Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing en
de montagehandleiding voor u het toestel
installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
(niet op de afb.)
2besteklade
3bovenste korf
4watertoevoer middelste sproeiarm
5middelste sproeiarm
6onderste sproeiarm
4
7reservoir voor naspoelmiddel
(met instelknop)
8dubbel reservoir voor afwasmiddel
9typeplaatje
10bedieningspaneel
11optische functiecontrole
12reservoir voor regenereerzout
13filterset
14vier in de hoogte verstelbare
voetjes
Page 5
Het bedieningspaneel (10)
15toets "aan"
16toets "uit"
17controle- en waarschuwings-
lampjes
18lijst met programma’s
19programmatoetsen / -controle-
lampjes
Let op:
De lijst met programma’s is beschermd
door een folie wanneer het toestel u
wordt geleved.
^ Trek eerst de beschermfolie van de
lijst weg.
Beschrijving van het toestel
In deze handleiding worden verschillende vaatwassermodellen beschreven.
Wij vermelden ze hier als volgt:
G 603 (SC)-Vi = G 6XX
G 803 SC-Vi = G 8XX
De aanduidingen G 6XX en G 8XX verwijzen telkens naar het typeplaatje en
niet naar het nummer op het bedieningspaneel.
Het typeplaatje vindt u op de rechterkant van de toesteldeur.
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij de installatie
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voordat u dit toestel in gebruik
neemt. Zo beschermt u zichzelf en
vermijdt u schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik deze afwasautomaat uit-
sluitend in het huishouden. Was er
enkel huishoudelijk vaatwerk mee af.
Om het even welke andere toepassing
of wijziging aan het toestel is ongeoorloofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
Bij de levering
Kijk goed na of de u geleverde af
wasautomaat geen uiterlijke scha
de vertoont voor u hem opstelt. Neem
in geen enkel geval een beschadigd
toestel in gebruik. Door schade aan uw
toestel kunnen er immers risico’s voor
uw veiligheid opduiken.
Laat de verpakking terdege recy
cleren.
-
-
-
-
-
-
Raadpleeg bij het opstellen en
aansluiten van uw afwasautomaat
de montagehandleiding.
Ter wille van de stabiliteit mag u
bekleedbare of geïntegreerde in
bouwmodellen enkel onder een doorlo
pend werkblad inbouwen. Dit werkblad
dient u met schroeven aan de kasten
naast het toestel te bevestigen.
Bouw deze afwasautomaat niet in
onder een kookvlak. De vaak wel
hoge stralingstemperatuur kan de af
wasautomaat schade toebrengen. Om
dezelfde reden mag u hem ook niet opstellen vlak naast een toestel dat warmte uitstraalt, bv. een open haard e.d.
Tijdens het installeren mag de
vaatwasser niet op het stroomnet
aangesloten zijn.
Wees er zeker van dat de elek-
trische installatie bij u ter plaatse
overeenstemt met wat op het typeplaatje van het toestel staat. Het gaat hier
over de netspanning, de frequentie en
de smeltveiligheden.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheids
voorziening voorhanden is.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elek
trische schokken mogelijk.
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Een beschadigd toestel kan uw ge
zondheid in gevaar brengen! Stel
zo’n toestel meteen buiten werking en
vraag advies aan uw leverancier of aan
de technische dienst.
De kunststof behuizing van de wa
teraansluiting bevat een elektrisch
werkend ventiel. Dat mag u niet in vloei
stof onderdompelen!
In de watertoevoerslang zitten lei-
dingen die onder stroom staan.
Knip de slang dus nooit door, zelfs als
hij te lang is!
Gebruik uit veiligheidsoverwegin-
gen geen verlengsnoeren. Er is
brandgevaar door oververhitting.
Bij het dagelijks gebruik
Giet geen oplosmiddel in de kuip.
Er is namelijk ontploffingsgevaar!
Het water in de kuip is niet drink
baar!
Vermijd bij afwaspoeder het stof in
te ademen! Slik nooit afwasmiddel
in! Dat kan door de inbijtende werking
neus-, mond- en keelholte bescha
digen. Roep meteen een dokter indien
u afwasmiddel hebt ingeademd of inge
slikt.
-
-
-
-
-
-
-
Ga niet op de open toesteldeur
staan of zitten. Het toestel kan im
mers kantelen. U kan zich daarbij kwet
sen en het toestel kan schade oplopen.
Bij toestellen met een bestekkorf
(volgens het model) wordt bestek
vlotter schoon en droog als u dat met
het hecht naar onderen in het korfje
steekt. Bestaat echter het risico dat u
zich aan mes- of vorkpunten kwetst,
steek het dan liever met het hecht naar
boven.
Gebruik enkel afwasmiddel voor
huishoudelijke afwasautomaten,
geen middel voor afwas met de hand.
Maak enkel gebruik van naspoel-
middel voor huishoudelijke vaatwassers!
Gebruik enkel speciaal regenereer-
zout, bij voorkeur met grove korrel.
U kan ook zuiver, door indamping gewonnen zout gebruiken. Gebruik in
geen geval ander zout, bv. tafel- of
strooizout. Zo’n zout kan namelijk be
standdelen bevatten, die niet in water
oplosbaar zijn. Die kunnen storingen
teweegbrengen aan de ontharder.
Laat geen kunststof vaatwerk, bv.
wegwerprecipiënten of bestek, af
wassen, dat niet tegen heet water be
stand is. Deze voorwerpen kunnen door
de hitte vervormen.
-
-
-
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wees voorzichtig bij vaatwassers met
zichtbare weerstand (naar gelang van
het model)!
Raak tijdens of na een afwaspro
gramma deze verwarmingsweer
stand niet aan. U kan zich daaraan ver
branden.
Kunststof voorwerpen kunnen
verkolen of ontvlammen na aanra
king met de verwarmingsweerstand.
Schik dit vaatwerk dus in de bovenste
korf zo u niet zeker bent dat het tegen
hitte bestand is. Blokkeer dit vaatwerk
om te vermijden dat het op de weer
stand valt.
-
-
-
-
Met kleine kinderen in het
huishouden
Laat kleine kinderen niet aan de af-
wasautomaat prutsen. Laat hen het
toestel evenmin bedienen. Er bestaat
onder meer het risico dat ze zich in de
afwasautomaat opsluiten!
Laat kinderen niet in aanraking
komen met afwasmiddel! Afwas
middel kan door de inbijtende werking
mond- en keelholte beschadigen of
iemand doen stikken. Raadpleeg met
een een dokter indien uw kind afwas
middel in de mond heeft genomen.
-
-
-
Om te vermijden dat kinderen in
contact komen met afwasmiddel:
voeg het middel pas toe juist voor
een programma start. Vergrendel ook
de toesteldeur met de kinderbeveiliging
(naar gelang van het model).
Hou kinderen dus ook weg van een
openstaande afwasautomaat. Er kun
nen immers nog afwasmiddelresten in
het toestel zijn achtergebleven.
Om te vermijden dat kinderen in
contact komen met afwasmiddel:
indien u van het startuitstel gebruik
maakt (bij sommige modellen), moet
het reservoir voor afwasmiddel droog
zijn. Wis dat eventueel van te voren
droog af. In een vochtig afwasmiddelreservoir gaat het afwasmiddel klonteren
en spoelt het niet volledig weg. Na afloop van een programma kunnen kinderen met deze afwasmiddelresten in
aanraking komen als de toesteldeur
openstaat.
Om stoffelijke schade te vermijden
Giet in het reservoir voor naspoel
middel geen afwasmiddel (ook
geen vloeibaar). Daardoor gaat het re
servoir zeker stuk!
Giet geen afwasmiddel (ook geen
vloeibaar) in het reservoir voor re
genereerzout. Daardoor gaat de onthar
der onherroepelijk stuk!
u
-
-
-
-
-
Gebruik geen industriële reini
gingsmiddelen. Er kan namelijk
schade optreden en er bestaat risico
op hevige chemische reacties (bv. van
knalgas).
