Miele DA 1260, DA 1200 User manual

Page 1
Gebruiks- en montagehandleiding Dampkap
Lees absoluut de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toe­stel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voor­komt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 10 601 970
Page 2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 13
De dampkap in één oogopslag ..........................................................................14
Hoe werkt uw toestel? ........................................................................................ 16
Bediening .............................................................................................................17
Het in- en uitschakelen van de afzuiging .............................................................. 17
Afzuiging uitschakelen........................................................................................... 17
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen............................................................... 17
Tips om energie te besparen.............................................................................. 18
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 19
Behuizing............................................................................................................... 19
Vetfilters................................................................................................................. 20
Actievekoolstoffilter............................................................................................... 21
Actievekoolstoffilters weggooien......................................................................22
Lampjes vervangen ............................................................................................... 22
Technische Dienst van Miele en garantie.......................................................... 24
Positie van het typeplaatje .................................................................................... 24
Montage ...............................................................................................................25
Voor de montage................................................................................................... 25
Montagemateriaal.................................................................................................. 26
Afmetingen van het toestel.................................................................................... 28
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S) ........................................................... 29
Montagetips .......................................................................................................... 30
Beschermfolie verwijderen .................................................................................... 30
Luchtombuiger ...................................................................................................... 30
Montage onder een bovenkast ............................................................................. 32
Montage aan de muur ........................................................................................... 34
Voorbereiding luchtafvoer ..................................................................................... 36
Voorbereiding luchtcirculatie ................................................................................. 37
Elektrische aansluiting........................................................................................... 37
Functiecontrole...................................................................................................... 37
Elektrische aansluiting........................................................................................ 38
Luchtafvoerleiding............................................................................................... 39
Anti-condensvoorziening....................................................................................... 40
Geluidsdemper...................................................................................................... 40
2
Page 3
Inhoud
Technische gegevens ......................................................................................... 41
Aanwijzingen voor controlebureaus ...................................................................... 41
3
Page 4

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Deze dampkap voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor­schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter let­sel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u de dampkap in gebruik neemt. Daarin vindt u be­langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig­heid en voorkomt schade aan de dampkap. Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.

Juist gebruik

Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge­rechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt, kan ze
boven een gaskookplaat niet voor de ontluchting van de opstelruim­te worden gebruikt. Vraag om informatie bij uw gasspecialist.
4
Page 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen on­der toezicht gebruiken. Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.

Kinderen in het huishouden

Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
worden gehouden - tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de dampkap alleen maar ge-
bruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de dampkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele ri­sico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de
dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.
De kookvlakverlichting is heel sterk.
Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een be­schadigde dampkap.
De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegaran-
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek­trische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan de dampkap. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektri­cien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel. Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het ka­der van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen ge­val overige delen van de ommanteling. Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga­randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
– de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

De dampkap gelijktijdig gebruiken met verwarmingstoestellen die lucht uit het vertrek nodig hebben

Risico op vergiftiging door uitlaatgassen Wees voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met verwar­mingstoestellen die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben. Voorbeelden zijn verwarmingstoestellen op gas, stookolie, hout of steenkool, doorstroomverwarmers, boilers, gaskookvlakken en ­ovens. Zo ontstaat er een gevaarlijke situatie.
De dampkap onttrekt namelijk zuurstof aan deze ruimte en aan de kamers ernaast. Dat geldt voor dampkappen
- met luchtafvoer,
- met een buiten het vertrek geplaatste luchtcirculatiebox. Zonder voldoende luchttoevoer ontstaat er onderdruk. Het vuur krijgt daardoor te weinig verbrandingslucht. En de verbranding zal daar nadeel van ondervinden. Door de zuigkracht van de dampkap kunnen er giftige uitlaatgas­sen van het verwarmingstoestel uit de schouw terugstromen in de woning. Dit is levensgevaarlijk!
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
U vermijdt risico's als er bij gelijktijdig gebruik van de dampkap en van een verwarmingstoestel waarvoor lucht uit hetzelfde vertrek is vereist een onderdruk wordt bereikt van maximaal 4 Pa (0,04 mbar). Hierdoor verhindert u namelijk dat er uitlaatgassen uit het verwarmingstoestel worden teruggezogen.
U kunt daarvoor zorgen door lucht voor de verbranding aan te voe­ren via niet afsluitbare openingen, bijv. in deuren en vensters. Let erop dat de diameter van de luchttoevoeropening voldoende groot is. Luchttoevoer- en afvoerkastjes alleen waarborgen gewoonlijk nog geen afdoende luchttoevoer.
Bij de beoordeling moet u steeds rekening houden met de globale ventilatietoestand van de woning. In geval van twijfel neemt u het best contact op met een erkende schoorsteenveger.
Gebruikt u de dampkap met luchtcirculatie, dan kunt u de damp­kap gerust tegelijk met verwarmingstoestellen gebruiken die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben.
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Efficiënt gebruik

