JVC RX-DV31SL User Manual [nl]

For Customer Use:
Enter below the Model No. and Serial No. which are located either on the rear, bottom or side of the cabinet. Retain this information for future reference.
Model No.
Serial No.
RX-DV31 HOME CINEMA DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
HOME CINEMA DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
DVD-AUDIO/VIDEO-HEIMKINO-RECEIVER AMPLI-TUNER HOME CINEMA ET LECTEUR DVD AUDIO/VIDEO DVD-AUDIO/VIDEO-BEDIENINGSCENTRUM VOOR THUISBIOSCOOP
RX-DV31SL
Deutsch
Français
Nederlands

INSTRUCTIONS

BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
LVT1001-004A
[E]
Warnung, Achtung und sonstige Hinweise / Mises en garde, précautions et indications diverses / Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
Achtung — STANDBY/ON Taste!
Um den Strom ganz abzuschalten, muss der Netzstecker gezogen werden. Die STANDBY/ON Taste schaltet die Netzstrom nicht ab. Die Stromzufuhr kann mit der Fernbedienung gesteuert werden.
Attention — Touche STANDBY/ON!
Déconnectez la fiche d’alimentation secteur pour couper l’alimentation complètement. La touche STANDBY/ON, dans n’importe quelle position, ne déconnecte pas le système du secteur. L’alimentation ne peut pas être télécommandée.
Voorzichtig — STANDBY/ON schakelaar!
Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uit het stopkontakt. Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ongeacht de stand van de STANDBY/ON schakelaar. U kunt het apparaat ook met de afstandsbediening aan- en uitschakelen.
ACHTUNG
Zur Verhinderung von elektrischen Schlägen, Brandgefahr, usw:
1. Keine Schrauben lösen oder Abdeckungen enternen und nicht das Gehäuse öffnen.
2. Dieses Gerät weder Regen noch Feuchtigkeit aussetzen.
ATTENTION
Afin d’éviter tout risque d’électrocution, d’incendie, etc.:
1. Ne pas enlever les vis ni les panneaux et ne pas ouvrir le coffret de l’appareil.
2. Ne pas exposer l’appareil à la pluie ni à l’humidité.
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
G-1
ACHTUNG
• Blockieren Sie keine Belüftungsschlitze oder -bohrungen. (Wenn die Belüftungsöffnungen oder -löcher durch eine Zeitung oder ein Tuch etc. blockiert werden, kann die entstehende Hitze nicht abgeführt werden.)
• Stellen Sie keine offenen Flammen, beispielsweise angezündete Kerzen, auf das Gerät.
• Wenn Sie Batterien entsorgen, denken Sie an den Umweltschutz. Batterien müssen entsprechend den geltenden örtlichen Vorschriften oder Gesetzen entsorgt werden.
• Setzen Sie dieses Gerät auf keinen Fall Regen, Feuchtigkeit oder Flüssigkeitsspritzern aus. Es dürfen auch keine mit Flüssigkeit gefüllen Objekte, z. B. Vasen, auf das Gerät gestellt werden.
ATTENTION
• Ne bloquez pas les orifices ou les trous de ventilation. (Si les orifices ou les trous de ventilation sont bloqués par un journal un tissu, etc., la chaleur peut ne pas être évacuée correctement de l’appareil.)
• Ne placez aucune source de flamme nue, telle qu’une bougie, sur l’appareil.
• Lors de la mise au rebut des piles, veuillez prendre en considération les problèmes de l’environnement et suivre strictement les règles et les lois locales sur la mise au rebut des piles.
• N’exposez pas cet appareil à la pluie, à l’humidité, à un égouttement ou à des éclaboussures et ne placez pas des objets remplis de liquide, tels qu’un vase, sur l’appareil.
VOORZICHTIG
• Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit. (Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat worden opgebouwd.)
• Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen, op het apparaat.
• Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met het KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
G-2
Achtung: Angemessene Ventilation
Stellen Sie das Gerät zur Verhütung von elektrischem Schlag und Feuer und zum Schutz gegen Beschädigung wie folgt auf: Vorderseite: Offener Platz ohne Hindernisse. Seiten: Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von den Seiten. Oberseite: Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von der Oberseite. Rückseite: Keine Hindernisse innerhalb 15 cm von der Rückseite. Unterseite: Keine Hindernisse. Auf eine ebene Oberfläche stellen. Zusätzlich die bestmögliche Luftzirkulation wie gezeigt erhalten.
Attention: Ventilation Correcte
Pour éviter les chocs électriques, l’incendie et tout autre dégât. Disposer l’appareil en tenant compte des impératifs suivants Avant: Rien ne doit gêner le dégagement Flancs: Laisser 10 cm de dégagement latéral Dessus: Laisser 10 cm de dégagement supérieur Arrière: Laisser 15 cm de dégagement arrière Dessous: Rien ne doit obstruer par dessous; poser l’appareil sur
Veiller également à ce que l’air circule le mieux possible comme illustré.
Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u bij opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten: Voorkant: Voldoende ruimte vrij houden. Zijkanten: Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden. Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven. Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden. Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak. Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals in de afbeelding aangegeven.
une surface plate.
G-3
Wand oder Hindernisse Mur, ou obstruction Wand of meubilair
Abstand von 15 cm oder mehr Dégagement de 15 cm ou plus Minstens 15 cm tussenruimte
RX-DV31SL
Vorderseite Avant Voorkant
Standhöhe 15 cm oder mehr Hauteur du socle: 15 cm ou plus Standard op minstens 15 cm van de vloer
Boden Plancher Vloer
WICHTIGER HINWEIS FÜR LASER-PRODUKTE / IMPORTANT POUR LES PRODUITS LASER / BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR LASERPRODUKTEN
ANBRINGUNGSORTE FÜR LASER-PRODUKTE / REPRODUCTION DES ETIQUETTES / VERLARING VAN DE LABELS
1 KLASSIFIZIERUNGSHINWEIS BEFINDET SICH AUF DER
AUSSENSIETE
1 ÉTIQUETTE DE CLASSIFICATION, PLACÉE SUR LA SURFACE
EXTÉRIEURE
1 CLASSIFICATIE-ETIKET AAN DE BUITENKANT VAN HET
APPARAAT
1. LASER-PRODUKT DER KLASSE 1
2. ACHTUNG: Sichtbare und unsichtbare Laserstrahlung bei Öffnung und unterlassener oder kaputter Sperre. Vermeiden Sie direkte Strahlung.
3. ACHTUNG: Das Gehäuse nicht öffnen. Das Gerät enthält keinerlei Teile, die vom Benutzer gewartet werden können. Überlassen Sie Wartungsarbeiten bitte qualifizierten Kundendienst-Fachleuten.
1. PRODUIT LASER CLASSE 1
2. ATTENTION: Radiations laser visibles et invisibles lorsque le boîtier de l’appareil est ouvert et que le verrouillage est défaillant ou a été annulé. Eviter une exposition directe au rayon.
3. ATTENTION: Ne pas ouvrir le couvercle du dessus. Il n’y a aucune pièce utilisable à l’intérieur. Laisser à un personnel qualifié le soin de réparer votre appareil.
2 WARNETIKETTE IM GERÄTEINNEREN
2 ETIQUETTE D’AVERTISSEMENT PLACÉE À L’INTERIEUR DE
L’APPAREIL
2 WAARSCHUWINGSLABEL, IN HET APPARAAT
1. KLAS 1 LASERPRODUKT
2. VOORZICHTIG: Zichtbare en onzichtbare laserstraling wanneer geopend en interlock uitgeschakeld of buitenwerking. Vermijd directe blootstelling aan de straal.
3. VOORZICHTIG: De bovenkap niet openen. Binnenin het toestel bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen: laat onderhoud over aan bekwaam vakpersoneel.
G-4

Alvorens te installeren

Voorzorgen
Algemene voorzorgen
• Steek GEEN metalen voorwerpen in het toestel.
• Demonteer het toestel NIET en verwijder GEEN schroeven, afdekkingen of de behuizing.
• Stel het toestel NIET aan regen of vocht bloot.
Plaats
• Kies een plaats die vlak, droog en niet aan vocht onderhevig is.
• De temperatuur rond het toestel moet tussen 5˚C en 35˚C
Nederlands
zijn.
• Zorg dat er een goede ventilatie rond het toestel is. Het toestel kan oververhitten en worden beschadigd indien de ventilatie rond het toestel niet goed is.
Behandeling van het toestel
• Raak het netsnoer NIET met natte handen aan!
• Gebruik altijd de stekker en trek NIET aan het snoer wanneer u het netsnoer van het stopcontact wilt ontkoppelen.
• Houd het netsnoer uit de buurt van andere snoeren en de antenne. Het netsnoer kan namelijk ruis of storing veroorzaken. Gebruik bij voorkeur een coaxkabel voor het verbinden van de antenne daar dit soort kabels een goede bescherming tegen interferentie bieden.
• In geval van een stroomonderbreking of wanneer de stekker uit het stopcontact is, zullen de door u gemaakte instellingen, bijvoorbeeld de FM of AM voorkeurzenders en geluidsinstellingen, na een paar dagen worden gewist.
Controleren van de bijgeleverde accessoires
Controleer dat u alle hieronder beschreven accessoires heeft. Het aantal van iedere accessoire wordt tussen haakjes aangegeven.
• Afstandsbediening (1)
• Batterijen (2)
• AM-ringantenne (1)
• FM-antenne (1)
Raadpleeg direct de plaats van aankoop indien iets ontbreekt.
• De voor de diverse bedieningen gegeven tijden dienen uitsluitend ter referentie. De werkelijke vereiste tijd is mogelijk anders.
• De volgende markeringen worden in deze gebruiksaanwijzing gebruikt en tonen de bruikbare discs voor de in het betreffende gedeelte uitgelegde bediening. Discs die niet kunnen worden gebruikt, worden halfgrijs afgebeeld.
1

