JVC RX-DV31SL User Manual [nl]

For Customer Use:
Enter below the Model No. and Serial No. which are located either on the rear, bottom or side of the cabinet. Retain this information for future reference.
Model No.
Serial No.
RX-DV31 HOME CINEMA DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
HOME CINEMA DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
DVD-AUDIO/VIDEO-HEIMKINO-RECEIVER AMPLI-TUNER HOME CINEMA ET LECTEUR DVD AUDIO/VIDEO DVD-AUDIO/VIDEO-BEDIENINGSCENTRUM VOOR THUISBIOSCOOP
RX-DV31SL
Deutsch
Français
Nederlands

INSTRUCTIONS

BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
LVT1001-004A
[E]
Warnung, Achtung und sonstige Hinweise / Mises en garde, précautions et indications diverses / Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
Achtung — STANDBY/ON Taste!
Um den Strom ganz abzuschalten, muss der Netzstecker gezogen werden. Die STANDBY/ON Taste schaltet die Netzstrom nicht ab. Die Stromzufuhr kann mit der Fernbedienung gesteuert werden.
Attention — Touche STANDBY/ON!
Déconnectez la fiche d’alimentation secteur pour couper l’alimentation complètement. La touche STANDBY/ON, dans n’importe quelle position, ne déconnecte pas le système du secteur. L’alimentation ne peut pas être télécommandée.
Voorzichtig — STANDBY/ON schakelaar!
Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uit het stopkontakt. Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ongeacht de stand van de STANDBY/ON schakelaar. U kunt het apparaat ook met de afstandsbediening aan- en uitschakelen.
ACHTUNG
Zur Verhinderung von elektrischen Schlägen, Brandgefahr, usw:
1. Keine Schrauben lösen oder Abdeckungen enternen und nicht das Gehäuse öffnen.
2. Dieses Gerät weder Regen noch Feuchtigkeit aussetzen.
ATTENTION
Afin d’éviter tout risque d’électrocution, d’incendie, etc.:
1. Ne pas enlever les vis ni les panneaux et ne pas ouvrir le coffret de l’appareil.
2. Ne pas exposer l’appareil à la pluie ni à l’humidité.
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
G-1
ACHTUNG
• Blockieren Sie keine Belüftungsschlitze oder -bohrungen. (Wenn die Belüftungsöffnungen oder -löcher durch eine Zeitung oder ein Tuch etc. blockiert werden, kann die entstehende Hitze nicht abgeführt werden.)
• Stellen Sie keine offenen Flammen, beispielsweise angezündete Kerzen, auf das Gerät.
• Wenn Sie Batterien entsorgen, denken Sie an den Umweltschutz. Batterien müssen entsprechend den geltenden örtlichen Vorschriften oder Gesetzen entsorgt werden.
• Setzen Sie dieses Gerät auf keinen Fall Regen, Feuchtigkeit oder Flüssigkeitsspritzern aus. Es dürfen auch keine mit Flüssigkeit gefüllen Objekte, z. B. Vasen, auf das Gerät gestellt werden.
ATTENTION
• Ne bloquez pas les orifices ou les trous de ventilation. (Si les orifices ou les trous de ventilation sont bloqués par un journal un tissu, etc., la chaleur peut ne pas être évacuée correctement de l’appareil.)
• Ne placez aucune source de flamme nue, telle qu’une bougie, sur l’appareil.
• Lors de la mise au rebut des piles, veuillez prendre en considération les problèmes de l’environnement et suivre strictement les règles et les lois locales sur la mise au rebut des piles.
• N’exposez pas cet appareil à la pluie, à l’humidité, à un égouttement ou à des éclaboussures et ne placez pas des objets remplis de liquide, tels qu’un vase, sur l’appareil.
VOORZICHTIG
• Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit. (Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat worden opgebouwd.)
• Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen, op het apparaat.
• Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met het KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
G-2
Achtung: Angemessene Ventilation
Stellen Sie das Gerät zur Verhütung von elektrischem Schlag und Feuer und zum Schutz gegen Beschädigung wie folgt auf: Vorderseite: Offener Platz ohne Hindernisse. Seiten: Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von den Seiten. Oberseite: Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von der Oberseite. Rückseite: Keine Hindernisse innerhalb 15 cm von der Rückseite. Unterseite: Keine Hindernisse. Auf eine ebene Oberfläche stellen. Zusätzlich die bestmögliche Luftzirkulation wie gezeigt erhalten.
Attention: Ventilation Correcte
Pour éviter les chocs électriques, l’incendie et tout autre dégât. Disposer l’appareil en tenant compte des impératifs suivants Avant: Rien ne doit gêner le dégagement Flancs: Laisser 10 cm de dégagement latéral Dessus: Laisser 10 cm de dégagement supérieur Arrière: Laisser 15 cm de dégagement arrière Dessous: Rien ne doit obstruer par dessous; poser l’appareil sur
Veiller également à ce que l’air circule le mieux possible comme illustré.
Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u bij opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten: Voorkant: Voldoende ruimte vrij houden. Zijkanten: Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden. Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven. Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden. Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak. Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals in de afbeelding aangegeven.
une surface plate.
G-3
Wand oder Hindernisse Mur, ou obstruction Wand of meubilair
Abstand von 15 cm oder mehr Dégagement de 15 cm ou plus Minstens 15 cm tussenruimte
RX-DV31SL
Vorderseite Avant Voorkant
Standhöhe 15 cm oder mehr Hauteur du socle: 15 cm ou plus Standard op minstens 15 cm van de vloer
Boden Plancher Vloer
WICHTIGER HINWEIS FÜR LASER-PRODUKTE / IMPORTANT POUR LES PRODUITS LASER / BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR LASERPRODUKTEN
ANBRINGUNGSORTE FÜR LASER-PRODUKTE / REPRODUCTION DES ETIQUETTES / VERLARING VAN DE LABELS
1 KLASSIFIZIERUNGSHINWEIS BEFINDET SICH AUF DER
AUSSENSIETE
1 ÉTIQUETTE DE CLASSIFICATION, PLACÉE SUR LA SURFACE
EXTÉRIEURE
1 CLASSIFICATIE-ETIKET AAN DE BUITENKANT VAN HET
APPARAAT
1. LASER-PRODUKT DER KLASSE 1
2. ACHTUNG: Sichtbare und unsichtbare Laserstrahlung bei Öffnung und unterlassener oder kaputter Sperre. Vermeiden Sie direkte Strahlung.
3. ACHTUNG: Das Gehäuse nicht öffnen. Das Gerät enthält keinerlei Teile, die vom Benutzer gewartet werden können. Überlassen Sie Wartungsarbeiten bitte qualifizierten Kundendienst-Fachleuten.
1. PRODUIT LASER CLASSE 1
2. ATTENTION: Radiations laser visibles et invisibles lorsque le boîtier de l’appareil est ouvert et que le verrouillage est défaillant ou a été annulé. Eviter une exposition directe au rayon.
3. ATTENTION: Ne pas ouvrir le couvercle du dessus. Il n’y a aucune pièce utilisable à l’intérieur. Laisser à un personnel qualifié le soin de réparer votre appareil.
2 WARNETIKETTE IM GERÄTEINNEREN
2 ETIQUETTE D’AVERTISSEMENT PLACÉE À L’INTERIEUR DE
L’APPAREIL
2 WAARSCHUWINGSLABEL, IN HET APPARAAT
1. KLAS 1 LASERPRODUKT
2. VOORZICHTIG: Zichtbare en onzichtbare laserstraling wanneer geopend en interlock uitgeschakeld of buitenwerking. Vermijd directe blootstelling aan de straal.
3. VOORZICHTIG: De bovenkap niet openen. Binnenin het toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen: laat onderhoud over aan bekwaam vakpersoneel.
G-4

Alvorens te installeren

Voorzorgen
Algemene voorzorgen
• Steek GEEN metalen voorwerpen in het toestel.
• Demonteer het toestel NIET en verwijder GEEN schroeven, afdekkingen of de behuizing.
• Stel het toestel NIET aan regen of vocht bloot.
Plaats
• Kies een plaats die vlak, droog en niet aan vocht onderhevig is.
• De temperatuur rond het toestel moet tussen 5˚C en 35˚C
Nederlands
zijn.
• Zorg dat er een goede ventilatie rond het toestel is. Het toestel kan oververhitten en worden beschadigd indien de ventilatie rond het toestel niet goed is.
Behandeling van het toestel
• Raak het netsnoer NIET met natte handen aan!
• Gebruik altijd de stekker en trek NIET aan het snoer wanneer u het netsnoer van het stopcontact wilt ontkoppelen.
• Houd het netsnoer uit de buurt van andere snoeren en de antenne. Het netsnoer kan namelijk ruis of storing veroorzaken. Gebruik bij voorkeur een coaxkabel voor het verbinden van de antenne daar dit soort kabels een goede bescherming tegen interferentie bieden.
• In geval van een stroomonderbreking of wanneer de stekker uit het stopcontact is, zullen de door u gemaakte instellingen, bijvoorbeeld de FM of AM voorkeurzenders en geluidsinstellingen, na een paar dagen worden gewist.
Controleren van de bijgeleverde accessoires
Controleer dat u alle hieronder beschreven accessoires heeft. Het aantal van iedere accessoire wordt tussen haakjes aangegeven.
• Afstandsbediening (1)
• Batterijen (2)
• AM-ringantenne (1)
• FM-antenne (1)
Raadpleeg direct de plaats van aankoop indien iets ontbreekt.
• De voor de diverse bedieningen gegeven tijden dienen uitsluitend ter referentie. De werkelijke vereiste tijd is mogelijk anders.
• De volgende markeringen worden in deze gebruiksaanwijzing gebruikt en tonen de bruikbare discs voor de in het betreffende gedeelte uitgelegde bediening. Discs die niet kunnen worden gebruikt, worden halfgrijs afgebeeld.
1

Inhoudsopgave

Namen van onderdelen ................................. 3
Voorpaneel ....................................................................... 3
Afstandsbediening ........................................................... 4
Achterpaneel .................................................................... 5
Starten ...................................................... 6
Aansluiten van de antennes voor AM en FM ................... 6
Aansluiten van de luidsprekers ........................................ 7
Aansluiten van audio-/videocomponenten ....................... 8
7 Meer over aansluitsnoeren en kabels ....................... 8
7 SCART-verbinding ..................................................... 9
7 Digitale verbinding .................................................. 10
7 Aansluiten van een Cassettedeck/CD-recorder ...... 11
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening ........... 11
Basisbediening .......................................... 12
Inschakelen van de stroom ............................................ 12
Kiezen van de af te spelen bron .................................... 12
Instellen van het volume ................................................. 12
7 Luisteren met een hoofdtelefoon ............................. 13
Kiezen van de voorluidsprekers ..................................... 13
Veranderen van de bronnaam ........................................ 13
Tijdelijk dempen van het geluid ..................................... 14
Veranderen van de helderheid van het display ............. 14
Uitschakelen van de stroom met de inslaaptimer .......... 14
Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie ......... 14
7 Handmatig veranderen van de digitale
ingangsfunctie—alleen voor DVD VIDEO ............... 15
Verzwakken van het ingangssignaal .............................. 15
Activeren van TV Direct .................................................. 16
Activeren van de opnamefunctie ................................... 16
Basisbediening voor DVD-speler .................. 17
Bediening van de tuner ............................... 19
Handmatig afstemmen op zenders ................................ 19
Gebruik van voorkeurzenders ........................................ 19
7 Vastleggen van voorkeurzenders ............................ 19
7 Afstemmen op een voorkeurzender ........................ 20
Kiezen van de FM-ontvangstfunctie ............................... 20
Gebruik van RDS (Radio Datasysteem) voor ontvangst
van FM-zenders ........................................................... 21
Opzoeken van een programma met PTY-codes ............ 22
Tijdelijk overschakelen len naar een ander gewenst
radioprogramma .......................................................... 23
Basisinstellingen........................................ 25
Snel instellen van de luidsprekers ................................. 25
In te stellen basisonderdelen ......................................... 26
7 Luidsprekerinformatie .............................................. 27
7 Luidsprekerafstand ................................................. 27
7 Drempelfrequentie ................................................... 28
7 Lage frequentie-effect verzwakker .......................... 28
7 Compressie dynamisch bereik ................................ 28
7 Digitale ingang (DIGITAL IN) aansluitingen ............ 29
7 Automatisch surround ............................................. 29
7 Automatisch functie ................................................. 29
Geluidsinstellingen ..................................... 30
7 Uitgangsbalans van voorluidsprekers ..................... 30
7 Toon ......................................................................... 31
7 Luidsprekeruitgangniveaus ..................................... 31
7 DAP-effectniveau ..................................................... 31
7 Subwoofer audiopositie ........................................... 31
Voor realistische geluidsvelden.................... 32
Activeren van de surroundfunctie .................................. 34
Kiezen van surroundfuncties .......................................... 34
Instellen van de surroundfunctie met gebruik van de
afstandsbediening ....................................................... 35
Bediening van de DVD-speler ....................... 36
Meer over discs .............................................................. 36
Meer over de in-beeldstaaf ............................................ 38
Basisbediening met de in-beeldstaaf ............................ 39
Veranderen van de tijdinformatie ................................... 39
Opzoeken van een gewenste scène met het
discmenu ..................................................................... 40
Kiezen van de camerahoek ........................................... 41
Kiezen van de ondertiteltaal ........................................... 41
Kiezen van de taal voor het geluid ................................. 42
Kiezen van het audiokanaal ........................................... 42
Weergave vanaf een bepaald punt op de disc ............. 43
7 Opzoeken van een gewenste titel/groep ................ 43
7 Opzoeken van een gewenst hoofdstuk/fragment ... 44
7 Opzoeken van een gewenst punt door de tijd in
te voeren .................................................................. 44
Speciale beeldweergave ............................................... 45
7 Stilbeeld en beeld-voor-beeld weergave ................ 45
7 Slow-motion (vertraagde) weergave ....................... 45
7 Kiezen van doorlopen van stilbeelden die op een
DVD AUDIO zijn opgenomen .................................. 45
7 Inzoomen ................................................................. 46
7 Weergave van een bonusgroep .............................. 46
Veranderen van de VFP-instelling .................................. 47
Geprogrammeerde weergave ........................................ 48
Willekeurige weergave ................................................... 49
Herhaalde weergave ...................................................... 49
Weergave van MP3 discs ........................... 51
Basisbediening .............................................................. 51
Bediening met het MP3 CONTROL scherm ................... 52
Herhaalde weergave ...................................................... 52
Weergave van JPEG discs .......................... 53
Weergave met dia-show ................................................ 53
Bediening met het JPEG CONTROL scherm ................. 54
Herhaalde weergave ...................................................... 54
Bediening met het keuzemenu ..................... 55
7 Menu voor taalkeuze—LANGUAGE ........................ 57
7 Menu voor beeldinstellingen—PICTURE ................. 57
7 Menu voor audiokeuze—AUDIO ............................. 58
• Taalcodelijst ......................................................... 58
7 Menu voor luidsprekerinstellingen
—SPK. SETTING ..................................................... 59
7 Menu voor overige instellingen—OTHERS .............. 60
Beperken van weergave met het kinderslot
(Parental Lock) ............................................................ 61
7 Instellen van het kinderslot ...................................... 61
7 Veranderen van de instelling van het kinderslot ..... 62
7 Tijdelijk annuleren van het kinderslot ...................... 62
• Codelijst voor landen/gebieden voor
kinderslot .............................................................. 63
Termen voor de DVD-speler......................... 64
Bediening van JVC audio- en
videocomponenten ................................. 65
Bediening van audiocomponenten ................................ 65
Bediening van videocomponenten ................................ 66
Bediening van apparatuur van andere
merken ................................................. 67
Veranderen van de reeds vastgelegde
bedieningssignaalcodes ............................................. 67
Onderhoud ................................................ 70
Oplossen van problemen ............................. 71
Technische gegevens .................................. 74
Nederlands
2

Namen van onderdelen

Voorpaneel
INPUT
ANALOG/DIGITAL
INPUT ATT.
3
SURROUND
ON/OFF
MODE
REC MODE
q w
124 7
STANDBY
STANDBY/ON
SPEAKERS
1
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
Nederlands
DVD AUDIO
2
p
9etyuior
8
1 STANDBY/ON toets en STANDBY lampje (12) 2 Disclade en verlichtingslampje (17) 3 DVD-speler bedieningstoetsen (17, 18)
0 (openen/sluiten), 4 (achterwaarts verspringen), ¢ (voorwaarts verspringen), 7 (stoppen), 3 (afspelen), 8 (pauzeren)
4 Bronkeuzetoetsen en lampjes (12)
• DVD, STB, VCR, TV, TAPE/CDR, FM/AM
5 SOURCE NAME toets (13) 6 TV DIRECT toets (16) 7 MASTER VOLUME regelaar (12, 17) 8 SPEAKERS 1 toets (13)
SPEAKERS 2 toets (13)
5 6
RX-DV31 HOME CINEMA DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
TVVCRSTBDVD
SOURCE NAME
9 DVD AUDIO lampje (17) p INPUT ANALOG/DIGITAL toets (14, 15)
INPUT ATT. (verzwakking) toets (15)
q SURROUND ON/OFF toets (34) w SURROUND MODE toets (34)
REC (opname) MODE toets (16)
e Display
• Zie “Display” hieronder voor details.
r SETTING toets (25, 26) t ADJUST toets (30) y MEMORY toets (19, 25) u CONTROL 5//2/3 toetsen (19, 20, 25, 26, 30)
(hoofdtelefoon) aansluiting (13)
i o Afstandsbedieningssensor (11)
FM/AMTAPE/CDR
TV DIRECT
SETTING ADJUST MEMORY
MASTER VOLUME
CONTROL
SUPER VIDEO
DVD/SUPER VCD/VCD/CD
COMPACT
Display
12
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM INPUT ATT PPCM AUTO
DIGITAL
MPEG-2 AAC
LPCM
SURROUND
LCR
SUBWFR
LS RS
3
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
LFE
0-
1 Ingangsfunctie-indicators (15)
• ANALOG, DIGITAL AUTO
2 Surroundindicators (29, 34)
• AUTO SURROUND, SURROUND
3 Surroundfunctie-indicators (32, 33)
4 SLEEP indicator (14) 5 Weergavefunctie-indicators (48 – 50)
6 RDS indicators (21, 23)
7 Voorluidsprekerindicators (13)
8 INPUT ATT (verzwakking) indicator (15) 9 REC (opname) indicator (16)
PL
, DSP
• PROGRAM, REPEAT 1/A-B, RANDOM
• RDS, TA, NEWS, INFO
SPK 1/2
4
PROGRAM
5
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P. TUNED STEREO AU TO MUTING
!~
6
RDS TA NEWS INFO
@=
0 Geluidssignaalindicators (15)
DIGITAL
• PPCM,
(Dolby Digital), (DTS Digital
Surround), LPCM
- Signaal- en luidsprekerindicators (34)
• L, C , R, SUBWFR (Subwoofer), LFE (Lage frequentie­effect), LS, S, RS
= Hoofddisplay ~ RESUME indicator (18) ! DVD AUDIO indicators (17)
• B.S.P. (Doorlopen stilbeelden), BONUS
@ Tunerfunctie-indicators (19, 20)
• TUNED, STEREO, AUTO MUTING
# Frequentie-toestelindicators
• kHz (voor AM-zender), MHz (voor FM-zender)
$ Volume-aanduiding % A.POSITION (audiopositie) indicator (31) ^ AUTO MODE indicator (29)
8
7
SPK 1 2 REC AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz VOL
9
%$#
^
3
Afstandsbediening
1
2
3
4 5
6
7
8
9
p
q
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1 TV DIRECT toets (16) 2 TV/VIDEO toets (17, 66, 67) 3 Bronkeuzetoetsen (12)
• DVD, VCR, STB, TV, FM/AM, TAPE, CDR
4 TV VOL (volume) +/– toets (66, 67) 5 CHANNEL +/– toets (66 – 68) 6 Multibedieningstoetsen
4, 3, ¢, 1, 7, 8, ¡
• TUNING 9 en ( toetsen (19)
• FM MODE toets (20)
• MEMORY toets (20)
7 DVD-bedieningstoetsen
• TOP MENU toets (40)
• MENU toets (40)
• ENTER toets
• Cursor 5//3/2 toetsen
• ON SCREEN toets (38, 39) RDS-bedieningstoetsen
• TA/NEWS/INFO toets (23)
• PTY SEARCH toets (22)
• PTY 9 en ( toetsen (22)
• DISPLAY toets (21)
8 CHOICE toets (55, 56)
(standby/aan) toetsen (12, 66 – 69)
9
• AUDIO, VCR, STB, TV
p MUTING toets (14) q VOLUME +/– toets (12, 17)
Nederlands
Voor het openen van de afdekking van de afstandsbediening moet u hier drukken en dan de afdekking omlaag schuiven.
DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
HOME CINEMA
1
4
2
7
5
3
8
6
+10
9
• Zie “Afstandsbediening—achter de klep” op bladzijde 5 voor details aangaande de toetsen achter de afdekking.
4
Namen van onderdelen
Afstandsbedieningachter de klep
1 2
3
4 5
6
7
8
Nederlands
1 SUBTITLE toets (41) 2 AUDIO toets (42) 3 ZOOM toets (46) 4 ANGLE toets (41) 5 REPEAT toets (50, 52, 54)
9 0
-
= ~ !
@ #
$
6 PAGE toets (45) 7 VFP toets (47) 8 Toetsen voor instellen van het geluid (31, 35, 65)
• BASS + en – toetsen
• TREBLE + en – toetsen
• TEST toets
• EFFECT toets
• SUBWFR (subwoofer) + en – toetsen
• CENTER + en – toetsen
• SURR L (surroundlinks) + en – toetsen
• SURR R (surroundrechts) + en – toetsen
9 TITLE/GROUP toets (43, 52, 53) 0 RETURN toets (40)
- Cijfertoetsen
• Voor het kiezen van voorkeurkanalen (20)
• Voor het bedienen van audio-/videocomponenten
(66 – 69)
• TV RETURN toets (66 – 69)
= SLEEP toets (14) ~ DIMMER toets (14) ! ANALOG/DIGITAL INPUT toets (14, 15) @ DECODE toets (15) # AUDIO POSITION toets (31) $ Surroundtoetsen (34)
• SURROUND MODE toets
• SURROUND ON/OFF toets
Achterpaneel
FRONT SPEAKERS
1 2
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2:
816 1 AND 2: 16 32
AV COMPU LINK-
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1 Luidsprekeraansluitingen (7)
• FRONT SPEAKERS 1, FRONT SPEAKERS 2, CENTER SPEAKER, SURROUND SPEAKERS
2 SUB-WOOFER OUT aansluiting (7) 3 DIGITAL IN aansluitingen (10)
• Coaxiaal: DIGITAL 1 (STB)
• Optisch: DIGITAL 2 (TV)
4 DIGITAL OUT aansluiting (10)
DIGITAL 1
AV IN
3
(STB)
21
SURROUND
CENTER
SPEAKERS
SPEAKER
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE
816
LEFT
RIGHT
(REC)
657
TAPE / CDR
OUT
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
AUDIO
RGB Y/C
IN
(PLAY)
89
SUB­WOOFER OUT
VCR
AV IN/OUT
TV
5 Netsnoer 6 AV COMPU LINK-
aansluitingen (voor gebruik in de
toekomst)
7 AUDIO in- en uitgangsaansluitingen (11)
• Ingang: TAPE/CDR IN
• Uitgang: TAPE/CDR OUT
8 RGB-Y/C keuzeschakelaar (9) 9 SCART aansluitingen (9)
• AV IN/OUT (VCR, TV)
• AV IN (STB)
p FM/AM ANTENNA aansluitingen (6)
DIGITAL IN
DIGITAL 2
STB
AM EXT
(TV)
AM LOOP
p
DIGITAL OUT
ANTENNA
PCM/STREAM
FM 75 COAXIAL
4
5

Starten

Aansluiten van de antennes voor AM en FM
Verbind een enkel vinyl­afgedekt draad (niet
AM-ringantenne (bijgeleverd)
bijgeleverd) indien de AM- ontvangst slecht is.
AM LOOP
Verbind een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) indien de FM-ontvangst slecht is.
FM-antenne (bijgeleverd)
Monteer de AM-ringantenne
AM EXT
door de lipjes van de ring in de opening op de houder te drukken.
1
23
1
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2:
816 1 AND 2: 16 32
2
Verbinden van de AM-antenne
Verbind de bijgeleverde AM-ringantenne met de AM LOOP aansluitingen.
1
Verwijder de isolatie indien het draad van de AM­ringantenne met vinyl is bedekt.
2
Druk het klemmetje van de aansluiting (1), omlaag en steek het draad in (2).
3
Laat het klemmetje los.
Draai de ring totdat de ontvangst optimaal is.
• Verbind een enkel vinyl-afgedekt draad (niet bijgeleverd) voor buiten met de AM EXT aansluiting terwijl u gewoon de AM-ringantenne aangesloten houdt.
FM 75
ANTENNA
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE
816
COAXIAL
FM 75
AXIAL
CO
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
Verbinden van de FM-antenne
Verbind de bijgeleverde FM-antenne als tijdelijke oplossing met de FM 75 COAXIAL aansluiting. Trek de bijgeleverde FM-antenne in horizontale richting uit.
• Sluit een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) aan indien de ontvangst slecht is. Ontkoppel de bijgeleverde FM-antenne alvorens een 75 antenne met coaxstekker (IEC of DIN
45325) aan te sluiten.
Opmerking:
• Zorg dat de antennegeleiders geen contact met andere
aansluitingen, aansluitsnoeren en netsnoeren maken. De ontvangst wordt anders namelijk mogelijk gestoord.
Nederlands
6
Starten
Aansluiten van de luidsprekers
U kunt de volgende luidsprekers met dit toestel verbinden:
• twee paar voorluidsprekers – FRONT SPEAKERS 1 aansluitingen – FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen
• één paar surroundluidsprekers
• één middenluidspreker
• één subwoofer
Aansluitdiagram
LET OP:
Gebruik luidsprekers met de impedantie die bij de
luidsprekeraansluitingen is aangegeven—SPEAKER IMPEDANCE.
Sluit NIET meer dan één luidspreker op één
luidsprekeraansluiting aan.
1
Nederlands
2
2
1
Åı
FRONT SPEAKERS
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2:
816 1 AND 2: 16 32
1 2
3
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2:
816 1 AND 2: 16 32
Aansluiten van de luidsprekersnoeren
Voor iedere luidspreker moet u de (+) en (–) aansluitingen op het achterpaneel verbinden met de respectievelijk (+) en (–) gemarkeerde aansluitingen op de luidsprekers.
1
Verwijder de isolatie van het eind van ieder luidsprekersnoer (niet bijgeleverd) en draai de draadkernen ineen.
2
Druk het klemmetje van de luidsprekeraansluiting omlaag (1), en steek het luidsprekersnoer in (2).
3
Laat het klemmetje los.
Meer over de luidsprekerimpedantie
De vereiste luidsprekerimpedantie voor de voorluidsprekers verschilt afhankelijk of u zowel de FRONT SPEAKERS 1 als FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen gebruikt of slechts één paar luidsprekers aansluit.
• Indien u slechts één paar voorluidsprekers aansluit, dient de impedantie van de voorluidsprekers 8 – 16 te zijn.
• Indien u twee paar voorluidsprekers aansluit, dient de impedantie van de voorluidsprekers 16 – 32 te zijn.
7
SURROUND
CENTER
SPEAKERS
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE
816
SPEAKER
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
SUB­WOOFER OUT
ÇÎ ÏÌ Ó
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE
816
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
Aansluiten van een subwoofer
Door een subwoofer aan te sluiten, kunt u de weergave van de lage tonen versterken en de oorspronkelijke LFE (lage frequentie-effect) signalen van digitale software reproduceren. Verbind de ingangsaansluiting van een subwoofer met eigen circuit middels een snoer met RCA tulpstekkers (niet bijgeleverd) met de SUB-WOOFER OUT aansluiting op het achterpaneel.
• Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de subwoofer.
Opmerking:
U kunt de subwoofer op iedere gewenste plaats installeren daar de lage tonen niet-richtinggevoelig zijn. Plaats echter normaliter recht voor de luisterpositie.
Voor een optimaal geluid met dit toestel dient u alle luidsprekers, uitgezonderd de subwoofer, op een gelijke afstand tot de luisterpositie te plaatsen waarbij de voorkant van iedere luidspreker naar de luisteraar is gericht. Verander vervolgens de instellingen voor de subwoofer en luidsprekers al naar gelang de condities van de kamer en dergelijke (zie bladzijden 26 – 28).
• U kunt de vereiste instellingen voor de luidsprekers snel in overeenstemming met het aantal aangesloten luidsprekers maken. Zie “Snel instellen van de luidsprekers” op bladzijde 25.
Subwoofer met eigen circuit (voorbeeld)
Å Naar rechter-voorluidspreker 1 ı Naar linker-voorluidspreker 1 Ç Naar rechter-voorluidspreker 2 Î Naar linker-voorluidspreker 2Naar middenluidspreker Ï Naar rechter-
surroundluidspreker
Ì Naar linker-surroundluidspreker Ó Naar ingangsaansluiting van
subwoofer
Aansluiten van audio-/videocomponenten
7 Meer over aansluitsnoeren en kabels
Voor SCART-verbindingen
Bij dit toestel wordt geen SCART-kabel geleverd. Gebruik de bij de andere componenten geleverde kabels of koop de vereiste kabels in een winkel.
SCART-kabel (niet bijgeleverd)
Voor audio-verbindingen
Verbind de externe componenten middens de audiosnoeren met dit toestel. Gebruik de bij de andere componenten geleverde snoeren of kabels of koop de vereiste snoeren in een winkel.
Voor een analoge decoder
Voor het bekijken of opnemen van gecodeerde programma’s met uw videorecorder, moet u de analoge decoder met uw videorecorder verbinden en het gecodeerde kanaal met uw videorecorder kiezen. Verbind de decoder met uw TV indien uw videorecorder geen geschikte aansluiting voor de decoder heeft. Zie tevens de bij deze componenten geleverde gebruiksaanwijzingen.
Voor opname van beelden van STB
Indien een STB en videorecorder direct middels een SCART-kabel zijn verbonden, kunt u de beelden van de STB op de videorecorder opnemen zonder gebruik van de menuschermen van STB. Zie tevens de bij de STB geleverde gebruiksaanwijzing voor details.
Voor digitaal geluid
Voor weergave van digitaal geluid moet u zowel de SCART-kabel aansluiten als de digitale verbinding maken (zie bladzijde 10).
Nederlands
Digitaal coaxsnoer (niet bijgeleverd)
A
B
Optisch digitaal snoer (niet bijgeleverd)
Audiosnoer (niet bijgeleverd)
C
Wit
Rood
Opmerkingen voor een digitale verbinding
Bij het verlaten van de fabriek zijn de DIGITAL IN aansluitingen ingesteld voor het gebruik met de volgende componenten:
DIGITAL 1 (coaxiaal): Voor STBDIGITAL 2 (optisch): Voor TV
Indien u een CD-recorder aansluit, moet u de digitale
ingangsaansluiting (DIGITAL IN) instelling veranderen (zie Digitale ingang (DIGITAL IN) aansluitingen op bladzijde 29) en tevens de juiste bronnaam instellen (zie “Veranderen van de bronnaam op bladzijde 13).
Kies de juiste digitale ingangsfunctie (zie Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie op bladzijde 14).
De geluidsweergave via dit toestel wordt mogelijk vervormd indien u een geluidseffecttoestel, bijvoorbeeld een grafische equalizer, tussen de broncomponenten en dit toestel aansluit.
8
Starten
Schakel alle componenten en dit toestel uit alvorens aan te sluiten.
• De afbeeldingen van de in- en uitgangsaansluitingen zijn standaardvoorbeelden. Zie daarom tevens de gebruiksaanwijzingen van andere aan te sluiten componenten daar de werkelijke namen van de aansluitingen op het achterpaneel mogelijk anders zijn.
7 SCART-verbinding
Sluit NIET een TV via een videorecorder of een TV met ingebouwde videorecorder aan. Het beeld wordt anders mogelijk vervormd.
Videorecorder
Nederlands
STB (Set Top Box)
RGB-Y/C
VCR
AV IN/OUT
AV IN
STB
keuze­schakelaar
RGB
Y/C
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2:
816 1 AND 2: 16 32
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE
816
TV
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
Instellen van de RGB-Y/C keuzeschakelaar
Druk de RGB-Y/C keuzeschakelaar in de vereiste stand terwijl het toestel is
RGB Y/C
uitgeschakeld:
• Indien de TV compatibel met het RGB-signaal is, druk naar “RGB”.
• Indien de TV compatibel met het S-videosignaal is, druk naar “Y/C”.
• Indien de TV uitsluitend compatibel is met het composiet videosignaal, druk naar “RGB”.
TV
Opmerking:
Indien u de RGB-Y/C keuzeschakelaar in een andere stand drukt terwijl het toestel is ingeschakeld, zal de nieuwe instelling pas effectief zijn nadat u het toestel een keer heeft uitgeschakeld.
9
Specificaties SCART-aansluiting
TV VCR STB
AUDIO L/R 䡬䡬 䡬
IN
VIDEO S-video 䡬䡬
AUDIO L/R *1 *1
OUT
VIDEO S-video *2
T-V LINK *3 *3 *3
Composiet 䡬䡬 䡬
RGB 䡬䡬
Composiet *1*2 *1*2
RGB *2
*1 De signalen die via een SCART-aansluiting worden
ontvangen, kunnen niet via dezelfde SCART-aansluiting worden uitgestuurd.
*
2 Het videoformaat van de video-uitgangssignalen is
hetzelfde als het formaat van de video­ingangssignalen. Indien bijvoorbeeld S-videosignalen door dit toestel worden ontvangen, kunnen uitsluitend S-videosignalen via dit toestel worden uitgestuurd. Zie de bij de videocomponenten geleverde gebruiksaanwijzingen voor details aangaande de instellingen voor de video in- en uitgangssignalen.
*3 De signalen voor de T-V LINK functie worden altijd via
dit toestel gestuurd.
Voor TV en videoformaat
Zie de gebruiksaanwijzing van de TV indien de TV meerdere SCART-aansluitingen heeft, en controleer welke videosignalen voor iedere aansluiting beschikbaar zijn. Sluit vervolgens de SCART-kabel als vereist aan.
Dit toestel kan videosignalen niet naar een ander formaat omzetten (bijvoorbeeld S-video naar composiet). Indien het videosignaal van het ene videocomponent verschilt van het formaat van het andere component (bijvoorbeeld S-video en composiet), wordt het beeld mogelijk niet juist getoond. Zorg in dat geval dat het formaat van de videosignalen van alle videocomponenten hetzelfde is (of S-video of composiet), daar u anders het videosignaal van de TV iedere keer bij het veranderen van bron opnieuw zult moeten instellen.
7 Digitale verbinding
B
DIGITAL IN
DIGITAL 1
(STV)
DIGITAL 2
(TV)
A
Voor T-V LINK
U kunt de T-V LINK functie gebruiken indien een voor T-V LINK geschikte TV en videorecorder middels volledige SCART­kabels met dit toestel zijn verbonden. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de TV en de videorecorder voor details aangaande T-V LINK.
Verbind de SCART-kabel met de EXT-2 aansluiting van uw voor T-V LINK geschikte JVC TV voor gebruik met de T-V LINK functie.
Bepaalde TVs, videorecorders en STBs ondersteunen dit soort datacommunicatie. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van deze componenten voor details.
U kunt een van de volgende componenten
TV
met de DIGITAL IN aansluitingen verbinden.
DIGITAL
OUT
STB (Set Top Box)
Nederlands
DIGITAL
OUT
Verwijder het
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE
816
RIGHT LEFT
T LEFT
beschermdopje alvorens een optisch
CD-recorder
digitaal snoer aan te sluiten.
CD-recorder
DIGITAL
DIGITAL OUT
PCM/STREAM
B
IN
Verbind de CD-recorder voor digitale opname met de DIGITAL OUT aansluiting.
10
Starten
7 Aansluiten van een Cassettedeck/CD-recorder
CAUTION:
SPEAKER
LEFT
IMPEDANCE
816
TAPE / CDR
OUT
(REC)
(PLAY)
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
AUDIO
IN
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2:
816 1 AND 2: 16 32
RIGHT
Nederlands
U kunt nu de stekker van het netsnoer in een stopcontact steken.
LET OP:
Raak het netsnoer niet met natte handen aan.
Trek niet aan het netsnoer zelf om het te ontkoppelen. Houd
de stekker vast voor het ontkoppelen zodat het snoer zelf niet wordt beschadigd.
Wit
Rood
Rood
Wit
Cassettedeck
C
Wit
Rood
Rood
LEFT
RIGHT
INOUT
AUDIO
C
Wit
CD-recorder
Opmerkingen:
Houd het netsnoer uit de buurt van andere aansluitsnoeren en de antennekabels. Het netsnoer kan anders namelijk storing of interferentie veroorzaken.
De voorkeurinstellingen, bijvoorbeeld voorkeurzenders en geluidsinstellingen, worden in de volgende gevallen mogelijk na een paar dagen gewist:
Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt.Wanneer de stroomtoevoer wordt onderbroken.
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening
Voor gebruik van de afstandsbediening moet u eerst de tweeg bijgeleverde batterijen plaatsen.
1
Druk op de afdekking op de achterkant van de afstandsbediening en schuif open.
2
Plaats de batterijen. Zorg dat de polen in de juiste richting wijzen: (+) naar (+) en (–) naar (–).
3
Plaats de deksel weer terug.
Vervang de batterijen indien het bereik van de afstandsbediening kleiner wordt of de afstandsbediening niet meer goed werkt. Gebruik in dat geval twee R6P(SUM-3)/AA(15F) droge cel batterijen.
Opmerking:
De bijgeleverde batterijen dienen uitsluitend voor het in gebruik nemen. Plaats nieuwe batterijen voor normaal gebruik.
LET OP:
Voorkom het lekken of barsten van batterijen en let daarom op het volgende:
Plaats batterijen altijd met de polen in de juiste richting in het
vak van de afstandsbediening: (+) naar (+) en (–) naar (–).
Gebruik uitsluitend het gespecificeerde type batterijen. Batterijen van dezelfde afmetingen hebben namelijk mogelijk een ander voltage.
Vervang altijd beide batterijen tegelijkertijd door nieuwe.
Stel batterijen niet aan hitte of vuur bloot.
Richt de afstandsbediening voor gebruik direct naar de afstandsbedieningssensor op het toestel.
11
Afstandsbedieningssensor

