Miele H 135 MB User manual

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Combi-magnetron H 135 MB
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vookomt hiermee onnodige schade aan uw apparaat. M.-Nr. 04 464 100
T
Page 2
Verwarmingssoorten i
h
Magnetron
D Hetelucht E Braadautomaat J Grilleren I Grilleren met luchtcirculatie
Automatische programma’s AUTO
Q Koken P Verwarmen
N Ontdooien
2
Page 3
Algemeen
b Display handmatige / automatische
programma’s
c Invoerdisplay d Display voor de gekozen instellingen e Display voor de
levensmiddelengroepen
- automatische programma’s -
f Display voor de klok g Functieschakelaar:
Voor het instellen van de verwarmingssoort / het programma
h +/- toets met controlelampje:
voor het kiezen van een vermogen / temperatuur, tijd, levensmiddelen­groep, gewicht
i Toets voor het onderbreken of
wissen van een bereidingsproces
j Toets voor het starten van een berei-
dingsproces, met controlelampje
k Toets voor het bevestigen van de
gekozen instellingen, met controlelampje
Accessoires
1
Verstelbaar rooster
2 Glazen opvangschaal 3 Kookstaafje
Vetfilter
Plaats het vetfilter als u op het rooster braadt met de verwarmingssoorten He­telucht, Braadautomaat en Grilleren met luchtcirculatie - zowel solo als in combinatie met Magnetron.
Bedieningspaneel
l Toets voor de Memory-functie M m Toets voor het snelkiessysteem c n Toets voor het invoeren van de
dagtijd
o Grillelement
p
Verlichting van de binnenruimte
q Tweede inschuifhoogte r Eerste inschuifhoogte s Uitneembare glazen achterwand t Aanzuigopening voor de ventilator u Typeplaatje
De vetdruppels die door de luchtcircu­latie worden meegenomen, worden door het vetfilter opgevangen. De bin­nenruimte en de achterwand blijven daardoor schoner.
3
Page 4
Inhoud
Functiebeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Verwarmingssoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Programma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Servies dat geschikt is voor de magnetron. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Bediening
Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Dagtijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Algemeen, Verwarmingssoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 27
Combinatieprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Automatische programma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Instellingen wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Functie "Memory", Snelkiessysteem, Automatische voorkeuze . . . . . . . . . 35, 36, 38
Deur openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Na afloop van de bereidingstijd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Kookwekker, Energiebesparende functies, Kinderbeveiliging . . . . . . . . . 41, 42, 44
Gebruiksmogelijkheden
Ontdooien, Verwarmen, Koken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45, 47, 50
Grilleren, Braden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57, 59
Bakken, Inmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62, 65
Geteste gerechten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Onderhoud
Reiniging en onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Nuttige tips. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Voor de installateur / elektricien
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Inbouwinstructies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
4
Page 5
Functiebeschrijving
Functies voor de bediening
Display en controlelampjes laten zien wat u doet
Zodra u een toets indrukt of aan de functieschakelaar draait, laten de dis­plays en de controlelampjes in het be­dieningspaneel zien wat u heeft ge­daan.
Verwarmingssoorten
– Magnetron h Hiermee kunt u gerechten in korte tijd ontdooien, verwarmen en koken. – Hetelucht D Hiermee kunt u gerechten met een hete luchtstroom bakken en koken. – Braadautomaat E Hiermee kunt u automatisch aanbraden en doorbraden. – Grilleren J Hiermee kunt u platte stukken vlees gril­leren. Houd tijdens het grilleren de deur gesloten. – Grilleren met luchtcirculatie I Hiermee kunt u grotere stukken vlees grilleren, bijv. rollade en gevogelte. Houd tijdens het grilleren de deur ge­sloten.
Combinatieprogramma’s
Hiermee kunt u de verwarmingssoort Magnetron met een conventionele ver­warmingssoort combineren.
Automatische programma’s
Met deze programma’s kunt u bepaal- de levensmiddelen koken
P en ontdooien N met de
men magnetron.
Q, verwar-
De automatische programmas worden op het gewicht van het voedsel afge­stemd. Dat betekent dat u na het kie­zen van de levensmiddelengroep zelf het gewicht van het levensmiddel moet instellen. Vermogen en tijd worden dan door het apparaat gekozen.
Functie "Memory"
Hiermee kunt u maximaal 5 combina­ties van vermogen en tijd opslaan voor een bereiding met Magnetron, bijvoor­beeld als u gerechten wilt ontdooien en daarna meteen wilt koken.
Snelkiessysteem
Hiermee kunt u voor bereidingsproces­sen die u vaak kiest en die met de ver­warmingssoort Magnetron worden uit­gevoerd, vermogen en tijd opslaan.
Automatische voorkeuze
Hiermee kunt u een bereidingsproces max. 23 uur en 59 minuten van tevoren programmeren.
Kookwekker
Deze kunt u gebruiken voor bereidings­processen buiten dit apparaat, bijv. voor het koken van eieren.
Dagtijdweergave
Als het apparaat niet is ingeschakeld verschijnt in het display de dagtijd. De dagtijdweergave kan ook worden uitgezet.
5
Page 6
Functiebeschrijving
Veiligheidsvoorzieningen
Deurvergrendeling
Als een bereidingsproces met Magne­tron wordt gestart, wordt de deur ver­grendeld. De deur blijft tot het einde van de bereiding vergrendeld. U kunt de deurvergrendeling met de toets "Stop/C" ongedaan maken. De be­reiding wordt dan onderbroken.
Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging voorkomt u dat er ongewild gegevens worden inge­steld.
Maximale gebruiksduur
Een bereiding met een traditionele ver­warmingssoort kunt u starten zonder eerst een tijd in te voeren. Om te voor­komen dat het apparaat constant aan­staat en er brand ontstaat, wordt het apparaat afhankelijk van het gekozen systeem en temperatuur automa­tisch uitgeschakeld. Dit gebeurt 1 uur of max. 9 uur en 59 minuten nadat u het apparaat voor het laatst heeft be­diend.
Energiebesparende functies
Deurcontactschakelaar
Als u de deur tijdens een bereidings­proces met een traditionele verwar­mingssoort opent, worden verwarming en heteluchtventilator automa­tisch uitgeschakeld. Nadat u de deur heeft gesloten en de toets "Start" heeft ingedrukt, gaat de bereiding verder. U kunt de deur tijdens een bereidings­proces met een traditionele verwar­mingssoort ook openen zonder eerst de toets "Stop/C" in te drukken. Als u in dat geval de bereiding wilt voortzetten, hoeft u niet meer de starttoets in te drukken, maar alleen de deur dicht te doen.
Restwarmtebenutting
Bij de verwarmingssoorten "Hetelucht" en "Braadautomaat" wordt de verwar­ming automatisch uitgeschakeld, als de deur gesloten is en de nog aanwezi­ge hitte voldoende is voor de bereiding van het gerecht. Als er warmteverlies optreedt, wordt de verwarming automa­tisch weer ingeschakeld.
Na afloop van een bereidingsproces met de verwarmingssoort "Magnetron" kan er pas na 30 sec. opnieuw een be­reiding met "Magnetron" worden gestart.
6
Functie "Nachtverlichting"
U kunt het apparaat zo programmeren dat het licht in het display in de tijd tus­sen 22 uur en 6 uur zwakker wordt.
Verlichting binnenruimte uitschakelen
Als de verlichting van de binnenruimte niet tijdens de gehele bereiding inge­schakeld hoeft te zijn, kunt u deze uit­zetten. Als u de toets "Enter" indrukt, brandt de verlichting nog slechts 10 se­conden.
Page 7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak­kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een geringe belasting van het milieu en de mogelijkheden voor afval­verwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateri­aal remt de afvalproductie en het ge­bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge­meente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afge­dankt apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen de onderdelen vaak nog waardevol zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude apparaat via de dealer of via de ge­meente gerecycled kan worden (zorgt u ervoor dat het afgedankte apparaat tot die tijd buiten het bereik van kinde­ren wordt opgeslagen). U kunt hierover meer informatie vinden in de rubriek "Veiligheidsinstructies en waarschuwin­gen".
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de voorge­schreven veiligheidsbepalingen. Als het apparaat echter niet wordt gebruikt voor het doel waarvoor het is bestemd of als het op een ver­keerde manier wordt bediend, kun­nen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiks­aanwijzing door voordat u uw mag­netron voor het eerst gebruikt. U vindt hierin belangrijke instructies voor de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en u voor­komt onnodige schade aan uw ap­paraat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Deze magnetron is uitsluitend be-
stemd voor huishoudelijk gebruik en wel voor het ontdooien, verwarmen, koken, bakken, braden, grilleren en in­maken van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is voor eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroor­zaakt door gebruik voor andere doelein­den dan hier aangegeven of door fou­tieve bediening.
Technische veiligheid
Als de aansluitkabel is beschadigd
moet deze door de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. wor­den vervangen.
Gebruik het apparaat niet met de
verwarmingssoort Magnetron als
de deur van de oven is verbogen; de deurscharnieren los zitten; er gaatjes of scheuren in de omman-
teling, aan de deur of aan de binnen­wanden van de oven zitten. Als de magnetron is ingeschakeld kun­nen er in zon geval microgolven vrijko­men, die gevaarlijk kunnen zijn voor de gebruiker.
Maak de ommanteling van het ap-
paraat nooit open. Als onder stroom staande delen wor­den aangeraakt en/of er iets aan de elektrische en mechanische opbouw van het apparaat wordt veranderd, kan de gebruiker gevaar lopen en is het mo­gelijk dat het apparaat niet meer goed functioneert.
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (span­ning en frequentie) op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteits­net te vergelijken. Deze gegevens moe­ten beslist overeenkomen.
Het apparaat mag niet met een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Het veilig gebruik van het apparaat kan niet worden ge­waarborgd als het met een verleng­snoer is aangesloten.
8
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van dit ap-
paraat is uitsluitend gegarandeerd als het is aangesloten op een aardings­systeem dat volgens de geldende vei­ligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aard­draad.
Gebruik de magnetron alleen als
deze is ingebouwd. Dit om te voor­komen dat u per ongeluk elektrische onderdelen aanraakt.
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamhe­den en ondeskundig uitgevoerde repa­raties leveren gevaar op voor de gebruiker. De fabrikant kan daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld. Laat installatie- en onderhoudswerkzaamhe­den en reparaties uitsluitend uitvoeren door erkende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de stekker uit het stopcontact is
getrokken. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Gebruik
Algemeen
Het is belangrijk dat de tempera-
tuur in het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld en bovendien hoog ge­noeg is. Roer de gerechten daarom re­gelmatig door. Let hierbij ook op de aangegeven doorwarmtijden (de tijd waarin de warmte zich gelijkmatig over het gerecht kan verdelen) bij het ont­dooien, verwarmen en koken.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd die daarvoor nodig is, hangt af van ver­schillende factoren, zoals de tempera­tuur van de ingrediënten op het mo­ment dat het gerecht in de magnetron wordt gezet, de hoeveelheid, het soort voedsel, de kwaliteit ervan en eventue­le wijzigingen in het recept. Eventuele bacteriën in het eten worden alleen ge­dood wanneer de temperatuur hoog ge­noeg is (>70°C) en lang genoeg wordt aangehouden (>10 min.). Wanneer u twijfelt of een gerecht voldoende is ver­warmd, kies dan liever een iets langere tijd.
Houd er bij ontdooien, verwarmen
of koken met de magnetron reke­ning mee dat de tijden vaak veel korter zijn dan wanneer u een traditionele ver­warmingssoort gebruikt. Als gerechten te lang in de magnetron staan terwijl deze is ingeschakeld, drogen ze uit en kunnen zelfs in brand vliegen. Gevaar voor brand bestaat ook als u bijv. brood of kruiden te lang droogt. Blijf erbij staan als u dit doet.
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Houd de magnetron goed in de ga-
ten als u met olie en/of vetten werkt. Olie en vet kunnen in brand ra­ken.
Laat de deur van de magnetron ge-
sloten als de levensmiddelen in de binnenruimte rook ontwikkelen. Draai de functieschakelaar op "0" of trek de stekker uit het stopcontact. Open de deur pas wanneer de rook is wegge­trokken.
Verwarm nooit pure alcohol.
Pure alcohol kan in brand raken.
Gebruik bij inmaken in de magne-
tron nooit conservenblikken. Deze kunnen door overdruk uit elkaar sprin­gen en de oven beschadigen.
Dek gerechten af als u ze in de
magnetron laat staan. Anders kan de condens corrosie in het apparaat veroorzaken. Bovendien voorkomt u op deze manier dat de gerechten uitdro­gen.
Zorg ervoor dat zouthoudende ge-
rechten of vloeistoffen niet met roestvrij stalen wanden van de binnen­ruimte in aanraking komen, want dan kan er corrosie ontstaan. Gebeurt dat per ongeluk toch, verwijder deze zouthoudende gerechten of vloeistoffen dan direct en grondig.
8 kg is het maximum dat u op de
glazen opvangschaal en het ver­stelbare rooster mag leggen. Als u er meer op legt, kunnen deze accessoires beschadigen.
Als de deur open is, ga daar dan
niet op zitten of staan en zet er ook geen zware voorwerpen op. Het appa­raat kan anders beschadigen. 8 kg is het maximum gewicht dat de deur kan dragen.
Als de glazen opvangschaal heet
is, zet deze dan niet op een koud oppervlak, zoals een granieten werk­blad of tegeltjes, want dan kan de gla­zen opvangschaal beschadigen. Zet de schaal in zon geval op een onder­zetter van bijv. metaal.
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met de­len van het apparaat die onder span­ning staan en zo kortsluiting veroorza­ken.
Verwarmingssoort Magnetron
Als u de gerechten uit de magne-
tron haalt, controleer dan of de temperatuur goed is.
Let vooral bij het verwarmen van ba­byvoeding op de juiste temperatuur!
Verwarmde babyvoeding goed doorroe­ren of schudden. Proef er dan zelf even van, zodat u zeker weet dat de baby zich er niet aan verbrandt. Meet de juiste temperatuur niet aan de temperatuur van het serviesgoed! Als gerechten worden verwarmd, ont­staat de warmte in het voedsel zelf, waardoor het serviesgoed kouder blijft. Het serviesgoed wordt alleen warm door de warmte die het gerecht afgeeft.
10
Page 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Verwarm eten of drinken nooit in
een gesloten potje of fles. Bij zuigflessen moeten zowel de dop als de speen van tevoren worden ver­wijderd. Anders ontstaat er een druk waardoor het potje of flesje uit elkaar kan springen. Dit is levensgevaarlijk!
Als u een vloeistof wilt verwarmen
zet dan het meegeleverde kook­staafje in de beker of het glas.
Informatie over het kookstaafje: Het kan gebeuren dat bij het koken en vooral bij het verwarmen van vloeistof­fen het kookpunt van de vloeistof welis­waar is bereikt, maar dat er nog geen luchtbelletjes opborrelen. De vloeistof kookt dus nog niet gelijkmatig. Als u dan het glas of de beker uit de magne­tron haalt, kan de vloeistof ineens gaan borrelen en overkoken. U kunt zich daarbij branden. Als de vloeistof nog in de magnetron staat en plotseling te he­vig gaat koken, kan de deur vanzelf openspringen, waardoor u letsel kunt oplopen. Bovendien kan het apparaat beschadigen. U voorkomt dit door ge­bruik te maken van het kookstaafje.
