Enter below the Model No. and Serial
No. which are located either on the rear,
bottom or side of the cabinet. Retain this
information for future reference.
Model No.
Serial No.
RX-DV31 HOME CINEMA DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
HOME CINEMA DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
DVD-AUDIO/VIDEO-HEIMKINO-RECEIVER
AMPLI-TUNER HOME CINEMA ET LECTEUR DVD AUDIO/VIDEO
DVD-AUDIO/VIDEO-BEDIENINGSCENTRUM VOOR THUISBIOSCOOP
RX-DV31SL
Deutsch
Français
Nederlands
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
LVT1001-004A
[E]
Warnung, Achtung und sonstige Hinweise / Mises en garde, précautions et
indications diverses / Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
Achtung — STANDBY/ON Taste!
Um den Strom ganz abzuschalten, muss der Netzstecker gezogen
werden.
Die STANDBY/ON Taste schaltet die Netzstrom nicht ab.
Die Stromzufuhr kann mit der Fernbedienung gesteuert werden.
Attention — Touche STANDBY/ON!
Déconnectez la fiche d’alimentation secteur pour couper l’alimentation
complètement.
La touche STANDBY/ON, dans n’importe quelle position, ne
déconnecte pas le système du secteur.
L’alimentation ne peut pas être télécommandée.
Voorzichtig — STANDBY/ON schakelaar!
Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uit
het stopkontakt.
Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat
lopen, ongeacht de stand van de STANDBY/ON schakelaar.
U kunt het apparaat ook met de afstandsbediening aan- en
uitschakelen.
ACHTUNG
Zur Verhinderung von elektrischen Schlägen, Brandgefahr, usw:
1. Keine Schrauben lösen oder Abdeckungen enternen und
nicht das Gehäuse öffnen.
2. Dieses Gerät weder Regen noch Feuchtigkeit aussetzen.
ATTENTION
Afin d’éviter tout risque d’électrocution, d’incendie, etc.:
1. Ne pas enlever les vis ni les panneaux et ne pas ouvrir le
coffret de l’appareil.
2. Ne pas exposer l’appareil à la pluie ni à l’humidité.
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
G-1
ACHTUNG
• Blockieren Sie keine Belüftungsschlitze oder -bohrungen.
(Wenn die Belüftungsöffnungen oder -löcher durch eine
Zeitung oder ein Tuch etc. blockiert werden, kann die
entstehende Hitze nicht abgeführt werden.)
• Stellen Sie keine offenen Flammen, beispielsweise
angezündete Kerzen, auf das Gerät.
• Wenn Sie Batterien entsorgen, denken Sie an den
Umweltschutz. Batterien müssen entsprechend den
geltenden örtlichen Vorschriften oder Gesetzen entsorgt
werden.
• Setzen Sie dieses Gerät auf keinen Fall Regen, Feuchtigkeit
oder Flüssigkeitsspritzern aus. Es dürfen auch keine mit
Flüssigkeit gefüllen Objekte, z. B. Vasen, auf das Gerät
gestellt werden.
ATTENTION
• Ne bloquez pas les orifices ou les trous de ventilation.
(Si les orifices ou les trous de ventilation sont bloqués par un
journal un tissu, etc., la chaleur peut ne pas être évacuée
correctement de l’appareil.)
• Ne placez aucune source de flamme nue, telle qu’une
bougie, sur l’appareil.
• Lors de la mise au rebut des piles, veuillez prendre en
considération les problèmes de l’environnement et suivre
strictement les règles et les lois locales sur la mise au rebut
des piles.
• N’exposez pas cet appareil à la pluie, à l’humidité, à un
égouttement ou à des éclaboussures et ne placez pas des
objets remplis de liquide, tels qu’un vase, sur l’appareil.
VOORZICHTIG
• Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit.
(Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door
bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat
worden opgebouwd.)
• Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen,
op het apparaat.
• Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het
huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met het
KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of
spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een
vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
G-2
Achtung: Angemessene Ventilation
Stellen Sie das Gerät zur Verhütung von elektrischem Schlag und
Feuer und zum Schutz gegen Beschädigung wie folgt auf:
Vorderseite: Offener Platz ohne Hindernisse.
Seiten:Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von den Seiten.
Oberseite:Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von der Oberseite.
Rückseite:Keine Hindernisse innerhalb 15 cm von der Rückseite.
Unterseite: Keine Hindernisse. Auf eine ebene Oberfläche stellen.
Zusätzlich die bestmögliche Luftzirkulation wie gezeigt erhalten.
Attention: Ventilation Correcte
Pour éviter les chocs électriques, l’incendie et tout autre dégât.
Disposer l’appareil en tenant compte des impératifs suivants
Avant:Rien ne doit gêner le dégagement
Flancs:Laisser 10 cm de dégagement latéral
Dessus:Laisser 10 cm de dégagement supérieur
Arrière:Laisser 15 cm de dégagement arrière
Dessous:Rien ne doit obstruer par dessous; poser l’appareil sur
Veiller également à ce que l’air circule le mieux possible comme
illustré.
Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u
bij opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten:
Voorkant:Voldoende ruimte vrij houden.
Zijkanten:Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden.
Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven.
Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden.
Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak.
Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals in
de afbeelding aangegeven.
une surface plate.
G-3
Wand oder Hindernisse
Mur, ou obstruction
Wand of meubilair
Abstand von 15 cm oder mehr
Dégagement de 15 cm ou plus
Minstens 15 cm tussenruimte
RX-DV31SL
Vorderseite
Avant
Voorkant
Standhöhe 15 cm oder mehr
Hauteur du socle: 15 cm ou plus
Standard op minstens 15 cm van de vloer
Boden
Plancher
Vloer
WICHTIGER HINWEIS FÜR LASER-PRODUKTE / IMPORTANT POUR LES PRODUITS LASER /
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR LASERPRODUKTEN
ANBRINGUNGSORTE FÜR LASER-PRODUKTE / REPRODUCTION DES ETIQUETTES / VERLARING VAN DE LABELS
1 KLASSIFIZIERUNGSHINWEIS BEFINDET SICH AUF DER
AUSSENSIETE
1 ÉTIQUETTE DE CLASSIFICATION, PLACÉE SUR LA SURFACE
EXTÉRIEURE
1 CLASSIFICATIE-ETIKET AAN DE BUITENKANT VAN HET
APPARAAT
1. LASER-PRODUKT DER KLASSE 1
2. ACHTUNG: Sichtbare und unsichtbare Laserstrahlung bei
Öffnung und unterlassener oder kaputter Sperre. Vermeiden
Sie direkte Strahlung.
3. ACHTUNG: Das Gehäuse nicht öffnen. Das Gerät enthält
keinerlei Teile, die vom Benutzer gewartet werden können.
Überlassen Sie Wartungsarbeiten bitte qualifizierten
Kundendienst-Fachleuten.
1. PRODUIT LASER CLASSE 1
2. ATTENTION: Radiations laser visibles et invisibles lorsque le
boîtier de l’appareil est ouvert et que le verrouillage est
défaillant ou a été annulé. Eviter une exposition directe au
rayon.
3. ATTENTION: Ne pas ouvrir le couvercle du dessus. Il n’y a
aucune pièce utilisable à l’intérieur. Laisser à un personnel
qualifié le soin de réparer votre appareil.
2 WARNETIKETTE IM GERÄTEINNEREN
2 ETIQUETTE D’AVERTISSEMENT PLACÉE À L’INTERIEUR DE
L’APPAREIL
2 WAARSCHUWINGSLABEL, IN HET APPARAAT
1. KLAS 1 LASERPRODUKT
2. VOORZICHTIG: Zichtbare en onzichtbare laserstraling
wanneer geopend en interlock uitgeschakeld of buitenwerking.
Vermijd directe blootstelling aan de straal.
3. VOORZICHTIG: De bovenkap niet openen. Binnenin het
toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren
onderdelen: laat onderhoud over aan bekwaam vakpersoneel.
G-4
Alvorens te installeren
Voorzorgen
Algemene voorzorgen
• Steek GEEN metalen voorwerpen in het toestel.
• Demonteer het toestel NIET en verwijder GEEN schroeven,
afdekkingen of de behuizing.
• Stel het toestel NIET aan regen of vocht bloot.
Plaats
• Kies een plaats die vlak, droog en niet aan vocht
onderhevig is.
• De temperatuur rond het toestel moet tussen 5˚C en 35˚C
Nederlands
zijn.
• Zorg dat er een goede ventilatie rond het toestel is. Het
toestel kan oververhitten en worden beschadigd indien de
ventilatie rond het toestel niet goed is.
Behandeling van het toestel
• Raak het netsnoer NIET met natte handen aan!
• Gebruik altijd de stekker en trek NIET aan het snoer
wanneer u het netsnoer van het stopcontact wilt
ontkoppelen.
• Houd het netsnoer uit de buurt van andere snoeren en de
antenne. Het netsnoer kan namelijk ruis of storing
veroorzaken. Gebruik bij voorkeur een coaxkabel voor het
verbinden van de antenne daar dit soort kabels een goede
bescherming tegen interferentie bieden.
• In geval van een stroomonderbreking of wanneer de
stekker uit het stopcontact is, zullen de door u gemaakte
instellingen, bijvoorbeeld de FM of AM voorkeurzenders en
geluidsinstellingen, na een paar dagen worden gewist.
Controleren van de bijgeleverde
accessoires
Controleer dat u alle hieronder beschreven accessoires heeft.
Het aantal van iedere accessoire wordt tussen haakjes
aangegeven.
• Afstandsbediening (1)
• Batterijen (2)
• AM-ringantenne (1)
• FM-antenne (1)
Raadpleeg direct de plaats van aankoop indien iets
ontbreekt.
• De voor de diverse bedieningen gegeven tijden dienen
uitsluitend ter referentie. De werkelijke vereiste tijd is
mogelijk anders.
• De volgende markeringen worden in deze
gebruiksaanwijzing gebruikt en tonen de bruikbare discs
voor de in het betreffende gedeelte uitgelegde
bediening. Discs die niet kunnen worden gebruikt,
worden halfgrijs afgebeeld.
1
Inhoudsopgave
Namen van onderdelen ................................. 3
Verbind een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd)
indien de FM-ontvangst slecht is.
FM-antenne (bijgeleverd)
Monteer de AM-ringantenne
AM EXT
door de lipjes van de ring in
de opening op de houder te
drukken.
1
23
1
CAUTION:SPEAKERIMPEDANCE1 OR 2:
8161 AND 2:1632
2
Verbinden van de AM-antenne
Verbind de bijgeleverde AM-ringantenne met de AM LOOP
aansluitingen.
1
Verwijder de isolatie indien het draad van de AMringantenne met vinyl is bedekt.
2
Druk het klemmetje van de aansluiting (1), omlaag en
steek het draad in (2).
3
Laat het klemmetje los.
Draai de ring totdat de ontvangst optimaal is.
• Verbind een enkel vinyl-afgedekt draad (niet bijgeleverd)
voor buiten met de AM EXT aansluiting terwijl u gewoon de
AM-ringantenne aangesloten houdt.
FM 75
ANTENNA
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
816
COAXIAL
FM 75
AXIAL
CO
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHTLEFT
Verbinden van de FM-antenne
Verbind de bijgeleverde FM-antenne als tijdelijke oplossing
met de FM 75 Ω COAXIAL aansluiting.
Trek de bijgeleverde FM-antenne in horizontale richting uit.
• Sluit een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) aan indien de
ontvangst slecht is. Ontkoppel de bijgeleverde FM-antenne
alvorens een 75 Ω antenne met coaxstekker (IEC of DIN
45325) aan te sluiten.
Opmerking:
• Zorg dat de antennegeleiders geen contact met andere
aansluitingen, aansluitsnoeren en netsnoeren maken. De
ontvangst wordt anders namelijk mogelijk gestoord.
Nederlands
6
Starten
Aansluiten van de luidsprekers
U kunt de volgende luidsprekers met dit toestel verbinden:
• twee paar voorluidsprekers
– FRONT SPEAKERS 1 aansluitingen
– FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen
• één paar surroundluidsprekers
• één middenluidspreker
• één subwoofer
Aansluitdiagram
LET OP:
• Gebruik luidsprekers met de impedantie die bij de
luidsprekeraansluitingen is aangegeven—SPEAKER
IMPEDANCE.
• Sluit NIET meer dan één luidspreker op één
luidsprekeraansluiting aan.
1
Nederlands
2
2
1
Åı
FRONT SPEAKERS
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
1 OR 2:
816
1 AND 2:
16 32
12
3
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
1 OR 2:
816
1 AND 2:
16 32
Aansluiten van de luidsprekersnoeren
Voor iedere luidspreker moet u de (+) en (–) aansluitingen op
het achterpaneel verbinden met de respectievelijk (+) en (–)
gemarkeerde aansluitingen op de luidsprekers.
1
Verwijder de isolatie van het eind van ieder
luidsprekersnoer (niet bijgeleverd) en draai de
draadkernen ineen.
2
Druk het klemmetje van de luidsprekeraansluiting omlaag
(1), en steek het luidsprekersnoer in (2).
3
Laat het klemmetje los.
Meer over de luidsprekerimpedantie
De vereiste luidsprekerimpedantie voor de
voorluidsprekers verschilt afhankelijk of u zowel de FRONT
SPEAKERS 1 als FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen
gebruikt of slechts één paar luidsprekers aansluit.
• Indien u slechts één paar voorluidsprekers aansluit,
dient de impedantie van de voorluidsprekers 8 Ω – 16 Ω
te zijn.
• Indien u twee paar voorluidsprekers aansluit, dient de
impedantie van de voorluidsprekers 16 Ω – 32 Ω te zijn.
7
SURROUND
CENTER
SPEAKERS
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
816
SPEAKER
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
SUBWOOFER
OUT
ÇΉÏÌÓ
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
816
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
Aansluiten van een subwoofer
Door een subwoofer aan te sluiten, kunt u de weergave van
de lage tonen versterken en de oorspronkelijke LFE (lage
frequentie-effect) signalen van digitale software
reproduceren.
Verbind de ingangsaansluiting van een subwoofer met eigen
circuit middels een snoer met RCA tulpstekkers (niet
bijgeleverd) met de SUB-WOOFER OUT aansluiting op het
achterpaneel.
• Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de subwoofer.
Opmerking:
• U kunt de subwoofer op iedere gewenste plaats installeren daar de
lage tonen niet-richtinggevoelig zijn. Plaats echter normaliter recht
voor de luisterpositie.
Voor een optimaal geluid met dit toestel dient u alle
luidsprekers, uitgezonderd de subwoofer, op een gelijke
afstand tot de luisterpositie te plaatsen waarbij de
voorkant van iedere luidspreker naar de luisteraar is
gericht.
Verander vervolgens de instellingen voor de subwoofer en
luidsprekers al naar gelang de condities van de kamer en
dergelijke (zie bladzijden 26 – 28).
• U kunt de vereiste instellingen voor de luidsprekers snel
in overeenstemming met het aantal aangesloten
luidsprekers maken. Zie “Snel instellen van de
luidsprekers” op bladzijde 25.
Subwoofer met
eigen circuit
(voorbeeld)
Å Naar rechter-voorluidspreker 1
ı Naar linker-voorluidspreker 1
Ç Naar rechter-voorluidspreker 2
Î Naar linker-voorluidspreker 2
‰ Naar middenluidspreker
Ï Naar rechter-
surroundluidspreker
Ì Naar linker-surroundluidspreker
Ó Naar ingangsaansluiting van
subwoofer
Aansluiten van audio-/videocomponenten
7 Meer over aansluitsnoeren en kabels
Voor SCART-verbindingen
Bij dit toestel wordt geen SCART-kabel geleverd.
Gebruik de bij de andere componenten geleverde kabels of
koop de vereiste kabels in een winkel.
SCART-kabel (niet bijgeleverd)
Voor audio-verbindingen
Verbind de externe componenten middens de audiosnoeren
met dit toestel.
Gebruik de bij de andere componenten geleverde snoeren of
kabels of koop de vereiste snoeren in een winkel.
Voor een analoge decoder
Voor het bekijken of opnemen van gecodeerde programma’s met
uw videorecorder, moet u de analoge decoder met uw
videorecorder verbinden en het gecodeerde kanaal met uw
videorecorder kiezen.
Verbind de decoder met uw TV indien uw videorecorder geen
geschikte aansluiting voor de decoder heeft.
Zie tevens de bij deze componenten geleverde
gebruiksaanwijzingen.
Voor opname van beelden van STB
Indien een STB en videorecorder direct middels een SCART-kabel
zijn verbonden, kunt u de beelden van de STB op de
videorecorder opnemen zonder gebruik van de menuschermen
van STB. Zie tevens de bij de STB geleverde gebruiksaanwijzing
voor details.
Voor digitaal geluid
Voor weergave van digitaal geluid moet u zowel de SCART-kabel
aansluiten als de digitale verbinding maken (zie bladzijde 10).
Nederlands
Digitaal coaxsnoer (niet bijgeleverd)
A
B
Optisch digitaal snoer (niet bijgeleverd)
Audiosnoer (niet bijgeleverd)
C
Wit
Rood
Opmerkingen voor een digitale verbinding
• Bij het verlaten van de fabriek zijn de DIGITAL IN aansluitingen
ingesteld voor het gebruik met de volgende componenten:
– DIGITAL 1 (coaxiaal): Voor STB
– DIGITAL 2 (optisch): Voor TV
• Indien u een CD-recorder aansluit, moet u de digitale
ingangsaansluiting (DIGITAL IN) instelling veranderen (zie
“Digitale ingang (DIGITAL IN) aansluitingen” op bladzijde 29)
en tevens de juiste bronnaam instellen (zie “Veranderen van de
bronnaam” op bladzijde 13).
• Kies de juiste digitale ingangsfunctie (zie “Kiezen van de
analoge of digitale ingangsfunctie” op bladzijde 14).
De geluidsweergave via dit toestel wordt mogelijk vervormd indien
u een geluidseffecttoestel, bijvoorbeeld een grafische equalizer,
tussen de broncomponenten en dit toestel aansluit.
8
Starten
Schakel alle componenten en dit toestel uit alvorens aan te sluiten.
• De afbeeldingen van de in- en uitgangsaansluitingen zijn standaardvoorbeelden. Zie daarom tevens de
gebruiksaanwijzingen van andere aan te sluiten componenten daar de werkelijke namen van de aansluitingen op het
achterpaneel mogelijk anders zijn.
7 SCART-verbinding
Sluit NIET een TV via een videorecorder of een TV met
ingebouwde videorecorder aan. Het beeld wordt
anders mogelijk vervormd.
Videorecorder
Nederlands
STB (Set Top Box)
RGB-Y/C
VCR
AV IN/OUT
AV IN
STB
keuzeschakelaar
RGB
Y/C
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
1 OR 2:
816
1 AND 2:
16 32
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
816
TV
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
Instellen van de RGB-Y/C keuzeschakelaar
Druk de RGB-Y/C keuzeschakelaar in de
vereiste stand terwijl het toestel is
RGBY/C
uitgeschakeld:
• Indien de TV compatibel met het RGB-signaal is, druk
naar “RGB”.
• Indien de TV compatibel met het S-videosignaal is, druk
naar “Y/C”.
• Indien de TV uitsluitend compatibel is met het composiet
videosignaal, druk naar “RGB”.
TV
Opmerking:
• Indien u de RGB-Y/C keuzeschakelaar in een andere stand drukt
terwijl het toestel is ingeschakeld, zal de nieuwe instelling pas
effectief zijn nadat u het toestel een keer heeft uitgeschakeld.
9
Specificaties SCART-aansluiting
TVVCR STB
AUDIOL/R䡬䡬 䡬
IN
VIDEOS-video−䡬䡬
AUDIOL/R䡬*1䡬*1
OUT
VIDEOS-video䡬*2−
T-V LINK䡬*3䡬*3䡬*3
Composiet䡬䡬 䡬
RGB−䡬䡬
Composiet 䡬*1*2 䡬*1*2
RGB䡬*2−
*1 De signalen die via een SCART-aansluiting worden
ontvangen, kunnen niet via dezelfde SCART-aansluiting
worden uitgestuurd.
*
2 Het videoformaat van de video-uitgangssignalen is
hetzelfde als het formaat van de videoingangssignalen. Indien bijvoorbeeld S-videosignalen
door dit toestel worden ontvangen, kunnen uitsluitend
S-videosignalen via dit toestel worden uitgestuurd.
Zie de bij de videocomponenten geleverde
gebruiksaanwijzingen voor details aangaande de
instellingen voor de video in- en uitgangssignalen.
*3 De signalen voor de T-V LINK functie worden altijd via
dit toestel gestuurd.
Voor TV en videoformaat
Zie de gebruiksaanwijzing van de TV indien de TV meerdere
SCART-aansluitingen heeft, en controleer welke videosignalen
voor iedere aansluiting beschikbaar zijn. Sluit vervolgens de
SCART-kabel als vereist aan.
Dit toestel kan videosignalen niet naar een ander formaat
omzetten (bijvoorbeeld S-video naar composiet). Indien het
videosignaal van het ene videocomponent verschilt van het
formaat van het andere component (bijvoorbeeld S-video en
composiet), wordt het beeld mogelijk niet juist getoond. Zorg in dat
geval dat het formaat van de videosignalen van alle
videocomponenten hetzelfde is (of S-video of composiet), daar u
anders het videosignaal van de TV iedere keer bij het veranderen
van bron opnieuw zult moeten instellen.
7 Digitale verbinding
B
DIGITAL IN
DIGITAL 1
(STV)
DIGITAL 2
(TV)
A
Voor T-V LINK
• U kunt de T-V LINK functie gebruiken indien een voor T-V LINK
geschikte TV en videorecorder middels volledige SCARTkabels met dit toestel zijn verbonden. Zie tevens de
gebruiksaanwijzingen van de TV en de videorecorder voor
details aangaande T-V LINK.
• Verbind de SCART-kabel met de EXT-2 aansluiting van uw voor
T-V LINK geschikte JVC TV voor gebruik met de T-V LINK
functie.
• Bepaalde TV’s, videorecorders en STB’s ondersteunen dit
soort datacommunicatie. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen
van deze componenten voor details.
U kunt een van de
volgende componenten
TV
met de DIGITAL IN
aansluitingen verbinden.
DIGITAL
OUT
STB (Set Top Box)
Nederlands
DIGITAL
OUT
Verwijder het
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
816
RIGHT LEFT
T LEFT
beschermdopje
alvorens een optisch
CD-recorder
digitaal snoer aan te
sluiten.
CD-recorder
DIGITAL
DIGITAL OUT
PCM/STREAM
B
IN
Verbind de CD-recorder voor digitale
opname met de DIGITAL OUT aansluiting.
10
Starten
7 Aansluiten van een Cassettedeck/CD-recorder
CAUTION:
SPEAKER
LEFT
IMPEDANCE
816
TAPE / CDR
OUT
(REC)
(PLAY)
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
AUDIO
IN
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
1 OR 2:
816
1 AND 2:
16 32
RIGHT
Nederlands
U kunt nu de stekker van het netsnoer in een stopcontact steken.
LET OP:
• Raak het netsnoer niet met natte handen aan.
• Trek niet aan het netsnoer zelf om het te ontkoppelen. Houd
de stekker vast voor het ontkoppelen zodat het snoer zelf
niet wordt beschadigd.
Wit
Rood
Rood
Wit
Cassettedeck
C
Wit
Rood
Rood
LEFT
RIGHT
INOUT
AUDIO
C
Wit
CD-recorder
Opmerkingen:
• Houd het netsnoer uit de buurt van andere aansluitsnoeren en de
antennekabels. Het netsnoer kan anders namelijk storing of
interferentie veroorzaken.
• De voorkeurinstellingen, bijvoorbeeld voorkeurzenders en
geluidsinstellingen, worden in de volgende gevallen mogelijk na
een paar dagen gewist:
– Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt.
– Wanneer de stroomtoevoer wordt onderbroken.
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening
Voor gebruik van de afstandsbediening moet u eerst de
tweeg bijgeleverde batterijen plaatsen.
1
Druk op de afdekking op de
achterkant van de
afstandsbediening en
schuif open.
2
Plaats de batterijen. Zorg
dat de polen in de juiste
richting wijzen: (+) naar (+)
en (–) naar (–).
3
Plaats de deksel weer
terug.
Vervang de batterijen indien het bereik van de
afstandsbediening kleiner wordt of de afstandsbediening
niet meer goed werkt. Gebruik in dat geval twee
R6P(SUM-3)/AA(15F) droge cel batterijen.
Opmerking:
De bijgeleverde batterijen dienen uitsluitend voor het in
gebruik nemen. Plaats nieuwe batterijen voor normaal
gebruik.
LET OP:
Voorkom het lekken of barsten van batterijen en let daarom
op het volgende:
Plaats batterijen altijd met de polen in de juiste richting in het
•
vak van de afstandsbediening: (+) naar (+) en (–) naar (–).
• Gebruik uitsluitend het gespecificeerde type batterijen.
Batterijen van dezelfde afmetingen hebben namelijk
mogelijk een ander voltage.
• Vervang altijd beide batterijen tegelijkertijd door nieuwe.
• Stel batterijen niet aan hitte of vuur bloot.
Richt de afstandsbediening voor
gebruik direct naar de
afstandsbedieningssensor op het
toestel.
11
Afstandsbedieningssensor
Basisbediening
Inschakelen van de stroom
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel of
AUDIO op de afstandsbediening.
STANDBY/ON
STANDBY
Met het voorpaneelMet de afstandsbediening
Het STANDBY lampje dooft en het verlichtingslampje licht op.
De naam van de huidige bron verschijnt op het display.
• Indien de “DVD” de huidige bron is, zal “READING”
verschijnen terwijl het toestel het type van de geplaatste
disc bepaalt (zie bladzijde 36).
– De weergave start automatisch indien u een DVD VIDEO
plaatst.
– “NO DISC” verschijnt op het display indien er geen disc
is geplaatst.
Uitschakelen van de stroom (naar standby)
Druk weer op
AUDIO op de afstandsbediening.
Het verlichtingslampje dooft en het STANDBY lampje licht op.
Opmerking:
• Ook met de stroom uitgeschakeld (standby) wordt een kleine
hoeveelheid stroom gebruikt. Trek de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact om de stroom werkelijk geheel uit te schakelen.
STANDBY/ON op het voorpaneel of
Kiezen van de af te spelen bron
Opmerkingen:
• Indien u digitale componenten met gebruik van de digitale
aansluitingen heeft verbonden (zie bladzijde 10), moet u de
instellingen voor de digitale ingangsaansluiting maken (zie “Digitale
ingang (DIGITAL IN) aansluitingen” op bladzijde 29) en voor de
digitale ingangsfunctie (zie “Kiezen van de analoge of digitale
ingangsfunctie” op bladzijde 14). De bronnaam en “DIGITAL”
worden op het display getoond wanneer u de overeenkomende
bron kiest.
*
U kunt slechts een van de toetsen—TAPE of CDR—gebruiken
waarvoor de bronnaam is gekozen (zie “Veranderen van de
bronnaam” op bladzijde 13).
Instellen van het volume
Met het voorpaneel
Verhogen van het volume,
draai MASTER VOLUME naar rechts.
Verlagen van het volume,
draai MASTER VOLUME naar links.
Met de afstandsbediening
Verhogen van het volume,
houd VOLUME + ingedrukt.
Verlagen van het volume,
houd VOLUME – ingedrukt.
LET OP:
Stel het volume altijd in de minimale stand alvorens de
weergave van een bron te starten. Indien een hoog volume is
ingesteld, kan een plotseling hard geluid uw gehoor
permanent beschadigen en/of de luidsprekers ruïneren.
MASTER VOLUME
Nederlands
Druk op een van de bronkeuzetoetsen.
Met het voorpaneel
Met de afstandsbediening
DVDKiest de ingebouwde DVD-speler.
STBKiest de STB.
VCRKiest de videorecorder.
TVKiest de TV-tuner.
TAPE/CDRKiest het cassettedeck of de CD-recorder
(ALLEEN met het voorpaneel).
TAPE*Kiest het cassettedeck (ALLEEN met de
afstandsbediening).
CDR*Kiest de CD-recorder (ALLEEN met de
afstandsbediening).
FM/AMKiest een FM of AM zender.
Opmerkingen:
• Het volume kan vanaf “0” (minimale) tot “50” (maximale) worden
ingesteld.
• Met “DVD” als bron gekozen en de TV ingeschakeld, zal de
aanduiding van het volumeniveau op de TV worden getoond.
12
Basisbediening
7 Luisteren met een hoofdtelefoon
Verbind een hoofdtelefoon met de (hoofdtelefoon)
aansluiting op het voorpaneel.
De ingestelde surroundfunctie wordt hierdoor geannuleerd,
de luidsprekers worden uitgeschakeld en de HEADPHONE
functie wordt geactiveerd.
De SPK 1 en 2 indicators doven van het display.
• Door de hoofdtelefoon te ontkoppelen van de
(hoofdtelefoon) aansluiting, wordt de HEADPHONE functie
geannuleerd en worden de luidsprekers weer geactiveerd.
HEADPHONE functie
Met gebruik van een hoofdtelefoon worden de volgende
signalen, ongeacht de luidsprekerinstellingen, uitgestuurd:
– Voor 2-kanaal bronnen, worden de linker- en
rechtervoorsignalen direct via de linker- en
rechterhoofdtelefoon weergegeven.
– Voor multikanaal bronnen, worden de linker- en
rechtervoorsignalen, midden- en surroundsignalen
teruggemengd en vervolgens via de hoofdtelefoon
Nederlands
weergegeven waarbij de elementen van de lage tonen
worden behouden.
– ALLEEN voor DVD AUDIO: Indien het terugmengen van
signalen door de disc is verboden, worden uitsluitend de
signalen van het rechter- en linkervoorkanaal
weergegeven.
