Papier in de printer plaatsen..............................................................................................................................................5
Werken met foto's op het bedieningspaneel..............................................................................................................6
Werken met foto's op de computer..............................................................................................................................22
Informatie over de printer.............................................................26
Inhoud van de doos controleren...................................................................................................................................26
Onderdelen van de printer..............................................................................................................................................27
Knoppen op het bedieningspaneel gebruiken........................................................................................................29
Menu's op het bedieningspaneel gebruiken............................................................................................................30
Informatie over de software............................................................................................................................................35
Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen......................................................................................................44
Contact opnemen met de klantenondersteuning..................................................................................................44
Informatie over de printer................................................................................................................................................45
Inktcartridges opnieuw vullen........................................................................................................................................51
Apparaat kan niet worden geplaatst............................................................................................................................55
Er gebeurt niets nadat een apparaat is geplaatst....................................................................................................55
Foto wordt gedeeltelijk afgedrukt................................................................................................................................55
Foto wordt niet afgedrukt................................................................................................................................................56
De aan/uit-knop brandt niet...........................................................................................................................................57
Lage afdruksnelheid...........................................................................................................................................................57
Software wordt niet geïnstalleerd.................................................................................................................................57
Problemen met vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier oplossen...........................................................58
Deze printer kan als zelfstandig product worden gebruikt of in combinatie met een computer.
Papier in de printer plaatsen
Opmerkingen:
• Plaats fotopapier verticaal in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies
die bij het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.)
• Controleer of het papier niet reeds gebruikt of beschadigd is.
• Duw het papier niet te ver in de printer.
1 Schuif de papiergeleider naar de linkerzijde van de papiersteun.
2 Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun en laat de papiergeleider voorzichtig los.
2
1
Verwante onderwerpen:
• “Ondersteunde papiersoorten gebruiken” op pagina 5
Ondersteunde papiersoorten gebruiken
U kunt de volgende papiersoorten gebruiken met de printer:
• Lexmark Perfectfinish fotopapier
• Lexmark fotopapier
• Fotopapier/glossy papier
Opmerkingen:
• Voor optimale resultaten gebruikt u Lexmark Perfectfinish fotopapier of Lexmark fotopapier.
• Gebruik geen Lexmark Premium fotopapier. De inktcartridge is niet compatibel met deze papiersoort.
De volgende papierformaten worden ondersteund:
• A6-kaart (zonder rand)
• Hagaki-kaart (zonder rand)
• US Foto 3 1/2 x 5 (zonder rand)
• US 4 x 6 inch (zonder rand)
• 10 x 15 cm (zonder rand)
• 10 x 20 cm (zonder rand)
• L foto (zonder rand)
Opmerking: plaats niet meer dan 25 vellen papier in de papiersteun.
Printer gebruiken
5
Werken met foto's op het bedieningspaneel
Foto-opslagapparaten aansluiten
Digitale PictBridge-camera aansluiten
PictBridge is een technologie die wordt gebruikt in de meeste digitale camera's. Hiermee kunt u rechtstreeks vanaf
de digitale camera afdrukken zonder dat u een computer nodig hebt. U kunt een digitale PictBridge-camera
aansluiten op de printer en de knoppen op de printer of de camera gebruiken om het afdrukken van de foto's te
regelen.
1 Sluit één uiteinde van de USB-kabel aan op de camera.
Opmerking: gebruik alleen de USB-kabel die bij de camera is geleverd.
2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PictBridge-poort op de voorkant van de printer.
Opmerkingen:
• Controleer of de PictBridge-camera is ingesteld op de juiste USB-modus. Raadpleeg de documentatie bij de
camera voor meer informatie.
• Er wordt één opslagmedium per keer gelezen.
3 Als de PictBridge-verbinding tot stand wordt gebracht, wordt het volgende bericht op de display weergegeven:
Camera is aangesloten. Zie de display van de camera of de
gebruikershandleiding bij de camera voor meer informatie. Als u de camera wilt gebruiken
om het afdrukken van de foto's te regelen, raadpleegt u de instructies in de documentatie bij de camera.
