JVC RX-DV3SL Instruction Manual [nl]

TV DIRECT
MASTER VOLUME
DVD/SUPER VCD/VCD/CD
INPUT ATT. REC MODE
INPUT
COMPACT
SUPER VIDEO
SETTING ADJUST MEMORY
RX-DV3R HOME CINEMA DVD/CD CONTROL CENTER
ON/OFF
SURROUND
MODE
FM/AMTAPE/CDR
SOURCE NAME
TVVCRSTBDVD
CONTROL
STANDBY
STANDBY/ON
+–+
231
564
897
VFP
10/0 +10
100+ TV RETURN
REMOTE CONTROL RM-SRXDV3R
VCRSTB DVD
TV/VIDEO
TV DIRECT
REW/(TUNING
9
/FF
REPEAT SLEEP
VCRSTB TV AUDIO
TAPETV CDR FM/AM
FM MODE STROBE
EFFECT
TV/STB CH
ANALOG /DIGITAL
TEST
AUDIO
INPUT
SUBTITLE
CHOICE
ENTER
ON SCREEN
ANGLE
ZOOM
DIGEST
TOP MENU
MENU
RETURN
DISPLAY
SURR ON/OFF
SURR MODE
DIMMER
MUTING
TV VOL
TA/NEWS/INFO
PTY SEARCH
VOLUME
– SUBWOOFER +
HOME CINEMA
DVD/CD CONTROL CENTER
SOUND
PROGRESSIVE
STANDBY/ON
CENTER
REAR·L
REAR·R
PTYPTY
9
(
HOME CINEMA DVD/CD CONTROL CENTER
DVD-VIDEO-HEIMKINO-RECEIVER AMPLI-TUNER HOME CINEMA ET LECTEUR DVD VIDEO DVD/CD-BEDIENINGSCENTRUM VOOR THUISBIOSCOOP
RX-DV3RSL
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
LVT0875-010A
[E]
Warnung, Achtung und sonstige Hinweise / Mises en garde, précautions et indications diverses / Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
Achtung –– STANDBY/ON Taste!
Um den Strom ganz abzuschalten, muss der Netzstecker gezogen werden. Die STANDBY/ON Taste schaltet die Netzstrom nicht ab. Die Stromzufuhr kann mit der Fernbedienung gesteuert werden.
Attention –– Touche STANDBY/ON!
Déconnectez la fiche d’alimentation secteur pour couper l’alimentation complètement. La touche STANDBY/ON, dans nimporte quelle position, ne
déconnecte pas le système du secteur. Lalimentation ne peut pas être télécommandée.
Voorzichtig –– STANDBY/ON schakelaar!
Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uit het stopkontakt. Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ongeacht de stand van de STANDBY/ON schakelaar. U kunt het apparaat ook met de afstandsbediening aan- en uitschakelen.
ACHTUNG
Zur Verhinderung von elektrischen Schlägen, Brandgefahr, usw:
1. Keine Schrauben lösen oder Abdeckungen enternen und nicht das Gehäuse öffnen.
2. Dieses Gerät weder Regen noch Feuchtigkeit aussetzen.
ATTENTION
Afin d’éviter tout risque d’électrocution, dincendie, etc.:
1. Ne pas enlever les vis ni les panneaux et ne pas ouvrir le coffret de l’appareil.
2. Ne pas exposer l’appareil à la pluie ni à l’humidité.
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
G-1
ACHTUNG
Blockieren Sie keine Belüftungsschlitze oder -bohrungen. (Wenn die Belüftungsöffnungen oder -löcher durch eine Zeitung oder ein Tuch etc. blockiert werden, kann die entstehende Hitze nicht abgeführt werden.)
Stellen Sie keine offenen Flammen, beispielsweise angezündete Kerzen, auf das Gerät.
Wenn Sie Batterien entsorgen, denken Sie an den Umweltschutz. Batterien müssen entsprechend den geltenden
örtlichen Vorschriften oder Gesetzen entsorgt werden.
Setzen Sie dieses Gerät auf keinen Fall Regen, Feuchtigkeit
oder Flüssigkeitsspritzern aus. Es dürfen auch keine mit Flüssigkeit gefüllen Objekte, z. B. Vasen, auf das Gerät gestellt werden.
Deutsch
Français
ATTENTION
Ne bloquez pas les orifices ou les trous de ventilation. (Si les orifices ou les trous de ventilation sont bloqués par un journal un tissu, etc., la chaleur peut ne pas être évacuée correctement de l’appareil.)
Ne placez aucune source de flamme nue, telle quune bougie, sur l’appareil.
Lors de la mise au rebut des piles, veuillez prendre en considération les problèmes de lenvironnement et suivre strictement les règles et les lois locales sur la mise au rebut des piles.
Nexposez pas cet appareil à la pluie, à lhumidité, à un égouttement ou à des éclaboussures et ne placez pas des objets remplis de liquide, tels quun vase, sur lappareil.
VOORZICHTIG
Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit. (Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat worden opgebouwd.)
Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen, op het apparaat.
Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met het KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
Nederlands
G-2
Achtung: Angemessene Ventilation
Stellen Sie das Gerät zur Verhütung von elektrischem Schlag und Feuer und zum Schutz gegen Beschädigung wie folgt auf: Vorderseite: Offener Platz ohne Hindernisse. Seiten: Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von den Seiten. Oberseite: Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von der Oberseite. Rückseite: Keine Hindernisse innerhalb 15 cm von der Rückseite. Unterseite: Keine Hindernisse. Auf eine ebene Oberfläche stellen. Zusätzlich die bestmögliche Luftzirkulation wie gezeigt erhalten.
Attention: Ventilation Correcte
Pour éviter les chocs électriques, lincendie et tout autre dégât. Disposer lappareil en tenant compte des impératifs suivants Avant: Rien ne doit gêner le dégagement Flancs: Laisser 10 cm de dégagement latéral Dessus: Laisser 10 cm de dégagement supérieur Arrière: Laisser 15 cm de dégagement arrière Dessous: Rien ne doit obstruer par dessous; poser lappareil sur
une surface plate. Veiller également à ce que lair circule le mieux possible comme illustré.
Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u bij opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten: Voorkant: Voldoende ruimte vrij houden. Zijkanten: Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden. Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven. Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden. Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak. Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals in de afbeelding aangegeven.
G-3
Wand oder Hindernisse Mur, ou obstruction
Wand of meubilair
Boden Plancher Vloer
Abstand von 15 cm oder mehr Dégagement de 15 cm ou plus Minstens 15 cm tussenruimte
RX-DV3RSL
Vorderseite Avant Voorkant
Standhöhe 15 cm oder mehr Hauteur du socle: 15 cm ou plus Standard op minstens 15 cm van de vloer
WICHTIGER HINWEIS FÜR LASER-PRODUKTE / IMPORTANT POUR LES PRODUITS LASER / BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR LASERPRODUKTEN
ANBRINGUNGSORTE FÜR LASER-PRODUKTE / REPRODUCTION DES ETIQUETTES / VERLARING VAN DE LABELS
Deutsch
1 KLASSIFIZIERUNGSHINWEIS BEFINDET SICH AUF DER
AUSSENSIETE
1 ÉTIQUETTE DE CLASSIFICATION, PLACÉE SUR LA
SURFACE EXTÉRIEURE
1 CLASSIFICATIE-ETIKET AAN DE BUITENKANT VAN HET
APPARAAT
1. LASER-PRODUKT DER KLASSE 1
2. ACHTUNG: Sichtbare und unsichtbare Laserstrahlung bei Öffnung und unterlassener oder kaputter Sperre. Vermeiden Sie direkte Strahlung.
3. ACHTUNG: Das Gehäuse nicht öffnen. Das Gerät enthält keinerlei Teile, die vom Benutzer gewartet werden können. Überlassen Sie Wartungsarbeiten bitte qualifizierten Kundendienst-Fachleuten.
2 WARNETIKETTE IM GERÄTEINNEREN
2 ETIQUETTE DAVERTISSEMENT PLACÉE À LINTERIEUR
DE L’APPAREIL
2 WAARSCHUWINGSLABEL, IN HET APPARAAT
Français
Nederlands
1. PRODUIT LASER CLASSE 1
2. ATTENTION: Radiations laser visibles et invisibles lorsque le boîtier de lappareil est ouvert et que le verrouillage est défaillant ou a été annulé. Eviter une exposition directe au rayon.
3. ATTENTION: Ne pas ouvrir le couvercle du dessus. Il ny a aucune pièce utilisable à l’intérieur. Laisser à un personnel qualifié le soin de réparer votre appareil.
1. KLAS 1 LASERPRODUKT
2. VOORZICHTIG: Zichtbare en onzichtbare laserstraling wanneer geopend en interlock uitgeschakeld of buitenwerking. Vermijd directe blootstelling aan de straal.
3. VOORZICHTIG: De bovenkap niet openen. Binnenin het toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen: laat onderhoud over aan bekwaam vakpersoneel.
