Enter below the Model No. and Serial
No. which are located either on the rear,
bottom or side of the cabinet. Retain this
information for future reference.
Model No.
Serial No.
DVDVCR
TV SOUND/DBS
ADJUST
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
SETTING
MASTER VOLUME
CONTROL
DOWN UP
CD
TAPE/CDR
SOURCE NAME
BASS BOOST
INPUT
ANALOG/DIGITAL
SPEAKERS ON/OFF
SURROUND MODE
PHONES
SURROUND ON/OFF
FM/AM TUNING
STANDBY
STANDBY/ON
FM/AM PRESET FM MODE
MEMORY
INPUT ATT
FM/AM
DVD MULTI
PHONO
SOURCE NAME
12
COMPULINK
Remote
CONTROL
+−+−+
−
231
564
897/P
0
+1010
BASS BOOST EFFECT
MENU
ENTER
TEST – REAR•L +
DIMMER
– SUB WOOFER +
– REAR•R +
MUTING
CH TV VOL
/REWFF/
TA/NEWS/INFO
VOLUME
CATV/DBS
CONTROL
TV/VIDEO
REC
PAUSE
RETURN FM MODE 100
+
CONTROL
A/V CONTROL RECEIVER
REMOTE CONTROL
CATV/DBS VCR TV AUDIO
SURROUND
MODE INPUTON/OFF
DVD MULTIDVD
CD
TAPE/CDR
TREBLE
TV/DBS VCRPHONO
FM/AM
BASS
SURROUND
ANALOG/DIGITAL
SLEEP
– CENTER +
TUNING
+
−
+
+
−
−
SOUND
( PTY – PTY SEARCH – PTY 9
DISPLAY
MODE
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
AUDIO/VIDEO-RECEIVER MIT STEUEREINHEIT
RECEPTEUR DE COMMANDE AUDIO/VIDEO
GEINTEGREERDE AUDIO/VIDEO-VERSTERKER
RX-7020RBK / RX-7022RSL
INSTRUCTIONS
LVT0852-008A
[E]
Warnung, Achtung und sonstige Hinweise/ Mises en garde, précautions et
indications diverses/Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
Achtung ––-Schalter!
Den Netzstecker aus der Steckdose ziehen, um die
Stromversorgung vollkommen zu unterbrechen. Der Schalter
unterbrichet in keiner Stellung die Stromversorgung vollkommen.
Die Stromversorgung kann mit der Fernbedienung ein- und
ausgeschaltet werden.
Attention –– Commutateur
Déconnecter la fiche de secteur pour couper complètement le
courant. Le commutateur ne coupe jamais complètement la
ligne de secteur, quelle que soit sa position. Le courant peut être
télécommandé.
ACHTUNG
Zur Verhinderung von elektrischen Schlägen, Brandgefahr, usw:
1. Keine Schrauben lösen oder Abdeckungen enternen und
nicht das Gehäuse öffnen.
2. Dieses Gerät weder Regen noch Feuchtigkeit aussetzen.
ACHTUNG
• Blockieren Sie keine Belüftungsschlitze oder -bohrungen.
(Wenn die Belüftungsöffnungen oder -löcher durch eine Zeitung
oder ein Tuch etc. blockiert werden, kann die entstehende Hitze
nicht abgeführt werden.)
• Stellen Sie keine offenen Flammen, beispielsweise
angezündete Kerzen, auf das Gerät.
• Wenn Sie Batterien entsorgen, denken Sie an den
Umweltschutz. Batterien müssen entsprechend den geltenden
örtlichen Vorschriften oder Gesetzen entsorgt werden.
• Setzen Sie dieses Gerät auf keinen Fall Regen, Feuchtigkeit
oder Flüssigkeitsspritzern aus. Es dürfen auch keine mit
Flüssigkeit gefüllen Objekte, z. B. Vasen, auf das Gerät
gestellt werden.
!
Voorzichtig –– schakelaar!
Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uit
het stopkontakt. Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid stroom
naar het apparaat lopen, ongeacht de stand van de schakelaar.
U kunt het apparaat ook met de afstandsbediening aan- en
uitschakelen.
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
VOORZICHTIG
• Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit.
(Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door
bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat
worden opgebouwd.)
• Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen,
op het apparaat.
• Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het
huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met
het KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of
spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een
vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
ATTENTION
Afin d’éviter tout risque d’électrocution, d’incendie, etc.:
1. Ne pas enlever les vis ni les panneaux et ne pas ouvrir le
coffret de l’appareil.
2. Ne pas exposer l’appareil à la pluie ni à l’humidité.
ATTENTION
• Ne bloquez pas les orifices ou les trous de ventilation.
(Si les orifices ou les trous de ventilation sont bloqués par un
journal un tissu, etc., la chaleur peut ne pas être évacuée
correctement de l’appareil.)
• Ne placez aucune source de flamme nue, telle qu’une bougie,
sur l’appareil.
• Lors de la mise au rebut des piles, veuillez prendre en
considération les problèmes de l’environnement et suivre
strictement les règles et les lois locales sur la mise au rebut
des piles.
• N’exposez pas cet appareil à la pluie, à l’humidité, à un
égouttement ou à des éclaboussures et ne placez pas desobjets remplis de liquide, tels qu’un vase, sur l’appareil.
G-1
Achtung: Angemessene Ventilation
Stellen Sie das Gerät zur Verhütung von elektrischem Schlag und
Feuer und zum Schutz gegen Beschädigung wie folgt auf:
Vorderseite: Offener Platz ohne Hindernisse.
Seiten:Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von den Seiten.
Oberseite:Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von der Oberseite.
Rückseite:Keine Hindernisse innerhalb 15 cm von der Rückseite.
Unterseite: Keine Hindernisse. Auf eine ebene Oberfläche stellen.
Zusätzlich die bestmögliche Luftzirkulation wie gezeigt erhalten.
Attention: Ventilation Correcte
Pour éviter les chocs électriques, l’incendie et tout autre dégât.
Disposer l’appareil en tenant compte des impératifs suivants
Avant:Rien ne doit gêner le dégagement
Flancs:Laisser 10 cm de dégagement latéral
Dessus:Laisser 10 cm de dégagement supérieur
Arrière:Laisser 15 cm de dégagement arrière
Dessous:Rien ne doit obstruer par dessous; poser l’appareil sur
une surface plate.
Veiller également à ce que l’air circule le mieux possible comme
illustré.
Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u
bij opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten:
Voorkant:Voldoende ruimte vrij houden.
Zijkanten:Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden.
Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven.
Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden.
Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak.
Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals in
de afbeelding aangegeven.
Deutsch
Français
Nederlands
Wand oder Hindernisse
Mur, ou obstruction
Wand of meubilair
Abstand von 15 cm oder mehr
Dégagement de 15 cm ou plus
Minstens 15 cm tussenruimte
RX-5020RBK/
RX-5022RSL
Vorderseite
Avant
Voorkant
Standhöhe 15 cm oder mehr
Hauteur du socle: 15 cm ou plus
Standard op minstens 15 cm van de vloer
Boden
Plancher
Vloer
G-2
Inhoudsopgave
Nederlands
Benaming van de onderdelen ......................... 2
Aan de slag ................................................. 3
Voor de installatie....................................................................... 3
De meegeleverde accessoires controleren.................................. 3
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen ............................... 3
De FM- en AM-antenne (v oor MG/LG-ontvangst) aansluiten..... 4
De luidsprekers aansluiten ......................................................... 5
Andere apparatuur aansluiten..................................................... 6
De netspanningskabel aansluiten ............................................... 9
Deze markering toont dat de betreffende handeling of
bediening ALLEEN MOGELIJK is met de
afstandsbediening.
Deze markering toont dat de betreffende handeling of
bediening NIET met de afstandsbediening kan
worden uitgevoerd. Gebruik de toetsen op het
bedieningspaneel aan de voorzijde.
Benaming van de onderdelen
Vooraanzicht Ontvanger
3
1
PHONES
STANDBY
STANDBY/ON
2
FM/AM TUNING
DIGITAL
SURROUND
SURROUND ON/OFF
SURROUND MODE
FM/AM PRESETFM MODE
4
5
MEMORY
INPUT
ANALOG/DIGITAL
INPUT ATT
BASS BOOST
SPEAKERS ON/OFF
12
ANALOG
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
DIGITAL
6
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
12
SPK
LC
R
PRO LOGIC ΙΙ DSP H.PHONE
LFE
S.WFR
S
LS RS
CH-
DVD
DVD MULTI
CDTAPE/CDR
SOURCE NAME
BASS BOOST
PHONO
INPUT ATT
VCR
TUNED
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
STEREO
FM/AM
AUTO MUTING
VOLUME
8
79
SLEEP
ADJUST
SETTING
CONTROL
DOWN UP
pq
DISPLAY MODEDIMMER PTY SEARCH TA/NEWS/INFO
MASTER VOLUME
w
Afstandsbediening
A/V CONTROL RECEIVER
1
a
2
3
4
5
6
7
8
9
p
q
w
e
r
CATV/DBS VCRTVAUDIO
DVD MULTIDVD
TV/DBSVCRPHONO
BASS
−−++
SURROUND
SURROUNDANALOG/DIGITAL
MODEINPUTON/OFF
BASS BOOST EFFECT
SOUND
TEST
DIMMER
MUTING
RETURN FM MODE 100
CATV/DBS
CONTROL
CONTROL
+−+−+
CHTV VOL
TV/VIDEO
+
/REWFF/
TUNING
−
REC
( PTY – PTY SEARCH – PTY 9
PA USE
t
e
CD
FM/AM
TAPE/CDR
TREBLE
SLEEP
– CENTER +
231
MENU
– REAR • L +
564
ENTER
– REAR • R +
897/P
– SUB WOOFER +
0
+1010
VOLUME
DISPLAY
MODE
−
CONTROL
TA/NEWS/INFO
REMOTE CONTROL
r
t
y
u
oa
i
;sd
Nederlands
Zie de bladzijden’s tussen haakjes voor meer informatie.
Vooraanzicht Ontvanger
1 De toets STANDBY/ONen
STANDBY-lampje (10)
2 De toetsen FM/AM TUNING 5/∞ (21)
3 De toetsen FM/AM PRESET 5/∞ (21, 22)
4 De toets FM MODE (22)
b
y
u
i
o
+
;
a
s
d
5 De toets MEMORY (21, 22)
6 De display (10)
7 De sensor voor de afstandsbediening (3)
8 De toets DIMMER (12)
9 De toets PTY SEARCH (24)
p De toets TA/NEWS/INFO (25)
q De toets DISPLAY MODE (23)
w De hoofdtelefooningang PHONES (12)
e De toets SURROUND ON/OFF (28, 30,
31)
r De toets SURROUND MODE (28, 30, 31)
t • De toets INPUT ANALOG/DIGITAL
(15)
• De toets INPUT ATT (19)
y • De toets SPEAKERS ON/OFF 1 (11, 12)
• De toets SPEAKERS ON/OFF 2 (11, 12)
u De toets BASS BOOST (20)
i De toetsen SOURCE NAME (11)
o De bronkeuzetoetsen
(10, 11, 15, 21, 22, 32)
DVD MULTI, DVD, VCR,
TV SOUND/DBS, CD, TAPE/CDR,
PHONO, FM/AM
; De toets ADJUST (19, 20, 30 – 32)
a De toetsen CONTROL UP5/DOWN∞
(14, 16 – 20, 24, 30 – 32)
s De toets SETTING (14, 16 – 18)
d De knop MASTER VOLUME (11)
Afstandsbediening
1 Display-venster
a: Indicator voor het gebruik van de
afstandsbediening
b: Indicator voor signaaloverdracht
Deze indicator gaat aan wanneer de
afstandsbediening een signaal afgeeft
4 De toetsen BASS +/– (20)
5 De toets SURROUND ON/OFF (28, 29, 31)
6 De toets SURROUND MODE (28, 29, 31)
7 De toets BASS BOOST (20)
8 De toets SOUND (20, 30, 31, 32) *
9 De toets DIMMER (12)
p De toets MUTING (12)
q De toets CATV/DBS CONTROL (37) *
w De toets TV/VIDEO (36, 37)
e De toetsen CH (kanaal) +/– (36 – 38)
r De toetsen TUNING +/– (21)
t De toets REC PAUSE (35, 36, 38)
y De toetsen TREBLE +/– (20)
u De toets SLEEP (12)
i De toets ANALOG/DIGITAL INPUT (15)
o • De cijfertoetsen voor het selecteren van
een voorkeurkanaal (22)
• De cijfertoetsen voor het aanpassen van
het geluid (20, 30 – 32)
• De cijfertoetsen voor de bediening van
audio/video-apparatuur (35 – 39)
; De toetsen TV VOL (volume) +/– (36, 37)
a De toetsen VOLUME +/– (11)
s • Bedieningstoetsen voor audio/video-
* Indien u op een van deze toetsen drukt, zal de afstandsbedieningsfunctie op het displayvenster worden getoond.
Toetsen op de
afstandsbediening
Bedieningsmodus van de
afstandsbediening
FM/AM TUNER
CDCD
PHONOPHONO
T APE/CDRT APE
DVDDVD
DVD MULTIDVD
Toetsen op de
afstandsbediening
TV/DBS TV
VCRVCR
CATV/DBS CONTROLDBS
CONTROLVCR of TAPE
SOUNDSOUND
Bedieningsmodus van de
afstandsbediening
of CDDSC
2
Aan de slag
Voor de installatie
Algemene voorzorgen
• Steek GEEN metalen voorwerpen in de toestel.
• Laat de toestel intact. Verwijder GEEN schroeven, beschermplaten
of onderdelen.
• Stel de toestel NIET bloot aan vochtigheid zoals regen.
Plaatsing
• Plaats de toestel op een horizontaal oppervlak dat niet vochtig mag
zijn of kan worden.
• De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan –5˚C en niet
hoger worden dan 35˚C.
• Zorg voor voldoende ventilatie rond de toestel. Bij gebrek aan
ventilatie kan de toestel oververhit en beschadigd raken.
Wees voorzichtig met het toestel
• NIET het netsnoer met natte handen aanraken.
Nederlands
• NIET aan het netsnoer trekken om de stekker uit het stopcontact te
halen. Trek uitsluitend aan de stekker voor het ontkoppelen zodat
het snoer niet wordt beschadigd.
• Houd het netsnoer uit de buurt van de aansluitsnoeren en de
antenne. Het netsnoer kan anders ruis of storing veroorzaken.
Verbind de antenne bij voorkeur met een coaxkabel die goed tegen
interferentie is beschermd.
• De door u gemaakte instellingen, bijvoorbeeld de voorkeurzenders
voor FM of AM (MG/LG) en geluidsinstellingen, worden na
enkele dagen gewist in geval van een stroomonderbreking of
wanneer de stekker uit het stopcontact werd getrokken.
Batterijen in de afstandsbediening
plaatsen
Voordat u de afstandsbediening kunt gebruiken, moet u eerst de twee
meegeleverde batterijen in het daarvoor bestemde batterijenvakje
plaatsen.
• Als u de afstandsbediening gebruikt, moet u deze rechtstreeks op de
afstandsbedieningssensor richten die op de toestel is aangebracht.
1
Verwijder het deksel van het batterijenvakje aan
de achterzijde van de afstandsbediening.
2
Plaats de batterijen in het batterijenvakje.
• Let daarbij op de polen van de batterijen: (+) tegen (+) en
(–) tegen (–).
De meegeleverde accessoires controleren
Controleer of u in het bezit bent van alle onderstaande meegeleverd
accessoires.
Het getal tussen haakjes geeft het aantal items aan dat u van het type
accessoire in uw bezit dient te hebben.
• Afstandsbediening (1)
• Batterijen (2)
• AM-raamantenne (voor MG/LG-ontvangst) (1)
• FM-antenne (1)
Mocht er een item ontbreken, neemt u dan onverwijld contact op
met uw leverancier.
3
Plaats het klepje terug op het batterijenvakje.
Gebruikte batterijen:
Als u merkt dat de afstand tot de ontvanger waarover de
afstandsbediening goed functioneert afneemt, moet u de batterijen
vervangen. Gebruik voor de afstandsbediening twee droge batterijen
van het type R6P(SUM-3)/AA(15F).