Basisbediening

Inschakelen van de stroom
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel of
AUDIO op de afstandsbediening.
STANDBY/ON
STANDBY
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
Het STANDBY lampje dooft en het verlichtingslampje licht op. De naam van de huidige bron verschijnt op het display.
• Indien de “DVD” de huidige bron is, zal “READING” verschijnen terwijl het toestel het type van de geplaatste disc bepaalt (zie bladzijde 36). – De weergave start automatisch indien u een DVD VIDEO
plaatst.
– “NO DISC” verschijnt op het display indien er geen disc
is geplaatst.
Uitschakelen van de stroom (naar standby)
Druk weer op
AUDIO op de afstandsbediening.
Het verlichtingslampje dooft en het STANDBY lampje licht op.
Opmerking:
Ook met de stroom uitgeschakeld (standby) wordt een kleine hoeveelheid stroom gebruikt. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om de stroom werkelijk geheel uit te schakelen.
STANDBY/ON op het voorpaneel of
Kiezen van de af te spelen bron
Opmerkingen:
Indien u digitale componenten met gebruik van de digitale aansluitingen heeft verbonden (zie bladzijde 10), moet u de instellingen voor de digitale ingangsaansluiting maken (zie “Digitale ingang (DIGITAL IN) aansluitingen op bladzijde 29) en voor de digitale ingangsfunctie (zie Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie op bladzijde 14). De bronnaam en “DIGITAL worden op het display getoond wanneer u de overeenkomende bron kiest.
*
U kunt slechts een van de toetsenTAPE of CDRgebruiken waarvoor de bronnaam is gekozen (zie Veranderen van de bronnaam op bladzijde 13).
Instellen van het volume
Met het voorpaneel
Verhogen van het volume,
draai MASTER VOLUME naar rechts.
Verlagen van het volume,
draai MASTER VOLUME naar links.
Met de afstandsbediening
Verhogen van het volume,
houd VOLUME + ingedrukt.
Verlagen van het volume,
houd VOLUME – ingedrukt.
LET OP:
Stel het volume altijd in de minimale stand alvorens de weergave van een bron te starten. Indien een hoog volume is ingesteld, kan een plotseling hard geluid uw gehoor permanent beschadigen en/of de luidsprekers ruïneren.
MASTER VOLUME
Nederlands
Druk op een van de bronkeuzetoetsen.
Met het voorpaneel
Met de afstandsbediening
DVD Kiest de ingebouwde DVD-speler. STB Kiest de STB. VCR Kiest de videorecorder. TV Kiest de TV-tuner. TAPE/CDR Kiest het cassettedeck of de CD-recorder
(ALLEEN met het voorpaneel).
TAPE* Kiest het cassettedeck (ALLEEN met de
afstandsbediening).
CDR* Kiest de CD-recorder (ALLEEN met de
afstandsbediening).
FM/AM Kiest een FM of AM zender.
Opmerkingen:
Het volume kan vanaf 0 (minimale) tot “50 (maximale) worden ingesteld.
Met DVD als bron gekozen en de TV ingeschakeld, zal de aanduiding van het volumeniveau op de TV worden getoond.
12
Basisbediening
7 Luisteren met een hoofdtelefoon
Verbind een hoofdtelefoon met de (hoofdtelefoon) aansluiting op het voorpaneel.
De ingestelde surroundfunctie wordt hierdoor geannuleerd, de luidsprekers worden uitgeschakeld en de HEADPHONE functie wordt geactiveerd. De SPK 1 en 2 indicators doven van het display.
• Door de hoofdtelefoon te ontkoppelen van de (hoofdtelefoon) aansluiting, wordt de HEADPHONE functie geannuleerd en worden de luidsprekers weer geactiveerd.
HEADPHONE functie
Met gebruik van een hoofdtelefoon worden de volgende signalen, ongeacht de luidsprekerinstellingen, uitgestuurd: – Voor 2-kanaal bronnen, worden de linker- en
rechtervoorsignalen direct via de linker- en rechterhoofdtelefoon weergegeven.
Voor multikanaal bronnen, worden de linker- en
rechtervoorsignalen, midden- en surroundsignalen teruggemengd en vervolgens via de hoofdtelefoon
Nederlands
weergegeven waarbij de elementen van de lage tonen worden behouden.
ALLEEN voor DVD AUDIO: Indien het terugmengen van
signalen door de disc is verboden, worden uitsluitend de signalen van het rechter- en linkervoorkanaal weergegeven.
LET OP:
Verlaag beslist het volume:
Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten, daar een hoog volume zowel de hoofdtelefoon als uw gehoor kan beschadigen.
Alvorens de hoofdtelefoon te ontkoppelen, daar anders later een hoog volume via de luidsprekers kan worden uitgestuurd.
Kiezen van de voorluidsprekers
Met twee paar voorluidsprekers aangesloten, kunt u de gewenste luidsprekers voor weergave kiezen.
Gebruik van beide paren luidsprekers
Druk op SPEAKERS 1 en 2 zodat de SPK 1 en 2 indicators beiden op het display oplichten.
De twee paren luidsprekers niet gebruiken
Druk op SPEAKERS 1 en 2 zodat de SPK 1 en SPK 2 indicators op het display doven.
• De HEADPHONE functie wordt hierdoor geactiveerd (“HEADPHONE” verschijnt op het display).
Opmerkingen:
Indien u een van de surroundfuncties kiest wanneer beide paren voorluidsprekers die met de FRONT SPEAKERS 1 en 2 aansluitingen zijn verbonden in gebruik zijn, worden de met de FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen verbonden voorluidsprekers uitgeschakeld.
Wanneer de surroundfunctie in gebruik is, kunt u uitsluitend één van de paren luidsprekers kiezen die met de FRONT SPEAKERS 1 of 2 aansluitingen zijn verbonden.
Veranderen van de bronnaam
Verander de bronnaam die op het display wordt getoond indien u een CD-recorder met de TAPE/CDR aansluitingen op het achterpaneel heeft verbonden.
ALLEEN met het voorpaneel
Bijv.: Indien u de bronnaam van “TAPE” naar “CDR” wilt
veranderen
1
Druk op TAPE/CDR (SOURCE NAME) om de bron te kiezen.
2
Houd SOURCE NAME (TAPE/CDR) ingedrukt totdat “ASSGN. CDR” op het display verschijnt.
ALLEEN met het voorpaneel
Gebruik van de luidsprekers die met de FRONT SPEAKERS 1 aansluitingen zijn verbonden
Druk op SPEAKERS 1 zodat de SPK 1 indicator op het display oplicht. (Controleer dat de SPK 2 indicator niet op het display is opgelicht).
Gebruik van de luidsprekers die met de FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen zijn verbonden
Druk op SPEAKERS 2 zodat de SPK 2 indicator op het display oplicht. (Controleer dat de SPK 1 indicator niet op het display is opgelicht).
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
ASSGN. CDRASSGN. TAPE
Bronnaam weer naar “TAPE” veranderen
Houd SOURCE NAME (TAPE/CDR) ingedrukt totdat “ASSGN. TAPE” in stap 2 weer op het display verschijnt.
Opmerking:
U kunt de aangesloten componenten ook gebruiken wanneer u de bronnaam niet juist heeft veranderd. De volgende punten zijn echter wat onhandig in dat geval:
– Een onverwachte naam verschijnt voor de bron op het display
indien u op TAPE/CDR (SOURCE NAME) op het voorpaneel drukt.
– De CDR of TAPE toets op de afstandsbediening kan niet voor het
kiezen van de bron worden gebruikt.
– U kunt de digitale ingang (zie bladzijde 29) niet voor de
CD-recorder gebruiken.
13
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
DGTL AUTO ANALOG
Tijdelijk dempen van het geluid
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op MUTING om het geluid te dempen.
“MUTING” verschijnt op het display en het volume wordt uitgeschakeld (de volume-aanduiding dooft).
• Met “DVD” als bron gekozen en de TV ingeschakeld, verschijnt “VOLUME –” op de TV.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
Weer herstellen van het geluid
Druk weer op MUTING.
• Het geluid wordt tevens hersteld door een druk op VOLUME + of – op de afstandsbediening (of het verdraaien van MASTER VOLUME op het voorpaneel).
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz VOL
REC
Controleren of veranderen van de resterende tijd tot de uitschakeltijd
Druk éénmaal op SLEEP.
• De resterende tijd (in minuten) tot de uitschakeltijd wordt even op het display getoond.
Uitschakeltijd nu te veranderen
Druk herhaaldelijk op SLEEP.
Annuleren van de inslaaptimer
Druk herhaaldelijk op SLEEP totdat “SLEEP 0” op het display verschijnt. (De SLEEP indicator dooft).
• De inslaaptimer wordt tevens geannuleerd door het uitschakelen van het toestel.
Opmerking:
Indien zowel de inslaaptimer als de automatische standbyfunctie (zie bladzijde 60) zijn geactiveerd, wordt het toestel uitgeschakeld door de uitschakeltijd die het eerst wordt bereikt.
Nederlands
Kiezen van de analoge of digitale
Veranderen van de helderheid van het display
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op DIMMER om het display te dimmen.
• Door iedere druk op de toets worden het display en het verlichtingslampje afwisselend helder en donker.
Uitschakelen van de stroom met de inslaaptimer
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op SLEEP.
De SLEEP indicator op het display oplicht.
• Door iedere druk op de toets verandert de uitschakeltijd als volgt:
SLEEP indicator
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
10 20 30 60
90 120 150 0 (off)
(terug naar het begin)
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
ingangsfunctie
Indien u digitale broncomponenten zowel digitaal als analoog heeft verbonden (zie bladzijden 9 t/m 11), kunt u de ingangsfunctie kiezen.
• Alvorens de digitale ingangsfunctie te kiezen, moet u de instelling voor de digitale ingangsaansluiting juist hebben geregistreerd (zie “Digitale ingang (DIGITAL IN) aansluitingen” op bladzijde 29).
Opmerking:
U kunt de ingangsfunctie niet veranderen indien DVD als bron is gekozen. Voor de DVD-speler wordt namelijk altijd de digitale ingang gebruikt.
1
Kies een bron (STB, TV of CDR) waarvoor u de ingangsfunctie wilt veranderen.
2
Druk op INPUT ANALOG/DIGITAL (INPUT ATT.) op het voorpaneel of ANALOG/DIGITAL INPUT op de afstandsbediening.
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
De huidige ingangsfunctie op het display verschijnt.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de analoge ingang (“ANALOG”) en de digitale ingang (“DGTL AUTO”) ingesteld.
DIGITAL AUTO indicator
Wanneer de uitschakeltijd wordt bereikt
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld.
VERVOLG OP DE VOLGENDE BLADZIJDE
14
Basisbediening
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
ATT NORMAL ATT ON
DGTL AUTO Kies voor de digitale ingangsfunctie.
De DIGITAL AUTO indicator licht op. Het toestel herkent automatisch het formaat van de binnenkomende signalen en de geluidssignaalindicator voor het herkende signaal (zie hieronder) licht op; of anders licht er geen geluidssignaalindicator op.
ANALOG Kies voor de analoge ingangsfunctie
(fabrieksinstelling uitgezonderd voor de ingebouwde DVD-speler). De ANALOG indicator licht op.
Geluidssignaalindicators op het display
PPCM Licht op wanneer DVD AUDIO Packed PCM
signalen worden ontvangen.
DIGITAL
• Licht op wanneer Dolby Digital signalen worden ontvangen.
Nederlands
• Knippert wanneer “DGTL D.D.” is gekozen voor software die niet met Dolby Digital signalen is gecodeerd.
• Licht op wanneer DTS signalen worden ontvangen.
• Knippert wanneer “DGTL DTS” is gekozen voor software die niet met DTS signalen is gecodeerd.
LPCM Licht op wanneer lineaire PCM signalen worden
ontvangen.
7 Handmatig veranderen van de digitale
ingangsfunctie—alleen voor DVD VIDEO
In de volgende gevallen bij weergave van Dolby Digital of DTS software, kunt u de digitale ingangsfunctie veranderen:
• Geen geluid bij het starten van de weergave.
• Ruis tijdens het zoeken naar of overslaan van hoofdstukken of fragmenten.
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
1
Druk op INPUT ANALOG/DIGITAL (INPUT ATT.) op het voorpaneel of op ANALOG/ DIGITAL INPUT van de afstandsbediening om “DGTL AUTO te kiezen.
DGTL D.D. Kies voor weergave van software die
met Dolby Digital is gecodeerd.
DIGITAL
De
indicator licht op*.
DGTL DTS Kies voor weergave van software die
met DTS is gecodeerd. De indicator licht op*.
* Deze indicators knipperen indien er geen signaal wordt
ontvangen of een signaal van afwijkend formaat wordt weergegeven.
Kunt u tevens de digitale ingangsfunctie veranderen door herhaaldelijk op DECODE op de afstandsbediening te drukken.
Opmerkingen:
Indien met DGTL AUTO de binnenkomende signalen niet kunnen worden herkend, zal er geen geluidssignaalindicator op het display oplichten.
•“DGTL DTS en DGTL D.D.” worden geannuleerd wanneer u het toestel uitschakelt of een andere bron kiest. De digitale ingangsfunctie wordt dan automatisch weer op DGTL AUTO gesteld.
Verzwakken van het ingangssignaal
Indien het ingangsniveau van de analoge bron te hoog is, zal het geluid vervormd klinken. U moet in dat geval het ingangssignaal verzwakken zodat het geluid niet wordt vervormd.
• U moet deze instelling voor iedere analoge bron afzonderlijk maken.
ALLEEN met het voorpaneel
Houd INPUT ATT. (INPUT ANALOG/DIGITAL) ingedrukt totdat de INPUT ATT indicator op het display oplicht.
• Iedere keer bij het indrukken van de toets wordt de functie voor het verzwakken van het ingangssignaal afwisselend geactiveerd (“ATT ON”) en uitgeschakeld (“ATT NORMAL”).
INPUT ATT indicator
2
Druk op CONTROL 3 (of 2) om DGTL D.D.” of “DGTL DTS te kiezen terwijl “DGTL AUTO” nog op het display wordt getoond.
• Door iedere druk op de toets verandert de digitale ingangsfunctie als volgt:
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
15
DGTL AUTO
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
DGTL DTS
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
TA NEWS INFO
DGTL D.D.
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
ATT NORMAL Kies normaliter deze stand
(fabrieksinstelling). Het analoge geluid wordt niet verzwakt.
ATT ON Kies deze stand indien het analoge geluid
REC
wordt vervormd.
Activeren van TV Direct
Activeren van de opnamefunctie
U kunt dit toestel als een DVD-speler en AV-schakelpaneel gebruiken terwijl het toestel niet is ingeschakeld. Met deze functie geactiveerd, worden de beelden en het geluid van de videocomponenten via dit toestel naar de TV gestuurd. U kunt op deze manier de videocomponenten en de TV gebruiken alsof ze direct met elkaar zijn verbonden—TV Direct.
• Deze functie werkt uitsluitend indien de videocomponenten en de TV middels SCART-kabels met dit toestel zijn verbonden.
• Deze functie werkt voor de volgende bronnen—DVD, STB en videorecorder.
• Dit toestel kan automatisch worden in- of uitgeschakeld, en/of automatisch de bron kiezen indien de automatische functie op “AUTO1” of “AUTO2” is gesteld. Zie “Automatisch functie” op bladzijde 29 voor details.
Voer de volgende handelingen uit voor het activeren (of annuleren) van TV Direct:
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
1
Druk op TV DIRECT.
Alle aanduidingen doven (uitgezonderd indien “DVD” als bron is gekozen) en de lampje van de huidige gekozen bron licht vervolgens op.
2
Schakel het videocomponent en de TV in.
3
Druk op een van de bronkeuzetoetsen DVD, STB of VCR.
De lampje van de gekozen bron licht op.
Bijv.: Met “DVD” gekozen.
Voor het annuleren van TV Direct en uitschakelen van het toestel, drukt u op
afstandsbediening). Het toestel wordt uitgeschakeld en het STANDBY lampje licht op.
Voor het annuleren van TV Direct en het inschakelen van het toestel, drukt u op TV DIRECT.
Opmerkingen:
Met TV Direct geactiveerd, kunt u geen geluidseffecten van dit toestel gebruiken en kunnen de met dit toestel verbonden luidsprekers niet voor de weergave worden gebruikt.
ALLEEN voor DVD AUDIO: Bij weergave van een DVD AUDIO die niet met TV Direct kan worden teruggemengd, kunt u uitsluitend het geluid van de linker- en rechtervoorkanalen beluisteren.
U kunt de T-V LINK functie tussen de TV en videorecorder gebruiken wanneer TV Direct is geactiveerd.
STANDBY/ON (of AUDIO op de
Bij weergave van multikanaal bronnen, kunt u met deze opnamefunctie het normale geluid met tevens de surroundelementen opnemen omdat de signalen voor het middenkanaal en de surroundkanalen eerst tot signalen voor de voorkanalen worden teruggemengd.
• Bij weergave van multikanaal software met de opnamefunctie geactiveerd, worden alle signalen teruggemengd en uitsluitend via de voorluidsprekers uitgestuurd.
ALLEEN voor DVD AUDIO: Indien het terugmengen van signalen door de disc is verboden, heeft deze functie geen effect.
ALLEEN met het voorpaneel
Houd REC MODE (SURROUND MODE) ingedrukt totdat RECMODE ON op het display verschijnt.
De REC indicator op het display oplicht.
• Iedere keer bij het indrukken van de toets wordt de opnamefunctie afwisselend geactiveerd (“RECMODE ON”) en uitgeschakeld (“RECMODE OFF”).
REC indicator
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
RECMODE OFF Kies normaliter deze stand
RECMODE ON Kies deze stand voor opname van alle
Bij opname met de videorecorder:
U kunt het beeld zonder de volume-aanduiding op de videocassette opnemen indien de opnamefunctie is geactiveerd.
• Zie bladzijde 60 indien u de iconen voor in­beeldbegeleiding niet wilt opnemen.
• Het keuzemenu (zie bladzijde 55) en de in-beeldstaaf (zie bladzijde 38) worden altijd opgenomen indien ze op de TV wordt getoond.
LET OP:
Wordt het weergegeven geluid mogelijk vervormd wanneer deze opnamefunctie is geactiveerd. U moet in dat geval het volume verlagen totdat het geluid normaal, niet vervormd, klinkt.
Opmerkingen:
Deze opnamefunctie wordt geannuleerd (RECMODE OFF) wanneer u het toestel uitschakelt of een andere bron kiest.
De geluidsinstellingen (zie bladzijden 30 en 31) en de surroundfuncties (zie bladzijden 32 t/m 35) hebben geen effect op de opname.
De volgende toetsen functioneren niet indien de opnamefunctie is geactiveerd (RECMODE ON”):
SETTING en ADJUST op het voorpaneelSURROUND ON/OFF en SURROUND MODE op het voorpaneelToetsen voor instellen van het geluid op de afstandsbediening
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
(fabrieksinstelling). De signalen worden niet teruggemengd.
teruggemengde signalen.
Nederlands
16

Basisbediening voor DVD-speler

Zie bladzijden 36 t/m 50 voor details aangaande de bediening van de DVD-speler.
• U kunt tevens MP3 en JPEG bestanden afspelen. Zie bladzijden 51 t/m 54.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVD­speler functioneert.
Schakel de TV in en kies de juiste video-ingang (zie de gebruiksaanwijzing van uw TV) alvorens dit toestel in te schakelen.
• Bij gebruik van een JVC TV kunt u uw TV door een druk op
van de afstandsbediening inschakelen en de video-
TV ingang kiezen door een druk op TV/VIDEO. (Zie “Bediening van apparatuur van andere merken” op bladzijde 67 indien u geen JVC TV heeft).
• Voor het veranderen van de OSD mededelingen—de informatie op de TV—naar de gewenste taal, zie bladzijden 55 t/m 57.
Nederlands
1
Druk op 0.
ALLEEN met het voorpaneel
Het toestel wordt ingeschakeld en de disclade opent. Het STANDBY lampje dooft en het verlichtingslampje licht op.
• Met reeds een disc geplaatst, wordt door een druk op
3 het toestel ingeschakeld en start de weergave van de geplaatste disc.
2
Plaatsen van een disc.
Plaats een disc juist met het label boven.
RX-DV31 HOME THEATER DVD-AUDIO/VIDEO RECEIVER
E
D
O
M
SURROUND
F
F
/O
N
O
GOED
4
Instellen van het volume.
MASTER VOLUME
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
Zie bladzijde 34 voor het activeren en kiezen van de surroundfunctie.
Meer over de aanduidingen op het display tijdens weergave van een disc
Bij weergave van een disc wordt de volgende informatie op het display getoond:
Bijv.: Bij weergave van een DVD VIDEO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
12
1 Hoofdstuknummer 2 Verstreken weergavetijd
Bijv.: Bij weergave van een DVD AUDIO*
12
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P. TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
34 5
1 B.S.P. (doorlopen stilbeeld) indicator (licht op bij het
tonen van stilbeelden)
2 BONUS indicator (licht op wanneer de disc een
bonusgroep heeft)
3 Groepnummer 4 Fragmentnummer 5 Verstreken weergavetijd
TA NEWS INFO
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
REC
FOUT
3
Druk op 3.
De disclade sluit en het toestel start de weergave van de geplaatste disc.
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
• U kunt de disclade tevens sluiten door een druk op 0
op het voorpaneel.
17
Bijv.: Bij weergave van een audio CD
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
1
TA NEWS INFO
2
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
1 Fragmentnummer 2 Verstreken weergavetijd
* Het DVD AUDIO lampje op het voorpaneel licht op
wanneer een DVD AUDIO is geplaatst.
REC
Stoppen van de weergave
Druk op 7. Het toestel onthoudt het punt waar de weergave wordt gestopt en de RESUME indicator licht op het display op (uitgezonderd wanneer een audio CD is geplaatst). Met de RESUME indicator op het display opgelicht, kunt u de weergave voortzetten vanaf het vastgelegde stoppunt door een druk op 3—Weergavevoortzetting. (zie “Meer over weergavevoortzetting” hier rechts)
Verwijderen van de geplaatste disc
Druk op 0. De disclade opent. Na het verwijderen van de disc, moet u nogmaals op de toets drukken om de disclade te sluiten.
• Wanneer u op AUDIO van de afstandsbediening drukt met de
disclade nog open, zal de disclade automatisch sluiten en het toestel vervolgens worden uitgeschakeld.
STANDBY/ON op het voorpaneel of op
7 Overige bedieningstoetsen voor de DVD-speler
Met het voorpaneel
Met de afstandsbediening
Tijdelijk pauzeren van de weergave
Druk op 8.
• Druk op 3 om de weergave voort te zetten.
Weergavepositie 10 seconden terugzetten (alleen voor DVD VIDEO)
Druk tijdens DVD VIDEO weergave op 3. De weergavepositie wordt ongeveer 10 seconden teruggezet en vanaf daar weer voortgezet.
Versnelde weergave in voor- of achterwaartse richting
• Druk tijdens weergave op ¡ of 1 (ALLEEN met de
afstandsbediening). Door iedere druk op ¡ (of 1), wordt de weergave in voorwaartse (of achterwaartse) richting versneld en verandert de weergavesnelheid als volgt:
Voor DVD VIDEO:
x2 ] x5 ] x10 ] x20 ] x60
Voor DVD AUDIO/VCD/SVCD/CD:
x2 ] x5 ] x10 ] x20
De normale weergave wordt hervat door een druk op 3.
• Houd ¢ of 4 ingedrukt. Door ¢ (of 4), in te drukken, wordt de weergave in voorwaartse richting (of achterwaartse richting) 5 keer versneld. Door ¢ (of 4) verder in te drukken kunt u de weergave 20 keer versnellen.
Laats de toets los om de normale weergave voort te zetten.
Opzoeken van het begin van het hoofdstuk of fragment
Druk op ¢ of 4. Druk op ¢ (of 4) om het begin van het volgende (huidige of voorgaande) hoofdstuk of fragment op te zoeken.
Opzoeken van een hoofdstuk of fragment met gebruik van de cijfertoetsen
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het nummer van het gewenste hoofdstuk of fragment in te voeren.
Bijv.: Kiezen van 3, druk op 3.
Kiezen van 11, druk op +10 en dan op 1. Kiezen van 20, druk op +10 en
dan op 10.
Meer over weergavevoortzetting
Dit toestel onthoudt het stoppunt wanneer u de volgende handelingen uitvoert:
• Een druk op 7 tijdens weergave—Druk op 3 voor
weergavevoortzetting
• Veranderen van de bron—Druk op DVD of 3 voor
weergavevoortzetting
• Uitschakelen van het toestel (met inbegrip van de
inslaaptimer)—Druk op 3 voor weergavevoortzetting
Nadat de weergave werd voortgezet, dooft de RESUME indicator van het display (en wordt het stoppunt gewist). Het toestel wist tevens het stoppunt wanneer u een van de volgende handelingen uitvoert:
• Een druk op 7 (terwijl de RESUME indicator op het
display is opgelicht)
• Kiezen van een fragment door een druk op ¢ of 4
voor video CD en super VCD wanneer de weergave is gestopt
• Kiezen van geprogrammeerde of willekeurige weergave
• Een druk op TOP MENU
• Uitwerpen van de geplaatste disc
• Inschakelen van het toestel door een druk op STANDBY/ON op het voorpaneel of AUDIO op de
afstandsbediening.
U kunt de functie voor weergavevoortzetting ook annuleren (zie “Menu voor overige instellingen—OTHERS” op bladzijde 60).
Nederlands
18

