Kyocera KM-2550, KM-2050, KM-1650 User Manual [nl]

Page 1
KM-1650 KM-2050 KM-2550

Basishandleiding voor de bediening

Page 2
Page 3

Optimaal gebruik maken van geavanceerde functies

1 Automatische selectie van
kopieerpapier dat van hetzelfde formaat is als het origineel: automatische
(Raadpleeg pagina 3-2)
4 Kopiëren met een eerder gere-
gistreerde zoomfactor: Vooraf ingestelde zoommodus
(Raadpleeg pagina 3-8)
2 Verkleining/Vergroting voor een
opgegeven cassetteformaat:
automatische zoommodus
(Raadpleeg pagina 3-6)
11 × 17": 129 %
8 1/2 ×11" A4
A3: 141%
5
1/2 ×81/2": 64 %
A5: 70%
5 Tweezijdige kopieën maken
van verschillende soorten originelen: duplexmodus
(Raadpleeg pagina 3-9)
3 Verkleining/Vergroting tussen
de 25 en 200%: zoommodus
(Raadpleeg pagina 3-7)
25 %
200 %
6 Tweezijdige originelen op
aparte vellen kopiëren:
splitsmodus (Raadpleeg pagina 3-12)
21
1
2
1
1
2
2
7 Kopieersets automatisch
sorteren: sorteermodus
(Raadpleeg pagina 3-14)
!
!
!
10 Margeruimte genereren op
kopieën: margemodus
(raadpleeg hoofdstuk 1, Geavanceerde handleiding voor de bediening)
8 Richting van kopieën per set
wijzigen: verzamelmodus
(raadpleeg hoofdstuk 1, Geavanceerde handleiding
!
voor de bediening)
3
3
2
1
2
1
11 Kopieën maken met schone
randen: modus kader wissen (raadpleeg hoofdstuk 1, Geavanceerde handleiding voor de bediening)
9 Combinatie van twee of vier
originelen op een enkele gekopieerde pagina: combina-
tiemodus (raadpleeg hoofdstuk 1, Geavanceerde handleiding voor de bediening)
1
2
1
2
1
2
3
3
2
1
12 Gebruiken om meerdere origi-
nelen in een bewerking te kopiëren: doorlopend
kopiëren (raadpleeg hoofdstuk 1, Geavanceerde handleiding voor de bediening)
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING i
Page 4
13 Kopieerinstellingen opslaan in
geheugen: programmeer­functie (raadpleeg
hoofdstuk 1, Geavanceerde handleiding voor de bediening)
16 Volledig assortiment optionele
apparatuur: AOD (Raadpleeg pagina 4-3)
Afwerkeenheid
(Raadpleeg pagina 4-8)
14 Taal selecteren die in het
berichtenscherm wordt gebruikt: taal selectie
(Raadpleeg pagina 2-18)
English
Papierinvoer
(Raadpleeg pagina 4-7)
Takenscheider
(Raadpleeg pagina 4-12)
15 ID-codes gebruiken om het
aantal gemaakte kopieën bij te houden: modus taak
accounting (raadpleeg hoofdstuk 4, Geavanceerde handleiding voor de bediening)
Duplexeenheid
(Raadpleeg pagina 4-8)
Teller
(Raadpleeg pagina 4-13)
Fax-kit
(Raadpleeg pagina 4-14)
Harde schijf
(Raadpleeg pagina 4-15)
ii BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Netwerkscannerkit
(Raadpleeg pagina 4-14)
Extra geheugen
(Raadpleeg pagina 4-15)
Geheugenkaart (CompactFlash)
(Raadpleeg pagina 4-14)
Page 5

Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Lees deze informatie voordat u het apparaat in gebruik neemt. In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
Wettelijke kennisgevingen............................................... iv
Energy Star-programma...................................................v
Veiligheidsconventies ...................................................... vi
Waarschuwingsetiketten ............................................... viii
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie........................... ix
Stroomtoevoer/aarding van het apparaat .........................x
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik ...............................xi
Veiligheid van de laser .................................................. xiv
Stroomtoevoer afsluiten..................................................xv
EG-verklaring van overeenstemming.............................xv
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING iii
Page 6
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Wettelijke kennisgevingen

Kennisgeving

Copyright

VOORZICHTIG:
schade die het gevolg is van het verkeerd installeren van het apparaat.
De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen extra pagina's worden ingevoegd. De huidige editie kan technische onvolkomenheden of drukfouten bevatten.
Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor ongevallen die het gevolg zijn van het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding. Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de inhoud van het ROM).
Deze handleiding voor de bediening is voor de 1650, de 2050 en de 2550. In deze handleiding wordt naar de 1650 verwezen als model 16 ppm (pagina's per minuut), naar de 2050 als model 20 ppm (pagina's per minuut) en naar de 2550 als model 25 ppm (pagina's per minuut).
Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met de verkoop van het apparaat, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Elke kopie die van deze handleiding of een deel daarvan wordt gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht valt, moet dezelfde copyright­vermelding bevatten als het materiaal dat wordt gekopieerd.
Er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor

Handelsmerken

PRESCRIBE is een gedeponeerd handelsmerk van Kyocera Corporation. KPDL en KIR (Kyocera Image Refinement) zijn handelsmerken van Kyocera Corporation.
Diablo 630 is een product van Xerox Corporation. IBM Proprinter X24E is een product van International Business Machines Corporation. Epson LQ-850 is een product van Seiko Epson Corporation. Hewlett-Packard, PCL en PJL zijn gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard Company. Centronics is een handelsmerk van Centronics Data Computer Corp. PostScript is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. PowerPC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation. ENERGY STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerk. Alle overige merk- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de respectieve bedrijven.
CompactFlash en CF zijn handelsmerken van SanDisk Corporation of America.
iv BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 7

Wettelijke beperking op kopiëren

Energy Star-programma

Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
Het kan verboden zijn om auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren zonder toestemming van de copyright-houder.
Het is in elk geval verboden om binnen- en buitenlandse valuta's te kopiëren.
Het kopiëren van andere items kan verboden zijn.
Wij hebben als bedrijf dat deelneemt aan het internationale Energy Star- programma, vastgesteld dat dit product voldoet aan de standaarden zoals bepaald in het internationale Energy Star-programma.
De basisdoelstelling van het internationale Energy Star-programma is het bevorderen van efficiënt energieverbruik en het terugdringen van milieuverontreiniging die gepaard gaat met energieverbruik, door het bevorderen van de fabricage en verkoop van producten die voldoen aan de standaarden van het programma.
De standaarden van het internationale Energy Star-programma vereisen dat multifunctionele apparaten zijn voorzien van een energiebesparings- modus en een automatische slaapmodus. Na een vooraf ingestelde periode gedurende welke er geen bewerkingen worden uitgevoerd, blijft het apparaat gedurende een bepaalde periode in de wachtstand. Vervolgens schakelt het apparaat over naar de energiebesparingsmodus of de automatische slaapmodus om energie te besparen. Dit product beschikt over de volgende toepassingen, als gevolg van het voldoen aan de standaarden van het internationale Energy Star-programma:

Energiebeparingsmodus

Het apparaat schakelt automatisch over naar de energiebesparings­modus, nadat er 15 minuten geen bewerkingen op het apparaat zijn
uitgevoerd. De periode gedurende welke er geen bewerkingen op het apparaat zijn uitgevoerd voordat de energiebesparingsmodus wordt ingeschakeld, kan worden verlengd. Raadpleeg voor meer informatie
Energiebesparingsmodus, op pagina 3-18.

Automatische slaapmodus

Het apparaat schakelt over naar de automatische slaapmodus nadat er gedurende 30 minuten (modellen 16 ppm en 20 ppm) of 45 minuten (model 25 ppm) geen bewerkingen op het apparaat zijn uitgevoerd. De periode gedurende welke er geen bewerkingen op het apparaat zijn uitgevoerd voordat de automatische slaapmodus wordt ingeschakeld, kan worden verlengd. Raadpleeg voor meer informatie Automatische
slaapmodus, op pagina 3-19.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING v
Page 8
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Duplexmodus

Het Energy Star-programma beveelt het gebruik van tweezijdige kopieën aan om de belasting op het milieu te verminderen. Uw verkoper of servicevertegenwoordiger kan u informatie verschaffen over het toevoegen van tweezijdige kopieermogelijkheden aan dit apparaat. Raadpleeg voor meer informatie Duplexeenheid, op pagina 4-8.

Gerecycled papier

In het kader van het Energy Star-programma wordt het gebruik van milieuvriendelijk, gerecycled papier aanbevolen. Uw verkoper of servicevertegenwoordiger kan u informatie verschaffen over aanbevolen papiersoorten.

Veiligheidsconventies

Lees deze handleiding voor de bediening voordat u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar de handleiding in de buurt van het apparaat, zodat deze direct beschikbaar is.
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat.
De symbolen met hun betekenis worden hieronder beschreven.
GEVAAR: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht
besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit waarschijnlijk zal leiden tot ernstig letsel of zelfs levensgevaar.
WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende
aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot ernstig letsel of zelfs levensgevaar.
VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende
aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot lichamelijk letsel of mechanische beschadiging.
vi BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 9

Symbolen

Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten worden binnenin het symbool aangegeven.
.... [Algemene waarschuwing]
.... [Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken]
.... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke informatie over de niet-toegestane handeling staat binnenin het symbool.
.... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
.... [Demontage verboden]
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd. Specifieke informatie over de vereiste handeling staat binnenin het symbool.
.... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
.... [Haal de stekker uit het stopcontact]
.... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een nieuw exemplaar te bestellen (tegen betaling), als de veiligheidswaarschuwingen in deze handleiding voor de bediening onleesbaar zijn of als de handleiding zelf ontbreekt.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING vii
Page 10
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Waarschuwingsetiketten

Er zijn ten behoeve van de veiligheid op de volgende plaatsen waarschuwingsetiketten op het apparaat aangebracht: Voorkom brand of elektrische schokken bij het verhelpen van een papierstoring of wanneer u de toner vervangt.
Etiket 2
Hoge temperatuur. Raak geen onderdelen in dit gebied aan, wegens gevaar op brandwonden.
Etiket 3
Hoge spanning. Raak geen onderdelen in dit gebied aan, wegens gevaar op elektrische schokken.
Etiket 1
Hoge temperatuur. Raak geen onderdelen in dit gebied aan, wegens gevaar op brandwonden.
Etiket 4
Hoge temperatuur. Raak geen onderdelen in dit gebied aan, wegens gevaar op brandwonden.
OPMERKING: Deze etiketten niet verwijderen.
viii BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 11
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Voorzorgsmaatregelen bij de installatie

Omgeving

VOORZICHTIG: Plaats het apparaat niet op of in plaatsen
die niet stabiel of vlak zijn. Op dergelijke plaatsen kan het apparaat vallen. Dergelijke situaties leveren gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging van de apparatuur op.
Plaats het apparaat niet op vochtige of stoffige/vuile locaties. Reinig de stekker om gevaar van brand en elektrische schokken te voorkomen, wanneer er stof en vuil op de stekker zijn terechtgekomen.
Plaats het apparaat niet in de buurt van radiatoren, kachels of andere warmtebronnen of in de buurt van ontvlambare voorwerpen, om gevaar van brand te voorkomen.
Laat ruimte vrij, zoals hieronder wordt aangegeven, om het apparaat koel te houden en het vervangen van onderdelen en onderhoud te vergemakkelijken. Laat met name rond de ventilatieopeningen voldoende ruimte vrij, zodat de lucht het apparaat gemakkelijk kan verlaten.
Links:
11 30 cm

Overige voorzorgsmaatregelen

Ongunstige omgevingsomstandigheden kunnen van invloed zijn op de veilige werking en de prestaties van het apparaat. Installeer het apparaat in een ruimte met airconditioning (aanbevolen kamertemperatuur: circa 23 °C (73.4 °F), relatieve luchtvochtigheid: circa 50%) en plaats het apparaat niet op de volgende plaatsen:
Plaats het apparaat niet in de buurt van een venster of direct in het zonlicht.
Vermijd plaatsen met trillingen.
Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
Vermijd slecht geventileerde locaties.
13/16"
Vóór:
39 100 cm
3/8"
Achter:
15/16"
3 10 cm
Rechts:
13/16"
11 30 cm
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING ix
Page 12
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
Vermijd delicate vloeren. Wanneer het product na de installatie wordt verschoven, kan de vloer worden beschadigd.
Tijdens het kopiëren komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij, maar dit heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid. Als het apparaat echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de reuk onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor kopieerwerk moet goed geventileerd zijn.

Stroomtoevoer/aarding van het apparaat

WAARSCHUWING:
een ander voltage dan aangegeven. Sluit niet meerdere apparaten op één stopcontact aan. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op.
WAARSCHUWING: Steek de stekker stevig in het
stopcontact. Als metalen voorwerpen in contact komen met de pinnen van de stekker, kan dit brand of elektrische schokken veroorzaken.
WAARSCHUWING: Sluit het apparaat altijd aan op een
geaard stopcontact, om het gevaar van brand of elektrische schokken bij kortsluiting te voorkomen. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als een geaarde aansluiting niet mogelijk is.