LET OP:
Volg de onderstaande procedures om te voorkomen dat de batterijen
gaan lekken of openbreken:
• Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit:
(+) tegen (+) en (–) tegen (–).
• Gebruik het juiste type batterijen. Batterijen die lijken op het
aangegeven type kunnen van een ander voltage zijn.
• Vervang beide batterijen altijd tegelijk en niet afzonderlijk.
• Stel batterijen nooit bloot aan warmtebronnen of open vuur.
3
De FM- en AM-antenne (voor MG/LG-ontvangst) aansluiten
AM-raamantenne
(MG/LG)
(bijgeleverd)
Kabel naar de FM-buitenantenne (niet bijgeleverd)
Sluit de FM-buitenantenne aan indien de ontvangst
met de FM-buitenantenne te wensen overlaat.
Steek de pinnen van de
raamantenne in de openingen
van de standaard om de AM-
AM
LOOP
raamantenne (MG/LG)
gebruiksklaar te maken.
Sluit een enkel met vinyl-bedekt
buitenantennedraad (niet
bijgeleverd) aan indien de AM
(MG/LG) ontvangst slecht is.
123
Aansluiten van de antenne voor AM (MG/LG)
Verbind de bijgeleverde ringantenne voor AM (MG/LG) met de
AM LOOP aansluitingen.
Richt de ring voor een optimale ontvangst.
• Verbind een enkel vinyl-bedekt buitenantennedraad (niet
bijgeleverd) met de AM EXT aansluiting indien de ontvangst
slecht is. (Houd in dat geval de ringantenne v oor AM (MG/LG)
ook aangesloten).
ANTENNA
FM 75
COAXIAL
AM
EXT
FM 75
COAXIAL
of
FM 75
COAXIAL
Standaardtype
Bijgeleverde
FM-antenne
FM-buitenantenne
(IEC of DIN45325)
(niet bijgeleverd)
FM-antenne (bijgeleverd)
De FM-antenne dient horizontaal te worden
bevestigd.
2
+
FRONT
SPEAKERS
+
1
WARNING: SHOCK HAZARD - DO NOT OPEN
AVIS : RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE - NE PAS OUVRIR
FM 75
ANTENNA
COAXIAL
MONITOR
OUT
COMPU LINK-4
(SYNCHRO)
AM
DVD
)
PHONO
DIGITAL 1
DVD
(
(
DIGITAL 2
(
DIGITAL 3
(
DIGITAL 4
DOLBY DIGITAL
/ PCM
/ DTS
DIGITAL IN
/DTS
DOLBY DIGITAL/PCM
DIGITAL OUT
AUDIO
RIGHT
CD
FRONT
)
OUT
CD
(REC)
TAPE
SUB
/CDR
IN
)
WOOFER
TV
(PLAY)
REAR
OUT
RIGHT
(REC)
)
CDR
VCR
IN
(PLAY)
SUBWOOFER
OUT
TV
RIGHT LEFT
SOUND
AUDIO
/DBS
LOOP
OUT
LEFT
(REC)
VCR
CAUTION :
IN
SPEAKER IMPEDANCE
16
(PLAY)
CENTER
LEFT
VIDEO
8
DBS
S-VIDEO
VIDEO
REAR
SPEAKERS
+
CENTER
SPEAKER
+
AM
–
EXIT
RIGHT
–
LEFT
RIGHT
–
–
LEFT
16
32
: 8
2
:16
CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE
OR
2
1
AND
1
Nederlands
Aansluiten van de antenne voor FM
Verbind de bijgeleverde FM-antenne met de FM 75 Ω COAXIAL
aansluiting als tijdelijke oplossing.
De FM-antenne dient horizontaal te worden bevestigd.
• Verbind een FM-buitenantenne (IEC of DIN45325) (niet
bijgeleverd) indien de ontvangst slecht is. Alvorens een 75 Ω
coaxkabel (met een standaardstekker) aan te sluiten, moet u de
bijgeleverde FM-antenne ontkoppelen.
Opmerkingen:
• Indien het draad v an de ringantenne v oor AM (MG/LG)
met vinyl is bedekt, moet u het vinyl van het uiteinde
verwijderen door het te draaien zoals u hier rechts ziet.
• Controleer dat de antennegeleiders geen contact
met andere aansluitingen, aansluitsnoeren en het
netsnoer maken. Dit zou namelijk de ontvangst van
zenders verslechteren.
4
Aan de slag
De basisinstellingen zijn “NO” voor de subwoofer, “LARGE”
voor de voorluidsprekers en “SMALL” voor de midden- en
achterluidsprekers. Verander voor een optimaal geluid de
instellingen in overeenstemming met uw subwoofer en luidsprekers en de karakteristieken daarvan.
De luidsprekers aansluiten
Opstelling van de luidsprekers
Midden-
luidspreker
Linkervoor
luidspreker
FM/AM TUNING
FM/AM PRESET FM MODEDIMMERPTY SEARCHTA/NEWS/INFO DISPLAY MODE
STANDBY
MEMORY
DIGITAL
SURROUND
INPUT
SURROUND ON/OFF
ANALOG/DIGITAL
BASS BOOST
INPUT ATT
SURROUND MODE
SPEAKERS ON/OFF
12
PHONES
RX-7022RAUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
DVD MULTI
MASTER VOLUME
ADJUSTSETTING
DVD VCR
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
CONTROL
DOWNUP
CD
PHONO
FM/AM
TAPE/CDR
SOURCE NAME
Subwoofer
Nederlands
Linkerachter
luidspreker
Na het aansluiten van de voor-, midden- en achterluidsprekers en/of
een subwoofer moet u de juiste informatie voor de luidsprekers
instellen voor een optimaal surroundeffect. Zie bladzijden 16 tot 18
voor details.
LET OP:
Gebruik luidsprekers met de SPEAKER IMPEDANCE die bij de
luidsprekeraansluitingen is vermeld.
Rechterachter
luidspreker
Rechtervoor
luidspreker
Aansluitdiagram
FRONT
SPEAKERS
1
FRONT
SPEAKERS
1
+
–
RIGHTLEFT
2
+
–
RIGHTLEFT
FRONT
SPEAKERS
2
Verbinden van luidsprekers met de FRONT SPEAKERS 1
aansluitingen
4321
1
1
1
De luidsprekers aan de voorzijde aansluiten
Als u wilt kunt u vier luidsprekers aan de voorzijde aansluiten (één
set op het aansluitpunt FRONT SPEAKERS 1 en de andere set op
het aansluitpunt FRONT SPEAKERS 2).
Over de impedantie van de luidsprekers
De vereiste impedantie van de luidsprekers aan de voorzijde
hangt af van de vraag of u de aansluitpunten FRONT
SPEAKERS 1 en FRONT SPEAKERS 2 tegelijkertijd of
slechts een van deze aansluitpunten gebruikt.
SITUATIE 1
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Wanneer u één set luidsprekers aan de
voorzijde aansluit
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Gebruik aan de voorzijde luidsprekers met een impedantie van 8 Ω – 16 Ω.
SITUATIE 2
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Wanneer u twee luidsprekersets aan de
voorzijde aansluit
Luidspreker
aan de
voorzijde 2
Luidspreker
aan de
voorzijde 2
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Gebruik aan de voorzijde luidsprekers met een impedantie van 16 Ω – 32 Ω.
5
RIGHT
LEFT
RIGHT
LEFT
RIGHT
LEFT
Voor iedere luidspreker moet u de (+) en (–) aansluitingen op het
achterpaneel met respectievelijk de met (+) en (–) gemarkeerde
aansluitingen van de luidsprekers verbinden.
1
Snij aan de uiteinden van elke luidsprekerkabel
de isolatielaag weg (niet bijgeleverd).
2
Draai de knop tegen de wijzers van de klok in.
3
Steek de luidsprekerkabel in de opening die
vrijkomt.
4
Draai de knop met de wijzers van de klok mee.
Verbinden van luidsprekers met de FRONT SPEAKERS 2
aansluitingen
1
2
2
Voor iedere luidspreker moet u de (+) en (–) aansluitingen op het
achterpaneel met respectievelijk de met (+) en (–) gemarkeerde
aansluitingen van de luidsprekers verbinden.
1
Snij het laatste stukje isolatie van ieder
3
1
luidsprekersnoer af, draai het en verwijder.
2
Open de aansluiting (1) en steek het
luidsprekersnoer (2) in.
3
Sluit de aansluiting.
De luidsprekers aan de achterzijde en de
luidspreker in het midden aansluiten
De luidsprekerkabel aan op de aansluitpunten die is voorzien van de
markering REAR SPEAKERS en de luidspreker die u in het midden
wilt plaatsen op de aansluitpunten die is voorzien van de markering
CENTER SPEAKER.
Midden-
luidspreker
Linkerachter
luidspreker
1
Rechterachter
luidspreker
2
1
RIGHT
LEFT
+
–
3
CENTER
SPEAKER
RIGHT
1
LEFT
REAR
SPEAKERS
RIGHTLEFT
4
RIGHT
1
LEFT
Andere apparatuur aansluiten
Schakel de stroom van alle componenten uit alvorens verbindingen
te maken.
Als u kunnen de volgende apparaten op de ontvanger worden
aangesloten. Raadpleeg ook de handleidingen die bij de andere
apparatuur werden meegeleverd.
GeluidsapparatuurBeeldapparatuur
• Draaitafel• Videorecorder
• CD-speler*• TV*
• Cassettedeckof DBS-tuner*
of CD-recorder*• DVD-speler*
*
U kunt deze apparatuur aansluiten volgens de methode die in de
paragraaf “Analoge aansluitingen” (hieronder) en in de paragraaf
“Digitale aansluitingen” (zie bladzijde 9) staat beschreven.
Analoge aansluitingen
Geluidsapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met
RCA-pinstekers (niet bijgeleverd).
Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang en de rode steker
op de rechter audio-uitgang.
LET OP:
Als u een geluidsversterker zoals een grafische equalizer tussen een
afspeelbron en deze ontvanger aansluit, kan de audio-uitvoer van de
ontvanger worden vervormd.
Nederlands
Voor iedere luidspreker moet u de (+) en (–) aansluitingen op het
achterpaneel met respectievelijk de met (+) en (–) gemarkeerde
aansluitingen van de luidsprekers verbinden.
1
Snij aan de uiteinden van elke luidsprekerkabel
de isolatielaag weg (niet bijgeleverd).
2
Draai de knop tegen de wijzers van de klok in.
3
Steek de luidsprekerkabel in de opening die
vrijkomt.
4
Draai de knop met de wijzers van de klok mee.
Aansluiten van de subwoofer
Met een subwoofer kunt u de lage tonen verbeterd weergeven of de
oorspronkelijke LFE (lage frequentie) signalen van digitale software
reproduceren.
AUDIO
RIGHTLEFT
Subwoofer met stroomcircuit
Verbind middels een RCA tulpstekkersnoer (niet bijgeleverd) de
ingangsaansluiting van een subwoofer met eigen stroomcircuit met
de SUBWOOFER OUT aansluiting op het achterpaneel.
• Raadpleeg ook de handleidingen van de subwoofer.
FRONT
SUB
WOOFER
REAR
RIGHTLEFT
SUBWOOFER
OUT
DVD
CENTER
Draaitafel
Als er bij uw draaitafel een
aardlekkabel is meegeleverd, moet u
deze aansluiten op de uitgang met
de aanduiding AM LOOP (H), te
vinden aan de achterzijde.
Draaitafel
PHONO
Naar de
audiouitgang
Voorbeeld:Deze aansluiting geldt
voor een draaitafel met
een cartridge van het type
MM (moving magnet).
Opmerking:
Draaitafels met een klein verwisselbaar element zoals een
bewegende veer moeten middels een commerciële hoofdversterker of
door middel van optransformatie op de ontvanger worden
aangesloten. Rechtstreeks aansluiten kan resulteren in een te laag
volume.
CD
OUT
(REC)
TAPE
CDR
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR
(PLAY)
TV
SOUND
DBS
IN
IN
RIGHT LEFT
AUDIO
De lage tonen zijn niet richtinggevoelig. U kunt de subwoofer
dus waar u maar wilt plaatsen. Normaal wordt de
subwoofer echter voor de luisterplaats gezet.
6
Aan de slag
CD-speler
CD-speler
Naar de audio-uitgang
Nederlands
Cassettedeck of CD-recorder
Naar de
Cassettedeck
audio-ingang
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
CDR
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
TV
SOUND
DBS
RIGHT LEFT
AUDIO
Naar de
audio-ingang
Opmerking:
Op de uitgang TAPE/CDR kunt u een cassettedeck of een CDrecorder aansluiten. Als u een CD-recorder op de uitgang TAPE/CDR
aansluit, moet u de naam van de afspeelbron wijzigen in “CDR”. De
naam van de afspeelbron wordt op de display weergegeven. Meer
informatie treft u aan zie bladzijde 11.
CD-recorder
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
CDR
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
TV
SOUND
DBS
RIGHT LEFT
AUDIO
Naar de
audio-uitgang
Naar de
audio-uitgang
Beeldapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met
RCA-pinstekers (niet bijgeleverd).
Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang, de rode steker
op de rechter audio-uitgang, en de gele steker op de video-uitgang.
Als uw beeldapparatuur is uitgerust met een S-video-uitgang (Y/Cscheiding) kunt u deze het beste met een S-videokabel aansluiten
(niet bijgeleverd). Als u deze beeldapparatuur op de S-video-ingang
en S-video-uitgang aansluit, krijgt u een betere beeldkwaliteit, zowel
bij weergave als bij opname.
BELANGRIJK:
Deze ontvanger is uitgerust met een gewone video-ingang en videouitgang, en een S-video-ingang en S-video-uitgang voor het
aansluiten van beeldapparatuur.
Het is niet noodzakelijk zowel de gewone video-ingang als de
S-video-ingang aan te sluiten.
Onthoud echter dat de videosignalen van de gewone video-ingang
alleen via de gewone video-uitgangen worden aangeboden,
terwijl de videosignalen van de S-video-ingang alleen via de Svideo-uitgangen worden aangeboden.
Als er dus een opnemend beeldapparaat en een afspelend
beeldapparaat via de verschillende video-aansluitpunten op de
ontvanger zijn aangesloten, kunt u geen beelden die afkomstig zijn
van het afspelende beeldapparaat op het opnemende beeldapparaat
opnemen. Bovendien kunt u als de TV en het afspelende
beeldapparaat via de verschillende video-aansluitpunten op de
ontvanger zijn aangesloten, geen beelden die afkomstig zijn van het
afspelende beeldapparaat op de TV bekijken.
Videorecorder
Videorecorder
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
CDR
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR
(PLAY)
TV
SOUND
DBS
IN
IN
(S-VHS of VHS)
A
B
RIGHT LEFT
AUDIO
FRONT
SUB
WOOFER
REAR
RIGHT
SUBWOOFER
OUT
AUDIO
RIGHT LEFT
CENTER
LEFT
DVD
VIDEO
E
VIDEO
C
D
F
MONITOR
OUT
DVD
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
DBS
S-VIDEO
Indien uw geluidsapparatuur beschikt over een COMPU LINKuitgang
Zie ook bladzijde 33 voor uitgebreide informatie over deze
aansluiting en het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem.