8
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het ingebouwde Miele-waterproof
systeem biedt betrouwbare be
scherming tegen waterschade. De vol
gende voorwaarden dienen wel vervuld
te zijn:
het toestel werd geïnstalleerd zoals
–
het hoort,
u laat het repareren en / of onderde
–
len vervangen indien er schade op
duikt,
u draait de watertoevoerkraan dicht
–
bij langere afwezigheid (vakantie).
-
-
Herstelling en onderhoud
Laat reparaties enkel door vakmen-
sen uitvoeren.
Door onvakkundige herstellingen duiken er aanzienlijke risico’s op voor wie
het toestel gebruikt.
Maak het toestel stroomloos voor-
dat het wordt onderhouden. Schakel het toestel uit, trek de stekker uit het
stopcontact of schakel de smeltstoppen uit.
Uw oud toestel afdanken
-
-
-
Maak dit toestel onbruikbaar wan
neer u het afdankt. Trek de stekker
uit het stopcontact en knip het aansluit
snoer door.
Verwijder het deurslot door twee kruis
kopschroeven uit te draaien. Zo kunnen
kinderen zich niet in het toestel opslui
ten. Laat het toestel daarna terdege re
cycleren.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat deze veiligheidsbepalingen
niet in acht werden genomen.
-
-
-
-
-
9
Page 10
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be
handeling kunnen deze stoffen schade
lijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
-
-
-
-
-
-
10
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
–
de handelaar bij wie u het kocht
of
–
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
-
Page 11
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen. Hou dus rekening
met de gelijknamige rubriek in de "Op
merkingen omtrent uw veiligheid".
-
-
Spaarzaam afwassen
Uw afwasautomaat verbruikt bijzonder
weinig water en stroom.
Hou daartoe echter rekening met vol
gende tips:
Beschikt u over een moderne
^
warmwaterinstallatie? Sluit uw afwas
automaat dan aan op warm water.
Hoewel alle afwasbeurten met warm
water verlopen, vermindert u zo:
- het verbruik van primaire energie,
- de uitstoot van CO
aanmaken van energie,
- uw kosten en de duur van het
afwasprogramma.
Zo uw leidingwater elektrisch wordt
verwarmd, verdient koudwateraansluiting de voorkeur.
^ Benut de capaciteit van de korven
ten volle, zonder ze te overladen.
Zo wast u het spaarzaamst af.
^ Kies een afwasprogramma dat over-
eenstemt met de vaatsoort en de
mate waarin het vaatwerk vuil is.
voor het
2
-
-
^
Kies het programma Spaar voor
stroombesparend afwassen.
^
Hou rekening met de doseertips op
de afwasmiddelverpakking.
^
Giet enkel 2/3 van de opgegeven
hoeveelheid afwasmiddel in het re
servoir zo de korven maar halfvol zijn.
^
U kan de verwarming om de vaat te
drogen uitschakelen. Dan droogt de
vaat door zijn eigen warmte. Zie ru
briek "Bijkomende functies".
-
-
11
Page 12
Het toestel in gebruik nemen
Voor het eerste gebruik hebt u
nodig:
ca. 1 l water,
–
ca. 1,2 kg regenereerzout,
–
afwasmiddel voor huishoudelijke
–
vaatwassers,
naspoelmiddel voor huishoudelijke
–
vaatwassers.
Elke afwasautomaat wordt in de fa
briek getest.
Daarom staat er ook nog wat water
in het toestel.
-
12
Page 13
Het toestel in gebruik nemen
De deur openen
^ Trek aan de handgreep.
Indien u de deur tijdens het afwassen
openmaakt, worden alle functies automatisch onderbroken.
Om het toestel zonder voorzijpaneel
open te maken: zie rubriek "Opstellen en aansluiten", hoofdstuk 3, "De
voorzijplaat aanbrengen", in de montagehandleiding.
De deur sluiten
Schuif de korven in het toestel.
^
Klap de deur omhoog en duw ze
^
dicht totdat u een klik hoort.
13
Page 14
Het toestel in gebruik nemen
De ontharder
Om degelijk af te wassen heeft uw vaat
wasser zacht (kalkarm) water nodig. Bij
hard water zet zich een witte aanslag
op de vaat en op de kuipwanden af.
Leidingwater met een waterhardheid
vanaf 4° Duitse of 7° Franse hardheid
dient u te laten ontharden. Dat gebeurt
automatisch in de ingebouwde onthar
der.
Voor die ontharder is er regenereer
–
zout vereist.
Uw afwasautomaat moet u precies
–
op de hardheid van uw leidingwater
instellen.
– Vraag aan uw watermaatschappij
naar de hardheid van het u geleverde leidingwater.
Schommelt de hardheid van uw leidingwater? Bv. van 8 naar 17° Duitse ofwel
van 14 naar 31° Franse hardheid? Kies
dan het hoogste getal. In dit geval dus
17°d of 31°f hardheid.
-
-
De ontharder instellen
-
In de fabriek is een waterhardheid
van 15 à 16°d of van 27 à 29°f inge
steld.
Indien deze instelling met de hardheid
van het u geleverde water overeen
stemt, hoeft u over de ontharder niet
verder te lezen.
Is de waterhardheid bij u ter plaatse an
ders, dan stelt u die met de toetsen van
het bedieningspaneel in.
Intussen knipperen en branden er na
elke druk op een toets andere controle
lampjes. Om de hardheid in te stellen
zijn echter enkel die controlelampjes
van belang, die hierna worden beschreven.
U kan het instellen om het even wanneer zonder problemen afbreken en
weer opnieuw beginnen. Schakel
het toestel daartoe uit met de toets
"uit" (o).
-
-
-
-
Bij een eventuele tussenkomst van de
Technische Dienst maakt u het de
technicus wat makkelijker indien u de
hardheid van uw leidingwater kent.
^
Vul hier de waterhardheid in:
°d ofwel°f
14
Page 15
Het toestel in gebruik nemen
1. Maak de toesteldeur open.
^
2. Schakel de afwasautomaat uit met
^
de toets "uit".
3. Hou de toetsen a en c ingedrukt
^
en schakel tegelijk
de toets "aan".
4. Laat nu alle toetsen weer los.
^
De controlelampjes "Zout" en b knipperen.
Is dat niet het geval, begin dan eens
opnieuw.
^ 5. Druk op de toets b.
Het controlelampje b gaat uit en "Zout"
knippert.
De waterhardheid tussen 1 en 14°d of
tussen 2 en 25°f instellen:
Brandt een van de controlelampjes
naast de toetsen a - e, dan is dat het
hardheidsdomein dat momenteel is in
gesteld; zie tabel 1.
het toestel in met
-
Tabel 1:
°d°ftoets
1 - 42 - 7a
5 - 79 - 13b
814c
9 - 1116 - 20d
12 - 1422 - 25e
Indien deze waarde met de hardheid
van het u geleverde water overeenstemt:
^ schakel dan uw afwasautomaat uit
met de toets "uit".
Indien u een andere hardheid wenst in
te stellen:
^ druk dan op de toets die met de
hardheid van het u geleverde water
overeenstemt; zie tabel 1.
De controlelampjes "Zout" en b knippe
ren.
^
Druk twee keer op toets f.
De controlelampjes "Zout" en f knippe
ren.
-
-
^
Schakel de afwasautomaat uit met de
toets "uit".
De ingestelde waterhardheid is nu in
het geheugen van het toestel opgesla
gen.
-
15
Page 16
Het toestel in gebruik nemen
De waterhardheid tussen 15 en 70°d
of tussen 27 en 126°f instellen:
Druk op de toets f.
^
Het controlelampje f brandt.
Brandt een van de controlelampjes
naast de toetsen a - e, dan is dat het
hardheidsdomein dat momenteel is in
gesteld; zie tabel 2.
Indien deze waarde met de hardheid
van het u geleverde water overeenstemt:
^ schakel dan uw afwasautomaat uit
met de toets "uit".
De ingestelde waterhardheid
controleren
Wenst u na te gaan welke waterhard
heid ingesteld is?
Herhaal dan de bedieningsstappen
^
van 1 tot 5.