Gebruik in de magnetron geen me-
talen pannen, geen aluminiumfolie, geen bestek, geen serviesgoed met een metalen laagje, geen kristal dat lood bevat, geen schalen met een kar­telrand, geen kunststof die niet tegen hitte is bestand, geen houten servies­goed. Gebruik ook geen metalen clips, geen kunststof en papieren clips waar ijzerdraad in zit, geen slagroombeker­tjes waarvan het dekseltje nog niet hele­maal is verwijderd. Als u deze voorwer­pen wel gebruikt, kan het serviesgoed beschadigen of kan er brand ontstaan. Het bijgevoegde verstelbare rooster is speciaal afgestemd op de microgolven en kan dus zonder problemen worden gebruikt.
Het verstelbare rooster wordt zeer
warm als u het in de magnetron ge­bruikt. Er ontstaat dan gevaar voor ver­brandingen.
Kook eieren in de schaal alleen
met speciaal serviesgoed. Ver­warm geen hardgekookte eieren in de magnetron. Door de druk kunnen ze uit elkaar springen, ook nadat u ze uit de magnetron heeft gehaald.
11
Page 12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Eieren zonder schaal mogen al-
leen in de magnetron worden be­reid als u van tevoren met een naald een paar gaatjes in het eigeel prikt. Als u dit niet doet, kan het eigeel na het koken door de hoge druk uit elkaar spatten. U kunt daarbij letsel oplopen.
Verwarm in de magnetron geen ge-
rechten in isolatieverpakking, zoals braadzakken voor kip. Deze verpakkin­gen bestaan o.a. uit een laagje alumini­umfolie dat de microgolven terugkaatst. Hierdoor raakt de folie oververhit en kan in brand vliegen.
Gebruik voor het koken in de mag-
netron geen porseleinen servies­goed e.d. met holle handgrepen. Hier kan vocht in gaan zitten, waardoor er druk ontstaat en het servies uit el­kaar kan springen. U loopt daarbij het risico zich te verwonden. Als de handgrepen goed ontlucht zijn, kunt u het servies wel gebruiken.
Als levensmiddelen een harde
schil hebben (tomaten, aubergi­nes, worstjes etc.), dan moet u eerst een paar gaatjes of inkepingen in de schil maken voordat de levensmidde­len in de magnetron worden verwarmd. Op deze manier kan de waterdamp ont­snappen en voorkomt u dat de levens­middelen ontploffen.
Traditionele verwarmingssoorten: He­telucht, Braadautomaat, Grilleren, Grilleren met luchtcirculatie
Als u met traditionele verwarmings­soorten werkt, ontstaan in de oven hoge temperaturen! Er bestaat dus gevaar voor verbrandingen.
Zorg ervoor dat kinderen van het
apparaat afblijven als het in wer­king is. De magnetron wordt niet alleen bij het venster in de deur warm, maar ook bijv. bij de afzuiging, de greep en het bedieningspaneel.
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de magnetron zet of er­uit haalt of de binnenkant van het appa­raat aanraakt. Vooral het grillelement boven in de binnenruimte wordt zeer warm bij de verwarmingssoorten "Grille­ren" en "Grilleren met luchtcirculatie", zowel solo als in combinatie met "Mag­netron". U kunt zich hieraan verbran­den!
Als u de bovenwand van de bin-
nenruimte wilt reinigen, laat dan eerst het grillelement afkoelen voordat u het naar beneden laat zakken. An­ders kunt u zich eraan verbranden.
Duw het grillelement niet met ge-
weld omlaag, want daardoor kan het beschadigen.
12
Page 13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik het apparaat niet om een
ruimte mee te verwarmen. Door de hoge temperatuurontwikkeling in de bin­nenruimte kunnen licht ontvlambare voorwerpen die zich in de buurt bevin­den gaan branden.
Als u een stopcontact in de buurt
van het apparaat gebruikt, let er dan op dat de aansluitkabel niet tussen de deur van de oven beklemd raakt. De aansluitkabel kan beschadigen en u loopt zo het risico een elektrische schok te krijgen.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak deze samen met de aan­sluitkabel onbruikbaar. Hiermee voor­komt u dat het apparaat verkeerd wordt gebruikt.
Als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de fabri­kant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even­tueel het gevolg van is.
13
Page 14
Voor het eerste gebruik
Neem de binnenruimte af met lauw­warm water waaraan een beetje reini­gingsmiddel is toegevoegd. Wrijf de binnenruimte daarna met een schone doek droog.
Doe de deur van het apparaat pas dicht als de binnenruimte droog is. Anders kunnen er onaangename geuren en corrosie ontstaan.
Bevestig deze keuze met de toets "Enter".
Enter
Was de accessoires af.
Bij nieuwe apparaten ontstaat altijd een onaangename geur als ze voor het eerst worden gebruikt. Als de tempera­tuur hoog is, verdwijnt de geur sneller.
Schakel daarom minstens één uur de verwarmingssoort "Hetelucht" in.
Kies met de functieschakelaar de
verwarmingssoort "Hetelucht". Stel met de + toets de hoogste tem-
Enter
Stel met de + toets een tijd in voor de bereiding (minstens 1 uur).
Druk op de toets "Start".
Als u deze voorbereidingen treft zorg er dan voor dat er voldoende lucht kan worden toegevoerd.
peratuur in.
14
Page 15
Verwarmingssoorten
Verwarmingssoort Magnetron h
Met de verwarmingssoort Magnetron worden gerechten in korte tijd ont­dooid, verwarmd en gekookt.
Functiebeschrijving
Het apparaat is uitgerust met twee magnetronbuizen ten de stroom om in elektromagneti­sche golven, de microgolven.
Zowel boven als onder de binnenruim­te bevindt zich een draaiende reflector
b. Deze buizen zet-
c. Met deze draaiende reflectoren wor-
den de microgolven gelijkmatig over de binnenruimte verdeeld.
Bovendien worden de microgolven door de zijwanden gereflecteerd, zodat de microgolven van alle kanten bij en in het voedsel kunnen komen. Hierdoor worden de levensmiddelen gelijkmatig verwarmd, ook als er op twee niveaus tegelijk wordt verwarmd, bijvoorbeeld op de bodem van de binnenruimte en de eerste inschuifhoogte.
Omdat de microgolven bij en in de ge­rechten moeten kunnen komen, moet het serviesgoed geschikt zijn voor ge­bruik in de magnetron.
Microgolven dringen door glas, porse­lein, karton en kunststof heen, maar niet door metaal. Gebruik daarom geen metalen pannen of schalen of pannen en schalen met een metalen laagje ter decoratie. Metaal kaatst de golven te­rug, waardoor vonken kunnen ont­staan. De microgolven worden niet door de gerechten opgenomen. Mits dus het juiste servies wordt gebruikt, dringen de microgolven meteen door tot in het gerecht.
15
Page 16
Verwarmingssoorten
Levensmiddelen bestaan uit molecu­len. Deze moleculen, vooral watermole­culen, worden door microgolven in tril­ling gebracht tot maar liefst 2,5 miljard bewegingen per seconde. Hierdoor ont­staat warmte, die zich vanaf de buiten­kant naar de binnenkant van het voed­sel verplaatst.
Hoe meer water een gerecht bevat, des te sneller wordt het verwarmd, resp. des te sneller kookt het.
De warmte ontstaat dus direct in het ge­recht, waardoor
– een gerecht over het algemeen met
weinig of geen toevoeging van vloei­stof of vet met de magnetron kan worden bereid;
– ontdooien, verwarmen en koken snel-
ler gaan dan met een traditionele be­reiding;
– voedingsstoffen zoals vitaminen en
mineralen voor het grootste deel be­houden blijven;
– de natuurlijke kleur en smaak van
het levensmiddel nauwelijks verande­ren;
– de temperatuur aan de oppervlakte
van het gerecht zo laag is, dat het gerecht niet bruin wordt.
Traditionele verwarmingssoorten
Tot de traditionele verwarmingssoorten behoren "Hetelucht", "Braadautomaat", "Grilleren" en "Grilleren met luchtcircula­tie".
Met de traditionele verwarmingssoorten worden gerechten gekookt en tegelij­kertijd gebruineerd.
Hetelucht D
Deze verwarmingssoort werkt met hete lucht.
De ventilator aan de achterwand van de oven zuigt lucht uit de oven aan, ge­leidt deze via een ringvormig verwar­mingselement en blaast de verwarmde lucht door de openingen van de achter­wand weer terug.
Omdat het voedsel direct wordt ver­warmd, is voorverwarmen niet nodig. Bij het braden van biefstuk en filet moet u de oven wel voorverwarmen.
Met Hetelucht kunt u op beide niveaus tegelijk braden en bakken.
Braadautomaat E
Bij de Braadautomaat werkt de oven eerst automatisch met een hoge tempe­ratuur, zodat het vlees snel dicht­schroeit. Daarna wordt automatisch overgeschakeld op de ingestelde tem­peratuur.
16
Page 17
Verwarmingssoorten
Grilleren J
Het verwarmingselement wordt door het grote vermogen al een paar minu­ten nadat de grill is ingeschakeld rood­gloeiend en geeft dan de infraroodstra­ling af die nodig is voor het grilleren.
Combinatieprogramma’s
Met de combinatieprogramma’s is het mogelijk gerechten snel te verwarmen en te koken en tegelijkertijd te bruine­ren.
De verwarmingssoort "Magnetron" kunt u combineren met iedere andere tradi­tionele verwarmingssoort.
Het beste kunt u de magnetron met de verwarmingssoort "Hetelucht" combine­ren. Met dit combinatieprogramma wordt het voedsel direct verwarmd. Daardoor is met dit programma voor het bereiden van het voedsel de minste tijd nodig en wordt er het meeste ener­gie bespaard.
Grilleren met luchtcirculatie I
Bij grilleren met luchtcirculatie wordt de hitte van het verwarmingselement door de ventilator over het gehele gerecht verdeeld. Daardoor kunt u een lagere temperatuur instellen dan bij gewoon grilleren.
Programma’s
Automatische programma’s
Met de automatische programmas wor­den de levensmiddelen met microgol­ven ontdooid, verwarmd en gekookt. Het vermogen en de tijd die daarvoor nodig zijn, worden door het apparaat automatisch gekozen. U hoeft alleen het soort en het gewicht van het levens­middel in te stellen.
Bij gebruik van een gecombineerd pro­gramma hoeft u, als u wilt bakken, in het algemeen geen hoger vermogen in te stellen dan 150 W, en als u wilt ko­ken, braden en grilleren geen hoger vermogen dan 450 W.
17
Page 18
Servies dat geschikt is voor de magnetron
De microgolven
– worden door metaal teruggekaatst,
Metaal
Metalen schalen, aluminiumfolie en bestek zijn niet geschikt voor ge­bruik in de magnetron, evenmin als serviesgoed met een metalen laag­je (bijv. een goud- of kobaltblauw randje ter decoratie).
Metaal kaatst microgolven terug, waar­door het gerecht niet warm kan worden.
Haal kant-en-klaar maaltijden in alumini­um bakjes eerst uit de verpakking en doe ze in een schaal die geschikt is voor de magnetron. Wanneer u dat niet doet, kunnen de alu­minium bakjes gaan kraken of zelfs von­ken afgeven. Bovendien worden de microgolven te­ruggekaatst en komt de warmte dus al­leen van boven. Verwarmt u het gerecht in een schaal die geschikt is voor de magnetron, dan wordt de warmte wel goed verdeeld.
dringen door glas en porselein heen,
worden door het gerecht opgeno-
men.
18
Uitzonderingen:
– Aluminiumfolie Stukken vlees met een ongelijkmatige vorm, zoals gevogelte, worden het bes­te ontdooid, verwarmd, resp. gaar als u de platte stukken de laatste paar minu­ten met stukjes aluminiumfolie afdekt.
Let op:
De folie moet minstens 2 cm van de binnenwanden van het apparaat verwij­derd zijn en mag niet tegen de wanden aankomen!
– Metalen spiezen en klemmen Deze kunt u alleen gebruiken als het stuk vlees veel groter is dan het metaal.
Page 19
Servies dat geschikt is voor de magnetron
Het meegeleverde verstelbare roos­ter is geschikt voor gebruik in de mag-
netron. Plaats het rooster echter niet op de bodem van de binnenruimte!
Het verstelbare rooster kan heet worden.
Glas
Vuurvast glas is zeer geschikt.
Kristalglas (dat vaak lood bevat) en glazen schalen met een gegolfde rand kunnen uit elkaar springen. Ze zijn daarom niet geschikt.
Porselein
Porseleinen serviesgoed is zeer ge­schikt.
Het mag echter geen metalen deco­ratie zoals een goudrand hebben, en ook geen holle handgrepen.
Kunststof
Kunststof serviesgoed mag alleen worden gebruikt met de verwar­mingssoort "Magnetron" - solo. Kunststof serviesgoed moet hittebe­stendig zijn (bestand tegen tempe­raturen van min. 180°C).
Als kunststof niet hittebestendig is, kan het gaan vervormen of zelfs smelten. Kunststof serviesgoed dat geschikt is voor gebruik in de magnetron is ver­krijgbaar in speciaalzaken.
Kunststof serviesgoed van melamine is niet geschikt omdat het energie op­neemt en daardoor te heet wordt. Informeer dus altijd eerst van welk ma­teriaal het kunststof serviesgoed is ge­maakt.
Serviesgoed van piepschuim, bijv. po­lystyreen, kunt u gebruiken als u ge­rechten maar eventjes wilt verwarmen.
Aardewerk
Beschilderd aardewerk is alleen ge­schikt als er glazuur over het motief heenzit.
Aardewerk kan heet worden.
Servies met glazuurlaagje of verf
Een aantal soorten glazuur en verf bevat metaal.
Daarom is dit serviesgoed niet geschikt voor de magnetron.
Kunststof kookbuiltjes kunt u gebrui­ken voor het verwarmen en koken van de inhoud. Prik eerst gaatjes in het builtje, zodat de stoom eruit kan.
Daardoor voorkomt u dat de druk in het builtje te hoog wordt en het uit elkaar spat.
U kunt ook braadfolie en braadzakken gebruiken. De braadfolie moet ca. 40 cm en de braadzak ca. 20 cm langer zijn dan het vlees. Het geheel moet zorgvuldig worden dichtgemaakt met een draadje (garen). De uiteinden kunt u omslaan en dichtbinden. Prik er gaat­jes in volgens de aanwijzingen op de verpakking.
19
Page 20
Servies dat geschikt is voor de magnetron
Gebruik geen metalen clips of kunst­stof paperclips waar ijzerdraad in zit in verband met brandgevaar.
Hout
Houten schalen of bakjes zijn niet geschikt.
Tijdens het koken verdampt het water in het hout waardoor het hout gaat uit­drogen en barsten.
Wegwerpbakjes
Wegwerpbakjes van kunststof zijn ge­schikt als ze voldoen aan de eisen die onder de paragraaf "Kunststof" staan.
Blijf bij het apparaat als u levens­middelen verwarmt of kookt in weg­werpbakjes van kunststof, papier of andere brandbare stoffen.
U kunt uit milieu-overwegingen beter geen gebruik maken van wegwerpbak­jes.
Het testen van serviesgoed
Als u niet zeker weet of u serviesgoed van glas, aardewerk of porselein voor de magnetron kunt gebruiken, kunt u dit als volgt controleren:
Kies met de functieschakelaar de verwarmingssoort "Magnetron".
Enter
Kies met de + toets het hoogste ver­mogen (1200 W).
Bevestig dit met de toets "Enter".
Enter
Stel met de + toets een tijd in van 30 seconden.
Plaats het servies leeg in het midden van de binnenruimte.
Sluit de deur.
20
Druk op de toets "Start".