LET OP:
Verlaag beslist het volume:
• Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten,
daar een hoog volume zowel de hoofdtelefoon als uw
gehoor kan beschadigen.
• Alvorens de hoofdtelefoon te ontkoppelen, daar anders later
een hoog volume via de luidsprekers kan worden
uitgestuurd.
Kiezen van de voorluidsprekers
Met twee paar voorluidsprekers aangesloten, kunt u de
gewenste luidsprekers voor weergave kiezen.
Gebruik van beide paren luidsprekers
Druk op SPEAKERS 1 en 2 zodat de SPK 1 en 2 indicators
beiden op het display oplichten.
De twee paren luidsprekers niet gebruiken
Druk op SPEAKERS 1 en 2 zodat de SPK 1 en SPK 2
indicators op het display doven.
• De HEADPHONE functie wordt hierdoor geactiveerd
(“HEADPHONE” verschijnt op het display).
Opmerkingen:
• Indien u een van de surroundfuncties kiest wanneer beide paren
voorluidsprekers die met de FRONT SPEAKERS 1 en 2
aansluitingen zijn verbonden in gebruik zijn, worden de met de
FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen verbonden voorluidsprekers
uitgeschakeld.
• Wanneer de surroundfunctie in gebruik is, kunt u uitsluitend één
van de paren luidsprekers kiezen die met de FRONT SPEAKERS 1
of 2 aansluitingen zijn verbonden.
Veranderen van de bronnaam
Verander de bronnaam die op het display wordt getoond
indien u een CD-recorder met de TAPE/CDR aansluitingen op
het achterpaneel heeft verbonden.
ALLEEN met het voorpaneel
Bijv.: Indien u de bronnaam van “TAPE” naar “CDR” wilt
veranderen
1
Druk op TAPE/CDR (SOURCE NAME) om de
bron te kiezen.
2
Houd SOURCE NAME (TAPE/CDR) ingedrukt
totdat “ASSGN. CDR” op het display
verschijnt.
ALLEEN met het voorpaneel
Gebruik van de luidsprekers die met de FRONT
SPEAKERS 1 aansluitingen zijn verbonden
Druk op SPEAKERS 1 zodat de SPK 1 indicator op het
display oplicht. (Controleer dat de SPK 2 indicator niet op het
display is opgelicht).
Gebruik van de luidsprekers die met de FRONT
SPEAKERS 2 aansluitingen zijn verbonden
Druk op SPEAKERS 2 zodat de SPK 2 indicator op het
display oplicht. (Controleer dat de SPK 1 indicator niet op het
display is opgelicht).
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
ASSGN. CDRASSGN. TAPE
Bronnaam weer naar “TAPE” veranderen
Houd SOURCE NAME (TAPE/CDR) ingedrukt totdat
“ASSGN. TAPE” in stap 2 weer op het display verschijnt.
Opmerking:
• U kunt de aangesloten componenten ook gebruiken wanneer u de
bronnaam niet juist heeft veranderd. De volgende punten zijn echter
wat onhandig in dat geval:
– Een onverwachte naam verschijnt voor de bron op het display
indien u op TAPE/CDR (SOURCE NAME) op het voorpaneel
drukt.
– De CDR of TAPE toets op de afstandsbediening kan niet voor het
kiezen van de bron worden gebruikt.
– U kunt de digitale ingang (zie bladzijde 29) niet voor de
CD-recorder gebruiken.
13
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
DGTL AUTOANALOG
Tijdelijk dempen van het geluid
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op MUTING om het geluid te dempen.
“MUTING” verschijnt op het display en het volume wordt
uitgeschakeld (de volume-aanduiding dooft).
• Met “DVD” als bron gekozen en de TV ingeschakeld,
verschijnt “VOLUME –” op de TV.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
Weer herstellen van het geluid
Druk weer op MUTING.
• Het geluid wordt tevens hersteld door een druk op
VOLUME + of – op de afstandsbediening (of het verdraaien
van MASTER VOLUME op het voorpaneel).
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
Controleren of veranderen van de resterende tijd tot de
uitschakeltijd
Druk éénmaal op SLEEP.
• De resterende tijd (in minuten) tot de uitschakeltijd wordt
even op het display getoond.
Uitschakeltijd nu te veranderen
Druk herhaaldelijk op SLEEP.
Annuleren van de inslaaptimer
Druk herhaaldelijk op SLEEP totdat “SLEEP 0” op het display
verschijnt. (De SLEEP indicator dooft).
• De inslaaptimer wordt tevens geannuleerd door het
uitschakelen van het toestel.
Opmerking:
• Indien zowel de inslaaptimer als de automatische standbyfunctie
(zie bladzijde 60) zijn geactiveerd, wordt het toestel uitgeschakeld
door de uitschakeltijd die het eerst wordt bereikt.
Nederlands
Kiezen van de analoge of digitale
Veranderen van de helderheid
van het display
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op DIMMER om het display te dimmen.
• Door iedere druk op de toets worden het display en het
verlichtingslampje afwisselend helder en donker.
Uitschakelen van de stroom
met de inslaaptimer
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op SLEEP.
De SLEEP indicator op het display oplicht.
• Door iedere druk op de toets verandert de uitschakeltijd als
volgt:
SLEEP indicator
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
10203060
901201500 (off)
(terug naar het begin)
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
ingangsfunctie
Indien u digitale broncomponenten zowel digitaal als analoog
heeft verbonden (zie bladzijden 9 t/m 11), kunt u de
ingangsfunctie kiezen.
• Alvorens de digitale ingangsfunctie te kiezen, moet u de
instelling voor de digitale ingangsaansluiting juist hebben
geregistreerd (zie “Digitale ingang (DIGITAL IN)
aansluitingen” op bladzijde 29).
Opmerking:
• U kunt de ingangsfunctie niet veranderen indien “DVD” als bron is
gekozen. Voor de DVD-speler wordt namelijk altijd de digitale
ingang gebruikt.
1
Kies een bron (STB, TV of CDR) waarvoor u
de ingangsfunctie wilt veranderen.
2
Druk op INPUT ANALOG/DIGITAL (INPUT
ATT.) op het voorpaneel of ANALOG/DIGITAL
INPUT op de afstandsbediening.
Met het voorpaneelMet de afstandsbediening
De huidige ingangsfunctie op het display verschijnt.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de
analoge ingang (“ANALOG”) en de digitale ingang
(“DGTL AUTO”) ingesteld.
DIGITAL AUTO indicator
Wanneer de uitschakeltijd wordt bereikt
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld.
VERVOLG OP DE VOLGENDE BLADZIJDE
14
Basisbediening
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
ATT NORMALATT ON
DGTL AUTOKies voor de digitale ingangsfunctie.
De DIGITAL AUTO indicator licht op. Het
toestel herkent automatisch het formaat
van de binnenkomende signalen en de
geluidssignaalindicator voor het herkende
signaal (zie hieronder) licht op; of anders
licht er geen geluidssignaalindicator op.
ANALOGKies voor de analoge ingangsfunctie
(fabrieksinstelling uitgezonderd voor de
ingebouwde DVD-speler).
De ANALOG indicator licht op.
Geluidssignaalindicators op het display
PPCMLicht op wanneer DVD AUDIO Packed PCM
signalen worden ontvangen.
DIGITAL
• Licht op wanneer Dolby Digital signalen
worden ontvangen.
Nederlands
• Knippert wanneer “DGTL D.D.” is gekozen voor
software die niet met Dolby Digital signalen is
gecodeerd.
• Licht op wanneer DTS signalen worden
ontvangen.
• Knippert wanneer “DGTL DTS” is gekozen voor
software die niet met DTS signalen is
gecodeerd.
LPCMLicht op wanneer lineaire PCM signalen worden
ontvangen.
7 Handmatig veranderen van de digitale
ingangsfunctie—alleen voor DVD VIDEO
In de volgende gevallen bij weergave van Dolby Digital of
DTS software, kunt u de digitale ingangsfunctie veranderen:
• Geen geluid bij het starten van de weergave.
• Ruis tijdens het zoeken naar of overslaan van hoofdstukken
of fragmenten.
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
1
Druk op INPUT ANALOG/DIGITAL (INPUT
ATT.) op het voorpaneel of op ANALOG/
DIGITAL INPUT van de afstandsbediening
om “DGTL AUTO” te kiezen.
DGTL D.D.Kies voor weergave van software die
met Dolby Digital is gecodeerd.
DIGITAL
De
indicator licht op*.
DGTL DTSKies voor weergave van software die
met DTS is gecodeerd.
De indicator licht op*.
* Deze indicators knipperen indien er geen signaal wordt
ontvangen of een signaal van afwijkend formaat wordt
weergegeven.
Kunt u tevens de digitale ingangsfunctie
veranderen door herhaaldelijk op DECODE op
de afstandsbediening te drukken.
Opmerkingen:
• Indien met “DGTL AUTO” de binnenkomende signalen niet kunnen
worden herkend, zal er geen geluidssignaalindicator op het display
oplichten.
•“DGTL DTS” en “DGTL D.D.” worden geannuleerd wanneer u het
toestel uitschakelt of een andere bron kiest.
De digitale ingangsfunctie wordt dan automatisch weer op
“DGTL AUTO” gesteld.
Verzwakken van het ingangssignaal
Indien het ingangsniveau van de analoge bron te hoog is, zal
het geluid vervormd klinken. U moet in dat geval het
ingangssignaal verzwakken zodat het geluid niet wordt
vervormd.
• U moet deze instelling voor iedere analoge bron
afzonderlijk maken.
ALLEEN met het voorpaneel
Houd INPUT ATT. (INPUT ANALOG/DIGITAL) ingedrukt
totdat de INPUT ATT indicator op het display oplicht.
• Iedere keer bij het indrukken van de toets wordt de functie
voor het verzwakken van het ingangssignaal afwisselend
geactiveerd (“ATT ON”) en uitgeschakeld (“ATT NORMAL”).
INPUT ATT indicator
2
Druk op CONTROL 3 (of 2) om
“DGTL D.D.” of “DGTL DTS” te
kiezen terwijl “DGTL AUTO” nog
op het display wordt getoond.
• Door iedere druk op de toets verandert de digitale
ingangsfunctie als volgt:
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
15
DGTL AUTO
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
DGTL DTS
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
TANEWSINFO
DGTL D.D.
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
ATT NORMALKies normaliter deze stand
(fabrieksinstelling). Het analoge geluid
wordt niet verzwakt.
ATT ONKies deze stand indien het analoge geluid
REC
wordt vervormd.
Activeren van TV Direct
Activeren van de opnamefunctie
U kunt dit toestel als een DVD-speler en AV-schakelpaneel
gebruiken terwijl het toestel niet is ingeschakeld. Met deze
functie geactiveerd, worden de beelden en het geluid van de
videocomponenten via dit toestel naar de TV gestuurd. U
kunt op deze manier de videocomponenten en de TV
gebruiken alsof ze direct met elkaar zijn verbonden—TV
Direct.
• Deze functie werkt uitsluitend indien de videocomponenten
en de TV middels SCART-kabels met dit toestel zijn
verbonden.
• Deze functie werkt voor de volgende bronnen—DVD, STB
en videorecorder.
• Dit toestel kan automatisch worden in- of uitgeschakeld,
en/of automatisch de bron kiezen indien de automatische
functie op “AUTO1” of “AUTO2” is gesteld. Zie
“Automatisch functie” op bladzijde 29 voor details.
Voer de volgende handelingen uit voor het activeren
(of annuleren) van TV Direct:
Met het voorpaneelMet de afstandsbediening
1
Druk op TV DIRECT.
Alle aanduidingen doven (uitgezonderd indien “DVD” als
bron is gekozen) en de lampje van de huidige gekozen
bron licht vervolgens op.
2
Schakel het videocomponent en de TV in.
3
Druk op een van de bronkeuzetoetsen
—DVD, STB of VCR.
De lampje van de gekozen bron licht op.
Bijv.: Met “DVD” gekozen.
Voor het annuleren van TV Direct en uitschakelen van het
toestel, drukt u op
afstandsbediening).
Het toestel wordt uitgeschakeld en het STANDBY lampje licht
op.
Voor het annuleren van TV Direct en het inschakelen van
het toestel, drukt u op TV DIRECT.
Opmerkingen:
• Met TV Direct geactiveerd, kunt u geen geluidseffecten van dit
toestel gebruiken en kunnen de met dit toestel verbonden
luidsprekers niet voor de weergave worden gebruikt.
• ALLEEN voor DVD AUDIO: Bij weergave van een DVD AUDIO die
niet met TV Direct kan worden teruggemengd, kunt u uitsluitend het
geluid van de linker- en rechtervoorkanalen beluisteren.
• U kunt de T-V LINK functie tussen de TV en videorecorder
gebruiken wanneer TV Direct is geactiveerd.
STANDBY/ON (of AUDIO op de
Bij weergave van multikanaal bronnen, kunt u met deze
opnamefunctie het normale geluid met tevens de
surroundelementen opnemen omdat de signalen voor het
middenkanaal en de surroundkanalen eerst tot signalen voor
de voorkanalen worden teruggemengd.
• Bij weergave van multikanaal software met de
opnamefunctie geactiveerd, worden alle signalen
teruggemengd en uitsluitend via de voorluidsprekers
uitgestuurd.
• ALLEEN voor DVD AUDIO: Indien het terugmengen van
signalen door de disc is verboden, heeft deze functie geen
effect.
ALLEEN met het voorpaneel
Houd REC MODE (SURROUND MODE) ingedrukt totdat
“RECMODE ON” op het display verschijnt.
De REC indicator op het display oplicht.
• Iedere keer bij het indrukken van de toets wordt de
opnamefunctie afwisselend geactiveerd (“RECMODE ON”)
en uitgeschakeld (“RECMODE OFF”).
REC indicator
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
RECMODE OFF Kies normaliter deze stand
RECMODE ON Kies deze stand voor opname van alle
Bij opname met de videorecorder:
U kunt het beeld zonder de volume-aanduiding op de
videocassette opnemen indien de opnamefunctie is
geactiveerd.
• Zie bladzijde 60 indien u de iconen voor inbeeldbegeleiding niet wilt opnemen.
• Het keuzemenu (zie bladzijde 55) en de in-beeldstaaf (zie
bladzijde 38) worden altijd opgenomen indien ze op de TV
wordt getoond.
LET OP:
Wordt het weergegeven geluid mogelijk vervormd wanneer
deze opnamefunctie is geactiveerd. U moet in dat geval het
volume verlagen totdat het geluid normaal, niet vervormd,
klinkt.
Opmerkingen:
• Deze opnamefunctie wordt geannuleerd (“RECMODE OFF”)
wanneer u het toestel uitschakelt of een andere bron kiest.
• De geluidsinstellingen (zie bladzijden 30 en 31) en de
surroundfuncties (zie bladzijden 32 t/m 35) hebben geen effect op
de opname.
• De volgende toetsen functioneren niet indien de opnamefunctie is
geactiveerd (“RECMODE ON”):
– SETTING en ADJUST op het voorpaneel
– SURROUND ON/OFF en SURROUND MODE op het voorpaneel
– Toetsen voor instellen van het geluid op de afstandsbediening
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
(fabrieksinstelling). De signalen worden niet
teruggemengd.
teruggemengde signalen.
Nederlands
16
Basisbediening voor DVD-speler
Zie bladzijden 36 t/m 50 voor details aangaande de
bediening van de DVD-speler.
• U kunt tevens MP3 en JPEG bestanden afspelen. Zie
bladzijden 51 t/m 54.
• Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op
DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVDspeler functioneert.
Schakel de TV in en kies de juiste video-ingang (zie de
gebruiksaanwijzing van uw TV) alvorens dit toestel in te
schakelen.
• Bij gebruik van een JVC TV kunt u uw TV door een druk op
van de afstandsbediening inschakelen en de video-
TV
ingang kiezen door een druk op TV/VIDEO. (Zie “Bediening
van apparatuur van andere merken” op bladzijde 67 indien
u geen JVC TV heeft).
• Voor het veranderen van de OSD mededelingen—de
informatie op de TV—naar de gewenste taal, zie bladzijden
55 t/m 57.
Nederlands
1
Druk op 0.
ALLEEN met het voorpaneel
Het toestel wordt ingeschakeld en de disclade opent.
Het STANDBY lampje dooft en het verlichtingslampje licht
op.
• Met reeds een disc geplaatst, wordt door een druk op
3 het toestel ingeschakeld en start de weergave van
de geplaatste disc.
2
Plaatsen van een disc.
Plaats een disc juist met het label boven.
RX-DV31 HOME THEATER DVD-AUDIO/VIDEO RECEIVER
E
D
O
M
SURROUND
F
F
/O
N
O
GOED
4
Instellen van het volume.
MASTER VOLUME
Met het voorpaneelMet de afstandsbediening
Zie bladzijde 34 voor het activeren en kiezen van de
surroundfunctie.
Meer over de aanduidingen op het display tijdens
weergave van een disc
Bij weergave van een disc wordt de volgende informatie
op het display getoond:
Bijv.: Bij weergave van een DVD VIDEO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
12
1 Hoofdstuknummer
2 Verstreken weergavetijd
Bijv.: Bij weergave van een DVD AUDIO*
12
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P.TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
345
1 B.S.P. (doorlopen stilbeeld) indicator (licht op bij het
De disclade sluit en het toestel start de weergave van de
geplaatste disc.
Met het voorpaneelMet de afstandsbediening
• U kunt de disclade tevens sluiten door een druk op 0
op het voorpaneel.
17
Bijv.: Bij weergave van een audio CD
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
1
TANEWSINFO
2
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
1 Fragmentnummer
2 Verstreken weergavetijd
* Het DVD AUDIO lampje op het voorpaneel licht op
wanneer een DVD AUDIO is geplaatst.
REC
Stoppen van de weergave
Druk op 7.
Het toestel onthoudt het punt waar de weergave wordt
gestopt en de RESUME indicator licht op het display op
(uitgezonderd wanneer een audio CD is geplaatst).
Met de RESUME indicator op het display opgelicht, kunt u de
weergave voortzetten vanaf het vastgelegde stoppunt door
een druk op 3—Weergavevoortzetting. (zie “Meer over
weergavevoortzetting” hier rechts)
Verwijderen van de geplaatste disc
Druk op 0.
De disclade opent.
Na het verwijderen van de disc, moet u nogmaals op de toets
drukken om de disclade te sluiten.
• Wanneer u op
AUDIO van de afstandsbediening drukt met de
disclade nog open, zal de disclade automatisch sluiten en
het toestel vervolgens worden uitgeschakeld.
STANDBY/ON op het voorpaneel of op
7 Overige bedieningstoetsen voor de DVD-speler
Met het voorpaneel
Met de afstandsbediening
Tijdelijk pauzeren van de weergave
Druk op 8.
• Druk op 3 om de weergave voort te zetten.
Weergavepositie 10 seconden terugzetten
(alleen voor DVD VIDEO)
Druk tijdens DVD VIDEO weergave op 3.
De weergavepositie wordt ongeveer 10 seconden teruggezet
en vanaf daar weer voortgezet.
Versnelde weergave in voor- of achterwaartse richting
• Druk tijdens weergave op ¡ of 1 (ALLEEN met de
afstandsbediening).
Door iedere druk op ¡ (of 1), wordt de weergave in
voorwaartse (of achterwaartse) richting versneld en
verandert de weergavesnelheid als volgt:
Voor DVD VIDEO:
x2 ] x5 ] x10 ] x20 ] x60
Voor DVD AUDIO/VCD/SVCD/CD:
x2 ] x5 ] x10 ] x20
De normale weergave wordt hervat door een druk op 3.
• Houd ¢ of 4 ingedrukt.
Door ¢ (of 4), in te drukken, wordt de weergave in
voorwaartse richting (of achterwaartse richting) 5 keer
versneld. Door ¢ (of 4) verder in te drukken kunt u de
weergave 20 keer versnellen.
Laats de toets los om de normale weergave voort te zetten.
Opzoeken van het begin van het hoofdstuk of fragment
Druk op ¢ of 4.
Druk op ¢ (of 4) om het begin van het volgende (huidige
of voorgaande) hoofdstuk of fragment op te zoeken.
Opzoeken van een hoofdstuk of fragment met gebruik
van de cijfertoetsen
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het nummer van
het gewenste hoofdstuk of fragment in te voeren.
Bijv.: Kiezen van 3, druk op 3.
Kiezen van 11, druk op +10 en
dan op 1.
Kiezen van 20, druk op +10 en
dan op 10.
Meer over
weergavevoortzetting
Dit toestel onthoudt het stoppunt wanneer u de volgende
handelingen uitvoert:
• Een druk op 7 tijdens weergave—Druk op 3 voor
weergavevoortzetting
• Veranderen van de bron—Druk op DVD of 3 voor
weergavevoortzetting
• Uitschakelen van het toestel (met inbegrip van de
inslaaptimer)—Druk op 3 voor weergavevoortzetting
Nadat de weergave werd voortgezet, dooft de RESUME
indicator van het display (en wordt het stoppunt gewist).
Het toestel wist tevens het stoppunt wanneer u een van de
volgende handelingen uitvoert:
• Een druk op 7 (terwijl de RESUME indicator op het
display is opgelicht)
• Kiezen van een fragment door een druk op ¢ of 4
voor video CD en super VCD wanneer de weergave is
gestopt
• Kiezen van geprogrammeerde of willekeurige weergave
• Een druk op TOP MENU
• Uitwerpen van de geplaatste disc
• Inschakelen van het toestel door een druk op
STANDBY/ON op het voorpaneel of AUDIO op de
afstandsbediening.
U kunt de functie voor weergavevoortzetting ook
annuleren (zie “Menu voor overige instellingen—OTHERS”
op bladzijde 60).
Nederlands
18
Bediening van de tuner
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
Handmatig afstemmen op zenders
Met het voorpaneel
1
Druk op FM/AM om de golfband te kiezen.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band wordt
nu opgeroepen.
De CONTROL toetsen werken nu voor bediening van de
tuner.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de FM
en AM golfband ingesteld.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL ∞ (of 5)
Nederlands
totdat “< TUNING >” op het display
verschijnt.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
3
Druk terwijl “< TUNING >” nog op het display
wordt getoond op CONTROL 3 (of 2) totdat
de gewenste frequentie is gevonden.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
CONTROL 3 wordt de frequentie verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
CONTROL 2 wordt de frequentie verlaagd.
L C R
SUBWFR
LSRS
LFE
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRAM
PL
SURROUND
Bijv.: Met de FM-golfband gekozen
PROGRAM
PL
SURROUND
L C R
SUBWFR
LSRS
SURROUND
L C R
SUBWFR
LSRS
LFE
LFE
GROUP TITLE TRACK CHAP.
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
PROGRAM
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
Gebruik van voorkeurzenders
Nadat een zender eenmaal als voorkeurzender voor een
kanaalnummer is vastgelegd, kunt u snel op de zender
afstemmen. U kunt maximaal 30 FM en 15 AM zenders als
voorkeurzenders vastleggen.
7 Vastleggen van voorkeurzenders
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd
worden uitgevoerd.
PROGRESSIVE1A-B
PROGRESSIVE1A-B
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
TANEWSINFO
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
REC
REC
Start opnieuw vanaf stap 2 indien de instelling werd
geannuleerd voordat u klaar bent.
Met het voorpaneel
1
Stem op de zender af die u als
voorkeurzender wilt vastleggen (zie
“Handmatig afstemmen op zenders”).
• Indien u tevens de FM-ontvangstfunctie voor een
zender wilt vastleggen, moet u de gewenste FMontvangstfunctie kiezen. Zie “Kiezen van de FMontvangstfunctie” op bladzijde 20.
Bijv.: Met de FM-golfband gekozen
2
Druk op MEMORY.
De positie voor het voorkeurzendernummer knippert
ongeveer 5 seconden op het display.
Met de afstandsbediening
1
Druk op FM/AM.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band
wordt nu opgeroepen.
2
Druk herhaaldelijk op TUNING 9 of ( totdat de
gewenste frequentie is gevonden.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
TUNING 9 wordt de frequentie verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
TUNING ( wordt de frequentie verlaagd.
Opmerkingen:
• Indien u CONTROL 3 (of TUNING 9 op de afstandsbediening) of
CONTROL 2 (of TUNING ( op de afstandsbediening) even
indrukt en vervolgens loslaat, zoekt het toestel naar zenders en
stopt zodra een zender is gevonden die sterk genoeg is.
• De TUNED indicator licht op het display op wanneer op een zender
met voldoende sterke signalen is afgestemd.
• De STEREO indicator licht tevens op wanneer een stereo FMprogramma wordt ontvangen.
19
3
Druk op CONTROL 3 (of 2) om een
voorkeurzendernummer te kiezen terwijl de
positie hiervoor nog knippert.
4
Druk nogmaals op MEMORY terwijl
het gekozen nummer op het display knippert.
De zender wordt nu onder dit gekozen
voorkeurzendernummer vastgelegd.
Het gekozen kanaalnummer stopt te knipperen en
•
vervolgens knippert de frequentie ongeveer 5 seconden.
5
Druk op CONTROL 3 (of 2) om een andere
vast te leggen frequentie te kiezen terwijl de
frequentie nog op het display knippert.
6
Herhaal stappen 2 t/m 5 voor het vastleggen
van andere voorkeurzenders.
Wissen van een vastgelegde voorkeurzender
Door een nieuwe zender op een voorkeurzendernummer vast
te leggen, wordt de hiervoor vastgelegde zender gewist.
Met de afstandsbediening
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
Na het afstemmen op een zender die u wilt vastleggen,
1
Druk op MEMORY.
De kanaalnummerpositie knippert ongeveer
5 seconden op het display.
2
Druk op de cijfertoetsen om een voorkeurkanaal te
kiezen terwijl de kanaalnummerpositie nog knippert.
• Voor kanaalnummer 5, druk op 5.
• Voor kanaalnummer 15, druk op +10 en dan op 5.
• Voor kanaalnummer 30, druk op +10, +10 en dan op 10.
3
Druk nogmaals op MEMORY.
4
Druk op TUNING 9 of ( om een andere vast te
leggen zender te kiezen.
5
Herhaal stappen 1 t/m 4 totdat alle gewenste zenders
zijn vastgelegd.
7 Afstemmen op een voorkeurzender
Met het voorpaneel
1
Druk op FM/AM om de golfband te kiezen.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band wordt
nu opgeroepen.
De CONTROL toetsen werken nu voor bediening van de
tuner.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
Bijv.: Met de FM-golfband gekozen
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL ∞ (of 5)
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
totdat “< PRESET >” op het display
verschijnt.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
3
Druk terwijl “< PRESET >” nog op het display
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
wordt getoond op CONTROL 3 (of 2) om het
gewenste voorkeurzendernummer
te kiezen.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
CONTROL 3 wordt het voorkeurzendernummer
verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
CONTROL 2 wordt het voorkeurzendernummer
verlaagd.
Kiezen van de FM-ontvangstfunctie
Indien het stereo FM-programma dat u beluistert veel ruis
bevat, kunt u de FM-ontvangstfunctie veranderen voor een
betere ontvangst van het programma.
• U kunt de FM-ontvangstfunctie tevens voor iedere
voorkeurzender vastleggen.
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd
worden uitgevoerd.
1
Start opnieuw vanaf stap
geannuleerd voordat u klaar bent.
Met het voorpaneel
1
Druk tijdens het luisteren naar een FMzender herhaaldelijk op CONTROL ∞ (of 5)
totdat “< FM MODE >” op het display
verschijnt.
2
Druk terwijl “< FM MODE >” nog op het
display wordt getoond op CONTROL 3
(of 2) om “MONO” te kiezen.
• Door iedere druk op de toets wordt de FMontvangstfunctie afwisselend op “AUTO MUTING” en
“MONO” gesteld.
AUTO MUTING Kies normaliter deze stand
MONOKies deze stand om de ontvangst te
Weer instellen van het stereo-effect
Herhaal stap 1 en kies vervolgens “AUTO MUTING” in stap 2.
indien de instelling werd
(fabrieksinstelling).
Indien een programma stereo wordt
uitgezonden, hoort u stereogeluid;
indien mono uitgezonden, hoort u het
monogeluid. Deze functie is tevens
handig voor het onderdrukken van
statische ruis tussen zenders. De AUTO
MUTING indicator licht op het display
op.
verbeteren (maar het stereo-effect gaat
verloren).
Met deze functie hoort u ruis totdat u op
een zender heeft afgestemd. De AUTO
MUTING indicator dooft van het display.
(De STEREO indicator dooft tevens).
Nederlands
Met de afstandsbediening
1
Druk op FM/AM.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band
wordt nu opgeroepen.
De cijfertoetsen werken nu voor bediening van de tuner.
2
Druk op de cijfertoetsen om een voorkeurzendernummer
te kiezen.
• Voor zendernummer 5, drukt u op 5.
• Voor zendernummer 15, drukt u op +10 en dan op 5.
• Voor zendernummer 30, drukt u op +10, +10 en dan
op 10.
Met de afstandsbediening
1
Druk op FM/AM om de FM-zender te kiezen.
2
Druk op FM MODE.
• Door iedere druk op de toets wordt de FMontvangstfunctie afwisselend op “AUTO MUTING” en
“MONO” gesteld.
20
Bediening van de tuner
Gebruik van RDS (Radio Datasysteem)
voor ontvangst van FM-zenders
Met gebruik van RDS sturen FM-zenders extra signalen
samen met de normale programmasignalen uit. De zenders
sturen bijvoorbeeld de zendernaam en tevens informatie over
het type programma dat ze uitzenden, bijvoorbeeld sport of
muziek.
De RDS indicator licht op het display op wanneer u op een
FM-zender heeft afgestemd die RDS levert.
RDS indicator
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
Met dit toestel kunt u de volgende RDS-signalen ontvangen:
Nederlands
PS (Program Service—Stationsnaam)
Toont de algemeen bekende zendernamen.