Bediening van de tuner

MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
Handmatig afstemmen op zenders
Met het voorpaneel
1
Druk op FM/AM om de golfband te kiezen.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band wordt nu opgeroepen. De CONTROL toetsen werken nu voor bediening van de tuner.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de FM en AM golfband ingesteld.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL (of 5)
Nederlands
totdat “< TUNING >” op het display verschijnt.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
3
Druk terwijl “< TUNING >” nog op het display wordt getoond op CONTROL 3 (of 2) totdat de gewenste frequentie is gevonden.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
• Door een druk op (of ingedrukt houden van) CONTROL 3 wordt de frequentie verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van) CONTROL 2 wordt de frequentie verlaagd.
L C R
SUBWFR
LS RS
LFE
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRAM
PL
SURROUND
Bijv.: Met de FM-golfband gekozen
PROGRAM
PL
SURROUND
L C R
SUBWFR
LS RS
SURROUND
L C R
SUBWFR
LS RS
LFE
LFE
GROUP TITLE TRACK CHAP.
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
PROGRAM
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
Gebruik van voorkeurzenders
Nadat een zender eenmaal als voorkeurzender voor een kanaalnummer is vastgelegd, kunt u snel op de zender afstemmen. U kunt maximaal 30 FM en 15 AM zenders als voorkeurzenders vastleggen.
7 Vastleggen van voorkeurzenders
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd.
PROGRESSIVE1A-B
PROGRESSIVE1A-B
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
TA NEWS INFO
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz
MHz VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz
MHz VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz
MHz VOL
REC
REC
REC
Start opnieuw vanaf stap 2 indien de instelling werd geannuleerd voordat u klaar bent.
Met het voorpaneel
1
Stem op de zender af die u als voorkeurzender wilt vastleggen (zie Handmatig afstemmen op zenders).
• Indien u tevens de FM-ontvangstfunctie voor een zender wilt vastleggen, moet u de gewenste FM­ontvangstfunctie kiezen. Zie “Kiezen van de FM­ontvangstfunctie” op bladzijde 20.
Bijv.: Met de FM-golfband gekozen
2
Druk op MEMORY.
De positie voor het voorkeurzendernummer knippert ongeveer 5 seconden op het display.
Met de afstandsbediening
1
Druk op FM/AM.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band wordt nu opgeroepen.
2
Druk herhaaldelijk op TUNING 9 of ( totdat de gewenste frequentie is gevonden.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
TUNING 9 wordt de frequentie verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
TUNING ( wordt de frequentie verlaagd.
Opmerkingen:
Indien u CONTROL 3 (of TUNING 9 op de afstandsbediening) of CONTROL 2 (of TUNING ( op de afstandsbediening) even indrukt en vervolgens loslaat, zoekt het toestel naar zenders en stopt zodra een zender is gevonden die sterk genoeg is.
De TUNED indicator licht op het display op wanneer op een zender met voldoende sterke signalen is afgestemd.
De STEREO indicator licht tevens op wanneer een stereo FM­programma wordt ontvangen.
19
3
Druk op CONTROL 3 (of 2) om een voorkeurzendernummer te kiezen terwijl de positie hiervoor nog knippert.
4
Druk nogmaals op MEMORY terwijl het gekozen nummer op het display knippert.
De zender wordt nu onder dit gekozen voorkeurzendernummer vastgelegd.
Het gekozen kanaalnummer stopt te knipperen en
• vervolgens knippert de frequentie ongeveer 5 seconden.
5
Druk op CONTROL 3 (of 2) om een andere vast te leggen frequentie te kiezen terwijl de frequentie nog op het display knippert.
6
Herhaal stappen 2 t/m 5 voor het vastleggen van andere voorkeurzenders.
Wissen van een vastgelegde voorkeurzender
Door een nieuwe zender op een voorkeurzendernummer vast te leggen, wordt de hiervoor vastgelegde zender gewist.
Met de afstandsbediening
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
Na het afstemmen op een zender die u wilt vastleggen,
1
Druk op MEMORY.
De kanaalnummerpositie knippert ongeveer 5 seconden op het display.
2
Druk op de cijfertoetsen om een voorkeurkanaal te kiezen terwijl de kanaalnummerpositie nog knippert.
• Voor kanaalnummer 5, druk op 5.
• Voor kanaalnummer 15, druk op +10 en dan op 5.
• Voor kanaalnummer 30, druk op +10, +10 en dan op 10.
3
Druk nogmaals op MEMORY.
4
Druk op TUNING 9 of ( om een andere vast te leggen zender te kiezen.
5
Herhaal stappen 1 t/m 4 totdat alle gewenste zenders zijn vastgelegd.
7 Afstemmen op een voorkeurzender
Met het voorpaneel
1
Druk op FM/AM om de golfband te kiezen.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band wordt nu opgeroepen. De CONTROL toetsen werken nu voor bediening van de tuner.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
Bijv.: Met de FM-golfband gekozen
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL (of 5)
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz
MHz VOL
REC
totdat “< PRESET >” op het display verschijnt.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
3
Druk terwijl “< PRESET >” nog op het display
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz
MHz VOL
REC
wordt getoond op CONTROL 3 (of 2) om het gewenste voorkeurzendernummer te kiezen.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
CONTROL 3 wordt het voorkeurzendernummer verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
CONTROL 2 wordt het voorkeurzendernummer verlaagd.
Kiezen van de FM-ontvangstfunctie
Indien het stereo FM-programma dat u beluistert veel ruis bevat, kunt u de FM-ontvangstfunctie veranderen voor een betere ontvangst van het programma.
• U kunt de FM-ontvangstfunctie tevens voor iedere voorkeurzender vastleggen.
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd.
1
Start opnieuw vanaf stap geannuleerd voordat u klaar bent.
Met het voorpaneel
1
Druk tijdens het luisteren naar een FM­zender herhaaldelijk op CONTROL (of 5) totdat “< FM MODE >” op het display verschijnt.
2
Druk terwijl “< FM MODE >” nog op het display wordt getoond op CONTROL 3 (of 2) om “MONO” te kiezen.
• Door iedere druk op de toets wordt de FM­ontvangstfunctie afwisselend op “AUTO MUTING” en “MONO” gesteld.
AUTO MUTING Kies normaliter deze stand
MONO Kies deze stand om de ontvangst te
Weer instellen van het stereo-effect
Herhaal stap 1 en kies vervolgens “AUTO MUTING” in stap 2.
indien de instelling werd
(fabrieksinstelling). Indien een programma stereo wordt uitgezonden, hoort u stereogeluid; indien mono uitgezonden, hoort u het monogeluid. Deze functie is tevens handig voor het onderdrukken van statische ruis tussen zenders. De AUTO MUTING indicator licht op het display op.
verbeteren (maar het stereo-effect gaat verloren). Met deze functie hoort u ruis totdat u op een zender heeft afgestemd. De AUTO MUTING indicator dooft van het display. (De STEREO indicator dooft tevens).
Nederlands
Met de afstandsbediening
1
Druk op FM/AM.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band wordt nu opgeroepen. De cijfertoetsen werken nu voor bediening van de tuner.
2
Druk op de cijfertoetsen om een voorkeurzendernummer te kiezen.
• Voor zendernummer 5, drukt u op 5.
• Voor zendernummer 15, drukt u op +10 en dan op 5.
• Voor zendernummer 30, drukt u op +10, +10 en dan op 10.
Met de afstandsbediening
1
Druk op FM/AM om de FM-zender te kiezen.
2
Druk op FM MODE.
• Door iedere druk op de toets wordt de FM­ontvangstfunctie afwisselend op “AUTO MUTING” en “MONO” gesteld.
20
Bediening van de tuner
Gebruik van RDS (Radio Datasysteem) voor ontvangst van FM-zenders
Met gebruik van RDS sturen FM-zenders extra signalen samen met de normale programmasignalen uit. De zenders sturen bijvoorbeeld de zendernaam en tevens informatie over het type programma dat ze uitzenden, bijvoorbeeld sport of muziek. De RDS indicator licht op het display op wanneer u op een FM-zender heeft afgestemd die RDS levert.
RDS indicator
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
Met dit toestel kunt u de volgende RDS-signalen ontvangen:
Nederlands
PS (Program Service—Stationsnaam)
Toont de algemeen bekende zendernamen.
PTY (Program Type—Programmatype)
Toont het programmatype.
RT (Radio Text—Radiotekst)
Toont tekstmededelingen die de zender uitzendt.
Enhanced Other Networks
Zie bladzijde 23.
Opmerkingen:
RDS is niet beschikbaar voor AM uitzendingen.
RDS werkt mogelijk niet juist indien de zender waarop is afgestemd
de RDS-signalen niet juist uitzendt of de signalen te zwak zijn.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz
MHz VOL
7 Wat voor een informatie leveren RDS-
signalen?
U kunt op het display zien welke RDS-signalen door de zender worden uitgestuurd.
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op DISPLAY om te tonen welke RDS-signalen beschikbaar zijn.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding op het display en toont u de volgende informatie:
PS PTY
REC
Frequentie
RT
(normale aanduiding)
PS (Program Service—Stationsnaam)
Tijdens het zoeken verschijnt “PS” en worden de zendernamen getoond. “NO PS” zal verschijnen indien er geen signaal wordt ontvangen.
PTY (Program Type—Programmatype)
Tijdens het zoeken verschijnt “PTY” en vervolgens het type van het programma dat wordt uitgezonden. “NO PTY” zal verschijnen indien er geen signaal wordt ontvangen.
RT (Radio Text—Radiotekst)
Tijdens het zoeken verschijnt “RT” en wordt de tekstmededeling getoond die door de zender wordt uitgezonden. “NO RT” zal verschijnen indien er geen signaal wordt ontvangen.
Frequentie
De zenderfrequentie (geen RDS-service).
7 Bedieningstoetsen
U kunt de volgende toetsen voor RDS gebruiken:
Bij gebruik van de afstandsbediening drukt u op FM/AM om de afstandsbedieningsfunctie voor de tuner te activeren.
Meer over de tekens die op het display worden getoond
Bepaalde speciale tekens of accenten worden mogelijk niet juist op het display getoond bij ontvangst van PS, PTY of RT signalen.
Opmerking:
Indien het zoeken direct stopt, zullen PS, “PTY en RT niet op het display verschijnen.
21
Opzoeken van een programma met
PTY-codes
PTY-codes
Een voordeel van RDS is dat u eenvoudig en snel een bepaald soort programma kunt opzoeken dat door een van de voorkeurzenders (zie bladzijde 19) wordt uitgezonden door de overeenkomende PTY-code in te voeren.
7 Zoeken van een programma met gebruik van
de PTY-codes
Voordat u start, vergeet niet...
• Het zoeken met PTY-codes werkt uitsluitend voor de voorkeurzenders.
• Druk tijdens het zoeken op PTY SEARCH om het zoeken voortijdig te stoppen.
• De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap 1 indien de instelling werd geannuleerd voordat u klaar bent.
ALLEEN met de afstandsbediening
1
Druk tijdens het luisteren naar een FM­zender op PTY SEARCH.
“PTY SELECT” knippert op het display.
2
Druk terwijl “PTY SELECT” knippert op PTY 9 of PTY ( totdat de gewenste PTY-code op het display verschijnt.
• Zie “Beschrijving van PTY-codes” op bladzijde 24 voor details.
3
Druk weer op PTY SEARCH terwijl de in de vorige stap gekozen PTY-code nog steeds op het display wordt getoond.
Tijdens het zoeken worden “SEARCH” en de gekozen PTY-code afwisselend op het display getoond. Het toestel zoekt de 30 FM-voorkeurzenders af en stopt zodra een zender is gevonden die een programma van het gekozen type uitzendt.
Alarm !
TEST
Document
Folk M (Muziek)
Oldies
Nation M (Muziek)
Country
Jazz
Leisure
Travel
Phone In
Religion
Social
Children
Finance
None
Educate (Onderwijs)
Rock M (Muziek)
Easy M (Muziek)
Light M (Muziek)
Other M (Muziek)
Weather
News
Affairs
Info (Informatie)
Sport
Drama
Culture
Science
Varied
Pop M (Muziek)
Classics
Nederlands
Nadat een zender is gevonden verder zoeken
Druk nogmaals op PTY SEARCH terwijl de aanduidingen nog op het display knipperen.
“NOT FOUND” wordt getoond indien er geen geschikt programma is gevonden.
22
Bediening van de tuner
Tijdelijk overschakelen len naar een ander gewenst radioprogramma
Een andere handige functie met RDS is het zogenaamde “Enhanced Other Networks”. Met deze functie kunt u tijdelijk naar een ander gewenst radioprogramma (TA, NEWS en/of INFO) van een andere zender overschakelen. Het overschakelen is echter niet mogelijk in de volgende gevallen:
• Bij het luisteren naar niet-RDS Networks—alle AM zenders, bepaalde FM-zenders en andere bronnen.
• Indien het toestel standby of in TV Direct is geschakeld.
Voordat u start, vergeet niet...
De Enhanced Other Networks functie kan uitsluitend voor FM voorkeurzenders worden gebruikt.
ALLEEN met de afstandsbediening
Nederlands
Druk herhaaldelijk op TA/NEWS/INFO totdat het gewenste programmatype op het display verschijnt.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding op het display als volgt:
TA
Geen
NEWS
INFO
TA/NEWS
TA/NEWS/INFO
TA/INFO
NEWS/INFO
Stoppen van het programma dat door Enhanced Other Networks werd gekozen
Druk herhaaldelijk nogmaals op TA/NEWS/INFO zodat de indicator van het programmatype (TA/NEWS/INFO) van het display dooft. De Enhanced Other Networks standbyfunctie wordt uitgeschakeld en het toestel stemt op de hiervoor gekozen zender af.
Indien een noodbericht (Alarm ! signaal) door een FM-zender wordt uitgezonden
Het toestel stemt behalve in de volgende gevallen automatisch op de betreffende zender af:
• Bij het luisteren naar niet-RDS Networks—alle AM zenders, bepaalde FM-zenders en andere bronnen.
• Indien het toestel standby of in TV Direct is geschakeld.
Tijdens ontvangst van een noodbericht verschijnt “Alarm !” op het display.
Het TEST signaal dient voor het testen––en controleert of het Alarm ! signaal goed kan worden ontvangen
Het TEST signaal laat het toestel op dezelfde manier werken als het Alarm ! signaal. Bij ontvangst van een TEST signaal schakelt het toestel automatisch over naar de zender die het TEST signaal uitzendt. Tijdens ontvangst van het TEST signaal verschijnt “TEST” op het display.
TA Verkeersinformatie in uw regio.
NEWS Nieuws.
INFO Programma’s die informatie en advies in de
breedste zin van het woord geven.
Werking van de Enhanced Other Networks functie
Indien de zender waarop is afgestemd een uitzending van het door u gekozen programmatype start
Het toestel blijft op deze zender afgestemd, maar de indicator van de ontvangen PTY-code begint te knipperen.
Na het programma stopt de indicator van de ontvangen PTY-code te knipperen en blijft opgelicht, maar het toestel blijft in de Enhanced Other Networks standbyfunctie geschakeld.
Indien een andere FM-zender van hetzelfde netwerk een uitzending van het door u gekozen programmatype start tijdens het luisteren naar een FM-zender
Het toestel schakelt automatisch naar deze andere zender over. De indicator van de ontvangen PTY-code begint te knipperen.
Opmerkingen:
Sommige FM-stations zenden Enhanced Other Networks-gegevens uit waar deze toestel niet mee overweg kan.
Enhanced Other Networks functioneert niet met bepaalde RDS FM-zenders.
Als u naar een programma luistert waarop door de functie Enhanced Other Networks is afgestemd, blijft de eenheid dat station ontvangen, ook als een ander station een programma met dezelfde Enhanced Other Networks-gegevens gaat uitzenden.
U kunt uitsluitend de TA/NEWS/INFO en DISPLAY toetsen gebruiken tijdens het luisteren naar een programma dat door de Enhanced Other Networks functie werd gekozen.
De Enhanced Other Networks functie werkt uitsluitend tijdens ontvangst van FM-zenders die de Enhanced Other Networks code hebben.
LET OP:
Als de eenheid steeds heen en weer schakelt tussen het station waarop de eenheid staat afgestemd en het station waarop de functie Enhanced Other Networks wil afstemmen, is het raadzaam om herhaaldelijk op de toets TA/NEWS/INFO te drukken zodat de functie Enhanced Other Networks wordt uitgeschakeld. Als u niet op de toets drukt, wordt uiteindelijk het station weer ontvangen waarop de ontvanger op dat moment al was afgestemd en de knipperende vermelding van het Enhanced Other Networks-gegevenstype verdwijnt weer van de display.
Na het programma schakelt het toestel terug op de zender waarop hiervoor was afgestemd, maar blijft de Enhanced Other Networks functie standby geschakeld. De indicator van de ontvangen PTY-code stopt te knipperen en blijft opgelicht.
23
Beschrijving van PTY-codes:
News: Nieuws.
Affairs: Programma’s met een thema waarin dieper op
het nieuws wordt ingegaan—debat of analyse.
Info: Programma’s die in een brede zin meer
informatie en advies geven.
Sport: Programma’s over sport en sportwedstrijden.
Educate: Educatieve programma’s.
Drama: Radiohoorspelen en series.
Culture: Programma’s over nationale of regionale
cultuur, met inbegrip van taal, theater, enz.
Science: Programma’s over natuurwetenschappen en
techniek.
Varied: Voornamelijk praat-programma’s, bijvoorbeeld
quizzen, spelletjes en interviews met beroemdheden.
Pop M: Commerciële, hedendaagse muziek.
Rock M: Rockmuziek.
Easy M: Huidige muziek die ookwel “easy listening”
wordt genoemd.
Light M: Lichte instrumentale muziek, zang of
koormuziek.
Classics: Uitvoeringen van orkesten, symfonieën,
kamermuziek, enz.
Other M: Muziek die niet bij een van de andere
categorieën hoort.
Weather: Weerberichten.
Finance: Verslagen van de beurs, handel en commercie.
Children: Programma’s voor kinderen.
Social: Programma’s over sociologie, geschiedenis,
geografie, psychologie en sociale vraagstukken.
Religion: Religieuze programma’s.
Phone In: Luisteraars die hun mening via de telefoon of
forums duidelijk maken.
Travel: Reisinformatie.
Leisure: Programma’s over recreatie en activiteiten.
Jazz: Jazzmuziek.
Country: Programma’s met muziek van oorspronkelijk
het zuiden van Amerika.
Nation M: Huidige populaire, nationale of regionale
muziek in de taal van het land.
Oldies: Muziek uit de “golden age”, oftewel “gouwe
ouwe”.
Folk M: Muziek die uit een bepaalde cultuur komt.
Document: Programma’s die dieper op gebeurtenissen
ingaan of bepaalde feiten verder onderzoeken.
TEST: Uitzendingen voor het testen van
noodberichten of het toestel.
Alarm !: Noodberichten.
None: Geen programmatype, ongedefinieerd
programma of programma’s die niet gemakkelijk in een van de andere groepen passen.
De inhoud van programma’s met een bepaalde PTY- code kan met sommige FM-zenders afwijken van de hierboven gegeven beschrijving.
Nederlands
24

Basisinstellingen

MPEG-2AAC
TA NEWS INFOANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
USE NO
MPEG-2AAC
TA NEWS INFOANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
SMALL
MEDIUM
LARGE
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
4 SPEAKERS
3 SPEAKERS5 SPEAKERS
De volgende instellingen moeten worden gemaakt na het aansluiten en plaatsen van uw luidsprekers.
7 Snel instellen van de luidsprekers (zie hieronder) 7 Instellen van basisonderdelen (zie bladzijden 26 t/m 29)
• Luidsprekerinstellingen – Luidsprekerinformatie voor de subwoofer, voor-,
midden- en surroundluidsprekers*
– Luidsprekerafstand voor de voor-, midden- en
surroundluidsprekers* – Drempelfrequentie* – Lage frequentie-effect verzwakker* – Compressie dynamisch bereik*
• Digitale ingang (DIGITAL IN) aansluitingen
• Automatisch surround
• Automatisch functie
*
U kunt deze onderdelen tevens met het keuzemenu (zie bladzijden 55 t/m 60) instellen.
Nederlands
Snel instellen van de luidsprekers
4
Druk op CONTROL 3 (of 2) om het juiste aantal aangesloten luidsprekers te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert het aantal als volgt:
5 SPEAKERS Kies indien de voor-, midden- en
surroundluidsprekers zijn aangesloten (fabrieksinstelling).
4 SPEAKERS Kies indien de voor- en
surroundluidsprekers zijn aangesloten.
3 SPEAKERS Kies indien uitsluitend de voor- en
middenluidsprekers zijn aangesloten.
U kunt het formaat en de afstand voor de aangesloten luidsprekers snel en eenvoudig instellen (Quick Setup).
• Zie “Luidsprekerinformatie” en “Luidsprekerafstand” op bladzijde 27 voor het handmatig instellen van het formaat en de afstand voor de luidsprekers.
ALLEEN met het voorpaneel
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap
1
indien de instelling werd
geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Druk op SETTING.
De CONTROL toetsen werken nu voor het maken van de basisinstellingen. Het hiervoor gekozen in te stellen onderdeel verschijnt op het display. Zie “Configuratie van onderdelen op het display” op bladzijde 26 voor de configuratie van de in te stellen basisonderdelen.
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL (of 5) totdat “QUICK SETUP” op het display verschijnt.
5
Druk op MEMORY.
“ENTER USE OF SUBWOOFER” rolt over het display en vervolgens verschijnt “SUBWFR USE”.
6
Druk op CONTROL 3 (of 2) om te kiezen of u wel of niet een subwoofer heeft aangesloten.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding als volgt:
USE Kies indien u een subwoofer heeft aangesloten
(fabrieksinstelling).
NO Kies indien u geen subwoofer heeft
aangesloten.
7
Druk op MEMORY.
“ENTER ROOM SIZE” rolt over het display en vervolgens verschijnt “SMALL ROOM”.
8
Druk op CONTROL 3 (of 2) om het juiste formaat voor uw luisterruimte te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding als volgt:
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
3
Druk op MEMORY.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
“ENTER THE NUMBER OF SPEAKERS” rolt over het display en vervolgens verschijnt “5 SPEAKERS”.
25
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
Kies het juiste formaat in overeenstemming met de afstand vanaf uw luisterpositie tot de luidsprekers. Zie “Luidsprekerafstand voor ieder kamerformaat” op de volgende bladzijde.
9
Druk op MEMORY om de instelling te voltooien.
“SETUP END” verschijnt even op het display en vervolgens wordt de aanduiding van de bron weer getoond.
• De gemaakte luidsprekerinstellingen worden nu geactiveerd. Zie de beschrijving hieronder voor het geregistreerde formaat en de afstand voor de luidsprekers.
Opmerking:
De instelling wordt niet voltooid indien u stopt voordat de laatste stap van de procedure is uitgevoerd.
Luidsprekerformaat voor ieder
luidsprekerkanaalnummer
Indien u LARGE voor het kamerformaat heeft gekozen
L
C
R
Voor 3,0 m (L, R)
3,0 m
Midden 3,0 m Surround 3,0 m
(LS, RS)
LS
RS
Gekozen waarde Luidsprekerformaat
Aantal Subwoofer Voor L/R Midden Surround L/R luidsprekers in gebruik (L/R) (C) (LS/RS)
3NOLRG SML NO
3 USE SML SML NO
4NOLRG NO SML
4 USE SML NO SML
5NOLRG SML SML
5 USE SML SML SML
• Zie bladzijde 27 voor details aangaande het luidsprekerformaat.
Luidsprekerafstand voor ieder kamerformaat
Indien u SMALL” voor het kamerformaat heeft gekozen
L
LS
R
C
2,4 m
2,1 m
1,5 m
RS
Voor 2,4 m (L, R)
Midden 2,1 m Surround 1,5 m
(LS, RS)
In te stellen basisonderdelen
Na het aansluiten moet u de op bladzijde 25 beschreven basisonderdelen instellen.
7 Bedieningstoetsen
ALLEEN met het voorpaneel
Toets Functie
SETTING Toont de in te stellen onderdelen op het
display.*
CONTROL 5/ Kiest een onderdeel van het display.
Door iedere druk op de toets veranderen de onderdelen (zie “Configuratie van onderdelen op het display” hieronder).
CONTROL 3/2 Instellen van het gekozen onderdeel.
• De aanduidingen doven van het display indien u gedurende ongeveer 5 seconden geen bediening uitvoert.
1
Door herhaaldelijk op SETTING te drukken, verandert de
*
aanduiding tevens.
1
Nederlands
Indien u MEDIUM voor het kamerformaat heeft gekozen
L
C
R
Voor 2,7 m (L, R)
2,7 m
2,4 m
Midden 2,4 m Surround 2,1 m
(LS, RS)
2,1 m
LS
RS
Configuratie van onderdelen op het display
2
*
FRNT SP
(
Voorluid-
spreker
)
FRNT D
(
Afstand voor
CROSS
(
Drempel
DGT
(
Digitaal
MODE
(Automatische functie)
)
)
SUBWFR
(Subwoofer)
SURR SP
(Surroundluidspreker)
SURR D
(Afstand surround)
D.COMP
(
Compressie
dynamisch bereik
QUICK SETUP
(Snel instellen)
)
*2Zie “Snel instellen van de luidsprekers” op bladzijde 25
voor details aangaande “QUICK SETUP”.
CNTR SP
(
Middenluid-
spreker
CNTR D
(
Afstand midden
)
LFE
(
Lage
frequentie-effect
AUTO SR
(
surround
terug naar het begin
(
)
Automatisch
)
)
)
)
26
Basisinstellingen
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
7 Bediening
Bijv.: Instellen van de digitale ingangsaansluitingen
(DIGITAL IN).
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd.
1
Start opnieuw vanaf stap
indien de instelling werd
geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Druk op SETTING.
De CONTROL toetsen werken nu voor het instellen. Het laatst gekozen onderdeel voor het instellen wordt nu op het display getoond.tings.
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL totdat “DGT (Digitaal)” (met de huidige instelling) op het display verschijnt.
Nederlands
3
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
MPEG-2AAC
Druk op CONTROL 3 (of 2) om
DIGITAL
LPCM
SURROUND
L C R
SUBWFR
LS RS
LFE
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
de juiste instelling voor de digital aansluiting te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding als volgt:
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
DGT1STB 2TV DGT1STB2CDR
DGT1TV 2STB
DGT1CDR2STB
(terug naar het begin)
4
Herhaal indien nodig stappen 2 en 3 voor
DGT1TV 2CDR
DGT1CDR 2TV
het instellen van andere onderdelen.
• Zie de beschrijvingen hierna voor details aangaande de diverse onderdelen.
(of 5)
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
Voor voorluidsprekers—“FRNT SP
Voor middenluidspreker—“CNTR SP
Voor surroundluidsprekers—“SURR SP
Kies voor iedere luidspreker een van de volgende instellingen:
REC
LRG (groot) Kies indien het formaat van de in de
luidspreker ingebouwde hoornvormige luidsprekerunit groter dan 12 cm is.
SML (klein) Kies indien het formaat van de in de
luidspreker ingebouwde hoornvormige luidsprekerunit kleiner dan 12 cm is.
NO Kies indien de overeenkomende
luidspreker niet is aangesloten (niet instelbaar voor de voorluidsprekers).
REC
Opmerkingen:
•“LRG (groot)” is de fabrieksinstelling voor de voorluidsprekers,SML (klein) voor de midden- en surroundluidsprekers.
Indien u SML (klein) voor de voorluidsprekers heeft gekozen,
kunt u niet LRG (groot) voor de midden- en surroundluidsprekers kiezen.
7 Luidsprekerafstand
Voor voor-afstand—“FRNT D
7 Luidsprekerinformatie
Voor een optimaal resultaat met de surroundfuncties (zie bladzijden 32 t/m 35) moet u de volgende informatie registreren nadat alle verbindingen zijn gemaakt.
• U hoeft deze instelling niet te maken indien u “Quick Setup” heeft uitgevoerd (zie bladzijde 25).
Voor de subwoofer—“SUBWFR
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
Kies een van de volgende instellingen:
YES Kies indien u een subwoofer heeft aangesloten.
NO Kies indien u geen subwoofer heeft
aangesloten (fabrieksinstelling).
Opmerking:
Met NO voor de subwoofer gekozen, kunt u uitsluitend
27
LRG (groot) voor de voorluidsprekers kiezen.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
Voor midden-afstand—“CNTR D
Voor surround-afstand—“SURR D
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
De afstand vanaf uw luisterplaats tot de luidsprekers is een
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
LCR
LS RS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
LCR
LS RS
PROGRAM
REC
ander belangrijk element voor een optimaal surroundgeluid bij gebruik van de surroundfuncties. U moet de afstand vanaf uw luisterplaats tot de luidsprekers derhalve instellen. Aan de hand van de ingestelde luidsprekerafstand, berekent dit toestel automatisch de vertragingstijd voor het geluid via iedere luidspreker in, zodat het geluid via alle luidsprekers u tegelijkertijd bereikt.
• U hoeft deze instelling niet te maken indien u “Quick Setup” heeft uitgevoerd (zie bladzijde 25).
Stel de afstand vanaf de luisterplaats met stappen van 0,3 m binnen een bereik van 0,3 m t/m 9,0 m in.
Opmerkingen:
•“3.0m” is de fabrieksinstelling.
Indien u NO voor de midden- en surroundluidsprekers heeft
gekozen, kunt u de luidsprekerafstand voor deze midden- en surroundluidsprekers niet instellen.
Kies een van de volgende instellingen:
80Hz Kies indien de hoornvormige luidsprekerunit van
de luidspreker ongeveer 12 cm is.
100Hz Kies indien de hoornvormige luidsprekerunit van
de luidspreker ongeveer 10 cm is (fabrieksinstelling).
120Hz Kies indien de hoornvormige luidsprekerunit
van de luidspreker ongeveer 8 cm is.
Opmerking:
De drempelfrequentie is niet effectief voor de HEADPHONE functie.
7 Lage frequentie-effect verzwakker
LFE
Bijv.: In dit geval, stel FRNT D op “3.3m”,
stel CNTR D op 3.0m en stel SURR D op 2.7m.
Linkervoor
luidspreker
Middenluidspreker
Rechtervoor
luidspreker
Subwoofer
3,3 m
3,0 m
2,7 m
2,4 m
Linkersurround
luidspreker
Rechtersurround
luidspreker
7 Drempelfrequentie
CROSS
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
Kleine luidsprekers kunnen de lage tonen niet efficiënt genoeg reproduceren. Indien u voor een van de luidsprekers een kleine luidspreker gebruikt, stuurt dit toestel automatisch de elementen van de lage tonen voor die kleine luidspreker naar de grote luidsprekers. Voor een juist gebruik van deze functie moet u het niveau voor de drempelfrequentie in overeenstemming met het formaat van de kleine aangesloten luidspreker instellen.
• Deze functie werkt niet indien u “LRG (groot)” voor alle luidsprekers heeft gekozen.
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
Nederlands
Stel het LFE-niveau in indien de lage tonen worden vervormd bij weergave van software die met Dolby Digital of DTS is gecodeerd, zodat het geluid zonder vervorming wordt gereproduceerd.
• Deze functie is uitsluitend effectief indien LFE signalen worden ontvangen.
Kies een van de volgende instellingen:
0dB Kies normaliter deze stand (fabrieksinstelling).
–10dB Kies indien de lage tonen worden vervormd.
7 Compressie dynamisch bereik
D.COMP
U kunt het dynamisch bereik (het verschil tussen het maximale geluid en het minimale geluid, oftewel het verschil tussen “hard” en “zacht”) voor de weergave instellen. De instelling is vooral bijvoorbeeld ’s avonds laat handig voor weergave van surroundgeluid.
• Deze functie is uitsluitend effectief voor weergave van een met Dolby Digital gecodeerde bron.
Kies een van de volgende instellingen:
MID Kies indien u het dynamisch bereik iets wilt
verkleinen (fabrieksinstelling).
MAX Kies indien u het dynamisch bereik maximaal wilt
comprimeren. (Handig voor’s avonds laat).
OFF Kies indien u het surroundgeluid met het volledige
dynamisch bereik wilt weergeven. (Het bereik wordt niet gecomprimeerd).
28
Basisinstellingen
7 Digitale ingang (DIGITAL IN)
aansluitingen
DGT
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
Bij gebruik van de digitale ingangsaansluitingen moet u registreren welke componenten met welke aansluitingen (DIGITAL IN 1/DIGITAL IN 2) zijn verbonden, zodat de juiste bronnaam verschijnt wanneer u de digitale bron kiest.
Maak de juiste instelling voor de digitale ingangsaansluitingen.
• Door iedere druk op CONTROL 3 of 2, verandert het
display als volgt:
Nederlands
1 STB 2 TV 1 STB 2 CDR 1 TV 2 STB 1 TV 2 CDR 1 CDR 2 STB 1 CDR 2 TV
(terug naar het begin)
Opmerkingen:
•“1STB 2TV” is de fabrieksinstelling.
Indien u een CD-recorder met de digitale ingangsaansluiting heeft
verbonden, dient u de bronnaam van “TAPE naar CDR te veranderen. Zie Veranderen van de bronnaam” op bladzijde 13 voor details.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
Opmerkingen:
Deze functie heeft in de volgende gevallen geen effect:Bij weergave van een analoge bron.Indien DGTL D.D.” of DGTL DTS als vastgestelde digitale
ingangsfunctie is gekozen (zie bladzijde 15).
REC
Door een druk op SURROUND ON/OFF met Automatisch surround geactiveerd, zal Automatisch surround tijdelijk voor de ingestelde bron worden uitgeschakeld. Automatisch surround wordt in de volgende gevallen weer geactiveerd:
Nanneer u het toestel uit- en vervolgens weer inschakelt.Nanneer u van bron verandert.Nanneer u de analoge/digitale ingang verandert.Nanneer u AUTO SR weer op ON stelt.
7 Automatisch functie
MODE
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
U kunt dit toestel automatisch inschakelen en de bron automatisch kiezen door het videocomponent in te schakelen dat met dit toestel is verbonden—Automatisch functie.
• Deze functie is uitsluitend effectief indien de videocomponenten en TV middels SCART-kabels met dit toestel zijn verbonden.
• Deze functie is effectief voor de volgende bronnen—DVD, STB en videorecorder.
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
7 Automatisch surround
AUTO SR
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AU TO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
De surroundfunctie wordt automatisch geactiveerd indien de weergave wordt gestart van multikanaal software, bijvoorbeeld Dolby Digital of DTS software, of 2-kanaal matrix bronnen, bijvoorbeeld Dolby Surround. U kunt de surroundfunctie gebruiken door eenvoudigweg de bron (met de digitale ingang voor die bron gekozen) te kiezen—Automatisch surround.
Kies een van de volgende instellingen:
ON De AUTO SURROUND indicator is altijd op het
display opgelicht (fabrieksinstelling).
• Bij weergave van multikanaal signalen wordt een passende surroundfunctie geactiveerd.
• Bij weergave van Dolby Digital 2-kanaal of DTS 2-kanaal software met surroundsignalen, wordt “PLII MOVIE” gekozen.
• Bij weergave van Dolby Digital 2-kanaal of DTS 2-kanaal software zonder surroundsignalen, wordt “STEREO” gekozen.
• Bij weergave van andere signalen wordt er niets veranderd.
OFF Kies indien u Automatisch Surround niet wilt
gebruiken.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
Kies een van de volgende instellingen:
AUTO1 Indien een videocomponent wordt ingeschakeld
terwijl het toestel is ingeschakeld, zal het toestel automatisch het videocomponent als bron kiezen.
AUTO2 • Indien een videocomponent wordt
ingeschakeld – terwijl het toestel is uitgeschakeld, wordt TV
Direct voor het toestel geactiveerd en het videocomponent automatisch als de bron gekozen.
– terwijl het toestel is ingeschakeld of TV
Direct is geactiveerd, kiest het toestel automatisch het videocomponent als de bron.
• Indien een videocomponent is uitgeschakeld – terwijl TV Direct is geactiveerd of het toestel
is ingeschakeld met een van de videocomponenten als bron gekozen, kiest het toestel automatisch het hiervoor gekozen videocomponent als de bron.
MANUAL Kies de bron handmatig (fabrieksinstelling).
• De AUTO MODE indicator licht op indien “AUTO1” of “AUTO2” is gekozen.
Opmerking:
Indien VCR als bron wordt gekozen, werkt “AUTO1 of “AUTO 2 mogelijk niet indien u uitsluitend de videorecorder inschakelt. U moet in dat geval mogelijk de weergave starten zodat de automatische functie wordt geactiveerd.
29