Door open vuur bestaat brandgevaar!
Werk met het oog op het risico op brand nooit met open vuur onder de dampkap: zo is flamberen en grilleren met open vuur verboden. Een dampkap die in gebruik is trekt de vlammen in het vetfilter/de vetfilters aan, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
– Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in ge­bruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het gas neemt.
– Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
– Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan om-
hoog komt.
– Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals bij het
wokken snel gebeurt.
Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap.
Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om opho­ging van condenswater te voorkomen.
Door oververhitting kunnen olie en vet in brand geraken en de
dampkap vlam doen vatten. Als u met olie of vet kookt, dient u uw kookpan of friteuse voortdu­rend in het oog te houden. Dat geldt ook voor elektrische grillappara­ten.
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten, waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden. Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap is afgekoeld.
Zet niets op de dampkap.

Deskundige montage

Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Boven ovens of fornuizen die met vaste brandstof worden ver-
warmd, mag u geen dampkap monteren.
Tussen de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebra-
den, gegrilleerd of gefrituurd wordt moet een minimumafstand wor­den aangehouden. Houd die afstanden aan die in het hoofdstuk "Montage" worden ge­noemd, tenzij de fabrikant van het kooktoestel een grotere afstand aangeeft. Worden er onder de dampkap verschillende soorten kookapparatuur gebruikt waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste afstand worden aangehouden.
Neem voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk "Montage" in acht.
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin wordt gestookt.
Als de luchtafvoer naar een niet meer gebruikte afvoerschoorsteen
moet worden geleid, hou dan rekening met de plaatselijk geldige voorschriften.

Reiniging en onderhoud

Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.

Accessoires

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro­ductaansprakelijkheid.
12
Page 13

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
13
Page 14

De dampkap in één oogopslag

14
Page 15
De dampkap in één oogopslag
a
Bedieningselementen
b
Kookvlakverlichting
c
Actievekoolstoffilter Na te bestellen accessoire voor luchtcirculatie
d
Afdekking van de schacht voor de actievekoolstoffilter
e
Vetfilter
f
Luchtafvoertuit ( 150 mm, met reduceerstuk 125 mm).
g
Terugslagklep
h
Luchtafvoer
i
Luchtcirculatieroosters
j
Toets van de kookplaatverlichting
k
Schuifschakelaar voor de afzuiging
15
Page 16

Hoe werkt uw toestel?

De dampkap kan op de volgende ma­nieren worden gebruikt:

Werking met luchtafvoer

De aangezogen lucht wordt door de vetfilters gereinigd en naar buiten afge­voerd.

Terugslagklep

Deze dampkap werkt met een terug­slagklep. Wanneer het toestel is uitgeschakeld, kan er lucht stromen tussen het vertrek en daarbuiten. Met een terugslagklep kan dat worden voorkomen. De klep gaat dicht, wanneer het toestel wordt uitgeschakeld. Nadat het toestel is ingeschakeld gaat de terugslagklep open, zodat de kook­luchtjes ongehinderd naar buiten kun­nen worden afgevoerd.

Luchtcirculatie

(met actievekoolstoffilter als bij te be­stellen accessoire, zie "Technische ge­gevens")
De aangezogen lucht wordt door de vetfilter en bovendien door een actieve­koolstoffilter gereinigd en wordt daarna weer in de keuken geleid.
Bij uw dampkap is een terugslagklep gevoegd voor het geval uw luchtafvoer­systeem daar niet over beschikt. Deze klep wordt in de uitblaastuit van de mo­toreenheid geplaatst.
16
Page 17

Het in- en uitschakelen van de afzuiging

Voor lichte tot zware kookdampen en geuren kunt u kiezen tussen de vermo­gensstanden 1 tot en met 3.
Wanneer u aanbraadt waarbij veel damp en geur vrijkomt, raden wij u aan om stand B, de "boosterstand", te ge­bruiken.
Schakel de ventilator in met de scha-
kelaar en kies de gewenste vermo­gensstand.