PTY (Program Type—Programmatype)
Toont het programmatype.
RT (Radio Text—Radiotekst)
Toont tekstmededelingen die de zender uitzendt.
Enhanced Other Networks
Zie bladzijde 23.
Opmerkingen:
• RDS is niet beschikbaar voor AM uitzendingen.
• RDS werkt mogelijk niet juist indien de zender waarop is afgestemd
de RDS-signalen niet juist uitzendt of de signalen te zwak zijn.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
7 Wat voor een informatie leveren RDS-
signalen?
U kunt op het display zien welke RDS-signalen door de
zender worden uitgestuurd.
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op
DISPLAY om te tonen welke RDS-signalen beschikbaar
zijn.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding op
het display en toont u de volgende informatie:
PSPTY
REC
Frequentie
RT
(normale aanduiding)
PS (Program Service—Stationsnaam)
Tijdens het zoeken verschijnt “PS” en worden de
zendernamen getoond. “NO PS” zal verschijnen
indien er geen signaal wordt ontvangen.
PTY (Program Type—Programmatype)
Tijdens het zoeken verschijnt “PTY” en vervolgens
het type van het programma dat wordt
uitgezonden. “NO PTY” zal verschijnen indien er
geen signaal wordt ontvangen.
RT (Radio Text—Radiotekst)
Tijdens het zoeken verschijnt “RT” en wordt de
tekstmededeling getoond die door de zender
wordt uitgezonden. “NO RT” zal verschijnen indien
er geen signaal wordt ontvangen.
Frequentie
De zenderfrequentie (geen RDS-service).
7 Bedieningstoetsen
U kunt de volgende toetsen voor RDS gebruiken:
• Bij gebruik van de afstandsbediening drukt u op FM/AM
om de afstandsbedieningsfunctie voor de tuner te
activeren.
Meer over de tekens die op het display worden getoond
Bepaalde speciale tekens of accenten worden mogelijk niet
juist op het display getoond bij ontvangst van PS, PTY of RT
signalen.
Opmerking:
• Indien het zoeken direct stopt, zullen “PS”, “PTY” en “RT” niet op
het display verschijnen.
21
Opzoeken van een programma met
PTY-codes
PTY-codes
Een voordeel van RDS is dat u eenvoudig en snel een
bepaald soort programma kunt opzoeken dat door een van
de voorkeurzenders (zie bladzijde 19) wordt uitgezonden
door de overeenkomende PTY-code in te voeren.
7 Zoeken van een programma met gebruik van
de PTY-codes
Voordat u start, vergeet niet...
• Het zoeken met PTY-codes werkt uitsluitend voor de
voorkeurzenders.
• Druk tijdens het zoeken op PTY SEARCH om het zoeken
voortijdig te stoppen.
• De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd
worden uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap 1 indien de
instelling werd geannuleerd voordat u klaar bent.
ALLEEN met de afstandsbediening
1
Druk tijdens het luisteren naar een FMzender op PTY SEARCH.
“PTY SELECT” knippert op het display.
2
Druk terwijl “PTY SELECT” knippert op
PTY 9 of PTY ( totdat de gewenste
PTY-code op het display verschijnt.
• Zie “Beschrijving van PTY-codes” op bladzijde 24 voor
details.
3
Druk weer op PTY SEARCH terwijl de in de
vorige stap gekozen PTY-code nog steeds
op het display wordt getoond.
Tijdens het zoeken worden “SEARCH” en de gekozen
PTY-code afwisselend op het display getoond.
Het toestel zoekt de 30 FM-voorkeurzenders af en stopt
zodra een zender is gevonden die een programma van
het gekozen type uitzendt.
Alarm !
TEST
Document
Folk M (Muziek)
Oldies
Nation M (Muziek)
Country
Jazz
Leisure
Travel
Phone In
Religion
Social
Children
Finance
None
Educate (Onderwijs)
Rock M (Muziek)
Easy M (Muziek)
Light M (Muziek)
Other M (Muziek)
Weather
News
Affairs
Info (Informatie)
Sport
Drama
Culture
Science
Varied
Pop M (Muziek)
Classics
Nederlands
Nadat een zender is gevonden verder zoeken
Druk nogmaals op PTY SEARCH terwijl de aanduidingen nog
op het display knipperen.
“NOT FOUND” wordt getoond indien er geen geschikt
programma is gevonden.
22
Bediening van de tuner
Tijdelijk overschakelen len naar een
ander gewenst radioprogramma
Een andere handige functie met RDS is het zogenaamde
“Enhanced Other Networks”.
Met deze functie kunt u tijdelijk naar een ander gewenst
radioprogramma (TA, NEWS en/of INFO) van een andere
zender overschakelen. Het overschakelen is echter niet
mogelijk in de volgende gevallen:
• Bij het luisteren naar niet-RDS Networks—alle AM zenders,
bepaalde FM-zenders en andere bronnen.
• Indien het toestel standby of in TV Direct is geschakeld.
Voordat u start, vergeet niet...
De Enhanced Other Networks functie kan uitsluitend voor FM
voorkeurzenders worden gebruikt.
ALLEEN met de afstandsbediening
Nederlands
Druk herhaaldelijk op TA/NEWS/INFO totdat het
gewenste programmatype op het display
verschijnt.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding op
het display als volgt:
TA
Geen
NEWS
INFO
TA/NEWS
TA/NEWS/INFO
TA/INFO
NEWS/INFO
Stoppen van het programma dat door Enhanced Other
Networks werd gekozen
Druk herhaaldelijk nogmaals op TA/NEWS/INFO zodat de
indicator van het programmatype (TA/NEWS/INFO) van het
display dooft. De Enhanced Other Networks standbyfunctie
wordt uitgeschakeld en het toestel stemt op de hiervoor
gekozen zender af.
Indien een noodbericht (Alarm ! signaal) door een
FM-zender wordt uitgezonden
Het toestel stemt behalve in de volgende gevallen
automatisch op de betreffende zender af:
• Bij het luisteren naar niet-RDS Networks—alle AM zenders,
bepaalde FM-zenders en andere bronnen.
• Indien het toestel standby of in TV Direct is geschakeld.
Tijdens ontvangst van een noodbericht verschijnt “Alarm !”
op het display.
Het TEST signaal dient voor het testen––en controleert of
het Alarm ! signaal goed kan worden ontvangen
Het TEST signaal laat het toestel op dezelfde manier werken
als het Alarm ! signaal. Bij ontvangst van een TEST signaal
schakelt het toestel automatisch over naar de zender die het
TEST signaal uitzendt.
Tijdens ontvangst van het TEST signaal verschijnt “TEST” op
het display.
TAVerkeersinformatie in uw regio.
NEWSNieuws.
INFOProgramma’s die informatie en advies in de
breedste zin van het woord geven.
Werking van de Enhanced Other Networks functie
Indien de zender waarop is afgestemd een uitzending
van het door u gekozen programmatype start
Het toestel blijft op deze zender afgestemd, maar de
indicator van de ontvangen PTY-code begint te
knipperen.
‘
Na het programma stopt de indicator van de ontvangen
PTY-code te knipperen en blijft opgelicht, maar het
toestel blijft in de Enhanced Other Networks
standbyfunctie geschakeld.
Indien een andere FM-zender van hetzelfde netwerk
een uitzending van het door u gekozen
programmatype start tijdens het luisteren naar een
FM-zender
Het toestel schakelt automatisch naar deze andere
zender over. De indicator van de ontvangen PTY-code
begint te knipperen.
Opmerkingen:
• Sommige FM-stations zenden Enhanced Other Networks-gegevens
uit waar deze toestel niet mee overweg kan.
• Enhanced Other Networks functioneert niet met bepaalde RDS
FM-zenders.
• Als u naar een programma luistert waarop door de functie
Enhanced Other Networks is afgestemd, blijft de eenheid dat
station ontvangen, ook als een ander station een programma met
dezelfde Enhanced Other Networks-gegevens gaat uitzenden.
• U kunt uitsluitend de TA/NEWS/INFO en DISPLAY toetsen
gebruiken tijdens het luisteren naar een programma dat door de
Enhanced Other Networks functie werd gekozen.
• De Enhanced Other Networks functie werkt uitsluitend tijdens
ontvangst van FM-zenders die de Enhanced Other Networks code
hebben.
LET OP:
Als de eenheid steeds heen en weer schakelt tussen het
station waarop de eenheid staat afgestemd en het station
waarop de functie Enhanced Other Networks wil afstemmen,
is het raadzaam om herhaaldelijk op de toets TA/NEWS/INFO
te drukken zodat de functie Enhanced Other Networks wordt
uitgeschakeld. Als u niet op de toets drukt, wordt uiteindelijk
het station weer ontvangen waarop de ontvanger op dat
moment al was afgestemd en de knipperende vermelding van
het Enhanced Other Networks-gegevenstype verdwijnt weer
van de display.
‘
Na het programma schakelt het toestel terug op de
zender waarop hiervoor was afgestemd, maar blijft de
Enhanced Other Networks functie standby geschakeld.
De indicator van de ontvangen PTY-code stopt te
knipperen en blijft opgelicht.
23
Beschrijving van PTY-codes:
News:Nieuws.
Affairs:Programma’s met een thema waarin dieper op
het nieuws wordt ingegaan—debat of analyse.
Info:Programma’s die in een brede zin meer
informatie en advies geven.
Sport:Programma’s over sport en sportwedstrijden.
Educate:Educatieve programma’s.
Drama:Radiohoorspelen en series.
Culture:Programma’s over nationale of regionale
cultuur, met inbegrip van taal, theater, enz.
Science:Programma’s over natuurwetenschappen en
techniek.
Varied:Voornamelijk praat-programma’s, bijvoorbeeld
quizzen, spelletjes en interviews met
beroemdheden.
Pop M:Commerciële, hedendaagse muziek.
Rock M:Rockmuziek.
Easy M:Huidige muziek die ookwel “easy listening”
wordt genoemd.
Light M:Lichte instrumentale muziek, zang of
koormuziek.
Classics:Uitvoeringen van orkesten, symfonieën,
kamermuziek, enz.
Other M:Muziek die niet bij een van de andere
categorieën hoort.
Weather:Weerberichten.
Finance:Verslagen van de beurs, handel en commercie.
Children:Programma’s voor kinderen.
Social:Programma’s over sociologie, geschiedenis,
geografie, psychologie en sociale
vraagstukken.
Religion:Religieuze programma’s.
Phone In:Luisteraars die hun mening via de telefoon of
forums duidelijk maken.
Travel:Reisinformatie.
Leisure:Programma’s over recreatie en activiteiten.
Jazz:Jazzmuziek.
Country:Programma’s met muziek van oorspronkelijk
het zuiden van Amerika.
Nation M:Huidige populaire, nationale of regionale
muziek in de taal van het land.
Oldies:Muziek uit de “golden age”, oftewel “gouwe
ouwe”.
Folk M:Muziek die uit een bepaalde cultuur komt.
Document: Programma’s die dieper op gebeurtenissen
ingaan of bepaalde feiten verder onderzoeken.
TEST:Uitzendingen voor het testen van
noodberichten of het toestel.
Alarm !:Noodberichten.
None:Geen programmatype, ongedefinieerd
programma of programma’s die niet
gemakkelijk in een van de andere groepen
passen.
De inhoud van programma’s met een bepaalde PTY-
code kan met sommige FM-zenders afwijken van de
hierboven gegeven beschrijving.
Nederlands
24
Basisinstellingen
MPEG-2AAC
TA NEWS INFOANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
USENO
MPEG-2AAC
TA NEWS INFOANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
SMALL
MEDIUM
LARGE
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
4 SPEAKERS
3 SPEAKERS5 SPEAKERS
De volgende instellingen moeten worden gemaakt na het
aansluiten en plaatsen van uw luidsprekers.
7 Snel instellen van de luidsprekers (zie hieronder)
7 Instellen van basisonderdelen (zie bladzijden 26 t/m 29)
• Luidsprekerinstellingen
– Luidsprekerinformatie voor de subwoofer, voor-,
U kunt deze onderdelen tevens met het keuzemenu (zie bladzijden
55 t/m 60) instellen.
Nederlands
Snel instellen van de luidsprekers
4
Druk op CONTROL 3 (of 2) om het juiste
aantal aangesloten luidsprekers te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert het aantal als
volgt:
5 SPEAKERSKies indien de voor-, midden- en
surroundluidsprekers zijn aangesloten
(fabrieksinstelling).
4 SPEAKERSKies indien de voor- en
surroundluidsprekers zijn aangesloten.
3 SPEAKERSKies indien uitsluitend de voor- en
middenluidsprekers zijn aangesloten.
U kunt het formaat en de afstand voor de aangesloten
luidsprekers snel en eenvoudig instellen (Quick Setup).
• Zie “Luidsprekerinformatie” en “Luidsprekerafstand” op
bladzijde 27 voor het handmatig instellen van het formaat
en de afstand voor de luidsprekers.
ALLEEN met het voorpaneel
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd
worden uitgevoerd.
Start opnieuw vanaf stap
1
indien de instelling werd
geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Druk op SETTING.
De CONTROL toetsen werken nu voor het maken van de
basisinstellingen. Het hiervoor gekozen in te stellen
onderdeel verschijnt op het display.
Zie “Configuratie van onderdelen op het display” op
bladzijde 26 voor de configuratie van de in te stellen
basisonderdelen.
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL ∞ (of 5)
totdat “QUICK SETUP” op het display
verschijnt.
5
Druk op MEMORY.
“ENTER USE OF SUBWOOFER” rolt over het display en
vervolgens verschijnt “SUBWFR USE”.
6
Druk op CONTROL 3 (of 2) om te kiezen of
u wel of niet een subwoofer heeft
aangesloten.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding
als volgt:
USEKies indien u een subwoofer heeft aangesloten
(fabrieksinstelling).
NOKies indien u geen subwoofer heeft
aangesloten.
7
Druk op MEMORY.
“ENTER ROOM SIZE” rolt over het display en vervolgens
verschijnt “SMALL ROOM”.
8
Druk op CONTROL 3 (of 2) om het juiste
formaat voor uw luisterruimte te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding
als volgt:
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
3
Druk op MEMORY.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
“ENTER THE NUMBER OF SPEAKERS” rolt over het
display en vervolgens verschijnt “5 SPEAKERS”.
25
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
Kies het juiste formaat in overeenstemming met de
afstand vanaf uw luisterpositie tot de luidsprekers. Zie
“Luidsprekerafstand voor ieder kamerformaat” op de
volgende bladzijde.
9
Druk op MEMORY om de instelling te
voltooien.
“SETUP END” verschijnt even op het display en
vervolgens wordt de aanduiding van de bron weer
getoond.
• De gemaakte luidsprekerinstellingen worden nu
geactiveerd.
Zie de beschrijving hieronder voor het geregistreerde
formaat en de afstand voor de luidsprekers.
Opmerking:
• De instelling wordt niet voltooid indien u stopt voordat de laatste
stap van de procedure is uitgevoerd.
Luidsprekerformaat voor ieder
luidsprekerkanaalnummer
• Indien u “LARGE” voor het kamerformaat heeft gekozen
L
C
R
Voor3,0 m
(L, R)
3,0 m
Midden3,0 m
Surround3,0 m
(LS, RS)
LS
RS
Gekozen waarde Luidsprekerformaat
AantalSubwoofer Voor L/RMidden Surround L/R
luidsprekers in gebruik(L/R)(C)(LS/RS)
3NOLRGSMLNO
3USESMLSMLNO
4NOLRGNOSML
4USESMLNOSML
5NOLRGSMLSML
5USESMLSMLSML
• Zie bladzijde 27 voor details aangaande het
luidsprekerformaat.
Luidsprekerafstand voor ieder kamerformaat
• Indien u “SMALL” voor het kamerformaat heeft gekozen
L
LS
R
C
2,4 m
2,1 m
1,5 m
RS
Voor2,4 m
(L, R)
Midden2,1 m
Surround1,5 m
(LS, RS)
In te stellen basisonderdelen
Na het aansluiten moet u de op bladzijde 25 beschreven
basisonderdelen instellen.
7 Bedieningstoetsen
ALLEEN met het voorpaneel
ToetsFunctie
SETTINGToont de in te stellen onderdelen op het
display.*
CONTROL5/∞Kiest een onderdeel van het display.
Door iedere druk op de toets veranderen
de onderdelen (zie “Configuratie van
onderdelen op het display” hieronder).
CONTROL3/2Instellen van het gekozen onderdeel.
• De aanduidingen doven van het display indien u
gedurende ongeveer 5 seconden geen bediening uitvoert.
1
Door herhaaldelijk op SETTING te drukken, verandert de
*
aanduiding tevens.
1
Nederlands
• Indien u “MEDIUM” voor het kamerformaat heeft gekozen
L
C
R
Voor2,7 m
(L, R)
2,7 m
2,4 m
Midden2,4 m
Surround2,1 m
(LS, RS)
2,1 m
LS
RS
Configuratie van onderdelen op het display
2
*
FRNT SP
(
Voorluid-
spreker
)
FRNT D
(
Afstand voor
CROSS
(
Drempel
DGT
(
Digitaal
MODE
(Automatische
functie)
)
)
SUBWFR
(Subwoofer)
SURR SP
(Surroundluidspreker)
SURR D
(Afstand surround)
D.COMP
(
Compressie
dynamisch bereik
QUICK SETUP
(Snel instellen)
)
*2Zie “Snel instellen van de luidsprekers” op bladzijde 25
voor details aangaande “QUICK SETUP”.
CNTR SP
(
Middenluid-
spreker
CNTR D
(
Afstand midden
)
LFE
(
Lage
frequentie-effect
AUTO SR
(
surround
terug naar het begin
(
)
Automatisch
)
)
)
)
26
Basisinstellingen
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
7 Bediening
Bijv.: Instellen van de digitale ingangsaansluitingen
(DIGITAL IN).
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd
worden uitgevoerd.
1
Start opnieuw vanaf stap
indien de instelling werd
geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Druk op SETTING.
De CONTROL toetsen werken nu voor het instellen. Het
laatst gekozen onderdeel voor het instellen wordt nu op
het display getoond.tings.
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL
totdat “DGT (Digitaal)” (met de huidige
instelling) op het display verschijnt.
Nederlands
3
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
MPEG-2AAC
Druk op CONTROL 3 (of 2) om
DIGITAL
LPCM
SURROUND
L C R
SUBWFR
LSRS
LFE
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
de juiste instelling voor de digital
aansluiting te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding
als volgt:
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
DGT1STB 2TVDGT1STB2CDR
DGT1TV 2STB
DGT1CDR2STB
(terug naar het begin)
4
Herhaal indien nodig stappen 2 en 3 voor
DGT1TV 2CDR
DGT1CDR 2TV
het instellen van andere onderdelen.
• Zie de beschrijvingen hierna voor details aangaande de
diverse onderdelen.
∞ (of 5)
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
¶ Voor voorluidsprekers—“FRNT SP”
¶ Voor middenluidspreker—“CNTR SP”
¶ Voor surroundluidsprekers—“SURR SP”
Kies voor iedere luidspreker een van de volgende
instellingen:
REC
LRG (groot)Kies indien het formaat van de in de
luidspreker ingebouwde hoornvormige
luidsprekerunit groter dan 12 cm is.
SML (klein)Kies indien het formaat van de in de
luidspreker ingebouwde hoornvormige
luidsprekerunit kleiner dan 12 cm is.
NOKies indien de overeenkomende
luidspreker niet is aangesloten (niet
instelbaar voor de voorluidsprekers).
REC
Opmerkingen:
•“LRG (groot)” is de fabrieksinstelling voor de voorluidsprekers,
“SML (klein)” voor de midden- en surroundluidsprekers.
• Indien u “SML (klein)” voor de voorluidsprekers heeft gekozen,
kunt u niet “LRG (groot)” voor de midden- en
surroundluidsprekers kiezen.
7 Luidsprekerafstand
¶ Voor voor-afstand—“FRNT D”
7 Luidsprekerinformatie
Voor een optimaal resultaat met de surroundfuncties (zie
bladzijden 32 t/m 35) moet u de volgende informatie
registreren nadat alle verbindingen zijn gemaakt.
• U hoeft deze instelling niet te maken indien u “Quick Setup”
heeft uitgevoerd (zie bladzijde 25).
¶ Voor de subwoofer—“SUBWFR”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
Kies een van de volgende instellingen:
YESKies indien u een subwoofer heeft aangesloten.
NOKies indien u geen subwoofer heeft
aangesloten (fabrieksinstelling).
Opmerking:
• Met “NO” voor de subwoofer gekozen, kunt u uitsluitend
27
“LRG (groot)” voor de voorluidsprekers kiezen.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
¶ Voor midden-afstand—“CNTR D”
¶ Voor surround-afstand—“SURR D”
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
De afstand vanaf uw luisterplaats tot de luidsprekers is een
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
LCR
LSRS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
LCR
LSRS
PROGRAM
REC
ander belangrijk element voor een optimaal surroundgeluid
bij gebruik van de surroundfuncties.
U moet de afstand vanaf uw luisterplaats tot de luidsprekers
derhalve instellen. Aan de hand van de ingestelde
luidsprekerafstand, berekent dit toestel automatisch de
vertragingstijd voor het geluid via iedere luidspreker in, zodat
het geluid via alle luidsprekers u tegelijkertijd bereikt.
• U hoeft deze instelling niet te maken indien u “Quick Setup”
heeft uitgevoerd (zie bladzijde 25).
Stel de afstand vanaf de luisterplaats met stappen van 0,3 m
binnen een bereik van 0,3 m t/m 9,0 m in.
Opmerkingen:
•“3.0m” is de fabrieksinstelling.
• Indien u “NO” voor de midden- en surroundluidsprekers heeft
gekozen, kunt u de luidsprekerafstand voor deze midden- en
surroundluidsprekers niet instellen.
Kies een van de volgende instellingen:
80HzKies indien de hoornvormige luidsprekerunit van
de luidspreker ongeveer 12 cm is.
100HzKies indien de hoornvormige luidsprekerunit van
de luidspreker ongeveer 10 cm is
(fabrieksinstelling).
120HzKies indien de hoornvormige luidsprekerunit
van de luidspreker ongeveer 8 cm is.
Opmerking:
• De drempelfrequentie is niet effectief voor de HEADPHONE functie.
7 Lage frequentie-effect verzwakker
“LFE”
Bijv.: In dit geval, stel “FRNT D” op “3.3m”,
stel “CNTR D” op “3.0m” en
stel “SURR D” op “2.7m”.
Linkervoor
luidspreker
Middenluidspreker
Rechtervoor
luidspreker
Subwoofer
3,3 m
3,0 m
2,7 m
2,4 m
Linkersurround
luidspreker
Rechtersurround
luidspreker
7 Drempelfrequentie
“CROSS”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
Kleine luidsprekers kunnen de lage tonen niet efficiënt
genoeg reproduceren. Indien u voor een van de luidsprekers
een kleine luidspreker gebruikt, stuurt dit toestel automatisch
de elementen van de lage tonen voor die kleine luidspreker
naar de grote luidsprekers.
Voor een juist gebruik van deze functie moet u het niveau
voor de drempelfrequentie in overeenstemming met het
formaat van de kleine aangesloten luidspreker instellen.
• Deze functie werkt niet indien u “LRG (groot)” voor alle
luidsprekers heeft gekozen.
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
Nederlands
Stel het LFE-niveau in indien de lage tonen worden vervormd
bij weergave van software die met Dolby Digital of DTS is
gecodeerd, zodat het geluid zonder vervorming wordt
gereproduceerd.
• Deze functie is uitsluitend effectief indien LFE signalen
worden ontvangen.
Kies een van de volgende instellingen:
0dBKies normaliter deze stand (fabrieksinstelling).
–10dBKies indien de lage tonen worden vervormd.
7 Compressie dynamisch bereik
“D.COMP”
U kunt het dynamisch bereik (het verschil tussen het
maximale geluid en het minimale geluid, oftewel het verschil
tussen “hard” en “zacht”) voor de weergave instellen. De
instelling is vooral bijvoorbeeld ’s avonds laat handig voor
weergave van surroundgeluid.
• Deze functie is uitsluitend effectief voor weergave van een
met Dolby Digital gecodeerde bron.
Kies een van de volgende instellingen:
MIDKies indien u het dynamisch bereik iets wilt
verkleinen (fabrieksinstelling).
MAXKies indien u het dynamisch bereik maximaal wilt
comprimeren. (Handig voor’s avonds laat).
OFFKies indien u het surroundgeluid met het volledige
dynamisch bereik wilt weergeven. (Het bereik
wordt niet gecomprimeerd).
28
Basisinstellingen
7 Digitale ingang (DIGITAL IN)
aansluitingen
“DGT”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
Bij gebruik van de digitale ingangsaansluitingen moet u
registreren welke componenten met welke aansluitingen
(DIGITAL IN 1/DIGITAL IN 2) zijn verbonden, zodat de juiste
bronnaam verschijnt wanneer u de digitale bron kiest.
Maak de juiste instelling voor de digitale
ingangsaansluitingen.
• Door iedere druk op CONTROL 3 of 2, verandert het
display als volgt:
Nederlands
1 STB 2 TV “ 1 STB 2 CDR “ 1 TV 2 STB “
1 TV 2 CDR “ 1 CDR 2 STB “ 1 CDR 2 TV “
(terug naar het begin)
Opmerkingen:
•“1STB 2TV” is de fabrieksinstelling.
• Indien u een CD-recorder met de digitale ingangsaansluiting heeft
verbonden, dient u de bronnaam van “TAPE” naar “CDR” te
veranderen.
Zie “Veranderen van de bronnaam” op bladzijde 13 voor details.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
Opmerkingen:
• Deze functie heeft in de volgende gevallen geen effect:
– Bij weergave van een analoge bron.
– Indien “DGTL D.D.” of “DGTL DTS” als vastgestelde digitale
ingangsfunctie is gekozen (zie bladzijde 15).
REC
• Door een druk op SURROUND ON/OFF met Automatisch surround
geactiveerd, zal Automatisch surround tijdelijk voor de ingestelde
bron worden uitgeschakeld.
Automatisch surround wordt in de volgende gevallen weer
geactiveerd:
– Nanneer u het toestel uit- en vervolgens weer inschakelt.
– Nanneer u van bron verandert.
– Nanneer u de analoge/digitale ingang verandert.
– Nanneer u “AUTO SR” weer op “ON” stelt.
7 Automatisch functie
“MODE”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
U kunt dit toestel automatisch inschakelen en de bron
automatisch kiezen door het videocomponent in te schakelen
dat met dit toestel is verbonden—Automatisch functie.
• Deze functie is uitsluitend effectief indien de
videocomponenten en TV middels SCART-kabels met dit
toestel zijn verbonden.
• Deze functie is effectief voor de volgende bronnen—DVD,
STB en videorecorder.
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
7 Automatisch surround
“AUTO SR ”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
De surroundfunctie wordt automatisch geactiveerd indien de
weergave wordt gestart van multikanaal software,
bijvoorbeeld Dolby Digital of DTS software, of 2-kanaal matrix
bronnen, bijvoorbeeld Dolby Surround.
U kunt de surroundfunctie gebruiken door eenvoudigweg de
bron (met de digitale ingang voor die bron gekozen) te
kiezen—Automatisch surround.
Kies een van de volgende instellingen:
ONDe AUTO SURROUND indicator is altijd op het
display opgelicht (fabrieksinstelling).
• Bij weergave van multikanaal signalen wordt een
passende surroundfunctie geactiveerd.
• Bij weergave van Dolby Digital 2-kanaal of DTS
2-kanaal software met surroundsignalen, wordt
“PLII MOVIE” gekozen.
• Bij weergave van Dolby Digital 2-kanaal of DTS
2-kanaal software zonder surroundsignalen,
wordt “STEREO” gekozen.
• Bij weergave van andere signalen wordt er niets
veranderd.
OFFKies indien u Automatisch Surround niet wilt
gebruiken.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
Kies een van de volgende instellingen:
AUTO1Indien een videocomponent wordt ingeschakeld
terwijl het toestel is ingeschakeld, zal het toestel
automatisch het videocomponent als bron
kiezen.
AUTO2• Indien een videocomponent wordt
ingeschakeld
– terwijl het toestel is uitgeschakeld, wordt TV
Direct voor het toestel geactiveerd en het
videocomponent automatisch als de bron
gekozen.
– terwijl het toestel is ingeschakeld of TV
Direct is geactiveerd, kiest het toestel
automatisch het videocomponent als de
bron.
• Indien een videocomponent is uitgeschakeld
– terwijl TV Direct is geactiveerd of het toestel
is ingeschakeld met een van de
videocomponenten als bron gekozen, kiest
het toestel automatisch het hiervoor gekozen
videocomponent als de bron.
MANUALKies de bron handmatig (fabrieksinstelling).
• De AUTO MODE indicator licht op indien “AUTO1” of
“AUTO2” is gekozen.
Opmerking:
• Indien VCR als bron wordt gekozen, werkt “AUTO1” of “AUTO 2”
mogelijk niet indien u uitsluitend de videorecorder inschakelt. U
moet in dat geval mogelijk de weergave starten zodat de
automatische functie wordt geactiveerd.
29
Geluidsinstellingen
U kunt na het maken van de basisinstellingen naar wens
diverse instellingen voor het geluid maken.
Instelbare onderdelen:
• Uitgangsbalans van voorluidsprekers*
• Toon*
• Luidsprekeruitgangniveaus*
1
1
1
• DAP-effectniveau
• Subwoofer audiopositie
1
*
U kunt deze onderdelen tevens met gebruik van het keuzemenu
instellen (zie bladzijden 55 t/m 60).
Opmerking:
• De door u gemaakte instellingen worden afzonderlijk voor iedere
bron in het geheugen vastgelegd.