Geluidsinstellingen

U kunt na het maken van de basisinstellingen naar wens diverse instellingen voor het geluid maken.
Instelbare onderdelen:
• Uitgangsbalans van voorluidsprekers*
• Toon*
• Luidsprekeruitgangniveaus*
1
1
1
• DAP-effectniveau
• Subwoofer audiopositie
1
*
U kunt deze onderdelen tevens met gebruik van het keuzemenu instellen (zie bladzijden 55 t/m 60).
Opmerking:
De door u gemaakte instellingen worden afzonderlijk voor iedere bron in het geheugen vastgelegd.
7 Bedieningstoetsen
ALLEEN met het voorpaneel*
Toets Functie
ADJUST Toont de in te stellen onderdelen op het
display.*
CONTROL 5/ Kiest een onderdeel van het display.
Door iedere druk op de toets veranderen de onderdelen (zie “Configuratie van onderdelen op het display” hieronder).
CONTROL 3/2 Instellen van het gekozen onderdeel.
• De aanduidingen doven van het display indien u
gedurende ongeveer 5 seconden geen bediening uitvoert.
2
U kunt de diverse geluidsinstellingen, uitgezonderd de
*
uitgangsbalans van de voorluidsprekers, ook met de afstandsbediening maken.
3
Door herhaaldelijk op ADJUST te drukken, verandert de
*
aanduiding tevens.
2
3
Configuratie van onderdelen op het display
BAL
(Balans)
4
SUBWFR
*
(Subwoofer)
4
SURR R
*
(Surround rechts)
(terug naar het begin)
*4Deze onderdelen verschijnen uitsluitend wanneer voor de
overeenkomende luidsprekers een andere instelling dan “NONE” als luidsprekerformaat is gekozen.
5
“EFFECT” verschijnt uitsluitend indien een van de DAP-
*
functies (zie bladzijden 32 en 33) is geactiveerd.
6
“AUDIO POS” verschijnt uitsluitend indien “YES” of “USE”
*
(zie bladzijden 27 of 59) voor de subwoofer is gekozen.
BASS
CENTER
EFFECT
TREBLE
4
*
SURR L
(Surround links)
5
*
AUDIO POS
(Audiopositie)
4
*
6
*
7 Bediening
Bijv.: Instellen van de uitgangsbalans van de
voorluidsprekers.
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd.
1
Start opnieuw vanaf stap
indien de instelling werd
geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Druk op ADJUST.
De CONTROL toetsen werken nu voor het instellen van het geluid. Het laatst gekozen onderdeel voor het instellen wordt nu op het display getoond.
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL (of 5) totdat “BAL (Balans)” (met de huidige instelling) op het display verschijnt.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
3
Druk op CONTROL 3 (of 2) om de balans
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
van de voorluidsprekers in te stellen.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding als volgt:
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
CENTERR –21 L –21
4
Herhaal indien nodig stappen 2 en 3 voor het instellen van andere onderdelen.
• Zie de beschrijvingen hierna voor details aangaande de diverse onderdelen.
7 Uitgangsbalans van voorluidsprekers
BAL (balance)
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
Indien het geluid dat u via de linker- en rechtervoorluidsprekers hoort niet gelijk is, moet u de uitgangsbalans van de luidsprekers instellen.
Stel de uitgangsbalans juist vanaf uw luisterplaats in binnen het bereik van R (rechts) –21 t/m CENTER (0) of CENTER (0) t/m L (links) –21 (“CENTER” is de fabrieksinstelling).
Opmerking:
Er wordt geen geluid via de rechter-voorluidspreker weergegeven indien u “R –21” heeft gekozen. Met “L –21” gekozen, wordt er geen geluid via de linker-voorluidspreker weergegeven.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
Nederlands
30
Geluidsinstellingen
7 Toon
Voor lage tonen—“BASS
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
Voor hoge tonen—“TREBLE
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
U kunt de lage en hoge tonen als gewenst instellen.
Stel de toon met stappen van 2 binnen het bereik van –10 dB t/m +10 dB in (“0” is de fabrieksinstelling).
7 Luidsprekeruitgangniveaus
Nederlands
Voor subwoofer—“SUBWFR
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
Voor middenluidspreker—“CENTER
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
Voor linker-surroundluidspreker—“SURR L
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
Voor rechter-surroundluidspreker—“SURR R
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
U kunt de luidspreker-uitgangsniveaus voor de geactiveerde luidsprekers instellen.
• U kunt het uitgangsniveau voor de midden- en/of surroundluidsprekers uitsluitend instellen indien een geschikte surroundfunctie is geactiveerd (zie “Relatie tussen surroundfuncties en instelbare onderdelen” op bladzijde 35).
Stel het luidsprekeruitgangsniveau met stappen van 1 binnen het bereik van –10 dB t/m +10 dB in (“0” is de fabrieksinstelling).
7 DAP-effectniveau
EFFECT
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
Met een van de DAP-functies geactiveerd (de DSP indicator op het display oplicht), kunt u het effectniveau instellen. Zie bladzijden 32 en 33 voor details aangaande de DAP­functies.
Stel het effectniveau binnen het bereik van 1 t/m 5 in (“3” is de fabrieksinstelling).
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
7 Subwoofer audiopositie
AUDIO POS (positie)
REC
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
Het lijkt of het geluid van de subwoofer bij stereoweergave wordt versterkt.
REC
Indien dit het geval is, kunt u het subwooferniveau automatisch bij weergave van stereogeluid laten veranderen.
• Zie de beschrijving hier links voor het instellen van het subwooferniveau.
Kies het automatische instelniveau vanaf “0” t/m −6 (met stappen van 2).
Kies “0” (fabrieksinstelling) indien geen verandering vereist is. Door een lager getal wordt het niveau automatisch meer verzwakt bij stereo-weergave.
• De A.POSITION indicator licht op wanneer een andere stand dan “0” voor “AUDIO POS” is ingesteld.
Opmerking:
REC
U knt AUDIO POS niet instellen indien “NO of “NONE (zie bladzijden 27 of 59) voor de subwoofer is gekozen.
Instellen van het geluid met de afstandsbediening
• Druk op BASS + of – om
REC
de lage tonen in te stellen.
• Druk op TREBLE + of – om de hoge tonen in te stellen.
• Voor het instellen van de subwoofer, drukt u op SUBWFR + of –.
REC
• Voor het instellen van de middenluidspreker, drukt u op CENTER + of –.
• Voor het instellen van de linkersurroundluidspreker, drukt u op SURR L + of –.
• Voor het instellen van de rechtersurroundluidspreker,
REC
drukt u op SURR R + of –.
• Voor het instellen van het effectniveau (voor de DAP­functie), drukt u op EFFECT.
• Druk op AUDIO POSITION om de audiopositie voor de subwoofer in te stellen.
Meer over het automatisch geheugen
Dit toestel legt de instellingen voor iedere bron vast:
• wanneer u de stroom uitschakelt (zie bladzijde 12),
• wanneer u van bron verandert (zie bladzijde 12),
• wanneer u de bronnaam verandert (zie bladzijde 13) en
• wanneer u de analoge/digitale ingangsfunctie verandert (zie bladzijde 14).
Wanneer u van bron verandert, worden automatisch de vastgelegde instellingen voor de nieuwe gekozen bron opgeroepen. U kunt de volgende instellingen voor iedere bron vastleggen:
• Analoge/digitale ingangsfunctie (zie bladzijde 14)
REC
• Verzwakking van ingangsniveau (zie bladzijde 15)
• Uitgangsbalans van de voorluidsprekers (zie bladzijde
30)
• Tooninstelling (zie de beschrijving hier links)
• Luidsprekeruitgangsniveau (zie de beschrijving hier links)
• DAP-effectniveau (zie de beschrijving hier links)
• Keuze surroundfunctie (zie bladzijde 34)
Opmerking:
Indien FM of AM als bron is gekozen, kunt u voor iedere golfband afzonderlijke instellingen maken.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
31

Voor realistische geluidsvelden

U kunt de volgende surroundfuncties gebruiken voor weergave met een realistisch geluidsveld: 7 Dolby surround
• Dolby Pro Logic II
7 Digitaal multikanaal surround
• Dolby Digital
• DTS Digital Surround
7 DAP (Digital Acoustic Processor) functies 7 All Channel Stereo
Dolby surround
Dolby Pro Logic II*
Dolby Pro Logic II is een weergaveformaat voor het
decoderen van alle 2-kanaal bronnen—stereobronnen en Dolby surround gecodeerde bronnen—naar 5,1 kanaal. Matrix-gebaseerde codering/decodering voor Dolby Pro Logic II heeft geen limiet voor de drempelfrequentie van de surround hoge tonen voor weergave van stereo surroundgeluid dat vergelijkbaar is met het conventionele Dolby Pro Logic.
U kunt Dolby Pro Logic II niet kiezen bij weergave van een DVD AUDIO.
Dankzij Dolby Pro Logic II kan een ruimtelijk, breed geluid van het oorspronkelijk opgenomen geluid worden weergegeven zonder toevoeging van extra nieuwe geluiden en vervorming van de tonen. Dolby Pro Logic II heeft twee functies—Movie (voor films) en Music (voor muziek):
Pro Logic II Movie (PLII MOVIE)—is uitermate geschikt voor weergave van bronnen die met Dolby Surround zijn gecodeerd en de stereo TV-uitzendingen. U krijgt een geluidsveld dat zeer dicht bij weergave met het gescheiden 5,1 kanaal geluid ligt. Pro Logic II Music (PLII MUSIC)—is geschikt voor reproductie van iedere 2-kanaal stereo muziekbron. U krijgt met deze functie een zeer breed en diep geluid.
PL
• De
indicator licht op het display op indien Dolby Pro
Logic II is geactiveerd.
DOLBY SURROUND
markering hebben, en voor
DTS Digital Surround**
Dit formaat wordt gebruikt voor weergave van multikanaal geluidssporen van software die met DTS Digital Surround
) is gecodeerd.
(
• Voor weergave van software die met DTS Digital Surround is gecodeerd, moet u het broncomponent met de digitale aansluiting op het achterpaneel van dit toestel verbinden. (Zie bladzijde 10).
DTS Digital Surround is een ander gescheiden multikanaal digitaal audioformaat van CD’s, LD’s en DVD software. In vergelijking met Dolby Digital, is de audiocompressie-ratio relatief laag. Hierdoor wordt met het DTS Digital Surroundformaat extra breedte en diepte aan de gereproduceerde geluiden toegevoegd. Het resultaat met DTS Digital Surround is een natuurgetrouw, krachtig en helder geluid.
Opmerking:
Dolby Digital of DTS software kan grofweg in twee groepen worden verdeeldmultikanaal (tot maximaal 5,1 kanalen) en 2-kanaal software. Voor surroundgeluid bij weergave van Dolby Digital 2­kanaal of DTS software kunt u Dolby Pro Logic II gebruiken.
Typische multikanaal (5,1-kanaal) reproductie
Midden-
luidspreker
Linkervoor
luidspreker
Linker-surround
luidspreker
Subwoofer
RX-DV31 HOME CINEMA DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
MASTER VOLUME
FM/AMTAPE/CDR
TVVCRDBSDVD
STANDBY
SOURCE NAME
STANDBY/ON
INPUT
SURROUND
SETTINGADJUST MEMORY
DVD AUDIO
ON/OFF
MODE
ANALOG/DIGITAL
DIGITAL
SURROUND
INPUT ATT. REC MODE
COMPACT
CONTROL
SUPER VIDEO
DVD/SUPER VCD/VCD/CD
Rechter-surround
luidspreker
Rechtervoor
luidspreker
Nederlands
Digitaal multikanaal (5,1 kanaal (surround))
Dolby Digital*
Voor het reproduceren van multikanaal geluidssporen van software die met Dolby Digital (
DIGITAL
• Voor weergave van software die met Dolby Digital is gecodeerd, moet u het broncomponent met de digitale aansluiting op het achterpaneel van dit toestel verbonden. (Zie bladzijde 10).
Met de Dolby Digital 5,1-kanalen coderingsmethode (het zogenaamde gescheiden multikanaal digitale audioformaat) worden signalen voor het linkervoorkanaal, rechtervoorkanaal, middenkanaal, linkersurroundkanaal, rechtersurroundkanaal en LFE-kanaal opgenomen en digitaal gecomprimeerd. Daar ieder kanaal geheel onafhankelijk van de andere kanalen is, wordt interferentie voorkomen en krijgt u een veel betere geluidskwaliteit met sterkere stereo- en surroundeffecten.
*
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. Dolby, “Pro Logic en het dubbel D-symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
) is gecodeerd.
DAP (Digital Acoustic Processor) functies
De DAP-functies zijn ontworpen voor een reproductie met de belangrijke akoestische surroundelementen.
U kunt DAP-functies niet kiezen bij weergave van een DVD AUDIO.
Het geluid dat u bijvoorbeeld in een live club, dancing, grote zaal of paviljoen hoort bestaat uit de directe geluiden en de indirecte geluiden—de vroege reflecties en latere reflecties via de achtermuren. Het directe geluid bereikt het gehoor natuurlijk als eerste, zonder reflectie. De indirecte geluiden worden daarentegen vertraagd via de muren en het plafond naar u toe gestuurd (zie de afbeelding op de volgende bladzijde).
Deze indirecte geluiden zijn belangrijke elementen van de akoestische surroundeffecten. De DAP-functies kunnen een realistisch geluidsveld reproduceren door deze indirecte geluiden aan de weergave toe te voegen.
**
DTS en DTS Digital Surround zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
32
Voor realistische geluidsvelden
De DAP-functies kunnen worden gebruikt wanneer de voor- en surroundluidsprekers op dit toestel zijn aangesloten (ongeacht of de middenluidspreker wel of niet is aangesloten: er wordt geen geluid via de middenluidspreker weergegeven, ookal is deze luidspreker aangesloten).
Met dit toestel heeft u de volgende DAP-functies:
LIVE CLUB Geeft het effect van een live muziekclub
met een laag plafond.
DANCE CLUB Geeft het effect van een dancing met zware
bassen.
HALL Geeft heldere vokalen en het gevoel van
een concertzaal.
PAVILION Geeft het ruimtelijke gevoel van een
paviljoen met hoog plafond.
Deze DAP-functies kunnen worden gebruikt voor het toevoegen van de akoestische surroundeffecten bij het reproduceren van 2-kanaal stereo software, zowel analoog
Nederlands
als Lineair PCM, en geven het gevoel alsof u werkelijk bij de “live-uitvoering” bent.
• De DSP indicator licht op het display op indien een van de DAP-functies is gekozen.
Samenstelling van het geluidsveld
All Channel Stereo
Met de All Channel Stereo-functie krijgt u een groter stereo geluidsveld waarbij alle aangesloten (en ingeschakelde) luidsprekers worden gebruikt.
U kunt All Channel Stereo niet kiezen bij weergave van een DVD AUDIO.
All Channel Stereo kan worden gebruikt wanneer de voor­en surroundluidsprekers op dit toestel zijn aangesloten, ongeacht of de middenluidspreker wel of niet is aangesloten.
Indien de middenluidspreker is aangesloten en geactiveerd worden dezelfde fases van de linker- en rechtervoorsignalen gemengd en via de middenluidspreker weergegeven.
All Channel Stereo kan worden gebruikt bij weergave van 2­kanaal stereo software, zowel analoog als Lineair PCM.
• De DSP indicator licht op het display op indien All Channel Stereo is gekozen.
All Channel Stereo reproductie
Reflecties via achterkant
Vroege reflecties
Normale stereogeluid
Geluid met All Channel
Stereo
Opmerkingen voor DVD AUDIO multikanaal surround
Voor weergave van DVD AUDIO, kunt u Pro Logic II, DAP-functies en All Channel Stereo niet kiezen.
Voor de multikanaal sporen die teruggemengd kunnen worden:
Indien NO” als instelling voor de midden- of surroundluidsprekers is gekozen, wordt het huidige multikanaal spoor teruggemengd tot signalen voor het kanaal voorluidspreker.
Voor de multikanaal sporen die niet teruggemengd kunnen
Directe geluid
Beschikbare surroundfuncties voor de diverse ingangssignalen
Functies Signalen DIGITAL SURROUND MOVIE MUSIC CLUB CLUB ST.
Dolby Digital (Multikanaal)
Dolby Digital (2-kanaal)
Dolby Surround (matrix 2-ch)
DTS Digital Surround 䡬⳯䡬⳯⳯⳯⳯⳯⳯⳯ (Multikanaal)
DTS Digital Surround 䡬⳯⳯ 䡬䡬 ⳯⳯⳯⳯⳯ (2-kanaal)
Lineair PCM 䡬⳯⳯䡬䡬䡬䡬䡬䡬䡬
Analoog 䡬⳯⳯䡬䡬䡬䡬䡬䡬䡬
STEREO
䡬䡬⳯⳯⳯⳯⳯⳯⳯⳯
䡬⳯⳯ 䡬䡬⳯⳯⳯⳯⳯
䡬⳯⳯ 䡬䡬⳯⳯⳯⳯⳯
DOLBY DTS PL II PL II LIVE DANCE
worden:
– Wanneer u probeert tijdens weergave de surroundfunctie uit te
schakelen, zal MULTI CH op het display verschijnen en de surroundfunctie gewoon geactiveerd blijven.
Wanneer u de weergave start zonder de surroundfunctie, zal
LR ONLY op het display worden getoond. U kunt in dat geval
uitsluitend de geluiden van de linker- en rechtervoorkanalen beluisteren.
: Mogelijk : Onmogelijk
HALL PAVILION
ALL CH
33
C
O
C
O
Activeren van de surroundfunctie
Met Automatisch Surround op “OFF” gesteld of bij weergave van andere 2-kanaal software dan Dolby Surround, moet u de surroundfunctie handmatig activeren.
Controleer dat de juiste informatie voor de luidsprekers is ingesteld (zie bladzijden 27 of 59).
• U kunt geen surroundfunctie activeren indien uitsluitend voorluidsprekers zijn aangesloten.
Druk op SURROUND MODE.
• Door iedere druk op de toets verandert de surroundfunctie zoals hieronder wordt afgebeeld.
Met 5 of 4 (uitgezonderd middenluidspreker) luidsprekers aangesloten:
PL
ND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
E
S
PROGRAM
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PLII MOVIE PLII MUSIC
TA NEWS INFODSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
Druk op SURROUND ON/OFF.
De SURROUND indicator op het display oplicht.
Annuleren van de surroundfunctie
Druk nogmaals op SURROUND ON/OFF.
• De surroundfunctie wordt nu uitgeschakeld (“STEREO” verschijnt op het display).
Meer over de SURROUND indicators
• Met Automatisch Surround op “ON” gesteld, licht de AUTO SURROUND indicator altijd op het display op.
• Indien u de surroundfunctie handmatig activeert met Automatisch Surround op “OFF” gesteld, licht de SURROUND indicator op het display op.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP
PPCM AU TO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2 AAC
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2 AAC
SURROUND
L C R
SUBWFR
LS RS
SURROUND
L C R
SUBWFR
LS RS
PL
LFE
PL
LFE
PR
GROUP TITLE TRA
PR
GROUP TITLE TRA
Kiezen van surroundfuncties
Bij weergave van een 2-kanaal bron met de surroundfunctie geactiveerd, kunt u een andere surroundfunctie kiezen. De beschikbare surroundfuncties verschillen afhankelijk van het aantal aangesloten luidsprekers en de bron die u afspeelt.
Controleer dat de juiste informatie voor de luidsprekers is ingesteld (zie bladzijden 27 of 59).
• U kunt de DAP-functies en All Channel Stereo niet gebruiken indien geen surroundluidsprekers zijn aangesloten.
• De luidsprekers die met de FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen zijn verbonden worden uitgeschakeld wanneer u een van de surroundfuncties kiest als beide paren luidsprekers met de FRONT SPEAKERS 1 en 2 aansluitingen zijn verbonden.
LIVE CLUB
DANCE CLUB
HALL PAVILION
ALL CH ST.
(terug naar het begin)
Met 3 (uitgezonderd surroundluidsprekers) luidsprekers aangesloten of wanneer een Dolby Digital met matrix bron wordt afgespeeld:
PROGRAM
DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PL
UND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
R
FE
RS
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
PLII MOVIE PLII MUSIC
Signaal- en luidsprekerindicators op het display
LCR
LFE
LS RSS
Signaalindicators Luidsprekerindicators
LCR
SUBWFR
LS RS
LFE
S
De volgende signaalindicators lichten op—:
L, R: Met de digitale ingang gekozen: Licht op
wanneer signalen overeenkomend met ieder kanaal worden ontvangen.
Met de analoge ingang gekozen: Licht altijd op.
C, LS, RS: Licht op wanneer signalen overeenkomend
met ieder kanaal worden ontvangen.
S: Licht op wanneer signalen voor het mono-
surroundkanaal gecodeerde signaal worden ontvangen.
LFE: Licht op wanneer signalen voor het LFE-
kanaal worden ontvangen.
De luidsprekerindicators lichten als volgt op:
• De subwoofer luidsprekerindicator (
SUBWFR
) licht op wanneer subwoofer op “YES” (zie bladzijde 27) of “USE” (zie bladzijden 25 of 59) is gesteld.
• De overige luidsprekerindicators lichten uitsluitend op wanneer de overeenkomende luidspreker is geactiveerd en tevens voor de huidige weergave vereist is.
Nederlands
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
34
Voor realistische geluidsvelden
Instellen van de surroundfunctie met gebruik van de afstandsbediening
Bij weergave van een bron met de surroundfunctie kunt u de luidsprekeruitgangniveaus voor de surroundfuncties instellen. Na het eenmaal instellen van de surroundfuncties, worden de instellingen voor iedere bron afzonderlijk vastgelegd.
• U kunt tevens de surroundfuncties instellen met gebruik van het keuzemenu (zie bladzijden 58 en 59) of met de toetsen op het voorpaneel (zie bladzijde 31).
1
Kies software die u wilt afspelen en start de weergave.
2
Activeer en kies de surroundfunctie.
• Bij weergave van een 2-kanaal bron kunt u de surroundfunctie kiezen.
3
Nederlands
Stel het luidsprekeruitgangsniveau als volgt in.
• Voor het instellen van de middenluidspreker, drukt u op CENTER +/–.*
• Voor het instellen van de linkersurroundluidspreker, drukt u op SURR L +/–.
• Voor het instellen van de rechtersurroundluidspreker, drukt u op SURR R +/–.
• Voor het instellen van de subwoofer, drukt u op SUBWFR +/–.
• Voor het instellen van het effectniveau, drukt u op EFFECT.**
De naam wordt getoond voor het onderdeel dat wordt ingesteld.
Opmerkingen:
U kunt het luidsprekeruitgangsniveau ALLEEN voor de geactiveerde luidsprekers instellen (de luidsprekerindicators zijn op het display opgelicht).
*
U kunt het uitgangsniveau van de middenluidspreker niet instellen indien een van de DAP-functies is geactiveerd.
**
U kunt het effectniveau uitsluitend instellen indien een van de DAP­functies is geactiveerd.
Met gebruik van de testtoon
1
Druk op TEST.
Het weergavegeluid wordt gedurende het afspelen gestopt. “TEST L” knippert op het display en er wordt een testtoon in de volgende volgorde via alle luidsprekers uitgestuurd:
L AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
CR
LFE
BWFR
S
RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
TEST L TEST C
(Linkervoorluidspreker)
TEST LS
(
Linkersurroundluidspreker
2
Stel het luidsprekeruitgangsniveau als volgt in:
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
(Middenluidspreker)
Rechtersurroundluidspreker
(
)
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
TEST R
(Rechtervoorluidspreker)
TSET RS
)
• Voor het instellen van de middenluidspreker, drukt u op CENTER +/–.
• Voor het instellen van de linkersurroundluidspreker, drukt u op SURR L +/–.
• Voor het instellen van de rechtersurroundluidspreker, drukt u op SURR R +/–.
Opmerkingen:
U kunt de luidsprekeruitgangsniveaus niet instellen voor luidsprekers waarvoor “NO” is ingesteld.
Er wordt geen testtoon uitgestuurd via een luidspreker waarvoor NO is ingesteld.
De testtoon stopt wanneer u op EFFECT of SUBWFR +/– drukt.
3
Druk op TEST om de testtoon te stoppen.
De testtoon stopt.
• De testtoon wordt automatisch gestopt indien u gedurende 1 minuut geen bediening uitvoert.
35
Relatie tussen surroundfuncties en instelbare onderdelen
: Mogelijk : Onmogelijk
Functie
Onderdeel
TEST CENTER SURR L SURR R SUBWOOFER EFFECT
Dolby Digital 䡬䡬 䡬䡬 䡬 ⳯
DTS Digital Surround 䡬䡬 䡬䡬 䡬 ⳯
Dolby Pro Logic II 䡬䡬 䡬䡬 䡬 ⳯
DAP 䡬⳯ 䡬䡬 䡬 䡬
All Channel Stereo 䡬䡬 䡬䡬 䡬 ⳯
Opmerking:
U kunt geen luidsprekers instellen die niet voor de gekozen surroundfunctie worden gebruikt.