Afzuiging uitschakelen

Het is aan te bevelen om de afzuiging nog enkele minuten te laten werken. Dan wordt de keukenlucht gezuiverd van eventueel nog aanwezige dampen en geurtjes.
U kunt de afzuiging uitschakelen door
de ventilatorschakelaar op 0 te zet­ten.

Bediening

Kookplaatverlichting in- en uit­schakelen
De kookplaatverlichting kunt u onafhan­kelijk van de afzuiging in- en uitscha­kelen.
Schakel de kookplaatverlichting met
de verlichtingsschakelaar in (1) en uit (0).
17
Page 18

Tips om energie te besparen

Deze dampkap werkt zeer efficiënt en energiebesparend. Volgende maatre­gelen ondersteunen u bij het spaarzame gebruik:
– Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij luchtafvoer niet voldoende lucht, dan werkt de dampkap niet efficiënt en zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
– Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen beteke­nen een lage vermogensstand aan de dampkap en hierdoor ook minder stroomverbruik.
– Controleer de gekozen vermogens-
stand op de dampkap. Meestal is een lage vermogensstand voldoende. Ge­bruik de boosterstand alleen als dat nodig is.
– Schakel bij sterke kookdampen al
vroeg op een hoge stand. Dat is effi­ciënter dan de kookdampen nadien proberen op te vangen.
– Let erop om de dampkap na het ko-
ken weer uit te schakelen.
– Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters wordt het vermogen verlaagd en de bestaat er brandgevaar. Voorts be­staat dan een risico voor het hygiëne.
18
Page 19

Reiniging en onderhoud

Maak voorafgaand aan onder-
houd en reiniging de dampkap span­ningsvrij. Zie hoofdstuk: "Veiligheids­instructies en waarschuwingen".

Behuizing

Algemeen

Het oppervlak en de bedieningsele­menten zijn krasgevoelig.
Neem daarom de volgende reini­gingstips in acht.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een doek, wat rei­nigingsmiddel en wat warm water.
Let erop dat er geen water in de dampkap komt.
Reinig vooral het gedeelte met de bedieningselementen alleen met een iets vochtige doek.
Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Gebruik geen:

Roestvrijstalen oppervlakken

(Deze paragraaf geldt niet voor de be­dieningstoetsen!)
Neem de algemene regels in acht en
gebruik daarnaast een niet-schurend reinigingsmiddel dat speciaal ge­schikt is voor roestvrij staal.
Gebruik ook een middel voor het on-
derhoud van roestvrij staal en breng dit middel met een zachte doek ge­lijkmatig en in kleine dosering aan. Dit middel is verkrijgbaar bij de afde­ling Wisselstukken van Miele België.

Opmerkingen omtrent toestellen met een gekleurde/gelakte behuizing

Neem bij de schoonmaak ook de al-
gemene opmerkingen in deze rubriek in acht.
Bij het schoonmaken is het onvermij­delijk dat er zeer kleine krassen op het oppervlak ontstaan. In combinatie met halogeenverlichting in de keuken kun­nen deze het uitzicht beïnvloeden.
– zuur-, soda-, chloride- of oplosmid-
delhoudende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder en ook geen schuur­sponsjes of sponsjes waar nog resten van schuurmiddelen in zitten.
19
Page 20
Reiniging en onderhoud

Bedieningselementen

De bedieningselementen kunnen ver­kleuren
wanneer er vuil op blijft zitten. Verwijder vuil daarom direct.
Neem de algemene regels in acht.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal.

Vetfilters

De vetfilters in het toestel nemen de vaste bestanddelen van de kook­dampen op (vet, stof e.d.). Ze verhin­deren daardoor dat het toestel vuil wordt. Er zijn opnieuw te gebruiken me­talen vetfilters ingebouwd.
Oververzadigde vetfilters leveren
gevaar op voor brand.

Reinigingsinterval

Het is aan te raden om de vetfilters om de 3-4 weken te reinigen. Het verza­melde vet wordt na langere tijd hard. De vetfilters kunnen dan minder vlot wor­den schoongemaakt.

De vetfilter uitnemen

Een vetfilter kan makkelijk uit uw handen glippen.
Daarbij kan de vetfilter en de kook­plaat beschadigd raken.
Houd de vetfilter bij het verwijderen, reinigen en terugplaatsen daarom goed vast.
Open de vergrendeling van de vetfil-
ter, zwenk de vetfilter ca.45° omlaag, haak hem achteraan los en neem hem uit.