4 Als u van te voren geen opties hebt geselecteerd op de digitale camera, kunt u de printer gebruiken om foto's af
te drukken. Druk op
“Menu PictBridge gebruiken” op pagina 34.
om het menu PictBridge weer te geven op het bedieningspaneel. Zie voor meer informatie
Verwante onderwerpen:
• “Foto's afdrukken vanaf een digitale camera met DPOF” op pagina 19
• “Foto's afdrukken vanaf een digitale camera met het menu PictBridge” op pagina 20
Printer gebruiken
6
Flashstation in de printer plaatsen
Een flashstation kunt u gebruiken om foto's op te slaan die met een digitale camera of een telefoon met camera zijn
genomen. U kunt foto's op een flashstation weergeven, bewerken en afdrukken met de printer. Zie voor meer
informatie “Foto's afdrukken” op pagina 0 of “Foto's bewerken” op pagina 0.
U kunt ook foto's overbrengen met de printer:
• Van een flashstation naar een computer. Zie voor meer informatie “iPhoto gebruiken” op pagina 24.
• Van een geheugenkaart naar een flashstation. Zie voor meer informatie “Foto's op een geheugenkaart
overbrengen naar een flashstation” op pagina 22.
1 Plaats een flashstation in de PictBridge-poort aan de voorkant van de printer.
Opmerkingen:
• U hebt mogelijk een adapter nodig als het flashstation niet rechtstreeks in de poort past.
• Er wordt één opslagmedium per keer gelezen. Als u meerdere opslagmedia plaatst, wordt u gevraagd het
gewenste opslagmedium te selecteren en het andere opslagmedium te verwijderen.
2 Wacht tot de printer het flashstation heeft gelezen.
Verwante onderwerpen:
• “Foto-opslagapparaten aansluiten” op pagina 0
Geheugenkaart in de printer plaatsen
Een geheugenkaart kunt u gebruiken om foto's op te slaan die met een digitale camera of een telefoon met camera
zijn genomen. U kunt foto's op een geheugenkaart weergeven, bewerken en afdrukken met de printer. Zie voor meer
informatie “Foto's afdrukken” op pagina 0 of “Foto's bewerken” op pagina 0.
U kunt ook foto's overbrengen met de printer:
• Van een geheugenkaart naar een computer. Zie voor meer informatie “iPhoto gebruiken” op pagina 24.
• Van een geheugenkaart naar een flashstation. Zie voor meer informatie “Foto's op een geheugenkaart
overbrengen naar een flashstation” op pagina 22.
Printer gebruiken
7
1 Plaats een geheugenkaart in de printer.
• Plaats de kaart met het naamlabel naar boven.
• Als de kaart gemarkeerd is met een pijl, zorgt u dat de pijl naar de printer is gericht.
SleufGeheugenkaart
Bovenste sleuf
• xD Picture-kaart
• SD (Secure Digital)
• miniSD (met adapter) *
• microSD (met adapter) *
• RS-MMC (met adapter) *
• MultiMedia-kaart
• Memory Stick
• Memory Stick PRO
• Memory Stick Duo (met adapter) of Memory Stick PRO Duo (met adapter)*
• TransFlash (met adapter) *
Onderste sleuf CompactFlash Type I en Type II
* Plaats de kaart in de bijbehorende adapter voordat u deze in de sleuf plaatst.
2 Wacht tot het lampje op de printer gaat branden. Het lampje knippert om aan te geven dat de geheugenkaart
wordt gelezen of dat gegevens worden verzonden of ontvangen.
Let op—Kans op beschadiging: verwijder niet de geheugenkaart als het lampje knippert en raak het gebied met
de geheugenkaart op de printer niet aan.
Printer gebruiken
8
Als de printer de geheugenkaart niet leest, verwijdert u de kaart en plaatst u deze opnieuw in de printer.
Opmerking: De printer leest per keer slechts één mediabron. Als u meerdere geheugenkaarten in de printer plaatst,
wordt u gevraagd de gewenste kaart te selecteren en de andere kaart te verwijderen.
Verwante onderwerpen:
• “Foto-opslagapparaten aansluiten” op pagina 0
Foto's weergeven
Foto's van schermbeveiliging op het bedieningspaneel vervangen
U kunt maximaal vier foto's selecteren om te gebruiken als schermbeveiliging op de printer.
1 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer. Zie voor meer informatie “Geheugenkaart in de printer
plaatsen” op pagina 7 of “Flashstation in de printer plaatsen” op pagina 7.