Overige voorzorgsmaatregelen

Sluit de stekker aan op het dichtstbijzijnde stopcontact.
Het netsnoer is het belangrijkste middel om de stroomtoevoer af te sluiten. Zorg ervoor dat het stopcontact zich bevindt/is geïnstalleerd in de buurt van de apparatuur en goed toegankelijk is.

Omgaan met plastic zakken

Gebruik geen stroomtoevoer met
WAARSCHUWING: Houd de plastic zakken die bij het
apparaat worden gebruikt, uit de buurt van kinderen. Het plastic kan aan neus en mond vast blijven zitten en verstikking veroorzaken.
x BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 13
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

Waarschuwingen bij het gebruik van het apparaat

WAARSCHUWING: Plaats geen metalen voorwerpen
of voorwerpen die water bevatten (vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van het apparaat. Dit vormt een risico voor brand of elektrische schokken mocht het water in het apparaat terechtkomen.
WAARSCHUWING: Verwijder geen van de panelen
van het apparaat, omdat er dan gevaar bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge spanning binnenin het apparaat.
WAARSCHUWING: Zorg dat het netsnoer niet
beschadigd raakt of breekt en probeer het niet te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer, trek er niet aan, buig het niet onnodig en veroorzaak geen andere schade. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op.
WAARSCHUWING: Probeer nooit het apparaat of
onderdelen ervan te repareren of te demonteren, omdat er dan gevaar van brand, elektrische schokken of schade aan de laser bestaat. Als de laserstraal buiten het apparaat komt, kan deze blindheid veroorzaken.
WAARSCHUWING: Als het apparaat uitzonderlijk heet
wordt, als er rook uit het apparaat komt, als er een vreemde geur ontsnapt, of als er zich een andere ongewone situatie voordoet, bestaat er gevaar van brand of een elektrische schok. Zet de AAN/UIT-schakelaar onmiddellijk uit ( uit het stopcontact haalt en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
{
), zorg dat u de stekker
WAARSCHUWING: Als er schadelijke zaken
(paperclips, water, andere vloeistoffen, enz.) in het apparaat terechtkomen, moet u de AAN/UIT-schakelaar ( uitzetten. Vervolgens moet u zeker de stekker uit het stopcontact halen, om gevaar van brand of elektrische schokken te voorkomen. Neem hierna contact op met uw servicevertegenwoordiger.
{
) onmiddellijk
WAARSCHUWING: Zorg dat u een stekker niet met
natte handen in het stopcontact steekt of eruit haalt, omdat er dan gevaar van elektrische schokken bestaat.
WAARSCHUWING: Neem altijd contact op met uw
servicevertegenwoordiger voor onderhoud of reparatie van interne onderdelen.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING xi
Page 14
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG: Trek niet aan het netsnoer wanneer u dit uit het
stopcontact haalt. Als u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken. (Pak altijd de stekker vast wanneer u het netsnoer wilt loskoppelen van het stopcontact.)
VOORZICHTIG: Haal altijd de stekker uit het stopcontact
wanneer u het apparaat verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken.
Als het apparaat korte tijd (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt gebruikt, moet u de AAN/UIT-schakelaar ( apparaat langere tijd niet wordt gebruikt (tijdens vakanties, enz.), neemt u voor de veiligheid de stekker uit het stopcontact.
Houd bij het optillen of verplaatsen het apparaat altijd vast op de daarvoor bestemde plaatsen.
Verwijder om veiligheidsredenen de stekker altijd uit het stopcontact bij het reinigen van het apparaat.
Als zich in het apparaat stof ophoopt, bestaat het gevaar van brand of andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw servicevertegenwoordiger te raadplegen met betrekking tot het reinigen van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit laat doen voorafgaande aan een periode van hoge luchtvochtigheid. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger over de reinigingskosten van de interne onderdelen van het apparaat.
{
) uitzetten. Als het

Overige voorzorgsmaatregelen

Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en zorg dat het apparaat niet beschadigd raakt.
Open tijdens het kopiëren de bovenste voorklep niet, schakel de AAN/UIT­schakelaar niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact.
Neem contact op met de servicevertegenwoordiger wanneer u het apparaat wilt optillen of verplaatsen.
Raak geen elektrische onderdelen, zoals connectoren of printplaten aan. Deze kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit.
Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding zijn beschreven.
VOORZICHTIG: Het gebruik van andere knoppen of aanpassingen
en de uitvoering van andere procedures dan hierin worden vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
Kijk niet rechtstreeks in het licht van de scanlampen, omdat dit vermoeidheid of pijn in uw ogen kan veroorzaken.
xii BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 15
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Waarschuwingen voor de omgang met verbruiksartikelen

VOORZICHTIG: De tonercontainer en de
tonerafvalcontainer mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
Houd de tonercontainer en de tonerafvalcontainer buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt toner uit de tonercontainer of de tonerafvalcontainer wordt gemorst, moet u inademing of inname van toner voorkomen, evenals contact met de ogen en de huid.
Als u onverhoeds toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende hoest contact op met een arts.
Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 koppen water om de inhoud van uw maag te verdunnen. Neem indien nodig contact op met een arts.
Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u deze grondig met water. Als de ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een arts.
Als u toner op de huid krijgt, wast u deze met water en zeep.
De tonercontainer en de tonerafvalcontainer mogen niet worden opengemaakt of vernietigd.

Overige voorzorgsmaatregelen

Verwijder de tonercontainer en de tonerafvalcontainer na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving.
Bewaar alle verbruiksartikelen in een koele, donkere ruimte.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u het papier uit de cassette(s) en de handinvoer, legt u dit terug in de oorspronkelijke verpakking en sluit u deze weer.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING xiii
Page 16
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Veiligheid van de laser

Laserstraling kan gevaar opleveren voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen.
Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van Klasse 1 volgens IEC 60825.
VOORZICHTIG: Het uitvoeren van andere procedures dan de
procedures die in deze handleiding worden beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Deze etiketten zijn aangebracht op de laserscaneenheid in het apparaat en bevinden zich niet op plaatsen die toegankelijk zijn voor de gebruiker.
16 ppm- en 20 ppm-modellen 25 ppm-model
Het onderstaande etiket bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
xiv BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 17

Stroomtoevoer afsluiten

Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG:
afsluiten van de stroomtoevoer! Andere schakelaars op de apparatuur zijn slechts functionele schakelaars en zijn niet geschikt om de apparatuur van de stroomtoevoer los te koppelen.
VORSICHT: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die
anderen Schalter auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können nicht verwendet werden, um den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen.

EG-verklaring van overeenstemming

VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Wij verklaren op basis van onze eigen verantwoordelijkheid dat het product waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende specificaties.
Limieten en meetmethoden voor immuniteitskenmerken van informatietechnologieapparatuur
Limieten en meetmethoden voor radiostoringskenmerken van informatietechnologieapparatuur
Limieten voor emissies van harmonische stroom voor apparatuuringangsstroom
16 A per fase
Beperking van spanningsfluctuaties en flikkering in stroomsystemen met een laag voltage voor apparatuur met nominale stroom 16 A
Veiligheid van informatietechnologieappa­ratuur, waaronder elektrische apparatuur
Stralingsveiligheid van laserproducten, apparatuurclassificatie, vereisten en gebruikershandleiding
De stekker is het belangrijkste middel voor het
MET
89/336/EEG, 73/23/EEG en 93/68/EEG
EN55024
EN55022 Klasse B
EN61000-3-2
EN61000-3-3
EN60950
EN60825-1
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING xv
Page 18
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
xvi BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 19

Inleiding

Deze Basishandleiding voor de bediening bestaat uit de volgende hoofdstukken:
1 Onderdelen van het apparaat
Bevat de namen van de onderdelen van het apparaat en de belangrijkste functies ervan.
2 Voorbereiding
Bevat uitleg over het plaatsen van papier en apparaataansluitingen.
3 Basishandelingen
Bevat uitleg over het maken van eenvoudige kopieën en afdrukken.
4 Optionele apparatuur
Geeft een beschrijving van de verkrijgbare optionele apparatuur.
5 Onderhoud
Bevat uitleg over het onderhoud van het apparaat en de procedures om de toner bij te vullen.
6 Problemen oplossen
Bevat uitleg over het oplossen van problemen, zoals foutmeldingen en papierstoringen.
Appendix
Bevat de apparaatspecificaties.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING xvii
Page 20
Inleiding

Meegeleverde handleidingen

Bij dit apparaat worden de volgende handleidingen geleverd. Raadpleeg de handleiding die u nodig heeft.

Basishandleiding voor de bediening (deze handleiding)

Deze Basishandleiding voor de bediening bevat procedurestappen voor de initiële installatie en instellingen van het apparaat en de aansluiting op een computer. De handleiding bevat ook basisprocedures voor het gebruik van het apparaat als kopieerapparaat, printer en scanner en heeft een hoofdstuk over het oplossen van problemen.

Geavanceerde handleiding voor de bediening

De Advanced Operation Guide (Geavanceerde handleiding voor de bediening) bevat uitleg over kopieer-, afdruk- en scanfuncties, alsmede aangepaste standaardinstellingen op het apparaat.

KX Printer Driver Operation Guide (KX Handleiding voor de bediening van de printerdriver)

Hierin wordt beschreven hoe u de printerdriver installeert en instelt.

PRESCRIBE Technical Reference (PRESCRIBE Technische referentiehandleiding)

PRESCRIBE is de eigen taal van deze printers. Deze Technical Reference bevat informatie over hoe het afdrukken met de PRESCRIBE-opdrachten verloopt, alsmede een beschrijving van fonts en emulaties.

PRESCRIBE Command Reference (Handleiding PRESCRIBE-opdrachten)

Deze handleiding bevat gedetailleerde uitleg over de syntaxis van PRESCRIBE-opdrachten en parameters, geïllustreerd aan de hand van afdrukvoorbeelden. Deze handleiding staat als PDF-document op de cd-rom.
xviii BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 21

Conventies

Conventie Beschrijving Voorbeeld
Inleiding
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt.
Cursief lettertype Wordt gebruikt om een
sleutelwoord, een woordgroep of een bericht te benadrukken. Daarnaast worden verwijzingen naar andere publicaties met een cursief lettertype weergegeven.
Vetgedrukte letters
tussen rechte haken
Opmerkingen Wordt gebruikt om aanvullende,
Belangrijk Wordt gebruikt om belangrijke
Voorzichtig Met deze waarschuwingen
Wordt gebruikt om de selectie van een toepassingsmode of toets te benadrukken.
nuttige informatie over een functie of toepassing te geven.
informatie te verstrekken.
wordt aangegeven dat er als gevolg van een actie mechanische beschadiging kan optreden.
Open de handinvoer.
Druk op [Enter].
OPMERKING: Voor optimale
kopieerresultaten wordt aanbevolen deze reinigingsprocedure minimaal eenmaal per maand uit te voeren.
BELANGRIJK: Gebruik nooit water, oplosmiddelen of andere organische reinigingsmiddelen om de smalle glasstrook te reinigen.
VOORZICHTIG: Om
veiligheidsredenen dient de stekker altijd uit het stopcontact te worden verwijderd wanneer het apparaat wordt gereinigd.
Waarschuwing Wordt gebruikt om gebruikers
te wijzen op het gevaar van lichamelijk letsel.
WAARSCHUWING: Het
ladergedeelte staat onder hoge spanning.

