LIEBHERR CTESF2031, CTESF2421, Ctpesf 2031, CT2031, CT2001 User Manual [fr]

...
Page 1
Gebrauchsanleitung Kühl-Gefrierkombination
D
Operating instructions Combined refrigerator-freezer
Consignes d'utilisation Combinés réfrigérateur-congélateur
Istruzione d'uso Combinazione frigo-congelatore
Instrucciones de manejo Combinado frigorífico-congelador
Instruções de utilização Combinado frigorífico-congelador
Kullanma K∂lavuzu Soπutma ve derin dondurucu kombinezonu
GB
NL
F
I
E
P
TR
7081 851-00
4704
CT 2001 CT 2031 CT 206 CT 2421 CT 221 CT 2821 CT 241 CTa 2031 CTa 2421
Page 2
Inhoud pag.
Aanwijzingen ter bescherming van het milieu
Opstellen ................................................................................. 11
Aansluiten ............................................................................... 11
In- en uitschakelen, temperatuur instellen .............................. 11
Cool-Plus-schakelaar .............................................................. 11
Binnenverlichting..................................................................... 11
Aanwijzingen m.b.t. het koelen ............................................... 11
Tips om energie te besparen .................................................. 11
Uitrusting ................................................................................. 11
Vriesvak .................................................................................. 12
Invriezen van verse levensmiddelen ....................................... 12
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren.......................... 12
Ijsblokjes maken...................................................................... 12
Ontdooien, Reinigen ............................................................... 12
Storingen................................................................................. 13
Afmetingen .............................................................................. 13
Deur ombouwen...................................................................... 13
Inbow in het keukenblock........................................................ 13
Bepalingen
De koel-vriescombinatie is bedoeld voor het koelen, invriezen en bewaren van levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het apparaat werd ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Bij profes­sioneel gebruik (in de horeca, detailhandel enz.) moeten de op de betreffende bedrijfstak van toepassing zijnde voorschriften worden opgevolgd.
De kast is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z. een maximale temperatuur waarboven de kast niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van de kast op het typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse ontworpen voor
omgevingstemperaturen
SN + 10° tot + 32 °C N + 16° tot + 32 °C ST + 18° tot + 38 °C T + 18° tot + 43 °C
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd . Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbe­palingen en de EG-richtlijnen 73/23/EEG en 89/336/EEG.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem even­tueel aan de volgende eigenaar door. Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Vriesvak
Boter- en kaasvak
Verplaatsbare plateaus
Opbergvakken
Groenteladen
Typeplaatje Verplaatsbare
flessen- en conser­venhouder
De verpakking als transportbescherming van het apparaat en
afzonderlijke onderdelen is van recyclebare materialen gefabriceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van PS (geschuimd, cfk-vrij polystyreen)
- Folies en plastic zakken van PE (polyetheen)
- Spanbanden van PP (polypropeen)
Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen -
verstikkingsgevaar door folies!
Breng a.u.b. het verpakkingsmateriaal naar het dichtstbijzijnde officiële inzamelpunt zodat de verschillende materialen herge­bruikt resp. verwerkt kunnen worden.
Het afgedankte apparaat
bevat nog waardevolle materialen en moet gescheiden van het ongesorteerde afval worden afgevoerd.
- Afgedankte apparaten onmiddellijk onbruikbaar ma-
ken, stekker uit het stopcontact trekken en aansluitka­bel doorknippen.
- Verwijder een evt. snap- of grendelslot, zodat spelende
kinderen zich niet zelf kunnen opsluiten - ze stikken.
- Let erop dat het koelmiddelcircuit van het afgedankte apparaat
voor afhaling of afgifte bij de door de gemeenten ingerichte depots niet beschadigd wordt. Op deze wijze is gewaarborgd dat het koelmiddel in het circuit of olie niet ongecontroleerd ontsnapt.
- Nadere informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het
typeplaatje. De warmte-isolatiestof is PU met pentaan.
- Informatie over ophaaldata of inzamelpunten is de plaatselijke
stadsreiniging of bij de gemeente verkrijgbaar.
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Om persoonlijk letsel en materiële schade te voorkomen, het apparaat alleen verpakt transporteren en met twee personen neerzetten.
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar.
Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen. Eruit spuitend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of ontbranden.
Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of ontstekings­bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen, stekker uit het stopcontact trekken en de ruimte goed ventileren.
Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het aansluiten ­bij de leverancier reclameren.
Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat alleen vol­gens de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren en aan­sluiten.
In geval van een storing het apparaat van het net loskoppelen: stekker uit het stopcontact trekken (hierbij niet aan de aansluit­kabel trekken) of zekering laten aanspringen resp. eruit draaien.
Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door de technische dienst laten uitvoeren, daar anders aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Hetzelfde geldt voor het
vervangen van het netsnoer.
Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals butaan, propaan, pentaan enz., in het appa­raat. Eventueel vrijkomende gassen zouden door elektrische componenten kunnen ontbranden. U herkent dergelijke spuit­bussen aan de erop gedrukte inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
Producten met een hoog percentage alcohol alleen goed afge­sloten en staande bewaren.
In het inwendige van het apparaat geen open vuur of ontste­kingsbronnen gebruiken.
Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken (bijv. stoomreinigingsapparatuur, verwarmingsapparatuur, ijs­makers enz.).
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken.
Kinderen niet met het apparaat laten spelen, bijv. door ze in laden te laten zitten of aan de deur laten hangen.
Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn, ze kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
10
Stelpoten
Page 3
Opstellen
Binnenverlichting
Let er bij het opstellen/inbouwen op dat er geen leidingen van het koelsysteem beschadigd raken.
Schuif het apparaat in de nis. Verdraai de stelpoten met een steeksleutel 10 om het apparaat stevig en waterpas op te stellen.
Vermijd standplaatsen direct in het zonlicht, naast het fornuis, de radiator en dergelijke, evenals in vochtige omgevingen met spatwater.
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ont­vlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmid­del vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer! Lees de informatie in de
opstel- en ombouwaanwijzingen.
Plaats geen apparaten die warmte afgeven op de koel- of diepvrieskast, bijv. magnetron, broodrooster enz.
Aansluiten
De stroom (wisselstroom) en spanning op de opstelplaats
moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de linker binnenkant, naast de groente­laden.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd rand­aardestopcontact aansluiten.
Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via een verlengkabel - gevaar voor oververhitting.
Bij het loshalen van het netsnoer van de achterzijde van het apparaat de kabelhouder verwijderen, om rammelen te voorko­men!
In- en uitschakelen, temperatuur instellen
Aan: Draai de temperatuurregelaar , afb. A1, rechtsom van "0" op "4". Het apparaat wordt ingeschakeld en de binnenverlichting gaat aan.
Uit: stand "0". De binnenverlichting is uit.
De standen van de temperatuurregelaar betekenen:
"1" = warm, kleinste koelcapaciteit "7" = koud, grootste koelcapaciteit
Draai de temperatuurregelaar bij voorkeur in de middelste stand.
Bij apparaten met een vriesvak geldt:
Worden diepvriesproducten bewaard en moeten de lage vak­temperaturen gewaarborgd zijn, dan verdient een instelling tussen "4" en "7" de aanbeveling.
Cool-Plus-schakelaar
Bij lage kamertemperaturen van 18 °C of minder de Cool-
Plus-schakelaar , afb. A1, aan de temperatuurregelaar in­schakelen. Dit garandeert de vereiste lage temperatuur in het vriesvak.
Bij normale kamertemperaturen van meer dan 18 °C, is het inschakelen niet nodig, de Cool-Plus-schakelaar moet uitge­schakeld zijn.
Houd er rekening mee dat de binnentemperatuur wordt
Tip:
beïnvloed door de kamertemperatuur, de vulling, de plaats van het apparaat en de frequentie waarmee de deur wordt geopend.
Type gloeilamp: max. 15 W, de stroomsoort en spanning moeten met de gegevens op het typeplaatje overeenstemmen, fitting: E 14. Vervangen van de gloeilamp, afb. A1a: Schakel het apparaat uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering
in de meterkast uit.
Aanwijzingen m.b.t. het koelen
Door de luchtcirculatie ontstaan verschillende temperatuur­zones, die voor het bewaren van de verschillende levensmidde­len gunstig zijn.
- Direct boven de groenteladen en tegen de achterwand is het het koudste - gunstig voor bijv. worst- en vleeswaren.
- In het bovenste voorste bereik en in de deur is het het warmste
- gunstig voor bijv. smeerbare boter en kaas.
Plaats levensmiddelen zodanig dat de lucht goed kan circule­ren, dus niet te dicht bij elkaar.
Bewaar ze altijd in gesloten verpakkingen; bewaar producten met een hoog percentage alcohol alleen goed afgesloten en staande.
Als verpakkingsmateriaal zijn recyclebare kunststof, metalen, aluminium, glazen verpakkingen en vershoudfolie geschikt.
Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen zoals fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of verpakken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv. tomaten niet met kiwi's of kool bewaren.
Tips om energie te besparen
Houd de ventilatieopeningen vrij.
Laat de deur nooit onnodig lang open staan.
Plaats de levensmiddelen soort bij soort in het apparaat; houdt
u aan de maximale bewaartijd.
Bewaar alle levensmiddelen goed verpakt of afgedekt; rijpvor­ming wordt zo voorkomen.
Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het apparaat plaatst.
Laat diepvriesproducten in de koelruimte ontdooien.