2 Druk herhaaldelijk op of tot Hulpmiddelen verschijnt op de display.
3 Druk op .
4 Druk herhaaldelijk op of tot Aanpassen is geselecteerd.
5 Druk op .
6 Druk op of om Na 30 sec of Na 1 min te selecteren.
7 Druk op om Foto's schermbeveiliging vervangen te selecteren.
8 Druk op .
9 Volg de aanwijzingen op de display.
Verwante onderwerpen:
• “Foto's weergeven” op pagina 0
Diavoorstelling van foto's op het bedieningspaneel weergeven
Als u een diavoorstelling van de foto's op een geheugenkaart of flashstation wilt weergeven, zie “Menu
Diavoorstelling gebruiken” op pagina 32.
Verwante onderwerpen:
• “Foto's weergeven” op pagina 0
Foto's bewerken
U kunt de volgende papiersoorten gebruiken met de printer:
• Lexmark Perfectfinish fotopapier
• Lexmark fotopapier
• Fotopapier/glossy papier
Opmerkingen:
• Voor optimale resultaten gebruikt u Lexmark Perfectfinish fotopapier of Lexmark fotopapier.
• Gebruik geen Lexmark Premium fotopapier. De inktcartridge is niet compatibel met deze papiersoort.
Printer gebruiken
9
Kaders toevoegen aan foto's
U kunt een stijl en kleur voor het kader selecteren dat u als rand voor de foto wilt gebruiken.
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Plaats een geheugenkaart in de printer of sluit een flashstation aan op de printer. Zie voor meer informatie
“Geheugenkaart in de printer plaatsen” op pagina 7 of “Flashstation in de printer plaatsen” op pagina 7.
3 Druk herhaaldelijk op of tot Weergeven en selecteren op de display wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk op om door te gaan.
6 Druk op of om door de foto's te bladeren.
7 Druk op om een foto te selecteren die u wilt afdrukken.
8 Druk op .
Het menu Modus Foto bewerken wordt weergegeven.
9 Druk herhaaldelijk op of tot Kaders verschijnt op de display.
10 Druk op .
11 Druk op of om een kaderstijl te selecteren.
12 Druk op .
13 Druk op of om een kaderkleur te selecteren.
14 Druk op .
15 Druk op om de selecties op te slaan en terug te gaan naar het selectiescherm voor foto's.
Er wordt een pictogram weergegeven onder aan de display om aan te geven dat er een kader om de foto wordt
afgedrukt.
16 Druk op of om het aantal exemplaren te selecteren dat u wilt afdrukken.
Opmerking: Als u op
afbeelding opgeheven. Als u op
geselecteerd.
drukt wanneer het aantal exemplaren op 1 is ingesteld, wordt de selectie van de
drukt wanneer de afbeelding niet is geselecteerd, wordt de afbeelding
17 Als u meer foto's wilt selecteren om af te drukken en te bewerken, herhaalt u stap 6 tot en met stap 16.
18 Druk op om naar het scherm Afdrukvoorbeeld te gaan.
19 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen:
a Druk op .
b Selecteer de gewenste opties.
c Druk op om de selecties op te slaan en terug te gaan naar het scherm Afdrukvoorbeeld.
20 Druk op om af te drukken.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Printer gebruiken
10
Verwante onderwerpen:
• “Menu Modus Foto bewerken gebruiken” op pagina 33
Helderheid van foto's aanpassen
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Plaats een geheugenkaart in de printer of sluit een flashstation aan op de printer. Zie voor meer informatie
“Geheugenkaart in de printer plaatsen” op pagina 7 of “Flashstation in de printer plaatsen” op pagina 7.
3 Druk herhaaldelijk op of tot Weergeven en selecteren op de display wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk op om door te gaan.
6 Druk op of om door de foto's te bladeren.
7 Druk op om een foto te selecteren die u wilt afdrukken.
8 Druk op .
Het menu Modus Foto bewerken wordt weergegeven.
9 Druk herhaaldelijk op of tot Helderheid verschijnt op de display.
10 Druk op of om de helderheid van de foto aan te passen.
Opmerking: de afbeelding op de display komt niet precies overeen met de afbeelding die wordt afgedrukt.
