar. Ingemaakte eieren kunnen wel in
de magnetron als u er eerst met een
speld in prikt.
Kies een combinatieprogramma als u
de kooktijd wilt verkorten en een bruin
korstje wilt krijgen.
Het combinatieprogramma Magne-tron + Grilleren is bijzonder geschikt
voor het koken en gratineren of bruineren van bijv. ovenschotels of toast.
50
Page 51
Koken
Verwarmingssoort Hetelucht
Schuif de glazen opvangschaal met
het verstelbare rooster in de eerste inschuifhoogte.
Voor deze verwarmingssoort is het volgende serviesgoed geschikt:
vuurvaste glazen schalen, porselein,
römertopf, pan met hittebestendige
handgrepen.
Dek de gerechten die moeten smoren
of blancheren, zoals aardappels of
groenten, af. Daarmee voorkomt u dat
ze uitdrogen.
Als u wilt dat gerechten zoals vlees een
korstje krijgen, moet u deze onafgedekt
koken.
Combinatieprogramma’s
Zet het serviesgoed op de glazen opvangschaal en schuif deze in de eerste
inschuifhoogte.
U dient zeer bederfelijk voedsel (zoals vis) goed gaar te laten worden.
Houd voor dit voedsel uitsluitend de
tijden in de tabellen aan!
Gebruik alleen hittebestendig servies dat geschikt is voor gebruik in
de magnetron. Geen metalen servies!
Dek de gerechten af bij het combinatieprogramma Magnetron + Hetelucht.
Daarmee voorkomt u dat ze uitdrogen.
Bij het combinatieprogramma Magnetron + Grilleren moet u de gerechten
onafgedekt koken. Ze worden anders
niet gebruineerd.
51
Page 52
Koken
Tabel voor het koken
gerecht
forel2 st. à 250 g– 4+5 – 62 – 3
desserts
abrikozenmousse
vanillemousse
vlees- en gevogelte
zonder bruine korst,
vis, fruit, soep, éénpansgerecht, groente
X = Gewicht van het levensmiddel invoeren; vermogen en tijd worden automatisch gekozen.
* Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
hoeveelheidAutoma-
1
/2 l
1
/2 l
tisch
programma
–
–
X– – 2 – 3
vermogen
850 W + 450 W
Tijd Tijd
in min. in min.
4 – 5
5 – 6
–
–
doorkook-
tijd bij
kamertempe-
ratuur *
in min.
–
–
52
Page 53
Tabel voor het koken en gratineren / bruineren
Koken
gerecht
gevulde paprika’s
1)
kant-en-klaar-lasagne
ovenschotel met kaas
gehakt, gevuld met
groente
gegratineerde aardappels met kaas
vis met een korstje
gegratineerde kabeljauw
* Het verdient aanbeveling om groente, sauzen en vullingen afgedekt voor te koken
** Voor grilleren 5 minuten voorverwarmen; gerecht op het rooster leggen
1) eerste inschuifhoogte
2) tweede inschuifhoogte
3) bodem van de binnenruimte
De glazen opvangschaal met het rooster in de genoemde inschuifhoogte plaatsen.
Doorkooktijd bij kamertemperatuur:
ca. 5 minuten, bij kooktijden onder de10 minuten ca. 2 minuten.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
tijd
in min.
10 – 12
22 – 24
8 – 12**
28 – 30
25 – 27
8 – 12**
14 – 18**
tijd in min.
–
–
–
–
–
–
–
53
Page 54
Ontdooien en verwarmen / koken
Voor het gelijktijdig ontdooien en verwarmen of koken van levensmiddelen
kunt u gebruiken:
– de verwarmingssoort "Magnetron h";
– het combinatieprogramma
"Magnetron + Grilleren h+J".
De verwarmingssoort Magnetron is
aan te bevelen voor ingevroren levensmiddelen, die niet gebruineerd hoeven
te worden.
Het combinatieprogramma is aan te
bevelen voor ingevroren gerechten die
moeten worden gegratineerd en gebruineerd.
Verwarmingssoort Magnetron
Ingevroren gerechten kunt u met 850 W
en 450 W gelijktijdig ontdooien en verwarmen of koken.
De tijden kunt u vinden in de tabel op
de volgende bladzijde.
Haal het gerecht uit de verpakking en
leg het in een schaal die geschikt is
voor gebruik in de magnetron. Laat het
afgedekt ontdooien en warm, resp.
gaar worden.
Soep of groente af en toe doorroeren.
Plakjes vlees voorzichtig van elkaar halen en halverwege de ontdooitijd omkeren. Vis moet u ook halverwege omkeren.
Combinatieprogramma
Voor ingevroren gerechten die moeten
worden gegratineerd en gebruineerd
kunt u het combinatieprogramma Magnetron + Grilleren kiezen. Kies een vermogen van 450 W en een temperatuur
van 220 – 250 °C.
Doe het gerecht in een hittebestendige
schaal die geschikt is voor gebruik in
de magnetron en plaats de schaal op
de glazen opvangschaal. De glazen opvangschaal op de tweede inschuifhoogte in het apparaat schuiven. Dek het gerecht niet af.
Gerechten in aluminium bakjes kunnen
direct op de glazen opvangschaal worden gezet.
Mocht het gerecht niet naar wens zijn
gebruineerd, zet de schaal dan de volgende keer op het verstelbare rooster
en schuif dit met de glazen opvangschaal op de eerste inschuifhoogte in
het apparaat.