De vetfilters met de hand reinigen

Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht hand­afwasmiddel. Gebruik het handaf­wasmiddel niet geconcentreerd.

Ongeschikte reinigingsmiddelen

Vetfilters kunnen beschadigd raken door reinigingsmiddelen die daarvoor niet geschikt zijn. De volgende reinigingsmiddelen mogen niet worden gebruikt:
– kalkoplossende reinigingsmiddelen
– schuurpoeder of schuurcrème
– agressieve allesreinigers en vetoplos-
sprays
– ovenspray
Vetfilters reinigen in de afwasauto­maat
Plaats de vetfilters loodrecht in het
onderrek of horizontaal met de vette kant naar beneden. Let er daarbij op dat de sproeiarm vrij kan bewegen.
20
Page 21
Reiniging en onderhoud
Gebruik een reinigingsmiddel dat ge-
schikt is voor huishoudelijk gebruik.
Kies een programma met een tempe-
ratuur van tussen de 50°C en 65°C.
Houd er bij reiniging van de vetfilters in de afwasautomaat rekening mee dat gebruik van sommige reinigings­middelen tot verkleuringen van het metaal van de vetfilters kan leiden. Deze verkleuringen hebben echter geen nadelig effect op het gebruik en de werking van de filters.

Na het reinigen

Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend voor­werp te drogen.
Wanneer de vetfilters uitgenomen
zijn, kan u de bereikbare onderdelen van de behuizing van vet ontdoen. Op die manier voorkomt u brandge­vaar.

Actievekoolstoffilter

Wanneer de dampkap op luchtcirculatie is aangesloten moet er naast de vetfil­ters ook nog één actievekoolstoffilter worden geplaatst. Deze filter neemt alle kookluchtjes op. Het wordt in het wasemscherm boven de vetfilters geplaatst.
U kunt de actievekoolstoffilters in de webshop van Miele, bij Miele zelf (zie achter in deze gebruiksaanwijzing) of bij de Miele-vakhandelaar krijgen. De type­aanduiding staat in het hoofdstuk "Technische gegevens".
Actievekoolstoffilter plaatsen / ver­vangen
Verwijder eerst de vetfilters voordat u
de actievekoolstoffilter plaatst of ver­vangt. Zie paragraaf: "Vetfilters".
Let er bij het monteren van de vetfil-
ters op dat de vergrendeling naar het kookvlak toe wijst.
Als er eens een vetfilter verkeerd zit,
ontgrendel die dan langs de uitspa­ringen met behulp van een kleine schroevendraaier.
Schuif de afdekking van de schacht
voor de actievekoolstoffilter iets naar rechts en haal de afdekking uit het toestel.
Haal de actievekoolstoffilter uit de
verpakking.
21
Page 22
Reiniging en onderhoud

Lampjes vervangen

Vervang de lampjes door lampjes van hetzelfde type:
Fabrikant...................................... EGLO
Lamptype ..................................... GU10
Type-aanduiding.......................... 11427
Vermogen ........................................ 3 W
ILCOS D Code..... DR-3-H-GU 10-50/56
U kunt ook de volgende lampjes ge­bruiken:
Fabrikant...................................... EGLO
Lamptype ..................................... GU10
Type-aanduiding.......................... 11511
Vermogen ........................................ 5 W
ILCOS D Code...... DR-5-H-GU10-50/54
Plaats de actievekoolstoffilter in de
schacht en druk het filter omhoog tot onder het uitblaasrooster.
Plaats de afdekking en de vetfilters
weer terug.

Vervangingsfrequentie

Vervang de actievekoolstoffilters altijd
zodra de kookgeurtjes niet meer vol­doende worden opgenomen. Vervang de filter in ieder geval 2 x per jaar.

Actievekoolstoffilters weggooien

Gooi de gebruikte filter bij het huis-
vuil.
Deze beide types verschillen in licht­sterkte. Gebruik in de afzuigkap alleen identieke lampjes.
De lampen zijn verkrijgbaar bij Miele België en bij de vakhandel.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Verwijder de vetfilters.Haal de elektrische spanning van de
dampkap. Zie hoofdstuk: "Veilig­heidsinstructies en waarschuwingen".
De lampen kunnen erg heet worden. Wacht een paar minuten met het ver-
vangen van de lampjes.
22
Page 23
Draai de bevestigingsschroef van het
lampje iets los.
Schuif de schroef met het lampje
naar beneden.
Draai de schroef weer vast.
Reiniging en onderhoud
Draai het lampje naar links en haal
het uit het toestel.
Draai de nieuwe lamp in de fitting.
Neem daarbij de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Draai de bevestigingsschroef weer
iets los, duw de lamp omhoog en draai de schroef weer vast.
Plaats de vetfilters weer terug.
23
Page 24

Technische Dienst van Miele en garantie

Voor storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuwt u uw Miele-vak­handelaar of Miele.
Het adres, het telefoonnummer en de website van Miele vindt u achter in deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Consumentenbelan­gen weten welk type toestel u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typepla­tje.