Maateenheden

In deze handleiding worden de specificaties zowel in inches als in mm weergegeven. In de schermen en berichten van deze handleiding worden de afmetingen in inches weergegeven. Als u de versie van het apparaat gebruikt, waarop de afmetingen in mm worden weergegeven, moet u de berichten op uw apparaat raadplegen.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING xix
Page 22
Inleiding
xx BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 23

Inhoud

Optimaal gebruik maken van geavanceerde functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .i
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
Wettelijke kennisgevingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . iv
Energy Star-programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . v
Veiligheidsconventies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . vi
Waarschuwingsetiketten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . viii
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ix
Stroomtoevoer/aarding van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .xi
Veiligheid van de laser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xiv
Stroomtoevoer afsluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xv
EG-verklaring van overeenstemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xv
Inleiding
Meegeleverde handleidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .xviii
Conventies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xix
1 Onderdelen van het apparaat
Hoofdgedeelte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5
Berichtenscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-7
2 Voorbereiding
Papier plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2
Aansluitingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-10
Het apparaat inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-12
Netwerkinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-13
Datum en tijd instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-16
De taal instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-18
Overige instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-18
3 Basishandelingen
Basishandelingen voor kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
Zoomkopieën maken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
Duplex-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
Splitsmodus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-12
Sorteermodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-14
Onderbrekingsmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-15
Energiebesparingsmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-18
Automatische slaapmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-19
Basisprocedure voor afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-20
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING xxi
Page 24
Inhoud
4 Optionele apparatuur
Overzicht optionele apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
AOD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
Papierinvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
Duplexeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
Afwerkeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
Takenscheider . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-12
Sleutelteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
Fax-kit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
Netwerkscannerkit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
Geheugenkaart (CompactFlash) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
Harde schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
Geheugenuitbreiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
5 Onderhoud
Het apparaat reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
De tonercontainer en de tonerafvalcontainer vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-5
6 Problemen oplossen
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2
Foutberichten en oplossingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-5
Papierstoringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-11
Appendix
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Appendix-2
xxii BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 25
1 Onderdelen van het
apparaat
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
Hoofdgedeelte.............................................................. 1-2
Bedieningspaneel......................................................... 1-5
Berichtenscherm .......................................................... 1-7
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 1-1
Page 26
Onderdelen van het apparaat

Hoofdgedeelte

9
10
1
2
3
11
7
8
5
6
4
1 Afdekklep
2 Opvangbak
3 Bedieningspaneel
4 Cassette 1
5 Cassette 2 (alleen bij modellen van 20 en 25 ppm)
6 Instelmechanisme voor papierbreedte
7 Instelmechanisme voor papierlengte
8 Hendel van linkerklep
9 Handinvoer
10 Verlengstuk handinvoer
11 Invoergeleiders
1-2 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 27
13
Onderdelen van het apparaat
12
16
17
14
15 18
19
12 Glasplaat
13 Aanduidingsplaten origineelformaat
14 Linkerklep
15 Tonerafvalcontainer
16 Ontgrendelingshendel tonercontainer
17 Tonercontainer
18 Reinigingsstaafje van de lader
19 Voorklep
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 1-3
Page 28
Onderdelen van het apparaat
23 24
25
26
22 20 21 22
20 Hoofdschakelaar
21 Afdekplaat hoofdschakelaar
22 Handgrepen voor transport
23 Netwerkaansluiting
24 USB-aansluiting
25 Parallelle aansluiting
26 Geheugenkaartsleuf
1-4 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 29

Bedieningspaneel

Onderdelen van het apparaat
123 76 11 1213 25
Gereed o m te k opi ëren.
Auto
Auto
19
23
5 4 8 9 10 16 14 17 18
15
100%
22
1 Toets System Menu/Counter en lampje
2 Toets Copier en lampje
3 Toets Printer en lampje
4 Toets Scanner en lampje
20
28 27 26 29 30 31 37
21
32
1
33 34 36 35
24
5 Toets Fax en lampje
6 Toets Combine en lampje
7 Toets Erase en lampje
8 Toets Duplex/Split Page en lampje
9 Toets Offset en lampje
10 Toets Function
11 Toets Scanner Function
12 Toets Auto Selection en lampje
13 Toets Margin en lampje
14 Toets Sort en lampje
15 Toets Staple en lampje
16 To e ts Program
17 Toets Zoom/<-toets
18 Toets Auto%/100%/T-toets
19 Toets Original Size/S-toets
20 Toets Paper Select/>-toets
21 To e ts Enter
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 1-5
Page 30
Onderdelen van het apparaat
22 Toets voor de afdrukkwaliteit
23 Toets Auto Exposure
24 Toets voor belichting: Lighter (lichter)/Darker (donkerder)
25 Berichtenscherm
26 Lampje Ready (groen lampje)
27 Lampje Data (groen lampje)
28 Lampje Attention (rood lampje)
29 Toets Job Accounting
30 Toets Interrupt en lampje
31 Toets Energy Saver en lampje
32 Toets Power en lampje
33 Numerieke toetsen
34 Toets Reset
35 Toets Stop/Clear
36 Toets Start en lampje
37 Hoofdvoedingslampje
1-6 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 31

Berichtenscherm

Scherm Kopiëren – Basis
Onderdelen van het apparaat
Op het berichtenscherm wordt de bedieningsstatus van het apparaat weergegeven.
Het volgende scherm verschijnt wanneer de toets Copier wordt ingedrukt.
1
3
Gereed om te kopiëren.
Auto
100%
25
Referentie-
nummer
1 Geeft de huidige apparaatstatus aan.
2 Verschijnt wanneer het origineelformaat automatisch wordt
geselecteerd.
3 Geeft de vergrotingsfactor aan.
4 Verschijnt wanneer de automatische papierselectiemodus
wordt geselecteerd.
5 Geeft het origineelformaat, het papierformaat en de
geselecteerde cassette aan.
Auto
1
Betekenis
4
6
6 Aantal geselecteerde kopieën.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 1-7
Page 32
Onderdelen van het apparaat
Scherm Afdrukken – Basis
Het volgende scherm verschijnt wanneer de toets Printer wordt ingedrukt:
1
2
3
4
Gereed
GO ANNULEREN MENU
Referentie-
nummer
1 Geeft de huidige status van het apparaat aan.
2 Selecteren om te schakelen tussen online en offline, om af te
drukken of het afdrukken te hervatten, om een specifieke fout te wissen en om het huidige afdrukproces te annuleren en te beginnen met het afdrukken van een nieuwe pagina.
3 Selecteren om het afdrukproces stop te zetten.
4 Selecteren om de netwerkinstellingen aan te passen.
Raadpleeg voor meer informatie Netwerkinstellingen, op pagina 2-13.
Wordt ook gebruikt om verschillende printerfuncties en ­instellingen te wijzigen. Raadpleeg hoofdstuk 2 van de Geavanceerde handleiding voor de bediening.
Betekenis
1-8 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 33

2 Voorbereiding

In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
Papier plaatsen ............................................................ 2-2
Aansluitingen.............................................................. 2-10
Het apparaat inschakelen........................................... 2-12
Netwerkinstellingen .................................................... 2-13
Datum en tijd instellen................................................ 2-16
De taal instellen.......................................................... 2-18
Overige instellingen.................................................... 2-18
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 2-1
Page 34
Voorbereiding

Papier plaatsen

Papier voorbereiden

Papier en andere soorten afdrukmateriaal kunnen in de cassette of in de handinvoer worden geplaatst.
OPMERKING: Raadpleeg de appendix van de Geavanceerde
handleiding voor de bediening voor informatie over de soorten
afdrukmateriaal die kunnen worden gebruikt.
Wanneer u het papier uit de verpakking heeft gehaald, moet u de vellen loswaaieren voordat u het papier plaatst.
Als u papier gebruikt dat gevouwen of gekruld is, strijkt u dit recht voordat u het papier plaatst. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een papierstoring.
BELANGRIJK: Zorg dat nietjes en paperclips verwijderd zijn.
Plaats het papier met de zijde die in de richting van de bovenkant van de verpakking lag naar boven, als u gebruik maakt van een cassette en naar beneden, als u gebruik maakt van de handinvoer.
Als u het papier bij hoge temperaturen en vochtige omstandigheden buiten de verpakking bewaart, kunnen er problemen ontstaan als gevolg van de luchtvochtigheid. Wanneer u het papier in de cassette of in de handinvoer heeft geplaatst, moet u het restant papier in de oorspronkelijke verpakking bewaren en deze goed sluiten. Als het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u al het papier uit de cassette(s) en de handinvoer en plaatst u het terug in de oorspronkelijke verpakking, die u vervolgens weer goed sluit.

Papier in een cassette plaatsen

U kunt de volgende papiersoorten plaatsen: standaardpapier (60 tot 90 g/m²), dik papier (90 tot 105 g/m²), gerecycled papier of gekleurd papier. Er kunnen maximaal 300 vellen standaardpapier (80 g/m²) tegelijk in een cassette worden geplaatst.
De volgende papierformaten kunnen worden geplaatst: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, Folio, 11 × 17 inch (Ledger), 8 11 × 8 8
1/2 inch, 8 1/2 × 11 inch (Letter), 5 1/2 ×81/2 inch (Statement),
1/2 × 13 inch (Oficio II).
1/2 × 14 inch (Legal),
BELANGRIJK: U moet per cassette opgeven welke soort papier erin wordt geplaatst (standaard, gerecycled, enz.) Raadpleeg hoofdstuk 3 van de Geavanceerde handleiding voor de bediening voor meer informatie.
2-2 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 35
Trek de cassette helemaal uit het
1
apparaat.
BELANGRIJK: Ondersteun de cassette wanneer u deze uit het apparaat trekt, zodat de cassette er niet plotseling uit valt.
OPMERKING: Trek één cassette tegelijk uit het apparaat.
Druk de onderplaat van de
2
cassette naar beneden.
Voorbereiding
Gebruik het instelmechanisme
3
voor de papierbreedte om de breedtegeleiders op het gewenste papierformaat aan te passen.
OPMERKING: De papierformaten staan op de cassette vermeld.
Gebruik het instelmechanisme
4
voor de papierlengte om de lengtegeleiders op het gewenste papierformaat aan te passen.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 2-3
Page 36
Voorbereiding
Bij het plaatsen van papier van A3-formaat of 11 × 17 inch (Ledger), schuift u de papierlengtegeleider helemaal naar rechts en drukt u deze naar beneden. Zie de afbeelding.
OPMERKING: De papierformaten staan op de cassette vermeld.
Plaats het papier in de cassette,
5
met de voorste rand tegen de papierlengtegeleider.
BELANGRIJK: Stel de lengte- en breedtegeleiders altijd in voordat u het papier plaatst. Zo kunt u schuin ingevoerd papier en papierstoringen voorkomen.
Zorg dat het papier goed tegen de lengte- en breedtegeleiders aan ligt, zonder vrije ruimte ertussen. Als de geleiders niet goed zijn ingesteld, wordt in het berichtenvenster het verkeerde papierformaat weergegeven.
Zorg dat het papier niet boven de vullijnen van de breedtegeleider uitkomt.
Zorg dat de zijde die moet worden bedrukt naar boven wijst en dat het papier niet gevouwen, gekruld of beschadigd is.
Vullijnen
Plaats het kaartje met het
6
papierformaat in de sleuf, zodat men kan zien welk papierformaat in het apparaat is geplaatst.
2-4 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 37
Duw de cassette stevig terug in
7
het apparaat tot deze niet meer verder kan.

Papier in de handinvoer plaatsen

Afgezien van standaardpapier en gerecycled papier, kan er ook speciaal papier (45 tot 160 g/m²) in de handinvoer worden geplaatst.
De volgende papierformaten kunnen worden gebruikt: A3 tot A6R, Briefkaart, Folio, 11 × 17 inch (Ledger) tot 5
Hierna volgt een overzicht van de soorten en formaten papier die in het apparaat kunnen worden geplaatst, evenals het aantal vellen dat kan worden geplaatst:
Voorbereiding
1/2 ×8 1/2 inch (Statement).
Soort of formaat Capaciteit
Standaardpapier 50 vellen (80 g/m²)
Dun en dik papier 50 vellen tot 5 vellen (45 tot 160 g/m²)
Briefkaart 10 vellen
Transparanten 1 vel
A3, B4, Folio, 11 × 17 inch (Ledger),
8 1/2 × 14 inch (Legal),
8 1/2 × 13 inch (Oficio II)
BELANGRIJK: Nadat het papier in de handinvoer is geplaatst, moeten het
formaat en het soort papier worden opgegeven. Raadpleeg voor meer informatie Papierformaat en papiersoort voor de handinvoer, op
pagina 2-7.
Open de handinvoer.
1
(afhankelijk van het formaat en de dikte van het papier)
25 vellen
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 2-5
Page 38
Voorbereiding
Als u lang papier wilt plaatsen, trekt u het verlengstuk van de handinvoer naar buiten en klapt u het uit.
Stel de invoergeleiders in op
2
de breedte van het papier.
Schuif het papier zover mogelijk
3
langs de invoergeleiders de lade in.
Zorg dat de invoergeleiders zich strak tegen de zijkanten van het papier aan bevinden.
BELANGRIJK: Strijk gekrulde briefkaarten en andere soorten dik papier glad voordat u dit papier in het apparaat plaatst. Als de kwaliteit van het papier niet voldoende is, wordt het mogelijk niet ingevoerd.
Plaats alleen papier in de lade wanneer u van plan bent dit papier te gebruiken en laat geen papier in de lade achter gedurende langere perioden.
Als u papier in de handinvoer plaatst, moet het papier met de te kopiëren of de te bedrukken zijde naar beneden worden geplaatst.
2-6 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 39