7
Å Naar de audio-uitgang voor het linker/rechter kanaal
ı Naar de audio-ingang voor het linker/rechter kanaal
Ç Naar de gewone video-uitgang
Î Naar de S-video-uitgang
‰ Naar de S-video-ingang
Ï Naar de gewone video-ingang
TV en/of DBS-tuner
DVD-speler
• Als u de DVD-speler met de stereo-stekers aansluit:
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
CDR
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
TV
SOUND
DBS
RIGHT LEFT
AUDIO
WOOFER
SUBWOOFER
FRONT
SUB
REAR
RIGHT
OUT
AUDIO
RIGHT LEFT
A
Å Naar de audio-uitgang
ı Naar de gewone video-ingang
Ç Naar de S-video-ingang
TV
DVD
CENTER
LEFT
VIDEO
B
VIDEO
MONITOR
OUT
DVD
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
DBS
C
S-VIDEO
DVD-speler
DVD
C
DVD
CENTER
VIDEO
B
MONITOR
OUT
DVD
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
DBS
S-VIDEO
VIDEO
A
AUDIO
RIGHT LEFT
FRONT
SUB
WOOFER
REAR
RIGHTLEFT
SUBWOOFER
OUT
Å Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksvoor en
rechtsvoor
ı Naar de gewone video-uitgang
Ç Naar de S-video-uitgang
Nederlands
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
CDR
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
TV
SOUND
DBS
RIGHT LEFT
AUDIO
WOOFER
SUBWOOFER
A
FRONT
SUB
REAR
RIGHT
OUT
AUDIO
RIGHT LEFT
LEFT
DBS-tuner
DBS
DVD
CENTER
VIDEO
VIDEO
B
MONITOR
OUT
DVD
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
DBS
S-VIDEO
C
Å Naar de audio-uitgang
ı Naar de gewone video-uitgang
Ç Naar de S-video-uitgang
Opmerking:
Wanneer u de DBS-tuner op de uitgang TV SOUND/DBS aansluit,
moet u de naam van de afspeelbron die op de display verschijnt
wanneer u de DBS-tuner als bron selecteert, wijzigen in “DBS”. Meer
informatie treft u aan zie bladzijde 11.
• Als u de DVD-speler met de analoge, losse stekers aansluit
(5,1 CH-reproductie):
B
DVD-speler
FRONT
SUB
WOOFER
REAR
SUBWOOFER
DVD
C
D
AUDIO
RIGHT LEFT
DVD
CENTER
RIGHTLEFT
OUT
VIDEO
VIDEO
E
MONITOR
OUT
DVD
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
DBS
F
S-VIDEO
A
Å Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksachter en
rechtsachter
ı Naar de audio-uitgang van de subwoofer
Ç Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksvoor en
rechtsvoor
Î Naar de audio-uitgang van de luidspreker in het midden
‰ Naar de gewone video-uitgang
Ï Naar de S-video-uitgang
8
Aan de slag
Digitale aansluitingen
Deze ontvanger is uitgerust met vier DIGITAL IN-aansluitingen —
een digitale coax-aansluiting en drie optische digitale aansluitingen,
en de ontvanger heeft een DIGITAL OUT-aansluiting.
Het is hierdoor mogelijk om elk digitaal apparaat aan te sluiten, zoals — :
• DBS-tuner,
• Digitale TV-tuner,
• DVD-speler,
• CD-speler, en
• CD-recorder.
BELANGRIJK:
• Let er bij het aansluiten van de DVD-speler , digitale TV-tuner of DBS-tuner
waarbij u de digitale aansluitpunten gebruikt op dat u de apparatuur tevens
aansluit op de video-bus aan de achterzijde. Zonder aansluiting op de
video-bus is het niet mogelijk om beelden te bekijken.
• Nadat u bovenstaande apparaten op de DIGITAL IN-aansluitingen
hebt aangesloten, moet u indien nodig nog de volgende instellingen
op de juiste wijze aanbrengen:
– Selecteer de juiste instelling voor de digitale ingang van DIGITAL
Nederlands
IN. Hiervoor verwijzen we u naar de paragraaf “De instelling voor
de digitale ingangen (DIGITAL IN) registreren” op bladzijde 14.
– Selecteer de juiste digitale invoermodus. Hiervoor verwijzen we u
naar de paragraaf “De invoerfunctie voor analoge of digitale
signalen selecteren” op bladzijde 15.
Digitale ingangen
TV-digitale
DBS-tuner
DVD-speler
CD-speler
CD-recorder
Opmerkingen:
• De instellingen voor de digitale ingangen van DIGITAL IN zijn in de
fabriek als volgt voor de volgende apparaten ingesteld:
– DIGITAL 1 (coax): Voor een DVD-speler
– DIGITAL 2 (optisch): Voor een CD-speler
– DIGITAL 3 (optisch): Voor de digitale TV-tuner
– DIGITAL 4 (optisch): Voor een CD-recorder
• Als u de CD-speler of de CD-recorder met behulp van het COMPU
LINK-afstandsbedieningssysteem wilt bedienen, moet u deze
apparatuur ook aansluiten op de manier die wordt beschreven in de
paragraaf “Analoge aansluitingen” (zie bladzijde 7).
Digitale uitgang
Deze aansluiting kan hetzelfde soort binnenkomende signalen
uitsturen, Dolby Digital, lineair PCM en DTS.
CD-recorder, enz.
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd)
tussen digitale optische aansluitpunten
DBS
Als de digitale recorder (b.v. een
CD-recorder) is uitgerust met een
digitale, optische ingang, dient u
deze te verbinden met de uitgang
DVD
DIGITAL OUT zodat u van digitaal
naar digitaal kunt opnemen.
DOLBY DIGITAL/PCM
/DTS
DIGITAL OUT
Digitale coaxkabel (niet bijgeleverd)
tussen digitale coax-aansluitpunten
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd)
tussen digitale optische aansluitpunten
Als het desbetreffende apparaat een
digitale coax-uitgang heeft, moet u dat
apparaat met een digitale coax-kabel
(niet bijgeleverd) aansluiten op de
ingang DIGITAL 1 (DVD).
Als het desbetreffende apparaat een
digitale optische uitgang heeft, moet u
dat apparaat met een digitale optische
kabel (niet bijgeleverd) aansluiten op
de ingang DIGITAL 2 (CD), DIGITAL 3
(TV) of DIGITAL 4 (CDR).
Verwijder voor het aanbrengen
van een digitale optische kabel
eerst het beschermende
dopje uit de ingang.
DIGITAL 2 ( CD )
DIGITAL 3 ( TV )
DIGITAL 4 (CDR)
DOLBY DIGITAL
/PCM
/DTS
DIGITAL 1
DIGITAL IN
De netspanningskabel aansluiten
Alvorens ontvanger aan te sluiten, moet u nagaan of alle benodigde
aansluitingen tot stand zijn gebracht.
Steek de stekker van de netspanningskabel in een
wandcontactdoos.
Houd de netspanningskabel uit de buurt van de aansluitkabels en de
antenne. De netspanningskabel kan de ontvangst en de weergave van
beelden en geluid negatief beïnvloeden. We raden u aan voor de
antenne gebruik te maken van coaxkabel omdat deze kabelsoort de
beste bescherming biedt tegen storingen van buitenaf.
LET OP:
(DVD)
• Raak de netspanningskabel niet met natte handen aan.
• Trek niet aan de netspanningskabel als u die uit de
wandcontactdoos wilt verwijderen. Pak de kabel altijd bij de stekker
beet en trek de stekker voorzichtig uit het stopcontact zodat de
kabel niet kan beschadigen.
9
Basisbediening
Vooraanzicht Ontvanger
STANDBY-lampje
FM/AM TUNING
STANDBY
STANDBY/ON
SURROUND ON/OFF
SURROUND MODE
PHONES
Hoofd-
telefooningang
Display
FM/AM PRESET FM MODE
MEMORY
INPUT
ANALOG/DIGITAL
BASS BOOST
INPUT ATT
SPEAKERS ON/OFF
12
SPEAKERS
ON/OFF
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
SPK
12
ANALOG
LC
R
DIGITAL AUTO
PRO LOGIC ΙΙ DSP H.PHONE
LFE
S.WFR
LINEAR PCM
S
LS RS
DIGITAL
CH-
DVD
DVD MULTI
CD TAPE/CDR
SOURCE NAME
Bronkeuze-
toetsen
STEREO
TUNED
BASS BOOST
INPUT ATT RDS
TV SOUND/DBS
VCR
SOURCE NAME
PHONO
SOURCE
NAME
TA NEWS INFO
FM/AM
AUTO MUTING
VOLUME
SLEEP
DIMMER
ADJUST
SETTING
CONTROL
DOWN UP
PHONES
STANDBY/ON
Inschakelen van de spanning
Druk op de toets STANDBY/ON (of AUDIO van de
afstandsbediening).
STANDBY
STANDBY/ON
Op het bedieningspaneel
Met de afstandsbediening
aan de voorzijde
De STANDBY-lampje dooft. De naam van de ingestelde bron (of
frequentie van zender) verschijnt op het display.
De naam van de ingestelde bron verschijnt
SPK
L C
S.WFR
LS RS
1
R
LFE
S
CH-
ANALOG
Het huidige volumeniveau wordt hier getoonde
Uitschakelen van de spanning (naar standby-modus)
Druk nogmaals op de toets STANDBY/ON
(of AUDIO van de afstandsbediening).
De STANDBY-lampje aan de voorzijde licht nu op.
Opmerking:
Tijdens standby wordt er nog een kleine hoeveelheid stroom naar het
toestel gestuurd. Om de spanning geheel uit te schakelen, moet u de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken.
AUDIO
VOLUME
STANDBY
STANDBY/ON
Afstandsbediening
A/V CONTROL RECEIVER
MASTER
VOLUME
DISPLAY MODEDIMMER PTY SEARCH TA/NEWS/INFO
MASTER VOLUME
Bronkeuze-
toetsen
DIMMER
MUTING
CATV/DBS VCR TV AUDIO
DVD MULTIDVD
CD
FM/AM
TAPE/CDR
TV/DBS VCRPHONO
TREBLE
BASS
−−++
SURROUND
SURROUNDANALOG/DIGITAL
BASS BOOST EFFECT
DIMMER
CATV/DBS
CONTROL
CONTROL
TV/VIDEO
TUNING
SOUND
MUTING
+
−
REC
PAUSE
MODE INPUTON/OFF
– CENTER +
231
MENU
– REAR • L +
TEST
564
ENTER
– REAR • R +
897/P
– SUB WOOFER +
0
RETURN FM MODE 1 00
+−+−+
CH TV VOL
TA/NEWS/INFO
/REWFF/
( PTY – PTY SEARCH – PTY 9
DISPLAY
MODE
REMOTE CONTROL
CONTROL
SLEEP
+1010
+
VOLUME
−
AUDIO
SLEEP
VOLUME
+/–
Kiezen van de weer te geven bron
Druk op een van de bronkeuzetoetsen. De naam van de gekozen
bron verschijnt op het display.
DVD MUL TIDVD
CD
DVD MULTI
DVDVCR
CDTAPE/CDR
SOURCE NAME
PHONO
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
FM/AM
Op het bedieningspaneel
Met de afstandsbediening
aan de voorzijde
DVD MULTI : Hiermee selecteert u de DVD-speler om digitale
video-discs te bekijken als u op de DVD-speler
gebruik maakt van de analoge uitvoermodus
(5,1 ch-reproductie).
Meer informatie over de afspeelfunctie DVD
MULTI leest u op bladzijde 32.
DVD:Hiermee selecteert u de DVD-speler.
VCR:Hiermee selecteert u de videorecorder.
TV SOUND/DBS
: Hiermee selecteert u het geluid van de TV (of de
DBS-tuner).
CD *: Hiermee selecteert u de CD-speler.
TAPE/CDR * : Hiermee selecteert u het cassettedeck (of de
CD-recorder).
PHONO *: Hiermee selecteert u de draaitafel.
FM/AM *: Hiermee de FM- of AM (MG/LG)-band.
•Door iedere druk op de toets wordt beurtelings
FM of AM (MG/LG) geselecteerd.
Opmerkingen:
• Als u een CD-recorder aansluit (op de uitgang met de aanduiding
TAPE/CDR) of een DBS-tuner (op de uitgang met de aanduiding
TV SOUND/DBS), moet u de naam van de afspeelbron die op de
display wordt weergegeven wijzigen. Zie “De naam van een
afspeelbron wijzigen” op bladzijde11.
• Als u een digitaal apparaat op een digitale ingang hebt aangesloten
(zie bladzijde 9), moet u de digitale invoermodus selecteren (zie
bladzijde 15).
• Als u een van de bronkeuzetoetsen op de afstandsbediening
indrukt hierboven aangegeven met een asterisk (*) wordt de
ontvanger automatisch ingeschakeld.
FM/AM
TAPE/CDRTV/DBSVCRPHONO
Nederlands
10
Basisbediening
DVDVCR
TV SOUND/DBS
CDTAPE/CDR
SOURCE NAME
FM/AM
DVD MULTI
PHONO
SOURCE NAME
De naam van een afspeelbron wijzigen
Verander de bronnaam die op het display wordt
getoond indien u een CD-recorder met de
TAPE/CDR aansluitingen heeft verbonden of de DBStuner met de TV SOUND/DBS aansluitingen op het achterpaneel.
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TAPE” in “CDR”:
1
Druk op de toets TAPE/CDR
(SOURCE NAME) om “TAPE” als
bron te kiezen.
2
Druk op de toets SOURCE NAME
(TAPE/CDR) en houdt deze ingedrukt
tot “CDR” is toegekend.
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TV SOUND” in “DBS”:
1
Nederlands
Druk op de toets TV SOUND/DBS
(SOURCE NAME) om “TV SOUND”
als bron te kiezen.
2
Druk op de toets SOURCE NAME
(TV SOUND/DBS) en houdt deze
ingedrukt tot “DBS” is toegekend.
Remote
TAPE/CDR
SOURCE NAME
TAPE/CDR
SOURCE NAME
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
NOT
Het volume aanpassen
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Draai de knop MASTER VOLUME met de
wijzers van de klok mee om het volume te
vergroten.
Draai de knop tegen de wijzers van de klok
in om het volume te verkleinen.
Met de afstandsbediening:
Druk op de toets VOLUME + om het volume te
vergroten.
Druk op de toets VOLUME – om het volume te
verkleinen.
LET OP:
Zet het volume altijd op het minimum niveau alvorens u een bron
inschakelt. Als u het volume op het maximum niveau zet, kan de
plotselinge geluidsexplosie uw gehoororganen en/of de luidsprekers
permanente schade toebrengen.
Opmerking:
Het volumeniveau kan worden ingesteld op waarden tussen “0”
(minimaal) en “50” (maximaal).
+
VOLUME
−
MASTER VOLUME
Als u de naam van de afspeelbron wilt wijzigen in “TAPE” of
“TV SOUND”, moet u dezelfde procedure als hierboven
omschreven uitvoeren.
Opmerkingen:
• Voor het bekijken van beelden van de DBS-tuner, moet u de
bronnaam naar “DBS” veranderen. Indien “TV SOUND” wordt
gekozen, kunt u het beeld van de DBS-tuner niet bekijken.
• Ook zonder dat u de namen van de bronnen verandert, kunt u de
aangesloten apparatuur gebruiken. Er kunnen zich echter wel
enkele ongemakken voordoen.
– De vermelding “TAPE” of “TV SOUND” verschijnt op de display
terwijl u in feite de CD-recorder of DBS-tuner hebt geselecteerd.
– Het is niet mogelijk de digitale ingang (zie bladzijde 15) voor de
CD-recorder te gebruiken.
– U kunt geen gebruik maken van het COMPU LINK-
afstandsbedieningssysteem om de CD-recorder te bedienen (zie
bladzijde 33).
Verschillende afspeelbronnen voor beeld en geluid
selecteren
U kunt naar het beeld van een beeldapparaat kijken en tegelijkertijd
naar het geluid van een ander apparaat luisteren.
Druk op een van de bronkeuzetoetsen —
CD, TAPE/CDR, PHONO, FM/AM, terwijl u naar het beeld van een
beeldapparaat kijkt bijvoorbeeld beelden die afkomstig zijn van een
videorecorder, DVD-speler of DBS-tuner, enz.
DVD MUL TIDVD
CD
FM/AM
TAPE/CDRTV/DBSVCRPHONO
Op het bedieningspaneel
aan de voorzijde
Opmerking:
Als u een beeldapparaat hebt geselecteerd, worden de beelden van
het geselecteerde apparaat naar de TV gestuurd tenzij u een ander
beeldapparaat selecteert.
11
Met de afstandsbediening
De luidsprekers aan de voorzijde
selecteren
Remote
NOT
Als u twee luidsprekersets aan de voorzijde hebt aangesloten, kunt u
kiezen van welke set u gebruik wilt maken.
SPEAKERS ON/OFF
1
2
Als u de luidsprekers wilt gebruiken die zijn aangesloten op de
aansluiting met de aanduiding FRONT SPEAKERS 1, moet u
op de toets SPEAKERS ON/OFF 1 drukken zodat de indicator
SPK 1 op het display gaat branden. (Zorg ervoor dat de indicator
SPK 2 niet aan is).