Gaat een van de controlelampjes
a - e aan, dan is er een waterhard
heid ingesteld tussen 1 en 14°d of tus
sen 2 en 25°f. Zie tabel 1.
Brandt er geen controlelampje? Druk
^
dan op toets f.
Het controlelampje f gaat aan.
Er gaat ook nog een controlelampje
aan van a tot e. Dat duidt de waterhardheid aan als die tussen 15 en 70°d
of tussen 27 en 126°f ligt. Zie tabel 2.
^ Schakel de afwasautomaat uit met de
toets "uit".
-
-
-
Indien u een andere hardheid wenst in
te stellen:
^
druk dan op de toets die met de
hardheid van het u geleverde water
overeenstemt; zie tabel 2.
De controlelampjes "Zout" en b knippe
ren.
^
Druk twee keer op toets f.
De controlelampjes "Zout" en f knippe
ren.
^
Schakel de afwasautomaat uit met de
toets "uit".
De ingestelde waterhardheid is nu in het
geheugen van het toestel opgeslagen.
16
-
-
Page 17
Het toestel in gebruik nemen
Regenereerzout toevoegen
Blijft de hardheid van uw leidingwa
ter voortdurend lager dan 4° Duitse
of 7° Franse hardheid? Dan hoeft u
geen zout toe te voegen.
Belangrijk! Voor u de eerste keer
zout toevoegt, dient u het reservoir
met ca. 1 liter water te vullen. Zo kan
het zout zich oplossen. Achteraf be
vindt er zich telkens voldoende wa
ter in het reservoir.
Giet geen afwasmiddel (ook geen
vloeibaar) in het reservoir voor regenereerzout. Daardoor gaat de ontharder onherroepelijk stuk!
Gebruik enkel speciaal regenereerzout, bij voorkeur met grove korrel. U
kan ook zuiver, door indamping gewonnen zout gebruiken. Gebruik in
geen geval ander zout, bv. tafel- of
strooizout. Zo’n zout kan namelijk
bestanddelen bevatten, die niet in
het water opgelost worden. Dat kan
de werking van de ontharder in het
gedrang brengen.
Neem de onderste korf uit het toestel.
^
Schroef de schroefdop van het zout
-
-
-
reservoir af.
Vul het reservoir de eerste keer met
^
ca. 1 liter water.
^ Zet de trechter erop. Voeg zout toe in
de recipiënt tot die vol is. De reci-
piënt bevat, naar gelang van de zout-
soort, tot 1,2 kg zout.
Bij het toevoegen van zout loopt er wa-
ter over.
^
Verwijder de zoutresten van de
schroefdraad van het zoutreservoir.
Draai de schroefdop goed dicht.
^
Laat dadelijk daarna het programma
"Voorspoelen" aflopen. Zo wordt de
overgelopen pekel verdund en weg
gepompt.
-
-
17
Page 18
Het toestel in gebruik nemen
Aanduiding van het zoutpeil
Zolang het controlelampje "Zout" op het
bedieningspaneel niet aangaat, is er
nog genoeg zout in het reservoir.
^ Voeg zout toe zodra het controle-
lampje "Zout" begint te branden.
Zie rubriek "Regenereerzout toevoegen".
Nadat u zout hebt toegevoegd, kan het
lampje nog even blijven branden. Het
gaat uit zodra de zoutconcentratie
hoog genoeg is.
Opmerking!
Het controlelampje "Zout" gaat ook aan
als het leidingwater onder de 4° Duitse
of 7° Franse hardheid blijft en u dus
geen regenereerzout heeft toegevoegd.
Dat het lampje "Zout" aangaat, speelt
voor u dus geen rol!
Via het controlelampje "Zout" kan de
Technische Dienst van Miele in de toe
komst programma’s updaten (moderni
seren). Zie rubriek "Technische dienst".
Daarom vindt u daarnaast ook de afkor
ting "PC", wat staat voor "program
correction".
-
-
-
18
Page 19
Het toestel in gebruik nemen
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel dient u te doseren om
het water tijdens het drogen als een film
van de vaat te laten lopen. Daarmee
droogt de vaat na het spoelen ook mak
kelijker.
U giet het middel in het reservoir. Vol
gens de ingestelde hoeveelheid wordt
het daarna automatisch gedoseerd.
Giet in het reservoir enkel na
,
spoelmiddel voor huishoudelijke
vaatwassers. In geen geval afwas
middel (ook geen middel voor afwas
met de hand). Daardoor gaat het reservoir zeker stuk!
U kan eveneens gebruik maken van
– huishoudelijke azijn met een zuurge-
halte tot 5 %
alsook van
– vloeibaar citroenzuur tot 50 %. De
vaat is dan wel vochtiger en vertoont
ook meer vlekken dan wanneer u na
spoelmiddel gebruikt.
-
-
-
Naspoelmiddel toevoegen
-
^ Druk de toets op het deksel van het
naspoelmiddelreservoir in de richting
van de pijl tot de klep openspringt.
-
,
Azijn met hoog zuurgehalte (bv.
azijnessence van 25 %) mag u niet
gebruiken. Daardoor kan het toestel
namelijk schade oplopen.
19
Page 20
Het toestel in gebruik nemen
Controlelampje
"naspoelmiddel"
^ Stop met gieten zodra het naspoel-
middel aan het zeefoppervlak van de
vulopening zichtbaar wordt.
Het reservoir kan ca. 130 ml bevatten.
^ Doe de klep stevig dicht. U dient een
klik te horen. Anders kan er tijdens
het afwasprogramma water in het reservoir binnendringen.
^
Veeg gemorst middel goed weg. Zo
vermijdt u te overvloedig schuim in
de volgende afwasbeurt.
Zolang het controlelampje "naspoelmid
del" op het bedieningspaneel niet is
aangegaan, is er nog genoeg naspoel
middel in het reservoir.
Als het controlelampje "naspoelmiddel"
op het bedieningspaneel aangaat, is er
nog reserve voor zowat 2 à 3 afwasbeurten.
^
Vul tijdig naspoelmiddel bij.
-
-
20
Page 21
De doseerhoeveelheid van het
naspoelmiddel instellen
De doseerknop (zie pijl) in de vulopening kan u instellen van 1 tot 6. In de fabriek werd die op 3 ingesteld. Per afgelopen programma wordt in dit geval ca.
3 ml naspoelmiddel verbruikt. Dit is ook
de aanbevolen dosering.
Het toestel in gebruik nemen
^ Draai de knop op een hogere stand
indien er vlekken op het vaatwerk
verschijnen.
^
Indien er een film of sluier te voor
schijn komt, draai de doseerknop
dan op een lagere stand.
-
21
Page 22
Vaatwerk en bestek schikken
Hou hiermee rekening
Verwijder grove spijsresten van het
^
vaatwerk.
Voorspoelen onder stromend water
hoeft niet!
Laat uw afwasautomaat geen
,
vaat afwassen met as, zand, was,
smeervet of verf.
As lost niet op en verdeelt zich in de
kuip. Zand schuurt. Was, smeervet
en verf brengen de machine schade
toe.
U kan elk stuk vaatwerk gelijk waar in
de korven plaatsen. Gelieve toch rekening te houden met volgende tips.
^ Vaatwerk en bestek mogen niet in el-
kaar liggen en elkaar niet bedekken.
^ Schik het vaatwerk zo dat het water
het van alle zijden kan besproeien.
Alleen dan kan het schoon worden!
Vaatwerk met een diepe bodem
^
plaatst u bij voorkeur schuin, zodat
het water eruit kan lopen.
De sproeiarmen mogen niet door te
^
hoge of naar onder doorhangende
delen geblokkeerd worden.
Doe de sproeiarmen eventueel eens
met de hand draaien.
Zorg ervoor dat kleine voorwerpen
^
niet door de korven vallen.
Leg dekseltjes bv. in de besteklade
of in de bestekkorf.
Spijzen als worteltjes, tomaten of
ketchup kunnen natuurlijke kleurstoffen bevatten. Die kunnen plastic
vaatwerk of kunststof onderdelen
van het toestel doen verkleuren indien die in grotere hoeveelheden in
de kuip terechtkomen. De stevigheid
van de kunststof onderdelen komt
daardoor echter niet in het gedrang.