Positie van het typeplaatje

Het typeplaatje is zichtbaar nadat u (af­hankelijk van het model) de vetfilter heeft verwijderd.

Duur en voorwaarden van de garantie

De duur van de garantie bedraagt 2jaar.
Meer informatie vindt u in de meegele­verde garantievoorwaarden.
24
Page 25

Voor de montage

Neem voordat u met monteren
begint de informatie in dit hoofdstuk en in het hoofdstuk "Opmerkingen omtrent uw veiligheid" in acht.

Montage

25
Page 26
Montage

Montagemateriaal

26
Page 27
a
1 luchtafvoertuit
voor een luchtafvoerleiding van 150 mm of 125 mm (niet bij luchtcirculatie).
b
1 terugslagklep
te plaatsen in de uitblaastuit (niet bij luchtcirculatie).
c
2 bevestigingsprofielen
om de dampkap aan de muur te be­vestigen (niet nodig bij montage on­der een kast).
d
1 boorsjabloon
e
1 afdekfolie
voor de luchtafvoeropening aan de achterkant bij luchtcirculatie. De folie wordt bij de actievekoolstoffilter ge­voegd en is bij te bestellen.
Montage
4 schroeven 5 x 60 mm en
4 pluggen 8 x 50 mm
voor het bevestigen van de montage­platen aan de muur.
De schroeven en pluggen zijn ge­schikt voor een massieve muurcon­structie.
Gebruik voor andere muurconstruc­ties bevestigingsmateriaal dat daarbij past.
Let er op dat de muur stevig genoeg is voor de dampkap.
4 plaatschroeven 4,2 x 30 mm
voor het bevestigen van de dampkap aan de kast erboven (van bovenaf).
4 houtschroeven 4x30mm
voor het bevestigen van de dampkap aan de kast erboven (van onderaf).
4 Afdekkapjes
27
Page 28
Montage

Afmetingen van het toestel

DA 1255: B = 548 mm
DA 1260: B = 598 mm
DA 1200: B = 998 mm Luchtafvoeraansluiting 150 mm, met reduceertuit 125 mm.
a
Wordt deze dampkap gemonteerd als vervanging van een dampkap van 150 mm hoog, dan kunt u een paneel plaatsen om de overgebleven ruimte van de inbouwkast af te dekken. Dit paneel is als accessoire verkrijgbaar voor toestellen met verschillende breedten:
– Miele DAB 55 voor DA 1255 – Miele DAB 60 voor DA 1260 – Miele DAB 100 voor DA 1200
28
Page 29
Montage

Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)

Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, ge­braden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aan­gehouden. Deze kunt u hieronder vinden. Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Kooktoestel Minimumafstand S
Elektrische kookplaat 450 mm
Grill en friteuse (elektrisch) 650 mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale capaciteit van 12,6 kW, waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW, waarbij geen brander een capaciteit van 4,8 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale capaciteit van >21,6 kW, of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van 6 kW 650 mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en 8,1 kW
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kW niet mogelijk
650 mm
760 mm
niet mogelijk
760 mm
29
Page 30
Montage

Montagetips

– Om alle kookdampen op te kunnen
vangen, moet de dampkap precies in het midden boven de kookplaat zijn gemonteerd.
– Zorg ervoor dat het kookvlak niet
groter is dan de dampkap, liefst klei­ner.
– De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk zijn. In geval van een storing moet een technicus makkelijk bij de damp­kap kunnen komen en deze ongehin­derd kunnen demonteren. Let bij het monteren van de dampkap dus ook op de plaatsing van kasten, planken, plafond- of decorelementen in de omgeving van de dampkap.