Inhoudsopgave

Namen van onderdelen ................................. 3
Voorpaneel ....................................................................... 3
Afstandsbediening ........................................................... 4
Achterpaneel .................................................................... 5
Starten ...................................................... 6
Aansluiten van de antennes voor AM en FM ................... 6
Aansluiten van de luidsprekers ........................................ 7
Aansluiten van audio-/videocomponenten ....................... 8
7 Meer over aansluitsnoeren en kabels ....................... 8
7 SCART-verbinding ..................................................... 9
7 Digitale verbinding .................................................. 10
7 Aansluiten van een Cassettedeck/CD-recorder ...... 11
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening ........... 11
Basisbediening .......................................... 12
Inschakelen van de stroom ............................................ 12
Kiezen van de af te spelen bron .................................... 12
Instellen van het volume ................................................. 12
7 Luisteren met een hoofdtelefoon ............................. 13
Kiezen van de voorluidsprekers ..................................... 13
Veranderen van de bronnaam ........................................ 13
Tijdelijk dempen van het geluid ..................................... 14
Veranderen van de helderheid van het display ............. 14
Uitschakelen van de stroom met de inslaaptimer .......... 14
Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie ......... 14
7 Handmatig veranderen van de digitale
ingangsfunctie—alleen voor DVD VIDEO ............... 15
Verzwakken van het ingangssignaal .............................. 15
Activeren van TV Direct .................................................. 16
Activeren van de opnamefunctie ................................... 16
Basisbediening voor DVD-speler .................. 17
Bediening van de tuner ............................... 19
Handmatig afstemmen op zenders ................................ 19
Gebruik van voorkeurzenders ........................................ 19
7 Vastleggen van voorkeurzenders ............................ 19
7 Afstemmen op een voorkeurzender ........................ 20
Kiezen van de FM-ontvangstfunctie ............................... 20
Gebruik van RDS (Radio Datasysteem) voor ontvangst
van FM-zenders ........................................................... 21
Opzoeken van een programma met PTY-codes ............ 22
Tijdelijk overschakelen len naar een ander gewenst
radioprogramma .......................................................... 23
Basisinstellingen........................................ 25
Snel instellen van de luidsprekers ................................. 25
In te stellen basisonderdelen ......................................... 26
7 Luidsprekerinformatie .............................................. 27
7 Luidsprekerafstand ................................................. 27
7 Drempelfrequentie ................................................... 28
7 Lage frequentie-effect verzwakker .......................... 28
7 Compressie dynamisch bereik ................................ 28
7 Digitale ingang (DIGITAL IN) aansluitingen ............ 29
7 Automatisch surround ............................................. 29
7 Automatisch functie ................................................. 29
Geluidsinstellingen ..................................... 30
7 Uitgangsbalans van voorluidsprekers ..................... 30
7 Toon ......................................................................... 31
7 Luidsprekeruitgangniveaus ..................................... 31
7 DAP-effectniveau ..................................................... 31
7 Subwoofer audiopositie ........................................... 31
Voor realistische geluidsvelden.................... 32
Activeren van de surroundfunctie .................................. 34
Kiezen van surroundfuncties .......................................... 34
Instellen van de surroundfunctie met gebruik van de
afstandsbediening ....................................................... 35
Bediening van de DVD-speler ....................... 36
Meer over discs .............................................................. 36
Meer over de in-beeldstaaf ............................................ 38
Basisbediening met de in-beeldstaaf ............................ 39
Veranderen van de tijdinformatie ................................... 39
Opzoeken van een gewenste scène met het
discmenu ..................................................................... 40
Kiezen van de camerahoek ........................................... 41
Kiezen van de ondertiteltaal ........................................... 41
Kiezen van de taal voor het geluid ................................. 42
Kiezen van het audiokanaal ........................................... 42
Weergave vanaf een bepaald punt op de disc ............. 43
7 Opzoeken van een gewenste titel/groep ................ 43
7 Opzoeken van een gewenst hoofdstuk/fragment ... 44
7 Opzoeken van een gewenst punt door de tijd in
te voeren .................................................................. 44
Speciale beeldweergave ............................................... 45
7 Stilbeeld en beeld-voor-beeld weergave ................ 45
7 Slow-motion (vertraagde) weergave ....................... 45
7 Kiezen van doorlopen van stilbeelden die op een
DVD AUDIO zijn opgenomen .................................. 45
7 Inzoomen ................................................................. 46
7 Weergave van een bonusgroep .............................. 46
Veranderen van de VFP-instelling .................................. 47
Geprogrammeerde weergave ........................................ 48
Willekeurige weergave ................................................... 49
Herhaalde weergave ...................................................... 49
Weergave van MP3 discs ........................... 51
Basisbediening .............................................................. 51
Bediening met het MP3 CONTROL scherm ................... 52
Herhaalde weergave ...................................................... 52
Weergave van JPEG discs .......................... 53
Weergave met dia-show ................................................ 53
Bediening met het JPEG CONTROL scherm ................. 54
Herhaalde weergave ...................................................... 54
Bediening met het keuzemenu ..................... 55
7 Menu voor taalkeuze—LANGUAGE ........................ 57
7 Menu voor beeldinstellingen—PICTURE ................. 57
7 Menu voor audiokeuze—AUDIO ............................. 58
• Taalcodelijst ......................................................... 58
7 Menu voor luidsprekerinstellingen
—SPK. SETTING ..................................................... 59
7 Menu voor overige instellingen—OTHERS .............. 60
Beperken van weergave met het kinderslot
(Parental Lock) ............................................................ 61
7 Instellen van het kinderslot ...................................... 61
7 Veranderen van de instelling van het kinderslot ..... 62
7 Tijdelijk annuleren van het kinderslot ...................... 62
• Codelijst voor landen/gebieden voor
kinderslot .............................................................. 63
Termen voor de DVD-speler......................... 64
Bediening van JVC audio- en
videocomponenten ................................. 65
Bediening van audiocomponenten ................................ 65
Bediening van videocomponenten ................................ 66
Bediening van apparatuur van andere
merken ................................................. 67
Veranderen van de reeds vastgelegde
bedieningssignaalcodes ............................................. 67
Onderhoud ................................................ 70
Oplossen van problemen ............................. 71
Technische gegevens .................................. 74
Nederlands
2