Page 21
Servies dat geschikt is voor de magnetron
Gaat het serviesgoed vervolgens kraken en springen er vonkjes af, dan is dit serviesgoed niet geschikt voor de magnetron. Schakel de magnetron dan direct uit, door de functieschakelaar op "0" te draaien.
Ook serviesgoed dat warm aanvoelt als u het uit het apparaat haalt, is niet ge­schikt voor de magnetron.
Uitzondering: vuurvast aardewerk be­vat veel watermoleculen, waardoor het heet wordt. Het is echter wel geschikt voor gebruik in de magnetron.
Als u twijfelt, adviseren wij u bij de fabrikant of winkelier te informeren of het servies geschikt is voor ge­bruik in de magnetron.
Het bovenstaande is overigens geen controle of de holle handgrepen van het serviesgoed voldoende ontlucht zijn.
Met een deksel kunt u
– voorkomen dat er bij een langere
kooktijd, bijv. bij aardappelen, teveel waterdamp ontsnapt;
– ervoor zorgen dat het gerecht sneller
warm wordt;
Deze deksels zijn in verschillende ma­ten verkrijgbaar bij de speciaalzaak.
U kunt ook speciale magnetronfolie ge­bruiken. Pas op met gewone huishoud­folie. Deze kan gaan vervormen.
Dichte potjes, zoals potjes babyvoe­ding, moet u altijd eerst openmaken!
U gebruikt geen deksel – als u gepaneerde gerechten wilt ver-
warmen;
– als u een gecombineerd programma
gebruikt.
voorkomen dat het gerecht uitdroogt;voorkomen dat een gerecht aroma
verliest.
Dek gerechten daarom als u met de verwarmingssoort "Magnetron" werkt al­tijd af met een glazen of kunststof dek­sel dat geschikt is voor gebruik in de magnetron.
21
Page 22
Bedieningselementen
De bedieningselementen van dit appa­raat bestaan uit de functieschakelaar en de druktoetsen.
Met de functieschakelaar kiest u de gewenste verwarmingssoort / het ge­wenste programma.
Verwarmingssoorten:
h Magnetron D Hetelucht EBraadautomaat J Grilleren IGrilleren met luchtcirculatie
Combinatieprogramma’s:
h + D Magnetron + Hetelucht h + E Magnetron + Braadautomaat h + J Magnetron + Grilleren
De functieschakelaar kan zowel links­als rechtsom worden gedraaid.
Als de functieschakelaar zich niet op positie "0" bevindt, werkt de ventilator met een laag toerental en is de binnen­verlichting ingeschakeld.
Uitzondering: als de starttijd is voorge­programmeerd blijven de ventilator en de binnenverlichting tijdens de uitstel­tijd uitgeschakeld. De binnenverlichting kan met de toets "Enter" voor ca. 10 se­conden worden ingeschakeld.
Met de druktoetsen kunt u:
+
-
– Een instelling of wijziging bevestigen. De gekozen instelling wordt overgeno-
men en in het display aangegeven.
Stop/
C
– Een bereiding starten. De toets "Start" kan alleen worden be-
diend als de deur van de magnetron is gesloten.
Start
h + I Magnetron + Grilleren met
luchtcirculatie
Automatische programma’s:
Q Koken P Verwarmen
N Ontdooien
22
– Een gestart bereidingsproces onder-
breken.
Gekozen instellingen wissen.De deurvergrendeling (bereiding
met magnetron) opheffen.
Page 23
Enter
Bedieningselementen
– Een vermogen voor de magnetron
kiezen.
– Een temperatuur of tijd instellen of
veranderen. Als u dit stapsgewijs wilt doen, moet u de toets steeds kort indrukken; als u dit snel wilt doen, moet u de toets ingedrukt houden.
– Een levensmiddelengroep uitkiezen
en een gewicht instellen (bij automa­tische programma’s).
– De instellingsbeveiliging activeren
en opheffen (– toets).
De druktoetsen met controlelampjes kunnen alleen dan worden bediend, als het daarbijbehorende controle­lampje brandt. Brandt het controle­lampje niet, dan is de druktoets ver­grendeld. Uitzondering: Voor het activeren van de kinderbeveiliging wordt de desbetreffende toets ingedrukt zon- der dat het controlelampje brandt.
– Maximaal 5 combinaties van vermo-
gen en tijd opslaan, die u nodig hebt voor de verschillende fases in een bereiding met Magnetron, bijvoor­beeld als u gerechten wilt ontdooien en daarna meteen wilt koken.
– Voor bereidingsprocessen die u
vaak kiest en die met de magnetron worden uitgevoerd, vermogen en tijd opslaan.
De opgeslagen combinaties kiezen.
De kookwekker activeren.De dagtijd instellen, corrigeren en uit-
zetten.
– Een bereiding later laten beginnen.
23
Page 24
Dagtijd
Nadat het apparaat is aangesloten of de stroom is uitgevallen brandt in het display "12:00". De dubbele punt knip­pert. Als het apparaat is aangesloten en de dagtijd niet direct wordt ingesteld dan loopt de tijd vanaf "12:00" verder.
Dagtijd instellen
Om de dagtijd in te stellen moet u de functieschakelaar op "0" draaien.
2x
Druk 2 x op toets m.
In het display brandt "Dagtijd". De dubbele punt brandt constant.
Enter
+
-
Dagtijdweergave uitzetten
Druk binnen 4 seconden na het in­stellen of veranderen van de dagtijd nog een keer op de toets m.
Het display is donker.
Dagtijdweergave opnieuw oproepen
2x
Druk 2 x op de toets m.
In het display verschijnt de dagtijd met een constant brandende dubbele punt. Dit betekent dat de dagtijd kan worden veranderd. Als het systeem de dagtijd overneemt, begint de dubbele punt te knipperen.
Stel de dagtijd in met de +/- toets.
Als er 4 seconden lang geen dagtijd wordt ingesteld, neemt het systeem automatisch de ingestelde tijd over. U kunt de ingestelde tijd ook overne­men door op de toets "Enter" of op de toets "Start" te drukken. Als deze tijd wordt overgenomen, be­gint de constant brandende dubbele punt te knipperen.
24
Page 25
Bediening algemeen
Verwarmingssoort / program­ma kiezen
Kies met de functieschakelaar de ge­wenste verwarmingssoort / het ge­wenste programma.
U kunt kiezen uit:
de verwarmingssoort "Magnetron h";de traditionele verwarmingssoorten
"Hetelucht D", "Braadautomaat E", "Grilleren J en, "Grilleren met lucht­circulatie I";
– de combinatieprogrammas (verwar-
mingssoort "Magnetron" + traditione­le verwarmingssoort) en
– de automatische programmas "Ko-
Q", "Verwarmen P" en "Ont-
ken dooien N".
In het display brandt: – HANDMATIG,
als één van de verwarmingssoorten of een combinatieprogramma is ge­kozen;
h AUTOMATIC,
als een automatisch programma is gekozen.
Vermogen/temperatuur kiezen
Het apparaat stelt zelf voor de verwar­mingssoort "Magnetron" een vermogen en voor de traditionele verwarmings­soorten een temperatuur voor.
Magnetron
solo. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 600 W
combinatieprogramma . . . . . . . 300 W
Hetelucht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160°C
Braadautomaat* . . . . . . . . . . . . . 160°C
Grilleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220°C
Grilleren met luchtcirculatie. . . . . 200°C
* Doorbraadtemperatuur Aanbraadtemperatur 230°C
Komen deze instellingen niet overeen met het vermogen of de temperatuur in het recept, kunnen deze m.b.v. de +/- toets worden veranderd.
Bij de verwarmingssoort "Magne- tron" kunt u de volgende vermogens­standen kiezen:
Solo:
80 W, 150 W, 300 W, 450 W, 600 W, 850 W, 1200 W.
Combinatieprogramma’s:
80 W, 150 W, 300 W, 450 W.
Memory:
0 W, 80 W, 150 W, 300 W, 450 W, 600 W, 850 W, 1200 W.
Bij de traditionele verwarmingssoor- ten kunt u de volgende temperaturen instellen:
Solo, combinatieprogramma’s:
Hete lucht . . . . . . . . . . . . . . 30 – 200°C
Braadautomaat . . . . . . . . . 110 – 200°C
Grilleren. . . . . . . . . . . . . . . 200 – 250°C
Grilleren met luchtcirculatie 100 – 200°C De temperatuur verspringt per 5 °C.
25
Page 26
Bediening algemeen
Tijd instellen
Met de +/- toets stelt u de tijd in die u nodig heeft voor de bereiding.
De verwarmingssoort "Magnetron" :
Solo:
Hier verspringt de tijd als volgt: . . . tot 5 min. per 10 seconden
. . . van 5 tot 10 min. per 30 seconden . . . van 10 tot 30 min. per 1 minuut . . . van 30 tot 60 min. per 2 minuten
Is het maximale vermogen (1200 W) gekozen, kunt u een tijd instellen tot maximaal 10 minuten.
Combinatieprogramma’s:
Hier verspringt de tijd als volgt:
. . . tot 30 min. per 1 minuut . . . van 30 tot 90 min. per 2 minuten.
Wanneer u het combinatieprogram­ma "Magnetron + Grilleren" heeft ge­kozen, kunt u een tijd instellen tot maximaal 30 minuten.
De traditionele verwarmingssoorten
Hier verspringt de tijd per minuut.
Voor soloprogramma’s kunt u een tijd instellen tot maximaal 3 uur en voor combinatieprogramma’s tot maximaal anderhalf uur. Uitzonderingen: Als u bij de verwarmingssoort "Hetelucht" een temperatuur tot 100 °C heeft gekozen, kunt u een tijd instellen tot maximaal 9 uur en 59 minuten. Dit geldt zowel voor het soloprogramma als voor het combi­natieprogramma. Bij de verwarmingssoort "Grilleren" kunt u voor het soloprogramma een tijd instellen tot maximaal 1 uur en voor het combinatieprogramma een tijd tot maximaal 30 minuten.
In het display verschijnt de ingestelde tijd in uren : minuten.
W
In het display verschijnt de ingestelde tijd in minuten : seconden.
26
Page 27
Bediening - verwarmingssoort
Voor de verwarmingssoort Magnetron moeten vermogen en tijd worden inge­steld. Voor de traditionele verwarmings­soorten moet de temperatuur worden ingesteld; het is ook mogelijk om de tijd in te stellen.
Kies met de functieschakelaar de ge­wenste verwarmingssoort.
In het display verschijnt het door het apparaat voorgestelde vermogen, resp. de door het apparaat voorgestel­de temperatuur.
Enter
+
-
Komen deze instellingen niet over­een met het vermogen of de tempe­ratuur in het recept, verander deze dan m.b.v. de +/- toets.
Enter
+
-
Stel met de +/- toets een tijd in voor de bereiding.
Druk op de toets "Start".
De ingestelde tijd wordt overgenomen en verschijnt in het display voor de ge­kozen instellingen.
In het invoerdisplay wordt aangegeven hoe lang het programma nog gaat du­ren.
Het volgende geldt alleen voor de tra­ditionele verwarmingssoorten:
U kunt de bereiding ook starten zonder een tijd in te stellen.
Bevestig dit met de toets "Enter".
In het display verschijnt:
"0:00" (bij "Magnetron")
resp. "0h:00" (bij traditionele verwar-
mingssoorten):
Kies de temperatuur en druk daarna op de toets "Start".
De gekozen temperatuur wordt overge­nomen en verschijnt in het display voor de gekozen instellingen.
In het invoerdisplay verschijnt de tem­peratuur zoals deze op dat ogenblik in de binnenruimte is. De temperatuur stijgt per 1°C totdat de gekozen temperatuur is bereikt. Deze wordt dan constant aangegeven. Daalt de temperatuur weer, bijv. als de deur is geopend, gebeurt dat per 1°C.
27
Page 28
Bediening - combinatieprogramma’s
De verwarmingssoort Magnetron wordt met een traditionele verwarmingssoort gecombineerd. Voor het starten van het programma moeten vermogen, tijd voor de magnetron en temperatuur wor­den ingesteld. Daarnaast kan er ook een tijd voor de traditionele verwar­mingssoort worden ingesteld.
Kies met de functieschakelaar het gewenste programma.
Bevestig dit met de toets "Enter".
In het display voor de gekozen instellin­gen verschijnt de door het apparaat voorgestelde temperatuur voor de tradi­tionele verwarmingssoort.
In het display verschijnt het door het apparaat voorgestelde vermogen, t.w. "300 W".
Enter
+
-
Komt dit vermogen niet overeen met het vermogen zoals dat in het recept wordt opgegeven, verander dit dan m.b.v. de +/- toets.
Bevestig dit met de toets "Enter".
In het display verschijnt "0:00".
Enter
+
-
Enter
+
-
Kies met de +/- toets de gewenste temperatuur.
Als beide verwarmingssoorten de hele tijd moeten blijven ingeschakeld, hoeft u voor de traditionele verwarmingssoort geen tijd in te stellen.
Druk op de toets "Start".
De gekozen temperatuur wordt overge­nomen en verschijnt in het display voor de gekozen instellingen. De voor de verwarmingssoort "Magne­tron" ingestelde tijd wordt overgeno­men voor de traditionele verwarmings­soort en verschijnt in het display voor de gekozen instellingen.
Stel met de +/- toets de gewenste tijd voor de verwarmingssoort "Mag­netron" in.
28
In het invoerdisplay wordt de ingestel­de tijd afgeteld.
Page 29
Bediening - combinatieprogramma’s
Als een verwarmingssoort voortijdig moet worden uitgeschakeld, moet vóór de start van het programma een tijd voor de traditionele verwarmingssoort worden ingesteld:
Druk nadat u temperatuur hebt inge­steld op de toets "Enter".
In het display voor de instellingen ver­schijnt "0h:00".
Enter
+
-
Stel met de +/- toets de gewenste tijd in voor de traditionele verwar­mingssoort.
Is het kortere gedeelte van het pro­gramma afgelopen, dan klinkt er een akoestisch signaal. De verwarmings­soort waarmee dit gedeelte van het pro­gramma is uitgevoerd, wordt door het apparaat automatisch uitgeschakeld. De instellingen blijven tijdens de totale programmaduur in het display voor de gekozen instellingen staan.
Voorbeeld: Voor de verwarmingssoort "Magnetron"
wordt een tijd van 5 minuten ingesteld, voor de traditionele verwarmingssoort een tijd van 10 minuten.
Nadat het programma is gestart, wordt er in het display een tijd van 10 minu­ten aangegeven. De tijd wordt afgeteld tot "0".
In de eerste 5 minuten werkt het appa­raat zowel met de verwarmingssoort "Magnetron" als met de traditionele ver­warmingssoort.
Druk op de toets "Start".
De gekozen tijd wordt overgenomen en verschijnt in het display voor de geko­zen instellingen.
Het display geeft aan hoe lang de ver­warmingssoort waarvoor een langere tijd is ingesteld nog duurt.
Na 5 minuten klinkt er 1 x een akoes­tisch signaal en wordt de magnetron automatisch uitgeschakeld. Het appa­raat werkt alleen nog maar met de tradi­tionele verwarmingssoort.
29
Page 30
Bediening - automatische programma’s
U kunt voor verschillende levensmidde­len een automatisch programma kie­zen, waarbij het levensmiddel met de magnetron wordt gekookt, verwarmd of ontdooid. Tijd en vermogen worden automatisch door het apparaat geko­zen.
Kies met de functieschakelaar het gewenste programma.
In het display verschijnen de levensmid­delengroepen die u voor dit program­ma kunt kiezen.