^ Zorg ervoor dat alle voorwerpen ste-
vig staan.
^
Holle recipiënten als kopjes, glazen,
kookpannen e.d. zet u met hun ope
ning naar onder in de korf.
^
Plaats hoge, slanke recipiënten, als
bv. champagneglazen, niet in de
hoeken van de korf. Zet ze liever in
het midden. Daar bereiken de sproei
stralen ze beter.
22
Als u vaatwerk schikt, kunnen er
spijs- of drankresten op de zijkanten
van de toesteldeur druipen.
-
Deze oppervlakken worden niet door
de sproeistralen bereikt.
Wis zulke spijsresten dus weg voor
dat u het toestel dichtdoet.
-
-
Page 23
Vaatwerk en bestek schikken
In de bovenste korf
Klein, licht en delicaat vaatwerk als
kopjes, schoteltjes, glazen, dessertschoteltjes e.d. U kan daar ook
kunststof vaatwerk plaatsen, dat niet zo
temperatuurgevoelig is. Er is ook plaats
voor een vlakke kookpan.
Kopjesrek
Klap dit rekje omhoog om er hoge recipiënten te kunnen schikken.
Afwasautomaat G 8XX
(model zie typeplaatje)
Staat de bovenste korf in de hoogste
stand, dan kan u het rekje onder de
verlaging van de besteklade niet
opklappen.
23
Page 24
Vaatwerk en bestek schikken
De bovenste korf verstellen
Om in de bovenste of onderste korf
meer plaats te krijgen voor hoger vaat
werk, kan u de bovenste korf in de
hoogte regelen. Er zijn 3 niveaus met
telkens een verschil van 2 cm.
U kan de bovenste korf ook schuin
plaatsen, aan de ene kant hoog, aan de
andere laag. Zorg er wel voor dat u de
korf zonder hapering in de spoelruimte
kan schuiven.
Trek de bovenste korf naar voren.
^
-
Naar gelang van de stand van de bo
venste korf kan u borden met volgende
diameter in de korven plaatsen:
bovenste
korf
in ...
stand
bovenste2030
middelste2228
onderste2426
maximum-ø
borden in cm
bovenste
korf
onderste
-
korf
^
Trek de hefboompjes aan beide zij
den van de korf naar boven.
^
Breng de korf in de gewenste stand.
^
Duw de hefboompjes terug op hun
plaats. U hoort een klik.
24
-
Page 25
Vaatwerk en bestek schikken
In de onderste korf
Groot en zwaar vaatwerk, bv. borden,
kookpannen, schotels e.d.
U kan er ook wel dessertbordjes en
schoteltjes in plaatsen.
Flessensteun
De flessensteun dient als steun bij het
afwassen van hogere objecten, bv.
melk- of zuigflessen.
Plaats de flessensteun enkel als op de
afbeelding in de onderste korf. Op andere plaatsen wordt het binnenste van
de fles niet besproeid. De flessen worden dan ook niet degelijk schoon.
25
Page 26
Vaatwerk en bestek schikken
Bestek
Schik uw bestek in zones. Bv. een voor
messen, vorken, lepels, theelepeltjes.
Zo kan u het achteraf beter uitnemen.
Leg messen met hun snijkant en vorken
met hun tanden tussen de opstaande
steunstaafjes. Lepels legt u beter met
hun handvat tussen die steunstaafjes.
Leg lepels op de getande steunen. Zo
druipt ook de laatste waterdruppel er
volledig af.
Lange voorwerpen als roer-, sauslepels, taartenscheppen en lange messen kan u in het lagere deel opzij in de
besteklade leggen.
De bovenste sproeiarm mag u niet
blokkeren door te hoge voorwerpen,
bv. taartenscheppen.
26
Zo lepels met hun handvat niet tussen
de opstaande steunstaafjes passen,
leg ze dan met hun handvat op de ge
tande steunen.
Let er dan op dat de holle delen van le
pels minstens op een van de horizonta
le afloopstaafjes op de bodem van de
besteklade rusten.
U kan de inzet uit de besteklade ne
men.
-
-
-
-
Page 27
Vaatwerk en bestek schikken
Niet geschikt voor afwas in de
afwasautomaat
Bestek en vaatwerk van hout of met
–
een houten gedeelte: deze voor
werpen verbleken. Bovendien zijn de
toegepaste kleefstoffen niet voor af
wasautomaten geschikt. Het gevolg:
het houten hecht komt los.
Voorwerpen met artistieke waarde als
–
antieke, waardevolle vazen of glazen
met motieven zijn niet tegen machi
nale afwas bestand.
Kunststof voorwerpen die niet tegen
–
hitte bestand zijn: deze voorwerpen
kunnen vervormen.
– Koperen, tinnen of aluminium voor-
werpen: die kunnen verkleuren of
mat worden.
– Op het glazuur aangebrachte motie-
ven kunnen na verschillende afwasbeurten verbleken.
– Delicate glazen en kristallen voor-
werpen kunnen na lang gebruik
troebel worden.
-
-
Hou hiermee rekening:
Zilver,
dat met zilverglans werd gepo
lijst, kan na het afwasprogramma nog
vochtig zijn of vlekken vertonen. Het
water loopt er immers niet als een film
af. Dat zilver dient u dan nog met een
doek af te drogen. Zilver dat echter in
een dompelbad werd behandeld, komt
gewoonlijk droog uit de vaatwasser. Zil
ver kan evenwel verkleuren.
Zilver kan bij contact met zwavelhou
dende eetwaar verkleuren. Dat zijn bv.
eigeel, uien, mayonaise, mosterd, peul
vruchten, vis, vispekel en marinades.
Laat aluminium onderdelen (bv.
,
vetfilters) niet in het toestel afwassen
met een erg bijtend alkalisch afwasmiddel voor professioneel gebruik.
Er kan namelijk schade opduiken
aan het materiaal. In extreme omstandigheden bestaat er ook risico
van hevige chemische reacties (bv.
van knalgas).
-
-
-
-
Aanbevelingen:
–
Schaf u vaatwerk en bestek aan, dat
u in de afwasautomaat kan laten af
wassen.
–
Laat delicaat glas enkel bij lagere
temperaturen afwassen; zie pro
grammaoverzicht. Er is dan minder
risico dat dit glas troebel wordt.
–
Was heel waardevolle glazen verder
met de hand af.
-
-
27
Page 28
Gebruik
Afwasmiddel
Gebruik enkel afwasmiddel voor
,
huishoudelijke afwasautomaten.
Gebruik poedervormig afwasmiddel,
^
tabletten of vloeibaar middel van een
gekend merk. Volg bij de dosering de
richtlijnen op de verpakking van het
middel.
Giet het poeder of het vloeibaar mid
^
del in de vakjes van het reservoir
voor afwasmiddel.
Leg tabletten enkel in het reservoir
^
voor afwasmiddel (vakje II) indien de
fabrikant die aanbeveling geeft.
Wordt er aanbevolen de tabletten in
het bestekkorfje te leggen? Leg ze
dan liever op de binnendeur of
rechtstreeks in de kuip. Dan worden
de tabletten volledig opgelost.
De afwasmiddelfabrikanten geven op
de verpakking de totale hoeveelheid af
wasmiddel op, die voor een afwaspro
gramma vereist is.
Gebruik voor volgende programma’s
^
bij volledig volle korven minstens
20 ml afwasmiddel:
- Intensief,
- Universeel Plus,
- Universeel,
-
- Normaal,
- Spaar.
Zo de fabrikant een hogere dosering
aanbeveelt, voeg dan meer afwas
middel toe.
Indien u minder afwasmiddel doseert dan wat aanbevolen wordt,
kan het zijn dat de vaat niet goed
schoon wordt.
-
-
-
28
Page 29
Afwasmiddel toevoegen
Vermijd bij afwaspoeder het stof
,
in te ademen! Slik nooit afwasmiddel
in! Dat kan door de inbijtende wer
king neus-, mond- en keelholte be
schadigen. Roep meteen een dokter
indien u afwasmiddel hebt inge
ademd of ingeslikt.