Papierformaat en papiersoort voor de handinvoer

Lees de volgende instructies om het papierformaat en de papiersoort in te stellen, voordat u gebruik gaat maken van de handinvoer.
Papiersoort
De volgende papierformaatopties zijn beschikbaar voor de handinvoer:
Regulier papierformaat – deze standaardpapierformaten kunnen in het menu Papierformaat handinvoer worden geselecteerd.
Ander_reg._formaat – gebruik deze optie voor extra standaardpapierformaten.
Invoerformaat – gebruik deze optie om een speciaal papierformaat in te voeren als het door u gewenste papierformaat niet wordt weergegeven.
Universeel formaat – gebruik deze optie als het papierformaat onbekend is of als het papierformaat niet ingesteld hoeft te worden.
Regulier papierformaat:
Voorbereiding
De volgende reguliere papierformaten zijn beschikbaar:
Specificaties in inches – 11 × 17 inch (Ledger), 8 8
1/2 × 13 inch (Oficio II), 8 1/2 × 11 inch (Letter), 11 × 8 1/2 inch,
5
1/2 ×81/2 inch (Statement), A4R, A4
Specificaties in mm – A3, B4, A4R, A4, B5R, B5, A5R, B6R, A6R, 8
1/2 × 11 inch (Letter), 11 × 8 1/2 inch, Folio.
Druk op de toets [System Menu /
1
Counter].
Druk op S of T om Handinv.-
2
instelling te selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om het gewenste
3
papierformaat te selecteren en druk op [Enter].
Menu Systeem / Teller:
Einde Taal Handinv.-instelling
Papierformaat handinvoer:
Invoerform.
1/2 × 14 inch (Legal),
Het scherm Papiersoort handinv. verschijnt. Selecteer de gewenste Papiersoort en volg daarbij de instructies op pagina pagina 2-10.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 2-7
Page 40
Voorbereiding
Ander regulier papierformaat:
De volgende andere reguliere papierformaten zijn beschikbaar:
Specificatie in mm – A3, B4, B5R, B5, A5R, B6R, A6R, HAGAKI, Folio, Executive, ISO B5, Envelop DL, Envelop C5, Envelop C4, Comm. #10, Comm. #9, Comm. #6-3/4, Monarch
Specificatie in inches – 11 × 17 inch (Ledger), 8 8
1/2 × 13 inch (Oficio II), 5 1/2 ×81/2 inch (Statement), Executive,
ISO B5, Envelop DL, Envelop C5, Envelop C4, Comm. #10, Comm. #9, Comm. #6-3/4, Monarch
Druk op [System Menu /
1
Counter].
1/2 × 14 inch (Legal),
Druk op S of T om Handinv.-
2
instelling te selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om
3
Ander_reg._formaat te selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om het gewenste
4
papierformaat te selecteren en druk op [Enter].
Het scherm Papiersoort handinv. verschijnt. Selecteer de gewenste Papiersoort en volg daarbij de instructies op pagina pagina 2-10.
Menu Systeem / Teller:
Einde Taal Handinv.-instelling
Papierformaat handinvoer:
Ander reg. formaat
Ander reg. formaat:
2-8 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 41
Invoerformaat:
Druk op [System Menu /
1
Counter].
Druk op S of T om Handinv.-
2
instelling te selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om Invoerformaat
3
te selecteren en druk op [Enter].
Voorbereiding
Menu Systeem / Teller:
Einde Taal Handinv.-instelling
Papierformaat handinvoer:
Universeel fo rmaat
*
Invoerform.
Druk op < of > om de lengte te
4
selecteren. De volgende lengten kunnen worden geselecteerd: 3
7/8 inch tot 11 5/8inch in stappen
van 1/8 inch (98 tot 297 mm in stappen van 1 mm).
Druk op T om de breedte te selecteren.
Druk op < of > om de breedte te
5
selecteren. De volgende breedten kunnen worden geselecteerd: 5
7/8 inch tot 17 inch in stappen
van 1/8 inch (148 tot 432 mm in stappen van 1 mm).
Druk op [Enter]. Het scherm Papiersoort handinv. verschijnt.
Selecteer de gewenste Papiersoort en volg daarbij de instructies op pagina 2-10.
Invo erform.:
98mm
297mm
Invo erform.:
98mm
297mm
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 2-9
Page 42
Voorbereiding

Aansluitingen

Papiersoort
De volgende papiersoorten zijn beschikbaar:
Normaal, Transparant, Voorbedrukt, Etiketten, Bankpost, Gerecycled,
Wanneer u het gewenste
1
papierformaat heeft geselecteerd, drukt u op S of T om de gewenste papiersoort te selecteren.
Druk op [Enter]. Het scherm Kopiëren – Basis verschijnt.
Dit apparaat kan op een computer worden aangesloten via een netwerk, een parallelle kabel of een USB-kabel.
Perkament, Ruw, Briefhoofd, Kleuren, Voorgeboord, Envelop, Karton, Dik papier, Hoge kwaliteit, Speciaal 1 (tot 8)
Papiersoort handinv.:
Normaal
*
Transparant Voorgedrukt

Het apparaat aansluiten op het netwerk

Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel (10Base-T of 100Base-TX).
Til de afdekplaat van de
1
hoofdschakelaar rechts op het apparaat omhoog en zet de AAN/UIT-schakelaar op UIT ( Verwijder vervolgens de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Sluit de netwerkkabel aan op de
2
netwerkaansluiting rechts op het apparaat.
{).
Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op uw
3
netwerkapparaat (hub).
Programmeer de vereiste netwerkinstellingen. Raadpleeg voor meer
4
informatie Netwerkinstellingen, op pagina 2-13.
2-10 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 43

Het apparaat aansluiten met een parallelle kabel of een USB-kabel

Sluit het apparaat rechtstreeks op uw computer aan met een parallelle kabel of een USB-kabel.
Voorbereiding
BELANGRIJK: Schakel het apparaat altijd uit ( van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de printerkabel aansluit.
De computer moet ook uitgeschakeld zijn.
Til de afdekplaat van de
1
hoofdschakelaar rechts op het apparaat omhoog en zet de AAN/UIT-schakelaar op UIT ( Verwijder vervolgens de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Sluit de printerkabel (niet
2
meegeleverd) aan op de parallelle aansluiting of de USB-aansluiting
rechts op het apparaat.
{).
{) en verwijder de stekker
OPMERKING: Gebruik een USB-kabel die voldoet aan revisie 2.0 van
de USB-norm (een rechthoekige stekker van het type A en een vierkante stekker van het type B). De USB-kabel moet afgeschermd worden en mag niet langer dan 5 meter zijn.
Sluit het andere uiteinde van de printerkabel aan op de parallelle
3
aansluiting of op de USB-aansluiting van uw computer.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 2-11
Page 44
Voorbereiding

Het apparaat aansluiten op het stroomnet

1
2

Het apparaat inschakelen

Sluit het netsnoer aan op de netsnoeraansluiting rechts op het apparaat.
Sluit het andere uiteinde van het netsnoer aan op een stopcontact.
Til de afdekplaat van de hoofdschakelaar rechts op het apparaat omhoog en zet de AAN/UIT-schakelaar op AAN ( | ).
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer het apparaat is opgewarmd, gaat het groene lampje Start branden.
2-12 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 45

Netwerkinstellingen

IP-adres instellen

Voorbereiding
Volg de volgende procedure om een IP-adres op het apparaat te registreren. Raadpleeg de netwerkbeheerder voordat u deze procedure uitvoert.
De volgende procedure is van toepassing wanneer DHCP is uitgeschakeld en TCP/IP is ingeschakeld. Zie hoofdstuk 2 van de Geavanceerde
handleiding voor de bediening voor meer informatie.
OPMERKING: Wijzigingen aan de netwerkinstellingen worden van
kracht wanneer u het apparaat uit en weer in heeft geschakeld.
Druk op [Printer].
1
Druk op S of T om MENU te
2
selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om Interface te
3
selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om Netwerk te
4
selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om TCP/IP te
5
selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om Wijzig nr. te
6
selecteren en druk op [Enter].
Gereed
GO ANNULEREN MENU
Menu
Achterzijde Druk statuspagina af Interface
Interfac e
Achterzijde Parallel Netwerk
Netwerkinstelling
Achterzijde NetWare TCP/IP
TCP/IP
Aan Uit Wijzig nr.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 2-13
Page 46
Voorbereiding

Subnetmasker instellen

Druk op S of T om IP-adres te
7
selecteren en druk op [Enter].
Voer met het toetsenblok het
8
adres in. Typ het eerste gedeelte van het IP-adres in het gemarkeerde gebied en druk op [#].
Voer het volgende segment in
9
en druk op [#].
Volg dezelfde procedure voor de resterende segmenten.
Druk op [Enter] als het hele adres is ingevoerd.
Ga door vanaf de vorige stap 9 om het adres van het subnetmasker te registreren.
TCP/IP-instell.
Achterzijde DHCP IP-adres
IP-adres
0 0..00.
IP-adres
10 0..00 .
OPMERKING: Raadpleeg de netwerkbeheerder als u niet zeker weet
wat het adres van het subnetmasker is.
Ga naar het scherm TCP/IP-instell..
1
Druk op S of T om
2
Subnetmasker te selecteren en druk op [Enter].
Het adres van het subnetmasker
3
moet op dezelfde manier worden ingevoerd als het IP-adres. Zie stap 8 en 9 van IP-adres instellen.
Druk op [Enter] als het hele adres is ingevoerd.
TCP/IP-instell.
DHCP IP-adres Subnetmasker
Subnetmasker
0 0..00.
2-14 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 47

Standaardgateway registreren

Ga door vanaf de vorige stap 3 om de standaardgateway te registreren.
OPMERKING: Raadpleeg de netwerkbeheerder als u niet zeker weet
wat het adres van de standaardgateway is.
Ga naar het scherm TCP/IP-instell.
1
Druk op S of T om Gateway te
2
selecteren en druk op [Enter].
Het adres van de gateway moet
3
op dezelfde manier worden ingevoerd als het IP-adres. Zie stap 8 en 9 van IP-adres instellen.
Druk op [Enter] als het hele adres is ingevoerd.
Voorbereiding
TCP/IP-instell.
IP-adres Subnetmasker Gateway
Gateway
0 0..00.
Druk op [Reset], als alle
4
netwerkinstellingen zijn ingevoerd.
Het scherm Afdrukken – Basis verschijnt.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 2-15
Page 48
Voorbereiding

Datum en tijd instellen

1
2
Volg deze instructies om de huidige datum en tijd, het tijdsverschil met Greenwich Mean Time (GMT) en de zomertijd in te stellen.
Druk op [System Menu / Counter].
Druk op S of T om Standinstell. machine te selecteren en druk op [Enter].
Menu Systeem / Teller:
Taakaccounting Stand.instell. Kop. Standinstell. machine
Gebruik het toetsenblok om de
3
4 cijferige pincode in te voeren.
Voer PIN in met nr.-toets.
OPMERKING: De standaardpincode die in de fabriek is ingesteld,
varieert per model: 16 ppm-model = 1600, 20 ppm-model = 2000 en 25 ppm-model = 2500. De 4-cijferige pincode kan worden gewijzigd. Raadpleeg hoofdstuk 3 van de Geavanceerde handleiding voor de bediening voor meer informatie.
Als de code wordt geaccepteerd, verschijnt het scherm Standinstell. machine.
Druk op S of T om Datum/Tijd te
4
selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om Tijdzone te
5
selecteren.
Druk op < of > om het verschil in tijd met Greenwich Mean Time in te stellen.
Standinstell. machine:
Einde Auto cass.-wiss. Pap.formaat (1e)
Standinstell. machine:
Tijd lg vermogen : 15Min. Toetsgel Aan/Uit Aan: Datum/Tijd
Datum/ Tijd:
06:33
Tijd Zomertijd
Tijdzone
: : :
Uit
GMT
:
Aan Auto I
:
06:33:
00:00+
2-16 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 49
Druk op S of T om Tijd te
6
selecteren.
Druk op < of > om de huidige tijd in te stellen.
Druk op S of T om Zomertijd te
7
selecteren.
Druk op < of > om de zomertijd in te stellen op Aan of Uit.
Druk op S of T om Jaar te
8
selecteren.
Druk op < of > om het huidige jaar in te stellen.
Druk op S of T om Maand te
9
selecteren.
Druk op < of > om de huidige maand in te stellen.
Datum/ Tijd:
End Tijd Zomertijd
Datum/ Tijd:
End Tijd Zomertijd
Datum/ Tijd:
Zomertijd Tijdzone
Jaar
Datum/ Tijd:
Tijdzone Jaar
Maand
Voorbereiding
:
06:33 Uit
:
06:33
:
Uit
:
Uit
: :
GMT 00:00+ 7
:
GMT+00:00
:
GMT 00:00+
7
:
11
:
10
11
12
Druk op S of T om Dag te selecteren.
Druk op < of > om de huidige dag in te stellen.
Wanneer datum en tijd zijn ingevoerd, drukt u op S of T om End te selecteren. Vervolgens drukt u op [Enter].
Druk op [Reset].
Het scherm Kopiëren – Basis verschijnt.
Datum/ Tijd:
Jaar Maand
Dag
Datum/ Tijd:
End Tijd Zomertijd
7
:
11
:
28
:
06:33
:
Uit
:
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 2-17
Page 50
Voorbereiding

De taal instellen

Overige instellingen

U kunt kiezen welke taal in het berichtenscherm wordt gebruikt.
U kunt kiezen uit de volgende talen:
Specificaties in inches – Engels (English), Frans (Français), Spaans (Español) en Japans ( )
Specificaties in mm – Engels (English), Duits (Deutsch), Frans (Français), Spaans (Español) en Italiaans (Italiano)
Raadpleeg hoofdstuk 3 van de Geavanceerde handleiding voor de bediening voor meer informatie.
U kunt verschillende standaardinstellingen van het apparaat naar wens aanpassen. Raadpleeg hoofdstuk 3 van de Geavanceerde handleiding voor de bediening voor informatie over de aanpasbare standaardinstellingen.
2-18 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 51

3 Basishandelingen

Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Basishandelingen voor kopiëren .................................. 3-2
Zoomkopieën maken.................................................... 3-5
Duplex-modus .............................................................. 3-9
Splitsmodus................................................................ 3-12
Sorteermodus............................................................. 3-14
Onderbrekingsmodus ................................................. 3-15
Energiebesparingsmodus........................................... 3-18
Automatische slaapmodus......................................... 3-19
Basisprocedure voor afdrukken.................................. 3-20
Raadpleeg de Geavanceerde handleiding voor de bediening voor meer informatie over de extra functies.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 3-1
Page 52
Basishandelingen