Voor de bereidingsprocessen koken, verwarmen en ontdooien kunt u de vol­gende levensmiddelen kiezen:
– Koken Vlees, gevogelte, vis, fruit, soep, één- pansgerechten, groenten.
– Verwarmen Vlees, gevogelte, vis, soep, schotels,
éénpansgerechten, groenten.Ontdooien N:
Vlees, gevogelte, vis, fruit, brood, soep, schotels, éénpansgerechten, groenten.
Q:
P:
Enter
+
-
Kies met de +/- toets de gewenste le­vensmiddelengroep uit.
De gekozen groep verschijnt in het dis­play.
Bevestig dit met de toets "Enter".
In het display voor de instellingen ver­schijnt het door het apparaat voorge­stelde gewicht: "50 g".
Enter
30
Stel met de + toets het gewicht van het levensmiddel in (reken het bakje waar het in zit niet mee).
Page 31
Bediening - automatische programma’s
Het gewicht dat u moet instellen hangt af van het gekozen bereidingsproces en de gekozen levensmiddelengroep. U kunt maximaal 4 kg instellen.
programma levensmidde-
lengroep
koken vlees
gevogelte vis fruit soep éénpans­gerechten groente
verwarmen vlees
gevogelte vis soep schotels éénpans­gerechten groente
ontdooien vlees
gevogelte vis fruit brood soep schotels éénpans­gerechten groente
maximaal
gewicht in kg
2,0 2,0 2,0 2,0 2,5
2,5 2,0
2,0 2,0 2,0 2,0 2,0
2,0 2,0
3,0 4,0 2,0 2,0 2,0 2,5 2,0
2,5 2,0
De temperatuur verspringt:
. . . van 50 g tot 1 kg per 50 g.
Ligt een gewicht daar echter tussen, dan moet u het gewicht bij het instellen tot en met 24 g, resp. 74 g afronden naar beneden en vanaf 25 g, resp. 75 g afronden naar boven.
Voorbeelden: Werkelijke gewicht: 124 g
= in te stellen gewicht: 100 g. Werkelijke gewicht: 125 g
= in te stellen gewicht: 150 g. Werkelijke gewicht: 174 g
= in te stellen gewicht: 150 g Werkelijke gewicht: 175 g
=in te stellen gewicht: 200 g
De temperatuur verspringt:
. . . van 1 kg tot 4 kg per 100 g.
Ligt een gewicht daar echter tussen, dan moet u het gewicht bij het instellen tot en met 49 g afronden naar beneden en vanaf 50 g afronden naar boven.
Voorbeelden: Werkelijke gewicht: 2349 g
= in te stellen gewicht: 2,3kg. Werkelijke gewicht: 2350 g
= in te stellen gewicht: 2,4 kg.
Start het automatische programma met de toets "Start".
In het invoerdisplay verschijnt de tijd die nodig is voor het gekozen program­ma.
– Bij een tijd tot 60 minuten in
minuten : seconden, bijv. 2:30.
– Bij een tijd van langer dan 60 minu-
ten in uren : minuten, bijv. 1 h : 30.
De tijd wordt afgeteld tot "0:00" resp. "0h:00".
31
Page 32
Bediening - automatische programma’s
Na ca. de helft van de tijd klinkt een kort akoestisch signaal. Dit duidt erop dat het gerecht nu moet worden ge­keerd of doorgeroerd.
Uitzondering: Bij gerechten met een bereidingstijd van minder dan 2 minuten klinkt er geen akoestisch signaal.
Het apparaat werkt bij de automa­tische programma’s met verschillen- de vermogensstanden. Omdat de ventilator bij lage vermogensstan­den met een lager toerental werkt, is het mogelijk dat er tijdens het pro­gramma verschillende soorten gelui­den te horen zijn.
Is het gerecht na afloop van het pro­gramma nog niet genoeg ontdooid, ver­warmd of gekookt, kies het automa­tische programma dan niet nog een keer, maar zet het bereidingsproces voort met het instellen van een vermo­gen en een tijd.
32
Page 33
Instellingen wijzigen
Voor het starten
Constateert u vóórdat u een bereiding start dat u iets verkeerd heeft inge­steld,
Start
druk dan 1 x op de toets "Stop/C.
In het display verschijnt het ingestelde vermogen (Bij "Magnetron" en bij de combinatieprogramma’s) resp. de inge- stelde temperatuur (bij de traditionele verwarmingssoorten).
Is er een automatisch programma geko­zen, dan verschijnen de levensmidde­lengroepen die voor dit programma kunnen worden gekozen.
Voer met de druktoetsen de gewen­ste instellingen in.
Start de bereiding met de toets "Start".
Na het starten
Constateert u nadat u een bereiding heeft gestart dat de instellingen niet juist zijn, onderbreek dan de bereiding met de toets "Stop/C". De tijd stopt als de bereiding wordt onderbroken. De ventilator blijft draaien. Corrigeer de tijdsinstelling.
Start
Druk 1 x op de toets "Stop/C".
Enter
+
-
Stel met de +/- toets de gewenste tijd in.
Start de bereiding met de toets "Start".
Als er een combinatie- of automa­tisch programma is gekozen, dan kan de tijd niet worden gecorri­geerd.
33
Page 34
Instellingen wijzigen
Magnetronvermogen / tempe­ratuur / levensmiddelengroep corrigeren
Start
Druk 2 x op de toets "Stop/C".
In het display verschijnt het ingestelde vermogen (Bij "Magnetron" en bij de combinatieprogramma’s) resp. de inge- stelde temperatuur (bij de traditionele verwarmingssoorten).
Is er een automatisch programma geko­zen, dan verschijnen de levensmidde­lengroepen die voor dit programma kunnen worden gekozen.
Voer met de druktoetsen de gewen­ste instellingen in.
Start de bereiding met de toets "Start".
2x
34
Page 35
Vaak worden er bij de verwarmings­soort "Magnetron" verschillende vermo­gens gebruikt, bijv. als u gerechten niet allleen wilt ontdooien, maar daarna me­teen wilt verwarmen en/of koken.
Deze kunnen in combinatie met de be­nodigde tijd met de toets "Memory" in één keer worden ingesteld en dan in de verschillende fases van de berei­ding achter elkaar worden afgewerkt.
Na een bereiding met Magnetron moe­ten de levensmiddelen enkele minuten bij kamertemperatuur blijven staan, zo­dat de temperatuur gelijkmatiger over het gerecht kan worden verdeeld. Deze tijd kan met de functie "Memory" ook di­rect worden opgeslagen (verm: 0 W).
Functie "Memory"
Sla vermogen en tijd op met de toets "Memory".
Zo voert u iedere vermogen-tijd-combi­natie in. Iedere combinatie krijgt een nummer in de volgorde waarin deze is ingevoerd.
Dit nummer wordt aangegeven op het display en wel achter "M".
2
3
4
5
U kunt maximaal 5 vermogen-tijd-com­binaties instellen.
Met "Memory" gaat u als volgt te werk:
Sla de vermogen-tijd-combinaties op in de volgorde waarin ze moeten worden afgewerkt.
Kies met de functieschakelaar de verwarmingssoort "Magnetron". Voer het vermogen in. Bevestig dit met de toets "Enter". Voer de tijd in.
In totaal kan er een vermogen van 1200 W voor maximaal 10 minuten en een vermogen van 850 W voor max. 60 minuten worden ingevoerd.
Start de bereiding met "Start".
In het invoerdisplay wordt aangegeven hoe lang het nog duurt voordat het ge­recht klaar is. In het display voor geko­zen instellingen verschijnt de tijd en het vermogen voor de bereidingsfase van dat moment. Na afloop van een berei­dingsfase wordt het daarbijbehorende nummer in het display gewist en begint de volgende bereidingsfase.
Vermogen-tijdcombinatie corrigeren
Start
Druk op de toets "Stop/C".
Alle gekozen instellingen worden ge­wist en moeten opnieuw worden inge­voerd.
35
Page 36
Snelkiessysteem
Met het snelkiessysteem kunt u voor be­reidingsprocessen die u vaak kiest en die met de magnetron worden uitge­voerd, vermogen en tijd opslaan.
Kies met de functieschakelaar de verwarmingssoort "Magnetron".
Druk op de toets c.
Er kunnen maximaal 5 combinaties van vermogen en tijd worden opgeslagen. Deze kunt u oproepen door verschillen­de keren op de toets c te drukken.
Bij alle combinaties is standaard een vermogen van 1200 W en, afhankelijk van het bereidingsproces, een tijd van 1, 2, 3, 4 of 5 minuten opgeslagen.
De opgeslagen instellingen verschijnen telkens in het display.
W
2
1
3
4
5
De opgeslagen instellingen wijzigen
Enter
+
-
Kies met de +/- toets de gewenste tijd.
U kunt een tijd van maximaal 10 mi­nuten invoeren.
Bevestig de gekozen tijd met de toets "Enter".
In het display verschijnt het opgesla­gen vermogen.
Enter
+
-
Kies met de +/- toets het gewenste vermogen.
Kies de vermogen-tijd-combinatie door één of verschillende keren op de toets c te drukken.
In het display verschijnt de opgeslagen tijd.
36
Wilt u de gekozen instellingen op­slaan, druk dan zo lang op de toets c, totdat er een akoestisch signaal klinkt.
In het display verschijnt het laatst geko­zen vermogen.
Page 37
Het starten van een vermogen-tijd­combinatie in het snelkiessysteem
Kies de juiste combinatie door één of meerdere malen op de toets c te drukken.
Wijzig indien nodig de opgeslagen instellingen met de druktoetsen.
Start de bereiding met de toets "Start".
In het invoerdisplay loopt de tijd af.
Snelkiessysteem
37
Page 38
Automatische voorkeuze
U kunt het tijdstip waarop het door u ge­kozen bereidingsproces moet starten max. 23 uur en 59 minuten uitstellen.
Stel de dagtijd in alvorens de auto­matische voorkeuze te gebruiken (zie: "Dagtijd instellen"). Dan is het makkelijker de gewenste starttijd in te voeren.
Kies de juiste verwarmingssoort / het juiste programma.
U kunt voor alles de voorkeuze ge­bruiken.
Druk voordat u de bereiding start 1 x op de toets m.
In het display licht op: "Starttijd".
Enter
Stel met de + toets de gewenste star­tijd in.
In het display verschijnt weer de dag­tijd. In het display brandt "Starttijd". In het display voor gekozen instellingen verschijnen de ingevoerde waarden. Als u èn de starttijd van tevoren instelt èn de functie "Memory" gebruikt, wor­den de ingevoerde waarden voor waar­dencombinatie M1 aangegeven.
Door op de toets m te drukken kan de gekozen starttijd ieder moment weer in het display worden opgeroepen. De tijd brandt ca. 4 seconden lang. Daarna verschijnt de dagtijd weer.
Als de deur gesloten is, is de verlich­ting van de binnenruimte tijdens de uit­steltijd niet ingeschakeld. U kunt de ver­lichting van de binnenruimte met de toets "Enter" voor korte tijd inschakelen. Na ca. 10 seconden wordt de verlich­ting automatisch weer uitgeschakeld.
Wordt er tijdens de uitsteltijd op de toets "Stop/C" gedrukt, verschijnt in het display het laatst gekozen ver­mogen. Bij de automatische voor­keuze bij gebruik van de functie "Memory" wordt het vermogen voor de waardencombinatie M 1 aange­geven. Alle andere instellingen zijn nu gewist.
Hebt u de + toets per ongeluk te lang ingedrukt gehouden, kunt u de starttijd met de – toets corrigeren.
Start de bereiding met de toets "Start".
38
Als de deur openstaat op het tijd­stip dat de bereiding moet begin­nen, wordt de bereiding afgebro­ken. In het display verschijnt het laatst gekozen vermogen.
Page 39
Deur openen
Als de magnetron wordt gebruikt, blijft de deur vergrendeld, totdat de ingestel­de tijd is afgelopen. Onderbreek de be­reiding om de vergrendeling op te hef­fen.
Start
Druk op de toets "Stop/C".
De tijd stopt als de bereiding wordt on­derbroken. De ventilator blijft draaien.
Blijft de deur langer dan 5 minuten ge­opend, dan worden de gekozen instel­lingen gewist.
Om de bereiding voort te zetten moet u
de deur sluiten, en op de toets "Start" drukken.
– Als er niet binnen 5 seconden op de
toets "Start" wordt gedrukt, klinkt er een akoestisch signaal.
– Als er niet binnen 5 minuten op de
toets "Start" wordt gedrukt, worden alle gekozen instellingen gewist.
39
Page 40
Na afloop van de bereidingstijd
Akoestisch signaal
Aan het eind van een bereiding klinkt er 3 x een akoestisch signaal. In het in­voerdisplay verschijnt een dubbele punt.
Wordt het apparaat daarna niet be­diend, dan klinkt er ca. één uur lang een akoestisch signaal met tussenpo­zen van ca. 5 minuten. Hieraan kan voortijdig een eind worden gemaakt.
U moet daarvoor de functieschake­laar op "0" draaien.
In het display verschijnt de dagtijd. Als deze is uitgezet blijft het display donker.
Open de deur
of
druk op een willekeurige toets, met uitzondering van de +/- toets. De +/- toets is vergrendeld.
In het display verschijnt bij "Magnetron" en bij de combinatieprogramma’s het laatst gekozen vermogen. Bij een tradi­tionele verwarmingssoort verschijnt de laatst gekozen temperatuur. Bij de auto­matische programma’s verschijnen de levensmiddelen die voor deze program­ma’s kunnen worden gekozen.
Bereiding opnieuw starten
Schakel het akoestische signaal uit door de deur kort te openen of op een willekeurige toets te drukken. De +/- toets kan hiervoor niet ge­bruikt worden, want deze is vergren­deld.
Voer met de druktoetsen de gewen­ste gegevens in.
Druk op de toets "Start".
Bereiding beëindigen
Draai de functieschakelaar op "0".
Als een gerecht met een traditionele verwarmingssoort is bereid, blijft de ventilator nog een tijdje draaien. Als de temperatuur in de binnenruimte daalt, wordt de ventilator automatisch uitge­schakeld.
40
Page 41
Kookwekker
De kookwekker kunt u gebruiken voor bereidingsprocessen buiten dit appa­raat, bijv. voor het koken van eieren.
Kookwekkertijd instellen
Voor het instellen van de kookwek­ker moet u de functieschakelaar op "0" draaien.
Druk 1 x op de toets m.
In het display verschijnt "Kookwekker"
Enter
+
-
Voer met behulp van de +/- toets een tijd in.
U kunt maximaal 90 minuten instellen.
Kookwekkertijd corrigeren
Start
Druk op de toets "Stop/C".
U kunt nu een andere tijd instellen.
Doe dit met de +/- toets. Druk op de toets "Start".
Wordt de kookwekker niet binnen 5 mi­nuten opnieuw met de toets "Start" ge­activeerd, dan wordt de rest van de kookwekkertijd gewist. In het display verschijnt weer de dag­tijd, d.w.z. als deze niet is uitgezet.
Na afloop van de kookwekkertijd
klinkt er 3 x een akoestisch signaal,verschijnt in het display weer de dag-
tijd,
– knippert ca. 1 minuut lang het woord
"Kookwekker".
Druk op de toets "Start".
In het display loopt de tijd terug tot "0:00".
Dit gebeurt niet als de dagtijd is uitge­zet. Het display blijft dan donker.
Het akoestische signaal kunt u voortij­dig uitschakelen en het woord "Kookwekker" kunt u voortijdig wissen.
Doe dit door op een willekeurige toets te drukken.