G-4

Inhoudsopgave

Namen van onderdelen ................................. 2
Voorpaneel .................................................................................. 2
Afstandsbediening ...................................................................... 3
Starten ...................................................... 4
Alvorens te installeren................................................................ 4
Controleren van de bijgeleverde accessoires.............................. 4
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening ......................... 4
Aansluiten van de antennes voor FM en AM ............................. 5
Aansluiten van de luidsprekers .................................................. 6
Aansluiten van audio-/videocomponenten ................................. 7
7 Meer over aansluitsnoeren en kabels .................................. 7
7 Aansluiten van een Cassettedeck/CD-recorder .................. 8
7 Digitale verbinding ............................................................. 8
7 SCART-verbinding ............................................................. 9
Basisbediening .......................................... 11
1 Inschakelen van de stroom................................................... 11
2 Kiezen van de af te spelen bron ........................................... 11
3 Instellen van het volume ...................................................... 11
Tijdelijk dempen van het geluid ............................................... 12
Nederlands
Uitschakelen van de stroom met de inslaaptimer ..................... 12
Veranderen van de helderheid van het display ......................... 12
Activeren van TV Direct .......................................................... 12
Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie .................... 13
Handmatig veranderen van de digitale ingangsfunctie ............ 13
Verzwakken van het ingangssignaal ......................................... 14
Veranderen van de bronnaam ................................................... 14
Activeren van de opnamefunctie (REC MODE)...................... 14
Basisbediening voor DVD-speler .................. 15
1 Openen van de disclade ....................................................... 15
2 Plaatsen van een disc ........................................................... 15
3 Starten van de weergave ...................................................... 15
4 Instellen van het volume ...................................................... 16
5 Activeren van een realistisch geluidsveld ............................ 16
6 Kiezen van de surroundfunctie ............................................ 16
7 Stoppen van de weergave ..................................................... 16
8 Uitschakelen van de stroom (naar standby) ......................... 16
Bediening van de tuner ............................... 17
Handmatig afstemmen op zenders ........................................... 17
Gebruik van voorkeurzenders .................................................. 17
Kiezen van de FM-ontvangstfunctie ........................................ 18
Gebruik van RDS (Radio Data System) voor ontvangst van
FM-zenders ........................................................................ 19
Opzoeken van een programma met PTY-codes ....................... 20
Tijdelijk overschakelen naar een gewenst programma ............ 21
7 Werking van de Enhanced Other Networks functie.......... 21
7 Beschrijving van PTY-codes ............................................. 22
Basisinstellingen........................................ 23
Bedieningstoetsen .................................................................... 23
Bediening ................................................................................. 23
7 Luidsprekerinformatie—“SUBWFR”, “FRNT SP”,
“CNTR SP” en “REAR SP” .............................................. 24
7 Luidsprekerafstand—“FRNT D”, “CNTR D” en
“REAR D” ........................................................................ 24
7 Drempelfrequentie—“CROSS” ........................................ 25
7 Verzwakking van Lage Frequentie-effect—“LFE” .......... 25
7 Compressie van dynamisch bereik—“D.COMP” ............. 25
7 Digitale ingangsaansluitingen (DIGITAL IN)—“DGT” .... 25
7 Automatisch surround—“AUTO SR” ............................... 26
7 Automatisch functie—“MODE” ...................................... 26
Geluidsinstellingen ..................................... 27
Bedieningstoetsen .................................................................... 27
Bediening ................................................................................. 27
7 Uitgangsbalans van de voorluidsprekers
—“BAL” ........................................................................... 28
7 Toon—“BASS” en “TREBLE” ........................................ 28
7 Luidsprekeruitgangniveaus—“SUBWFR”, “CENTER”,
“REAR L” en “REAR R” ................................................. 28
7 DAP-effectniveau—“EFFECT”........................................ 28
Voor realistische geluidsvelden.................... 29
Activeren van de surroundfunctie ............................................ 31
Kiezen van surroundfuncties .................................................... 31
Instellen van de surroundfunctie met gebruik van de
afstandsbediening ............................................................... 32
Bediening van de DVD-speler ....................... 33
Meer over discs ........................................................................ 33
Gebruik van de in-beeldstaaf.................................................... 35
Basisbediening met de in-beeldstaaf ........................................ 36
Veranderen van de tijdinformatie ............................................. 36
Opzoeken van een gewenste scène met het discmenu ............. 37
Kiezen van de camerahoek—ANGLE ..................................... 38
Veranderen van de taal voor de ondertitel en het geluid
—SUBTITLE en AUDIO .................................................. 39
Weergave vanaf een bepaald punt op de disc ........................... 41
7 Opzoeken van een gewenst hoofdstuk—Hoofdstukzoeken ..... 41
7 Opzoeken van een gewenst punt door de tijd in te
voeren—Tijdzoeken.......................................................... 41
7 Opzoeken van een gewenste scène met het digest
-display—DIGEST ........................................................... 42
Speciale beeldweergave ........................................................... 43
7 Beeld-voor-beeld weergave .............................................. 43
7 Achtereenvolgend tonen van stilbeelden—STROBE ....... 43
7 Slow-motion (vertraagde) weergave ................................. 43
7 Inzoomen—ZOOM .......................................................... 43
7 Veranderen van de VFP-instelling—VFP ......................... 44
Geprogrammeerde weergave en willekeurige weergave .......... 45
Herhaalde weergave ................................................................. 46
Weergave van MP3 discs ........................... 47
Basisbediening ......................................................................... 47
Bediening met het MP3 CONTROL scherm ........................... 48
Herhaalde weergave ................................................................. 48
Weergave van JPEG discs .......................... 49
Weergave met dia-show............................................................ 49
Bediening met het JPEG CONTROL scherm .......................... 50
Herhaalde weergave ................................................................. 50
Bediening met het keuzemenu ..................... 51
Bedieningstoetsen .................................................................... 51
Overzicht van het keuzemenu .................................................. 51
Bediening ................................................................................. 52
7 LANGUAGE menu .......................................................... 53
7 PICTURE menu ................................................................ 53
7 AUDIO menu .................................................................... 54
• Taalcodelijst ..................................................................... 54
7 SPK. SETTING menu ...................................................... 55
7 OTHERS menu ................................................................. 56
Beperken van weergave met het kinderslot (Parental Lock) .... 57
7 Instellen van het kinderslot ............................................... 57
7 Veranderen van de instelling van het kinderslot ............... 58
7 Tijdelijk annuleren van het kinderslot .............................. 58
• Codelijst voor landen/gebieden voor Parental Lock ...... 59
Termen voor de DVD-speler......................... 60
Bediening van JVC audio- en
videocomponenten ..................................... 61
Bediening van audiocomponenten ........................................... 61
Bediening van videocomponenten ........................................... 62
Bediening van apparatuur van andere merken ... 63
Veranderen van de reeds vastgelegde bedieningssignaalcodes ... 63
Onderhoud ................................................ 66
Oplossen van problemen ............................. 67
Technische gegevens .................................. 70
1

Namen van onderdelen

Voorpaneel
INPUT
ANALOG/DIGITAL
INPUT ATT.
3
SURROUND
ON/OFF
MODE
REC MODE
9 p
RX-DV3R HOME CINEMA DVD/CD CONTROL CENTER
124 7
STANDBY
STANDBY/ON
8qertyuw
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1 STANDBY/ON toets en STANDBY lampje (11) 2 Disclade en verlichtingslampje (15) 3 DVD-speler bedieningstoetsen
0 (openen/sluiten), 4 (achterwaarts verspringen), ¢ (voorwaarts verspringen), 7 (stoppen), 3 (afspelen), 8 (pauzeren)
4 Bronkeuzetoetsen en lampjes (11, 13)
• DVD, STB, VCR, TV, TAPE/CDR, FM/AM
5 SOURCE NAME toets (14) 6 TV DIRECT toets (12) 7 MASTER VOLUME regelaar (11, 16) 8 INPUT ANALOG/DIGITAL toets (13)
INPUT ATT. (verzwakking) toets (14)
5 6
SOURCE NAME
FM/AMTAPE/CDR
TVVCRSTBDVD
TV DIRECT
SETTING ADJUST MEMORY
9 SURROUND ON/OFF toets (16, 31) p SURROUND MODE toets (16, 31)
REC MODE toets (14)
q Display
• Zie “Display” hieronder voor details.
w SETTING toets (23 – 26) e ADJUST toets (27, 28) r MEMORY toets (17) t CONTROL 5 / / 2 / 3 toetsen (17, 18, 23 – 28)
(hoofdtelefoon) aansluiting (11)
y u Afstandsbedieningssensor
MASTER VOLUME
CONTROL
SUPER VIDEO
DVD/SUPER VCD/VCD/CD
COMPACT
Nederlands
Display
12 3 45
ANALOG DIGITAL AUTO
AUTO
SURROUND
LCR
DIGITAL
SUBWFR
LS RSS
PRO LOGIC
RESUME SPK.