Als u de luidsprekers wilt gebruiken die zijn aangesloten op de
aansluiting met de aanduiding FRONT SPEAKERS 2, moet u
op de toets SPEAKERS ON/OFF 2 drukken zodat de indicator
SPK 2 op het display gaat branden. (Zorg ervoor dat de indicator
SPK 1 niet aan is).
Als u alle twee de luidsprekersets wilt gebruiken, moet u op de
toets SPEAKERS ON/OFF 1 en de toets SPEAKERS ON/OFF 2
drukken zodat zowel de indicator SPK 1 als SPK 2 op het display
branden.
Als u geen van beide luidsprekersets wilt gebruiken, moet u op de
toets SPEAKERS ON/OFF 1 en de toets SPEAKERS ON/OFF 2
drukken zodat zowel de indicator SPK 1 als SPK 2 op het display uit zijn.
Opmerkingen:
• Als u een van de surroundfuncties kiest terwijl er zowel op de
aansluiting met de aanduiding FRONT SPEAKERS 1 als
luidsprekers zijn aangesloten, worden de luidsprekers die op
FRONT SPEAKERS 2 zijn aangesloten gedeactiveerd.
• Als de surroundfunctie in gebruik is, kunt u alleen de luidsprekers
die op FRONT SPEAKERS 1 of 2 zijn aangesloten gebruiken.
• Indien u “DVD MULTI” als bron heeft gekozen met gebruik van beide
op de FRONT SPEAKERS 1 en 2 aansluitingen aangesloten
luidsprekers, worden de met de FRONT SPEAKERS
aansluitingen verbonden luidsprekers uitgeschakeld.
• Indien u “DVD MULTI” als bron heeft gekozen, kunt u uitsluitend
één paar met de FRONT SPEAKERS 1 of 2 verbonden
luidsprekers kiezen.
2
2
Alleen met een hoofdtelefoon
luisteren
Remote
NOT
Veranderen van de helderheid van het
display
Als u via een hoofdtelefoon wilt luisteren, dient u de luidsprekers uit
te schakelen.
1
Sluit de hoofdtelefoon aan op de ingang met de aanduiding
PHONES, te vinden aan de voorzijde van de eenheid.
2
Druk op de toets SPEAKERS ON/OFF 1 en SPEAKERS
ON/OFF 2 zodat de indicator SPK 1 en de SPK 2 op de display
uitgaan.
• “HEADPHONE” verschijnt even en de H. PHONE indicator
licht op het display.
ANALOG
L
R
H.PHONE
De huidige gekozen surroundfunctie wordt nu geannuleerd en de
HEADPHONE functie wordt geactiveerd (zie hieronder).
HEADPHONE functie
Bij gebruik van een hoofdtelefoon worden de volgende signalen,
ongeacht de gemaakte luidsprekerinstellingen, gereproduceerd:
— Voor 2-kanaal bronnen worden de signalen van de linker- en
rechtervoorkanalen direct via de hoofdtelefoon weergegeven.
— Voor multikanaal bronnen worden de signalen voor de linker- en
rechtervoorkanalen, midden- en achterkanalen teruggemengd en
vervolgens via de hoofdtelefoon weergege ven.
U kunt dus ook via de hoofdtelefoon multikanaal geluidsbronnen
beluisteren.
U kunt het display dimmen.
Druk op de toets DIMMER.
DIMMER
Op het bedieningspaneel
DIMMER
Met de afstandsbediening
aan de voorzijde
• Door iedere druk op de toets wordt het display afwisselend
gedimd en helder.
Uitschakelen van de stroom
met de inslaaptimer
U kunt in slaap vallen terwijl u naar muziek luistert—Inslaaptimer.
Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP van deafstandsbediening.
• De SLEEP indicator licht op het display op en de tijd
tot het uitschakelen verandert met stappen van 10 minuten.
SPKSLEEP
L C
S.WFR
LS RS
1
R
LFE
S
CH-
ANALOG
SLEEP
Nederlands
Opmerkingen:
• In de HEADPHONE functie is het niet mogelijk om naar een
surroundfuncties te luisteren (zie bladzijde 26).
• Als u de luidsprekers activeert, wordt de HEADPHONE functie
geannuleerd en wordt de eerder geselecteerde surroundfuncties
opnieuw geactiveerd.
LET OP:
Verlaag beslist het volume:
• Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten, daar een hoog
volume zowel de hoofdtelef oon als uw gehoor kan beschadigen.
• Alvorens de luidsprekers weer in te schakelen, daar anders mogelijk
een zeer hoog volume via de luidsprekers wordt weergegeven.
Tijdelijk uitschakelen van het
geluid—Dempen
U kunt het volume tijdelijk uitschakelen.
Druk op de toets MUTING van de afstandsbediening
om het geluid via alle aangesloten luidsprekers en
hoofdtelefoon te dempen.
• “MUTING” verschijnt op het display en het volume wordt
geheel verlaagd (de volumeniveau-indicator dooft).
SPK
1
ANALOG
L C
R
LFE
S.WFR
S
LS RS
CH-
Voor het weer inschakelen van het geluid, druk nogmaals op de
toets MUTING.
• Door aan de voorzijde aan de knop MASTER VOLUME te
draaien op de bedieningspaneel of op de afstandsbediening op de
toets VOLUME +/– te drukken, wordt het geluid hersteld.
MUTING
201030405060
(Geannuleerd)
0
70
8090
Wanneer de ingestelde stoptijd is bereikt
Het ontvanger wordt automatisch uitgeschakeld.
Controleren of veranderen van de resterende tijd tot de stoptijd
Druk éénmaal op de toets SLEEP.
De resterende tijd (in minuten) tot de stoptijd wordt getoond.
• Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP om de stoptijd te
veranderen.
Annuleren van de inslaaptimer
Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP totdat “SLEEP 0 MIN” op
het display verschijnt. (De SLEEP indicator dooft).
• De inslaaptimer wordt ook geannuleerd wanneer u de spanning
zelf uitschakelt.
12
Basisbediening
Automatisch geheugen voor basisinstellingen
Dit toestel legt de geluidsinstellingen voor iedere bron vast
wanneer—:
• u de spanning uitschakelt,
• u van bron verandert, en
• u de bronnaam invoert.
Bij het veranderen van bron worden de in het geheugen
vastgelegde instellingen voor de nieuwe gekozen bron
automatisch opgeroepen.
De volgende instellingen kunnen voor iedere bron worden v astgelegd:
• Verzwakking van het ingangssignaal (zie bladzijde 19)
• Balans (zie bladzijde 19)
• Tooninstelling (zie bladzijde 20)
• Subwoofer-uitgangsniveau (zie bladzijde 20)
• Keuze van de surroundfunctie (zie bladzijden 29 – 31)
• Basversterking (zie bladzijde 20)
Nederlands
Opmerkingen:
• Het is niet mogelijk om verschillende instellingen toe te kennen
en op te slaan voor digitale en analoge invoermodi.
• AIs u FM of AM als afspeelbron hebt geselecteerd, kunt u voor
elke omroepband een andere instelling opgeven en opslaan.
Voor opname
Van analoog naar analoog opnemen
U kunt via deze ontvanger van elke analoge bron tegelijkertijd
opnames maken op—:
• het cassettedeck (of de CD-recorder) die op de uitgang
TAPE/CDR is aangesloten,
• en de videorecorder die op de uitgang VCR is aangesloten.
Van digitaal naar digitaal opnemen
U kunt via deze ontvanger van de geselecteerde digitale invoer
digitale opnames maken op een digitale recorder die op de
uitgang DIGITAL OUT is aangesloten.
Signaal- en luidsprekerindicators op het display
Signaalindicators
SPK
12
ANALOG
S.WFR
LSRSS
RCL
LFE
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
DIGITAL
LC
S.WFR
LS RS
S
CH-
De volgende signaalindicators lichten op—:
L:•Indien de digitale ingang is gekozen: Licht op wanneer
het linkerkanaal een signaal ontvangt.
• Indien de analoge ingang is gekozen: Licht altijd op.
R:•Indien de digitale ingang is gekozen: Licht op wanneer
het rechterkanaal een signaal ontvangt.
• Indien de analoge ingang is gekozen: Licht altijd op.
C:Wanneer het middenkanaal een signaal ontvangt.
LS : Wanneer het linkerachterkanaal een signaal ontvangt.
RS : Wanneer het rechterachterkanaal een signaal ontvangt.
S:Indien een mono-signaal voor het achterkanaal of een met
Dolby Digital Surround gecodeerd 2-kanaal signaal wordt
ontvangen.
LFE: Wanneer het LFE kanaal een signaal ontvangt.
De indicators voor de luidsprekers gaan alleen aan als—:
• De overeenkomende luidspreker is ingeschakeld, en
• De overeenkomende luidspreker voor de huidige weergave
vereist is.
Opmerkingen:
• Als u “DVD MULTI” selecteert, lichten alle signaalindicators op
behalve “S”.
• Als voor “SUBWOOFER” de instelling “YES” (zie bladzijde 16) is
geselecteerd, licht
S.WFR
op.
Luidsprekerindicators
R
PRO LOGIC ΙΙ
LFE
LSRSS
S.WFR
RCL
LFE
Opmerkingen:
• Analoog naar digitaal en digitaal naar analoog opnemen is niet
mogelijk.
• Het uitvoerniveau van het volume, basversterking (zie bladzijde
20), tooninstelling (zie bladzijde 20) en de surroundfunctie(zie
bladzijde 26) hebben geen invloed op de opname.
• Het testtoonsignaal (zie bladzijden 29 en 30) wordt niet via de
uitgang DIGITAL OUT afgegeven.
13
Basisinstellingen
Vooraanzicht Ontvanger
FM/AM TUNING
STANDBY
STANDBY/ON
SURROUND ON/OFF
SURROUND MODE
PHONES
INPUT
ANALOG/DIGITAL
FM/AM PRESET FM MODE
MEMORY
INPUT
ANALOG/DIGITAL
INPUT ATT
SPEAKERS ON/OFF
12
Display
BASS BOOST
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
SPK
12
ANALOG
LC
R
DIGITAL AUTO
PRO LOGIC ΙΙ DSP H.PHONE
LFE
S.WFR
LINEAR PCM
S
LS RS
DIGITAL
CH-
DVD
DVD MULTI
CD TAPE/CDR
SOURCE NAME
Bronkeuze-
toetsen
BASS BOOST
INPUT ATT RDS
VCR
PHONO
TUNED
STEREO
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
TA NEWS INFO
FM/AM
AUTO MUTING
VOLUME
SETTING
SLEEP
ADJUST
CONTROL
DOWN UP
SETTING
CONTROL
UP 5/DOWN ∞
De instelling voor de digitale
ingangen (DIGITAL IN) registreren
Remote
NOT
Als u gebruik maakt van de digitale ingangen moet u aangeven
welke apparaten op welke ingangen (DIGITAL IN 1/2/3/4) zijn
aangesloten.
Voordat u begint...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
moet u bij stap 1 beginnen.
De uitgang met de aanduiding DIGITAL 1
instellen
1
Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING totdat “COAX DIGI IN”
op het display verschijnt.
SPK
1
L C
S.WFR
LS RS
S
R
LFE
CH-
DIGITAL AUTO
Afstandsbediening
A/V CONTROL RECEIVER
DISPLAY MODEDIMMER PTY SEARCH TA/NEWS/INFO
MASTER VOLUME
Bronkeuze-
toetsen
CATV/DBS VCR TV AUDIO
DVD MULTIDVD
CD
FM/AM
TAPE/CDR
TV/DBS VCRPHONO
TREBLE
BASS
−−++
SURROUND
SURROUNDANALOG/DIGITAL
BASS BOOST EFFECT
SOUND
DIMMER
MUTING
CATV/DBS
CONTROL
CONTROL
TV/VIDEO
TUNING
PAUSE
RETURN FM MODE 1 00
+
−
REC
( PTY – PTY SEARCH – PTY 9
MODE INPUTON/OFF
– CENTER +
231
– REAR • L +
TEST
564
– REAR • R +
897/P
– SUB WOOFER +
0
+−+−+
CH TV VOL
TA/NEWS/INFO
/REWFF/
DISPLAY
MODE
REMOTE CONTROL
SLEEP
MENU
ENTER
+1010
+
VOLUME
−
CONTROL
ANALOG/
DIGITAL
INPUT
Als de uitgang van DIGITAL 1 is ingesteld, worden de uitgangen
DIGITAL 2/3/4 automatisch als volgt ingesteld:
Als DIGITAL 1 is ingesteld op “DVD”
2 CD 3 TV (of DBS*) 4 CDR
Als DIGITAL 1 is ingesteld op “CD”
2 DVD 3 TV (of DBS*) 4 CDR
Als DIGITAL 1 is ingesteld op “TV” of “DBS”
2 DVD 3 CD 4 CDR
Als DIGITAL 1 is ingesteld op “CDR”
2 DVD 3 CD 4 TV (of DBS*)
*
Als u de naam van de afspeelbron van “TV SOUND” hebt
gewijzigd in “DBS” wordt “DBS” weergegeven (zie bladzijde
11).
Druk herhaaldelijk op de toets SETTING totdat “OPT DIGI IN” op
het display verschijnt.
Na 2 seconden verandert het display en toont de huidige instelling.
Nederlands
Na 2 seconden verandert het display en toont de huidige
instelling.
SPK
1
L C
S.WFR
LS RS
S
R
LFE
CH-
DIGITAL AUTO
2
Druk op de toets CONTROL UP 5/
DOWN ∞ om de gewenste instelling
voor de digitale uitgang te selecteren.
• Door iedere druk op de toets wordt er een andere instelling
op de display weergegeven, en wel in deze volgorde:
1 DVD j 1 CD j 1 TV (of 1 DBS*) j 1 CDR j
(terug naar het begin)
*
Als u de naam van de afspeelbron van “TV SOUND” hebt
gewijzigd in “DBS” wordt “DBS” weergegeven (zie bladzijde
11).
CONTROL
DOWNUP
De instelling van de uitgang DIGITAL 3
De instelling van de
uitgang DIGITAL 2
Opmerkingen:
• De instellingen voor de digitale ingangen van DIGITAL IN zijn in de
fabriek als volgt voor de volgende apparaten ingesteld:
– DIGITAL 1 (coax): Voor een DVD-speler
– DIGITAL 2 (optisch): Voor een CD-speler
– DIGITAL 3 (optisch): Voor de digitale TV-tuner
– DIGITAL 4 (optisch): Voor een CD-recorder
• Als u de uitgang met de aanduiding DIGITAL 4 voor de CD-recorder
gebruikt, moet u “CDR” als afspeelbron selecteren. (Zie bladzijde
11).
De instelling van de
uitgang DIGITAL 4
14
Basisinstellingen
LC
S.WFR
LS RS
CH-
S
LFE
SPK
DIGITAL AUTO
DIGITAL
R
DIGITAL AUTO
DTS SURROUND
DOLBY DIGITAL
De invoerfunctie voor analoge of digitale
signalen selecteren
Als u digitale componenten zowel op analoge als digitale
aansluitingen (zie bladzijden 6 en 9) hebt aangesloten, dient u de
juiste invoermodus te selecteren.
Voordat u begint...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
moet u bij stap 1 beginnen.
1
Druk op de een van de bronkeuzetoetsen—DVD,
TV SOUND/DBS (TV/DBS van de
afstandsbediening), CD of TAPE/CDR*—
waarvoor u de ingangsfunctie wilt veranderen.
Nederlands
DVD MULTI
CDTAPE/CDR
Op het bedieningspaneel
Opmerking:
*
Voor de afspeelbronnen die hierboven staan vermeld geldt dat
u alleen de digitale ingangen kunt kiezen van de bronnen
waarvoor u de digitale aansluitingen hebt geselecteerd. (Zie
“De instelling voor de digitale ingangen (DIGITAL IN)
registreren” op bladzijde 14).