Bediening van de DVD-speler

Meer over discs
Afspeelbare discs
Dit toestel is ontworpen voor weergave van de volgende discs: DVD VIDEO, DVD AUDIO, Video CD (VCD)*, Super Video CD (SVCD)*, audio CD*, CD-R en CD-RW.
* In deze gebruiksaanwijzing wordt Video CD voornamelijk
“VCD”, Super Video CD “SVCD” en audio CD “CD” genoemd.
Disctype Markering (Logo)
DVD VIDEO
DVD AUDIO
VCD
SVCD
CD
CD-R
CD-RW
• Met dit toestel kunt u tevens MP3 en JPEG (stilbeelden) bestanden afspelen die op een CD-R en CD-RW zijn opgenomen. Zie “Weergave van MP3 discs” op bladzijden 51 en 52 voor details aangaande MP3, en “Weergave van JPEG discs” op bladzijden 53 en 54 voor JPEG.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
Opmerking aangaande de regiocode
DVD-spelers en DVD VIDEO’s hebben een regiocodenummer. Dit toestel is uitsluitend geschikt voor weergave van DVD VIDEO’s die met het PAL kleursysteem zijn opgenomen en “2” in het regiocodenummer hebben.
Bijv.:
Indien een DVD VIDEO met een verkeerd regiocodenummer is geplaatst, zal “REGION CODE ERROR!” op het display verschijnen en kan de weergave niet worden gestart.
Opmerkingen aangaande CD-R en CD-RW
• Door de gebruiker gemonteerde CD-R’s (Opneembaar) en CD-RW’s (Herschrijfbaar) kunnen uitsluitend worden afgespeeld wanneer ze zijn “afgerond” (“Finalized”).
• Met dit toestel kunt u een CD-R of CD-RW afspelen die met een personal computer is opgenomen, mits ze met het audio CD formaat of MP3 formaat zijn opgenomen. Het toestel is tevens geschikt voor weergave van een CD-R of CD-RW indien er MP3 bestanden of JPEG bestanden op zijn opgenomen. Afhankelijk van de karakteristieken, opnamecondities of beschadiging of vuil op de disc, kunnen ze mogelijk niet worden weergegeven. Vooral de configuratie en karakteristieken van een MP3 disc of JPEG disc worden bepaald door de software die voor het schrijven (coderen) wordt gebruikt en de hardware voor opname. Vanwege de gebruikte software en hardware kunnen de volgende problemen voorkomen: – Bepaalde discs kunnen niet worden afgespeeld. – Bepaalde fragmenten van een MP3 disc worden
overgeslagen en niet normaal afgespeeld.
– Bepaalde bestanden van een JPEG disc worden
mogelijk vervormd weergegeven.
• Lees alvorens een CD-R of CD-RW af te spelen eerst de bij de disc geleverde aanwijzingen of waarschuwingen.
• Het aflezen van een CD-RW duurt mogelijk langer. Dit komt doordat de reflectie van een CD-RW lager is dan in vergelijking met een normale audio CD.
Nederlands
De volgende discs kunnen niet worden afgespeeld:
DVD-ROM, DVD-RAM, DVD-RW, CD-ROM, CD-I (CD-I Ready), Photo CD, enz. Door dit soort discs af te spelen, zal ruis worden gereproduceerd en de luidsprekers mogelijk worden beschadigd.
• De werking met bepaalde DVD VIDEO’s, DVD AUDIO’s, VCD’s of SVCD’s is mogelijk anders dan wat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Dit komt door de manier waarop de disc is geprogrammeerd en de structuur van de disc, en duidt dus niet op een defect van dit toestel.
• U kunt tevens een met het DVD VIDEO formaat opgenomen DVD-R afspelen, maar afhankelijk van de disckarakteristieken of opnamecondities kunnen sommige discs mogelijk niet worden weergegeven.
BELANGRIJK: Controleer de volgende punten alvorens bedieningen uit te voeren…
• Controleer de verbinding met de TV.
• Schakel de TV in en kies de juiste ingang van de TV voor het bekijken van beelden of in-beeldaanduidingen op het TV-scherm.
• Voor discweergave kunt u de basisinstellingen naar uw voorkeur maken. (Zie bladzijden 55 t/m 63).
Indien een toets drukt, is de geplaatste disc niet geschikt voor de bediening die u probeert uit te voeren, of is de vereiste informatie voor deze bediening niet op de disc opgenomen.
OPMERKING: In bepaalde gevallen worden bedieningen,
ook wanneer “
” op het TV-scherm verschijnt wanneer u op
” niet verschijnt, niet geaccepteerd.
36
Bediening van de DVD-speler
7 Discstructuur
Een DVD VIDEO bestaat uit “titels” en iedere titel kan op zijn beurt weer in “hoofdstukken” zijn onderverdeeld. Wanneer een DVD VIDEO bijvoorbeeld meerdere films bevat, krijgt iedere film zijn eigen titelnummer en kan deze titel weer verder in hoofdstukken zijn onderverdeeld. Met een DVD VIDEO Karaoke heeft ieder liedje mogelijk zijn eigen titelnummer en kan verder in hoofdstukken zijn onderverdeeld.
Titel 1
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
Een DVD AUDIO heeft “groepen” en iedere groep is mogelijk onderverdeeld in een aantal “fragmenten”. Bepaalde DVD AUDIO’s hebben tevens een “bonusgroep” die kan worden afgespeeld door de “pincode” (een soort wachtwoord of nummer) in te voeren. Normaliter kan de
Nederlands
inhoud van een “bonusgroep” niet zomaar in het algemeen worden geopend. De meeste DVD AUDIO’s hebben behalve de normale audiodata ook andere informatie, bijvoorbeeld stilbeelden, filmclips en tekst.
Groep 1
Fragment 1
Fragment 2 Fragment 3
Een VCD, SVCD en CD heeft echter nummers of “fragmenten”. Over het algemeen heeft ieder liedje zijn eigen fragment nummer. (Met bepaalde discs wordt ieder fragment mogelijk weer onderverdeeld in indexen. Dit toestel is echter niet geschikt voor de indexfunctie).
Titel 2
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2
Groep 2
Fragment 1 Fragment 2
Op een JPEG disc, is ieder stilbeeld als een bestand opgenomen. Bestanden worden normaliter in een map gegroepeerd. Mappen kunnen tevens andere mappen bevatten met als gevolg een aantal “hiërarchisch” geordende lagen. Dit toestel vereenvoudigt de hiërarchische structuur van een disc en behandelt “mappen” als “groepen”.
• Dit toestel kan maximaal 150 bestanden per groep en maximaal 99 groepen per disc herkennen en afspelen. Bestanden waarvan het nummer 150 overschrijdt en groepnummers hoger dan 99 kunnen niet worden afgespeeld.
Groep 1
Bestand 1
Bestand 2
Groep 3
Groep 2
Groep 4 Groep 5
7 Playback Control functie (PBC)—alleen met
de VCD en SVCD
Met de Playback Control functie kunt u bedieningen uitvoeren aan de hand van een menu.
Menu-aangedreven weergave
Bij het starten van de weergave van een VCD en SVCD met Playback Control, verschijnt een keuzemenu. Het keuzemenu toont u een lijst met nummers die u kunt kiezen. Bepaalde discs tonen bewegende beelden of een gesplitst scherm. U kunt op interactieve wijze op het scherm met gebruik van een menu keuzes voor bijvoorbeeld het afspelen maken. Zie de hier rechts getoonde afbeelding voor de basisfuncties voor menu-aangedreven weergave (zie tevens bladzijde 40 voor details aangaande de bediening via het menu).
Fragment 1
Fragment 2 Fragment 3 Fragment 4 Fragment 5
Op een MP3 disc, is ieder liedje als een bestand opgenomen. Bestanden worden normaliter in een map gegroepeerd. Mappen kunnen tevens andere mappen bevatten met als gevolg een aantal “hiërarchisch” geordende lagen. Dit toestel vereenvoudigt de hiërarchische structuur van een disc en behandelt bestanden en mappen als “fragmenten” en “groepen”.
• Dit toestel kan maximaal 150 fragmenten per groep en maximaal 99 groepen per disc herkennen en afspelen. Fragmenten waarvan het nummer 150 overschrijdt en groepnummers hoger dan 99 kunnen niet worden afgespeeld.
Groep 1
Fragment 1
Fragment 2
Groep 3
Groep 2
Groep 4 Groep 5
Bewegend
beeld
Bewegend
beeld
Bewegend
beeld
beeld
Bewegend
Opmerking:
Bij bediening van een VCD of SVCD met gebruik van het menu,
Bewegend
beeld
beeld
kunnen bepaalde functies, bijvoorbeeld herhaalde weergave, mogelijk niet worden gebruikt.
Bewegend
37
OFF
1/3
PROG.
Dit gedeelte beschrijft de geavanceerde bedieningen met gebruik van de afstandsbediening voor de ingebouwde DVD-speler. Zie bladzijden 51 en 52 voor MP3 weergave en bladzijden 53 en 54 voor JPEG weergave.
• Zie tevens “Basisbediening voor DVD-speler” op bladzijden 17 en 18.
tonen welke soorten discs voor de
betreffende bediening kan worden gebruikt.
• Schakel uw TV in en kies de juiste ingangsfunctie met de TV.
Indien “ ” op het TV verschijnt wanneer u op een toets drukt, is de geplaatste disc niet geschikt voor de bediening die u probeert uit te voeren, of is de vereiste informatie voor deze bediening niet op de disc opgenomen.
1 Disctype 2 Weergave-informatie
Aanduidingen Betekenis Geschikte discs
Mbps Toont de huidige
overdrachtswaarde (Megabit per seconde).
TITLE
CHAP
14
23
Toont de huidige titel.
Toont het huidige hoofdstuk.
GROUP
TRACK
1
14
Toont het huidige groep.
Toont het huidige fragment.
TOTAL
1:25:58
Toont de verstreken weergavetijd.
alle discs
Meer over de in-beeldstaaf
U kunt de informatie van een disc controleren wanneer de disc is geplaatst en u kunt bepaalde functies met de in­beeldstaaf gebruiken.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVD­speler functioneert.
& Met een disc geplaatst
Druk op ON SCREEN.
• Door iedere druk op de toets verandert de in-beeldstaaf zoals u hier rechts ziet: Bijv.: Met DVD VIDEO weergave
8.5Mbps
DVD-VIDEO
1
TITLE
TITLE
CHAP.
(terug naar het begin)
4
8.5Mbps
8.5Mbps
OFF
(met het trek-omlaag menu)
De in-beeldstaaf verdwijnt.
DVD-VIDEO
DVD-VIDEO
TIME
• Zie de rechterkolom voor details aangaande de in­beeldstaaf (1 t/m 4).
TOTAL
1:25:58
CHAP
23
TITLE
14
2
CHAP
14
CHAP
14
1/3
TOTAL
23
TOTAL
23
1/3 1/3
1:25:58
1:25:58
3
3 Weergavecondities voor alle soorten discs
Aanduidingen Betekenis
Weergave / Snel voorwaarts/Snel achterwaarts / Voorwaarts/Achterwaarts slow-motion
Pauze
Stop
4 Bedieningsiconen (met het trek-omlaag menu)
Aanduidingen Betekenis Geschikte discs
TIME
Kies voor het veranderen van tijdinformatie.
alle discs
Zie bladzijde 39. Kies voor herhaalde
weergave. Zie bladzijde 49.
alle discs
Kies voor de tijdzoekfunctie.
alle discs
Zie bladzijde 44.
CHAP.
Kies voor de hoofdstukzoekfunctie. Zie bladzijde 44.
TRACK
Kies voor de fragmentzoeken. Zie bladzijde 44.
Kies voor het veranderen
1/3
van de taal van het geluid of kanaal. Zie bladzijde 42.
Kies voor het veranderen
1/3
van de taal van de ondertitels. Zie bladzijde 41.
Kies voor het veranderen van camerahoek. Zie bladzijde 41.
PAGE 1/15
Kies voor het veranderen van pagina. Zie bladzijde 45.
Kies voor geprogrammeerde weergave. Zie bladzijde 48.
RND.
Kies voor willekeurige weergave. Zie bladzijde 49.
Nederlands
38
Bediening van de DVD-speler
Basisbediening met de in-beeldstaaf
Veranderen van de tijdinformatie
U kunt de tijdinformatie van de in-beeldstaaf en het displayvenster op het toestel veranderen.
& Tijdens weergave of
wanneer gestopt
1
Druk tweemaal op ON SCREEN.
De in-beeldstaaf verschijnt op de TV.
Bijv.: Kiezen van de herhaalfunctie voor DVD VIDEO
& Tijdens weergave of wanneer gestopt
1
Druk tweemaal op ON SCREEN.
De in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu verschijnt op de TV.
Nederlands
2
DVD-VIDEO
TIME
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar
8.5Mbps
OFF
OFF
van het trek-omlaag menu te
TITLE
CHAP.
CHAP
14
1/3
verplaatsen.
DVD-VIDEO
TIME
3
Druk op ENTER.
8.5Mbps
OFF
TITLE
CHAP.
Het pop-up venster verschijnt onder het trek-omlaag menu.
DVD-VIDEO
TIME
4
Druk op cursor (of 5) om de gewenste
8.5Mbps
OFF
TITLE
CHAP.
CHAP
14
1/3
CHAP
14
1/3
optie uit het pop-up venster te kiezen.
• Door iedere druk op de toets veranderen de opties.
DVD-VIDEO
TIME
TITLE
8.5Mbps
TITLE
CHAP.
CHAP
14
1/3
TOTAL
23
1/3 1/3
TOTAL
23
1/3 1/3
TOTAL
23
1/3 1/3
TOTAL
23
1/3 1/3
1:25:58
1:25:58
1:25:58
1:25:58
2
Druk op cursor 3 (of 2) om naar
3
Druk op ENTER.
• Door iedere druk op ENTER verandert de tijdaanduiding in de in-beeldstaaf als volgt:
Bijv.:
TOTAL
REM
1:25:58
0:18:14
T.REM
]
0:45:41
] (terug naar het begin)
]
TIME
0:25:58
TOTAL Verstreken tijd van de disc.
T. (total) REM Resterende tijd van de disc.
TIME Verstreken tijd van het huidige
hoofdstuk/fragment.
REM Resterende tijd van het huidige
hoofdstuk/fragment.
• De aanduiding op het display verandert tevens.
Opmerking:
Bij weergave van een VCD, SVCD of CD verschijnt de uuraanduiding niet.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
TIME
]
.
5
Druk op ENTER.
De instelling verandert en het pop-up venster verdwijnt.
TOTAL
DVD-VIDEO
TIME
TITLE
8.5Mbps
CHAP.
TITLE
CHAP
14
1/3
23
1/3 1/3
1:25:58
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Opmerking:
Zie de relevante bladzijden voor details aangaande iedere functie.
39
Opzoeken van een gewenste scène
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
1
2
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
1
1
23
7 Opzoeken van een gewenste scène van het
VCD/SVCD menu met PBC
Een VCD of SVCD met PBC heeft eigen menu’s, bijvoorbeeld een lijst met de liedjes. (Na het plaatsen van een dergelijke disc verschijnt “PBC” op het display). U kunt met gebruik van het menu de gewenste scène opzoeken. (Zie tevens bladzijde 37).
& Indien tijdens weergave
met PBC een menu op de TV verschijnt
met het discmenu
Met gebruik van het discmenu kunt u de weergave van een gekozen titel, hoofdstuk of fragment starten.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVD­speler functioneert.
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN indien de in­beeldstaaf op de TV wordt getoond om de in-beeldstaaf uit te schakelen.
7 Met het DVD-menu
DVD VIDEO en DVD AUDIO’s hebben normaliter hun eigen menu’s waarop de inhoud van de disc is aangegeven. Deze menu’s hebben diverse onderdelen, bijvoorbeeld de titels van films, namen van liedjes of artiest, en u kunt deze onderdelen op het TV-scherm tonen. Met gebruik van deze menu’s kunt u een gewenste scène gemakkelijk opzoeken.
& Met een disc geplaatst
1
Druk op TOP MENU of MENU.
Het DVD-menu verschijnt op de TV. (Het menu verschijnt normaliter automatisch op de TV na het plaatsen van de disc).
Bijv.:
1
Een DVD VIDEO/DVD AUDIO heeft normaliter een “top” menu indien de disc meer dan één titel/groep heeft. Druk op TOP MENU om het titelmenu te tonen. Bepaalde DVD VIDEO/DVD AUDIO’s hebben tevens mogelijk een ander menu dat kan worden getoond door een druk op de MENU toets. Zie de bij de DVD VIDEO/DVD AUDIO geleverde aanwijzingen voor details aangaande de beschikbare menu’s.
23
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het nummer van het gewenste onderdeel te kiezen.
Het toestel start de weergave van het gekozen onderdeel. Bijv.: Voor het kiezen van 3, drukt u op 3.
Voor het kiezen van 11, drukt u op +10 en dan op 1.
Bijv.:
Nederlands
Terugkeren naar het menu
Druk op RETURN.
Indien “NEXT” of “PREVIOUS” op het TV-scherm wordt getoond
Druk op ¢ om naar de volgende pagina te gaan. Druk op 4 om naar de voorgaande pagina terug te keren.
Weergave van een PBC-compatibele VCD/SVCD zonder gebruik van PBC
Start de weergave door een van de cijfertoetsen te drukken terwijl de weergave is gestopt. De verstreken weergavetijd verschijnt nu in plaats van “PBC” op het display.
Weer activeren van PBC
Druk op TOP MENU of MENU. “PBC” op het display verschijnt weer.
Aanduidingen op het display tijdens weergave van een VCD/SVCD
Tijdens weergave van een VCD/SVCD met PBC, verschijnt de volgende weergave-informatie op het display:
Bijv.: Weergave van een VCD met gebruik van PBC
Bijv.: Weergave van een VCD zonder gebruik van PBC
2
Kies een gewenst onderdeel met cursor 5//3/2 en druk vervolgens op ENTER.
Het toestel start de weergave van het gekozen onderdeel.
• Met bepaalde discs kunt u onderdelen tevens kiezen door het overeenkomende nummer met de cijfertoetsen in te voeren.
1 Fragmentnummer 2 Verstreken weergavetijd
40
Bediening van de DVD-speler
Kiezen van de camerahoek
Bij weergave van een DVD VIDEO/DVD AUDIO die vanuit meerdere camerahoeken (perspectieven) is opgenomen, kunt u de gewenste camerahoek voor een scène kiezen.
icoon verschijnt bij het begin van de weergave indien
De de huidige scène meerdere camerahoeken heeft.
Nederlands
1
Druk op ANGLE.
Het volgende pop-up venster verschijnt op de TV.
& Tijdens weergave
Met de in-beeldstaaf
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar in het trek-omlaag menu te verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder het trek­omlaag menu.
Bijv.: De eerste van de 3 opgenomen camerahoeken
wordt gekozen.
TOTAL
CHAP
TITLE
14
OFF
8.5Mbps
CHAP.
DVD-VIDEO
TIME
3
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om de gewenste
23
1/3
1:25:58
1/3 1/3
1
camerahoek te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de camerahoek van de scène.
4
Druk op ENTER.
Het pop-up venster dooft.
Bijv.: De eerste van de 3 opgenomen camerahoeken
wordt gekozen.
1/3
1
1/3
1
2
Druk herhaaldelijk op ANGLE om de gewenste camerahoek te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de camerahoek van de scène.
Bijv.: 1/3 ] 2/3 ] 3/3 ] (terug naar het begin)
1/3
1
1/3
1
2/3
2
2/3
2
Het pop-up venster dooft indien u gedurende ongeveer 5 seconden geen bediening uitvoert.
3/3
3
3/3
3
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Kiezen van de ondertiteltaal
Bij weergave van een DVD VIDEO/DVD AUDIO/SVCD waarop de ondertitels in meerdere talen op de disc zijn opgenomen, kunt u de gewenste taal voor de ondertitels op de TV kiezen.
icoon verschijnt bij het begin van de weergave indien
De de huidige scène meerdere talen voor de ondertitels heeft.
& Tijdens weergave
1
Druk op SUBTITLE.
Het volgende pop-up venster verschijnt op de TV.
Bijv.: “ENGLISH” is uit de 3 opgenomen talen voor de
ondertitels gekozen.
1/3
ENGLISH
1/3
ENGLISH
2
Druk herhaaldelijk op SUBTITLE om de gewenste taal voor de ondertitels te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de taal voor de ondertitles.
41
Het pop-up venster dooft indien u gedurende ongeveer 5 seconden geen bediening uitvoert.
Met de in-beeldstaaf
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar
van het trek-omlaag menu te verplaatsen en druk
vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder het trek­omlaag menu.
Bijv.: “ENGLISH” is uit de 3 opgenomen talen voor de
ondertitels gekozen.
TOTAL
CHAP
TITLE
14
OFF
8.5Mbps
CHAP.
DVD-VIDEO
TIME
3
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om de gewenste taal
1/3
ENGLISH
1:25:58
23
1/3 1/3
voor de ondertitels te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de taal voor de ondertitels.
4
Druk op ENTER.
Het pop-up venster dooft.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Opmerkingen:
Voor DVD VIDEO/DVD AUDIO: Bepaalde talen voor de ondertitels
worden afgekort in het pop-up venster getoond. Zie “Taalcodelijst op bladzijde 58.
Voor SVCD: SVCD heeft maximaal vier ondertitels. Door op
SUBTITLE te drukken, veranderen de aanduidingen voor de ondertitels ongeacht of ondertitels in verschillende talen zijn opgenomen of niet. (De werkelijke ondertitels veranderen niet indien er geen ondertitels op de disc zijn opgenomen).
De huidige scène heeft niet meerdere talen voor de ondertitels indien “ ” op de TV wordt getoond.
Kiezen van de taal voor het geluid
2
Druk herhaaldelijk op AUDIO om de gewenste taal voor het geluid te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de taal voor het geluid.
Het pop-up venster dooft indien u gedurende ongeveer 5 seconden geen bediening uitvoert.
Met de in-beeldstaaf
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar
van het trek-omlaag menu te verplaatsen en druk
vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder het trek­omlaag menu.
Bijv.: “ENGLISH” is uit de 3 opgenomen talen voor het
geluid gekozen.
TOTAL
CHAP
14
1/3
TITLE
ENGLISH
OFF
8.5Mbps
CHAP.
DVD-VIDEO
TIME
3
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om de gewenste taal voor het geluid te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de taal voor de ondertitels.
4
Druk op ENTER.
Het pop-up venster dooft.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Opmerkingen:
Bepaalde talen voor het geluid worden afgekort in het pop-up venster getoond. Zie “Taalcodelijst op bladzijde 58.
De huidige scène heeft niet meerdere talen voor het geluid indien “ ” op de TV verschijnt.
1:25:58
23
1/3 1/3
Nederlands
Met een DVD VIDEO/DVD AUDIO waarop het geluid in meerdere talen is (geluidsspoor) opgenomen, kunt u de gewenste taal (geluidsspoor) voor de weergave kiezen.
icoon verschijnt bij het begin van de weergave indien
De de huidige scène meerdere talen voor het geluid heeft.
• U kunt tevens het (de) audiokanaal (kanalen) van een VCD of SVCD kiezen
& Tijdens weergave
1
Druk op AUDIO.
Het volgende pop-up venster verschijnt op de TV.
Bijv.: “ENGLISH” is uit de 3 opgenomen talen voor het
geluid gekozen.
1/3
ENGLISH
1/3
ENGLISH
Kiezen van het audiokanaal
Bij weergave van bepaalde Karaoke VCD’s of SVCD’s kunt u het gewenste audiokanaal voor Karaoke kiezen.
& Tijdens weergave
1
Druk op AUDIO.
Het volgende pop-up venster verschijnt op de TV.
Bijv.: Met “ST” (stereo) gekozen.
ST
ST
ST
ST
VERVOLG OP DE VOLGENDE BLADZIJDE
42
Bediening van de DVD-speler
2
Druk herhaaldelijk op AUDIO om het gewenste audiokanaal te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert het audiokanaal.
Voor VCD:
Bijv.: ST ] L ] R ] (terug naar het begin)
ST Luisteren naar normale stereoweergave.
L Luisteren naar het L (linker) audiokanaal.
R Luisteren naar het R (rechter) audiokanaal.
Voor SVCD:
Bijv.: ST 1 ] ST 2 ] L 1 ] R 1 ] L 2 ] R 2 ]
(terug naar het begin)
ST 1/ST 2 Luisteren naar normale stereoweergave van
Nederlands
L 1/L 2 Luisteren naar het L (linker) 1 of 2
R 1/R 2 Luisteren naar het R (rechter) 1 of 2
Het pop-up venster dooft indien u gedurende ongeveer 5 seconden geen bediening uitvoert.
ST 1 of ST 2 kanaal.
audiokanaal.
audiokanaal.
Weergave vanaf een bepaald punt op de disc
U kunt de weergave vanaf een gekozen titel, hoofdstuk, groep of fragment starten. U kunt tevens de weergave vanaf een bepaalde tijd op de disc invoeren.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVD­speler functioneert.
7 Opzoeken van een gewenste titel/groep
Tijdens weergave van een DVD VIDEO/DVD AUDIO kunt u het gewenste titel- of groepnummer voor de weergave opzoeken.
& Wanneer gestopt of
tijdens weergave
Met de in-beeldstaaf
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar
van het trek-omlaag menu te verplaatsen en druk
vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder het trek­omlaag menu.
Bijv.: Met “ST” (stereo) gekozen.
TIME
VCD
OFF
TIME
3
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om het gewenste
TRACK
RND.PROG.
ST
ST
4
audiokanaal te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert het audiokanaal.
4
Druk op ENTER.
Het pop-up venster dooft.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
25:58
1
Druk op TITLE/GROUP.
Het titel-/groepnummer op het display verandert als volgt: Bijv.: Met een DVD VIDEO geplaatst.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
TA NEWS INFO
PROGRESSIVE1A-B
SPK 1 2
AUTO MODE A.POSITION
kHz
MHz
VOL
Bijv.: Met een DVD AUDIO geplaatst.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P. TUNED STEREO AUTO MUTING
TA NEWS INFO
PROGRESSIVE1A-B
SPK 1 2
AUTO MODE A.POSITION
kHz
MHz
VOL
De cijfertoetsen en de ¢/4 toetsen werken nu gedurende ongeveer 5 seconden voor het kiezen van een titel/groep.
2
Kies het titel-/groepnummer direct.
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het gewenste titel-/groepnummer in te voeren. Bijv.: Voor het kiezen van titel-/groepnummer 8,
drukt u op 8. Voor het kiezen van titel-/groepnummer 11, drukt u op +10 en dan op 1. Voor het kiezen van titel-/groepnummer 27,
drukt u +10, +10 en dan op 7. De weergave start vanaf het eerste hoofdstuk/fragment van de gekozen titel/groep.
Voorwaarts naar andere titels/groepen verspringen
Druk op TITLE/GROUP en dan herhaaldelijk op ¢.
REC
REC
43
Achterwaarts naar andere titels/groepen verspringen
Druk op TITLE/GROUP en dan herhaaldelijk op 4.
Opmerking:
Alleen voor DVD AUDIO: Indien u de bonusgroep kiest, zal de
aanduiding voor het invoeren van het sleutelnummer verschijnen (zie bladzijde 46).
7 Opzoeken van een gewenst hoofdstuk/
fragment
Bij weergave van een DVD VIDEO/DVD AUDIO kunt u het gewenste hoofdstuk-/fragmentnummer voor weergave kiezen.
& Tijdens weergave
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar
HAP.
of
TRACK
van het trek-omlaag menu te verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder het trek­omlaag menu. Bijv.: Met een DVD VIDEO geplaatst.
TOTAL
TITLE
GROUP
14
2
OFF
OFF
8.5Mbps
CHAP.
CHAPTER _
8.5Mbps
TRACK PROG. RND
TRACK _
DVD-VIDEO
TIME
Bijv.: Met een DVD AUDIO geplaatst.
DVD-AUDIO
TIME
3
Voer het gewenste hoofdstuk-/
1/3
CHAP
TRACK
23
1:25:58
1/3 1/3
TIME
1:25:58
3
PAG E
1/3
1/3
fragmentnummer met de cijfertoetsen (0 – 9) in.
Bijv.:Voor het kiezen van hoofdstuk-/fragmentnummer 8,
drukt u op 8. Voor het kiezen van hoofdstuk-/fragmentnummer 10, drukt u op 1 en dan op 0. Voor het kiezen van hoofdstuk-/fragmentnummer 37, drukt u op 3 en dan op 7.
• De +10 toets wordt niet voor deze functie gebruikt.
• U kunt tot maximaal het 99
Corrigeren van een fout
Herhaal stap 3 totdat het juiste nummer in het pop-up venster verschijnt.
4
Druk op ENTER.
Het toestel start nu de weergave van het gekozen hoofdstuk/fragment.
ste
hoofdstuk/fragment kiezen.
7 Opzoeken van een gewenst punt door
de tijd in te voeren
U kunt de weergave vanaf een gewenst punt starten door de verstreken tijd vanaf het begin van de huidige titel (voor DVD VIDEO/DVD AUDIO) tot “9:59:59”, of vanaf het begin van de disc (voor VCD/SVCD/CD) tot “99:59” in te voeren.
& Voor DVD VIDEO: Tijdens weergave
Voor VCD/SVCD: Wanneer gestopt of tijdens
weergave zonder de PBC­functie
Voor DVD AUDIO/CD: Tijdens weergave of wanneer
gestopt
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar van het trek-omlaag menu te verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder het trek­omlaag menu.
TOTAL
CHAP
14
1/3
TITLE
DVD-VIDEO
TIME
3
Voer de gewenste tijd met de cijfertoetsen
8.5Mbps
OFF
TIME _ : _ _ : _ _
CHAP.
1:25:58
23
1/3 1/3
(0 – 9) in.
Bijv.: Weergave starten vanaf de verstreken tijd van
1 (uur): 02 (minuten): 49 (seconden).
Druk op 1
Druk op 0
Druk op 2
Druk op 4
Druk op 9
Nederlands
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
• De +10 toets wordt niet voor deze functie gebruikt.
• U kunt de tijd in uren/minuten/seconden voor DVD VIDEO/DVD AUDIO en in minuten/seconden voor VCD/SVCD/CD invoeren.
Corrigeren van een fout
Druk op cursor 2 om het laatst ingevoerde cijfer te wissen. Druk herhaaldelijk op cursor 2 totdat het foute cijfer is gewist en druk vervolgens op de cijfertoetsen om nu het (de) juiste nummer(s) in te voeren.
4
Druk op ENTER.
Het toestel start nu de weergave vanaf de ingevoerde tijd.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
44
Bediening van de DVD-speler
Speciale beeldweergave
Dit toestel heeft diverse speciale weergavefuncties, o.a. stilbeeld, beeld-voor-beeld, slow-motion en zoom.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVD­speler functioneert.
7 Stilbeeld en beeld-voor-beeld weergave
Nederlands
& Tijdens weergave
1
Druk éénmaal op 8.
De weergave van stilbeelden start.
2
Druk herhaaldelijk op 8.
• Door iedere druk op de toets wordt het volgende stilbeeld getoond.
Weer terugkeren naar normale weergave
Druk op 3.
Opmerking:
U kunt tevens voor deze bediening de 8 toets op het voorpaneel gebruiken.
7 Slow-motion (vertraagde) weergave
& Tijdens weergave
Pauzeren van slow-motion weergave (stilbeeld weergave)
Druk op 8.
Weer terugkeren naar normale weergave
Druk op 3.
Opmerking:
Tijdens slow-motion weergave kunt u het geluid niet beluisteren.
7 Kiezen van doorlopen van stilbeelden
die op een DVD AUDIO zijn opgenomen
De meeste DVD AUDIO’s hebben tevens doorloopbare stilbeelden (B.S.P.) die normaliter automatisch op volgorde tijdens weergave in overeenstemming met de weergavevolgorde verschijnen. U kunt het beeld ook handmatig veranderen (omslaan van de pagina) indien het huidige stilbeeld meerdere kiesbare pagina’s heeft.
& Met de B.S.P. indicator
licht op het display op
Druk herhaaldelijk op PAGE om een gewenst stilbeeld te kiezen.
Met de in-beeldstaaf
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV verschijnt.
PAG E
PAG E
1/3
1
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar van de in-beeldstaaf te verplaatsen en druk dan op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder de in­beeldstaaf.
TIME
DVD-AUDIO
TIME
OFF
8.5Mbps
GROUP
TRACK PROG. RND.
2
TRACK
1:25:58
3
1/3
1
Druk bij het punt vanaf waar u de slow­motion weergave wilt starten op 8.
De weergave wordt gepauzeerd.
2
Druk op ¡ of 1.
Voor slow-motion weergave in voorwaartse richting, druk op ¡. Voor slow-motion weergave in achterwaartse richting achterwaarts (alleen voor DVD VIDEO), druk op 1.
• Door iedere druk op de toets verandert de weergavesnelheid als volgt:
Voorwaarts:
1/32
]
]
Achterwaarts (alleen voor DVD VIDEO):
]
1/2
1/32
1/2
]
1/16
1/16
]
]
1/8
1/8
]
]
45
1/4
1/4
3
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om de gewenste pagina te kiezen.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
7 Inzoomen
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AU TO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
LCR
LS RS
PROGRAM
REC
& Tijdens weergave of
wanneer gepauzeerd
Druk op ZOOM.
• Door iedere druk op de toets verandert de vergroting als volgt:
x 1.8 ] x 4 ] x 8 ] x 16 ] x 32 ] x 64 ] x 1 (normale weergave) ] (terug naar het begin)
ZOOM x4
Bijv.: Met x4 zoom gekozen
Verplaatsen van het ingezoomde gedeelte
Druk op cursor 5/∞/3/2.
ZOOM x4
7 Weergave van een bonusgroep
Bepaalde DVD AUDIO’s hebben een speciale groep op de disc die we “bonusgroep” noemen. De inhoud van een bonusgroep is niet zondermeer te openen. De bonusgroep is altijd de laatste groep op een disc (bijvoorbeeld indien een disc met bonusgroep 4 groepen heeft, is “groep 4” de bonusgroep). Voor weergave van een bonusgroep moet u een bepaalde “pincode” (een soort wachtwoord) invoeren voor de bonusgroep. Hoe u deze pincode te weten komt, is afhankelijk van de disc. Nadat u de pincode weet, kunt u de bonusgroep afspelen door de volgende handelingen uit te voeren.
& Met de BONUS
indicator licht op
1
Kies een bonusgroep.
Zie “Opzoeken van een gewenste titel/groep” op bladzijde 43. De aanduiding voor het invoeren van de pincode verschijnt als volgt:
Op de TV
KEY _ _ _ _
Nederlands
Weer terugkeren naar normale weergave
Druk op ENTER.
Opmerking:
De resolutie van het beeld is mogelijk niet optimaal wanneer ingezoomd.
Op het display
2
Voer de pincode in met de cijfertoetsen (0 – 9) en druk dan op ENTER.
De weergave van de bonusgroep start en de BONUS indicator dooft indien u de juiste pincode heeft ingevoerd.
• Voer de code opnieuw in indien u een fout heeft gemaakt.
Annuleren van de ingevoerde pincode
Voer een van de volgende handelingen uit:
• Druk op 7,
• Open de disclade, of
• Schakel het toestel uit. Door de disclade te openen of het toestel uit te schakelen wordt de ingevoerde pincode gewist. De code wordt niet gewist wanneer u op 7 drukt.
Opmerkingen:
Indien u een fragment van een bonusgroep kiest voor geprogrammeerde weergave, zal de aanduiding voor het invoeren van de pincode in stap 1 verschijnen en moet u de code invoeren.
Bij willekeurige weergave worden de fragmenten van de bonusgroep niet afgespeeld.
46
Bediening van de DVD-speler
+
0
USER1
GAMMA
BRIGHTNESS
CONTRAST
SATURATION
TINT
SHARPNESS
Y DELAY
+
0
+
0
+
0
+
0
+
3
+
0
Veranderen van de VFP-instelling
Met de VFP (Video Fine Processor) functie kunt u de beeldkarakteristieken instellen in overeenstemming met het programma, beeldkleur of persoonlijke voorkeur.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVD­speler functioneert.
Nederlands
• De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap instelling werd geannuleerd voordat u klaar bent.
& Tijdens weergave
1
Druk op VFP.
De huidige VFP-instellingen verschijnen op het TV scherm.
NORMAL
+
0
GAMMA
+
0
BRIGHTNESS
+
0
CONTRAST
+
0
SATURATION
+
TINT
0
+
3
SHARPNESS
+
0
Y DELAY
Bijv.: Met NORMAL gekozen
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om de VFP-functie te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de VFP-functie als volgt.
NORMAL CINEMA USER1 USER2
(terug naar het begin)
1
indien de
Instellen van de karakteristieken voor het beeld
U kunt de beeldkarakteristieken instellen en deze onder “USER1” en “USER2” vastleggen.
1
Druk op VFP en vervolgens herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om “USER1” of “USER2” te kiezen.
2
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om de in te stellen parameter te kiezen.
Stel de parameters in zodat het beeld als gewenst is.
GAMMA Stel in indien de neutrale kleur helder of
donker is. De helderheid van het donkere en lichte gedeelte blijft behouden. Instelbereik: –4 (donkerst) t/m +4 (lichtst)
BRIGHTNESS Stel in indien het algehele beeld te
donker of licht is. Instelbereik: –16 (donkerst) t/m +16 (lichtst)
CONTRAST Stel in indien het contrast onnatuurlijk is.
Instelbereik: –16 t/m +16
SATURATION Stel in indien het beeld wittig of zwartig
is. Instelbereik: –16 (meest zwart) t/m +16 (meest wit)
TINT Stel in indien de huidskleur onnatuurlijk
is. Instelbereik: –16 t/m +16
SHARPNESS Stel in indien het beeld niet scherp
genoeg is. Instelbereik: +0 t/m +3
Y DELAY Stel in indien het beeld lossig/
overlappend is. Instelbereik: –2 t/m +2
NORMAL Kies normaliter deze stand.
CINEMA Geschikt voor weergave van films.
USER1/USER2 U kunt de diverse parameters voor
het beeld instellen en de instellingen vastleggen (zie de beschrijving hier rechts).
Uitschakelen van het VFP-instelscherm
Druk op VFP.
47
3
Druk op ENTER.
De lijst met parameters voor VFP verdwijnt en het volgende pop-up venster voor het gekozen onderdeel verschijnt op de TV.
+
GAMMA
GAMMA
Bijv.: Met “GAMMA” gekozen
0
+
0
4
PROGRAM
No.
1 2 3 4 5 6
7
8 9
10
2–3
Total Program Time 00:04:14
Group Track
PROGRAM
No.
1 2 3 4 5 6
7
8 9
10
3
Total Program Time 00:04:14
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om de instelling te veranderen en druk vervolgens op ENTER.
Uw instelling wordt nu vastgelegd en de lijst met huidige parameters voor VFP verschijnt weer.
5
Herhaal stappen 2 t/m 4 voor het instellen van de andere parameters.
Uitschakelen van het VFP-instelscherm
Druk op VFP.
Activeren van uw instelling
Druk op VFP en vervolgens herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om “USER1” of “USER2” te kiezen.
Opmerking:
Het VFP-instelscherm verdwijnt indien u gedurende ongeveer 10 seconden geen bediening uitvoert.
Geprogrammeerde weergave
U kunt maximaal 99 fragmenten van een DVD AUDIO/VCD/ SVCD/CD in de gewenste volgorde afspelen.
• De functie voor weergavevoortzetting kan niet in combinatie met geprogrammeerde weergave worden gebruikt.
• Hetzelfde fragment kan meerdere malen worden geprogrammeerd.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVD­speler functioneert.
& Wanneer gestopt
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om
PROG.
naar
van de in-beeldstaaf te
verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
Het programmeerscherm verschijnt op de TV en de PROGRAM indicator op het display oplicht.
• Er verschijnen 10 stappen tegelijkertijd.
Voor DVD AUDIO: Voor VCD/SVCD/CD:
PROGRAM
Total Program Time 00:00:00
No.
1 2 3 4 5 6 7 8 9
10
Group Track
PROGRAM
Total Program Time 00:00:00
No.
1
2 3 4 5 6 7 8 9 10
3
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om een gewenste, te programmeren fragment/groep in te voeren.
Bijv.: Voor het kiezen van fragment-/groepnummer 3,
drukt u op 3. Voor het kiezen van fragment-/groepnummer 14, drukt u op +10 en dan op 4. Voor het kiezen van fragment-/groepnummer 40, drukt u op +10, +10, +10 en dan op 10.
ALLEEN voor DVD AUDIO: Voer op volgorde het groepnummer en fragmentnummer in.
• Indien u een niet-bestaand fragment-/groepnummer invoert, zal dat nummer worden genegeerd.
• De totale geprogrammeerde tijd wordt boven op het programmeerscherm getoond.
Voor DVD AUDIO: Voor VCD/SVCD/CD:
4
Herhaal stap 3 om fragmenten voor de volgende stappen te programmeren.
• Iedere keer wanneer u een fragmentnummer bij de laatste stap van het programmeermenu invoert, verschijnt automatisch de volgende stap.
5
Druk op 3.
De fragmenten worden nu in de geprogrammeerde volgorde afgespeeld.
Opmerking:
Alleen voor DVD AUDIO: Indien u in stap 3 de bonusgroep kiest,
zal de aanduiding voor het invoeren van het sleutelnummer verschijnen. U moet in dat geval het sleutelnummer invoeren voor het programmeren van een fragment uit de bonusgroep (zie bladzijde 46).
Wissen van een stap
Druk op cursor 5 (of ) om naar de te wissen stap te verplaatsen en druk dan op 7.
• Voor het vervolgens weer programmeren van de volgende
stappen, drukt u herhaaldelijk op cursor om lege stap te verplaatsen en herhaalt u vervolgens stap
Stoppen van de geprogrammeerde weergave
Druk op 7.
• Bij weergave van een DVD AUDIO, VCD of SVCD verschijnt nu het programmeerscherm weer.
• Herhaal stappen 3 en 4 om uw programma te veranderen.
Annuleren van geprogrammeerde weergave
Wis alle geprogrammeerde fragmenten als volgt:
1
Druk op 7 om de weergave te stoppen.
2
Druk op ON SCREEN om de in-beeldstaaf weer te tonen.
3
Druk op 7.
• U kunt het programma ook wissen door de disc uit te werpen of het toestel uit te schakelen.
naar de
3
.
Nederlands
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Opmerking:
De geprogrammeerde weergave stopt nadat alle geprogrammeerde fragmenten zijn afgespeeld.
48
Bediening van de DVD-speler
Willekeurige weergave
U kunt de fragmenten van een DVD AUDIO/VCD/SVCD/CD in een willekeurige volgorde afspelen.
• De functie voor weergavevoortzetting kan niet in combinatie met willekeurige weergave worden gebruikt.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVD­speler functioneert.
Nederlands
& Wanneer gestopt
Herhaalde weergave
U kunt de huidige titel of het huidige hoofdstuk (voor DVD VIDEO), de groep of het fragment (voor DVD AUDIO) of fragment (voor VCD/SVCD/CD) herhaald afspelen. Het is tevens mogelijk een bepaald gedeelte te herhalen.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVD­speler functioneert.
Herhalen van de huidige titel, de groep, het hoofdstuk of alle fragmenten
& Voor DVD VIDEO: Tijdens weergave
Voor VCD/SVCD: Tijdens weergave of wanneer
gestopt zonder de PBC-functie
Voor DVD AUDIO/CD: Tijdens weergave of wanneer
gestopt
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om
RND.
naar
van de in-beeldstaaf te verplaatsen
en druk vervolgens op ENTER.
De RANDOM indicator op het display oplicht op en de fragmenten worden in een willekeurige volgorde, kris­kras-doorelkaar, afgespeeld.
Stoppen van de willekeurige weergave
Druk op 7. De willekeurige weergave is nu geannuleerd.
• De willekeurige weergave wordt tevens geannuleerd nadat alle fragmenten éénmaal zijn afgespeeld.
Opmerkingen:
Hetzelfde fragment wordt met willekeurige weergave niet meer dan één keer afgespeeld.
Tijdens willekeurige weergave kunt u terugkeren naar het begin van
het spelende fragment door op 4 te drukken. U kunt niet terugkeren naar reeds geheel afgespeelde fragmenten.
De willekeurige weergave zal worden geannuleerd wanneer u tijdens de willekeurige weergave op ENTER drukt als in-beeldstaaf is gekozen. De weergave wordt in de normale volgorde voortgezet.
RND.
van de
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar van de trek-omlaag menu, en druk vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder de trek­omlaag menu.
TOTAL
DVD-VIDEO
TIME
OFF
8.5Mbps
CHAP.
TITLE
CHAP
14
1/3
1:25:58
23
1/3 1/3
49
3
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om de herhaalfunctie te kiezen en druk vervolgens op ENTER.
• Door iedere druk op cursor (of 5), verandert de
herhaalfunctie als volgt:
Voor DVD VIDEO:
CHAPTER TITLE A-B OFF
(terug naar het begin)
Voor DVD AUDIO:
TRACK ALL/GROUP A-B OFF
(terug naar het begin)
Voor VCD/SVCD/CD:
TRACK ALL A-B OFF
(terug naar het begin)
CHAPTER Het huidige hoofdstuk wordt herhaald
afgespeeld (de REPEAT 1 indicator licht op het display op)
TRACK Het huidige fragment wordt herhaald
afgespeeld (de REPEAT 1 indicator licht op het display op)
TITLE De huidige titel wordt herhaald
afgespeeld (de REPEAT indicator licht op het display op)
ALL Alle fragmenten van de disc of het
programma worden herhaald (de REPEAT indicator licht op het display op)
GROUP Alle fragmenten van de groep worden
herhaald (de REPEAT indicator licht op het display op)
A-B Het gekozen gedeelte wordt herhaald
afgespeeld (zie de beschrijving hier rechts)
OFF Kies voor het annuleren van de herhaalde
weergavefunctie
Herhalen van een gewenst gedeelte
U kunt een bepaald gedeelte herhalen door het gewenste startpunt (punt A) en stoppunt (punt B) in te voeren.
& Tijdens weergave
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar van de trek-omlaag menu, en druk vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder de trek­omlaag menu.
TOTAL
CHAP
14
1/3
TITLE
DVD-VIDEO
TIME
3
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om de
8.5Mbps
CHAP.
OFF
1:25:58
23
1/3 1/3
A-B herhaalfunctie te kiezen.
4
Druk op ENTER bij het begin van het gedeelte dat u wilt herhalen (punt A).
Het volgende display verschijnt in de in-beeldstaaf. De REPEAT A indicator licht tevens op het display op.
TOTAL
CHAP
14
1/3
TITLE
A -
8.5Mbps
CHAP.
DVD-VIDEO
TIME
5
Druk op ENTER bij het eind van het gedeelte
1:25:58
23
1/3 1/3
dat u wilt herhalen (punt B).
De herhaalde weergave van A-B start. Het gekozen gedeelte van de disc (vanaf punt A tot punt B) wordt herhaald afgespeeld. Tijdens herhaalde weergave van A-B licht de REPEAT A-B indicator op het display op.
Nederlands
Opmerkingen:
Indien u tijdens willekeurige weergave “ALL” kiest, worden alle fragmenten van de disc in willekeurige volgorde herhaald afgespeeld.
•“A-B kan niet worden gekozen in combinatie met geprogrammeerde en willekeurige weergave en tevens niet indien er geen disc wordt afgespeeld.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Annuleren van de herhaalde weergave
Kies “OFF” in stap
U kunt de herhaalfunctie direct veranderen (uitgezonderd A-B) door op REPEAT van de afstandsbediening te drukken.
3
en druk vervolgens op ENTER.
Punt A Punt B
Opmerking:
Bij weergave van een DVD VIDEO kan het A-B gedeelte uitsluitend binnen dezelfde titel worden gekozen.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Annuleren van de A-B herhaalde weergave
Kies “OFF” in stap 3 en druk vervolgens op ENTER.
50

