Enter below the Model No. and Serial
No. which are located either on the rear,
bottom or side of the cabinet. Retain this
information for future reference.
Model No.
Serial No.
RX-DV31 HOME CINEMA DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
HOME CINEMA DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
DVD-AUDIO/VIDEO-HEIMKINO-RECEIVER
AMPLI-TUNER HOME CINEMA ET LECTEUR DVD AUDIO/VIDEO
DVD-AUDIO/VIDEO-BEDIENINGSCENTRUM VOOR THUISBIOSCOOP
RX-DV31SL
Deutsch
Français
Nederlands
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
LVT1001-004A
[E]
Warnung, Achtung und sonstige Hinweise / Mises en garde, précautions et
indications diverses / Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
Achtung — STANDBY/ON Taste!
Um den Strom ganz abzuschalten, muss der Netzstecker gezogen
werden.
Die STANDBY/ON Taste schaltet die Netzstrom nicht ab.
Die Stromzufuhr kann mit der Fernbedienung gesteuert werden.
Attention — Touche STANDBY/ON!
Déconnectez la fiche d’alimentation secteur pour couper l’alimentation
complètement.
La touche STANDBY/ON, dans n’importe quelle position, ne
déconnecte pas le système du secteur.
L’alimentation ne peut pas être télécommandée.
Voorzichtig — STANDBY/ON schakelaar!
Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uit
het stopkontakt.
Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat
lopen, ongeacht de stand van de STANDBY/ON schakelaar.
U kunt het apparaat ook met de afstandsbediening aan- en
uitschakelen.
ACHTUNG
Zur Verhinderung von elektrischen Schlägen, Brandgefahr, usw:
1. Keine Schrauben lösen oder Abdeckungen enternen und
nicht das Gehäuse öffnen.
2. Dieses Gerät weder Regen noch Feuchtigkeit aussetzen.
ATTENTION
Afin d’éviter tout risque d’électrocution, d’incendie, etc.:
1. Ne pas enlever les vis ni les panneaux et ne pas ouvrir le
coffret de l’appareil.
2. Ne pas exposer l’appareil à la pluie ni à l’humidité.
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
G-1
ACHTUNG
• Blockieren Sie keine Belüftungsschlitze oder -bohrungen.
(Wenn die Belüftungsöffnungen oder -löcher durch eine
Zeitung oder ein Tuch etc. blockiert werden, kann die
entstehende Hitze nicht abgeführt werden.)
• Stellen Sie keine offenen Flammen, beispielsweise
angezündete Kerzen, auf das Gerät.
• Wenn Sie Batterien entsorgen, denken Sie an den
Umweltschutz. Batterien müssen entsprechend den
geltenden örtlichen Vorschriften oder Gesetzen entsorgt
werden.
• Setzen Sie dieses Gerät auf keinen Fall Regen, Feuchtigkeit
oder Flüssigkeitsspritzern aus. Es dürfen auch keine mit
Flüssigkeit gefüllen Objekte, z. B. Vasen, auf das Gerät
gestellt werden.
ATTENTION
• Ne bloquez pas les orifices ou les trous de ventilation.
(Si les orifices ou les trous de ventilation sont bloqués par un
journal un tissu, etc., la chaleur peut ne pas être évacuée
correctement de l’appareil.)
• Ne placez aucune source de flamme nue, telle qu’une
bougie, sur l’appareil.
• Lors de la mise au rebut des piles, veuillez prendre en
considération les problèmes de l’environnement et suivre
strictement les règles et les lois locales sur la mise au rebut
des piles.
• N’exposez pas cet appareil à la pluie, à l’humidité, à un
égouttement ou à des éclaboussures et ne placez pas des
objets remplis de liquide, tels qu’un vase, sur l’appareil.
VOORZICHTIG
• Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit.
(Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door
bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat
worden opgebouwd.)
• Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen,
op het apparaat.
• Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het
huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met het
KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of
spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een
vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
G-2
Achtung: Angemessene Ventilation
Stellen Sie das Gerät zur Verhütung von elektrischem Schlag und
Feuer und zum Schutz gegen Beschädigung wie folgt auf:
Vorderseite: Offener Platz ohne Hindernisse.
Seiten:Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von den Seiten.
Oberseite:Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von der Oberseite.
Rückseite:Keine Hindernisse innerhalb 15 cm von der Rückseite.
Unterseite: Keine Hindernisse. Auf eine ebene Oberfläche stellen.
Zusätzlich die bestmögliche Luftzirkulation wie gezeigt erhalten.
Attention: Ventilation Correcte
Pour éviter les chocs électriques, l’incendie et tout autre dégât.
Disposer l’appareil en tenant compte des impératifs suivants
Avant:Rien ne doit gêner le dégagement
Flancs:Laisser 10 cm de dégagement latéral
Dessus:Laisser 10 cm de dégagement supérieur
Arrière:Laisser 15 cm de dégagement arrière
Dessous:Rien ne doit obstruer par dessous; poser l’appareil sur
Veiller également à ce que l’air circule le mieux possible comme
illustré.
Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u
bij opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten:
Voorkant:Voldoende ruimte vrij houden.
Zijkanten:Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden.
Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven.
Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden.
Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak.
Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals in
de afbeelding aangegeven.
une surface plate.
G-3
Wand oder Hindernisse
Mur, ou obstruction
Wand of meubilair
Abstand von 15 cm oder mehr
Dégagement de 15 cm ou plus
Minstens 15 cm tussenruimte
RX-DV31SL
Vorderseite
Avant
Voorkant
Standhöhe 15 cm oder mehr
Hauteur du socle: 15 cm ou plus
Standard op minstens 15 cm van de vloer
Boden
Plancher
Vloer
WICHTIGER HINWEIS FÜR LASER-PRODUKTE / IMPORTANT POUR LES PRODUITS LASER /
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR LASERPRODUKTEN
ANBRINGUNGSORTE FÜR LASER-PRODUKTE / REPRODUCTION DES ETIQUETTES / VERLARING VAN DE LABELS
1 KLASSIFIZIERUNGSHINWEIS BEFINDET SICH AUF DER
AUSSENSIETE
1 ÉTIQUETTE DE CLASSIFICATION, PLACÉE SUR LA SURFACE
EXTÉRIEURE
1 CLASSIFICATIE-ETIKET AAN DE BUITENKANT VAN HET
APPARAAT
1. LASER-PRODUKT DER KLASSE 1
2. ACHTUNG: Sichtbare und unsichtbare Laserstrahlung bei
Öffnung und unterlassener oder kaputter Sperre. Vermeiden
Sie direkte Strahlung.
3. ACHTUNG: Das Gehäuse nicht öffnen. Das Gerät enthält
keinerlei Teile, die vom Benutzer gewartet werden können.
Überlassen Sie Wartungsarbeiten bitte qualifizierten
Kundendienst-Fachleuten.
1. PRODUIT LASER CLASSE 1
2. ATTENTION: Radiations laser visibles et invisibles lorsque le
boîtier de l’appareil est ouvert et que le verrouillage est
défaillant ou a été annulé. Eviter une exposition directe au
rayon.