DVDVCR
PHONO
SOURCE NAME
aan de voorzijde
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
FM/AM
DVD MUL TIDV D
Met de afstandsbediening
CD
FM/AM
TAPE/CDRTV/DBSVCRPHONO
Voer de volgende stappen uit indien u de volgende problemen
heeft bij weergave van Dolby Digital of DTS Digital
Surround software met “DIGITAL AUTO” gekozen:
• Geen geluid bij het starten van de weergave.
• Ruis tijdens het zoeken of verspringen naar hoofdstukken of
fragmenten.
1
Druk op de toets INPUT ANALOG/DIGITAL (of
ANALOG/DIGITAL INPUT van de
afstandsbediening).
INPUT
ANALOG / DIGITAL
INPUT ATT
Op het bedieningspaneel
ANALOG/DIGITAL
INPUT
Met de afstandsbediening
aan de voorzijde
2
Druk op de toets CONTROL UP 5/
DOWN ∞ om “DOLBY DIGITAL” of
“DTS SURROUND” te kiezen terwijl
“DIGITAL AUTO” nog steeds op het display
wordt getoond.
• Door iedere druk op de toets verandert de digitale
ingangsfunctie als volgt:
Met “DOLBY DIGITAL” of “DTS SURROUND”
gekozen, zal “DIGITAL AUTO” doven.
Remote
NOT
2
15
Druk op de toets INPUT ANALOG/DIGITAL (of
ANALOG/DIGITAL INPUT van de
afstandsbediening) om de digitale ingangsfunctie
te kiezen.
INPUT
ANALOG / DIGITAL
INPUT ATT
Op het bedieningspaneel
Met de afstandsbediening
aan de voorzijde
• Door iedere druk op de toets wordt ingangsfunctie
afwisselend de analoge ingang (“ANALOG”) en de digitale
ingang (“DIGITAL AUTO”) ingesteld.
DIGITAL AUTO : Kies voor de digitale ingangsfunctie. Het
ontvanger tast automatisch het formaat van
het binnenkomende signaal af. (De
DIGITAL AUTO indicator licht op het
display op en vervolgens licht de digitale
signaalindicator voor het afgetaste signaal
op).
ANALOG: Kies voor de analoge ingangsfunctie.
(Basisinstelling bij het verlaten van de
fabriek).
ANALOG/DIGITAL
INPUT
• Kies “DOLBY DIGITAL” voor weergave van software die met
Dolby Digital is gecodeerd.
• Kies “DTS SURROUND” voor weergave van software die met
DTS Digital Surround is gecodeerd.
Opmerking:
Bij het uitschakelen van de spanning of het kiezen van een andere
bron, worden “DOLBY DIGITAL” en “DTS SURROUND” geannuleerd
en de digitale ingangsfunctie automatisch weer naar “DIGITAL AUTO”
teruggesteld.
De volgende analoog/digitaal signaalindicators op het display tonen
wat voor een type signaal door het toestel wordt ontvangen.
ANALOG: Licht op wanneer de analoge ingang is gekozen.
LINEAR PCM : Licht op wanneer Lineair PCM signalen
worden ontvangen.
DIGITAL : • Licht op wanneer Dolby Digital signalen
worden ontvangen.
• Knippert wanneer “DOLBY DIGITAL” is
gekozen voor software die niet met Dolby
Digital signalen is gecodeerd.
: • Licht op wanneer DTS signalen worden
ontvangen.
• Knippert wanneer “DTS SURROUND” is
gekozen voor software die niet met DTS
signalen is gecodeerd.
Opmerking:
Indien “DIGITAL AUT O” het binnenkomende signaal niet kan
herkennen, zal er geen digitale signaalindicator op het display oplichten.
De basisinstellingen zijn “NO” voor de subwoofer, “LARGE”
voor de voorluidsprekers en “SMALL” voor de midden- en
achterluidsprekers. Verander voor een optimaal geluid de
instellingen in overeenstemming met uw subwoofer en luidsprekers en de karakteristieken daarvan.
Instellen van de
luidspreker-informatie
Remote
NOT
Voor een optimaal geluid of effect met de surroundfuncties (zie
bladzijden 29 – 31), moet u de volgende informatie voor de
luidsprekers en subwoofer instellen nadat alle vereiste verbindingen
zijn gemaakt.
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
1
moet u bij stap
beginnen.
Subwooferinformatie
Leg in het geheugen vast of er wel of geen subwoofer is
aangesloten.
1
Druk herhaaldelijk op de toets
T SETTING
SETTING totdat “SUBWOOFER”
(met de huidige instelling)* op het
display verschijnt.
SPK
1
L C
S.WFR
R
LFE
CH-
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
* “NO” is de basisinstelling, “YES” wordt getoond indien u de
instelling reeds heeft veranderd.
2
Druk op de toets CONTROL UP 5/
CONTROL
DOWNUP
DOWN ∞ om in het geheugen vast te
leggen of er wel of geen subwoofer is
aangesloten.
• Door iedere druk op de toets wordt beurtelings “YES” of
“NO” geselecteerd.
YES: Kies indien u een subwoofer heeft aangesloten. U
kunt het uitgangsniveau voor de subwoofer
instellen (zie bladzijde 20).
NO: Kies indien u geen subwoofer heeft of de
subwoofer heeft ontkoppeld.
Luidsprekerformaat
Leg de formaten van alle aangesloten luidsprekers vast.
• Leg de nieuwe informatie vast indien u uw luidsprekers heeft
veranderd.
1
Druk herhaaldelijk op de toets
T SETTING
SETTING totdat “FRNT SP
(luidsprekers aan de voorzijde)”,
“CNTR SP (middenluidspreker)” of “REAR SP
(luidspreker aan de achterzijde)” (met de huidige
instelling)* op het display verschijnt.
SPK
1
L C
S.WFR
LS RS
S
R
LFE
CH-
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
* “LARGE” is de basisinstelling voor de voorluidsprekers en
“SMALL” voor de midden- en achterluidsprekers. Een andere
aanduiding verschijnt indien u zelf de instelling reeds heeft
veranderd.
CONTROL
2
Druk op de toets CONTROL UP 5/
DOWNUP
DOWN ∞ om de juiste v ermelding
over de in de bovenstaande stappen
geselecteerde luidspreker te selecteren.
• Door iedere druk op de toets verschijnt er een andere instelling
op de display, en wel in deze volgorde:
LARGE
NONE
SMALL
LARGE :Selecteer deze instelling wanneer de luidspreker
relatief groot is ten opzichte van de andere
luidsprekers. (Zie “Opmerkingen” hieronder).
SMALL : Selecteer deze instelling wanneer de luidspreker
relatief klein is ten opzichte van de andere
luidsprekers. (Zie “Opmerkingen” hieronder).
NONE: Selecteer deze instelling wanneer u geen
luidspreker hebt aangesloten. (U kunt deze
instelling niet kiezen voor de luidsprekers aan de
voorzijde).
3
Herhaal stap 1 en 2 om de juiste vermeldingen
voor de overige luidsprekers te selecteren.
Opmerkingen:
• Denk bij het aanbrengen van wijzigingen aan de volgende richtlijn.
– Als de belangrijkste luidspreker die in de box is ingebouwd een
grotere doorsnede heeft dan 12 cm, moet u de instelling
“LARGE” selecteren. Als de doorsnede van die luidspreker
kleiner is dan 12 cm, moet u de instelling “SMALL” selecteren.
• Als u eerder hebt opgegeven geen subwoofer te hebben
aangesloten de instelling “NO”, kunt u voor de grootte van de
luidsprekers aan de voorzijde nu alleen de instelling “LARGE”
kiezen.
• Als u voor de luidsprekers aan de voorzijde de instelling “SMALL”
hebt geselecteerd, is het niet mogelijk om voor de luidsprekers in
het midden en aan de achterzijde de vermelding “LARGE” te
selecteren.
Nederlands
16
Basisinstellingen
Luidsprekerafstand
Leg eerst de gewenste meeteenheid vast en dan de luidspr ekerafstand
tot uw luisterplaats.
3
• Start vanaf stap
ingesteld.
• Luidsprekerafstand is niet van toepassing op de
DVD MULTI-afspeelmodus.
1
Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING totdat “UNIT” (met de
huidige instelling)* op het display
verschijnt.
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
indien u de eenheid voor het meten reeds heeft
SETTING
SPK
1
L C
R
LFE
S.WFR
S
LS RS
CH-
Linkervoor
luidspreker
Linkerachter
luidspreker
Midden-
luidspreker
Rechtervoor
luidspreker
2,7 m
(9 voet)
2,4 m
(8 voet)
2,1 m
(7 voet)
Rechterachter
luidspreker
3,0 m
(10 voet)
* “METER” is de basisinstelling, “FEET” wordt getoond indien
Nederlands
u de instelling reeds heeft veranderd.
2
Druk op de toets CONTROL UP 5/
DOWN ∞ om de eenheid te kiezen.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend
“METER” en “FEET” ingesteld.
METER : De luidsprekerafstand wordt in meters getoond.
FEET: De luidsprekerafstand wordt in voet getoond.
3
Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING totdat “FRNT DIS (afstand
voor),” “CNTR DIS (afstand midden)”
of “REAR DIS (afstand achter)” (met de huidige
instelling)* op het display verschijnt.
• Het display toont de huidige instelling met de in stap
gekozen meeteenheid.
* “3.0m” is de basisinstelling voor meter en “10FT” voor voet.
Een andere waarde wordt getoond indien u de instelling reeds
heeft veranderd.
4
Druk op de toets CONTROL UP 5/
DOWN ∞ om de juiste
luidsprekerafstand te kiezen.
• Indien u “METER” in stap 2 heeft gekozen,
verandert de waarde met stappen van 0,3 meter
vanaf “0.3m” naar “9.0m”.
• Indien u “FEET” in stap
verandert de waarde met stappen van 1 voet
vanaf “1FT” naar “30FT”.
2
heeft gekozen,
CONTROL
DOWNUP
SETTING
2
CONTROL
DOWNUP
Voorbeeld: In dit geval
stel “FRNT DIS” op “3.0m” of “10FT,”
stel “CNTR DIS” op “2.7m” of “9FT” en
stel “REAR DIS” op “2.4m” of “8FT”.
Opmerking:
Indien u “NONE” voor de midden- en achterluidsprekers heeft
gekozen, kunt u de luidsprekerafstand voor de midden- en
achterluidsprekers niet instellen.
Drempelfrequentie
Kleine luidsprekers kunnen de lage tonen niet efficiënt
reproduceren. Indien u een kleine luidspreker op een willekeurige
positie gebruikt, worden met dit toestel automatisch de elementen
van de lage tonen voor de kleine luidspreker naar de grote
luidsprekers gestuurd.
Voor een juist gebruik van deze functie moet u dit
drempelfrequentieniveau in overeenstemming met het formaat van
de aangesloten kleine luidspreker instellen.
• Deze functie heeft geen effect indien u “LARGE” voor alle
luidsprekers heeft ingesteld.
• De drempelfrequentie is niet van toepassing op de
DVD MULTI-afspeelmodus en de HEADPHONE functie.
1
Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING totdat “CROSS (drempel)”
(met de huidige instelling)* op het
display verschijnt.
SPK
1
L C
S.WFR
LS RS
S
R
LFE
CH-
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
* “100HZ” is de basisinstelling. Een andere frequentie
verschijnt indien u de instelling reeds heeft veranderd.
17
2
Druk op de toets CONTROL UP 5/
DOWN ∞ om het gewenste
drempelfrequentieniveau te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert het
drempelfrequentieniveau als volgt:
80HZ
100HZ
150HZ200HZ
120HZ
CONTROL
DOWNUP
Versterking van lage frequentie-effect
Als het basgeluid vervormd klinkt wanneer u het geluid afspeelt van
een bron waarbij u gebruik maakt van Dolby Digital of DTSDigital Surround, moet u de onderstaande procedure volgen.
• De versterking van lage frequentie-effect is niet van toepassing op
de DVD MULTI-afspeelmodus.
• Deze functie is uitsluitend effectief indien subwoofersignalen
(LFE) worden ontvangen (met “SUBWOOFER” op “YES”
gesteld).
1
Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING totdat “LFE ATT
(versterking van lage frequentieeffect)” (met de huidige instelling)*
op het display verschijnt.
1
SPK
LC
DIGITAL
S.WFR
LS RS
R
LFE
S
CH-
DIGITAL AUTO
* “0dB” is de basisinstelling, “–10dB” wordt getoond indien u
de instelling reeds heeft veranderd.
CONTROL
2
Druk op de toets CONTROL UP 5/
DOWNUP
DOWN ∞ om de attenuatie
(afzwakking) van het laagfrequente
effect te selecteren.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend “0dB” en
“–10dB” ingesteld.
Compressie van het dynamisch bereik
U kunt het dynamisch bereik (verschil tussen het maximale geluid en
het minimale geluid) voor de weergave van het geluid comprimeren.
Dit is vooral handig wanneer u bijvoorbeeld ’s avonds laat een
surround-bron beluistert.
• Deze functie heeft uitsluitend effect op weergave van een bron met
Dolby Digital.
1
Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING totdat “D. COMP
(compressie van het dynamisch
bereik)” (met de huidige instelling)*
op het display verschijnt.
SPK
1
L C
S.WFR
LS RS
S
R
LFE
CH-
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
* “MID” is de basisinstelling. Een andere instelling verschijnt
indien u de instelling reeds heeft veranderd.
CONTROL
2
Druk op de toets CONTROL UP 5/
DOWNUP
DOWN ∞ om de juiste
compressieniveau te kiezen.
• Door iedere druk op de toets wordt er een
andere instelling op de display weergegeven,
en wel in deze volgorde:
OFF
MAX
MID
Nederlands
0dB: Selecteer onder normale omstandigheden deze
instelling.
–10dB:Selecteer deze instelling als het bass-geluid
vervormd is.
OFF : Selecteer deze instelling als u van het volle dynamische
bereik van de surround sound wilt genieten. (Zonder
effecten).
MID : Selecteer deze instelling als u het dynamische bereik
van de surround sound enigszins wilt verkleinen.
MAX : Selecteer deze instelling als u het dynamische bereik
sterk wilt verkleinen. (Met name nuttig’s nachts).
18
Regelen van het geluid
N
Vooraanzicht Ontvanger
Display
STANDBY
STANDBY/ON
PHONES
FM/AM TUNING
FM/AM PRESET FM MODE
SURROUND MODE
INPUT
ANALOG/DIGITAL
INPUT ATT
SURROUND ON/OFF
INPUT ATT
MEMORY
BASS BOOST
SPEAKERS ON/OFF
12
BASS BOOST
ANALOG
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
DIGITAL
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
SPK
12
LC
R
PRO LOGIC ΙΙ DSP H.PHONE
LFE
S.WFR
S
LS RS
CH-
DVD MULTI
CD TAPE/CDR
SOURCE NAME
STEREO
TUNED
BASS BOOST
TA NEWS INFO
INPUT ATT RDS
DVD
TV SOUND/DBS
VCR
SOURCE NAME
FM/AM
PHONO
ADJUST
Nederlands
Nadat u eenmaal de volgende instellingen heeft gemaakt,
onthoudt de receiver de instellingen voor iedere bron.
Het invoersignaal dempen
Wanneer het invoersignaal van de analoge bron te sterk is, treedt er
vervorming op. Als dit het geval is, dient u het invoersignaal af te
zwakken zodat de vervorming van het geluid verdwijnt.
1
Druk op de toets INPUT ATT
(INPUT ANALOG/DIGIT AL) en
houdt zodat de indicator INPUT
ATT op de display oplicht.
SPK
L C
S.WFR
LS RS
1
R
LFE
S
CH-
INPUT ATT
ANALOG
• Door iedere druk op de toets en houdt wordt de
dempingsfunctie ingeschakeld (“INPUT ATT ON”) of
uitgeschakeld (“INPUT NORMAL”).
Opmerking:
Dit effect werkt niet indien u “DVD MULTI” als bron heeft gekozen.