Weergave van MP3 discs

Met dit toestel kunt u MP3 bestanden afspelen die op CD-R of CD-RW zijn opgenomen. We noemen dergelijke discs in deze gebruiksaanwijzing een “MP3 disc”.
• Druk op DVD om de afstandsbediening voor MP3 discs te gebruiken alvorens u de bedieningen met gebruik van de afstandsbediening in dit gedeelte uitvoert.
• Schakel de TV in en kies de juiste ingangsfunctie met de TV.
Indien toets, accepteert de disc niet de bediening die u probeert uit te voeren.
op het TV verschijnt bij een druk op een
7 Opmerkingen voor MP3 discs
• MP3 discs (CD-R of CD-RW) vereisen een langere afleestijd. (De afleestijd is verschillend afhankelijk van de complexiteit van de configuratie van mappen/bestanden).
• Bij het maken van een MP3 disc, moet u ISO 9660 Niveau 1 of Niveau 2 als discformaat kiezen.
• Dit toestel is geschikt voor “multi-sessie” discs (maximaal 5
Nederlands
sessies).
• Dit toestel is niet geschikt voor “packet write” discs.
• Dit toestel kan uitsluitend MP3 bestanden lezen met de volgende extensiecodes: “.MP3”, “.Mp3”, “.mP3” en “.mp3”.
• ID3* tags kunnen niet op het display verschijnt. * Een MP3 bestand kan bestandsinformatie bevatten die
“ID3 Tag” wordt genoemd en waarin de naam van de opname, zanger/es, fragmenttitels, enz. zijn vastgelegd. Er zijn twee verschillende versies—ID3v1 (ID3 Tag versie
1) en ID3v2 (ID3 Tag versie 2).
• Neem bij voorkeur ieder MP3 bestand met een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz en een data­overdrachtratio (bitwaarde) van 128 kbps op. Dit toestel kan geen bestanden afspelen die met een lagere bitwaarde dan 64 kbps zijn gemaakt.
• Indien zowel MP3 bestanden als JPEG bestanden op een disc zijn opgenomen, moet u de MP3/JPEG instelling van het PICTURE menu op “MP3” stellen (zie bladzijde 58).
• Bepaalde MP3 discs kunnen afhankelijk van de disckarakteristieken of opnamecondities niet worden afgespeeld.
De volgende functies kunnen niet voor MP3 weergave worden gebruikt:
• Geprogrammeerde weergave
• Willekeurige weergave
• Versnelde weergave in voor- en achterwaartse richting
• In-beeldstaaf
• Keuzemenu’s
Opmerking:
Bepaalde fragmenten van een MP3 disc worden overgeslagen of niet normaal afgespeeld.
Druk op DVD om de afstandsbediening voor disc­bediening in te stellen alvorens de afstandsbediening te gebruiken.
Basisbediening
U kunt tevens de toetsen op het voorpaneel gebruiken indien deze min of meer dezelfde naam hebben als de overeenkomende toetsen op de afstandsbediening.
Starten van de weergave
Plaats een MP3 disc en druk op 3.
• De weergave start. Het MP3 CONTROL scherm verschijnt op de TV (zie bladzijde 52).
• Nadat alle fragmenten van een groep zijn afgespeeld, start het toestel de weergave van de fragmenten in de volgende groep.
Pauzeren van de weergave
Druk op 8.
Weer starten van de weergave
Druk op 3.
Kiezen van groepen of fragmenten
In voorwaartse richting naar groepen verspringen
Druk op TITLE/GROUP en vervolgens zo vaak als nodig op ¢.
In achterwaartse richting naar groepen verspringen
Druk op TITLE/GROUP en vervolgens zo vaak als nodig op
4.
In voorwaartse richting verspringen naar fragmenten
Druk zo vaak als nodig op ¢.
Verspringen naar het begin van het huidige fragment
Druk éénmaal op 4.
In achterwaartse richting verspringen naar fragmenten
Druk zo vaak als nodig op 4.
51
Geheel stoppen van de weergave
Druk op 7.
Bediening met het MP3 CONTROL scherm
U kunt gewenste groepen en fragmenten opzoeken met gebruik van het MP3 CONTROL scherm dat op de TV wordt getoond.
MP3 CONTROL scherm
Huidige groep
MP3 CONTROL Group : 02 / 03
Blue
Red
Green
Huidige fragmentnummer/ Totaal aantal fragmenten in de huidige groep (Totaal aantal fragmenten van de geplaatste disc)
Opmerkingen:
Bepaalde groep- en fragmentnamen worden mogelijk vanwege de opnamecondities niet juist getoond.
De volgorde van groepen en fragmenten op een MP3 disc kan anders worden getoond dan de volgorde die u met uw personal computer ziet.
Er kunnen maximaal 12 groepen en fragmenten tegelijkertijd op de TV worden getoond. Door herhaaldelijk op cursor 5/∞/3/2 te drukken, kunt u de verborgen groepen en fragmenten stuk-voor­stuk tonen.
7 Bediening
Kiezen van een groep
Druk op cursor 2 om de opgelichte staaf naar de linkergroeplijst te verplaatsen en druk vervolgens herhaaldelijk op cursor (of 5) om de gewenste groep te kiezen.
• Na het kiezen van een groep verschijnt de fragmentlijst van de gekozen groep rechts.
• De weergave start vanaf het eerste fragment van de gekozen groep.
Kiezen van een fragment
Druk op cursor 3 om de opgelichte staaf naar de rechterfragmentlijst te verplaatsen en druk vervolgens herhaaldelijk op cursor (of 5) om het gewenste fragment te kiezen.
• De weergave start vanaf het gekozen fragment.
Huidige groepnummer/Totaal aantal groepen
Time : 00:00:14 Track : 05 / 14 (Total 41)
Cloudy.mp3 Fair.mp3 Fog.mp3 Hail.mp3
Indian summer.mp3
Rain.mp3 Shower.mp3 Snow.mp3 Thunder.mp3 Typhoon.mp3 Wind.mp3 Winter sky.mp3
Huidige fragment
Verstreken tijd van het huidige fragment
Opgelichte staaf
Starten van de weergave door een groepnummer in te voeren
1
Druk op TITLE/GROUP.
De cijfertoetsen werken nu ongeveer 5 seconden voor het kiezen van een groep. Het huidige groepnummer op het display verandert naar “– –”.
2
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het groepnummer in te voeren.
Bijv.:
• Voor het kiezen van groepnummer 8, drukt u op 8.
• Voor het kiezen van groepnummer 11, drukt u op +10 en dan op 1.
• Voor het kiezen van groepnummer 27, drukt u +10, +10 en dan op 7.
Het gekozen groepnummer verschijnt voor de aanduiding van groepnummers en de weergave start vervolgens vanaf het eerste fragment in de gekozen groep.
Herhaalde weergave
U kunt de weergave van het spelende fragment, groep of alle fragmenten van de geplaatste disc herhalen.
& Tijdens weergave of wanneer gestopt
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op REPEAT.
De herhaalaanduiding verschijnt op het MP3 CONTROL scherm.
• Door iedere druk op de toets verandert de herhaalfunctie als volgt:
REPEAT TRACK REPEAT GROUP REPEAT ALL de aanduiding dooft
(terug naar het begin)
REPEAT TRACK Het huidige, spelende fragment wordt
herhaald. De REPEAT 1 indicator licht op het display op.
REPEAT GROUP De huidige groep wordt herhaald. De
REPEAT indicator licht op het display op.
REPEAT ALL Alle fragmenten van de disc worden
herhaald. De REPEAT indicator licht op het display op.
Annuleren van de herhaalfunctie
Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat de herhaalaanduiding van het MP3 CONTROL scherm dooft (en de REPEAT indicator tevens van het display dooft).
Nederlands
52

Weergave van JPEG discs

Met dit toestel kunt u JPEG bestanden afspelen die op CD-R of CD-RW zijn opgenomen. We noemen dergelijke discs in deze gebruiksaanwijzing een “JPEG disc”.
Druk op DVD om de afstandsbediening voor JPEG discs te gebruiken alvorens u de bedieningen met gebruik van de afstandsbediening in dit gedeelte uitvoert.
• Schakel de TV in en kies de juiste ingangsfunctie met de TV.
Indien toets, accepteert de disc niet de bediening die u probeert uit te voeren.
op het TV verschijnt bij een druk op een
7 Opmerkingen voor JPEG
• JPEG discs (CD-R of CD-RW) vereisen een langere afleestijd. (De afleestijd is verschillend afhankelijk van de complexiteit van de configuratie van mappen/bestanden).
• Bij het maken van een JPEG disc, moet u ISO 9660 Niveau 1 of Niveau 2 als discformaat kiezen.
• Dit toestel is geschikt voor “multi-sessie” discs (maximaal 5
Nederlands
sessies).
• Dit toestel is niet geschikt voor “packet write” discs.
• Dit toestel kan uitsluitend JPEG bestanden lezen met de volgende extensiecodes: “.jpg”, “.jpeg”, “.JPG”, “.JPEG” en andere combinaties van hoofdletters en kleine letters (bijvoorbeeld “.Jpg”).
• Neem bij voorkeur een bestand met de 640 x 480 resolutie op. (Indien een bestand werd opgenomen met een hogere resolutie dan 640 x 480 zal het langer duren eer het bestand kan worden getoond).
• Indien zowel JPEG bestanden als MP3 bestanden op een disc zijn opgenomen, moet u de MP3/JPEG instelling van het PICTURE menu op “JPEG” stellen (zie bladzijde 58).
• Dit toestel kan uitsluitend baseline JPEG bestanden* tonen. Progressieve JPEG bestanden* of lossless JPEG bestanden* kunnen niet worden weergegeven. * – Baseline JPEG formaat: Gebruikt voor digitale
camera’s, web, enz. – Progressieve JPEG formaat: Gebruikt voor web. – Lossless JPEG formaat: Een oud formaat en wordt nu
haast niet meer gebruikt.
• Bepaalde JPEG discs kunnen afhankelijk van de disckarakteristieken of opnamecondities niet worden afgespeeld.
Druk op DVD om de afstandsbediening voor disc­bediening in te stellen alvorens de afstandsbediening te gebruiken.
Starten van de dia-show
Plaats een JPEG disc en druk op 3.
• De dia-show start. Ieder bestand (stilbeeld) wordt ongeveer 3 seconden op het TV-scherm getoond en daarna verschijnen achtereenvolgend de volgende stilbeelden.
• Nadat alle bestanden van een groep zijn afgespeeld, start het toestel de weergave van de bestanden in de volgende groep.
Pauzeren van de dia-show
Druk op 8.
• U kunt op het stilbeeld inzoomen (zie bladzijde 54).
Weer starten van de dia-show
Druk op 3.
Starten van de dia-show door een groepnummer in te voeren
1
Druk op TITLE/GROUP.
De cijfertoetsen werken nu ongeveer 5 seconden voor het kiezen van een groep. Het huidige groepnummer op het display verandert naar “_ _.”
2
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het groepnummer in te voeren.
Bijv.:
• Voor het kiezen van groepnummer 8, drukt u op 8.
• Voor het kiezen van groepnummer 11, drukt u op +10 en dan op 1.
• Voor het kiezen van groepnummer 27, drukt u +10, +10 en dan op 7.
Het gekozen groepnummer verschijnt voor de aanduiding van groepnummers en de dia-show start vervolgens vanaf het eerste bestand in de gekozen groep.
Starten van de dia-show door het bestandnummer in te voeren
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het bestandnummer in te voeren. Bijv.: Voor het kiezen van bestandnummer 3, drukt u op 3.
Voor het kiezen van bestandnummer 14, drukt u op +10 en dan op 4. Voor het kiezen van bestandnummer 24, drukt u op +10, +10 en dan op 4. Voor het kiezen van bestandnummer 110, drukt u tien keer op +10 en dan op 10.
Het ingevoerde nummer verschijnt bij de aanduiding van het bestandnummer en de dia-show start vervolgens vanaf dit gekozen bestand.
Weergave met dia-show
U kunt de stilbeelden (foto’s) automatisch als dia-show achter elkaar tonen—dia-show. U kunt tevens de toetsen op het voorpaneel gebruiken indien deze min of meer dezelfde naam hebben als de overeenkomende toetsen op de afstandsbediening.
53
Kiezen van bestanden of groepen
In voorwaartse richting naar groepen verspringen
Druk op TITLE/GROUP en vervolgens zo vaak als nodig op ¢.
In achterwaartse richting naar groepen verspringen
Druk op TITLE/GROUP en vervolgens zo vaak als nodig op
4.
In voorwaartse richting verspringen naar (bestanden) beelden
Druk zo vaak als nodig op ¢.
In achterwaartse richting verspringen naar (bestanden) beelden
Druk zo vaak als nodig op 4.
Geheel stoppen van de dia-show
Druk op 7.
Het JPEG CONTROL scherm verschijnt op het TV.
• Zie “Bediening met het JPEG CONTROL scherm” hieronder voor details aangaande bediening met het JPEG CONTROL scherm.
Opmerkingen:
De volgende functies kunnen niet voor weergave van de dia-show worden gebruikt: geprogrammeerde weergave, willekeurige weergave, herhaalde weergave, versnelde weergave in voor- of achterwaartse richting, in-beeldstaaf en keuzemenu’s.
Indien voortdurend tijdens de dia-show een zwart scherm verschijnt: het bestand dat wordt getoond is mogelijk niet een baseline JPEG bestand. Kies in dat geval een goed weer te geven bestand (een baseline JPEG bestand) (druk op 7 of MENU om het JPEG CONTROL scherm te openen, enz.). Het kan even duren eer een ander bestand wordt gekozen.
Bepaalde bestanden van een JPEG disc worden mogelijk tijdens weergave vervormd getoond.
Bediening met het JPEG CONTROL scherm
U kunt gewenste groepen en bestanden met gebruik van het JPEG CONTROL scherm opzoeken.
JPEG CONTROL scherm
2
Kies een bestand.
Druk op cursor 3 om de opgelichte staaf naar de rechterbestandlijst te verplaatsen en druk vervolgens herhaaldelijk op cursor (of 5) om het gewenste bestand te kiezen.
3
Druk op ENTER.
• Nadat een stilbeeld geheel op de TV is verschenen, kunt u op dit stilbeeld in- of uitzoomen (zie hieronder).
• De dia-show start vanaf het gekozen bestand wanneer u op 3 drukt.
Inzoomen op een stilbeeld
Zie tevens bladzijden 46.
Druk op ZOOM.
• Door iedere druk op de toets verandert de vergroting als volgt:
x 1.8 ] x 4 ] x 8 ] x 16 ] x 32 ] x 64 ] x 1 (normale weergave) ] (terug naar het begin)
Verplaatsen van het ingezoomde gedeelte
Druk op cursor 5/∞/3/2.
Weer terugkeren naar het normale weergave
Druk op ENTER.
Nederlands
Huidige groep
JPEG CONTROL
Group : 02 / 03 FILE : 05 / 14 (Total 41)
Mountain
Sea
Sky
Huidige bestandnummer/ Totaal aantal bestanden in de huidige groep (Totaal aantal bestanden op de geplaatste disc)
Opmerkingen:
U kunt het huidige groep- en bestandnummer tevens op het displayvenster controleren.
Bepaalde groep- en bestandsnamen worden mogelijk vanwege de opnamecondities niet juist getoond.
De volgorde van groepen en bestanden op een JPEG disc kan anders worden getoond dan de volgorde die u met uw personal computer ziet.
Er worden maximaal 12 groepen en bestanden tegelijkertijd op de TV getoond. Door herhaaldelijk op cursor 5/∞/3/2 te drukken worden de verborgen groepen en bestanden stuk-voor-stuk getoond.
Huidige groepnummer/Totaal aantal groepen
Anemone fish.jpg Bonito.jpg Butterfly fish.jpg Dolphin.jpg
Garden eel.jpg
Manta ray.jpg Seal.jpg Swordfish.jpg Tuna.jpg Turtle.jpg Whale.jpg Whale shark.jpg
Huidige bestand
Opgelichte staaf
Tonen van het gekozen bestand
1
Kies een groep.
Druk op cursor 2 om de opgelichte staaf naar de linkergroeplijst te verplaatsen en druk vervolgens herhaaldelijk op cursor (of 5) om de gewenste groep te kiezen.
• Na het kiezen van een groep verschijnt de bestandlijst van de gekozen groep rechts.
Weer terugkeren naar het JPEG CONTROL scherm
Druk op MENU of 7.
Herhaalde weergave
U kunt de weergave van de huidige groep of alle bestanden van de geplaatste disc herhalen.
& Tijdens weergave of wanneer gestopt
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op REPEAT.
De herhaalaanduiding verschijnt op het JPEG CONTROL scherm en de REPEAT indicator licht op het display op.
• Door iedere druk op de toets verandert de herhaalfunctie als volgt:
REPEAT GROUP REPEAT ALL
de aanduiding dooft (terug naar het begin)
REPEAT GROUP De huidige groep wordt herhaald
REPEAT ALL Alle bestanden van de disc worden
herhaald
Annuleren van de herhaalfunctie
Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat de herhaalaanduiding van het JPEG CONTROL scherm dooft (en de REPEAT indicator tevens van het display dooft).
54

