Marantz DN-A7100 User Manual [nl]

Page 1
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD
VOORWOORD ........................................1
ELEKTRICITEIT .................................................................1
AUTEURSRECHT ..............................................................1
INLEIDING ..............................................1
RECYCLING VAN APPARATUUR
EN VERPAKKINGSMATERIAAL ......1
BESCHRIJVING .....................................2
EIGENSCHAPPEN .................................3
ACCESSOIRES ......................................3
VOORPANEEL .......................................4
DISPLAY .............................................................................5
ACHTERPANEEL ...................................6
BEDIENING MET DE
AFSTANDSBEDIENING ...................8
TOETSEN EN HUN FUNCTIES ........................................8
AFSTANDSBEDIENING ...................................................10
ALGEMENE INFORMATIE VAN DE RC-1065
NAAR DE DN-A7100 ........................................................ 11
AANSLUITINGEN ................................12
OPSTELLEN VAN DE LUIDSPREKERS ..........................12
AANSLUITEN VAN LUIDSPREKERS .............................13
AANSLUITEN VAN AUDIOCOMPONENTEN .................14
AANSLUITEN VAN VIDEOCOMPONENTEN .................15
GEAVANCEERDE AANSLUITINGEN ..............................16
AANSLUITEN VAN DE ANTENNEAANSLUITINGEN .....17
INSTELLINGEN ....................................19
ON-SCREEN-MENUSYSTEEM ......................................19
1 INSTELLEN INGANGSAANSLUITINGEN
(TOEWIJSBARE DIGITALE INGANG EN
COMPONENTENVIDEO-INGANG) ..................................20
2
SPEAKER SETUP (LUIDSPREKER-INSTELLINGEN)
3 PREFERENCE (VOORKEUREN) ...............................22
4 SURROUND .................................................................22
II
(PRO LOGIC II) MUSIC PARAMETER
5 PL
(PARAMETERS VOOR PRO LOGIC II MUSIC) .............23
6 CS
II
(CIRCLE SURROUND II) PARAMETER ..........23
7 7.1-KAN INPUT LEVEL
(7.1-KANALEN INGANGSNIVEAU) .................................23
....20
EENVOUDIG INSTELLEN ....................24
BASISBEDIENING (WEERGEVEN) ....25
EEN INGANGSBRON KIEZEN ........................................25
VIDEOCONVERSIE .........................................................25
DE SURROUNDFUNCTIE KIEZEN .................................26
HET HOOFDVOLUMENIVEAU INSTELLEN ..................26
DE KLANKREGELING (HOGE- EN LAGETONEN)
INSTELLEN ......................................................................26
HET GELUID TIJDELIJK UITSCHAKELEN .....................26
DE SLAAPTIMER GEBRUIKEN ......................................26
NACHTFUNCTIE ..............................................................26
SURROUNDFUNCTIE ..........................27
OVERIGE FUNCTIES ...........................30
AUTOMATISCH TV IN-/UITSCHAKELFUNCTIE ............30
DEMPING VAN HET ANALOGE INGANGSSIGNAAL ....30
LUISTEREN MET EEN HOOFDTELEFOON ..................30
VIDEO AAN/UIT ................................................................30
DISPLAYFUNCTIE ...........................................................30
ANALOGE AUDIO-INVOER OF
DIGITALE AUDIO-INVOER KIEZEN ................................30
EEN ANALOGE BRON OPNEMEN .................................31
HT-EQ (THUISBIOSCOOP-TOONGENERATOR) ..........31
7.1-KANALEN INVOER ....................................................31
AUX2-INGANGSAANSLUITINGEN .................................32
LIP.SYNC .......................................................................... 32
BASISBEDIENING (TUNER) ...............32
LUISTEREN NAAR DE TUNER .......................................32
VOORKEURZENDERGEHEUGEN .................................33
RDS GEBRUIKEN ............................................................35
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .........36
SPECIFICATIES VAN DE
RS-232C REGELING ......................37
ALGEMENE BESCHRIJVING ..........................................37
GEDETAILLEERE BESCHRIJVING ................................37
AANBEVOLEN DEFINITIES VAN COMMANDO’S,
STATUSSEN EN LAGEN .................................................39
AANBEVOLEN COMMANDO’S,
STATUSSEN EN LAGEN .................................................40
TECHNISCHE GEGEVENS .................43
DIMENSIONS ......................................43
Alvorens u het apparaat op de netspanning aansluit, dient u eerst dit hoofdstuk te lezen.
ELEKTRICITEIT
Dit apparaat van DENON kan worden aangesloten op de netspanning bij u thuis en voldoet aan de veiligheidseisen in uw regio. DN-A7100 mogen uitsluitend worden bediend op een netspanning (wisselspanning) van 230 V.
AUTEURSRECHT
Voor het opnemen en afspelen van bepaald materiaal kan toestemming noodzakelijk zijn. Voor verdere informatie hierover wordt verwezen naar:
— Wet Auteursrechten 1956 — Wet Acteurs en Musici 1958 — Wetten ter Bescherming van Beoefenaars van
Uitvoerende Kunsten 1963 en 1972
— Alle recentere wettelijke bepalingen en
voorschriften
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ OPSTELLING
Ten behoeve van warmteafgifte moet u minstens 0,2 m/8 inch vrije ruimte overlaten tussen de bovenkant, achterkant en zijkanten van dit apparaat en de muur of andere componenten.
• Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
0.2 m (8 ins.)
0.2 m (8 ins.)
0.2 m
(8 ins.)
0.2 m
(8 ins.)
INLEIDING
Dank u voor de aanschaf van deze DENON DN-A7100 DTS/Dolby Digital Surround-ontvanger. Dit opmerkelijke apparaat is ontworpen om u vele jaren te laten genieten van uw eigen huisbioscoop. Neem even de tijd om deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen alvorens u de vereiste verbindingen maakt en de DN-A7100 in gebruik neemt. Aangezien er verschillende mogelijkheden voor aansluiting en confi guratie bestaan, is het verstandig om de opzet van uw eigen huisbioscoop te bespreken met uw DENON-handelaar die in audio­en videoapparatuur gespecialiseerd is.
RECYCLING VAN APPARATUUR EN VERPAKKINGSMATERIAAL
De verpakking van dit product is geschikt voor recycling. Dit product en de accessoires, als geheel verpakt, zijn het relevante product volgens de WEEE-richtlijn, behalve de batterijen. Gooi materialen bij het afval volgens de gemeentelijke voorschriften voor recycling. Gooi dit apparaat bij het afval volgens de gemeentelijke wetten of voorschriften. Batterijen mogen nooit bij het normale afval en mogen nooit worden verbrand, maar moeten worden weggegooid volgens de gemeentelijke voorschriften voor chemisch afval.
NEDERLANDS
1
Page 2
BESCHRIJVING
DTS werd in 1994 geïntroduceerd om 5.1-kanalen discrete, digitale audio in huisbioscopen mogelijk te maken. DTS maakt eersteklas kwaliteit, discrete, multikanalen, digitaal geluid mogelijk voor fi lms en muziek. DTS is een multikanalen geluidssysteem ontworpen om een volledige bereik aan digitale geluidsweergave te creëren. De compromisloze, digitale bewerking van DTS bepaalt het kwaliteitsniveau voor bioscoopgeluid door een exacte kopie van de masteropnamen uit de studio mogelijk te maken in buurt- en huisbioscopen. Nu kan iedere bioscoopganger het geluid exact zo horen als de fi lmmakers het hebben bedoeld. U kunt thuis genieten van DTS met fi lms of muziek op dvd’s, ld’s en cd’s.
“DTS” en “DTS Digital Surround” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
De voordelen van discrete multikanalen-systemen in
NEDERLANDS
vergelijking met matrix-systemen zijn genoegzaam bekend. Maar zelfs in vertrekken die zijn uitgerust met een discreet multikanalen-systeem, blijft er een behoefte aan kwalitatief hoogstaande matrix-decodering. Dit komt door de beschikbaarheid van een groot aanbod aan matrix-surroundfilms op disc en op videocassette, en analoge televisie-uitzendingen. Een typische hedendaagse matrix-decoder genereert een middenkanaal en een mono-surroundkanaal uit 2­kanalen matrix-stereomateriaal. Dit is beter dan simpele matrix vanwege de toepassing van sturingslogica ter verbetering van de scheiding, maar aan de andere kant kan het vanwege de mono-surround met een beperkte bandbreedte teleurstellend zijn voor gebruikers die gewend zijn aan discrete multikanalen.
Neo:6 biedt u de volgende belangrijke verbeteringen
• Neo:6 biedt maximaal zes kanalen met volledige bandbreedte door matrix-decodering van matrix­stereomateriaal. Gebruikers van 6.1 en 5.1 systemen zullen zes, respectievelijk vijf, afzonderlijke kanalen krijgen, overeenkomstig de standaard luidsprekerverdeling voor thuisbioscopen.
• De technologie achter Neo:6 maakt het mogelijk dat diverse geluidselementen binnen een kanaal/ kanalen afzonderlijk worden gestuurd op een manier die op natuurlijke wijze voortvloeit uit de oorspronkelijke uitvoering.
2
Neo:6 biedt een muziekfunctie waarmee niet­matrix-stereo-opnamen worden uitgebreid naar de 5- of 6-kanalen luidsprekerverdeling op een manier die niets afdoet aan de subtiliteit en integriteit van de oorspronkelijke stereo-opname.
DTS-ES Extended Surround is een nieuw, multikanalen, digitaal signaalformaat dat is ontwikkeld door Digital Theater Systems Inc. Terwijl het goede compatibiliteit biedt met het conventionele DTS Digital Surround­formaat, betekent DTS-ES Extended Surround een enorm verbetering van de 360-graden surroundindruk en ruimtelijkheid dankzij verder uitgebreide surroundsignalen. Dit formaat wordt sinds 1999 gebruikt in professionele bioscopen. Als aanvulling op de 5.1 surroundkanalen (linksvoor [FL], rechtsvoor [FR], midden [C], linker surround, [SL], rechter surround [SR] en lagetoneneffecten [LFE]), biedt DTS-ES Extended Surround ook het achtersurroundkanaal [SB] voor een surroundweergave met in totaal 6.1 kanalen. DTS-ES Extended Surround bevat twee signaalformaten met verschillende surroundsignaal-opnamemethodes, te weten DTS-ES Discrete 6.1 en DTS-ES Matrix 6.1.
“DTS”, “DTS-ES Extended Surround” en “Neo:6” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Een stereo-cd is een 16-bit medium met een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz. Professionele audio is al sinds enige tijd 20- of 24-bit en er bestaat een toenemende interesse in hogere bemonsteringsf requenties, zowel voor opname als voor thuisgebruik. Een grotere bit-diepte levert een groter dynamisch bereik op. Een hogere bemonsteringsfrequentie levert een groter frequentiebereik op en maakt het gebruik van anti-aliasing en reconstructiefilters mogelijk met betere auditieve eigenschappen als gevolg.
DTS 96/24 maakt het mogelijk dat soundtracks met
5.1 kanalen worden gecodeerd met 96-kHz/24-bit van dvd-videotitels. Toen dvd-video uitkwam, werd het mogelijk 96-kHz/24­bit audio voor thuisgebruik te maken, maar alleen in twee kanalen en met ernstige beperkingen voor het beeld. Deze mogelijkheid is slechts weinig toegepast.
Dvd-audio maakt 96/24 mogelijk voor zes kanalen, maar hiervoor is een nieuwe speler noodzakelijk, terwijl alleen analoge signalen worden uitgevoerd,
waardoor het noodzakelijk wordt D/A-omzetters en analoge elektronica in de speler te gebruiken.
DTS 96/24 biedt u onder andere:
1. Een geluidskwaliteit identiek aan de 96/24 masteropname.
2. Volledig terugwaarts compatibel met alle bestaande decoders (bestaande decoders voeren signalen van 48 kHz uit).
3. Geen nieuwe speler noodzakelijk: DTS 96/24 kan op een dvd-video worden gezet, of in de video­zone van een dvd-audio, compatibel met alle dvd-spelers.
4. 96/24 geluid met 5.1 kanalen ‘full-quality’, ‘full­motion’ video voor muziekprogramma’s en fi lmsoundtracks op dvd-video.
“DTS” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Dolby Digital identificeert het gebruik van Dolby Digital audio-codering voor consumentenformaten zoals dvd en dtv. Net als bij fi lmgeluid, kan Dolby Digital maximaal 5 kanalen met vol bereik leveren aan de linker, midden en rechter schermkanalen, onafhankelijke linker en rechter surroundkanalen, en een zesde (“.1”) kanaal voor de lagetoneneffecten.
Dolby Surround Pro Logic II is een verbeterde matrix decodeertechnologie die een betere ruimtelijkheid en gerichtheid geeft aan Dolby Surround programmamateriaal, die een overtuigend driedimensionaal geluidsveld geeft aan conventionele stereo-opnamen, en die uiterst geschikt is om een surroundervaring toe te voegen aan audio in de auto. Ondanks dat conventionele surroundprogrammering volledig compatibel is met Dolby Surround Pro Logic II decoders zullen soundtracks specifi ek gecodeerd kunnen worden om de voordelen van Pro Logic II weergave te benutten, inclusief afzonderlijke linker en rechter surroundkanalen. (Dergelijk materiaal is tevens compatibel met conventionele Pro Logic decoders.)
Dolby Digital EX creëert zes uitgangskanalen met volledige bandbreedte uit bronnen met 5.1-kanalen. Dit wordt bereikt met behulp van een matrix-decoder die drie surroundkanalen genereert uit de twee in de oorspronkelijke opname. Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX worden gebruikt voor soundtracks van fi lms die zijn opgenomen met Dolby Digital Surround EX.
Over Dolby Pro Logic IIx
Door middel van Dolby Pro Logic II x wordt een natuurlijke en intense 7.1-kanalen luisterervaring mogelijk gemaakt in uw thuisbioscoop. Dolby Pro Logic IIx is, als product van Dolby’s ervaring met surroundgeluid en matrixdecoder-technieken, een complete oplossing voor surroundgeluid die zowel de entertainmentwaarde van stereo als de 5.1­kanalen gecodeerde geluidsbronnen, tot het uiterste vergroot.
Dolby Pro Logic II x is geheel compatibel met Dolby Surround Pro Logic en is in staat om duizenden commercieel beschikbare Dolby Surround gecodeerde videobanden en televisieprogramma’s met vergrootte dieptewerking en ruimte-effect te decoderen. Het kan ook elk muziekstuk met een hoge stereokwaliteit of Advanced Resolution 5.1-kanalen weergave naadloos tot een 6.1- of 7.1-kanalen luisterervaring verwerken.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Circle Surround II (CS-II ) is een krachtige en veelzijdige multikanalen-technologie. De CS-II is ontworpen om weergave van maximaal 6.1-kanalen surroundgeluid mogelijk te maken uit mono-, stereo- en CS-gecodeerde bronnen, en andere matrix-gecodeerde bronnen. In alle gevallen levert de decoder 6 kanalen surroundgeluid en een LFE/subwoofer-signaal. De CS-II decoder creëert een luisteromgeving waarbij de luisteraar ‘binnenin’ een muziekuitvoering wordt geplaatst, en verbetert op een dramatische wijze zowel hifi -audio­als conventioneel surround-gecodeerd videomateriaal. CS-II levert composietstereo-achterkanalen die de scheiding en beeldpositionering sterk verbeteren waardoor een verhoogd gevoel van realisme wordt verkregen bij zowel audio als audiovisuele producties. CS-II zit vol met andere nuttige functies, zoals spraakhelderheid (SRS Dialog) voor films, en bioscoopachtige verrijking van de lage tonen (TruBass). Met CS-II is het mogelijk dat de dialogen in fi lms helderder en beter verstaanbaar worden, en is het ook mogelijk dat de lage frequenties in het oorspronkelijke programma nauwkeuriger worden omgezet in lage tonen - waarbij de beperkingen van de luidsprekers ten aanzien van lagetonen-weergave met een volle octaaf worden verbeterd.
Circle Surround II , Dialog Clarity, TruBass, SRS en het Labs, Inc. Circle Surround II, Dialog Clarity en TruBass technologie is ingebouwd onder licentie van SRS Labs, Inc.
symbool zijn handelsmerken van SRS
Page 3
HDCD® (High Defi nition Compatible Digital®) is een gepatenteerd proces voor het op compact disc overdragen van de volledige rijkdom en details van de oorspronkelijke microfooninvoer. Met HDCD gecodeerde cd's klinken beter, omdat ze zijn gecodeerd met echte muziekinformatie van 20-bit in plaats van de 16-bit muziek op alle andere cd's. HDCD omzeilt de beperkingen van het 16-bits cd­formaat door gebruik te maken van een geavanceerd systeem dat de vier extra bits op de cd codeert en toch volledig compatibel blijft met het cd-formaat. Als u naar een HDCD-opname luistert, hoort u meer dynamisch bereik, een geconcentreerde driedimensionale soundstage, en een bijzonder natuurlijk zang- en muziektimbre. Met HDCD krijgt u de omvang, diepte en emotie van de oorspronkelijke uitvoering en niet een vlakke, digitale imitatie.
Het HDCD-systeem is geproduceerd onder licentie van Microsoft. Dit apparaat valt onder een of meerdere van de volgende patenten: in de Verenigende Staten 5,479,168 5,638,074 5,640,161 5,808,574 5,838,274 5,854,600 5,864,311 5,872,531 en in Australië 669,114. Andere patenten aangevraagd.
HDMI, het en High-Defi nition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
EIGENSCHAPPEN
De DN-A7100 is uitgerust met de meest geavanceerde technologie voor het decoderen van digitaal surroundgeluid, zoals Dolby Digital EX, Dolby Digital, DTS-ES (Discreet 6.1 en Matrix 6.1), DTS Neo:6 (Cinema en Music), Dolby Pro Logic II x (Movie, Music en Spel) en Circle Surround II (Cinema en Music). Bovendien heeft DENON zich voorbereid op de toekomst. Door gebruik te maken van pre­uitgangsaansluitingen, 7.1-direct-ingangsaansluitingen en een RS-232C-communicatiepoort kan) de DN­A7100 vandaag al worden opgewaardeerd naar de technologie van morgen!
De DN-A7100 is uitgerust met de meest geavanceerde digitale signaalbewerkingsschakelingen, naast een Crystal® 192-kHz/24-bit D/A-omzetter in ieder van de 8 kanalen. Er zijn onafhankelijke voedingsschakelingen ingebouwd voor het FL-display en de audio- en video-gedeelten voor een maximale scheiding, helderheid en dynamisch bereik. In combinatie met de zorgvuldig geselecteerde en op maat gemaakte componenten, werken alle elementen harmonieus samen en creëren een emotie, precies zoals de
artiest het bedoeld heeft.
De DN-A7100 is ontworpen en ontwikkeld met uitgebreide inbreng van specialisten op het gebied van aangepaste installaties, vakhandelaren en gebruikers. Hij is uitgerust met de mogelijkheid van meerdere bronnen, een RS-232C communicatiepoort en een uitgebreide keuze aan analoge en digitale ingangsaansluitingen en uitgangsaansluitingen. De 6 toewijsbare digitale ingangsaansluitingen (waaronder AUX), de 3 toewijsbare componenten­ingangsaansluitingen, de super-audio-cd multikanaals (7.1 kanalen) directe ingangsaansluitingen, het video-omzetsysteem en de OSD-uitvoer, tillen de veelzijdigheid naar een ongeëvenaard nieuw niveau. Bovendien kan de DN-A7100 de OSD-informatie uitvoeren via de Y/C (S-video)- en composietvideo­uitgangsaansluitingen.
Een gebruiksvriendelijke afstandsbediening biedt volledige toegang tot alle bedieningsfuncties.
Dit apparaat is uitgerust met een eenvoudige instelfunctie. U kunt alle luidsprekerinstellingen maken door gewoon de grootte van het luistervertrek en het aantal luidsprekers te kiezen in de eenvoudige instelfunctie. U kunt ook uw eigen instellingen maken op de gebruikelijke manier bij conventionele AV-
versterkers.
Dolby Digital EX, Dolby Digital, DTS-ES
• (
Discrete 6.1, Matrix 6.1, Neo: 6
• Dolby Pro Logic II x (Movie, Music, Game)
• Circle Surround II (Movie, Music, Mono)
• HDCD-decodering
• 192-kHz/24-bit Crystal® DAC voor alle 7 kanalen
• Chipset voor het bewerken van 32-bit digitaal surround
• Video-uit-functie
• RS-232C-aansluiting voor systeembediening
• Instelmenu voor alle video-uitgangssignalen (composiet, S-video en componentenvideo)
• Automatische ingangssignaaldetectie
• Verbeterde invoermethode van zendernaam, 50 voorkeurzenders
• Automatische aanpassingsfunctie voor de luidspr ekerafstandsinstellingen (vertragingstijd)
• XLR-type symmetrische audio-ingangsaansluiting (AUX-ingangsaansluiting)
• Afstandsbediening
• Eenvoudig instellen
• Videoconversiesysteem
• LIP.SYNC-functie (audiovertraging)
• XLR-type symmetrische audio-uitgangsaansluiting
)
ACCESSOIRES
Afstandsbediening RC-1065
AAA-formaat batterijen × 2
AM-raamantenne
FM-antenne
Netsnoer
Gebruiksaanwijzing
NEDERLANDS
Lijst met servicecentra × 1
3
Page 4
VOORPANEEL
q
w e t
riuy
@2 !8@0 !6
@1 !9 !7 !5@3 !2!3!4
q
POWER-knop en STANDBY-indicator
Druk op de knop om het apparaat in te schakelen, en druk nogmaals op de knop om het uit te schakelen. Als de POWER-knop in de aan-stand staat, kan het
NEDERLANDS
apparaat worden in- en uitgeschakeld door op de POWER-toets op de afstandsbediening te drukken. Wanneer dit apparaat standby staat met de POWER- knop in de stand ON, kunt u het apparaat ook inschakelen door op de ENTER-toets te drukken.
De STANDBY-indicator is aan wanneer het apparaat door de afstandsbediening in de stand-bystand (uitgeschakeld) is gezet.
w
KEY LOCK-toets
Houd deze toets gedurende 3 seconden ingedrukt om de KEY LOCK-functie in te schakelen. Wanneer de KEY LOCK-functie is ingeschakeld, kan het apparaat alleen worden bediend via de RS232C-aansluiting of de afstandsbediening, en is bediening door middel van de toetsen op het apparaat zelf onmogelijk. Houd deze toets gedurende 3 seconden ingedrukt om de KEY LOCK-functie uit te schakelen.
e
KEY LOCK-indicator
De indicator licht op in de KEY LOCK-functie.
r SURROUND MODE-toets
Druk op deze toets om de surroundfunctie te kiezen.
4
o !0 !1
t HDMI-indicator
Deze indicator licht op als er een HDMI-apparaat wordt aangesloten op de DN-A7100.
y
Infraroodsignalen-zendsensorvenster
Dit venster zendt infraroodsignalen uit naar de afstandsbediening.
u BAND-toets
Druk op deze toets om te schakelen tussen FM en AM in de TUNER-functie.
i T-MODE-toets (functietoets)
Druk op deze toets om de automatisch-stereofunctie of monofunctie te kiezen wanneer de FM­frequentieband is gekozen. De “AUTO”-indicator gaat aan in de automatisch­stereofunctie. (Zie bladzijde 33)
o MENU-toets
Druk op deze toets om het SETUP MAIN MENU op te roepen.
!0
MUTE-toets (
geluidsonderbrekingstoets
Druk op deze toets om de PreAMP-uitvoer te onderbreken. Druk er nogmaals op om terug te keren naar het voorgaande volumeniveau.
)
!1
VOLUME-regelaar (volumeregelaar)
Hiermee stelt u het algehele volumeniveau in. Door de regelaar rechtsom te draaien, wordt het volumeniveau verhoogd.
!2 ATT-toets [dempingstoets]
Als het gekozen analoge audio-ingangssignaal groter is dan het capaciteitsniveau van de inwendige verwerking, gaat de PEAK-indicator aan. Als dit gebeurt, dient u op de ATT-toets te drukken. ”ATT” wordt afgebeeld als deze functie in werking is. Het signaalingangsniveau wordt teruggebracht tot ongeveer de helft. De demping werkt niet bij het uitgangssignaal “REC OUT” (TAPE-, CD-R/MD- en VCR-uitgangsaansluitingen). Deze functie wordt voor iedere ingangsbron onthouden.
!3 INPUT SELECTOR-knop
(AUDIO/VIDEO)
Deze knop wordt gebruikt om de ingangsbron te kiezen. Met de videofunctiebronnen, zoals TV, DVD, VCR1 en DSS, kiest u tegelijkertijd video en audio. U kunt de audiofunctiebronnen, zoals CD, TAPE, CDR/MD en TUNER, kiezen in samenwerking met een videobron. Deze eigenschap (geluidsinjectie) combineert het geluid van de ene ingangsbron met het beeld van een andere ingangsbron. Kies de video-ingangsbron eerst en kies vervolgens een andere audio-ingangsbron om de geluidsinjectiefunctie in werking te stellen.
!4
Cursortoetsen (
1, 2, 3, 4
) /
ENTER-toets
Druk op deze toetsen als u de SETUP MAIN MENU en TUNER-functies bedient.
!5 EXIT-toets
Druk op deze toets om het SETUP MAIN MENU te verlaten.
!6 SIMPLE SETUP-toets
Druk op deze toets om de eenvoudige instelfunctie op te roepen. U kunt hiermee snel de luidsprekerinstellingen (luidsprekergrootte, aantal luidsprekers, vertragingstijd van luidsprekers) maken door op de cursortoetsen te drukken.
!7 DISPLAY-toets
Wanneer u op deze toets drukt, wordt de FL-displayfunctie omgeschakeld tussen de Surroundfunctie Automatisch display uit Display uit Ingangsfunctie, en gaat de display-uit-indicator (DISP) aan als DISPLAY OFF is ingesteld.