ANALOG / DIGITAL
AUTO MUTING
SLEEP
VOLUME
ADJUST
SETTING
CONTROL
DOWN UP
CONTROL
UP 5/DOWN ∞
Remote
NOT
INPUT
INPUT ATT
Afstandsbediening
A/V CONTROL RECEIVER
DISPLAY MODEDIMMER PTY SEARCH TA/NEWS/INFO
MASTER VOLUME
BASS+/–
BASS
BOOST
SOUND
De balans van de luidsprekers
aan de voorzijde aanpassen
CATV/DBS VCR TV AUDIO
DVD MULTIDVD
CD
FM/AM
TAPE/CDR
TV/DBS VCRPHONO
TREBLE
BASS
−−++
SURROUND
SURROUNDANALOG/DIGITAL
BASS BOOST EFFECT
SOUND
DIMMER
MUTING
CATV/DBS
CONTROL
CONTROL
TV/VIDEO
TUNING
MODE INPUTON/OFF
TEST
RETURN FM MODE 1 00
+−+−+
CH TV VOL
+
/REW
−
(PTY – PTY SEARCH – PTY9
REC
PAUSE
– CENTER +
231
MENU
– REAR • L +
564
ENTER
– REAR • R +
897/P
– SUB WOOFER +
0
TA/NEWS/INFO
DISPLAY
MODE
REMOTE CONTROL
CONTROL
SLEEP
+1010
+
VOLUME
−
FF/
TREBLE+/–
SUBWOOFER +/–
Remote
NOT
Als de luidspreker linksvoor en rechtsvoor niet hetzelfde
geluidsniveau hebben, kunt u het volume desgewenst aanpassen.
Voordat u begint...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
1
moet u bij stap
1
Druk herhaaldelijk op de toets
beginnen.
ADJUST SETTI
ADJUST totdat “BALANCE” (met de
huidige instelling)* op het display
verschijnt.
SPK
1
L C
S.WFR
LS RS
S
R
LFE
CH-
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
* “CNTR (midden)” is de basisinstelling. Een andere instelling
verschijnt indien u de instelling reeds heeft veranderd.
2
Druk op de toets CONTROL UP 5/
CONTROL
DOWNUP
DOWN ∞ om de balans aan te
passen.
• Als u op de toets CONTROL UP 5 drukt,
wordt het niveau van het linkerkanaal van
“CNTR (midden)” verlaagt tot “L–21”.
• Als u op de toets CONTROL DOWN ∞ drukt, wordt het
niveau van het rechterkanaal van “CNTR (midden)” verlaagt
tot “R–21”.
19
De toon aanpassen
Instellen van het subwoofer uitgangsniveau
Het is mogelijk om de hoge tonen (treble) en lage tonen (bass) naar
wens aan te passen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Voordat u begint...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
1
moet u bij stap
1
Druk herhaaldelijk op de toets ADJUST
beginnen.
ADJUST SETTING
totdat “BASS” of “TREBLE” (met de
huidige instelling)* op het display
verschijnt.
SPK
1
L C
S.WFR
LS RS
S
R
LFE
CH-
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
* “0” is de basisinstelling. Een andere waarde (niveau)
verschijnt indien u de instelling reeds heeft veranderd.
BASS: Voor het regelen van de lage tonen.
TREBLE : Voor het regelen van de hoge tonen.
2
Druk op de toets CONTROL UP 5/
CONTROL
DOWNUP
DOWN ∞ om het niveau van de hoge
of lage tonen aan te passen
(van –10 tot +10).
• Door iedere druk op de toets wordt het
geluidsniveau circa ±2 stappen gewijzigd.
Met de afstandsbediening:
1
Druk op de toets BASS +/– of
BASS
−+
TREBLE +/– om het niveau van de
hoge of lage tonen aan te passen
(van –10 tot +10).
• Door iedere druk op de toets wordt het
geluidsniveau circa ±2 stappen gewijzigd.
−
TREBLE
+
U kunt het uitgangsniveau van de subwoofer instellen indien u een
subwoofer heeft aangesloten en de instelling voor de subwoofer is
vastgelegd—“YES”.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Voordat u begint...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
1
moet u bij stap
1
Druk herhaaldelijk op de toets ADJUST
beginnen.
ADJUST SETTING
totdat “SUBWFR” (Subwoofer)” (met de
huidige instelling)* op het display verschijnt.
SPK
1
L C
S.WFR
LS RS
S
R
LFE
CH-
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
* “0” is de basisinstelling. Een andere waarde (niveau)
verschijnt indien u de instelling reeds heeft veranderd.
CONTROL
2
Druk op de toets CONTROL UP 5/
DOWNUP
DOWN ∞ om het uitvoerniveau van de
subwoofer aan te passen (van –10 tot +10).
Met de afstandsbediening:
1
Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen treden in werking voor het
wijzigen van het geluid.
2
Druk op de toets SUBWOOFER +/– om
het uitvoerniveau van de subw oofer aan
SOUND
– SUB WOOFER +
0
FM MODE100
+10
te passen (van –10 tot +10).
Opmerking:
Het uitgangsniveau voor de subwoofer kan niet worden ingesteld bij
gebruik van een hoofdtelefoon.
Het basgeluid versterken
Het is mogelijk om het niveau van het basgeluid te versterken.
Nederlands
+
Druk op het bedieningspaneel aan de voorzijde van
de eenheid of op de afstandsbediening op de toets
BASS BOOST om de basversterkingsfunctie te
selecteren.
BASS BOOST
Op het bedieningspaneel
Met de afstandsbediening
aan de voorzijde
• Door iedere druk op de toets wordt er basversterkingsfunctie
ingeschakeld (“BASSBOOST ON”) en uitgeschakeld
(“BASSBOOST OFF”).
–Selecteer “BASSBOOST ON” als u de basversterkingsfunctie wilt
inschakelen. De indicator BASS BOOST op de display licht op.
–Selecteer “BASSBOOST OFF” als u de basversterkingsfunctie wilt
uitschakelen. De indicator BASS BOOST op de display gaat uit.
Opmerking:
Deze functie is alleen van invloed op het geluid van de luidsprekers
aan de voorzijde.
BASS BOOST
20
Bediening van de tuner
Vooraanzicht Ontvanger
FM/AM
TUNING
STANDBY
STANDBY/ON
PHONES
Nederlands
Handmatig afstemmen op stations
1
Druk op de toets FM/AM om de gewenste
omroepband te selecteren (FM of AM—MG/LG).
Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in de
desbetreffende band was afgestemd.
Op het bedieningspaneel
• Door iedere druk op de toets wordt beurtelings FM of
AM (MG/LG) geselecteerd.
FM/AM
PRESET
FM/AM TUNING
SURROUND ON/OFF
SURROUND MODE
5/∞
FM/AM PRESET FM MODE
INPUT
ANALOG/DIGITAL
INPUT ATT
12
5/∞
MEMORY
FM/AM
aan de voorzijde
FM MODE
MEMORY
BASS BOOST
SPEAKERS ON/OFF
Display
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
STEREO
TUNED
ANALOG
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
SPK
12
LC
R
PRO LOGIC ΙΙ DSP H.PHONE
S.WFR
LFE
LS RS
S
DIGITAL
CH-
DVD
DVD MULTI
CD TAPE/CDR
SOURCE NAME
BASS BOOST
INPUT ATT RDS
VCR
PHONO
TA NEWS INFO
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
FM/AM
AUTO MUTING
VOLUME
SLEEP
FM/AM
UP 5/DOWN ∞
FM/AM
Met de afstandsbediening
bedieningstoetsen
ADJUST
SETTING
CONTROL
DOWN UP
CONTROL
Afstandsbediening
RDS-
DISPLAY MODEDIMMER PTY SEARCH TA/NEWS/INFO
MASTER VOLUME
FM MODE
TUNING +/–
A/V CONTROL RECEIVER
CATV/DBS VCR TV AUDIO
DVD MULTIDVD
CD
FM/AM
TAPE/CDR
TV/DBS VCRPHONO
TREBLE
BASS
−−++
SURROUND
SURROUNDANALOG/DIGITAL
BASS BOOST EFFECT
SOUND
DIMMER
MUTING
CATV/DBS
CONTROL
CONTROL
TV/VIDEO
TUNING
PAUSE
+
−
REC
(
MODE INPUTON/OFF
– CENTER +
231
MENU
– REAR • L +
TEST
564
ENTER
– REAR • R +
897/P
– SUB WOOFER +
0
RETURN FM MODE 1 00
+−+−+
CH TV VOL
TA/NEWS/INFO
/REW
PTY – PTY SEARCH – PTY
DISPLAY
MODE
REMOTE CONTROL
VOLUME
CONTROL
SLEEP
+1010
+
−
FF/
9
FM/AM
Cijfertoetsen
RDSbedieningstoetsen
Werken met voorkeurzenders
Wanneer een station eenmaal aan een kanaalnummer is toegekend,
kunt u snel op dat station afstemmen. Er kunnen in totaal 30 FMzenders en 15 AM (MG/LG) -zenders als voorkeurzenders worden
ingesteld.
Een station als voorkeurzender
instellen
Voordat u begint...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
2
moet u bij stap
beginnen.
Remote
NOT
STEREO
TUNED
ANALOG
SPK
L C
S.WFR
LS RS
1
R
LFE
S
CH-
AUTO MUTING
VOLUME
Bijv.: Met de FM-golfband gekozen.
2
Druk herhaaldelijk op de toets FM/AM TUNING
5/∞ (TUNING +/– van de afstandsbediening) tot
u de frequentie die u zoekt hebt gevonden.
• Als u op de toets FM/AM TUNING 5 (TUNING + van de
afstandsbediening) drukt, wordt er een hogere frequentie
gekozen.
• Als u op de toets FM/AM TUNING ∞ (TUNING – van de
afstandsbediening) drukt, wordt er een lagere frequentie
gekozen.
FM/AM TUNING
+
TUNING
−
Op het bedieningspaneel
aan de voorzijde
Opmerkingen:
• Als u in stap 2 de toetsen FM/AM TUNING 5/ ∞ ingedrukt houdt,
wordt er net zolang gezocht tot er een station wordt gevonden.
• Als u afstemt op een station waarvan de signaalsterkte toereikend
is, verschijnt er op de display de indicator TUNED.
• Wanneer het station een FM-zender is die in stereo wordt
ontvangen, licht ook de indicator STEREO op.
Met de afstandsbediening
1
Stem af op het station dat u als voorkeurzender
wilt instellen (zie “Handmatig afstemmen op
stations”).
Als u de FM-ontvangstmodus voor dit station wilt opslaan, moet
u nu de FM-ontvangstmodus van uw keuze selecteren. Zie “Een
FM-ontvangstmodus selecteren” op bladzijde 22.
STEREO
TUNED
SPK
L C
S.WFR
LS RS
1
R
LFE
S
CH-
ANALOG
2
Druk op de toets MEMORY.
AUTO MUTING
VOLUME
De CH- indicator licht op en de positie voor het
kanaalnummer knippert gedurende circa 5 seconden
op de display.
STEREO
TUNED
SPK
1
ANALOG
L C
R
LFE
S.WFR
S
LS RS
CH-
3
Druk zolang de positie voor het
AUTO MUTING
VOLUME
FM/AM PRESET
kanaalnummer knippert op de
toets FM/AM PRESET 5/∞ om
een kanaalnummer te selecteren.
STEREO
TUNED
ANALOG
SPK
L C
S.WFR
LS RS
S
1
R
LFE
CH-
AUTO MUTING
VOLUME
MEMORY
21
4
Druk nogmaals op de toets MEMORY
MEMORY
wanneer het geselecteerde
kanaalnummer op de display knippert.
Het geselecteerde kanaalnummer stopt met knipperen.
Het station is nu een kanaalnummer toegekend.
STEREO
TUNED
SPK
L C
S.WFR
LS RS
S
1
R
LFE
CH-
ANALOG
5
Herhaal stap 1 tot en met 4 tot u alle stations die
AUTO MUTING
VOLUME
u als voorkeurzenders wilt instellen in het
geheugen hebt opgeslagen.
Een voorkeurzender uit het geheugen verwijderen
Als u een nieuw station het kanaalnummer van een bestaande
voorkeurzender toekent, wordt de bestaande voorkeurzender uit het
geheugen verwijderd.
Afstemmen op een voorkeurzender
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1
Druk op de toets FM/AM om de
FM/AM
gewenste omroepband te selecteren
(FM of AM—MG/LG).
Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige
keer in de desbetreffende band was afgestemd.
• Door iedere druk op de toets wordt beurtelings
FM of AM (MG/LG) geselecteerd.
STEREO
TUNED
ANALOG
SPK
L C
S.WFR
LS RS
S
1
R
LFE
CH-
AUTO MUTING
VOLUME
Een FM-ontvangstmodus selecteren
Als een FM-stereo-uitzending moeilijk is te ontvangen of als er veel
ruis wordt ontvangen, het is mogelijk een andere FMontvangstmodus te selecteren wanneer u naar een FM-uitzending
luistert.
• U kunt voor elk FM-station dat u als voorkeurzender hebt
ingesteld de door u gewenste FM-ontvangstmodus in het geheugen
opslaan (zie bladzijde 21).
1
Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op
FM MODE.
• Door iedere druk op de toets wordt de FM-ontvangstfunctie
afwisselend op “AUTO*” en “MONO” gesteld.
FM MODE
Op het bedieningspaneel
aan de voorzijde
SPK
ANALOG
L C
S.WFR
LS RS
S
SPK
L C
S.WFR
LS RS
1
R
LFE
CH-
1
R
LFE
S
CH-
ANALOG
– SUB WOOFER +
0
FM MODE
Met de afstandsbediening
STEREO
TUNED
AUTO MUTING
TUNED
Nederlands
2
Druk herhaaldelijk op de toets FM/AM
FM/AM PRESET
PRESET 5/∞ tot u het kanaal dat u
zoekt hebt gevonden.
• Als u op de toets FM/AM PRESET 5 drukt,
wordt er een hoger kanaalnummer gekozen.
• Als u op de toets FM/AM PRESET ∞ drukt,
wordt er een lager kanaalnummer gekozen.
Met de afstandsbediening:
1
Druk op de toets FM/AM om de
FM/AM
gewenste omroepband te selecteren
(FM of AM—MG/LG).
De laatst ontvangen zender van de gekozen golfband
wordt ingesteld en de cijfertoetsen werken nu voor de
bediening van de tuner.
• Door iedere druk op de toets wordt beurtelings
FM of AM (MG/LG) geselecteerd.
– CENTER +
EFFECT
2
Druk op de cijfertoetsen om een
voorkeurzender te selecteren.
• Druk voor kanaalnummer 5, op de toets
met het cijfer 5.
• Druk voor kanaalnummer 15, op +10
en daarna op 5.
• Druk voor kanaalnummer 20, op +10 en daarna op 10.
• Druk voor kanaalnummer 30, op +10, daarna op +10, en tot slot op 10.
Opmerking:
U kunt de cijfertoetsen van de afstandsbediening gebruiken om een
kanaalnummer te kiezen. Zorg ervoor dat u de cijfertoetsen hebt
geactiveerd voor de tuner en niet voor de CD-speler of een andere
afspeelbron. (Zie bladzijde 34).
231
MENU
– REAR • L +
TEST
564
ENTER
– REAR • R +
P
897/
– SUB WOOFER +
0+1010
RETURN FM MODE100
* “AUTO” is de basisinstelling.
AUTO:Kies normaliter deze stand.
Programma’s die in stereo worden uitgezonden,
worden in stereo ontvangen. Programma’s die in
mono worden uitgezonden, worden in mono
ontvangen. De modus “AUTO” kan ook worden
gebruikt om statische storingen tussen stations te
onderdrukken. Als u deze modus selecteert, licht
de indicator AUTO MUTING op de display op.
MONO: Kies voor een betere ontvangst (maar het stereo-
effect wordt geannuleerd).
Met deze functie hoort u ruis tussen de zenders
tijdens het afstemmen. De AUTO MUTING
indicator dooft van het display. (De STEREO
indicator dooft tevens).
+
22
Bediening van de tuner
DISPLAY MODE
RDS (Radio Data System) gebruiken om
FM-stations te ontvangen
Dankzij RDS kunnen FM-stations een extra signaal aan hun
reguliere uitzendsignaal toevoegen. Zo kunnen deze zenders
bijvoorbeeld de naam van het station, alsmede informatie over de
aard van het programma (bijvoorbeeld sport of muziek) met het
reguliere signaal meezenden.
