®
DL4 Delay Modeler
Pilotenhandboek
40-00-0209 Uitgebreide handleiding op www.line6.com/manuals Versie A
1. MODELKEUZEREGELAAR - Hiermee kies je het benodigde model. Als je dat doet, wordt meteen een perfect passende sound hiervoor opgeroepen.
2. DELAY TIME - Hiermee stel je meestal de vertragingstijd in. Zie echter ook de omschrijving van de verschillende modellen verderop.
3. REPEATS - Hiermee kies je in de regel het aantal herhalingen (van één tot oneindig). Zie echter de omschrijving van de verschillende modellen verderop.
4. TWEAK - Deze regelaar heeft bij elk delaymodel een andere functie. Zie de omschrijving van de verschillende modellen verderop.
5 TWEEZ - Ook de functie van deze regelaar verschilt naar gelang het gekozen model. Zie de omschrijving van de verschillende modellen verderop.
6. MIX - Met deze regelaar stel je altijd de mix tussen het directe en het effectsignaal in. Draai hem naar links om het onbewerkte signaal beter te horen.
7. VOETSCHAKELAARS - Voor alle modellen behalve “LOOP SAMPLER” kies je met deze voetschakelaars één van de 3 geheugens. Trap er één van in om de daar
opgeslagen sound op te roepen. Om de huidige instellingen op te slaan moet je één voetschakelaar 3 seconden ingedrukt houden: De zo opgeslagen sound kun je later
weer eenvoudig oproepen.
8. TAP TEMPO - Hiermee kun je het songtempo (kwartslagen) tappen om het delay-effect met je muziek te synchroniseren.
LOOP SAMPLER – werking van de voetschakelaars
RECORD/OVERDUB - Hiermee start je de opname. Trap deze voetschakelaar tijdens de opname opnieuw in om de opname te deactiveren en meteen naar de over-
dubmode te gaan. Aan het begin van elke nieuwe opnamelus worden de eerder opgenomen signalen telkens een beetje zachter gezet. Na verloop van tijd verdwijnen
ze helemaal.
PLAY/STOP - Na de opname kun je hiermee de weergave van de lus starten en stoppen. Wanneer de weergave gestopt is, start je hem hiermee vanaf het begin. Als de
weergave of overdubmode actief is, stop je de lus hiermee. Als je hem tijdens de opname intrapt, wordt de opname gedeactiveerd en begint meteen de weergave van je
lus.
PLAY ONCE - Hiermee speel je de lus één keer af (de PLAY ONCE- en PLAY/STOP-indicators lichten dan op). Als de weergave gestopt is, kun je met deze voet-
schakelaar de enkelvoudige weergave starten. Tijdens de opname deactiveer je met PLAY ONCE de opname en start je meteen de enkelvoudige weergave. Tijdens de
weergave activeer je hiermee de ONCE-mode: de lus wordt dan nog tot aan het einde afgespeeld en stopt dan. Als PLAY ONCE al actief is, keer je hiermee terug naar
het begin van de lus. (Hiermee kun je dus “stotteren”.) In de overdubmode geldt hetzelfde als tijdens de weergave: trap de voetschakelaar in om de lusweergave (en de
overdub) aan het einde van het fragment te stoppen.
1/2 SPEED/REVERSE - Deze voetschakelaar heeft twee functies. Trap hem één keer in om de weergavesnelheid te halveren. Trap hem twee keer in om de weergave om
te keren. Deze twee modes kun je ook simultaan gebruiken.
9. INPUT/OUTPUT - Je hoeft waarschijnlijk maar naar de benamingen van de connectors te kijken om te beseffen waar ze voor dienen. De linker ingang fungeert ook als
aan/uit-schakelaar: zolang je hier geen kabel aansluit, staat het apparaat uit. Als je met batterijen werkt, moet je de aansluiting op de linker ingang telkens verbreken,
wanneer je niet met je Stompbox Modeler werkt.