!8 CLEAR-toets (annuleertoets)
Druk op deze toets om de zendergeheugen­instelfunctie of de voorkeurzender-scanfunctie te annuleren. (Zie
bladzijde
33)
!9 HT-EQ-toets
Druk op deze toets om de HT (Home Theater)-EQ­functie in en uit te schakelen. Deze functie compenseert het audiogedeelte van een fi lm die “helder” klinkt. Als u op deze toets drukt, licht de “EQ”-indicator op.
@0 MEMORY-toets (geheugentoets)
Druk op deze toets om de voorkeurzendernummers of –namen in te voeren. (Zie bladzijde 33)
@1 PURE DIRECT-toets
Wanneer u één keer op deze knop drukt, verschijnt “SOURCE DIRECT” op de FL-display. Wanneer u opnieuw op deze knop drukt, verschijnt “PURE DIRECT”. Na 2 seconden gaat de aanduiding op de FL-display uit. In de stand Source Direct/Pure Direct worden de toonregelingscircuits en de regeling van lage tonen overgeslagen.
Opmerkingen:
De surroundfunctie wordt automatisch omgeschakeld
• naar AUTO wanneer de functie pure direct/source direct wordt ingeschakeld.
• Bovendien worden de luidsprekerconfi guraties als volgt automatisch vastgezet.
Front SPKR (Voorluidspreker) = LARGE (groot) Center SPKR (Middenluidspreker) = LARGE (groot) Surround SPKR (Surroundluidspreker) = LARGE (groot) Surround Back SPKR (Surroundluidspreker achter)
Subwoofer = YES
= LARGE (groot)
@2 AUTO-toets (Auto surround)
Druk op deze toets om de AUTO-functie te kiezen uit de surroundfuncties. Als deze functie is gekozen, bepaalt de receiver de surroundfunctie automatisch overeenkomstig het digitale ingangssignaal.
@3 PHONES-aansluiting
(hoofdtelefoonaansluiting) voor een stereohoofdtelefoon
Deze aansluiting kan worden gebruikt om naar de uitvoer van de DN-A7100 te luisteren via een hoofdtelefoon. Controleer dat de hoofdtelefoon een standaard 1/4” stereohoofdtelefoonstekker heeft.
Page 5
DISPLAY
s
a
DISP AUT O TUNED ST V – OFF NIGHT PEAK ANALOG
SURR
AUTO
SLEEP
DIRECT DISC 6.1 MTX 6.1 EQ
g jk¡0 ¡2d
f
¡6
a
DISP-indicator (display-uit-indicator)
Deze indicator gaat aan wanneer het display van de DN-A7100 is uitgeschakeld.
s
SLEEP-timerindicator (
slaaptimerindicator
Deze indicator gaat aan wanneer de slaaptimer in het hoofdvertrek is ingeschakeld.
)
ATT
¡1
DIGITAL
PCM
¡3
SURROUND
DIGITAL
C
L
R
LFE
SL S SR
¡4¡7
h l
¡5
g DTS-ES functie-indicators
(DISC 6.1, MTX 6.1)
Deze indicators geven de DTS-ES decodeerfunctie aan (Discret 6.1 of Matrix 6.1).
h V-OFF (video-uit)-functie-indicator
Deze indicator gaat aan wanneer de video-uit-functie is ingeschakeld.
l EQ-functie-indicator
Deze indicator is aan wanneer de HT-EQ-functie is ingeschakeld.
¡0 ATT-indicator (dempingsindicator)
Deze indicator gaat aan wanneer de dempingsfunctie is ingeschakeld.
¡1 DIGITAL-ingangsbronindicator
Deze indicator gaat aan wanneer een digitale ingangsbron is gekozen.
¡2 ANALOG-ingangsbronindicator
Deze indicator gaat aan wanneer een analoge ingangsbron is gekozen.
¡3 Signaalformaat-indicators
2 DIGITAL, EX, 2 SURROUND, dts, ES, 96/24, PCM Als de gekozen ingangsbron een digitale bron is, gaan enkele van deze indicators aan om het specifieke signaal dat wordt ingevoerd aan te geven.
¡5 Hoofdinformatiedisplay
Dit display beeldt mededelingen af over de toestand, de ingangsbron, de surroundfunctie, de tuner, het volumeniveau of een ander aspect van de werking van het apparaat.
¡6 DIRECT (PURE DIRECT)-indicator
(onveranderde-ingangsbronindicator)
Deze indicator licht op wanneer de DN-A7100 in de source direct- of pure direct-functie staat.
¡7 Aanduiding HDCD
Wanneer het HDCD-signaal van de digitale ingang wordt gedecodeerd, gaat deze aanduiding branden.
d AUTO. SURR-indicator
(
automatische surroundfunctie-
indicator
Deze indicator gaat aan wanneer de AUTO SURROUND functie is ingeschakeld.
)
f TUNER-indicators
AUTO : Deze indicator gaat aan wanneer de
TUNED : Deze indicator licht op wanneer
ST(stereo) : Deze indicator gaat aan wanneer
automatisch-afstemmenfunctie van de tuner is ingeschakeld.
de tuner een voldoende sterk radiosignaal ontvangt.
op een FM-zender in stereo is afgestemd.
j NIGHT-functie-indicator
(nachtfunctieindicator)
Deze indicator gaat aan wanneer de DN-A7100 in de nachtfunctie staat, waarin het dynamisch bereik van digitaal programmamateriaal bij lage volumeniveaus wordt verminderd.
k
PEAK-indicator (piekniveauindicator)
Deze indicator stelt u in staat het analoge audio­ingangssignaal te controleren. Als het gekozen analoge audio-ingangssignaal groter is dan het capaciteitsniveau van de inwendige verwerking, gaat deze indicator aan. Als dit gebeurt moet u op de ATT - toets van de afstandsbediening drukken.
¡4 Indicators voor gebruikte
gecodeerde kanalen
Deze indicators geven de kanalen aan die zijn gecodeerd met een digitaal ingangssignaal. Als het gekozen digitale ingangssignaal Dolby Digital
5.1ch of DTS 5.1ch is, zullen de indicators “L”, “C”, “R”, “SL”, “SR” en “LFE” aan gaan. Als het digitale ingangssignaal 2-kanalen PCM-audio is, zullen de indicators “L” en “R” aan gaan. Als een Dolby Digital 5.1-kanalen signaal met Surround EX-vlag of een DTS-ES-signaal wordt ingevoerd, zullen de indicators “L”, “C”, “R”, “SL”, “S”, “SR” en “LFE” aan gaan.
NEDERLANDS
5
Page 6
ACHTERPANEEL
o!1!6!7 !2
q ewr ytiu
!3!4!5
q 7.1-KANALEN of AUX2 INGANG
Door een dvd-audiospeler, SACD multikanalen­speler, of andere componenten uitgerust met een multikanalen-poort aan te sluiten, kunt u audio weergeven met 5.1-kanalen of 7.1-kanalen
NEDERLANDS
geluidsuitvoer.
w FM ANTENNA-aansluitingen
(75 ohms)
Sluit een externe FM-antenne of een FM-kabelnetwerk aan met behulp van een coaxiale kabel.
AM- en GND-aansluitingen
Sluit de bijgeleverde AM-raamantenne aan. Gebruik de aansluitingen aangegeven met “AM” en “GND”. De bijgeleverde AM-raamantenne geeft op de meeste plaatsen een goede AM-ontvangst. Positioneer de raamantenne zodanig dat u het beste geluid krijgt.
6
!0
e AUDIO-aansluitingen
(CD, TAPE, CD-R/MD, TV, DVD, VCR, DSS/VCR2)
Dit zijn de analoge audio-ingangsaansluitingen en -uitgangsaansluitingen. Er zijn 7 audio­ingangsaansluitingen (waarvan er 4 zijn gekoppeld aan video-ingangsaansluitingen) en 3 audio­uitgangsaansluitingen (waarvan er 1 is gekoppeld aan een video-uitgangsaansluiting). De audio­aansluitingen zijn gemerkt voor cassettedecks, cd-spelers, dvd-spelers, enz. Voor de audio­ingangsaansluitingen en -uitgangsaansluitingen zijn tulpstekkers vereist.
r VIDEO en S-VIDEO-aansluitingen
(TV, DVD, VCR, DSS/VCR2)
Dit zijn de video-ingangsaansluitingen en
-uitgangsaansluitingen. Er zijn 4 video­ingangsaansluitingen en 1 video-uitgangsaansluiting, die ieder beschikbaar zijn in composietvideo- en S-video-configuraties. Sluit een videorecorder, dvd-speler en andere videocomponenten aan op de video-ingangsaansluitingen. Op de video-uitgangsaansluiting kan een videorecorder worden aangesloten voor het maken van opnamen. S-videobronnen kunnen worden bekeken via de S-video-uitgangsaansluitingen, en composietvideobronnen kunnen alleen worden bekeken via de composietvideo­uitgangsaansluitingen.
t MONITOR
Er zijn twee monitor-uitgangsaansluitingen en beide bezitten zowel composietvideo- als S­videoconfi guraties. Als u twee videomonitors of tv’s tegelijkertijd aansluit, let u erop dat de interface van het on-screen-menusysteem kan worden gebruikt met beide MONITOR-uitgangsaansluitingen.
y
COMPONENT VIDEO INPUT/OUTPUT
Als de DVD-speler of ander apparaat is uitgerust met componentenvideo-aansluitingen, moet u deze aansluiten op de componentenvideo-aansluitingen van de DN-A7100. De DN-A7100 heeft twee componentenvideo-ingangsaansluitingen waarmee de kleurinformatie (Y, CB en CR) rechtstreeks van het opgenomen DVD-signaal of andere videocomponent wordt verkregen, alsmede een componentenvideo­uitgangsaansluiting om het videosignaal rechtsreeks uit te voeren naar de matrix-decoder van het weergaveapparaat. Door het pure DVD-componentenvideosignaal rechtstreeks uit te voeren, omzeilt het DVD-signaal de extra bewerkingen als gevolg waarvan normaal gesproken de beeldkwaliteit wordt verminderd. Het resultaat is een sterk verbeterde beeldkwaliteit met ongelofelijk levensechte kleuren en scherpe details. Wanneer de video-omzettingsfunctie is ingeschakeld, kunnen video- en S-video-beelden worden uitgevoerd naar de COMPONENT MONITOR OUT-aansluiting.
u
DIGITAL-IN-aansluitingen (Dig.1 - 5)
OUT
-aansluitingen
/ DIGITAL-OUT-aansluitingen (COAX, OPT)
Dit zijn de digitale audio-ingangsaansluitingen en -uitgangsaansluitingen. Er zijn 2 digitale ingangsaansluitingen met coaxiale aansluitingen en 3 met optische aansluitingen. De ingangsaansluitingen accepteren digitale audiosignalen vanaf cd-spelers, ld-spelers, dvd­spelers, of andere digitale componenten. Voor digitale uitvoer is er een optische uitgangsaansluiting en een coaxiale uitgangsaansluiting. De digitale uitgangsaansluitingen kunnen worden aangesloten op md-recorders, cd­recorders, of andere soortgelijke componenten.
i HDMI INPUT/OUTPUT
Dit apparaat heeft 2 HDMI-ingangen en 1 HDMI­uitgang. De ingangsfunctie selecteert u in het beeldschermmenusysteem. (Zie pagina 20.)
o AC INLET-aansluiting
Sluit hierop het bijgeleverde netsnoer aan en sluit dat tevens aan op een stopcontact. Dit apparaat mag uitsluitend op een ntspanning (wisselspanning) van 230 V worden bediend.
!0 DC OUT -aansluitingen
Sluit op deze aansluitingen aan op een apparaat dat onder bepaalde omstandigheden (scherm, vermogensstrip, enz.) door gelijkstroom moet worden gestuurd. Gebruik het on-screen-menusysteem om te bepalen onder welke de omstandigheden deze aansluitingen in werking moeten treden.
Opmerking:
Deze uitgangsspanning is alleen geschikt voor (status) besturing en is onvoldoende sterk voor aandrijving.
!1
Uitgangsniveau-keuzeschakelaar van analoge audio (-10dBV/+4dBu)
Deze schakelaar verandert het standaarduitgangsniveau van het symmetrische analoge audiosignaal.
!2
Symmetrische analoge audio-invoer (L, R, SL, SR, SBL, SBR, C, SW)
Symmetrischeanaloge audio uitgangsaansluitingen (XLR) voor L (linkervoor), R (rechtervoor), C (midden), SL (linkersurround), SR (rechtersurround), SBL (linkerachtersurround), SBR (rechterachtersurround) en SW (subwoofer). Gebruik deze aansluitingen om dit apparaat aan te sluiten op externe eindversterkers.
!3 SW-aansluiting
Sluit deze aansluiting aan op de lijningangsaansluiting van een subwoofer met ingebouwde versterker. Als een externe subwooferversterker wordt gebruikt, sluit u deze aansluiting aan op de ingangsaansluiting van de subwooferversterker. Als u twee subwoofers gebruikt, met ingebouwde versterkers of met een 2­kanalen subwooferversterker, sluit u een splitterstekker “Y” aan op de subwoofer-uitgangsaansluiting en sluit u een kabel aan tussen iedere stekkeruitgang en de twee subwooferversterkers.
!4 Ingangsniveau-keuzeschakelaar
voor analoge audio via AUX1 (-10dBV/+4dBu)
Deze schakelaar verandert het standaardingangsniveau van het symmetrische analoge audiosignaal via AUX1.
Page 7
!5 AUX1-ingangsaansluiting voor
analoge audio (L/R)
Deze extra ingangsaansluitingen voor analoge audio kunnen worden aangesloten op uitgangsaansluitingen voor analoge audiosignalen (XLR-aansluitingen) van andere A/V-apparatuur.
!6 AUX1 VIDEO / DIGITAL AUDIO
INPUT
Op deze extra audio/video-ingangsaansluitingen kunt u een camcorder, draagbare dvd-speler, enz., aansluiten.
!7 RS-232C
De RS-232C-poort moet worden gebruikt tezamen met een externe controller om de werking van de DN-A7100 te regelen met gebruikmaking van een extern apparaat.
NEDERLANDS
7
Page 8
BEDIENING MET DE AFSTANDSBEDIENING
TOETSEN EN HUN FUNCTIES
Wordt gebruikt om het apparaat op afstand te bedienen. U kunt omschakelen tussen functies door op de AMP- of TUNER-brontoetsen te drukken.
z x
c
v
b
n
NEDERLANDS
m
,
.
⁄0 ⁄1
⁄2 ⁄3 ⁄4
⁄5
‹2
⁄6 ⁄7
⁄8 ⁄9 ¤0
¤1 ¤2 ¤3 ¤4
¤5
¤6 ¤7 ¤8 ¤9 ‹0 ‹1
z POWER-toets
Deze toets wordt gebruikt om de DN-A7100 in en uit te schakelen.
x DISPLAY-toets
Hiermee selecteert u het displayfunctie voor het display op het voorpaneel van de DN-A7100.
c SLEEP-toets
Met deze toets stelt u de slaaptimer in.
v Cijfertoetsen
Met deze toetsen schakelt u tussen 0 tot 9 van de broncomponenten. Als de bron is ingesteld op AMP (versterker), worden deze toetsen gebruikt om bedieningen uit te voeren.
(wanneer de AMP-functie is gekozen)
1/AUTO-toets
Hiermee selecteert u automatische surround.
2/Dolby-toets
Hiermee selecteert u de DOLBY-functie.
3/dts-toets
Hiermee selecteert u de DTS-functie.
4/CSII -toets
Hiermee selecteert u de CSII -functie.
5/EX/ES-toets
Hiermee selecteert u de EX/ES-functie.
6/VIRTUAL-toets
Hiermee selecteert u de VIRTUAL-functie.
7/M-CH ST-toets
Hiermee selecteert u meerkanaals stereo.
8/STEREO-toets
Hiermee selecteert u de STEREO-functie.
9/NIGHT-toets
Als u op deze toets drukt, voorkomt u dat het Dolby Digital-signaal te luid wordt weergegeven. De functie vermindert het stemgeluid met maximaal 1/3 tot 1/4. Hiermee hoort u ‘s nachts geen onverwachte harde geluiden. De functie is echter alleen geldig als het Dolby Digital-signaal binnenkomt via de OPTICAL­of COAXIAL-ingangen en er in het signaal gegevens zijn waarmee de stem gecomprimeerd kan worden weergegeven. Als u op deze toets drukt, licht de “NIGHT”-indicator op.
0/7.1CH IN-toets
Met deze toets selecteert u het uitgangssignaal van een externe meerkanaals decoder.
b CL-toets (Clear)
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Met deze toets wist u het geheugen of programma van een bron.
n PRESET-toetsen +/–
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Hiermee selecteert u een voorkeurzender met een hoger of lager nummer.
m INFO-toets
(wanneer de AMP-functie is gekozen)
Met deze toets geeft u de huidige instellingen op de tv weer.
, 1, 2, 3, 4 (CURSOR) / ENTER -toets
(wanneer de AMP-functie is gekozen)
Deze toetsen worden gebruikt bij het besturen van de cursor van de DN-A7100.
. T.TONE-toets
(wanneer de AMP-functie is gekozen)
Hiermee opent u het testtoonmenu.
⁄0 CH/CAT-toetsen 3 (omhoog) /
4 (omlaag)
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Met deze toetsen kiest u een ander kanaal. Wordt niet gebruikt met dit apparaat.
⁄1 BASS-toetsen +/–
Met deze toetsen past u de lage tonen aan van de linker-, rechter- en subwooferluidspreker.
⁄2 XMCAT-toets
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Druk op deze toets om de XM-categoriefunctie te kiezen. Wordt niet gebruikt met dit apparaat.
⁄3 F.DIRECT-toets
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Hiermee selecteert u directe “frequentie-invoer”.
⁄4 CH. SEL-toets
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Hiermee opent u het SETUP MAIN MENU en past u het luidsprekerniveau of het 7.1-kanaals ingangsniveau aan.
⁄5 Brontoetsen
Met deze toetsen schakelt u over op een andere bron voor de AV-receiver/versterker. Elke keer als u op een brontoets drukt, schakelt de afstandsbediening over op de betreffende bron.
Opmerking:
Selecteer AMP als bron om deze afstandsbediening in combinatie met de DN-A7100 te gebruiken.
⁄6 P.DIRECT-toets
Als u op deze toets drukt, worden de toonregelingss chakelingen genegeerd.
⁄7 SURROUND-toets
Met deze toets selecteert u de surroundfunctie.
⁄8 BAND/LIP SYNC/INPUT-toets
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Hiermee selecteert u FM of AM.
(wanneer de AMP-functie is gekozen)
Hiermee selecteert u de LIP SYNC-functie.
⁄9 T-MODE-toets
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Hiermee kiest u de automatische stereofunctie of de monofunctie bij selectie van de FM-band. De “AUTO”-indicator licht op als de automatische stereofunctie is ingeschakeld.
¤0 P-SCAN-toets
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Hiermee start u het scannen naar voorkeurzenders.
8
Page 9
¤1 MEMO/HT-EQ-toets
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Met deze toets slaat u instellingen in het geheugen op of programmeert u een bron.
(wanneer de AMP-functie is gekozen)
Druk op deze toets om de HT (Home Theater)-EQ­functie in en uit te schakelen. Deze functie compenseert het audiogedeelte van een fi lm die “helder” klinkt. Als u op deze toets drukt, licht de “EQ”-indicator op.
¤2 A/D-toets
(wanneer de AMP-functie is gekozen)
Hiermee schakelt u tussen de analoge en digitale ingangen.
¤8 ATT-toets
(wanneer de AMP-functie is gekozen)
Gebruik deze functie als het ingangssignaal te hard is en er sprake is van stemvervorming, zelfs na verlaging van het volume via de VOLUME-knop van de DN-A7100. De “ATT”-indicator licht op als deze functie is geactiveerd. Het ingangsniveau wordt verlaagd. Deze afzwakfunctie is niet beschikbaar voor “REC OUT”-uitgangssignalen.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar bij digitale ingangssignalen.
¤9 TREBLE-toetsen +/–
Met deze toetsen past u de hoge tonen aan van de linker- en rechterluidspreker.
¤3 TUNING-toetsen +/–
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Hiermee stemt u af op een zender met een hogere of lagere frequentie.
¤4 MENU-toets
((wanneer de AMP-functie is gekozen)
Hiermee opent u het SETUP MAIN MENU van de DN-A7100.
¤5 VOLUME-toetsen +/–
Deze toets wordt gebruikt om het volumeniveau van de versterker in te stellen.
¤6 EXIT-toets
(wanneer de AMP-functie is gekozen)
Hiermee annuleert u instellingen in het SETUP MENU.
¤7 MUTE-toets
Deze toets wordt gebruikt om het geluid van de versterker te onderbreken.
‹0 T-DISP-toets
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Hiermee selecteert u de displayfunctie in RDS.
‹1 PTY/V-OFF-toets
(wanneer de TUNER-functie is gekozen)
Hiermee geeft u informatie weer over het type programma van de huidige zender.
(wanneer de AMP-functie is gekozen)
Hiermee schakelt u het videosignaal uit.
‹2 Infraroodzender
Deze zender zendt infrarood licht uit. Druk op de toetsen terwijl de zender gericht is op het infraroo dontvangervenster op het voorpaneel van de DN­A7100.
NEDERLANDS
9
Page 10
AFSTANDSBEDIENING
AFSTANDBEDIENING
De afstand tussen de zender van de afstandsbediening en de IR-SENSOR van de DN-A7100 dient minder te zijn dan ongeveer 5 meter. Als de zender in een andere richting dan die van de IR-SENSOR wordt gericht of als er zich een obstakel tussen de twee bevindt, kan het zijn dat de afstandsbediening niet werkt.
Bereik afstandsbediening
DN-A7100
Ongeveer 5 m
60°
Afstandsbediening (RC-1065)
NEDERLANDS
OPLADEN BATTERIJEN
De levensduur van de batterijen van de afstandsbediening is ongeveer een jaar bij normaal gebruik. Zorg ervoor de batterijen eerder te vervangen wanneer u merkt dat ze zwak worden.
1. Verwijder het achterdeksel.
2. Plaats batterijen (AAA) met de juiste
positionering van de
en de -polariteit.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ DE BATTERIJEN
• In deze afstandsbediening moeten “AAA” type batterijen worden gebruikt.
• Wij adviseren u alkalibatterijen te gebruiken.
• Als de afstandsbediening niet werkt ondanks dat deze dicht bij het apparaat wordt gehouden, vervangt u de batterijen door nieuwe, zelfs als deze korter dan een jaar geleden werden vervangen.
• De bijgeleverde batterijen zijn uitsluitend bedoeld om de werking van het apparaat te controleren. Vervang deze zo snel mogelijk door een nieuwe batterijen.
• Let bij het plaatsen van de batterijen erop dat ze in de juiste richting in het batterijvak van de afstandsbediening worden geplaatst.
• Om beschadiging of het lekken van batterijzuur te voorkomen:
- Gebruik niet een nieuwe en een oude batterij
tezamen.
- Gebruik niet twee batterijen van een verschillend
type tezamen.
- U mag de batterijen niet kortsluiten, uit elkaar
halen, verhitten of in een vuur gooien.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening als u deze gedurende een lange tijd niet denkt te gaan gebruiken.
• In het geval de batterijen lekken, veegt u het zuur voorzichtig uit de binnenkant van het batterijvak en plaatst u vervolgens nieuwe batterijen.
• Neem bij het weggooien van batterijen de overheidswetgeving en milieuverordeningen in acht die in uw land of woonplaats gelden.
10
3. Sluiten totdat hij vastklikt
Opmerkingen:
• Gebruik alkali- en mangaanbatterijen niet tezamen.
• Gebruik oude en nieuwe batterijen niet tezamen.
Page 11
ALGEMENE INFORMATIE VAN DE RC-1065 NAAR DE DN-A7100
Als u de DN-A7100 wilt bedienen met de RC-1065, moet u via de brontoetsen de AMP- of TUNER-functie selecteren. Raadpleeg de informatie hierna voor details over de AMP- en TUNER-functie.
AMP-FUNCTIE
POWER Hiermee schakelt u de DN-A7100 aan en uit.
SLEEP Hiermee stelt u de slaaptimerfunctie in.
DISPLAY Hiermee verandert u de displayfunctie.
P-DIRECT Hiermee selecteert u de puur-directfunctie.
SURROUND Hiermee selecteert u de surroundfunctie.
AUTO (1) Hiermee selecteert u automatische surround.
DOLBY (2) Hiermee selecteert u de DOLBY-functie.
dts (3) Hiermee selecteert u de dts-functie.
BAND/LIP SYNC Hiermee selecteert u de LIP SYNC-functie.
CSII (4) Hiermee selecteert u de CS2-functie.
EX/ES (5) Hiermee selecteert u EX/ES.
VIRTUAL (6) Hiermee selecteert u de VIRTUAL-functie.
M-CH ST (7) Hiermee selecteert u multikanaals stereo.
STEREO (8) Hiermee selecteert u de STEREO-functie.
NIGHT (9) Hiermee schakelt u de NIGHT-functie aan of uit.
7.1ch IN (0) Hiermee selecteert u de 7.1-kanalen-invoerpoorten.
A/D Hiermee schakelt u tussen de analoge en digitale ingangsaansluitingen.
MEMO/HT-EQ Hiermee schakelt u de HT-EQ -functie aan of uit.
INFO Hiermee schakelt u de “On Screen Display”-functie aan of uit.
MENU Hiermee beeldt u de huidige instelling af op het scherm.
CURSOR 1 / 3 / 4 / 2Hiermee verplaatst u de cursor voor het instellen op “On Screen Display”.
ENTER Hiermee krijgt u toegang tot het “On Screen Display”.
Hiermee bevestigt u instelling op “On Screen Display”.