Beschermfolie verwijderen

De roestvrijstalen delen van de omman­teling van de dampkap zijn voorzien van een folie dat deze delen bij het transport moet beschermen.
Neem de vetfilters uit het toestel en
verwijder de folie van de ommanteling en van het frame van de vetfilters, vóórdat het toestel wordt gemon­teerd. De folie kan er eenvoudig wor­den afgetrokken.

Luchtombuiger

Achterin de dampkap is een luchtom­buiger geplaatst. De plaats van de luchtombuiger is afhankelijk van de ge­bruikte functie. Bij luchtafvoer wordt de lucht door de luchtombuiger achteraan boven uit de ommanteling afgevoerd. Bij luchtcirculatie sluit de luchtombuiger de opening af en wordt de lucht naar het uitblaasrooster aan de voorkant ge­leid.
30
Page 31
Montage
Controleer waar de luchtombuiger
moet worden geplaatst.
Luchtafvoer
ger eruit, draai deze en schuif de luchtombuiger weer in het toestel tot­dat deze vastklikt.
Plak bij luchtcirculatie bovendien de
afdekfolie op de luchtafvoeropening aan de achterkant. De folie wordt bij de actievekoolstoffilter gevoegd en is bij te bestellen.
Luchtcirculatie
Neem indien nodig de luchtombuiger
uit het toestel en draai deze voor de gewenste functie. Druk de beide ver­grendelingen in, trek de luchtombui-
31
Page 32
Montage

Montage onder een bovenkast

Kies de inbouwpositie zo dat bij lucht­circulatie de circulatieopeningen aan de voorkant van het toestel niet door de kast afgedekt worden.

Gat voor de luchtafvoerleiding en elektrische kabel

Bevestiging van bovenaf

Gebruik alleen de op de boorsja­bloon aangegeven bevestigings­punten. Gebruik alleen de vermelde schroeven.
Als de dampkap verkeerd bevestigd wordt, kan ze beschadigd raken en kunt u bijv. een elektrische schok krijgen.
Boor met behulp van de boorsjabloon
vier bevestigingsgaten 5 mm in de onderkant van de kast.
Bevestig de daarvoor bestemde
boorsjabloon op de onderkant van de kast.
Als de dampkap met luchtafvoer
werkt, maak dan voor de luchtafvoer­leiding een gat in de bodem van de kast van minimaal 170 mm.
Moet de elektrische kabel door de
kast lopen, breng dan ook daarvoor een gat aan.
32
Verwijder de boorsjabloon.
Page 33
Til de dampkap naar de onderkant
van de kast en voer de elektrische kabel daarbij door het daarvoor ge­boorde gat.
Zet de dampkap vanuit de binnen-
kant van de kast met de bijgevoegde plaatschroeven vast.
Montage

Bevestiging van onderaf

Miele adviseert de dampkap zoals hier­voor beschreven van bovenaf te beves­tigen. Als de bevestiging door de on­derkant van de kast niet mogelijk is, kan de dampkap ook van onderaf aan de onderkant van de kast bevestigd wor­den.
De bijgeleverde schroeven zijn ge­schikt om de dampkap aan een mas­sieve houten onderkant van minimaal 16 mm dik te bevestigen. Let erop dat de onderkant van de kast stevig genoeg is.
Til de dampkap naar de onderkant
van de kast.
Draai de bijgeleverde houtschroeven
in de hulzen op de dampkap en schroef de dampkap aan de onder­kant van de kast.
33
Page 34
Montage
Verwijder de hulzen.
Sluit de gaten met de doppen af (ook
bij bevestiging van bovenaf).
Plaats de vetfilters weer terug.

Montage aan de muur

U kunt de dampkap ook vrij aan de muur bevestigen. Daar zijn twee beves­tigingshaken voor nodig.
Bevestig de daarvoor bestemde
boorsjabloon op de muur. Let er daarbij op dat de bovenkant van de sjabloon de bovenkant van de damp­kap markeert. Zorg voor een veilige afstand tussen dampkap en kook­plaat. Zie daarvoor hoofdstuk: "Afme­tingen van het toestel".
34
Markeer de vier boorgaten voor de
bevestigingshaken en boor de gaten in de muur ( 8mm).
Haal de boorsjabloon weer weg.
Page 35
Maak de bevestigingshaken met de
bijgevoegde pluggen en schroeven aan de muur vast.
De schroeven en pluggen zijn ge­schikt voor een massieve muurcon­structie.
Gebruik voor andere muurconstruc­ties bevestigingsmateriaal dat daarbij past.
Let er op dat de muur stevig genoeg is voor de dampkap.
Montage
Demonteer de lampjes:
– Draai de bevestigingsschroef van het
lampje iets los.
– Schuif de schroef met het lampje
naar beneden.
– Draai de schroef weer vast.
– Draai het lampje naar links en haal
het uit het toestel.
35
Page 36
Montage
Hang de dampkap in de bevesti-
gingshaken.