Namen van onderdelen

Voorpaneel
INPUT
ANALOG/DIGITAL
INPUT ATT.
3
SURROUND
ON/OFF
MODE
REC MODE
q w
124 7
STANDBY
STANDBY/ON
SPEAKERS
1
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
Nederlands
DVD AUDIO
2
p
9etyuior
8
1 STANDBY/ON toets en STANDBY lampje (12) 2 Disclade en verlichtingslampje (17) 3 DVD-speler bedieningstoetsen (17, 18)
0 (openen/sluiten), 4 (achterwaarts verspringen), ¢ (voorwaarts verspringen), 7 (stoppen), 3 (afspelen), 8 (pauzeren)
4 Bronkeuzetoetsen en lampjes (12)
• DVD, STB, VCR, TV, TAPE/CDR, FM/AM
5 SOURCE NAME toets (13) 6 TV DIRECT toets (16) 7 MASTER VOLUME regelaar (12, 17) 8 SPEAKERS 1 toets (13)
SPEAKERS 2 toets (13)
5 6
RX-DV31 HOME CINEMA DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
TVVCRSTBDVD
SOURCE NAME
9 DVD AUDIO lampje (17) p INPUT ANALOG/DIGITAL toets (14, 15)
INPUT ATT. (verzwakking) toets (15)
q SURROUND ON/OFF toets (34) w SURROUND MODE toets (34)
REC (opname) MODE toets (16)
e Display
• Zie “Display” hieronder voor details.
r SETTING toets (25, 26) t ADJUST toets (30) y MEMORY toets (19, 25) u CONTROL 5//2/3 toetsen (19, 20, 25, 26, 30)
(hoofdtelefoon) aansluiting (13)
i o Afstandsbedieningssensor (11)
FM/AMTAPE/CDR
TV DIRECT
SETTING ADJUST MEMORY
MASTER VOLUME
CONTROL
SUPER VIDEO
DVD/SUPER VCD/VCD/CD
COMPACT
Display
12
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM INPUT ATT PPCM AUTO
DIGITAL
MPEG-2 AAC
LPCM
SURROUND
LCR
SUBWFR
LS RS
3
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
LFE
0-
1 Ingangsfunctie-indicators (15)
• ANALOG, DIGITAL AUTO
2 Surroundindicators (29, 34)
• AUTO SURROUND, SURROUND
3 Surroundfunctie-indicators (32, 33)
4 SLEEP indicator (14) 5 Weergavefunctie-indicators (48 – 50)
6 RDS indicators (21, 23)
7 Voorluidsprekerindicators (13)
8 INPUT ATT (verzwakking) indicator (15) 9 REC (opname) indicator (16)
PL
, DSP
• PROGRAM, REPEAT 1/A-B, RANDOM
• RDS, TA, NEWS, INFO
SPK 1/2
4
PROGRAM
5
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P. TUNED STEREO AU TO MUTING
!~
6
RDS TA NEWS INFO
@=
0 Geluidssignaalindicators (15)
DIGITAL
• PPCM,
(Dolby Digital), (DTS Digital
Surround), LPCM
- Signaal- en luidsprekerindicators (34)
• L, C , R, SUBWFR (Subwoofer), LFE (Lage frequentie­effect), LS, S, RS
= Hoofddisplay ~ RESUME indicator (18) ! DVD AUDIO indicators (17)
• B.S.P. (Doorlopen stilbeelden), BONUS
@ Tunerfunctie-indicators (19, 20)
• TUNED, STEREO, AUTO MUTING
# Frequentie-toestelindicators
• kHz (voor AM-zender), MHz (voor FM-zender)
$ Volume-aanduiding % A.POSITION (audiopositie) indicator (31) ^ AUTO MODE indicator (29)
8
7
SPK 1 2 REC AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz VOL
9
%$#
^
3
Afstandsbediening
1
2
3
4 5
6
7
8
9
p
q
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1 TV DIRECT toets (16) 2 TV/VIDEO toets (17, 66, 67) 3 Bronkeuzetoetsen (12)
• DVD, VCR, STB, TV, FM/AM, TAPE, CDR
4 TV VOL (volume) +/– toets (66, 67) 5 CHANNEL +/– toets (66 – 68) 6 Multibedieningstoetsen
4, 3, ¢, 1, 7, 8, ¡
• TUNING 9 en ( toetsen (19)
• FM MODE toets (20)
• MEMORY toets (20)
7 DVD-bedieningstoetsen
• TOP MENU toets (40)
• MENU toets (40)
• ENTER toets
• Cursor 5//3/2 toetsen
• ON SCREEN toets (38, 39) RDS-bedieningstoetsen
• TA/NEWS/INFO toets (23)
• PTY SEARCH toets (22)
• PTY 9 en ( toetsen (22)
• DISPLAY toets (21)
8 CHOICE toets (55, 56)
(standby/aan) toetsen (12, 66 – 69)
9
• AUDIO, VCR, STB, TV
p MUTING toets (14) q VOLUME +/– toets (12, 17)
Nederlands
Voor het openen van de afdekking van de afstandsbediening moet u hier drukken en dan de afdekking omlaag schuiven.
DVD-AUDIO/VIDEO CONTROL CENTER
HOME CINEMA
1
4
2
7
5
3
8
6
+10
9
• Zie “Afstandsbediening—achter de klep” op bladzijde 5 voor details aangaande de toetsen achter de afdekking.
4
Namen van onderdelen
Afstandsbedieningachter de klep
1 2
3
4 5
6
7
8
Nederlands
1 SUBTITLE toets (41) 2 AUDIO toets (42) 3 ZOOM toets (46) 4 ANGLE toets (41) 5 REPEAT toets (50, 52, 54)
9 0
-
= ~ !
@ #
$
6 PAGE toets (45) 7 VFP toets (47) 8 Toetsen voor instellen van het geluid (31, 35, 65)
• BASS + en – toetsen
• TREBLE + en – toetsen
• TEST toets
• EFFECT toets
• SUBWFR (subwoofer) + en – toetsen
• CENTER + en – toetsen
• SURR L (surroundlinks) + en – toetsen
• SURR R (surroundrechts) + en – toetsen
9 TITLE/GROUP toets (43, 52, 53) 0 RETURN toets (40)
- Cijfertoetsen
• Voor het kiezen van voorkeurkanalen (20)
• Voor het bedienen van audio-/videocomponenten
(66 – 69)
• TV RETURN toets (66 – 69)
= SLEEP toets (14) ~ DIMMER toets (14) ! ANALOG/DIGITAL INPUT toets (14, 15) @ DECODE toets (15) # AUDIO POSITION toets (31) $ Surroundtoetsen (34)
• SURROUND MODE toets
• SURROUND ON/OFF toets
Achterpaneel
FRONT SPEAKERS
1 2
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2:
816 1 AND 2: 16 32
AV COMPU LINK-
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1 Luidsprekeraansluitingen (7)
• FRONT SPEAKERS 1, FRONT SPEAKERS 2, CENTER SPEAKER, SURROUND SPEAKERS
2 SUB-WOOFER OUT aansluiting (7) 3 DIGITAL IN aansluitingen (10)
• Coaxiaal: DIGITAL 1 (STB)
• Optisch: DIGITAL 2 (TV)
4 DIGITAL OUT aansluiting (10)
DIGITAL 1
AV IN
3
(STB)
21
SURROUND
CENTER
SPEAKERS
SPEAKER
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE
816
LEFT
RIGHT
(REC)
657
TAPE / CDR
OUT
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
AUDIO
RGB Y/C
IN
(PLAY)
89
SUB­WOOFER OUT
VCR
AV IN/OUT
TV
5 Netsnoer 6 AV COMPU LINK-
aansluitingen (voor gebruik in de
toekomst)
7 AUDIO in- en uitgangsaansluitingen (11)
• Ingang: TAPE/CDR IN
• Uitgang: TAPE/CDR OUT
8 RGB-Y/C keuzeschakelaar (9) 9 SCART aansluitingen (9)
• AV IN/OUT (VCR, TV)
• AV IN (STB)
p FM/AM ANTENNA aansluitingen (6)
DIGITAL IN
DIGITAL 2
STB
AM EXT
(TV)
AM LOOP
p
DIGITAL OUT
ANTENNA
PCM/STREAM
FM 75 COAXIAL
4
5