11 Druk op om de wijzigingen op te slaan en terug te gaan naar het selectiescherm voor foto's.
12 Druk op of om het aantal exemplaren te selecteren dat u wilt afdrukken.
Opmerking: Als u op
afbeelding opgeheven. Als u op
geselecteerd.
drukt wanneer het aantal exemplaren op 1 is ingesteld, wordt de selectie van de
drukt wanneer de afbeelding niet is geselecteerd, wordt de afbeelding
13 Als u meer foto's wilt selecteren om af te drukken en te bewerken, herhaalt u stap 6 tot en met stap 12.
14 Druk op om naar het scherm Afdrukvoorbeeld te gaan.
15 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen:
a Druk op .
b Selecteer de gewenste opties.
c Druk op om de selecties op te slaan en terug te gaan naar het scherm Afdrukvoorbeeld.
16 Druk op om af te drukken.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verwante onderwerpen:
• “Menu Modus Foto bewerken gebruiken” op pagina 33
Printer gebruiken
11
Foto's bijsnijden
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer. Zie voor meer informatie “Geheugenkaart in de printer
plaatsen” op pagina 7 of “Flashstation in de printer plaatsen” op pagina 7.
3 Druk herhaaldelijk op of tot Weergeven en selecteren op de display wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk op om door te gaan.
6 Druk op of om door de foto's te bladeren.
7 Druk op om een foto te selecteren die u wilt afdrukken.
8 Druk op .
Het menu Modus Foto bewerken wordt weergegeven.
9 Druk herhaaldelijk op of tot Bijsnijden wordt weergegeven onder aan de display en het pictogram
voor bijsnijden is gemarkeerd.
10 Druk op .
11 Gebruik de hulpmiddelen voor bijsnijden die op de display worden weergegeven. Druk op of om het
hulpmiddel te selecteren en op of om het geselecteerde hulpmiddel te gebruiken.
12 Druk op om de wijzigingen op te slaan en terug te gaan naar het menu Modus Foto bewerken.
13 Druk op om terug te gaan naar het selectiescherm voor foto's.
14 Druk op of om het aantal exemplaren te selecteren dat u wilt afdrukken.
Opmerking: Als u op
afbeelding opgeheven. Als u op
geselecteerd.
drukt wanneer het aantal exemplaren op 1 is ingesteld, wordt de selectie van de
drukt wanneer de afbeelding niet is geselecteerd, wordt de afbeelding
15 Als u meer foto's wilt selecteren om af te drukken en te bewerken, herhaalt u stap 6 tot en met stap 14.
16 Druk op om naar het scherm Afdrukvoorbeeld te gaan.
17 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen:
a Druk op .
b Selecteer de gewenste opties.
c Druk op om de selecties op te slaan en terug te gaan naar het scherm Afdrukvoorbeeld.
18 Druk op om af te drukken.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verwante onderwerpen:
• “Menu Modus Foto bewerken gebruiken” op pagina 33
Printer gebruiken
12
Foto's automatisch verbeteren
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer. Zie voor meer informatie “Geheugenkaart in de printer
plaatsen” op pagina 7 of “Flashstation in de printer plaatsen” op pagina 7.
3 Druk herhaaldelijk op of tot Weergeven en selecteren op de display wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk op om door te gaan.
6 Druk op of om door de foto's te bladeren.
7 Druk op om een foto te selecteren die u wilt afdrukken.
8 Druk op .
Het menu Modus Foto bewerken wordt weergegeven.
9 Druk herhaaldelijk op of tot Auto. verbetern op de display wordt weergegeven.
10 Druk op of om Aan te selecteren.
Opmerking: de afbeelding op de display komt niet precies overeen met de afbeelding die wordt afgedrukt.
11 Druk op om de selectie op te slaan en terug te gaan naar het selectiescherm voor foto's.
Er wordt een pictogram weergegeven onder in de display om aan te geven dat de foto automatisch wordt
verbeterd tijdens het afdrukken.
12 Druk op of om het aantal exemplaren te selecteren dat u wilt afdrukken.
Opmerking: Als u op
afbeelding opgeheven. Als u op
geselecteerd.
drukt wanneer het aantal exemplaren op 1 is ingesteld, wordt de selectie van de
drukt wanneer de afbeelding niet is geselecteerd, wordt de afbeelding
13 Als u meer foto's wilt selecteren om af te drukken en te bewerken, herhaalt u stap 6 tot en met stap 12.
14 Druk op om naar het scherm Afdrukvoorbeeld te gaan.
15 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen:
a Druk op .
b Selecteer de gewenste opties.
c Druk op om de selecties op te slaan en terug te gaan naar het scherm Afdrukvoorbeeld.