7 Bedieningstoetsen
ALLEEN met het voorpaneel*
ToetsFunctie
ADJUSTToont de in te stellen onderdelen op het
display.*
CONTROL5/∞Kiest een onderdeel van het display.
Door iedere druk op de toets veranderen
de onderdelen (zie “Configuratie van
onderdelen op het display” hieronder).
CONTROL3/2Instellen van het gekozen onderdeel.
• De aanduidingen doven van het display indien u
gedurende ongeveer 5 seconden geen bediening uitvoert.
2
U kunt de diverse geluidsinstellingen, uitgezonderd de
*
uitgangsbalans van de voorluidsprekers, ook met de
afstandsbediening maken.
3
Door herhaaldelijk op ADJUST te drukken, verandert de
*
aanduiding tevens.
2
3
Configuratie van onderdelen op het display
BAL
(Balans)
4
SUBWFR
*
(Subwoofer)
4
SURR R
*
(Surround rechts)
(terug naar het begin)
*4Deze onderdelen verschijnen uitsluitend wanneer voor de
overeenkomende luidsprekers een andere instelling dan
“NONE” als luidsprekerformaat is gekozen.
5
“EFFECT” verschijnt uitsluitend indien een van de DAP-
*
functies (zie bladzijden 32 en 33) is geactiveerd.
6
“AUDIO POS” verschijnt uitsluitend indien “YES” of “USE”
*
(zie bladzijden 27 of 59) voor de subwoofer is gekozen.
BASS
CENTER
EFFECT
TREBLE
4
*
SURR L
(Surround links)
5
*
AUDIO POS
(Audiopositie)
4
*
6
*
7 Bediening
Bijv.: Instellen van de uitgangsbalans van de
voorluidsprekers.
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd
worden uitgevoerd.
1
Start opnieuw vanaf stap
indien de instelling werd
geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Druk op ADJUST.
De CONTROL toetsen werken nu voor het instellen van
het geluid. Het laatst gekozen onderdeel voor het instellen
wordt nu op het display getoond.
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL ∞ (of 5)
totdat “BAL (Balans)” (met de huidige
instelling) op het display verschijnt.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
3
Druk op CONTROL 3 (of 2) om de balans
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
van de voorluidsprekers in te stellen.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding
als volgt:
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
CENTERR –21L –21
4
Herhaal indien nodig stappen 2 en 3 voor
het instellen van andere onderdelen.
• Zie de beschrijvingen hierna voor details aangaande de
diverse onderdelen.
7 Uitgangsbalans van voorluidsprekers
“BAL (balance)”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
Indien het geluid dat u via de linker- en
rechtervoorluidsprekers hoort niet gelijk is, moet u de
uitgangsbalans van de luidsprekers instellen.
Stel de uitgangsbalans juist vanaf uw luisterplaats in binnen
het bereik van R (rechts) –21 t/m CENTER (0) of CENTER (0)
t/m L (links) –21 (“CENTER” is de fabrieksinstelling).
Opmerking:
• Er wordt geen geluid via de rechter-voorluidspreker weergegeven
indien u “R –21” heeft gekozen. Met “L –21” gekozen, wordt er geen
geluid via de linker-voorluidspreker weergegeven.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
Nederlands
30
Geluidsinstellingen
7 Toon
¶ Voor lage tonen—“BASS”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
¶ Voor hoge tonen—“TREBLE”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
U kunt de lage en hoge tonen als gewenst instellen.
Stel de toon met stappen van 2 binnen het bereik van –10 dB
t/m +10 dB in (“0” is de fabrieksinstelling).
7 Luidsprekeruitgangniveaus
Nederlands
¶ Voor subwoofer—“SUBWFR”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
¶ Voor middenluidspreker—“CENTER”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
¶ Voor linker-surroundluidspreker—“SURR L”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
¶ Voor rechter-surroundluidspreker—“SURR R”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
U kunt de luidspreker-uitgangsniveaus voor de geactiveerde
luidsprekers instellen.
• U kunt het uitgangsniveau voor de midden- en/of
surroundluidsprekers uitsluitend instellen indien een
geschikte surroundfunctie is geactiveerd (zie “Relatie
tussen surroundfuncties en instelbare onderdelen” op
bladzijde 35).
Stel het luidsprekeruitgangsniveau met stappen van 1 binnen
het bereik van –10 dB t/m +10 dB in (“0” is de
fabrieksinstelling).
7 DAP-effectniveau
“EFFECT”
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
Met een van de DAP-functies geactiveerd (de DSP indicator
op het display oplicht), kunt u het effectniveau instellen.
Zie bladzijden 32 en 33 voor details aangaande de DAPfuncties.
Stel het effectniveau binnen het bereik van 1 t/m 5 in (“3” is
de fabrieksinstelling).
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
7 Subwoofer audiopositie
“AUDIO POS (positie)”
REC
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
Het lijkt of het geluid van de subwoofer bij stereoweergave
wordt versterkt.
REC
Indien dit het geval is, kunt u het subwooferniveau
automatisch bij weergave van stereogeluid laten veranderen.
• Zie de beschrijving hier links voor het instellen van het
subwooferniveau.
Kies het automatische instelniveau vanaf “0” t/m “−6”
(met stappen van 2).
Kies “0” (fabrieksinstelling) indien geen verandering vereist
is. Door een lager getal wordt het niveau automatisch meer
verzwakt bij stereo-weergave.
• De A.POSITION indicator licht op wanneer een andere
stand dan “0” voor “AUDIO POS” is ingesteld.
Opmerking:
REC
• U knt “AUDIO POS” niet instellen indien “NO” of “NONE” (zie
bladzijden 27 of 59) voor de subwoofer is gekozen.
Instellen van het geluid met de afstandsbediening
• Druk op BASS + of – om
REC
de lage tonen in te stellen.
• Druk op TREBLE + of – om
de hoge tonen in te stellen.
• Voor het instellen van de
subwoofer, drukt u op
SUBWFR + of –.
REC
• Voor het instellen van de
middenluidspreker, drukt u
op CENTER + of –.
• Voor het instellen van de linkersurroundluidspreker, drukt
u op SURR L + of –.
• Voor het instellen van de rechtersurroundluidspreker,
REC
drukt u op SURR R + of –.
• Voor het instellen van het effectniveau (voor de DAPfunctie), drukt u op EFFECT.
• Druk op AUDIO POSITION om de audiopositie voor de
subwoofer in te stellen.
Meer over het automatisch geheugen
Dit toestel legt de instellingen voor iedere bron vast:
• wanneer u de stroom uitschakelt (zie bladzijde 12),
• wanneer u van bron verandert (zie bladzijde 12),
• wanneer u de bronnaam verandert (zie bladzijde 13) en
• wanneer u de analoge/digitale ingangsfunctie verandert
(zie bladzijde 14).
Wanneer u van bron verandert, worden automatisch de
vastgelegde instellingen voor de nieuwe gekozen bron
opgeroepen.
U kunt de volgende instellingen voor iedere bron
vastleggen:
• Verzwakking van ingangsniveau (zie bladzijde 15)
• Uitgangsbalans van de voorluidsprekers (zie bladzijde
30)
• Tooninstelling (zie de beschrijving hier links)
• Luidsprekeruitgangsniveau (zie de beschrijving hier links)
• DAP-effectniveau (zie de beschrijving hier links)
• Keuze surroundfunctie (zie bladzijde 34)
Opmerking:
• Indien FM of AM als bron is gekozen, kunt u voor iedere golfband
afzonderlijke instellingen maken.
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
31
Voor realistische geluidsvelden
U kunt de volgende surroundfuncties gebruiken voor
weergave met een realistisch geluidsveld:
7 Dolby surround
• Dolby Pro Logic II
7 Digitaal multikanaal surround
• Dolby Digital
• DTS Digital Surround
7 DAP (Digital Acoustic Processor) functies
7 All Channel Stereo
■ Dolby surround
Dolby Pro Logic II*
Dolby Pro Logic II is een weergaveformaat voor het
decoderen van alle 2-kanaal bronnen—stereobronnen en
Dolby surround gecodeerde bronnen—naar 5,1 kanaal.
Matrix-gebaseerde codering/decodering voor Dolby Pro
Logic II heeft geen limiet voor de drempelfrequentie van de
surround hoge tonen voor weergave van stereo
surroundgeluid dat vergelijkbaar is met het conventionele
Dolby Pro Logic.
• U kunt Dolby Pro Logic II niet kiezen bij weergave van
een DVD AUDIO.
Dankzij Dolby Pro Logic II kan een ruimtelijk, breed geluid
van het oorspronkelijk opgenomen geluid worden
weergegeven zonder toevoeging van extra nieuwe geluiden
en vervorming van de tonen.
Dolby Pro Logic II heeft twee functies—Movie (voor films) en
Music (voor muziek):
Pro Logic II Movie (PLII MOVIE)—is uitermate geschikt voor
weergave van bronnen die met Dolby Surround zijn
gecodeerd en de
stereo TV-uitzendingen. U krijgt een geluidsveld dat zeer
dicht bij weergave met het gescheiden 5,1 kanaal geluid ligt.
Pro Logic II Music (PLII MUSIC)—is geschikt voor
reproductie van iedere 2-kanaal stereo muziekbron. U krijgt
met deze functie een zeer breed en diep geluid.
PL
• De
indicator licht op het display op indien Dolby Pro
Logic II is geactiveerd.
DOLBY SURROUND
markering hebben, en voor
DTS Digital Surround**
Dit formaat wordt gebruikt voor weergave van multikanaal
geluidssporen van software die met DTS Digital Surround
) is gecodeerd.
(
• Voor weergave van software die met DTS Digital Surround
is gecodeerd, moet u het broncomponent met de digitale
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel verbinden.
(Zie bladzijde 10).
DTS Digital Surround is een ander gescheiden multikanaal
digitaal audioformaat van CD’s, LD’s en DVD software.
In vergelijking met Dolby Digital, is de audiocompressie-ratio
relatief laag. Hierdoor wordt met het DTS Digital
Surroundformaat extra breedte en diepte aan de
gereproduceerde geluiden toegevoegd. Het resultaat met
DTS Digital Surround is een natuurgetrouw, krachtig en
helder geluid.
Opmerking:
• Dolby Digital of DTS software kan grofweg in twee groepen worden
verdeeld—multikanaal (tot maximaal 5,1 kanalen) en 2-kanaal
software. Voor surroundgeluid bij weergave van Dolby Digital 2kanaal of DTS software kunt u Dolby Pro Logic II gebruiken.
Typische multikanaal (5,1-kanaal) reproductie
Midden-
luidspreker
Linkervoor
luidspreker
Linker-surround
luidspreker
Subwoofer
RX-DV31 HOME CINEMA DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
MASTER VOLUME
FM/AMTAPE/CDR
TVVCRDBSDVD
STANDBY
SOURCE NAME
STANDBY/ON
INPUT
SURROUND
SETTINGADJUST MEMORY
DVD AUDIO
ON/OFF
MODE
ANALOG/DIGITAL
DIGITAL
SURROUND
INPUT ATT. REC MODE
COMPACT
CONTROL
SUPER VIDEO
DVD/SUPER VCD/VCD/CD
Rechter-surround
luidspreker
Rechtervoor
luidspreker
Nederlands
■ Digitaal multikanaal (5,1 kanaal (surround))
Dolby Digital*
Voor het reproduceren van multikanaal geluidssporen van
software die met Dolby Digital (
DIGITAL
• Voor weergave van software die met Dolby Digital is
gecodeerd, moet u het broncomponent met de digitale
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel verbonden.
(Zie bladzijde 10).
Met de Dolby Digital 5,1-kanalen coderingsmethode (het
zogenaamde gescheiden multikanaal digitale audioformaat)
worden signalen voor het linkervoorkanaal,
rechtervoorkanaal, middenkanaal, linkersurroundkanaal,
rechtersurroundkanaal en LFE-kanaal opgenomen en digitaal
gecomprimeerd.
Daar ieder kanaal geheel onafhankelijk van de andere
kanalen is, wordt interferentie voorkomen en krijgt u een veel
betere geluidskwaliteit met sterkere stereo- en
surroundeffecten.
*
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”,
“Pro Logic” en het dubbel D-symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
) is gecodeerd.
■ DAP (Digital Acoustic Processor) functies
De DAP-functies zijn ontworpen voor een reproductie met de
belangrijke akoestische surroundelementen.
• U kunt DAP-functies niet kiezen bij weergave van een
DVD AUDIO.
Het geluid dat u bijvoorbeeld in een live club, dancing, grote
zaal of paviljoen hoort bestaat uit de directe geluiden en de
indirecte geluiden—de vroege reflecties en latere reflecties
via de achtermuren. Het directe geluid bereikt het gehoor
natuurlijk als eerste, zonder reflectie. De indirecte geluiden
worden daarentegen vertraagd via de muren en het plafond
naar u toe gestuurd (zie de afbeelding op de volgende
bladzijde).
Deze indirecte geluiden zijn belangrijke elementen van de
akoestische surroundeffecten. De DAP-functies kunnen een
realistisch geluidsveld reproduceren door deze indirecte
geluiden aan de weergave toe te voegen.
**
“DTS” en “DTS Digital Surround” zijn handelsmerken van Digital
Theater Systems, Inc.
32
Voor realistische geluidsvelden
De DAP-functies kunnen worden gebruikt wanneer de
voor- en surroundluidsprekers op dit toestel zijn
aangesloten (ongeacht of de middenluidspreker wel of
niet is aangesloten: er wordt geen geluid via de
middenluidspreker weergegeven, ookal is deze
luidspreker aangesloten).
Met dit toestel heeft u de volgende DAP-functies:
LIVE CLUBGeeft het effect van een live muziekclub
met een laag plafond.
DANCE CLUBGeeft het effect van een dancing met zware
bassen.
HALLGeeft heldere vokalen en het gevoel van
een concertzaal.
PAVILIONGeeft het ruimtelijke gevoel van een
paviljoen met hoog plafond.
Deze DAP-functies kunnen worden gebruikt voor het
toevoegen van de akoestische surroundeffecten bij het
reproduceren van 2-kanaal stereo software, zowel analoog
Nederlands
als Lineair PCM, en geven het gevoel alsof u werkelijk bij de
“live-uitvoering” bent.
• De DSP indicator licht op het display op indien een van de
DAP-functies is gekozen.
Samenstelling van het geluidsveld
■ All Channel Stereo
Met de All Channel Stereo-functie krijgt u een groter stereo
geluidsveld waarbij alle aangesloten (en ingeschakelde)
luidsprekers worden gebruikt.
• U kunt All Channel Stereo niet kiezen bij weergave van
een DVD AUDIO.
All Channel Stereo kan worden gebruikt wanneer de vooren surroundluidsprekers op dit toestel zijn aangesloten,
ongeacht of de middenluidspreker wel of niet is
aangesloten.
Indien de middenluidspreker is aangesloten en geactiveerd
worden dezelfde fases van de linker- en rechtervoorsignalen
gemengd en via de middenluidspreker weergegeven.
All Channel Stereo kan worden gebruikt bij weergave van 2kanaal stereo software, zowel analoog als Lineair PCM.
• De DSP indicator licht op het display op indien All Channel
Stereo is gekozen.
All Channel Stereo reproductie
Reflecties via achterkant
Vroege reflecties
Normale stereogeluid
Geluid met All Channel
Stereo
Opmerkingen voor DVD AUDIO multikanaal
surround
• Voor weergave van DVD AUDIO, kunt u Pro Logic II,
DAP-functies en All Channel Stereo niet kiezen.
• Voor de multikanaal sporen die teruggemengd kunnen worden:
Indien “NO” als instelling voor de midden- of surroundluidsprekers
is gekozen, wordt het huidige multikanaal spoor teruggemengd tot
signalen voor het kanaal voorluidspreker.
• Voor de multikanaal sporen die niet teruggemengd kunnen
Directe geluid
Beschikbare surroundfuncties voor de diverse ingangssignalen
– Wanneer u probeert tijdens weergave de surroundfunctie uit te
schakelen, zal “MULTI CH” op het display verschijnen en de
surroundfunctie gewoon geactiveerd blijven.
– Wanneer u de weergave start zonder de surroundfunctie, zal
“LR ONLY” op het display worden getoond. U kunt in dat geval
uitsluitend de geluiden van de linker- en rechtervoorkanalen
beluisteren.
䡬: Mogelijk ⳯: Onmogelijk
HALLPAVILION
ALL CH
33
C
O
C
O
Activeren van de surroundfunctie
Met Automatisch Surround op “OFF” gesteld of bij weergave
van andere 2-kanaal software dan Dolby Surround, moet u de
surroundfunctie handmatig activeren.
Controleer dat de juiste informatie voor de luidsprekers is
ingesteld (zie bladzijden 27 of 59).
• U kunt geen surroundfunctie activeren indien uitsluitend
voorluidsprekers zijn aangesloten.
Druk op SURROUND MODE.
• Door iedere druk op de toets verandert de surroundfunctie
zoals hieronder wordt afgebeeld.
Met 5 of 4 (uitgezonderd middenluidspreker) luidsprekers
aangesloten:
PL
ND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
E
S
PROGRAM
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PLII MOVIEPLII MUSIC
TANEWSINFODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
Met het voorpaneelMet de afstandsbediening
Druk op SURROUND ON/OFF.
De SURROUND indicator op het display oplicht.
Annuleren van de surroundfunctie
Druk nogmaals op SURROUND ON/OFF.
• De surroundfunctie wordt nu uitgeschakeld (“STEREO”
verschijnt op het display).
Meer over de SURROUND indicators
• Met Automatisch Surround op
“ON” gesteld, licht de AUTO
SURROUND indicator altijd op
het display op.
• Indien u de surroundfunctie
handmatig activeert met
Automatisch Surround op
“OFF” gesteld, licht de
SURROUND indicator op het
display op.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP
PPCM AU TO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
SURROUND
L C R
SUBWFR
LSRS
SURROUND
L C R
SUBWFR
LSRS
PL
LFE
PL
LFE
PR
GROUP TITLE TRA
PR
GROUP TITLE TRA
Kiezen van surroundfuncties
Bij weergave van een 2-kanaal bron met de surroundfunctie
geactiveerd, kunt u een andere surroundfunctie kiezen.
De beschikbare surroundfuncties verschillen afhankelijk van
het aantal aangesloten luidsprekers en de bron die u
afspeelt.
Controleer dat de juiste informatie voor de luidsprekers is
ingesteld (zie bladzijden 27 of 59).
• U kunt de DAP-functies en All Channel Stereo niet
gebruiken indien geen surroundluidsprekers zijn
aangesloten.
• De luidsprekers die met de FRONT SPEAKERS 2
aansluitingen zijn verbonden worden uitgeschakeld
wanneer u een van de surroundfuncties kiest als beide
paren luidsprekers met de FRONT SPEAKERS 1 en 2
aansluitingen zijn verbonden.
LIVE CLUB
DANCE CLUB
HALLPAVILION
ALL CH ST.
(terug naar het begin)
Met 3 (uitgezonderd surroundluidsprekers) luidsprekers
aangesloten of wanneer een Dolby Digital met matrix bron
wordt afgespeeld:
PROGRAM
DSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PL
UND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
R
FE
RS
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
PLII MOVIEPLII MUSIC
Signaal- en luidsprekerindicators op het display
LCR
LFE
LSRSS
SignaalindicatorsLuidsprekerindicators
LCR
SUBWFR
LSRS
LFE
S
De volgende signaalindicators lichten op—:
L, R:• Met de digitale ingang gekozen: Licht op
wanneer signalen overeenkomend met
ieder kanaal worden ontvangen.
• Met de analoge ingang gekozen: Licht
altijd op.
C, LS, RS:Licht op wanneer signalen overeenkomend
met ieder kanaal worden ontvangen.
S:Licht op wanneer signalen voor het mono-
surroundkanaal gecodeerde signaal
worden ontvangen.
LFE:Licht op wanneer signalen voor het LFE-
kanaal worden ontvangen.
De luidsprekerindicators lichten als volgt op:
• De subwoofer luidsprekerindicator (
SUBWFR
) licht op
wanneer subwoofer op “YES” (zie bladzijde 27) of “USE”
(zie bladzijden 25 of 59) is gesteld.
• De overige luidsprekerindicators lichten uitsluitend op
wanneer de overeenkomende luidspreker is geactiveerd
en tevens voor de huidige weergave vereist is.
Nederlands
Met het voorpaneelMet de afstandsbediening
34
Voor realistische geluidsvelden
Instellen van de surroundfunctie
met gebruik van de afstandsbediening
Bij weergave van een bron met de surroundfunctie kunt u de
luidsprekeruitgangniveaus voor de surroundfuncties instellen.
Na het eenmaal instellen van de surroundfuncties, worden de
instellingen voor iedere bron afzonderlijk vastgelegd.
• U kunt tevens de surroundfuncties instellen met gebruik
van het keuzemenu (zie bladzijden 58 en 59) of met de
toetsen op het voorpaneel (zie bladzijde 31).
1
Kies software die u wilt afspelen en start de
weergave.
2
Activeer en kies de surroundfunctie.
• Bij weergave van een 2-kanaal bron kunt u de
surroundfunctie kiezen.
3
Nederlands
Stel het luidsprekeruitgangsniveau als volgt
in.
• Voor het instellen van de middenluidspreker, drukt u op
CENTER +/–.*
• Voor het instellen van de linkersurroundluidspreker,
drukt u op SURR L +/–.
• Voor het instellen van de rechtersurroundluidspreker,
drukt u op SURR R +/–.
• Voor het instellen van de subwoofer, drukt u op
SUBWFR +/–.
• Voor het instellen van het effectniveau, drukt u op
EFFECT.**
De naam wordt getoond voor het onderdeel dat wordt
ingesteld.
Opmerkingen:
• U kunt het luidsprekeruitgangsniveau ALLEEN voor de
geactiveerde luidsprekers instellen (de luidsprekerindicators zijn op
het display opgelicht).
*
U kunt het uitgangsniveau van de middenluidspreker niet instellen
indien een van de DAP-functies is geactiveerd.
**
U kunt het effectniveau uitsluitend instellen indien een van de DAPfuncties is geactiveerd.
Met gebruik van de testtoon
1
Druk op TEST.
Het weergavegeluid wordt gedurende het afspelen
gestopt.
“TEST L” knippert op het display en er wordt een testtoon
in de volgende volgorde via alle luidsprekers uitgestuurd:
L AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
CR
LFE
BWFR
S
RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
TEST L TEST C
(Linkervoorluidspreker)
TEST LS
(
Linkersurroundluidspreker
2
Stel het luidsprekeruitgangsniveau als volgt in:
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
(Middenluidspreker)
Rechtersurroundluidspreker
(
)
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
TEST R
(Rechtervoorluidspreker)
TSET RS
)
• Voor het instellen van de middenluidspreker, drukt u op
CENTER +/–.
• Voor het instellen van de linkersurroundluidspreker,
drukt u op SURR L +/–.
• Voor het instellen van de rechtersurroundluidspreker,
drukt u op SURR R +/–.
Opmerkingen:
• U kunt de luidsprekeruitgangsniveaus niet instellen voor
luidsprekers waarvoor “NO” is ingesteld.
• Er wordt geen testtoon uitgestuurd via een luidspreker
waarvoor “NO” is ingesteld.
• De testtoon stopt wanneer u op EFFECT of SUBWFR +/–
drukt.
3
Druk op TEST om de testtoon te stoppen.
De testtoon stopt.
• De testtoon wordt automatisch gestopt indien u
gedurende 1 minuut geen bediening uitvoert.
35
Relatie tussen surroundfuncties en instelbare onderdelen
䡬: Mogelijk ⳯: Onmogelijk
Functie
Onderdeel
TESTCENTERSURR LSURR RSUBWOOFEREFFECT
Dolby Digital䡬䡬 䡬䡬 䡬 ⳯
DTS Digital Surround䡬䡬 䡬䡬 䡬 ⳯
Dolby Pro Logic II䡬䡬 䡬䡬 䡬 ⳯
DAP䡬⳯ 䡬䡬 䡬 䡬
All Channel Stereo䡬䡬 䡬䡬 䡬 ⳯
Opmerking:
• U kunt geen luidsprekers instellen die niet voor de gekozen surroundfunctie worden gebruikt.
Bediening van de DVD-speler
Meer over discs
Afspeelbare discs
Dit toestel is ontworpen voor weergave van de volgende
discs:
DVD VIDEO, DVD AUDIO, Video CD (VCD)*, Super Video CD
(SVCD)*, audio CD*, CD-R en CD-RW.
* In deze gebruiksaanwijzing wordt Video CD voornamelijk
“VCD”, Super Video CD “SVCD” en audio CD “CD”
genoemd.
DisctypeMarkering (Logo)
DVD VIDEO
DVD AUDIO
VCD
SVCD
CD
CD-R
CD-RW
• Met dit toestel kunt u tevens MP3 en JPEG (stilbeelden)
bestanden afspelen die op een CD-R en CD-RW zijn
opgenomen. Zie “Weergave van MP3 discs” op bladzijden
51 en 52 voor details aangaande MP3, en “Weergave van
JPEG discs” op bladzijden 53 en 54 voor JPEG.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
Opmerking aangaande de regiocode
DVD-spelers en DVD VIDEO’s hebben een
regiocodenummer. Dit toestel is uitsluitend geschikt voor
weergave van DVD VIDEO’s die met het PAL kleursysteem
zijn opgenomen en “2” in het regiocodenummer hebben.
Bijv.:
Indien een DVD VIDEO met een verkeerd regiocodenummer
is geplaatst, zal “REGION CODE ERROR!” op het display
verschijnen en kan de weergave niet worden gestart.
Opmerkingen aangaande CD-R en CD-RW
• Door de gebruiker gemonteerde CD-R’s (Opneembaar) en
CD-RW’s (Herschrijfbaar) kunnen uitsluitend worden
afgespeeld wanneer ze zijn “afgerond” (“Finalized”).
• Met dit toestel kunt u een CD-R of CD-RW afspelen die met
een personal computer is opgenomen, mits ze met het
audio CD formaat of MP3 formaat zijn opgenomen.
Het toestel is tevens geschikt voor weergave van een CD-R
of CD-RW indien er MP3 bestanden of JPEG bestanden op
zijn opgenomen.
Afhankelijk van de karakteristieken, opnamecondities of
beschadiging of vuil op de disc, kunnen ze mogelijk niet
worden weergegeven. Vooral de configuratie en
karakteristieken van een MP3 disc of JPEG disc worden
bepaald door de software die voor het schrijven (coderen)
wordt gebruikt en de hardware voor opname. Vanwege de
gebruikte software en hardware kunnen de volgende
problemen voorkomen:
– Bepaalde discs kunnen niet worden afgespeeld.
– Bepaalde fragmenten van een MP3 disc worden
overgeslagen en niet normaal afgespeeld.
– Bepaalde bestanden van een JPEG disc worden
mogelijk vervormd weergegeven.
• Lees alvorens een CD-R of CD-RW af te spelen eerst de bij
de disc geleverde aanwijzingen of waarschuwingen.
• Het aflezen van een CD-RW duurt mogelijk langer. Dit komt
doordat de reflectie van een CD-RW lager is dan in
vergelijking met een normale audio CD.
Nederlands
• De volgende discs kunnen niet worden afgespeeld:
DVD-ROM, DVD-RAM, DVD-RW, CD-ROM, CD-I (CD-I
Ready), Photo CD, enz.
Door dit soort discs af te spelen, zal ruis worden
gereproduceerd en de luidsprekers mogelijk worden
beschadigd.
• De werking met bepaalde DVD VIDEO’s, DVD AUDIO’s,
VCD’s of SVCD’s is mogelijk anders dan wat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Dit komt door de
manier waarop de disc is geprogrammeerd en de structuur
van de disc, en duidt dus niet op een defect van dit toestel.
• U kunt tevens een met het DVD VIDEO formaat
opgenomen DVD-R afspelen, maar afhankelijk van de
disckarakteristieken of opnamecondities kunnen sommige
discs mogelijk niet worden weergegeven.
BELANGRIJK: Controleer de volgende punten alvorens
bedieningen uit te voeren…
• Controleer de verbinding met de TV.
• Schakel de TV in en kies de juiste ingang van de TV
voor het bekijken van beelden of in-beeldaanduidingen
op het TV-scherm.
• Voor discweergave kunt u de basisinstellingen naar uw
voorkeur maken. (Zie bladzijden 55 t/m 63).
Indien “
een toets drukt, is de geplaatste disc niet geschikt voor
de bediening die u probeert uit te voeren, of is de
vereiste informatie voor deze bediening niet op de disc
opgenomen.
OPMERKING: In bepaalde gevallen worden bedieningen,
ook wanneer “
” op het TV-scherm verschijnt wanneer u op
” niet verschijnt, niet geaccepteerd.
36
Bediening van de DVD-speler
7 Discstructuur
Een DVD VIDEO bestaat uit “titels” en iedere titel kan op zijn
beurt weer in “hoofdstukken” zijn onderverdeeld.
Wanneer een DVD VIDEO bijvoorbeeld meerdere films bevat,
krijgt iedere film zijn eigen titelnummer en kan deze titel weer
verder in hoofdstukken zijn onderverdeeld. Met een DVD
VIDEO Karaoke heeft ieder liedje mogelijk zijn eigen
titelnummer en kan verder in hoofdstukken zijn
onderverdeeld.
Titel 1
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
Een DVD AUDIO heeft “groepen” en iedere groep is mogelijk
onderverdeeld in een aantal “fragmenten”.
Bepaalde DVD AUDIO’s hebben tevens een “bonusgroep”
die kan worden afgespeeld door de “pincode” (een soort
wachtwoord of nummer) in te voeren. Normaliter kan de
Nederlands
inhoud van een “bonusgroep” niet zomaar in het algemeen
worden geopend.