LFE
DSP PROGRAM REPEAT RANDOM1A-B INPUT ATT
67 98-=~!@0
1 Ingangsfunctie-indicators (13)
• ANALOG, DIGITAL AUTO
2 Surroundfunctie-indicators (29, 30)
PRO LOGIC
3 Weergavefunctie-indicators (45, 46, 48, 50)
• PROGRAM, REPEAT 1A-B, RANDOM
4 RDS indicators (19)
• RDS, TA, NEWS, INFO
5 INPUT ATT indicator (14) 6 Geluidssignaalindicators (13)
DIGITAL
7 Signaal- en luidsprekerindicators (31)
• L, C, R, SUBWFR (Subwoofer), LFE (Low Frequency Effect), LS, S, RS
, DSP
(Dolby Digital), (DTS Digital Surround)
RDS TA NEWS INFO
TUNED STEREO AU TO MUTING SLEEP
kHz MHz
8 Surroundindicators (31)
• AUTO SURROUND, SURROUND
9 RESUME indicator (16) 0 SPK. (luidspreker) indicator (11)
- Hoofddisplay = Tunerfunctie-indicators (17, 18)
• TUNED, STEREO, AUTO MUTING
~ SLEEP indicator (12) ! Frequentie-eenheidindicators
• MHz (voor FM-zender), kHz (voor AM-zender)
@ VOLUME indicator
VOLUME
2
Namen van onderdelen
Afstandsbediening
Nederlands
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
STANDBY/ON toetsen (11, 62 – 65)
1
• STB, VCR, TV, AUDIO
2 Bronkeuzetoetsen (11, 13, 61 – 65)
• TV, TAPE, CDR, FM/AM, STB, VCR, DVD
3 TV DIRECT toets (12) 4 TV/VIDEO toets (15, 62, 63) 5 REPEAT toets (46, 48, 50) 6 SLEEP toets (12) 7 SOUND toets (28, 31, 32) 8 ANALOG/DIGITAL INPUT toets (13) 9 AUDIO toets (39, 40) p SUBTITLE toets (39) q DIMMER toets (12) w ANGLE toets (38) e ZOOM toets (43) r MUTING toets (12) t DIGEST toets (42) y CHOICE toets (51, 52) u ON SCREEN toets (35, 36, 38 – 42, 45, 46) i Multi-bedieningstoetsen
4, 3, ¢, 7, 8, REW, FF
• TUNING 9 en ( toetsen (17)
• FM MODE toets (18)
• STROBE toets (43)
• TV/STB CH (kanaal) + en – toetsen (62, 63)
o Cijfertoetsen
• Voor het kiezen van voorkeurzenders (18)
• Voor het instellen van het geluid (28, 32, 61)
• Voor bediening van audio-/videocomponenten (61 – 65)
• SURR (surround) ON/OFF toets (16, 31)
• SURR (surround) MODE toets (16, 31)
• VFP toets (44)
• TV RETURN toets (62)
; TV VOL (volume) + en – toetsen (62, 63) a VOLUME + en – toetsen (11, 16) s Menubedieningstoetsen
• TOP MENU toets (37)
• MENU toets (37)
• RETURN toets (37)
• ENTER toets
• Cursor 5/∞/3/2 toetsen RDS-bedieningstoetsen
• TA/NEWS/INFO toets (21)
• PTY SEARCH toets (20)
• PTY 9 en ( toetsen (20)
• DISPLAY toets (19)
3

Starten

Alvorens te installeren
Algemene voorzorgen
• Steek GEEN metalen voorwerpen in het toestel.
• Demonteer het toestel NIET en verwijder GEEN schroeven, afdekkingen of de behuizing.
• Stel het toestel NIET aan regen of vocht bloot.
Plaats
• Kies een plaats die vlak, droog en niet aan vocht onderhevig is.
• De temperatuur rond het toestel moet tussen 5˚C en 35˚C zijn.
• Zorg dat er een goede ventilatie rond het toestel is. Het toestel kan oververhitten en worden beschadigd indien de ventilatie rond het toestel niet goed is.
Behandeling van het toestel
• Raak het netsnoer NIET met natte handen aan!
• Gebruik altijd de stekker en trek NIET aan het snoer wanneer u het netsnoer van het stopcontact wilt ontkoppelen.
• Houd het netsnoer uit de buurt van andere snoeren en de antenne. Het netsnoer kan namelijk ruis of storing veroorzaken. Gebruik bij voorkeur een coaxkabel voor het verbinden van de antenne daar dit soort kabels een goede bescherming tegen interferentie bieden.
• In geval van een stroomonderbreking of wanneer de stekker uit het stopcontact is, zullen de door u gemaakte instellingen, bijvoorbeeld de FM of AM voorkeurzenders en geluidsinstellingen, na een paar dagen worden gewist.
Plaatsen van batterijen in de afstandsbedieninging
Voor gebruik van de afstandsbediening moet u eerst de tweeg bijgeleverde batterijen plaatsen.
• Richt de afstandsbediening voor gebruik direct naar de afstandsbedieningssensor op het toestel.
1
Verwijder de batterijdeksel van de achterkant van de afstandsbediening.
2
Plaats de batterijen. Zorg dat de polen in de juiste richting wijzen:(+) naar (+) en (–) naar (–).
Nederlands
Controleren van de bijgeleverde accessoires
Controleer dat u alle hieronder beschreven accessoires heeft.
Het aantal van iedere accessoire wordt tussen haakjes aangegeven.
• Afstandsbediening (1)
• Batterijen (2)
• AM-ringantenne (1)
• FM-antenne (1)
Raadpleeg direct de plaats van aankoop indien iets ontbreekt.
3
Plaats de deksel weer terug.
Vervang de batterijen indien het bereik van de afstandsbediening kleiner wordt of de afstandsbediening niet meer goed werkt. Gebruik in dat geval twee R6P (SUM-3)/AA (15F) droge cel batterijen.
LET OP:
Voorkom het lekken of barsten van batterijen en let daarom op het volgende:
• Plaats batterijen altijd met de polen in de juiste richting in het vak
van de afstandsbediening: (+) naar (+) en (–) naar (–).
• Gebruik uitsluitend het gespecificeerde type batterij. Batterijen van
dezelfde afmetingen hebben namelijk mogelijk een ander voltage.
• Vervang altijd beide batterijen tegelijkertijd door nieuwe.
• Stel batterijen niet aan hitte of vuur bloot.
4
Starten
Aansluiten van de antennes voor FM en AM
Verbind een enkel vinyl-
AM-ringantenne (bijgeleverd)
afgedekt draad (niet bijgeleverd) indien de AM ontvangst slecht is.
B
FM 75
AXIAL
CO
Verbind een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) indien de FM-ontvangst slecht is.
75
FM
COAXIAL
Nederlands
Monteer de AM-ringantenne door de lipjes van de ring in de opening op de houder te drukken.
1
23
1
2
Verbinden van de AM-antenne
Verbind de bijgeleverde AM-ringantenne met de AM LOOP aansluitingen.
1
Verwijder de isolatie indien het draad van de AM-ringantenne met vinyl is bedekt.
2
Druk het klemmetje van de aansluiting (1), omlaag en steek het draad in (2).
AM
EXT
AM LOOP
SPEAKERS
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 816
FRONT
AV COMPU LINK-
FM-antenne (bijgeleverd)
FM 75
ANTENNA
RIGHT
COAXIAL
DIGITAL IN
RIGHT LEFTRIGHT LEFT
TAPE / CDR
OUT (REC)
REAR
SUB-
SPEAKERS
WOOFER OUT
AUDIO
RGB YC
IN
(PLAY)
DIGITAL 1
(DBS)
AV IN/OUT
VCR
AV IN
TV
CENTER
SPEAKER
LEFT
DIGITAL OUT
DIGITAL 2
(TV)
PCM/STREAM
STB
AM LOOP
FM 75
ANTENNA
COAXIAL
AM EXT
Achterpaneel van het toestel
Verbinden van de FM-antenne
Verbind de bijgeleverde FM-antenne als tijdelijke oplossing met de FM 75 COAXIAL aansluiting. Trek de bijgeleverde FM-antenne in horizontale richting uit.
• Sluit een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) aan indien de ontvangst slecht is. Ontkoppel de bijgeleverde FM-antenne alvorens een 75 antenne met coaxstekker (IEC of DIN 45325) aan te sluiten.
3
Laat het klemmetje los.
Draai de ring totdat de ontvangst optimaal is.
• Verbind een enkel vinyl-afgedekt draad voor buiten met de AM EXT aansluiting terwijl u gewoon de AM-ringantenne aangesloten houdt.
5
Opmerking:
• Zorg dat de antennegeleiders geen contact met andere aansluitingen, aansluitsnoeren en netsnoeren maken. De ontvangst wordt anders namelijk mogelijk gestoord.
Aansluiten van de luidsprekers
Na het verbinden van de voor-, midden- en achterluidsprekers en/of een subwoofer, moet u de informatie voor de luidsprekers juist instellen voor een optimaal surroundeffect. Zie bladzijde 24 voor details.
LET OP:
Gebruik luidsprekers met de impedantie die bij de luidsprekeraansluitingen is aangegevenSPEAKER IMPEDANCE (8 – 16 ).
Sluit NIET meer dan één luidspreker op één luidsprekeraansluiting aan.
Aansluiten van de voor-, midden- en achterluidsprekers
Aansluiten van een subwoofer
Door een subwoofer aan te sluiten, kunt u de weergave van de lage tonen versterken en de oorspronkelijke LFE (lage frequentie-effect) signalen van digitale software reproduceren.
Subwoofer met eigen circuit (voorbeeld)
1
2
2
3
1
Voor iedere luidspreker moet u de (+) en (–) aansluitingen op het achterpaneel verbinden met de respectievelijk (+) en (–) gemarkeerde aansluitingen op de luidsprekers.
1
Verwijder de isolatie van het eind van ieder luidsprekersnoer (niet bijgeleverd) en draai de draadkernen ineen.
2
Druk het klemmetje van de luidsprekeraansluiting omlaag (1), en steek het luidsprekersnoer in (2).
3
Laat het klemmetje los.