Ingevroren gerechten die volgens de
aanwijzingen op de verpakking in de
oven kunnen worden bereid, zijn ook
geschikt voor bereiding in de magnetron.
54
Page 55
Ontdooien en verwarmen / koken
Tabel voor het ontdooien en verwarmen / koken van diepvriesproducten
gerechthoeveel-
soep
crèmesoep
heldere runderbouillon
met groente
maaltijdsoep
vis
visfilet
zalmfilet
in kruidenroomsaus
vlees
tartaartje
gebraden stuk vlees
goulash
gehaktballetjes in saus
kipperagout
groente
prei met roomsaus
spruitjes
1
+
/8 l water
groenteschotel
1
+
/8 l water
rijst-, pastagerechten (schotels)
paella
+ 0,1 l water
tortellini
+ 0,2 l melk
lasagne
* Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
heid
0,75 l
0,8 l
0,75 l
400 g
400 g
160 g
450 g
250 g
450 g
450 g
450 g
300 g
400 g
400 g
450 g
420 g
vermogen
850 W + 450 W
Tijd Tijd
in min. in min.
7
8
7
4
3
3
3
3
3
3
4
4
5
6 – 7
5
3
+
8 – 10
+
10 – 12
+
8 – 10
+
10 – 12
+
10 – 12
+
+
+
+
+
+
+
+
+
–
7 – 8
5 – 6
6 – 7
7 – 8
7 – 8
4 – 5
6 – 7
–
4 – 5
10 – 12
doorkooktijd
bij kamer
temperatuur *
in min.
2
2
2
2
2
1
1
1
2
2
2
2
3
2
2
2
55
Page 56
Ontdooien en verwarmen / koken
Tabel voor het ontdooien en verwarmen / koken
en gratineren / bruineren van diepvriesproducten
Combinatieprogramma
Magnetron + Grilleren
gerecht
pizza
lasagne
aardappelschotel
met broccoli en ham
ovenschotel van volkoren
macaroni met groente en
ham
visfilet
2 hamburgers
* * Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
Doe het gerecht in hittebestendig serviesgoed dat geschikt is voor gebruik in de magnetron.
Gerechten in aluminium bakjes kunnen direct op de glazen opvangschaal worden gezet.
Dek het gerecht niet af.
De glazen opvangschaal op de tweede inschuifhoogte in het apparaat schuiven.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
gewichtvermogen
250 g
450 g
350 g
350 g
450 g
250 g
in W
450
450
450
450
450
450
tempertuur
in °C
250
220
220
220
220
250
tijd
in min.
8 – 10
14 – 16
14 – 16
16 – 18
18 – 20
8 – 10
doorkooktijd
bij kamer-
temperatuur *
in min.
2
2
2
2
2
2
56
Page 57
Grilleren
Voor het grilleren van levensmiddelen
kunt u gebruiken:
– de verwarmingssoort "Grilleren J";
– de verwarmingssoort "Grilleren met
luchtcirculatie I";
– het combinatieprogramma
"Magnetron + Grilleren h+J";
– het combinatieprogramma
"Magnetron + Grilleren met
luchtcirculatie h+I".
Plaats altijd het vetfilter voor de aanzuigopening van de ventilator als u
"Grilleren met luchtcirculatie" gebruikt (zowel solo als in een combinatieprogramma).
De verwarmingssoort Grilleren is aan
te bevelen voor platte stukken vlees zoals karbonade, biefstuk en hamburgers
en voor toast en belegde toast.
De verwarmingssoort Grilleren metluchtcirculatie is aan te bevelen voor
het grilleren van vlees met een vrij grote doorsnede, zoals rollade en gevogelte.
Gebruik bij de combinatieprogram-ma’s tijdens de hele bereiding een vermogen van maximaal 300 W.
Grilleren
U moet het verwarmingselement van
de grill ca. 5 minuten voorverwarmen.
De deur van het apparaat moet daarbij
gesloten zijn.
Gebruik de verwarmingssoort "Magnetron" niet.
Besprenkel het rooster als u gaat grilleren met olie en leg het gerecht erop.
U kunt het beste stukken vlees van gelijke grootte tegelijk bereiden, zodat de
bereidingstijd niet teveel verschilt.
Schuif de glazen opvangschaal met
het verstelbare rooster in het apparaat:
– als u platte gerechten wilt grilleren
op de tweede inschuifhoogte in het
apparaat,
– als u gerechten met een grotere
doorsnede wilt grilleren op de eerste
inschuifhoogte.
Keer het gerecht halverwege om.
Als grotere stukken vlees tijdens het
grilleren aan de oppervlakte al sterk gebruineerd, maar in de kern nog niet
gaar zijn, kunt u met een lagere temperatuur verder grilleren.
Voordat u gaat grilleren
Spoel het vlees snel onder koud stromend water af. Droog het goed af.
Zout het vlees niet vóór het grilleren,
omdat het vlees dan teveel vocht verliest. Bestrijk mager vlees alleen met
olie. Andere soorten vet worden zwart
of veroorzaken rookontwikkeling. Platte
stukken vis maakt u als gewoonlijk
schoon. Daarna licht zouten en met citroensap besprenkelen.
Is het vlees gaar ?
Als u wilt weten in hoeverre het vlees
gaar is, druk er dan met een lepel op.
– Wanneer het vlees zacht aanvoelt is
het rood van binnen.