Basishandelingen voor kopiëren

Til de afdekplaat van de
1
hoofdschakelaar rechts op het apparaat omhoog en zet de AAN/UIT-schakelaar op AAN ( | ).
Wanneer het apparaat is opgewarmd, gaat het lampje Start branden.
Open de afdekklep en plaats het
2
origineel met de beeldzijde naar beneden op de glasplaat. Leg het origineel exact in de achterste linkerhoek van de glasplaat.
OPMERKING: Als de optionele AOD op het apparaat is geïnstalleerd,
raadpleeg AOD op pagina 4-3
Selecteer het gewenste papier.
3
Als Auto verschijnt, dan wordt voor de kopie automatisch hetzelfde papierformaat geselecteerd als dat van het origineel.
Druk op [Paper Select] om de papierselectie te wijzigen.
OPMERKING: Als u de automatische papierselectie wilt uitschakelen,
raadpleegt u hoofdstuk 3 van de Geavanceerde handleiding voor de bediening. U kunt opgeven welke cassette automatisch moet worden geselecteerd. Raadpleeg hoofdstuk 3 van de Geavanceerde handleiding voor de bediening voor meer informatie.
Gereed om te ko p iëren.
Auto
100%
Auto
1
3-2 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 53
Druk op de toets voor de
4
afdrukkwaliteit om de gewenste
afdrukkwaliteitsmodus te selecteren.
Het lampje van de geselecteerde modus gaat branden.
Afdrukkwaliteitsmodus Beschrijving
Tekst+Foto Selecteer deze modus voor originelen die uit een
combinatie van tekst en afbeeldingen bestaan.
Foto Selecteer deze modus voor originelen die
voornamelijk uit foto's bestaan.
Tekst Selecteer deze modus voor originelen die
voornamelijk uit tekst bestaan.
Basishandelingen
OPMERKING: Raadpleeg hoofdstuk 3 van de Geavanceerde
handleiding voor de bediening, om de standaardbelichting voor elke
afdrukkwaliteitsmodus in te stellen. U kunt ook instellen welke afdrukkwaliteit standaard in de beginmodus wordt gebruikt. Raadpleeg hoofdstuk 3 van de Geavanceerde handleiding voor de bediening voor meer informatie.
De belichting kan automatisch of
5
handmatig worden aangepast.
Druk op [Auto Exposure] om het apparaat de optimale belichting voor het origineel te laten selecteren.
Druk op [Lighter] of [Darker], als u de kopieerbelichting handmatig wilt instellen.
Er zijn 7 belichtingsniveaus.
Op het scherm verschijnt het huidige belichtingsniveau.
OPMERKING: Als u Foto heeft geselecteerd, kan Auto Exposure niet
worden gebruikt.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 3-3
Page 54
Basishandelingen
Voer het gewenste aantal
6
kopieën in.
Het maximumaantal is 999.
Druk op [Start]. Het kopiëren
7
begint onmiddellijk nadat het groene lampje Start is gaan branden.
Voltooide kopieën worden
8
afgeleverd in de opvangbak.
OPMERKING: De capaciteit van de opvangbak is 250 vel standaard-
papier (80 g/m²). De capaciteit varieert afhankelijk van het soort papier dat wordt gebruikt.
VOORZICHTIG: Schakel
de hoofdschakelaar ( optionele fax-kit is geïnstalleerd en het apparaat gedurende een korte periode (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt gebruikt. Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt (bijvoorbeeld tijdens vakanties), neemt u voor de veiligheid de stekker uit het stopcontact.
OPMERKING: Als de optionele fax-kit is geïnstalleerd en de hoofdscha-
kelaar is uitgeschakeld of de stekker bevindt zich niet in het stopcontact, kunnen er geen faxberichten worden verzonden en ontvangen.
{) uit, als de
3-4 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 55

Zoomkopieën maken

Basishandelingen
Het is mogelijk de zoomfactor te wijzigen om grotere of kleinere kopieën te maken.
De volgende modi zijn beschikbaar voor het selecteren van de gewenste zoomfactor.
Modus Beschrijving
Auto-zoom Met deze modus wordt de zoomfactor zo aangepast
dat de gekopieerde afbeelding op het geselecteerde papierformaat past.
Zoommodus De zoomfactor kan desgewenst in stappen van
1% worden ingesteld op alle waarden tussen de 25 en 200%.
Vooraf
ingestelde
zoommodus
In deze modus wordt bij het kopiëren een van de vooraf ingestelde zoomfactoren gebruikt. De volgende factoren zijn beschikbaar:
Specificaties in inches:
200 % (5,5 × 8,5 Æ 11 × 17), 154 % (5,5 × 8,5 Æ 8,5 × 14), 129 % (8,5 × 11 Æ 11 × 17), 121 % (8,5 × 14 Æ 11 × 17), 78 % (8,5 × 14 Æ 8,5 × 11), 77 % (11 × 17 Æ 8,5 × 14), 64 % (11 × 17 Æ 8,5 × 11), 50 % (11 × 17 Æ 5,5 × 8,5)
Specificaties in mm:
200% (A5 Æ A3), 141% (A4 Æ A3, A5ÆA4), 127% (Folio Æ A3), 106% (11 × 15 inch Æ A3), 90% (Folio Æ A4), 75% (11 × 15 inch Æ A4), 70% (A3 Æ A4, A4 Æ A5), 50% (A3 Æ A5)
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 3-5
Page 56
Basishandelingen

Auto-zoom

Met deze modus wordt de zoomfactor zo aangepast dat de gekopieerde afbeelding op het geselecteerde papierformaat past.
8 1/2 ×11" A4
11 × 17": 129 % A3: 141%
1/2 ×81/2": 64 %
5 A5: 70%
OPMERKING: Raadpleeg hoofdstuk 3 van de Geavanceerde
handleiding voor de bediening, als u de Auto-zoommodus als standaard­modus wilt instellen wanneer er een cassette wordt geselecteerd.
Plaats het origineel en druk op
1
[Auto% / 100%].
Auto % verschijnt op het scherm.
Druk op [Paper Select] om het
2
gewenste kopieerpapier te selecteren.
De zoomfactor verschijnt op het scherm.
Druk op [Start].
3
Het origineel wordt gekopieerd en de afmetingen worden automatisch zo aangepast dat het origineel op het geselecteerde papier past.
3-6 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 57

Zoommodus

Basishandelingen
In deze modus kan de zoomfactor worden ingesteld tussen 25 en 200% in stappen van 1%.
Plaats het origineel en druk
1
op [Zoom].
Voer met het toetsenblok
2
de zoomfactor in.
De zoomfactor verschijnt.
Druk op [Enter].
25 %
Zoom:
200 %
106
:11x15%
100%:
% 118
90 :Folio%
Druk op [Start].
3
Voltooide kopieën worden afgeleverd in de opvangbak.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 3-7
Page 58
Basishandelingen

Vooraf ingestelde zoommodus

In deze modus wordt bij het kopiëren een van de vooraf ingestelde zoomfactoren gebruikt.
Plaats het origineel en druk
1
op [Zoom].
Druk op S of T om de gewenste
2
zoomfactor te selecteren en druk op [Enter].
De zoomfactor verschijnt.
Druk op [Start].
3
Voltooide kopieën worden afgeleverd in de opvangbak.
Zoom:
106 :11x15% 100%:
Auto
90 :Folio%
Auto
100%
Gereed om te ko piëren.
%115
11x17
1
3-8 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 59

Duplex-modus

Modus Beschrijving
1-zijdig ¼ 2-zijdig Er worden tweezijdige kopieën gemaakt van eenzijdige originelen.
Basishandelingen
Als de optionele duplexeenheid is geïnstalleerd, kunnen er tweezijdige kopieën worden gemaakt van een- of tweezijdige originelen.
Origineel Kopieën
De volgende duplexmodi zijn beschikbaar:
Als het aantal originelen oneven is, is de achterzijde van de laatste gekopieerde pagina leeg.
Originelen
Kopieën
De volgende opties zijn beschikbaar bij Zadelsteekrichting:
•Links Æ Inbindrand links op de kopieën: de afbeeldingen van de
tweede zijde worden gekopieerd zonder eerst te worden geroteerd. De kopieën kunnen aan de linkerkant worden ingebonden en de afbeeldingen bevinden zich in de juiste richting...A
Bovenkant Æ Inbindrand aan de bovenkant van de kopieën: de
afbeeldingen van de tweede zijde worden 180 graden geroteerd. De kopieën kunnen aan de bovenkant worden ingebonden en de afbeeldingen bevinden zich in de juiste richting...B
ghi
def
abc
Originelen Kopieën
AB
ghi
abc
def
ghi
abc
def
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 3-9
Page 60
Basishandelingen
1-zijdig ¼ 2-zijdig Er worden tweezijdige kopieën gemaakt van tweezijdige originelen.
Modus Beschrijving
Originelen
Kopieën
OPMERKING: De papierformaten die kunnen worden gebruikt, zijn
A3 tot A5R, Folio, 11 × 17 inch (Ledger), 8 8
1/2 × 11 inch (Letter), 11 × 8 1/2 inch, 5 1/2 ×81/2 inch (Statement)
en 8 1/2 × 13 inch (Oficio II).
Boek ¼ 2-zijdig Er worden tweezijdige kopieën gemaakt van een opengeslagen
origineel, bijvoorbeeld een tijdschrift of een boek.
Originelen Kopieën
1/2 × 14 inch (Legal),
OPMERKING: De origineelformaten die kunnen worden gebruikt, zijn
A3, B4, A4R, B5R, A5R, 11 × 17 inch (Ledger) en 8 (Letter). De papierformaten zijn beperkt tot 11 × 8 specificaties in inches en A4 en B5 voor specificaties in mm. Het papierformaat kan worden gewijzigd en de zoomfactor kan op het papierformaat worden aangepast.
1/2 ×11 inch
1/2 inch voor
Plaats het origineel en druk op
1
[Duplex/Split Page].
Druk op S of T om de duplex-
2
modus te selecteren en druk op [Enter].
3-10 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Duplex/Pagina splitsen:
1-zijd
2-zijd. 2-zijd.
Boek
2-zijd.
2-zijdig
Page 61
Basishandelingen
Als [1-zijdig ¼ 2-zijdig] is geselecteerd, drukt u op S of T om de gewenste zadelsteekrichting te selecteren en drukt u op [Enter].
Druk op [Start].
3
Als u de optionele AOD gebruikt, wordt het kopieerproces automatisch voltooid.
Als u de glasplaat gebruikt, verschijnt er een bericht wanneer u het volgende origineel moet plaatsen. Plaats het volgende origineel en druk op [Start].
Als alle originelen gescand zijn, drukt u op [Enter].
Zadelsteek richting:
Links Bovenkant
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 3-11
Page 62
Basishandelingen

Splitsmodus

Gebruik deze modus om
21
1
eenzijdige kopieën te maken van tweezijdige of opengeslagen originelen, zoals bijvoorbeeld een tijdschrift of een boek.
1
2
1
Originelen Kopiëen
De volgende splitsmodi zijn beschikbaar:
Modus Beschrijving
2-zijdig ¼ 1-zijdig Er worden eenzijdige kopieën gemaakt van tweezijdige
originelen.
1
2
1
Origineel Kopiëen
2
De volgende opties zijn beschikbaar voor de stikzijde van het origineel:
Links Æ Inbindrand links op de originelen: de afbeeldingen
op de tweede zijde van de originelen worden gekopieerd zonder te worden geroteerd, zodat ze in de juiste richting op de kopieën verschijnen.
Bovenkant Æ Inbindrand aan de bovenkant van de
originelen: de afbeeldingen op de tweede zijde van de originelen worden 180 graden geroteerd, zodat ze in de juiste richting op de kopieën verschijnen.
2
2
Boek ¼ 1-zijdig Er worden eenzijdige kopieën gemaakt van een opengeslagen
origineel, bijvoorbeeld een tijdschrift of een boek.
21
1
2
OPMERKING: De origineelformaten die kunnen worden
gebruikt, zijn A3, B4, A4R, B5R, A5R, 11 × 17 inch (Ledger) en 8
1/2 × 11 inch (Letter). De papierformaten zijn beperkt tot
11 × 8 specificaties in mm. Het papierformaat kan worden gewijzigd en de zoomfactor kan op het papierformaat worden aangepast.
3-12 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
1/2 inch voor specificaties in inches en A4 en B5 voor
Page 63
Basishandelingen
Plaats het origineel en druk op
1
[Duplex/Split Page].
Als u een kopie maakt van een opengeslagen origineel, plaatst u het origineel met de beeldzijde naar beneden op de glasplaat. Plaats het origineel exact in de achterste linkerhoek van de glasplaat.
OPMERKING: Gebruik de aanduidingsplaten voor het origineelformaat
die zich aan de boven- en linkerkant van de glasplaat bevinden om het origineel goed te plaatsen.
Druk op S of T om de
2
splitsmodus te selecteren en druk op [Enter].
Duplex/Pagina splitsen:
Boek 2-zijdig 2-zijd. Boek
1-zijd.
1-zijdig
Als [2-zijdig ¼ 1-zijdig] is geselecteerd, drukt u op S of T om de gewenste stikzijde van het origineel te selecteren en drukt u op [Enter].
Druk op [Start].
3
Als u de optionele AOD gebruikt, wordt het kopieerproces automatisch voltooid.
Als u de glasplaat gebruikt, verschijnt er een bericht wanneer u het volgende origineel moet plaatsen. Plaats het volgende origineel en druk op [Start].
Als alle originelen gescand zijn, drukt u op [Enter].
Stikzijde origineel:
Links Bovenkant
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 3-13
Page 64
Basishandelingen