Wanneer u op een FM-station hebt afgestemd dat RDS-gegevens
uitzendt, zal de indicator RDS op de display oplichten.
Met deze ontvanger kunnen de volgende soorten RDS-signalen
worden ontvangen.
PS (Stationsnaam):Toont stationsnamen
PTY (Programmatype): Toont het genre van het
radioprogramma
Nederlands
RT (Radiotekst):Toont tekstberichten die het station
uitzendt
Enhanced Other Network: Zie bladzijde 25.
Opmerkingen:
• RDS-signalen worden niet uitgezonden door AM (MG/LG)-stations.
• RDS kan gebrekkig of niet functioneren wanneer het station waarop
u hebt afgestemd de RDS-signalen niet goed uitzendt of wanneer
het ontvangstsignaal te zwak is.
Wat voor een informatie heeft de RDS-service
te bieden?
De RDS-signalen die door stations worden uitgezonden, kunnen op
de display worden weergegeven.
Over tekens die op de display worden weergegeven
Als de display PS-, PTY- of RT-signalen weergeeft, gelden de
volgende regels voor de tekens.
• Er worden geen bijzondere letters op de display weergegeven. Zo
kan een “A” bijvoorbeeld een “Å, Ä, Ã, Á, À, of ” aanduiden.
Opmerkingen:
• Als u op de afstandsbediening op de toets DISPLAY MODE drukt,
moet u ervoor zorgen dat het FM-station ook met de
afstandsbediening hebt geselecteerd. Als u dat niet hebt gedaan,
zult u merken dat u de tuner niet met de toets DISPLAY MODE
kunt bedienen. (Als u op de toets FM/AM drukt, wordt de
afstandsbediening voor de bediening van de tuner geactiveerd).
TA/NEWS/INFO
FM/AM
• Als het zoeken plotseling wordt afgebroken, verschijnen de
vermeldingen “PS”, “PTY” en “RT” niet op de display.
/REWFF/
( PTY – PTY SEARCH – PTY 9
DISPLAY
MODE
Een programma zoeken met behulp van
een PTY-code
Eén van de voordelen van de RDS-service is dat u een bepaald
programma kunt opsporen op de voorgeprogrammeerde kanalen
(zie bladzijde 21) door de PTY-codes op te geven.
De RDS-signalen zichtbaar maken
Druk terwijl u naar een FM-station luistert op de toets
DISPLAY MODE.
Op het bedieningspaneel
TA/NEWS/INFO
/REWFF/
( PTY – PTY SEARCH – PTY 9
DISPLAY
MODE
Met de afstandsbediening
aan de voorzijde
• Door iedere druk op de toets verandert de weergave op de display.
De volgende informatie wordt zichtbaar:
PSPTY
RTFrequentie
PS (Stationsnaam):
Tijdens het zoeken verschijnt de vermelding “PS” op de display en
daarna wordt de naam van het station weergegeven. De vermelding
“NO PS” verschijnt indien er geen signaal wordt verzonden.
PTY (Programmatype):
Tijdens het zoeken verschijnt de v ermelding “PTY” op de display en
daarna wordt het genre van het programma weergege ven. De v ermelding
“NO PTY” verschijnt indien er geen signaal wordt verzonden.
RT (Radiotekst):
Tijdens het zoeken verschijnt de v ermelding “RT” op de display en
daarna worden tekstberichten die het station uitzendt weergegev en. De
vermelding “NO R T” verschijnt indien er g een signaal wordt v erzonden.
Frequentie:
De frequentie die wordt ontvangen (niet een service van het RDS-systeem).
23
Een programma zoeken door een PTY-code op te
geven
Voordat u begint...
• De zoekfunctie PTY Search kan alleen worden toegepast op
stations die als voorkeurzender zijn ingesteld.
• U kunt het zoeken op elk gewenst moment onderbreken door op
de toets PTY SEARCH te drukken.
• De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden
1
uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap
indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
• Als u de toetsen op de afstandsbediening wilt gebruiken, moet u
het FM-station met behulp van de afstandsbediening hebben
geselecteerd. Als u dat niet hebt gedaan, zult u merken dat de
RDS-bedieningstoetsen niet werken. (Door op de toets FM/AM te
drukken, wordt de afstandsbediening geactiveerd voor de
bediening van de RDS-functie).
FM/AM
op de volgende bladzijde
TA/NEWS/INFO
/REWFF/
( PTY – PTY SEARCH – PTY 9
DISPLAY
MODE
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1
Druk terwijl u naar een FM-station
luistert op de toets PTY SEARCH.
Die vermelding “PTY SELECT” knippert op de display.
2
Druk zolang “PTY SELECT” knippert
op de toets CONTROL UP5/DOWN ∞
totdat gewenste PTY-code op het display
verschijnt.
Het display geeft u de hier rechts beschreven PTY-codes.
PTY SEARCH
CONTROL
DOWNUP
PTY-codes
DOCUMENT
FOLK M (Volksmuziek)
ALARM
TEST
OLDIES
NONE
NEWS
AFFAIRS
INFO (Informatief)
SPORT
EDUCATE (Educatief)
3
Druk nogmaals op de toets PTY
PTY SEARCH
SEARCH terwijl de PTY-code die in de
vorige stap werd geselecteerd nog op de
display staat.
Tijdens het uitvoeren van de zoekopdracht, verschijnen de
vermelding “SEARCH” en de geselecteerde PTY-code
beurtelings op de display.
De ontvanger doorzoekt 30 FM-voorkeurzenders, stopt wanneer
het station dat u zoekt is gevonden en stemt automatisch op dat
station af.
Doorgaan met zoeken nadat het eerste station is gevonden
Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH wanneer de
eerdergenoemde vermeldingen elkaar knipperend op de display
afwisselen.
Indien er geen programma wordt gevonden, de vermelding “NOT
FOUND” verschijnt op de display.
Met de afstandsbediening:
1
Druk terwijl u naar een FMstation luistert op de toets PTY
SEARCH.
Die vermelding “PTY SELECT” knippert
op de display.
2
Druk zolang “PTY SELECT” knippert op de
TA/NEWS/INFO
/REWFF/
( PTY – PTY SEARCH – PTY 9
DISPLAY
MODE
toets PTY + of PTY – totdat gewenste PTY-code
op het display verschijnt.
Het display geeft u de hier rechts beschreven PTY-codes.
3
Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH terwijl
de PTY-code die in de vorige stap werd
geselecteerd nog op de display staat.
Tijdens het uitvoeren van de zoekopdracht, verschijnen de
vermelding “SEARCH” en de geselecteerde PTY-code
beurtelings op de display.
De ontvanger doorzoekt 30 FM-voorkeurzenders, stopt wanneer
het station dat u zoekt is gevonden en stemt automatisch op dat
station af.
NATION M (Nationale muziek)
COUNTRY
JAZZ
LEISURE
TRAVEL
PHONE IN
RELIGION
SOCIAL
CHILDREN
FINANCE
Wanneer er een nooduitzending (ALARM-signaal) door een
FM-station wordt uitgezonden
De ontvanger stemt automatisch af op het desbetreffende station,
behalve in de volgende situaties:
• Wanneer u niet-RDS zenders beluistert (alle AM—MG/LG en
bepaalde FM-zenders en andere bronnen).
• Als de ontvanger in de Standby-modus staat.
Tijdens de ontvangst van een nooduitzending, de vermelding
“ALARM” verschijnt op de display.
Het TEST-signaal wordt uitgezonden ten behoeve van het testen
van apparatuur en is bedoeld om na te gaan of de ontvanger in
staat is een ALARM-signaal naar behoren te ontvangen.
Bij de ontvangst van een TEST-signaal gedraagt de ontvanger zich
precies zoals bij de ontvangst van een ALARM-signaal. Wanneer er
een TEST-signaal wordt ontvangen, schakelt de ontvanger
onmiddellijk over naar het station dat het TEST-signaal uitzendt.
Tijdens de ontvangst van een TEST-signaal de vermelding “TEST”
verschijnt op de display.
EASY M (Easy Listening muziek)
OTHER M (Andersoortige muziek)
WEATHER
DRAMA
CULTURE
SCIENCE
VARIED
POP M (Popmuziek)
ROCK M (Rockmuziek)
LIGHT M (Lichte muziek)
CLASSICS
Nederlands
Doorgaan met zoeken nadat het eerste station is gevonden
Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH wanneer de
eerdergenoemde vermeldingen elkaar knipperend op de display
afwisselen.
Indien er geen programma wordt gevonden, de vermelding “NOT
FOUND” verschijnt op de display.
24
Bediening van de tuner
Tijdelijk naar een radioprogramma van uw
keuze overschakelen
Een andere handige RDS-service draagt de naam “Enhanced Other
Network”.
Dankzij deze service kan de ontvanger tijdelijk van een bepaald
station overschakelen naar een radioprogramma van uw keuze
(TA, NEWS en/of INFO), behalve in de volgende omstandigheden:
• Wanneer u niet-RDS zenders beluistert (alle AM—MG/LG en
bepaalde FM-zenders en andere bronnen).
• Als het laatst ontvangen FM-station een station was dat geen
RDS-signalen uitzond.
• Als de ontvanger in de Standby-modus staat.
Voordat u begint...
• De Enhanced Other Network-functie is alleen op voorkeurzenders
van toepassing.
1
Nederlands
Druk herhaaldelijk op de toets TA/NEWS/INFO
tot het genre van uw keuze op het display
verschijnt.
TA/NEWS/INFO
TA/NEWS/INFO
Op het bedieningspaneel
aan de voorzijde
• Door iedere druk op de toets wordt er een andere instelling op
de display weergegeven, en wel in deze volgorde:
TA
TA/NEWS/INFO
TA:Verkeersinformatie (Traffic Announcement).
NEWS: Nieuws.
INFO: Informatief programma, in de breedste zin van het
Opmerking:
U kunt TA/NEWS/INFO van de afstandsbediening gebruiken na een
druk op de toets FM/AM.
SITUATIE 1
De ontvanger blijft de huidige bron afspelen (geldt voor alle
bronnen behalve AM—MG/LG).
NEWS
NEWS/INFO
woord.
Als er geen enkel station is dat een
programma uitzendt van het genre dat u
hebt geselecteerd
/REWFF/
( PTY – PTY SEARCH – PTY 9
DISPLAY
MODE
Met de afstandsbediening
INFO
TA/NEWS
TA/INFO
SITUATIE 2
De ontvanger blijft het station waarop u al had afgestemd
ontvangen en de indicator voor de ontvangen PTY-code gaat
knipperen.
Als het FM-station waar u naar luistert een
programma uitzendt van het genre dat u
hebt geselecteerd
‘
Wanneer het programma is beëindigd, stopt de indicator voor
de ontvangen PTY-code met knipperen en blijft nu continu
branden. De ontvanger blijft in de Enhanced Other Networkstandby-modus staan.
Als u niet meer wilt luisteren naar het programma dat door
Enhanced Other Network werd geselecteerd
Druk nogmaals op de toets TA/NEWS/INFO zodat de indicator van
het programmatype (TA/NEWS/INFO) op het display dooft. De
Enhanced Other Network functie wordt met de receiver geannuleerd
en er wordt weer op de hiervoor ingestelde zender afgestemd.
Opmerkingen:
• Sommige FM-stations zenden Enhanced Other Network-gegevens
uit waar deze ontvanger niet mee overweg kan.
• Enhanced Other Network functioneert niet met bepaalde FMzenders die RDS leveren.
• Als u in de Enhanced Other Network-standby-functie een
synchrone opname wilt maken (zie bladzijde 33), wordt de
Enhanced Other Network-standby-functie tijdelijk geannuleerd. De
ontvanger keert terug in de Enhanced Other Network-standbyfunctie wanneer u de bediening hebt beëindigd.
• De Enhanced Other Network-modus werkt alleen als u een FMstation met de Enhanced Other Network-code ontvangt. (De
indicator TA/NEWS/INFO gaat aan alser een AM (MG/LG)-zender
wordt ontvangen, maar bij deze zenders werkt de Enhanced Other
Network-functie niet).
• Waneer u naar een programma luistert waarop met behulp van de
Enhanced Other Network-functie is afgestemd, is het niet mogelijk
de toetsen voor het selecteren van een afspeelbron en de toets
PTY SEARCH te gebruiken.
LET OP:
Als de ontvanger onverhoopt heen en weer blijft springen tussen het
station waarop de Enhanced Other Network-functie wil afstemmen en
de door u geselecteerde bron, moet u op de toets TA/NEWS/INFO
drukken om de Enhanced Other Network-functie uit te schakelen. Als
u niet op de toets drukt, wordt uiteindelijk afgestemd op het station
waarop de ontvanger nu al is afgestemd en verdwijnt de indicator voor
het Enhanced Other Network-programmagenre dat op de display
knippert.
‘
Wanneer een station een programma gaat uitzenden dat
voldoet aan het genre dat u hebt geselecteerd, schakelt de
ontvanger automatisch over naar dat station. De indicator voor
de ontvangen PTY-code gaat knipperen.
‘
Wanneer het programma is beëindigd, keert de ontvanger terug
naar de eerder geselecteerde bron, maar de Enhanced Other
Network-standby-modus blijft in werking. De indicator voor
de ontvangen PTY-code stopt met knipperen en blijft nu
continu branden.
25
Voor realistische geluidsvelden
U kunt de volgende surrounfuncties gebruiken voor weergave met
een realistisch geluidsveld:
■ Dolby Surround
• Dolby Pro Logic II
• Dolby Digital
■ DTS Digital Surround
■ DAP functies
■ All Channel Stereo
■ Dolby Surround
Dolby Pro Logic II*
Dolby Pro Logic II heeft een nieuw-ontwikkeld multikanaal
weergaveformaat voor het decoderen van alle 2-kanaal bronnen—
stereobronnen en met Dolby Surround gecodeerde bronnen—tot 5,1kanaal.
De matrix-gebaseerde codering/decodering voor Dolby Pro Logic II
heeft geen begrenzing voor de drempelfrequentie van de achterste
hoge tonen en levert een achter-stereogeluid dat vergelijkbaar is met
de conventionele Dolby Pro Logic.
Dankzij Dolby Pro Logic II kan een ruimtelijk, breed geluid van het
oorspronkelijk opgenomen geluid worden weergegeven zonder
toevoeging van extra nieuwe geluiden en vervorming van de tonen.
Dolby Pro Logic II heeft twee functies—Movie (voor films) en
Music (voor muziek):
Pro Logic II Movie (PL II MOVIE)—is uitermate geschikt voor
weergave van bronnen die met Dolby Surround zijn gecodeerd en de
DOLBY SURROUND
dicht bij weergave met het gescheiden 5,1-kanaal geluid ligt.
Pro Logic II Music (PL II MUSIC)—is geschikt voor reproductie
van iedere 2-kanaal stereo muziekbron. U krijgt met deze functie
een zeer breed en diep geluid. Voor deze functie kunt u de Panorama
control kiezen waarmee u een als het ware “ingepakt” geluid met
een effect van zijmuren krijgt.
• De
Dolby Pro Logic II is geactiveerd.
markering hebben. U krijgt een geluidsveld dat zeer
PRO LOGIC II indicator licht op het display op indien
Dolby Digital*
Voor het reproduceren van multikanaal geluidssporen van software
die met Dolby Digital (
DIGITAL
) is gecodeerd.
• Voor weergave van de met Dolby Digital gecodeerde software
moet het broncomponent middels de digitale aansluitingen op het
achterpaneel van deze receiver zijn verbonden. (Zie bladzijde 9).
Met de Dolby Digital 5,1 ch coderingsmethode (het zogenaamde
gescheiden multikanaal digitale audioformaat) worden signalen voor
het linkervoorkanaal, rechtervoorkanaal, middenkanaal,
linkerachterkanaal, rechterachterkanaal en LFE-kanaal opgenomen
en digitaal gecomprimeerd.
Daar ieder kanaal geheel onafhankelijk van de andere kanalen is, wordt
interferentie voorkomen en krijgt u een veel betere geluidskwaliteit met
sterkere stereo- en surroundeffecten.