3. ATTENTION: Ne pas ouvrir le couvercle du dessus. Il n’y a
aucune pièce utilisable à l’intérieur. Laisser à un personnel
qualifié le soin de réparer votre appareil.
2 WARNETIKETTE IM GERÄTEINNEREN
2 ETIQUETTE D’AVERTISSEMENT PLACÉE À L’INTERIEUR DE
L’APPAREIL
2 WAARSCHUWINGSLABEL, IN HET APPARAAT
1. KLAS 1 LASERPRODUKT
2. VOORZICHTIG: Zichtbare en onzichtbare laserstraling
wanneer geopend en interlock uitgeschakeld of buitenwerking.
Vermijd directe blootstelling aan de straal.
3. VOORZICHTIG: De bovenkap niet openen. Binnenin het
toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren
onderdelen: laat onderhoud over aan bekwaam vakpersoneel.
G-4
Alvorens te installeren
Voorzorgen
Algemene voorzorgen
• Steek GEEN metalen voorwerpen in het toestel.
• Demonteer het toestel NIET en verwijder GEEN schroeven,
afdekkingen of de behuizing.
• Stel het toestel NIET aan regen of vocht bloot.
Plaats
• Kies een plaats die vlak, droog en niet aan vocht
onderhevig is.
• De temperatuur rond het toestel moet tussen 5˚C en 35˚C
Nederlands
zijn.
• Zorg dat er een goede ventilatie rond het toestel is. Het
toestel kan oververhitten en worden beschadigd indien de
ventilatie rond het toestel niet goed is.
Behandeling van het toestel
• Raak het netsnoer NIET met natte handen aan!
• Gebruik altijd de stekker en trek NIET aan het snoer
wanneer u het netsnoer van het stopcontact wilt
ontkoppelen.
• Houd het netsnoer uit de buurt van andere snoeren en de
antenne. Het netsnoer kan namelijk ruis of storing
veroorzaken. Gebruik bij voorkeur een coaxkabel voor het
verbinden van de antenne daar dit soort kabels een goede
bescherming tegen interferentie bieden.
• In geval van een stroomonderbreking of wanneer de
stekker uit het stopcontact is, zullen de door u gemaakte
instellingen, bijvoorbeeld de FM of AM voorkeurzenders en
geluidsinstellingen, na een paar dagen worden gewist.
Controleren van de bijgeleverde
accessoires
Controleer dat u alle hieronder beschreven accessoires heeft.
Het aantal van iedere accessoire wordt tussen haakjes
aangegeven.
• Afstandsbediening (1)
• Batterijen (2)
• AM-ringantenne (1)
• FM-antenne (1)
Raadpleeg direct de plaats van aankoop indien iets
ontbreekt.
• De voor de diverse bedieningen gegeven tijden dienen
uitsluitend ter referentie. De werkelijke vereiste tijd is
mogelijk anders.
• De volgende markeringen worden in deze
gebruiksaanwijzing gebruikt en tonen de bruikbare discs
voor de in het betreffende gedeelte uitgelegde
bediening. Discs die niet kunnen worden gebruikt,
worden halfgrijs afgebeeld.
1
Inhoudsopgave
Namen van onderdelen ................................. 3
Verbind een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd)
indien de FM-ontvangst slecht is.
FM-antenne (bijgeleverd)
Monteer de AM-ringantenne
AM EXT
door de lipjes van de ring in
de opening op de houder te
drukken.
1
23
1
CAUTION:SPEAKERIMPEDANCE1 OR 2:
8161 AND 2:1632
2
Verbinden van de AM-antenne
Verbind de bijgeleverde AM-ringantenne met de AM LOOP
aansluitingen.
1
Verwijder de isolatie indien het draad van de AMringantenne met vinyl is bedekt.
2
Druk het klemmetje van de aansluiting (1), omlaag en
steek het draad in (2).
3
Laat het klemmetje los.
Draai de ring totdat de ontvangst optimaal is.
• Verbind een enkel vinyl-afgedekt draad (niet bijgeleverd)
voor buiten met de AM EXT aansluiting terwijl u gewoon de
AM-ringantenne aangesloten houdt.
FM 75
ANTENNA
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
816
COAXIAL
FM 75
AXIAL
CO
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHTLEFT
Verbinden van de FM-antenne
Verbind de bijgeleverde FM-antenne als tijdelijke oplossing
met de FM 75 Ω COAXIAL aansluiting.
Trek de bijgeleverde FM-antenne in horizontale richting uit.
• Sluit een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) aan indien de
ontvangst slecht is. Ontkoppel de bijgeleverde FM-antenne
alvorens een 75 Ω antenne met coaxstekker (IEC of DIN
45325) aan te sluiten.
Opmerking:
• Zorg dat de antennegeleiders geen contact met andere
aansluitingen, aansluitsnoeren en netsnoeren maken. De
ontvangst wordt anders namelijk mogelijk gestoord.
Nederlands
6
Starten
Aansluiten van de luidsprekers
U kunt de volgende luidsprekers met dit toestel verbinden:
• twee paar voorluidsprekers
– FRONT SPEAKERS 1 aansluitingen
– FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen
• één paar surroundluidsprekers
• één middenluidspreker
• één subwoofer
Aansluitdiagram
LET OP:
• Gebruik luidsprekers met de impedantie die bij de
luidsprekeraansluitingen is aangegeven—SPEAKER
IMPEDANCE.
• Sluit NIET meer dan één luidspreker op één
luidsprekeraansluiting aan.
1
Nederlands
2
2
1
Åı
FRONT SPEAKERS
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
1 OR 2:
816
1 AND 2:
16 32
12
3
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
1 OR 2:
816
1 AND 2:
16 32
Aansluiten van de luidsprekersnoeren
Voor iedere luidspreker moet u de (+) en (–) aansluitingen op
het achterpaneel verbinden met de respectievelijk (+) en (–)
gemarkeerde aansluitingen op de luidsprekers.
1
Verwijder de isolatie van het eind van ieder
luidsprekersnoer (niet bijgeleverd) en draai de
draadkernen ineen.
2
Druk het klemmetje van de luidsprekeraansluiting omlaag
(1), en steek het luidsprekersnoer in (2).
3
Laat het klemmetje los.
Meer over de luidsprekerimpedantie
De vereiste luidsprekerimpedantie voor de
voorluidsprekers verschilt afhankelijk of u zowel de FRONT
SPEAKERS 1 als FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen
gebruikt of slechts één paar luidsprekers aansluit.
• Indien u slechts één paar voorluidsprekers aansluit,
dient de impedantie van de voorluidsprekers 8 Ω – 16 Ω
te zijn.
• Indien u twee paar voorluidsprekers aansluit, dient de
impedantie van de voorluidsprekers 16 Ω – 32 Ω te zijn.
7
SURROUND
CENTER
SPEAKERS
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
816
SPEAKER
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
SUBWOOFER
OUT
ÇΉÏÌÓ
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
816
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
Aansluiten van een subwoofer
Door een subwoofer aan te sluiten, kunt u de weergave van
de lage tonen versterken en de oorspronkelijke LFE (lage
frequentie-effect) signalen van digitale software
reproduceren.