Sorteermodus

In één bewerking kunnen meerdere originelen naar het geheugen worden gescand en het gewenste aantal sets kopieën worden gemaakt.
!
Het maximumaantal originelen dat kan worden gescand, is afhankelijk van het beschikbare geheugen van het apparaat.
Originelen Kopiëen
OPMERKING: Als de optionele AOD is geïnstalleerd, kan de
sorteermodus als standaard worden ingesteld. Raadpleeg hoofdstuk 3
van de Geavanceerde handleiding voor de bediening voor meer informatie.
Plaats het origineel en druk
1
op [Sort].
!
!
!
Voer met de numerieke toetsen het gewenste aantal kopieën in.
2
Druk op [Start].
3
Als u de optionele AOD gebruikt, wordt het kopieerproces automatisch voltooid.
Als u de glasplaat gebruikt, verschijnt er een bericht wanneer u het volgende origineel moet plaatsen. Plaats het volgende origineel en druk op [Start].
Als alle originelen gescand zijn, drukt u op [Enter].
3-14 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 65

Onderbrekingsmodus

Kopiëren onderbreken Deze modus kan worden gebruikt om een kopieertaak
Basishandelingen
De onderbrekingsmodus kan worden gebruikt om het kopieer­of afdrukproces tijdelijk te stoppen, zodat een taak die meer spoed heeft, tussendoor kan worden uitgevoerd.
Wanneer de spoedeisende taak is voltooid, kan de onderbroken taak worden hervat.
De volgende onderbrekingsmodi zijn beschikbaar:
Modus Beschrijving
te onderbreken die op dit moment wordt gescand, om kopieën te maken van een ander origineel met andere instellingen. Wanneer de spoedeisende taak is voltooid, worden de voorafgaande taakinstellingen hersteld en kan de onderbroken taak worden hervat.
Deze modus kan ook worden gebruikt om een kopieertaak te onderbreken om een kopie van een andere taak te maken. Wanneer de spoedeisende kopie is gemaakt, kan de onderbroken taak worden hervat.
Priorit.: Uitvoer Deze modus kan worden gebruikt om de uitvoer van een
taak te onderbreken om een spoedeisende afdruk of een ontvangen fax af te drukken. Nadat de spoedeisende taak is voltooid, kan de onderbroken taak worden hervat.
OPMERKING: Als u de faxfuncties wilt gebruiken, moet
de optionele fax-kit zijn geïnstalleerd.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 3-15
Page 66
Basishandelingen

Kopieerproces onderbreken

Druk op [Interrupt].
1
Het bericht onderbrekingsmodus OK verschijnt nu.
Verwijder dit bericht en sla het origineel voor de huidige kopieertaak op.
2
Plaats het origineel voor de
3
spoedeisende taak.
Selecteer de gewenste functies
4
voor de spoedeisende taak en druk op [Start].
Wanneer de spoedeisende taak is voltooid, verwijdert u het origineel en
5
drukt u op [Interrupt].
De instellingen van de onderbroken opdracht worden hersteld.
Plaats het vorige origineel en druk op [Start] om verder te gaan met
6
kopiëren.
3-16 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 67

Afdrukproces of faxproces onderbreken

Druk op [Interrupt], terwijl het
1
apparaat bezig is met afdrukken.
Select. onderbrekingsmodus verschijnt.
Druk op S of T om de gewenste
2
onderbrekingsmodus te selecteren en druk op [Enter].
De beschikbare opties zijn afhankelijk van de gegevens die door het apparaat worden ontvangen. Als er afdrukgegevens worden ontvangen, verschijnt de optie Priorit.:Printer. Als er faxgegevens worden ontvangen, verschijnt de optie Priorit.:Fax.
Basishandelingen
Select. onderbrekingsmodus.
Kopiëren onderbreken Priorit.:Printer Priorit.:Fax
OPMERKING: Als er geen gegevens worden ontvangen, zijn er geen
opties beschikbaar en gaat het apparaat er vanuit dat u een kopieertaak aan het uitvoeren bent.
Als Prioriteit:Printer of Prioriteit:Fax is geselecteerd, worden de
3
documenten automatisch afgedrukt.
Als u een kopieertaak wilt uitvoeren, plaatst u het origineel, selecteert u de gewenste functies en drukt u op [Start].
Wanneer de spoedeisende taak klaar is, drukt u op [Interrupt].
4
De onderbroken taak wordt hervat.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 3-17
Page 68
Basishandelingen

Energiebesparingsmodus

Energiespaarstand

Druk op [Energy Saver] om het
1
apparaat over te schakelen naar een energiebesparende modus.
Alleen de lampjes Energy Saver en Power en het lampje van de hoofdschakelaar blijven branden op het bedieningspaneel.
Druk weer op [Energy Saver] om door te gaan met kopiëren. Het duurt
2
10 seconden voordat er weer kopieën kunnen worden gemaakt.
OPMERKING: Als het apparaat zich in de energiebesparingsmodus
bevindt en gegevens ontvangt die moeten worden afgedrukt of gefaxt, worden deze gegevens automatisch verwerkt.

Automatische energiebesparing

Als de automatische energiebesparingsmodus is ingesteld, wordt het apparaat automatisch overgeschakeld naar de energiebesparingsmodus als er gedurende een vooraf ingestelde tijd geen bewerkingen op het apparaat zijn uitgevoerd. De standaardfabrieksinstelling is 15 minuten.
Als de automatische energiebesparingsmodus is ingesteld, wordt het apparaat automatisch overgeschakeld naar de energiebesparingsmodus als er gedurende een vooraf ingestelde tijd geen bewerkingen zijn uitgevoerd. De standaardfabrieksinstelling is 15 minuten. Tijd die kan worden ingesteld:
Specificaties in inches – 1 tot 240 minuten (in stappen van 1 minuut)
Specificaties in mm – 1 tot 120 minuten (in stappen van 1 minuut)
OPMERKING: Het is mogelijk de tijd in te stellen voordat het apparaat
wordt overgeschakeld naar de energiebesparingsmodus. Raadpleeg hoofdstuk 3 van de Geavanceerde handleiding voor de bediening voor
meer informatie.
3-18 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 69

Automatische slaapmodus

Als de automatische slaapmodus is ingesteld, wordt het apparaat automatisch overgeschakeld naar de slaapmodus als er gedurende een vooraf ingestelde tijd geen bewerkingen zijn uitgevoerd. De standaardfabrieksinstelling is 30 minuten (modellen van 16 en 20 ppm) en 45 minuten (model van 25 ppm).
Tijd die kan worden ingesteld:
Specificaties in inches – 1 tot 240 minuten (in stappen van 1 minuut)
Specificaties in mm – 1 tot 120 minuten (in stappen van 1 minuut)
OPMERKING: Het is mogelijk de tijd in te stellen voordat het apparaat
wordt overgeschakeld naar de automatische slaapmodus. Raadpleeg hoofdstuk 3 van de Geavanceerde handleiding voor de bediening voor
meer informatie.
Het is mogelijk de automatische slaapmodus handmatig in te schakelen:
Basishandelingen
Druk op [Power]. De
1
automatische slaapmodus wordt onmiddellijk ingeschakeld.
Alleen het lampje van de hoofschakelaar brandt nog, alle andere lampjes zijn uit.
In deze modus wordt minder energie verbruikt dan in de
energiebesparingsmodus
Als u weer wilt kopiëren, drukt u op [Power]. Binnen ongeveer 20 minuten
2
is de stroomtoevoer weer hersteld.
OPMERKING: Als het apparaat zich in de automatische slaapmodus
bevindt en gegevens ontvangt die moeten worden afgedrukt of gefaxt, worden deze gegevens automatisch verwerkt.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 3-19
Page 70
Basishandelingen

Basisprocedure voor afdrukken

Controleer of de printer- en netwerkkabels van het apparaat en het netsnoer correct zijn aangesloten.

De printerdriver installeren

Als u de printerfunctie van het apparaat wilt gebruiken, moet de printerdriversoftware op de computer zijn geïnstalleerd. Raadpleeg de KX Printer Driver Operation Guide (KX Handleiding voor de bediening van de printerdriver) voor informatie over het installeren van de printerdriversoftware.

Afdrukken vanuit applicaties

Hieronder worden de stappen beschreven die nodig zijn voor het afdrukken van een document dat in een applicatie is gemaakt. U kunt het papierformaat en de afleveringsbestemming voor de afdrukken selecteren.
OPMERKING: In de volgende procedure wordt uitgelegd hoe u
bijvoorbeeld vanuit Microsoft Word kunt afdrukken. De stappen kunnen variëren als u een andere applicatie gebruikt.
Plaats het gewenste papier in de papiercassette.
1
Selecteer in de applicatie in het menu Bestand de optie [Afdrukken].
2
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
Klik op de vervolgkeuzelijst met printernamen. Alle printers die in Windows
3
zijn geïnstalleerd, staan vermeld. Klik op de naam van het apparaat.
Voer met behulp van [Aantal kopieën] het aantal afdrukken in dat u wilt
4
maken. Er kunnen maximaal 999 kopieën worden gemaakt. Wanneer u 2 of meer kopieën maakt, klikt u voor gesorteerde sets op het selectievakje bij [Sets] om er een vinkje (
9) in te plaatsen.
3-20 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 71
Voor Microsoft Word wordt aanbevolen dat u op [Opties] klikt en [Printerinstellingen gebruiken] als [Standaardlade] specificeert.
3
4
Klik op [OK] om te beginnen met afdrukken.
5
Basishandelingen
OPMERKING: Raadpleeg de KX Printer Driver Operation Guide
(KX Handleiding voor de bediening van de printerdriver) voor informatie over het installeren van de printerdriversoftware.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 3-21
Page 72
Basishandelingen
3-22 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 73

4 Optionele apparatuur

De volgende optionele apparatuur is voor uw apparaat verkrijgbaar:
Overzicht optionele apparatuur .................................... 4-2
AOD.............................................................................. 4-3
Papierinvoer ................................................................. 4-7
Duplexeenheid ............................................................. 4-8
Afwerkeenheid.............................................................. 4-8
Takenscheider ............................................................ 4-12
Sleutelteller................................................................. 4-13
Fax-kit......................................................................... 4-14
Netwerkscannerkit...................................................... 4-14
Geheugenkaart (CompactFlash) ................................ 4-14
Harde schijf ................................................................ 4-15
Geheugenuitbreiding.................................................. 4-15
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 4-1
Page 74
Optionele apparatuur

Overzicht optionele apparatuur

De volgende optionele apparatuur is voor uw apparaat verkrijgbaar.
AOD
pagina 4-3
Duplexeenheid
pagina 4-8
Geheugenuitbreiding
pagina 4-15
Harde schijf
pagina 4-15
Sleutelteller
pagina 4-13
Fax-kit
pagina 4-14
Afwerkeenheid
pagina 4-8
Takenscheider
pagina 4-12
Papierinvoerpagina 4-7
Netwerkscannerkit
pagina 4-14
Geheugenkaart
(CompactFlash) pagina 4-14
4-2 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 75
AOD
Meerdere originelen worden automatisch ingevoerd en één voor één gescand.
Tweezijdige originelen worden automatisch omgedraaid, zodat beide zijden kunnen worden gescand.

Toegestane originelen

Gebruik alleen originelen bestaande uit losse vellen.
Papiergewicht:
Papierformaten: A3 tot A5R, Folio, 11 × 17 inch (Ledger) tot
Maximumcapaciteit: 50 vellen (50 tot 80 g/m²) tegelijk. 30 vellen voor
- Eenzijdige originelen: 45 tot 160 g/m²
- Tweezijdige originelen: 50 tot 120 g/m²
5
1/2 ×81/2 inch (Statement).
automatische papierselectie.
Optionele apparatuur

Opmerkingen over toegestane originelen

Gebruik de volgende originelen niet in de AOD. Bovendien moeten originelen met voorgeboorde gaten of perforaties met de rand waarin de gaten zitten van de invoerrichting af gericht in de AOD worden geplaatst.
Overheads en andere transparante films.
Zachte originelen, zoals bijvoorbeeld carbonpapier of vinylpapier, of andere originelen die gekruld, gekreukeld of gevouwen zijn.
Onregelmatig gevormde originelen, natte originelen of originelen voorzien van plakband of lijm.
Originelen die met paperclips of nietjes aan elkaar zitten. Bij het gebruik van dit soort originelen moeten paperclips en nietjes worden verwijderd en krullen, kreukels en vouwen glad worden gestreken voordat de originelen in de AOD worden geplaatst.
Originelen met uitsnijdingen of met een glad oppervlak aan beide zijden.
Originelen waarop nog vochtige correctievloeistof aanwezig is.
Originelen met diepe vouwen. Bij het gebruik van dit soort originelen dienen de vouwen glad te worden gestreken, voordat de originelen in de AOD worden geplaatst. Als u dit niet doet, kunnen de originelen in het apparaat vastlopen.
Gekrulde originelen. Bij het gebruik van dit soort originelen dienen de krullen glad te worden gestreken, voordat de originelen in de AOD worden geplaatst.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 4-3
Page 76
Optionele apparatuur

Namen van onderdelen

1 Origineleninvoer –
Plaats de originelen die u wilt kopiëren in deze invoer.
3 2124 5
2 Origineleninvoer-
geleiders – Pas deze
geleiders aan voor de breedte van de originelen die moeten gekopieerd.
3 Linkerklep – Open
deze klep als er een origineel is vastgelopen.
76
4 Originelenuitvoer –
Originelen die zijn gekopieerd, worden hier uitgeworpen en bewaard.
5 Uitvoerverlengstuk – Trek dit verlengstuk uit bij gebruik van
originelen van een groter formaat, zoals A3, B4, 11 × 17 inch (Ledger) en 8
1/2 × 14 inch (Legal).
6 Handgreep – Gebruik deze handgreep om de AOD te openen of
te sluiten.
7 Tijdelijke uitvoer – Tweezijdige originelen worden tijdelijk hier
uitgevoerd.
BELANGRIJK: Zorg dat de AOD gesloten is wanneer u het apparaat vervoert.