41
Page 42
Energiebesparende functies
Om elektrische stroom te besparen – kunt u het apparaat zo programme-
ren dat het licht in het display s nachts zwakker wordt (functie "Nachtverlichting")
– kunt u de binnenverlichting uitzetten.
Functie "Nachtverlichting"
Als deze functie wordt gebruikt, wordt het licht in het display in de tijd tussen 22 uur en 6 uur zwakker.
Zo activeert u deze functie:
Draai de functieschakelaar op "0".
Houd de + toets en de toets "Enter" ingedrukt en draai de functieschake­laar één positie naar rechts.
In het display verschijnt "01:0".
Druk op de toets "Enter".
In het display verschijnt "01:1".
Draai de functieschakelaar weer op "0".
Deze functie blijft zo lang geactiveerd tot deze weer wordt uitgeschakeld. De functie blijft ook geactiveerd als de stroom is uitgevallen.
U schakelt de functie als volgt weer uit:
Draai de functieschakelaar op "0".
Houd de + toets en de toets "Enter" ingedrukt en draai de functieschake-
laar één positie naar rechts. In het display verschijnt "01:1". De controlelampjes van de +/- toets en
de toets "Enter" branden.
2
1
M
3
4
5
De controlelampjes van de +/- toets en de toets "Enter" branden.
42
Druk op de toets "Enter". In het display verschijnt "01:0". Draai de functieschakelaar weer op "0".
Page 43
Energiebesparende functies
Verlichting binnenruimte uit­schakelen
Draai de functieschakelaar op "0".
Houd de + toets en de toets "Enter" ingedrukt en draai de functieschake-
laar één positie naar rechts. In het display verschijnt – "01:0" als de functie "Nachtverlich-
ting" is uitgeschakeld; – "01:1" als de functie "Nachtverlich-
ting" is ingeschakeld. De controlelampjes van de +/- toets en
de toets "Enter" branden.
Druk op de + toets. In het display verschijnt "02:0".
De verlichting van de binnenruimte wordt bij het starten van een bereiding uitgeschakeld.
Wilt u de verlichting even aandoen, druk dan op de toets "Enter". Na ca. 10 seconden wordt de verlichting auto­matisch weer uitgeschakeld.
De verlichting blijft ook na een stroom­uitval uitgeschakeld.
U kunt de verlichting als volgt weer inschakelen:
Draai de functieschakelaar op "0".
Houd de + toets en de toets "Enter" ingedrukt en draai de functieschake-
laar één positie naar rechts. In het display verschijnt – "01:0" als de functie "Nachtverlich-
ting" is uitgeschakeld; – "01:1" als de functie "Nachtverlich-
ting" is ingeschakeld.
Het controlelampje van de toets "Enter" brandt.
Druk op de toets "Enter".
In het display verschijnt "02:1"
Draai de functieschakelaar op "0".
De controlelampjes van de +/- toets en de toets "Enter" branden.
Druk op de + toets. In het display verschijnt "02:1". Het controlelampje van de toets "Enter"
brandt.
Druk op de toets "Enter". In het display verschijnt "02:0" Draai de functieschakelaar op "0".
43
Page 44
Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging voorkomt u dat er ongewild gegevens worden inge­steld.
Zo activeert u de kinderbeveiliging:
De kinderbeveiliging kan alleen wor­den geactiveerd, wanneer
-er géén kookwekkertijd is ingesteld,
- de functieschakelaar op "0" staat.
Druk zo lang op de – toets, totdat het sleutelsymbool in het display ver­schijnt.
Het sleutelsymbool verdwijnt na korte tijd. In het display verschijnt de dagtijd weer. Uitzondering:
Dit gebeurt niet als de dagtijd is uitge­zet. Het display blijft dan donker.
De kinderbeveiliging kan als volgt worden uitgeschakeld:
Druk zo lang op de – toets, totdat
het sleutelsymbool in het display
verdwijnt. Dan kan er weer met het apparaat wor-
den gewerkt.
Als de functieschakelaar direct daarna op een andere stand wordt gedraaid of als er op een willekeurige toets wordt gedrukt, verschijnt het sleutelsymbool weer in het display.
44
Page 45
Ontdooien
Voor het ontdooien van levensmiddelen kunt u gebruiken:
– het met de magnetron uitgevoerde
automatische programma
"Ontdooien N"; – de verwarmingssoort "Magnetron h". Het automatische programma is aan
te bevelen voor het ontdooien van vlees, gevogelte, vis, fruit, brood, soep, schotels, éénpansgerechten en groen­ten.
Het automatische programma is ook ge­schikt voor het ontdooien van gerech­ten die voor een gedeelte uit vlees, ge­vogelte of vis bestaan, zoals goulash, kipragoût of ovenschotels. Kies de le­vensmiddelengroep "Eénpansgerech- ten".
Als u het automatische programma ge­bruikt voor het ontdooien van gebak met vochtige vulling, zoals fruit en kwark, of voor het ontdooien van brood­jes, kies dan de levensmiddelengroep "Brood".
Haal het ingevroren product uit de ver­pakking en leg het in een schaal die ge­schikt is voor gebruik in de magnetron.
Zet de schaal op de bodem van de bin­nenruimte.
Als u vrij grote hoeveelheden levens­middelen, bijv. 2 kg vis, wilt ontdooien, kunt u daar ook de glazen opvang­schaal voor gebruiken. Zet de glazen opvangschaal op de bodem van de binnenruimte.
Op de helft van de ontdooitijd moet het gerecht worden gekeerd, in stukken ge­sneden of doorgeroerd. Bij het automa­tische programma wordt u daar door een akoestisch signaal aan herinnerd.
Na het ontdooien
Laat het gerecht een paar minuten op kamertemperatuur staan, zodat de tem­peratuur gelijkmatig over het gerecht kan worden verdeeld.
De verwarmingssoort Magnetron is aan te bevelen voor het ontdooien van kwetsbare levensmiddelen.
Kies een vermogen – van 150 W
voor het ontdooien van kwetsbare le-
vensmiddelen zoals melk en cake; – van 80 W
voor het ontdooien van zeer kwetsba-
re levensmiddelen zoals room, boter,
kaas, slagroom en crèmetaarten. De bijbehorende tijden vindt u in de ta-
bel op de volgende bladzijde.
45
Page 46
Ontdooien
Tabel voor het ontdooien
hoeveelheid Gewichts-
melkproducten
slagroom boter plakjes kaas melk kwark
gebak / brood
cake cake fruittaart boterkoek slagroom-, crèmetaart gebak van gistdeeg of bladerdeeg harde broodjes harde broodjes tosti
vlees, gevogelte, vis, fruit, brood, soep, schotels, éénpansgerechten, groente
X = Gewicht van het levensmiddel invoeren; vermogen en tijd worden automatisch gekozen. * Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
1
l
/4
250 g 250 g
1
/2 l
250 g
1 plak ca. 100 g
300 g 3 stuks ca. 300 g 3 stuks ca. 300 g
1 stuk ca. 100 g
4 stuks
1 stuks ca. 50 g
4 stuks ca. 200 g
1 snee
automaat
– – – – –
– – – – – –
– – –
X 5 10
vermogen
”150 W“ ”80 W“
tijd in min.
12 – 14
– –
12 – 14 10 – 12
1 – 2 4 – 6 6 – 8 5 – 7
6 – 8
1
1
/2 – 2
4 – 6
1
/2 – 1
8 – 10
6 – 8
– –
– – – –
1
1
/2 – 2
– – –
doorwarmtijd
bij kamer-
temperatuur *
in min.
5 – 10
5 – 10 10 – 15 10 – 15 10 – 15
5 – 10
5 – 10 10 – 15
5 – 10
5 – 10
5 – 10
5 – 10
5 – 10
3 – 4
46
Page 47
Verwarmen
Voor het verwarmen van levensmidde­len kunt u gebruiken:
– het met de magnetron uitgevoerde
automatische programma
"Verwarmen – de verwarmingssoort "Magnetron h". Het automatische programma is aan
te bevelen voor het verwarmen van vlees, gevogelte, vis, soep, schotels, éénpansgerechten en groenten.
De verwarmingssoort Magnetron is aan te bevelen voor het verwarmen van levensmiddelen die niet geschikt zijn voor het automatische programma.
Kies een vermogen van
1200 W voor dranken,850 W of 600 W voor gerechten,450 W voor baby- en kindervoeding.
Baby- en kindervoeding mag niet te warm worden. Verwarm deze daar­om slechts 450 Watt.
P";
1/2 tot 1 minuut op
Maak gesloten potjes altijd open. Bij potjes kindervoeding moet u van tevoren het deksel verwijderen.
Zuigflessen mogen alleen zonder dop en speen worden verwarmd.
Plaats voor het verwarmen van een vloeistof het bijgevoegde kookstaaf­je in het glas of de beker!
Verwarm hardgekookte eieren nooit in de magnetron, ook niet zonder ei­erschaal. Eieren kunnen exploderen.
De benodigde tijd voor het verwarmen is afhankelijk van de kwaliteit en de hoe­veelheid van het gerecht en de tempe­ratuur van het gerecht op het moment dat u dit in de magnetron legt. Gerech­ten uit de koelkast bijvoorbeeld hebben een langere tijd nodig om warm te wor­den dan gerechten op kamertempera­tuur.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol­doende wordt verwarmd.
Verwarm de gerechten afgedekt. Alleen gepaneerde gerechten mag u niet afdekken.
Als u twijfelt of het gerecht warm ge­noeg is, stel dan nog eens een tijd in.
De gerechten moet u tijdens het verwar­men tussendoor omscheppen of keren. Bij het automatische programma wordt u daar door een akoestisch signaal aan herinnerd. Omdat de buitenkant het eerst warm wordt, is het raadzaam de buitenste randen naar het midden toe te roeren.
47
Page 48
Verwarmen
Verwarmen op twee niveaus
Zowel boven als onder de binnenruim­te bevindt zich een draaiende reflector. Met deze draaiende reflectoren worden de microgolven gelijkmatig over de bin­nenruimte verdeeld. Zo is het mogelijk dat de gerechten gelijktijdig op twee ni­veaus worden verwarmd.
Zet een schaal op de bodem van de
binnenruimte en een schaal op de
glazen opvangschaal. Schuif de gla-
zen opvangschaal in de tweede in-
schuifhoogte in het apparaat. U kunt
Na het verwarmen
Wees voorzichtig als u het gerecht uit de oven haalt! Het serviesgoed kan heet zijn.
Het serviesgoed wordt niet door de mi­crogolven verwarmd (met uitzondering van vuurvast aardewerk), maar door de warmte die het gerecht afgeeft.
Laat de gerechten nadat deze zijn ver­warmd een paar minuten bij kamertem­peratuur staan, zodat de warmte bin­nen het gerecht gelijkmatiger wordt verdeeld.
Vergeet niet de gerechten nadat ze zijn verwarmd, vooral baby- en kindervoe­ding, om te scheppen of te schudden. Controleer of ze niet te heet zijn!
– op de bodem van de binnenruimte
drie borden met een Ø van 20 cm in
een driehoek neerzetten, twee bor-
den met een Ø van 22 cm naast el-
kaar zetten of twee borden met een
Ø van 24,5 cm diagonaal neerzetten,op de glazen opvangschaal twee
borden met een Ø van 20 cm naast
elkaar of twee borden van Ø 22 cm
diagonaal neerzetten.
48
Page 49
Tabel voor het verwarmen
Verwarmen
dranken ** hoeveelheid Automa-
tisch-
programma
koffie, drink­temperatuur 60 – 65°C
1 kopje, 0,2 l
– melk, drink­temperatuur 60 – 65°C water aan de kook brengen babyfles (melk)
1 kopje, 0,2 l
1 kopje,
1
/8 l
ca. 200 ccm
vermogen
1200 W 450 W
Tijd Tijd
in min. in min.
1
1– 1
1 – 1
/2 – 1
1
/2***
1
/
2
1
/2 – 1***
doorwarm­tijd bij kamer­temperatuur *
in min.
1 bisschopswijn, grog, drink­temperatuur 60 – 65°C
1 glas, 0,2 l
gerechten *** hoeveelheid Automa-
kindervoeding aardappelpuree wijnsaus
1 potje, 200 g
250 g
1
/4 l
vlees, gevogelte, vis,
tisch-
programma
– – –
1
1 – 1
/
2
vermogen
600 W 450 W
Tijd Tijd
in min. in min.
3 – 5
1
/2 – 1
doorwarm­tijd bij kamer­temperatuur *
in min.
1 1
3
1
X – 2
soep, schotels, één­pansgerecht, groenten
X = Gewicht van het levensmiddel invoeren; vermogen en tijd worden automatisch gekozen. * Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld. ** Plaats het kookstaafje in het glas of de beker! *** De tijden gelden voor gerechten die als ze in de oven worden gelegd, een temperatuur
hebben van ca. 5 °C .
Bij levensmiddelen die normaal gesproken niet in de koelkast worden bewaard, wordt uitgegaan van een kamertemperatuur van ca. 20 °C.
Gerechten worden tot op een temperatuur van ca. 70 – 75 °C verwarmd, met uitzondering van babyvoeding en niet gebonden sauzen.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
49
Page 50
Koken
Voor het koken van levensmiddelen kunt u gebruiken:
– het met de magnetron uitgevoerde
automatische programma "Koken
– de verwarmingssoort "Magnetron h"; – de verwarmingssoort "Hetelucht D"; – het combinatieprogramma
"Magnetron + Hetelucht h+ D";
– het combinatieprogramma
"Magnetron + Grilleren h+J".
Het automatische programma is aan te bevelen voor het koken van vlees en gevogelte zonder bruin korstje, vis, soep, éénpansgerechten en groenten.
De verwarmingssoort Magnetron is onder andere geschikt voor het koken van ovenschotels of voor het wellen van gerechten, zoals rijstepap en gries­meel. Kies voor het aan de kook brengen een vermogen van 850 W en voor het door­koken een vermogen van 450 W resp. voor het afmaken een vermogen van 150 W.
De verwarmingssoort Hetelucht kunt u kiezen voor het smoren en het blan­cheren van bijv. aardappels of groen­ten.
Q";
Magnetron
Doe het gerecht in een schaal die ge­schikt is voor gebruik in de magnetron en laat het afgedekt gaar worden.
Zet de schaal op de bodem van de bin­nenruimte.
De kooktijd van groente varieert al naar gelang de versheid. Verse groente be­vat meer water en is daardoor sneller gaar. Bij groente die u al wat langer heeft bewaard, moet u wat water toe­voegen.
Tijdens het koken moet u het gerecht mintens één keer omscheppen. Bij het automatische programma wordt u daar d.m.v. een akoestisch signaal aan herin­nerd.
Levensmiddelen met een harde schil, zoals tomaten, worstjes, in de schil ge­kookte aardappels of aubergines moet u eerst inkepen of er een paar gaatjes in prikken, zodat de waterdamp kan ontsnappen en de levensmiddelen niet exploderen.
Eieren kunnen alleen met speciaal ser­viesgoed in de magnetron worden ge­kookt. Dit is bij speciaalzaken verkrijg­baar. Ingemaakte eieren kunnen wel in de magnetron als u er eerst met een speld in prikt.
Kies een combinatieprogramma als u de kooktijd wilt verkorten en een bruin korstje wilt krijgen.
Het combinatieprogramma Magne- tron + Grilleren is bijzonder geschikt voor het koken en gratineren of bruine­ren van bijv. ovenschotels of toast.
50
Page 51
Koken
Verwarmingssoort Hetelucht
Schuif de glazen opvangschaal met het verstelbare rooster in de eerste in­schuifhoogte.