16 Druk op om af te drukken.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verwante onderwerpen:
• “Menu Modus Foto bewerken gebruiken” op pagina 33
Printer gebruiken
13
Kleureneffecten op foto's gebruiken
Met de functie Kleureneffect kunt u een foto afdrukken in Zwart-wit, Sepia, Antiekbruin en Antiekgrijs.
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Plaats een geheugenkaart in de printer of sluit een flashstation aan op de printer. Zie voor meer informatie
“Geheugenkaart in de printer plaatsen” op pagina 7 of “Flashstation in de printer plaatsen” op pagina 7.
3 Druk herhaaldelijk op of tot Weergeven en selecteren op de display wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk op om door te gaan.
6 Druk op of om door de foto's te bladeren.
7 Druk op om een foto te selecteren die u wilt afdrukken.
8 Druk op .
Het menu Modus Foto bewerken wordt weergegeven.
9 Druk herhaaldelijk op of tot Kleureneffect verschijnt op de display.
10 Druk op of om een kleureneffect te selecteren.
11 Druk op om de selectie op te slaan en terug te gaan naar het selectiescherm voor foto's.
12 Druk op of om het aantal exemplaren te selecteren dat u wilt afdrukken.
Opmerking: Als u op
afbeelding opgeheven. Als u op
geselecteerd.
drukt wanneer het aantal exemplaren op 1 is ingesteld, wordt de selectie van de
drukt wanneer de afbeelding niet is geselecteerd, wordt de afbeelding
13 Als u meer foto's wilt selecteren om af te drukken en te bewerken, herhaalt u stap 6 tot en met stap 12.
14 Druk op om naar het scherm Afdrukvoorbeeld te gaan.
15 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen:
a Druk op .
b Selecteer de gewenste opties.
c Druk op om de selecties op te slaan en terug te gaan naar het scherm Afdrukvoorbeeld.
16 Druk op om af te drukken.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verwante onderwerpen:
• “Menu Modus Foto bewerken gebruiken” op pagina 33
Printer gebruiken
14
Foto's afdrukken
U kunt de volgende papiersoorten gebruiken met de printer:
• Lexmark Perfectfinish fotopapier
• Lexmark fotopapier
• Fotopapier/glossy papier
Opmerkingen:
• Voor optimale resultaten gebruikt u Lexmark Perfectfinish fotopapier of Lexmark fotopapier.
• Gebruik geen Lexmark Premium fotopapier. De inktcartridge is niet compatibel met deze papiersoort.
Foto of geselecteerde foto's afdrukken
Gebruik deze aanwijzingen om foto's weer te geven en een of meer foto's te selecteren om te bewerken en af te
drukken.
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer. Zie voor meer informatie “Geheugenkaart in de printer
plaatsen” op pagina 7 of “Flashstation in de printer plaatsen” op pagina 7.
3 Druk herhaaldelijk op of tot Weergeven en selecteren op de display wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk op om door te gaan.
6 Druk op of om door de foto's te bladeren.
7 Druk op om een foto te selecteren die u wilt afdrukken.
8 Ga als volgt te werk als u de foto wilt bewerken:
a Druk op . Zie voor meer informatie “Menu Modus Foto bewerken gebruiken” op pagina 33.
b Breng de gewenste wijzigingen aan.
c Druk op om de wijzigingen op te slaan en terug te gaan naar het selectiescherm voor foto's.
9 Druk op of om het aantal exemplaren te selecteren dat u wilt afdrukken.
Opmerking: Als u op
afbeelding opgeheven. Als u op
geselecteerd.
drukt wanneer het aantal exemplaren op 1 is ingesteld, wordt de selectie van de
drukt wanneer de afbeelding niet is geselecteerd, wordt de afbeelding
10 Als u meer foto's wilt selecteren om af te drukken en te bewerken, herhaalt u stap 6 tot en met stap 9.
11 Druk op om naar het scherm Afdrukvoorbeeld te gaan.
12 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen:
a Druk op .
b Selecteer de gewenste opties.
Printer gebruiken
15
c Druk op om de selecties op te slaan en terug te gaan naar het scherm Afdrukvoorbeeld.
