De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
2* afhankelijk van model en uitvoering
Page 3
Het apparaat in vogelvlucht
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen in een huishoudelijke of vergelijkbare omgeving. Daartoe wordt
bijv. het gebruik gerekend
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en
andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of vergelijkbare, overeenkomstig de Europese richtlijn
2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten
grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
-
Gebruik op beweegbare ondergronden zoals
schepen, railverkeer of vliegtuigen
-
Opslag van levende dieren
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaatklasse, bij begrensde omgevingstemperaturen,
worden gebruikt. De voor uw apparaat betreffende klimaatklasse staat op het typeplaatje
vermeld.
Aanwijzing
Om een probleemloze werking te waar-
u
borgen, moet de aangegeven omgevingstemperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse
SN10 °C t/m 32 °C
N16 °C t/m 32 °C
ST16 °C t/m 38 °C
T16 °C t/m 43 °C
voor omgevingstemperaturen van
1.3 Conformiteit
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het
apparaat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU,
2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
De BioFresh-lade voldoet aan de eisen van een koelvak
conform DIN EN 62552.
1.4 Opstelafmetingen
Fig. 2
Modela
[mm]b [mm]c [mm]d [mm]e [mm]f [mm]g [mm]
CB(ef)
CB(ef)
48.. /
CBN(e
f/bs)
CBN(e
f) 57..
x
Bij gebruik van wandafstandhouders wordt de afmeting
15 mm (zie 4.2) groter.
De afmetingen bij een geopende deur gelden voor een
openingshoek van 115 °. Afstandsafmetingen variëren al naargelang openingshoek.
600 1850
43..
48..
700 1275 x1015
600 x665 x709
2010
x
1185 x871 115
h [°]
1.5 Energie sparen
Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
-
ningen resp. -roosters niet af.
Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
-
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
-
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van
de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van
25° C kan het energieverbruik veranderen.
Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
-
energieverbruik.
Sorteer de levensmiddelen (zie Het apparaat in vogelvlucht).
-
* afhankelijk van model en uitvoering3
Page 4
Algemene veiligheidsvoorschriften
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
-
Rijpvorming wordt voorkomen.
Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze niet
-
te warm worden.
Warme gerechten in het apparaat plaatsen: eerst op kamer-
-
temperatuur laten afkoelen.
Diepvriesproducten in de koelruimte ontdooien.
-
Als in het apparaat een dikke ijsaanslag aanwezig is: Appa-
-
raat ontdooien.*
1.6 Laadvoorbeeld
Fig. 3
1.7 SmartDevice
Het apparaat is voor de integratie in een Smart
Home en voor uitgebreidere servicevoorzieningen
voorbereid. Door een SmartDeviceBox kunnen
overige opties worden vrijgeschakeld. De activering
vindt plaats via het klantenportaal MyLiebherr.
Nadere informatie over de beschikbaarheid, voorwaarden en
de afzonderlijke opties vindt u op internet onder: www.smartdevice.liebherr.com.
2 Algemene veiligheidsvoorschriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar
en ouder alsmede door personen met
verminderde psychische, sensorische of
mentale bekwaamheden of een gebrek aan
ervaring en kennis worden gebruikt onder
toezicht van een derde of met betrekking tot
het veilige gebruik van het apparaat zijn
onderwezen en de gevaren kennen en
begrijpen. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. De reiniging en het onderhoud mag niet door kinderen zonder toezicht
worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar
mogen het apparaat inladen en uitladen.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt
van het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties en ingrepen aan het apparaat
alleen door de klantenservice of ander hiervoor opgeleid vakpersoneel laten uitvoeren.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving
in de handleiding monteren, aansluiten en
afvoeren.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef hem eventueel aan de volgende eigenaar door.
-
Speciale lampen zoals LED-lampen in het
apparaat dienen voor de verlichting van de
binnenruimte van het apparaat en zijn niet
geschikt voor de verlichting van de ruimte.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend
koelmiddel kan vlam vatten.
•
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit
niet beschadigen.
•
Binnenin het apparaat geen open vuur of
ontstekingsbronnen gebruiken.
•
Binnenin het apparaat geen elektrische
apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers,
verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
•
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat
zich geen open vuur of ontstekingsbronnen
in de buurt van de lekkage bevinden.
Ruimte goed ventileren. Contact opnemen
met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektrische componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vlammen uit de buurt
van het apparaat, zodat ze geen brand
veroorzaken.
4* afhankelijk van model en uitvoering
Page 5
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer
nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veiligheidsmaatregelen
treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in
het scharnier grijpen. Vingers kunnen ingeklemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de
compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan
bij het inslikken en indringen in de luchtwegen
dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het
recyclingproces van belang. In de normale modus
bestaat er geen gevaar.
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
Het homebeeldscherm is de uitgangsweergave voor de
gebruiker. Van hieruit worden alle instellingen uitgevoerd.
Door op het beeldscherm te drukken kunnen de functies
worden opgeroepen en de waarden worden gewijzigd.
3.2 Bedieningsstructuur
Veld koelgedeelte
Fig. 5
(1) Symbool koelgedeelte(2) Temperatuurweergave
In het veld koelgedeelte wordt de ingestelde temperatuur van
het koelgedeelte weergegeven.
De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd:
Temperatuurinstellingen
-
Koelgedeelte inclusief BioFresh-gedeelte uit- en inscha-
-
kelen
Veld BioFresh
koelgedeelte
GEVAARduidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAARSCHUWING
VOORZICH
TIG
LET OPduidt een gevaarlijke situatie aan,
* afhankelijk van model en uitvoering5
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan
(1) Symbool BioFresh(2) Temperatuurweergave
In het veld BioFresh wordt de ingestelde temperatuur van de
BioFresh weergegeven.
Instelling van de BioFresh-temperatuur (zie 5.5) .
Veld vriesgedeelte
(1) Symbool vriesgedeelte(2) Temperatuurweergave
Fig. 6
BioFresh
Fig. 7
vriesgedeelte
Page 6
Bedienings- en controle-elementen
In het veld vriesgedeelte wordt de ingestelde temperatuur van
het vriesgedeelte weergegeven.
De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd:
Temperatuurinstellingen
-
Apparaat uit- en inschakelen
-
Bij het uitschakelen van het vriesgedeelte worden ook het koelen BioFresh-gedeelte uitgeschakeld.
Menuveld
Fig. 8
(1) Hoofdmenu(2) Geactiveerde optie
Het menuveld biedt toegang tot de opties en instellingen van
het apparaat. Bovendien worden geactiveerde opties weergegeven.
3.3 Navigatie
Door op menu te drukken krijgt u toegang tot de afzonderlijke
opties. Na bevestiging van een optie of instelling klinkt een
geluidssignaal. De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
De bediening van het apparaat vindt plaats via de volgende
symbolen:
Na activering of deactivering van een
optie wisselt de weergave naar het
homebeeldscherm.
RESET:
Timer terugzetten.
Toegang klantenservice
Aanwijzing
Als na 1 minuut geen keuze plaatsvindt, wisselt de weergave
naar het homebeeldscherm.
3.4 Symbolen
De symbolen geven informatie over de actuele staat van het
apparaat.
Pijlen omhoog:
Temperatuur wordt verhoogd.
Pijlen omlaag:
Temperatuur wordt verlaagd.
Stand-by:
Apparaat of temperatuurzone is
uitgeschakeld.
Meldingen:
Actieve foutmeldingen en herinneringen zijn aanwezig.
Met de navigatiepijlen kan men door
de afzonderlijke opties bladeren. Na
de laatste optie wordt de eerste optie
weer weergegeven.
Terug:
Keuze annuleren.
De weergave wisselt naar het
volgende hogere niveau resp. naar
het homebeeldscherm.