RIGHT LEFT RIGHT LEFT
FRONT
SPEAKERS
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 816
Naar rechtervoor luidspreker
Naar linkervoor luidspreker
RIGHT LEFT RIGHT LEFT
FRONT
SPEAKERS
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 816
AV COMPU LINK-
CENTER
SPEAKER
Naar middenluidspreker
TAPE / CDR
OUT (REC)
REAR
SUB-
SPEAKERS
WOOFER OUT
AUDIO
RGB YC
IN
(PLAY)
CENTER
SPEAKER
LEFT
RIGHT
REAR SPEAKERS
Naar rechterachter luidspreker
DIGITAL 1
(STB)
AV IN/OUT
VCR
AV IN
TV
SUB­WOOFER OUT
Naar linkerachter luidspreker
DIGITAL IN
DIGITAL OUT
DIGITAL 2
(TV)
STB
AM LOOP
AM EXT
ANTENNA
PCM/STREAM
FM 75 COAXIAL
Verbind de ingangsaansluiting van een subwoofer met eigen circuit middels een snoer met RCA tulpstekkers (niet bijgeleverd) met de SUB-WOOFER OUT aansluiting op het achterpaneel.
• Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de subwoofer.
Opmerking:
U kunt de subwoofer op iedere gewenste plaats installeren daar de lage tonen niet-richtinggevoelig zijn. Plaats echter normaliter recht voor de luisterpositie.
Opstelling van de luidsprekers
Middenluidspreker
Linkervoor luidspreker
Linkerachter luidspreker
Rechtervoor luidspreker
Rechterachter luidspreker
Voor een optimaal geluid met dit toestel dient u alle luidsprekers, uitgezonderd de subwoofer, op een gelijke afstand tot de luisterpositie te plaatsen waarbij de voorkant van iedere luidspreker naar de luisteraar is gericht. Verander vervolgens de instellingen voor de subwoofer en luidsprekers al naar gelang de condities van de kamer en dergelijke (zie bladzijde 24).
Subwoofer
Nederlands
6
Starten
Aansluiten van audio-/videocomponenten
Schakel alle componenten en dit toestel uit alvorens aan te sluiten.
Meer over aansluitsnoeren en kabels
Voor SCART-verbindingen
Bij dit toestel wordt geen SCART-kabel geleverd. Gebruik de bij de andere componenten geleverde kabels of koop de vereiste kabels in een winkel.
SCART-kabel (niet bijgeleverd)
Nederlands
TV connection
Voor een analoge decoder
Voor het bekijken of opnemen van gecodeerde programma’s met uw videorecorder, moet u de analoge decoder met uw videorecorder verbinden en het gecodeerde kanaal met uw videorecorder kiezen. Verbind de decoder met uw TV indien uw videorecorder geen geschikte aansluiting voor de decoder heeft. Zie tevens de bij deze componenten geleverde gebruiksaanwijzingen.
Voor opname van beelden van STB
Indien een STB en videorecorder direct middels een SCART-kabel zijn verbonden, kunt u de beelden van de STB op de videorecorder opnemen zonder gebruik van de menuschermen van STB. Zie tevens de bij de STB geleverde gebruiksaanwijzing voor details.
Voor digitaal geluid
Voor weergave van digitaal geluid moet u zowel de SCART-kabel aansluiten als de digitale verbinding maken (zie bladzijde 8).
Voor audio-verbindingen
Verbind de externe componenten middens de audiosnoeren met dit toestel. Gebruik de bij de andere componenten geleverde snoeren of kabels of koop de vereiste snoeren in een winkel.
Digitaal coaxsnoer (niet bijgeleverd)
A
Optisch digitaal snoer (niet bijgeleverd)
B
Audiosnoer (niet bijgeleverd)
C
Bij het verlaten van de fabriek zijn de DIGITAL IN aansluitingen ingesteld voor het gebruik met de volgende componenten:
DIGITAL 1 (coaxiaal): Voor STBDIGITAL 2 (optisch): Voor TV
Indien u een CDR aansluit, moet u de digitale
ingangsaansluiting (DIGITAL IN) instelling veranderen (zie Digitale ingangsaansluitingen (DIGITAL IN) op bladzijde 25) en tevens de juiste bronnaam instellen (zie “Veranderen van de bronnaam op bladzijde 14).
Kies de juiste digitale ingangsfunctie (zie Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie op bladzijde 13).
7
Wit
Rood
De geluidsweergave via dit toestel wordt mogelijk vervormd indien u een geluidseffecttoestel, bijvoorbeeld een grafische equalizer, tussen de broncomponenten en dit toestel aansluit.
Schakel alle componenten en dit toestel uit alvorens aan te sluiten.
Aansluiten van een Cassettedeck/CD-recorder
De afbeeldingen van de in- en uitgangsaansluitingen zijn standaardvoorbeelden. Zie daarom tevens de gebruiksaanwijzingen van andere aan te sluiten componenten daar de werkelijke namen van de aansluitingen op het achterpaneel mogelijk anders zijn.
SPEAKERS
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 816
FRONT
AV COMPU LINK-
LEFT
RIGHT
CENTER
SPEAKER
TAPE / CDR
LEFT
RIGHT
OUT (REC)
TAPE / CDR
OUT
(REC)
DIGITAL IN
RIGHT LEFTRIGHT LEFT
REAR
SUB-
SPEAKERS
WOOFER OUT
AUDIO
RGB YC
IN
(PLAY)
DIGITAL 1
(STB)
AV IN/OUT
VCR
AV IN
TV
DIGITAL OUT
DIGITAL 2
(TV)
PCM/STREAM
STB
AM LOOP
FM 75
ANTENNA
COAXIAL
AM EXT
C
Wit
Rood
(PLAY)
Wit
IN
Rood
C
Rood
Wit
Rood
Wit
Cassettedeck
LEFT
Nederlands
RIGHT
OUT IN
AUDIO
CD-recorder
Digitale verbinding
DIGITAL IN
LEFT
AUDIO
RGB YC
REAR SPEAKERS
DIGITAL 1
(STB)
SUB­WOOFER OUT
DIGITAL 2
(TV)
AV IN/OUT
VCR
TV
DIGITAL OUT
DIGITAL IN
DIGITAL 1
DIGITAL 2
(STB)
(TV)
STB
AV IN
AM LOOP
AM EXT
ANTENNA
DIGITAL OUT
PCM/STREAM
FM 75 COAXIAL
B
A
Verwijder het beschermdopje alvorens een optisch digitaal snoer aan te sluiten.
B
DIGITAL
OUT
DIGITAL
OUT
DIGITAL
IN
TV
STB (Set Top Box)
CD-recorder
CD-recorder
PCM/STREAM
8
Starten
Schakel alle componenten en dit toestel uit alvorens aan te sluiten.
SCART-verbinding
Sluit NIET een TV via een videorecorder of een TV met ingebouwde videorecorder aan. Het beeld wordt anders mogelijk vervormd.
SPEAKERS
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 816
FRONT
AV COMPU LINK-
RIGHT LEFTRIGHT LEFT
TAPE / CDR
OUT
(REC)
REAR
SUB-
SPEAKERS
WOOFER OUT
VCR
AUDIO
RGB YC
IN
(PLAY)
TV
CENTER
SPEAKER
LEFT
RIGHT
Nederlands
DIGITAL IN
DIGITAL 1
DIGITAL 2
(STB)
AV IN/OUT
(TV)
STB
AV IN
AM LOOP
AM EXT
RGB/YC keuzeschakelaar
RGB
DIGITAL OUT
ANTENNA
De afbeeldingen van de in- en uitgangsaansluitingen zijn standaardvoorbeelden. Zie daarom tevens de gebruiksaanwijzingen van andere aan te sluiten componenten daar de werkelijke namen van de aansluitingen op het achterpaneel mogelijk anders zijn.
PCM/STREAM
FM 75 COAXIAL
AV IN/OUT
VCR
TV
YC
AV IN
STB
Instellen van de RGB/YC keuzeschakelaar
Druk de RGB/YC keuzeschakelaar in de vereiste stand terwijl het toestel is uitgeschakeld:
RGB YC
• Indien de TV compatibel met het RGB-signaal is, druk naar “RGB”.
• Indien de TV compatibel met het S-videosignaal is, druk naar “YC”.
• Indien de TV uitsluitend compatibel is met het composiet videosignaal, druk naar “RGB”.
Specificaties SCART-aansluiting
TV VCR STB
AUDIO L/R 䡬䡬䡬
IN
Composiet
VIDEO S-video 䡬䡬
RGB 䡬䡬
AUDIO L/R *1 *1
OUT
Composiet
VIDEO S-video *2
RGB *2
T-V LINK *3 *3 *3
䡬䡬䡬
*1*2 *1*2
Opmerking:
Indien u de RGB/YC keuzeschakelaar in een andere stand drukt terwijl het toestel is ingeschakeld, zal de nieuwe instelling pas effectief zijn nadat u het toestel een keer heeft uitgeschakeld.
*1 De signalen die via een SCART-aansluiting worden ontvan-
gen, kunnen niet via dezelfde SCART-aansluiting worden uitgestuurd.
*2 Het videoformaat van de video-uitgangssignalen is hetzelfde
als het formaat van de video-ingangssignalen. Indien bijvoor­beeld S-videosignalen door dit toestel worden ontvangen, kunnen uitsluitend S-videosignalen via dit toestel worden uitgestuurd. Zie de bij de videocomponenten geleverde gebruiksaanwijzingen voor details aangaande de instellingen voor de video in- en uitgangssignalen.