Starten

Aansluiten van de antennes voor AM en FM
Verbind een enkel vinyl­afgedekt draad (niet
AM-ringantenne (bijgeleverd)
bijgeleverd) indien de AM- ontvangst slecht is.
AM LOOP
Verbind een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) indien de FM-ontvangst slecht is.
FM-antenne (bijgeleverd)
Monteer de AM-ringantenne
AM EXT
door de lipjes van de ring in de opening op de houder te drukken.
1
23
1
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2:
816 1 AND 2: 16 32
2
Verbinden van de AM-antenne
Verbind de bijgeleverde AM-ringantenne met de AM LOOP aansluitingen.
1
Verwijder de isolatie indien het draad van de AM­ringantenne met vinyl is bedekt.
2
Druk het klemmetje van de aansluiting (1), omlaag en steek het draad in (2).
3
Laat het klemmetje los.
Draai de ring totdat de ontvangst optimaal is.
• Verbind een enkel vinyl-afgedekt draad (niet bijgeleverd) voor buiten met de AM EXT aansluiting terwijl u gewoon de AM-ringantenne aangesloten houdt.
FM 75
ANTENNA
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE
816
COAXIAL
FM 75
AXIAL
CO
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
Verbinden van de FM-antenne
Verbind de bijgeleverde FM-antenne als tijdelijke oplossing met de FM 75 COAXIAL aansluiting. Trek de bijgeleverde FM-antenne in horizontale richting uit.
• Sluit een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) aan indien de ontvangst slecht is. Ontkoppel de bijgeleverde FM-antenne alvorens een 75 antenne met coaxstekker (IEC of DIN
45325) aan te sluiten.
Opmerking:
• Zorg dat de antennegeleiders geen contact met andere
aansluitingen, aansluitsnoeren en netsnoeren maken. De ontvangst wordt anders namelijk mogelijk gestoord.
Nederlands
6
Starten
Aansluiten van de luidsprekers
U kunt de volgende luidsprekers met dit toestel verbinden:
• twee paar voorluidsprekers – FRONT SPEAKERS 1 aansluitingen – FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen
• één paar surroundluidsprekers
• één middenluidspreker
• één subwoofer
Aansluitdiagram
LET OP:
Gebruik luidsprekers met de impedantie die bij de
luidsprekeraansluitingen is aangegeven—SPEAKER IMPEDANCE.
Sluit NIET meer dan één luidspreker op één
luidsprekeraansluiting aan.
1
Nederlands
2
2
1
Åı
FRONT SPEAKERS
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2:
816 1 AND 2: 16 32
1 2
3
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2:
816 1 AND 2: 16 32
Aansluiten van de luidsprekersnoeren
Voor iedere luidspreker moet u de (+) en (–) aansluitingen op het achterpaneel verbinden met de respectievelijk (+) en (–) gemarkeerde aansluitingen op de luidsprekers.
1
Verwijder de isolatie van het eind van ieder luidsprekersnoer (niet bijgeleverd) en draai de draadkernen ineen.
2
Druk het klemmetje van de luidsprekeraansluiting omlaag (1), en steek het luidsprekersnoer in (2).
3
Laat het klemmetje los.
Meer over de luidsprekerimpedantie
De vereiste luidsprekerimpedantie voor de voorluidsprekers verschilt afhankelijk of u zowel de FRONT SPEAKERS 1 als FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen gebruikt of slechts één paar luidsprekers aansluit.
• Indien u slechts één paar voorluidsprekers aansluit, dient de impedantie van de voorluidsprekers 8 – 16 te zijn.
• Indien u twee paar voorluidsprekers aansluit, dient de impedantie van de voorluidsprekers 16 – 32 te zijn.
7
SURROUND
CENTER
SPEAKERS
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE
816
SPEAKER
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
SUB­WOOFER OUT
ÇÎ ÏÌ Ó
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE
816
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
Aansluiten van een subwoofer
Door een subwoofer aan te sluiten, kunt u de weergave van de lage tonen versterken en de oorspronkelijke LFE (lage frequentie-effect) signalen van digitale software reproduceren. Verbind de ingangsaansluiting van een subwoofer met eigen circuit middels een snoer met RCA tulpstekkers (niet bijgeleverd) met de SUB-WOOFER OUT aansluiting op het achterpaneel.
• Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de subwoofer.
Opmerking:
U kunt de subwoofer op iedere gewenste plaats installeren daar de lage tonen niet-richtinggevoelig zijn. Plaats echter normaliter recht voor de luisterpositie.
Voor een optimaal geluid met dit toestel dient u alle luidsprekers, uitgezonderd de subwoofer, op een gelijke afstand tot de luisterpositie te plaatsen waarbij de voorkant van iedere luidspreker naar de luisteraar is gericht. Verander vervolgens de instellingen voor de subwoofer en luidsprekers al naar gelang de condities van de kamer en dergelijke (zie bladzijden 26 – 28).
• U kunt de vereiste instellingen voor de luidsprekers snel in overeenstemming met het aantal aangesloten luidsprekers maken. Zie “Snel instellen van de luidsprekers” op bladzijde 25.
Subwoofer met eigen circuit (voorbeeld)
Å Naar rechter-voorluidspreker 1 ı Naar linker-voorluidspreker 1 Ç Naar rechter-voorluidspreker 2 Î Naar linker-voorluidspreker 2Naar middenluidspreker Ï Naar rechter-
surroundluidspreker
Ì Naar linker-surroundluidspreker Ó Naar ingangsaansluiting van
subwoofer
Aansluiten van audio-/videocomponenten
7 Meer over aansluitsnoeren en kabels
Voor SCART-verbindingen
Bij dit toestel wordt geen SCART-kabel geleverd. Gebruik de bij de andere componenten geleverde kabels of koop de vereiste kabels in een winkel.
SCART-kabel (niet bijgeleverd)
Voor audio-verbindingen
Verbind de externe componenten middens de audiosnoeren met dit toestel. Gebruik de bij de andere componenten geleverde snoeren of kabels of koop de vereiste snoeren in een winkel.
Voor een analoge decoder
Voor het bekijken of opnemen van gecodeerde programma’s met uw videorecorder, moet u de analoge decoder met uw videorecorder verbinden en het gecodeerde kanaal met uw videorecorder kiezen. Verbind de decoder met uw TV indien uw videorecorder geen geschikte aansluiting voor de decoder heeft. Zie tevens de bij deze componenten geleverde gebruiksaanwijzingen.
Voor opname van beelden van STB
Indien een STB en videorecorder direct middels een SCART-kabel zijn verbonden, kunt u de beelden van de STB op de videorecorder opnemen zonder gebruik van de menuschermen van STB. Zie tevens de bij de STB geleverde gebruiksaanwijzing voor details.
Voor digitaal geluid
Voor weergave van digitaal geluid moet u zowel de SCART-kabel aansluiten als de digitale verbinding maken (zie bladzijde 10).
Nederlands
Digitaal coaxsnoer (niet bijgeleverd)
A
B
Optisch digitaal snoer (niet bijgeleverd)
Audiosnoer (niet bijgeleverd)
C
Wit
Rood
Opmerkingen voor een digitale verbinding
Bij het verlaten van de fabriek zijn de DIGITAL IN aansluitingen ingesteld voor het gebruik met de volgende componenten:
DIGITAL 1 (coaxiaal): Voor STBDIGITAL 2 (optisch): Voor TV