OK:
Keuze bevestigen.
Na bevestiging wisselt de weergave
naar het homebeeldscherm.
ON / OFF, START / STOP
Optie activeren / deactiveren.
3.5 Apparaatopties
De volgende opties kunnen geactiveerd of ingesteld worden,
toelichtingen en instelmogelijkheid, (zie Bediening):
SymboolOptie
SuperCool
SuperFrost
SabbathMode
Kinderbeveiliging
Temperatuureenheid
BioFresh
x
Is de optie geactiveerd, wordt het bijbehorende symbool in het
menuveld weergegeven.
Bij meer dan 6 geactiveerde opties worden in het menuveld
alleen 4 opties weergegeven. De overige opties worden door
het drukken op de onderste navigatiepijl weergegeven. Door
herhaaldelijk op de navigatiepijl te drukken, komt u terug bij de
beginweergave.
Het symbool verdwijnt als de optie eindigt of wordt gedeactiveerd.
x
x
x
6* afhankelijk van model en uitvoering
Page 7
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd transport!
u
u
u
4.2 Apparaat opstellen
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
VOORZICHTIG
Het apparaat verpakt transporteren.
Het apparaat rechtop transporteren.
Het apparaat niet alleen transporteren.
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
In gebruik nemen
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
q
een fornuis, verwarming of dergelijke.
Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief
q
de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct
tegen de muur plaatsen.
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
q
verschoven.
De ondergrond van het apparaat moet dezelfde hoogte
q
hebben als de omgeven bodem.
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
q
Hoe meer koelmiddel R 600a er in het apparaat is, des te
q
groter moet de ruimte zijn, waarin het apparaat staat. In te
kleine ruimtes kan bij een lek een brandbaar mengsel van
gas en lucht ontstaan. Volgens de norm EN 378 moet per
11 g koelmiddel R 600a de plaatsingsruimte ten minste 1 m
groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel van uw apparaat staat
op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.*
u
LET OP
Beschadigingsgevaar door reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal!
De roestvrijstalen deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn
behandeld met een hoogwaardige oppervlakcoating.
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal tasten de oppervlakken
3
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
u
apparaat liggen.
Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
u
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere apparaten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
u
digen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
u
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatieopeningen!
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
u
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat
u
zetten.
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
q
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
q
vlak zijn.
aan.
Gecoate deur- en zijwandoppervlakken alsmede gelakte
u
deur- en zijwandoppervlakken uitsluitend afvegen met
een zachte, schone doek. Bij sterke vervuiling een beetje
water of een neutraal reinigingsmiddel gebruiken. Optioneel
kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
Trek de beschermfolie van de sierlijsten en van de lade-
u
fronten.
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
De afstandhouders dienen gebruikt te worden om het opgegeven energieverbruik te bereiken en het condenswater bij een
hoge omgevingsvochtigheid te voorkomen. Daardoor wordt de
diepte van het apparaat vergroot met circa 15 mm. Het apparaat is zonder gebruik van de afstandhouder volledig functioneel, alleen het verbruik is een beetje hoger.
Bij een apparaat met meegele-
u
verde wandafstandhouders deze
links- en rechtsonder aan de
achterzijde van het apparaat
monteren.
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
u
Stel het apparaat met de
u
meegeleverde steeksleutel
en met behulp van de stelpootjes (A) en een waterpas
stevig en vlak op.
Vervolgens de deur onder-
u
steunen: stelvoet bij lagerbus
(B) uitdraaien tot deze op de
vloer komt, daarna 90°
verder draaien.
Aanwijzing
Apparaat reinigen (zie 6.5) .
u
*
* afhankelijk van model en uitvoering7
Page 8
In gebruik nemen
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
u
ruimte.
4.3 Deurscharniering veranderen
Indien nodig kunt u de scharniering veranderen:
Zorg ervoor dat de volgende gereedschappen klaarliggen:
Torx® 25 (T25)
q
Torx® 15 (T15)
q
Sleufschroevendraaier
q
Steeksleutel M10
q
Waterpas
q
Bijgevoegde steeksleutel met T25-gereedschap
q
Indien nodig een accuboormachine
q
Indien nodig trapladder
q
Indien nodig een tweede persoon inzetten voor de montage-
q
werkzaamheden
4.3.1 Bovenste deur eruit halen
Aanwijzing
Verwijder levensmiddelen uit de deurvakken voordat de deur
u
wordt afgenomen, zodat er geen levenmiddelen uit vallen.
Fig. 9
Deur openen.
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging!
Wanneer de deurdichting wordt beschadigd sluit de deur evt.
niet goed en is de koeling niet voldoende.
Beschadig de deur niet met de schroevendraaier!
u
Buitenste afdekking verwijderen.
u
Lagerboutafdekking ontgrendelen en losmaken. Afdekking
u
van de lagerbus verwijderen.
Paneel met de sleufschroevendraaier losmaken en naar de
u
zijkant draaien.
Fig. 9 (3)
Fig. 9 (1)
Fig. 9 (2)
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Veiligheidsafdekking voorzichtig eraf trekken.
u
Bout met schroevendraaier T15 een stukje eruit draaien.
u
Fig. 10 (1)
Fig. 10 (2)
VOORZICHTIG
De deur vasthouden en de bout met de vingers eruit trekken.
u
Fig. 10 (3)
Lagerbussen uit de geleiding trekken. Op de andere kant
u
aanbrengen en vastklikken.
De deur optillen en aan de kant zetten.
u
Stop voorzichtig met een sleufschroevendraaier uit de
u
lagerbus van de deur optillen en eruit trekken.
Fig. 10 (4)
Fig. 10 (5)
Fig. 10
8* afhankelijk van model en uitvoering
Page 9
4.3.2 Onderste deur eruit halen
In gebruik nemen
Met schroevendraaier T25 beide schroeven eruit draaien.
u
Lagerbus optillen en verwijderen.
u
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Bouten vanaf de bovenkant eruit trekken.
u
Deur naar buiten draaien, naar boven trekken en aan de
u
zijkant stellen.
Fig. 11 (2)
Fig. 11 (1)
4.3.3 Bovenste lagerdelen omzetten
VOORZICHTIG
Fig. 11
Afdekking losmaken en zijdelings verwijderen.
u
Afdekking 180° gedraaid op de andere kant van rechts
u
aanbrengen.
Afdekking vastklikken.
u
Schroef met schroevendraaier T25 aandraaien.
u
Bovenste lagerbus plaatsen.
u
Tapeinden bevinden zich in de desbetreffende schroefgaten.
w
Schroef vastdraaien.
u
Schroef met schroevendraaier T25 aanbrengen en vast-
u
draaien.
Fig. 13 (2)
Fig. 13 (3)
Fig. 13 (5)
Fig. 13 (4)
Fig. 13 (6)
Fig. 13 (1)
Fig. 13 (4)
4.3.4 Middelste lagerdelen omzetten
Fig. 13
Fig. 14
Fig. 12
Schijf eraf trekken.
u
Fig. 14 (1)
* afhankelijk van model en uitvoering9
Page 10
In gebruik nemen
Schroeven met schroevendraaier T25 eruit draaien.
u
Fig. 14 (2)
Afdekking voorzichtig eraf trekken.
u
Lagerbus met folie 180° gedraaid op de andere kant beves-
u
tigen.
Fig. 14 (4)
Afdekking 180° gedraaid op de andere kant aanbrengen.
u
Fig. 14 (5)
Schijf vanaf de voorkant erop schuiven.
u
4.3.5 Onderste lagerdelen omzetten
Fig. 14 (3)
Fig. 14 (6)
Lagerbouten compleet vanaf de bovenkant eruit trekken.
u
Fig. 15 (1)
Schroeven met schroevendraaier T25 eruit draaien en
u
lagerbus eraf halen.