Ontdooi het vak zodra zich een dikkere laag ijs gevormd heeft.
Het apparaat vriest dan beter èn zuiniger.
Uitrusting
Alle opbergvakken zijn voor het reinigen uitneembaar, afb. A2: vak omhoog schuiven en naar voren er­uit tillen.
Door de flessen- en conserven-
houder te verschuiven kunt u de flessen tegen omvallen bij het ope­nen en sluiten van de deuren be­schermen. Voor het reinigen kan de houder afgenomen worden. Bij de uitvoering volgens fig. A2: de voorste rand van de houder omh­oogschuiven en uit laten klikken.
De draagplateaus kunt u afhanke- lijk van de hoogte van de producten verplaatsen, afb. A3:
- Til het draagplateau op, trek het naar voren en zwenk het weg.
- Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand achter naar boven wijzend terug, daar de levensmidde­len anders aan de achterwand vast kunnen vriezen.
NL
11
Page 4
Vriesvak
Ontdooien
In het vriesvak kunt u bij een bewaartemperatuur van -18 °C en lager (d.w.z. vanaf de middelste stand van de temperatuurregel­aar) diepvriesproducten en levensmiddelen verscheidene maan­den lang bewaren, ijsblokjes maken en bovendien verse levens­middelen invriezen.
Opmerking: De temperatuur van de lucht in het vak (gemeten met een thermometer of andere meetapparatuur) kan schommelen. Dit heeft bij een gevuld vak echter weinig invloed op de ingevroren levensmiddelen. De kerntemperatuur van de ingevroren levens­middelen ligt dan rond het gemiddelde van deze schommelingen.
Invriezen van verse levensmiddelen
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door bevroren worden. Voedingswaarde, vitaminen, uiterlijk en smaak van de levensmiddelen blijven zo het beste bewaard. Ga bij het invriezen van grotere hoeveelheden verse levensmiddelen als volgt te werk:
Stel de temperatuurregelaar ca. 24 uur vóór het erin leggen op een gemiddelde tot koude stand (ca. 6) in,
- schakel Cool-Plus in. Reeds ingevroren diepvriesproducten krijgen een "koudereserve".
Leg vervolgens de verse levensmiddelen erin. Op het typeplaatje ("Invriescapaciteit") vindt u hoeveel kilo verse levensmiddelen u binnen 24 uur mag invriezen. Verdeel de verse levensmiddelen zo breed mogelijk over de bodem van het vriesvak en laat ze niet in aanraking komen met reeds ingevroren diepvriesproducten.
Na nog eens 24 uur zijn de nieuwe, in te vriezen levensmiddelen door en door bevroren.
- Draai de temperatuurregelaar weer in de oorspronkelijke stand terug. Schakel Cool-Plus weer uit. Het normale koelproces komt weer op gang. Het invriezen is voltooid.
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
Diepvriesproducten (reeds ingevroren levensmiddelen) kunt u onmiddellijk in het koude vak leggen.
Vries eenmaal ontdooide levensmiddelen bij voorkeur niet op­nieuw in, maar bereid ze direct na het ontdooien.
Gebruik het volgende overzicht om na te gaan hoe lang de verschillende levensmiddelen bij benadering in het vriesvak kunnen worden bewaard: Gevogelte, rundvlees, lam 6 tot 12 maanden Vis, varkensvlees 2 tot 6 maanden Wild, konijn, kalfsvlees 4 tot 8 maanden Worst, ham 2 tot 4 maanden Kant-en-klare maaltijden 2 tot 4 maanden Groenten en fruit 6 tot 12 maanden Kaas, brood, banket 2 tot 6 maanden Gebak waarin gist is verwerkt 1 tot 5 maanden Consumptieijs 2 tot 3 maanden
- Raadpleeg voor meer informatie a.u.b. de verpakking van de levensmiddelen of een speciaal diepvrieshandboek.
Ijsblokjes maken
Vul de ijsblokjeshouder voor driekwart met water en laat dit bevriezen. De ijsblokjes komen los uit de houder door deze te buigen, of wanneer de ijsblokjeshouder korte tijd onder stromend water wordt gehouden.
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het vrijkomende water stroomt via de dooiwaterafvoer in de achterwand in een verdampingsschaal buiten het apparaat. Hier verdampt het water door de vrijko­mende warmte van de compressor. Het enige wat u hoeft te doen, is van tijd tot tijd te controleren of het dooiwater door de dooiwaterafvoer (pijl) boven de groenteladen ongehinderd kan weg­stromen. Zie verder onder `Reinigen´.
In het vriesvak
ontstaat na geruime tijd een dikkere laag rijp of ijs. Hierdoor stijgt het energieverbruik. Ontdooi daarom regelmatig.