– Wanneer het vlees niet echt zacht
maar ook niet echt hard aanvoelt is
het roze van binnen ("medium").
– Wanneer het vlees hard aanvoelt is
4) Plaats het vetfilter bij "Grilleren met luchtcirculatie" en bij het combinatieprogramma "Magnetron + Grilleren met luchtcirculatie".
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
2)
Grilleren met
luchtcirculatie
tempera-
tuur
in °C
totale
grilltijd
in min.
4)
totale
grilltijd
in min.
3)
3)
Magnetron + Grilleren
met luchtcirculatie
vermogen
in W
temperatuur
in °C
4)
totale
grilltijd
in min.
3)
58
Page 59
Braden
Voor het braden van levensmiddelen
kunt u gebruiken:
– de verwarmingssoort
"Braadautomaat E";
– het combinatieprogramma "Magne-
tron + Braadautomaat h+E".
Plaats voor het braden op het rooster altijd het vetfilter voor de aanzuigopening van de ventilator.
Met de verwarmingssoort Braadauto-maat krijgen vlees en gevogelte een
bruin korstje.
Voor het braden is minder tijd nodig als
u het combinatieprogramma kiest.
Het combinatieprogramma is niet geschikt voor het braden van biefstuk en
filet. Het vlees zou van binnen gaar worden, voordat het een krokant korstje
krijgt.
Zet het vlees of gevogelte in de magnetron als deze koud is, behalve biefstuk
en filet. In deze gevallen moet de binnenruimte worden voorverwarmd volgens de aanwijzingen in het recept.
U kunt het vlees het beste in een gesloten braadpan braden:
– Het vlees blijft van binnen mals.
– De binnenruimte blijft schoner dan
wanneer u het rooster gebruikt.
Haal halverwege de tijd het deksel van
de pan. Zo krijgt het vlees een bruin
korstje.
Braadautomaat
Schuif de glazen opvangschaal met
het verstelbare rooster op de eerste inschuifhoogte in het apparaat.
Als servies kunt u bij het braden gebruiken: ovenschalen, braadpannen, vuurvaste glazen schalen, braadfolie, römer-
topf.
Het servies moet voorzien zijn van hittebestendige handgrepen.
De bereidingstijd bij het braden is afhankelijk van het soort vlees en de
grootte en de dikte van het vlees.
U kunt de bereidingstijd als volgt berekenen:
Vermenigvuldig de hoogte van het stuk
vlees met de tijd die dit vlees per cm.
nodig heeft. Zie tabel.
Voorbeeld: stuk rundvlees, 8 cm hoog
8 x 15 minuten per cm = 120 min. bereidingstijd.
Hoe groter het stuk vlees is, des te lager te temperatuur. Stel vanaf 3 kg een
temperatuur in die ca. 10 °C lager is
dan in de tabel voor het braden is aangegeven. Het braden duurt daardoor
weliswaar iets langer, maar het vlees
wordt gelijkmatig gaar en krijgt geen te
dikke korst.
Bij braden op het rooster moet de temperatuur 20°C lager worden ingesteld
dan bij braden in de pan.
59
Page 60
Braden
Het vlees wordt aan het einde van de
bereidingstijd bruin. Het wordt extra
bruin als u de laatste 15 tot 20 minuten
vóór het einde van de bereidingstijd
het deksel van de pan haalt.
Stel voor het braden geen hogere temperatuur in dan is aangegeven. Bij een
te hoge temperatuur wordt het vlees
weliswaar bruin, maar niet gaar.
Magnetron + Braadautomaat
Schuif de glazen opvangschaal met
het verstelbare rooster in de eerste inschuifhoogte in het apparaat.
Gebruik alleen hittebestendig serviesgoed zonder metalen deksel. Microgolven kunnen niet door metaal heendringen en worden dus niet door de
inhoud van de pan opgenomen.
Bij het gebruiken van braadfolie
– moet u erop letten dat de folie ca.
40 cm langer is dan het vlees en
– dat u het geheel zorgvuldig met een
draadje (garen) dichtmaakt.
Neem ook de aanwijzingen door in de
rubriek "Serviesgoed dat geschikt is
voor de magnetron".
Als u de Braadautomaat gebruikt, stel
dan
– voor het braden van vlees en vis een
vermogen van 300 W
– en voor het braden van gevogelte
een vermogen van 150 W in,
en wel voor de totale bereidingstijd.
Na het braden
Haal het vlees uit de ovenruimte, wikkel
het in aluminiumfolie en laat het ca.
10 minuten staan. Dan verliest het
vlees minder braadvocht als u het
snijdt.
Tips voor het braden
Braden in de pan
Kruid het vlees en leg het in een met
koud water omgespoelde pan.
Doe er vlokjes boter of wat olie of vet
overheen.
Bij grote stukken mager vlees (2 – 3 kg)
en bij vet gevogelte ca.
voegen.
Braden op het verstelbare rooster
Mager vlees kunt u met wat vet bestrijken, met plakjes spek bedekken of larderen.
Giet er tijdens het braden niet teveel
vocht bij, want dan wordt het vlees niet
goed bruin.
Het braden van gevogelte
Het vel van gevogelte wordt knapperig
als u het 10 minuten voor het einde van
de bereidingstijd bestrijkt met water
waarin u wat zout heeft opgelost.