Verbind de ingangsaansluiting van een subwoofer met eigen
circuit middels een snoer met RCA tulpstekkers (niet
bijgeleverd) met de SUB-WOOFER OUT aansluiting op het
achterpaneel.
• Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de subwoofer.
Opmerking:
• U kunt de subwoofer op iedere gewenste plaats installeren daar de
lage tonen niet-richtinggevoelig zijn. Plaats echter normaliter recht
voor de luisterpositie.
Voor een optimaal geluid met dit toestel dient u alle
luidsprekers, uitgezonderd de subwoofer, op een gelijke
afstand tot de luisterpositie te plaatsen waarbij de
voorkant van iedere luidspreker naar de luisteraar is
gericht.
Verander vervolgens de instellingen voor de subwoofer en
luidsprekers al naar gelang de condities van de kamer en
dergelijke (zie bladzijden 26 – 28).
• U kunt de vereiste instellingen voor de luidsprekers snel
in overeenstemming met het aantal aangesloten
luidsprekers maken. Zie “Snel instellen van de
luidsprekers” op bladzijde 25.
Subwoofer met
eigen circuit
(voorbeeld)
Å Naar rechter-voorluidspreker 1
ı Naar linker-voorluidspreker 1
Ç Naar rechter-voorluidspreker 2
Î Naar linker-voorluidspreker 2
‰ Naar middenluidspreker
Ï Naar rechter-
surroundluidspreker
Ì Naar linker-surroundluidspreker
Ó Naar ingangsaansluiting van
subwoofer
Aansluiten van audio-/videocomponenten
7 Meer over aansluitsnoeren en kabels
Voor SCART-verbindingen
Bij dit toestel wordt geen SCART-kabel geleverd.
Gebruik de bij de andere componenten geleverde kabels of
koop de vereiste kabels in een winkel.
SCART-kabel (niet bijgeleverd)
Voor audio-verbindingen
Verbind de externe componenten middens de audiosnoeren
met dit toestel.
Gebruik de bij de andere componenten geleverde snoeren of
kabels of koop de vereiste snoeren in een winkel.
Voor een analoge decoder
Voor het bekijken of opnemen van gecodeerde programma’s met
uw videorecorder, moet u de analoge decoder met uw
videorecorder verbinden en het gecodeerde kanaal met uw
videorecorder kiezen.
Verbind de decoder met uw TV indien uw videorecorder geen
geschikte aansluiting voor de decoder heeft.
Zie tevens de bij deze componenten geleverde
gebruiksaanwijzingen.
Voor opname van beelden van STB
Indien een STB en videorecorder direct middels een SCART-kabel
zijn verbonden, kunt u de beelden van de STB op de
videorecorder opnemen zonder gebruik van de menuschermen
van STB. Zie tevens de bij de STB geleverde gebruiksaanwijzing
voor details.
Voor digitaal geluid
Voor weergave van digitaal geluid moet u zowel de SCART-kabel
aansluiten als de digitale verbinding maken (zie bladzijde 10).
Nederlands
Digitaal coaxsnoer (niet bijgeleverd)
A
B
Optisch digitaal snoer (niet bijgeleverd)
Audiosnoer (niet bijgeleverd)
C
Wit
Rood
Opmerkingen voor een digitale verbinding
• Bij het verlaten van de fabriek zijn de DIGITAL IN aansluitingen
ingesteld voor het gebruik met de volgende componenten:
– DIGITAL 1 (coaxiaal): Voor STB
– DIGITAL 2 (optisch): Voor TV
• Indien u een CD-recorder aansluit, moet u de digitale
ingangsaansluiting (DIGITAL IN) instelling veranderen (zie
“Digitale ingang (DIGITAL IN) aansluitingen” op bladzijde 29)
en tevens de juiste bronnaam instellen (zie “Veranderen van de
bronnaam” op bladzijde 13).
• Kies de juiste digitale ingangsfunctie (zie “Kiezen van de
analoge of digitale ingangsfunctie” op bladzijde 14).
De geluidsweergave via dit toestel wordt mogelijk vervormd indien
u een geluidseffecttoestel, bijvoorbeeld een grafische equalizer,
tussen de broncomponenten en dit toestel aansluit.
8
Starten
Schakel alle componenten en dit toestel uit alvorens aan te sluiten.
• De afbeeldingen van de in- en uitgangsaansluitingen zijn standaardvoorbeelden. Zie daarom tevens de
gebruiksaanwijzingen van andere aan te sluiten componenten daar de werkelijke namen van de aansluitingen op het
achterpaneel mogelijk anders zijn.
7 SCART-verbinding
Sluit NIET een TV via een videorecorder of een TV met
ingebouwde videorecorder aan. Het beeld wordt
anders mogelijk vervormd.
Videorecorder
Nederlands
STB (Set Top Box)
RGB-Y/C
VCR
AV IN/OUT
AV IN
STB
keuzeschakelaar
RGB
Y/C
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
1 OR 2:
816
1 AND 2:
16 32
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
816
TV
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
Instellen van de RGB-Y/C keuzeschakelaar
Druk de RGB-Y/C keuzeschakelaar in de
vereiste stand terwijl het toestel is
RGBY/C
uitgeschakeld:
• Indien de TV compatibel met het RGB-signaal is, druk
naar “RGB”.
• Indien de TV compatibel met het S-videosignaal is, druk
naar “Y/C”.
• Indien de TV uitsluitend compatibel is met het composiet
videosignaal, druk naar “RGB”.
TV
Opmerking:
• Indien u de RGB-Y/C keuzeschakelaar in een andere stand drukt
terwijl het toestel is ingeschakeld, zal de nieuwe instelling pas
effectief zijn nadat u het toestel een keer heeft uitgeschakeld.
9
Specificaties SCART-aansluiting
TVVCR STB
AUDIOL/R䡬䡬 䡬
IN
VIDEOS-video−䡬䡬
AUDIOL/R䡬*1䡬*1
OUT
VIDEOS-video䡬*2−
T-V LINK䡬*3䡬*3䡬*3
Composiet䡬䡬 䡬
RGB−䡬䡬
Composiet 䡬*1*2 䡬*1*2
RGB䡬*2−
*1 De signalen die via een SCART-aansluiting worden
ontvangen, kunnen niet via dezelfde SCART-aansluiting
worden uitgestuurd.
*
2 Het videoformaat van de video-uitgangssignalen is
hetzelfde als het formaat van de videoingangssignalen. Indien bijvoorbeeld S-videosignalen
door dit toestel worden ontvangen, kunnen uitsluitend
S-videosignalen via dit toestel worden uitgestuurd.
Zie de bij de videocomponenten geleverde
gebruiksaanwijzingen voor details aangaande de
instellingen voor de video in- en uitgangssignalen.
*3 De signalen voor de T-V LINK functie worden altijd via
dit toestel gestuurd.
Voor TV en videoformaat
Zie de gebruiksaanwijzing van de TV indien de TV meerdere
SCART-aansluitingen heeft, en controleer welke videosignalen
voor iedere aansluiting beschikbaar zijn. Sluit vervolgens de
SCART-kabel als vereist aan.