Indien u een CD-recorder aansluit, moet u de digitale
ingangsaansluiting (DIGITAL IN) instelling veranderen (zie Digitale ingang (DIGITAL IN) aansluitingen op bladzijde 29) en tevens de juiste bronnaam instellen (zie “Veranderen van de bronnaam op bladzijde 13).
Kies de juiste digitale ingangsfunctie (zie Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie op bladzijde 14).
De geluidsweergave via dit toestel wordt mogelijk vervormd indien u een geluidseffecttoestel, bijvoorbeeld een grafische equalizer, tussen de broncomponenten en dit toestel aansluit.
8
Starten
Schakel alle componenten en dit toestel uit alvorens aan te sluiten.
• De afbeeldingen van de in- en uitgangsaansluitingen zijn standaardvoorbeelden. Zie daarom tevens de gebruiksaanwijzingen van andere aan te sluiten componenten daar de werkelijke namen van de aansluitingen op het achterpaneel mogelijk anders zijn.
7 SCART-verbinding
Sluit NIET een TV via een videorecorder of een TV met ingebouwde videorecorder aan. Het beeld wordt anders mogelijk vervormd.
Videorecorder
Nederlands
STB (Set Top Box)
RGB-Y/C
VCR
AV IN/OUT
AV IN
STB
keuze­schakelaar
RGB
Y/C
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2:
816 1 AND 2: 16 32
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE
816
TV
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
Instellen van de RGB-Y/C keuzeschakelaar
Druk de RGB-Y/C keuzeschakelaar in de vereiste stand terwijl het toestel is
RGB Y/C
uitgeschakeld:
• Indien de TV compatibel met het RGB-signaal is, druk naar “RGB”.
• Indien de TV compatibel met het S-videosignaal is, druk naar “Y/C”.
• Indien de TV uitsluitend compatibel is met het composiet videosignaal, druk naar “RGB”.
TV
Opmerking:
Indien u de RGB-Y/C keuzeschakelaar in een andere stand drukt terwijl het toestel is ingeschakeld, zal de nieuwe instelling pas effectief zijn nadat u het toestel een keer heeft uitgeschakeld.
9
Specificaties SCART-aansluiting
TV VCR STB
AUDIO L/R 䡬䡬 䡬
IN
VIDEO S-video 䡬䡬
AUDIO L/R *1 *1
OUT
VIDEO S-video *2
T-V LINK *3 *3 *3
Composiet 䡬䡬 䡬
RGB 䡬䡬
Composiet *1*2 *1*2
RGB *2
*1 De signalen die via een SCART-aansluiting worden
ontvangen, kunnen niet via dezelfde SCART-aansluiting worden uitgestuurd.
*
2 Het videoformaat van de video-uitgangssignalen is
hetzelfde als het formaat van de video­ingangssignalen. Indien bijvoorbeeld S-videosignalen door dit toestel worden ontvangen, kunnen uitsluitend S-videosignalen via dit toestel worden uitgestuurd. Zie de bij de videocomponenten geleverde gebruiksaanwijzingen voor details aangaande de instellingen voor de video in- en uitgangssignalen.
*3 De signalen voor de T-V LINK functie worden altijd via
dit toestel gestuurd.
Voor TV en videoformaat
Zie de gebruiksaanwijzing van de TV indien de TV meerdere SCART-aansluitingen heeft, en controleer welke videosignalen voor iedere aansluiting beschikbaar zijn. Sluit vervolgens de SCART-kabel als vereist aan.
Dit toestel kan videosignalen niet naar een ander formaat omzetten (bijvoorbeeld S-video naar composiet). Indien het videosignaal van het ene videocomponent verschilt van het formaat van het andere component (bijvoorbeeld S-video en composiet), wordt het beeld mogelijk niet juist getoond. Zorg in dat geval dat het formaat van de videosignalen van alle videocomponenten hetzelfde is (of S-video of composiet), daar u anders het videosignaal van de TV iedere keer bij het veranderen van bron opnieuw zult moeten instellen.
7 Digitale verbinding
B
DIGITAL IN
DIGITAL 1
(STV)
DIGITAL 2
(TV)
A
Voor T-V LINK
U kunt de T-V LINK functie gebruiken indien een voor T-V LINK geschikte TV en videorecorder middels volledige SCART­kabels met dit toestel zijn verbonden. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de TV en de videorecorder voor details aangaande T-V LINK.
Verbind de SCART-kabel met de EXT-2 aansluiting van uw voor T-V LINK geschikte JVC TV voor gebruik met de T-V LINK functie.
Bepaalde TVs, videorecorders en STBs ondersteunen dit soort datacommunicatie. Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van deze componenten voor details.
U kunt een van de volgende componenten
TV
met de DIGITAL IN aansluitingen verbinden.
DIGITAL
OUT
STB (Set Top Box)
Nederlands
DIGITAL
OUT
Verwijder het
CAUTION:
SPEAKER IMPEDANCE
816
RIGHT LEFT
T LEFT
beschermdopje alvorens een optisch
CD-recorder
digitaal snoer aan te sluiten.
CD-recorder
DIGITAL
DIGITAL OUT
PCM/STREAM
B
IN
Verbind de CD-recorder voor digitale opname met de DIGITAL OUT aansluiting.
10
Starten
7 Aansluiten van een Cassettedeck/CD-recorder
CAUTION:
SPEAKER
LEFT
IMPEDANCE
816
TAPE / CDR
OUT
(REC)
(PLAY)
RIGHT LEFTRIGHT LEFTRIGHT LEFT
AUDIO
IN
CAUTION: SPEAKER IMPEDANCE 1 OR 2:
816 1 AND 2: 16 32
RIGHT
Nederlands
U kunt nu de stekker van het netsnoer in een stopcontact steken.
LET OP:
Raak het netsnoer niet met natte handen aan.
Trek niet aan het netsnoer zelf om het te ontkoppelen. Houd
de stekker vast voor het ontkoppelen zodat het snoer zelf niet wordt beschadigd.
Wit
Rood
Rood
Wit
Cassettedeck
C
Wit
Rood
Rood
LEFT
RIGHT
INOUT
AUDIO
C
Wit
CD-recorder
Opmerkingen:
Houd het netsnoer uit de buurt van andere aansluitsnoeren en de antennekabels. Het netsnoer kan anders namelijk storing of interferentie veroorzaken.
De voorkeurinstellingen, bijvoorbeeld voorkeurzenders en geluidsinstellingen, worden in de volgende gevallen mogelijk na een paar dagen gewist:
Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt.Wanneer de stroomtoevoer wordt onderbroken.
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening
Voor gebruik van de afstandsbediening moet u eerst de tweeg bijgeleverde batterijen plaatsen.
1
Druk op de afdekking op de achterkant van de afstandsbediening en schuif open.
2
Plaats de batterijen. Zorg dat de polen in de juiste richting wijzen: (+) naar (+) en (–) naar (–).
3
Plaats de deksel weer terug.
Vervang de batterijen indien het bereik van de afstandsbediening kleiner wordt of de afstandsbediening niet meer goed werkt. Gebruik in dat geval twee R6P(SUM-3)/AA(15F) droge cel batterijen.
Opmerking:
De bijgeleverde batterijen dienen uitsluitend voor het in gebruik nemen. Plaats nieuwe batterijen voor normaal gebruik.
LET OP:
Voorkom het lekken of barsten van batterijen en let daarom op het volgende:
Plaats batterijen altijd met de polen in de juiste richting in het
vak van de afstandsbediening: (+) naar (+) en (–) naar (–).
Gebruik uitsluitend het gespecificeerde type batterijen. Batterijen van dezelfde afmetingen hebben namelijk mogelijk een ander voltage.
Vervang altijd beide batterijen tegelijkertijd door nieuwe.
Stel batterijen niet aan hitte of vuur bloot.
Richt de afstandsbediening voor gebruik direct naar de afstandsbedieningssensor op het toestel.
11
Afstandsbedieningssensor