Het braden van ingevroren vlees
Ingevroren vlees tot ca. 1,5 kg kunt u direct met de braadautomaat braden zonder het van tevoren te ontdooien. De
bereiding duurt per kg dan wel ca.
20 minuten langer.
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een ovenruimte die niet is voorverwarmd.
1) Plaats het vetfilter bij het gebruik van de Braadautomaat en bij het combinatieprogramma
2) Braden in een pan
3) Ovenruimte voorverwarmen
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
(ca. 1 kg)190 – 21035 – 45 – – –
"Magnetron + Braadautomaat".
Wordt het vlees op het rooster bereid, stel dan de temperatuur 20 °C lager in.
in °C
2)
1)
tijd
in min.
Magnetron + Braadautomaat
vermogen
in W
temperatuur
in °C
2)
1)
tijd
in min.
61
Page 62
Bakken
Voor het bakken van gerechten kunt u
gebruiken:
– de verwarmingssoort "Hetelucht D";
– het combinatieprogramma
"Magnetron en Hetelucht h+D".
De verwarmingssoort Hetelucht is
aan te bevelen voor het bakken van
koekjes, biscuitdeeg, soezendeeg, bladerdeeg en appelflappen.
Het combinatieprogramma is aan te
bevelen voor het bakken van deeg met
een langere baktijd, bijv. gistdeeg,
cakebeslag en kneeddeeg.
Verwarmingssoort Hetelucht
Vaak worden er bij het bakken hogere
temperaturen ingesteld dan in de tabellen aangegeven. Dat verkort weliswaar
de baktijd, maar heeft niet zelden tot
gevolg dat het gerecht niet gelijkmatig
bruin wordt.
Als u een iets lagere temperatuur en
een iets langere baktijd instelt, dan
wordt het gerecht gelijkmatig bruin.
Combinatieprogramma
Schuif de glazen opvangschaal met
het rooster op de eerste inschuifhoogte
in het apparaat en zet de bakvorm
erop.
Schuif de glazen opvangschaal met het
rooster op de eerste inschuifhoogte in
het apparaat en zet de bakvorm erop.
Schuif de glazen opvangschaal niet
helemaal tegen de achterwand aan
(houd ongeveer 2 cm afstand). Anders wordt het gerecht ongelijkmatig gebruind.
Alle hittebestendige bakvormen zijn geschikt, ook lichte bakvormen van dun
materiaal.
Kies geen al te lange baktijd, want dan
droogt het gebak uit.
62
Schuif de glazen opvangschaal niet
helemaal tegen de achterwand aan
(houd ongeveer 2 cm afstand). Anders wordt het gerecht ongelijkmatig gebruind.
Gebruik bij voorkeur bakvormen van hittebestendig glas of keramiek, omdat
microgolven door dit materiaal heen
kunnen dringen.
Bakvormen van metaal daarentegen
zijn niet geschikt omdat de microgolven door het metaal worden gereflecteerd. De microgolven kunnen alleen
van boven bij het gerecht komen.
Page 63
Bakken
Bovendien kunnen er bij metalen bakvormen vonken ontstaan. Zet de vorm
dan iets anders op de glazen opvangschaal.
Is het probleem dan nog niet opgelost,
gebruik deze vorm dan niet nog een
keer voor het combinatieprogramma.
Gebruik geen papieren bakvormen
met aluminiumfolie. Dit in verband
met gevaar voor brand!
Stel voor de gehele baktijd de magnetron in. Het vermogen mag niet hoger
zijn dan 150 W.
In de tabel voor het bakken van gerechten, die op de volgende bladzijde
staat, zijn temperaturen en vermogens
aangegeven. Daarbij is rekening gehouden met de bakvorm, de hoeveelheid
en het soort deeg en de manier van
bakken. In het algemeen kunt u de gemiddelde temperatuur kiezen.
De bereidingstijd is afhankelijk van de
bakvorm, de hoeveelheid en het soort
deeg en de manier van bakken. Daarom is er bij de bereidingstijden in de tabel een marge aangehouden.
Controleer na afloop van de minimum
bereidingstijd of het gebak gaar is door
met een breinaald in het deeg te prikken. Als er geen deeg aan blijft kleven
is het gebak gaar.
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
Als de oven is voorverwarmd, worden de bereidingstijden ca. 10 minuten korter.
– de verwarmingssoort "Magnetron h";
– de verwarmingssoort "Hetelucht D".
Het volgende servies is geschikt om in
te maken:
– Weckpotten.
– Alleen voor Hetelucht: potten met
schroefdeksels. Gebruik alleen potten uit de speciaalzaak die geschikt
zijn voor inmaken.
Gebruik geen conservenblikken.
Bereid de weckpotten voor zoals u gewend bent.
U kunt maximaal 6 potten van een halve liter inmaken.
Magnetron
Sluit de potten alleen af met een
klem die geschikt is voor gebruik in
de magnetron of met doorzichtig
plakband.
Gebruik nooit metalen klemmen
i.v.m. brandgevaar.
Zet de potten op de bodem van de
ovenruimte.
Breng de inhoud met een vermogen
van 850 W aan het borrelen (d.w.z.
gelijkmatig opstijgen van luchtbelletjes in alle potten).
De daarvoor benodigde tijd hangt af
van
– de temperatuur van de inhoud van
de weckpot op het moment dat u
deze in de oven plaatst;
– het aantal potten.