Laat kinderen niet in contact komen
met afwasmiddel. Hou kinderen dus
van een geopende afwasautomaat
weg. Er kunnen nog afwasmiddel
resten in het toestel achterblijven.
Voeg het afwasmiddel pas toe juist
voor u een programma start.
Hou rekening met de tips in het programmaoverzicht achteraan in deze
handleiding.
Gebruik
-
-
-
-
Druk de toets van de klep van het re
^
servoir in. De klep springt dan open.
Na het afwasprogramma staat deze
klep steeds open.
-
Vlot doseren
In vakje I passen hoogstens 20 ml,
in vakje II hoogstens 70 ml afwasmid
del.
Om vlot te doseren, zijn er in vakje II
markeringen aangebracht: 20, 25, 30.
Die duiden ongeveer de gedoseerde
hoeveelheid in ml aan indien de toestel
deur zich in horizontale positie bevindt.
-
-
^
Giet het afwasmiddel in de vakjes en
doe de klep van het reservoir dicht.
^
Doe ook de afwasmiddelverpakking
dicht. Anders verliest het middel aan
reinigingsvermogen!
29
Page 30
Gebruik
Programmakeus
Laat de keus van een programma af
hangen van het soort vaatwerk en van
de mate waarin het vuil is.
Meestal kiest u een Universeel of
Universeel-Plus-programma.
Deze programma’s zijn echt geschikt
voor vaat zoals die dagelijks in het huis
houden af te wassen is.
Raadpleeg het programmaoverzicht
op het einde van deze handleiding.
Daar vindt u alle programma’s en de
toepassingen ervan beschreven.
-
-
30
Page 31
Inschakelen
Gebruik
Draai de waterkraan open zo die
^
dicht staat.
Doe de toesteldeur open.
^
Ga na of de sproeiarmen vlot rond
^
draaien.
Druk op de toets "aan" (15).
^
Het controlelampje "aan" (15) brandt.
-
Een programma starten
^ Hou rekening met het programma-
overzicht achteraan in deze handleiding.
^ Druk op de programmatoets (19) van
het gewenste programma.
Het controlelampje van het gekozen
programma gaat aan.
Doe de toesteldeur dicht.
^
De optische functiecontrole gaat aan.
Het programma gaat van start.
Breek het programma niet voortijdig
af!
Belangrijke onderdelen, als bv. het
regenereren van de ontharder, kunnen dan wegvallen.
31
Page 32
Gebruik
Einde van het programma
Op het einde van het programma knip
pert bij gesloten toesteldeur de op
tische functiecontrole. Na een uur
houdt dit knipperen op.
Zodra u de toesteldeur opent, komt aan
het knipperen eveneens een einde.
-
Uitschakelen
Na afloop van het programma:
Maak de toesteldeur open.
^
De optische functiecontrole en het con
trolelampje van de programmatoets zijn
nu uitgegaan.
^ Druk op de toets "uit" (16).
Het controlelampje "aan" (15) gaat uit.
Uw afwasautomaat verbruikt stroom
zolang u hem niet met de toets "uit"
hebt uitgeschakeld.
U kan nu het vaatwerk uitnemen. Zie ru
briek "Vaatwerk uitnemen".
Om schade door waterdamp te
,
vermijden aan de kant van het werk
blad: zet de toesteldeur na afloop
van het programma volledig open
(zet ze in geen geval enkel op een
kier). U kan de deur ook dicht laten
tot u de vaat volledig uitneemt.
Draai voor de veiligheid de waterkraan
dicht indien u het toestel langere tijd
niet gebruikt, bv. tijdens een vakantie.
-
-
-
32
Page 33
Gebruik
Van programma veranderen
Let op:
Is de klep van het afwasmiddelreser
voir reeds open? Verander dan niet
meer van programma.
Indien de toesteldeur na de program
makeus nog niet dicht was, kan u het
programma als volgt wijzigen:
Druk op de toets van het gewenste
^
programma.
Doe de toesteldeur dicht.
^
Het programma gaat van start.
Indien het programma reeds gestart is,
kan u als volgt van programma veranderen:
^ Doe de toesteldeur open.
^ Druk op de toets "uit" (16).
^ Druk op de toets "aan" (15).
^ Druk op de toets van het gewenste
programma.
-
Het programma onderbreken
Het afwasprogramma wordt onderbro
ken zodra u de deur van het toestel
opent.
Zodra u de deur weer sluit, wordt het
programma voortgezet op het punt
waar het onderbroken werd.
Als het water in de afwasauto
,
maat heet is, kan u zich verbranden!
Doe de deur dus voorzichtig open
als het dan toch nodig is.
Laat de deur, voor u ze weer sluit,
eerst ca. 20 seconden op een kier.
Intussen komt de temperatuur in de
kuip in evenwicht met die erbuiten.
Duw ze dan stevig dicht tot u een
klik hoort.
,
Raak tijdens een onderbreking
van een programma de verwarmingsweerstand niet aan.
U kan zich daaraan verbranden.
-
-
^
Doe de toesteldeur dicht.
De optische functiecontrole gaat aan.
Het programma gaat van start.
33
Page 34
Gebruik
Verwarming om de vaat te
drogen
In alle programma’s kan u de vaat snel
ler laten drogen door de verwarmings
weerstand in te schakelen. In de fabriek
werd dat zo voorzien.
Zo u de verwarming om de vaat te dro
gen uitschakelt, spaart u ca. 0,1 kWh
stroom.
De vaat droogt dan enkel door eigen
warmte. Zet na afloop van het program
ma de toesteldeur open. Dan droogt de
vaat beter.
De verwarming om de vaat te drogen
aan- en uitzetten:
^ Doe de toesteldeur open.
^ Schakel het toestel uit met de toets
"uit" (16).
^ Hou de toetsen a en c ingedrukt en
schakel tegelijk
met de toets "aan".
de afwasautomaat in
-
De verwarming om de vaat te drogen is
ingeschakeld indien
het controlelampje a niet brandt.
–
De verwarming om de vaat te drogen is
uitgeschakeld indien
het controlelampje a wel brandt.
–
-
Druk op de toets a om de instelling
^
te wijzigen.
Afhankelijk van wat tevoren was inge
steld, gaat het controlelampje a aan of
uit.
^ Druk twee keer op toets f.
^ Schakel de afwasautomaat uit met de
toets "uit".
De wijziging is nu in het geheugen van
het toestel opgeslagen.
-
^ Laat alle toetsen weer los.
Nu knipperen het controlelampje "Zout"
en b.
Is dat niet het geval, begin dan op
nieuw.
34
-
Page 35
Het vaatwerk uitnemen
Heet vaatwerk is gevoelig voor
^
schokken!
Laat het daarom na het uitschakelen
in het toestel afkoelen tot u het goed
kan vastnemen.
Zet de deur na het uitschakelen wijd
^
open. Dan koelt de vaat sneller af.
Maak eerst de onderste, daarna de
^
bovenste korf leeg en tenslotte de
besteklade.
Zo vermijdt u dat er eventueel nog
druppels van de vaat uit de bovenste
korf of uit de besteklade op die in de
onderste korf vallen.
Gebruik
-
35
Page 36
Reiniging en onderhoud van het toestel
Zie geregeld - zowat om de 4 à 6
maand - de globale toestand van uw
afwasautomaat na. Daarmee ver
mijdt u wellicht storingen.
De filters in de kuip reinigen
De filterset op de bodem van de kuip
houdt het grofste vuil uit het afwaswater
tegen. Zo kunnen die resten niet in de
watercirculatie terechtkomen. Ze belan
den dus achteraf niet in de sproei
armen noch in de kuip.
Zonder filters mag u nooit afwas
,
sen!
Door vuildeeltjes kunnen de filters na
verloop van tijd wel verstoppen. Controleer de filterset dus geregeld (om de
4 à 6 maand). Maak de filters schoon
zo dat nodig blijkt.