T-TONE Hiermee roept u het testtoonmenu op.
EXIT Hiermee verlaat u het SETUP MENU.
VOL+ Hiermee verhoogt u het algehele volumeniveau.
VOL- Hiermee verlaagt u het algehele volumeniveau.
ATT Hiermee verlaagt u het analoge-ingangsniveau.
MUTE Hiermee vermindert u het geluid tijdelijk.
BASS- Hiermee verlaagt u de klankregeling van het geluid met een lage frequentie.
BASS+ Hiermee verhoogt u de klankregeling van het geluid met een lage frequentie.
TREBLE- Hiermee verlaagt u de klankregeling van het geluid met een hoge frequentie.
TREBLE+
PTY/V-OFF Hiermee schakelt u de video-uitvoer aan of uit.
CH-SEL Hiermee roept u het SETUP MENU op en stelt u het luidsprekerniveau of
AUX1 Hiermee selecteert u de ingangsbron AUX1.
AUX2 Hiermee selecteert u de ingangsbron AUX2.
TUNER Hiermee selecteert u de ingangsbron TUNER.
TV Hiermee selecteert u de ingangsbron TV.
DVD Hiermee selecteert u de ingangsbron DVD.
VCR Hiermee selecteert u de ingangsbron VCR.
DSS/VCR2 Hiermee selecteert u de ingangsbron DSS/VCR2.
CD Hiermee selecteert u de ingangsbron CD.
TAPE Hiermee selecteert u de ingangsbron TAPE.
CDR/MD Hiermee selecteert u de ingangsbron CDR/MD.
Hiermee verhoogt u de klankregeling van het geluid met een hoge frequentie.
het 7.1-kanalen ingangsniveau in.
TUNER-FUNCTIE
0-9 Hiermee voert u cijfers in.
BAND/LIP SYNC Hiermee selecteert u een frequentieband.
T-MODE Hiermee selecteert u de automatische stereo- of monofunctie.
P-SCAN Hiermee start u het instellen van voorkeurzenders.
CL Hiermee wist u de ingevoerde gegevens.
MEMO/HT-EQ Hiermee voert u de voorkeurgeheugennummers in.
PRESET- Hiermee selecteert u een lager genummerde voorkeurzender.
PRESET+ Hiermee selecteert u een hoger genummerde voorkeurzender.
TUNING- Hiermee verlaagt u de frequentie van een zender.
TUNING+ Hiermee verhoogt u de frequentie van een zender.
INFO Hiermee wordt de voorkeurinformatie afgebeeld.
F-DIRECT Hiermee selecteert u de het rechtstreeks invoeren van de frequentie.
T-DISP Selecteert de displayfunctie in RDS
PTY/V-OFF Schakelt de zoekfunctie voor PTY-groep of -type aan of uit
AMP Hiermee selecteert u de AMP-functie
* De toetsen POWER, SLEEP, DISPLAY, P-DIRECT, SURROUND, VOL+, VOL–,
MUTE, BASS+, BASS–, TREBLE+ en TREBLE- kunnen in de TUNER-functie op dezelfde manier worden gekozen als in de AMP-functie.
NEDERLANDS
11
Page 12
AANSLUITINGEN
OPSTELLEN VAN DE LUIDSPREKERS
Het ideale surroundluidsprekersysteem voor dit apparaat is een 7-luidsprekersysteem dat gebruik maakt van linker en rechter voorluidsprekers, een middenluidspreker, linker en rechter surroundluidsprekers, een linker en rechter achter-surroundluidspreker en een subwoofer. Om de beste resultaten te verkrijgen, adviseren wij dat alle voorluidsprekers van hetzelfde type zijn met identieke of vergelijkbare aandrijfeenheden. Hiermee krijgt u vloeiend verlopende verschuivingen door het geluidsbeeld aan de voorkant wanneer de actie zich verplaatst van zijkant naar zijkant. De middenluidspreker is bijzonder belangrijk omdat meer dan 80% van de dialoog in een gemiddelde fi lm door de middenluidspreker wordt voortgebracht. Deze dient soortgelijke geluidskarakteristieken te hebben als de voorluidsprekers. De surroundluidsprekers hoeven niet identiek te zijn aan de voorluidsprekers, maar moeten wel van hoge kwaliteit zijn. De achtersurroundluidspreker is handig voor de weergave van Dolby Digital Surround EX of DTS­ES. Een van de voordelen van zowel Dolby Digital als DTS is dat surroundkanalen over het volledige bereik discreet zijn, terwijl deze in eerdere Pro Logic­systemen frequentiebeperkingen kenden. Lagetoneneffecten vormen een belangrijk onderdeel
NEDERLANDS
van de thuisbioscoop. Om optimaal geluid te verkrijgen dient een subwoofer te worden gebruikt omdat deze is geoptimaliseerd voor het weergeven van lage frequenties. Als u voorluidsprekers met een volledig frequentiebereik hebt, kunnen deze eventueel gebruikt worden in plaats van een subwoofer indien de instellingen op het menusysteem op de juiste wijze gemaakt zijn.
Linker en rechter voorluidsprekers
We adviseren de linker en rechter voorluidsprekers op te stellen onder een hoek van 45-60 graden ten opzichte van de luisterpositie.
Middenluidspreker
Lijn de voorkant van de middenluidspreker uit met de voorkant van de linker en rechter voorluidsprekers, of stel de middenluidspreker iets achter de verbindingslijn tussen de linker en rechter voorluidsprekers op.
Linker en rechter surroundluidsprekers
Wanneer de DN-A7100 in een surroundopstelling wordt gebruikt, is de optimale positie van de surroundluidsprekers aan de zijmuren van het luistervertrek, ter hoogte van of iets
HOOGTE VAN DE LUIDSPREKERS
Linker en rechter voorluidsprekers en middenluidspreker
Lijn de tweeters en middenbereik-eenheden van de drie voorluidsprekers zo goed mogelijk uit op dezelfde hoogte.
Linker en rechter surroundluidsprekers en surroundluidspreker
Stel de linker en rechter surroundluidsprekers en de midden-surroundluidspreker 70 tot 100 cm hoger op dan de oorhoogte op de luisterpositie. Plaats de luidsprekers bovendien op dezelfde hoogte.
achter de luisterpositie. Het midden van de luidspreker moet naar het midden van het vertrek zijn gericht.
Linker en rechter achterluidsprekers
Voor het creëren van een volledig 7.1-kanalensysteem zijn surroundachterluidsprekers nodig. De luidsprekers moeten aan de achtermuur van het luistervertrek worden bevestigd, achter de luisterpositie. Het midden van de luidspreker moet naar het midden van het vertrek zijn gericht.
Subwoofer
Wij adviseren een subwoofer te gebruiken voor een maximaal lagetoneneffect. Aangezien de subwoofer alleen zeer lage tonen verwerkt, is de opstelplaats ervan niet bijzonder belangrijk bij gebruik binnenshuis.
Opmerking:
achter-
70cm 1m
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers voor de linkervoor-, rechtervoor- en middenluidsprekers wanneer de luidsprekers vlakbij de televisie zijn opgesteld.
12
Linker surround
Linker achtersurround
Rechter achtersurround
150°
135°
110°
Subwoofer
Rechter surround
90°
Linker voor
Front Center
0°
22°
30°
Rechter voor
Page 13
AANSLUITEN VAN LUIDSPREKERS
PASSIEVE
SUBWOOFER
EIND-
VERSTERKER
INVERT
INPUT
BTL REMOTE CONT.EXT. CONT. IN
INPUT
OUTPUT
LEVEL
MASTERSLAVE
MIN MAX
VIDEO/
SYSTEM OUT OUT
+5~13V DC
S
E
U
F
SPEAKER SYSTEM MINIMUM 4 OHMS
IN
XLR-aansluitpunten worden gebruikt voor symmetrische ingangsaansluitingen en
SUBWOOFER MET
INGEBOUWDE VERSTERKER
VOORLUIDS
RECHTER LINKER
of
uitgangsaansluitingen.
HOT
21
GND
3
COLD
GND
12
HOT
3
COLD
INPUT OUTPUT
AANSLUITEN VAN EEN SUBWOOFER
Gebruik de SW OUT-aansluiting (voor tulpstekkers) om een powersubwoofer (met ingebouwde eindversterker) aan te sluiten. Als u een passieve subwoofer (zonder ingebouwde eindversterker) hebt, sluit u een mono-eindversterker aan op de SW OUT-aansluiting (voor tulpstekkers) en sluit u de subwoofer aan op de versterker.
PUSH
PUSH
NEUTRIK
NEUTRIK
Hoofdversterker
NEUTRIK
PUSH
PUSH
PUSH
PUSH
PUSH
NEUTRIK
INPUT
NEUTRIK
NEUTRIK
NEUTRIK
PUSH
NEUTRIK
FRONTSUB WOOFER
RR
LLLR
CENTERSURROUNDSURROUND BACK
NEDERLANDS
MIDDEN
Passieve
subwoofer
RECHTER LINKER
ACHTERSURROUND
RECHTER
LINKER
SURROUND
13
Page 14
AANSLUITEN VAN AUDIOCOMPONENTEN
CD-RECORDER
DIGITAL
INPUT
NEDERLANDS
DIGITAL
OUTPUT
OUT IN
LRL
RL
DIGITAL
OUT
OUTPUT
R
R L
L
R
L R
CD-SPELER
R L RL
R L
R L R L
OUT IN
LRL
L R
R
L R
CASSETTEDECK
ANALOGE AUDIO
L R
DIGITALE AUDIO (coaxiaal)
DIGITALE AUDIO (optisch)
Het audio-uitgangssignaal uit de TAPE OUT-aansluiting en de CD-R/MD OUT-aansluiting is de huidig gekozen geluidsbron.
Voorzichtig:
Sluit dit apparaat en de andere componenten niet aan op de netstroom totdat alle aansluitingen tussen de componenten zijn gemaakt.
Opmerkingen:
• Steek alle stekkers stevig in de aansluitingen. Onzorgvuldige aansluitingen kunnen ruis veroorzaken.
• Zorg ervoor dat de linker en rechter kanalen op de juiste wijze zijn aangesloten.
Rode stekkers zijn voor de R (rechter) kanalen, en
witte stekkers zijn voor de L (linker) kanalen.
• Let erop de ingangs- en uitgangsaansluitingen op de juiste wijze aan te sluiten.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van iedere component die op dit apparaat wordt aangesloten.
• Bind audio-/videokabels niet samen met netsnoeren en luidsprekerkabels omdat dit zal leiden tot brommen of andere ruis.
14
AANSLUITEN VAN DIGITALE AUDIOCOMPONENTE
N
• Op het achterpaneel zitten 6 digitale ingangsaansluitingen, 2 coaxiale aansluitingen en 4 optische aansluitingen (inclusief AUX). U kunt deze aansluitingen gebruiken voor het invoeren van PCM-, Dolby Digital- en DTS­bitstreamsignalen vanaf een cd-, dvd- of andere digitale broncomponent.
• Op het achterpaneel bevindt zich ÈÈn digitale uitgangsaansluiting voor ÈÈn coaxiale kabel en ÈÈn voor ÈÈn optische kabel. Deze aansluitingen kunt u aansluiten op een cd-recoder of een md­deck.
• Stel het digitale audioformaat van de dvd-speler of andere digitale broncomponent in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van iedere component die op de digitale ingangsaansluitingen wordt aangesloten.
• Gebruik optische vezelkabels (optisch) voor de ingangsaansluitingen DIG-1, 2, 3 en AUX1 (OPT). Gebruik 75-ohm coaxiale kabels (voor digitale audio of video) voor de ingangsaansluitingen DIG­4 en 5.
U kunt de invoer toewijzen voor iedere ingangs overeenkomstig de aangesloten componenten. bladzijde 20.
Opmerkingen:
• Er is geen Dolby Digital RF-ingangsaansluiting. Gebruik hiervoor een externe RF-demodulator met een Dolby Digital-decoder wanneer u de Dolby Digital RF-uitgangsaansluiting van de videodiscspeler aansluit op de digitale ingangsaansluiting van dit apparaat.
• De digitaal-signaalaansluitingen van dit apparaat voldoen aan de EIA-normen. Als u een kabel gebruikt die niet aan deze normen voldoet, is het mogelijk dat dit apparaat niet juist werkt.
• Ieder type audioaansluiting werkt onafhankelijk. Signalen die door de digitale en analoge aansluitingen worden ingevoerd, worden uitgevoerd via de respectievelijke digitale en analoge aansluitingen.
Zie
Page 15
AANSLUITEN VAN VIDEOCOMPONENTEN
DVD-SPELER
DIGITAL
OUT
AUDIO
OUT
LR
L R
S-VIDEO OUT IN
S-VIDEO
OUT
L R L R LR
L R L R
AUDIO
OUT
LR
VIDEORECORDER
VIDEO
AUDIO
OUT
IN
LR
COMPONENT
VIDEO OUT
YC
VIDEO
OUT IN
VIDEO, S-VIDEO, COMPONENT-AANSLUITING
Er zitten drie soorten videoaansluitingen op het achterpaneel.
VIDEO-aansluiting
Het videosignaal van de VIDEO-aansluitingen is een conventioneel composietvideosignaal.
S-VIDEO-aansluiting
Het videosignaal van de S-VIDEO-aansluiting is opgesplitst in een luminantiesignaal (Y) en een kleursignaal (C). Met het S-VIDEO-signaal is een kwalitatief hoogstaande kleurenweergave mogelijk. Als uw videocomponent is uitgerust met een S­VIDEO-uitgangsaansluiting, adviseren wij u die aan te sluiten. Sluit de S-VIDEO-uitgangsaansluiting van uw videocomponent aan op de S-VIDEO­ingangsaansluiting van dit apparaat.
Component-aansluiting
Hiermee maakt u componentvideo-aansluitingen naar een tv of monitor uitgerust met componentvideo­ingangsaansluitingen om een hogere beeldkwaliteit te verkrijgen. Gebruik een componentvideokabel of drie videosnoeren om de componentvideo­uitgangsaansluitingen van de DN-A7100 aan te sluiten op de tv of monitor.
Opmerkingen:
• Zorg ervoor dat de linker en rechter audiokanalen op de juiste wijze zijn aangesloten.
Rode stekkers zijn voor het R (rechter) kanaal, en
witte stekkers zijn voor het L (linker) kanaal. Let erop dat u de ingangs- en uitgangsaansluitingen
• voor de videosignalen op de juiste wijze aansluit.
• Als u het S-VIDEO-signaal aansluit op de S­VIDEO-aansluiting van dit apparaat, is het niet nodig ook het conventionele videosignaal aan te sluiten op de VIDEO-(composiet-)aansluitingen. Als u beide soorten videosignalen aansluit, geeft dit apparaat voorrang aan het S-VIDEO-signaal.
• Ieder type videoaansluiting werkt onafhankelijk. Signalen die door de VIDEO-(composiet-) en S-VIDEO-aansluitingen worden ingevoerd, worden uitgevoerd via de respectievelijke VIDEO­(composiet-) en S-VIDEO-aansluitingen.
• Dit apparaat is voorzien van de “TV-AUTO ON/ OFF” functie waarmee automatisch de stroom kan worden in- of uitgeschakeld door het videosignaal dat via de VIDEO-aansluitingen binnenkomt.
Stel, indien nodig, het digitale audioformaat van de dvd-speler of andere digitale broncomponent in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van iedere component die op de digitale ingangsaansluitingen wordt aangesloten.
• Er is geen Dolby Digital RF-ingangsaansluiting. Gebruik hiervoor een externe RF-demodulator met een Dolby Digital-decoder wanneer u de Dolby Digital RF-uitgangsaansluiting van de videodiscspeler aansluit op de digitale ingangsaansluiting van dit apparaat.
NEDERLANDS
OUT
LR
VIDEO
LR
SATELLIETTUNER
S-VIDEO
OUT
OUT
DIGITAL
OUT
VIDEOPROJECTOR
COMPONENT
VIDEO IN
PBC
P
/
/
B
R
R
YC
B
/ PBCR
/ PR
S-VIDEO
IN
L
R
VIDEO
AUDIO
L R
LR
VIDEO
S-VIDEO
S-VIDEO
ANALOGE AUDIO
L R
DIGITALE AUDIO (coaxiaal)
DIGITALE AUDIO (optisch)
VIDEO
OUT
L R
AUDIO
OUT
LR
S-VIDEO
IN
VIDEO
IN
ANALOGE AUDIO
L R
DIGITALE AUDIO (coaxiaal)
DIGITALE AUDIO (optisch)
TV
15
Page 16
GEAVANCEERDE AANSLUITINGEN
RLRL RL
R L R L R L
L
R
NEDERLANDS
FRONT SURR.
SURR. BACK
CENTER
SUB
WOOFER
PUSH
PUSH
NEUTRIK
NEUTRIK
NEUTRIK
EIND-VERSTERKER
Subwoofer
PUSH
PUSH
PUSH
PUSH
PUSH
NEUTRIK
INPUT
NEUTRIK
NEUTRIK
NEUTRIK
PUSH
NEUTRIK
DVD-AUDIOSPELER
of
SACD-
MULTIKANALENSPELER
AANSLUITEN OP EEN MULTIKANALEN AUDIOBRON
De 7.1CH INPUT-aansluitingen zijn bedoeld voor een meerkanalen audiobron, zoals een SACD­multikanalenspeler, dvd-audiospeler of externe decoder. Als u deze aansluitingen gaat gebruiken, moet u
7.1CH INPUT inschakelen en het 7.1CH INPUT­niveau instellen met behulp van het SETUP MAIN MENU (instellingen-hoofdmenu). Zie bladzijde 23.
16
Midden
Rechter
voor
Rechter
Surround
Rechter Achtersurround
Linker voor
Linker Surround
Linker
Achtersurround
AANSLUITEN VAN EEN EXTERNE EINDVERSTERKER
De PREOUT-aansluitingen zijn bedoeld voor het aansluiten van externe eindversterkers voor een betere geluidskwaliteit. Zorg ervoor dat u iedere luidspreker aansluit op de overeenkomstige externe eindversterker.
Page 17
AANSLUITEN VAN DE ANTENNEAANSLUITINGEN
FM-BUITENANTENNE
FM-ANTENNE
DE AM-RAAMANTENNE OPBOUWEN
1. Maak het vinyl klembandje los en wikkel de
aansluitdraad af.
2. Buig de antennevoet achterover naar buiten.
AM-RAAMANTENNE
4. Plaats de AM-raamantenne op een stabiele
ondergrond.
AM-BUITENANTENNE
AANSLUITEN VAN DE BIJGELEVERDE ANTENNES
Aansluiten van de bijgeleverde FM-antenne
De bijgeleverde FM-antenne is alleen voor gebruik binnenshuis. Maak tijdens het gebruik de antenne zo lang mogelijk en houd deze in verschillende richtingen tot het helderste signaal wordt verkregen. Zet de antenne vast met punaises of soortgelijke hulpmiddelen in de positie waarin het minste vervorming optreedt. Als u last heeft van slechte ontvangstkwaliteit, kan met behulp van een FM-buitenantenne de ontvangstkwaliteit worden verhoogd.
Aansluiten van de bijgeleverde AM-raamantenne
De bijgeleverde AM-raamantenne is alleen voor gebruik binnenshuis. Stel de raamantenne op in de richting en op de plaats waar u het helderste geluid ontvangt. Plaats de raamantenne zo ver mogelijk van het apparaat, de tv, luidsprekerkabels en netsnoeren vandaan. Als u last heeft van slechte ontvangstkwaliteit, kan met behulp van een AM-buitenantenne de ontvangstkwaliteit worden verhoogd.
Draai de schroef van de AM-raamantenneaansluiting
1.
linksom los.
2. Steek de blote draad in de AM-raamantenne­aansluiting.
Draai de schroef rechtsom vast om de draad
3.
vast te zetten.
AANSLUITEN VAN EEN FM-BUITENANTENNE
Opmerkingen:
• Houd de antenne uit de buurt van storingsbronnen (neonverlichting, drukke wegen, enz.).
Plaats de antenne niet dichtbij elektriciteitskabels. Houd deze ver uit de buurt van elektriciteitskabels, transformators, enz.
• Om het gevaar van blikseminslag en elektrische schokken te voorkomen, is het noodzakelijk de antenne te aarden.
NEDERLANDS
3.
Steek de lip aan de onderkant van het antenneraam in de sleuf in de antennevoet.
AANSLUITEN VAN EEN AM-BUITENANTENNE
Een AM-buitenantenne zal effectiever werken als deze binnenshuis boven een raam of buiten horizontaal is aangebracht.
Opmerkingen:
• Laat de AM-raamantenne aangesloten op het apparaat.
• Om het gevaar van blikseminslag en elektrische schokken te voorkomen, is het noodzakelijk de antenne te aarden.
17
Page 18
HDMI-AANSLUITING
Dit apparaat heeft twee HDMI-ingangen en één HDMI-uitgang. Het kan digitale video- en audiosignalen van DVD’s en andere bronnen rechtstreeks naar een display zenden. De signaalverzwakking die door de conversie naar een analoog signaal wordt veroorzaakt, wordt beperkt gehouden, zodat u kunt genieten van beelden van hoge kwaliteit. Selecteer in het beeldschermmenusysteem een invoerbron. (Zie pagina 20.)
Opmerkingen:
• Wanneer de HDMI-uitgang wordt aangesloten op een monitor die geen HDCP ondersteunt, worden er geen signalen verzonden. Wanneer u beelden in HDMI wilt bekijken, dient u een beeldscherm aan te sluiten dat HDCP ondersteunt.
• U krijgt mogelijk geen beeld als u een TV of monitor aansluit die niet compatibel is met het bovenstaande formaat.
• Zie de gebruiksaanwijzing van de TV of de monitor die u op de DN-A7100 wilt aansluiten voor meer informatie over de HDMI-aansluiting.
* HDCP: High-bandwidth Digital Content Protection
HDMI-APPARATUUR AANSLUITEN
Met een HDMI-kabel (los verkocht) sluit u de HDMI-aansluiting op de DN-A7100 aan op
NEDERLANDS
de HDMI-aansluiting van een DVD-speler, TV, projector of andere component. Wanneer u via HDMI meerkanaals audio wilt verzenden, dient de aangesloten speler meerkanaals audiotransmissie via de HDMI-aansluiting te ondersteunen. HDMI-videostreaming is in principe compatibel met DVI. Daarom is het mogelijk om een TV of monitor met een DVI-aansluiting via een HDMI-DVI-conversiekabel of
-stekker aan te sluiten. Sluit bij gebruik van een DVI-aansluiting het audiosignaal apart aan.
Opmerkingen:
• Sommige HDMI-componenten kunnen via de HDMI-kabel worden aangestuurd, maar deze ontvanger kan andere componenten niet op deze manier aansturen.
• Wanneer een monitor (TV, projector enzovoort) wordt aangesloten die geen HDCP ondersteunt, worden er geen beeld en geluid weergegeven.
• Er zijn DVI-kabels met 24-polige en met 29-polige stekkers. Deze ontvanger ondersteunt 24-polige DVI-D-kabels. 29-polige DVI-kabels kunnen er niet op worden aangesloten.
• Sommige bronapparaten zoals DVD-spelers bieden geen ondersteuning voor een HDMI-repeater, zoals die in de DN-A7100. In dat geval worden beelden niet goed weergegeven op monitoren zoals TV’s en projectoren.
• Zet wanneer er verschillende componenten op deze ontvanger worden aangesloten, de niet-gebruikte componenten uit om interferentie te voorkomen.
• Het ontkoppelen of aansluiten van kabels terwijl de apparatuur is ingeschakeld, kan de apparatuur beschadigen. Schakel de apparatuur uit voordat u kabels ontkoppelt of aansluit.
• Op sommige DVD-Audio-discs is downmixen niet mogelijk. Deze DVD’s worden niet goed afgespeeld, tenzij de linker-, midden- en rechterluidsprekers, de linker- en rechtersurroundluidsprekers en de subwoofer zijn aangesloten.
• Wanneer een DVD-speler die HDMI 1.1 niet ondersteunt, op de DN-A7100 wordt aangesloten, kan er geen meerkanaals PCM worden afgespeeld, zelfs niet van DVD-Audio-discs.
• Wanneer een DVD-speler of ander apparaat met een DVI-uitgang op de DN-A7100 wordt aangesloten, is er een afzonderlijke audiokabel (optisch-digitaal, coaxiaal digitaal of analoog) nodig voor de audiosignalen. Selecteer in dit geval de aangesloten audio-ingang, zoals uitgelegd onder “1 INPUT SETUP”. (Zie pagina 20.)
• Meerkanaals PCM-signalen en audiosignalen van 62 kHz of hoger die via de HDMI-aansluiting worden ontvangen, komen niet uit de DIGITAL OUT-aansluitingen.
• Afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte kabel kan het HDMI-signaal door ruis worden beïnvloed.
• Audiocomponenten die gebruik maken van bemonsteringsfrequenties van 128 kHz en hoger, worden niet ondersteund.
DVD-SPELER VIDEOPROJECTOR
HDMI OUTPUT
SATELLIETTUNER
HDMI OUTPUT
HDMI INPUT
18
Page 19
INSTELLINGEN
Nadat alle componenten zijn aangesloten, moet het systeem voor het eerst worden ingesteld.
ON-SCREEN-MENUSYSTEEM
De DN-A7100 is uitgerust met een schermmenu weergavesysteem, waarmee diverse bedieningen mogelijk worden door op de cursortoetsen (
2
) en de ENTER-toets op de afstandsbediening of op
het voorpaneel te drukken.
Opmerking:
Om het beeldschermmenu (OSD) af te beelden moet u ervoor zorgen dat de Monitor Out-aansluiting op het achterpaneel is aangesloten op de composiet-, S­video- of componentenvideo-ingangsaansluiting van uw televisie of projector. (Zie bladzijde 15)
Druk op de AMP-toets op de afstandsbediening.
1.