Dit toestel kan videosignalen niet naar een ander formaat
omzetten (bijvoorbeeld S-video naar composiet). Indien het
videosignaal van het ene videocomponent verschilt van het
formaat van het andere component (bijvoorbeeld S-video en
composiet), wordt het beeld mogelijk niet juist getoond. Zorg in dat
geval dat het formaat van de videosignalen van alle
videocomponenten hetzelfde is (of S-video of composiet), daar u
anders het videosignaal van de TV iedere keer bij het veranderen
van bron opnieuw zult moeten instellen.
7 Digitale verbinding
B
DIGITAL IN
DIGITAL 1
(STV)
DIGITAL 2
(TV)
A
Voor T-V LINK
• U kunt de T-V LINK functie gebruiken indien een voor T-V LINK
geschikte TV en videorecorder middels volledige SCARTkabels met dit toestel zijn verbonden. Zie tevens de
gebruiksaanwijzingen van de TV en de videorecorder voor
details aangaande T-V LINK.
• Verbind de SCART-kabel met de EXT-2 aansluiting van uw voor
T-V LINK geschikte JVC TV voor gebruik met de T-V LINK
functie.
• Bepaalde TV’s, videorecorders en STB’s ondersteunen dit
soort datacommunicatie. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen
van deze componenten voor details.
U kunt een van de
volgende componenten
TV
met de DIGITAL IN
aansluitingen verbinden.
DIGITAL
OUT
STB (Set Top Box)
Nederlands
DIGITAL
OUT
Verwijder het
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
816
RIGHT LEFT
T LEFT
beschermdopje
alvorens een optisch
CD-recorder
digitaal snoer aan te
sluiten.
CD-recorder
DIGITAL
DIGITAL OUT
PCM/STREAM
B
IN
Verbind de CD-recorder voor digitale
opname met de DIGITAL OUT aansluiting.
10
Starten
7 Aansluiten van een Cassettedeck/CD-recorder
CAUTION:
SPEAKER
LEFT
IMPEDANCE
816
TAPE / CDR
OUT
(REC)
(PLAY)
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
AUDIO
IN
CAUTION:
SPEAKER
IMPEDANCE
1 OR 2:
816
1 AND 2:
16 32
RIGHT
Nederlands
U kunt nu de stekker van het netsnoer in een stopcontact steken.
LET OP:
• Raak het netsnoer niet met natte handen aan.
• Trek niet aan het netsnoer zelf om het te ontkoppelen. Houd
de stekker vast voor het ontkoppelen zodat het snoer zelf
niet wordt beschadigd.
Wit
Rood
Rood
Wit
Cassettedeck
C
Wit
Rood
Rood
LEFT
RIGHT
INOUT
AUDIO
C
Wit
CD-recorder
Opmerkingen:
• Houd het netsnoer uit de buurt van andere aansluitsnoeren en de
antennekabels. Het netsnoer kan anders namelijk storing of
interferentie veroorzaken.
• De voorkeurinstellingen, bijvoorbeeld voorkeurzenders en
geluidsinstellingen, worden in de volgende gevallen mogelijk na
een paar dagen gewist:
– Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt.
– Wanneer de stroomtoevoer wordt onderbroken.
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening
Voor gebruik van de afstandsbediening moet u eerst de
tweeg bijgeleverde batterijen plaatsen.
1
Druk op de afdekking op de
achterkant van de
afstandsbediening en
schuif open.
2
Plaats de batterijen. Zorg
dat de polen in de juiste
richting wijzen: (+) naar (+)
en (–) naar (–).
3
Plaats de deksel weer
terug.
Vervang de batterijen indien het bereik van de
afstandsbediening kleiner wordt of de afstandsbediening
niet meer goed werkt. Gebruik in dat geval twee
R6P(SUM-3)/AA(15F) droge cel batterijen.
Opmerking:
De bijgeleverde batterijen dienen uitsluitend voor het in
gebruik nemen. Plaats nieuwe batterijen voor normaal
gebruik.
LET OP:
Voorkom het lekken of barsten van batterijen en let daarom
op het volgende:
Plaats batterijen altijd met de polen in de juiste richting in het
•
vak van de afstandsbediening: (+) naar (+) en (–) naar (–).
• Gebruik uitsluitend het gespecificeerde type batterijen.
Batterijen van dezelfde afmetingen hebben namelijk
mogelijk een ander voltage.
• Vervang altijd beide batterijen tegelijkertijd door nieuwe.
• Stel batterijen niet aan hitte of vuur bloot.
Richt de afstandsbediening voor
gebruik direct naar de
afstandsbedieningssensor op het
toestel.
11
Afstandsbedieningssensor
Basisbediening
Inschakelen van de stroom
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel of
AUDIO op de afstandsbediening.
STANDBY/ON
STANDBY
Met het voorpaneelMet de afstandsbediening
Het STANDBY lampje dooft en het verlichtingslampje licht op.
De naam van de huidige bron verschijnt op het display.
• Indien de “DVD” de huidige bron is, zal “READING”
verschijnen terwijl het toestel het type van de geplaatste
disc bepaalt (zie bladzijde 36).
– De weergave start automatisch indien u een DVD VIDEO
plaatst.
– “NO DISC” verschijnt op het display indien er geen disc
is geplaatst.
Uitschakelen van de stroom (naar standby)
Druk weer op
AUDIO op de afstandsbediening.
Het verlichtingslampje dooft en het STANDBY lampje licht op.
Opmerking:
• Ook met de stroom uitgeschakeld (standby) wordt een kleine
hoeveelheid stroom gebruikt. Trek de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact om de stroom werkelijk geheel uit te schakelen.
STANDBY/ON op het voorpaneel of
Kiezen van de af te spelen bron
Opmerkingen:
• Indien u digitale componenten met gebruik van de digitale
aansluitingen heeft verbonden (zie bladzijde 10), moet u de
instellingen voor de digitale ingangsaansluiting maken (zie “Digitale
ingang (DIGITAL IN) aansluitingen” op bladzijde 29) en voor de
digitale ingangsfunctie (zie “Kiezen van de analoge of digitale
ingangsfunctie” op bladzijde 14). De bronnaam en “DIGITAL”
worden op het display getoond wanneer u de overeenkomende
bron kiest.
*
U kunt slechts een van de toetsen—TAPE of CDR—gebruiken
waarvoor de bronnaam is gekozen (zie “Veranderen van de
bronnaam” op bladzijde 13).
Instellen van het volume
Met het voorpaneel
Verhogen van het volume,
draai MASTER VOLUME naar rechts.
Verlagen van het volume,
draai MASTER VOLUME naar links.
Met de afstandsbediening
Verhogen van het volume,
houd VOLUME + ingedrukt.
Verlagen van het volume,
houd VOLUME – ingedrukt.
LET OP:
Stel het volume altijd in de minimale stand alvorens de
weergave van een bron te starten. Indien een hoog volume is
ingesteld, kan een plotseling hard geluid uw gehoor
permanent beschadigen en/of de luidsprekers ruïneren.
MASTER VOLUME
Nederlands
Druk op een van de bronkeuzetoetsen.
Met het voorpaneel
Met de afstandsbediening
DVDKiest de ingebouwde DVD-speler.