De tijd die nodig is voordat er in alle
potten gelijkmatig luchtbelletjes opstijgen, is bij
Bij fruit zijn deze tijden voldoende voor
het inmaken.
Verlaag bij groenten het vermogen tot
450 W, nadat de inhoud is gaan borrelen en kook
– wortels ca. 15 minuten
– erwten ca. 25 minuten.
Hetelucht
Zet de potten op de glazen opvangschaal en schuif de schaal op de
eerste inschuifhoogte in het apparaat.
Giet er ca. 1/2 l water bij.
Nadat de inhoud is gaan borrelen:
– fruit:
Laat de potten nog 25 – 30 minuten lan-
ger in de magnetron staan. Gebruik
daarvoor de restwarmte.
– groenten:
Stel een temperatuur van 100 °C in.
Kook:
asperges, wortels . . . . 60 – 90 minuten
erwten, boontjes . . . . 90 – 120 minuten
Laat de potten nog 25 – 30 minuten langer in de magnetron staan. Gebruik
daarvoor de restwarmte.
Na het inmaken
Haal de potten uit de magnetron en
laat ze ca. 24 uur onder een doek op
een tochtvrije plaats staan.
Verwijder de klemmen of het plakband
en controleer of alle potten goed dicht
zitten.
Stel een temperatuur van
150 – 170°C in.
Deze temperatuur moet worden aangehouden totdat de inhoud gaat borrelen.
Heeft u 6 potten van 1/2 liter in de ovenruimte gezet, dan duurt dat ca. 30 –
35 minuten.
66
Page 67
Gerechten getest volgens DIN 44566
Geteste gerechten
gerechtge-
kip
ontdooien
rundergehakt
ontdooien
frambozen
ontdooien
diepvriesgoulash,
ontdooien en
verwarmen
spinazie
ontdooien en
verwarmen
baarsfilet
ontdooien en
verwarmen
erwten
ontdooien en
koken
wicht
1000 gAutomatisch
500 gAutomatisch
250 gAutomatisch
500 g850 W
450 g850 W
400 g850 W
300 g850 W
vermogentijd in
ontdooien
gevogelte
1,0 kg
150 W34 – 3810met de borst naar onderen
ontdooien
500 g
150 W18 – 2010 – 15onafgedekt ontdooien,
ontdooien fruit
250 g
150 W7 – 810
+450 W
+450 W
+450 W
+450 W
doorwarmtijd
min.
– 10met de borst naar onderen
– 10 – 15onafgedekt ontdooien, bij
– 10onafgedekt ontdooien
5
+10
5
+8
5
+5
3
+5
in min.
3gerecht afdekken,
3gerecht afdekken,
3gerecht afdekken,
3gerecht afdekken,
tips
leggen, onafgedekt
ontdooien, bij akoestisch
signaal omkeren
leggen, onafgedekt
ontdooien, halverwege de
tijd omkeren
akoestisch signaal
omkeren
halverwege de tijd
omkeren
na 5 min. even
omscheppen
na 5 min. omscheppen
na 5 min. omkeren
halverwege de tijd
omkeren
67
Page 68
Geteste gerechten
Gerechten getest volgens DIN 44566
gerechtge-
linzenstamppot
opwarmen
gehaktbrood
bereiden
kip braden900 gAutomatisch
wicht
1000 gAutomatisch
750 gAutomatisch
vermogentijd in
verwarmen
linzenstamppot
1,0 kg
600 W10 – 123gerecht afdekken,
gaar laten worden
vlees
750 g
850 W
+450 W
gaar laten worden
gevogelte
900 g
850 W
+450 W
doorwarmtijd
min.
– 3gerecht afdekken,
– 5onafgedekt gaar laten
41/2
+14
– 3met de borst naar
4
+8
in min.
5
3met de borst naar
tips
na het akoestisch signaal
doorroeren
halverwege de tijd
doorroeren
worden
onderen leggen,
bij akoestisch signaal
omkeren
onderen leggen,
halverwege de tijd
omkeren
68
Page 69
Gerechten getest volgens IEC 59 H
Geteste gerechten
gerechthoeveel-
test A
kandeel
test B
biscuitdeeg
test C
gehaktbrood
rundergehakt
ontdooien
aardbeien
ontdooien
heid
1000 g450 W28 – 30120servies:
475 g450 W7 – 85servies:
900 gAutomatisch
500 gAutomatisch
250 gAutomatisch
vermogentijd in min. doorwarmtijd
gaar laten
worden vlees
900 g
600 W
+450 W
ontdooien vlees
500 g
150 W17 – 195 – 10Niet afdekken bij
ontdooien fruit
250 g
150 W7 – 85
– 5servies:
7
+11
– 5 – 10niet afdekken bij
– 5niet afdekken bij
in min.
5
tips
Pyrex 3.226.85
niet afdekken
Pyrex 3.827.80
gerecht afdekken
Pyrex 3.838.80
gerecht afdekken
ontdooien,
na het akoestische
signaal omkeren
ontdooien,
halverwege de tijd
omkeren
ontdooien
69
Page 70
Geteste gerechten
Gerechten getest volgens DIN 44 547
gebakbakvorm /
spritsen1 glazen
zacht
biscuitdeeg
plaatkoek van
gistdeeg
1) eerste inschuifhoogte
2) eerste en tweede inschuifhoogte
glazen
opvangschaal
aantal
1)
schaal
2 glazen
schalen
springvorm
1 glazen
opvangschaal
1 glazen
opvangschaal
1)
2)
1)
1)
verwarmingssoort /
programma
Hetelucht–15035 – 40
Hetelucht–15040 – 45
Hetelucht–17030 – 35
Hetelucht–17050 – 60
Magnetron +
Hetelucht
vermogen
in W
15017044 – 50
temperatuur
in °C
tijd
in min.