Fig. 15 (2)
Fig. 16
Schroef met de schroevendraaier T25 los draaien.
u
Fig. 16 (1)
Deursluithulp optillen en 90° naar rechts in de opening
u
draaien.
Schroef met schroevendraaier T25 vastschroeven.
u
Fig. 16 (2)
Fig. 16 (3)
Fig. 15
Afdekking eraf halen en op de andere kant aanbrengen.
u
Fig. 17 (1)
Lagerbus op de andere kant aanbrengen en met behulp van
u
een schroevendraaier T25 vastschroeven. Met schroef 2
onder in het midden beginnen.
Schroef 3 en 4 vastschroeven.
u
Lagerbus volledig aanbrengen. Let op dat de vergrendelnok
u
naar achter wijst.
Fig. 17 (5)
Fig. 17 (2)
Fig. 17 (3, 4)
4.3.6 Lagerdeel van de deur omzetten
Deur onder
Fig. 17
Fig. 18
Onderkant van de deur wijst naar boven: Deur draaien.
u
Lip met sleufschroevendraaier naar onder drukken.
u
Fig. 18 (1)
Sluithaak uit de geleiding trekken.
u
Sluithaak aan de andere kant van de geleiding schuiven.
u
Fig. 18 (2)
Fig. 18 (3)
10* afhankelijk van model en uitvoering
Page 11
Bovenkant van de deur wijst naar boven: Deur draaien.
u
Deur boven
In gebruik nemen
4.3.7 Greep omzetten
Fig. 19
Onderkant van de deur wijst naar boven: Deur draaien.
u
Lip met sleufschroevendraaier naar onder drukken.
u
Fig. 19 (1)
Sluithaak uit de geleiding trekken.
u
Geleidingsbus eruit trekken: Lip met de sleufschroeven-
u
draaier indrukken en gelijktijdig de sleufschroevendraaier
onder de geleidingsbus plaatsen.
De bij de levering geleverde geleidingsbus op de andere
u
zijde van de behuizing aanbrengen.
Sluithaak in de geleiding schuiven.
u
Bovenkant van de deur wijst naar boven: Deur draaien.
u
Fig. 19 (2)
Fig. 19 (3, 4)
Fig. 19 (5)
Fig. 19 (6)
Fig. 20
Afdekking eraf trekken.
u
Schroeven met schroevendraaier T15 eruit draaien.
u
Fig. 20 (1)
Fig. 20 (2)
Greep eraf halen.
u
Zijdelingse stop voorzichtig met een sleufschroevendraaier
u
optillen en eruit trekken.
Stop op de andere kant weer aanbrengen.
u
Fig. 20 (3)
Fig. 20 (4)
Fig. 20 (5)
* afhankelijk van model en uitvoering11
Page 12
In gebruik nemen
Fig. 21
Greep op de tegenzijde aanbrengen.
u
De schroefgaten moeten precies boven elkaar liggen.
w
Schroeven met schroevendraaier T15 vastschroeven.
u
Fig. 21 (2)
Afdekkingen zijdelings aanbrengen en erop schuiven.
u
Fig. 21 (3)
Let op het correct vastklikken.
w
Fig. 21 (1)
4.3.8 Onderste deur monteren
Fig. 22
Stop voorzichtig met een sleufschroevendraaier optillen en
u
eruit trekken.
Stop op de andere deurzijde weer aanbrengen.
u
Deur van boven op de onderste lagerbout plaatsen.
u
Fig. 22 (1)
Fig. 22 (2)
Fig. 22 (3)
Het midden van de lagerbout door het midden van de
u
lagerbus in de onderste deur aanbrengen. Let op dat de
vergrendelnok naar achter wijst.
Fig. 22 (4)
12* afhankelijk van model en uitvoering
Page 13
In gebruik nemen
4.3.9 Bovenste deur monteren
Fig. 23
Deur op de middelste lagerbout plaatsen.
u
Deur boven uitlijnen op de opening in de lagerbus.
u
Fig. 23 (1)
Bouten aanbrengen en met schroevendraaier T15 vast-
u
schroeven.
Veiligheidsafdekking voor de veiligheid van de deur
u
monteren: Veiligheidsafdekking aanbrengen en controleren
of deze op de deur rust. Anders bout volledig aanbrengen.
Fig. 23 (3)
Stop aanbrengen.
u
Fig. 23 (2)
Fig. 23 (4)
4.3.11 Afdekkingen aanbrengen
Fig. 24
De deur is 90° geopend.
Afdekking van de lagerbus aanbrengen en vastklikken, en
u
indien nodig, voorzichtig uit elkaar drukken.
Paneel zijdelings aanbrengen en vastklikken.
u
Fig. 24 (1)
Fig. 24 (2)
Fig. 25
Buitenste afdekking erop schuiven.
u
Bovenste deur sluiten.
u
Fig. 25 (2)
Fig. 25 (1)
4.4 Inbouw in het keukenblok
4.3.10 Deuren uitlijnen
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed
koelt.
u
u
u
u
WAARSCHUWING
De lagerbussen met 4 Nm goed vastschroeven.
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
De deur eventueel via de beide slobgaten in de lagerbus
onder en lagerbus midden t.o.v. het apparaathuis uitlijnen.
Hiervoor de middelste schroef in de lagerbus onder met het
bijgevoegde T25-gereedschap eruit schroeven. De overige
schroeven met het T25-gereedschap of met een schroevendraaier T25 een beetje losdraaien en via de slobgaten
uitlijnen. In de lagerbus middelste schroeven met het T25gereedschap losdraaien en lagerbus midden via de slobgaten uitlijnen.
Deur ondersteunen: Stelvoet met steeksleutel M10 op de
lagerbus aan de onderkant eruit draaien, totdat deze op de
bodem rust, dan 90° verder draaien.
Fig. 26
A [mm]B [mm]
665
x
65 min. 300 min. 50 min. 46
C [cm2]
D [mm]E [mm]
* afhankelijk van model en uitvoering13
Page 14
In gebruik nemen
x
Bij gebruik van wandafstandhouders wordt de afmeting
15 mm (zie 4.2) groter.
De maten gelden voor een openingshoek van 90 °. Afstands-
maten verschillen afhankelijk van openingshoek.
Het apparaat kan in keukenkasten worden ingebouwd. Om het
apparaat
passen, kan boven het apparaat een opzetkast
worden aangebracht.
Het apparaat kan direct naast de keukenkast
worden geplaatst. Om de deuren volledig te kunnen openen,
moet het apparaat overeenkomstig de diepte
het keukenkastfront uitsteken. Afhankelijk van de diepte van de
keukenkast en het gebruik van de wandafstandshouders kan
het apparaat verder uitsteken.
LET OP
Risico op beschadiging door oververhitting als gevolg van
onvoldoende ventilatie!
Bij te weinig ventilatie kan de compressor worden beschadigd.
u
u
Fig. 26 (2)
Let op voldoende ventilatie.
Neem de ventilatie-eisen in acht.
aan de hoogte van het keukenblok aan te
Fig. 26 (1)
Fig. 26 (3)
Fig. 26 (B)
t.o.v.
LET OP
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
Geen omvormer gebruiken.
u
Geen energiespaarstekker gebruiken.
u
Aanwijzing
Uitsluitend het meegeleverde netsnoer gebruiken.
Een langer netsnoer kan bij de klantenservice worden
u
besteld.
Ventilatie-eisen:
De afstandribben aan de achterzijde van het apparaat zijn
-
bedoeld voor voldoende ventilatie. Deze mogen in de eindpositie niet in uitsparingen of openingen liggen.
Aan de achterzijde van de opzetkast moet een luchtafvoer-
-
kanaal met de diepte
van de opzetkast aanwezig zijn.