*3 De signalen voor de T-V LINK functie worden altijd via dit
toestel gestuurd.
9
Videorecorder
Nederlands
STB (Set Top Box)
TV
Voor TV en videoformaat
Zie de gebruiksaanwijzing van de TV indien de TV meerdere SCART-aansluitingen heeft, en controleer welke videosignalen voor iedere aansluiting beschikbaar zijn. Sluit vervolgens de SCART-kabel als vereist aan.
Dit toestel kan videosignalen niet naar een ander formaat omzetten (bijvoorbeeld S-video naar composiet). Indien het videosignaal van het ene videocomponent verschilt van het formaat van het andere component (bijvoorbeeld S-video en composiet), wordt het beeld mogelijk niet juist getoond. Zorg in dat geval dat het formaat van de videosignalen van alle videocomponenten hetzelfde is (of S-video of composiet), daar u anders het videosignaal van de TV iedere keer bij het veranderen van bron opnieuw zult moeten instellen.
Voor T-V LINK
U kunt de T-V LINK functie gebruiken indien een voor T-V LINK geschikte TV en videorecorder middels volledige SCART-kabels met dit toestel zijn verbonden. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de TV en de videorecorder voor details aangaande T-V LINK.
Verbind de SCART-kabel met de EXT-2 aansluiting van uw voor T-V LINK geschikte JVC TV voor gebruik met de T-V LINK functie.
Bepaalde TVs, videorecorders en STBs ondersteunen dit soort datacommunicatie. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van deze componenten voor details.
U kunt nu de stekker van het netsnoer in een stopcontact steken.
LET OP:
Raak het netsnoer niet met natte handen aan.
Trek niet aan het netsnoer zelf om het te ontkoppelen. Houd de
stekker vast voor het ontkoppelen zodat het snoer zelf niet wordt beschadigd.
Opmerkingen:
Houd het netsnoer uit de buurt van andere aansluitsnoeren en de antennekabels. Het netsnoer kan anders namelijk storing of interferentie veroorzaken.
De voorkeurinstellingen, bijvoorbeeld voorkeurzenders en geluidsinstellingen, worden in de volgende gevallen mogelijk na een paar dagen gewist:
Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt. Wanneer de stroomtoevoer wordt onderbroken.
10

Basisbediening

1
Inschakelen van de stroom
3
Instellen van het volume
STANDBY/ON
STANDBY
STANDBY/ON
VCRSTB TV AUDIO
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
Druk op
STANDBY/ON op het voorpaneel of
STANDBY/ON AUDIO op de afstandsbediening.
Het STANDBY lampje dooft en het verlichtingslampje licht op. De naam van de huidige bron verschijnt op het display.
• Indien de ingebouwde DVD-speler de huidige bron is, zal “READING” verschijnen terwijl het toestel het type van de geplaatste disc bepaalt (zie bladzijde 33). – De weergave start automatisch indien u een DVD VIDEO
plaatst.
– “NO DISC” verschijnt op het display indien er geen disc is
Nederlands
geplaatst.
Uitschakelen van de stroom (naar standby)
Druk weer op
STANDBY/ON op het voorpaneel of
STANDBY/ON AUDIO op de afstandsbediening. Het verlichtingslampje dooft en het STANDBY lampje licht op.
Opmerking:
• Ook met de stroom uitgeschakeld (standby) wordt een kleine
hoeveelheid stroom gebruikt. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om de stroom werkelijk geheel uit te schakelen.
2
Kiezen van de af te spelen bron
STANDBY/ON
TVVCRSTBDVD
Met het voorpaneel
SOURCE NAME
STANDBY
FM/AMTAPE/CDR
Met het voorpaneel: Verhogen van het volume,
draai MASTER VOLUME
MASTER VOLUME
naar rechts.
Verlagen van het volume,
draai MASTER VOLUME naar links.
Met de afstandsbediening: Verhogen van het volume,
houd VOLUME + ingedrukt.
Verlagen van het volume,
+
VOLUME
houd VOLUME – ingedrukt.
LET OP:
Stel het volume altijd in de minimale stand alvorens de weergave van een bron te starten. Indien een hoog volume is ingesteld, kan een plotseling hard geluid uw gehoor permanent beschadigen en/of de luidsprekers ruïneren.
Opmerkingen:
Het volume kan vanaf 0 (minimale) tot “50 (maximale) worden ingesteld.
Met DVD als bron gekozen en de TV ingeschakeld, zal de aanduiding van het volumeniveau op de TV worden getoond.
Luisteren met een hoofdtelefoon
Verbind een hoofdtelefoon met de (hoofdtelefoon) aansluiting op het voorpaneel. De ingestelde surroundfunctie wordt hierdoor geannuleerd, de luidsprekers worden uitgeschakeld en de HEADPHONE functie wordt geactiveerd. De SPK. indicator dooft van het display.
• Door de hoofdtelefoon te ontkoppelen van de
aansluiting, wordt de HEADPHONE functie geannuleerd en worden de luidsprekers weer geactiveerd.
(hoofdtelefoon)
TAPETV CDR FM/AM
TV DIRECT
VCRSTB DVD
Met de afstandsbediening
Druk op een van de bronkeuzetoetsen.
DVD : Kiest de ingebouwde DVD-speler. STB* : Kiest de STB. VCR : Kiest de videorecorder. TV* : Kiest de TV-tuner. TAPE/CRD* : Kiest het cassettedeck of de CD-recorder
TAPE : Kiest het cassettedeck (UITSLUITEND met de
CDR* : Kiest de CD-recorder (UITSLUITEND met de
FM/AM : Kiest een FM of AM zender.
Opmerkingen:
*
Registreer de instelling voor de digitale ingangsaansluiting (zie Digitale ingangsaansluitingen (DIGITAL IN) op bladzijde 25) en de digitale ingangsfunctie (zie Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie op bladzijde 13). De bronnaam en “DIGITAL” zullen op het display worden getoond wanneer u de bron kiest.
**
Indien u niet de juiste bronnaam heeft ingesteld, werken deze toetsen niet (zie Veranderen van de bronnaam op bladzijde 14).
(UITSLUITEND met het voorpaneel).
afstandsbediening**).
afstandsbediening**).
HEADPHONE functie
Met gebruik van een hoofdtelefoon worden de volgende signalen, ongeacht de luidsprekerinstellingen, uitgestuurd: — Voor 2-kanaal bronnen, worden de linker- en
rechtervoorsignalen direct via de linker- en rechterhoofdtelefoon weergegeven.
— Voor multikanaal bronnen, worden de linker- en
rechtervoorsignalen, midden- en achtersignalen teruggemengd en vervolgens via de hoofdtelefoon weergegeven waarbij de elementen van de lage tonen worden behouden. U kunt dus ook met gebruik van de hoofdtelefoon multikanaal bronnen beluisteren.
LET OP:
Verlaag beslist het volume:
Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten, daar een
hoog volume zowel de hoofdtelefoon als uw gehoor kan beschadigen.
Alvorens de hoofdtelefoon te ontkoppelen, daar anders later een
hoog volume via de luidsprekers kan worden uitgestuurd.
11
Tijdelijk dempen van het geluid
MUTING
ALLEEN met de afstandsbediening
Veranderen van de helderheid van het display
DIMMER
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op MUTING om het geluid te dempen.
“MUTING” wordt op het display getoond en het volume wordt geheel verlaagd (de VOLUME-aanduiding dooft).
• Met DVD als bron gekozen en de TV ingeschakeld, verschijnt “VOLUME –” op de TV.
DIGITAL AUTO
L R
SPK.
Weer herstellen van het geluid
Druk weer op MUTING.
• Het geluid wordt tevens hersteld door een druk op VOLUME + of – op de afstandsbediening (of het verdraaien van MASTER VOLUME op het voorpaneel).
Uitschakelen van de stroom met de inslaaptimer
SLEEP
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op SLEEP.
De SLEEP indicator licht op het display op.
• Door iedere druk op de toets verandert de uitschakeltijd als volgt:
SLEEP indicator
DIGITAL AUTO
LR
SPK. SLEEP
10 20 30 60
120 901500 (geannuleerd)
VOLUME
Druk op DIMMER om het display te dimmen.
• Door iedere druk op de toets worden het display en het verlichtingslampje afwisselend helder en donker.
Activeren van TV Direct
TV DIRECT
TV DIRECT
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
U kunt dit toestel als een DVD-speler en AV-schakelpaneel gebruiken terwijl het toestel niet is ingeschakeld. Met deze functie geactiveerd, worden de beelden en het geluid van de videocomponenten via dit toestel naar de TV gestuurd. U kunt op deze manier de videocomponenten en de TV gebruiken alsof ze direct met elkaar zijn verbonden—TV Direct.
• Deze functie werkt uitsluitend indien de videocomponenten en de TV middels SCART-kabels met dit toestel zijn verbonden.
• Deze functie werkt voor de volgende bronnen—DVD, STB en videorecorder.
• Dit toestel kan automatisch worden in- of uitgeschakeld, en/of automatisch de bron kiezen indien de automatische functie op “AUTO1” of “AUTO2” is gesteld. Zie “Automatische functie” op bladzijde 26 voor details.