70
Page 71
Andere geteste gerechten
Geteste gerechten
gebak /
gerecht
1)
cake
1)
eend
1700 g
varkensvlees
1500 g
3)
tosti
1) eerste inschuifhoogte
2) eerste en tweede inschuifhoogte
3) tweede inschuifhoogte
bakvorm /
glazen
opvangschaal
cakevormHetelucht–16055 – 65
cakevormMagnetron +
rooster op
glazen
opvangschaal
glazen
opvangschaal
1)
rooster op
glazen
opvangschaal
glazen
opvangschaal
rooster op
glazen
opvangschaal
verwarmingssoort /
programma
Hetelucht
Braad-
automaat
Magnetron +
braadautomaat
Braadautomaat
Magnetron +
braadautomaat
Grilleren– 250voorverwar-
vermogen
in W
15016040 – 44
–180100 – 120
15018070 – 80
–160120 – 140
30016070 – 80
temperatuur
in °C
men: 5 min.
max. 180 sec.
tijd
in min.
Grilleren:
71
Page 72
Reiniging en onderhoud
Front, bedieningspaneel
Neem het front en het bedieningspaneel met een mild reinigingsmiddel of
met een beetje afwasmiddel in water
af. Wrijf ze daarna met een zachte
doek droog.
Gebruik geen schuurmiddelen,
want deze veroorzaken krassen.
Het is aan te raden om bij een apparaat met een wit front na ieder gebruik
de handgreep van de deur met een
mild vetoplossend reinigingsmiddel,
bijv. afwasmiddel af te nemen. Zo voorkomt u dat vet of andere resten inbranden.
Roestvrijstalen front
Gebruik nooit middelen die het oppervlak aantasten, zoals zand-,
soda-, zuur-, of chloorhoudende reinigingsmiddelen.
Voor het onderhoud van het front is een
niet-schurend middel voor roestvrij
staal geschikt. Breng het gelijkmatig
aan. Wrijf het uit met een vochtige doek
en wrijf het front daarna droog.
Binnenruimte
De binnenruimte bestaat uit roestvrij
staal. Door de hoge temperaturen die
bij de traditionele verwarmingssoorten
worden gebruikt, kan het roestvrij staal
donkerder worden.
U kunt de binnenruimte het beste
reinigen iedere keer nadat u de
magnetron heeft gebruikt. Hoe langer u wacht met schoonmaken, des
te moeilijker wordt het om de oven
schoon te krijgen. In extreme gevallen is het zelfs onmogelijk.
Neem de binnenruimte met een mild reinigingsmiddel of met een beetje afwasmiddel in water af. Gebruik daarvoor
een doek, een zachte spons of een
zacht borsteltje.
Wrijf de binnenruimte daarna met een
zachte doek droog.
Mocht er iets aangekoekt zijn, reinig de
binnenruimte dan met een sponsje
voor servies en met een niet-schurend
reinigingsmiddel of met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Deze veroorzaken krassen.
72
Let bij het gebruik van ovensprays
beslist op de aanwijzingen van de
fabrikant. Spuit de ovenspray niet in
de openingen.
Neem de binnenruimte niet af met een
te natte doek, want dan kan er water in
de openingen komen.
Page 73
Reiniging en onderhoud
Aangekoekt vruchtensap en deeg kunt
u het beste verwijderen wanneer de
oven nog warm is.
Door gemorst vruchtensap kan de binnenruimte blijvend verkleuren.
Glazen achterwand
De glazen achterwand kan voor het reinigen uit de magnetron gehaald worden.
Til de glazen achterwand iets op en
verwijder hem.
Reinig de glazen achterwand in de
afwasautomaat of met de hand in
warm water met afwasmiddel.
Leg de glazen achterwand op een
glad oppervlak als u hem met de
hand reinigt, anders kan hij beschadigen
Gebruik geen schuurmiddel. Dit veroorzaakt krassen op het materiaal.
Bovenkant van de binnenruimte
Mocht de bovenkant van de binnenruimte bijzonder hardnekkige vlekken
vertonen, kunt u de bovenkant het beste reinigen na éérst het verwarmingselement voor het grilleren te hebben laten
zakken.
Laat het verwarmingselement pas
zakken als het koud is. U kunt zich
er anders aan branden.
Trek de bevestigingsknop naar beneden.
Plaats de glazen achterwand op de
juiste manier terug.
De openingen aan de achterkant
van de binnenruimte mogen niet bedekt worden.
Laat het verwarmingselement zakken.
Duw het grillverwarmingselement
niet met geweld omlaag, want daardoor kan het beschadigen.
73
Page 74
Reinging en onderhoudNuttige tips
Klap het element weer naar boven,
nadat u de bovenkant van de binnenruimte heeft gereinigd. De bevestigingsknop moet vastklikken.
Binnenkant van de deur
Houd de binnenkant van de deur
steeds schoon. Gebruik geen schuurmiddelen!
Controleer de deur iedere keer op beschadigingen. Mocht de deur beschadigd zijn, dan mag u totdat de Technische Dienst deze heeft gerepareerd de
magnetronfunctie niet gebruiken.