-
-
-
Zwenk het handvat naar rechts om
^
de filterset te ontgrendelen.
^ Schakel eerst de afwasautomaat uit.
36
^
Neem de filterset eruit en verwijder
de grove resten. Spoel ze onder stro
mend water weg. Gebruik eventueel
een afwasborstel.
-
Page 37
Reiniging en onderhoud van het toestel
Om het binnenste van de filter van rest
jes te zuiveren, doet u de sluiting open:
^ Schuif de gele vergrendeling weg en
maak de sluiting van de filter open.
^ Maak alle delen onder stromend wa-
ter met een vaatborstel schoon.
^ Duw de sluiting daarna weer dicht tot
ze wordt vergrendeld.
Plaats de filterset mooi vlak op de bo
^
dem van de kuip.
^ Zwenk het handvat van rechts naar
links om de filterset te vergrendelen.
Plaats de filterset zorgvuldig en
,
vergrendel hem degelijk. Anders
kunnen er grove vuilresten in het circulatiesysteem terechtkomen en dat
verstoppen.
-
37
Page 38
Reiniging en onderhoud van het toestel
De sproeiarmen reinigen
Spijsresten kunnen zich vastzet
,
ten in de sproeikoppen en de aan
sluiting van de sproeiarmen. Kijk de
sproeiarmen dus geregeld na, bv.
om de 4 à 6 maand.
Schakel de afwasautomaat eerst uit.
^
Neem de sproeiarmen als volgt af:
Trek de besteklade uit.
^
Duw de bovenste
^
ven. Zo grijpen de binnenste tandjes
in elkaar. Schroef dan de sproeiarm
af.
sproeiarm naar bo
Neem de onderste korf uit.
^
-
-
-
^ Trek de onderste
U dient stevig te trekken.
sproeiarm omhoog.
^
Hef de middelste
dat de tanden in elkaar grijpen.
Schroef hem daarna af b.
38
sproeiarm op a zo
^
Duw de spijsresten met een spits
voorwerp door de sproeikoppen naar
binnen.
^
Spoel de sproeiarmen onder stro
mend water goed uit.
^
Steek de sproeiarmen weer op hun
plaats. Controleer of ze vlot rond
draaien.
-
-
Page 39
Reiniging en onderhoud van het toestel
De kuip reinigen
De spoelruimte of kuip is in grote mate
zelfreinigend. Daartoe dient u wel
steeds de juiste hoeveelheid afwasmid
del te doseren.
Heeft er zich toch bv. vet of kalk afge
zet, dan kan u dat met een speciaal rei
nigingsmiddel verwijderen. Speciale
middelen vindt u wel in de handel.
-
De deurdichting en de deur
reinigen
Wis de deurdichtingen geregeld met
^
een vochtig doek af. Verwijder dan
ook de spijsresten.
^ Wis spijs- en drankresten van de zij-
kanten van het toestel weg.
Deze oppervlakken worden niet door
de sproeistralen bereikt.
De reflector schoonmaken
De reflector van de optische functie
controle bevindt zich op de afdekplaat
onder het werkblad.
Om de reflector schoon te maken, dient
u hem uit die plaat te nemen.
-
Doe de toesteldeur open en maak de
^
reflector uit zijn steun los.
Maak de reflector en zijn steun
^
schoon. Gebruik daartoe enkel een
vochtig doek of een courant reini
gingsmiddel voor kunststof.
Gebruik geen schuurmiddel.
,
Reinigingsmiddel voor glazen oppervlakken of voor universeel gebruik is eveneens uit den boze!
Wegens de samenstelling van dat
middel kan er aanzienlijke schade
ontstaan op het oppervlak.
-
-
39
Page 40
Reiniging en onderhoud van het toestel
Het bedieningspaneel reinigen
Maak het bedieningspaneel enkel
^
met een vochtige doek schoon.
Gebruik geen schuurmiddel.
,
Reinigingsmiddel voor glazen op
pervlakken of voor universeel ge
bruik is eveneens uit den boze!
Wegens de samenstelling van dat
middel kan er aanzienlijke schade
ontstaan op het oppervlak.
-
-
De voorzijde van de
afwasautomaat reinigen
De voorzijde behandelt u met een
^
middel dat voor het onderhoud van
keukenvoorzijden geschikt is.
Houten voorzijden mag u enkel met
^
een vochtig zeemleer afwissen. Daar
na met een doek afdrogen.
Maak een roestvrijstalen voorzijde
^
schoon met een vochtige doek en
een afwasmiddel voor afwas met de
hand. U kan ook een niet-schurend
reinigingsmiddel voor roestvrij staal
gebruiken.
Om te vermijden dat de voorzijde
vlug weer vuil wordt (vingerafdrukken
bv.), kan u meteen daarna een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal
toepassen. Bv. Neoblank, dat in de
Technische Dienst van Miele verkrijgbaar is.
,
Reinigingsmiddelen die ammoniak bevatten, nitro- of kunstharsver
dunningen mag u niet gebruiken!
Deze middelen kunnen het opper
vlak beschadigen.
-
-
-
40
Page 41
Fouten opzoeken
De meeste storingen en fouten die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden, kan
u zelf oplossen. Daar u geen beroep hoeft te doen op de technische dienst, be
spaart u zich tijd en geld!
Het overzicht dat hier volgt, kan u van dienst zijn om de oorzaken van een storing
te vinden. Daarna kan u de storing ook ongedaan maken. Bedenk echter:
Laat reparaties enkel door vakmensen uitvoeren. Door onvakkundige
,
herstellingen duiken er aanzienlijke risico’s op voor wie het toestel gebruikt.
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
De afwasautomaat gaat
niet van start.
Het toestel wast niet verder af.
De deur is niet goed dich
t.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De smeltstoppen zijn uitgesprongen.
De afwasautomaat is niet
ingeschakeld.
Er is geen programma gekozen.
De smeltstoppen zijn uitgesprongen.
Duw de deur goed dicht.
-
Steek de stekker in het
stopcontact.
Breng de smeltstoppen
weer aan.
De nodige gegevens vindt
u op het typeplaatje.
Druk op de toets "aan" en
kies een programma.
Druk op de toets van het
gewenste programma.
Breng de smeltstoppen
weer aan.
De nodige gegevens vindt
u op het typeplaatje.
-
41
Page 42
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
Even na de start van de
programma wast het
toestel niet meer verder
af.
De optische functiecon
trole knippert vlug.
Na de start van het programma wordt de optische functiecontrole
niet verlicht.
-
Storing in de watertoe
voer.
Als u de toesteldeur
opent, ziet u het controle
lampje "Toevoer/Afvoer"
afwisselend knipperen en
branden.
De reflector werd niet juist
geplaatst.
Voor u aan de volgende
storingen verhelpt:
de afwasautomaat uit
schakelen.
-
Draai de waterkraan
–
volledig open.
Controleer het zeefje in
–
-
de watertoevoer. Maak
dat schoon als het no
dig blijkt. Zie rubriek
"Storingen ongedaan
maken".
Het Waterproof-systeem
heeft gereageerd.
– Doe een beroep op de
Technische Dienst van
Miele.
Monteer de reflector juist.
Zie "Montagehandleiding"
in de rubriek "Het werkblad beschermen met een
r.v.s. plaat".
-
-
42
Page 43
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
De afwasautomaat wast
niet verder af.
De optische functiecon
trole knippert vlug.
-
Storingen in de watertoe
voer.
Als u de toesteldeur
opent, ziet u het controle
lampje "Toevoer/Afvoer"
knipperen.
Voor u aan de volgende
storingen verhelpt:
de afwasautomaat uit
schakelen.
Draai de waterkraan
-
–
volledig open.
Controleer het zeefje in
–
-
de watertoevoer en
maak het schoon als
het nodig blijkt. Zie ru
briek "Storingen onge
daan maken".
De druk aan de water
–
aansluiting ligt lager
dan 0,3 bar.
Vraag eventueel uw installateur om advies.
-
-
-
-
Storingen in de waterafvoer.
In de kuip staat eventueel
water.