Voer de volgende handelingen uit voor het activeren (of annuleren) van TV Direct:
1
Druk op TV DIRECT.
Alle aanduidingen doven (uitgezonderd indien DVD als bron is gekozen) en de indicator van de huidige gekozen bron licht vervolgens op.
2
Schakel het videocomponent en de TV in.
VCRSTB DVD
Nederlands
Wanneer de uitschakeltijd wordt bereikt
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld.
Controleren of veranderen van de resterende tijd tot de uitschakeltijd
Druk éénmaal op SLEEP. De resterende tijd (in minuten) tot de uitschakeltijd wordt even op het display getoond.
• Druk herhaaldelijk op SLEEP om de uitschakeltijd nu te veranderen.
Annuleren van de inslaaptimer
Druk herhaaldelijk op SLEEP totdat “SLEEP 0” op het display verschijnt. (De SLEEP indicator dooft).
• De inslaaptimer wordt tevens geannuleerd door het uitschakelen van het toestel.
Opmerking:
Indien zowel de inslaaptimer als de automatische standbyfunctie
(zie bladzijde 56) zijn geactiveerd, wordt het toestel uitgeschakeld door de uitschakeltijd die het eerst wordt bereikt.
3
Druk op een van de bronkeuzetoetsen—DVD, STB of VCR.
De indicator van de gekozen bron licht op.
Bijv.: Met DVD gekozen.
VCRSTBDVD
Voor het annuleren van TV Direct en uitschakelen van het toestel, drukt u op
STANDBY/ON (of STANDBY/ON AUDIO op de afstandsbediening). Het toestel wordt uitgeschakeld en het STANDBY lampje licht op.
Voor het annuleren van TV Direct en het inschakelen van het toestel, drukt u op TV DIRECT.
Opmerkingen:
Met TV Direct geactiveerd, kunt u geen geluidseffecten van dit
toestel gebruiken en kunnen de met dit toestel verbonden luidsprekers niet voor de weergave worden gebruikt.
U kunt de T-V LINK functie tussen de TV en videorecorder
gebruiken wanneer TV Direct is geactiveerd.
12
Basisbediening
Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie
Indien u digitale broncomponenten zowel digitaal als analoog heeft verbonden (zie bladzijden 7 t/m 10), kunt u de ingangsfunctie kiezen.
• Alvorens de digitale ingangsfunctie te kiezen, moet u de instelling voor de digitale ingangsaansluiting juist hebben geregistreerd (zie “Digitale ingangsaansluitingen (DIGITAL IN)” op bladzijde 25).
1
Druk op een van de bronkeuzetoetsen (STB, TV of CDR) voor de bron waarvoor u de ingangsfunctie wilt veranderen.
TVVCRSTBDVD
SOURCE NAME
Met het voorpaneel
Nederlands
TV DIRECT
TAPETV CDR FM/AM
VCRSTB DVD
Met de afstandsbediening
Opmerking:
U kunt de ingangsfunctie niet veranderen indien DVD als bron is gekozen. Voor de DVD-speler wordt namelijk altijd de digitale ingang gebruikt.
2
Druk op INPUT ANALOG/DIGITAL (INPUT ATT.) op het voorpaneel of ANALOG/DIGITAL INPUT op de afstandsbediening.
INPUT
ANALOG/DIGITAL
INPUT ATT.
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
De huidige ingangsfunctie op het display verschijnt.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de analoge ingang (“ANALOG”*) en de digitale ingang (“DGTL AUTO”) ingesteld.
ANALOG/DIGITAL AUTO indicator
ANALOG DIGITAL AUTO
LR
SPK.
DGTL AUTO ANALOG
ANALOG /DIGITAL
INPUT
FM/AMTAPE/CDR
VOLUME
Handmatig veranderen van de digitale ingangsfunctie
In de volgende gevallen bij weergave van Dolby Digital of DTS Digital Surround software, kunt u de digitale ingangsfunctie veranderen:
• Geen geluid bij het starten van de weergave.
• Ruis tijdens het zoeken naar of overslaan van hoofdstukken of fragmenten.
Met het voorpaneel
CONTROL
Druk op CONTROL 3 (of 2) om “DGTL D.D.” of “DGTL DTS” te kiezen terwijl “DGTL AUTO” nog op het display wordt getoond.
• Door iedere druk op de toets verandert de digitale ingangsfunctie als volgt:
DIGITAL AUTO
LR
DGTL AUTO DGTL D.D.
DGTL DTS
DGTL AUTO : Kies normaliter deze stand.
De DIGITAL AUTO indicator licht op. Het toestel herkent automatisch het formaat van het signaal dat wordt ontvangen en de overeenkomende geluidssignaalindicator licht op.
DGTL D.D. : Kies voor weergave van software die met
Dolby Digital is gecodeerd. De
DIGITAL
indicator licht op*.
DGTL DTS : Kies voor weergave van software die met DTS
Digital Surround is gecodeerd. De indicator licht op*.
* Deze indicators knipperen indien er geen signaal wordt ontvangen
of een signaal van afwijkend formaat wordt weergegeven.
Met DVD als bron gekozen, kunt u tevens de digitale ingangsfunctie veranderen door herhaaldelijk op ANALOG/DIGITAL INPUT op de afstandsbediening te drukken.
VOLUME
ANALOG /DIGITAL
INPUT
* “ANALOG” is de fabrieksinstelling, uitgezonderd voor de
ingebouwde DVD-speler.
DGTL AUTO : Kies voor de digitale ingangsfunctie.
De DIGITAL AUTO indicator licht op. Het toestel herkent automatisch het formaat van de signalen en de geluidssignaalindicator voor het herkende signaal—
licht op; in geval van een ander formaat
licht geen indicator op.
ANALOG : Kies voor de analoge ingangsfunctie.
De ANALOG indicator licht op.
13
DIGITAL
of
Opmerkingen:
Indien met DGTL AUTO de binnenkomende signalen niet kunnen
worden herkend, zal er geen geluidssignaalindicator op het display oplichten.
•“DGTL DTS en DGTL D.D.” worden geannuleerd wanneer u het
toestel uitschakelt of een andere bron kiest. De digitale ingangsfunctie wordt dan automatisch weer op “DGTL AUTO gesteld.
Verzwakken van het ingangssignaal
Indien het ingangsniveau van de analoge bron te hoog is, zal het geluid vervormd klinken. U moet in dat geval het ingangssignaal verzwakken zodat het geluid niet wordt vervormd.
• U moet deze instelling voor iedere analoge bron afzonderlijk maken.
INPUT
ALLEEN met het voorpaneel
ANALOG/DIGITAL
INPUT ATT.
Opmerking:
U kunt de aangesloten componenten ook gebruiken wanneer u de
bronnaam niet juist heeft veranderd. De volgende punten zijn echter wat onhandig in dat geval: – Een onverwachte naam verschijnt voor de bron op het display indien u op TAPE/CDR (SOURCE NAME) op het voorpaneel drukt. – De CDR of TAPE toets op de afstandsbediening kan niet voor het kiezen van de bron worden gebruikt. – U kunt de digitale ingang (zie bladzijde 8) niet voor de CD­ recorder gebruiken.
Houd INPUT ATT. (INPUT ANALOG/DIGITAL) ingedrukt totdat de INPUT ATT indicator op het display oplicht.
• Iedere keer bij het indrukken van de toets wordt de functie voor het verzwakken van het ingangssignaal afwisselend geactiveerd (“ATT ON”) en uitgeschakeld (“ATT NORMAL”*).
INPUT ATT indicator
ANALOG INPUT ATT
L R
VOLUME
ATT NORMAL AT T ON
* “ATT NORMAL” is de fabrieksinstelling.
ATT NORMAL : Kies normaliter deze stand. Het analoge
geluid wordt niet verzwakt.
ATT ON : Kies deze stand indien het analoge geluid
wordt vervormd.
Veranderen van de bronnaam
Verander de bronnaam die op het display wordt getoond indien u een CD-recorder met de TAPE/CDR aansluitingen op het achterpaneel heeft verbonden.
ALLEEN met het voorpaneel
Bijv. : Indien u de bronnaam van “TAPE” naar “CDR” wilt
veranderen
TAPE/CDR
SOURCE NAME
Activeren van de opnamefunctie (REC MODE)
Bij weergave van multikanaal bronnen, kunt u met deze opnamefunctie het normale geluid met tevens de surroundelementen opnemen omdat de signalen voor het middenkanaal en de achterkanalen eerst tot signalen voor de voorkanalen worden teruggemengd.
• Bij weergave van multikanaal software met de opnamefunctie geactiveerd, worden alle signalen teruggemengd en uitsluitend via de voorluidsprekers uitgestuurd.
SURROUND
ON/OFF
ALLEEN met het voorpaneel
MODE
REC MODE
Houd REC MODE (SURROUND MODE) ingedrukt totdat “RECMODE ON” op het display verschijnt.
• Iedere keer bij het indrukken van de toets wordt de opnamefunctie afwisselend geactiveerd (“RECMODE ON”) en uitgeschakeld (“RECMODE OFF”*).
* “RECMODE OFF” is de fabrieksinstelling.
RECMODE OFF : Kies normaliter deze stand. De signalen
worden niet teruggemengd.
RECMODE ON : Kies deze stand voor opname van alle
teruggemengde signalen.