Onder het plafond moet de ventilatiedoorsnede
-
worden aangehouden.
Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
-
apparaat werkt.
Wanneer het apparaat met de scharnieren naast een wand
Fig. 26 (4)
apparaat en wand worden aangehouden. Dit komt overeen met
de uitsteekmaat van de handgreep bij geopende deur.
wordt geplaatst, moet de afstand
Fig. 26 (D)
over de volledige breedte
Fig. 26 (C)
Fig. 26 (E)
tussen
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
-
-
-
-
u
WAARSCHUWING
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
Golfkarton/karton
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
Folies en zakken uit polyetheen
Spanbanden uit polypropeen
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethy-
leen*
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamelpunt.
4.6 Apparaat aansluiten
Fig. 27
Voor 600 mm brede apparaten:*
abcG
~ 1400 mm ~ 1800 mm ~ 2100 mm Apparaatstekker
Voor 700 mm brede apparaten:*
abcG
~ 1350 mm ~ 1750 mm ~ 2100 mm Apparaatstekker
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
- Het type stroom en de spanning op de opstelplaats komen
overeen met de gegevens op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht).
- De contactdoos is overeenkomstig de voorschriften geaard
en elektrisch gezekerd.
- De uitschakelstroom van de zekering ligt tussen de 10 en 16
A.
- De contactdoos is gemakkelijk toegankelijk.
- De contactdoos bevindt zich buiten het bereik van de
achterzijde van het apparaat in het desbetreffende gedeelte
Fig. 27 (a, b, c)
Elektrische aansluiting controleren.
u
Breng de apparaatstekker
u
van het apparaat aan. Let op het correct vastklikken.
De netstekker op de voeding aansluiten.
u
Het logo van Liebherr verschijnt op het beeldscherm.
w
De weergave verandert in het stand-bysymbool.
w
.
Fig. 27 (G)
aan de achterzijde
4.7 Apparaat inschakelen
Aanwijzing
Is de demonstratiemodus geactiveerd, verschijnt DEMO op het
homebeeldscherm.
Demonstratiemodus deactiveren (zie Storingen).
u
Verkeerd aansluiten!
WAARSCHUWING
Brand.
Geen verlengkabel gebruiken.
u
Geen verdeeldozen gebruiken.
u
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
Diepvriesproducten bij -18 °C of kouder in het apparaat
u
leggen.
Apparaat ca. 2 uur vóór de eerste lading aansluiten en inschakelen.
14* afhankelijk van model en uitvoering
Page 15
4.7.1 Apparaat inschakelen
Wordt het stand-bysymbool boven het volledige beeldscherm weergegeven:
Druk op het stand-bysymbool.
u
Het apparaat is ingeschakeld. De weergave wisselt naar het
w
homebeeldscherm.
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperaturen in.
w
Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
Wordt het stand-bysymbool in het veld koelgedeelte,
BioFresh en vriesgedeelte weergegeven:
Druk op het stand-bysymbool in het veld vriesgedeelte of
u
koelgedeelte.
Het apparaat is ingeschakeld.
w
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperaturen in.
w
Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
Is het beeldscherm zwart:
Druk op het beeldscherm.
u
Het stand-bysymbool verschijnt op het volledige beeld-
w
scherm.
Druk op het stand-bysymbool.
u
Het apparaat is ingeschakeld. De weergave wisselt naar het
w
homebeeldscherm.
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperaturen in.
w
Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
4.7.2 Koel- en BioFresh-gedeelte inschakelen
Het stand-bysymbool wordt in het veld koelgedeelte en
BioFresh weergegeven.
Druk op het stand-bysymbool in het veld koelgedeelte.
u
Koelgedeelte en BioFresh-gedeelte zijn ingeschakeld.
w
Het koelgedeelte en BioFresh-gedeelte stellen zich op de
w
weergegeven temperatuur in. Dit wordt door de pijlen
omlaag weergegeven.
4.8 FreshAir-filter aanbrengen
Het bijgevoegde FreshAir-filter kan voor een optimale luchtkwaliteit worden gebruikt.
De houder bevindt zich in de bovenste apparaatzone, (zie Het
apparaat in vogelvlucht)
Afdekking verwijderen.
u
Bediening
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het FreshAir-
u
filter wordt weergegeven.
Druk op het symbool FreshAir-filter.
u
Druk op ON.
u
De timer is geactiveerd. Na het verstrijken van het interval
w
vraagt een melding om het FreshAir-filter te vervangen.
4.9 Timer ventilatieroosters reinigen
activeren
Voor een toereikende ventilatie moet het ventilatierooster minimaal 1 keer per jaar worden gereinigd. De timer kan ter herinnering worden geactiveerd.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het ventilatier-
u
ooster wordt weergegeven.
Druk op het symbool ventilatieroosters.
u
Druk op ON.
u
De timer is geactiveerd. Na het verstrijken van het interval
w
vraagt een melding om de ventilatieroosters te reinigen.
5 Bediening
5.1 Temperatuureenheid wijzigen
De weergave van de temperatuur kan gewijzigd worden van °C
naar °F.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat °C wordt weerge-
u
geven.
Druk op °F.
u
De temperatuur wordt in °F weergegeven.
w
De omzetting van °F naar °C wordt uitgevoerd.
5.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat
kinderen bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitschakelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging inschakelen
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de kinderbeveili-
u
ging wordt weergegeven.
Druk op ON.
u
Kinderbeveiliging is ingeschakeld.
w
5.2.2 Kinderbeveiliging uitschakelen
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de kinderbeveili-
u
ging wordt weergegeven.
Druk op OFF.
u
Kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
w
5.3 Sabbatmodus
Deze functie vervult de religieuze eisen op de sabbat resp.
Joodse feestdagen. Als de sabbatmodus is geactiveerd, zijn
enkele functies van de besturingselektronica uitgeschakeld. Na
het instellen van de sabbatmodus hoeft u zich niet meer bezig
Fig. 28
FreshAir-filter in afdekking plaatsen en naar rechts draaien.
u
Zorg ervoor dat het filter vastklikt.
u
Afdekking weer aanbrengen.
u
Timer activeren
Druk op menu.
u
* afhankelijk van model en uitvoering15
te houden met controlelampjes, cijfers, symbolen, weergaven,
alarmmeldingen en ventilatoren. De ontdooicyclus werkt alleen
tot de ingestelde tijd, zonder rekening te houden met het
gebruik van de koelkast. Na een stroomuitval schakelt het
apparaat automatisch terug naar de sabbatmodus.
Page 16
Bediening
Gevaar van een levensmiddelenvergiftiging!
Treedt er een stroomuitval op, als de sabbatmodus is geactiveerd, wordt deze melding niet opgeslagen. Is de stroomuitval
beëindigd, werkt het apparaat verder in de sabbatmodus. Als
deze modus is beëindigd, wordt er geen melding weergegeven
over de stroomuitval in de temperatuurweergave.
Als tijdens de sabbatmodus een stroomuitval is opgetreden:
u
-
-
-
-
WAARSCHUWING
Levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Ontdooide
levensmiddelen niet consumeren!
Alle functies zijn vergrendeld m.u.v. het uitschakelen van de
sabbatmodus.
Zijn de functies zoals SuperFrost, SuperCool, Ventilation
enz. geactiveerd, als de sabbatmodus is ingeschakeld,
blijven deze actief.
Er worden geen akoestische signalen weergegeven en in de
temperatuurweergave worden geen waarschuwingen/instellingen weergegeven (bijv. temperatuuralarm, deuralarm)
De binnenverlichting is uitgeschakeld.
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
u
goed kan circuleren.
5.4.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
-
De temperatuur is instelbaar van 9 °C tot 3 °C.