Bediening met het keuzemenu

ON
OTHERS
RESUME
ON SCREEN GUIDE
AUTO STANDBY
ON
OFF
PARENTAL LOCK
ENTER
SELECT
USE TO SELECT, USE ENTER TO CONFIRM. TO EXIT, PRESS CHOICE.
ENGLISH
ENGLISH
ENGLISH
OFF
LANGUAGE
MENU LANGUAGE
ON SCREEN LANGUAGE
AUDIO LANGUAGE
SUBTITLE
USE TO SELECT, USE ENTER TO CONFIRM. TO EXIT, PRESS CHOICE.
ENTER
SELECT
CENTER
0
0
AUDIO
L/R BALANCE
BASS
TREBLE
LFE ATT.
D. RANGE COMPRESSION
0dB
MID
ENTER
SELECT
USE TO SELECT, USE ENTER TO CONFIRM. TO EXIT, PRESS CHOICE.
U kunt de basisinstellingen van de keuzemenu’s die op het TV-scherm worden getoond.
Alvorens het keuzemenu te gebruiken, moet u de bron kiezen waarvoor u de instelling wilt maken door op de overeenkomende bronkeuzetoets te drukken.
• U kunt het keuzemenu niet gebruiken indien FM of AM als bron is gekozen.
• Indien een andere bron dan DVD, FM en AM is gekozen, kunt u het AUDIO en SPK. SETTING menu gebruiken. De audio-instellingen worden voor iedere gekozen bron afzonderlijk vastgelegd.
• Met TV Direct geactiveerd, kunt u het LANGUAGE, PICTURE en OTHERS menu voor de ingebouwde DVD­speler gebruiken.
Opmerkingen:
U moet de TV inschakelen en de juiste ingangsfunctie met de TV kiezen.
U kunt alleen de afstandsbediening gebruiken voor de bedieningen
Nederlands
met de keuzemenus.
U kunt de taal voor de keuzemenus veranderen. Zie bladzijde 57.
U kunt de keuzemenus niet tonen wanneer een MP3 disc of JPEG
disc is geplaatst.
7 Bedieningstoetsen
Gebruik de toetsen van de afstandsbediening voor het uitvoeren van de bedieningen met dit keuzemenu.
ALLEEN met de afstandsbediening
7 Overzicht van het keuzemenu
Het keuzemenu heeft de volgende menu’s:
LANGUAGE menu (zie bladzijde 57)
U kunt de basistaal voor het discmenu, geluid en de ondertitels instellen. U kunt tevens de taal die bij bediening van dit toestel op het TV-scherm wordt gebruikt kiezen.
PICTURE menu (zie bladzijde 57)
U kunt de gewenste opties voor het beeld of het monitorscherm kiezen.
AUDIO menu (zie bladzijde 58)
U kunt de geluidsinstellingen voor dit toestel met dit menu veranderen.
PICTURE
MONITOR TYPE
PICTURE SOURCE
SCREEN SAVER
MP3 / JPEG
SELECT
ENTER
4:3 LB
AUTO
ON
MP3
USE TO SELECT, USE ENTER TO CONFIRM. TO EXIT, PRESS CHOICE.
Toets Functie
CHOICE Toont het keuzemenu op de TV.
Door iedere druk op de toets wordt het keuzemenu afwisselend getoond en uitgeschakeld.
5/ Kiest een onderdeel.
3/2 Stelt het gekozen onderdeel van het
keuzemenu in.
ENTER Verplaatst naar het submenu van het
gekozen onderdeel of voltooit de instelling.
SPK. SETTING menu (zie bladzijde 59)
U kunt de vereiste instellingen voor de luidsprekers maken in overeenstemming met de opstelling en het formaat van uw luidsprekers. U kunt tevens het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen.
OTHERS menu (zie bladzijde 60)
U kunt instellingen maken voor bepaalde functies. Gebruik dit menu tevens voor het instellen van Parental Lock (Kinderslot).
SPK. SETTING
SIZE
LEVEL
DISTANCE
CROSS OVER
RETURN TO INITIAL
SELECT
USE TO SELECT, USE ENTER TO CONFIRM. TO EXIT, PRESS CHOICE.
ENTER
100Hz
55
7 Bediening
Bijv.: Instellen van de taal voor schermaanduidingen.
Druk op DVD om “DVD” als bron in te stellen alvorens het keuzemenu te bedienen.
1
Druk op CHOICE.
Het LANGUAGE menu wordt op de TV getoond.
LANGUAGE
MENU LANGUAGE
AUDIO LANGUAGE
SUBTITLE
ON SCREEN LANGUAGE
SELECT
ENTER
ENGLISH
ENGLISH
OFF
ENGLISH
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM. TO EXIT, PRESS CHOICE.
• Door iedere druk op cursor 3 (of 2), verandert het
menu.
2
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om naar “ON SCREEN LANGUAGE” te verplaatsen.
4
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om de gewenste optie te kiezen.
LANGUAGE
MENU LANGUAGE
AUDIO LANGUAGE
SUBTITLE
ON SCREEN LANGUAGE
SELECT
ENTER
ENGLISH
ENGLISH
OFF
ENGLISH
ENGLISH FRENCH GERMAN
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM. TO EXIT, PRESS CHOICE.
Bijv.: Met “FRENCH” gekozen
5
Druk op ENTER om de instelling te voltooien.
LANGUE
LANGUE MENU
LANGUE AUDIO
SOUS-TITRE
LANGUE D' ECRAN
SELECTION
ENTRER
ANGLAIS
ANGLAIS
ARRET
FRANCAIS
POUR CHOISIR ET ENTER POUR VALIDER. POUR QUITTER, APPUYER SUR CHOICE.
Nederlands
LANGUAGE
3
Druk op ENTER.
MENU LANGUAGE
AUDIO LANGUAGE
SUBTITLE
ON SCREEN LANGUAGE
SELECT
ENTER
ENGLISH
ENGLISH
OFF
ENGLISH
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM. TO EXIT, PRESS CHOICE.
Het pop-up venster met een lijst met kiesbare opties verschijnt.
LANGUAGE
MENU LANGUAGE
AUDIO LANGUAGE
SUBTITLE
ON SCREEN LANGUAGE
SELECT
ENTER
ENGLISH
ENGLISH
OFF
ENGLISH
ENGLISH FRENCH GERMAN
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM. TO EXIT, PRESS CHOICE.
Instellen van andere onderdelen van hetzelfde keuzemenu
Herhaal stappen
2
t/m 5.
Verplaatsen naar een ander keuzemenu
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om het gewenste keuzemenu te kiezen.
Weer terugkeren naar het normale scherm
Druk op CHOICE.
Opmerking:
Bepaalde onderdelen in de keuzemenus bestaan uit submenu’s voor het instellen. Druk op ENTER om de submenus voor het gekozen onderdeel op de TV te tonen. U kunt vervolgens met cursor 5/∞ en ENTER de betreffende onderdelen instellen (op dezelfde wijze als in stappen 4 en hierboven werd beschreven).
5
56
Bediening met het keuzemenu
7 Menu voor taalkeuzeLANGUAGE
LANGUAGE
MENU LANGUAGE
AUDIO LANGUAGE
SUBTITLE
ON SCREEN LANGUAGE
U kunt “MENU LANGUAGE”, “AUDIO LANGUAGE” en “SUBTITLE” uitsluitend kiezen wanneer de weergave is gestopt.
MENU LANGUAGE
Bepaalde discs beschikken over meerdere talen. Kies een van de talen of taalcodes vanaf AA t/m ZU (zie “Taalcodelijst” op bladzijde 58) voor de taal die voor de menu’s wordt gebruikt.
AUDIO LANGUAGE
Nederlands
Bepaalde discs hebben meerdere talen voor het geluid. Kies een van de talen of taalcodes vanaf AA t/m ZU (zie “Taalcodelijst” op bladzijde 58).
SUBTITLE
Bepaalde discs hebben meerdere talen voor de ondertitels. Kies een van de talen of taalcodes vanaf AA t/m ZU (zie “Taalcodelijst” op bladzijde 58) of “OFF” (geen ondertitels).
Opmerking:
Indien de door u voor MENU LANGUAGE, AUDIO LANGUAGE of SUBTITLE gekozen taal niet op de disc is opgenomen, zal de oorspronkelijke taal van de disc automatisch als basistaal worden gebruikt.
ON SCREEN LANGUAGE
Kies de taal die voor het TV-scherm wordt gebruikt bij bediening.
ENGLISH
ENGLISH
OFF
ENGLISH
Kies een van de volgende instellingen:
16:9 NORMAL (breedbeeld-conversie)
Kies indien de aspectverhouding van uw TV op 16:9 is vastgesteld (breedbeeld-TV). Het toestel stelt automatisch de schermbreedte van het weergavebeeld juist in bij weergave van een beeld met een aspectverhouding van 4:3.
16:9 AUTO (breedbeeld-conversie)
Kies indien de aspectverhouding van uw TV 16:9 is (breedbeeld-TV).
4:3 LB (brievenbus-conversie)
Kies wanneer de aspectverhouding van uw TV 4:3 is (normale TV). Bij weergave van een breedbeeld, verschijnen zwarte balken aan de boven- en onderkant van het scherm.
4:3 PS (Pan Scan conversie)
Kies wanneer de aspectverhouding van uw TV 4:3 is (normale TV). Bij weergave van een breedbeeld, verschijnen de zwarte balken niet; maar worden de linker- en rechterranden van het beeld niet op het scherm getoond.
Bijv.: 16:9 Bijv.: 4:3 LB Bijv.: 4:3 PS
• Ook met “4:3 PS” gekozen, wordt het formaat met bepaalde DVD VIDEO’s op “4:3 LB” gesteld. Dit is afhankelijk van de gebruikte opnamemethode.
• Indien u “16:9 NORMAL” kiest voor een beeld waarvan de aspectratio 4:3 is, zal het beeld iets veranderen vanwege het omzetten van de beeldbreedte.
PICTURE SOURCE
U kunt “PICTURE SOURCE” veranderen voor een betere beeldkwaliteit indien de beelden bijvoorbeeld niet helder zijn, storing hebben of losse schuine strepen bevatten.
Kies een van de volgende instellingen:
7 Menu voor beeldinstellingenPICTURE
PICTURE
MONITOR TYPE
PICTURE SOURCE
SCREEN SAVER
MP3 / JPEG
MONITOR TYPE
U kunt het monitortype in overeenstemming met uw TV kiezen voor weergave van DVD VIDEO’s die met de 16:9 hoogte/breedte-verhouding zijn opgenomen.
4:3 LB
AUTO
ON
MP3
57
VIDEO (NORMAL)
Geschikt voor weergave van een videodisc met relatief weinig bewegende beelden.
VIDEO (ACTIVE)
Geschikt voor weergave van een videodisc met relatief veel bewegende beelden.
FILM Geschikt voor weergave van een disc waarop
een film is opgenomen.
AUTO Geschikt voor weergave van een disc waarop
zowel video als film is opgenomen. Het toestel herkent het beeldtype (film of video) van de geplaatste disc aan de hand van de discinformatie.
• Probeer de andere functie indien het weergavebeeld onhelder is, ruis heeft of de schuine lijnen van het beeld ruw zijn.
CENTER
0
0
AUDIO
L/R BALANCE
BASS
TREBLE
LFE ATT.
D. RANGE COMPRESSION
0dB
MID
SCREEN SAVER
U kunt de screen-saver functie activeren of uitschakelen.
Kies een van de volgende instellingen:
ON Het beeld op het TV-scherm wordt donker
indien er langer dan ongeveer 5 minuten geen bediening wordt uitgevoerd.
OFF De screen-saver werkt niet.
MP3/JPEG
Indien zowel MP3 bestanden als JPEG bestanden op een disc zijn opgenomen, kunt u kiezen welk soort bestanden u wilt weergeven.
Kies een van de volgende instellingen:
MP3 Het toestel geeft de MP3 bestanden weer.
JPEG Het toestel geeft de JPEG bestanden weer.
7 Menu voor audiokeuzeAUDIO
BASS
Voor het instellen van de versterking van de lage tonen die via de voorluidsprekers worden weergegeven vanaf –10 dB t/m +10 dB met stappen van 2.
TREBLE
Voor het instellen van de versterking van de hoge tonen die via de voorluidsprekers worden weergegeven vanaf –10 dB t/m +10 dB imet stappen van 2.
LFE ATT.
De Lage Frequentie Effect verzwakker vermindert vervorming van de lage tonen (bassen) die via de subwoofer worden weergegeven bij het afspelen van een disc met Dolby Digital of DTS Digital Surround.
Kies een van de volgende instellingen:
10dB Kies voor het verminderen van de vervorming
van de bassen via de subwoofer.
0dB Kies indien u deze functie niet wilt gebruiken.
D. RANGE COMPRESSION
U kunt ook bijvoorbeeld ’s avonds laat met een laag volume een krachtige geluidsweergave krijgen tijdens het luisteren naar het geluid met Dolby Digital.
Kies een van de volgende instellingen:
Nederlands
U kunt de volgende onderdelen tevens instellen met gebruik van de toetsen op het voorpaneel of de afstandsbediening (zie bladzijden 25 t/m 28).
L/R BALANCE
Voor het instellen van de balans tusssen de linkervoorluidspreker en rechtervoorluidspreker vanaf “R–21” t/m “CENTER” of “CENTER” t/m “L–21”.
Taalcodelijst
AA Afar AB Afkhaziaans AF Afrikaans AM Amharic AR Arabisch AS Assamitisch AY Aymara AZ Azerbeidzjaans BA Bashkir BE Wit-Russisch BG Bulgaars BH Bihari BI Bislama BN Bengaals, Bangla BO Tibetaans BR Bretons CA Catalaans CO Corsicaans CS Tsjechisch CY Wales DA Deens DZ Bhutaans EL Grieks EO Esperanto ET Estisch EU Baskisch
FA Perzisch FI Fins FJ Fiji FO Faeroese FY Fries GA Iers GD Schots Gaelisch GL Gallicaans GN Guarani GU Gujarati HA Hausa HI Hindoestani HR Croatiaans HU Hongaars HY Armenisch IA Interlingua IE Interlingue IK Inupiak IN Indonesisch IS Ijslands IW Hebreeuws JI Joods JW Javaans KA Georgiaans KK Kazaks KL Groenlands
KM Cambodiaans KN Kannadees KO Koreaans (KOR) KS Kashmiri KU Koerdisch KY Kirghiz LA Latijns LN Lingala LO Laothiaans LT Litouws LV Letlands, Lets MG Malagasi MI Maori MK Macedonisch ML Maleis MN Mongools MO Moldavisch MR Mahrattisch MS Maleis (MAY) MT Maltees MY Birmees NA Nauruaans NE Nepalees NL Nederlands NO Noors OC Occitan
MAX Kies voor een volledige verkleining van het
dynamisch bereik (vooral ’s avonds laat zeer handig).
MID Kies voor het ietwat verkleinen van het
dynamisch bereik.
OFF Kies indien u het surroundgeluid met het
volledige dynamische bereik (zonder effect) wilt beluisteren.
OM (Afan) Oromo OR Oriya PA Panjabi PL Pools PS Pashto, Pushto PT Portugees QU Quechua RM Rhaeto-Romance RN Kirundi RO Roemeens RU Russisch RW Kinyarwanda SA Sanskrit SD Sindhi SG Sangho SH
Servisch-Croatiaans SI Singhalees SK Slowaaks SL Sloveens SM Samoaans SN Shona SO Somalisch SQ Albanees SR Servisch SS Siswat ST Sesotho
SU Soedanees SV Zweeds SW Swahilisch TA Tam il TE Telugu TG Tajik TH Thais TI Tigrinya TK Turkmen TL Tagalog TN Setswana TO Tonga TR Turks TS Tsonga TT Tatar TW Twi UK Oekraïens UR Urdu UZ Oezbeeks VI Vietnamees VO Volapük WO Wolof XH Xosa YO Yoruba ZU Zoeloes
58
Bediening met het keuzemenu
7 Menu voor luidsprekerinstellingen
SPK. SETTING
SPK. SETTING
SIZE
LEVEL
DISTANCE
CROSS OVER
RETURN TO INITIAL
SIZE
Kies voor het invoeren van het SIZE submenu.
SIZE
FRONT SPEAKER
CENTER SPEAKER
SURROUND SPEAKER
SUB WOOFER
RETURN
FRONT SPEAKER, CENTER SPEAKER en SURROUND SPEAKER
Nederlands
Kies een van de volgende instellingen voor iedere luidspreker:
LARGE Kies indien het formaat van de in de
SMALL Kies indien het formaat van de in de
NONE Selecteer deze instelling wanneer u
SUB WOOFER
Kies een van de volgende instellingen:
USE Kies indien u een subwoofer heeft
NONE Kies indien u geen subwoofer gebruikt.
RETURN
Voor het terugkeren naar het SPK. SETTING menu.
Opmerkingen:
Indien u SMALL” voor de voorluidsprekers heeft gekozen, kunt u niet LARGE voor de midden- en surroundluidsprekers kiezen.
Indien u NONE voor de subwoofer heeft gekozen, kunt u nietSMALL” voor de voorluidsprekers kiezen.
U kunt het luidsprekerdiagram links op het SPK. SETTING menu
gebruiken voor het instellen van de luidsprekers.
Het luidsprekerdiagram voor de gekozen luidspreker is opgelicht.Het formaat van het luidsprekerdiagram verandert in
overeenstemming met uw instelling.
Luidsprekerdiagrams
100Hz
LARGE
SMALL
SMALL
NONE
luidspreker ingebouwde hoornvormige luidsprekerunit groter dan 12 cm is.
luidspreker ingebouwde hoornvormige luidsprekerunit kleiner dan 12 cm is.
geen luidspreker hebt aangesloten. (U kunt deze instelling niet kiezen voor de luidsprekers aan de voorzijde).
aangesloten.
Voorluidsprekers
LEVEL
Kies voor het invoeren van het LEVEL submenu.
LEVEL
CENTER SPEAKER
SURROUND LEFT SPEAKER
SURROUND RIGHT SPEAKER
SUB WOOFER
TEST TONE
RETURN
0dB
0dB
0dB
CENTER SPEAKER, SURROUND LEFT SPEAKER, SURROUND RIGHT SPEAKER en SUB WOOFER
Voor het instellen van het uitgangsniveau van deze luidsprekers met stappen van 1 binnen een bereik vanaf –10 dB t/m +10 dB.
TEST TONE
Voor het weergeven of stoppen van de testtoon.
RETURN
Voor het terugkeren naar het SPK. SETTING menu.
Opmerkingen:
Indien NONE voor de middenluidspreker, surroundluidsprekers en/of subwoofer met het SIZE menu is gekozen, zal “–” in plaats van de huidige instelling verschijnen. U kunt in dat geval het uitgangsniveau van deze luidsprekers niet instellen.
U kunt het uitgangsniveau van de middenluidspreker en/of surroundluidsprekers uitsluitend instellen indien een passende surroundfunctie is geactiveerd (zie bladzijde 34).
Indien NONE voor de midden- en/of surroundluidsprekers met het SIZE menu is gekozen, wordt geen testtoon via die/deze luidspreker(s) uitgestuurd.
DISTANCE
Kies voor het invoeren van het DISTANCE submenu.
DISTANCE
FRONT SPEAKER
CENTER SPEAKER
SURROUND SPEAKER
TEST TONE
RETURN
3.0m
3.0m
3.0m
FRONT SPEAKER, CENTER SPEAKER en SURROUND SPEAKER
Stel voor iedere luidspreker de afstand tot de luisterplaats in binnen het bereik vanaf 0,3 m t/m 9,0 m en met stappen van 0,3 m.
TEST TONE
Voor het weergeven of stoppen van de testtoon.
RETURN
Voor het terugkeren naar het SPK. SETTING menu.
59
Subwoofer
Middenluidspreker
Surroundluidsprekers
Opmerkingen:
Indien NONE voor de middenluidspreker en surroundluidsprekers met het SIZE menu is gekozen, zal “–” in plaats van de huidige instelling verschijnen. U kunt in dat geval de afstand voor deze luidsprekers nie instellen.
Indien NONE met het SIZE menu voor de midden- en/of surroundluidsprekers met het SIZE menu is gekozen, wordt geen testtoon via die/deze luidspreker(s) uitgestuurd.
CROSS OVER
Kleine luidsprekers kunnen de lage tonen niet efficiënt genoeg weergeven. Bij gebruik van een kleine luidspreker op welke plaats dan ook, stuurt dit toestel automatisch de voor de kleine luidspreker bedoelde lage tonen over naar de grotere luidsprekers. Voor een juist gebruik van deze functie moet het “drempelfrequentieniveau” in overeenstemming met het formaat van de kleinste aangesloten luidspreker worden ingesteld.
• Deze functie werkt niet indien u “LARGE” (of “LRG (groot)”—zie bladzijde 27) voor alle luidsprekers heeft ingesteld.
Kies een van de volgende instellingen:
120Hz Kies indien de hoornvormige luidsprekerunit
van de luidspreker ongeveer 8 cm is.
100Hz Kies indien de hoornvormige luidsprekerunit
van de luidspreker ongeveer 10 cm is.
80Hz Kies indien de hoornvormige luidsprekerunit
van de luidspreker ongeveer 12 cm is.
ON SCREEN GUIDE
Voor het activeren of uitschakelen van de iconen op het scherm ter begeleiding: Voor meerdere camerahoeken: Voor meerdere ondertitels: Voor meerdere talen van het geluid: Voor weergavestatus: , ,
x 5
De in-beeld iconen verschijnen ter begeleiding bij het begin van de weergave op de TV indien deze functie is geactiveerd.
Bij opname van het beeld met de videorecorder, moet u “OFF” instellen zodat de aanduidingen aan de bovenkant niet op de videoband worden opgenomen.
• Het keuzemenu en de in-beeldstaaf kunnen ook worden opgenomen, ookal is deze functie op “OFF” gesteld.
Kies een van de volgende instellingen:
ON Kies voor het activeren van deze functie.
OFF Kies voor het uitschakelen van deze functie.
1/8
,enz.
,
Nederlands
RETURN TO INITIAL
Voor het terugstellen van alle veranderde luidsprekerinstellingen naar de basisinstellingen.
7 Menu voor overige instellingenOTHERS
OTHERS
RESUME
ON SCREEN GUIDE
AUTO STANDBY
PARENTAL LOCK
RESUME
Voor het activeren of uitschakelen van de functie voor weergavevoortzetting voor de ingebouwde DVD-speler.
Kies een van de volgende instellingen:
ON Kies voor het activeren van deze functie.
OFF Kies voor het uitschakelen van deze functie.
ON
ON
OFF
• De ondertitels en de informatie voor het inzoomen (zie bladzijde 46) verschijnen altijd, ongeacht deze instelling, op het display.
AUTO STANDBY
Het toestel kan automatisch worden uitgeschakeld wanneer de weergave van de ingebouwde DVD-speler stopt en niet binnen de door u ingestelde tijd weer wordt gestart.
• Deze functie werkt uitsluitend indien “DVD” als bron is gekozen.
Kies een van de volgende instellingen:
60 Het toestel wordt uitgeschakeld indien er niet
binnen 60 minuten een bediening wordt uitgevoerd.
30 Het toestel wordt uitgeschakeld indien er niet
binnen 30 minuten een bediening wordt uitgevoerd.
OFF Kies voor het uitschakelen van deze functie.
• Indien zowel de automatische standbyfunctie als de inslaaptimer (zie bladzijde 14) zijn geactiveerd, zal de functie met de vroegste uitschakeltijd het toestel uitschakelen.
PARENTAL LOCK
U kunt een instelling maken voor een restrictie van de weergave van een DVD VIDEO met bijvoorbeeld geweldadige of niet voor kleine kinderen geschikte scènes.
• U kunt “PARENTAL LOCK” uitsluitend voor het starten van de weergave kiezen.
Kies voor het invoeren van het PARENTAL LOCK submenu in. (Zie bladzijden 61 en 62).
60
Bediening met het keuzemenu
4
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om de landcode te kiezen en druk vervolgens op ENTER.
Het verplaatst naar “SET LEVEL”.
5
Druk op ENTER.
Het pop-up venster voor het instellen van het niveau verschijnt.
Beperken van weergave met het kinderslot (Parental Lock)
Met deze functie kunt u de weergave van een DVD VIDEO met bijvoorbeeld geweldadige of niet voor kinderen geschikte scènes beperken. Een disc kan niet zondermeer worden afgespeeld, tenzij u het kinderslot annuleert.
• Deze instelling heeft uitsluitend effect op een DVD VIDEO die informatie voor het restrictieniveau—Niveau 1 (meeste
Nederlands
restrictie) tot Niveau 8 (minste restrictie) heeft. Weergave van een disc met een hoger niveau dan het gekozen niveau is niet zondermeer mogelijk. Bepaalde discs kunnen mogelijk in het geheel niet worden afgespeeld en bij andere discs worden de gedeelten met een hoger niveau mogelijk overgeslagen. Bijv.: Indien u “4” kiest, kunnen discs met het 5, 6, 7 of 8
restrictieniveau worden afgespeeld.
• U kunt het kinderslot uitsluitend instellen wanneer de weergave is gestopt.
7 Instellen van het kinderslot
1
Druk op CHOICE, en druk vervolgens op cursor 3 (of 2) om het OTHERS menu te tonen.
2
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om naar “PARENTAL LOCK” te verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
Het PARENTAL LOCK submenu verschijnt op de TV.
PARENTAL LOCK
COUNTRY CODE
SET LEVEL
PASSWORD
EXIT
US
NONE
_ _ _ _
PARENTAL LOCK
COUNTRY CODE
SET LEVEL
PASSWORD
EXIT
SELECT
ENTER
6
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om het
NL
NONE 8
NONE
7 6
_ _ _ _
5 4 3
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM. TO EXIT, PRESS CHOICE.
restrictieniveau te kiezen en druk vervolgens op ENTER.
Het verplaatst naar “PASSWORD”.
• Een lagere waarde betekent een strenger restrictieniveau.
• Kies “NONE” om het kinderslot te annuleren.
PARENTAL LOCK
COUNTRY CODE
SET LEVEL
PASSWORD
EXIT
SELECT
ENTER
7
Voer een vier-cijferig wachtwoord met de
NL
4
_ _ _ _
NEW PASSWORD? PRESS 0 9KEY. TO EXIT, PRESS CHOICE.
cijfertoetsen (0 – 9) in en druk vervolgens op ENTER.
Het verplaatst naar “EXIT”.
8
Druk op ENTER.
Het OTHERS menu verschijnt weer.
Weer terugkeren naar het normale scherm
Druk op CHOICE.
SELECT
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM. TO EXIT, PRESS CHOICE.
ENTER
3
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om naar “COUNTRY CODE” te verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
Het submenu voor het instellen van de landcode verschijnt.
PARENTAL LOCK
COUNTRY CODE
SET LEVEL
PASSWORD
EXIT
SELECT
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM. TO EXIT, PRESS CHOICE.
ENTER
US
NONE
_ _ _ _
NG NI NL NO NP NR NU
• Zie “Codelijst voor landen/gebieden voor kinderslot” op bladzijde 63.
61
Opmerking:
Onthoud uw wachtwoord, of schrijf het ergens even op. U heeft uw wachtwoord nodig voor het veranderen van de instelling of het annuleren van het kinderslot. Zie bladzijde 62 voor het veranderen van de instelling.
7 Veranderen van de instelling van het
kinderslot
1
Druk op CHOICE en druk vervolgens op cursor 3 (of 2) om het OTHERS menu te tonen.
2
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om naar “PARENTAL LOCK” te verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
Het PARENTAL LOCK submenu verschijnt op de TV.
• U kunt
uitsluitend naar “PASSWORD” of “EXIT”
verplaatsen voordat u uw wachtwoord heeft ingevoerd.
PARENTAL LOCK
COUNTRY CODE
LEVEL
PASSWORD
EXIT
SELECT
ENTER
3
Voer uw wachtwoord met de cijfertoetsen
NL
4
_ _ _ _
PASSWORD? PRESS 0 9KEY. TO EXIT, PRESS CHOICE.
(0 – 9) in en druk vervolgens op ENTER.
• “WRONG! RETRY••• PRESS 0~9KEY” verschijnt op het PARENTAL LOCK submenu indien u een fout wachtwoord heeft ingevoerd. U kunt niet naar de volgende stap gaan, tenzij u het juiste wachtwoord heeft ingevoerd.
4
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om naar het te veranderen onderdeel te verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
7 Tijdelijk annuleren van het kinderslot
Indien u een streng of hoog restrictieniveau heeft ingesteld, kunnen bepaalde discs mogelijk geheel niet worden afgespeeld. Het volgende display verschijnt op het TV­scherm nadat u een dergelijke disc heeft geplaatst en de weergave probeert te starten. U kunt in dat geval het kinderslot tijdelijk annuleren.
PARENTAL LOCK
TEMPORARY RELEASE
NOT RELEASE
PASSWORD
SELECT
ENTER
1
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om
_ _ _ _
PASSWORD? ••• PRESS 0 ~ 9 KEY
naar “TEMPORARY RELEASE” te verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
Het verplaatst naar “PASSWORD”.
• Indien u het kinderslot niet tijdelijk wilt annuleren, moet
u “NOT RELEASE” met cursor (of 5), kiezen en dan op ENTER drukken. Druk op 0 om de disc te verwijderen.
2
Voer uw wachtwoord met de cijfertoetsen (0 – 9) in en druk vervolgens op ENTER.
De weergave start nu.
• “WRONG! RETRY••• PRESS 0~9KEY” verschijnt op het PARENTAL LOCK submenu indien u een fout wachtwoord heeft ingevoerd. U kunt de disc niet afspelen voordat u het juiste wachtwoord heeft ingevoerd.
Nederlands
5
Druk herhaaldelijk op cursor (of 5) om de instelling te veranderen en druk vervolgens op ENTER.
6
Voer uw wachtwoord met de cijfertoetsen (0 – 9) in en druk vervolgens op ENTER.
De nieuwe instelling is nu vastgelegd.
Opmerkingen:
U kunt het restrictieniveau en kinderslot niet veranderen indien het wachtwoord niet juist is ingevoerd.
Indien u het PARENTAL LOCK submenu verlaat voordat u in stap uw wachtwoord heeft ingevoerd, zal de nieuwe landcode en het restrictieniveau niet van kracht worden. In dat geval blijven de oude landcode en het oude restrictieniveau van kracht.
Het verplaatst automatisch naar EXIT en cursor ∞ (of 5) werkt niet indien u meer dan drie keer een fout wachtwoord invoert. Druk op ENTER om het PARENTAL LOCK submenu te verlaten en herhaal vervolgens de handelingen vanaf stap 1.
Voer “8888 in indien u uw wachtwoord bent vergeten.
Opmerking:
Het verplaatst automatisch naar NOT RELEASE en cursor
(of 5) werkt niet indien u meer dan drie keer een fout
wachtwoord invoert. Druk op 0 om de disc te verwijderen.
6
62
Bediening met het keuzemenu
Codelijst voor landen/gebieden voor kinderslot
AD Andorra AE Verenigde Arabische
Emiraten AF Afghanistan AG Antigua en Barbuda AI Anguilla AL Albanië AM Armenië AN Nederlandse Antillen AO Angola AQ Antarctica AR Argentinië AS Amerikaans Samoa AT Oostenrijk AU Australië AW Aruba AZ Azerbeidzjan BA Bosnië en Herzegovina
Nederlands
BB Barbados BD Bangladesh BE België BF Burkina Faso BG Bulgarije BH Bahrain BI Burundi BJ Benin BM Bermuda BN Brunei Darussalam BO Bolivia BR Brazilië BS Bahamas BT Bhutan BV Bouvet Eiland BW Botswana BY Belarus BZ Belize CA Canada CC Cocos (Keeling) Eilanden CF Centrale Afrikaanse
Republiek CG Kongo CH Zwitzerland CI Ivoorkust CK Cook Eilanden CL Chili CM Kameroen CN China CO Colombia CR Costa Rica CU Cuba CV Kaapverdië CX Christmas Eiland CY Cyprus CZ Republiek Tsjechië DE Duitsland DJ Djibouti DK Denmarken DM Dominica DO Dominicaanse Republiek DZ Algerije EC Ecuador EE Estland EG Egypte EH Westerse Sahara
ER Eritrea ES Spanje ET Ethiopië FI Finland FJ Fiji FK Falkland Eilanden
(Malvinas)
FM Micronesië
(Federalen Staten van) FO Faroe Eilanden FR Frankrijk FX Frankrijk, Metropolen GA Gabon GB Groot-Brittannië GD Grenada GE Georgië GF Frans Guyana GH Ghana GI Gibraltar GL Groenland GM Gambia GN Guinea GP Guadeloupe GQ Equatoriaal-Guinea GR Griekenland GS Zuid-Georgia en de South
Sandwich Eilanden GT Guatemala GU Guam GW Guinea-Bissau GY Guyana HK Hong Kong HM Heard Eiland en
McDonald Eilanden HN Honduras HR Croatië HT Haïti HU Hongarije ID Indonesië IE Ierland IL Israël IN India IO Britse Indische Oceaan
Territorium IQ Irak IR Iran (Islamitische
Republiek) IS Ijsland IT Italië JM Jamaica JO Jordan JP Japan KE Kenia KG Kirgizië KH Cambodja KI Kiribati KM Comoros KN Saint Kitts en Nevis KP Korea, Democratische
Volksrepubliek KR Republiek Korea KW Kuwait KY Kaaiman Eilanden KZ Kazakstan
LA Laos Democratische
Volksrepubliek LB Libanon LC Saint Lucia LI Liechtenstein LK Sri Lanka LR Liberia LS Lesotho LT Litouwen LU Luxemburg LV Letland LY Libië Arabisch
Jamahiriya MA Marokko MC Monaco MD Republiek Moldova MG Madagascar MH Marshall Eilanden ML Mali MM Myanmar MN Mongolië MO Macau MP Northern Mariana
Eilanden MQ Martinique MR Mauritanië MS Montserrat MT Malta MU Mauritius MV Malediven MW Malawi MX Mexico MY Maleisië MZ Mozambique NA Namibië NC Nieuw Caledonia NE Niger NF Norfolk Eiland NG Nigeria NI Nicaragua NL Nederland NO Noorwegen NP Nepal NR Nauru NU Niue NZ Nieuw Zealand OM Oman PA Panama PE Peru PF Frans Polynesië PG Papua Nieuw Guinea PH Filippijnen PK Pakistan PL Polen PM Saint Pierre en Miquelon PN Pitcairn PR Puerto Rico PT Portugal PW Palau PY Paraguay QA Qatar RE Réunion RO Roemenië RU Russische Federatie
RW Rwanda SA Saoedi-Arabië SB Solomon Eilanden SC Seychellen SD Soedan SE Zweden SG Singapore SH Saint Helena SI Slovenië SJ Svalbard en Jan Mayen SK Slowakije SL Sierra Leone SM San Marino SN Senegal SO Somalië SR Suriname ST Sao Tome en Principe SV El Salvador SY Syrië Arabische
Republiek SZ Swaziland TC Turks en Caicos Eilanden TD Chad TF Franse Zuidelijke
Territorieën TG Togo TH Thailand TJ Tadzjikistan TK Tokelau TM Turkmenistan TN Tunisië TO Tonga TP Oost Timor TR Turkije TT Trinidad en Tobago TV Tuvalu TW Taiwan TZ Tanzania, Verenigde
Republiek UA Oekraïne UG Oeganda UM Verenigde Staten Minor
Outlying Eilanden US Verenigde Staten UY Uruguay UZ Oezbekistan VA Vaticaanstad VC Sint Vincent en de
Grenadines VE Venezuela VG Virgin Eilanden (Brits) VI Virgin Eilanden (V.S.) VN Vietnam VU Vanuatu WF Wallis en Futuna
Eilanden WS Samoa YE Yemen YT Mayotte YU Joegoslavië ZA Zuid-Africa ZM Zambia ZR Zaïre ZW Zimbabwe
63