Bij opname met de videorecorder:
U kunt het beeld zonder de volume-aanduiding op de videocassette opnemen indien de opnamefunctie is geactiveerd.
• Zie bladzijde 56 indien u de iconen voor in-beeldbegeleiding niet wilt opnemen.
• Het keuzemenu en de in-beeldstaaf worden altijd opgenomen indien ze op de TV wordt getoond.
Nederlands
1
Druk op TAPE/CDR (SOURCE NAME) om de bron te kiezen.
2
Houd SOURCE NAME (TAPE/CDR) ingedrukt totdat “ASSGN. CDR” op het display verschijnt.
ANALOG
LR
ASSGN. TAPE ASSGN. CDR
Bronnaam weer naar “TAPE” veranderen
Houd SOURCE NAME (TAPE/CDR) ingedrukt totdat “ASSGN.
2
TAPE” in stap
weer op het display verschijnt.
VOLUME
LET OP:
Indien u kleine voorluidsprekers heeft, wordt het weergegeven geluid mogelijk vervormd wanneer deze opnamefunctie is geactiveerd. U moet in dat geval het volume verlagen totdat het geluid normaal, niet vervormd, klinkt.
Opmerkingen:
Deze opnamefunctie wordt geannuleerd (RECMODE OFF) wanneer u het toestel uitschakelt of een andere bron kiest.
De geluidsinstellingen (zie bladzijden 27 en 28) en de surroundfuncties (zie bladzijden 29 t/m 32) hebben geen effect op de opname.
De volgende toetsen functioneren niet wanneer deze opnamefunctie is geactiveerd (RECMODE ON”):
SETTING en ADJUST op het voorpaneel. SURROUND ON/OFF en SURROUND MODE op het voorpaneel. Cijfertoetsen op de afstandsbediening voor het instellen van het
geluid.
14

Basisbediening voor DVD-speler

DIGITAL AUTO
VOLUME
DIGITAL
AUTO
SURROUND
SPK.
LFE
LS RS
LCR
SUBWFR
N
R
A
Zie bladzijden 33 t/m 46 voor details aangaande de bediening van de DVD-speler.
• U kunt tevens MP3 en JPEG bestanden afspelen. Zie bladzijden 47 t/m 50.
Bij gebruik van de afstandsbediening moet u op DVD
drukken om de afstandsbediening in de functie voor het bedienen van de DVD-speler te schakelen.
1
Openen van de disclade
Schakel de TV in en kies de juiste video-ingang (zie de gebruiksaanwijzing van uw TV) alvorens dit toestel in te schakelen.
• Bij gebruik van een JVC TV kunt u uw TV door een druk op STANDBY/ON TV van de afstandsbediening inschakelen en
de video-ingang kiezen door een druk op TV/VIDEO. (Zie “Bediening van apparatuur van andere merken” op bladzijde 63
Nederlands
indien u geen JVC TV heeft).
Voor het veranderen van de OSD mededelingen—de
informatie op de TV—naar de gewenste taal, zie bladzijden 51 en 53.
ALLEEN met het voorpaneel
Druk op 0.
Het toestel wordt ingeschakeld en de disclade opent. Het STANDBY lampje dooft en het verlichtingslampje licht op.
• Met reeds een disc geplaatst, wordt door een druk op 3 het toestel
ingeschakeld en start de weergave van de geplaatste disc.
Met de volgende toetsen kunt u pauzeren, de weergave versnellen in voor- of achterwaartse richting, en het begin van een titel, hoofdstuk of fragment opzoeken.
Met het voorpaneel
9
/FF
– TV/STB CH +
Met de afstandsbediening
REW/(TUNING
FM MODE STROBE
Tijdelijk pauzeren van de weergave
Druk op 8.
• Druk op 3 om de weergave voort te zetten.
Weergavepositie 10 seconden terugzetten (alleen voor DVD VIDEO)
Druk tijdens DVD VIDEO weergave op 3. De weergavepositie wordt ongeveer 10 seconden teruggezet en vanaf daar weer voortgezet.
Versnelde weergave in voor- of achterwaartse richting
Houd ¢ of 4 ingedrukt. Door ¢ (of 4), in te drukken, wordt de weergave in voorwaartse richting (of achterwaartse richting: voor DVD VIDEO en audio CD) 5 keer versneld. Door ¢ (of 4) verder in te drukken kunt u de weergave 20 keer versnellen.
• Laats de toets los om de normale weergave voort te zetten.
Opzoeken van het begin van het hoofdstuk of fragment
Druk op ¢ of 4. Druk op ¢ (of 4) om het begin van het volgende (huidige of voorgaande) hoofdstuk of fragment op te zoeken.
2
Plaatsen van een disc
Plaats een disc juist met het label boven.
D
/C
E
P
A
T
N
E
C
R
V
U
T
O
S
RS
C
V
RX-DV3 HOME CINEMA DVD/CD CONTROL CE
B
T
D
V
D
D
E
N U
D
O
O
R
M
R U S
STANDBY
N /O
Y
B D N
A T S
L
A
IT
IG
D
D N
U O R
R U
S
3
Starten van de weergave
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
ANALOG/DIGITAL
F
F
/O
N
O
INPUT
.
T T A
T
U
P
IN
TUNING
Druk op 3.
De disclade sluit en het toestel start de weergave van de geplaatste disc.
• U kunt de disclade tevens sluiten door een druk op 0 op het
voorpaneel.
15
Goed
Fout
Opzoeken van een hoofdstuk of fragment met gebruik van de cijfertoetsen
Druk op de cijfertoetsen (1–10, +10) om het nummer van het gewenste hoofdstuk of fragment in te voeren.
Bijv. : Kiezen van 3, druk op 3.
Kiezen van 11, druk op +10 en dan op 1. Kiezen van 20, druk op +10 en dan op 10.
ALLEEN met de afstandsbediening
EFFECT
TEST
SURR ON/OFF
SURR MODE
10/0 +10
7
CENTER
231
REAR·L
564
REAR·R
89
SUBWOOFER
100+
Meer over de aanduidingen op het display tijdens weergave van een disc
Bij weergave van een disc wordt de volgende informatie op het display getoond:
Bijv. : Met een DVD VIDEO geplaatst
Hoofdstuknummer Verstreken weergavetijd
Bijv. : Met een audio CD geplaatst
DIGITAL AUTO
PRO LOGIC
LR
SUBWFR
Fragmentnummer Verstreken weergavetijd
SPK.
VOLUME
+
4
Instellen van het volume
7
Stoppen van de weergave
FM MODE
MASTER VOLUME
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
Zie “Basisbediening” op bladzijde 11 voor details.
5
Activeren van een realistisch geluidsveld
U kunt een surroundfunctie activeren voor weergave met een realistisch geluidsveld.
• De surroundfunctie kan automatisch worden geactiveerd indien een digitale multikanaal bron (Dolby Digital of DTS Digital Surround software) of 2-kanaal matrix bron (Dolby Surround software) wordt afgespeeld—Automatisch Surround (zie bladzijde 26).
Voer de volgende handelingen uit om de surroundfunctie handmatig te activeren of uit te schakelen:
Met het voorpaneel:
Druk op SURROUND ON/OFF.
Met de afstandsbediening:
1) Druk op SOUND.
2) Druk op SURR ON/OFF.
• Door iedere druk op SURROUND ON/OFF op het voorpaneel of SURR ON/OFF op de afstandsbediening wordt de surroundfunctie afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
6
Kiezen van de surroundfunctie
+
VOLUME
SURROUND
ON/OFF
SOUND
SURR ON/OFF
MODE
REC MODE
7
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
Druk op 7.
De weergave stopt. Het toestel onthoudt het punt waar de weergave wordt gestopt en de RESUME indicator licht op het display op (uitgezonderd wanneer een audio CD is geplaatst).
Met de RESUME indicator op het display opgelicht, kunt u de weergave voortzetten vanaf het vastgelegde stoppunt door een druk op 3—Weergavevoortzetting.
Meer over weergavevoortzetting
Dit toestel onthoudt het stoppunt wanneer u de volgende handelingen uitvoert:
• Een druk op 7 tijdens weergave—Druk op 3 voor
weergavevoortzetting
• Veranderen van de bron—Druk op DVD of 3 voor
weergavevoortzetting
• Uitschakelen van het toestel (met inbegrip van de inslaaptimer)
—Druk op 3 voor weergavevoortzetting
Nadat de weergave werd voortgezet, dooft de RESUME indicator van het display (en wordt het stoppunt gewist).
Het toestel wist tevens het stoppunt wanneer u een van de volgende handelingen uitvoert:
• Starten van weergavevoortzetting
• Een druk op 7 (terwijl de RESUME indicator op het display is
opgelicht)
• Kiezen van een fragment door een druk op ¢ of 4 voor
video CD en super VCD wanneer de weergave is gestopt
• Kiezen van geprogrammeerde of willekeurige weergave
• Een druk op TOP MENU
• Uitwerpen van de geplaatste disc
• Inschakelen van het toestel door een druk op op het voorpaneel of afstandsbediening.
U kunt de functie voor weergavevoortzetting ook annuleren (zie “OTHERS menu” op bladzijde 56).
Verwijderen van de geplaatste disc
Druk op 0. De disclade opent.
Sluiten van de disclade
Druk weer op 0.