Aanbevolen waarden temperatuurinstelling: 5 °C
Druk op het veld koelgedeelte.
u
Het volgende beeldscherm wordt weergegeven:
w
5.3.1 SabbathMode inschakelen
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat Sabbat-
u
hMode wordt weergegeven.
Druk op ON.
u
SabbathMode is ingeschakeld. Op het beeldscherm
w
wordt alleen het symbool SabbathMode weergegeven
SabbathMode schakelt zich na 120 uur automatisch uit, als
deze niet vooraf handmatig wordt uitgeschakeld. De weergave
wisselt naar het homebeeldscherm.
5.3.2 SabbathMode uitschakelen
Druk op het beeldscherm.
u
Druk op OFF.
u
SabbathMode is uitgeschakeld.
w
5.4 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan
er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de afscheiding tussen de BioFresh zone en de achterzijde is het het
koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het
warmste.
5.4.1 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven
u
bewaren. (zie Het apparaat in vogelvlucht)
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
u
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
u
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of
afgedekt bewaren.
Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
u
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd
apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te
verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of
kool.
het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
u
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
Fig. 29
Temperatuur hoger (warmer) instellen:
Druk op plus.
u
Temperatuur lager (kouder) instellen:
Druk op min.
u
Bij de keuze van de koudste temperatuur wordt het minsymbool inactief.
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool inactief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weergegeven.
De gewenste temperatuur met OK bevestigen.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
De geselecteerde temperatuur wordt weergegeven.
w
De pijlen omhoog resp. omlaag geven de temperatuurwijzi-
w
ging weer. Na het bereiken van de ingestelde temperatuur
verdwijnen de pijlen.
5.4.3 SuperCool
Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelvermogen in. Daarmee bereikt u lagere koeltemperaturen. Gebruik SuperCool om grote
hoeveelheiden levensmiddelen snel af te
koelen.
Wanneer SuperCool ingeschakeld is, kan de ventilator*
draaien. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen,
daardoor kan het geluid van het koelaggregaat tijdelijk luider
zijn.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
SuperCool inschakelen
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat SuperCool
u
wordt weergegeven.
Druk op het symbool SuperCool.
u
Het volgende beeldscherm wordt weergegeven:
w
Fig. 30
De looptijd kan in vier niveaus worden ingesteld.
Looptijd instellen:
Druk op plus of min.
u
16* afhankelijk van model en uitvoering
Page 17
Bediening
Bij de keuze van het laagste niveau wordt het min-symbool
inactief.
Bij de keuze van het hoogste niveau wordt het plus-symbool
inactief.
Gewenste looptijd met START bevestigen.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
SuperCool is geactiveerd.
w
In het veld koelgedeelte wordt de resterende looptijd
w
en het symbool SuperCool weergegeven.
De verlaagde temperatuur wordt door de pijl omlaag
w
weergegeven.
Na het verstrijken van de resterende looptijd, loopt het
w
apparaat in de normale modus verder. De temperatuur stelt zich weer op de vooraf ingestelde waarde in.
De pijlen omhoog geven de temperatuurverhoging
weer.
SuperCool vroegtijdig uitschakelen
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot SuperCool en de
u
resterende looptijd worden weergegeven.
Druk op de resterende looptijd.
u
Druk op STOP.
u
SuperCool is uitgeschakeld.
w
De temperatuur stelt zich weer op de vooraf ingestelde
w
waarde in. De pijlen omhoog geven de temperatuurverhoging weer.
5.4.4 Draagplateaus
Plateaus verplaatsen of uitnemen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
5.4.5 Deelbare draagplateau gebruiken*
Fig. 32
In de hoogte verstellen:
Glasplaten één voor één naar voren toe naar buiten trekken.
u
Steun uit vergrendeling trekken en op de gewenste hoogte
u
vastklikken.
Beide oppervlakken gebruiken:
Bovenste glasplaat omhoog tillen, onderste glasplaat naar
u
voren trekken.
De glasplaat (1) met de uittrekaanslag moet zich vóór
w
bevinden, zodat de aanslagen (3) omlaag gericht zijn.
5.4.6 Geïntegreerd flessenrek gebruiken
Op de bodem van het koelgedeelte kan naar keuze het geïntegreerde flessenrek of de glasplaat worden gebruikt:
Flessenrek gebruiken: de
u
glasplaat verwijderen en
apart opbergen.
Flessen met de onderkant
u
naar achter tegen de achterwand leggen.
Indien de flessen uit het flessenrek steken:
De onderste opbergvakken
u
in de deur een positie hoger
zetten.
Fig. 31
Til het plateau op en trek het een stuk naar voren.
u
Verstel het plateau in de hoogte. Verschuif daarvoor de
u
uitsparingen langs de geleiders.
Om het plateau helemaal uit te nemen, moet het schuin
u
worden gezet en er naar voren toe uit worden getrokken.
Plateaus op gewenste hoogte terugschuiven. De uittrek-
u
stops moeten naar beneden wijzen en achter de voorste
steunrib liggen.
Draagplateaus demonteren
De plateaus kunnen worden
u
gedemonteerd om te
worden gereinigd.
5.4.7 Opbergvakken
Opbergvakken in de deur verplaatsen
Fig. 33
Opbergvakken demonteren
Fig. 34
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
u
worden gereinigd.
* afhankelijk van model en uitvoering17
Page 18
Bediening
5.4.8 Flessenhouder gebruiken
Om ervoor te zorgen dat de
u
flessen niet omvallen, moet
de flessenhouder worden
verschoven.
5.5 BioFresh-gedeelte
In het BioFresh-gedeelte unnen sommige levensmiddelen tot
drie maal langer worden bewaard dan bij traditioneel koelen en
blijft de kwaliteit behouden.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de
datum vermeld op de verpakking.
5.5.1 DrySafe
De DrySafe is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte
levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees, vis, vleeswaren).
Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.
5.5.2 HydroSafe
De HydroSafe is bij een instelling op hoge luchtvochtigheid
geschikt voor het bewaren van onverpakte sla, groenten en fruit
die zelf veel vocht bevatten. Bij een goed gevulde schuiflade
ontstaat een dauwfris klimaat met een luchtvochtigheid tot
maximaal 90 %. De luchtvochtigheid in het vak hangt af van het
vochtgehalte van de ingelegde producten en van hoe vaak het
vak wordt geopend. U kunt de vochtigheid zelf instellen.
5.5.3 De vochtigheid instellen in de HydroSafe
u
Lage luchtvochtigheid:
Regelaar naar links schuiven.
u
Hoge luchtvochtigheid: Regelaar naar rechts
schuiven.
5.5.4 Levensmiddelen bewaren
Aanwijzing
Niet in het BioFresh-gedeelte horen koudegevoelige
u
groenten als komkommers, aubergines, halfrijpe tomaten,
courgettes en alle koudegevoelige zuidvruchten.
Zorg ervoor dat levensmiddelen niet bederven door overge-
u
dragen bacteriën: bewaar onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen gescheiden van elkaar in de laden. Dat
geldt ook voor verschillende soorten vlees.
Als u levensmiddelen omwille van plaatsgebrek samen moet
bewaren:
de levensmiddelen verpakken.
u
5.5.5 Bewaartijden
Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtig-
heid
Botertot90dagen
Harde kazentot 110dagen
Melktot12dagen
Vleeswaren, belegtot9dagen
Gevogeltetot6dagen
Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtig-
heid
Varkensvleestot7dagen
Rundsvleestot7dagen
Wildtot7dagen
Aanwijzing
Denk erom dat eitwitrijke levensmiddelen sneller bederven.
u
D.w.z. schaal- en schelpdieren bederven sneller dan vis, vis
sneller dan vlees.