Termen voor de DVD-speler

Aspectverhouding
De ratio van de verticale lengte en horizontale breedte van een beeld op het TV-scherm. De horizontaal/verticaal­ratio van normale TV’s is 4:3 en van breedbeeld-TV’s 16:9.
Bemonsteringsfrequentie
Frequentie van bemonsteringsdata wanneer analoge data naar digitale data worden omgezet. Het getal van de bemonsteringsfrequentie toont hoe vaak de oorspronkelijke analoge data per seconde worden bemonsterd.
Brievenbus (Letter Box)
Een methode voor het tonen van breedbeelden als bioscoopbeelden op een 4:3 TV-scherm waarbij geen gedeeltes van het beeld verloren gaan door zwarte balken aan de boven- en onderkant van het scherm te plaatsen. Het scherm ziet er min of meer uit als een standaard-brievenbus en vandaar deze naam.
Component videosignaal
Een videosignaalsysteem waarbij gedeelten van informatie die vereist is voor het reproduceren van het beeldsignaal, bestaan uit drie primaire kleuren van licht die via gescheiden signaallijnen wordt uitgestuurd. Diverse typen signalen, bijvoorbeeld R/G/B,
B/PR, enz., zijn beschikbaar.
Y/P
Lineair PCM (PCM: Pulse Code Modulation)
Een systeem voor het omzetten van analoge geluidssignalen naar digitale signalen voor het later verwerken. Bij de conversie wordt geen datacompressie gebruikt.
Meerdere talen (multi-taal)
Een titel kan met meerdere talen zijn opgenomen. We noemen dit multi-taal.
MP3
Een bestandsformaat met een geluidsdata­compressiesysteem. “MP3” is de afkorting van Motion Picture Experts Group 1 (of MPEG-1) Audio Layer 3. met gebruik van het MP3 formaat kan één CD-R of CD-RW ongeveer 10 keer meer data opslaan dan in vergelijking met een normale CD.
Multi-hoek (camerahoeken)
Door scènes in dezelfde titel tegelijkertijd vanuit meerdere camerahoeken of perspectieven op te nemen, kunt u de gewenste hoek kiezen. We noemen dit multi-hoek.
Multikanaal
Een DVD VIDEO heeft voor ieder geluidsspoor een geluidsveld. Multikanaal refereert aan de structuur van geluidssporen die drie of meer kanalen hebben.
Nederlands
Composiet videosignaal
Staat voor het videosignaal dat uit drie gecombineerde signalen bestaat: een beeldsignaal opgebouwd uit luminantie- en chrominantiesignalen met gebruik van de frequentiemultiplicatie-techniek; een “burst” signaal dat de basis voor kleurreproductie levert; en een synchronisatiesignaal.
Discmenu
Een scherm dat wordt getoond en waarmee u diverse keuzes kunt maken voor het beeld, geluid, de ondertitels, meerdere camerahoeken, enz. uit de mogelijkheden die op een DVD VIDEO zijn opgenomen.
Hoofdstuk
Dit is de kleinste onderverdeling op een DVD VIDEO. Een hoofdstuk is een afzonderlijk gedeelte binnen een titel en eigenlijk vergelijkbaar met een fragment of liedje van een CD of VCD.
JPEG
Een datacompressiesysteem voor stilbeelden (foto’s) van Joint Photographic Expert Group, dat ondanks de hoge compressieratio weinig kwaliteitsvermindering heeft.
Kinderslot (Parental Lock)
Een functie van dit toestel die automatisch bepaalt of een DVD VIDEO wel of niet mag worden weergegeven door het restrictieniveau (een beperking voor het niet-tonen van ongewenste scènes, enz. vanuit educatief oogpunt bekeken) dat met de software van te voren is ingesteld, te vergelijken met het niveau dat door de gebruiker van dit toestel is gekozen. Indien het niveau van de software (disc) lager dan het door u ingestelde niveau is, kan de software worden weergegeven.
Overdrachtwaarde
De waarde van het overdragen of versturen van digitale data. Normaliter wordt deze waarde (ook “bitwaarde” genoemd) in “bps” uitgedrukt. Het DVD-systeem heeft een variabele overdrachtwaarde voor een hoge efficiency.
Packed PCM (PCM: Pulse Code Modulation)
Een formaat voor DVD AUDIO met een compressieratio van 2:1. Het is geschikt voor max. 192 kHz/24 bit en kan PCM signalen compleet recreëren.
Playback control (PBC)
Refereert aan de signalen die op een VCD/SVCD zijn opgenomen voor het regelen van de weergave. Met gebruik van menuschermen die op een met PBC opgenomen VCD/SVCD zijn vastgelegd, kunt u op interactieve wijze diverse bedieningen uitvoeren of gedeeltes opzoeken.
Regiocode
Een systeem dat vooraf bepaalt welke discs in welke regio’s of landen kunnen worden afgespeeld. De landen in de wereld zijn in zes regio’s verdeeld, en iedere regio wordt met een specifieke regiocode (of regionummer) geïdentificeerd. Indien de regiocode van de disc een nummer bevat van de regiocode van een speler, kan deze disc met die speler worden weergegeven.
Surround
Een systeem voor drie-dimensionale geluidsvelden waarbij u een realistische geluidsweergave via meerdere rond de luisteraar opgestelde luidsprekers krijgt.
64

Bediening van JVC audio- en videocomponenten

U kunt uw andere JVC audio- en videocomponenten bedienen met de afstandsbediening die bij dit toestel is geleverd, omdat de bedieningssignalen voor JVC componenten reeds in deze afstandsbediening zijn vastgelegd.
Bediening van audiocomponenten
Bediening van JVC audiocomponenten met deze afstandsbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandsbedieningssensor op het toestel.
• Voor het bedienen van een bron moet de bron eerst zijn gekozen met de bronkeuzetoetsen van de afstandsbediening.
• Zie tevens de bij de betreffende componenten geleverde gebruiksaanwijzingen.
7 Gedeelte voor regelen van geluid (versterker)
Kunt u de volgende handelingen uitvoeren:
Nederlands
BASS + of – Instellen van de lage tonen.
TREBLE + of Instellen van de hoge tonen.
AUDIO POSITION Instellen van de audiopositie voor de
subwoofer.
SURROUND ON/OFF Activeren of uitschakelen van de
surroundfuncties—Dolby Digital, DTS Digital Surround en Dolby Pro Logic II.
SURROUND MODE Kiezen van de surroundfuncties.
TEST Activeren of uitschakelen van de
testtoon.
CENTER + of – Instellen van het uitgangsniveau voor
de middenluidspreker.
SURR L + of – Instellen van het uitgangsniveau voor
de linkersurroundluidspreker.
SURR R + of – Instellen van het uitgangsniveau voor
de rechtersurroundluidspreker.
SUBWFR + of – Instellen van het uitgangsniveau voor
de subwoofer.
EFFECT Kiezen van het effectniveau.
65
7 CD-recorder
Na een druk op CDR kunt u de volgende bedieningen voor een CD-speler en een CD-recorder uitvoeren:
3 Starten van de weergave.
4 Terugkeren naar het begin van het spelende
(of voorgaande) fragment.
¢ Verspringen naar het begin van het
volgende fragment.
¡ In voorwaartse richting opzoeken van een
bepaald punt.
1 In achterwaartse richting opzoeken van een
bepaald punt.
7 Stoppen van de weergave.
8 Pauzeren van de weergave. Druk op 3 om
de weergave te hervatten.
1 10, +10 Direct kiezen van een fragmentnummer.
Voor fragmentnummer 5, drukt u op 5. Voor fragmentnummer 15, drukt u op +10 en dan op 5. Voor fragmentnummer 20, drukt u op +10 en dan op 10. Voor fragmentnummer 30, drukt u op +10, +10 en dan op 10.
Opmerking:
Voor het starten van de opname op een CD-recorder moet u de toetsen van de CD-recorder zelf of de daarbij behorende afstandsbediening gebruiken.
7 Tuner
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
FM/AM Afstemmen op de laatst ingestelde FM-
zender of AM-zender.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de FM en AM golfband ingesteld.
Na een druk op FM/AM kunt u de volgende bedieningen voor de tuner uitvoeren:
1 10, +10 Direct kiezen van een voorkeurzender.
Voor voorkeurzendernummer 5, drukt u op
5. Voor voorkeurzendernummer 15, drukt u op +10 en dan op 5. Voor voorkeurzendernummer 20, drukt u op +10 en dan op 10.
TUNING 9 of ( Afstemmen op zenders.
MEMORY Vastleggen van voorkeurzenders.
FM MODE Kiezen van de FM-ontvangstfunctie.
Met FM als golfband gekozen, kunt u de volgende bedieningen voor RDS uitvoeren:
DISPLAY Tonen van RDS-informatie.
PTY SEARCH/PTY 9 of (
Zoeken naar PTY-codes.
TA/NEWS/INFO Kiezen van programma’s voor de
Enhanced Other Networks functie.
Bediening van videocomponenten
Bediening van JVC videocomponenten met deze afstandsbediening
• Bepaalde JVC videorecorders accepteren twee verschillende soorten bedieningssignalen —afstandsbedieningscode “A” en “B”. Controleer dat de afstandsbedieningscode van de aangesloten videorecorder op “A” is gesteld alvorens deze afstandsbediening voor de videorecorder te gebruiken.
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandsbedieningssensor op het videocomponent, en dus niet naar dit toestel.
7 TV
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
TV In- of uitschakelen van de TV.
TV VOL +/– Instellen van het volume.
TV/VIDEO Kiezen van de ingangsfunctie (TV of
VIDEO).
Na een druk op TV kunt u de volgende bedieningen voor de TV uitvoeren:
CHANNEL +/– Veranderen van het kanaal.
1 – 9, 0, 100+ Kiezen van het kanaal.
Voor kanaalnummer 5, drukt u op 5. Voor kanaalnummer 10, drukt u op 1 en dan op 0. Voor kanaalnummer 23, drukt u op 2 en dan op 3. Voor kanaalnummer 135, drukt u op 100+, 3 en dan op 5.
TV RETURN Afwisselend schakelen tussen het
voorgaande en huidige kanaal.
7 VCR
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
VCR In- of uitschakelen van de videorecorder.
Na een druk op VCR kunt u de volgende bedieningen voor de videorecorder uitvoeren:
CHANNEL +/– Veranderen van het kanaal.
1 – 9, 0 Kiezen van de TV-kanalen op de
videorecorder. Voor kanaalnummer 5, drukt u op 5. Voor kanaalnummer 10, drukt u op 1 en dan op 0. Voor kanaalnummer 23, drukt u op 2 en dan op 3.
3 Starten van de weergave.
1 Terugspoelen van een band.
¡ Snel doorspoelen van een band.
7 Stoppen van de werking.
8 Pauzeren van de weergave. Druk op 3 om
de weergave te hervatten.
66
Nederlands

Bediening van apparatuur van andere merken

U kunt met de afstandsbediening van dit toestel bedieningssignalen voor andere merken TV’s, STB’s en videorecorders uitsturen. Door de reeds vastgelegde afstandsbedieningssignalen te veranderen naar signalen voor andere merken, kunt u deze afstandsbediening gebruiken voor het bedienen van componenten van een ander merk.
5
Veranderen van de reeds vastgelegde bedieningssignaalcodes
Voor het bedienen van componenten van een ander merk met gebruik van deze afstandsbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandsbedieningssensor van het te bedienen component.
• Voor het bedienen van een bron moet eerst de bron zijn gekozen met de bronkeuzetoetsen van de afstandsbediening.
• Zie tevens de bij de andere componenten geleverde gebruiksaanwijzingen.
Nederlands
Veranderen van de bedieningssignalen voor bedieningen van een TV van een ander merk
1
Houd TV ingedrukt.
2
Druk op TV.
3
Voer de fabrikantcode met de cijfertoetsen (1 – 9, 0) in.
Zie de tabel hier rechts voor de code.
4
Laat TV los.
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
TV In- of uitschakelen van de TV.
TV VOL +/– Instellen van het volume.
TV/VIDEO Kiezen van de ingangsfunctie (TV of
VIDEO).
Na een druk op TV kunt u de volgende bedieningen voor de TV uitvoeren:
CHANNEL +/– Veranderen van het kanaal.
1 – 9, 0, 100+ Kiezen van het kanaal.
Voor kanaalnummer 5, drukt u op 5. Voor kanaalnummer 10, drukt u op 1 en dan op 0. Voor kanaalnummer 23, drukt u op 2 en dan op 3. Voor kanaalnummer 135, drukt u op 100+, 3 en dan op 5.
TV RETURN functioneert als de ENTER toets indien u voor uw TV op ENTER moet drukken na het kiezen van een kanaalnummer.
Probeer nu uw TV te bedienen door een druk op TV
U heeft de juiste code ingevoerd indien uw TV nu wordt in- of uitgeschakeld.
Zo niet, indien er meerdere codes voor uw merk TV zijn, probeer dan de andere code.
Fabrikant Code
JVC 01*
AKAI 02, 05
BLAUPANKT 03
DAEWOO 09, 30, 31
FENNER 04, 30, 31
FISHER 05
GRUNDIG 06
HITACHI 07, 08
IRRADIO 02, 05
MAGNAVOX 09
MITSUBISHI 10, 32
MIVER 03
NOKIA 11, 33
NORDMENDE 12, 13, 17, 25 – 27
ORION 14
PANASONIC 15, 16
PHILIPS 09
SABA 12, 13, 17, 25 – 27
SAMSUNG 09, 18, 31
SANYO 05
SCHNEIDER 02, 05
SHARP 19
SONY 20 – 24
TELEFUNKEN 12, 13, 17, 25 – 27
THOMSON 12, 13, 17, 25 – 27, 29
TOSHIBA 28
*
01 is de basiscode.
Opmerking:
De fabrikantcodes kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd. U kunt deze afstandsbediening niet meer voor het bedienen van het component gebruiken indien de codes zijn veranderd.
.
Fabrikantcodes voor TV
Opmerkingen:
Zie tevens de bij uw TV geleverde gebruiksaanwijzing.
Het is mogelijk dat niet alle functies voor sommige TV’s
werken.
Indien u niet met de cijfertoetsen van kanaal kunt veranderen, gebruik dan CHANNEL + of – voor het veranderen van kanaal.
67
Veranderen van de bedieningssignalen voor bedieningen van een STB van een ander merk
1
Houd STB ingedrukt.
2
Druk op STB.
3
Voer de fabrikantcode met de cijfertoetsen (1 – 9, 0) in.
Zie de tabel hier rechts voor de code.
4
Laat STB los.
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
STB In- of uitschakelen van de STB.
Na een druk op STB kunt u de volgende bedieningen voor de STB uitvoeren:
CHANNEL +/– Veranderen van het kanaal.
1 – 9, 0, 100+ Kiezen van het kanaal.
Voor kanaalnummer 5, drukt u op 5. Voor kanaalnummer 10, drukt u op 1 en dan op 0. Voor kanaalnummer 23, drukt u op 2 en dan op 3. Voor kanaalnummer 135, drukt u op 100+, 3 en dan op 5.
TV RETURN functioneert als de ENTER toets indien u voor uw STB op ENTER moet drukken na het kiezen van een kanaalnummer.
Opmerking:
Zie tevens de bij uw STB geleverde gebruiksaanwijzing.
5
Probeer nu uw STB te bedienen door een druk STB
U heeft de juiste code ingevoerd indien uw STB nu wordt in- of uitgeschakeld.
Zo niet, indien er meerdere codes voor uw merk STB zijn, probeer dan de andere code.
.
Fabrikantcodes voor STB
Fabrikant Code
JVC 01*, 02
AMSTRAD 03 – 06, 31
BT 01
CANAL STELLITE 20
CANAL + 20
D–BOX 24
ECHOSTAR 17 – 19, 21
FINLUX 11
FORCE 28
GALAXIS 27
GRUNDIG 07, 08
HIRSCHMANN 07, 17, 37
ITT NOKIA 11
JERROLD 16
KATHREIN 13, 14, 34
LUXOR 11
MASCOM 32
MASPRO 13
NOKIA 24, 26, 33
PACE 10, 25, 31
PANASONIC 15
PHILIPS 09, 23
RFT 12
SABA 35
SAGEM 22, 29
SALORA 11
SELECTOR 29
SKYMASTER 12, 36
THOMSON 35
TPS 22
TRIAX 30
WISI 07
*
01 is de basiscode.
Nederlands
Opmerking:
De fabrikantcodes kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd. U kunt deze afstandsbediening niet meer voor het bedienen van het component gebruiken indien de codes zijn veranderd.
68
Bediening van apparatuur van andere merken
Veranderen van de bedieningssignalen voor bedieningen van een videorecorder van een ander merk
1
Houd VCR ingedrukt.
2
Druk op VCR.
3
Voer de fabrikantcode met de cijfertoetsen (1 – 9, 0) in.
Zie de tabel hier rechts voor de code.
4
Laat VCR los.
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
VCR In- of uitschakelen van de videorecorder.
Na een druk op VCR kunt u tevens de volgende
Nederlands
bedieningen voor de videorecorder uitvoeren:
1 9, 0 Kiezen van het TV-kanaal op de
videorecorder. Voor kanaalnummer 5, drukt u op 5. Voor kanaalnummer 10, drukt u op 1 en dan op 0. Voor kanaalnummer 23, drukt u op 2 en dan op 3.
TV RETURN functioneert als de ENTER toets indien u voor uw videorecorder op ENTER moet drukken na het kiezen van een kanaalnummer.
3 Starten van de weergave.
1 Terugspoelen van een band.
¡ Snel doorspoelen van een band.
7 Stoppen van de werking.
8 Pauzeren van de weergave. Druk op 3 om
de weergave te hervatten.
Fabrikantcodes voor videorecorder
Fabrikant Code
JVC 01*
AKAI 02, 36
BELL+HOWELL 03, 16
BLAUPUNKT 04
CGM 03, 05, 16
DAEWOO 34
DIGITAL 05
FISHER 03, 16
G.E. 06
GRUNDIG 07
HITACHI 08, 09
LOEWE 05, 10, 11
MAGNAVOX 04, 05
MITSUBISHI 12 – 15
NOKIA 16
NORDMENDE 17 – 19, 31
ORION 20
PANASONIC 21
PHILIPS 05, 22
PHONOLA 05
SABA 17 – 19, 23, 31
SAMSUNG 24, 25
SANYO 03, 16
SHARP 26, 27
SIEMENS 07
SONY 28 – 30, 35
TELEFUNKEN 17 – 19, 31, 32
TOSHIBA 33
*
01 is de basiscode.
Opmerking:
Zie tevens de bij uw videorecorder geleverde gebruiksaanwijzing.
5
Probeer nu uw videorecorder te bedienen door een druk op VCR
U heeft de juiste code ingevoerd indien uw videorecorder nu wordt in- of uitgeschakeld.
Zo niet, indien er meerdere codes voor uw merk videorecorders zijn, probeer dan de andere code.
.
69
Opmerking:
De fabrikantcodes kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd. U kunt deze afstandsbediening niet meer voor het bedienen van het component gebruiken indien de codes zijn veranderd.

Onderhoud

Voor een optimale werking van dit toestel moet u uw discs en het mechanisme schoon houden.
Algemene opmerkingen
Over het algemeen behoudt u een optimaal resultaat door uw discs en het mechanisme schoon te houden.
• Bewaar discs in de bijbehorende doosjes in een kast of audiomeubel.
Behandelen van discs
• Houd de disc aan de rand vast en druk licht op het middengat om de disc uit het doosje te halen.
• Raak de spiegelachtige kant van de disc niet aan en buig de disc niet.
• Plaats de disc na gebruik direct terug in het doosje zodat vervorming wordt voorkomen.
• Wees voorzichtig zodat er geen krassen op de disc komen wanneer u de disc terug in het doosje plaatst.
• Stel discs niet aan het directe zonlicht, extreme temperaturen en vochtigheid onderhevig.
Reinigen van de disc
Veeg de disc met een zachte doek, vanaf het midden in een rechte lijn naar de rand toe, schoon.
Gebruik GEEN oplosmiddelen—zoals conventionele platenreinigers, spray, thinner of benzinevoor het reinigen van de disc.
Nederlands
Reinigen van het toestel
• Vlekken op het toestel Verwijder vlekken met een zachte doek. Bevochtig een doek met water en een neutraal schoonmaakmiddel en wring de doek goed uit voor het verwijderen van hardnekkig vuil. Veeg na met een droge doek.
• Voorkom een slechtere kwaliteit, beschadiging of bladderende lak en let derhalve op het volgende. – Veeg NIET schoon met een harde doek. – Veeg NIET te hard. – Veeg NIET met thinner of benzine. – Gebruik GEEN vluchtige middelen, zoals insectenspray,
bij het toestel.
– Zorg dat rubber of plastic NIET langdurig contact met het
toestel maakt.
70

Oplossen van problemen

Gebruik de volgende tabel indien u een probleem met het systeem heeft. Raadpleeg een JVC onderhoudscentrum indien het probleem niet op te lossen lijkt.
7 Algemeen
PROBLEEM
De stroom wordt niet ingeschakeld.
Geen geluid via de luidsprekers.
Nederlands
Uitsluitend geluid via één luidspreker.
“OVERLOAD” knippert op het display.
Het STANDBY lampje licht op nadat de stroom werd ingeschakeld, maar het toestel schakelt vervolgens direct uit (naar standby).
De afstandsbediening werkt niet goed.
De afstandsbediening werkt niet.
MOGELIJKE OORZAAK
De stekker is niet in een stopcontact gestoken.
De luidsprekersnoeren zijn niet aangesloten.
De audiokabel is niet juist aangesloten.
U heeft een verkeerde bron gekozen.
Het geluid wordt gedempt.
U heeft een verkeerde ingangsfunctie (analoge of digitale) gekozen.
De verbindingen zijn verkeerd. De balans is extreem naar een kant
gesteld. De luidsprekers zijn door een hoog
volume overbelast.
De luidsprekers zijn overbelast door kortsluiting van de luidsprekeraansluitingen.
Het toestel is overbelast door een hoog voltaget.
De afstandsbediening is niet in de juiste bedieningsfunctie geschakeld.
De afstandsbediening is te ver van het toestel of niet naar het toestel gericht.
Er is een obstakel tussen de afstandsbedieningssensor op het toestel.
De afstandsbediening wordt niet naar de sensor op het toestel of het andere component gericht.
De batterijen zijn verkeerd om geplaatst (+/–).
De batterijen zijn bijna leeg. De afstandsbedieningssignalen zijn
niet juist ingesteld.
OPLOSSING
Steek de stekker in een stopcontact.
Controleer de luidsprekersnoeren en sluit opnieuw aan indien nodig.
Sluit de kabel juist aan (zie bladzijden 9 t/m 11).
Kies de juiste bron.
Druk op MUTING om de demping te annuleren.
Kies de juiste ingangsfunctie (analoge of digitale).
Controleer de verbindingen. Stel het balans juist in (zie bladzijden 30 of
58).
1. Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel om het toestel uit te schakelen.
2. Stop de weergavebron.
3. Schakel het toestel weer in en stel het volume in.
Druk op om het toestel uit te schakelen, en controleer vervolgens de luidsprekeraansluitingen.
Indien “OVERLOAD” niet verdwijnt, moet u de stekker even uit het stopcontact trekken en dan er weer insteken. Raadpleeg de plaats van aankoop indien de luidsprekeraansluitingen geen kortsluiting maken.
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel om het toestel uit te schakelen. Trek de stekker uit het stopcontact en raadpleeg de plaats van aankoop.
Druk eerst op of een bronkeuzetoets, en druk dan op de gewenste toets voor de bediening.
Houd dichterbij het toestel. Gebruik de afstandsbediening binnen 7 m tot het toestel.
Verwijder het obstakel.
Richt de afstandsbediening naar de sensor op het component dat u wilt bedienen.
Plaats de batterijen juist.
Vervang de batterijen. Voer de juiste fabrikantcode in (zie bladzijden
67 t/m 69).
STANDBY/ON op het voorpaneel
71
7 Voor de DVD-speler
PROBLEEM
Geen beeld op de TV.
Geen geluid en “NO AUDIO” op het display verschijnt.
Disc kan niet worden afgespeeld.
Disc kan niet worden afgespeeld en “0:00” op het display verschijnt.
Beelden en geluid zijn vervormd.
“MULTI CH” of “L/R ONLY” op het display verschijnt.
Beeld past niet goed op het TV­scherm.
Geen ondertitels op het TV-scherm, ookal heeft u de basistaal voor de ondertitels gekozen.
Andere taal voor het geluid dan u als basistaal heeft gekozen.
MOGELIJKE OORZAAK
De SCART-kabel is niet juist aangesloten.
De TV-ingang is verkeerd ingestld. De disc is niet voor weergave
geschikt De geplaatste disc is mogelijk een
illegaal kopie. De regiocodenummers van het
toestel en de disc zijn incompatibel. Het kinderslot is geactiveerd.
De disc is met het label en datakant omgekeerd geplaatst.
U heeft een disc geplaatst die niet voor weergave geschikt is.
De disc heeft krassen of is vuil. U heeft een videorecorder tussen
het toestel en de TV aangesloten.
“PICTURE SOURCE” is mogelijk niet juist voor de geplaatste disc ingesteld. Het huidige fragment heeft een beperking voor stereo-weergave. “MONITOR TYPE” is niet juist ingesteld. De TV is niet juist ingesteld.
OPLOSSING
Sluit het snoer juist aan (zie bladzijde 9).
Kies de juiste ingang voor de TV. Vervang de disc (zie bladzijde 36).
Raadpleeg de plaats van aankoop.
Vervang de disc (zie bladzijde 36).
Voer uw wachtwoord in om het restrictieniveau te veranderen (zie bladzijde
62).
Plaats de disc juist (zie bladzijde 17).
Vervang de disc (zie bladzijde 36).
Vervang of reinig de disc (zie bladzijde 70). Maak een directe verbinding tussen de TV en
het toestel. Kies een andere instelling voor “PICTURE
SOURCE” (zie bladzijde 57).
Activeer de surroundfunctie (zie bladzijde 34) of speel een ander fragment af.
Stel het monitortype juist in (zie bladzijde 57).
Stel de TV juist in. Bepaalde discs zijn voorgeprogrammeerd
zodat er als basisinstelling geen ondertitels verschijnen. Druk in dat geval op SUBTITLE op de afstandsbediening nadat de weergave is gestart (zie bladzijde 41).
Bepaalde discs zijn voorgeprogrammeerd zodat altijd de oorspronkelijke taal voor het geluid wordt gebruikt. Druk in dat geval op AUDIO op de afstandsbediening nadat de weergave is gestart (zie bladzijde 42).
Nederlands
72
Oplossen van problemen
7 Voor de tuner
PROBLEEM
Een uitzending is vanwege ruis slecht te horen.
Doorlopende ruis of gezoem tijdens een FM-uitzending.
Af en toe een krakend geluid tijdens een FM-uitzending.
7 Voor MP3
Nederlands
PROBLEEM
Een disc kan niet worden afgespeeld.
MP3 bestanden worden niet afgespeeld; uitsluitend JPEG bestanden worden afgespeeld.
MOGELIJKE OORZAAK
De AM-ringantenne is te dicht bij het toestel.
De bijgeleverde FM-antenne is niet geheel uitgetrokken en niet goed gericht.
Het ontvangen signaal is te zwak.
De zender is te ver weg. U gebruikt een verkeerde antenne.
De antennes zijn niet juist aangesloten.
Ruis wordt door bijvoorbeeld auto’s veroorzaakt.
MOGELIJKE OORZAAK
Er zijn geen MP3 bestanden op de disc opgenomen.
De disc is niet voor weergave geschikt (bijvoorbeeld een CD-ROM).
MP3 bestanden hebben niet de juiste extensiecode—.mp3, .Mp3, .mP3 of .MP3 achter de bestandnaam.
MP3 bestanden zijn met een lagere bitwaarde dan 64 kbps opgenomen.
MP3 bestanden zijn niet met het met ISO 9660 Niveau 1 of 2 formaat opgenomen.
De MP3/JPEG instelling is op “JPEG” gesteld.
OPLOSSING
Verander de plaats en richting van de AM-ringantenne.
Trek de FM-antenne uit en richt voor een optimale ontvangst.
Verbind een FM-buitenantenne of raadpleeg de plaats van aankoop.
Kies een andere zender. Controleer bij de plaats van aankoop of u de
juiste antenne heeft. Controleer de verbindingen.
Plaats de antenne verder uit de buurt van het verkeer.
OPLOSSING
Vervang de disc.
Voeg de—.mp3, .Mp3, .mP3 of .MP3— extensiecode achter de bestandnaam toe (zie bladzijde 51).
Dit toestel is niet voor dergelijke bestanden geschikt. Vervang de disc.
Vervang de disc. (Neem MP3 bestanden op met een geschikt programma).
Indien zowel MP3 bestanden als JPEG bestanden op een disc zijn opgenomen, moet u voor weergave van de MP3 bestanden MP3/ JPEG op “MP3” stellen (zie bladzijde 58).
7 Voor JPEG
PROBLEEM
Een disc kan niet worden afgespeeld.
JPEG bestanden worden niet afgespeeld; uitsluitend MP3 bestanden worden afgespeeld.
73
MOGELIJKE OORZAAK
Er zijn geen JPEG bestanden op de disc opgenomen.
De disc is niet voor weergave geschikt (bijvoorbeeld een CD-ROM).
JPEG bestanden hebben niet de juiste extensiecode achter de bestandnaam.
JPEG bestanden zijn niet met het baseline JPEG formaat opgenomen.
JPEG bestanden zijn niet met het met ISO 9660 Niveau 1 of 2 formaat opgenomen.
De MP3/JPEG instelling is op “MP3” gesteld.
OPLOSSING
Vervang de disc.
Voeg de—.jpg, .jpeg, .JPG, .JPEG of een andere combinatie hoofdletters en kleine letters (bijvoorbeeld “.Jpg”)—extensiecode achter de bestandnaam toe (zie bladzijde 53).
Dit toestel is niet voor dergelijke bestanden geschikt. Vervang de disc.
Vervang de disc. (Neem JPEG bestanden op met een geschikt programma).
Indien zowel MP3 bestanden als JPEG bestanden op een disc zijn opgenomen, moet u voor weergave van de JPEG bestanden MP3/JPEG op “JPEG” stellen (zie bladzijde 58).
Ontwerp en technische gegevens zijn zonder voorafgaande

Technische gegevens

Versterker
Uitgangsvermogen Bij Stereo werking:
Audio
Audio-ingangsgevoeligheid/Impedantie (1 kHz): TV, TAPE/CDR, STB, VCR: 240 mV/47 k
Audio-ingang (DIGITAL IN)* : Coaxiaal: DIGITAL 1 (STB): 0,5 V(p-p)/75
Signaal-/ruisverhouding (’66 IHF/DIN): TV, TAPE/CDR, STB, VCR: 87 dB/67 dB
Frequentierespons (8 ): TV, TAPE/CDR, STB, VCR: 20 Hz t/m 20 kHz (±1 dB)
Toonregeling: Bass (100 Hz): ±10 dB ±2 dB
Video
Video-ingangsgevoeligheid/Impedantie (1 kHz):
Composiet video: STB IN, VCR IN: 1 V(p-p)/75
S-video: STB IN, VCR IN: (Y:luminantie): 1 V(p-p)/75
RGB: STB IN, VCR IN: 0,7 V(p-p)/75
Video-uitgangsniveau/Impedantie (1 kHz):
Composiet video: VCR OUT, TV OUT: 1 V(p-p)/75
S-video: TV OUT: (Y:luminantie): 1 V(p-p)/75
RGB: TV OUT: 0,7 V(p-p)/75
Kleursysteem: PAL
Horizontale resolutie: 500 lijnen
Signaal-/ruisverhouding (S/N): 63 dB
Synchronisatie: Negatief
kennisgeving wijzigbaar.
Voorkanalen: 80 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 8
met 1 kHz, met niet meer dan 0,9% totale
harmonische vervorming. (IEC268-3/DIN) Met Surround werking: Voorkanalen: 80 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 8
met 1 kHz, met niet meer dan 0,8% totale
harmonische vervorming. Middenkanaal: 80 W, min. RMS, aangedreven in 8 met 1 kHz,
met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming. Surroundkanalen: 80 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 8
met 1 kHz, met niet meer dan 0,8% totale
harmonische vervorming.
Optisch: DIGITAL 2 (TV): –21 dBm t/m –15 dBm
(660 nm ±30 nm)
* In overeenstemming met Lineair PCM, Dolby Digital en DTS Digital
Surround (met bemonsteringsfrequentie—32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz).
Treble (10 kHz): ±10 dB ±2 dB
(C:chrominantie): 0,286 V(p-p)/75
(C:chrominantie): 0,286 V(p-p)/75
Nederlands
FM–tuner (IHF)
AM–tuner
Algemeen
Afstembereik: 87,50 MHz t/m 108,00 MHz
Afstembereik: MG: 522 kHz t/m 1 629 kHz
Stroomvereisten: AC 230 V
Stroomverbruik: 180 W (tijdens werking)
2 W (tijdens standby)
Afmetingen (B x H x D): 435 mm x 100 mm x 403,5 mm
Gewicht: 8,4 kg
, 50 Hz wisselstroom
74
GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
JVC
© 2003 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
0403NHMMDWJEM
Loading...