(Deze stap is overbodig wanneer u de
instelmenu’s vanaf de receiver zelf bedient.)
Druk op de MENU-toets op de afstandsbediening
2.
of stel in om “SETUP MAIN MENU” van het schermmenusysteem af te beelden.
Het SETUP MAIN MENU bestaat uit 7
onderdelen.
Kies het gewenste submenu met de
3.
cursortoetsen 3 of 4, en druk op de ENTER­toets om uw keuze te bevestigen. Het scherm verandert naar het gekozen submenu. U kunt de instellingen op ieder submenu vergrendelen met de cursortoetsen 1 of 2.
Opmerking:
Als u de instellingen op een submenu wilt veranderen, moet u dit eerst instellen op UNLOCKED.
Als u het menusysteem went te verlaten, drukt
4.
u op de EXIT-toets, of verplaatst u de cursor naar EXIT en drukt u op de ENTER-toets.
3, 4, 1,
1-1 INPUT SETUP
FUNC:MODE :DIG:HDMI:COMP
-----------------------­TV :AUTO : 3 : - : ­DVD :AUTO : 1 : 1 : 1 VCR1:AUTO : - : - : 3 DSS :AUTO : 2 : 2 : 2 AUX1:AUTO : A : - : -
MAIN NEXT EXIT
1-2 INPUT SETUP
FUNC:MODE :DIG:HDMI:COMP
-----------------------­CD :AUTO : 4 : : TAPE:AUTO : - : : CD-R:AUTO : 5 : : AUX2:AUTO : - : :
MAIN RETURN EXIT
2-1 SPEAKERS SIZE
SUBWOOFER : YES FRONT L/R : LARGE CENTER : SMALL SURROUND L/R : SMALL SURR.BACK : 2CH SURR.BACK SIZE : SMALL LPF/HPF : 100Hz BASS MIX : BOTH MAIN NEXT EXIT
2-2 SPEAKERS DISTANCE
FRONT L : 10 ft 3.0 m FRONT R : 10 ft 3.0 m CENTER : 10 ft 3.0 m SURR.L : 10 ft 3.0 m SURR.R : 10 ft 3.0 m SUB W : 10 ft 3.0 m SURR.B L : 10 ft 3.0 m SURR.B R : 10 ft 3.0 m MAIN RETURN NEXT EXIT
2-3 SPEAKERS LEVEL TEST MODE : MANUAL FRONT L : 0 dB CENTER : 0 dB FRONT R : 0 dB SURR.R : 0 dB SURR.B R : 0 dB SURR.B L : 0 dB SURR.L : 0 dB SUB W : 0 dB MAIN RETURN EXIT
SETUP MAIN MENU
1. INPUT SETUP :UNLOCK
2. SPEAKER SETUP:UNLOCK
3. PREFERENCE :UNLOCK
4. SURROUND :UNLOCK
5. PL II MUSIC :UNLOCK
6. CS II :UNLOCK
7. 7.1 CH. INPUT:UNLOCK
EXIT
3 PREFERENCE
STANDBY MODE : NORMAL TV-AUTO : DISABLE OSD INFO : ENABLE BILINGUAL : MAIN VIDEO CONVERT HDMI : ENABLE DC TRIGGER
MAIN EXIT
3-1 VIDEO CONVERT
TV : ON DVD : ON VCR1 : ON DSS : ON AUX1 : ON
MAIN RETURN EXIT
3-2 DC TIRGGER SETUP DC TRIG DISABLE
TV : CD : DVD : TAPE : VCR1 : CD-R : DSS : AUX2 : AUX1 : TUNER:
7.1CH:
MAIN RETURN EXIT
4 SURROUND
SURR.MODE :AUTO HT-EQ :OFF LFE LEVEL :
MAIN EXIT
5 PL II MUSIC PARAMETER
PARAMETER : DEFAULT
PANORAMA : OFF DEMENSION : 3 CENTER WIDTH : 3
MAIN EXIT
6 CS II PARAMETER
TRUBASS : 0 SRS DIALOG : 0
MAIN EXIT
7 7.1 CH. INPUT LEVEL VIDEO-IN : LAST FRONT L : 0 dB CENTER : 0 dB FRONT R : 0 dB SURR.R : 0 dB SURR.B R : 0 dB SURR.B L : 0 dB SURR.L : 0 dB SUB W : 0 dB MAIN EXIT
NEDERLANDS
19
Page 20
1 INSTELLEN INGANGSAANSLUITINGEN (TOEWIJSBARE DIGITALE INGANG EN COMPONENTENVIDEO-INGANG)
6 digitale ingangsaansluitingen, 3 componentenvideo­ingangsaansluitingen en 2 HDMI-ingangsaansluitingen kunnen worden toegewezen aan een gewenste bron. Gebruik dit menu om de digitale ingangsaansluiting te kiezen die moet worden toegewezen aan de ingangsbron.
1. Kies “INPUT SETUP” op het SETUP MAIN MENU met de 3- of 4-cursortoets, en druk op de ENTER-toets.
1-1 INPUT SETUP
FUNC:MODE :DIG:HDMI:COMP
-----------------------­TV :AUTO : 3 : - : ­DVD :AUTO : 1 : 1 : 1 VCR1:AUTO : - : - : 3 DSS :AUTO : 2 : 2 : 2 AUX1:AUTO : A : - : -
MAIN NEXT EXIT
1-2 INPUT SETUP
FUNC:MODE :DIG:HDMI:COMP
-----------------------­CD :AUTO : 4 : :
NEDERLANDS
2.
3.
TAPE:AUTO : - : : CD-R:AUTO : 5 : : AUX2:AUTO : - : :
MAIN RETURN EXIT
Druk op de cursortoetsen 3 of 4 om de bron en
MODE te selecteren.
Druk op de cursortoetsen 1 of 2 om als ingang
“Digital”, “HDMI” of “COMP” te selecteren.
Kies “DIG” voor een ingangsbron om een
digitaal ingangssignaal automatisch te laten vaststellen.
Als geen digitaal signaal wordt ingevoerd,
worden de ingangssignalen van de analoge ingangsaansluitingen weergegeven.
Kies “
DIG
” voor een ingangsbron, om deze te koppelen aan een digitale ingangsaansluiting. Kies “ANA” voor een ingangsbron waarvoor geen digitale ingangsaansluiting wordt gebruikt.
Om de videobron te kiezen, kies “HDMI” of
4.
COMP” door op de 3- of 4 -cursortoetste drukken, en drukt u op de 1- of 2- -cursortoetste om de toegewezen videobron te kiezen.
5. Nadat u klaar bent met het instellen van dit submenu, verplaatst u de cursor naar “MAIN” met de 3- of 4-cursortoets, en drukt u op de ENTER-toets.
20
Opmerkingen:
• Als de TUNER is aangesloten op de analoge ingang, kunt u geen digitale ingang selecteren.
Wanneer een DTS-ld of een DTS-cd wordt weergegeven, zijn deze instellingen niet beschikbaar. Dit is ter voorkoming van ruis veroorzaakt door de analoge ingangsaansluitingen.
• Als “DIG” is ingesteld en een dvd, cd of ld wordt vooruitgespoeld tijdens het weergeven, kan een overslaand geluid geproduceerd worden door gedecodeerde signalen. In dergelijke gevallen, verandert u de instelling naar DIGITAL.
2 SPEAKER SETUP (LUIDSPREKER-INSTELLINGEN)
Nadat u de DN-A7100 hebt geïnstalleerd, alle componenten hebt aangesloten, en de luidsprekeropstelling hebt bepaald, is het nu tijd om de instellingen in het SPEAKER SETUP-menu te maken om een optimale akoestiek voor uw luisteromgeving en luidsprekeropstelling. Alvorens de onderstaande instellingen te maken, dient u eerst de volgende karakteristieken te bepalen.
2-1 SPEAKERS SIZE (GROOTTE VAN DE LUIDSPREKERS)
Stel de luidsprekergrootte in op het SPEAKER SIZE­submenu volgens de onderstaande richtlijnen. LARGE (groot): Het volledige frequentiebereik voor het kanaal dat
u aan het instellen bent, zal door de luidspreker
worden voortgebracht. SMALL (klein): Van het kanaal dat u instelt worden de frequenties
lager dan ongeveer 100 Hz uitgevoerd via de
subwoofer. Als de subwoofer is ingesteld op “NONE” en de
voorluidsprekers zijn ingesteld op “LARGE”, kan
het geluid door de linker en rechter voorluidspreker
worden voortgebracht.
2-1 SPEAKERS SIZE
SUBWOOFER : YES FRONT L/R : LARGE CENTER : SMALL SURROUND L/R : SMALL SURR.BACK : 2CH SURR.BACK SIZE : SMALL LPF/HPF : 100Hz BASS MIX : BOTH MAIN NEXT EXIT
1.
Kies “SPEAKER SETUP” op het SETUP MAIN MENU met de 3- of 4cursortoets, en druk op de ENTER-toets.
2.
Druk op de 3- of 4-cursortoets om de gewenste luidspreker te kiezen.
Druk op de 1- of 2-cursortoets om de instelling
3.
van de luidsprekergrootte te kiezen. Nadat u klaar bent met het instellen, verplaatst u
4.
de cursor naar “NEXT” met de 3- of 4-cursortoets en drukt u vervolgens op de ENTER-toets om verder te gaan naar de volgende pagina.
SUBWOOFER
YES:
Kies deze instelling als u een subwoofer hebt aangesloten.
NONE:
Kies deze instelling als u geen subwoofer hebt aangesloten.
FRONT L/R
LARGE:
Kies deze instelling als de voorluidsprekers groot zijn.
SMALL:
Kies deze instelling als de voorluidsprekers klein zijn.
• Als de “Subwoofer”-instelling op “NONE” is ingesteld, staat deze instelling vast op “LARGE”.
CENTER
NONE:
Kies deze instelling als geen middenluidspreker is aangesloten.
LARGE:
Kies deze instelling als de middenluidspreker groot is.
SMALL:
Kies deze instelling als de middenluidspreker klein is.
SURROUND L/R
NONE:
Kies deze instelling als geen surroundluidsprekers zijn aangesloten
.
LARGE:
Kies deze instelling als de linker en rechter surroundluidsprekers groot zijn.
SMALL:
Kies deze instelling als de linker en rechter surroundluidsprekers klein zijn.
SURR. BACK
NONE:
Kies deze instelling als geen achtersurround­luidsprekers zijn aangesloten.
2CH:
Kies deze instelling als linker en rechter achtersur roundluidsprekers zijn aangesloten.
1CH:
Kies deze instelling als één achtersurround­luidspreker is aangesloten. In dit geval wordt het audiosignaal uitgevoerd via de Surround back-L-uitgangsaansluiting.
Opmerkingen:
Als de “Surround L/R”-instelling op “NONE” is ingesteld, staat deze instelling vast op “NONE”.
Page 21
SURR. BACK SIZE
LARGE:
Kies deze instelling als de achtersurroundluidspreker groot is.
SMALL:
Kies deze instelling als de achtersurroundluidspreker klein is.
Opmerking:
Als de “Surround L/R”-instelling op “NONE” is ingesteld, is deze instelling niet beschikbaar.
LPF/HPF
Bij gebruik van een subwoofer kunt u de afsnijfrequentie instellen voor de kleine luidsprekers die worden gebruikt. Kies één van de afsnijfrequentieniveaus op basis van de grootte van de kleine luidsprekers die zijn aangesloten.
80Hz 100Hz 120Hz 150Hz 180Hz
Opmerkingen:
• Gebruik een iets grotere frequentie als u kleine voorluidsprekers gebruikt. Gebruik bij grote voorluidsprekers een iets lagere frequentie.
• Als de PURE DIRECT-functie of de 7.1CH Input­functie in gebruik is, heeft deze instelling geen effect.
BASS MIX
De instelling Bass Mix werkt alleen tijdens
• stereoweergave als “LARGE” voor de voorluidsprekers en “YES” voor de subwoofer is ingesteld.
Deze instelling heeft alleen effect tijdens het
weergeven van PCM of analoge stereobronnen.
• Als “BOTH” is ingesteld worden de lage frequenties via de linker en rechter hoofdluidsprekers en ook via de subwoofer weergegeven.
In deze weergavefunctie, wordt het lagetonenbereik
evenrediger door het vertrek verspreid, maar afhankelijk van de afmetingen en vorm van het vertrek kan door interferentie het werkelijke volume van het lagetonenbereik lager worden.
• Bij de instelling “MIX” worden de lage frequenties alleen via de linker en rechter hoofdluidsprekers weergegeven.
Opmerking:
LFE-signalen worden bij het weergeven van Dolby Digital of DTS via de subwoofer weergegeven.
2-2 SPEAKERS DISTANCE (AFSTAND VAN DE LUIDSPREKERS)
Gebruik deze parameter om de afstand van iedere luidspreker tot de luisterpositie op te geven. De vertragingstijd wordt automatisch berekend aan de hand van deze afstanden. Begin door de ideale of meest gebruikte zitpositie in het vertrek te bepalen. Dit is belangrijk voor de timing van de akoestiek om de juiste geluidsruimte te creëren die de DN-A7100 en moderne geluidssystemen kunnen produceren.
Opmerking:
Voor luidsprekers waarbij u “NONE” heeft ingesteld, zal hier het submenu Speaker Confi guration (luids prekerconfi guratie) niet worden afgebeeld. (Er zijn diverse nuttige boeken en speciale dvd’s en ld’s te koop om u te helpen bij de juiste instelling van uw huisbioscoop. Als u niet zeker bent van de juiste instelprocedure, vraagt u uw DENON-dealer de instellingen te maken. Zij zijn ervaren experts en bekend met zelfs de meest geavanceerde instellingen voor uw persoonlijke situatie. DENON beveelt aan dat u de website www.cedia.org bezoekt voor verdere informatie hieromtrent.)
2-2 SPEAKERS DISTANCE
FRONT L : 10 ft 3.0 m FRONT R : 10 ft 3.0 m CENTER : 10 ft 3.0 m SURR.L : 10 ft 3.0 m SURR.R : 10 ft 3.0 m SUB W : 10 ft 3.0 m SURR.B L : 10 ft 3.0 m SURR.B R : 10 ft 3.0 m MAIN RETURN EXIT
1. Druk op de 3- of 4-cursortoets om de gewenste luidspreker te kiezen.
Druk op de 1- of 2-cursortoets om de afstand
2.
voor iedere luidspreker in te stellen.
Na voltooiing van dit gedeelte van de instellingen
3.
moet u de cursor met de cursortoets naar “NEXT” verplaatsen en vervolgens op de ENTER-toets drukken om naar de volgende pagina te gaan.
FRONT L:
Stel de afstand tussen de linkervoorluidspreker en uw normale luisterpositie in.
CENTER:
Stel de afstand tussen de middenluidspreker en uw normale luisterpositie in.
FRONT R:
Stel de afstand tussen de rechtervoorluidspreker en uw normale luisterpositie in.
SURR. L:
Stel de afstand tussen de linkersurroundluidspreker en uw normale luisterpositie in.
3- of 4
SURR. R:
Stel de afstand tussen de rechtersurroundluidspreker en uw normale luisterpositie in.
SUB W:
Stel de afstand tussen de subwoofer en uw normale luisterpositie in.
SURR. B L:
Stel de afstand tussen de linkersurroundluidspreker achter en uw normale luisterpositie in.
SURR. B R:
Stel de afstand tussen de rechtersurroundluidspreker achter en uw normale luisterpositie in.
Opmerkingen:
• Stel de afstand naar elke luidspreker als volgt in meters (m) of feet (ft) in.
m: 0,3 – 9 m in stappen van 0,3 m ft: 1 – 30 ft in stappen van 1 ft
• Merk op dat de luidsprekers die op het SPEAKER SIZE menu op “NONE” zijn ingesteld, hier niet worden afgebeeld.
• De instellingen Surr.Back L en Surr.Back R worden afgebeeld als u op het SPEAKER SIZE menu hebt ingesteld dat twee achtersurround-luidsprekers zijn aangesloten.
• De instelling Surr.Back wordt afgebeeld als u op het SPEAKER SIZE menu hebt ingesteld dat één achtersurroundluidspreker is aangesloten.
2-3.
INSTELLING LUIDSPREKERNIVEAU MET TESTTOON
Op dit submenu kunt u het uitgangsniveau van iedere luidspreker instellen zodat ze allemaal even hard worden gehoord door de luisteraar.Indien beschikbaar, raden wij u het gebruik van een geluidsdrukmeter aan.
Opmerking:
De luidsprekerniveau-instellingen zijn niet beschikbaar in de standen 7.1-kanannel Input, CS en Multi­kanannel Stereo.
2-3 SPEAKERS LEVEL TEST MODE : MANUAL FRONT L : 0 dB CENTER : 0 dB FRONT R : 0 dB SURR.R : 0 dB SURR.B R : 0 dB SURR.B L : 0 dB SURR.L : 0 dB SUB W : 0 dB MAIN RETURN EXIT
TEST MODE :
Met deze instelling kiest u “MANUAL” of “AUTO” als de instelling voor het genereren van de testtoon met behulp van de 1 en 2-cursortoetsen.
Als u “AUTO” kiest, zal de testtoon in een rondgaand patroon door alle luidsprekers worden voortgebracht: Links Midden Rechts Surround rechts Surround rechtsachter Surround linksachter
Surround links Subwoofer Links …, gedurende 2 seconden per kanaal. Druk op de 1 en 2-cursortoetsen om het volumeniveau van het geluid dat door iedere luidspreker wordt voortgebracht aan te passen zodat dit hetzelfde is voor alle luidsprekers.
Als u “MANUAL” kiest, stelt u het uitgangsniveau van iedere luidspreker als volgt in:
Druk op de 4-cursortoets om de cursor naar
1.
FRONT L te verplaatsen. De DN-A7100 zal de linker voorluidspreker een ping-geluid laten voortbrengen.
Onthoud het volumeniveau van dit ping-geluid
en druk vervolgens op de 4-cursortoets.
(Merk op dat dit kan worden ingesteld op ieder
niveau tussen -10 dB en +10 dB in stappen van 1 dB, behalve de instelling van de subwoofer. De subwoofer kan worden ingesteld op ieder niveau tussen -15 dB en +10 dB in stappen van 1 dB.)
De DN-A7100 zal daarna het ping-geluid laten
voortbrengen door de middenluidspreker.
Druk op de 1- of 2 cursortoetsen om het
2.
volumeniveau van het geluid dat door de middenluidspreker wordt voortgebracht aan te passen zodat dit hetzelfde is als de linker voorluidspreker.
Druk nogmaals op de 4-cursortoets. De
3.
DN-A7100 zal daarna het ping-geluid laten voortbrengen door de rechter voorluidspreker.
Herhaal de bovenstaande stappen 2 en 3
4.
voor de rechter voorluidspreker en andere luidsprekers totdat alle luidsprekers zijn ingesteld op hetzelfde uitgangsniveau.
Na voltooiing van dit gedeelte van de instellingen moet u op de ENTER-toets drukken. De cursor zal naar “MAIN” gaan en druk daarna op de ENTER-toets om naar het SETUP MAIN MENU (hoofdinstellingenmenu) te gaan.
Opmerkingen:
• Merk op dat de luidsprekers die op het SPEAKER SIZE menu op “NONE” zijn ingesteld, hier niet worden afgebeeld.
De instellingen Surr.Back L en Surr.Back R worden afgebeeld als u op het SPEAKER SIZE menu hebt ingesteld dat twee achtersurroundluidsprekers zijn aangesloten.
• De instelling Surr.Back wordt afgebeeld als u op het SPEAKER SIZE menu hebt ingesteld dat één achtersurroundluidspreker is aangesloten.
• Om de luidspreker-uitgangniveaus voor 7.1-kanalen ingangsbronnen in te stellen, dient u het 7.1CH­INPUT-submenu te gebruiken. (Zie bladzijde 23.)
NEDERLANDS
21
Page 22
3 PREFERENCE (VOORKEUREN)
3 PREFERENCE
STANDBY MODE : ECONOMY TV-AUTO : OSD INFO : ENABLE BILINGUAL : MAIN VIDEO CONVERT HDMI : ENABLE DC TRIGGER
MAIN EXIT
1. Kies “PREFERENCE” op het SETUP MAIN MENU met de 3- of 4-cursortoets, en druk op de ENTER-toets.
Druk op de 3- of 4-cursortoets om het gewenste
2.
item te kiezen.
STANDBY MODE: Door de instelling “ECONOMY” van deze functie
kunt u het elektriciteitsverbruik verminderen als het apparaat in de stand-by-stand staat.
Opmerking:
TV-AUTO en RS-232C worden uitgeschakeld bij de instelling “ECONOMY”.
TV AUTO: Kies de TV AUTO ON/OFF-functie en schakel deze
in of uit met de 1- of 2-cursortoets.
NEDERLANDS
OSD INFO:
Kies de on-screen-menu-informatiefunctie en
schakel deze in of uit met de 1- of 2-cursortoets.
Als u “ENABLE” kiest, zal de DN-A7100 de
instelling van een handeling (volume omhoog/ omlaag, ingangsbronkeuze, enz.) op de tv afbeelden. Als u deze informatie niet hoeft te zien, kiest u “DISABLE”.
BILINGUAL:
In de stand Bilingual wordt Dolby Digital- en DTS­uitvoer ingesteld op “MAIN” of “SUB”. Selecteer met cursortoets en selecteer vervolgens met deze cursortoetsen MAIN SUB MAIN+SUB.
1 of 2
BILINGUAL”
VIDEO CONVERT:
Kies de functie VIDEO CONVERT en druk op de
cursortoets 1 of 2 om deze in of uit te schakelen. (Zie bladzijde 15)
3-1 VIDEO CONVERT
TV : ON DVD : ON VCR1 : ON DSS : ON AUX1 : ON
MAIN RETURN EXIT
Nadat u klaar bent met het instellen van dit item, verplaatst u de cursor naar “MAIN” met de 3- of 4- cursortoets, en drukt u op de ENTER-toets.
HDMI AUDIO:
Met deze instelling bepaalt u of audio die binnenkomt via de HDMI-aansluitingen wordt afgespeeld via de DN-A7100 of via de ontvanger wordt afgespeeld op een TV of projector.
ENABLE: De audio die binnenkomt via de
HDMI-aansluitingen kan door deze ontvanger worden afgespeeld. In dat geval worden de audiosignalen niet uitgevoerd naar de TV of de projector.
THROUGH: De audio-invoer naar de HDMI-
aansluitingen wordt niet uitgevoerd door de uitgangsaansluitingen van de DN-A7100. De audiosignalen worden rechtstreeks uitgevoerd naar de televisie of projector. Deze instelling wordt gebruikt om te luisteren naar de audio via een multikanaals televisie, enz.
DC TRIGGER
Kies “DC TRIG SETUP” op het SETUP MAIN MENU met de 3- of 4-cursortoets, en druk op de ENTER-toets.
3-2 DC TIRGGER SETUP DC TRIG DISABLE
TV : CD : DVD : TAPE : VCR1 : CD-R : DSS : AUX2 : AUX1 : TUNER:
7.1CH:
MAIN RETURN EXIT
U kunt MAIN ROOM, REMOTE of DISABLE kiezen met de 1- of 2-cursortoets.
Opmerking:
• REMOTE is beschikbaar voor bediening op afstand. De RC-1065 kan deze functie niet uitvoeren.
• Druk op de 3- of 4-cursortoets om de gewenste ingangsbron te kiezen.
• Druk op de 1- of 2-cursortoets om ON of OFF te kiezen.
• Nadat u klaar bent met het instellen van dit menu, verplaatst u de cursor naar “MAIN” met de 3- of 4-cursortoets, en drukt u op de ENTER-toets.
4 SURROUND
4 SURROUND
SURR.MODE :AUTO HT-EQ :OFF LFE LEVEL :
MAIN EXIT
1. Kies “SURROUND” op het SETUP MAIN MENU met de 3- of 4-cursortoets, en druk op de ENTER-toets.
Druk op de 3- of 4-cursortoets om het gewenste
2.
item te kiezen.
SURR.MODE : Kies de gewenste surroundfunctie met de 1- of 2-
cursortoetsen.
HT-EQ :
Schakel Cinema HT-EQ in of uit met de 1- of 2-
cursortoetsen.
De klankbalans van de soundtrack van een fi lm
zal buitengewoon helder en scherp zijn wanneer deze wordt weergegeven op audioapparatuur bij u thuis. Dit komt doordat de soundtracks van fi lms gemaakt werden om weergegeven te worden in een grote bioscoopzaal. Door de Cinema HT-EQ­functie in te schakelen tijdens het kijken naar een fi lm die voor een grote bioscoop werd gemaakt, wordt het geluid gecorrigeerd en de klankbalans hersteld. Cinema HT-EQ is daarom niet nodig voor materiaal dat niet werd gemaakt voor bioscopen (bijvoorbeeld sportprogramma’s, tv-shows, tv­fi lms, enz.).
De HOOFDTELEFOON-EQ-functie is altijd
beschikbaar, behalve in de volgende functies:
• 7.1-kan INPUT
• PURE-DIRECT
• Wanneer VIRTUAL is ingesteld als surroundfunctie
LFE LEVEL : Kies het uitgangsniveau van het LFE-signaal dat
onderdeel is van het Dolby Digital-signaal of het DTS-signaal.
Kies 0 dB, -10 dB of OFF met de 1- of 2-cursortoets.
Nadat u klaar bent met het instellen van dit item, verplaatst u de cursor naar “MAIN” met de 3- of 4- cursortoets, en drukt u op de ENTER-toets.
22
Page 23
5 PL II (PRO LOGIC II) MUSIC PARAMETER (PARAMETERS VOOR PRO LOGIC II MUSIC)
De Pro Logic II -Music functie creëert een rijke en omvattende surroundomgeving uit stereobronnen zoals cd’s. In deze functie heeft de DN-A7100 de volgende drie instellingen om het geluidsveld te fi jnregelen.