Originelen in de AOD plaatsen

Pas de origineleninvoergeleiders
1
aan voor de breedte van het origineel/de originelen.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat er vellen vastlopen, moeten alle originelen worden verwijderd die in de originelenuitvoer zijn achtergebleven, en moeten de originelen vóór invoer worden uitgewaaierd om de vellen van elkaar te scheiden.
4-4 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 77
Optionele apparatuur
Gebruik originelen van hetzelfde formaat wanneer u meerdere originelen tegelijk instelt. Het is mogelijk om in de automatische selectiemodus originelen van verschillende formaten met dezelfde breedte tegelijk te gebruiken (bijvoorbeeld 11 × 17 inch (Ledger) en 11 × 8 A3). Raadpleeg hoofdstuk 1 van de Geavanceerde handleiding voor de bediening.
Leg de originelen op volgorde
2
en plaats ze met de beeldzijde naar boven in de origineleninvoer. Schuif de voorste rand van de originelen zover mogelijk in de AOD.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat er vellen vastlopen, mogen de originelen niet boven de maximummarkering aan de binnenkant van de achterste invoergeleider uitkomen.
1/2 inch of A4 en
Trek het verlengstuk van de
3
uitvoer naar buiten als u met grotere originelen werkt, zoals A3, B4, 11 × 17 inch (Ledger) en 8
1/2 × 14 inch (Legal), om te
voorkomen dat ze uit de uitvoer vallen.
BELANGRIJK: Wanneer u tweezijdige originelen kopieert, worden de originelen tijdelijk in de tijdelijke uitvoer uitgeworpen, zodat u ze om kunt draaien. Raak ze nu niet aan. Als u ze probeert te verwijderen, kunnen de originelen vastlopen.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 4-5
Page 78
Optionele apparatuur

Originelen op de glasplaat leggen

Wanneer u een origineel kopieert dat niet in de AOD kan worden geplaatst (bijvoorbeeld een boek, een tijdschrift of een voorwerp), tilt u de AOD op en legt u het origineel rechtstreeks op de glasplaat.
OPMERKING: Er mogen zich geen originelen meer in de AOD bevinden
als u deze opent. Als u de AOD opent terwijl er zich nog originelen in bevinden, vallen deze er mogelijk uit. Bij de randen en in het midden van kopieën die worden gemaakt van opengeslagen originelen, zoals bijvoorbeeld boeken, kunnen zich schaduwen voordoen.
BELANGRIJK: Oefen bij het sluiten van de AOD geen onnodige druk uit op de glasplaat.
WAARSCHUWING: Laat de AOD niet openstaan. Dit kan
lichamelijk letsel als gevolg hebben.
4-6 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 79

Papierinvoer

Optionele apparatuur
Onder de standaardcassette(s) kan een papierinvoer met extra cassettes worden geplaatst.
Capaciteit van de cassette: 300 vel standaardpapier (64 tot 105 g/m²).
Papierformaten: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, Folio, 11 × 17 inch (Ledger), 8
1/2 × 14 inch (Legal), 11 × 8 1/2 inch, 8 1/2 × 11 inch (Letter),
5
1/2 ×81/2 inch (Statement) en 8 1/2 × 13 inch (Oficio II).
OPMERKING: Er kunnen maximaal drie cassettes worden toegevoegd
aan het 16 ppm-model en maximaal twee cassettes aan het 20 ppm­model en het 25 ppm-model.
Het papier wordt op dezelfde manier geplaatst als in de standaardcassette(s). Raadpleeg voor meer informatie Papier plaatsen,
op pagina 2-2.
De linkerkleppen zijn bedoeld om papier te kunnen verwijderen wanneer er zich een papierstoring voordoet.
BELANGRIJK: Als de papierinvoer is geïnstalleerd, moet u deze altijd verwijderen voordat u het apparaat optilt of verplaatst.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 4-7
Page 80
Optionele apparatuur

Duplexeenheid

Afwerkeenheid

Als de duplexeenheid is geïnstalleerd, kunt u tweezijdige kopieën maken. Het formaat van de tweezijdige kopieën kan variëren van A3 tot A5R, Folio, 11 × 17 inch (Ledger) tot 5
1/2 ×81/2 inch (Statement).
De afwerkeenheid kan een groot aantal kopieën verwerken: de kopieën kunnen worden gesorteerd en in sets worden afgeleverd. De sets kunnen ook worden voorzien van nietjes.
Hieronder vindt u de specificaties van de afwerkeenheid:
Zonder nietje(s) 500 vellen (A4, 11 × 8
Met nietje(s)
(80 g/m² of minder)
Nietcapaciteit 30 vellen (A4, 11 × 8

Namen van onderdelen

1 Afwerkeenheidslade
2 Verwerkingslade
3 Verlengstuk
4 Verlengstuk
5 Papieruitvoergeleider 1
6 Papieruitvoergeleider 2
Capaciteit papierlade en papierformaten
1/2 inch, B5)
250 vellen (A3, B4, Folio, 11 × 17 inch (Ledger), 8
1/2 × 14 inch (Legal), 8 1/2 × 13 inch (Oficio II)
Bij het nieten van 2 tot 4 vellen: 130 vellen Bij het nieten van 5 vellen of meer: 250 vellen
1/2 inch, B5)
20 vellen (A3, B4, Folio, 11 × 17 inch (Ledger), 8
1/2 × 14 inch (Legal), 8 1/2 × 13 inch (Oficio II)
5 41 2 3
verwerkingslade
afwerkeenheidslade
6
4-8 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 81

De afwerkeenheid gebruiken

Gesorteerde kopieën worden trapsgewijs in de afwerkeenheidslade afgeleverd.
Het verlengstuk van de afwerkeenheidslade moet worden aangepast aan het papierformaat dat wordt gebruikt.
Optionele apparatuur
De papierformaten staan aangegeven op het verlengstuk van de afwerkeenheidslade. Open papieruitvoergeleider 1 of 2, afhankelijk van het papierformaat dat wordt gebruikt.
Bij het nieten van papier van groot formaat, zoals A3, B4, 11 × 17 inch (Ledger) en 8
1/2 ×14 inch
(Legal), opent u het verlengstuk
van de verwerkingslade.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 4-9
Page 82
Optionele apparatuur

Nietjes toevoegen

Open de voorklep van de
1
nieteenheid.
Trek de nietcassettehouder
2
naar buiten.
Verwijder de lege nietcassette
3
uit de nietcassettehouder.
Plaats een nieuwe nietcassette
4
in de houder.
Het pijltje op de nietcassette geeft aan hoe deze moet worden ingevoerd.
Duw de nietcassette recht in de houder en verwijder het papieren bandje dat om de nietcassette heen zit.
4-10 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 83
Plaats de nietcassettehouder
5
terug in de nieteenheid. U hoort een klik als de houder weer goed op zijn plaats zit.
Sluit de voorklep van de nieteenheid.
6

Een storing in de nieteenheid oplossen

Verwijder de nietcassettehouder,
1
raadpleeg Nietjes toevoegen op pagina 4-10.
Gebruik knop A op het afdekplaatje van de nietcassettehouder om het plaatje omhoog te tillen.
Optionele apparatuur
A
Verwijder het vastgelopen nietje
2
van het uiteinde waar de nietjes worden ingevoerd.
Plaats het afdekplaatje van de
3
nietcassettehouder terug in de oorspronkelijke positie.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 4-11
Page 84
Optionele apparatuur

Takenscheider

Plaats de nietcassettehouder
4
terug in de nieteenheid en sluit de voorklep van de nieteenheid.
Deze eenheid wordt gebruikt om de afdrukken van elkaar te scheiden, zodat ze gemakkelijk uitgedeeld kunnen worden. Kopieën worden in de opvangbak afgeleverd en afdrukken worden in de takenscheideropvangbak afgeleverd. De gebruikers kunnen zelf de afleverbestemmingen opgeven.
De papierindicator aan de voorkant van het apparaat geeft aan wanneer er zich papier in de takenscheideropvangbak bevindt.
Als u wilt dat uw kopieën in de takenscheideropvangbak worden afgeleverd, moet u de standaardinstellingen van het apparaat wijzigen. Als u wilt dat uw afdrukken in de takenscheideropvangbak worden afgeleverd, moet u de papierinstellingen wijzigen. Raadpleeg hoofdstuk 2 en 3 van de Geavanceerde handleiding voor de bediening voor meer informatie.
Verwijder papier uit de takenscheideropvangbak door het aan de punt vast te pakken om te voorkomen dat de afdruk wordt beschadigd.
OPMERKING: Als papier te veel krult, kunnen er zich papierstoringen
voordoen in de uitvoergebieden. Als de afdrukken gekruld zijn of niet netjes op een stapel liggen, draait u het papier in de cassette om.
4-12 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 85

Sleutelteller

De sleutelteller plaatsen

Optionele apparatuur
De sleutelteller is bedoeld om het gebruik van het kopieerapparaat bij te houden. Het gebruik van het kopieerapparaat kan worden bijgehouden per afdeling, per departement, voor het hele bedrijf, enz.
Plaats sleutelteller verschijnt als de sleuteltellerfunctie is geïnstalleerd, maar de sleutelteller niet is geplaatst.
Plaats de sleutelteller goed in de sleuf die daarvoor bestemd is.
OPMERKING: Als de sleuteltellerfunctie is geïnstalleerd, kunnen er
alleen kopieën worden gemaakt als de sleutelteller goed in de sleuf is bevestigd.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 4-13
Page 86
Optionele apparatuur

Fax-kit

Netwerkscannerkit

Als de fax-kit op het apparaat is geïnstalleerd, kunnen er faxberichten worden ontvangen en verzonden. Als de optionele netwerkscannerkit ook is geïnstalleerd, kan het apparaat als netwerkfax worden gebruikt, zodat gegevens via een computer kunnen worden verzonden en ontvangen.
Zie de handleiding van de fax-kit voor meer informatie.
Als de netwerkscannerkit is geïnstalleerd, kan het apparaat worden gebruikt om te scannen via het netwerk.
Zie de handleiding van de netwerkscannerkit voor meer informatie.