13 Druk op om af te drukken.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verwante onderwerpen:
• “Foto's afdrukken” op pagina 0
Alle foto's afdrukken
Gebruik deze aanwijzingen om alle foto's af te drukken die op de geheugenkaart of het flashstation zijn opgeslagen.
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer. Zie voor meer informatie “Geheugenkaart in de printer
plaatsen” op pagina 7 of “Flashstation in de printer plaatsen” op pagina 7.
3 Druk herhaaldelijk op of tot Foto's afdrukken op de display wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Alle N foto's afdrukken is geselecteerd. N is het totale aantal
afbeeldingen dat wordt afgedrukt.
6 Druk op .
7 Druk op of om een fotoformaat, papierformaat en aantal exemplaren te selecteren dat van elke foto moet
worden afgedrukt.
8 Druk op .
9 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen:
a Druk op .
b Selecteer de gewenste opties.
c Druk op om de selecties op te slaan en terug te gaan naar het scherm Afdrukvoorbeeld.
10 Druk op om af te drukken.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verwante onderwerpen:
• “Foto's afdrukken” op pagina 0
Printer gebruiken
16
Indexpagina van foto's afdrukken
Gebruik deze aanwijzingen om miniaturen af te drukken van alle foto's die op de geheugenkaart of het flashstation
zijn opgeslagen.
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer. Zie voor meer informatie “Geheugenkaart in de printer
plaatsen” op pagina 7 of “Flashstation in de printer plaatsen” op pagina 7.
3 Druk herhaaldelijk op of tot Foto's afdrukken op de display wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Alle N foto's afdrukken is geselecteerd. N is het totale aantal
afbeeldingen dat wordt afgedrukt.
6 Druk op .
7 Druk herhaaldelijk op of tot Index afdrukken is geselecteerd.
8 Druk op .
Een indexpagina van de afbeeldingen wordt op de display weergegeven.
9 Druk op om af te drukken.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verwante onderwerpen:
• “Foto's afdrukken” op pagina 0
Foto's afdrukken op datum
Gebruik deze aanwijzingen om foto's af te drukken die binnen een bepaald datumbereik zijn genomen.
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer. Zie voor meer informatie “Geheugenkaart in de printer
plaatsen” op pagina 7 of “Flashstation in de printer plaatsen” op pagina 7.
3 Druk herhaaldelijk op of tot Foto's afdrukken op de display wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Foto's afdrukken op datum is geselecteerd.
6 Druk op .
7 Druk op of om een eerdere of latere begindatum te selecteren.
8 Druk op of om een eerdere of latere einddatum te selecteren.
9 Druk op om het geselecteerde bereik op te slaan.
Printer gebruiken
17
10 Druk op of om een fotoformaat en papierformaat, en het aantal exemplaren te selecteren dat u van elke
foto wilt afdrukken.
11 Druk op .
12 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen:
a Druk op .
b Selecteer de gewenste opties.
c Druk op om de selecties op te slaan en terug te gaan naar het scherm Afdrukvoorbeeld.
13 Druk op om af te drukken.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verwante onderwerpen:
• “Foto's afdrukken” op pagina 0
Foto's afdrukken op bereik
Gebruik deze aanwijzingen om de eerste en laatste foto te selecteren in een bereik dat u wilt afdrukken.
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Plaats een geheugenkaart in de printer of sluit een flashstation aan op de printer. Zie voor meer informatie
“Geheugenkaart in de printer plaatsen” op pagina 7 of “Flashstation in de printer plaatsen” op pagina 7.
3 Druk herhaaldelijk op of tot Foto's afdrukken op de display wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Fotobereik afdrukken is geselecteerd.
6 Druk op .
7 Druk op om door te gaan.
8 Druk op of om naar de eerste foto te gaan in het bereik dat u wilt afdrukken.
9 Druk op .
10 Druk op of om naar de laatste foto te gaan in het bereik dat u wilt afdrukken.
11 Druk op .
Druk op of om een fotoformaat en papierformaat, en het aantal exemplaren te selecteren dat u van elke
12
foto wilt afdrukken.
13 Druk op .
14 U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen:
a Druk op .
b Selecteer de gewenste opties.
Printer gebruiken
18
c Druk op om de selecties op te slaan en terug te gaan naar het scherm Afdrukvoorbeeld.