Voor deze verwarmingssoort is het vol­gende serviesgoed geschikt: vuurvaste glazen schalen, porselein, römertopf, pan met hittebestendige handgrepen.
Dek de gerechten die moeten smoren of blancheren, zoals aardappels of groenten, af. Daarmee voorkomt u dat ze uitdrogen.
Als u wilt dat gerechten zoals vlees een korstje krijgen, moet u deze onafgedekt koken.
Combinatieprogramma’s
Zet het serviesgoed op de glazen op­vangschaal en schuif deze in de eerste inschuifhoogte.
U dient zeer bederfelijk voedsel (zo­als vis) goed gaar te laten worden. Houd voor dit voedsel uitsluitend de tijden in de tabellen aan!
Gebruik alleen hittebestendig ser­vies dat geschikt is voor gebruik in de magnetron. Geen metalen ser­vies!
Dek de gerechten af bij het combinatie­programma Magnetron + Hetelucht. Daarmee voorkomt u dat ze uitdrogen.
Bij het combinatieprogramma Magne­tron + Grilleren moet u de gerechten onafgedekt koken. Ze worden anders niet gebruineerd.
51
Page 52
Koken
Tabel voor het koken
gerecht
forel 2 st. à 250 g – 4+5 – 62 – 3
desserts
abrikozenmousse vanillemousse
vlees- en gevogelte zonder bruine korst, vis, fruit, soep, éénpans­gerecht, groente
X = Gewicht van het levensmiddel invoeren; vermogen en tijd worden automatisch gekozen. * Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
hoeveelheid Automa-
1
/2 l
1
/2 l
tisch
programma
– –
X – 2 – 3
vermogen
850 W + 450 W
Tijd Tijd
in min. in min.
4 – 5 5 – 6
– –
doorkook-
tijd bij
kamertempe-
ratuur *
in min.
– –
52
Page 53
Tabel voor het koken en gratineren / bruineren
Koken
gerecht
gevulde paprika’s
1)
kant-en-klaar-lasagne ovenschotel met kaas gehakt, gevuld met groente gegratineerde aardap­pels met kaas vis met een korstje gegratineerde kabel­jauw
3)
3)
1)
1)
gerecht hoeveel-
1)
2)
voorkoken*
Magnetron
850 W
tijd in min.
3 4
4
– –
koken + gratineren + bruineren
Magnetron + Grilleren
+ vermogen
in W
+ +
450 450 450
+
450
450 450
450
temperatuur
in °C
220 220 220
200
220 220
220
Magnetron + Grilleren Magnetron
heid
vermogen inWtemperatuur
tijd in min. + 450 W
in °C
1)
vlees
hamschotel casseler rib kalfsvleesschotel gehaktschotel
gevogelte
1)
halve kip kalkoen
snacks
2)
toast met beleg toast met beleg worstebroodjes
1000 g
500 g 750 g 750 g
1000 g 1000 g
2 stuks
4stuks
4 stuks
450 450 450 450
150 450
450 450 450
200 200 200 200
250 220
250 250 250
28 – 30 15 – 20 28 – 30 25 – 30
28 – 30 44 – 48
3 – 4** 5 – 6** 5 – 6**
+12 – 15
* Het verdient aanbeveling om groente, sauzen en vullingen afgedekt voor te koken ** Voor grilleren 5 minuten voorverwarmen; gerecht op het rooster leggen
1) eerste inschuifhoogte
2) tweede inschuifhoogte
3) bodem van de binnenruimte De glazen opvangschaal met het rooster in de genoemde inschuifhoogte plaatsen.
Doorkooktijd bij kamertemperatuur:
ca. 5 minuten, bij kooktijden onder de10 minuten ca. 2 minuten.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
tijd
in min.
10 – 12 22 – 24
8 – 12**
28 – 30
25 – 27
8 – 12**
14 – 18**
tijd in min.
– – –
– – –
53
Page 54
Ontdooien en verwarmen / koken
Voor het gelijktijdig ontdooien en ver­warmen of koken van levensmiddelen kunt u gebruiken:
de verwarmingssoort "Magnetron h";het combinatieprogramma
"Magnetron + Grilleren h+J".
De verwarmingssoort Magnetron is aan te bevelen voor ingevroren levens­middelen, die niet gebruineerd hoeven te worden.
Het combinatieprogramma is aan te bevelen voor ingevroren gerechten die moeten worden gegratineerd en gebrui­neerd.
Verwarmingssoort Magnetron
Ingevroren gerechten kunt u met 850 W en 450 W gelijktijdig ontdooien en ver­warmen of koken.
De tijden kunt u vinden in de tabel op de volgende bladzijde.
Haal het gerecht uit de verpakking en leg het in een schaal die geschikt is voor gebruik in de magnetron. Laat het afgedekt ontdooien en warm, resp. gaar worden. Soep of groente af en toe doorroeren. Plakjes vlees voorzichtig van elkaar ha­len en halverwege de ontdooitijd omke­ren. Vis moet u ook halverwege omke­ren.
Combinatieprogramma
Voor ingevroren gerechten die moeten worden gegratineerd en gebruineerd kunt u het combinatieprogramma Mag­netron + Grilleren kiezen. Kies een ver­mogen van 450 W en een temperatuur van 220 – 250 °C.
Doe het gerecht in een hittebestendige schaal die geschikt is voor gebruik in de magnetron en plaats de schaal op de glazen opvangschaal. De glazen op­vangschaal op de tweede inschuifhoog­te in het apparaat schuiven. Dek het ge­recht niet af.
Gerechten in aluminium bakjes kunnen direct op de glazen opvangschaal wor­den gezet.
Mocht het gerecht niet naar wens zijn gebruineerd, zet de schaal dan de vol­gende keer op het verstelbare rooster en schuif dit met de glazen opvang­schaal op de eerste inschuifhoogte in het apparaat.
Ingevroren gerechten die volgens de aanwijzingen op de verpakking in de oven kunnen worden bereid, zijn ook geschikt voor bereiding in de magne­tron.
54
Page 55
Ontdooien en verwarmen / koken
Tabel voor het ontdooien en verwarmen / koken van diepvriesproducten
gerecht hoeveel-
soep
crèmesoep heldere runderbouillon met groente maaltijdsoep
vis
visfilet zalmfilet in kruidenroomsaus
vlees
tartaartje gebraden stuk vlees goulash gehaktballetjes in saus kipperagout
groente
prei met roomsaus spruitjes
1
+
/8 l water
groenteschotel
1
+
/8 l water
rijst-, pastagerechten (schotels)
paella + 0,1 l water tortellini + 0,2 l melk lasagne
* Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
heid
0,75 l
0,8 l
0,75 l
400 g
400 g
160 g 450 g 250 g 450 g 450 g
450 g
300 g
400 g
400 g
450 g 420 g
vermogen
850 W + 450 W
Tijd Tijd
in min. in min.
7
8 7
4
3
3 3 3 3 3
4
4
5
6 – 7
5 3
+
8 – 10
+
10 – 12
+
8 – 10
+
10 – 12
+
10 – 12
+ + + +
+
+
+
+ +
– 7 – 8 5 – 6 6 – 7 7 – 8
7 – 8
4 – 5
6 – 7
4 – 5
10 – 12
doorkooktijd
bij kamer
temperatuur *
in min.
2
2 2
2
2
1 1 1 2 2
2
2
3
2
2 2
55
Page 56
Ontdooien en verwarmen / koken
Tabel voor het ontdooien en verwarmen / koken en gratineren / bruineren van diepvriesproducten
Combinatieprogramma
Magnetron + Grilleren
gerecht
pizza lasagne aardappelschotel met broccoli en ham ovenschotel van volkoren macaroni met groente en ham visfilet 2 hamburgers
* * Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld. Doe het gerecht in hittebestendig serviesgoed dat geschikt is voor gebruik in de magnetron.
Gerechten in aluminium bakjes kunnen direct op de glazen opvangschaal worden gezet. Dek het gerecht niet af. De glazen opvangschaal op de tweede inschuifhoogte in het apparaat schuiven.
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
gewicht vermogen
250 g 450 g
350 g
350 g 450 g 250 g
in W
450 450
450
450 450 450
tempertuur
in °C
250 220
220
220 220 250
tijd
in min.
8 – 10
14 – 16
14 – 16
16 – 18 18 – 20
8 – 10
doorkooktijd
bij kamer-
temperatuur *
in min.
2 2
2
2 2 2
56
Page 57
Grilleren
Voor het grilleren van levensmiddelen kunt u gebruiken:
de verwarmingssoort "Grilleren J";de verwarmingssoort "Grilleren met
luchtcirculatie I";
– het combinatieprogramma
"Magnetron + Grilleren h+J";
– het combinatieprogramma
"Magnetron + Grilleren met luchtcirculatie h+I".
Plaats altijd het vetfilter voor de aan­zuigopening van de ventilator als u "Grilleren met luchtcirculatie" ge­bruikt (zowel solo als in een combi­natieprogramma).
De verwarmingssoort Grilleren is aan te bevelen voor platte stukken vlees zo­als karbonade, biefstuk en hamburgers en voor toast en belegde toast. De verwarmingssoort Grilleren met luchtcirculatie is aan te bevelen voor het grilleren van vlees met een vrij gro­te doorsnede, zoals rollade en gevogel­te. Gebruik bij de combinatieprogram- ma’s tijdens de hele bereiding een ver­mogen van maximaal 300 W.
Grilleren
U moet het verwarmingselement van de grill ca. 5 minuten voorverwarmen. De deur van het apparaat moet daarbij gesloten zijn. Gebruik de verwarmingssoort "Magne­tron" niet.
Besprenkel het rooster als u gaat grille­ren met olie en leg het gerecht erop.
U kunt het beste stukken vlees van ge­lijke grootte tegelijk bereiden, zodat de bereidingstijd niet teveel verschilt.
Schuif de glazen opvangschaal met het verstelbare rooster in het apparaat:
– als u platte gerechten wilt grilleren
op de tweede inschuifhoogte in het apparaat,
– als u gerechten met een grotere
doorsnede wilt grilleren op de eerste
inschuifhoogte. Keer het gerecht halverwege om. Als grotere stukken vlees tijdens het
grilleren aan de oppervlakte al sterk ge­bruineerd, maar in de kern nog niet gaar zijn, kunt u met een lagere tempe­ratuur verder grilleren.
Voordat u gaat grilleren
Spoel het vlees snel onder koud stro­mend water af. Droog het goed af. Zout het vlees niet vóór het grilleren, omdat het vlees dan teveel vocht ver­liest. Bestrijk mager vlees alleen met olie. Andere soorten vet worden zwart of veroorzaken rookontwikkeling. Platte stukken vis maakt u als gewoonlijk schoon. Daarna licht zouten en met cit­roensap besprenkelen.
Is het vlees gaar ?
Als u wilt weten in hoeverre het vlees gaar is, druk er dan met een lepel op.
– Wanneer het vlees zacht aanvoelt is
het rood van binnen. – Wanneer het vlees niet echt zacht
maar ook niet echt hard aanvoelt is
het roze van binnen ("medium"). – Wanneer het vlees hard aanvoelt is
het doorbakken ("well done“).
57
Page 58
Grilleren
Tabel voor het grilleren
Verwarm de grill ca. 5 minuten vóór.
platte gerechten
1)
Grilleren
temperatuur
in °C
biefstuk 250 16 – 20 hamburgers 250 20 – 24 braadworst 250 10 – 14 visfilet 250 16 – 20 toast 250 2 – 4 toast met beleg 250 5 – 7 tomaten 250 8 – 10 perzikken 250 7 – 10
gerechten met een grotere doorsnede
schaschlik 200 35 – 40 300 200 20 – 25 kip (ca. 1 kg) 200 50 – 60 150 200 36 – 40 rollade, Ø 7 cm
(ca. 1 kg) 200 70 – 80 300 200 44 – 54
1) Tweede inschuifhoogte
2) Eerste inschuifhoogte
3) Gerechten halverwege de tijd omkeren.
4) Plaats het vetfilter bij "Grilleren met luchtcirculatie" en bij het combinatie­programma "Magnetron + Grilleren met luchtcirculatie".
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
2)
Grilleren met
luchtcirculatie
tempera-
tuur in °C
totale
grilltijd
in min.
4)
totale
grilltijd
in min.
3)
3)
Magnetron + Grilleren
met luchtcirculatie
vermogen
in W
temperatuur
in °C
4)
totale
grilltijd
in min.
3)
58
Page 59
Braden
Voor het braden van levensmiddelen kunt u gebruiken:
– de verwarmingssoort
"Braadautomaat E";
– het combinatieprogramma "Magne-
tron + Braadautomaat h+E".
Plaats voor het braden op het roos­ter altijd het vetfilter voor de aan­zuigopening van de ventilator.
Met de verwarmingssoort Braadauto- maat krijgen vlees en gevogelte een bruin korstje.
Voor het braden is minder tijd nodig als u het combinatieprogramma kiest.
Het combinatieprogramma is niet ge­schikt voor het braden van biefstuk en filet. Het vlees zou van binnen gaar wor­den, voordat het een krokant korstje krijgt.
Zet het vlees of gevogelte in de magne­tron als deze koud is, behalve biefstuk en filet. In deze gevallen moet de bin­nenruimte worden voorverwarmd vol­gens de aanwijzingen in het recept.
U kunt het vlees het beste in een geslo­ten braadpan braden:
Het vlees blijft van binnen mals.De binnenruimte blijft schoner dan
wanneer u het rooster gebruikt.
Haal halverwege de tijd het deksel van de pan. Zo krijgt het vlees een bruin korstje.
Braadautomaat
Schuif de glazen opvangschaal met het verstelbare rooster op de eerste in­schuifhoogte in het apparaat.
Als servies kunt u bij het braden gebrui­ken: ovenschalen, braadpannen, vuur­vaste glazen schalen, braadfolie, römer- topf. Het servies moet voorzien zijn van hitte­bestendige handgrepen.
De bereidingstijd bij het braden is af­hankelijk van het soort vlees en de grootte en de dikte van het vlees.
U kunt de bereidingstijd als volgt bere­kenen:
Vermenigvuldig de hoogte van het stuk vlees met de tijd die dit vlees per cm. nodig heeft. Zie tabel.
soort vlees tijd per cm vlees
rundvlees / wild varken / kalf / lam biefstuk / filet
15 – 18 min. 12 – 15 min.
8 – 10 min.
Voorbeeld: stuk rundvlees, 8 cm hoog 8 x 15 minuten per cm = 120 min. berei­dingstijd.
Hoe groter het stuk vlees is, des te la­ger te temperatuur. Stel vanaf 3 kg een temperatuur in die ca. 10 °C lager is dan in de tabel voor het braden is aan­gegeven. Het braden duurt daardoor weliswaar iets langer, maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en krijgt geen te dikke korst.
Bij braden op het rooster moet de tem­peratuur 20°C lager worden ingesteld dan bij braden in de pan.
59
Page 60
Braden
Het vlees wordt aan het einde van de bereidingstijd bruin. Het wordt extra bruin als u de laatste 15 tot 20 minuten vóór het einde van de bereidingstijd het deksel van de pan haalt.
Stel voor het braden geen hogere tem­peratuur in dan is aangegeven. Bij een te hoge temperatuur wordt het vlees weliswaar bruin, maar niet gaar.
Magnetron + Braadautomaat
Schuif de glazen opvangschaal met het verstelbare rooster in de eerste in­schuifhoogte in het apparaat.
Gebruik alleen hittebestendig servies­goed zonder metalen deksel. Microgol­ven kunnen niet door metaal heendrin­gen en worden dus niet door de inhoud van de pan opgenomen.