5 PL II MUSIC PARAMETER
PARAMETER : DEFAULT
PANORAMAA : OFF DIMENSION : 3 CENTER WIDTH : 3
MAIN EXIT
Kies “PL II MUSIC” op het SETUP MAIN MENU met de 3- of 4-cursortoets, en druk op de ENTER-toets.
PARAMETER: Kies “DEFAULT” of “CUSTOM” met de 1- of 2-
cursortoets.
Als u “CUSTOM” kiest, kunt u de volgende drie
parameters als volgt instellen. PANORAMA: Kies Panorama On of Off met de 1- of 2-
cursortoetsen. Als de Panorama-functie is ingeschakeld wordt
het geluid rond de luisteraar gewikkeld en krijgt u
een opwindend perspectief. DIMENSION: Stel het Dimension (dimensie)-niveau in tussen
niveau +3 en –3 in stappen van 1 niveau met de
1- of 2- cursortoets.
Stel het geluidsveld naar voren of naar achteren bij. Dit kan nuttig zijn om bij bepaalde opnamen
een subtielere balans te verkrijgen uit alle
luidsprekers. CENTER WIDTH: Stel het Center width (middenbreedte)-niveau in
tussen niveau 0 en 7 in stappen van 1 niveau met
de 1- of 2- cursortoets. Middenbreedte stelt u in staat het middenkanaalgeluid
geleidelijk te spreiden naar de linker en rechter
voorluidsprekers. In de breedste instelling wordt al het geluid van het
middenkanaal verspreid over de linker en rechter
voorkanalen. Met deze instelling kunt u een ruimtelijker geluid
of een betere samensmelting van het geluidsbeeld
krijgen. Als op het SPEAKERS SIZE-menu de
middenluidspreker op “NONE” is ingesteld, is deze
instelling niet beschikbaar. Nadat u klaar bent met het instellen van dit menu,
verplaatst u de cursor naar “MAIN” met de 3- of 4- cursortoets, en drukt u op de ENTER-toets.
6 CS II (CIRCLE SURROUND II) PARAMETER
6 CS II PARAMETER
TRUBASS : 0 SRS DIALOG : 0
MAIN EXIT
1. Kies “CS II” in het SETUP MAIN MENU met de 3- of 4-cursortoets en druk op de ENTER­toets.
Kies het gewenste onderstaande item met de
2.
3- of 4-cursortoets.
TRUBASS:
Stel het niveau van de TRUBASS in tussen niveau
0 en niveau 6 in intervallen van 1 niveau met de 1- of 2- cursortoets.
De TRUBASS die door de luidsprekers wordt
voortgebracht ligt een octaaf lager dan de werkelijke fysieke mogelijkheden van de luidsprekers, waardoor opwindende, donkere lagetoneneffecten aan het geluid worden toegevoegd.
SRS DIALOG:
Stel het niveau van de SRS DIALOG in tussen
niveau 0 en niveau 6 in intervallen van 1 niveau met de 1- of 2- cursortoets.
De dialoog kan uitsteken boven de
surroundgeluidseffecten waardoor de luisteraar duidelijk kan horen wat de acteurs zeggen.
Als op het SPEAKERS SIZE-menu de
middenluidspreker op “NONE” is ingesteld, is deze instelling niet beschikbaar.
Nadat u klaar bent met het instellen van dit menu, verplaatst u de cursor naar “MAIN” met de 3- of 4- cursortoets, en drukt u op de ENTER-toets.
7 7.1-KAN INPUT LEVEL (7.1-KANALEN INGANGSNIVEAU)
Op dit submenu kunt u de uitgangsniveaus van de luidsprekers voor 7.1-kanalen ingangsbronnen instellen. Op dit submenu kunt u het uitgangsniveau van ieder kanaal instellen zodat ze allemaal even hard worden gehoord door de luisteraar.
7 7.1 CH. INPUT LEVEL VIDEO-IN : LAST FRONT L : 0 dB CENTER : 0 dB FRONT R : 0 dB SURR.R : 0 dB SURR.B R : 0 dB SURR.B L : 0 dB SURR.L : 0 dB SUB W : 0 dB MAIN EXIT
1. Kies “7.1CH INPUT” op het SETUP MAIN MENU met de 3- of 4-cursortoets, en druk op de ENTER-toets.
Druk op de cursortoets 3- of 4-cursortoets om
2.
VIDEO IN” te kiezen.
Kies in de functie 7.1-kan INPUT, met behulp
3.
van de cursortoets 1- of 2-cursortoets, de bron van het ingaande videosignaal zoals bestemd voor Monitor Out.
Door op de cursortoets 1- of 2-cursortoets
te drukken is de videobron als volgt te veranderen:
LAST ↔ TV ↔ DVD ↔ VCR1 ↔ DSS ↔
AUX1 V-OFF LAST
Opmerkingen:
• Bij de instelling LAST wordt de laatste bron gekozen die geselecteerd was voordat de 7.1-kan INPUT-functie ingeschakeld werd.
• Bij de instelling V-OFF wordt geen enkel signaal uit de Monitor Out-aansluiting uitgevoerd.
Druk op de 3- of 4-cursortoets om het gewenste
4.
kanaal te kiezen.
Stel het uitgangsniveau van ieder kanaal in met
5.
de 1- of 2-cursortoetsen.
Nadat u klaar bent met het instellen van dit
6.
menu, verplaatst u de cursor naar “MAIN” met de 3- of 4-cursortoets, en drukt u op de ENTER-toets.
Opmerkingen:
• Deze instellingen worden onthouden en toegepast op 7.1CH INPUT-bronnen.
• Deze functie kan rechtstreeks worden gekozen met de-CH-SEL-toets op de afstandsbediening.
NEDERLANDS
23
Page 24
EENVOUDIG INSTELLEN
U kunt de luidsprekereigenschappen snel instellen met behulp van het EENVOUDIG INSTELLEN­menu. Op dit menu kunt u het aantal luidsprekers en de luidspreker-vertragingstijd instellen. Deze instellingen kunnen in groter detail worden ingesteld op instelmenu “2. SPEAKER”. Druk op de SETUP-toets op het apparaat om dit menu in te stellen.
3. 5.1. 2. 4.
1. Druk op de SETUP-toets op het apparaat om het menu “SPEAKERS” op te roepen.
2. Druk op de cursortoets
luidsprekernummer te kiezen.
3. Druk op de cursortoets 4 om het menu
“ROOM” te kiezen.
NEDERLANDS
4. Druk op de cursortoets
vertrekgrootte te kiezen.
5. Nadat u klaar bent met het instellen, drukt
u op de cursortoets 4 om het EENVOUDIG INSTELLEN-menu te verlaten.
Opmerking:
Alle instellingen op het Eenvoudig Instellen-menu worden teruggesteld wanneer de luidsprekerinstelling wordt veranderd op het Luidsprekerinstellingen­menu.
SIMPLE SETUP
1 of 2
1 of 2
om het
om de
Relatie tussen het luidsprekernummer en de aangesloten luidspreker
(S)
Linker- en
rechterachter-
surround
(SB)
Subwoofer
(SW)
Middenvoor
(C)
Linker- en
rechtersurround
KANAAL
7.1-kan GROOT KLEIN KLEIN 2-kan JA
7.0-kan GROOT KLEIN KLEIN 2-kan GEEN
6.1-kan GROOT KLEIN KLEIN 1-kan JA
6.0-kan GROOT KLEIN KLEIN 1-kan GEEN
5.1-kan GROOT KLEIN KLEIN GEEN JA
5.0-kan GROOT KLEIN KLEIN GEEN GEEN
4.1-kan GROOT GEEN KLEIN GEEN JA
4.0-kan GROOT GEEN KLEIN GEEN GEEN
3.1-kan GROOT KLEIN GEEN GEEN JA
3.0-kan LARGE KLEIN GEEN GEEN GEEN
2.1-kan LARGE GEEN GEEN GEEN JA
2.0-kan LARGE GEEN GEEN GEEN GEEN
(F)
Linker- en
rechtervoor
Relatie tussen de vertrekgrootte en het vloeroppervlak
Vloer-
Breedte
Diepte
GROOTTE
oppervlak
KLEIN 10 m22,7 m 3,6 m
GEMIDDELD
GROOT 24 m
(W)
16 m23,6 m 4,5 m
2
4,5 m 5,4 m
Projectieafstand
(D)
Voor (F) 6 ft. (1,8 m)
Midden (C) 5 ft. (1,5 m)
Surround (S) 4 ft. (1,2 m)
Achtersurr. (SB) 5 ft. (1,5 m)
Subwoofer (SW) 5 ft. (1,5 m)
Voor (F) 7 ft. (2,1 m)
Midden (C) 6 ft. (1,8 m)
Surround (S) 5 ft. (1,5 m)
Achtersurr. (SB) 7 ft. (2,1 m)
Subwoofer (SW) 6 ft. (1,8 m)
Voor (F) 9 ft. (2,7 m)
Midden (C) 8 ft. (2,4 m)
Surround (S) 7 ft. (2.,1 m)
Achtersurr. (SB) 8 ft. (2,4 m)
Subwosofer (SW)
8 ft. (2,4 m)
De relatie tussen de vertrekgrootte en het vloeroppervlak is een grove standaardnorm.
24
1.SPEAKERS : ?
2.ROOM : ?
EXIT
Page 25
BASISBEDIENING
(WEERGEVEN)
EEN INGANGSBRON KIEZEN
Voordat u kunt luisteren naar enig ingevoerde media, moet u eerst de ingangsbron op de DN-A7100 kiezen.
BIJV.: DVD
Om DVD te kiezen, draait u de INPUT SOURCE­knop op het voorpaneel of drukt u gewoon op de DVD-toets op de afstandsbediening. Nadat u DVD hebt gekozen, hoeft u alleen maar de dvd-speler in te schakelen en met het weergeven te beginnen.
• Wanneer de ingangsbron is verandert, wordt de nieuwe naam tijdelijk afgebeeld als on-screen­menu-informatie op het weergavebeeld. De naam van de ingangsbron wordt tevens op het display van het voorpaneel afgebeeld.
• Wanneer van ingangsbron wordt verandert, zal de DN-A7100 automatisch omschakelen naar de digitale ingangsbron, surroundfunctie, demping­instelling, en nachtfunctie-instelling die werden ingesteld tijdens het confi gureren van die bron.
Wanneer een audiobron wordt gekozen, blijft
• de laatst gebruikte video-ingangsbron omgeleid naar de VCR1 uitgangsaansluitingen en Monitor uitgangsaansluitingen. Hierdoor is het mogelijk gelijktijdig te kijken en luisteren naar twee verschillende bronnen.
• Wanneer een videobron is gekozen, wordt het videosignaal van die uitgangsaansluiting omgeleid naar de Monitor uitgangsaansluitingen en kunnen worden bekeken op een tv aangesloten op de DN-A7100.
Als een componentenvideo-ingangsbron is
aangesloten op de DVD- of DSS-componentenvideo- ingangsaansluitingen, wordt deze geleid naar de componentenvideo-uitgangsaansluitingen. Controleer dat uw tv is ingesteld op de juiste ingangsbron om het signaalbeeld te kunnen bekijken.
VIDEOCONVERSIE
Na inschakeling van deze functie kan het videosignaal of S-videosignaal uitgevoerd worden via de video-, S­video- of componentenvideo-uitgangsaansluitingen. Selecteer VIDEO CONVERT in het PREFERENCE menu en kies daarna ON om deze functie in te schakelen.
Opmerkingen:
Het componentenvideosignaal wordt alleen via de
• componentenvideo-uitgangsaansluiting uitgevoerd
Bij aansluiting van de videoapparatuur op de
componentenvideo-aansluiting moeten ook het beeldscherm en de DN-A7100 hierop worden aangesloten.
• Deze functie is niet beschikbaar voor de REC­uitgangsaansluiting.
• Deze functie is niet compatibel met stilstaand­beeldweergave, snelle voorwaartse weergave en achterwaartse weergave van de videocomponent.
Als, tijdens het gebruik van de video-
• de DN-A7100 niet kan synchroniseren met het weergaveapparaat, “NO SIGNAL” op de monitor wordt afgebeeld of ruis wordt gegenereerd, kan deze functie niet worden gebruikt. Als deze symptomen worden veroorzaakt door incompatibiliteit tussen de apparatuur; uw DN-A7100 is niet defect.
Stel in dat geval VIDEO CONVERT in het
PREFERENCE menu in op OFF. Sluit tevens het video-ingangssignaal aan op het weergaveapparaat via de MONITOR OUT-aansluiting van VIDEO en het S-video-ingangssignaal op het weergaveapparaat via de MONITOR OUT-aansluiting van S-VIDEO.
omzettingsfunctie,
VOORBEELD:
Het beeldscherm is aangesloten via de componentenvideo­aansluiting.
Het beeldscherm is aangesloten via de video- of S-
.
video-aansluiting.
De monitor is aangesloten op Video of Component.
Het signaal kan niet geconverteerd worden van component naar video of S-video.
Opmerkingen over het OSD-menu:
VIDEO
VIDEO
S-VIDEO VIDEO
component
• Het instelmenu kan worden afgebeeld via alle vide ouitgangsaansluitingen (COMPONENT, S-VIDEO, VIDEO).
• Instellingsgegevens (zoals volume-instellingen) worden via alle video-uitgangen weergegeven als VIDEO CONVERT is ingesteld op ON.
Opmerking:
Er wordt geen instellingsinformatie afgebeeld als het signaal wordt uitgevoerd door de COMPONENT IN naar de COMPONENT OUT.
Informatie over de instellingen (bijv. de instelling
• van het volumeniveau) wordt weergegeven via de S-VIDEO of VIDEO uitgangsaansluitingen als OFF is ingesteld bij de functie VIDEO CONVERT. Bij gelijktijdig gebruik van de S-VIDEO en VIDEO uitgangsaansluitingen wordt de informatie over instellingen alleen weergegeven via de S-VIDEO uitgangsaansluiting
component
or S-VIDEO
component
VIDEO
or S-VIDEO
HDMI
HDMI
VIDEO
S-VIDEO
component
Opmerkingen over het OSD-menu:
HDMI: Het OSD-menu wordt niet weergegeven. VIDEO/S-VIDEO/Component: VIDEO CONVERT van HDMI is niet mogelijk, dus het OSD-menu wordt niet weergegeven.
VIDEO
S-VIDEO
component
HDMI
NEDERLANDS
25
Page 26
DE SURROUNDFUNCTIE KIEZEN
BIJV.: AUTO SURROUND
DE KLANKREGELING (HOGE- EN LAGETONEN) INSTELLEN
DE SLAAPTIMER GEBRUIKEN
NACHTFUNCTIE
TOm tijdens weergave de surroundfunctie te kiezen, drukt u op de SURROUND-knop op het voorpaneel of op de SURROUND-knop op de afstandsbediening.
HET HOOFDVOLUMENIVEAU INSTELLEN
Stel het volume in op een comfortabel niveau met
NEDERLANDS
behulp van de VOLUME-regelaar op het voorpaneel of de VOL +/– toetsen op de afstandsbediening. Draai de VOLUME-regelaar rechtsom of druk op de
VOL +
toets op de afstandsbediening om het volume te verhogen, en draai de VOLUME-regelaar linksom of druk op de om het volume te verlagen.
Opmerkingen:
• Het volumeniveau kan worden ingesteld binnen het bereik – t/m 18 dB in stappen van 1 dB.
• Wanneer echter het uitgangsniveau van de kanalen is ingesteld zoals beschreven op bladzijde 21 en het uitgangsniveau van één van de kanalen is ingesteld op +1 dB of hoger, kan het volumeniveau niet worden ingesteld tot 18 dB.
(In dat geval is het maximaal instelbare
volumeniveau 18 dB min de maximale waarde van het uitgangsniveau van het kanaal.)
VOL –
toets op de afstandsbediening
Tijdens het luisteren kunt u de hoge- en lagetonenregeling instellen aan de hand van uw luistervoorkeuren of de akoestiek van het vertrek.
(op de afstandsbediening)
Om het lagetoneneffect in te stellen, drukt u op BASS + of BASS – op de afstandsbediening. Raak TREBLE + of TREBLE – aan op de afstandsbediening om het hogetoneneffect in te stellen.
Opmerking:
De klankregelingsfunctie werkt in de AUTO Surround, Stereo, Dolby PLIIx, DTS, DTS-ES en Multi-kan. Stereo functies.
HET GELUID TIJDELIJK UITSCHAKELEN
Als u alle luidsprekeruitvoer tijdelijk wilt uitschakelen, bijvoorbeeld wanneer de telefoon gaat, drukt u op de MUTE-toets op het voorpaneel of op de MUTE toets op de afstandsbediening. Hierdoor wordt de uitvoer naar alle luidsprekeraansluitingen en de hoofdtelefoonaansluiting onderbroken, maar wordt het opnemen of dubben dat eventueel in uitvoering is, niet beïnvloed. Terwijl de geluidsuitvoer van het systeem onderbroken is, wordt “MUTE” op het display afgebeeld. Druk nogmaals op de MUTE-toets om terug te keren naar de normale bediening.
Als u de DN-A7100 wilt programmeren voor automatisch uitschakelen naar de stand-bystand, drukt u op de SLEEP-toets aan op de afstandsbediening. Met iedere druk op de toets neemt de tijd tot het automatisch uitschakelen toe in de onderstaande volgorde.
OFF 10 20 30 40
90 80 70 60 50
De slaaptijd zal gedurende enkele seconden op het display van het voorpaneel worden afgebeeld, en zal aftellen totdat de slaaptijd is verstreken. Nadat de ingestelde slaaptijd is verstreken, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld. Merk op dat de “SLEEP”-indicator op het display aan gaat wanneer de slaapfunctie in werking is. Om de slaapfunctie te annuleren, drukt u op de SLEEP-toets totdat het display “SLEEP OFF” afbeeldt en de “SLEEP”-indicator uit gaat.
Drukt u op de NIGHT-toets aan om de nachtfunctie in te schakelen. Night Mode On instellen is alleen effectief in Dolby Digital, en het vernauwt het dynamische bereik. Hierdoor worden luide passages, zoals plotselinge explosies, zachter om te voorkomen dat anderen ’s avonds laat last hebben van uw muziek. Om de nachtfunctie uit te schakelen, drukt u op de NIGHT-toets - aan.
26
Page 27
SURROUNDFUNCTIE
De DN-A7100 is uitgerust met vele surroundfuncties. Deze zijn ingebouwd om een grote verscheidenheid aan surround-geluidsvelden te reproduceren, afhankelijk van de inhoud van de weer te geven bron. De beschikbare surroundfuncties kunnen zijn beperkt afhankelijk van het ingangssignaal en de luidsprekerconfi guratie.
AUTO
Wanneer deze functie is gekozen, bepaalt de receiver wat voor soort digitaal ingangssignaal het is: Dolby Digital, Dolby Digital Surround EX, DTS, DTS-ES, DTS 96/24 of PCM-audio. Surround EX en DTS-ES kunnen worden gebruikt voor een multikanalen bron waarbij een Dolby Digital Surround EX of DTS-ES automatisch herkenningssignaal met het digitale signaal mee wordt gestuurd. Wanneer een Dolby Digital of DTS signaal wordt ingevoerd, zal het aantal kanalen worden weergegeven waarvoor het betreffende signaal is gecodeerd. Als u een Dolby Digital tweekanalen signaal invoert met Dolby surround ingesteld, wordt dat signaal automatisch onderworpen aan Pro Logic II x fi lmbewerking alvorens te worden weergegeven. PCM 96 kHz bronmateriaal kunnen worden weergegeven in deze functie.
Opmerkingen:
• Als u deze functie gebruikt met bepaalde dvd­spelers en cd-spelers, kan door het uitvoeren van bedieningen zoals “overslaan” of “stoppen” de uitvoer tijdelijk worden onderbroken.
• Wanneer een signaal wordt ingevoerd dat niet is gecodeerd terwijl een surroundfunctie is gekozen, wordt automatisch de functie omgeschakeld naar AUTO. Zie bladzijde 29 voor de beschikbare decodeerfuncties.
2 FUNCTIE
(Dolby Digital, Pro Logic IIx MOVIE, Pro Logic II x MUSIC, Pro Logic IIx GAME, Pro Logic)
Deze functie wordt gebruikt voor bronmaterialen die gecodeerd zijn met Dolby Digital en Dolby Surround.
DOLBY DIGITAL
Deze functie is ingeschakeld wanneer u bronmaterialen weergeeft die zijn gecodeerd in Dolby Digital. Als u multikanalen-gecodeerde 6.1 of 7.1-kanalen Dolby Digital bronnen weergeeft, levert Dolby Digital vijf hoofdkanalen (linker, midden, rechter, linker surround en rechter surround) en een lagetonen­effectkanaal. Dolby Digital EX-decodering is niet beschikbaar in deze functie. Dolby Pro Logic II x geeft dezelfde spanning van surroundgeluid aan iedere stereoproductie, en laat bestaande Dolby Surround-producties meer klinken als discrete 6.1 of 7.1-kanalen surroundgeluid. Dolby Pro Logic II x kent de onderstaande drie functies:
Pro Logic
Deze functie levert 6.1 of 7.1-kanalen surroundgeluid uit Dolby Surround-gecodeerde stereo fi lmsoundtracks.
Pro Logic IIx MUSIC
Deze functie produceert 6.1 of 7.1-kanalen surroundgeluid van conventionele stereobronnen, analoog of digitaal, zoals cd, tape, FM, tv, stereovideorecorder, enz. Pro Logic IIx GAME De Gamefunctie herstelt de impact van het surroundeffect van de lage tonen door deze naar de subwoofer van het systeem te sturen.
Pro Logic
Deze functie emuleert de oorspronkelijke Dolby Pro Logic-decodering (3/1 surround) geschikt voor Dolby Surround-gecodeerde soundtracks van stereofi lms.
Opmerkingen:
II
x MOVIE
• Pro Logic IIx decodeert alleen als Pro Logic IIx als in het luidsprekerinstelmenu (SPEAKER SETUP) bij SURROUND BACK SPEAKER de instelling NONE is gekozen. (Zie SPEAKER SETUP op bladzijde 20.)
• De Pro Logic IIx-functie is beschikbaar voor een 2­kanalen ingangssignaal dat is gecodeerd volgens het Dolby Digital- of PCM-formaat.
• PCM-audiosignalen kunnen worden onderworpen aan Pro Logic-bewerkingen wanneer de bemonsteringsfrequentie 32 kHz, 44,1 kHz of 48 kHz is.
EX/ES
Deze functie levert 6.1-kanalen surround voor DOLBY DIGITAL EX- of DTS-ES-gecodeerd bronmateriaal, zoals een dvd. Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer een analoge ingangsbron is gekozen.
Dolby Digital EX
In een bioscoop zijn soundtracks van films die zijn gecodeerd met Dolby Digital Surround EX technologie in staat een extra kanaal weer te geven dat is toegevoegd tijdens het mengen van het programma. Dit kanaal, genaamd het achtersurroundkanaal, plaatst het geluid achter de luisteraar als aanvulling op de huidig beschikbare kanalen linksvoor, middenvoor, rechtsvoor, surround rechts, surround links en subwoofer. Dit extra kanaal biedt de mogelijkheid van een nauwkeurigere beeldvorming achter de luisteraar en brengt meer diepte, ruimtelijk gevoel en geluidsplaatsing dan ooit tevoren. Dolby Digital EX is niet beschikbaar op een systeem
zonder achtersurroundluidspreker(s).
DTS-ES (DISCRETE 6.1, MATRIX 6.1)
Met DTS-ES wordt de DTS 5.1-kanaalsindeling uitgebreid met de audio van het achterste surroundkanaal. Hiermee is sprake van een betere akoestische positionering en is de akoestische verplaatsing van het geluidsbeeld natuurlijker dankzij de 6.1-kanaals reproductie. Deze receiver bevat een DTS-ES-decoder die DTS-ES Discrete-gecodeerde en DTS-ES Matrix­gecodeerde programmabronnen van dvd’s, enz., kan verwerken. DTS-ES Discrete 6.1 levert digitale discrete opnamen van alle kanalen, inclusief de achtersurroundkanalen, en een hogere kwaliteit audioweergave. DTS-ES is niet beschikbaar op een systeem zonder
achtersurroundluidspreker(s).
DTS-FUNCTIE
(dts, Neo:6 Cinema, Neo:6 Music)
Deze functie is bedoeld voor DTS-gecodeerde bronmaterialen, zoals laserdiscs, cd’s, dvd’s, en
enkele 2-kanalen signaalbronnen.
dts: Deze functie is ingeschakeld wanneer u bronmaterialen weergeeft die zijn gecodeerd in dts­multikanalen. Als u multikanalen-gecodeerde 5.1-kanalen dts-bronnen weergeeft, levert Dolby Digital vijf hoofdkanalen (linker, midden, rechter, linker surround en rechter surround) en een Low Frequency Effect-kanaal (lagetonen­effectkanaal). dts-ES-decodering is niet beschikbaar in deze functie. De DTS-functie kan niet worden gebruikt wanneer een analoge ingangsbron is gekozen.
Neo:6 Cinema, Neo:6 Music
Deze functie decodeert 2-kanalen signalen naar 6-kanalen signalen met behulp van uiterst nauwkeurige, digitale matrixtechnologie. De DTS NEO:6-decoder heeft bijna­discrete eigenschappen voor wat betreft de frequentiekarakteristiek van de kanalen en de kanaalscheiding. Afhankelijk van de signalen die worden weergegeven, maakt DTS NEO:6 gebruik van de NEO:6 CINEMA­functie die is geoptimaliseerd voor het weergeven van fi lms, of van de NEO:6 MUSIC-functie die is
geoptimaliseerd voor het weergeven van muziek.
Opmerkingen:
• Neo:6-functie is beschikbaar voor 2-kanaals ingangssignalen die zijn gecodeerd in het Dolby Digital-formaat of het PCM Analoog-formaat.