Voorbereiding luchtafvoer

Bij een luchtafvoerleiding van 150
mm kunt u de uitblaastuit bij de ver­smalling met een scherp mes door­snijden. Bij een luchtafvoerleiding van 125 mm wordt de uitblaastuit niet gewij­zigd.
Draai de beide schroeven rechts en
links aan de achterkant van het toe­stel vast om de overhelling te corrige­ren en te voorkomen dat het toestel losraakt.
Plaats de lampjes weer terug.Plaats de vetfilters weer terug.
36
Plaats de terugslagklep indien nodig.
Let er daarbij op dat de klep makke­lijk opengaat en vanzelf weer sluit.
Page 37
Bevestig de luchtafvoerleiding aan de
uitblaastuit, bijv. een flexibele luchtaf­voerslang met een slangklem (na te bestellen accessoires).
Plaats de uitblaastuit in de luchtaf-
voeropening en vergrendel de tuit door deze iets naar rechts te draaien.
Montage

Elektrische aansluiting

Neem voordat u de dampkap op de elektriciteit aansluit de hoofdstukken: "Elektrische aansluiting" en "Veilig­heidsinstructies en waarschuwingen" in acht.
Steek de stekker in het stopcontact.

Functiecontrole

Schakel de afzuiging in.
– Bij luchtafvoer mag de lucht niet door
de luchtafvoeropeningen aan de voorkant van het toestel stromen.
– Bij luchtcirculatie moet de lucht wèl
door de luchtafvoeropeningen aan de voorkant van het toestel stromen.
Is dat niet het geval, dan is de luchtom­buiger verkeerd gemonteerd. Zie hoofd­stuk: "Luchtombuiger".
Hoe u voor de montage van het
luchtafvoersysteem verder te werk moet gaan, vindt u in het hoofdstuk: "Luchtafvoersysteem".

Voorbereiding luchtcirculatie

Plaats de actievekoolstoffilters. Zie
hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
37
Page 38

Elektrische aansluiting

De dampkap mag alleen aangesloten worden op een AC230V ~ 50Hz stop­contact dat volgens de voorschriften geaard en geïnstalleerd is. De elektrische installatie moet volgens VDE0100 uitgevoerd zijn!
Om de veiligheid te verhogen, is het raadzaam een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van 30mA (DINVDE0664) voor het toestel te schakelen (VDE in de richtlijn DINVDE0100 deel 739).
Voer de aansluiting bij voorkeur via een stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt im­mers eventuele tussenkomsten van de Technische Dienst. Het stopcontact moet nog toegankelijk zijn als het toe­stel ingebouwd is.
Als het stopcontact na de inbouw niet meer toegankelijk is, moet in de instal­latie een scheidingsinrichting voor elke pool voorhanden zijn. Als stroomonder­brekers kunnen er schakelaars worden gebruikt met een contactopening van meer dan 3mm. Bijvoorbeeld automatische schakelaars, smeltstoppen en contactsluiters (EN60335).
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje (zie hoofdstuk "Tech­nische Dienst van Miele en garantie"). Ga na of deze gegevens overeenstem­men met de spanning en de frequentie van het net.
38
Page 39