Bij het gebruiken van braadfolie – moet u erop letten dat de folie ca.
40 cm langer is dan het vlees en
– dat u het geheel zorgvuldig met een
draadje (garen) dichtmaakt.
Neem ook de aanwijzingen door in de rubriek "Serviesgoed dat geschikt is voor de magnetron".
Als u de Braadautomaat gebruikt, stel dan
– voor het braden van vlees en vis een
vermogen van 300 W
– en voor het braden van gevogelte
een vermogen van 150 W in,
en wel voor de totale bereidingstijd.
Na het braden
Haal het vlees uit de ovenruimte, wikkel het in aluminiumfolie en laat het ca. 10 minuten staan. Dan verliest het vlees minder braadvocht als u het snijdt.
Tips voor het braden
Braden in de pan
Kruid het vlees en leg het in een met koud water omgespoelde pan. Doe er vlokjes boter of wat olie of vet overheen. Bij grote stukken mager vlees (2 – 3 kg) en bij vet gevogelte ca. voegen.
Braden op het verstelbare rooster
Mager vlees kunt u met wat vet bestrij­ken, met plakjes spek bedekken of lar­deren.
Giet er tijdens het braden niet teveel vocht bij, want dan wordt het vlees niet goed bruin.
Het braden van gevogelte
Het vel van gevogelte wordt knapperig als u het 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd bestrijkt met water waarin u wat zout heeft opgelost.
Het braden van ingevroren vlees
Ingevroren vlees tot ca. 1,5 kg kunt u di­rect met de braadautomaat braden zon­der het van tevoren te ontdooien. De bereiding duurt per kg dan wel ca. 20 minuten langer.
1
/8 l water toe-
60
Page 61
Tabel voor het braden
Braden
Braadautomaat
temperatuur
rundvlees (ca. 1 kg) 180 – 200 100 – 120 300 190 76 – 86 runderfilet,
3)
rosbief wild (ca. 1 kg) 180 – 200 90 – 110 300 190 66 – 76 varkensvlees,
(ca. 1 kg) 170 – 190 100 – 120 300 180 50 – 60 varkensfilet (ca. 1 kg) 170 – 190 60 – 80 300 180 46 – 56 casseler rib
(ca. 1 kg) 170 – 190 60 – 70 300 180 40 – 50 gehakt (ca. 1 kg) 170 – 190 50 – 60 300 180 30 – 34 kalfsvlees (ca. 1 kg) 170 – 190 100 – 120 300 180 50 – 60 lamsvlees (ca. 1,5 kg) 170 – 190 90 – 120 300 180 66 – 76 gevogelte (0,8 – 1 kg) 170 – 190 50 – 60 150 180 40 – 46 gevogelte (ca. 2 kg) 170 – 190 90 – 110 150 180 70 – 80 gevogelte (ca. 4 kg) 160 – 180 150 – 180 150 170 100 – 120 hele vis (ca. 1,5 kg) 160 – 180 45 – 55 300 170 35 – 40
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een ovenruimte die niet is voorverwarmd.
1) Plaats het vetfilter bij het gebruik van de Braadautomaat en bij het combinatieprogramma
2) Braden in een pan
3) Ovenruimte voorverwarmen
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
(ca. 1 kg) 190 – 210 35 – 45
"Magnetron + Braadautomaat".
Wordt het vlees op het rooster bereid, stel dan de temperatuur 20 °C lager in.
in °C
2)
1)
tijd
in min.
Magnetron + Braadautomaat
vermogen
in W
temperatuur
in °C
2)
1)
tijd
in min.
61
Page 62
Bakken
Voor het bakken van gerechten kunt u gebruiken:
de verwarmingssoort "Hetelucht D";het combinatieprogramma
"Magnetron en Hetelucht h+D".
De verwarmingssoort Hetelucht is aan te bevelen voor het bakken van koekjes, biscuitdeeg, soezendeeg, bla­derdeeg en appelflappen.
Het combinatieprogramma is aan te bevelen voor het bakken van deeg met een langere baktijd, bijv. gistdeeg, cakebeslag en kneeddeeg.
Verwarmingssoort Hetelucht
Vaak worden er bij het bakken hogere temperaturen ingesteld dan in de tabel­len aangegeven. Dat verkort weliswaar de baktijd, maar heeft niet zelden tot gevolg dat het gerecht niet gelijkmatig bruin wordt. Als u een iets lagere temperatuur en een iets langere baktijd instelt, dan wordt het gerecht gelijkmatig bruin.
Combinatieprogramma
Schuif de glazen opvangschaal met het rooster op de eerste inschuifhoogte in het apparaat en zet de bakvorm erop.
Schuif de glazen opvangschaal met het rooster op de eerste inschuifhoogte in het apparaat en zet de bakvorm erop.
Schuif de glazen opvangschaal niet helemaal tegen de achterwand aan (houd ongeveer 2 cm afstand). An­ders wordt het gerecht ongelijkma­tig gebruind.
Alle hittebestendige bakvormen zijn ge­schikt, ook lichte bakvormen van dun materiaal.
Kies geen al te lange baktijd, want dan droogt het gebak uit.
62
Schuif de glazen opvangschaal niet helemaal tegen de achterwand aan (houd ongeveer 2 cm afstand). An­ders wordt het gerecht ongelijkma­tig gebruind.
Gebruik bij voorkeur bakvormen van hit­tebestendig glas of keramiek, omdat microgolven door dit materiaal heen kunnen dringen. Bakvormen van metaal daarentegen zijn niet geschikt omdat de microgol­ven door het metaal worden gereflec­teerd. De microgolven kunnen alleen van boven bij het gerecht komen.
Page 63
Bakken
Bovendien kunnen er bij metalen bak­vormen vonken ontstaan. Zet de vorm dan iets anders op de glazen opvang­schaal.
Is het probleem dan nog niet opgelost, gebruik deze vorm dan niet nog een keer voor het combinatieprogramma.
Gebruik geen papieren bakvormen met aluminiumfolie. Dit in verband met gevaar voor brand!
Stel voor de gehele baktijd de magne­tron in. Het vermogen mag niet hoger zijn dan 150 W.
In de tabel voor het bakken van gerech­ten, die op de volgende bladzijde staat, zijn temperaturen en vermogens aangegeven. Daarbij is rekening gehou­den met de bakvorm, de hoeveelheid en het soort deeg en de manier van bakken. In het algemeen kunt u de ge­middelde temperatuur kiezen.
De bereidingstijd is afhankelijk van de bakvorm, de hoeveelheid en het soort deeg en de manier van bakken. Daar­om is er bij de bereidingstijden in de ta­bel een marge aangehouden.
Controleer na afloop van de minimum bereidingstijd of het gebak gaar is door met een breinaald in het deeg te prik­ken. Als er geen deeg aan blijft kleven is het gebak gaar.
63
Page 64
Bakken
Hetelucht Magnetron + Hetelucht
temperatuur
in °C
cakebeslag
cake tulband notencake taartbodem
1)
cakejes
150 – 170 150 – 170 150 – 170 150 – 170 150 – 170
biscuitdeeg
taart biscuitbodem biscuitrol
160 – 180 160 – 180 160 – 180
kneeddeeg
taartbodem kruimeltaart koekjes
1)
kwarktaart appeltaart, afgedekt
150 – 170 150 – 170 150 – 170 150 – 170 150 – 170
gistdeeg
kruimeltaart kerststol witbrood bruinbrood pizza uienbrood appelflappen
soezendeeg
roomsoezen
bladerdeeg eiwitgebak
bitterkoekjes
1)
1)
1)
1)
150 – 170 150 – 170 160 – 180 170 – 190 170 – 190 150 – 170 150 – 170
160 – 180 25 – 30 ––– 170 – 190 20 – 25 –––
120 – 140 35 – 45 –––
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Als de oven is voorverwarmd, worden de bereidingstijden ca. 10 minuten korter.
1) eerste en tweede inschuifhoogte
2) oven voorverwarmen
De getallen in de tabel zijn richtlijnen.
tijd
in min.
55 – 65 70 – 80 60 – 70 25 – 30 20 – 25
30 – 35 20 – 25 15 – 20
20 – 25 40 – 50 15 – 25 75 – 85 45 – 55
35 – 45 50 – 60 40 – 50 50 – 55 40 – 50 35 – 40 25 – 30
vermogen
in W
150 150 150 150
– – –
150 150
150 150
150 150
– –
150
150
temperatuur
in °C
160 160 160 160
– – –
160 160
160 160
160 160
– –
180
160
tijd
in min.
40 – 44 50 – 56 40 – 46 15 – 20
– – –
15 – 20 30 – 36
64 – 70 38 – 48
30 - 34
30 – 34
– –
36 40
20 – 25
64
Page 65
Inmaken
Voor het inmaken kunt u gebruiken:
– de verwarmingssoort "Magnetron h"; – de verwarmingssoort "Hetelucht D".
Het volgende servies is geschikt om in te maken:
Weckpotten.Alleen voor Hetelucht: potten met
schroefdeksels. Gebruik alleen pot­ten uit de speciaalzaak die geschikt zijn voor inmaken.
Gebruik geen conservenblikken.
Bereid de weckpotten voor zoals u ge­wend bent.
U kunt maximaal 6 potten van een hal­ve liter inmaken.
Magnetron
Sluit de potten alleen af met een klem die geschikt is voor gebruik in de magnetron of met doorzichtig plakband. Gebruik nooit metalen klemmen i.v.m. brandgevaar.
Zet de potten op de bodem van de ovenruimte.
Breng de inhoud met een vermogen van 850 W aan het borrelen (d.w.z. gelijkmatig opstijgen van luchtbelle­tjes in alle potten).
De daarvoor benodigde tijd hangt af van
– de temperatuur van de inhoud van
de weckpot op het moment dat u deze in de oven plaatst;
– het aantal potten. De tijd die nodig is voordat er in alle
potten gelijkmatig luchtbelletjes opstij­gen, is bij
1 pot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 minuten
2 potten . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 minuten
3 potten . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 minuten
4 potten . . . . . . . . . . . . . . . . 12 minuten
5 potten . . . . . . . . . . . . . . . . 15 minuten
6 potten . . . . . . . . . . . . . . . . 18 minuten
65
Page 66
Inmaken
Bij fruit zijn deze tijden voldoende voor het inmaken.
Verlaag bij groenten het vermogen tot 450 W, nadat de inhoud is gaan borre­len en kook
wortels ca. 15 minutenerwten ca. 25 minuten.
Hetelucht
Zet de potten op de glazen opvang­schaal en schuif de schaal op de eerste inschuifhoogte in het appa­raat.
Giet er ca. 1/2 l water bij.
Nadat de inhoud is gaan borrelen:
– fruit: Laat de potten nog 25 – 30 minuten lan-
ger in de magnetron staan. Gebruik daarvoor de restwarmte.
– groenten: Stel een temperatuur van 100 °C in. Kook:
asperges, wortels . . . . 60 – 90 minuten
erwten, boontjes . . . . 90 – 120 minuten
Laat de potten nog 25 – 30 minuten lan­ger in de magnetron staan. Gebruik daarvoor de restwarmte.
Na het inmaken
Haal de potten uit de magnetron en laat ze ca. 24 uur onder een doek op een tochtvrije plaats staan.
Verwijder de klemmen of het plakband en controleer of alle potten goed dicht zitten.
Stel een temperatuur van 150 – 170°C in.
Deze temperatuur moet worden aange­houden totdat de inhoud gaat borrelen. Heeft u 6 potten van 1/2 liter in de oven­ruimte gezet, dan duurt dat ca. 30 – 35 minuten.
66
Page 67
Gerechten getest volgens DIN 44566
Geteste gerechten
gerecht ge-
kip ontdooien
rundergehakt ontdooien
frambozen ontdooien
diepvries­goulash, ontdooien en verwarmen
spinazie ontdooien en verwarmen
baarsfilet ontdooien en verwarmen
erwten ontdooien en koken
wicht
1000 g Automatisch
500 g Automatisch
250 g Automatisch
500 g 850 W
450 g 850 W
400 g 850 W
300 g 850 W
vermogen tijd in
ontdooien
gevogelte
1,0 kg 150 W 34 – 38 10 met de borst naar onderen
ontdooien
500 g
150 W 18 – 20 10 – 15 onafgedekt ontdooien,
ontdooien fruit
250 g
150 W 7 – 810
+450 W
+450 W
+450 W
+450 W
doorwarmtijd
min.
10 met de borst naar onderen
10 15 onafgedekt ontdooien, bij
10 onafgedekt ontdooien
5
+10
5
+8
5
+5
3
+5
in min.
3 gerecht afdekken,
3 gerecht afdekken,
3 gerecht afdekken,
3 gerecht afdekken,
tips
leggen, onafgedekt ontdooien, bij akoestisch signaal omkeren
leggen, onafgedekt ontdooien, halverwege de tijd omkeren
akoestisch signaal omkeren
halverwege de tijd omkeren
na 5 min. even omscheppen
na 5 min. omscheppen
na 5 min. omkeren
halverwege de tijd omkeren
67
Page 68
Geteste gerechten
Gerechten getest volgens DIN 44566
gerecht ge-
linzenstamppot opwarmen
gehaktbrood bereiden
kip braden 900 g Automatisch
wicht
1000 g Automatisch
750 g Automatisch
vermogen tijd in
verwarmen
linzenstamppot
1,0 kg
600 W 10 – 12 3 gerecht afdekken,
gaar laten worden
vlees 750 g
850 W
+450 W
gaar laten worden
gevogelte
900 g
850 W
+450 W
doorwarmtijd
min.
3 gerecht afdekken,
5 onafgedekt gaar laten
41/2
+14
3 met de borst naar
4
+8
in min.
5
3 met de borst naar
tips
na het akoestisch signaal doorroeren
halverwege de tijd doorroeren
worden
onderen leggen, bij akoestisch signaal omkeren
onderen leggen, halverwege de tijd omkeren
68
Page 69
Gerechten getest volgens IEC 59 H
Geteste gerechten
gerecht hoeveel-
test A kandeel
test B biscuitdeeg
test C gehaktbrood
runder­gehakt ontdooien
aardbeien ontdooien
heid
1000 g 450 W 28 – 30 120 servies:
475 g 450 W 7 – 8 5 servies:
900 g Automatisch
500 g Automatisch
250 g Automatisch
vermogen tijd in min. doorwarmtijd
gaar laten
worden vlees
900 g
600 W
+450 W
ontdooien vlees
500 g
150 W 17 – 19 5 – 10 Niet afdekken bij
ontdooien fruit
250 g
150 W 7 – 85
– 5servies:
7
+11
5 10 niet afdekken bij
5 niet afdekken bij
in min.
5
tips
Pyrex 3.226.85 niet afdekken
Pyrex 3.827.80 gerecht afdekken
Pyrex 3.838.80 gerecht afdekken
ontdooien, na het akoestische signaal omkeren
ontdooien, halverwege de tijd omkeren
ontdooien
69
Page 70
Geteste gerechten
Gerechten getest volgens DIN 44 547
gebak bakvorm /
spritsen 1 glazen
zacht biscuitdeeg
plaatkoek van gistdeeg
1) eerste inschuifhoogte
2) eerste en tweede inschuifhoogte
glazen opvangschaal
aantal
1)
schaal 2 glazen
schalen springvorm
1 glazen opvangschaal
1 glazen opvangschaal
1)
2)
1)
1)
verwarmings­soort / programma
Hetelucht 150 35 – 40
Hetelucht 150 40 – 45
Hetelucht 170 30 – 35
Hetelucht 170 50 – 60
Magnetron + Hetelucht
vermogen
in W
150 170 44 – 50
temperatuur
in °C
tijd
in min.