10. EXPRESSION PEDAL - Bij gebruik van een optioneel expressiepedaal van Line 6 kun je verschillende parameters van je Stompbox Modeler met de voet beïnvloeden,
terwijl je gewoon blijft spelen. De bediening is oersimpel: schakel de Stomp Box Modeler uit door de jack uit de MONO/L INPUT-connector te trekken. Sluit het expressiepedaal aan en zet het in de hoogste stand (hiel naar beneden). Sluit je gitaar weer op de MONO/L INPUT-connector aan (om je Stompbox in te schakelen) en stel de
benodigde sound in. Trap het expressiepedaal nu volledig in (plankgas) en wijzig de instelling van één of verschillende regelaars. Speel op je gitaar, terwijl je het pedaal
heen en weer beweegt om tussen de twee geluiden te “morphen”. Sla deze instellingen in een geheugen op. In dat geval worden beide instellingsvarianten (“snapshots”)
opgeslagen. Indien nodig, kun je ook de instellingen van verschillende regelaars (behalve de modelkeuze) wijzigen, wat het werken met het expressiepedaal nóg interessanter maakt. Als je een dergelijk geheugen oproept, terwijl er geen expressiepedaal is aangesloten, worden alleen de instellingen van het opgeklapte expressiepedaal
gehanteerd.
11. ADAPTER - Je Stomp Box Modeler kan met 4 C-batterijen of een optionele adapter van Line 6 worden gevoed. Wij bevelen het gebruik van alkalinebatterijen aan.
Zolang er geen jack op de MONO/L INPUT-connector is aangesloten, is het pedaal uit. Vergeet dus niet om die aansluiting telkens te verbreken wanneer je niet met je
Stompbox Modeler werkt. Dan gaan de batterijen namelijk langer mee. Als de batterijen bijna uitgeput zijn, beginnen de vier indicators te knipperen.
Echte & alternatieve Bypass
De Stomp Box Modelers zijn voorzien van mechanische schakelrelais die tijdens het kiezen van de bypassmode (door het laatst gekozen geheugen weer uit te schakelen)
worden geactiveerd. Deze relais lussen het ingangssignaal meteen naar de uitgangen door. Je signaal hoeft dus geen enkel circuit te passeren en wordt niet gekleurd door
onnodige A/D-conversies. Es is echter ook een “alternatieve bypassmode” waarin de DSP niet wordt uitgeschakeld, zodat er geen schakelgeluid weerklinkt, wanneer je
de bypassmode activeert. Als je liever met die bypassmode werkt, moet je de eerste en derde voetschakelaar (van links) ingedrukt houden, terwijl je de gitaar op de linker
ingang aansluit (om de Modeler in te schakelen). (Zolang er geen jack op de linker ingang is aangesloten, is de Modeler uit.) De alternatieve bypassmode wordt zo lang
gehanteerd tot je zelf weer de “echte” bypassmode kiest.
Fabrieksinstellingen laden
Bij levering bevatten de vier geheugens van je Stomp Box Modeler al te gekke sounds die je meteen kunt gebruiken. Door eigen instellingen op te slaan overschrijf je
telkens één van die geheugens. Als je later weer de fabrieksinstellingen wilt laden –wat betekent dat je eigen sounds worden overschreven– moet je de voetschakelaars
1 en 4 (helemaal links/helemaal rechts) ingedrukt houden, terwijl je een jack op de linker ingang aansluit. (Zolang er geen jack op MONO/L INPUT is aangesloten, is
de Modeler uit.)
Bezoek ons op www.line6.com
Meer info over de DL4 Delay Modeler vind je op het net. Bezoek onze discussiegroepen of kijk op www.line6.com/manuals of er eventueel een nieuwere versie van het
pilotenhandboek voor je DL4 Delay Modeler bestaat. Als je dan toch online bent, registreer je je DL4 Delay Modeler het best. Je kunt ons echter ook de ingesloten
garantiekaart terugsturen. Alleen geregistreerde gebruikers hebben recht op garantie voor hun DL4 Delay Modeler en worden op de hoogte gehouden van acties en
wedstrijden.