Basisbediening

Inschakelen van de stroom
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel of
AUDIO op de afstandsbediening.
STANDBY/ON
STANDBY
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
Het STANDBY lampje dooft en het verlichtingslampje licht op. De naam van de huidige bron verschijnt op het display.
• Indien de “DVD” de huidige bron is, zal “READING” verschijnen terwijl het toestel het type van de geplaatste disc bepaalt (zie bladzijde 36). – De weergave start automatisch indien u een DVD VIDEO
plaatst.
– “NO DISC” verschijnt op het display indien er geen disc
is geplaatst.
Uitschakelen van de stroom (naar standby)
Druk weer op
AUDIO op de afstandsbediening.
Het verlichtingslampje dooft en het STANDBY lampje licht op.
Opmerking:
Ook met de stroom uitgeschakeld (standby) wordt een kleine hoeveelheid stroom gebruikt. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om de stroom werkelijk geheel uit te schakelen.
STANDBY/ON op het voorpaneel of
Kiezen van de af te spelen bron
Opmerkingen:
Indien u digitale componenten met gebruik van de digitale aansluitingen heeft verbonden (zie bladzijde 10), moet u de instellingen voor de digitale ingangsaansluiting maken (zie “Digitale ingang (DIGITAL IN) aansluitingen op bladzijde 29) en voor de digitale ingangsfunctie (zie Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie op bladzijde 14). De bronnaam en “DIGITAL worden op het display getoond wanneer u de overeenkomende bron kiest.
*
U kunt slechts een van de toetsenTAPE of CDRgebruiken waarvoor de bronnaam is gekozen (zie Veranderen van de bronnaam op bladzijde 13).
Instellen van het volume
Met het voorpaneel
Verhogen van het volume,
draai MASTER VOLUME naar rechts.
Verlagen van het volume,
draai MASTER VOLUME naar links.
Met de afstandsbediening
Verhogen van het volume,
houd VOLUME + ingedrukt.
Verlagen van het volume,
houd VOLUME – ingedrukt.
LET OP:
Stel het volume altijd in de minimale stand alvorens de weergave van een bron te starten. Indien een hoog volume is ingesteld, kan een plotseling hard geluid uw gehoor permanent beschadigen en/of de luidsprekers ruïneren.
MASTER VOLUME
Nederlands
Druk op een van de bronkeuzetoetsen.
Met het voorpaneel
Met de afstandsbediening
DVD Kiest de ingebouwde DVD-speler. STB Kiest de STB. VCR Kiest de videorecorder. TV Kiest de TV-tuner. TAPE/CDR Kiest het cassettedeck of de CD-recorder
(ALLEEN met het voorpaneel).
TAPE* Kiest het cassettedeck (ALLEEN met de
afstandsbediening).
CDR* Kiest de CD-recorder (ALLEEN met de
afstandsbediening).
FM/AM Kiest een FM of AM zender.
Opmerkingen:
Het volume kan vanaf 0 (minimale) tot “50 (maximale) worden ingesteld.
Met DVD als bron gekozen en de TV ingeschakeld, zal de aanduiding van het volumeniveau op de TV worden getoond.
12
Basisbediening
7 Luisteren met een hoofdtelefoon
Verbind een hoofdtelefoon met de (hoofdtelefoon) aansluiting op het voorpaneel.
De ingestelde surroundfunctie wordt hierdoor geannuleerd, de luidsprekers worden uitgeschakeld en de HEADPHONE functie wordt geactiveerd. De SPK 1 en 2 indicators doven van het display.
• Door de hoofdtelefoon te ontkoppelen van de (hoofdtelefoon) aansluiting, wordt de HEADPHONE functie geannuleerd en worden de luidsprekers weer geactiveerd.
HEADPHONE functie
Met gebruik van een hoofdtelefoon worden de volgende signalen, ongeacht de luidsprekerinstellingen, uitgestuurd: – Voor 2-kanaal bronnen, worden de linker- en
rechtervoorsignalen direct via de linker- en rechterhoofdtelefoon weergegeven.
Voor multikanaal bronnen, worden de linker- en
rechtervoorsignalen, midden- en surroundsignalen teruggemengd en vervolgens via de hoofdtelefoon
Nederlands
weergegeven waarbij de elementen van de lage tonen worden behouden.
ALLEEN voor DVD AUDIO: Indien het terugmengen van
signalen door de disc is verboden, worden uitsluitend de signalen van het rechter- en linkervoorkanaal weergegeven.
LET OP:
Verlaag beslist het volume:
Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten, daar een hoog volume zowel de hoofdtelefoon als uw gehoor kan beschadigen.
Alvorens de hoofdtelefoon te ontkoppelen, daar anders later een hoog volume via de luidsprekers kan worden uitgestuurd.
Kiezen van de voorluidsprekers
Met twee paar voorluidsprekers aangesloten, kunt u de gewenste luidsprekers voor weergave kiezen.
Gebruik van beide paren luidsprekers
Druk op SPEAKERS 1 en 2 zodat de SPK 1 en 2 indicators beiden op het display oplichten.
De twee paren luidsprekers niet gebruiken
Druk op SPEAKERS 1 en 2 zodat de SPK 1 en SPK 2 indicators op het display doven.
• De HEADPHONE functie wordt hierdoor geactiveerd (“HEADPHONE” verschijnt op het display).
Opmerkingen:
Indien u een van de surroundfuncties kiest wanneer beide paren voorluidsprekers die met de FRONT SPEAKERS 1 en 2 aansluitingen zijn verbonden in gebruik zijn, worden de met de FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen verbonden voorluidsprekers uitgeschakeld.
Wanneer de surroundfunctie in gebruik is, kunt u uitsluitend één van de paren luidsprekers kiezen die met de FRONT SPEAKERS 1 of 2 aansluitingen zijn verbonden.
Veranderen van de bronnaam
Verander de bronnaam die op het display wordt getoond indien u een CD-recorder met de TAPE/CDR aansluitingen op het achterpaneel heeft verbonden.
ALLEEN met het voorpaneel
Bijv.: Indien u de bronnaam van “TAPE” naar “CDR” wilt
veranderen
1
Druk op TAPE/CDR (SOURCE NAME) om de bron te kiezen.
2
Houd SOURCE NAME (TAPE/CDR) ingedrukt totdat “ASSGN. CDR” op het display verschijnt.
ALLEEN met het voorpaneel
Gebruik van de luidsprekers die met de FRONT SPEAKERS 1 aansluitingen zijn verbonden
Druk op SPEAKERS 1 zodat de SPK 1 indicator op het display oplicht. (Controleer dat de SPK 2 indicator niet op het display is opgelicht).
Gebruik van de luidsprekers die met de FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen zijn verbonden
Druk op SPEAKERS 2 zodat de SPK 2 indicator op het display oplicht. (Controleer dat de SPK 1 indicator niet op het display is opgelicht).
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
ASSGN. CDRASSGN. TAPE
Bronnaam weer naar “TAPE” veranderen
Houd SOURCE NAME (TAPE/CDR) ingedrukt totdat “ASSGN. TAPE” in stap 2 weer op het display verschijnt.
Opmerking:
U kunt de aangesloten componenten ook gebruiken wanneer u de bronnaam niet juist heeft veranderd. De volgende punten zijn echter wat onhandig in dat geval:
– Een onverwachte naam verschijnt voor de bron op het display
indien u op TAPE/CDR (SOURCE NAME) op het voorpaneel drukt.
– De CDR of TAPE toets op de afstandsbediening kan niet voor het
kiezen van de bron worden gebruikt.
– U kunt de digitale ingang (zie bladzijde 29) niet voor de
CD-recorder gebruiken.
13
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
DGTL AUTO ANALOG
Tijdelijk dempen van het geluid
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op MUTING om het geluid te dempen.
“MUTING” verschijnt op het display en het volume wordt uitgeschakeld (de volume-aanduiding dooft).
• Met “DVD” als bron gekozen en de TV ingeschakeld, verschijnt “VOLUME –” op de TV.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
Weer herstellen van het geluid
Druk weer op MUTING.
• Het geluid wordt tevens hersteld door een druk op VOLUME + of – op de afstandsbediening (of het verdraaien van MASTER VOLUME op het voorpaneel).
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz VOL
REC
Controleren of veranderen van de resterende tijd tot de uitschakeltijd
Druk éénmaal op SLEEP.
• De resterende tijd (in minuten) tot de uitschakeltijd wordt even op het display getoond.
Uitschakeltijd nu te veranderen
Druk herhaaldelijk op SLEEP.
Annuleren van de inslaaptimer
Druk herhaaldelijk op SLEEP totdat “SLEEP 0” op het display verschijnt. (De SLEEP indicator dooft).
• De inslaaptimer wordt tevens geannuleerd door het uitschakelen van het toestel.
Opmerking:
Indien zowel de inslaaptimer als de automatische standbyfunctie (zie bladzijde 60) zijn geactiveerd, wordt het toestel uitgeschakeld door de uitschakeltijd die het eerst wordt bereikt.
Nederlands
Kiezen van de analoge of digitale
Veranderen van de helderheid van het display
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk op DIMMER om het display te dimmen.
• Door iedere druk op de toets worden het display en het verlichtingslampje afwisselend helder en donker.
Uitschakelen van de stroom met de inslaaptimer
ALLEEN met de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op SLEEP.
De SLEEP indicator op het display oplicht.
• Door iedere druk op de toets verandert de uitschakeltijd als volgt:
SLEEP indicator
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
10 20 30 60
90 120 150 0 (off)
(terug naar het begin)
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
ingangsfunctie
Indien u digitale broncomponenten zowel digitaal als analoog heeft verbonden (zie bladzijden 9 t/m 11), kunt u de ingangsfunctie kiezen.