Als u de toesteldeur
opent, ziet u het controlelampje "Toevoer/Afvoer"
knipperen.
– Maak de filterset
schoon. Zie rubriek
"Reiniging en onderhoud van het toestel".
– Maak de afvoerpomp
schoon. Zie rubriek
"Storingen ongedaan
maken".
–
Maak de terugslagklep
schoon. Zie rubriek
"Storingen ongedaan
maken".
–
Verwijder de knik uit de
afvoerslang.
43
Page 44
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
Na afloop van het pro
gramma knippert de op
tische functiecontrole
vlug; als u de toestel
deur opent, ziet u de
controlelampjes naast
de programmatoetsen
van 1 tot 5 knipperen.
Er is eventueel een tech
-
nische storing opgetre
-
den.
-
Schakel de afwasauto
-
–
-
maat uit.
U kan nog wel afwassen.
Knipperen de controle
lampjes na het volgende
programma opnieuw, dan
gaat het over een tech
nische storing.
Doe een beroep op de
–
Technische Dienst van
Miele.
Ondanks deze storing kan
u elk programma verder
gebruiken. Het water
wordt echter niet verwarmd.
-
-
-
44
Page 45
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
U hoort geklop in de
kuip.
U hoort gerammel.In de kuip staan sommige
U hoort geklop in de
waterleiding.
De vaat wordt niet droog
of glazen en bestek vertonen vlekken.
De sproeiarm slaat tegen
een stuk vaatwerk of be
stek.
stukken vaatwerk niet sta
biel. Ze bewegen.
Dit wordt eventueel ver
oorzaakt door de plaatse
lijke installatie of door de
doorsnede van de leiding.
Er wordt te weinig naspoelmiddel gedoseerd.
Het reservoir is leeg.
De vaat werd te vroeg uit
het toestel gehaald.
-
-
Onderbreek het program
ma.
Herschik de voorwerpen
die de sproeiarm blokke
ren.
Onderbreek het program
ma. Schik de stukken vaat
stabieler.
Dit heeft geen effect op
de werking van uw afwas
automaat. Vraag eventu
eel uw installateur om
raad.
Doseer meer naspoelmiddel of vul er bij. Zie rubriek "Het toestel in gebruik nemen".
Wacht even met uitnemen. Zie rubriek "Gebruik".
-
-
-
-
-
45
Page 46
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
De vaat is niet proper.De vaat werd niet juist ge
schikt. Er lagen stukken
vaatwerk in elkaar. De wa
terstralen konden niet alle
zijden bereiken.
De opening van de water
toevoerbuis voor de mid
delste sproeiarm was be
dekt. Er kwam te weinig
water uit die sproeiarm.
Het programma was te
zwak.
Er werd te weinig afwasmiddel gedoseerd.
De sproeiarmen zijn door
te hoge stukken vaatwerk
geblokkeerd.
De sproeiers van de
sproeiarm zijn verstopt.
De filterset in de kuip is
niet proper of zit verkeerd
gemonteerd.
Daardoor kunnen ook de
sproeiers van de sproei
armen verstopt raken.
De terugslagklep is in
open toestand geblok
keerd. Er loopt vuil water
terug in het toestel.
Hou rekening met de op
merkingen in de rubriek
"Vaatwerk en bestek
schikken".
Schik de vaat achteraan
in de bovenste korf zo dat
u die opening niet afdekt.
-
Kies een sterker program
ma. Zie "Programmaover
zicht" achteraan in deze
handleiding.
Doseer meer afwasmiddel. Zie rubriek "Gebruik".
Draai eens ter controle
aan de sproeiarmen.
Herschik de vaat.
Reinig de sproeiers. Zie
rubriek "Reiniging en onderhoud van het toestel"
Maak de filterset schoon
of monteer hem juist. Rei
nig ook de sproeiers van
de sproeiarmen. Zie ru
-
briek "Reiniging en onder
houd van het toestel".
Maak de afvoerpomp en
-
de terugslagklep schoon.
Zie rubriek "Storingen on
gedaan maken".
-
-
-
-
-
-
-
46
Page 47
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
Thee of lippenstift zijn
niet volledig weggewist.
Er is een witte neerslag
op vaatwerk en bestek.
Glazen krijgen een melk
wit uitzicht. Deze neer
slag kan u wegwissen.
Op glazen en bestek
blijft een sluier achter.
Glazen krijgen een blau
wige schijn. Deze neer
slag kan u wel met de
hand wegwissen.
Glazen worden dof en
verkleuren. De neerslag
is niet weg te wissen.
Het gekozen programma
had een te lage reini
gingstemperatuur.
Het afwasmiddel heeft te
weinig bleekeffect.
Er wordt te weinig na
spoelmiddel gedoseerd.
-
-
Er werd geen zout in het
zoutreservoir gedaan.
De sluitdop van het zout
reservoir is er niet goed of
schuin op gedraaid.
De ontharder werd op een
te lage stand ingesteld.
Er werd fosfaatvrij afwasmiddel gebruikt.
De dosering van het naspoelmiddel is te hoog in-
-
gesteld.
-
De glazen zijn niet be
stand tegen machinale af
was. Het oppervlak
ondergaat wijzigingen.
Kies een programma met
-
een hogere reinigingstem
peratuur.
Gebruik eventueel afwas
middel dat chloor bevat.
Verhoog de dosering. Zie
rubriek "Het toestel in ge
bruik nemen".
Voeg regenereerzout toe.
Zie rubriek "Het toestel in
gebruik nemen".
Draai de sluitdop er recht
op en draai hem goed
dicht.
Regel de ontharder op
een hogere stand. Zie rubriek "Het toestel in gebruik nemen".
Probeer eens met een
middel dat fosfaten bevat.
Verlaag de dosering. Zie
rubriek "Het toestel in gebruik nemen".
-
Er is geen oplossing!
-
Koop bij voorkeur glazen
die tegen machinale af
was bestand zijn.
-
-
-
-
47
Page 48
Fouten opzoeken
StoringenMogelijke oorzakenOplossingen
Kunststof voorwerpen
zijn verkleurd.
Roestsporen op bestekDe sluitdop van het zout
Het klepje van het afwasmiddelreservoir gaat
niet dicht.
In het afwasmiddelreservoir kleven er na de afwas resten afwasmiddel.
Na afloop van het programma bevindt er zich
water in de kuip.
Natuurlijke kleurstoffen,
bv. in worteltjes, tomaten
of ketchup kunnen dat
veroorzaken. De dosering
of het bleekeffect van het
afwasmiddel was te ge
ring.
reservoir is er niet goed of
schuin op gedraaid.
Het bestek is niet vol
doende bestand tegen
roest.
Kleverige resten afwasmiddel blokkeren de sluiting.
Het reservoir was tijdens
het toevoegen van afwasmiddel nog vochtig.
De filterset in de kuip is
verstopt.
De afvoerpomp en de te
rugslagklep zijn geblok
keerd.
De afvoerslang vertoont
een knik.
-
-
-
-
-
Gebruik afwasmiddel dat
chloor bevat. Doseer
meer afwasmiddel. Zie ru
briek "Gebruik".
Reeds verkleurde objec
ten krijgen hun oorspron
kelijke kleur niet terug.
Draai de sluitdop er recht
op en draai hem goed
dicht.
Er is geen oplossing!
Koop bij voorkeur bestek
dat tegen machinale af
was bestand is.
Verwijder de resten afwasmiddel.
Voeg het afwasmiddel enkel toe als het reservoir
droog is.
Voor u aan de storing verhelpt: de afwasautomaat
uitschakelen
Maak de filterset schoon.
Zie rubriek "Reiniging en
onderhoud".
Maak de afvoerpomp en
de terugslagklep schoon.
Zie rubriek "Storingen on
gedaan maken".
Zorg ervoor dat de knik
verdwijnt.
-
-
-
-
-
48
Page 49
De filter in de watertoevoer
reinigen
Ter bescherming van het toevoerventiel
zit er in de schroefkoppeling een filter.
Is die vuil, dan loopt er te weinig water
in de kuip.