De meeste DVD AUDIO’s hebben behalve de normale
audiodata ook andere informatie, bijvoorbeeld stilbeelden,
filmclips en tekst.
Groep 1
Fragment 1
Fragment 2 Fragment 3
Een VCD, SVCD en CD heeft echter nummers of “fragmenten”.
Over het algemeen heeft ieder liedje zijn eigen fragment
nummer. (Met bepaalde discs wordt ieder fragment mogelijk
weer onderverdeeld in indexen. Dit toestel is echter niet
geschikt voor de indexfunctie).
Titel 2
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2
Groep 2
Fragment 1 Fragment 2
Op een JPEG disc, is ieder stilbeeld als een bestand
opgenomen. Bestanden worden normaliter in een map
gegroepeerd. Mappen kunnen tevens andere mappen
bevatten met als gevolg een aantal “hiërarchisch” geordende
lagen.
Dit toestel vereenvoudigt de hiërarchische structuur van een
disc en behandelt “mappen” als “groepen”.
• Dit toestel kan maximaal 150 bestanden per groep en
maximaal 99 groepen per disc herkennen en afspelen.
Bestanden waarvan het nummer 150 overschrijdt en
groepnummers hoger dan 99 kunnen niet worden
afgespeeld.
Groep 1
Bestand 1
Bestand 2
Groep 3
Groep 2
Groep 4Groep 5
7 Playback Control functie (PBC)—alleen met
de VCD en SVCD
Met de Playback Control functie kunt u bedieningen uitvoeren
aan de hand van een menu.
Menu-aangedreven weergave
Bij het starten van de weergave van een VCD en SVCD met
Playback Control, verschijnt een keuzemenu. Het keuzemenu
toont u een lijst met nummers die u kunt kiezen. Bepaalde
discs tonen bewegende beelden of een gesplitst scherm.
U kunt op interactieve wijze op het scherm met gebruik van
een menu keuzes voor bijvoorbeeld het afspelen maken.
Zie de hier rechts getoonde afbeelding voor de basisfuncties
voor menu-aangedreven weergave (zie tevens bladzijde 40
voor details aangaande de bediening via het menu).
Fragment 1
Fragment 2 Fragment 3 Fragment 4 Fragment 5
Op een MP3 disc, is ieder liedje als een bestand
opgenomen. Bestanden worden normaliter in een map
gegroepeerd. Mappen kunnen tevens andere mappen
bevatten met als gevolg een aantal “hiërarchisch” geordende
lagen.
Dit toestel vereenvoudigt de hiërarchische structuur van een
disc en behandelt bestanden en mappen als “fragmenten”
en “groepen”.
• Dit toestel kan maximaal 150 fragmenten per groep en
maximaal 99 groepen per disc herkennen en afspelen.
Fragmenten waarvan het nummer 150 overschrijdt en
groepnummers hoger dan 99 kunnen niet worden
afgespeeld.
Groep 1
Fragment 1
Fragment 2
Groep 3
Groep 2
Groep 4Groep 5
Bewegend
beeld
Bewegend
beeld
Bewegend
beeld
beeld
Bewegend
Opmerking:
• Bij bediening van een VCD of SVCD met gebruik van het menu,
Bewegend
beeld
beeld
kunnen bepaalde functies, bijvoorbeeld herhaalde weergave,
mogelijk niet worden gebruikt.
Bewegend
37
OFF
1/3
PROG.
Dit gedeelte beschrijft de geavanceerde bedieningen met
gebruik van de afstandsbediening voor de ingebouwde
DVD-speler.
Zie bladzijden 51 en 52 voor MP3 weergave en bladzijden
53 en 54 voor JPEG weergave.
• Zie tevens “Basisbediening voor DVD-speler” op
bladzijden 17 en 18.
•
tonen welke soorten discs voor de
betreffende bediening kan worden gebruikt.
• Schakel uw TV in en kies de juiste ingangsfunctie met
de TV.
Indien “ ” op het TV verschijnt wanneer u op een
toets drukt, is de geplaatste disc niet geschikt voor de
bediening die u probeert uit te voeren, of is de vereiste
informatie voor deze bediening niet op de disc
opgenomen.
1 Disctype
2 Weergave-informatie
AanduidingenBetekenisGeschikte discs
MbpsToont de huidige
overdrachtswaarde
(Megabit per seconde).
TITLE
CHAP
14
23
Toont de huidige titel.
Toont het huidige
hoofdstuk.
GROUP
TRACK
1
14
Toont het huidige groep.
Toont het huidige
fragment.
TOTAL
1:25:58
Toont de verstreken
weergavetijd.
alle discs
Meer over de in-beeldstaaf
U kunt de informatie van een disc controleren wanneer de
disc is geplaatst en u kunt bepaalde functies met de inbeeldstaaf gebruiken.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op
DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVDspeler functioneert.
& Met een disc geplaatst
Druk op ON SCREEN.
• Door iedere druk op de toets verandert de in-beeldstaaf
zoals u hier rechts ziet:
Bijv.: Met DVD VIDEO weergave
8.5Mbps
DVD-VIDEO
1
TITLE
TITLE
CHAP.
(terug naar het begin)
4
8.5Mbps
8.5Mbps
OFF
(met het trek-omlaag menu)
De in-beeldstaaf verdwijnt.
DVD-VIDEO
DVD-VIDEO
TIME
• Zie de rechterkolom voor details aangaande de inbeeldstaaf (1 t/m 4).
Kies voor de
hoofdstukzoekfunctie.
Zie bladzijde 44.
TRACK
Kies voor de
fragmentzoeken.
Zie bladzijde 44.
Kies voor het veranderen
1/3
van de taal van het
geluid of kanaal.
Zie bladzijde 42.
Kies voor het veranderen
1/3
van de taal van de
ondertitels.
Zie bladzijde 41.
Kies voor het veranderen
van camerahoek.
Zie bladzijde 41.
PAGE 1/15
Kies voor het veranderen
van pagina.
Zie bladzijde 45.
Kies voor
geprogrammeerde
weergave.
Zie bladzijde 48.
RND.
Kies voor willekeurige
weergave.
Zie bladzijde 49.
Nederlands
38
Bediening van de DVD-speler
Basisbediening met de in-beeldstaaf
Veranderen van de tijdinformatie
U kunt de tijdinformatie van de in-beeldstaaf en het
displayvenster op het toestel veranderen.
& Tijdens weergave of
wanneer gestopt
1
Druk tweemaal op ON SCREEN.
De in-beeldstaaf verschijnt op de TV.
Bijv.: Kiezen van de herhaalfunctie voor DVD VIDEO
& Tijdens weergave of wanneer gestopt
1
Druk tweemaal op ON SCREEN.
De in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu verschijnt op
de TV.
Nederlands
2
DVD-VIDEO
TIME
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om
naar
8.5Mbps
OFF
OFF
van het trek-omlaag menu te
TITLE
CHAP.
CHAP
14
1/3
verplaatsen.
DVD-VIDEO
TIME
3
Druk op ENTER.
8.5Mbps
OFF
TITLE
CHAP.
Het pop-up venster verschijnt onder het trek-omlaag
menu.
DVD-VIDEO
TIME
4
Druk op cursor ∞ (of 5) om de gewenste
8.5Mbps
OFF
TITLE
CHAP.
CHAP
14
1/3
CHAP
14
1/3
optie uit het pop-up venster te kiezen.
• Door iedere druk op de toets veranderen de opties.
DVD-VIDEO
TIME
TITLE
8.5Mbps
TITLE
CHAP.
CHAP
14
1/3
TOTAL
23
1/31/3
TOTAL
23
1/31/3
TOTAL
23
1/31/3
TOTAL
23
1/31/3
1:25:58
1:25:58
1:25:58
1:25:58
2
Druk op cursor 3 (of 2) om naar
3
Druk op ENTER.
• Door iedere druk op ENTER verandert de
tijdaanduiding in de in-beeldstaaf als volgt:
Bijv.:
TOTAL
REM
1:25:58
0:18:14
T.REM
]
0:45:41
] (terug naar het begin)
]
TIME
0:25:58
TOTALVerstreken tijd van de disc.
T. (total) REMResterende tijd van de disc.
TIMEVerstreken tijd van het huidige
hoofdstuk/fragment.
REMResterende tijd van het huidige
hoofdstuk/fragment.
• De aanduiding op het display verandert tevens.
Opmerking:
• Bij weergave van een VCD, SVCD of CD verschijnt de
uuraanduiding niet.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
TIME
]
.
5
Druk op ENTER.
De instelling verandert en het pop-up venster verdwijnt.
TOTAL
DVD-VIDEO
TIME
TITLE
8.5Mbps
CHAP.
TITLE
CHAP
14
1/3
23
1/31/3
1:25:58
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Opmerking:
• Zie de relevante bladzijden voor details aangaande iedere functie.
39
Opzoeken van een gewenste scène
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
1
2
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
1
1
23
7 Opzoeken van een gewenste scène van het
VCD/SVCD menu met PBC
Een VCD of SVCD met PBC heeft eigen menu’s, bijvoorbeeld
een lijst met de liedjes. (Na het plaatsen van een dergelijke
disc verschijnt “PBC” op het display). U kunt met gebruik van
het menu de gewenste scène opzoeken. (Zie tevens
bladzijde 37).
& Indien tijdens weergave
met PBC een menu op
de TV verschijnt
met het discmenu
Met gebruik van het discmenu kunt u de weergave van een
gekozen titel, hoofdstuk of fragment starten.
• Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op
DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVDspeler functioneert.
• Druk herhaaldelijk op ON SCREEN indien de inbeeldstaaf op de TV wordt getoond om de in-beeldstaaf
uit te schakelen.
7 Met het DVD-menu
DVD VIDEO en DVD AUDIO’s hebben normaliter hun eigen
menu’s waarop de inhoud van de disc is aangegeven. Deze
menu’s hebben diverse onderdelen, bijvoorbeeld de titels
van films, namen van liedjes of artiest, en u kunt deze
onderdelen op het TV-scherm tonen. Met gebruik van deze
menu’s kunt u een gewenste scène gemakkelijk opzoeken.
& Met een disc geplaatst
1
Druk op TOP MENU of MENU.
Het DVD-menu verschijnt op de TV. (Het menu verschijnt
normaliter automatisch op de TV na het plaatsen van de
disc).
Bijv.:
1
Een DVD VIDEO/DVD AUDIO heeft normaliter een “top”
menu indien de disc meer dan één titel/groep heeft. Druk
op TOP MENU om het titelmenu te tonen.
Bepaalde DVD VIDEO/DVD AUDIO’s hebben tevens
mogelijk een ander menu dat kan worden getoond door
een druk op de MENU toets.
Zie de bij de DVD VIDEO/DVD AUDIO geleverde
aanwijzingen voor details aangaande de beschikbare
menu’s.
23
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het
nummer van het gewenste onderdeel te kiezen.
Het toestel start de weergave van het gekozen onderdeel.
Bijv.: Voor het kiezen van 3, drukt u op 3.
Voor het kiezen van 11, drukt u op +10 en dan op 1.
Bijv.:
Nederlands
Terugkeren naar het menu
Druk op RETURN.
Indien “NEXT” of “PREVIOUS” op het TV-scherm wordt
getoond
Druk op ¢ om naar de volgende pagina te gaan.
Druk op 4 om naar de voorgaande pagina terug te keren.
Weergave van een PBC-compatibele VCD/SVCD zonder
gebruik van PBC
Start de weergave door een van de cijfertoetsen te drukken
terwijl de weergave is gestopt.
De verstreken weergavetijd verschijnt nu in plaats van “PBC”
op het display.
Weer activeren van PBC
Druk op TOP MENU of MENU.
“PBC” op het display verschijnt weer.
Aanduidingen op het display tijdens weergave van een
VCD/SVCD
Tijdens weergave van een VCD/SVCD met PBC, verschijnt
de volgende weergave-informatie op het display:
Bijv.: Weergave van een VCD met gebruik van PBC
Bijv.: Weergave van een VCD zonder gebruik van PBC
2
Kies een gewenst onderdeel met cursor
5/∞/3/2 en druk vervolgens op ENTER.
Het toestel start de weergave van het gekozen onderdeel.
• Met bepaalde discs kunt u onderdelen tevens kiezen
door het overeenkomende nummer met de cijfertoetsen
in te voeren.
1 Fragmentnummer
2 Verstreken weergavetijd
40
Bediening van de DVD-speler
Kiezen van de camerahoek
Bij weergave van een DVD VIDEO/DVD AUDIO die vanuit
meerdere camerahoeken (perspectieven) is opgenomen,
kunt u de gewenste camerahoek voor een scène kiezen.
icoon verschijnt bij het begin van de weergave indien
De
de huidige scène meerdere camerahoeken heeft.
Nederlands
1
Druk op ANGLE.
Het volgende pop-up venster verschijnt op de TV.
& Tijdens weergave
Met de in-beeldstaaf
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de
in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV
verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar
in het trek-omlaag menu te verplaatsen en druk
vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder het trekomlaag menu.
Bijv.: De eerste van de 3 opgenomen camerahoeken
wordt gekozen.
TOTAL
CHAP
TITLE
14
OFF
8.5Mbps
CHAP.
DVD-VIDEO
TIME
3
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de gewenste
23
1/3
1:25:58
1/31/3
1
camerahoek te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de camerahoek
van de scène.
4
Druk op ENTER.
Het pop-up venster dooft.
Bijv.: De eerste van de 3 opgenomen camerahoeken
wordt gekozen.
1/3
1
1/3
1
2
Druk herhaaldelijk op ANGLE om de
gewenste camerahoek te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de camerahoek
van de scène.
Bijv.: 1/3 ] 2/3 ] 3/3 ] (terug naar het begin)
1/3
1
1/3
1
2/3
2
2/3
2
Het pop-up venster dooft indien u gedurende ongeveer 5
seconden geen bediening uitvoert.
3/3
3
3/3
3
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Kiezen van de ondertiteltaal
Bij weergave van een DVD VIDEO/DVD AUDIO/SVCD waarop
de ondertitels in meerdere talen op de disc zijn opgenomen,
kunt u de gewenste taal voor de ondertitels op de TV kiezen.
icoon verschijnt bij het begin van de weergave indien
De
de huidige scène meerdere talen voor de ondertitels heeft.
& Tijdens weergave
1
Druk op SUBTITLE.
Het volgende pop-up venster verschijnt op de TV.
Bijv.: “ENGLISH” is uit de 3 opgenomen talen voor de
ondertitels gekozen.
1/3
ENGLISH
1/3
ENGLISH
2
Druk herhaaldelijk op SUBTITLE om de
gewenste taal voor de ondertitels te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de taal voor de
ondertitles.
41
Het pop-up venster dooft indien u gedurende ongeveer 5
seconden geen bediening uitvoert.
Met de in-beeldstaaf
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de
in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV
verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar
van het trek-omlaag menu te verplaatsen en druk
vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder het trekomlaag menu.
Bijv.: “ENGLISH” is uit de 3 opgenomen talen voor de
ondertitels gekozen.
TOTAL
CHAP
TITLE
14
OFF
8.5Mbps
CHAP.
DVD-VIDEO
TIME
3
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de gewenste taal
1/3
ENGLISH
1:25:58
23
1/31/3
voor de ondertitels te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de taal voor de
ondertitels.
4
Druk op ENTER.
Het pop-up venster dooft.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Opmerkingen:
• Voor DVD VIDEO/DVD AUDIO: Bepaalde talen voor de ondertitels
worden afgekort in het pop-up venster getoond. Zie “Taalcodelijst”
op bladzijde 58.
• Voor SVCD: SVCD heeft maximaal vier ondertitels. Door op
SUBTITLE te drukken, veranderen de aanduidingen voor de
ondertitels ongeacht of ondertitels in verschillende talen zijn
opgenomen of niet. (De werkelijke ondertitels veranderen niet
indien er geen ondertitels op de disc zijn opgenomen).
• De huidige scène heeft niet meerdere talen voor de ondertitels
indien “ ” op de TV wordt getoond.
Kiezen van de taal voor het geluid
2
Druk herhaaldelijk op AUDIO om de
gewenste taal voor het geluid te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de taal voor het
geluid.
Het pop-up venster dooft indien u gedurende ongeveer 5
seconden geen bediening uitvoert.
Met de in-beeldstaaf
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de
in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV
verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar
van het trek-omlaag menu te verplaatsen en druk
vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder het trekomlaag menu.
Bijv.: “ENGLISH” is uit de 3 opgenomen talen voor het
geluid gekozen.
TOTAL
CHAP
14
1/3
TITLE
ENGLISH
OFF
8.5Mbps
CHAP.
DVD-VIDEO
TIME
3
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de gewenste taal
voor het geluid te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de taal voor de
ondertitels.
4
Druk op ENTER.
Het pop-up venster dooft.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Opmerkingen:
• Bepaalde talen voor het geluid worden afgekort in het pop-up
venster getoond. Zie “Taalcodelijst” op bladzijde 58.
• De huidige scène heeft niet meerdere talen voor het geluid indien
“ ” op de TV verschijnt.
1:25:58
23
1/31/3
Nederlands
Met een DVD VIDEO/DVD AUDIO waarop het geluid in
meerdere talen is (geluidsspoor) opgenomen, kunt u de
gewenste taal (geluidsspoor) voor de weergave kiezen.
icoon verschijnt bij het begin van de weergave indien
De
de huidige scène meerdere talen voor het geluid heeft.
• U kunt tevens het (de) audiokanaal (kanalen) van een VCD
of SVCD kiezen
& Tijdens weergave
1
Druk op AUDIO.
Het volgende pop-up venster verschijnt op de TV.
Bijv.: “ENGLISH” is uit de 3 opgenomen talen voor het
geluid gekozen.
1/3
ENGLISH
1/3
ENGLISH
Kiezen van het audiokanaal
Bij weergave van bepaalde Karaoke VCD’s of SVCD’s kunt u
het gewenste audiokanaal voor Karaoke kiezen.
& Tijdens weergave
1
Druk op AUDIO.
Het volgende pop-up venster verschijnt op de TV.
Bijv.: Met “ST” (stereo) gekozen.
ST
ST
ST
ST
VERVOLG OP DE VOLGENDE BLADZIJDE
42
Bediening van de DVD-speler
2
Druk herhaaldelijk op AUDIO om het
gewenste audiokanaal te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert het
audiokanaal.
Voor VCD:
Bijv.: ST ] L ] R ](terug naar het begin)
STLuisteren naar normale stereoweergave.
LLuisteren naar het L (linker) audiokanaal.
RLuisteren naar het R (rechter) audiokanaal.
Voor SVCD:
Bijv.: ST 1 ] ST 2 ] L 1 ] R 1 ] L 2 ] R 2 ]
(terug naar het begin)
ST 1/ST 2Luisteren naar normale stereoweergave van
Nederlands
L 1/L 2Luisteren naar het L (linker) 1 of 2
R 1/R 2Luisteren naar het R (rechter) 1 of 2
Het pop-up venster dooft indien u gedurende ongeveer 5
seconden geen bediening uitvoert.
ST 1 of ST 2 kanaal.
audiokanaal.
audiokanaal.
Weergave vanaf een bepaald punt op
de disc
U kunt de weergave vanaf een gekozen titel, hoofdstuk,
groep of fragment starten.
U kunt tevens de weergave vanaf een bepaalde tijd op de
disc invoeren.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op
DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVDspeler functioneert.
7 Opzoeken van een gewenste titel/groep
Tijdens weergave van een DVD VIDEO/DVD AUDIO kunt u
het gewenste titel- of groepnummer voor de weergave
opzoeken.
& Wanneer gestopt of
tijdens weergave
Met de in-beeldstaaf
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de
in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV
verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar
van het trek-omlaag menu te verplaatsen en druk
vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder het trekomlaag menu.
Bijv.: Met “ST” (stereo) gekozen.
TIME
VCD
OFF
TIME
3
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om het gewenste
TRACK
RND.PROG.
ST
ST
4
audiokanaal te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert het
audiokanaal.
4
Druk op ENTER.
Het pop-up venster dooft.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
25:58
1
Druk op TITLE/GROUP.
Het titel-/groepnummer op het display verandert als volgt:
Bijv.: Met een DVD VIDEO geplaatst.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
TANEWSINFO
PROGRESSIVE1A-B
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
Bijv.: Met een DVD AUDIO geplaatst.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P.TUNED STEREO AUTO MUTING
TANEWSINFO
PROGRESSIVE1A-B
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
De cijfertoetsen en de ¢/4 toetsen werken nu
gedurende ongeveer 5 seconden voor het kiezen van een
titel/groep.
2
Kies het titel-/groepnummer direct.
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het gewenste
titel-/groepnummer in te voeren.
Bijv.: Voor het kiezen van titel-/groepnummer 8,
drukt u op 8.
Voor het kiezen van titel-/groepnummer 11,
drukt u op +10 en dan op 1.
Voor het kiezen van titel-/groepnummer 27,
drukt u +10, +10 en dan op 7.
De weergave start vanaf het eerste hoofdstuk/fragment
van de gekozen titel/groep.
Voorwaarts naar andere titels/groepen verspringen
Druk op TITLE/GROUP en dan herhaaldelijk op ¢.
REC
REC
43
Achterwaarts naar andere titels/groepen verspringen
Druk op TITLE/GROUP en dan herhaaldelijk op 4.
Opmerking:
• Alleen voor DVD AUDIO: Indien u de bonusgroep kiest, zal de
aanduiding voor het invoeren van het sleutelnummer verschijnen
(zie bladzijde 46).
7 Opzoeken van een gewenst hoofdstuk/
fragment
Bij weergave van een DVD VIDEO/DVD AUDIO kunt u het
gewenste hoofdstuk-/fragmentnummer voor weergave kiezen.
& Tijdens weergave
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de
in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op
de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om
naar
HAP.
of
TRACK
van het trek-omlaag
menu te verplaatsen en druk vervolgens op
ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder het trekomlaag menu.
Bijv.: Met een DVD VIDEO geplaatst.
TOTAL
TITLE
GROUP
14
2
OFF
OFF
8.5Mbps
CHAP.
CHAPTER _
8.5Mbps
TRACKPROG. RND
TRACK _
DVD-VIDEO
TIME
Bijv.: Met een DVD AUDIO geplaatst.
DVD-AUDIO
TIME
3
Voer het gewenste hoofdstuk-/
1/3
CHAP
TRACK
23
1:25:58
1/31/3
TIME
1:25:58
3
PAG E
1/3
1/3
fragmentnummer met de cijfertoetsen (0 – 9)
in.
Bijv.:Voor het kiezen van hoofdstuk-/fragmentnummer 8,
drukt u op 8.
Voor het kiezen van hoofdstuk-/fragmentnummer 10,
drukt u op 1 en dan op 0.
Voor het kiezen van hoofdstuk-/fragmentnummer 37,
drukt u op 3 en dan op 7.
• De +10 toets wordt niet voor deze functie gebruikt.
• U kunt tot maximaal het 99
• Corrigeren van een fout
Herhaal stap 3 totdat het juiste nummer in het pop-up
venster verschijnt.
4
Druk op ENTER.
Het toestel start nu de weergave van het gekozen
hoofdstuk/fragment.
ste
hoofdstuk/fragment kiezen.
7 Opzoeken van een gewenst punt door
de tijd in te voeren
U kunt de weergave vanaf een gewenst punt starten door de
verstreken tijd vanaf het begin van de huidige titel (voor DVD
VIDEO/DVD AUDIO) tot “9:59:59”, of vanaf het begin van de
disc (voor VCD/SVCD/CD) tot “99:59” in te voeren.
& Voor DVD VIDEO:Tijdens weergave
Voor VCD/SVCD:Wanneer gestopt of tijdens
weergave zonder de PBCfunctie
Voor DVD AUDIO/CD: Tijdens weergave of wanneer
gestopt
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de
in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op
de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om
naar van het trek-omlaag menu te
verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder het trekomlaag menu.
TOTAL
CHAP
14
1/3
TITLE
DVD-VIDEO
TIME
3
Voer de gewenste tijd met de cijfertoetsen
8.5Mbps
OFF
TIME _ : _ _ : _ _
CHAP.
1:25:58
23
1/31/3
(0 – 9) in.
Bijv.: Weergave starten vanaf de verstreken tijd van
1 (uur): 02 (minuten): 49 (seconden).
Druk op 1
Druk op 0
Druk op 2
Druk op 4
Druk op 9
Nederlands
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
• De +10 toets wordt niet voor deze functie gebruikt.
• U kunt de tijd in uren/minuten/seconden voor
DVD VIDEO/DVD AUDIO en in minuten/seconden voor
VCD/SVCD/CD invoeren.
• Corrigeren van een fout
Druk op cursor 2 om het laatst ingevoerde cijfer te
wissen.
Druk herhaaldelijk op cursor 2 totdat het foute cijfer is
gewist en druk vervolgens op de cijfertoetsen om nu
het (de) juiste nummer(s) in te voeren.
4
Druk op ENTER.
Het toestel start nu de weergave vanaf de ingevoerde tijd.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
44
Bediening van de DVD-speler
Speciale beeldweergave
Dit toestel heeft diverse speciale weergavefuncties, o.a.
stilbeeld, beeld-voor-beeld, slow-motion en zoom.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op
DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVDspeler functioneert.
7 Stilbeeld en beeld-voor-beeld weergave
Nederlands
& Tijdens weergave
1
Druk éénmaal op 8.
De weergave van stilbeelden start.
2
Druk herhaaldelijk op 8.
• Door iedere druk op de toets wordt het volgende
stilbeeld getoond.
Weer terugkeren naar normale weergave
Druk op 3.
Opmerking:
• U kunt tevens voor deze bediening de 8 toets op het voorpaneel
gebruiken.
7 Slow-motion (vertraagde) weergave
& Tijdens weergave
Pauzeren van slow-motion weergave (stilbeeld weergave)
Druk op 8.
Weer terugkeren naar normale weergave
Druk op 3.
Opmerking:
• Tijdens slow-motion weergave kunt u het geluid niet beluisteren.
7 Kiezen van doorlopen van stilbeelden
die op een DVD AUDIO zijn opgenomen
De meeste DVD AUDIO’s hebben tevens doorloopbare
stilbeelden (B.S.P.) die normaliter automatisch op volgorde
tijdens weergave in overeenstemming met de
weergavevolgorde verschijnen.
U kunt het beeld ook handmatig veranderen (omslaan van de
pagina) indien het huidige stilbeeld meerdere kiesbare
pagina’s heeft.
& Met de B.S.P. indicator
licht op het display op
Druk herhaaldelijk op PAGE om een gewenst
stilbeeld te kiezen.
Met de in-beeldstaaf
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de
in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op de TV
verschijnt.
PAG E
PAG E
1/3
1
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om naar
van de in-beeldstaaf te verplaatsen en druk dan op
ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder de inbeeldstaaf.
TIME
DVD-AUDIO
TIME
OFF
8.5Mbps
GROUP
TRACKPROG. RND.
2
TRACK
1:25:58
3
1/3
1
Druk bij het punt vanaf waar u de slowmotion weergave wilt starten op 8.
De weergave wordt gepauzeerd.
2
Druk op ¡ of 1.
Voor slow-motion weergave in voorwaartse richting, druk
op ¡.
Voor slow-motion weergave in achterwaartse richting
achterwaarts (alleen voor DVD VIDEO), druk op 1.
• Door iedere druk op de toets verandert de
weergavesnelheid als volgt:
Voorwaarts:
1/32
]
]
Achterwaarts (alleen voor DVD VIDEO):
]
1/2
1/32
1/2
]
1/16
1/16
]
]
1/8
1/8
]
]
45
1/4
1/4
3
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de gewenste
pagina te kiezen.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
7 Inzoomen
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AU TO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
LCR
LSRS
PROGRAM
REC
& Tijdens weergave of
wanneer gepauzeerd
Druk op ZOOM.
• Door iedere druk op de toets verandert de vergroting als
volgt:
x 1.8 ] x 4 ] x 8 ] x 16 ] x 32 ] x 64 ]
x 1 (normale weergave)] (terug naar het begin)
ZOOM x4
Bijv.: Met x4 zoom gekozen
Verplaatsen van het ingezoomde gedeelte
Druk op cursor 5/∞/3/2.
ZOOM x4
7 Weergave van een bonusgroep
Bepaalde DVD AUDIO’s hebben een speciale groep op de
disc die we “bonusgroep” noemen. De inhoud van een
bonusgroep is niet zondermeer te openen. De bonusgroep is
altijd de laatste groep op een disc (bijvoorbeeld indien een
disc met bonusgroep 4 groepen heeft, is “groep 4” de
bonusgroep).
Voor weergave van een bonusgroep moet u een bepaalde
“pincode” (een soort wachtwoord) invoeren voor de
bonusgroep. Hoe u deze pincode te weten komt, is
afhankelijk van de disc.
Nadat u de pincode weet, kunt u de bonusgroep afspelen
door de volgende handelingen uit te voeren.
& Met de BONUS
indicator licht op
1
Kies een bonusgroep.
Zie “Opzoeken van een gewenste titel/groep” op
bladzijde 43.
De aanduiding voor het invoeren van de pincode
verschijnt als volgt:
Op de TV
KEY _ _ _ _
Nederlands
Weer terugkeren naar normale weergave
Druk op ENTER.
Opmerking:
• De resolutie van het beeld is mogelijk niet optimaal wanneer
ingezoomd.
Op het display
2
Voer de pincode in met de cijfertoetsen
(0 – 9) en druk dan op ENTER.
De weergave van de bonusgroep start en de BONUS
indicator dooft indien u de juiste pincode heeft ingevoerd.
• Voer de code opnieuw in indien u een fout heeft
gemaakt.
Annuleren van de ingevoerde pincode
Voer een van de volgende handelingen uit:
• Druk op 7,
• Open de disclade, of
• Schakel het toestel uit.