• PCM-audiosignalen kunnen worden onderworpen aan Pro Logic-bewerkingen wanneer de bemonsteringsfrequentie 32 kHz, 44,1 kHz of 48 kHz is.
MULTI-KAN. ST
Deze functie wordt gebruikt om een breder, dieper en natuurlijker geluidsveld te creëren uit 2-kanalen bronmateriaal. Dit wordt gedaan door het signaal van het linkerkanaal door te voeren naar zowel de linker voorluidspreker als de linker surroundluidspreker, en het signaal van het rechterkanaal door te voeren naar zowel de rechter voorluidspreker als de rechter surroundluidspreker. Bovendien geeft het middenkanaal een mix weer van
het rechter en linker kanaal.
CIRCLE SURROUND II
(CSII-CINEMA, CSII-MUSIC, CSII-MONO)
Circle Surround is ontworpen om multikanalen surroundgeluidsweergave van niet-gecodeerd en multikanalen-gecodeerd materiaal mogelijk te maken. Achterwaartse compatibiliteit biedt de luisteraars 6.1-kanalen surroundgeluid van de hele verzameling muziek en fi lm, inclusief videobanden en stereomuziekopnamen. Met betrekking tot het bronmateriaal kunt u de CSII-
Cinema-functie, de CS Mono-functie kiezen.
CS II Cinema
Met deze instelling kunt u met Circle Surround gecodeerd en niet-gecodeerd film- en TV-geluid afspelen. In de instelling CSII Cinema kunt u 6.1­kanaals surroundgeluid afspelen van tweekanaals bronnen als videocassettes, TV-uitzendingen, streamingmedia en DVD’s.
CS II Music
Met deze instelling kunt u met Circle Surround gecodeerde en niet-gecodeerde muziek afspelen. CSII Music decodeert muziek-DVD’s, muzikale radio­en TV-uitzendingen en CD’s en zet het geluid om in een ruimtelijk 6.1-kanaals geluid.
II
-Music-functie of de CSII-
uitzendingen,
NEDERLANDS
27
Page 28
CS II Mono
Met deze instelling kunt u mono-opnamen van een willekeurige bron, inclusief CD’s, DVD’s en TV- en radio-uitzendingen, met een uitstekend 6.1-kanaals
surroundgeluid afspelen.
Opmerkingen:
• De CS II-functie is beschikbaar voor een 2-kanalen ingangssignaal dat is gecodeerd volgens het Dolby Digital- of PCM-formaat.
• PCM-audiosignalen kunnen worden onderworpen aan Pro Logic-bewerkingen wanneer de bemonsteringsfrequentie 32 kHz, 44,1 kHz of 48 kHz is.
VIRTUAL
Deze functie creëert een virtuele surroundgeluidservaring uit een 2-luidspreker weergavesysteem (links en rechts voor) dat iedere multikanalen audiobron weergeeft (zoals op dvd’s en digitale uitzendingen), inclusief Dolby Digital, Dolby Pro Logic of DTS.
STEREO
Deze functie omzeilt alle surroundbewerkingen. Bij stereoprogrammabronnen worden de linker en rechter kanalen normaal weergegeven wanneer PCM-audio of analoge stereo wordt ingevoerd. Bij Dolby Digital- en DTS-bronnen worden de
5.1-multikanalen omgevormd in 2-kanalen stereo. 96 kHz materiaal kan worden weergegeven in de
NEDERLANDS
stereofunctie.
SOURCE DIRECT
In de stand Source Direct worden de toonregelingscircuits en het beheer van lage tonen genegeerd en krijgt u de meest pure audioweergave over het volledige frequentiebereik.
Opmerkingen:
De luidsprekergrootte is automatisch ingesteld op Front L/R = LARGE, Center = LARGE, Surround L/R = LARGE en Subwoofer = YES. Toonregeling, equalizer en andere verwerkingsopties zijn gedeactiveerd.
• Bij bepaalde DVD- en CD-spelers kan het zijn dat in deze stand de uitvoer door bewerkingen als een nummer overslaan of stoppen, even wordt onderbroken.
PURE DIRECT
Met de stand Pure Direct reduceert u ruisbronnen nog meer dan wanneer u alleen Source Direct gebruikt. De uitvoer van de video-aansluitingen (VIDEO, S-VIDEO, COMPONENT VIDEO en HDMI) wordt geblokkeerd en de FL-display wordt uitgeschakeld.
VOORZICHTIG
OPMERKING betreffende DTS-signalen
* De aangesloten DVD-, LD- of CD-speler moet
digitale DTS-uitvoer ondersteunen. Zelfs als u de CD- of LD-speler digitaal hebt aangesloten op de DN-A7100, kunt u mogelijk sommige DTS­bronsignalen van bepaalde CD- en LD-spelers niet afspelen. Dit komt omdat het digitale signaal is verwerkt (bijvoorbeeld het uitgangsniveau, de samplingfrequentie of de frequentierespons) en de DN-A7100 het signaal niet als DTS herkent.
* Bij sommige spelers hoort u bij DTS-weergave
een kort geluid. Dit is geen storing.
* Als signalen van een DTS-laserdisc of -CD in een
andere surroundstand worden afgespeeld, kunt u niet via INPUT SETUP in het MAIN MENU of de knop A/D naar digitale invoer overschakelen of van digitale invoer naar analoge invoer.
* De VCR OUT-, TAPE OUT- en CD-R/MD OUT-
uitgangen bieden alleen analoge audiosignalen. Maak hiermee geen opnames vanaf CD’s of LD’s die DTS ondersteunen. Als u dat wel doet, wordt het DTS-signaal opgenomen als ruis.
OPMERKING betreffende het Dolby Digital Surround EX-signaal
* Wanneer u Dolby Digital Surround EX-gecodeerde
software weergeeft met 6.1 kanalen, is het noodzakelijk de EX/ES-functie in te stellen.
* Merk op dat bepaalde Dolby Digital Surround EX-
gecodeerde software niet het identifi catiesignaal bevat. In dat geval stelt u de EX/ES-functie handmatig in.
OPMERKING betreffende 96 kHz PCM-audiosinalen
* De AUTO-, PURE DIRECT- en STEREO-functies
kunnen worden gebruikt voor het weergeven van PCM-signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz (zoals een dvd-videodisc waarop 24­bit, 96 kHz audio staat). Als dergelijke signalen tijdens het weergeven worden ingevoerd in een van de andere surroundfuncties, wordt de uitvoer van de DN-A7100 onderbroken.
* Bepaalde DVD-spelers ondersteunen digitale
uitvoer niet.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de speler
voor meer informatie.
* Sommige DVD’s zijn beveiligd tegen kopiëren. Bij
deze discs voert de DVD-speler geen 96-kHz PCM­signalen uit. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de speler voor meer informatie.
OPMERKING betreffende HDCD-signalen
HDCD is alleen effectief via digitale ingangssignalen.
* * Zelfs als u de CD-speler digitaal hebt aangesloten
op de DN-A7100, kunt u mogelijk sommige HDCD-bronsignalen van bepaalde CD-spelers niet afspelen. Dit komt omdat het digitale signaal is verwerkt (bijvoorbeeld het uitgangsniveau, de samplingfrequentie of de frequentierespons) en de DN-A7100 het signaal niet als HDCD herkent.
28
Page 29
De verhouding tussen de gekozen omgevingsmodus en het invoersignaal
De omgevingsmodus wordt gekozen met de surroundfunctie-keuzeknop van de DN-A7100 of de afstandsbediening. Het geluid dat via de luidsprekers wordt weergegeven, is echter afhankelijk van de verhouding tussen de gekozen omgevingsmodus en het invoersignaal. Die samenwerking werkt als volgt:
Surroundfunctie
AUTO
SOURCE DIRECT PURE DIRECT
EX/ES
DOLBY (PL IIx movie) (PL IIx music) (PL IIx game) (Pro Logic)
DTS (Neo:6 Cinema) (Neo:6 Music)
CS II Cinema CS II Music CS II Mono
STEREO
Ingangssignaal Decodering
Dolby Surr. EX Dolby Digital EX OOOOO Dolby D (5.1ch) Dolby Digital 5.1 OOO - O Dolby D(2ch) Dolby Digital 2.0 O ---­Dolby D (2ch Surr) Pro Logic II x movie OOOO ­DTS-ES DTS-ES OOOOOdts, ES L, C, R, SL, SR, S, LFE DTS 96/24 DTS 96/24 OOO - O dts 96/24 L, C, R, SL, SR, LFE DTS (5.1ch) DTS 5.1 OOO - O dts L, C, R, SL, SR, LFE Multi Ch-PCM Multi Ch-PCM OOO - O PCM L, C, R, SL, SR, LFE Multi Ch-PCM 96kHz Multi Ch-PCM 96kHz OOO - O PCM L, C, R, SL, SR, LFE PCM(Audio) PCM (Stereo) O - - - - PCM L, R PCM 96kHz PCM (96kHz Stereo) O - - - - PCM L, R HDCD PCM (Stereo) O - - - - PCM HDCD L, R Analog Stereo O - - - - ANALOG ­Dolby D Surr. EX Dolby Digital EX OOOOO Dolby D (5.1ch) Dolby Digital 5.1 OOO - O Dolby D (2ch) Dolby Digital 2.0 O ---­Dolby D (2ch Surr) Pro Logic II x movie OOOO ­DTS-ES DTS-ES OOOOOdts, ES L, C, R, SL, SR, S, LFE DTS 96/24 DTS 96/24 OOO - O dts 96/24 L, C, R, SL, SR, LFE DTS (5.1ch) DTS 5.1 OOO - O dts L, C, R, SL, SR, LFE Multi Ch-PCM Multi Ch-PCM OOO - O PCM L, C, R, SL, SR, LFE Multi Ch-PCM 96kHz Multi Ch-PCM 96kHz OOO - O PCM L, C, R, SL, SR, LFE PCM (Audio) PCM (Stereo) O - - - - PCM L, R PCM 96kHz PCM (96kHz Stereo) O - - - - PCM L, R HDCD PCM (Stereo) O - - - - PCM HDCD L, R Analog Stereo O - - - - ANALOG ­Dolby D Surr. EX Dolby Digital EX OOOOO Dolby D (5.1ch) Dolby Digital EX OOOOO DTS-ES DTS-ES OOOOOdts , ES L, C, R, SL, SR, S, LFE DTS(5.1ch) DTS-ES OOOOOdts L, C, R, SL, SR, LFE Multi-PCM AAC (5.1ch) AAC EX OOO - O AAC L, C, R, SL, SR, LFE Dolby D Surr. EX Dolby Digital 5.1 OOOOO Dolby D (5.1ch) Dolby Digital 5.1 OOOOO Dolby D (2ch) Pro Logic II x OOOO ­Dolby D (2ch Surr) Pro Logic II x OOOO ­Multi Ch-PCM Multi Ch-PCM + PLIIx OOOOOPCM L, C, R, SL, SR, LFE PCM (Audio) Pro Logic II x OOOO - PCM L, R Analog Pro Logic II x OOOO - ANALOG ­DTS-ES DTS 5.1 OOO - O dts, ES L, C, R, SL, SR, S, LFE DTS 96/24 DTS 96/24 OOO - O dts 96/24 L, C, R, SL, SR, LFE DTS (5.1ch) DTS 5.1 OOO - O dts L, C, R, SL, SR, LFE PCM (Audio) Neo:6 OOOO - PCM L, R Analog Neo:6 OOOO - ANALOG ­Dolby D (2ch) Neo:6 OOOO ­Dolby D (2ch Surr) Neo:6 OOOO ­PCM (Audio) CS II OOOOOPCM L, R Analog CS II OOOOOANALOG - Dolby D (2ch) CS II OOOOO Dolby D (2ch Surr) CS II OOOOO Dolby Surr. EX Stereo O ---O Dolby D (5.1ch) Stereo O ---O Dolby D (2ch) Stereo O ---­Dolby D (2ch Surr) Stereo O ---­DTS-ES Stereo O ---O dts, ES L, C, R, SL, SR, S, LFE DTS 96/24 Stereo O ---O dts 96/24 L, C, R, SL, SR, LFE DTS (5.1ch) Stereo O ---O dts L, C, R, SL, SR, LFE Multi Ch-PCM Stereo O ---O PCM L, C, R, SL, SR, LFE PCM (Audio) Stereo O - - - - PCM L, R PCM 96kHz Stereo O - - - - PCM L, R HDCD PCM (Stereo) O - - - - PCM HDCD L, R Analog Stereo O - - - - ANALOG -
Multi Ch-PCM + Dolby EX
Uitgangskanaal Informatiedisplay op het voorpaneel
SLSRSBL
L/R C
OOOOOPCM L, C, R, SL, SR, LFE
Signaalformaatindicators Kanaalstatus
SubW
SBR
2 DIGITAL 2 DIGITAL 2 DIGITAL 2 DIGITAL , 2 SURROUND
2 DIGITAL 2 DIGITAL 2 DIGITAL 2 DIGITAL , 2 SURROUND
2 DIGITAL 2 DIGITAL
2 DIGITAL 2 DIGITAL 2 DIGITAL 2 DIGITAL , 2 SURROUND
2 DIGITAL 2 DIGITAL ,
2 DIGITAL 2 DIGITAL , 2 SURROUND 2 DIGITAL 2 DIGITAL 2 DIGITAL 2DIGITAL , 2 SURROUND
2 SURROUND
L, C, R, SL, SR, S, LFE L, C, R, SL, SR, LFE L, R L, R, S
L, C, R, SL, SR, S, LFE L, C, R, SL, SR, LFE L, R L, R, S
L, C, R, SL, SR, S, LFE L, C, R, SL, SR, LFE
L, C, R, SL, SR, S, LFE L, C, R, SL, SR, LFE L, R L, R, S
L, R L, R, S
L, R L, R, S L, C, R, SL, SR, S, LFE L, C, R, SL, SR, LFE L, R L, R, S
Surroundfunctie
Virtual
Multi Ch. Stereo
Ingangssignaal Decodering
Dolby Surr. EX Virtual O ---­Dolby D (5.1ch) Virtual O ---­Dolby D (2ch) Virtual O ---­Dolby D (2ch Surr) Virtual O ---­DTS-ES Virtual O ----dts, ES L, C, R, SL, SR, S, LFE DTS (5.1ch) Virtual O ----dts L, C, R, SL, SR, LFE PCM (Audio) Virtual O ----PCM L, R Analog Virtual O ----ANALOG ­Dolby Surr. EX Dolby Digital EX OOOOO Dolby D (5.1ch) Dolby Digital 5.1 OOO - O Dolby D (2ch) Multi Channel Stereo OOOO ­Dolby D (2ch Surr) Multi Channel Stereo OOOO ­DTS-ES DTS-ES OOOOOdts, ES L, C, R, SL, SR, S, LFE DTS (5.1ch) DTS 5.1 OOO - O dts L, C, R, SL, SR, LFE Multi Ch-PCM Multi Ch-PCM OOO - O PCM L, C, R, SL, SR, LFE Multi Ch-PCM 96kHz Multi Ch-PCM 96kHz OOO - O PCM L, C, R, SL, SR, LFE PCM (Audio) Multi Channel Stereo OOOO - PCM L, R Analog Multi Channel Stereo OOOO - ANALOG -
Opmerkingen:
• Dolby Digital (2 kanalen: links/rechts):signaal met Dolby Surround. Luidsprekers volledig ingesteld.
Als er geen surrounddata op de DVD staat, brengen
• de surroundluidsprekers, middenluidspreker en subwoofer geen geluid voort.
Uitgangskanaal Informatiedisplay op het voorpaneel
L/R C
SLSRSBL
Signaalformaatindicators Kanaalstatus
SubW
SBR
2 DIGITAL 2 DIGITAL 2 DIGITAL 2 DIGITAL , 2 SURROUND
2 DIGITAL 2 DIGITAL 2 DIGITAL 2 DIGITAL , 2 SURROUND
L, C, R, SL, SR, S, LFE L, C, R, SL, SR, LFE L, R L, R, S
L, C, R, SL, SR, S, LFE L, C, R, SL, SR, LFE L, R
Afkortingen L/R : Voorluidspreker C : Middenluidspreker SL/SR : Surroundluidspreker SBL/SBR : Achtersurroundluidspreker SubW : Subwoofer
NEDERLANDS
29
Page 30
OVERIGE FUNCTIES
AUTOMATISCH TV IN-/UITSCHAKELFUNCTIE
Deze functie stelt de component die is aangesloten op de TV-VIDEO-ingangsaansluiting in staat de stroomvoorziening (AAN/UIT) van de DN-A7100 te regelen.
AUTOMATISCH INSCHAKELEN
1.
Controleer dat de TV AUTO-functie op ENABLE is ingesteld. (Zie bladzijde 22, Instellingen.)
2. Sluit uw tv-tuner, enz., aan op de TV-VIDEO­ingangsaansluiting. Controleer dat u de VIDEO-ingangsaansluiting aansluit.
Schakel de tv-tuner en de DN-A7100 uit.
3.
Schakel de tv-tuner in en stem af op een
4.
zender.
Zodra de zender wordt ontvangen, wordt de
5.
DN-A7100 ingeschakeld en wordt automatisch de ingangsbron TV gekozen.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
1. In de bovenstaande situatie, schakelt u de
NEDERLANDS
tv-tuner uit of kiest u een kanaal waarop geen zender wordt ontvangen.
De DN-A7100 wordt na ongeveer 5 minuten in
2.
de stand-bystand gezet.
Opmerkingen:
• De automatische uitschakelfunctie wordt geannuleerd als een andere ingangsbron dan TV wordt gekozen op de DN-A7100.
De functie wordt weer geactiveerd wanneer TV
weer als ingangsbron wordt gekozen.
• Bepaalde tv-uitzendingen kunnen de TV AUTO­functie doen inschakelen.
• De S-Video-aansluiting ondersteunt de TV AUTO­functie niet.
DEMPING VAN HET ANALOGE INGANGSSIGNAAL
Als het gekozen analoge audio-ingangssignaal groter is dan het capaciteitsniveau van de inwendige verwerking, gaat de “PEAK”-indicator op het display van het voorpaneel aan. Als dit gebeurt, dient u op de ATT-toets te drukken of de AT T-toets op de afstandsbediening aan te raken De “ATT” indicator brandt wanneer deze functie is ingeschakeld. Het signaalingangsniveau wordt tot ongeveer de helft teruggebracht. Demping werkt niet met het uitgangssignaal van TAPE-OUT, CD-R/MD­OUT en VCR-OUT. Deze functie wordt voor iedere afzonderlijke ingangsbron onthouden.
LUISTEREN MET EEN HOOFDTELEFOON
Deze aansluiting kan worden gebruikt om naar de uitvoer van de DN-A7100 te luisteren via een hoofdtelefoon. Controleer dat de hoofdtelefoon een standaard 1/4” stereohoofdtelefoonstekker heeft.
VIDEO AAN/UIT
Wanneer geen videosignalen van een dvd, enz., worden ingevoerd in de DN-A7100, of als de dvd, enz., rechtstreeks is aangesloten op een tv, kunt u de overbodige videoschakelingen uitschakelen door de “VIDEO OFF” instelling te kiezen. Om video-uit te kiezen, drukt u op de AMP-toets en drukt u op de V-OFF-toets.
DISPLAYFUNCTIE
U kunt de displayfunctie van het display van het voorpaneel van de DN-A7100 kiezen. Druk op de DISPLAY aan op de afstandsbediening om deze functie te kiezen. Als u op deze toets drukt, wordt de displayfunctie omgeschakeld in de onderstaande volgorde:
Surroundfunctie Automatisch display uit Display uit Ingangsfunctie Surroundfunctie
In de stand “Auto display off” is het display uitgeschakeld. Maar als u een andere instelling in het apparaat maakt, bijvoorbeeld in functies zoals ingangssignaal en surround, zal het display deze verandering 3 seconden afbeelden, waarna het zich weer uitschakelt. Het veranderen van het volumeniveau wordt niet afgebeeld. In de stand “Display off” is het display geheel uitgeschakeld.
Opmerking:
Alleen de “DISP”-indicator is nog aan op het display van het voorpaneel in de stand Display uit.
....
ANALOGE AUDIO-INVOER OF DIGITALE AUDIO-INVOER KIEZEN
Als de digitale ingangsaansluitingen al zijn toegewezen kunt u op de volgende manier tijdelijk een keuze maken uit de audio-ingangssignalen van elke ingangsbron. Druk op de AMP-toets en druk op de A/D-toets. Als u op deze toets drukt, schakelt u als volgt tussen de instellingen voor de ingangsfunctie:
HDMI Auto HDMI → Digital Auto → Digital
Analog HDMI Auto....
In de HDMI Auto-functie detecteert het systeem automatisch welk type signaal binnenkomt bij de digitale of analoge ingangen voor de geselecteerde bron. Als er geen digitaal signaal wordt ontvangen, worden automatisch de analoge ingangen geselecteerd. In de Analog-instelling worden de analoge ingangsaansluitingen gekozen. Deze keuze is tijdelijk, en de resultaten worden dus niet in het geheugen opgeslagen. Als u de ingangsfunctie compleet wilt veranderen, gebruikt u het INSTELLINGEN-menu van het on-screen­menusysteem. (Zie bladzijde 20.)
30
Page 31
EEN ANALOGE BRON OPNEMEN
Bij normale bediening wordt de audio- of video­ingangsbron die voor het weergeven via de DN­A7100 is gekozen, doorgegeven aan de opname­uitgangsaansluitingen. Dit betekent dat u elk programma waarnaar u kijkt of luistert, eenvoudig kunt opnemen door het apparaat dat is aangesloten op de TAPE OU T-, CD-R/MD OUT of VCR OUT-aansluitingen in de opnamestand te plaatsen.
Het signaal van de ingangsbron waarnaar u luistert of kijkt opnemen
1.
1.
1. Kies de ingangsbron om vanaf op te nemen door de INPUT SOURCE-knop op het voorpaneel te draaien, of gewoon door op de ingangsbron- keuzetoetsen op de afstandsbediening te drukken.
De ingangsbron is nu gekozen en u kunt ernaar
luisteren of kijken als u wilt.
De DN-A7100 voert het signaal van de huidig
2.
gekozen ingangsbron uit naar de TAPE OUT-, CD-R/MD OUT-, en VCR OUT--
uitgangsaansluitingen voor opnemen.
Begin met het opnemen op het opnameapparaat
3.
wanneer u wilt.
Het videosignaal van de ene bron en het audiosignaal van de andere bron opnemen
U kunt het geluidssignaal van de ene bron toevoegen aan het videosignaal van de andere bron om uw eigen video-opnamen samen te stellen. Hieronder wordt een voorbeeld gegeven van het opnemen van het geluidssignaal vanaf een cd-speler die aangesloten is op de CD IN-ingangsaansluitingen en het videosignaal vanaf een camerarecorder die is aangesloten op de VCR-ingangsaansluitingen op een videoband in een videorecorder die is aangesloten op de DSS/VCR2 OUT-uitgangsaansluiting.
1.
2.
1.
Schakel de video-uitgangsbron naar VCR1 door gewoon op de ingangsbron-keuzetoetsen op de afstandsbediening te drukken.
2. Schakel de audio-ingangsbron naar CD door gewoon op de ingangsbron-keuzetoetsen op de afstandsbediening te drukken.
Nu is “CD” gekozen als de audio-ingangsbron
3.
en “VCR1” als de video-ingangsbron.
Opmerkingen:
• Als u tijdens het opnemen de ingangsbron verandert, neemt u de signalen op van de nieuw gekozen ingangsbron.
• U kunt de surroundeffecten niet opnemen.
• Digitale signalen kunnen alleen worden uitgevoerd naar de digitale uitgangsaansluitingen. Er is geen omzetting van digitaal naar analoog.
Wanneer u een cd-speler en andere digitale apparatuur
aansluit, moet u niet alleen de digitale aansluitingen maken maar tevens de analoge aansluitingen.
HT-EQ (THUISBIOSCOOP-TOONGENERATOR)
In een bioscoop bevindt de linkervoor-, rechtervoor­en middenluidsprekers zich achter het fi lmdoek. Bij het masteren van fi lmsoftware wordt dus rekening gehouden met de dempende werking van het fi lmdoek met de nadruk op de hoge frequenties. Wanneer u dergelijke software thuis afspeelt, neemt het signaal andere eigenschappen aan dan in een bioscoop. Dit apparaat bevat HT-EQ om het verschil dat u ervaart tussen het geluid in een bioscoop en in een thuisbioscoop te corrigeren waardoor u thuis van hetzelfde geluid kunt genieten als in een bioscoop. De HOOFDTELEFOON-EQ-functie is altijd beschikbaar, behalve in de volgende functies:
• 7.1-kan INPUT
• PURE-DIRECT
Wanneer VIRTUAL is ingesteld als surroundfunctie
1.
Druk op de HT-EQ-toets op het apparaat.
De “EQ”-indicator op het voorpaneel licht op en
geeft daarmee aan dat de HOME THEATER EQUALIZER (Thuisbioscoop-toongenerator) is ingeschakeld.
2. Om deze functie uit te schakelen, drukt u nogmaals op de HT-EQ-toets.
De “EQ”-indicator op het voorpaneel gaat uit en
geeft daarmee aan dat de HOME THEATER EQUALIZER is uitgeschakeld.
7.1-KANALEN INVOER
De DN-A7100 is reeds voorbereid op toekomstige uitbreiding door gebruikmaking van multikanalen SACD of dvd-audiospeler. Wanneer dit wordt geselecteerd, zullen de ingangssignalen van de kanalen L (linksvoor), R (rechtsvoor), CENTER (midden), SL (surround links), SR (surround rechts), SBL (surround linksachter), SBR (surround rechtsachter) van de 7.1 CH In­aansluitingen rechtstreeks worden uitgevoerd naar de pre-uitgangsaansluitingen vóór (links en rechts), midden, surround (links en rechs) en surround achter zonder door de surroundschakelingen te worden gestuurd. Wanneer 7.1CH-INPUT wordt gekozen, blijft de laatst gebruikte video-ingangsbron omgeleid naar de Monitor uitgangsaansluitingen. Hierdoor is gelijktijdig kijken naar videobronnen mogelijk.