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Groenten, salades
Artisjokkentot14dagen
Selderijtot28dagen
Bloemkooltot21dagen
Broccolitot13dagen
Witloftot27dagen
Veldslatot19dagen
Erwtentot14dagen
Groene kooltot14dagen
Wortelentot80dagen
Knoflooktot 160dagen
Koolrabitot55dagen
Kropslatot13dagen
Kruidentot13dagen
Preitot29dagen
Champignonstot7dagen
Radijsjestot10dagen
Spruitjestot20dagen
Aspergestot18dagen
Spinazietot13dagen
Savooikooltot20dagen
Fruit
Abrikozentot13dagen
Appelstot80dagen
Perentot55dagen
Braambessentot3dagen
Dadelstot 180dagen
Aardbeientot7dagen
Vijgentot7dagen
Bosbessentot9dagen
Frambozentot3dagen
Aalbessentot7dagen
Kersen, zoettot14dagen
Kiwi'stot80dagen
Perzikentot13dagen
18* afhankelijk van model en uitvoering
Page 19
Bediening
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Pruimentot20dagen
Vossenbessentot60dagen
Rabarbertot13dagen
Kruisbessentot13dagen
Druiventot29dagen
5.5.6 Temperatuur in het BioFresh-gedeelte
instellen
De BioFresh-temperatuur ligt tussen de 0 °C en 3 °C. De
temperatuur wordt automatisch geregeld.
De temperatuur kan een beetje kouder of warmer worden ingesteld. De temperatuur is instelbaar van niveau 1 (laagste
temperatuur) tot niveau 9 (hoogste temperatuur). Vooraf ingesteld op niveau 5. Bij niveau 1 t/m 4 kan de temperatuur onder
de 0 °C zakken, zodat de levensmiddelen kunnen aanvriezen.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat het
u
BioFresh wordt weergegeven.
u
Op drukken.
Het volgende beeldscherm wordt weergegeven:
w
5.5.8 Vochtreguleringsplaat
Fig. 38
Vochtreguleringsplaat verwijderen: plaat bij verwijderde
u
schuifladen voorzichtig naar voren trekken en naar beneden
eruit lichten.
Vochtregulerende plaat aanbrengen: Plaat vanaf de onder-
u
kant in de voorste en achterste beugel voeren en naar
achter vastklikken.
5.6 Vriesgedeelte
In het vriesgedeelte kunt u diepvriesproducten of ingevroren
levensmiddelen bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen invriezen.
5.6.1 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in
vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
Na het sluiten van de deur ontstaat er een vacuüm. Na het
sluiten ongeveer 1 min. wachten, dan is de deur gemakkelijker
te openen.
Fig. 35
Niveau instellen: Druk op plus of min.
u
Bij de keuze van het laagste niveau wordt het min-symbool
inactief.
Bij de keuze van het hoogste niveau wordt het plus-symbool
inactief.
Gewenste niveau met OK bevestigen.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
De BioFresh-temperatuur wordt aan de nieuwe waarde
w
aangepast.
5.5.7 Schuifladen
Fig. 36
Schuiflade uittrekken, achterkant optillen en naar voren eruit
u
lichten.
Geleiders weer erin schuiven.
u
Fig. 37
Schuiflade op de rails plaatsen en inschuiven tot deze aan
u
de achterkant hoorbaar vastklikt.
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit
geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet overschrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
u
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
5.6.2 Bewaartijden
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende
levensmiddelen in het vriesgedeelte:
Consumptie-ijs2 tot 6 maanden
Worst, ham2 tot 6 maanden
Brood en banket2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees6 tot 10 maanden
Vis, vet2 tot 6 maanden
Vis, mager6 tot 12 maanden
Kaas2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees6 tot 12 maanden
Groente, fruit6 tot 12 maanden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaardes.
VOORZICHTIG
* afhankelijk van model en uitvoering19
Page 20
Bediening
5.6.3 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
u
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.
5.6.4 De temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
De frequentie van het openen van de deur
-
De ruimtetemperatuur van de opstelplaats
-
Het type, temperatuur en hoeveelheid van het levensmiddel
-
De temperatuur is instelbaar van -26 °C tot -16 °C.
Aanbevolen waarden temperatuurinstelling: -18 °C
Druk op het veld vriesgedeelte.
u
Het volgende beeldscherm wordt weergegeven:
w
Fig. 39
Temperatuur hoger (warmer) instellen:
Druk op plus.
u
Temperatuur lager (kouder) instellen:
Druk op min.
u
Bij de keuze van de koudste temperatuur wordt het minsymbool inactief.
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool inactief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weergegeven.
De gewenste temperatuur met OK bevestigen.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
De geselecteerde temperatuur wordt weergegeven.
w
De pijlen omhoog resp. omlaag geven de temperatuurwijzi-
w
ging weer. Na het bereiken van de ingestelde temperatuur
verdwijnen de pijlen.
5.6.5 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel tot op de kern invriezen. Het
apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden van het
koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een
„koudereserve op”. Daardoor blijven de levensmiddelen langer
bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.*
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h
invriezen, als op het typeplaatje onder „invriescapaciteit ... kg/
24h” is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het
model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden
ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij
een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij
de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h
voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te
vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in
contact brengen om ontdooien van deze producten te voorkomen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
-
per dag
SuperFrost inschakelen.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat Super-
u
Frost wordt weergegeven.
Druk op ON.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
w
De vriestemperatuur daalt, het apparaat werkt op
w
het maximale koelvermogen.
Bij een geringe hoeveelheid aan diepvriesproducten:
ca. 6 uur wachten.
u
Apparaat met NoFrost: Verpakte levensmiddelen in de
u
bovenste laden plaatsen.
Apparaat zonder NoFrost: Verpakte levensmiddelen in de
u
onderste laden plaatsen.
Bij de maximale hoeveelheid aan diepvriesproducten (zie
typeplaatje):
ca. 24 uur wachten.
u
Apparaat met NoFrost: Bovenste laden eruit halen en de
u
levensmiddelen direct op de bovenste draagplateaus
leggen.
Apparaat zonder NoFrost: De onderste lade eruit halen en
u
de levensmiddelen direct in het apparaat plaatsen, zodat de
levensmiddelen contact met de bodem of de zijwanden
maken.
SuperFrost schakelt zich uiterlijk na ca. 65 uur automatisch
w
uit.
Het symbool SuperFrost verdwijnt.
w
Levensmiddelen in de laden leggen en deze weer erin
u
schuiven.
Het apparaat werkt weer verder in de normale modus.
w
SuperFrost uitschakelen
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat Super-
u
Frost wordt weergegeven.
Druk op OFF.
u
SuperFrost is uitgeschakeld.
w
5.6.6 Laden
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
Houd de ventilatiespleet binnen aan de achterkant altijd vrij!
u
Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
u
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.
5.6.7 Plateaus
Plateau uitnemen: vooraan
u
optillen en uittrekken.
Plateau terugplaatsen: tot
u
aanslag inschuiven.
20* afhankelijk van model en uitvoering
Page 21
Onderhoud
5.6.8 VarioSpace
Naast de schuifladen kunt u
tevens de plateaus verwijderen.
Zo creëert u plaats voor levensmiddelen van groot formaat.
Gevogelte, vlees, groot wild en
hoog gebak kunnen geheel en
al worden ingevroren en later
verder verwerkt.
De laden kunnen elk met
u
max. 25 kg diepvriesproducten, de plateaus elk met
max. 35 kg worden belast.
6 Onderhoud
6.1 FreshAir-filter vervangen
Het FreshAir-filter waarborgt een optimale luchtkwaliteit. Het
vervangingsinterval bedraagt 12 maanden. Bij een ingeschakelde timer vraagt een melding, op de weergave, om het filter te
vervangen. Het FreshAir-filter kan bij de vakhandelaar worden
besteld.