Accessoires
Vetfilter
Reinig het vetfilter in de afwasautomaat
of met de hand in warm water met afwasmiddel.
Rooster
Het rooster na ieder gebruik afwassen
en afdrogen. Verwijder aangekoekte
etensresten met een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal.
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet,
dan kan de gebruiker grote risico’s
lopen.
De volgende problemen kunt u echter
zelf oplossen:
Wat moet u doen als . . . .
. . . het display donker is?
Controleer of
– de stekker goed in het stopcontact zit;
– de zekering in orde is.
Is dit wel het geval
– neem dan contact op met de vakhan-
del of de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Controleer of de dagtijdweergave is
uitgezet (zie onder "Dagtijdweergave").
. . . u op een toets drukt, maar er
dan niets gebeurt?
Glazen opvangschaal
De opvangschaal kan in de afwasautomaat of met de hand worden afgewassen.
Gebruik geen schuurmiddelen, omdat
deze krassen veroorzaken.
Kookstaafje
Het kookstaafje kan in de afwasautomaat worden gereinigd.
74
Controleer of
– het controlelampje van de betreffen-
de druktoets brandt,
de kinderbeveiliging is geactiveerd (zie
de rubriek "Kinderbeveiliging").
Page 75
. . . het apparaat niet met de bereiding begint?
Controleer of
– de deur van het apparaat bij een be-
reiding met de verwarmingssoort
"Magnetron" wel goed is gesloten;
– er bij een bereidingsproces met de
verwarmingssoort "Magnetron" wel
een vermogen en een tijd is ingevoerd;
– er bij een combinatieprogramma wel
een vermogen en een tijd voor de
verwarmingssoort "Magnetron" en
een temperatuur voor de traditionele
verwarmingssoort zijn ingevoerd;
– er bij een automatisch programma
wel een gewicht is ingevoerd.
. . . de magnetron / verwarming wel
werkt, maar de binnenruimteverlichting niet?
Controleer of de binnenruimteverlichting is uitgezet (zie de rubriek
"Binnenverlichting uitzetten").
Is dit niet het geval, dan zijn de halogeenlampjes defect. U vervangt ze als
volgt:
Trek de stekker uit het stopcontact,
of schakel de zekering van de huisinstallatie uit.
Nuttige tips
Draai de lampafdekkingen los en verwijder deze (1).
Trek de halogeenlampjes eruit (2).
Zet er nieuwe halogeenlampjes in.
Aansluitgegevens van het halogeenlampje: 12 V, 10 W, thermisch belastbaar
tot 300 °C, fitting W271, fa. Osram,
type 64418
De draadjes moeten horizontaal naar
het apparaat wijzen. Druk de lampjes
zo ver naar binnen totdat u weerstand
voelt.
Schroef de lampafdekkingen er weer op.
Steek de stekker weer in het stop-
contact of schakel de zekering van
de huisinstallatie weer in.
75
Page 76
Nuttige tips
. . . de deur van het apparaat tijdens
een bereiding met een traditionele
verwarmingssoort opengaat en het
apparaat dan geen geluid maakt?
Dit is geen storing!
Als de deur tijdens een bereidingsproces opengaat, schakelt de deurcontactschakelaar de verwarming, en afhankelijk van de verwarmingssoort ook de
heteluchtventilator uit.
. . . er na een bereiding geluid te horen is?
Dit is geen storing!
Als er in de magnetron een bepaalde
temperatuur heerst, werkt de ventilator
nog een tijdje door. Komt de temperatuur daaronder, dan wordt de ventilator
voor de koele lucht automatisch uitgeschakeld.
Als de deur opengaat terwijl de ventilator nog doorwerkt, dan wordt deze
automatisch uitgeschakeld. Als de
deur vervolgens weer gesloten wordt,
dan werkt de ventilator nog een tijd
door.
. . . het gerecht na afloop van de ingestelde tijd niet warm, resp. gaar genoeg is ?
Controleer of de bereiding is onderbroken.
Zo ja, controleer dan of de magnetron daarna wel weer is aangezet.
Als u met Magnetron heeft gekookt /
verwarmd, controleer dan of u wel
die tijd heeft gekozen die overeenkomt met het ingestelde vermogen.
Hoe lager het vermogen, des te langer
de bereidingstijd.
Als u met Magnetron heeft gekookt /
verwarmd, controleer dan of er tussen
de start van deze bereiding en het
eind van een voorgaand bereidingsproces met Magnetron wel een wachttijd van 30 sec. is aangehouden.
. . . gebak nog niet gaar is na afloop
van de tijd die in de tabel voor het
bakken van gerechten staat aangegeven?
Controleer of
– de juiste temperatuur is ingesteld;
– u zich wel precies aan het recept
heeft gehouden. Als u meer vocht en
eieren toevoegt dan in het recept
staat, wordt het deeg vochtiger en
moet langer gebakken worden;
– of de glazen schaal tegen de achter-
wand aan is geschoven. In dat geval
is de bereidingstijd iets langer.
. . . gebak niet overal even bruin is
geworden?
Een verschil is er altijd.
Als het verschil te groot is, controleer
dan
– of de ingestelde temperatuur te
hoog is geweest;
– of de glazen opvangschaal tegen de
achterwand aan is geschoven;
– of het vetfilter voor de aanzuigope-
ning van de ventilator is geplaatst;
– van welk materiaal de bakvorm is
vervaardigd en welke kleur deze
heeft. Bakvormen van licht, helder
en dun materiaal zijn niet zo goed
geschikt.