• Alvorens de digitale ingangsfunctie te kiezen, moet u de instelling voor de digitale ingangsaansluiting juist hebben geregistreerd (zie “Digitale ingang (DIGITAL IN) aansluitingen” op bladzijde 29).
Opmerking:
U kunt de ingangsfunctie niet veranderen indien DVD als bron is gekozen. Voor de DVD-speler wordt namelijk altijd de digitale ingang gebruikt.
1
Kies een bron (STB, TV of CDR) waarvoor u de ingangsfunctie wilt veranderen.
2
Druk op INPUT ANALOG/DIGITAL (INPUT ATT.) op het voorpaneel of ANALOG/DIGITAL INPUT op de afstandsbediening.
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
De huidige ingangsfunctie op het display verschijnt.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de analoge ingang (“ANALOG”) en de digitale ingang (“DGTL AUTO”) ingesteld.
DIGITAL AUTO indicator
Wanneer de uitschakeltijd wordt bereikt
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld.
VERVOLG OP DE VOLGENDE BLADZIJDE
14
Basisbediening
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz MHz
VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
ATT NORMAL ATT ON
DGTL AUTO Kies voor de digitale ingangsfunctie.
De DIGITAL AUTO indicator licht op. Het toestel herkent automatisch het formaat van de binnenkomende signalen en de geluidssignaalindicator voor het herkende signaal (zie hieronder) licht op; of anders licht er geen geluidssignaalindicator op.
ANALOG Kies voor de analoge ingangsfunctie
(fabrieksinstelling uitgezonderd voor de ingebouwde DVD-speler). De ANALOG indicator licht op.
Geluidssignaalindicators op het display
PPCM Licht op wanneer DVD AUDIO Packed PCM
signalen worden ontvangen.
DIGITAL
• Licht op wanneer Dolby Digital signalen worden ontvangen.
Nederlands
• Knippert wanneer “DGTL D.D.” is gekozen voor software die niet met Dolby Digital signalen is gecodeerd.
• Licht op wanneer DTS signalen worden ontvangen.
• Knippert wanneer “DGTL DTS” is gekozen voor software die niet met DTS signalen is gecodeerd.
LPCM Licht op wanneer lineaire PCM signalen worden
ontvangen.
7 Handmatig veranderen van de digitale
ingangsfunctie—alleen voor DVD VIDEO
In de volgende gevallen bij weergave van Dolby Digital of DTS software, kunt u de digitale ingangsfunctie veranderen:
• Geen geluid bij het starten van de weergave.
• Ruis tijdens het zoeken naar of overslaan van hoofdstukken of fragmenten.
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
1
Druk op INPUT ANALOG/DIGITAL (INPUT ATT.) op het voorpaneel of op ANALOG/ DIGITAL INPUT van de afstandsbediening om “DGTL AUTO te kiezen.
DGTL D.D. Kies voor weergave van software die
met Dolby Digital is gecodeerd.
DIGITAL
De
indicator licht op*.
DGTL DTS Kies voor weergave van software die
met DTS is gecodeerd. De indicator licht op*.
* Deze indicators knipperen indien er geen signaal wordt
ontvangen of een signaal van afwijkend formaat wordt weergegeven.
Kunt u tevens de digitale ingangsfunctie veranderen door herhaaldelijk op DECODE op de afstandsbediening te drukken.
Opmerkingen:
Indien met DGTL AUTO de binnenkomende signalen niet kunnen worden herkend, zal er geen geluidssignaalindicator op het display oplichten.
•“DGTL DTS en DGTL D.D.” worden geannuleerd wanneer u het toestel uitschakelt of een andere bron kiest. De digitale ingangsfunctie wordt dan automatisch weer op DGTL AUTO gesteld.
Verzwakken van het ingangssignaal
Indien het ingangsniveau van de analoge bron te hoog is, zal het geluid vervormd klinken. U moet in dat geval het ingangssignaal verzwakken zodat het geluid niet wordt vervormd.
• U moet deze instelling voor iedere analoge bron afzonderlijk maken.
ALLEEN met het voorpaneel
Houd INPUT ATT. (INPUT ANALOG/DIGITAL) ingedrukt totdat de INPUT ATT indicator op het display oplicht.
• Iedere keer bij het indrukken van de toets wordt de functie voor het verzwakken van het ingangssignaal afwisselend geactiveerd (“ATT ON”) en uitgeschakeld (“ATT NORMAL”).
INPUT ATT indicator
2
Druk op CONTROL 3 (of 2) om DGTL D.D.” of “DGTL DTS te kiezen terwijl “DGTL AUTO” nog op het display wordt getoond.
• Door iedere druk op de toets verandert de digitale ingangsfunctie als volgt:
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AUTO
SURROUND
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
15
DGTL AUTO
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
DGTL DTS
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
TA NEWS INFO
DGTL D.D.
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
ATT NORMAL Kies normaliter deze stand
(fabrieksinstelling). Het analoge geluid wordt niet verzwakt.
ATT ON Kies deze stand indien het analoge geluid
REC
wordt vervormd.
Activeren van TV Direct
Activeren van de opnamefunctie
U kunt dit toestel als een DVD-speler en AV-schakelpaneel gebruiken terwijl het toestel niet is ingeschakeld. Met deze functie geactiveerd, worden de beelden en het geluid van de videocomponenten via dit toestel naar de TV gestuurd. U kunt op deze manier de videocomponenten en de TV gebruiken alsof ze direct met elkaar zijn verbonden—TV Direct.
• Deze functie werkt uitsluitend indien de videocomponenten en de TV middels SCART-kabels met dit toestel zijn verbonden.
• Deze functie werkt voor de volgende bronnen—DVD, STB en videorecorder.
• Dit toestel kan automatisch worden in- of uitgeschakeld, en/of automatisch de bron kiezen indien de automatische functie op “AUTO1” of “AUTO2” is gesteld. Zie “Automatisch functie” op bladzijde 29 voor details.
Voer de volgende handelingen uit voor het activeren (of annuleren) van TV Direct:
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
1
Druk op TV DIRECT.
Alle aanduidingen doven (uitgezonderd indien “DVD” als bron is gekozen) en de lampje van de huidige gekozen bron licht vervolgens op.
2
Schakel het videocomponent en de TV in.
3
Druk op een van de bronkeuzetoetsen DVD, STB of VCR.
De lampje van de gekozen bron licht op.
Bijv.: Met “DVD” gekozen.
Voor het annuleren van TV Direct en uitschakelen van het toestel, drukt u op
afstandsbediening). Het toestel wordt uitgeschakeld en het STANDBY lampje licht op.
Voor het annuleren van TV Direct en het inschakelen van het toestel, drukt u op TV DIRECT.
Opmerkingen:
Met TV Direct geactiveerd, kunt u geen geluidseffecten van dit toestel gebruiken en kunnen de met dit toestel verbonden luidsprekers niet voor de weergave worden gebruikt.
ALLEEN voor DVD AUDIO: Bij weergave van een DVD AUDIO die niet met TV Direct kan worden teruggemengd, kunt u uitsluitend het geluid van de linker- en rechtervoorkanalen beluisteren.
U kunt de T-V LINK functie tussen de TV en videorecorder gebruiken wanneer TV Direct is geactiveerd.
STANDBY/ON (of AUDIO op de
Bij weergave van multikanaal bronnen, kunt u met deze opnamefunctie het normale geluid met tevens de surroundelementen opnemen omdat de signalen voor het middenkanaal en de surroundkanalen eerst tot signalen voor de voorkanalen worden teruggemengd.
• Bij weergave van multikanaal software met de opnamefunctie geactiveerd, worden alle signalen teruggemengd en uitsluitend via de voorluidsprekers uitgestuurd.
ALLEEN voor DVD AUDIO: Indien het terugmengen van signalen door de disc is verboden, heeft deze functie geen effect.
ALLEEN met het voorpaneel
Houd REC MODE (SURROUND MODE) ingedrukt totdat RECMODE ON op het display verschijnt.
De REC indicator op het display oplicht.
• Iedere keer bij het indrukken van de toets wordt de opnamefunctie afwisselend geactiveerd (“RECMODE ON”) en uitgeschakeld (“RECMODE OFF”).
REC indicator
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
RECMODE OFF Kies normaliter deze stand
RECMODE ON Kies deze stand voor opname van alle
Bij opname met de videorecorder:
U kunt het beeld zonder de volume-aanduiding op de videocassette opnemen indien de opnamefunctie is geactiveerd.
• Zie bladzijde 60 indien u de iconen voor in­beeldbegeleiding niet wilt opnemen.
• Het keuzemenu (zie bladzijde 55) en de in-beeldstaaf (zie bladzijde 38) worden altijd opgenomen indien ze op de TV wordt getoond.
LET OP:
Wordt het weergegeven geluid mogelijk vervormd wanneer deze opnamefunctie is geactiveerd. U moet in dat geval het volume verlagen totdat het geluid normaal, niet vervormd, klinkt.
Opmerkingen:
Deze opnamefunctie wordt geannuleerd (RECMODE OFF) wanneer u het toestel uitschakelt of een andere bron kiest.
De geluidsinstellingen (zie bladzijden 30 en 31) en de surroundfuncties (zie bladzijden 32 t/m 35) hebben geen effect op de opname.
De volgende toetsen functioneren niet indien de opnamefunctie is geactiveerd (RECMODE ON”):
SETTING en ADJUST op het voorpaneelSURROUND ON/OFF en SURROUND MODE op het voorpaneelToetsen voor instellen van het geluid op de afstandsbediening
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
(fabrieksinstelling). De signalen worden niet teruggemengd.
teruggemengde signalen.
Nederlands
16