Op het beeldscherm wordt FreshAir -filter vervangen
weergegeven.
Druk op het symbool FreshAir-filter vervangen.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Totdat het vervangen van het filter uitgevoerd en bevestigd is,
kan de melding, door op het menuveld te drukken, opnieuw
worden weergegeven (zie 8) .
Afdekking verwijderen.
u
Wordt er geen nieuw FreshAir-filter ingezet, kan de timer
gedeactiveerd worden.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het FreshAir-
u
filter wordt weergegeven.
Druk op het symbool FreshAir-filter.
u
Druk op OFF.
u
De timer is uitgeschakeld.
w
6.2 Ontdooien met NoFrost*
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Koelgedeelte:
Het dooiwater verdampt door de warmte van de compressor.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
u
weglopen (zie 6.5) .
Vriesgedeelte:
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt dan.
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
u
6.3 handmatig ontdooien*
Koelgedeelte:
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt door de vrijkomende warmte van de compressor.
Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op
een storing.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater weg
u
kan lopen (zie 6.5) .
Vriesgedeelte:
In het vriesgedeelte vormt zich na langere gebruiksduur een
rijp- resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt
door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in
te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energieverbruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
Fig. 40
FreshAir-filter eruit halen.
u
Nieuw filter in omgekeerde volgorde aanbrengen.
u
Zorg ervoor dat het filter vastklikt.
u
Afdekking weer aanbrengen.
u
Het vervangen van het filter bevestigen
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het FreshAir-
u
filter wordt weergegeven.
Druk op het symbool FreshAir-filter.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot FreshAir-filter
u
vervangen wordt weergegeven.
Druk op RESET.
u
De timer is teruggezet. Het vervangingsinterval
w
begint weer vanaf het begin.
Timer deactiveren
Gevaar voor verwonding en beschadiging
WAARSCHUWING
Geen mechanische hulpmiddelen of andere middelen
u
gebruiken die niet door de fabrikant werden aanbevolen, om
het ontdooien te versnellen.
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
u
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
u
De buisleidingen van het koudemiddelcircuit niet bescha-
u
digen.
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie
u
in.
De diepvriesproducten krijgen een „koudereserve”.
w
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
u
Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries-
u
lade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele
plaats.
Plaats een pan met heet, niet kokend
u
water op een plateau in het midden.
Het ontdooien wordt versneld.
w
Dooiwater wordt in de lades opgevangen.
w
Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open
u
staan.
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Dooiwater evt. meerdere keren met een spons of doek
u
opnemen.
* afhankelijk van model en uitvoering21
Page 22
Onderhoud
Het apparaat reinigen (zie 6.5) .
u
6.4 Het ventilatierooster reinigen
Het ventilatierooster waarborgt een probleemloze werking van
het apparaat door een optimale be- en ontluchting.
Ventilatierooster regelmatig met een stofzuiger afzuigen.
u
Hardnekkige vervuilingen met een vochtige doek verwij-
u
deren.
Bij een ingeschakelde timer vraagt een melding, op
de weergave, om het filter te reinigen. Op het beeldscherm wordt ventilatierooster reinigen weergegeven.
Druk op het symbool ventilatierooster reinigen.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Totdat het reinigen van het filter uitgevoerd en bevestigd is, kan
de melding, door op het menuveld te drukken, opnieuw worden
weergegeven (zie 8) .
Reiniging ventilatierooster bevestigen
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het ventilatier-
u
ooster wordt weergegeven.
Druk op het symbool ventilatieroosters.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat de
u
melding ventilatierooster reinigen wordt weergegeven.
Druk op RESET.
u
De timer is teruggezet. Het reinigingsinterval begint
w
weer vanaf het begin.
Timer deactiveren
Als de herinneringsfunctie uitgeschakeld moet worden, kan de
timer gedeactiveerd worden.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het ventilatier-
u
ooster wordt weergegeven.
Druk op het symbool ventilatieroosters.
u
Druk op OFF.
u
De timer is uitgeschakeld.
w
6.5 Apparaat reinigen
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de oppervlakken beschadigen.
u
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
u
u
u
u
u
u
u
u
WAARSCHUWING
Gebruik geen stoomreinigers!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatieroosters en elektrische delen terecht komen.
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
LET OP
Beschadigingsgevaar door reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal!
De roestvrijstalen deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn
behandeld met een hoogwaardige oppervlakcoating.
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal tasten de oppervlakken
aan.
Gecoate deur- en zijwandoppervlakken alsmede gelakte
u
deur- en zijwandoppervlakken uitsluitend afvegen met
een zachte, schone doek. Bij sterke vervuiling een beetje
water of een neutraal reinigingsmiddel gebruiken. Optioneel
kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
Belettering op gelakte deurvlakken niet met schurende
middelen behandelen. Bij vervuiling met een zachte doek en
een beetje water of neutraal reinigingsmiddel afvegen.*
De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
u
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
De laden met lauw water en een beetje afwasmiddel hand-
u
matig reinigen.
De overige uitrustingsdelen mogen in de vaatwasser
u
worden gereinigd.
Telescooprails alleen met een vochtige doek reinigen. Het
u
vet in de geleiders dient ter smering en mag niet worden
verwijderd.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.6.5) .
u
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
de levensmiddelen er weer in leggen.
u
6.6 Technische Dienst
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen (zie Storingen).
Als dit niet het geval is, dient u contact op te nemen met de
klantenservice. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Apparaataanduiding (model en index), servicenummer
(service) en serienummer (S-nr.) via het beeldscherm
oproepen:
u
u
u
w
u
u
WAARSCHUWING
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onderhoud), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
Druk op menu.
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het symbool
apparaatinformatie wordt weergegeven.
Druk op het symbool apparaatinformatie.
De apparaatinformatie wordt weergegeven.
Apparaatinformatie noteren.
Druk op het symbool terug
om naar het homebeeldscherm terug te keren.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Deur sluiten.
u
Contact met de klantenservice opnemen en de benodigde
u
apparaatinformatie verstrekken.
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
22* afhankelijk van model en uitvoering
Page 23
Storingen
Overige aanwijzingen van de klantenservice opvolgen.
u
Bovendien kan de apparaatinformatie van het typeplaatje
worden afgelezen:
Apparaataanduiding
u
Fig. 41 (1)
nummer
serienummer
Fig. 41 (3)
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
binnenkant van het
apparaat.
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
→
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
→
Zekering controleren.
u
De apparaatstekker is niet correct in het apparaat gestoken.
→
Apparaatstekker controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
→
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daardoor langer is, wordt energie bespaard.
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
→
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
→
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden
veroorzaken.
Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
→
stroomt.
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
→
van het koelaggregaat (de motor).
Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
→
middelen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
→
middelen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
→
ventilator.
Het geluid is normaal.
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
→
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en
voorwerpen te trillen.
Stel het apparaat af m.b.v. de stelpootjes.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
u
Op het beeldscherm wordt DEMO weergegeven. Bovendien loopt een tijd af.
De demonstratiemodus is geactiveerd.
→
Druk op STOP.
u
Op het beeldscherm wordt in de rechter bovenhoek
DEMO weergegeven.
De demonstratiemodus is geactiveerd.
→
Netstekker uit contactdoos verwijderen.
u
Netstekker weer aansluiten.
u
Op het beeldscherm wordt DEMO weergegeven. Bovendien
w
loopt een tijd af.
Druk op STOP.
u
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
→
condenswater te voorkomen.
Dit is normaal.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
→
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
→
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
→
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
u
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie Onderhoud).
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
→
opgeslagen.
Oplossing: (zie 5.6.5)
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
→
verwarming enz.).
Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
→
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
u
ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de afdekkap is beschadigd:
→
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok!
Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst
u
of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repareren.
* afhankelijk van model en uitvoering23
Page 24
Meldingen
Risico op letsel door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met
laserklasse 1/1M.
Als de afdekkap defect is:
u
Het deurrubber is defect of moet om een andere reden
worden vervangen.
→
u
Het apparaat is bevroren of er vormt zich condenswater.
→
u
WAARSCHUWING
Niet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de
verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.
Het deurrubber kan worden vervangen. Er kan zonder
gereedschap een nieuw deurrubber worden geplaatst.
Neem contact op met de technische dienst (zie Onderhoud):
De deurafdichting kan uit de sleuf zijn weggegleden.
De deurafdichting controleren op juiste bevestiging in de
sleuf.
8 Meldingen
Foutmeldingen en herinneringen worden door een
geluidssignaal en een melding op het beeldscherm
weergegeven. Het geluidssignaal bij foutmeldingen
versterkt zich en wordt luider. Pas als de melding wordt
bevestigd, dooft het geluidssignaal. Meldingen van de
hoogste prioriteit worden eerst weergegeven, als er
meerdere gelijktijdig optreden. Iedere melding moet
afzonderlijk worden bevestigd.
Zolang een melding actief is resp. de fout niet wordt opgelost,
blijft de melding in het menuveld staan.
Aanwijzing
Details over de melding kunnen via het menuveld opnieuw
worden weergegeven.
Druk op menu.
u
u
Druk op het menu meldingen.
Door op een melding te drukken wisselt de weergave naar
u
de volgende. Na de laatste actieve melding wisselt de weergave naar het homebeeldscherm.
Deuralarm
Als de deur langer dan 60 seconden open staat,
klinkt er een geluidssignaal. Op de weergave
verschijnt het symbool deuralarm. Het geluidssignaal
dooft automatisch, als de deur wordt gesloten.
Het geluidssignaal kan bij geopende deur stil
geschakeld worden. Het uitschakelen van het geluid
werkt zolang de deur geopend is.
Druk op het symbool deuralarm.
u
Het deuralarm wordt uitgeschakeld.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Deur sluiten.
u
Temperatuuralarm
Als de temperatuur niet koud genoeg is, klinkt er een
geluidssignaal. Op de weergave verschijnt het
symbool temperatuuralarm.
De temperatuur was tijdens de laatste uren of dagen te
hoog. Als de storing is verholpen, werkt het apparaat
op de laatste temperatuurinstelling verder.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
het plaatsen van warme frisse levensmiddelen in het appa-
-
raat
dat bij het hersorteren en het eruit halen van levensmiddelen
-
teveel warme lucht in het apparaat is gestroomd
dat de stroom te lang is uitgevallen
-
dat het apparaat defect is
-
Deur openen.
u
Druk op het symbool temperatuuralarm.
u
Het geluidssignaal wordt uitgeschakeld. In de weergave
w
wordt de warmste temperatuur weergegeven, die tijdens de
storing is bereikt.
Druk op het beeldscherm of wacht 30 seconden.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm. De pijlen
w
en het symbool temperatuuralarm verschijnen in het desbe-
treffende temperatuurveld
symbool meldingen in het menuveld weergegeven .
De levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer consumeren. Ontdooide levensmiddelen niet meer invriezen.
Deur sluiten.
u
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur verdwijnen
w
de symbolen.
Als de alarmtoestand blijft bestaan of de temperatuur zich niet
meer automatisch instelt:
(zie Storingen).
Stroomuitval
Er klinkt een geluidssignaal. Op de weergave
verschijnt het symbool stroomuitval.
De temperatuur is door een stroomuitval of een
stroomonderbreking tijdens de laatste uren of dagen
te hoog. Als de stroomonderbreking is beëindigd,
werkt het apparaat op de laatste temperatuurinstelling
verder. Geactiveerde herinneringen blijven behouden.
Deur openen.
u
Druk op het symbool stroomuitval.
u
Het geluidssignaal wordt uitgeschakeld. In de weergave
w
wordt de warmste temperatuur in het vriesgedeelte weergegeven, die tijdens de stroomuitval is bereikt.
Druk op het beeldscherm of wacht 30 seconden.
u
De weergave wisselt naar het startscherm. Pijl en symbool
w
voor temperatuuralarm verschijnen in het betreffende
temperatuurveld . Daarnaast wordt het symbool
meldingen in het menuveld getoond .
De levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer consumeren. Ontdooide levensmiddelen niet meer invriezen.
Deur sluiten.
u
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur verdwijnen
w
de symbolen.
Apparaatfout
Er klinkt een geluidssignaal. In de weergave
verschijnt het symbool apparaatfout met de bijbehorende foutcode.
In een onderdeel van het apparaat is een storing opgetreden.
Deur openen.
u
Foutcode noteren.
u
Druk op het symbool apparaatfout.
u
Het geluidssignaal wordt uitgeschakeld. De weergave
w
wisselt naar het homebeeldscherm.
Deur sluiten.
u
Contact met de klantenservice opnemen (zie Onderhoud).
u
Betreft de fout een bepaalde temperatuurzone, wordt in het
temperatuurveld van de zone in plaats van de temperatuur het
symbool apparaatfout weergegeven.
Overige meldingen
FreshAir-filter vervangen . (zie Onderhoud)
Het luchtrooster reinigen (zie Onderhoud)
. Aanvullend wordt het
24* afhankelijk van model en uitvoering
Page 25
Uitzetten
9 Uitzetten
9.1 Apparaat uitschakelen
Aanwijzing
Als het apparaat resp. het vries- of koelgedeelte niet uitgeschakeld kan worden, is de kinderbeveiliging actief.
Kinderbeveiliging deactiveren (zie 5.2.2) .
u
9.1.1 Apparaat via het menu uitschakelen
Het volledige apparaat wordt uitgeschakeld. Het beeldscherm
wordt zwart.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het stand-
u
bysymbool wordt weergegeven.
Druk op OK.
u
Het stand-bysymbool verschijnt knipperend op het volledige
w
beeldscherm. Het volledige apparaat is uitgeschakeld.
Na 10 minuten verdwijnt het stand-bysymbool weer.
w
9.1.2 Apparaat via het veld vriesgedeelte
uitschakelen
Bij het uitschakelen van het vriesgedeelte worden het koel- en
Biofresh-gedeelte ook automatisch uitgeschakeld! Het beeldscherm blijft ingeschakeld.
Druk op het veld vriesgedeelte.
u
Druk op plus.
u
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
w
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool
inactief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weergegeven.
Druk op OK.
u
In alle temperatuurvelden wordt het stand-bysymbool weer-
w
gegeven.
Vries-, koel- en BioFresh-gedeelte zijn uitgeschakeld.
w
10 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrijkomen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
9.1.3 Koel- met BioFresh-gedeelte uitschakelen
Koel- en BioFresh-gedeelte kunnen, indien nodig, afzonderlijk
worden uitgeschakeld.
Druk op het veld koelgedeelte.
u
Druk op plus.
u
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
w
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool
inactief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weergegeven.
Druk op OK.
u
In het veld koel- en BioFresh-gedeelte wordt het stand-
w
bysymbool weergegeven.
Koel- en BioFresh-gedeelte zijn uitgeschakeld.
w
9.2 Buiten werking stellen
Apparaat leegmaken.
u
Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u
Netstekker eruit halen.
u
Indien nodig de apparaatstekker eruit halen: Eruit
u
halen en gelijktijdig van links naar rechts
bewegen.
Apparaat reinigen (zie 6.5) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.
* afhankelijk van model en uitvoering25
Page 26
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79
88416 Ochsenhausen
Deutschland
home.liebherr.com
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.