70
Page 71
Andere geteste gerechten
Geteste gerechten
gebak / gerecht
1)
cake
1)
eend 1700 g
varkensvlees 1500 g
3)
tosti
1) eerste inschuifhoogte
2) eerste en tweede inschuifhoogte
3) tweede inschuifhoogte
bakvorm / glazen opvangschaal
cakevorm Hetelucht 160 55 – 65 cakevorm Magnetron +
rooster op glazen opvangschaal
glazen opvangschaal
1)
rooster op glazen opvangschaal
glazen opvangschaal
rooster op glazen opvangschaal
verwarmings­soort / programma
Hetelucht Braad-
automaat
Magnetron + braad­automaat
Braad­automaat
Magnetron + braad­automaat
Grilleren – 250 voorverwar-
vermogen
in W
150 160 40 44
180 100 120
150 180 70 80
160 120 140
300 160 70 80
temperatuur
in °C
men: 5 min.
max. 180 sec.
tijd
in min.
Grilleren:
71
Page 72
Reiniging en onderhoud
Front, bedieningspaneel
Neem het front en het bedieningspa­neel met een mild reinigingsmiddel of met een beetje afwasmiddel in water af. Wrijf ze daarna met een zachte doek droog.
Gebruik geen schuurmiddelen, want deze veroorzaken krassen.
Het is aan te raden om bij een appa­raat met een wit front na ieder gebruik de handgreep van de deur met een mild vetoplossend reinigingsmiddel, bijv. afwasmiddel af te nemen. Zo voor­komt u dat vet of andere resten inbran­den.
Roestvrijstalen front
Gebruik nooit middelen die het op­pervlak aantasten, zoals zand-, soda-, zuur-, of chloorhoudende rei­nigingsmiddelen.
Voor het onderhoud van het front is een niet-schurend middel voor roestvrij staal geschikt. Breng het gelijkmatig aan. Wrijf het uit met een vochtige doek en wrijf het front daarna droog.
Binnenruimte
De binnenruimte bestaat uit roestvrij staal. Door de hoge temperaturen die bij de traditionele verwarmingssoorten worden gebruikt, kan het roestvrij staal donkerder worden.
U kunt de binnenruimte het beste reinigen iedere keer nadat u de magnetron heeft gebruikt. Hoe lan­ger u wacht met schoonmaken, des te moeilijker wordt het om de oven schoon te krijgen. In extreme geval­len is het zelfs onmogelijk.
Neem de binnenruimte met een mild rei­nigingsmiddel of met een beetje afwas­middel in water af. Gebruik daarvoor een doek, een zachte spons of een zacht borsteltje. Wrijf de binnenruimte daarna met een zachte doek droog.
Mocht er iets aangekoekt zijn, reinig de binnenruimte dan met een sponsje voor servies en met een niet-schurend reinigingsmiddel of met een reinigings­middel voor roestvrij staal.
Gebruik geen schuurmiddelen. Deze veroorzaken krassen.
72
Let bij het gebruik van ovensprays beslist op de aanwijzingen van de fabrikant. Spuit de ovenspray niet in de openingen.
Neem de binnenruimte niet af met een te natte doek, want dan kan er water in de openingen komen.
Page 73
Reiniging en onderhoud
Aangekoekt vruchtensap en deeg kunt u het beste verwijderen wanneer de oven nog warm is.
Door gemorst vruchtensap kan de bin­nenruimte blijvend verkleuren.
Glazen achterwand
De glazen achterwand kan voor het rei­nigen uit de magnetron gehaald wor­den.
Til de glazen achterwand iets op en verwijder hem.
Reinig de glazen achterwand in de afwasautomaat of met de hand in warm water met afwasmiddel. Leg de glazen achterwand op een glad oppervlak als u hem met de hand reinigt, anders kan hij bescha­digen Gebruik geen schuurmiddel. Dit ver­oorzaakt krassen op het materiaal.
Bovenkant van de binnenruimte
Mocht de bovenkant van de binnen­ruimte bijzonder hardnekkige vlekken vertonen, kunt u de bovenkant het bes­te reinigen na éérst het verwarmingsele­ment voor het grilleren te hebben laten zakken.
Laat het verwarmingselement pas zakken als het koud is. U kunt zich er anders aan branden.
Trek de bevestigingsknop naar bene­den.
Plaats de glazen achterwand op de juiste manier terug. De openingen aan de achterkant van de binnenruimte mogen niet be­dekt worden.
Laat het verwarmingselement zak­ken.
Duw het grillverwarmingselement niet met geweld omlaag, want daar­door kan het beschadigen.
73
Page 74
Reinging en onderhoud Nuttige tips
Klap het element weer naar boven, nadat u de bovenkant van de binnen­ruimte heeft gereinigd. De bevesti­gingsknop moet vastklikken.
Binnenkant van de deur
Houd de binnenkant van de deur steeds schoon. Gebruik geen schuur­middelen!
Controleer de deur iedere keer op be­schadigingen. Mocht de deur bescha­digd zijn, dan mag u totdat de Techni­sche Dienst deze heeft gerepareerd de magnetronfunctie niet gebruiken.
Accessoires
Vetfilter
Reinig het vetfilter in de afwasautomaat of met de hand in warm water met af­wasmiddel.
Rooster
Het rooster na ieder gebruik afwassen en afdrogen. Verwijder aangekoekte etensresten met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Reparaties aan elektrische appara­ten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico’s lopen.
De volgende problemen kunt u echter zelf oplossen:
Wat moet u doen als . . . .
. . . het display donker is?
Controleer of
de stekker goed in het stopcontact zit;de zekering in orde is.
Is dit wel het geval – neem dan contact op met de vakhan-
del of de Technische Dienst van Mie­le Nederland B.V.
Controleer of de dagtijdweergave is uitgezet (zie onder "Dagtijdweergave").
. . . u op een toets drukt, maar er dan niets gebeurt?
Glazen opvangschaal
De opvangschaal kan in de afwasauto­maat of met de hand worden afgewas­sen.
Gebruik geen schuurmiddelen, omdat deze krassen veroorzaken.
Kookstaafje
Het kookstaafje kan in de afwasauto­maat worden gereinigd.
74
Controleer of
– het controlelampje van de betreffen-
de druktoets brandt,
de kinderbeveiliging is geactiveerd (zie de rubriek "Kinderbeveiliging").
Page 75
. . . het apparaat niet met de berei­ding begint?
Controleer of
– de deur van het apparaat bij een be-
reiding met de verwarmingssoort "Magnetron" wel goed is gesloten;
– er bij een bereidingsproces met de
verwarmingssoort "Magnetron" wel een vermogen en een tijd is inge­voerd;
– er bij een combinatieprogramma wel
een vermogen en een tijd voor de verwarmingssoort "Magnetron" en een temperatuur voor de traditionele verwarmingssoort zijn ingevoerd;
– er bij een automatisch programma
wel een gewicht is ingevoerd.
. . . de magnetron / verwarming wel werkt, maar de binnenruimteverlich­ting niet?
Controleer of de binnenruimteverlich­ting is uitgezet (zie de rubriek "Binnenverlichting uitzetten").
Is dit niet het geval, dan zijn de halo­geenlampjes defect. U vervangt ze als volgt:
Trek de stekker uit het stopcontact, of schakel de zekering van de huis­installatie uit.
Nuttige tips
Draai de lampafdekkingen los en ver­wijder deze (1).
Trek de halogeenlampjes eruit (2). Zet er nieuwe halogeenlampjes in.
Aansluitgegevens van het halogeenlam­pje: 12 V, 10 W, thermisch belastbaar tot 300 °C, fitting W271, fa. Osram, type 64418
De draadjes moeten horizontaal naar het apparaat wijzen. Druk de lampjes zo ver naar binnen totdat u weerstand voelt.
Schroef de lampafdekkingen er weer op. Steek de stekker weer in het stop-
contact of schakel de zekering van de huisinstallatie weer in.
75
Page 76
Nuttige tips
. . . de deur van het apparaat tijdens een bereiding met een traditionele verwarmingssoort opengaat en het apparaat dan geen geluid maakt?
Dit is geen storing! Als de deur tijdens een bereidingspro­ces opengaat, schakelt de deurcontact­schakelaar de verwarming, en afhanke­lijk van de verwarmingssoort ook de heteluchtventilator uit.
. . . er na een bereiding geluid te ho­ren is?
Dit is geen storing! Als er in de magnetron een bepaalde temperatuur heerst, werkt de ventilator nog een tijdje door. Komt de tempera­tuur daaronder, dan wordt de ventilator voor de koele lucht automatisch uitge­schakeld.
Als de deur opengaat terwijl de ventila­tor nog doorwerkt, dan wordt deze automatisch uitgeschakeld. Als de deur vervolgens weer gesloten wordt, dan werkt de ventilator nog een tijd door.
. . . het gerecht na afloop van de in­gestelde tijd niet warm, resp. gaar ge­noeg is ?
Controleer of de bereiding is onder­broken.
Zo ja, controleer dan of de magne­tron daarna wel weer is aangezet.
Als u met Magnetron heeft gekookt / verwarmd, controleer dan of u wel die tijd heeft gekozen die overeen­komt met het ingestelde vermogen.
Hoe lager het vermogen, des te langer de bereidingstijd.
Als u met Magnetron heeft gekookt / verwarmd, controleer dan of er tussen de start van deze bereiding en het eind van een voorgaand bereidings­proces met Magnetron wel een wacht­tijd van 30 sec. is aangehouden.
. . . gebak nog niet gaar is na afloop van de tijd die in de tabel voor het bakken van gerechten staat aangege­ven?
Controleer of
de juiste temperatuur is ingesteld;u zich wel precies aan het recept
heeft gehouden. Als u meer vocht en eieren toevoegt dan in het recept staat, wordt het deeg vochtiger en moet langer gebakken worden;
– of de glazen schaal tegen de achter-
wand aan is geschoven. In dat geval is de bereidingstijd iets langer.
. . . gebak niet overal even bruin is geworden?
Een verschil is er altijd.
Als het verschil te groot is, controleer dan
– of de ingestelde temperatuur te
hoog is geweest;
– of de glazen opvangschaal tegen de
achterwand aan is geschoven;
– of het vetfilter voor de aanzuigope-
ning van de ventilator is geplaatst;
– van welk materiaal de bakvorm is
vervaardigd en welke kleur deze heeft. Bakvormen van licht, helder en dun materiaal zijn niet zo goed geschikt.
76
Page 77
Nuttige tips
. . . de gerechten te snel afkoelen na­dat ze met magnetron zijn verwarmd/ gekookt?
De warmte van de magnetron ontstaat altijd eerst aan de buitenkant van het gerecht en verplaatst zich vervolgens naar het midden.
Wordt een gerecht dus op een hoog vermogen verwarmd, kan het van bui­ten al warm zijn, maar van binnen nog niet. Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het ge­recht verdeeld, waardoor de warmte naar binnen toe gaat en de buitenkant kouder wordt. Daarom moet u gerechten die uit ver­schillende ingrediënten bestaan, zoals kant-en-klaar maaltijden en éénpansge- rechten, opwarmen op een lager ver­mogen en gedurende een wat langere tijd.
. . . de kookwekkertijd niet afloopt?
De kookwekkertijd loopt alleen af als de deur van de oven is gesloten en de toets "Start" is ingedrukt.
. . . de toetsen bij het snelkiessys­teem niet apart zijn te bedienen
Controleer of
– de verwarmingssoort "Magnetron" is
gekozen;
– of er een tijd van max. 10 minuten is
ingevoerd. Een tijd van langer dan 10 minuten kan niet worden opgesla­gen.
. . . u bij gebruik van de magnetron vreemde geluiden hoort?
Controleer of
– er vonken onstaan door het gebruik
van metalen servies (zie de rubriek "Serviesgoed dat geschikt is voor de magnetron");
– het gerecht met aluminiumfolie is af-
gedekt. Zo ja, verwijder de folie.
. . . een vermogen-tijd-combinatie niet met "M" kan worden opgeslagen
Controleer of
– de verwarmingssoort "Magnetron" is
gekozen;
– of er wel een vermogen en een tijd
zijn ingesteld.
. . . voor een vermogen-tijd-combina­tie de gewenste tijd niet kan worden ingesteld?
Controleer of
– de som van de tijden voor alle
Memory-combinaties met een vermogen van 1200 W 10 minuten bedraagt;
– de som van de tijden voor alle
Memory-combinaties met een vermogen van 850 W 60 minuten bedraagt.
77
Page 78
Nuttige tips Technische Dienst
. . . er in het display een F in combi­natie met een getal verschijnt?
Deze combinatie geeft een foutmelding aan.
De foutmelding "F02" verschijnt als de deur openstaat en de toets "Start" wordt ingedrukt.
Schakel de zekering van de huis­installatie uit en weer in, of trek de stekker uit het stopcontact en steek
de stekker er weer in. De foutmelding verdwijnt uit het display. Als de foutmelding hierna nog steeds
of opnieuw brandt, moet u de Techni­sche Dienst van Miele Nederland B.V. waarschuwen.
Verschijnt er een F in combinatie met een ander getal in het display, bijvoor­beeld "F10", "F11" of "F12",
waarschuw dan de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V. Geef de foutmelding die in het display
verschijnt altijd door aan de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u
– uw Miele-vakhandelaar of – de Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse af­delingen vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de Technische Dienst weet welk type magnetron u heeft en welk nummer deze heeft. Beide gegevens vindt u op de type­plaatje dat zich aan de voorkant van de binnenruimte bevindt.
Miele Service Verzekering Certificaat Voor informatie over het Miele Service
Verzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
78
Page 79
Elektrische aansluiting
Deze oven mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet wor­den aangesloten.
Deze oven wordt standaard geleverd met een aansluitkabel en een stekker met beschermingscontact (randaarde), geschikt voor aansluiting op wissel­spanning 50 Hz, 220-230 Volt.
De zekering dient te geschieden met 16 A.
Deze oven mag uitsluitend worden aan­gesloten op een stopcontact met be­schermingscontact (randaarde).
Deze oven mag uitsluitend op een huis­installatie worden aangesloten die vol­gens NEN 1010 is geïnstalleerd.
De elektrische huisinstallatie waarop het apparaat wordt aangesloten moet zijn voorzien van een aardlekschake­laar (richtlijnen van de EU voor Neder­land).
Voordat u de oven aansluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en fre­quentie) op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteitsnet te ver­gelijken. Deze gegevens moeten be­slist overeenkomen.
Als de aansluitkabel is beschadigd moet deze door de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. worden ver­vangen.
79
Page 80
Inbouwinstructies
Inbouw- en combinatiemoge­lijkheden
Het apparaat kan worden ingebouwd – in een hoge kast in combinatie met
een gewone oven,
in een hoge kast,in een onderkast.
Inbouwafmetingen
Inbouw in een hoge kast in combina­tie met een gewone oven
Inbouw in een hoge kast
Inbouw in een onderkast
80
Als de oven met een kookplaat wordt gecombineerd, moeten de in­bouwinstructies van de kookplaat worden opgevolgd.
Page 81
Inbouwinstructies
Sluit het apparaat op het elektrici­teitsnet aan.
Plaats het apparaat tot de wasemlijst in de inbouwkast en stel het appa­raat.
Open de deur van het apparaat en maak het apparaat met twee schroe­ven aan de zijwanden van de kast vast.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het is ingebouwd.
818283
Page 82
Page 83
Page 84
Wijzigingen voorbehouden / 22 - F NL - 1597
Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...