STBKiest de STB.
VCRKiest de videorecorder.
TVKiest de TV-tuner.
TAPE/CDRKiest het cassettedeck of de CD-recorder
(ALLEEN met het voorpaneel).
TAPE*Kiest het cassettedeck (ALLEEN met de
afstandsbediening).
CDR*Kiest de CD-recorder (ALLEEN met de
afstandsbediening).
FM/AMKiest een FM of AM zender.
Opmerkingen:
• Het volume kan vanaf “0” (minimale) tot “50” (maximale) worden
ingesteld.
• Met “DVD” als bron gekozen en de TV ingeschakeld, zal de
aanduiding van het volumeniveau op de TV worden getoond.
12
Basisbediening
7 Luisteren met een hoofdtelefoon
Verbind een hoofdtelefoon met de (hoofdtelefoon)
aansluiting op het voorpaneel.
De ingestelde surroundfunctie wordt hierdoor geannuleerd,
de luidsprekers worden uitgeschakeld en de HEADPHONE
functie wordt geactiveerd.
De SPK 1 en 2 indicators doven van het display.
• Door de hoofdtelefoon te ontkoppelen van de
(hoofdtelefoon) aansluiting, wordt de HEADPHONE functie
geannuleerd en worden de luidsprekers weer geactiveerd.
HEADPHONE functie
Met gebruik van een hoofdtelefoon worden de volgende
signalen, ongeacht de luidsprekerinstellingen, uitgestuurd:
– Voor 2-kanaal bronnen, worden de linker- en
rechtervoorsignalen direct via de linker- en
rechterhoofdtelefoon weergegeven.
– Voor multikanaal bronnen, worden de linker- en
rechtervoorsignalen, midden- en surroundsignalen
teruggemengd en vervolgens via de hoofdtelefoon
Nederlands
weergegeven waarbij de elementen van de lage tonen
worden behouden.
– ALLEEN voor DVD AUDIO: Indien het terugmengen van
signalen door de disc is verboden, worden uitsluitend de
signalen van het rechter- en linkervoorkanaal
weergegeven.
LET OP:
Verlaag beslist het volume:
• Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten,
daar een hoog volume zowel de hoofdtelefoon als uw
gehoor kan beschadigen.
• Alvorens de hoofdtelefoon te ontkoppelen, daar anders later
een hoog volume via de luidsprekers kan worden
uitgestuurd.
Kiezen van de voorluidsprekers
Met twee paar voorluidsprekers aangesloten, kunt u de
gewenste luidsprekers voor weergave kiezen.
Gebruik van beide paren luidsprekers
Druk op SPEAKERS 1 en 2 zodat de SPK 1 en 2 indicators
beiden op het display oplichten.
De twee paren luidsprekers niet gebruiken
Druk op SPEAKERS 1 en 2 zodat de SPK 1 en SPK 2
indicators op het display doven.
• De HEADPHONE functie wordt hierdoor geactiveerd
(“HEADPHONE” verschijnt op het display).
Opmerkingen:
• Indien u een van de surroundfuncties kiest wanneer beide paren
voorluidsprekers die met de FRONT SPEAKERS 1 en 2
aansluitingen zijn verbonden in gebruik zijn, worden de met de
FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen verbonden voorluidsprekers
uitgeschakeld.
• Wanneer de surroundfunctie in gebruik is, kunt u uitsluitend één
van de paren luidsprekers kiezen die met de FRONT SPEAKERS 1
of 2 aansluitingen zijn verbonden.
Veranderen van de bronnaam
Verander de bronnaam die op het display wordt getoond
indien u een CD-recorder met de TAPE/CDR aansluitingen op
het achterpaneel heeft verbonden.
ALLEEN met het voorpaneel
Bijv.: Indien u de bronnaam van “TAPE” naar “CDR” wilt
veranderen
1
Druk op TAPE/CDR (SOURCE NAME) om de
bron te kiezen.
2
Houd SOURCE NAME (TAPE/CDR) ingedrukt
totdat “ASSGN. CDR” op het display
verschijnt.
ALLEEN met het voorpaneel
Gebruik van de luidsprekers die met de FRONT
SPEAKERS 1 aansluitingen zijn verbonden
Druk op SPEAKERS 1 zodat de SPK 1 indicator op het
display oplicht. (Controleer dat de SPK 2 indicator niet op het
display is opgelicht).
Gebruik van de luidsprekers die met de FRONT
SPEAKERS 2 aansluitingen zijn verbonden
Druk op SPEAKERS 2 zodat de SPK 2 indicator op het
display oplicht. (Controleer dat de SPK 1 indicator niet op het
display is opgelicht).
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
ASSGN. CDRASSGN. TAPE
Bronnaam weer naar “TAPE” veranderen
Houd SOURCE NAME (TAPE/CDR) ingedrukt totdat
“ASSGN. TAPE” in stap 2 weer op het display verschijnt.
Opmerking:
• U kunt de aangesloten componenten ook gebruiken wanneer u de
bronnaam niet juist heeft veranderd. De volgende punten zijn echter
wat onhandig in dat geval:
– Een onverwachte naam verschijnt voor de bron op het display
indien u op TAPE/CDR (SOURCE NAME) op het voorpaneel
drukt.
– De CDR of TAPE toets op de afstandsbediening kan niet voor het
kiezen van de bron worden gebruikt.
– U kunt de digitale ingang (zie bladzijde 29) niet voor de
CD-recorder gebruiken.
13
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
DGTL AUTOANALOG
Tijdelijk dempen van het geluid
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op MUTING om het geluid te dempen.
“MUTING” verschijnt op het display en het volume wordt
uitgeschakeld (de volume-aanduiding dooft).
• Met “DVD” als bron gekozen en de TV ingeschakeld,
verschijnt “VOLUME –” op de TV.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
Weer herstellen van het geluid
Druk weer op MUTING.
• Het geluid wordt tevens hersteld door een druk op
VOLUME + of – op de afstandsbediening (of het verdraaien
van MASTER VOLUME op het voorpaneel).
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
Controleren of veranderen van de resterende tijd tot de
uitschakeltijd
Druk éénmaal op SLEEP.
• De resterende tijd (in minuten) tot de uitschakeltijd wordt
even op het display getoond.
Uitschakeltijd nu te veranderen
Druk herhaaldelijk op SLEEP.
Annuleren van de inslaaptimer
Druk herhaaldelijk op SLEEP totdat “SLEEP 0” op het display
verschijnt. (De SLEEP indicator dooft).
• De inslaaptimer wordt tevens geannuleerd door het
uitschakelen van het toestel.
Opmerking:
• Indien zowel de inslaaptimer als de automatische standbyfunctie
(zie bladzijde 60) zijn geactiveerd, wordt het toestel uitgeschakeld
door de uitschakeltijd die het eerst wordt bereikt.
Nederlands
Kiezen van de analoge of digitale
Veranderen van de helderheid
van het display
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op DIMMER om het display te dimmen.
• Door iedere druk op de toets worden het display en het
verlichtingslampje afwisselend helder en donker.
Uitschakelen van de stroom
met de inslaaptimer
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op SLEEP.