15 Druk op om af te drukken.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verwante onderwerpen:
• “Foto's afdrukken” op pagina 0
Foto's afdrukken vanaf een digitale camera met DPOF
DPOF (Digital Print Order Format) is een functie die op bepaalde digitale camera's beschikbaar is. Als uw camera
ondersteuning voor DPOF biedt, kunt u opgeven welke foto's, en hoeveel exemplaren, moeten worden afgedrukt
terwijl de geheugenkaart nog in de camera is geplaatst. Deze instellingen worden herkend wanneer u de
geheugenkaart in de printer plaatst.
Opmerking: als u een fotoformaat hebt opgegeven terwijl de camerakaart in de printer was geplaatst, controleert
u of het formaat van het papier in de camera niet kleiner is dan het formaat dat u hebt opgegeven in de DPOF-selectie.
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Plaats een geheugenkaart in de printer. Zie voor meer informatie “Geheugenkaart in de printer plaatsen” op
pagina 7.
3 Druk herhaaldelijk op of tot Foto's afdrukken op de display wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Cameraselectie afdrukken is geselecteerd. Deze optie wordt alleen
weergegeven als de geheugenkaart een geldig DPOF-bestand bevat.
6 Druk op .
7 Druk op om af te drukken.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verwante onderwerpen:
• “Digitale PictBridge-camera aansluiten” op pagina 6
Printer gebruiken
19
Foto's afdrukken vanaf een digitale camera met het menu PictBridge
PictBridge is een technologie die wordt gebruikt in de meeste digitale camera's. Hiermee kunt u rechtstreeks vanaf
de digitale camera afdrukken zonder dat u een computer nodig hebt. U kunt een digitale PictBridge-camera
aansluiten op de printer en het menu PictBridge op de printer gebruiken om foto's af te drukken.
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Sluit een digitale PictBridge-camera aan. Zie voor meer informatie “Digitale PictBridge-camera aansluiten” op
pagina 6.
3 Als er van te voren geen opties zijn geselecteerd op de digitale camera, drukt u op om het menu PictBridge
op de printer weer te geven. Zie voor meer informatie “Menu PictBridge gebruiken” op pagina 34.
4 Als u de selecties hebt opgegeven, drukt u op om af te drukken.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verwante onderwerpen:
• “Digitale PictBridge-camera aansluiten” op pagina 6
Bluetooth-technologie gebruiken
Bluetooth is een draadloze technologie waarmee compatibele producten communicatiegegevens kunnen
verzenden en ontvangen. De printer communiceert met Bluetooth-apparaten via een los verkrijgbare USB Bluetoothadapter (Universal Serial Bus).
Afdrukken met Bluetooth
U kunt met een Bluetooth-adapter foto's afdrukken vanaf een Bluetooth-apparaat, zoals een telefoon met een
camera.
1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij
het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in
de printer plaatsen” op pagina 5.
2 Controleer of Bluetooth ingeschakeld en Modus Zoeken zijn ingesteld op Aan. Zie voor meer informatie
“De Bluetooth-modus instellen” op pagina 21.
Printer gebruiken
20
3 Sluit een USB Bluetooth-adapter aan op de PictBridge-poort aan de voorkant van de printer.
Opmerking: Bluetooth-adapter is los verkrijgbaar.
4 Zodra de printer de Bluetooth-adapter detecteert, wordt het volgende bericht vijf seconden weergegeven op de
display: Bluetooth-dongle aangesloten.
5 Raadpleeg de documentatie bij het product om foto's af te drukken vanaf het Bluetooth-apparaat.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de afdrukzijde niet aanraakt met uw vingers of scherpe voorwerpen om vlekken
en krassen te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade
en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Verwante onderwerpen:
• “De Bluetooth-modus instellen” op pagina 21
De Bluetooth-modus instellen
1 Druk herhaaldelijk op of tot Hulpmiddelen verschijnt op de display.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Bluetooth wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Bluetooth ingeschakeld is geselecteerd.
6 Druk op of om Aan of Uit te selecteren.
7 Druk herhaaldelijk op of tot Modus Zoeken is geselecteerd.
8 Druk op of om Aan of Uit te selecteren.
9 Druk op om de selectie op te slaan.
Verwante onderwerpen:
• “Afdrukken met Bluetooth” op pagina 20
Printer gebruiken
21
Loading...
+ 49 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.