STANDBY/ON AUDIO op de
STANDBY/ON
Nederlands
Indien de PRO LOGIC II of DSP indicator is opgelicht, kunt u de gewenste surroundfunctie kiezen (zie bladzijde 31).
SURROUND
ON/OFF
MODE
REC MODE
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
SURR MODE
10/0
Druk op SURROUND MODE (REC MODE) op het voorpaneel of SURR MODE op de afstandsbediening.
• Bij weergave van een digitale multikanaal bron, bijvoorbeeld Dolby Digital of DTS Digital Surround software, kunt u de surroundfunctie niet veranderen. Bij weergave van Dolby Digital of DTS Digital Surround 2-kanaal software, met inbegrip van 2-kanaal matrix bronnen als Dolby Surround software, kunt u de PRO LOGIC II MOVIE of PRO LOGIC II MUSIC surroundfunctie (zie bladzijde 31) kiezen.
8
Uitschakelen van de stroom
(naar standby)
STANDBY/ON
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
Druk op
STANDBY
STANDBY/ON op het voorpaneel of
STANDBY/ON
VCRSTB TV AUDIO
STANDBY/ON AUDIO op de afstandsbediening.
Het toestel wordt uitgeschakeld en het STANDBY lampje licht op het voorpaneel op.
• Indien u op de toets drukt terwijl de disclade is geopend, zal de disclade automatisch sluiten en vervolgens het toestel worden uitgeschakeld.
• Ook met het toestel uitgeschakeld (“standbyfunctie” genoemd), wordt nog een kleine hoeveelheid stroom gebruikt. Trek de stekker uit het stopcontact om de stroom werkelijk geheel uit te schakelen.
16

Bediening van de tuner

Handmatig afstemmen op zenders
Met het voorpaneel:
1
Druk op FM/AM om de golfband te kiezen.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band wordt nu opgeroepen. De CONTROL toetsen werken nu voor bediening van de tuner.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de FM en AM golfband ingesteld.
ANALOG
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL
Nederlands
(of 5) totdat “<TUNING>” op het display verschijnt.
ANALOG
3
Druk terwijl “<TUNING>” nog op het display wordt getoond op CONTROL 3 (of 2) totdat de gewenste frequentie is gevonden.
ANALOG
• Door een druk op (of ingedrukt houden van) CONTROL 3 wordt de frequentie verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van) CONTROL 2 wordt de frequentie verlaagd.
LR
SPK.
AUTO MUTING
Bijv. : Met de FM-golfband gekozen
LR
LR
SPK. AUTO MUTING
SPK.
TUNED STEREO AUTO MUTING
VOLUME
MHz
CONTROL
VOLUME
CONTROL
VOLUME
MHz
FM/AM
Gebruik van voorkeurzenders
Nadat een zender eenmaal als voorkeurzender voor een kanaalnummer is vastgelegd, kunt u snel op de zender afstemmen. U kunt maximaal 30 FM en 15 AM zenders als voorkeurzenders vastleggen.
7 Vastleggen van de voorkeurzenders
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap 2 indien de instelling werd geannuleerd voordat u klaar bent.
ALLEEN met het voorpaneel:
1
Stem op de zender af die u als voorkeurzender wilt vastleggen (zie “Handmatig afstemmen op zenders”).
• Indien u tevens de FM-ontvangstfunctie voor een FM-zender wilt vastleggen, moet u de gewenste FM-ontvangstfunctie kiezen. Zie “Kiezen van de FM-ontvangstfunctie” op bladzijde 18.
ANALOG
LR
2
Druk op MEMORY.
De positie voor het voorkeurzendernummer knippert ongeveer 5 seconden op het display.
ANALOG
LR
3
Druk op CONTROL 3 (of 2) om een voorkeurzendernummer te kiezen terwijl de positie hiervoor nog knippert.
ANALOG
LR
SPK.
TUNED STEREO AUTO MUTING
Bijv. : Met de FM-golfband gekozen
SPK.
SPK.
TUNED STEREO AUTO MUTING
TUNED STEREO AUTO MUTING
VOLUME
MHz
MEMORY
VOLUME
MHz
CONTROL
VOLUME
MHz
Met de afstandsbediening:
1
Druk op FM/AM.
2
Druk herhaaldelijk op TUNING 9 of ( totdat de gewenste frequentie is gevonden.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van) TUNING 9
wordt de frequentie verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van) TUNING (
wordt de frequentie verlaagd.
Opmerkingen:
Indien u CONTROL 3 (of TUNING 9 op de afstandsbediening) of CONTROL 2 (of TUNING ( op de afstandsbediening) even indrukt en vervolgens loslaat, zoekt het toestel naar zenders en stopt zodra een zender is gevonden die sterk genoeg is.
De TUNED indicator licht op het display op wanneer op een zender met voldoende sterke signalen is afgestemd.
De STEREO indicator licht tevens op wanneer een stereo FM­programma wordt ontvangen.
17
4
Druk nogmaals op MEMORY terwijl
MEMORY
het gekozen nummer op het display knippert.
De zender wordt nu onder dit gekozen voorkeurzendernummer vastgelegd.
• Het gekozen nummer stopt nu te knipperen en de frequentie begint te knipperen.
ANALOG
LR
5
Druk op CONTROL 3 (of 2) om een andere vast
SPK.
TUNED STEREO AUTO MUTING
VOLUME
MHz
te leggen frequentie te kiezen terwijl de frequentie nog op het display knippert.
6
Herhaal stappen 2 t/m 5 voor het vastleggen van andere voorkeurzenders.
Wissen van een vastgelegde voorkeurzender
Door een nieuwe zender op een voorkeurzendernummer vast te leggen, wordt de hiervoor vastgelegde zender gewist.
7 Afstemmen op een voorkeurzender
Met het voorpaneel:
1
Druk op FM/AM om de golfband te kiezen.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band wordt nu opgeroepen. De CONTROL toetsen werken nu voor bediening van de tuner.
ANALOG
LR
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL (of 5) totdat “<PRESET>” op het display verschijnt.
ANALOG
LR
3
Druk terwijl “<PRESET>” nog op het display wordt getoond op CONTROL 3 (of 2) om het gewenste voorkeurzendernummer te kiezen.
ANALOG
LR
• Door een druk op (of ingedrukt houden van) CONTROL 3
wordt het voorkeurzendernummer verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van) CONTROL 2
wordt het voorkeurzendernummer verlaagd.
Met de afstandsbediening:
1
Druk op FM/AM. De laatst ontvangen zender van de gekozen band wordt nu opgeroepen.
De cijfertoetsen werken nu voor bediening van de tuner.
2
Druk op de cijfertoetsen om een voorkeurzendernummer te kiezen.
• Voor zendernummer 5, drukt u op 5.
• Voor zendernummer 15, drukt u op +10 en dan op 5.
• Voor zendernummer 30, drukt u op +10, +10 en dan op 10.
SPK.
AUTO MUTING
Bijv. : Met de FM-golfband gekozen
SPK. TUNED STEREO AUTO MUTING
SPK.
TUNED STEREO AUTO MUTING
MHz
CONTROL
CONTROL
MHz
FM/AM
VOLUME
VOLUME
VOLUME
Kiezen van de FM-ontvangstfunctie
Indien het stereo FM-programma dat u beluistert veel ruis bevat, kunt u de FM-ontvangstfunctie veranderen voor een betere ontvangst van het programma.
• U kunt de FM-ontvangstfunctie tevens voor iedere voorkeurzender vastleggen.
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap
1
indien de instelling werd
geannuleerd voordat u klaar bent.
Met het voorpaneel:
1
Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender herhaaldelijk op
CONTROL
CONTROL (of 5) totdat “<FM MODE>” op het display verschijnt.
ANALOG
LR
2
Druk terwijl “<FM MODE>” nog op het display wordt getoond op
SPK.
TUNED STEREO AUTO MUTING
VOLUME
MHz
CONTROL
CONTROL 3 (of 2) om “MONO” te kiezen.
• Door iedere druk op de toets wordt de FM­ontvangstfunctie afwisselend op “AUTO MUTING*” en “MONO” gesteld.
ANALOG
LR
AUTO MUTING MONO
* “AUTO MUTING” is de fabrieksinstelling. “MONO”
verschijnt indien u de instelling reeds zelf heeft veranderd.
AUTO MUTING : Kies normaliter deze stand.
MONO : Kies deze stand om de ontvangst te
SPK.
TUNED STEREO AUTO MUTING
VOLUME
MHz
Indien een programma stereo wordt uitgezonden, hoort u stereogeluid; indien mono uitgezonden, hoort u het monogeluid. Deze functie is tevens handig voor het onderdrukken van statische ruis tussen zenders. De AUTO MUTING indicator licht op het display op.
verbeteren (maar het stereo-effect gaat verloren). Met deze functie hoort u ruis totdat u op een zender heeft afgestemd. De AUTO MUTING indicator dooft van het display. (De STEREO indicator dooft tevens).
Nederlands
Weer instellen van het stereo-effect
Herhaal stap
1
en kies vervolgens “AUTO MUTING” in stap 2.
Met de afstandsbediening:
1
Druk op FM/AM om de FM-zender te kiezen. De cijfertoetsen werken nu voor bediening van de tuner.
2
Druk op FM MODE.
• Door iedere druk op de toets wordt de FM-ontvangstfunctie afwisselend op “AUTO MUTING” en “MONO” gesteld.
18
Loading...
+ 53 hidden pages