De SLEEP indicator op het display oplicht.
• Door iedere druk op de toets verandert de uitschakeltijd als
volgt:
SLEEP indicator
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
10203060
901201500 (off)
(terug naar het begin)
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
ingangsfunctie
Indien u digitale broncomponenten zowel digitaal als analoog
heeft verbonden (zie bladzijden 9 t/m 11), kunt u de
ingangsfunctie kiezen.
• Alvorens de digitale ingangsfunctie te kiezen, moet u de
instelling voor de digitale ingangsaansluiting juist hebben
geregistreerd (zie “Digitale ingang (DIGITAL IN)
aansluitingen” op bladzijde 29).
Opmerking:
• U kunt de ingangsfunctie niet veranderen indien “DVD” als bron is
gekozen. Voor de DVD-speler wordt namelijk altijd de digitale
ingang gebruikt.
1
Kies een bron (STB, TV of CDR) waarvoor u
de ingangsfunctie wilt veranderen.
2
Druk op INPUT ANALOG/DIGITAL (INPUT
ATT.) op het voorpaneel of ANALOG/DIGITAL
INPUT op de afstandsbediening.
Met het voorpaneelMet de afstandsbediening
De huidige ingangsfunctie op het display verschijnt.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de
analoge ingang (“ANALOG”) en de digitale ingang
(“DGTL AUTO”) ingesteld.
DIGITAL AUTO indicator
Wanneer de uitschakeltijd wordt bereikt
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld.
VERVOLG OP DE VOLGENDE BLADZIJDE
14
Basisbediening
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
ATT NORMALATT ON
DGTL AUTOKies voor de digitale ingangsfunctie.
De DIGITAL AUTO indicator licht op. Het
toestel herkent automatisch het formaat
van de binnenkomende signalen en de
geluidssignaalindicator voor het herkende
signaal (zie hieronder) licht op; of anders
licht er geen geluidssignaalindicator op.
ANALOGKies voor de analoge ingangsfunctie
(fabrieksinstelling uitgezonderd voor de
ingebouwde DVD-speler).
De ANALOG indicator licht op.
Geluidssignaalindicators op het display
PPCMLicht op wanneer DVD AUDIO Packed PCM
signalen worden ontvangen.
DIGITAL
• Licht op wanneer Dolby Digital signalen
worden ontvangen.
Nederlands
• Knippert wanneer “DGTL D.D.” is gekozen voor
software die niet met Dolby Digital signalen is
gecodeerd.
• Licht op wanneer DTS signalen worden
ontvangen.
• Knippert wanneer “DGTL DTS” is gekozen voor
software die niet met DTS signalen is
gecodeerd.
LPCMLicht op wanneer lineaire PCM signalen worden
ontvangen.
7 Handmatig veranderen van de digitale
ingangsfunctie—alleen voor DVD VIDEO
In de volgende gevallen bij weergave van Dolby Digital of
DTS software, kunt u de digitale ingangsfunctie veranderen:
• Geen geluid bij het starten van de weergave.
• Ruis tijdens het zoeken naar of overslaan van hoofdstukken
of fragmenten.
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
1
Druk op INPUT ANALOG/DIGITAL (INPUT
ATT.) op het voorpaneel of op ANALOG/
DIGITAL INPUT van de afstandsbediening
om “DGTL AUTO” te kiezen.
DGTL D.D.Kies voor weergave van software die
met Dolby Digital is gecodeerd.
DIGITAL
De
indicator licht op*.
DGTL DTSKies voor weergave van software die
met DTS is gecodeerd.
De indicator licht op*.
* Deze indicators knipperen indien er geen signaal wordt
ontvangen of een signaal van afwijkend formaat wordt
weergegeven.
Kunt u tevens de digitale ingangsfunctie
veranderen door herhaaldelijk op DECODE op
de afstandsbediening te drukken.
Opmerkingen:
• Indien met “DGTL AUTO” de binnenkomende signalen niet kunnen
worden herkend, zal er geen geluidssignaalindicator op het display
oplichten.
•“DGTL DTS” en “DGTL D.D.” worden geannuleerd wanneer u het
toestel uitschakelt of een andere bron kiest.
De digitale ingangsfunctie wordt dan automatisch weer op
“DGTL AUTO” gesteld.
Verzwakken van het ingangssignaal
Indien het ingangsniveau van de analoge bron te hoog is, zal
het geluid vervormd klinken. U moet in dat geval het
ingangssignaal verzwakken zodat het geluid niet wordt
vervormd.
• U moet deze instelling voor iedere analoge bron
afzonderlijk maken.
ALLEEN met het voorpaneel
Houd INPUT ATT. (INPUT ANALOG/DIGITAL) ingedrukt
totdat de INPUT ATT indicator op het display oplicht.
• Iedere keer bij het indrukken van de toets wordt de functie
voor het verzwakken van het ingangssignaal afwisselend
geactiveerd (“ATT ON”) en uitgeschakeld (“ATT NORMAL”).
INPUT ATT indicator
2
Druk op CONTROL 3 (of 2) om
“DGTL D.D.” of “DGTL DTS” te
kiezen terwijl “DGTL AUTO” nog
op het display wordt getoond.
• Door iedere druk op de toets verandert de digitale
ingangsfunctie als volgt:
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
15
DGTL AUTO
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
DGTL DTS
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
TANEWSINFO
DGTL D.D.
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
ATT NORMALKies normaliter deze stand
(fabrieksinstelling). Het analoge geluid
wordt niet verzwakt.
ATT ONKies deze stand indien het analoge geluid
REC
wordt vervormd.
Activeren van TV Direct
Activeren van de opnamefunctie
U kunt dit toestel als een DVD-speler en AV-schakelpaneel
gebruiken terwijl het toestel niet is ingeschakeld. Met deze
functie geactiveerd, worden de beelden en het geluid van de
videocomponenten via dit toestel naar de TV gestuurd. U
kunt op deze manier de videocomponenten en de TV
gebruiken alsof ze direct met elkaar zijn verbonden—TV
Direct.
• Deze functie werkt uitsluitend indien de videocomponenten
en de TV middels SCART-kabels met dit toestel zijn
verbonden.
• Deze functie werkt voor de volgende bronnen—DVD, STB
en videorecorder.
• Dit toestel kan automatisch worden in- of uitgeschakeld,
en/of automatisch de bron kiezen indien de automatische
functie op “AUTO1” of “AUTO2” is gesteld. Zie
“Automatisch functie” op bladzijde 29 voor details.
Voer de volgende handelingen uit voor het activeren
(of annuleren) van TV Direct:
Met het voorpaneelMet de afstandsbediening
1
Druk op TV DIRECT.
Alle aanduidingen doven (uitgezonderd indien “DVD” als
bron is gekozen) en de lampje van de huidige gekozen
bron licht vervolgens op.
2
Schakel het videocomponent en de TV in.
3
Druk op een van de bronkeuzetoetsen
—DVD, STB of VCR.
De lampje van de gekozen bron licht op.
Bijv.: Met “DVD” gekozen.
Voor het annuleren van TV Direct en uitschakelen van het
toestel, drukt u op
afstandsbediening).