Door de disclade te openen of het toestel uit te schakelen
wordt de ingevoerde pincode gewist. De code wordt niet
gewist wanneer u op 7 drukt.
Opmerkingen:
• Indien u een fragment van een bonusgroep kiest voor
geprogrammeerde weergave, zal de aanduiding voor het invoeren
van de pincode in stap 1 verschijnen en moet u de code invoeren.
• Bij willekeurige weergave worden de fragmenten van de
bonusgroep niet afgespeeld.
46
Bediening van de DVD-speler
+
0
USER1
GAMMA
BRIGHTNESS
CONTRAST
SATURATION
TINT
SHARPNESS
Y DELAY
+
0
+
0
+
0
+
0
+
3
+
0
Veranderen van de VFP-instelling
Met de VFP (Video Fine Processor) functie kunt u de
beeldkarakteristieken instellen in overeenstemming met het
programma, beeldkleur of persoonlijke voorkeur.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op
DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVDspeler functioneert.
Nederlands
• De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd
worden uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap
instelling werd geannuleerd voordat u klaar bent.
& Tijdens weergave
1
Druk op VFP.
De huidige VFP-instellingen verschijnen op het TV scherm.
NORMAL
+
0
GAMMA
+
0
BRIGHTNESS
+
0
CONTRAST
+
0
SATURATION
+
TINT
0
+
3
SHARPNESS
+
0
Y DELAY
Bijv.: Met “NORMAL” gekozen
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om de
VFP-functie te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de VFP-functie
als volgt.
NORMAL “ CINEMA “ USER1 “ USER2 “
(terug naar het begin)
1
indien de
Instellen van de karakteristieken voor het beeld
U kunt de beeldkarakteristieken instellen en deze onder
“USER1” en “USER2” vastleggen.
1
Druk op VFP en vervolgens herhaaldelijk op
cursor 3 (of 2) om “USER1” of “USER2” te
kiezen.
2
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de
in te stellen parameter te kiezen.
Stel de parameters in zodat het beeld als gewenst is.
GAMMAStel in indien de neutrale kleur helder of
donker is. De helderheid van het
donkere en lichte gedeelte blijft
behouden.
Instelbereik: –4 (donkerst) t/m +4
(lichtst)
BRIGHTNESSStel in indien het algehele beeld te
donker of licht is.
Instelbereik: –16 (donkerst) t/m +16
(lichtst)
CONTRASTStel in indien het contrast onnatuurlijk is.
Instelbereik: –16 t/m +16
SATURATIONStel in indien het beeld wittig of zwartig
is.
Instelbereik: –16 (meest zwart) t/m +16
(meest wit)
TINTStel in indien de huidskleur onnatuurlijk
is.
Instelbereik: –16 t/m +16
SHARPNESSStel in indien het beeld niet scherp
genoeg is.
Instelbereik: +0 t/m +3
Y DELAYStel in indien het beeld lossig/
overlappend is.
Instelbereik: –2 t/m +2
NORMALKies normaliter deze stand.
CINEMAGeschikt voor weergave van films.
USER1/USER2U kunt de diverse parameters voor
het beeld instellen en de
instellingen vastleggen (zie de
beschrijving hier rechts).
Uitschakelen van het VFP-instelscherm
Druk op VFP.
47
3
Druk op ENTER.
De lijst met parameters voor VFP verdwijnt en het
volgende pop-up venster voor het gekozen onderdeel
verschijnt op de TV.
+
GAMMA
GAMMA
Bijv.: Met “GAMMA” gekozen
0
+
0
4
PROGRAM
No.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
2–3
Total Program Time 00:04:14
Group Track
PROGRAM
No.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
3
Total Program Time 00:04:14
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de
instelling te veranderen en druk vervolgens
op ENTER.
Uw instelling wordt nu vastgelegd en de lijst met huidige
parameters voor VFP verschijnt weer.
5
Herhaal stappen 2 t/m 4 voor het instellen
van de andere parameters.
Uitschakelen van het VFP-instelscherm
Druk op VFP.
Activeren van uw instelling
Druk op VFP en vervolgens herhaaldelijk op cursor 3 (of 2)
om “USER1” of “USER2” te kiezen.
Opmerking:
• Het VFP-instelscherm verdwijnt indien u gedurende ongeveer
10 seconden geen bediening uitvoert.
Geprogrammeerde weergave
U kunt maximaal 99 fragmenten van een DVD AUDIO/VCD/
SVCD/CD in de gewenste volgorde afspelen.
• De functie voor weergavevoortzetting kan niet in combinatie
met geprogrammeerde weergave worden gebruikt.
• Hetzelfde fragment kan meerdere malen worden
geprogrammeerd.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op
DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVDspeler functioneert.
& Wanneer gestopt
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de
in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op
de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om
PROG.
naar
van de in-beeldstaaf te
verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
Het programmeerscherm verschijnt op de TV en de
PROGRAM indicator op het display oplicht.
• Er verschijnen 10 stappen tegelijkertijd.
Voor DVD AUDIO:Voor VCD/SVCD/CD:
PROGRAM
Total Program Time 00:00:00
No.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Group Track
PROGRAM
Total Program Time 00:00:00
No.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
3
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om een
gewenste, te programmeren fragment/groep
in te voeren.
Bijv.: Voor het kiezen van fragment-/groepnummer 3,
drukt u op 3.
Voor het kiezen van fragment-/groepnummer 14,
drukt u op +10 en dan op 4.
Voor het kiezen van fragment-/groepnummer 40,
drukt u op +10, +10, +10 en dan op 10.
• ALLEEN voor DVD AUDIO: Voer op volgorde het
groepnummer en fragmentnummer in.
• Indien u een niet-bestaand fragment-/groepnummer
invoert, zal dat nummer worden genegeerd.
• De totale geprogrammeerde tijd wordt boven op het
programmeerscherm getoond.
Voor DVD AUDIO:Voor VCD/SVCD/CD:
4
Herhaal stap 3 om fragmenten voor de
volgende stappen te programmeren.
• Iedere keer wanneer u een fragmentnummer bij de
laatste stap van het programmeermenu invoert,
verschijnt automatisch de volgende stap.
5
Druk op 3.
De fragmenten worden nu in de geprogrammeerde
volgorde afgespeeld.
Opmerking:
• Alleen voor DVD AUDIO: Indien u in stap 3 de bonusgroep kiest,
zal de aanduiding voor het invoeren van het sleutelnummer
verschijnen. U moet in dat geval het sleutelnummer invoeren voor
het programmeren van een fragment uit de bonusgroep (zie
bladzijde 46).
Wissen van een stap
Druk op cursor 5 (of ∞) om naar de te wissen stap te
verplaatsen en druk dan op 7.
• Voor het vervolgens weer programmeren van de volgende
stappen, drukt u herhaaldelijk op cursor ∞ om
lege stap te verplaatsen en herhaalt u vervolgens stap
Stoppen van de geprogrammeerde weergave
Druk op 7.
• Bij weergave van een DVD AUDIO, VCD of SVCD verschijnt
nu het programmeerscherm weer.
• Herhaal stappen 3 en 4 om uw programma te veranderen.
Annuleren van geprogrammeerde weergave
Wis alle geprogrammeerde fragmenten als volgt:
1
Druk op 7 om de weergave te stoppen.
2
Druk op ON SCREEN om de in-beeldstaaf weer te tonen.
3
Druk op 7.
• U kunt het programma ook wissen door de disc uit te
werpen of het toestel uit te schakelen.
naar de
3
.
Nederlands
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Opmerking:
• De geprogrammeerde weergave stopt nadat alle
geprogrammeerde fragmenten zijn afgespeeld.
48
Bediening van de DVD-speler
Willekeurige weergave
U kunt de fragmenten van een DVD AUDIO/VCD/SVCD/CD in
een willekeurige volgorde afspelen.
• De functie voor weergavevoortzetting kan niet in
combinatie met willekeurige weergave worden gebruikt.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op
DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVDspeler functioneert.
Nederlands
& Wanneer gestopt
Herhaalde weergave
U kunt de huidige titel of het huidige hoofdstuk (voor DVD
VIDEO), de groep of het fragment (voor DVD AUDIO) of
fragment (voor VCD/SVCD/CD) herhaald afspelen.
Het is tevens mogelijk een bepaald gedeelte te herhalen.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op
DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVDspeler functioneert.
Herhalen van de huidige titel, de groep, het
hoofdstuk of alle fragmenten
& Voor DVD VIDEO:Tijdens weergave
Voor VCD/SVCD:Tijdens weergave of wanneer
gestopt zonder de PBC-functie
Voor DVD AUDIO/CD: Tijdens weergave of wanneer
gestopt
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de
in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op
de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om
RND.
naar
van de in-beeldstaaf te verplaatsen
en druk vervolgens op ENTER.
De RANDOM indicator op het display oplicht op en de
fragmenten worden in een willekeurige volgorde, kriskras-doorelkaar, afgespeeld.
Stoppen van de willekeurige weergave
Druk op 7.
De willekeurige weergave is nu geannuleerd.
• De willekeurige weergave wordt tevens geannuleerd nadat
alle fragmenten éénmaal zijn afgespeeld.
Opmerkingen:
• Hetzelfde fragment wordt met willekeurige weergave niet meer dan
één keer afgespeeld.
• Tijdens willekeurige weergave kunt u terugkeren naar het begin van
het spelende fragment door op 4 te drukken. U kunt niet
terugkeren naar reeds geheel afgespeelde fragmenten.
• De willekeurige weergave zal worden geannuleerd wanneer u
tijdens de willekeurige weergave op ENTER drukt als
in-beeldstaaf is gekozen. De weergave wordt in de normale
volgorde voortgezet.
RND.
van de
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de
in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op
de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om
naar van de trek-omlaag menu, en
druk vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder de trekomlaag menu.
TOTAL
DVD-VIDEO
TIME
OFF
8.5Mbps
CHAP.
TITLE
CHAP
14
1/3
1:25:58
23
1/31/3
49
3
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de
herhaalfunctie te kiezen en druk vervolgens
op ENTER.
• Door iedere druk op cursor ∞ (of 5), verandert de
herhaalfunctie als volgt:
Voor DVD VIDEO:
CHAPTER “ TITLE “ A-B “ OFF “
(terug naar het begin)
Voor DVD AUDIO:
TRACK “ ALL/GROUP “ A-B “ OFF “
(terug naar het begin)
Voor VCD/SVCD/CD:
TRACK “ ALL “ A-B “ OFF “
(terug naar het begin)
CHAPTERHet huidige hoofdstuk wordt herhaald
afgespeeld (de REPEAT 1 indicator licht
op het display op)
TRACKHet huidige fragment wordt herhaald
afgespeeld (de REPEAT 1 indicator licht
op het display op)
TITLEDe huidige titel wordt herhaald
afgespeeld (de REPEAT indicator licht op
het display op)
ALLAlle fragmenten van de disc of het
programma worden herhaald (de REPEAT
indicator licht op het display op)
GROUPAlle fragmenten van de groep worden
herhaald (de REPEAT indicator licht op
het display op)
A-BHet gekozen gedeelte wordt herhaald
afgespeeld (zie de beschrijving hier
rechts)
OFFKies voor het annuleren van de herhaalde
weergavefunctie
Herhalen van een gewenst gedeelte
U kunt een bepaald gedeelte herhalen door het gewenste
startpunt (punt A) en stoppunt (punt B) in te voeren.
& Tijdens weergave
1
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN totdat de
in-beeldstaaf met het trek-omlaag menu op
de TV verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om
naar van de trek-omlaag menu, en
druk vervolgens op ENTER.
Het volgende pop-up venster verschijnt onder de trekomlaag menu.
TOTAL
CHAP
14
1/3
TITLE
DVD-VIDEO
TIME
3
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de
8.5Mbps
CHAP.
OFF
1:25:58
23
1/31/3
“A-B” herhaalfunctie te kiezen.
4
Druk op ENTER bij het begin van het
gedeelte dat u wilt herhalen (punt A).
Het volgende display verschijnt in de in-beeldstaaf.
De REPEAT A indicator licht tevens op het display op.
TOTAL
CHAP
14
1/3
TITLE
A -
8.5Mbps
CHAP.
DVD-VIDEO
TIME
5
Druk op ENTER bij het eind van het gedeelte
1:25:58
23
1/31/3
dat u wilt herhalen (punt B).
De herhaalde weergave van A-B start. Het gekozen
gedeelte van de disc (vanaf punt A tot punt B) wordt
herhaald afgespeeld.
Tijdens herhaalde weergave van A-B licht de REPEAT A-B
indicator op het display op.
Nederlands
Opmerkingen:
• Indien u tijdens willekeurige weergave “ALL” kiest, worden alle
fragmenten van de disc in willekeurige volgorde herhaald
afgespeeld.
•“A-B” kan niet worden gekozen in combinatie met
geprogrammeerde en willekeurige weergave en tevens niet
indien er geen disc wordt afgespeeld.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Annuleren van de herhaalde weergave
Kies “OFF” in stap
U kunt de herhaalfunctie direct veranderen
(uitgezonderd A-B) door op REPEAT van de
afstandsbediening te drukken.
3
en druk vervolgens op ENTER.
Punt A Punt B
Opmerking:
• Bij weergave van een DVD VIDEO kan het A-B gedeelte uitsluitend
binnen dezelfde titel worden gekozen.
Uitschakelen van de in-beeldstaaf
Druk op ON SCREEN.
Annuleren van de A-B herhaalde weergave
Kies “OFF” in stap 3 en druk vervolgens op ENTER.
50
Weergave van MP3 discs
Met dit toestel kunt u MP3 bestanden afspelen die op CD-R
of CD-RW zijn opgenomen. We noemen dergelijke discs in
deze gebruiksaanwijzing een “MP3 disc”.
• Druk op DVD om de afstandsbediening voor MP3 discs te
gebruiken alvorens u de bedieningen met gebruik van de
afstandsbediening in dit gedeelte uitvoert.
• Schakel de TV in en kies de juiste ingangsfunctie met de TV.
Indien “
toets, accepteert de disc niet de bediening die u
probeert uit te voeren.
” op het TV verschijnt bij een druk op een
7 Opmerkingen voor MP3 discs
• MP3 discs (CD-R of CD-RW) vereisen een langere
afleestijd. (De afleestijd is verschillend afhankelijk van de
complexiteit van de configuratie van mappen/bestanden).
• Bij het maken van een MP3 disc, moet u ISO 9660
Niveau 1 of Niveau 2 als discformaat kiezen.
• Dit toestel is geschikt voor “multi-sessie” discs (maximaal 5
Nederlands
sessies).
• Dit toestel is niet geschikt voor “packet write” discs.
• Dit toestel kan uitsluitend MP3 bestanden lezen met de
volgende extensiecodes: “.MP3”, “.Mp3”, “.mP3” en
“.mp3”.
• ID3* tags kunnen niet op het display verschijnt.
* Een MP3 bestand kan bestandsinformatie bevatten die
“ID3 Tag” wordt genoemd en waarin de naam van de
opname, zanger/es, fragmenttitels, enz. zijn vastgelegd.
Er zijn twee verschillende versies—ID3v1 (ID3 Tag versie
1) en ID3v2 (ID3 Tag versie 2).
• Neem bij voorkeur ieder MP3 bestand met een
bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz en een dataoverdrachtratio (bitwaarde) van 128 kbps op. Dit toestel
kan geen bestanden afspelen die met een lagere
bitwaarde dan 64 kbps zijn gemaakt.
• Indien zowel MP3 bestanden als JPEG bestanden op een
disc zijn opgenomen, moet u de MP3/JPEG instelling van
het PICTURE menu op “MP3” stellen (zie bladzijde 58).
• Bepaalde MP3 discs kunnen afhankelijk van de
disckarakteristieken of opnamecondities niet worden
afgespeeld.
De volgende functies kunnen niet voor MP3 weergave
worden gebruikt:
• Geprogrammeerde weergave
• Willekeurige weergave
• Versnelde weergave in voor- en achterwaartse richting
• In-beeldstaaf
• Keuzemenu’s
Opmerking:
• Bepaalde fragmenten van een MP3 disc worden overgeslagen of
niet normaal afgespeeld.
Druk op DVD om de afstandsbediening voor discbediening in te stellen alvorens de afstandsbediening te
gebruiken.
Basisbediening
U kunt tevens de toetsen op het voorpaneel gebruiken indien
deze min of meer dezelfde naam hebben als de
overeenkomende toetsen op de afstandsbediening.
Starten van de weergave
Plaats een MP3 disc en druk op 3.
• De weergave start. Het MP3 CONTROL scherm verschijnt
op de TV (zie bladzijde 52).
• Nadat alle fragmenten van een groep zijn afgespeeld, start
het toestel de weergave van de fragmenten in de volgende
groep.
Pauzeren van de weergave
Druk op 8.
Weer starten van de weergave
Druk op 3.
Kiezen van groepen of fragmenten
In voorwaartse richting naar groepen verspringen
Druk op TITLE/GROUP en vervolgens zo vaak als nodig op
¢.
In achterwaartse richting naar groepen verspringen
Druk op TITLE/GROUP en vervolgens zo vaak als nodig op
4.
In voorwaartse richting verspringen naar fragmenten
Druk zo vaak als nodig op ¢.
Verspringen naar het begin van het huidige fragment
Druk éénmaal op 4.
In achterwaartse richting verspringen naar fragmenten
Druk zo vaak als nodig op 4.
51
Geheel stoppen van de weergave
Druk op 7.
Bediening met het MP3 CONTROL
scherm
U kunt gewenste groepen en fragmenten opzoeken met
gebruik van het MP3 CONTROL scherm dat op de TV wordt
getoond.
MP3 CONTROL scherm
Huidige
groep
MP3 CONTROL
Group : 02 / 03
Blue
Red
Green
Huidige fragmentnummer/
Totaal aantal fragmenten in de huidige groep
(Totaal aantal fragmenten van de geplaatste disc)
Opmerkingen:
• Bepaalde groep- en fragmentnamen worden mogelijk vanwege de
opnamecondities niet juist getoond.
• De volgorde van groepen en fragmenten op een MP3 disc kan
anders worden getoond dan de volgorde die u met uw personal
computer ziet.
• Er kunnen maximaal 12 groepen en fragmenten tegelijkertijd op de
TV worden getoond. Door herhaaldelijk op cursor 5/∞/3/2 te
drukken, kunt u de verborgen groepen en fragmenten stuk-voorstuk tonen.
7 Bediening
Kiezen van een groep
Druk op cursor 2 om de opgelichte staaf naar de
linkergroeplijst te verplaatsen en druk vervolgens
herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de gewenste groep te
kiezen.
• Na het kiezen van een groep verschijnt de fragmentlijst van
de gekozen groep rechts.
• De weergave start vanaf het eerste fragment van de
gekozen groep.
Kiezen van een fragment
Druk op cursor 3 om de opgelichte staaf naar de
rechterfragmentlijst te verplaatsen en druk vervolgens
herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om het gewenste fragment
te kiezen.
Starten van de weergave door een groepnummer in te
voeren
1
Druk op TITLE/GROUP.
De cijfertoetsen werken nu ongeveer 5 seconden voor het
kiezen van een groep.
Het huidige groepnummer op het display verandert naar
“– –”.
2
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het
groepnummer in te voeren.
Bijv.:
• Voor het kiezen van groepnummer 8, drukt u op 8.
• Voor het kiezen van groepnummer 11, drukt u op +10
en dan op 1.
• Voor het kiezen van groepnummer 27, drukt u +10, +10
en dan op 7.
Het gekozen groepnummer verschijnt voor de aanduiding
van groepnummers en de weergave start vervolgens
vanaf het eerste fragment in de gekozen groep.
Herhaalde weergave
U kunt de weergave van het spelende fragment, groep of alle
fragmenten van de geplaatste disc herhalen.
& Tijdens weergave of wanneer gestopt
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op REPEAT.
De herhaalaanduiding verschijnt op het MP3 CONTROL
scherm.
• Door iedere druk op de toets verandert de herhaalfunctie
als volgt:
REPEAT TRACK “ REPEAT GROUP “
REPEAT ALL “ de aanduiding dooft “
(terug naar het begin)
REPEAT TRACKHet huidige, spelende fragment wordt
herhaald. De REPEAT 1 indicator licht
op het display op.
REPEAT GROUPDe huidige groep wordt herhaald. De
REPEAT indicator licht op het display
op.
REPEAT ALLAlle fragmenten van de disc worden
herhaald. De REPEAT indicator licht op
het display op.
Annuleren van de herhaalfunctie
Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat de herhaalaanduiding
van het MP3 CONTROL scherm dooft (en de REPEAT
indicator tevens van het display dooft).
Nederlands
52
Weergave van JPEG discs
Met dit toestel kunt u JPEG bestanden afspelen die op CD-R
of CD-RW zijn opgenomen. We noemen dergelijke discs in
deze gebruiksaanwijzing een “JPEG disc”.
• Druk op DVD om de afstandsbediening voor JPEG
discs te gebruiken alvorens u de bedieningen met
gebruik van de afstandsbediening in dit gedeelte
uitvoert.
• Schakel de TV in en kies de juiste ingangsfunctie met de
TV.
Indien “
toets, accepteert de disc niet de bediening die u
probeert uit te voeren.
” op het TV verschijnt bij een druk op een
7 Opmerkingen voor JPEG
• JPEG discs (CD-R of CD-RW) vereisen een langere
afleestijd. (De afleestijd is verschillend afhankelijk van de
complexiteit van de configuratie van mappen/bestanden).
• Bij het maken van een JPEG disc, moet u ISO 9660
Niveau 1 of Niveau 2 als discformaat kiezen.
• Dit toestel is geschikt voor “multi-sessie” discs (maximaal 5
Nederlands
sessies).
• Dit toestel is niet geschikt voor “packet write” discs.
• Dit toestel kan uitsluitend JPEG bestanden lezen met de
volgende extensiecodes: “.jpg”, “.jpeg”, “.JPG”, “.JPEG” en
andere combinaties van hoofdletters en kleine letters
(bijvoorbeeld “.Jpg”).
• Neem bij voorkeur een bestand met de 640 x 480 resolutie
op. (Indien een bestand werd opgenomen met een hogere
resolutie dan 640 x 480 zal het langer duren eer het
bestand kan worden getoond).
• Indien zowel JPEG bestanden als MP3 bestanden op een
disc zijn opgenomen, moet u de MP3/JPEG instelling van
het PICTURE menu op “JPEG” stellen (zie bladzijde 58).
• Dit toestel kan uitsluitend baseline JPEG bestanden* tonen.
Progressieve JPEG bestanden* of lossless JPEG
bestanden* kunnen niet worden weergegeven.
* – Baseline JPEG formaat: Gebruikt voor digitale
camera’s, web, enz.
– Progressieve JPEG formaat: Gebruikt voor web.
– Lossless JPEG formaat: Een oud formaat en wordt nu
haast niet meer gebruikt.
• Bepaalde JPEG discs kunnen afhankelijk van de
disckarakteristieken of opnamecondities niet worden
afgespeeld.
Druk op DVD om de afstandsbediening voor discbediening in te stellen alvorens de afstandsbediening te
gebruiken.
Starten van de dia-show
Plaats een JPEG disc en druk op 3.
• De dia-show start. Ieder bestand (stilbeeld) wordt
ongeveer 3 seconden op het TV-scherm getoond en
daarna verschijnen achtereenvolgend de volgende
stilbeelden.
• Nadat alle bestanden van een groep zijn afgespeeld, start
het toestel de weergave van de bestanden in de volgende
groep.
Pauzeren van de dia-show
Druk op 8.
• U kunt op het stilbeeld inzoomen (zie bladzijde 54).
Weer starten van de dia-show
Druk op 3.
Starten van de dia-show door een groepnummer in
te voeren
1
Druk op TITLE/GROUP.
De cijfertoetsen werken nu ongeveer 5 seconden voor het
kiezen van een groep.
Het huidige groepnummer op het display verandert naar
“_ _.”
2
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het
groepnummer in te voeren.
Bijv.:
• Voor het kiezen van groepnummer 8, drukt u op 8.
• Voor het kiezen van groepnummer 11, drukt u op +10
en dan op 1.
• Voor het kiezen van groepnummer 27, drukt u +10, +10
en dan op 7.
Het gekozen groepnummer verschijnt voor de aanduiding
van groepnummers en de dia-show start vervolgens
vanaf het eerste bestand in de gekozen groep.
Starten van de dia-show door het
bestandnummer in te voeren
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het
bestandnummer in te voeren.
Bijv.: Voor het kiezen van bestandnummer 3, drukt u op 3.
Voor het kiezen van bestandnummer 14, drukt u op +10
en dan op 4.
Voor het kiezen van bestandnummer 24, drukt u op
+10, +10 en dan op 4.
Voor het kiezen van bestandnummer 110, drukt u tien
keer op +10 en dan op 10.
Het ingevoerde nummer verschijnt bij de aanduiding van het
bestandnummer en de dia-show start vervolgens vanaf dit
gekozen bestand.
Weergave met dia-show
U kunt de stilbeelden (foto’s) automatisch als dia-show achter
elkaar tonen—dia-show.
U kunt tevens de toetsen op het voorpaneel gebruiken indien
deze min of meer dezelfde naam hebben als de
overeenkomende toetsen op de afstandsbediening.
53
Kiezen van bestanden of groepen
In voorwaartse richting naar groepen verspringen
Druk op TITLE/GROUP en vervolgens zo vaak als nodig op
¢.
In achterwaartse richting naar groepen verspringen
Druk op TITLE/GROUP en vervolgens zo vaak als nodig op
4.
In voorwaartse richting verspringen naar (bestanden)
beelden
Druk zo vaak als nodig op ¢.
In achterwaartse richting verspringen naar (bestanden)
beelden
Druk zo vaak als nodig op 4.
Geheel stoppen van de dia-show
Druk op 7.
Het JPEG CONTROL scherm verschijnt op het TV.
• Zie “Bediening met het JPEG CONTROL scherm” hieronder
voor details aangaande bediening met het JPEG
CONTROL scherm.
Opmerkingen:
• De volgende functies kunnen niet voor weergave van de dia-show
worden gebruikt: geprogrammeerde weergave, willekeurige
weergave, herhaalde weergave, versnelde weergave in voor- of
achterwaartse richting, in-beeldstaaf en keuzemenu’s.
• Indien voortdurend tijdens de dia-show een zwart scherm
verschijnt: het bestand dat wordt getoond is mogelijk niet een
baseline JPEG bestand. Kies in dat geval een goed weer te geven
bestand (een baseline JPEG bestand) (druk op 7 of MENU om het
JPEG CONTROL scherm te openen, enz.). Het kan even duren eer
een ander bestand wordt gekozen.
• Bepaalde bestanden van een JPEG disc worden mogelijk tijdens
weergave vervormd getoond.
Bediening met het JPEG CONTROL
scherm
U kunt gewenste groepen en bestanden met gebruik van het
JPEG CONTROL scherm opzoeken.
JPEG CONTROL scherm
2
Kies een bestand.
Druk op cursor 3 om de opgelichte staaf naar de
rechterbestandlijst te verplaatsen en druk vervolgens
herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om het gewenste
bestand te kiezen.
3
Druk op ENTER.
• Nadat een stilbeeld geheel op de TV is verschenen,
kunt u op dit stilbeeld in- of uitzoomen (zie hieronder).
• De dia-show start vanaf het gekozen bestand wanneer
u op 3 drukt.
Inzoomen op een stilbeeld
Zie tevens bladzijden 46.
Druk op ZOOM.
• Door iedere druk op de toets verandert de vergroting als
volgt:
x 1.8 ] x 4 ] x 8 ] x 16 ] x 32 ] x 64 ]
x 1 (normale weergave) ] (terug naar het begin)
Verplaatsen van het ingezoomde gedeelte
Druk op cursor 5/∞/3/2.
Weer terugkeren naar het normale weergave
Druk op ENTER.
Nederlands
Huidige
groep
JPEG CONTROL
Group : 02 / 03FILE : 05 / 14 (Total 41)
Mountain
Sea
Sky
Huidige bestandnummer/
Totaal aantal bestanden in de huidige groep
(Totaal aantal bestanden op de geplaatste disc)
Opmerkingen:
• U kunt het huidige groep- en bestandnummer tevens op het
displayvenster controleren.
• Bepaalde groep- en bestandsnamen worden mogelijk vanwege de
opnamecondities niet juist getoond.
• De volgorde van groepen en bestanden op een JPEG disc kan
anders worden getoond dan de volgorde die u met uw personal
computer ziet.
• Er worden maximaal 12 groepen en bestanden tegelijkertijd op de
TV getoond. Door herhaaldelijk op cursor 5/∞/3/2 te drukken
worden de verborgen groepen en bestanden stuk-voor-stuk
getoond.
Druk op cursor 2 om de opgelichte staaf naar de
linkergroeplijst te verplaatsen en druk vervolgens
herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de gewenste groep
te kiezen.
• Na het kiezen van een groep verschijnt de bestandlijst
van de gekozen groep rechts.
Weer terugkeren naar het JPEG CONTROL
scherm
Druk op MENU of 7.
Herhaalde weergave
U kunt de weergave van de huidige groep of alle bestanden
van de geplaatste disc herhalen.
& Tijdens weergave of wanneer gestopt
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op REPEAT.
De herhaalaanduiding verschijnt op het JPEG CONTROL
scherm en de REPEAT indicator licht op het display op.
• Door iedere druk op de toets verandert de herhaalfunctie
als volgt:
REPEAT GROUP “ REPEAT ALL “
de aanduiding dooft “ (terug naar het begin)
REPEAT GROUPDe huidige groep wordt herhaald
REPEAT ALLAlle bestanden van de disc worden
herhaald
Annuleren van de herhaalfunctie
Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat de herhaalaanduiding
van het JPEG CONTROL scherm dooft (en de REPEAT
indicator tevens van het display dooft).