4.1.
2.
4.
3.
1.
NEDERLANDS
31
Page 32
1. Kies de gewenste videobron waarvan u het videosignaal naar de Monitor uitgangsaansluitingen wilt leiden.
Druk op 7.1 CH IN op de afstandsbediening om
2.
de 7.1-kanaals invoer om te schakelen.
Als het noodzakelijk is het uitgangsniveau van
3.
ieder kanaal in te stellen, drukt u op de-kan. SEL-toets op de afstandsbediening.
Stel de uitgangsniveaus van de luidsprekers
in zodat u op de luisterpositie hetzelfde geluidsniveau hoort uit iedere luidspreker. Voor de linker voor-, rechter voor-, midden-, linker surround-, rechter surrround-, en achtersurr oundluidpsrekers kunnen de uitgangsniveaus worden ingesteld van –10 dB t/m +10 dB.
De subwoofer kan worden ingesteld van –15
dB t/m +10 dB. Deze veranderde instellingen worden opgeslagen en toegepast op 7.1­kanalen ingangsbronnen.
Stel het hoofdvolumeniveau in met de
4.
VOLUME-knop of de VOL –/+ -toetsen op de afstandsbediening.
Om de instelling van 7.1 CH. INPUT te annuleren , drukt u op 7.1 CH IN op de afstandsbediening.
Opmerkingen:
NEDERLANDS
• De 7.1 CH.-ingangsfunctie omzeilt de ingebouwde surroundverwerking waardoor de SURROUND­functie niet kan worden gekozen.
• Bovendien wordt er geen signaal uitgevoerd uit de uitgangsaansluitingen voor opnemen wanneer de
7.1-kanalen ingangsfunctie in gebruik is..
AUX2-INGANGSAANSLUITINGEN
Als u geen 7.1-kanalen ingangsaansluitingen hoeft aan te sluiten met een multikanalen decoder, zijn de FL (linker voor) en FR (rechter voor) ingangsaansluitingen beschikbaar als AUX2­ingangsaansluitingen. In dat geval kunt u een extra audiobron aansluiten op de AUX2-ingangsaansluitingen als een extra set audio-ingangsaansluitingen.
LIP.SYNC
Afhankelijk van het videoweergaveapparaat (tv, monitor, projector, enz.) dat is aangesloten op de DN-A7100, kan een vertraging optreden tussen het verwerken van het videosignaal en het audiosignaal. Ondanks dat dit gering is, kan het als hinderlijk ervaren worden bij het kijken naar fi lms en luisteren naar muziek. De LIP.SYNC-functie vertraagt het audiosignaal ten opzichte van het videosignaal dat door de DN-A7100 wordt uitgevoerd om deze vertraging tussen beeld en geluid op te heffen. Deze functie kan worden bediend met behulp van de “LIP.SYNC”-toets en de cursortoetsen 1 en 2 op de afstandsbediening. Zet de afstandsbediening in de AMP-functie voordat u de LIP.SYNC-functie inschakelt. De uitgangsinstelling is ‘uit’ (0 ms). De vertraging kan worden ingesteld in stappen van 10 ms tot maximaal 200 ms. Kijk naar het beeld op het videoweergaveapparaat (d.w.z. tv, monitor, projector, enz.) tijdens het instellen van de vertraging.
Opmerking:
De LIP.SYNC-functie wordt uitgeschakeld (0 ms) in de PURE DIRECT-functie. Zodra de PURE DIRECT­functie wordt uitgeschakeld, wordt de ingestelde waarde van de LIP.SYNC-functie weer hersteld.
BASISBEDIENING
(TUNER)
LUISTEREN NAAR DE TUNER
De stapgrootte voor het scannen van AM-frequenties kan worden ingesteld. De standaard stapgrootte is 9 kHz. Als in uw land de stapgrootte 10 kHz is, raakt u gedurende langer dan 6 seconden de BAND toets aan op de afstandsbediening. De stapgrootte voor het scannen zal veranderen.
Opmerking:
Het voorkeurzendergeheugen van de tuner zal worden gewist wanneer u de stapgrootte verandert.
AUTOMATISCH AFSTEMMEN
1. 2.
1.
2.
(op de DN-A7100)
Druk op de afstandsbediening op de BAND-
1.
toets om de tuner en gewenste band (FM of AM) te selecteren.
Druk gedurende langer dan 1 seconde op
2.
cursortoets 3 of 4 op het voorpaneel om de automatische afstemfunctie te starten.
Het automatisch zoeken begint en stopt zodra
3.
op een zender is afgestemd.
(op de afstandsbediening)
Druk op de afstandsbediening op de BAND-
1.
toets om de tuner en gewenste band (FM of AM) te selecteren.
Raak gedurende langer dan 1 seconde TUNING
2.
– / +
toetsen
aan op de afstandsbediening.
Het automatisch zoeken begint en stopt zodra
3.
op een zender is afgestemd.
Als het zoeken niet bij de gewenste zender stopt, volgt u de procedure voor “Handmatig afstemmen”.
HANDMATIG AFSTEMMEN
1. 2.
1.
2.
(op de DN-A7100)
Druk op de afstandsbediening op de BAND-
1.
toets om de tuner en gewenste band (FM of AM) te selecteren.
Druk op cursortoets 3 of 4 op het voorpaneel
2.
om de gewenste zender te kiezen.
(op de afstandsbediening)
Druk op de afstandsbediening op de BAND-
1.
toets om de tuner en gewenste band (FM of AM) te selecteren.
Raak TUNING – / +
2.
afstandsbediening om op de gewenste zender af te stemmen.
RECHTSREEKS FREQUENTIE OPROEPEN
toetsen
aan op de
1.
3.
2.
1. Druk op de afstandsbediening op de BAND- toets om de tuner en gewenste band (FM of AM) te selecteren.
Raak de F. DIRECT-toets op de afstandsbediening
2.
aan. Het display beeldt “FREQ - - - -” af.
32
Page 33
3. Voer de frequentie van de gewenste zender in met behulp van de cijfertoetsen van de afstandsbediening.
De tuner stemt automatisch af op de gewenste
4.
zender.
(FM-) AFSTEMFUNCTIE (AUTO STEREO OF MONO)
Terwijl de tuner in de automatische stereofunctie staat, blijft de “AUTO”-indicator aan op het display. De “ST”-indicator gaat aan wanneer een stereo­uitzending wordt ontvangen. Als op de ingevoerde frequentie geen zender wordt gevonden, wordt de ruis gedempt en gaan de “TUNED”-indicator en de “ST”-indicator uit. Als het signaal zwak is, kan het moeilijk zijn in stereo op de zender af te stemmen. In een dergelijk geval drukt u op de T-MODE-toets op het voorpaneel of de afstandsbediening. De “AUTO”-indicator gaat uit, FM-stereo-uitzendingen worden in mono ontvangen, en de “ST”-indicator gaat uit. Om terug te keren naar de automatische stereofunctie drukt u weer op de T-MODE-toets op het voorpaneel, of raakt u weer de T-MODE-toets aan op de afstandsbediening. De “AUTO”-indicator op het display gaat aan.
VOORKEURZENDERGEHEUGEN
Op dit apparaat kunt u maximaal 50 FM/AM­voorkeurzenders in iedere gewenste volgorde in het geheugen opslaan. Voor iedere zender kunt u indien gewenst de frequentie en ontvangstfunctie in het geheugen opslaan.
AUTOMATISCH VOORKEURZENDERS IN HET GEHEUGEN OPSLAAN
Deze functie scant automatisch de FM- en AM­frequentieband en slaat alle zenders met een voldoende sterk signaal op in het geheugen.
1. 3.
4.
2.2. 5.
Om FM te selecteren, drukt u op de BAND-
1.
toets op het voorpaneel.
Houd de MEMORY-toets ingedrukt en druk op
2.
cursortoets 2.
AUTO PRESET” wordt op het display
afgebeeld en het scannen begint vanaf de laagste frequentie.
Iedere keer als de tuner een zender vindt, stopt
3.
het scannen en stemt de tuner gedurende vijf seconden op de zender af.
Gedurende deze tijd, kunt u de volgende
bedieningen uitvoeren:
De frequentieband kan worden veranderd met
behulp van de Als gedurende deze tijd niet op een toets wordt
4.
gedrukt, wordt de huidige zender opgeslagen onder voorkeurzendernummer 02.
Als u de huidige zender wilt overslaan, drukt
u gedurende deze tijd op cursortoets 3. Deze zender wordt dan overgeslagen en het programmeren van voorkeurzenders gaat verder.
Het automatisch opslaan van voorkeurzenders stopt
5.
automatisch nadat alle 50 voorkeurzendernummers zijn opgebruikt, of nadat tijdens het automatisch scannen het hoogste einde van iedere frequentieband is bereikt. U kunt indien gewenst het automatisch opslaan van voorkeurzenders op ieder moment stoppen door op de CLEAR-toets te drukken.
BAND
-toets.
HANDMATIG VOORKEURZENDERS IN HET GEHEUGEN OPSLAAN
3.2. 4.
3.
2.
(op de DN-A7100)
Stem af op de gewenste radiozender (zie de
1.
tekstdelen “HANDMATIG AFSTEMMEN” of AUTOMATISCH AFSTEMMEN”).
Druk op de MEMORY-toets op het voorpaneel.
2.
– –“ (voorkeurzendernummer) begint op het display te knipperen.
Kies het voorkeurzendernummer door op
3.
cursortoetsen 1 of 2 terwijl dit nog steeds knippert (ong. 5 seconden)
Druk nogmaals op de MEMORY-toets om
4.
de zender in het geheugen op te slaan. Het display stopt met knipperen. De zender is nu opgeslagen onder het gekozen voorkeurzendernummer.
(op de afstandsbediening)
Stem af op de gewenste radiozender (zie de
1.
tekstdelen “HANDMATIG AFSTEMMEN” of AUTOMATISCH AFSTEMMEN”).
Raak de MEMO-toets aan op de afstandsbediening.
2.
“– –“ (voorkeurzendernummer) begint op het display te knipperen.
3. Voer het gewenste voorkeurzendernummer in door de cijfertoetsen aan te raken.
Opmerking:
Als u een enkelvoudig cijfer (bijv. 2) wilt invoeren, voert u “02” in, of alleen “2” en wacht u enkele seconden.
VOORKEURZENDERS OPROEPEN
1.
1.
1.
(op de DN-A7100)
Kies de gewenste voorkeurzender door
1.
op cursortoets 1 of 2 op het voorpaneel te drukken.
(op de afstandsbediening)
Raak de
1.
gewenste voorkeurzender te kiezen, of voer het gewenste voorkeurzendernummer in met behulp van de cijfertoetsen op de afstandsbediening.
PRESET – / +
toetsen
aan om de
VOORKEURZENDERS SCANNEN
1.
3.
3.
3.
(op de afstandsbediening)
Raak de P-SCAN-toets aan op het
1.
aanraakscherm van de afstandsbediening. “PRESET SCAN” wordt op het display afgebeeld
en vervolgens wordt de voorkeurzender met het laagste nummer het eerst opgeroepen.
De voorkeurzenders worden op volgorde elk
2.
gedurende 5 seconden opgeroepen (nr.1 nr.2 enz.).
Een voorkeurzendernummer waaronder geen
zender is opgeslagen wordt overgeslagen.
U kunt de voorkeurzenders snel doorlopen
3.
door de PRESET –/+ -toets continue aan te raken.
Wanneer de gewenste voorkeurzender wordt
ontvangen, raakt u de CL- of P-SCAN-toets aan om het scannen van de voorkeurzenders te annuleren.
NEDERLANDS
33
Page 34
OPGESLAGEN VOORKEURZENDERS WISSEN
U kunt opgeslagen voorkeurzenders uit het geheugen wissen door de onderstaande procedure te volgen.
2. 3.
3.
2.
Roep het voorkeurzendernummer op dat u wilt
1.
wissen met de methode beschreven onder “Voorkeurzenders oproepen”.
Druk op de MEMORY-toets op het
2.
voorpaneel, of raak de MEMO-toets aan op de afstandbediening.
3. Het opgeslagen voorkeurzendernummer knippert gedurende 5 seconden op het display. Tijdens het knipperen drukt u op de CLEAR- toets op het voorpaneel of drukt u op de CL- toets op de afstandsbediening.
xx CLEAR” wordt op het display afgebeeld
4.
om aan te geven dat het afgebeelde voorkeurzendernummer is gewist.
Opmerking:
NEDERLANDS
Om alle opgeslagen voorkeurzenders te wissen, houdt u de CLEAR-toets en de ENTER-toets gedurende twee seconden tegelijkertijd ingedrukt.
VOORKEURZENDERS SORTEREN
Als voorkeurzenders in het geheugen zijn opgeslagen, kan het voorkomen dat er in de volgorde daarvan lege plaatsen zijn. De zenders zijn bijvoorbeeld als volgt opgeslagen:
1) 87.1 MHz
2) 93.1 MHz
3) 94.7 MHz
10) 105.9 MHz (U ziet dat er voor de voorkeurnummers 4-9 geen zenders in het geheugen zijn opgeslagen). U kunt er nu voor zorgen dat voorkeurzender 10 op voorkeurnummer 5 wordt geplaatst. Houd de MEMORY-toets en de cursortoets 4-toets ingedrukt. Op het display verschijnt “PRESET SORT” en de nummers worden gesorteerd.
EEN NAAM VOOR DE VOORKEURZENDER INVOEREN
Deze functie stelt u in staat voor iedere voorkeurzender een naam in te voeren met behulp van alfanumerieke tekens. Alvorens een naam in te voeren, dient u de voorkeurzenders op te slaan in het geheugen.
4.
5.2. 5. 6.
2. 5. 6.
5.
4.
Roep het voorkeurzendernummer op waarvoor
1.
u een naam wilt invoeren met de methode beschreven onder “Voorkeurzenders oproepen”.
2. Druk op de MEMORY-toets op het voorpaneel, of raak gedurende langer dan drie seconden de MEMO-toets aan op de afstandsbediening.
De meest linkse invoerpositie van het
3.
zendernaam knippert op het display, daarmee aangevend dat het apparaat klaar is voor het invoeren van de tekens.
Als u op cursortoets 3 of 4 op het voorpaneel,
4.
of op cursortoets afstandsbediening drukt, worden de alfabetische of numerieke tekens in de volgende volgorde afgebeeld:
A B C ... Z 1 2 3 ..... 0 +
/ (spatie) A
OMHOOG OMLAAG
TUNING – / +
toetsen op de
Nadat u het eerste teken hebt gekozen om in
5.
te voeren, drukt u op de MEMORY-toets of op de ENTER-toets, of drukt u op de MEMO-toets op de afstandsbediening.
Het gekozen teken wordt op de eerste invoerpositie
ingevoerd en de tweede invoerpositie begint te knipperen. Voer op dezelfde manier een teken in op de volgende invoerplaats.
Om heen en weer te wisselen tussen de tekens, drukt u op cursortoets 1 / 2 of drukt u op cursortoets afstandsbediening.
Opmerking:
Op invoerplaatsen die u niet gebruikt moet u spaties invoeren.
Om de naam op te slaan, drukt u u gedurende
6.
langer dan twee seconden op de MEMORY- toets op de afstandsbediening.
Cijfertoetsen Druk, druk nogmaals, druk nogmaals, enz.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
PRESET – / +
A B C 1 A D E F 2 D G H I 3 G
K L 4 J
J
M
N O 5 M
P Q R 6 P S T U 7 S V W X 8 V
Z spatie 9 Y
Y
+ / 0
toetsen op de
34
Page 35
RDS GEBRUIKEN
RDS (Radio Data Systeem) wordt nu in veel landen gebruikt. Hiermee zendt een zender informatie uit over haar programma’s in een verborgen deel van het FM-signaal. De DN-A7100 is uitgerust met RDS om u te helpen bij het kiezen van een FM-zender met behulp van de zender- en netwerknamen in plaats van de zendfrequenties. Andere RDS-functies omvatten de mogelijkheid te zoeken op programmasoort.
RADIOTEKST
Bepaalde RDS-zenders zenden RADIOTEKST uit, met aanvullende informatie over de zender en het programma dat wordt uitgezonden. RADIOTEKST-informatie wordt afgebeeld als over het display lopende tekst. RADIOTEKST wordt letter voor letter door de zender uitgezonden. Als gevolg daarvan kan het enige tijd duren totdat de gehele tekst is ontvangen.
RDS-DISPLAY
Wanneer de receiver op een FM-zender staat afgestemd die RDS-data uitzendt, zal het informatiedisplay op het voorpaneel automatisch de zendernaam of RDS-tekst afbeelden in plaats van de gebruikelijke zendfrequentie van de zender. Om het display te veranderen, raakt u de T-DISP- toets aan op TUNER-functie .
RT (
RADIO TEXT
(Zendernaam) Frequentie
)PS
PROGRAMMASOORT (PTY)-DISPLAY
Het RDS-systeem deelt programma’s in aan de hand van hun inhoud in verschillende groepen programmasoorten (PTY). Raak de PTY-toets aan op TUNER-functie om de programmasoort­informatie van de huidige zender af te beelden.
AUTOMATISCH ZOEKEN OP PROGRAMMASOORT
De receiver is in staat om automatisch te zoeken naar zenders die één van de 29 verschillende programmasoorten uitzenden. Volg de onderstaande procedure om een bepaalde programmasoort te zoeken.
2.
2.
2.
1.
3.
4.
Raak de PTY-toets aan op TUNER-functie
1.
De programmasoort van de huidige zender wordt afgebeeld, of de huidig gekozen programmasoort wordt knipperend afgebeeld als er geen zender of RDS-data aanwezig is.
2.
Om een andere programmasoort te kiezen, druk op de cursortoets of druk op de cijfertoetsen of +
toetsen op de afstandsbediening totdat de gewenste programmasoort op het display wordt afgebeeld.
3. Nadat de gewenste programmasoort is gekozen, raakt u terwijl het scherm knippert (ongeveer vijf seconden) de PTY-toets op TUNER-functie aan. Het automatisch zoeken naar de gewenste programmasoort begint en stopt bij iedere RDS-zender die RDS PTY­informatie uitzendt die overeenkomt met de gewenste programmasoort.
Om verder te gaan naar de volgende RDS-
4.
zender met de gewenste programmasoort, raakt u binnen vijf seconden nogmaals de PTY- toets aan op TUNER-functie.
NUMERO AFFICHAGE PROGRAMMATYPE
1 POP Popmuziek
2 ROCK Rockmuziek
3 MOR Populaire muziek
4 LIGHT Licht klassiek
5 CLASSIC Klassiek
6 NEWS Nieuws
7 AFFAIR Actualiteiten
8 INFO Voorlichting
9 SPORT Sport
10 EDUCATE Onderwijs
11 DRAMA Drama
12 CULTURE Cultuur
13 SCIENCE Wetenschap
14 OTHERS Gevarieerd
15 OTHER Andere muziek
16 WEATHER Weersinformatie
17 FINANCE Financieel
18 CHILDREN Kinderprogramma’s
19 SOCIAL Maatschappij
20 RELIGION Godsdienst
21 PHONE IN Inbelprogramma’s
22 TRAVEL Reizen
23 HOBBIES Vrije tijd
24 JAZZ Jazz
25 COUNTRY Countrymuziek
26 NATION Binnenlandse muziek
27 OLDIES Oude grammofoonplaten
28 FOLK Volksmuziek
29 DOCUMENT Documentaires
3
of 4 op het voorpaneel,
PRESET – /
NEDERLANDS
35
Page 36
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Bij problemen dient u altijd eerst zelf de volgende punten te controleren:
1. Zijn alle aansluitingen op de juiste wijze tot stand gebracht?
2. Bedient u het apparaat in overeenstemming met de aanwijzingen van de gebruiksaanwijzing?
3. Functioneren de eindversterkers en luidsprekers naar behoren?
Indien het apparaat niet goed functioneert, dient u de punten in de onderstaande tabel te controleren. Indien het probleem niet kan worden verholpen door de aanwijzingen in de onderstaande tabel op te volgen, is er vermoedelijk een defect in de schakelingen binnen in het apparaat. Trek in dat geval de stekker uit het stopcontact en raadpleeg uw dealer, uw dichtst-bijzijnde DENON-distributeur of het DENON-servicecentrum in regio.
SYMPTOOM OORZAAK MOGELIJKE OPLOSSING
De DN-A7100 gaat niet aan. De stekker zit niet in het stopcontact. Steek de stekker in het stopcontact.
Er is geen geluid en geen beeld, hoewel het apparaat is ingeschakeld.
Het geluid en beeld is afkomstig van andere dan de met de functiekeuzeschakelaar gekozen apparatuur.
NEDERLANDS
Het geluid dat uit de luidspreker komt, is van het verkeerde kanaal.
Er komt geen geluid uit de midden-luidspreker.
Er wordt geen geluid uitgevoerd uit de surroundluidsprekers.
Er wordt geen geluid uitgevoerd uit de achtersurroundluidsp reker.
De dempingsfunctie is geactiveerd. Annuleer de dempingsfunctie door gebruikmaking van
De invoerkabel is niet goed aangesloten.
Het hoofdvolume is ingesteld op de allerlaagste stand.
De functiekeuzeschakelaar staat niet in de juiste positie.
De invoerkabel is verkeerd aangesloten. Sluit de kabel goed aan door raadpleging van het
De luidsprekerkabel is verkeerd aangesloten.
De kabel van de middenluidspreker is niet goed aangesloten.
Voor de Omgevingsmodus is STEREO gekozen.
In SETUP is CENTER ingesteld op “NONE”.
De kabel van de midden-surroundluidspreker is niet op de juiste wijze aangesloten.
De surroundfunctie is ingesteld op STEREO
In de SETUP-functie is surround ingesteld op NONE.
De kabel van de middenachter­surroundluidspreker is niet op de juiste wijze aangesloten.
De surroundfunctie is niet ingesteld op de EX/ES-functie.
In SPEAKER SIZE SETUP is achtersurround ingesteld op NONE.
de afstandsbediening.
Raadpleeg het aansluitschema en sluit de kabels goed aan.
Stel het hoofdvolume bij.
Kies de juiste positie.
aansluitschema.
Sluit de kabel goed aan door raadpleging van het aansluitschema.
Sluit de kabel goed aan.
Wanneer voor de Omgevingsmodus STEREO is gekozen, komt er geen geluid uit de middenluidspreker. Stel in op een andere Omgevingsmodus.
Maak de juiste instelling.
Sluit de kabel op de juiste wijze aan.
Wanneer de surroundfunctie is ingesteld op STEREO, wordt geen geluid voortgebracht door de surroundluidsprekers. Stel een andere surroundfunctie in.
Maak de juiste instelling.
Sluit de kabel op de juiste wijze aan.
Stel de surroundfunctie in op EX/ES.
Maak de juiste instelling.
SYMPTOOM OORZAAK MOGELIJKE OPLOSSING
Kan de EX/ES-functie niet kiezen.
Kan de Pro Logic II -functie niet kiezen.
Kan de Neo: 6-functie niet kiezen.
Kan de CSII -functie niet kiezen. Het ingangssignaal is niet compatibel. Gebruik een 2-kanalen Dolby Digital-ingangssignaal,
Er is geen uitvoer naar het subwoofer-uitvoeraansluitpunt.
Tijdens het afspelen van een met DTS gecodeerde CD of LD is er ruis te horen.
Uit een bepaald kanaal komt geen geluid.
Er is geen FM- of AM -ontvangst.
Tijdens AM-ontvangst is er ruis te horen.
Tijdens FM-ontvangst is er ruis te horen.
Bij indrukken van de PRESET­toets wordt niet afgestemd op de voorkeuzezender.
Het apparaat kan niet op afstand worden bediend.
Opmerking:
Nadat “PROTECT” op het display van het apparaat is afgebeeld, kan de standby-indicator gaan knipperen. Als dit gebeurt is er een probleem in het apparaat of met de aansluiting. Als dit probleem zich keer op keer voordoet, zelfs wanneer het apparaat wordt ingeschakeld met behulp van de afstandsbediening, neemt u contact op voor reparatie.
In SPEAKER SIZE SETUP is de achtersur roundluidspreker ingesteld op NONE.
Het ingangssignaal is niet compatibel. Gebruik een 5.1-kanalen ingangsbron.
Het ingangssignaal is niet compatibel. Gebruik een 2-kanalen Dolby Digital-ingangssignaal,
Het ingangssignaal is niet compatibel. Gebruik een 2-kanalen Dolby Digital-ingangssignaal,
In SETUP is SUBWOOFER ingesteld op “NONE”.
De invoer is ingesteld op analoog. Breng de digitale verbinding tot stand, kies digitale
De bron bevat geen opnamen. Controleer het gecodeerde kanaal aan de bronzijde.
De antenne is niet goed aangesloten. Sluit de FM- en AM-binnenantenne goed aan op de
De ontvangst wordt gestoord door andere elektrische velden.
De radiogolven van de betreffende zender komen zwak door.
De programmeringsgegevens zijn verloren gegaan.
De batterijen zijn verbruikt. Vernieuw alle batterijen.
De functiekeuzeschakelaar van de afstandsbediening is verkeerd ingesteld.
De afstand tussen de DN-A7100 en de afstandsbediening is te groot.
Er bevindt zich een obstakel tussen de DN-A7100 en de afstandsbe diening.
Maak de juiste instelling.
PCM-ingangssignaal of een analoog ingangssignaal.
PCM-ingangssignaal of een analoog ingangssignaal.
PCM-ingangssignaal of een analoog ingangssignaal.