Het toestel wordt uitgeschakeld en het STANDBY lampje licht
op.
Voor het annuleren van TV Direct en het inschakelen van
het toestel, drukt u op TV DIRECT.
Opmerkingen:
• Met TV Direct geactiveerd, kunt u geen geluidseffecten van dit
toestel gebruiken en kunnen de met dit toestel verbonden
luidsprekers niet voor de weergave worden gebruikt.
• ALLEEN voor DVD AUDIO: Bij weergave van een DVD AUDIO die
niet met TV Direct kan worden teruggemengd, kunt u uitsluitend het
geluid van de linker- en rechtervoorkanalen beluisteren.
• U kunt de T-V LINK functie tussen de TV en videorecorder
gebruiken wanneer TV Direct is geactiveerd.
STANDBY/ON (of AUDIO op de
Bij weergave van multikanaal bronnen, kunt u met deze
opnamefunctie het normale geluid met tevens de
surroundelementen opnemen omdat de signalen voor het
middenkanaal en de surroundkanalen eerst tot signalen voor
de voorkanalen worden teruggemengd.
• Bij weergave van multikanaal software met de
opnamefunctie geactiveerd, worden alle signalen
teruggemengd en uitsluitend via de voorluidsprekers
uitgestuurd.
• ALLEEN voor DVD AUDIO: Indien het terugmengen van
signalen door de disc is verboden, heeft deze functie geen
effect.
ALLEEN met het voorpaneel
Houd REC MODE (SURROUND MODE) ingedrukt totdat
“RECMODE ON” op het display verschijnt.
De REC indicator op het display oplicht.
• Iedere keer bij het indrukken van de toets wordt de
opnamefunctie afwisselend geactiveerd (“RECMODE ON”)
en uitgeschakeld (“RECMODE OFF”).
REC indicator
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
RECMODE OFF Kies normaliter deze stand
RECMODE ON Kies deze stand voor opname van alle
Bij opname met de videorecorder:
U kunt het beeld zonder de volume-aanduiding op de
videocassette opnemen indien de opnamefunctie is
geactiveerd.
• Zie bladzijde 60 indien u de iconen voor inbeeldbegeleiding niet wilt opnemen.
• Het keuzemenu (zie bladzijde 55) en de in-beeldstaaf (zie
bladzijde 38) worden altijd opgenomen indien ze op de TV
wordt getoond.
LET OP:
Wordt het weergegeven geluid mogelijk vervormd wanneer
deze opnamefunctie is geactiveerd. U moet in dat geval het
volume verlagen totdat het geluid normaal, niet vervormd,
klinkt.
Opmerkingen:
• Deze opnamefunctie wordt geannuleerd (“RECMODE OFF”)
wanneer u het toestel uitschakelt of een andere bron kiest.
• De geluidsinstellingen (zie bladzijden 30 en 31) en de
surroundfuncties (zie bladzijden 32 t/m 35) hebben geen effect op
de opname.
• De volgende toetsen functioneren niet indien de opnamefunctie is
geactiveerd (“RECMODE ON”):
– SETTING en ADJUST op het voorpaneel
– SURROUND ON/OFF en SURROUND MODE op het voorpaneel
– Toetsen voor instellen van het geluid op de afstandsbediening
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
(fabrieksinstelling). De signalen worden niet
teruggemengd.
teruggemengde signalen.
Nederlands
16
Basisbediening voor DVD-speler
Zie bladzijden 36 t/m 50 voor details aangaande de
bediening van de DVD-speler.
• U kunt tevens MP3 en JPEG bestanden afspelen. Zie
bladzijden 51 t/m 54.
• Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op
DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVDspeler functioneert.
Schakel de TV in en kies de juiste video-ingang (zie de
gebruiksaanwijzing van uw TV) alvorens dit toestel in te
schakelen.
• Bij gebruik van een JVC TV kunt u uw TV door een druk op
van de afstandsbediening inschakelen en de video-
TV
ingang kiezen door een druk op TV/VIDEO. (Zie “Bediening
van apparatuur van andere merken” op bladzijde 67 indien
u geen JVC TV heeft).
• Voor het veranderen van de OSD mededelingen—de
informatie op de TV—naar de gewenste taal, zie bladzijden
55 t/m 57.
Nederlands
1
Druk op 0.
ALLEEN met het voorpaneel
Het toestel wordt ingeschakeld en de disclade opent.
Het STANDBY lampje dooft en het verlichtingslampje licht
op.
• Met reeds een disc geplaatst, wordt door een druk op
3 het toestel ingeschakeld en start de weergave van
de geplaatste disc.
2
Plaatsen van een disc.
Plaats een disc juist met het label boven.
RX-DV31 HOME THEATER DVD-AUDIO/VIDEO RECEIVER
E
D
O
M
SURROUND
F
F
/O
N
O
GOED
4
Instellen van het volume.
MASTER VOLUME
Met het voorpaneelMet de afstandsbediening
Zie bladzijde 34 voor het activeren en kiezen van de
surroundfunctie.
Meer over de aanduidingen op het display tijdens
weergave van een disc
Bij weergave van een disc wordt de volgende informatie
op het display getoond:
Bijv.: Bij weergave van een DVD VIDEO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
12
1 Hoofdstuknummer
2 Verstreken weergavetijd
Bijv.: Bij weergave van een DVD AUDIO*
12
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P.TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
345
1 B.S.P. (doorlopen stilbeeld) indicator (licht op bij het
De disclade sluit en het toestel start de weergave van de
geplaatste disc.
Met het voorpaneelMet de afstandsbediening
• U kunt de disclade tevens sluiten door een druk op 0
op het voorpaneel.
17
Bijv.: Bij weergave van een audio CD
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LSRS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
1
TANEWSINFO
2
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
1 Fragmentnummer
2 Verstreken weergavetijd
* Het DVD AUDIO lampje op het voorpaneel licht op
wanneer een DVD AUDIO is geplaatst.
REC
Stoppen van de weergave
Druk op 7.
Het toestel onthoudt het punt waar de weergave wordt
gestopt en de RESUME indicator licht op het display op
(uitgezonderd wanneer een audio CD is geplaatst).
Met de RESUME indicator op het display opgelicht, kunt u de
weergave voortzetten vanaf het vastgelegde stoppunt door
een druk op 3—Weergavevoortzetting. (zie “Meer over
weergavevoortzetting” hier rechts)
Verwijderen van de geplaatste disc
Druk op 0.
De disclade opent.
Na het verwijderen van de disc, moet u nogmaals op de toets
drukken om de disclade te sluiten.
• Wanneer u op
AUDIO van de afstandsbediening drukt met de
disclade nog open, zal de disclade automatisch sluiten en
het toestel vervolgens worden uitgeschakeld.
STANDBY/ON op het voorpaneel of op
7 Overige bedieningstoetsen voor de DVD-speler
Met het voorpaneel
Met de afstandsbediening
Tijdelijk pauzeren van de weergave
Druk op 8.
• Druk op 3 om de weergave voort te zetten.
Weergavepositie 10 seconden terugzetten
(alleen voor DVD VIDEO)
Druk tijdens DVD VIDEO weergave op 3.