Luchtafvoerleiding

Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in die­zelfde ruimte verbruikt kan gevaarlijk zijn! Er kunnen giftige gassen vrijko­men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc­ties en waarschuwingen in het gelijk­namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse­lijke schoorsteenveger controleren of een veilig gebruik van de luchtafvoer gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen gladde buizen of flexibele slangen van niet-brandbaar materiaal worden gebruikt.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver­mogen en een zo laag mogelijk geluids­niveau moeten de volgende punten in acht worden genomen.
– De luchtafvoer moet een doorsnede
hebben die niet minder is dan 150 mm.
– Wanneer er platte luchtafvoerkanalen
worden gebruikt, mag de doorsnede niet kleiner zijn dan de doorsnede van de luchtafvoertuit.
– De luchtafvoer moet zo kort en recht
mogelijk zijn.
– Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
Iedere barrière in de luchtstroming vermindert de afzuigcapaciteit en verhoogt het geluidsniveau.
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kan het beste een dakdoorvoering of een telescopische muurkast worden geïnstalleerd. Deze kunt u nabestellen.
Moet de lucht door een schoorsteen
worden afgevoerd, dan moet de in­voerbuis verticaal worden gebogen.
Wanneer de luchtafvoer horizontaal
wordt aangelegd, moet het verval minstens 1 cm per meter bedragen. Daarmee wordt voorkomen dat er condenswater in de dampkap loopt.
Wanneer de luchtafvoer door koele
ruimten, zolders e.d. wordt aange­legd, kan er binnen de afzonderlijke ruimten een groot temperatuurver­schil ontstaan. Er kan zich dan con­dens vormen. De luchtafvoer moet daarom worden geïsoleerd.
– Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voer komen en de luchtafvoer mag niet in elkaar worden gedrukt.
– De verbindingspunten mogen niet
lekken.
39
Page 40
Luchtafvoerleiding

Anti-condensvoorziening

Daarnaast is het aan te bevelen om een anti-condensvoorziening te installeren die het condenswater, dat ondanks de isolatie van de luchtafvoer vrijkomt, op­neemt en verdampt. Dit accessoire is verkrijgbaar voor luchtafvoerbuizen met een doorsnede van 125mm of 150mm.

Geluidsdemper

In de luchtafvoerleiding kan een ge­luidsdemper worden gemonteerd (mits toeslag verkrijgbaar). Deze zorgt voor bijkomende geluidsdemping.

Luchtafvoer

Plaats de anti-condensvoorziening
loodrecht en zo dicht mogelijk boven de luchtafvoertuit van de dampkap. De pijl op de ommanteling geeft de blaasrichting aan.
40
De geluidsdemper reduceert zowel af­zuiggeluiden die naar buiten dringen als ook geluiden die van buiten via de luchtafvoer de keuken binnendringen, zoals straatlawaai. Daarom wordt de geluidsdemper zo dicht mogelijk vóór de opening geplaatst waarlangs de lucht wordt afgevoerd .
Page 41

Technische gegevens

Motor van de afzuiging 2 x 115 W
Kookvlakverlichting 2 x 3 W
Totale aansluitwaarde 236 W
Netspanning, frequentie AC 230 V, 50 Hz
Zekering 10 A
Lengte van de aansluitkabel 1,5 m
Gewicht
DA 1255 11 kg
DA 1260 11,2 kg
DA 1200 14,6 kg
Na te bestellen accessoire voor luchtcirculatie
1 actievekoolstoffilter DKF18-1

Aanwijzingen voor controlebureaus

In de brochure: "Instructies voor geluidsmetingen" kunt u informatie vinden voor geluidsmetingen. Wanneer u deze brochure wilt hebben, vraag dan de meest actuele versie per e­mail aan bij:
– testinfo@miele.de
Geef bij uw bestelling uw adres, alsook het model en het nummer van uw wasem­kap op. Zie typeplaatje.

Instructie voor vergelijkende onderzoeken

De informatie in de volgende gegevensbladen zijn conform de geldende normen EN61591 en EN60704-3 overgedragen. De testafstand tussen meetveld/kookveld en onderkant van de wasemkap bedroeg daarbij 600mm en de testspanning 230V. De tests zijn uitgevoerd zonder terugslagklep.
41
Page 42
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 1260
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse C
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) D
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,1 %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 313 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 57 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 64 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 74 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 169,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) 0,00 W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 6,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 1,4
) 91,6 kWh/jaar
afzuigkap
) 82,1
afzuigkap
) 16,3
afzuigkap
) 55,0 lx/W
317,1 m3/h
275 m3/h
355 m3/h
545 m3/h
545 m3/h
330 Ix
42
Page 43
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 1200
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse C
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) D
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,1 %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 313 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 57 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 64 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 74 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 169,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) 0,00 W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 6,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookopper­vlak
Tijdstoenamefactor 1,4
) 90,4 kWh/jaar
afzuigkap
) 81,1
afzuigkap
) 16,8
afzuigkap
) 45,8 lx/W
326,8 m3/h
275 m3/h
355 m3/h
545 m3/h
545 m3/h
275 Ix
43
Page 44
Page 45
Page 46
Page 47
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480 1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be Internet: www.miele.be
Duitsland Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29 33332 Gütersloh
Page 48
DA 1255, DA 1260, DA 1200
M.-Nr. 10 601 970 / 01nl-BE
Loading...