54
Bediening met het keuzemenu
ON
OTHERS
RESUME
ON SCREEN GUIDE
AUTO STANDBY
ON
OFF
PARENTAL LOCK
ENTER
SELECT
USE TO SELECT, USE ENTER TO CONFIRM.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
ENGLISH
ENGLISH
ENGLISH
OFF
LANGUAGE
MENU LANGUAGE
ON SCREEN LANGUAGE
AUDIO LANGUAGE
SUBTITLE
USE TO SELECT, USE ENTER TO CONFIRM.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
ENTER
SELECT
CENTER
0
0
AUDIO
L/R BALANCE
BASS
TREBLE
LFE ATT.
D. RANGE COMPRESSION
0dB
MID
ENTER
SELECT
USE TO SELECT, USE ENTER TO CONFIRM.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
U kunt de basisinstellingen van de keuzemenu’s die op het
TV-scherm worden getoond.
Alvorens het keuzemenu te gebruiken, moet u de bron
kiezen waarvoor u de instelling wilt maken door op de
overeenkomende bronkeuzetoets te drukken.
• U kunt het keuzemenu niet gebruiken indien FM of AM als
bron is gekozen.
• Indien een andere bron dan DVD, FM en AM is gekozen,
kunt u het AUDIO en SPK. SETTING menu gebruiken. De
audio-instellingen worden voor iedere gekozen bron
afzonderlijk vastgelegd.
• Met TV Direct geactiveerd, kunt u het LANGUAGE,
PICTURE en OTHERS menu voor de ingebouwde DVDspeler gebruiken.
Opmerkingen:
• U moet de TV inschakelen en de juiste ingangsfunctie met de TV
kiezen.
• U kunt alleen de afstandsbediening gebruiken voor de bedieningen
Nederlands
met de keuzemenu’s.
• U kunt de taal voor de keuzemenu’s veranderen. Zie bladzijde 57.
• U kunt de keuzemenu’s niet tonen wanneer een MP3 disc of JPEG
disc is geplaatst.
7 Bedieningstoetsen
Gebruik de toetsen van de afstandsbediening voor het
uitvoeren van de bedieningen met dit keuzemenu.
ALLEEN met de afstandsbediening
7 Overzicht van het keuzemenu
Het keuzemenu heeft de volgende menu’s:
LANGUAGE menu
(zie bladzijde 57)
U kunt de basistaal voor het
discmenu, geluid en de
ondertitels instellen. U kunt
tevens de taal die bij
bediening van dit toestel op
het TV-scherm wordt
gebruikt kiezen.
PICTURE menu
(zie bladzijde 57)
U kunt de gewenste opties
voor het beeld of het
monitorscherm kiezen.
AUDIO menu
(zie bladzijde 58)
U kunt de
geluidsinstellingen voor dit
toestel met dit menu
veranderen.
PICTURE
MONITOR TYPE
PICTURE SOURCE
SCREEN SAVER
MP3 / JPEG
SELECT
ENTER
4:3 LB
AUTO
ON
MP3
USE TO SELECT, USE ENTER TO CONFIRM.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
ToetsFunctie
CHOICEToont het keuzemenu op de TV.
Door iedere druk op de toets wordt het
keuzemenu afwisselend getoond en
uitgeschakeld.
5/∞Kiest een onderdeel.
3/2Stelt het gekozen onderdeel van het
keuzemenu in.
ENTERVerplaatst naar het submenu van het
gekozen onderdeel of voltooit de instelling.
SPK. SETTING menu
(zie bladzijde 59)
U kunt de vereiste
instellingen voor de
luidsprekers maken in
overeenstemming met de
opstelling en het formaat
van uw luidsprekers. U kunt
tevens het uitgangsniveau
van de luidsprekers instellen.
OTHERS menu
(zie bladzijde 60)
U kunt instellingen maken
voor bepaalde functies.
Gebruik dit menu tevens
voor het instellen van
Parental Lock (Kinderslot).
SPK. SETTING
SIZE
LEVEL
DISTANCE
CROSS OVER
RETURN TO INITIAL
SELECT
USE TO SELECT, USE ENTER TO CONFIRM.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
ENTER
100Hz
55
7 Bediening
Bijv.: Instellen van de taal voor schermaanduidingen.
Druk op DVD om “DVD” als bron in te stellen alvorens het
keuzemenu te bedienen.
1
Druk op CHOICE.
Het LANGUAGE menu wordt op de TV getoond.
LANGUAGE
MENU LANGUAGE
AUDIO LANGUAGE
SUBTITLE
ON SCREEN LANGUAGE
SELECT
ENTER
ENGLISH
ENGLISH
OFF
ENGLISH
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
• Door iedere druk op cursor 3 (of 2), verandert het
menu.
2
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om
naar “ON SCREEN LANGUAGE” te
verplaatsen.
4
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de
gewenste optie te kiezen.
LANGUAGE
MENU LANGUAGE
AUDIO LANGUAGE
SUBTITLE
ON SCREEN LANGUAGE
SELECT
ENTER
ENGLISH
ENGLISH
OFF
ENGLISH
ENGLISH
FRENCH
GERMAN
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
Bijv.: Met “FRENCH” gekozen
5
Druk op ENTER om de instelling te
voltooien.
LANGUE
LANGUE MENU
LANGUE AUDIO
SOUS-TITRE
LANGUE D' ECRAN
SELECTION
ENTRER
ANGLAIS
ANGLAIS
ARRET
FRANCAIS
POUR CHOISIR ET ENTER POUR VALIDER.
POUR QUITTER, APPUYER SUR CHOICE.
Nederlands
LANGUAGE
3
Druk op ENTER.
MENU LANGUAGE
AUDIO LANGUAGE
SUBTITLE
ON SCREEN LANGUAGE
SELECT
ENTER
ENGLISH
ENGLISH
OFF
ENGLISH
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
Het pop-up venster met een lijst met kiesbare opties
verschijnt.
LANGUAGE
MENU LANGUAGE
AUDIO LANGUAGE
SUBTITLE
ON SCREEN LANGUAGE
SELECT
ENTER
ENGLISH
ENGLISH
OFF
ENGLISH
ENGLISH
FRENCH
GERMAN
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
Instellen van andere onderdelen van hetzelfde keuzemenu
Herhaal stappen
2
t/m 5.
Verplaatsen naar een ander keuzemenu
Druk herhaaldelijk op cursor 3 (of 2) om het gewenste
keuzemenu te kiezen.
Weer terugkeren naar het normale scherm
Druk op CHOICE.
Opmerking:
• Bepaalde onderdelen in de keuzemenu’s bestaan uit submenu’s
voor het instellen. Druk op ENTER om de submenu’s voor het
gekozen onderdeel op de TV te tonen.
U kunt vervolgens met cursor 5/∞ en ENTER de betreffende
onderdelen instellen (op dezelfde wijze als in stappen 4 en
hierboven werd beschreven).
5
56
Bediening met het keuzemenu
7 Menu voor taalkeuze—LANGUAGE
LANGUAGE
MENU LANGUAGE
AUDIO LANGUAGE
SUBTITLE
ON SCREEN LANGUAGE
U kunt “MENU LANGUAGE”, “AUDIO LANGUAGE” en
“SUBTITLE” uitsluitend kiezen wanneer de weergave is
gestopt.
¶ MENU LANGUAGE
Bepaalde discs beschikken over meerdere talen.
Kies een van de talen of taalcodes vanaf AA t/m ZU (zie
“Taalcodelijst” op bladzijde 58) voor de taal die voor de
menu’s wordt gebruikt.
¶ AUDIO LANGUAGE
Nederlands
Bepaalde discs hebben meerdere talen voor het geluid.
Kies een van de talen of taalcodes vanaf AA t/m ZU (zie
“Taalcodelijst” op bladzijde 58).
¶ SUBTITLE
Bepaalde discs hebben meerdere talen voor de
ondertitels.
Kies een van de talen of taalcodes vanaf AA t/m ZU (zie
“Taalcodelijst” op bladzijde 58) of “OFF” (geen
ondertitels).
Opmerking:
• Indien de door u voor MENU LANGUAGE, AUDIO LANGUAGE of
SUBTITLE gekozen taal niet op de disc is opgenomen, zal de
oorspronkelijke taal van de disc automatisch als basistaal worden
gebruikt.
¶ ON SCREEN LANGUAGE
Kies de taal die voor het TV-scherm wordt gebruikt bij
bediening.
ENGLISH
ENGLISH
OFF
ENGLISH
Kies een van de volgende instellingen:
16:9 NORMAL (breedbeeld-conversie)
Kies indien de aspectverhouding van uw TV op
16:9 is vastgesteld (breedbeeld-TV). Het toestel
stelt automatisch de schermbreedte van het
weergavebeeld juist in bij weergave van een beeld
met een aspectverhouding van 4:3.
16:9 AUTO (breedbeeld-conversie)
Kies indien de aspectverhouding van uw TV 16:9
is (breedbeeld-TV).
4:3 LB (brievenbus-conversie)
Kies wanneer de aspectverhouding van uw TV 4:3
is (normale TV). Bij weergave van een breedbeeld,
verschijnen zwarte balken aan de boven- en
onderkant van het scherm.
4:3 PS (Pan Scan conversie)
Kies wanneer de aspectverhouding van uw TV 4:3
is (normale TV). Bij weergave van een breedbeeld,
verschijnen de zwarte balken niet; maar worden de
linker- en rechterranden van het beeld niet op het
scherm getoond.
Bijv.: 16:9Bijv.: 4:3 LBBijv.: 4:3 PS
• Ook met “4:3 PS” gekozen, wordt het formaat met
bepaalde DVD VIDEO’s op “4:3 LB” gesteld. Dit is
afhankelijk van de gebruikte opnamemethode.
• Indien u “16:9 NORMAL” kiest voor een beeld waarvan
de aspectratio 4:3 is, zal het beeld iets veranderen
vanwege het omzetten van de beeldbreedte.
¶ PICTURE SOURCE
U kunt “PICTURE SOURCE” veranderen voor een betere
beeldkwaliteit indien de beelden bijvoorbeeld niet helder
zijn, storing hebben of losse schuine strepen bevatten.
Kies een van de volgende instellingen:
7 Menu voor beeldinstellingen—PICTURE
PICTURE
MONITOR TYPE
PICTURE SOURCE
SCREEN SAVER
MP3 / JPEG
¶ MONITOR TYPE
U kunt het monitortype in overeenstemming met uw TV
kiezen voor weergave van DVD VIDEO’s die met de 16:9
hoogte/breedte-verhouding zijn opgenomen.
4:3 LB
AUTO
ON
MP3
57
VIDEO (NORMAL)
Geschikt voor weergave van een videodisc met
relatief weinig bewegende beelden.
VIDEO (ACTIVE)
Geschikt voor weergave van een videodisc met
relatief veel bewegende beelden.
FILMGeschikt voor weergave van een disc waarop
een film is opgenomen.
AUTOGeschikt voor weergave van een disc waarop
zowel video als film is opgenomen. Het toestel
herkent het beeldtype (film of video) van de
geplaatste disc aan de hand van de
discinformatie.
• Probeer de andere functie indien het weergavebeeld
onhelder is, ruis heeft of de schuine lijnen van het beeld
ruw zijn.
CENTER
0
0
AUDIO
L/R BALANCE
BASS
TREBLE
LFE ATT.
D. RANGE COMPRESSION
0dB
MID
¶ SCREEN SAVER
U kunt de screen-saver functie activeren of uitschakelen.
Kies een van de volgende instellingen:
ONHet beeld op het TV-scherm wordt donker
indien er langer dan ongeveer 5 minuten geen
bediening wordt uitgevoerd.
OFFDe screen-saver werkt niet.
¶ MP3/JPEG
Indien zowel MP3 bestanden als JPEG bestanden op een
disc zijn opgenomen, kunt u kiezen welk soort bestanden
u wilt weergeven.
Kies een van de volgende instellingen:
MP3Het toestel geeft de MP3 bestanden weer.
JPEGHet toestel geeft de JPEG bestanden weer.
7 Menu voor audiokeuze—AUDIO
¶ BASS
Voor het instellen van de versterking van de lage tonen
die via de voorluidsprekers worden weergegeven vanaf
–10 dB t/m +10 dB met stappen van 2.
¶ TREBLE
Voor het instellen van de versterking van de hoge tonen
die via de voorluidsprekers worden weergegeven vanaf
–10 dB t/m +10 dB imet stappen van 2.
¶ LFE ATT.
De Lage Frequentie Effect verzwakker vermindert
vervorming van de lage tonen (bassen) die via de
subwoofer worden weergegeven bij het afspelen van een
disc met Dolby Digital of DTS Digital Surround.
Kies een van de volgende instellingen:
–10dBKies voor het verminderen van de vervorming
van de bassen via de subwoofer.
0dBKies indien u deze functie niet wilt gebruiken.
¶ D. RANGE COMPRESSION
U kunt ook bijvoorbeeld ’s avonds laat met een laag
volume een krachtige geluidsweergave krijgen tijdens het
luisteren naar het geluid met Dolby Digital.
Kies een van de volgende instellingen:
Nederlands
U kunt de volgende onderdelen tevens instellen met gebruik
van de toetsen op het voorpaneel of de afstandsbediening
(zie bladzijden 25 t/m 28).
¶ L/R BALANCE
Voor het instellen van de balans tusssen de
linkervoorluidspreker en rechtervoorluidspreker vanaf
“R–21” t/m “CENTER” of “CENTER” t/m “L–21”.
Kies een van de volgende instellingen voor iedere
luidspreker:
LARGEKies indien het formaat van de in de
SMALLKies indien het formaat van de in de
NONESelecteer deze instelling wanneer u
SUB WOOFER
Kies een van de volgende instellingen:
USEKies indien u een subwoofer heeft
NONEKies indien u geen subwoofer gebruikt.
RETURN
Voor het terugkeren naar het SPK. SETTING menu.
Opmerkingen:
• Indien u “SMALL” voor de voorluidsprekers heeft gekozen, kunt u
niet “LARGE” voor de midden- en surroundluidsprekers kiezen.
• Indien u “NONE” voor de subwoofer heeft gekozen, kunt u niet
“SMALL” voor de voorluidsprekers kiezen.
• U kunt het luidsprekerdiagram links op het SPK. SETTING menu
gebruiken voor het instellen van de luidsprekers.
– Het luidsprekerdiagram voor de gekozen luidspreker is opgelicht.
– Het formaat van het luidsprekerdiagram verandert in
overeenstemming met uw instelling.
Luidsprekerdiagrams
100Hz
LARGE
SMALL
SMALL
NONE
luidspreker ingebouwde hoornvormige
luidsprekerunit groter dan 12 cm is.
luidspreker ingebouwde hoornvormige
luidsprekerunit kleiner dan 12 cm is.
geen luidspreker hebt aangesloten. (U
kunt deze instelling niet kiezen voor de
luidsprekers aan de voorzijde).
aangesloten.
Voorluidsprekers
¶ LEVEL
Kies voor het invoeren van het LEVEL submenu.
LEVEL
CENTER SPEAKER
SURROUND LEFT SPEAKER
SURROUND RIGHT SPEAKER
SUB WOOFER
TEST TONE
RETURN
0dB
0dB
0dB
–
CENTER SPEAKER, SURROUND LEFT
SPEAKER, SURROUND RIGHT SPEAKER en
SUB WOOFER
Voor het instellen van het uitgangsniveau van deze
luidsprekers met stappen van 1 binnen een bereik vanaf
–10 dB t/m +10 dB.
TEST TONE
Voor het weergeven of stoppen van de testtoon.
RETURN
Voor het terugkeren naar het SPK. SETTING menu.
Opmerkingen:
• Indien “NONE” voor de middenluidspreker, surroundluidsprekers
en/of subwoofer met het SIZE menu is gekozen, zal “–” in plaats
van de huidige instelling verschijnen. U kunt in dat geval het
uitgangsniveau van deze luidsprekers niet instellen.
• U kunt het uitgangsniveau van de middenluidspreker en/of
surroundluidsprekers uitsluitend instellen indien een passende
surroundfunctie is geactiveerd (zie bladzijde 34).
• Indien “NONE” voor de midden- en/of surroundluidsprekers met het
SIZE menu is gekozen, wordt geen testtoon via die/deze
luidspreker(s) uitgestuurd.
¶ DISTANCE
Kies voor het invoeren van het DISTANCE submenu.
DISTANCE
FRONT SPEAKER
CENTER SPEAKER
SURROUND SPEAKER
TEST TONE
RETURN
3.0m
3.0m
3.0m
FRONT SPEAKER, CENTER SPEAKER en
SURROUND SPEAKER
Stel voor iedere luidspreker de afstand tot de luisterplaats
in binnen het bereik vanaf 0,3 m t/m 9,0 m en met stappen
van 0,3 m.
TEST TONE
Voor het weergeven of stoppen van de testtoon.
RETURN
Voor het terugkeren naar het SPK. SETTING menu.
59
Subwoofer
Middenluidspreker
Surroundluidsprekers
Opmerkingen:
• Indien “NONE” voor de middenluidspreker en surroundluidsprekers
met het SIZE menu is gekozen, zal “–” in plaats van de huidige
instelling verschijnen. U kunt in dat geval de afstand voor deze
luidsprekers nie instellen.
• Indien “NONE” met het SIZE menu voor de midden- en/of
surroundluidsprekers met het SIZE menu is gekozen, wordt geen
testtoon via die/deze luidspreker(s) uitgestuurd.
¶ CROSS OVER
Kleine luidsprekers kunnen de lage tonen niet efficiënt
genoeg weergeven. Bij gebruik van een kleine luidspreker
op welke plaats dan ook, stuurt dit toestel automatisch de
voor de kleine luidspreker bedoelde lage tonen over naar
de grotere luidsprekers.
Voor een juist gebruik van deze functie moet het
“drempelfrequentieniveau” in overeenstemming met het
formaat van de kleinste aangesloten luidspreker worden
ingesteld.
• Deze functie werkt niet indien u “LARGE” (of “LRG
(groot)”—zie bladzijde 27) voor alle luidsprekers heeft
ingesteld.
Kies een van de volgende instellingen:
120HzKies indien de hoornvormige luidsprekerunit
van de luidspreker ongeveer 8 cm is.
100HzKies indien de hoornvormige luidsprekerunit
van de luidspreker ongeveer 10 cm is.
80HzKies indien de hoornvormige luidsprekerunit
van de luidspreker ongeveer 12 cm is.
¶ ON SCREEN GUIDE
Voor het activeren of uitschakelen van de iconen op het
scherm ter begeleiding:
Voor meerdere camerahoeken:
Voor meerdere ondertitels:
Voor meerdere talen van het
geluid:
Voor weergavestatus:, ,
x 5
De in-beeld iconen verschijnen ter begeleiding bij het
begin van de weergave op de TV indien deze functie is
geactiveerd.
Bij opname van het beeld met de videorecorder, moet u
“OFF” instellen zodat de aanduidingen aan de bovenkant
niet op de videoband worden opgenomen.
• Het keuzemenu en de in-beeldstaaf kunnen ook worden
opgenomen, ookal is deze functie op “OFF” gesteld.
Kies een van de volgende instellingen:
ONKies voor het activeren van deze functie.
OFFKies voor het uitschakelen van deze functie.
1/8
,enz.
,
Nederlands
¶ RETURN TO INITIAL
Voor het terugstellen van alle veranderde
luidsprekerinstellingen naar de basisinstellingen.
7 Menu voor overige instellingen—OTHERS
OTHERS
RESUME
ON SCREEN GUIDE
AUTO STANDBY
PARENTAL LOCK
¶ RESUME
Voor het activeren of uitschakelen van de functie voor
weergavevoortzetting voor de ingebouwde DVD-speler.
Kies een van de volgende instellingen:
ONKies voor het activeren van deze functie.
OFFKies voor het uitschakelen van deze functie.
ON
ON
OFF
• De ondertitels en de informatie voor het inzoomen (zie
bladzijde 46) verschijnen altijd, ongeacht deze
instelling, op het display.
¶ AUTO STANDBY
Het toestel kan automatisch worden uitgeschakeld
wanneer de weergave van de ingebouwde DVD-speler
stopt en niet binnen de door u ingestelde tijd weer wordt
gestart.
• Deze functie werkt uitsluitend indien “DVD” als bron is
gekozen.
Kies een van de volgende instellingen:
60Het toestel wordt uitgeschakeld indien er niet
binnen 60 minuten een bediening wordt
uitgevoerd.
30Het toestel wordt uitgeschakeld indien er niet
binnen 30 minuten een bediening wordt
uitgevoerd.
OFFKies voor het uitschakelen van deze functie.
• Indien zowel de automatische standbyfunctie als de
inslaaptimer (zie bladzijde 14) zijn geactiveerd, zal de
functie met de vroegste uitschakeltijd het toestel
uitschakelen.
¶ PARENTAL LOCK
U kunt een instelling maken voor een restrictie van de
weergave van een DVD VIDEO met bijvoorbeeld
geweldadige of niet voor kleine kinderen geschikte
scènes.
• U kunt “PARENTAL LOCK” uitsluitend voor het starten
van de weergave kiezen.
Kies voor het invoeren van het PARENTAL LOCK
submenu in. (Zie bladzijden 61 en 62).
60
Bediening met het keuzemenu
4
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de
landcode te kiezen en druk vervolgens op
ENTER.
Het verplaatst naar “SET LEVEL”.
5
Druk op ENTER.
Het pop-up venster voor het instellen van het niveau
verschijnt.
Beperken van weergave met het
kinderslot (Parental Lock)
Met deze functie kunt u de weergave van een DVD VIDEO
met bijvoorbeeld geweldadige of niet voor kinderen
geschikte scènes beperken. Een disc kan niet zondermeer
worden afgespeeld, tenzij u het kinderslot annuleert.
• Deze instelling heeft uitsluitend effect op een DVD VIDEO
die informatie voor het restrictieniveau—Niveau 1 (meeste
Nederlands
restrictie) tot Niveau 8 (minste restrictie) heeft.
Weergave van een disc met een hoger niveau dan het
gekozen niveau is niet zondermeer mogelijk. Bepaalde
discs kunnen mogelijk in het geheel niet worden
afgespeeld en bij andere discs worden de gedeelten met
een hoger niveau mogelijk overgeslagen.
Bijv.: Indien u “4” kiest, kunnen discs met het 5, 6, 7 of 8
restrictieniveau worden afgespeeld.
• U kunt het kinderslot uitsluitend instellen wanneer de
weergave is gestopt.
7 Instellen van het kinderslot
1
Druk op CHOICE, en druk vervolgens op
cursor 3 (of 2) om het OTHERS menu te
tonen.
2
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om
naar “PARENTAL LOCK” te verplaatsen en
druk vervolgens op ENTER.
Het PARENTAL LOCK submenu verschijnt op de TV.
PARENTAL LOCK
COUNTRY CODE
SET LEVEL
PASSWORD
EXIT
US
NONE
_ _ _ _
PARENTAL LOCK
COUNTRY CODE
SET LEVEL
PASSWORD
EXIT
SELECT
ENTER
6
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om het
NL
NONE
8
NONE
7
6
_ _ _ _
5
4
3
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
restrictieniveau te kiezen en druk
vervolgens op ENTER.
Het verplaatst naar “PASSWORD”.
• Een lagere waarde betekent een strenger
restrictieniveau.
• Kies “NONE” om het kinderslot te annuleren.
PARENTAL LOCK
COUNTRY CODE
SET LEVEL
PASSWORD
EXIT
SELECT
ENTER
7
Voer een vier-cijferig wachtwoord met de
NL
4
_ _ _ _
NEW PASSWORD? PRESS 0 9KEY.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
cijfertoetsen (0 – 9) in en druk vervolgens op
ENTER.
Het verplaatst naar “EXIT”.
8
Druk op ENTER.
Het OTHERS menu verschijnt weer.
Weer terugkeren naar het normale scherm
Druk op CHOICE.
SELECT
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
ENTER
3
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om
naar “COUNTRY CODE” te verplaatsen en
druk vervolgens op ENTER.
Het submenu voor het instellen van de landcode
verschijnt.
PARENTAL LOCK
COUNTRY CODE
SET LEVEL
PASSWORD
EXIT
SELECT
USE TO SELECT. USE ENTER TO CONFIRM.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
ENTER
US
NONE
_ _ _ _
NG
NI
NL
NO
NP
NR
NU
• Zie “Codelijst voor landen/gebieden voor kinderslot” op
bladzijde 63.
61
Opmerking:
• Onthoud uw wachtwoord, of schrijf het ergens even op.
U heeft uw wachtwoord nodig voor het veranderen van de instelling
of het annuleren van het kinderslot. Zie bladzijde 62 voor het
veranderen van de instelling.
7 Veranderen van de instelling van het
kinderslot
1
Druk op CHOICE en druk vervolgens op
cursor 3 (of 2) om het OTHERS menu te
tonen.
2
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om
naar “PARENTAL LOCK” te verplaatsen en
druk vervolgens op ENTER.
Het PARENTAL LOCK submenu verschijnt op de TV.
• U kunt
uitsluitend naar “PASSWORD” of “EXIT”
verplaatsen voordat u uw wachtwoord heeft ingevoerd.
PARENTAL LOCK
COUNTRY CODE
LEVEL
PASSWORD
EXIT
SELECT
ENTER
3
Voer uw wachtwoord met de cijfertoetsen
NL
4
_ _ _ _
PASSWORD? PRESS 0 9KEY.
TO EXIT, PRESS CHOICE.
(0 – 9) in en druk vervolgens op ENTER.
• “WRONG! RETRY••• PRESS 0~9KEY” verschijnt op het
PARENTAL LOCK submenu indien u een fout
wachtwoord heeft ingevoerd.
U kunt niet naar de volgende stap gaan, tenzij u het
juiste wachtwoord heeft ingevoerd.
4
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om
naar het te veranderen onderdeel te
verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
7 Tijdelijk annuleren van het kinderslot
Indien u een streng of hoog restrictieniveau heeft ingesteld,
kunnen bepaalde discs mogelijk geheel niet worden
afgespeeld. Het volgende display verschijnt op het TVscherm nadat u een dergelijke disc heeft geplaatst en de
weergave probeert te starten. U kunt in dat geval het
kinderslot tijdelijk annuleren.
PARENTAL LOCK
TEMPORARY RELEASE
NOT RELEASE
PASSWORD
SELECT
ENTER
1
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om
_ _ _ _
PASSWORD? ••• PRESS 0 ~ 9 KEY
naar “TEMPORARY RELEASE” te
verplaatsen en druk vervolgens op ENTER.
Het verplaatst naar “PASSWORD”.
• Indien u het kinderslot niet tijdelijk wilt annuleren, moet
u “NOT RELEASE” met cursor ∞ (of 5), kiezen en dan
op ENTER drukken. Druk op 0 om de disc te
verwijderen.
2
Voer uw wachtwoord met de cijfertoetsen
(0 – 9) in en druk vervolgens op ENTER.
De weergave start nu.
• “WRONG! RETRY••• PRESS 0~9KEY” verschijnt op het
PARENTAL LOCK submenu indien u een fout
wachtwoord heeft ingevoerd.
U kunt de disc niet afspelen voordat u het juiste
wachtwoord heeft ingevoerd.
Nederlands
5
Druk herhaaldelijk op cursor ∞ (of 5) om de
instelling te veranderen en druk vervolgens
op ENTER.
6
Voer uw wachtwoord met de cijfertoetsen
(0 – 9) in en druk vervolgens op ENTER.
De nieuwe instelling is nu vastgelegd.
Opmerkingen:
• U kunt het restrictieniveau en kinderslot niet veranderen indien het
wachtwoord niet juist is ingevoerd.
• Indien u het PARENTAL LOCK submenu verlaat voordat u in stap
uw wachtwoord heeft ingevoerd, zal de nieuwe landcode en het
restrictieniveau niet van kracht worden. In dat geval blijven de oude
landcode en het oude restrictieniveau van kracht.
• Het verplaatst automatisch naar “EXIT” en cursor ∞ (of 5)
werkt niet indien u meer dan drie keer een fout wachtwoord invoert.
Druk op ENTER om het PARENTAL LOCK submenu te verlaten en
herhaal vervolgens de handelingen vanaf stap 1.
• Voer “8888” in indien u uw wachtwoord bent vergeten.
Opmerking:
• Het verplaatst automatisch naar “NOT RELEASE” en cursor
∞
(of 5) werkt niet indien u meer dan drie keer een fout
wachtwoord invoert. Druk op 0 om de disc te verwijderen.
De ratio van de verticale lengte en horizontale breedte
van een beeld op het TV-scherm. De horizontaal/verticaalratio van normale TV’s is 4:3 en van breedbeeld-TV’s 16:9.
Bemonsteringsfrequentie
Frequentie van bemonsteringsdata wanneer analoge data
naar digitale data worden omgezet. Het getal van de
bemonsteringsfrequentie toont hoe vaak de
oorspronkelijke analoge data per seconde worden
bemonsterd.
Brievenbus (Letter Box)
Een methode voor het tonen van breedbeelden als
bioscoopbeelden op een 4:3 TV-scherm waarbij geen
gedeeltes van het beeld verloren gaan door zwarte
balken aan de boven- en onderkant van het scherm te
plaatsen. Het scherm ziet er min of meer uit als een
standaard-brievenbus en vandaar deze naam.
Component videosignaal
Een videosignaalsysteem waarbij gedeelten van
informatie die vereist is voor het reproduceren van het
beeldsignaal, bestaan uit drie primaire kleuren van licht
die via gescheiden signaallijnen wordt uitgestuurd.
Diverse typen signalen, bijvoorbeeld R/G/B,
B/PR, enz., zijn beschikbaar.