Gebruik voor het ontdooien geen elektrische verwarmings- of stoomreinigingsapparaten, ontdooisprays, open vuur of me­talen voorwerpen om ijs te verwijderen. Gevaar voor verwon­dingen en beschadigingen!
Plaats een pan warm (niet: kokend) water in het vak om het sneller te laten ontdooien.
Om het vak te laten ontdooien, ga als volgt te werk:
Schakel het apparaat uit: trek de stekker uit het stopcontact of
- draai de temperatuurregelaar in de stand "0".
De diepvriesproducten eruit nemen, in krantenpapier of in de­kens wikkelen en op een koele plaats bewaren.
Laat de deur van het vriesvak tijdens het ontdooien openstaan. Wis het dooiwater met een spons of doek op. Maak het apparaat vervolgens schoon.
Reinigen
Trek altijd de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit, voordat u het apparaat schoon­maakt.
Buitenwand, binnenruimte en delen van het interieur met lauw­warm water en een beetje schoonmaakmiddel met de hand reinigen. Gebruik geen stoomreinigingsapparaat teneinde
verwondingen en beschadigingen te voorkomen.
Gebruik nooit schurende/krassende sponsjes of geconcen­treerde schoonmaakmiddelen en gebruik geen producten die zand, zuren of chemische oplosmiddelen bevatten.
- Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een pH-neutrale allesreiniger.
- Let erop dat geen schoonmaakwater in de ventilatieopeningen, de afvoergoot en elektrische delen dringt. Wrijf het apparaat droog.
- Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat nooit: het is belangrijk voor de technische dienst.
Reinig de dooiwater-afvoeropening in de achterwand boven de groenteladen regelmatig, afb. A, pijl. Gebruik indien nodig een spits hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje.
Maak het aggregaat en de warmtewisselaar (het metalen rooster aan de achterkant van hat apparaat) minimaal één keer per jaar stofvrij en schoon. Stof verhoogt het energieverbruik.
Let erop dat u geen kabels of andere onderdelen lostrekt, knikt of beschadigt.
Steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact (of schakel de zekering in de meterkast weer in) en schakel het apparaat in.
Moet het apparaat voor langere tijd uitgeschakeld worden, maak het dan leeg, trek de stekker uit het stopcontact, maak het op de hierboven beschreven manier schoon en laat de deur van het apparaat open staan om geurvorming te voorkomen.
12
Page 5
Storingen
Deur ombouwen
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat storin­gen nagenoeg niet voorkomen en een lange levensduur gegaran­deerd is. Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de garantietermijn ­de reparatiekosten in rekening brengen. De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Het apparaat werkt niet.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
De binnenverlichting brandt niet.
- Is het apparaat ingeschakeld?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als onder "Bin­nenverlichting" beschreven.
Het apparaat maakt te veel lawaai.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden meu­bels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende aggre­gaat aan het trillen gebracht? Schuif het apparaat eventueel iets weg, stel het met de stelpoten waterpas, zet de flessen en verpakkingen van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen) veroor­zaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit stroomt. Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt. Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder als het aggregaat wordt ingeschakeld.
De temperatuur is niet laag genoeg.
- Is de temperatuur goed ingesteld? Stel indien nodig een lagere temperatuur in.
- Is het apparaat goed gesloten; werd het te vaak geopend?
- De losse thermometer in het apparaat geeft een foute tempera­tuur weer.
- Is de luchttoevoer en -afvoer in orde? Maak de openingen vrij.
Afb. T: Desgewenst kan de draairichting worden veranderd. Ga hiervoor volgens afb. T/T1 en in de volgorde van de positienummers te werk.
NL
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorzaken vaststellen en de storing niet zelf verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met de dichtstbijzijnde technische dienst (zie bijgevoegd overzicht) en geef de volgende gegevens op het typeplaat­je door: de typeaanduiding ❶, het
service- ❷, het apparaatnummer. Hierdoor wordt een snelle en
efficiënte service mogelijk. Het type­plaatje vindt u op de linker binnen­kant van het apparaat.
Afmetingen [mm]
A
CT 20.. 1215 CT 24.. 1409 CT 28.. 1555
Inbouw in het keukenblok
Om de kast aan de hoogte van het keukenblok aan te passen kunt u er een opbouwkast op plaatsen. Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een ventilatie­ruimte van ten minste 50 mm diepte vrij voor de toevoer en afvoer van lucht. De ventilatieruimte moet een minimale doorsnede van 300 cm˝ hebben. Hoe groter de doorsnede van de ventilatieruimte, des te energiezuiniger werkt de kast.
Plaatst u de kast met de scharnierkant naast een muur neem dan een afstandlijst (breedte ongeveer 50 mm) tussen kast en muur op. Dit in verband met het uitsteken van de deurgreep bij een geopende deur.
opbouwkast keukenmeubel koel-vriescombinatie muur
13
Loading...