Geheugenkaart (CompactFlash)

De geheugenkaart is een microchip-kaart waar optionele fonts, macro's en formulieren naartoe kunnen worden geschreven.
Plaats de geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf, die zich rechts op het apparaat bevindt.
4-14 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 87

Harde schijf

Geheugenuitbreiding

Optionele apparatuur
De harde schijf is bedoeld voor de opslag van afdrukgegevens. Om alle e-MPS-functies te kunnen gebruiken, moet de harde schijf worden geïnstalleerd.
Capaciteit: 340 MB, 512 MB, 1 GB
Zie hoofdstuk 2 van de
Geavanceerde handleiding voor de bediening voor meer informatie
over e-MPS-functies.
U kunt het geheugen van het apparaat uitbreiden. Met extra geheugen verhoogt u het aantal originelen dat tegelijkertijd kan worden gescand. Een geheugenuitbreiding van 64 MB of 128 MB is nuttig bij het kopiëren van originelen met foto's, vanwege de normaal gesproken lage compressieverhouding.
Beschikbaar geheugen:
Voor kopieerapparaat: 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB
Voor printer: 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB
Aantal originelen dat kan worden gescand (A4-originelen met 6%-dekking, Tekst + Foto-modus):
16 MB 32 MB 64 MB 128 MB
289 vellen
(179 vellen)
De waarden die zich tussen haakjes ( ) bevinden zijn de waarden voor het apparaat waarop de netwerkscannerkit is geïnstalleerd.
BELANGRIJK: De geheugenuitbreiding moet door uw dealer worden geïnstalleerd. Wij zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade die wordt veroorzaakt door een onjuiste installatie van een geheugenuitbreiding.
392 vellen
(282 vellen)
597 vellen
(487 vellen)
1006 vellen
(896 vellen)
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 4-15
Page 88
Optionele apparatuur
4-16 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 89

5 Onderhoud

In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
Het apparaat reinigen................................................... 5-2
De tonercontainer en de tonerafvalcontainer
vervangen..................................................................... 5-5
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 5-1
Page 90
Onderhoud

Het apparaat reinigen

VOORZICHTIG:
het stopcontact te worden verwijderd bij het reinigen van het apparaat.
Regelmatig reinigen van het apparaat zorgt voor een optimale kopieerkwaliteit.
Om veiligheidsredenen dient de stekker altijd uit

De glasplaat, de afdekklep en de AOD reinigen

Gebruik een zachte doek die is
1
bevochtigd met alcohol of een niet-bijtend schoonmaakmiddel om de glasplaat en de afdekklep of AOD te reinigen.
BELANGRIJK: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere organische reinigingsmiddelen om de afdekklep of AOD te reinigen.
Als kopieën er vuil uitzien
2
wanneer u de optionele AOD gebruikt (als er bijvoorbeeld zwarte strepen op de kopieën verschijnen), is de smalle glasstrook waarschijnlijk vuil. Reinig de smalle glasstrook met een droge, schone doek of een doek die is bevochtigd met alcohol.
A
BELANGRIJK: Gebruik nooit water, oplosmiddelen of andere organische
reinigingsmiddelen om de smalle glassstrook te reinigen.
5-2 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 91

De scheidingsnaalden reinigen

Open de voorklep en verwijder
1
de reinigingsborstel.
Trek de hendel van de linkerklep
2
omhoog en open de klep.
Onderhoud
Verwijder vuil en stof van de
3
scheidingsnaalden door de borstel van links naar rechts over de naald te bewegen. Zie de afbeelding.
Sluit de linkerklep.
4
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 5-3
Page 92
Onderhoud

De transferrol reinigen

Deze taak moet minimaal eenmaal per maand worden uitgevoerd.
Open de voorklep en verwijder
1
de reinigingsborstel.
Trek de hendel van de linkerklep
2
omhoog en open de klep.
Terwijl u de linkertransferrol
3
naar links draait, zoals u in de afbeelding kunt zien, beweegt u de borstel van links naar rechts over de rol om vuil en stof te verwijderen.
Sluit de linkerklep.
4
5-4 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 93

De tonercontainer en de tonerafvalcontainer vervangen

Onderhoud
Als het bericht Kan niet kopiëren. Voeg toner toe verschijnt,
vervangt u de tonercontainer en de tonerafvalbak.
Voeg alleen toner toe als dit bericht verschijnt.
Voer telkens wanneer de tonercontainer en de tonerafvalbak worden vervangen ook de van toepassing zijnde reinigingsprocedure uit.
Plaats tonercontainer.
Voeg toner toe
Auto
100%
VOORZICHTIG: De tonercontainer mag niet worden verbrand.
De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
De tonercontainer mag niet open worden gebroken of worden vernietigd.
Open de voorklep.
1
Terwijl u de houder van de
2
tonerafvalbak naar links duwt, verwijdert u de tonerafvalbak.
10
BELANGRIJK: Houd de oude tonerafvalbak niet op zijn kop.
WAARSCHUWING:
Het ladergedeelte staat onder hoge spanning. Neem voldoende voorzorgsmaatregelen wanneer u in dit gedeelte werkt, aangezien er gevaar bestaat op elektrische schokken.
Gebruik de dop die op het midden
3
van de gebruikte tonerafvalbak is bevestigd om de opening af te sluiten en te voorkomen dat er toner wordt gemorst.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 5-5
Page 94
Onderhoud
Draai de ontgrendelingshendel
4
van de tonercontainer (A) naar links en verwijder de tonercontainer.
Plaats de gebruikte
5
tonercontainer en de gebruikte tonerafvalbak in de daartoe
meegeleverde plastic zakken.
Pak het reinigingsstaafje van
6
de lader vast en trek dit zo ver mogelijk naar buiten. Duw het staafje vervolgens weer terug.
A
Herhaal dit twee of drie keer.
BELANGRIJK: Oefen niet te veel kracht uit bij het naar buiten trekken van het staafje en probeer het staafje niet helemaal naar buiten te trekken.
OPMERKING: Voor optimale kopieerresultaten wordt aanbevolen deze
reinigingsprocedure minimaal eenmaal per maand uit te voeren.
Haal de roosterreiniger uit de
7
verpakking en verwijder de dop.
5-6 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 95
Plaats de roosterreiniger in de
8
inkeping en installeer deze in het apparaat.
Trek de elektrische lader zo ver
9
mogelijk naar buiten. Duw de lader vervolgens weer terug, nadat u hem een paar keer heen en weer heeft bewogen.
Onderhoud
10
11
12
Verwijder de roosterreiniger en sluit de dop.
BELANGRIJK: Na het gebruik van de roosterreiniger om de elektrische lader te reinigen, wacht u 5 minuten alvorens het apparaat weer in gebruik te nemen.
Tik een aantal keer op het bovenste gedeelte van de nieuwe tonercontainer en schud de container ongeveer 10 keer in horizontale positie, zodat de toner zich gelijkmatig kan verdelen.
Installeer de nieuwe
tonercontainer en draai de ontgrendelingshendel van de tonercontainer (A) naar rechts.
A
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 5-7
Page 96
Onderhoud
13
14
Installeer de nieuwe tonerafvalbak.
Sluit de linkerklep.
OPMERKING: Verwijder de tonercontainer en de tonerafvalbak na
gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving.
5-8 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 97

6 Problemen oplossen

In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
Problemen oplossen..................................................... 6-2
Foutberichten en oplossingen ...................................... 6-5
Papierstoringen ...........................................................6-11
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 6-1
Page 98

Problemen oplossen

Problemen oplossen
Probleem Controle Procedure Pagina
In onderstaand overzicht vindt u de algemene richtlijnen voor het oplossen van problemen.
Indien er zich een probleem met uw apparaat voordoet, moet u de controles en procedures uitvoeren die op de volgende pagina's staan beschreven. Indien het probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of geautoriseerde servicecenter.
Er gaat niets branden op het bedieningspaneel wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
Er worden geen kopieën gemaakt wanneer op [Start] wordt gedrukt.
De kopieën zijn blanco. Zijn de originelen correct
De kopieën worden te licht afgedrukt.
Is de stekker aangesloten op een stopcontact?
Staat er een melding over het probleem op het bedieningspaneel?
geplaatst?
Staat het kopieerapparaat in de
automatische belichtingsmodus?
Staat de handmatige belichtingsmodus aan?
Is de toner gelijkmatig verdeeld in de tonercontainer?
Staat het kopieerapparaat in de EcoPrint-modus?
Wordt Voeg toner toe weergegeven?
Is het kopieerpapier vochtig?
Is de elektrische lader vuil?
Sluit de stekker aan op een stopcontact.
Controleer de melding en voer de bijbehorende procedure uit.
De originelen moeten met de beeldzijde naar beneden op de glasplaat worden gelegd.
De originelen moeten met de beeldzijde omhoog in de optionele AOD worden geplaatst.
Als u het algehele belichtingsniveau wilt aanpassen, moet u de procedure Automatische belichting aanpassen uitvoeren.
Gebruik de toets voor de afdrukkwaliteit om het belichtingsniveau naar wens aan te passen.
Als u de algehele belichting wilt aanpassen, moet u de van toepassing zijnde procedure voor het aanpassen van de belichting voor elke afdrukkwaliteitsmodus uitvoeren.
Schud de tonercontainer ongeveer 10 keer in horizontale positie.
Selecteer een andere afdrukkwaliteitsmodus dan de EcoPrint-modus.
Vervang de tonercontainer. pagina 5-5
Vervang het kopieerpapier. pagina 2-2
Open de voorklep en gebruik het reinigingsstaafje van de lader om de elektrische lader te reinigen.
pagina 2-10
pagina 6-5
pagina 3-2
pagina 4-3
Hoofdstuk 3,
Geavanceerde
handleiding voor
de bediening
pagina 3-3
Hoofdstuk 3,
Geavanceerde
handleiding voor
de bediening
pagina 5-7
Hoofdstuk 1,
Geavanceerde
handleiding voor
de bediening
pagina 5-6
6-2 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Page 99
Probleem Controle Procedure Pagina
De kopieën worden te donker afgedrukt.
Staat het kopieerapparaat in de
automatische belichtingsmodus?
Staat de handmatige belichtingsmodus aan?
Er verschijnt een moiré­patroon op de kopieën
Is het origineel een
afgedrukte foto? (moiré betekent dat de puntjes in patronen op het papier staan).
De kopieën zijn niet helder.
Komt de door u geselec-
teerde afdrukkwali-
teitsmodus overeen met
het soort origineel?
De kopieën zijn vuil. Is de glasplaat of de
optionele AOD vuil?
Het gekopieerde beeld verschijnt
Zijn de originelen
correct geplaatst? scheef op de kopie.
Is het papier correct
ingesteld?
Er treden vaak papierstoringen op.
Is het papier correct in
de cassette geplaatst?
Is het papier gekruld,
gevouwen of gekreukeld?
Zijn er vastgelopen of
losse stukken papier in
het apparaat
achtergebleven?
Komt het formaat van het
papier in de handinvoer
overeen met het
geregistreerde formaat?
Problemen oplossen
Als u het algehele belichtingsniveau wilt aanpassen, moet u de procedure Automatische belichting aanpassen uitvoeren.
Gebruik de toets voor de
Hoofdstuk 3,
Geavanceerde
handleiding voor
de bediening
pagina 3-3
afdrukkwaliteit om het
belichtingsniveau naar wens aan te passen.
Als u de algehele belichting wilt aanpassen, moet u de van toepassing zijnde procedure voor het aanpassen van de belichting voor
Hoofdstuk 3,
Geavanceerde
handleiding voor
de bediening
elke afdrukkwaliteitsmodus uitvoeren.
Stel de afdrukkwaliteitsmodus in
pagina 3-3
op Foto.
Selecteer de van toepassing zijnde
pagina 3-3
afdrukkwaliteitsmodus.
Reinig de glasplaat en/of de
pagina 5-2
optionele AOD.
Wanneer u originelen op de glasplaat
pagina 3-2
plaatst, moeten deze precies in de linkerbovenhoek worden geplaatst.
Wanneer originelen in de optionele
pagina 4-3
AOD worden geplaatst, moeten de
invoergeleiders worden ingesteld voordat u de originelen plaatst.
Controleer de positie van de
pagina 2-2
breedtegeleider in de cassette.
Plaats het papier correct. pagina 2-2
Als voltooide kopieën krullen, moet u
pagina 2-2
het papier in de cassette omdraaien.
Vervang het papier. pagina 2-2
Voer de juiste procedure uit om het
pagina 6-11
papier te verwijderen.
Zorg dat het formaat dat zich in de
pagina 2-7
handinvoer bevindt, overeenkomt met het geregistreerde formaat.
BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING 6-3
Page 100
Problemen oplossen
Probleem Controle Procedure Pagina
Er verschijnen zwarte strepen op kopieën wanneer er vanuit de optionele AOD wordt gekopieerd.
De kopieën zijn gekreukeld.
Er verschijnen zwarte of witte verticale strepen op de kopieën.
Er verschijnen witte vlekken op de kopieën.
De kopieën zijn vaag.
(uitsluitend 25 ppm-model)
Er kan niet worden afgedrukt.
Tekens worden niet goed afgedrukt.
Er wordt niet goed afgedrukt.
Is de smalle glasstrook
vuil?
Reinig de smalle glasstrook. pagina 5-2
Het is ook mogelijk de zwarte strepencorrectiefunctie te gebruiken om lijnen op de kopieën minder zichtbaar te maken.
Is de scheidingsnaald
Reinig de scheidingsnaald. pagina 5-3
vuil?
Is de elektrische lader
vuil?
Open de voorklep en gebruik het reinigingsstaafje van de lader om de elektrische lader te reinigen.
Is de transferrol vuil? Reinig de transferrol met een
reinigingsborstel.
Staat het apparaat in een
Ververs de drum. Hoofdstuk 3,
vochtige omgeving?
Is de stekker aangesloten
op een stopcontact?
Staat de hoofdschakelaar
Sluit de stekker aan op een stopcontact.
Zet de hoofdschakelaar ( | ) aan. pagina 2-12
aan?
Is de juiste printerkabel
Sluit de printerkabel goed aan. pagina 2-10
goed aangesloten?
Is de printerkabel
aangesloten nadat het
apparaat was
Schakel de hoofdschakelaar ( | ) in, nadat u de printerkabel heeft aangesloten.
ingeschakeld?
Is het apparaat
uitgeschakeld? Is het
lampje Ready uit?
Druk op [Printer] om het scherm Afdrukken – Basis te openen.
Druk op S of T om [GO] te selecteren en druk op [Enter]. Het lampje Ready gaat branden.
Is de juiste printerkabel goed aangesloten?
Zijn de instellingen op de computer correct?
Sluit een afgeschermde printerkabel aan.
Controleer de instellingen van de printerdriver en de applicatiesoftware.
Hoofdstuk 3,
Geavanceerde
handleiding voor
de bediening
pagina 5-7
pagina 5-4
Geavanceerde
handleiding voor
de bediening
pagina 2-10
pagina 2-12
pagina 2-10
6-4 BASISHANDLEIDING VOOR DE BEDIENING
Loading...