Y/P
Lineair PCM (PCM: Pulse Code Modulation)
Een systeem voor het omzetten van analoge
geluidssignalen naar digitale signalen voor het later
verwerken. Bij de conversie wordt geen datacompressie
gebruikt.
Meerdere talen (multi-taal)
Een titel kan met meerdere talen zijn opgenomen. We
noemen dit multi-taal.
MP3
Een bestandsformaat met een geluidsdatacompressiesysteem. “MP3” is de afkorting van Motion
Picture Experts Group 1 (of MPEG-1) Audio Layer 3. met
gebruik van het MP3 formaat kan één CD-R of CD-RW
ongeveer 10 keer meer data opslaan dan in vergelijking
met een normale CD.
Multi-hoek (camerahoeken)
Door scènes in dezelfde titel tegelijkertijd vanuit meerdere
camerahoeken of perspectieven op te nemen, kunt u de
gewenste hoek kiezen. We noemen dit multi-hoek.
Multikanaal
Een DVD VIDEO heeft voor ieder geluidsspoor een
geluidsveld. Multikanaal refereert aan de structuur van
geluidssporen die drie of meer kanalen hebben.
Nederlands
Composiet videosignaal
Staat voor het videosignaal dat uit drie gecombineerde
signalen bestaat: een beeldsignaal opgebouwd uit
luminantie- en chrominantiesignalen met gebruik van de
frequentiemultiplicatie-techniek; een “burst” signaal dat
de basis voor kleurreproductie levert; en een
synchronisatiesignaal.
Discmenu
Een scherm dat wordt getoond en waarmee u diverse
keuzes kunt maken voor het beeld, geluid, de ondertitels,
meerdere camerahoeken, enz. uit de mogelijkheden die
op een DVD VIDEO zijn opgenomen.
Hoofdstuk
Dit is de kleinste onderverdeling op een DVD VIDEO. Een
hoofdstuk is een afzonderlijk gedeelte binnen een titel en
eigenlijk vergelijkbaar met een fragment of liedje van een
CD of VCD.
JPEG
Een datacompressiesysteem voor stilbeelden (foto’s) van
Joint Photographic Expert Group, dat ondanks de hoge
compressieratio weinig kwaliteitsvermindering heeft.
Kinderslot (Parental Lock)
Een functie van dit toestel die automatisch bepaalt of een
DVD VIDEO wel of niet mag worden weergegeven door
het restrictieniveau (een beperking voor het niet-tonen
van ongewenste scènes, enz. vanuit educatief oogpunt
bekeken) dat met de software van te voren is ingesteld, te
vergelijken met het niveau dat door de gebruiker van dit
toestel is gekozen. Indien het niveau van de software
(disc) lager dan het door u ingestelde niveau is, kan de
software worden weergegeven.
Overdrachtwaarde
De waarde van het overdragen of versturen van digitale
data. Normaliter wordt deze waarde (ook “bitwaarde”
genoemd) in “bps” uitgedrukt. Het DVD-systeem heeft
een variabele overdrachtwaarde voor een hoge efficiency.
Packed PCM (PCM: Pulse Code Modulation)
Een formaat voor DVD AUDIO met een compressieratio
van 2:1. Het is geschikt voor max. 192 kHz/24 bit en kan
PCM signalen compleet recreëren.
Playback control (PBC)
Refereert aan de signalen die op een VCD/SVCD zijn
opgenomen voor het regelen van de weergave. Met
gebruik van menuschermen die op een met PBC
opgenomen VCD/SVCD zijn vastgelegd, kunt u op
interactieve wijze diverse bedieningen uitvoeren of
gedeeltes opzoeken.
Regiocode
Een systeem dat vooraf bepaalt welke discs in welke
regio’s of landen kunnen worden afgespeeld. De landen
in de wereld zijn in zes regio’s verdeeld, en iedere regio
wordt met een specifieke regiocode (of regionummer)
geïdentificeerd. Indien de regiocode van de disc een
nummer bevat van de regiocode van een speler, kan
deze disc met die speler worden weergegeven.
Surround
Een systeem voor drie-dimensionale geluidsvelden
waarbij u een realistische geluidsweergave via meerdere
rond de luisteraar opgestelde luidsprekers krijgt.
64
Bediening van JVC audio- en videocomponenten
U kunt uw andere JVC audio- en videocomponenten bedienen met de afstandsbediening die bij dit toestel is geleverd, omdat
de bedieningssignalen voor JVC componenten reeds in deze afstandsbediening zijn vastgelegd.
Bediening van audiocomponenten
Bediening van JVC audiocomponenten met deze
afstandsbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandsbedieningssensor op het toestel.
• Voor het bedienen van een bron moet de bron eerst zijn
gekozen met de bronkeuzetoetsen van de
afstandsbediening.
• Zie tevens de bij de betreffende componenten geleverde
gebruiksaanwijzingen.
7 Gedeelte voor regelen van geluid (versterker)
Kunt u de volgende handelingen uitvoeren:
Nederlands
BASS + of –Instellen van de lage tonen.
TREBLE + of –Instellen van de hoge tonen.
AUDIO POSITIONInstellen van de audiopositie voor de
subwoofer.
SURROUND ON/OFFActiveren of uitschakelen van de
surroundfuncties—Dolby Digital,
DTS Digital Surround en Dolby Pro
Logic II.
SURROUND MODEKiezen van de surroundfuncties.
TESTActiveren of uitschakelen van de
testtoon.
CENTER + of –Instellen van het uitgangsniveau voor
de middenluidspreker.
SURR L + of –Instellen van het uitgangsniveau voor
de linkersurroundluidspreker.
SURR R + of –Instellen van het uitgangsniveau voor
de rechtersurroundluidspreker.
SUBWFR + of –Instellen van het uitgangsniveau voor
de subwoofer.
EFFECTKiezen van het effectniveau.
65
7 CD-recorder
Na een druk op CDR kunt u de volgende bedieningen voor
een CD-speler en een CD-recorder uitvoeren:
3Starten van de weergave.
4Terugkeren naar het begin van het spelende
(of voorgaande) fragment.
¢Verspringen naar het begin van het
volgende fragment.
¡In voorwaartse richting opzoeken van een
bepaald punt.
1In achterwaartse richting opzoeken van een
bepaald punt.
7Stoppen van de weergave.
8Pauzeren van de weergave. Druk op 3 om
de weergave te hervatten.
1 – 10, +10Direct kiezen van een fragmentnummer.
Voor fragmentnummer 5, drukt u op 5.
Voor fragmentnummer 15, drukt u op +10 en
dan op 5.
Voor fragmentnummer 20, drukt u op +10 en
dan op 10.
Voor fragmentnummer 30, drukt u op +10,
+10 en dan op 10.
Opmerking:
• Voor het starten van de opname op een CD-recorder moet u de
toetsen van de CD-recorder zelf of de daarbij behorende
afstandsbediening gebruiken.
7 Tuner
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
FM/AMAfstemmen op de laatst ingestelde FM-
zender of AM-zender.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de FM en
AM golfband ingesteld.
Na een druk op FM/AM kunt u de volgende bedieningen voor
de tuner uitvoeren:
1 – 10, +10Direct kiezen van een voorkeurzender.
Voor voorkeurzendernummer 5, drukt u op
5.
Voor voorkeurzendernummer 15, drukt u
op +10 en dan op 5.
Voor voorkeurzendernummer 20, drukt u
op +10 en dan op 10.
TUNING 9 of ( Afstemmen op zenders.
MEMORYVastleggen van voorkeurzenders.
FM MODEKiezen van de FM-ontvangstfunctie.
Met FM als golfband gekozen, kunt u de volgende
bedieningen voor RDS uitvoeren:
DISPLAYTonen van RDS-informatie.
PTY SEARCH/PTY 9 of (
Zoeken naar PTY-codes.
TA/NEWS/INFOKiezen van programma’s voor de
Enhanced Other Networks functie.
Bediening van videocomponenten
Bediening van JVC videocomponenten met deze
afstandsbediening
• Bepaalde JVC videorecorders accepteren twee
verschillende soorten bedieningssignalen
—afstandsbedieningscode “A” en “B”. Controleer dat de
afstandsbedieningscode van de aangesloten
videorecorder op “A” is gesteld alvorens deze
afstandsbediening voor de videorecorder te gebruiken.
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandsbedieningssensor op het videocomponent, en dus
niet naar dit toestel.
7 TV
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
TV In- of uitschakelen van de TV.
TV VOL +/–Instellen van het volume.
TV/VIDEOKiezen van de ingangsfunctie (TV of
VIDEO).
Na een druk op TV kunt u de volgende bedieningen voor de
TV uitvoeren:
CHANNEL +/–Veranderen van het kanaal.
1 – 9, 0, 100+Kiezen van het kanaal.
Voor kanaalnummer 5, drukt u op 5.
Voor kanaalnummer 10, drukt u op 1 en dan
op 0.
Voor kanaalnummer 23, drukt u op 2 en dan
op 3.
Voor kanaalnummer 135, drukt u op 100+,
3 en dan op 5.
TV RETURNAfwisselend schakelen tussen het
voorgaande en huidige kanaal.
7 VCR
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
VCRIn- of uitschakelen van de videorecorder.
Na een druk op VCR kunt u de volgende bedieningen voor
de videorecorder uitvoeren:
CHANNEL +/–Veranderen van het kanaal.
1 – 9, 0Kiezen van de TV-kanalen op de
videorecorder.
Voor kanaalnummer 5, drukt u op 5.
Voor kanaalnummer 10, drukt u op 1 en dan
op 0.
Voor kanaalnummer 23, drukt u op 2 en dan
op 3.
3Starten van de weergave.
1Terugspoelen van een band.
¡Snel doorspoelen van een band.
7Stoppen van de werking.
8Pauzeren van de weergave. Druk op 3 om
de weergave te hervatten.
66
Nederlands
Bediening van apparatuur van andere merken
U kunt met de afstandsbediening van dit toestel bedieningssignalen voor andere merken TV’s, STB’s en videorecorders
uitsturen.
Door de reeds vastgelegde afstandsbedieningssignalen te veranderen naar signalen voor andere merken, kunt u deze
afstandsbediening gebruiken voor het bedienen van componenten van een ander merk.
5
Veranderen van de reeds vastgelegde
bedieningssignaalcodes
Voor het bedienen van componenten van een ander merk
met gebruik van deze afstandsbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de
afstandsbedieningssensor van het te bedienen component.
• Voor het bedienen van een bron moet eerst de bron zijn
gekozen met de bronkeuzetoetsen van de
afstandsbediening.
• Zie tevens de bij de andere componenten geleverde
gebruiksaanwijzingen.
Nederlands
Veranderen van de bedieningssignalen voor
bedieningen van een TV van een ander merk
1
Houd TV ingedrukt.
2
Druk op TV.
3
Voer de fabrikantcode met de cijfertoetsen
(1 – 9, 0) in.
Zie de tabel hier rechts voor de code.
4
Laat TV los.
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
TV In- of uitschakelen van de TV.
TV VOL +/–Instellen van het volume.
TV/VIDEOKiezen van de ingangsfunctie (TV of
VIDEO).
Na een druk op TV kunt u de volgende bedieningen voor
de TV uitvoeren:
CHANNEL +/–Veranderen van het kanaal.
1 – 9, 0, 100+Kiezen van het kanaal.
Voor kanaalnummer 5, drukt u op 5.
Voor kanaalnummer 10, drukt u op 1 en
dan op 0.
Voor kanaalnummer 23, drukt u op 2 en
dan op 3.
Voor kanaalnummer 135, drukt u op
100+, 3 en dan op 5.
• TV RETURN functioneert als de
ENTER toets indien u voor uw TV op
ENTER moet drukken na het kiezen
van een kanaalnummer.
Probeer nu uw TV te bedienen door een druk
op TV
U heeft de juiste code ingevoerd indien uw TV nu wordt
in- of uitgeschakeld.
Zo niet, indien er meerdere codes voor uw merk TV
zijn, probeer dan de andere code.
FabrikantCode
JVC01*
AKAI02, 05
BLAUPANKT03
DAEWOO09, 30, 31
FENNER04, 30, 31
FISHER05
GRUNDIG06
HITACHI07, 08
IRRADIO02, 05
MAGNAVOX09
MITSUBISHI10, 32
MIVER03
NOKIA11, 33
NORDMENDE12, 13, 17, 25 – 27
ORION14
PANASONIC15, 16
PHILIPS09
SABA12, 13, 17, 25 – 27
SAMSUNG09, 18, 31
SANYO05
SCHNEIDER02, 05
SHARP19
SONY20 – 24
TELEFUNKEN12, 13, 17, 25 – 27
THOMSON12, 13, 17, 25 – 27, 29
TOSHIBA28
*
“01” is de basiscode.
Opmerking:
• De fabrikantcodes kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden veranderd. U kunt deze afstandsbediening niet meer
voor het bedienen van het component gebruiken indien de
codes zijn veranderd.
.
Fabrikantcodes voor TV
Opmerkingen:
• Zie tevens de bij uw TV geleverde gebruiksaanwijzing.
• Het is mogelijk dat niet alle functies voor sommige TV’s
werken.
• Indien u niet met de cijfertoetsen van kanaal kunt veranderen,
gebruik dan CHANNEL + of – voor het veranderen van kanaal.
67
Veranderen van de bedieningssignalen voor
bedieningen van een STB van een ander merk
1
Houd STB ingedrukt.
2
Druk op STB.
3
Voer de fabrikantcode met de cijfertoetsen
(1 – 9, 0) in.
Zie de tabel hier rechts voor de code.
4
Laat STB los.
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
STBIn- of uitschakelen van de STB.
Na een druk op STB kunt u de volgende bedieningen
voor de STB uitvoeren:
CHANNEL +/–Veranderen van het kanaal.
1 – 9, 0, 100+Kiezen van het kanaal.
Voor kanaalnummer 5, drukt u op 5.
Voor kanaalnummer 10, drukt u op 1 en
dan op 0.
Voor kanaalnummer 23, drukt u op 2 en
dan op 3.
Voor kanaalnummer 135, drukt u op
100+, 3 en dan op 5.
• TV RETURN functioneert als de
ENTER toets indien u voor uw STB op
ENTER moet drukken na het kiezen
van een kanaalnummer.
Opmerking:
• Zie tevens de bij uw STB geleverde gebruiksaanwijzing.
5
Probeer nu uw STB te bedienen door een
druk STB
U heeft de juiste code ingevoerd indien uw STB nu wordt
in- of uitgeschakeld.
Zo niet, indien er meerdere codes voor uw merk STB
zijn, probeer dan de andere code.
.
Fabrikantcodes voor STB
FabrikantCode
JVC01*, 02
AMSTRAD03 – 06, 31
BT01
CANAL STELLITE20
CANAL +20
D–BOX24
ECHOSTAR17 – 19, 21
FINLUX11
FORCE28
GALAXIS27
GRUNDIG07, 08
HIRSCHMANN07, 17, 37
ITT NOKIA11
JERROLD16
KATHREIN13, 14, 34
LUXOR11
MASCOM32
MASPRO13
NOKIA24, 26, 33
PACE10, 25, 31
PANASONIC15
PHILIPS09, 23
RFT12
SABA35
SAGEM22, 29
SALORA11
SELECTOR29
SKYMASTER12, 36
THOMSON35
TPS22
TRIAX30
WISI07
*
“01” is de basiscode.
Nederlands
Opmerking:
• De fabrikantcodes kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden veranderd. U kunt deze afstandsbediening niet meer
voor het bedienen van het component gebruiken indien de
codes zijn veranderd.
68
Bediening van apparatuur van andere merken
Veranderen van de bedieningssignalen voor
bedieningen van een videorecorder van een
ander merk
1
Houd VCR ingedrukt.
2
Druk op VCR.
3
Voer de fabrikantcode met de cijfertoetsen
(1 – 9, 0) in.
Zie de tabel hier rechts voor de code.
4
Laat VCR los.
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
VCRIn- of uitschakelen van de videorecorder.
Na een druk op VCR kunt u tevens de volgende
Nederlands
bedieningen voor de videorecorder uitvoeren:
1 – 9, 0Kiezen van het TV-kanaal op de
videorecorder.
Voor kanaalnummer 5, drukt u op 5.
Voor kanaalnummer 10, drukt u op 1 en dan
op 0.
Voor kanaalnummer 23, drukt u op 2 en dan
op 3.
• TV RETURN functioneert als de ENTER
toets indien u voor uw videorecorder op
ENTER moet drukken na het kiezen van
een kanaalnummer.
3Starten van de weergave.
1Terugspoelen van een band.
¡Snel doorspoelen van een band.
7Stoppen van de werking.
8Pauzeren van de weergave. Druk op 3 om
de weergave te hervatten.
Fabrikantcodes voor videorecorder
FabrikantCode
JVC01*
AKAI02, 36
BELL+HOWELL03, 16
BLAUPUNKT04
CGM03, 05, 16
DAEWOO34
DIGITAL05
FISHER03, 16
G.E.06
GRUNDIG07
HITACHI08, 09
LOEWE05, 10, 11
MAGNAVOX04, 05
MITSUBISHI12 – 15
NOKIA16
NORDMENDE17 – 19, 31
ORION20
PANASONIC21
PHILIPS05, 22
PHONOLA05
SABA17 – 19, 23, 31
SAMSUNG24, 25
SANYO03, 16
SHARP26, 27
SIEMENS07
SONY28 – 30, 35
TELEFUNKEN17 – 19, 31, 32
TOSHIBA33
*
“01” is de basiscode.
Opmerking:
• Zie tevens de bij uw videorecorder geleverde
gebruiksaanwijzing.
5
Probeer nu uw videorecorder te bedienen
door een druk op VCR
U heeft de juiste code ingevoerd indien uw videorecorder
nu wordt in- of uitgeschakeld.
Zo niet, indien er meerdere codes voor uw merk
videorecorders zijn, probeer dan de andere code.
.
69
Opmerking:
• De fabrikantcodes kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden veranderd. U kunt deze afstandsbediening niet meer voor
het bedienen van het component gebruiken indien de codes zijn
veranderd.
Onderhoud
Voor een optimale werking van dit toestel moet u uw discs en het mechanisme schoon houden.
Algemene opmerkingen
Over het algemeen behoudt u een optimaal resultaat door uw
discs en het mechanisme schoon te houden.
• Bewaar discs in de bijbehorende doosjes in een kast of
audiomeubel.
Behandelen van discs
• Houd de disc aan de rand vast en druk licht op het
middengat om de disc uit het doosje te halen.
• Raak de spiegelachtige kant van de disc niet aan en buig
de disc niet.
• Plaats de disc na gebruik direct terug in het doosje zodat
vervorming wordt voorkomen.
• Wees voorzichtig zodat er geen krassen op de disc komen
wanneer u de disc terug in het doosje plaatst.
• Stel discs niet aan het directe zonlicht, extreme
temperaturen en vochtigheid onderhevig.
Reinigen van de disc
Veeg de disc met een zachte doek, vanaf het midden in een
rechte lijn naar de rand toe, schoon.
Gebruik GEEN oplosmiddelen—zoals
conventionele platenreinigers, spray, thinner of
benzine—voor het reinigen van de disc.
Nederlands
Reinigen van het toestel
• Vlekken op het toestel
Verwijder vlekken met een zachte doek. Bevochtig een
doek met water en een neutraal schoonmaakmiddel en
wring de doek goed uit voor het verwijderen van
hardnekkig vuil. Veeg na met een droge doek.
• Voorkom een slechtere kwaliteit, beschadiging of
bladderende lak en let derhalve op het volgende.
– Veeg NIET schoon met een harde doek.
– Veeg NIET te hard.
– Veeg NIET met thinner of benzine.
– Gebruik GEEN vluchtige middelen, zoals insectenspray,
bij het toestel.
– Zorg dat rubber of plastic NIET langdurig contact met het
toestel maakt.
70
Oplossen van problemen
Gebruik de volgende tabel indien u een probleem met het systeem heeft. Raadpleeg een JVC onderhoudscentrum indien het
probleem niet op te lossen lijkt.
7 Algemeen
PROBLEEM
De stroom wordt niet ingeschakeld.
Geen geluid via de luidsprekers.
Nederlands
Uitsluitend geluid via één
luidspreker.
“OVERLOAD” knippert op het
display.
Het STANDBY lampje licht op nadat
de stroom werd ingeschakeld,
maar het toestel schakelt
vervolgens direct uit (naar
standby).
De afstandsbediening werkt niet
goed.
De afstandsbediening werkt niet.
MOGELIJKE OORZAAK
De stekker is niet in een
stopcontact gestoken.
De luidsprekersnoeren zijn niet
aangesloten.
De audiokabel is niet juist
aangesloten.
U heeft een verkeerde bron
gekozen.
Het geluid wordt gedempt.
U heeft een verkeerde
ingangsfunctie (analoge of digitale)
gekozen.
De verbindingen zijn verkeerd.
De balans is extreem naar een kant
gesteld.
De luidsprekers zijn door een hoog
volume overbelast.
De luidsprekers zijn overbelast
door kortsluiting van de
luidsprekeraansluitingen.
Het toestel is overbelast door een
hoog voltaget.
De afstandsbediening is niet in de
juiste bedieningsfunctie
geschakeld.
De afstandsbediening is te ver van
het toestel of niet naar het toestel
gericht.
Er is een obstakel tussen de
afstandsbedieningssensor op het
toestel.
De afstandsbediening wordt niet
naar de sensor op het toestel of het
andere component gericht.
De batterijen zijn verkeerd om
geplaatst (+/–).
De batterijen zijn bijna leeg.
De afstandsbedieningssignalen zijn
niet juist ingesteld.
OPLOSSING
Steek de stekker in een stopcontact.
Controleer de luidsprekersnoeren en sluit
opnieuw aan indien nodig.
Sluit de kabel juist aan (zie bladzijden 9 t/m 11).
Kies de juiste bron.
Druk op MUTING om de demping te
annuleren.
Kies de juiste ingangsfunctie (analoge of
digitale).
Controleer de verbindingen.
Stel het balans juist in (zie bladzijden 30 of
58).
1. Druk op STANDBY/ON op het
voorpaneel om het toestel uit te schakelen.
2. Stop de weergavebron.
3. Schakel het toestel weer in en stel het
volume in.
Druk op
om het toestel uit te schakelen, en controleer
vervolgens de luidsprekeraansluitingen.
Indien “OVERLOAD” niet verdwijnt, moet u de
stekker even uit het stopcontact trekken en
dan er weer insteken.
Raadpleeg de plaats van aankoop indien de
luidsprekeraansluitingen geen kortsluiting
maken.
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel
om het toestel uit te schakelen. Trek de
stekker uit het stopcontact en raadpleeg de
plaats van aankoop.
Druk eerst op of een bronkeuzetoets, en druk
dan op de gewenste toets voor de bediening.
Houd dichterbij het toestel. Gebruik de
afstandsbediening binnen 7 m tot het toestel.
Verwijder het obstakel.
Richt de afstandsbediening naar de sensor op
het component dat u wilt bedienen.
Plaats de batterijen juist.
Vervang de batterijen.
Voer de juiste fabrikantcode in (zie bladzijden
67 t/m 69).
STANDBY/ON op het voorpaneel
71
7 Voor de DVD-speler
PROBLEEM
Geen beeld op de TV.
Geen geluid en “NO AUDIO” op het
display verschijnt.
Disc kan niet worden afgespeeld.
Disc kan niet worden afgespeeld
en “0:00” op het display verschijnt.
Beelden en geluid zijn vervormd.
“MULTI CH” of “L/R ONLY” op het
display verschijnt.
Beeld past niet goed op het TVscherm.
Geen ondertitels op het TV-scherm,
ookal heeft u de basistaal voor de
ondertitels gekozen.
Andere taal voor het geluid dan u
als basistaal heeft gekozen.
MOGELIJKE OORZAAK
De SCART-kabel is niet juist
aangesloten.
De TV-ingang is verkeerd ingestld.
De disc is niet voor weergave
geschikt
De geplaatste disc is mogelijk een
illegaal kopie.
De regiocodenummers van het
toestel en de disc zijn incompatibel.
Het kinderslot is geactiveerd.
De disc is met het label en datakant
omgekeerd geplaatst.
U heeft een disc geplaatst die niet
voor weergave geschikt is.
De disc heeft krassen of is vuil.
U heeft een videorecorder tussen
het toestel en de TV aangesloten.
“PICTURE SOURCE” is mogelijk
niet juist voor de geplaatste disc
ingesteld.
Het huidige fragment heeft een
beperking voor stereo-weergave.
“MONITOR TYPE” is niet juist
ingesteld.
De TV is niet juist ingesteld.
OPLOSSING
Sluit het snoer juist aan (zie bladzijde 9).
Kies de juiste ingang voor de TV.
Vervang de disc (zie bladzijde 36).
Raadpleeg de plaats van aankoop.
Vervang de disc (zie bladzijde 36).
Voer uw wachtwoord in om het
restrictieniveau te veranderen (zie bladzijde
62).
Plaats de disc juist (zie bladzijde 17).
Vervang de disc (zie bladzijde 36).
Vervang of reinig de disc (zie bladzijde 70).
Maak een directe verbinding tussen de TV en
het toestel.
Kies een andere instelling voor “PICTURE
SOURCE” (zie bladzijde 57).
Activeer de surroundfunctie (zie bladzijde 34)
of speel een ander fragment af.
Stel het monitortype juist in (zie bladzijde 57).
Stel de TV juist in.
Bepaalde discs zijn voorgeprogrammeerd
zodat er als basisinstelling geen ondertitels
verschijnen. Druk in dat geval op SUBTITLE
op de afstandsbediening nadat de weergave
is gestart (zie bladzijde 41).
Bepaalde discs zijn voorgeprogrammeerd
zodat altijd de oorspronkelijke taal voor het
geluid wordt gebruikt. Druk in dat geval op
AUDIO op de afstandsbediening nadat de
weergave is gestart (zie bladzijde 42).
Nederlands
72
Oplossen van problemen
7 Voor de tuner
PROBLEEM
Een uitzending is vanwege ruis
slecht te horen.
Doorlopende ruis of gezoem tijdens
een FM-uitzending.
Af en toe een krakend geluid
tijdens een FM-uitzending.
7 Voor MP3
Nederlands
PROBLEEM
Een disc kan niet worden
afgespeeld.
MP3 bestanden worden niet
afgespeeld; uitsluitend JPEG
bestanden worden afgespeeld.
MOGELIJKE OORZAAK
De AM-ringantenne is te dicht bij
het toestel.
De bijgeleverde FM-antenne is niet
geheel uitgetrokken en niet goed
gericht.
Het ontvangen signaal is te zwak.
De zender is te ver weg.
U gebruikt een verkeerde antenne.
De antennes zijn niet juist
aangesloten.
Ruis wordt door bijvoorbeeld auto’s
veroorzaakt.
MOGELIJKE OORZAAK
Er zijn geen MP3 bestanden op de
disc opgenomen.
De disc is niet voor weergave
geschikt (bijvoorbeeld een
CD-ROM).
MP3 bestanden hebben niet de
juiste extensiecode—.mp3, .Mp3,
.mP3 of .MP3 achter de
bestandnaam.
MP3 bestanden zijn met een lagere
bitwaarde dan 64 kbps
opgenomen.
MP3 bestanden zijn niet met het
met ISO 9660 Niveau 1 of 2 formaat
opgenomen.
De MP3/JPEG instelling is op
“JPEG” gesteld.
OPLOSSING
Verander de plaats en richting van de
AM-ringantenne.
Trek de FM-antenne uit en richt voor een
optimale ontvangst.
Verbind een FM-buitenantenne of raadpleeg
de plaats van aankoop.
Kies een andere zender.
Controleer bij de plaats van aankoop of u de
juiste antenne heeft.
Controleer de verbindingen.
Plaats de antenne verder uit de buurt van het
verkeer.
OPLOSSING
Vervang de disc.
Voeg de—.mp3, .Mp3, .mP3 of .MP3—
extensiecode achter de bestandnaam toe
(zie bladzijde 51).
Dit toestel is niet voor dergelijke bestanden
geschikt. Vervang de disc.
Vervang de disc. (Neem MP3 bestanden op
met een geschikt programma).
Indien zowel MP3 bestanden als JPEG
bestanden op een disc zijn opgenomen, moet
u voor weergave van de MP3 bestanden MP3/
JPEG op “MP3” stellen (zie bladzijde 58).
7 Voor JPEG
PROBLEEM
Een disc kan niet worden
afgespeeld.
JPEG bestanden worden niet
afgespeeld; uitsluitend MP3
bestanden worden afgespeeld.
73
MOGELIJKE OORZAAK
Er zijn geen JPEG bestanden op de
disc opgenomen.
De disc is niet voor weergave
geschikt (bijvoorbeeld een
CD-ROM).
JPEG bestanden hebben niet de
juiste extensiecode achter de
bestandnaam.
JPEG bestanden zijn niet met het
baseline JPEG formaat
opgenomen.
JPEG bestanden zijn niet met het
met ISO 9660 Niveau 1 of 2 formaat
opgenomen.
De MP3/JPEG instelling is op “MP3”
gesteld.
OPLOSSING
Vervang de disc.
Voeg de—.jpg, .jpeg, .JPG, .JPEG of een
andere combinatie hoofdletters en kleine
letters (bijvoorbeeld “.Jpg”)—extensiecode
achter de bestandnaam toe (zie bladzijde 53).
Dit toestel is niet voor dergelijke bestanden
geschikt. Vervang de disc.
Vervang de disc. (Neem JPEG bestanden op
met een geschikt programma).
Indien zowel MP3 bestanden als JPEG
bestanden op een disc zijn opgenomen, moet
u voor weergave van de JPEG bestanden
MP3/JPEG op “JPEG” stellen (zie bladzijde 58).
Ontwerp en technische gegevens zijn zonder voorafgaande