76
Page 77
Nuttige tips
. . . de gerechten te snel afkoelen nadat ze met magnetron zijn verwarmd/
gekookt?
De warmte van de magnetron ontstaat
altijd eerst aan de buitenkant van het
gerecht en verplaatst zich vervolgens
naar het midden.
Wordt een gerecht dus op een hoog
vermogen verwarmd, kan het van buiten al warm zijn, maar van binnen nog
niet. Tijdens de doorwarmtijd wordt de
temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld, waardoor de warmte
naar binnen toe gaat en de buitenkant
kouder wordt.
Daarom moet u gerechten die uit verschillende ingrediënten bestaan, zoals
kant-en-klaar maaltijden en éénpansge-
rechten, opwarmen op een lager vermogen en gedurende een wat langere
tijd.
. . . de kookwekkertijd niet afloopt?
De kookwekkertijd loopt alleen af als
de deur van de oven is gesloten en de
toets "Start" is ingedrukt.
. . . de toetsen bij het snelkiessysteem niet apart zijn te bedienen
Controleer of
– de verwarmingssoort "Magnetron" is
gekozen;
– of er een tijd van max. 10 minuten is
ingevoerd. Een tijd van langer dan
10 minuten kan niet worden opgeslagen.
. . . u bij gebruik van de magnetron
vreemde geluiden hoort?
Controleer of
– er vonken onstaan door het gebruik
van metalen servies (zie de rubriek
"Serviesgoed dat geschikt is voor de
magnetron");
– het gerecht met aluminiumfolie is af-
gedekt.
Zo ja, verwijder de folie.
. . . een vermogen-tijd-combinatie
niet met "M" kan worden opgeslagen
Controleer of
– de verwarmingssoort "Magnetron" is
gekozen;
– of er wel een vermogen en een tijd
zijn ingesteld.
. . . voor een vermogen-tijd-combinatie de gewenste tijd niet kan worden
ingesteld?
Controleer of
– de som van de tijden voor alle
Memory-combinaties met een
vermogen van 1200 W 10 minuten
bedraagt;
– de som van de tijden voor alle
Memory-combinaties met een
vermogen van 850 W 60 minuten
bedraagt.
77
Page 78
Nuttige tipsTechnische Dienst
. . . er in het display een F in combinatie met een getal verschijnt?
Deze combinatie geeft een foutmelding
aan.
De foutmelding "F02" verschijnt als de
deur openstaat en de toets "Start"
wordt ingedrukt.
Schakel de zekering van de huisinstallatie uit en weer in, of trek de
stekker uit het stopcontact en steek
de stekker er weer in.
De foutmelding verdwijnt uit het display.
Als de foutmelding hierna nog steeds
of opnieuw brandt, moet u de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
waarschuwen.
Verschijnt er een F in combinatie meteen ander getal in het display, bijvoorbeeld "F10", "F11" of "F12",
waarschuw dan de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V.
Geef de foutmelding die in het display
verschijnt altijd door aan de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V.
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
– uw Miele-vakhandelaar
of
– de Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterkant van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk type magnetron u
heeft en welk nummer deze heeft.
Beide gegevens vindt u op de typeplaatje dat zich aan de voorkant van de
binnenruimte bevindt.
Miele Service Verzekering Certificaat
Voor informatie over het Miele Service
Verzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgaande folder raadplegen.
78
Page 79
Elektrische aansluiting
Deze oven mag alleen door een erkend
elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Deze oven wordt standaard geleverd
met een aansluitkabel en een stekker
met beschermingscontact (randaarde),
geschikt voor aansluiting op wisselspanning 50 Hz, 220-230 Volt.
De zekering dient te geschieden met
16 A.
Deze oven mag uitsluitend worden aangesloten op een stopcontact met beschermingscontact (randaarde).
Deze oven mag uitsluitend op een huisinstallatie worden aangesloten die volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
De elektrische huisinstallatie waarop
het apparaat wordt aangesloten moet
zijn voorzien van een aardlekschakelaar (richtlijnen van de EU voor Nederland).
Voordat u de oven aansluit, dient u de
aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met de
waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
Als de aansluitkabel is beschadigd
moet deze door de Technische Dienst
van Miele Nederland B.V. worden vervangen.
79
Page 80
Inbouwinstructies
Inbouw- en combinatiemogelijkheden
Het apparaat kan worden ingebouwd
– in een hoge kast in combinatie met
een gewone oven,
– in een hoge kast,
– in een onderkast.
Inbouwafmetingen
Inbouw in een hoge kast in combinatie met een gewone oven
Inbouw in een hoge kast
Inbouw in een onderkast
80
Als de oven met een kookplaat
wordt gecombineerd, moeten de inbouwinstructies van de kookplaat
worden opgevolgd.
Page 81
Inbouwinstructies
Sluit het apparaat op het elektriciteitsnet aan.
Plaats het apparaat tot de wasemlijst
in de inbouwkast en stel het apparaat.
Open de deur van het apparaat en
maak het apparaat met twee schroeven aan de zijwanden van de kast
vast.
Het apparaat mag alleen worden
gebruikt als het is ingebouwd.
818283
Page 82
Page 83
Page 84
Wijzigingen voorbehouden / 22 - F NL - 1597
Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.