Basisbediening voor DVD-speler

Zie bladzijden 36 t/m 50 voor details aangaande de bediening van de DVD-speler.
• U kunt tevens MP3 en JPEG bestanden afspelen. Zie bladzijden 51 t/m 54.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, moet u op DVD drukken zodat de afstandsbediening voor de DVD­speler functioneert.
Schakel de TV in en kies de juiste video-ingang (zie de gebruiksaanwijzing van uw TV) alvorens dit toestel in te schakelen.
• Bij gebruik van een JVC TV kunt u uw TV door een druk op
van de afstandsbediening inschakelen en de video-
TV ingang kiezen door een druk op TV/VIDEO. (Zie “Bediening van apparatuur van andere merken” op bladzijde 67 indien u geen JVC TV heeft).
• Voor het veranderen van de OSD mededelingen—de informatie op de TV—naar de gewenste taal, zie bladzijden 55 t/m 57.
Nederlands
1
Druk op 0.
ALLEEN met het voorpaneel
Het toestel wordt ingeschakeld en de disclade opent. Het STANDBY lampje dooft en het verlichtingslampje licht op.
• Met reeds een disc geplaatst, wordt door een druk op
3 het toestel ingeschakeld en start de weergave van de geplaatste disc.
2
Plaatsen van een disc.
Plaats een disc juist met het label boven.
RX-DV31 HOME THEATER DVD-AUDIO/VIDEO RECEIVER
E
D
O
M
SURROUND
F
F
/O
N
O
GOED
4
Instellen van het volume.
MASTER VOLUME
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
Zie bladzijde 34 voor het activeren en kiezen van de surroundfunctie.
Meer over de aanduidingen op het display tijdens weergave van een disc
Bij weergave van een disc wordt de volgende informatie op het display getoond:
Bijv.: Bij weergave van een DVD VIDEO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
12
1 Hoofdstuknummer 2 Verstreken weergavetijd
Bijv.: Bij weergave van een DVD AUDIO*
12
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AU TO
SURROUND
LCR
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P. TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRESSIVE1A-B
34 5
1 B.S.P. (doorlopen stilbeeld) indicator (licht op bij het
tonen van stilbeelden)
2 BONUS indicator (licht op wanneer de disc een
bonusgroep heeft)
3 Groepnummer 4 Fragmentnummer 5 Verstreken weergavetijd
TA NEWS INFO
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
REC
REC
FOUT
3
Druk op 3.
De disclade sluit en het toestel start de weergave van de geplaatste disc.
Met het voorpaneel Met de afstandsbediening
• U kunt de disclade tevens sluiten door een druk op 0
op het voorpaneel.
17
Bijv.: Bij weergave van een audio CD
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SURROUND
PPCM AUTO
L C R
DIGITAL
LFE
SUBWFR
LPCM
MPEG-2AAC
LS RS
PROGRAM
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
PROGRESSIVE1A-B
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
1
TA NEWS INFO
2
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz MHz
VOL
1 Fragmentnummer 2 Verstreken weergavetijd
* Het DVD AUDIO lampje op het voorpaneel licht op
wanneer een DVD AUDIO is geplaatst.
REC
Stoppen van de weergave
Druk op 7. Het toestel onthoudt het punt waar de weergave wordt gestopt en de RESUME indicator licht op het display op (uitgezonderd wanneer een audio CD is geplaatst). Met de RESUME indicator op het display opgelicht, kunt u de weergave voortzetten vanaf het vastgelegde stoppunt door een druk op 3—Weergavevoortzetting. (zie “Meer over weergavevoortzetting” hier rechts)
Verwijderen van de geplaatste disc
Druk op 0. De disclade opent. Na het verwijderen van de disc, moet u nogmaals op de toets drukken om de disclade te sluiten.
• Wanneer u op AUDIO van de afstandsbediening drukt met de
disclade nog open, zal de disclade automatisch sluiten en het toestel vervolgens worden uitgeschakeld.
STANDBY/ON op het voorpaneel of op
7 Overige bedieningstoetsen voor de DVD-speler
Met het voorpaneel
Met de afstandsbediening
Tijdelijk pauzeren van de weergave
Druk op 8.
• Druk op 3 om de weergave voort te zetten.
Weergavepositie 10 seconden terugzetten (alleen voor DVD VIDEO)
Druk tijdens DVD VIDEO weergave op 3. De weergavepositie wordt ongeveer 10 seconden teruggezet en vanaf daar weer voortgezet.
Versnelde weergave in voor- of achterwaartse richting
• Druk tijdens weergave op ¡ of 1 (ALLEEN met de
afstandsbediening). Door iedere druk op ¡ (of 1), wordt de weergave in voorwaartse (of achterwaartse) richting versneld en verandert de weergavesnelheid als volgt:
Voor DVD VIDEO:
x2 ] x5 ] x10 ] x20 ] x60
Voor DVD AUDIO/VCD/SVCD/CD:
x2 ] x5 ] x10 ] x20
De normale weergave wordt hervat door een druk op 3.
• Houd ¢ of 4 ingedrukt. Door ¢ (of 4), in te drukken, wordt de weergave in voorwaartse richting (of achterwaartse richting) 5 keer versneld. Door ¢ (of 4) verder in te drukken kunt u de weergave 20 keer versnellen.
Laats de toets los om de normale weergave voort te zetten.
Opzoeken van het begin van het hoofdstuk of fragment
Druk op ¢ of 4. Druk op ¢ (of 4) om het begin van het volgende (huidige of voorgaande) hoofdstuk of fragment op te zoeken.
Opzoeken van een hoofdstuk of fragment met gebruik van de cijfertoetsen
Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het nummer van het gewenste hoofdstuk of fragment in te voeren.
Bijv.: Kiezen van 3, druk op 3.
Kiezen van 11, druk op +10 en dan op 1. Kiezen van 20, druk op +10 en
dan op 10.
Meer over weergavevoortzetting
Dit toestel onthoudt het stoppunt wanneer u de volgende handelingen uitvoert:
• Een druk op 7 tijdens weergave—Druk op 3 voor
weergavevoortzetting
• Veranderen van de bron—Druk op DVD of 3 voor
weergavevoortzetting
• Uitschakelen van het toestel (met inbegrip van de
inslaaptimer)—Druk op 3 voor weergavevoortzetting
Nadat de weergave werd voortgezet, dooft de RESUME indicator van het display (en wordt het stoppunt gewist). Het toestel wist tevens het stoppunt wanneer u een van de volgende handelingen uitvoert:
• Een druk op 7 (terwijl de RESUME indicator op het
display is opgelicht)
• Kiezen van een fragment door een druk op ¢ of 4
voor video CD en super VCD wanneer de weergave is gestopt
• Kiezen van geprogrammeerde of willekeurige weergave
• Een druk op TOP MENU
• Uitwerpen van de geplaatste disc
• Inschakelen van het toestel door een druk op STANDBY/ON op het voorpaneel of AUDIO op de
afstandsbediening.
U kunt de functie voor weergavevoortzetting ook annuleren (zie “Menu voor overige instellingen—OTHERS” op bladzijde 60).
Nederlands
18

Bediening van de tuner

MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
MPEG-2AAC
TA NEWS INFO
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION
PROGRESSIVE1A-B
DIGITAL
LPCM
LFE
PPCM AUTO
SURROUND
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
kHz
MHz VOL
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PL
SUBWFR
L C R
LS RS
PROGRAM
REC
Handmatig afstemmen op zenders
Met het voorpaneel
1
Druk op FM/AM om de golfband te kiezen.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band wordt nu opgeroepen. De CONTROL toetsen werken nu voor bediening van de tuner.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de FM en AM golfband ingesteld.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL (of 5)
Nederlands
totdat “< TUNING >” op het display verschijnt.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
3
Druk terwijl “< TUNING >” nog op het display wordt getoond op CONTROL 3 (of 2) totdat de gewenste frequentie is gevonden.
ANALOGSDIGITAL AUTO DSP SLEEP REPEAT RANDOM RDS INPUT ATT
PPCM AUTO
DIGITAL
LPCM
MPEG-2AAC
• Door een druk op (of ingedrukt houden van) CONTROL 3 wordt de frequentie verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van) CONTROL 2 wordt de frequentie verlaagd.
L C R
SUBWFR
LS RS
LFE
GROUP TITLE TRACK CHAP.
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
PROGRAM
PL
SURROUND
Bijv.: Met de FM-golfband gekozen
PROGRAM
PL
SURROUND
L C R
SUBWFR
LS RS
SURROUND
L C R
SUBWFR
LS RS
LFE
LFE
GROUP TITLE TRACK CHAP.
PL
GROUP TITLE TRACK CHAP.
PROGRAM
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
RESUME
BONUSB.S.P TUNED STEREO AUTO MUTING
Gebruik van voorkeurzenders
Nadat een zender eenmaal als voorkeurzender voor een kanaalnummer is vastgelegd, kunt u snel op de zender afstemmen. U kunt maximaal 30 FM en 15 AM zenders als voorkeurzenders vastleggen.
7 Vastleggen van voorkeurzenders
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd.
PROGRESSIVE1A-B
PROGRESSIVE1A-B
PROGRESSIVE1A-B
TA NEWS INFO
TA NEWS INFO
TA NEWS INFO
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz
MHz VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz
MHz VOL
SPK 1 2
AUTO MODE
A.POSITION kHz
MHz VOL
REC
REC
REC
Start opnieuw vanaf stap 2 indien de instelling werd geannuleerd voordat u klaar bent.
Met het voorpaneel
1
Stem op de zender af die u als voorkeurzender wilt vastleggen (zie Handmatig afstemmen op zenders).
• Indien u tevens de FM-ontvangstfunctie voor een zender wilt vastleggen, moet u de gewenste FM­ontvangstfunctie kiezen. Zie “Kiezen van de FM­ontvangstfunctie” op bladzijde 20.
Bijv.: Met de FM-golfband gekozen
2
Druk op MEMORY.
De positie voor het voorkeurzendernummer knippert ongeveer 5 seconden op het display.
Met de afstandsbediening
1
Druk op FM/AM.
De laatst ontvangen zender van de gekozen band wordt nu opgeroepen.
2
Druk herhaaldelijk op TUNING 9 of ( totdat de gewenste frequentie is gevonden.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
TUNING 9 wordt de frequentie verhoogd.
• Door een druk op (of ingedrukt houden van)
TUNING ( wordt de frequentie verlaagd.
Opmerkingen:
Indien u CONTROL 3 (of TUNING 9 op de afstandsbediening) of CONTROL 2 (of TUNING ( op de afstandsbediening) even indrukt en vervolgens loslaat, zoekt het toestel naar zenders en stopt zodra een zender is gevonden die sterk genoeg is.
De TUNED indicator licht op het display op wanneer op een zender met voldoende sterke signalen is afgestemd.
De STEREO indicator licht tevens op wanneer een stereo FM­programma wordt ontvangen.
19
3
Druk op CONTROL 3 (of 2) om een voorkeurzendernummer te kiezen terwijl de positie hiervoor nog knippert.
4
Druk nogmaals op MEMORY terwijl het gekozen nummer op het display knippert.
De zender wordt nu onder dit gekozen voorkeurzendernummer vastgelegd.
Het gekozen kanaalnummer stopt te knipperen en
• vervolgens knippert de frequentie ongeveer 5 seconden.
5
Druk op CONTROL 3 (of 2) om een andere vast te leggen frequentie te kiezen terwijl de frequentie nog op het display knippert.
6
Herhaal stappen 2 t/m 5 voor het vastleggen van andere voorkeurzenders.
Wissen van een vastgelegde voorkeurzender
Door een nieuwe zender op een voorkeurzendernummer vast te leggen, wordt de hiervoor vastgelegde zender gewist.
Loading...
+ 56 hidden pages