Het kunststof omhulsel van de
,
wateraansluiting bevat een elek
trisch onderdeel. Dat mag u niet in
vloeistof onderdompelen!
Aanbeveling
Bevat het u geleverde leidingwater veel
bestanddelen die in het water niet worden opgelost? Plaats dan bij voorkeur
een grotere filter tussen de afsluitkraan
en de schroefkoppeling van het veiligheidsventiel. Deze filter is verkrijgbaar
onder het bestelnummer M.-nr. 75 577.
Om de filter schoon te maken:
^ Maak het toestel stroomloos: schakel
het toestel uit en trek de stekker uit
het stopcontact. U kan ook de smelt
stoppen uitschakelen zo het stopcon
tact niet toegankelijk is.
^
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef het watertoevoerventiel los.
-
Storingen ongedaan maken
Neem het dichtingsschijfje uit de
^
schroefkoppeling.
^ Trek het filtertje met een combinatie-
of punttang uit en maak het schoon.
^ Breng het filtertje met de dichting
weer aan. Zit de dichting wel juist?!
^ Schroef het watertoevoerventiel op
de waterkraan. Let erop dat u de
schroefkoppeling niet schuin op de
waterkraan draait.
^
Draai de waterkraan open.
Indien er water lekt, draai dan de
schroefkoppeling steviger aan.
Misschien zit ze schuin op de kraan.
Zet het toevoerventiel keurig recht op
de kraan. Draai het stevig aan.
49
Page 50
Storingen ongedaan maken
De afvoerpomp en de
terugslagklep reinigen
Staat er nog water in de kuip na afloop
van een programma, dan werd dat niet
weggepompt. De oorzaak daarvan kan
zijn dat voorwerpen de afvoerpomp of
de terugslagklep blokkeren. Die objec
ten kan u makkelijk verwijderen:
Neem de filterset uit de kuip. Zie ru
^
briek "Reiniging en onderhoud van
het toestel", alinea "De filters in de
kuip reinigen".
Schep het water met een kopje of be
^
ker uit de kuip.
-
-
-
Zwenk de sluitbeugel voor de terug
^
slagklep weg.
-
50
Page 51
Storingen ongedaan maken
Haal de terugslagklep eraf; trek daar
^
voor naar boven toe. Spoel ze onder
stromend water goed schoon.
^ Verwijder de voorwerpen uit de terug-
slagklep.
Onder de terugslagklep zit de afvoer
-
pomp (zie pijl).
^ Verwijder de voorwerpen uit de af-
voerpomp.
Wees voorzichtig: glassplinters vallen
niet zo erg op. Draai ter controle aan
de schoep van de afvoerpomp.
^ Plaats de klep zorgvuldig terug. Zet
ze weer met de sluitbeugel vast.
-
51
Page 52
Technische dienst
Als deze tips u niet kunnen helpen om
de storing zelf op te lossen, gelieve dan
contact op te nemen
met uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele.
–
Het adres en telefoonnummer van onze
Technische Dienst vindt u op de rugzij
de van deze gebruiksaanwijzing.
Geef de technicus van de Tech
^
nische Dienst het model en het num
mer van uw afwasautomaat op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje op de zijkant van de deur.
-
-
-
Het programma updaten
(moderniseren)
Dank zij een programma-actualisering
(PC = program correction) kan nieuwe
kennis inzake programma’s in de toe
komst in de elektronische besturing van
uw toestel worden opgeslagen.
De led met de markering "PC" dient de
technische dienst als contactpunt voor
de actualisering van het programma.
-
52
Programma’s kunnen gemoderniseerd
worden bv. indien toekomstige ontwik
kelingen nieuwe afwasprogramma’s
vereisen. Miele zal de mogelijkheid om
een programma te actualiseren tijdig
bekendmaken.
-
Page 53
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Om uw afwasautomaat beter te benutten
U zou graag ...Daartoe heeft u nodig ...
... flessen afwassen,
bv. melk- of zuigflessen
... hoge, smalle glazen,
bv. fluiten, afwassen
... een flessensteun
... een glazeninzet voor de bovenste
korf
53
Page 54
Opmerkingen i.v.m. vergelijkende tests
Testnorm:EN 50242
Vergeleken programmaSpaar
voor vergelijkende tests
(energielabel):
Opmerking:Het programma Universeel Plus 55 ° voor normaal
vuile vaat heeft een beter reinigings- en droogvermogen, duurt minder lang en verbruikt iets meer.
Capaciteit:9 standaardcouverts
Dosering afwasmiddel:20 g enkel
Dosering naspoelmiddel: Stand 3 (ca. 3 ml)
Bovenste korf
in vakje II.
Onderste korf
54
Page 55
Opmerkingen i.v.m. vergelijkende tests
Besteklade
55
Page 56
Programmaoverzicht
ProgrammaToepassingAfwasmiddel
Vakje
II
1) 2)
Spaar
Normaal 50 °Cvoor licht tot normaal vuil vaatwerk
Universeel
55 °C
Universeel
Plus 55 °C
Intensief 75 °Cvoor normaal vuile kookpannen, keukenrecipiënten en -gerei
Voorspoelenom riekende vaat af te spoelen als een compleet programma nog
1) Standaardprogramma voor het energielabel
2) Programma met erg verlengde, geruisloze droogfase
voor normaal vuil vaatwerk,
erg spaarzaam programma
door een lange inwerktijd bij lagere temperatuur
zonder aangedroogde spijsresten;
met een kortere reinigingstijd
voor normaal vuil vaatwerk100 %
voor normaal vuil vaatwerk
met aangedroogde spijsresten,
met een langere reinigingstijd
met aangedroogde spijsresten;
voor erg vuil vaatwerk kan u beter 120 % afwasmiddel toevoegen
niet de moeite loont;
om zoutresten te verwijderen na het toevoegen van regenereerzout
(reinigen)
100 %
100 %
100 %
100 %
56
Page 57
voor-
spoelen
12
Programmaoverzicht
ProgrammaverloopVerbruikDuur
stroom kWhwateruren:min
reinigentussen-
45 °C
spoelen
X
XX
na-
spoelen
50 °C
drogenkoud
water
15 °C
X0,8
kWh
warm
water
55 °C
0,4
kWh
literkoud
water
15 °C
11 l2:462:34
warm
water
55 °C
X
50 °C
X
55 °C
XX
55 °C
X
75 °C
X0,06
Gebruik voor de programma’s Intensief, Universeel Plus, Universeel, Normaal en Spaar bij volle lading
minstens 20 ml afwasmiddel. Geeft de afwasmiddelfabrikant meer op, doseer dan ook meer.
Bij het programma Intensief doseert u ook nog 4 à 6 ml meer in vakje I indien u voor afwaspoeder
heeft gekozen.
De vermelde waarden werden berekend volgens de norm EN 50242. In de praktijk kunnen er wegens
afwijkende omstandigheden duidelijke verschillen aan het licht komen.
XX
65 °C
XX
65 °C
XX
65 °C
XX
75 °C
X1,2
kWh
X1,2
kWh
X1,25
kWh
X1,6
kWh
kWh
0,65
kWh
0,65
kWh
0,65
kWh
1,2
kWh
0,06
kWh
11 l1:050:55
11 l1:251:13
15 l1:501:31
11 l2:251:58
4 l0:110:11
57
Page 58
Transport
Dient u uw afwasautomaat te vervoe
ren, bv. bij een verhuizing, let dan op
het volgende:
Maak uw toestel leeg.
–
Bevestig al de losse onderdelen, bv.
–
slangen, kabel, bestekkorf, onderste
korf.
Vervoer het toestel rechtopstaand.
–
Enkel in uitzonderlijke gevallen mag
het toestel liggend op zijn rug wor
den vervoerd.
Transporteer het niet op zijn zijde of
op de deur liggend. Er kan nog res
terend water uitlopen.
Die waterresten kunnen in de elektrische besturing terechtkomen. Storingen zijn dan niet uit te sluiten.
-
-
-
58
Page 59
59
Page 60
Wijzingen voorbehouden / G803 Plus / 0305
M.-Nr. 05 720 791 / V02
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.