Zet SUBWOOFER op “YES”.
invoer en begin daarna met afspelen.
FM- en AM -antenneuitgangen.
Installeer de AM -binnenantenne zo mogelijk op een andere plaats.
Installeer een FM-buitenantenne.
Wanneer het apparaat lange tijd niet op de netspanning aangesloten is geweest, gaan de programmeringsgegevens verloren. In dat geval moet u de gegevens opnieuw programmeren.
Kies een andere positie voor het bedienen van de apparatuur.
Ga dichter naar de DN-A7100 toe.
Verwijder het storende obstakel.
36
Page 37
SPECIFICATIES VAN DE RS-232C REGELING
ALGEMENE BESCHRIJVING
OVERZICHT
Een hostcontroller kan het apparaat eenvoudig als een slave besturen en bewaken via de communicatiekabel.
BLOKSCHEMA
GEDETAILLEERE BESCHRIJVING
De specifi catie van de interface tussen het apparaat en een hostcontroller wordt hieronder beschreven.
AANSLUITFORMAAT
Fysieke aansluiting
HOST (de controller)
SLAVE (het apparaat)
HOST
RS232C-kabel (recht)
(de controller)
* Het apparaat gebruikt een D-SUB-stekker (9-pens, mannelijk). * De RS232C-kabel moet een D-SUB-stekker (9-pens, vrouwelijk) hebben om op het apparaat aan te
sluiten.
SLAVE
(het apparaat)
D-SUB-stekker (9-pens, mannelijk)
SPECIFICATIE VAN AANSLUITINTERFACE VAN HET APPARAAT
Processorinterface Signaalnaam Aansluiting apparaat D-Sub-pen Stekker
- N.C. - 1
UART
- N.C. - 4
- GND GND 5
- N.C. - 6
- N.C. - 7
- N.C. - 8
- N.C. - 9
TxD (uitvoer) RxD (invoer) 3
RS232C
niveauwijzigingsdriver
2
RS232C
D-SUB
(9-pens, mannelijk)
12345
6789
TxD
RxD
GND
• Datatransmissievolgorde van host naar slave
HOST (de controller) SLAVE (het apparaat)
TxD RxD
RxD TxD
1. De host start een datatransmissie vanaf TxD.
2. De host voert de datatransmissie uit van het vereiste aantal bytes, en beëindigt daarna de transmissie.
• Datatransmissievolgorde van slave naar host
HOST (de controller) SLAVE (het apparaat)
TxD RxD
RxD TxD
1. De slave start een datatransmissie vanaf TxD.
2. De slave voert de datatransmissie uit van het vereiste aantal bytes, en beëindigt daarna de transmissie.
RxD
TxD
GND
/
,
/
,
(Seriële instelling <RS232C basis>) Baud-snelheid : 9600 bps Databits : 8 bits Pariteit : Geen Stopbit : 1 bit Handshaking : Geen
NEDERLANDS
37
Page 38
TRANSMISSIEDATAFORMAAT
DE TRANSACTIEVOLGORDEN EN REGELS
Het transmissiedataformaat is van host naar slave
Er zijn twee soorten transmissiedataformaten vanaf de host, zoals hieronder aangegeven.
• Formaat 1 : Commando
Een commando is data die verzoekt om een statusverandering. Startteken : ‘@’ COMMANDO : zie “Commandolijst” Eindteken (CR) : 0Dh
start
• Formaat 2 : Statusverzoek
Een statusverzoek is data die om een antwoord van een status verzoekt. Startteken : ‘@’ Verzoekt status : zie “Statusverzoekenlijst” Verzoekteken : ‘?’ Eindteken (CR) : 0Dh
‘@’
start ‘@’
commando “xxx:”+“...”
verzoekt status “xxx:?”+“...”
einde 0Dh
einde 0Dh
Het transmissiedataformaat is van slave naar host
Er zijn twee soorten transmissiedataformaten vanaf de slave, zoals hieronder aangegeven.
NEDERLANDS
• Formaat 1 : ACK/NAK
ACK is een antwoord vanaf de slave nadat de slave een acceptabel commando vanaf de host heeft ontvangen. (ACK wordt naar de host gestuurd wanneer slave geen bijbehorende status bij het commando heeft.) Startteken : ‘@’, ACK : 06h, Eindteken (CR) : 0Dh
start ‘@’
ACK 06hCR0Dh
De transactievolgorden
De transacties kunnen in drie verschillende volgorden plaatsvinden. * Een transactie is een commando vanaf de host, waarna de slave antwoordt met een statusantwoord, ACK
of NAK.
* Een transactie is een statusverzoek vanaf de host, waarna de slave antwoordt met een statusantwoord of
NAK.
* Een transactie is automatische statusterugkoppeling vanaf de slave wanneer de status van de slave is
veranderd (indien automatische statusterugkoppeling is ingeschakeld).
De transactieregels
De transacties kunnen volgens enkele verschillende regels plaatsvinden. * De transmissie van een antwoord (ACK, NAK of statusantwoord) door de slave moet binnen 500 ms eindigen
na de ontvangst van een commando of statusverzoek vanaf de host.
* De host mag geen nieuw commando of statusverzoek verzenden voordat “een antwoord is ontvangen op een
eerder commando of statusverzoek” of “een wachttijd is verstreken na het einde van een eerdere transmissie van een commando of statusverzoek”.
* De slave moet een transactie binnen 500 ms beëindigen bij het zenden van een automatische
statusterugkoppeling.
Specifi catie van automatische statusterugkoppeling
Er zijn enkele specifi eke regels voor de automatische statusterugkoppeling. * De apparaatstatus is onderverdeeld in vier lagen,1, 2, 3 en 4. * De status van laag 1 verzonden naar de host is ‘veel voorkomend’. (De status van laag 2 verzonden naar de
host is ‘regelmatig voorkomend’, de status van laag 3 verzonden naar de host is ‘onnodig’, en de status van laag 4 verzonden naar de host is ‘ongewenst’.)
* De status van iedere laag kan het in- en uitschakelen van de transmissie door een host-commando regelen.
(De standaardinstellingen van het apparaat zijn alle ‘uitgeschakeld’.)
* De slave verzendt de automatische statusterugkoppeling uit zichzelf wanneer de status verandert, mits de
automatische statusterugkoppeling is ingeschakeld.
* Het gedefi nieerde apparaat en de onderverdeling in lagen wordt vermeld op de statuslijst.
Voorbeeld van de transacties
<Host> <Slave>
NAK is een antwoord vanaf de slave wanneer de slave een onjuist commando, statusverzoek of andere data heeft ontvangen vanaf de host. Startteken : ‘@’, NAK : 15h, Eindteken (CR) : 0Dh
start
• Formaat 2 : Statusantwoord en automatische statusterugkoppeling
Statusantwoorden zijn antwoorden nadat de slave een acceptabel statusverzoek of commando heeft ontvangen vanaf de host. Automatische statusterugkoppelingen worden naar de host gestuurd wanneer de status van de slave is veranderd. Startteken : ‘@’ Antwoordteken : zie “Statuslijst” Eindteken (CR) : 0Dh
‘@’
start ‘@’
NAK 15hCR0Dh
status “xxx:”+“...”
einde 0Dh
38
Commando
TxD RxD
RxD TxD
max. 0,5 sec
Statusantwoord, ACK of NAK
een transactie
Voorbeeld van de transacties
Statusverzoek
max. 0,5 sec
Statusantwoord
een transactie
Page 39
Voorbeelden van het handshaking-stroomschema
• Voorbeeld van succesvolle handshaking
HOST SLAVE
Commando
Statusverzoek
Het apparaat kan ACK antwoorden in plaats van de betreffende status als het apparaat de betreffende status niet onmiddellijk kan zenden.
• Voorbeelden van fouten in de handshaking
HOST SLAVE
Commando acceptabel
Betreffend statusantwoord
of
ACK
Verzoek acceptabel
Statusantwoord
Status veranderd!
Automatische statusterugkoppeling
AANBEVOLEN DEFINITIES VAN COMMANDO’S, STATUSSEN EN LAGEN
- Alle commando’s, statussen en lagen worden in een apart document gedefi nieerd.
- [VERPLICHT] Het apparaat MOET commando’s en statussen hebben die gelijk zijn aan die van de toetsen
van een (infrarood) afstandsbediening van het apparaat.
- Alle commando’s moeten discreet werken als AAN/UIT-commando’s (d.w.z. dat ze niet alleen het
OMWISSELEN-commando ondersteunen).
- Alle commando’s en statussen van het apparaat dienen dezelfde tekenlengte te hebben, behalve ACK en
NAK (aanbevolen tekenlengte: 3 t/m 6 tekens).
- Hierdoor is het mogelijk het teken 0x0A toe te voegen aan de antwoorden van het apparaat. In dit geval
moet worden aangenomen dat het object in zijn geheel wordt gevolgd.
- Het wordt aanbevolen het commando voor het rechtstreeks instellen van nummers of waarden te
ondersteunen, indien dit variabele nummers of waarden heeft.
Commando
Statusverzoek
Commando onjuist
NAK
NEDERLANDS
Verzoek onjuist
NAK
39
Page 40
AANBEVOLEN COMMANDO’S, STATUSSEN EN LAGEN
Dit gedeelte beschrijft hoe u “Commando”, “Status” en “Laag” van dit apparaat kunt defi niëren.
Normale commandolijst
Inhoud van belangrijkste functies
Commando Antwoord van slave
AAN/UIT
GELUIDSDEMPING
GELUIDSONDERBREKING
VIDEO-ONDERBREKING
VOLUMENIVEAU
LAGETONENNIVEAU
HOGETONENNIVEAU
NEDERLANDS
BRON-keuze
7.1-kanaals invoer
OMWISSELEN “PWR:0”
UIT “PWR:1”
AAN “PWR:2”
OMWISSELEN “ATT:0”
UIT “ATT:1”
AAN “ATT:2”
OMWISSELEN “AMT:0”
UIT “AMT:1” ON “AMT:2”
OMWISSELEN “VMT:0”
UIT “VMT:1”
AAN “VMT:2”
WAARDE “VOL:0xxx”
OMHOOG “VOL:1”
OMLAAG “VOL:2” WAARDE “TOB:0xxx”
OMHOOG “TOB:1”
OMLAAG “TOB:2” WAARDE “TOT:0xxx”
OMHOOG “TOT:1”
OMLAAG “TOT:2”
TV “SRC:1”
DVD “SRC:2”
VCR1 “SRC:3”
DSS/VCR2 “SRC:5”
AUX1 “SRC:9” AUX2 “SRC:A”
CD “SRC:C” CD-R “SRC:D” TAPE “SRC:E”
TUNER “SRC:F”
FM “SRC:G”
AM “SRC:H”
OMWISSELEN “71C:0”
UIT “71C:1”
AAN “71C:2”
xxx = volumewaarde als +18 t/m -99,
0db = “VOL: 00”,
xxx = volumewaarde als +6 t/m -6
xxx = volumewaarde als +6 t/m -6
“SRC:va”, (v ,a= ‘0’ – ‘I’)
(v = video, a = audio.)
“PWR:1”,
“PWR:2”
“ATT:0”(Geen),
“ATT:1”(UIT),
“ATT:2”(AAN)
“AMT:1”,
“AMT:2”
“VMT:1”,
“VMT:2”
“VOL:xxx”
- = “VOL:-ZZ”
“TOB:xxx”
“TOT:xxx”
v=0(V-OFF) a=N(7.1CH)
“71C:1”(UIT),
“71C:2”(AAN)
Inhoud van display en menu
SLAAP
MENU
CURSOR
DC TRG.
Eenvoudig instellen
CURSOR (hetzelfde als menucursor)
Commando Antwoord van slave
WAARDE
UIT “SLP:1” “SPL:00”
OMWISSELEN “MNU:0”
UIT (VERLATEN) “MNU:1”
AAN “MNU:2”
ENTER “MNU:3”
OMHOOG “CUR:1”
OMLAAG “CUR:2”
LINKS “CUR:3”
RECHTS “CUR:4”
Commando Antwoord van slave
TRG.1 UIT
TRG.1 AAN
Commando Antwoord van slave
OMWISSELEN “SSU:0”
UIT (VERLATEN) “SSU:1”
AAN “SSU:2”
ENTER “SSU:3”
OMHOOG “CUR:1”
OMLAAG “CUR:2”
LINKS “CUR:3”
RECHTS “CUR:4”
“SLP:0xx”
(xx=00~99)
“DCT:11”
(DC TRG. 1 UIT)
“DCT:12”
(DC TRG. 1 AAN)
“SPL:xx”
“MNU:1”(niet-menufunctie),
“MNU:2”(op-menufunctie)
ACK
“DCT:a”
(a=1:UIT,2:AAN),a=TRG.1
“SSU:1”(niet-instelfunctie),
“SSU:2”(op-instelfunctie)
ACK
40
Page 41
Inhoud van surround
Surroundfunctie
Testtoon (gedwongen starten/ stoppen van testtoon met de automatische functie)
Nachtfunctie
Commando Antwoord van slave
AUTO “SUR:00”
STEREO “SUR:01”
DOLBY “SUR:02” PL2xMOVIE “SUR:03” PL2 MOVIE “SUR:04” PL2xMUSIC “SUR:05” PL2 MUSIC “SUR:06”
PL2xGAME “SUR:07”
PL2 GAME “SUR:08”
Dolby PROLOGIC “SUR:09”
EX/ES “SUR:0A”
VIRTUAL 6.1 “SUR:0B”
--
DTS ES “SUR:0E”
NEO6 CINEMA “SUR:0F”
NEO6 MUSIC “SUR:0G”
Multikanaals STEREO
CSII CINEMA “SUR:0I”
CSII MUSIC “SUR:0J” CSII MONO “SUR:0K”
VIRTUAL “SUR:0L”
DTS “SUR:0M” DD+ PL2x MOVIE “SUR:0O” DD+ PL2x MUSIC “SUR:0P”
-­BRON DIRECT “SUR:0T” PUUR DIRECT “SUR:0U”
OMHOOG “SUR:1”
OMLAAG “SUR:2”
Commando Antwoord van slave
OMWISSELEN “TTO:0”
UIT “TTO:1”
AAN “TTO:2”
VOLGENDE “TTO:3”
VORIGE “TTO:4”
OMWISSELEN “NGT:0”
UIT “NGT:1”
AAN “NGT:2”
“SUR:0H”
“TTO:2xy”
“SUR:x“
(x = ‘0’ ~’Z’)
“TTO:1xy” (UIT),
(AAN, x= automatisch(0)/
handmatig(1), y= ch.)
“NGT:1”(UIT),
“NGT:2”(AAN)
Inhoud van tuner
Commando Antwoord van slave
WAARDE
Frequentie van tuner
Voorkeurzenders van tuner
Tunerfunctie
RDS van tuner MEMO van tuner - “MEM:0” ACK
WISSEN - “CLR:0” ACK
Cijfertoetsen van tuner
OMHOOG “TFQ:1”
OMLAAG “TFQ:2” Automatisch OMHOOG Automatisch OMLAAG
WAARDE “TPR:0ww”
OMHOOG “TPR:1”
OMLAAG “TPR:2”
P-Scan starten “TPR:3”
P-Scan stoppen “TPR:4”
OMWISSELEN “TMD:0”
UIT (MONO) “TMD:1”
AAN (AUTO) “TMD:2”
DISP “RDS:3”
PTY “RDS:4”
Toets 0, Toets 1, Toets 2, Toets 3, Toets 4, Toets 5, Toets 6, Toets 7, Toets 8,
Toets 9
“TFQ:0xxxxx”
(xxxxx = freq.)
“TFQ:3” “TFQ:4”
“NUM:0” ,
“NUM:1” , “NUM:2” , “NUM:3” , “NUM:4” , “NUM:5” , “NUM:6” , “NUM:7” , “NUM:8” ,
“NUM:9”
“TFQ:xxxxx”
(xxxxx =Frequentie)
als (xxxxx < 02000) band=AM;
anders: band iFM-band
(bijv. “08750” = FM 87.50 MHz)
“TPR:ww”
(ww = huidig voorkeurzendernummer)
(ww = 01 ~ ??)
“TMD:0”( - ),
“TMD:1” (MONO),
“TMD:2” (AUTO)
ACK
ACK
Specifi eke commando’s
Automatische statusterugkoppeling
(De standaardinstellingen van het apparaat zijn alle automatische statusterugkoppelingen ‘uitgeschakeld’.)
Commando vanaf host Antwoord van slave
bit 3 : laag 4 ( 1 = ingeschakeld, 0 = uitgeschakeld) bit 2 : laag 3 ( 1 = ingeschakeld, 0 = uitgeschakeld) bit 1 : laag 2 ( 1 = ingeschakeld, 0 = uitgeschakeld) bit 0 : laag 1 ( 1 = ingeschakeld, 0 = uitgeschakeld)
“AST:x” (x = ‘0’ ~ ’F’)
commandodefi nitie
NEDERLANDS
hetzelfde als
Lipsynchronisatie
Commando Antwoord van slave
WAARDE
OMLAAG “LIP:2”
“LIP:0xxx” (xxx = value)
xxx = 000 (UIT),
xxx = 010,020,...190,200
(ms)
(xxx = Lipsynchronisatiewaarde)
“LIP:xxx”
xxx = 000 (UIT),
xxx = 010,020,...190.200 msOMHOOG “LIP:1”
41
Page 42
STATUSVERZOEKENLIJST EN STATUSANTWOORDENLIJST
Normale statusverzoekenlijst en statusantwoorden-en-terugkoppelingenlijst
Statusverzoek Statusantwoorden en terugkoppeling
AAN/UIT “PWR:?”
GELUIDSDEMPING “ATT:?”
GELUIDSONDERBREKING
VIDEO-ONDERBREKING VOLUMENIVEAU “VOL:?” Volumewaarde = xxx “VOL:xxx”
LAGETONENNIVEAU “TOB:?” Lagetonenwaarde = xxx “TOB:xxx” HOGETONENNIVEAU “TOT:?” Hogetonenwaarde = xxx “TOT:xxx”
BRON-keuze “SRC:?”
Multikanalen “71C:?”
SLAAP “SLP:?” Slaaptijd (xx = 00 ~ 99) “SLP:xx” MENU “MNU:?”
NEDERLANDS
Eenvoudig instellen “SSU:?”
Digitaal-signaalformaat “SIG:?”
Statusverzoek Statusantwoorden en terugkoppeling
Statusverzoek Statusantwoorden en terugkoppeling
Statusverzoek Statusantwoorden en terugkoppeling
“AMT:?”
“VMT:?”
(v = video, a = audio.)
x = ‘0’ : Geen detectie ‘1’ : D DIGITAL AC-3 ‘2’ : D DIGITAL SURROUND ‘3’ : D DIGITAL SURR. EX ‘4’ : DTS ‘5’ : DTS ES DISCREATE ‘6’ : DTS ES MATRIX ‘7’ : AAC ‘8’ : MPEG ‘9’ : MLP ‘A’ : PCM ‘B’ : HDCD ‘C’ : DSD ‘D’ : Gereserveerd ‘E’ : Gereserveerd ‘F’ : OVERIG
UIT “PWR:1”
AAN “PWR:2”
UIT “ATT:1”
AAN “ATT:2”
UIT “AMT:1”
AAN “AMT:2”
UIT “VMT:1”
AAN “VMT:2”
Video+audiobron
(v ,a= ‘0’ – ‘F’)
UIT “71C:1”
AAN “71C:2”
UIT “MNU:1”
AAN “MNU:2”
UIT “SSU:1”
AAN “SSU:2”
“SRC:va”
“SIG:x”
x = signaal
Statusverzoek Statusantwoorden en terugkoppeling
Lipsynchronisatie “LIP:?”
Statusverzoek Statusantwoorden en terugkoppeling
Nachtfunctie “NGT:?”
Statusverzoek Statusantwoorden en terugkoppeling
Frequentie van tuner “TFQ:?”
Voorkeurzenders van tuner
Tunerfunctie “TMD:?”
Laag van de statussen
AAN/UIT “PWR:” 1 GELUIDSDEMPING “ATT:” 3 GELUIDSONDERBREKING “AMT:” 1 VIDEO-ONDERBREKING “VMT:” 1 VOLUMENIVEAU “VOL:” 1 LAGETONENNIVEAU “TOB:” 1 HOGETONENNIVEAU “TOT:” 1 BRON-keuze “SRC:” 1 Multikanalen “71C:” 1 SLAAP “SLP:” 2 MENU “MNU:” 4 Eenvoudig instellen “SSU:” 4
Surroundfunctie “SUR:” 2 Testtoon “TTO:” 1 Nachtfunctie “NGT:” 3 Signaalformaat “SIG:?” 4 Lipsynchronisatie “LIP:?” 4
Frequentie van tuner “TFQ:” 3 Voorkeurzenders van tuner “TPR:” 2 Tunerfunctie “TMD:” 2
“TPR:?”
Status Laag
Status Laag
Status Laag
Lipsynchronisatie : xxx = 000 (UIT)
xxx = 010 ~ 200 (ms)
UIT “NGT:1”
AAN “NGT:2”
xxxxx = frequentie als (xxxxx < 02000) band=AM: AM-band; anders band = FM;
xx = voorkeurzendernummer
(01 ~ ??)
- (Geen) “TMD:0” UIT (MONO) “TMD:1” AAN (AUTO) “TMD:2”
“LIP:xxx”
“TFQ:xxxxx”
“TPR:xx”
42
Page 43
ALGEMENE STORINGEN
Als een storing optreedt in de apparatuur kan dit het gevolg zijn van corrupte informatie in de geheugenschakelingen van het apparaat als gevolg van een elektrostatische ontlading of interferentie op de wisselstroomlijn. Om dit te verhelpen moet u:
-
de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
- na minstens drie minuten te hebben gewacht, de stekker weer in het stopcontact steken, en-
- het apparaat opnieuw proberen te bedienen.
Reservegeheugen
• Voor het geval een stroomstoring optreedt of wanneer u per ongeluk de stekker uit het stopcontact trekt, is de DN-A7100 uitgerust met een reservegeheugenfunctie om te voorkomen dat de gegevens in het geheugen, zoals het voorkeurzendergeheugen, gewist worden.
TERUGSTELLEN VAN HET APPARAAT
Wanneer de bediening of de informatie op het display abnormaal is, moet u het apparaat terugstellen door de onderstaande procedure te volgen. Als u de DN-A7100 wilt inschakelen, drukt u tegelijkertijd op de CLEAR- en KEY-LOCK-toets van de DN-A7100 en houdt u deze toetsen minimaal drie seconden ingedrukt. Let wel dat deze procedure alle instellingen van de functiekeuze, surroundfunctie, vertragingstijd, voorkeurzenders, enz., terugstelt op hun standaardinstellingen.
TECHNISCHE GEGEVENS
FM-TUNER-GEDEELTE
Frequentiebereik .................................. 87,5 – 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid .....................IHF 1,8 µV/16,4 dBf
Signaal-ruisverhouding ................. Mono/stereo 75/70 dB
Vervorming ................................. Mono/stereo 0,2%/0,3%
Stereoscheiding ....................................... 1 kHz bij 45 dB
Alternatief-kanaalselectiviteit ............. ±300 kHz bij 60 dB
Spiegelonderdrukking ...........................98 MHz bij 70 dB
Tuner-uitgangsniveau ........1 kHz, ±75 kHz, dev. 800 mV
AM-TUNER-GEDEELTE
Frequentiebereik .............................. AM: 531 – 1602 kHz
Signaal-ruisverhouding ........................................... 50 dB
Bruikbare gevoeligheid ......................... Raam 400 mV/m
Vervorming ..................................400Hz, 30% mod. 0,5%
Selectiviteit ........................................... ±20 kHz bij 70 dB
AUDIO-GEDEELTE
Ingangsgevoeligheid/impedantie (volume bij 0dB)
(Tulpstekkeringangen) ......................... 220 mV/ 20 kohm
(XLR-ingangsaansluitingen)
(+4dBu) ........................................ 440 mV/ 20 kohm
(-10dBV) ........................................110 mV/ 20 kohm
Uitgangsniveau (volume bij 0dB)
(+4dBu) ........................................... 300 mVrms typ.
(-10dBV) ............................................ 75 mVrms typ.
Signaal-ruisverhouding
(analoge invoer / Pure Direct) ................................. 98 dB
Frequentiebereik
(analoge invoer / Pure Direct) ..... 10 Hz – 90 kHz (±3 dB)
THV ...................................................................... 0,03 %
Dialoog .................................................... 80 dB (at 1kHz)
VIDEO-GEDEELTE
Televisienorm .................................................. NTSC/PAL
Ingangsniveau/impedantie ........................ 1 Vp-p/75 ohm
Uitgangsniveau/impedantie ...................... 1 Vp-p/75 ohm
Videofrequentiebereik ................. 5 Hz t/m 8 MHz (–1 dB)
Videofrequentie (component) ... 5 Hz t/m 80 MHz (–1 dB)
Signaal-ruisverhouding ........................................... 60 dB
ALGEMEEN
Stroomvereisten ................. 230 V wisselspanning, 50 Hz
Stroomverbruik ........................................................ 40 W
Gewicht .................................................................7,66 kg
ACCESSOIRES
Afstandsbediening RC-1065 .......................................... 1
AAA-formaat batterijen .................................................. 2
FM-antenne ................................................................... 1
AM-raamantenne ........................................................... 1
Netsnoer ........................................................................ 1
Lijst met servicecentra ................................................... 1
Gebruiksaanwijzing ........................................................ 1
De technische gegevens zijn onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
DIMENSIONS
482.6 mm (19 ins.)
11 mm
(7/16 ins.)
324.85 mm
353.85 mm
(12-3/4 ins.)
(13-7/8 ins.)
18 mm
(3/4 ins.)
132.6 mm
140.8 mm
(5-1/4 ins.)
(5-1/2 ins.)
8.2 mm (5/16 ins.)
NEDERLANDS
43
Loading...