De weergavepositie wordt ongeveer 10 seconden teruggezet
en vanaf daar weer voortgezet.
Versnelde weergave in voor- of achterwaartse richting
• Druk tijdens weergave op ¡ of 1 (ALLEEN met de
afstandsbediening).
Door iedere druk op ¡ (of 1), wordt de weergave in
voorwaartse (of achterwaartse) richting versneld en
verandert de weergavesnelheid als volgt:
Voor DVD VIDEO:
x2 ] x5 ] x10 ] x20 ] x60
Voor DVD AUDIO/VCD/SVCD/CD:
x2 ] x5 ] x10 ] x20
De normale weergave wordt hervat door een druk op 3.
• Houd ¢ of 4 ingedrukt.
Door ¢ (of 4), in te drukken, wordt de weergave in
voorwaartse richting (of achterwaartse richting) 5 keer
versneld. Door ¢ (of 4) verder in te drukken kunt u de
weergave 20 keer versnellen.
Laats de toets los om de normale weergave voort te zetten.
Opzoeken van het begin van het hoofdstuk of fragment
Druk op ¢ of 4.
Druk op ¢ (of 4) om het begin van het volgende (huidige
of voorgaande) hoofdstuk of fragment op te zoeken.
Opzoeken van een hoofdstuk of fragment met gebruik
van de cijfertoetsen
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het nummer van
het gewenste hoofdstuk of fragment in te voeren.
Bijv.: Kiezen van 3, druk op 3.
Kiezen van 11, druk op +10 en
dan op 1.
Kiezen van 20, druk op +10 en
dan op 10.
Meer over
weergavevoortzetting
Dit toestel onthoudt het stoppunt wanneer u de volgende
handelingen uitvoert:
• Een druk op 7 tijdens weergave—Druk op 3 voor
weergavevoortzetting
• Veranderen van de bron—Druk op DVD of 3 voor
weergavevoortzetting
• Uitschakelen van het toestel (met inbegrip van de
inslaaptimer)—Druk op 3 voor weergavevoortzetting
Nadat de weergave werd voortgezet, dooft de RESUME
indicator van het display (en wordt het stoppunt gewist).
Het toestel wist tevens het stoppunt wanneer u een van de
volgende handelingen uitvoert:
• Een druk op 7 (terwijl de RESUME indicator op het
display is opgelicht)
• Kiezen van een fragment door een druk op ¢ of 4
voor video CD en super VCD wanneer de weergave is
gestopt
• Kiezen van geprogrammeerde of willekeurige weergave
• Een druk op TOP MENU
• Uitwerpen van de geplaatste disc
• Inschakelen van het toestel door een druk op
STANDBY/ON op het voorpaneel of AUDIO op de
afstandsbediening.
U kunt de functie voor weergavevoortzetting ook
annuleren (zie “Menu voor overige instellingen—OTHERS”
op bladzijde 60).
Nederlands
18
Bediening van de tuner
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TANEWSINFO
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz
VOL
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LSRS
PROGRAM
REC
Handmatig afstemmen op zenders
Met het voorpaneel
1
Druk op FM/AM om de golfband te kiezen.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band wordt
nu opgeroepen.
De CONTROL toetsen werken nu voor bediening van de
tuner.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de FM
en AM golfband ingesteld.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL ∞ (of 5)
Nederlands
totdat “< TUNING >” op het display
verschijnt.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
3
Druk terwijl “< TUNING >” nog op het display
wordt getoond op CONTROL 3 (of 2) totdat
de gewenste frequentie is gevonden.
ANALOGSDIGITAL AUTODSP SLEEP REPEATRANDOMRDSINPUT ATT
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
CONTROL 3 wordt de frequentie verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
CONTROL 2 wordt de frequentie verlaagd.
L C R
SUBWFR
LSRS
LFE
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRAM
PL
SURROUND
Bijv.: Met de FM-golfband gekozen
PROGRAM
PL
SURROUND
L C R
SUBWFR
LSRS
SURROUND
L C R
SUBWFR
LSRS
LFE
LFE
GROUP TITLE TRACK CHAP.
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
PROGRAM
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
RESUME
BONUSB.S.PTUNED STEREO AUTO MUTING
Gebruik van voorkeurzenders
Nadat een zender eenmaal als voorkeurzender voor een
kanaalnummer is vastgelegd, kunt u snel op de zender
afstemmen. U kunt maximaal 30 FM en 15 AM zenders als
voorkeurzenders vastleggen.
7 Vastleggen van voorkeurzenders
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd
worden uitgevoerd.
PROGRESSIVE1A-B
PROGRESSIVE1A-B
PROGRESSIVE1A-B
TANEWSINFO
TANEWSINFO
TANEWSINFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
kHz
MHz
VOL
REC
REC
REC
Start opnieuw vanaf stap 2 indien de instelling werd
geannuleerd voordat u klaar bent.
Met het voorpaneel
1
Stem op de zender af die u als
voorkeurzender wilt vastleggen (zie
“Handmatig afstemmen op zenders”).
• Indien u tevens de FM-ontvangstfunctie voor een
zender wilt vastleggen, moet u de gewenste FMontvangstfunctie kiezen. Zie “Kiezen van de FMontvangstfunctie” op bladzijde 20.
Bijv.: Met de FM-golfband gekozen
2
Druk op MEMORY.
De positie voor het voorkeurzendernummer knippert
ongeveer 5 seconden op het display.
Met de afstandsbediening
1
Druk op FM/AM.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band
wordt nu opgeroepen.
2
Druk herhaaldelijk op TUNING 9 of ( totdat de
gewenste frequentie is gevonden.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
TUNING 9 wordt de frequentie verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
TUNING ( wordt de frequentie verlaagd.
Opmerkingen:
• Indien u CONTROL 3 (of TUNING 9 op de afstandsbediening) of
CONTROL 2 (of TUNING ( op de afstandsbediening) even
indrukt en vervolgens loslaat, zoekt het toestel naar zenders en
stopt zodra een zender is gevonden die sterk genoeg is.
• De TUNED indicator licht op het display op wanneer op een zender
met voldoende sterke signalen is afgestemd.
• De STEREO indicator licht tevens op wanneer een stereo FMprogramma wordt ontvangen.
19
3
Druk op CONTROL 3 (of 2) om een
voorkeurzendernummer te kiezen terwijl de
positie hiervoor nog knippert.
4
Druk nogmaals op MEMORY terwijl
het gekozen nummer op het display knippert.
De zender wordt nu onder dit gekozen
voorkeurzendernummer vastgelegd.
Het gekozen kanaalnummer stopt te knipperen en
•
vervolgens knippert de frequentie ongeveer 5 seconden.
5
Druk op CONTROL 3 (of 2) om een andere
vast te leggen frequentie te kiezen terwijl de
frequentie nog op het display knippert.
6
Herhaal stappen 2 t/m 5 voor het vastleggen
van andere voorkeurzenders.
Wissen van een vastgelegde voorkeurzender
Door een nieuwe zender op een voorkeurzendernummer vast
te leggen, wordt de hiervoor vastgelegde zender gewist.
Loading...
+ 56 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.