Opmerking:
Dolby Digital software kan grofweg in twee groepen worden verdeeld
—multikanaal (tot maximaal “5,1” kanalen) en 2-kanaal software. Voor
surroundgeluid bij weergave van Dolby Digital 2 ch software kunt u
Dolby Pro Logic II gebruiken.
■ DTS Digital Surround**
Voor het reproduceren van multikanaal geluidssporen van software
die met DTS Digital Surround (
) is gecodeerd.
• Voor weergave van de met DTS Digital Surround gecodeerde
software moet het broncomponent middels de digitale
aansluitingen op het achterpaneel van deze receiver zijn
verbonden. (Zie bladzijde 9).
DTS Digital Surround is een ander gescheiden multikanaal digitaal
audioformaat van CD’s, LD’s en DVD software.
In vergelijking met Dolby Digital, is de audiocompressie-ratio
relatief laag. Hierdoor wordt met het DTS Digital Surroundformaat
extra breedte en diepte aan de gereproduceerde geluiden
toegevoegd. Het resultaat met DTS Digital Surround is een
natuurgetrouw, krachtig en helder geluid.
De DAP-functies zijn ontworpen voor een reproductie met de
belangrijke akoestische surroundelementen.
Het geluid dat u bijvoorbeeld in een live club, dancing, grote zaal of
paviljoen hoort bestaat uit de directe geluiden en de indirecte
geluiden—de vroege reflecties en latere reflecties via de
achtermuren. Het directe geluid bereikt het gehoor natuurlijk als
eerste, zonder reflectie. De indirecte geluiden worden daarentegen
vertraagd via de muren en het plafond naar u toe gestuurd (zie de
afbeelding hieronder).
Deze indirecte geluiden zijn belangrijke elementen van de akoestische
surroundeffecten. De D AP-functies kunnen een realistisch geluidsveld
reproduceren door deze indirecte geluiden aan de weergave toe te v oegen.
De DAP-functies kunnen worden gebruikt indien de voor- en
achterluidsprekers met deze receiv er zijn verbonden (de
middenluidspreker wordt niet gebruikt: er wordt geen geluid via de
middenluidspreker weergegeven, ookal heeft u deze aangesloten).
Dit ontvanger heeft de volgende DAP-functies:
Nederlands
LIVE CLUB: Geeft de sfeer van een live club met een laag
plafond.
DANCE CLUB : Geeft een ritmische dreun zoals in een dancing.
HALL: Geeft heldere zang en het gevoel van een
concertzaal.
PAVILION: Geeft het ruime gevoel van een paviljoen met een
hoog plafond.
Deze DAP-functies kunnen worden gebruikt voor het toevoegen van
de akoestische surroundeffecten bij het reproduceren van 2-kanaal
stereo software—zowel analoog als digitaal, uitgezonderd Dolby
Digital en DTS Digital Surround—en geven het gevoel alsof u
werkelijk bij de “live-uitvoering” bent.
• De DSP indicator licht op het display op indien een van de DAPfuncties is gekozen.
Samenstelling van een geluidsveld
Reflecties via achterkant
Vroege reflecties
Directe geluid
■ All Channel Stereo
Met deze functie krijgt u een groter stereo geluidsveld waarbij alle
aangesloten (en ingeschakelde) luidsprekers worden gebruikt.
All Channel Stereo kan worden gebruikt indien de voor- en
achterluidsprekers met deze receiver zijn verbonden, ongeacht
of er wel of niet een middenluidspreker is aangesloten.
Indien een middenluidspreker is aangesloten en ingeschakeld, wordt
dezelfde fase van de linker- en rechtervoorsignalen via de
middenluidspreker uitgestuurd.
All Channel Stereo kan worden gebruikt bij weergave van 2-kanaal
stereo software, zowel analoog als digitaal, uitgezonderd Dolby
Digital en DTS Digital Surround.
• De DSP indicator licht op het display op indien All Channel
Stereo is gekozen.
All Channel Stereo reproductie
Geluid dat met All Channel Stereo wordt gereproduceerd
De afspeelmodus DVD MULTI
Deze ontvanger voorziet in de afspeelmodus DVD MULTI voor
het reproduceren van de analoge, discrete 5,1 kanaals
uitvoermodus van de DVD-speler of andere apparatuur.
U kunt de luidsprekeruitgangniveaus instellen tijdens weergave
van videosoftware, bijvoorbeeld een DVD met gebruik van de
analoge gescheide 5,1 kanaal uitgangsfunctie.
• Zie bladzijde 8 voor het verbinden van de analoge gescheiden
uitgangsaansluitingen.
• Voor meer informatie over de afspeelmodus DVD MULTI
verwijzen we u naar bladzijde 32.
Opmerking:
Indien u “DVD MULTI” als bron voor weergave kiest, wordt de
surroundfunctie geannuleerd en zullen de SURROUND ON/OFF en
SURROUND MODE toetsen niet functioneren.
Beschikbare surroundfuncties voor de diverse ingangssignalen
Functie
Signalen
Dolby Digital
(Multikanaal)
Dolby Digital
(2-kanaal)
DTS Digital
SurroundV2V2222 222
(Multikanaal)
DTS Digital
SurroundV22VV22 222
(2-kanaal)
Lineair PCMV22VVV V VVV
AnaloogV22VVVV VVV
SURROUND
OFF (stereo)
VV22222 222
V22VV22 222
DOLBYDTSPLIIPLIILIVEDANCE
DIGITAL
SURROUND
MOVIEMUSICCLUBCLUBSTEREO
V: mogelijk / 2: onmogelijk
HALLPAVILION
ALL CH
27
Meer over de relatie tussen de opstelling van de luidsprekers en de surroundfuncties
LC
S.WFR
LS RSS
LFE
SPK
PRO LOGIC ΙΙ DSP H.PHONE
AUTO MUTING
TUNED
STEREO
INPUT ATT
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
1
R
SURROUND OFF
Laatst gekozen
surroundfunctie
Afhankelijk van het aantal luidsprekers dat u met deze receiver gebruikt, kunt u een bepaalde surroundfunctie wel of niet gebruiken.
Controleer dat de informatie voor de luidsprekers juist is ingesteld (zie bladzijden 16 tot 18).
• U kunt de surroundfuncties niet gebruiken indien u uitsluitend voorluidsprekers heeft aangesloten.
• U kunt de DAP-functies en All Channel Stereo niet gebruiken indien u geen achterluidsprekers heeft aangesloten.
Luidsprekeropstelling
Met de midden- en achterluidsprekers
aangesloten (5 kanalen):
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
achterzijde
TV
Middenluidspreker
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
achterzijde
Met de achterluidsprekers aangesloten
(4 kanalen):
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
achterzijde
TV
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
achterzijde
aan de
aan de
Beschikbare surroundfuncties
Activeren of uitschakelen van de surroundfuncties
Door iedere druk op de toets SURROUND ON/OFF worden de surroundfuncties
afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
SURROUND
ON/OFF
(afstandsbediening)
SURROUND ON/OFF
(bedienings-
paneel aan
de voorzijde)
Bijv.: Met “PL II MUSIC” gekozen.
Kiezen van de surroundfuncties
Door iedere druk op de toets SURROUND MODE verandert de surroundfunctie als volgt:
STEREO
TUNED
SPK
1
LC
SURROUND
MODE
(afstands-
bediening)
Opmerking:
SURROUND MODE
(bedienings-
paneel aan
de voorzijde)
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
PL II MOVIE
LIVE CLUB
HALL
ALL CH STEREO
S.WFR
LS RSS
R
PRO LOGIC ΙΙ DSP H.PHONE
LFE
INPUT ATT
PL II MUSIC
DANCE CLUB
PAVILION
(Terug naar het begin)
Bij weergave van digitale m ultikanaal software , bijvoorbeeld Dolby Digital of DTS Digital
Surround, wordt de geschikte multikanaal surroundfunctie automatisch geactiveerd
(“DOLBY DIGITAL” of “DTS SURROUND”) door op SURROUND ON/OFF te drukken
(met de digitale ingangsfunctie gekozen).
• Voor Dolby Digital 2-kanaal software moet u “PLII MUSIC” of “PLII MOVIE”
kiezen door op SURROUND MODE te drukken.
• Zie de tabel op bladzijde 27 voor details.
AUTO MUTING
VOLUME
Nederlands
Met de middenluidsprekers aangesloten
(3 kanalen):
Luidspreker
aan de
voorzijde
TV
Middenluidspreker
Luidspreker
aan de
voorzijde
Activeren of uitschakelen van de surroundfuncties
Door iedere druk op de toets SURROUND ON/OFF worden de surroundfuncties
afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
STEREO
TUNED
AUTO MUTING
SURROUND
ON/OFF
(afstandsbediening)
SURROUND ON/OFF
(bedienings-
paneel aan
de voorzijde)
1
SPK
LC
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
PL II MOVIE
R
S.WFR
LFE
LS RSS
of
PL II MUSIC
PRO LOGIC ΙΙ DSP H.PHONE
INPUT ATT
SURROUND OFF
Bijv.: Met “PL II MUSIC” gekozen.
Kiezen van de surroundfuncties
Door iedere druk op de toets SURROUND MODE verandert de surroundfunctie als v olgt:
SURROUND
MODE
(afstandsbediening)
Opmerking:
Bij weergave van digitale m ultikanaal software , bijvoorbeeld Dolby Digital of DTS Digital
Surround, wordt de geschikte multikanaal surroundfunctie automatisch geactiveerd
(“DOLBY DIGITAL” of “DTS SURROUND”) door op SURROUND ON/OFF te drukken
(met de digitale ingangsfunctie gekozen).
• Voor Dolby Digital 2-kanaal software moet u “PLII MUSIC” of “PLII MOVIE”
kiezen door op SURROUND MODE te drukken.
• Zie de tabel op bladzijde 27 voor details.
SURROUND MODE
(bedienings-
paneel aan
de voorzijde)
STEREO
TUNED
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
SPK
LC
S.WFR
LS RSS
1
R
PRO LOGIC ΙΙ DSP H.PHONE
LFE
INPUT ATT
AUTO MUTING
PL II MOVIEPL II MUSIC
28
Voor realistische geluidsvelden
Voordat u begint...
• Controleer dat de informatie voor de luidsprekers juist is ingesteld (zie bladzijden 16 tot 18).
• Het is niet mogelijk het uitvoerniveau van de luidspreker in het midden en de middentoon aan te passen als u voor “CNTR SP” de instelling
“NONE” hebt geselecteerd.
• Het is niet mogelijk het uitvoerniveau van de luidsprekers aan de achterzijde aan te passen als u voor “REAR SP” de instelling “NONE”
hebt geselecteerd.
• Vergeet niet de luidsprekerinstellingen voor gebruik met een van de surorundfuncties te veranderen; de functie wordt anders mogelijk
geannuleerd wanneer u de voor de surroundfunctie vereiste luidsprekers uitschakelt.
Vooraanzicht Ontvanger
Display
Nederlands
FM/AM TUNING
SURROUND ON/OFF
SURROUND MODE
FM/AM PRESET FM MODE
MEMORY
INPUT
ANALOG/DIGITAL
INPUT ATT
SPEAKERS ON/OFF
12
BASS BOOST
STANDBY
STANDBY/ON
PHONES
ANALOG
DIGITAL AUTO
LINEAR PCM
DIGITAL
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
SPK
12
LC
R
PRO LOGIC ΙΙ DSP H.PHONE
S.WFR
LFE
LS RS
S
CH-
DVD
DVD MULTI
CD TAPE/CDR
SOURCE NAME
BASS BOOST
INPUT ATT RDS
VCR
PHONO
TUNED
STEREO
TA NEWS INFO
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
FM/AM
AUTO MUTING
VOLUME
SLEEP
ADJUST
SETTING
CONTROL
DOWN UP
DISPLAY MODEDIMMER PTY SEARCH TA/NEWS/INFO
MASTER VOLUME
SURROUND
Afstandsbediening
SURROUND
ON/OFF
EFFECT
SOUND
TEST
ON/OFF
A/V CONTROL RECEIVER
CATV/DBS VCRTVAUDIO
DVD MULTIDV D
TV/DBS VCRPHONO
BASS
−−++
SURROUND SURROUND
MODE INPUTON/OFF
BASS BOOST EFFECT
SOUND
TEST
DIMMER
MUTING
RETURN FM MODE 10 0
CATV/DBS
CONTROL
CONTROL
+−+−+
CHTV VOL
TV/VIDEO
+
/REW
TUNING
−
( PTY – PTY SEARCH – PTY 9
REC
PAUSE
MODE
CD
FM/AM
TAPE/CDR
TREBLE
ANALOG/DIGITAL
SLEEP
– CENTER +
231
MENU
– REAR • L +
564
ENTER
– REAR • R +
897/P
– SUB WOOFER +
0
+1010
VOLUME
TA/NEWS/INFO
FF/
CONTROL
DISPLAY
MODE
REMOTE CONTROL
+
−
SURROUND
SURROUND
MODE
CENTER +/–
REAR•L +/–
REAR•R +/–
ADJUSTCONTROL
UP 5/DOWN ∞
Gebruik van Dolby Pro Logic II, Dolby
Digital en DTS Digital Surround
Nadat u eenmaal de instellingen voor het geluid heeft gemaakt,
worden deze voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen
vastgelegd.
• Bij weergave v an digitale multikanaal softw are (Dolby Digital 5,1 ch
of DTS Digital Surround), werkt de SURROUND MODE toets niet.
Met de afstandsbediening:
Gebruik bij voorkeur de afstandsbediening voor het maken van
instellingen. U kunt dan namelijk de instellingen met gebruik van de
testtoon vanaf uw luisterplaats maken.
• Gebruik de toetsen op het voorpaneel voor het kiezen van
Panorama control voor Pro Logic II Music.
1
Stel de analoge of digitale ingangsfunctie in voor
de bron die u wilt beluisteren en start de weergave.
V oor weer gave v an software die met Dolby Digital en DTS Digital
Surround is gecodeerd, moet u de digitale ingangsfunctie kiezen
(zie bladzijde 15).
2
Druk op de toets SURROUND ON/OFF
SURROUND
ON/OFF
om de surroundfunctie te activeren.
Door iedere druk op de toets wordt de
surroundfunctie afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
• “DOLBY DIGITAL” wordt gekozen voor weergave van
software die met Dolby Digital multikanaal is gecodeerd.
• “DTS SURROUND” wordt gekozen voor weergave van
software die met DTS Digital Surround is gecodeerd.
• U kunt afhankelijk van de bron met een druk op
SURROUND MODE “PL II MUSIC” of “PL IIMOVIE” kiezen voor weergave van andere dan
de hiervoor genoemde software. (De
PRO LOGIC II indicator licht op het display op).
SURROUND
MODE
29
Ga naar stap 3 indien u het geluid wilt instellen.
3
Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen zijn nu ingeschakeld voor het
aanpassen van het geluid.
4
Druk op de toets TEST om te
controleren of u het geluid via alle
SOUND
TEST
4
luidsprekers met een gelijk niveau hoort.
De vermelding “TEST TONE L” begint op de display te
knipperen en de luidsprekers brengen in de onderstaande
volgorde een testtoon ten gehore:
TEST TONE L
(Linkervoor luidspreker)
TEST TONE LS
(Linkerachter luidspreker)
Opmerkingen:
• Het is mogelijk het uitvoerniveau van de luidsprekers te testen
zonder een testtoon ten gehore te brengen.
• Er komt geen testtoon uit de luidspreker in het midden indien
voor “CNTR SP” de instelling “NONE” is geselecteerd.
• Er komt geen testtoon uit de luidsprekers aan de achterzijde
indien voor “REAR SP” de instelling “NONE” is geselecteerd.
5
Pas het uitvoerniveau van de luidsprekers aan
TEST TONE C
(Middenluidspreker)
(Rechterachter luidspreker)
TEST TONE R
(Rechtervoor luidspreker)
TEST TONE RS
(van –10 tot +10).
Stel het niveau van de middenluidspreker en de ac hterluidspreker s
in overeenstemming met het geluid van de voorluidsprekers in.
• Druk op de toets CENTER +/– om het
geluidsniveau van de luidspreker in het
midden aan te passen.
• Druk op de toets REAR•L +/– om het
geluidsniveau van de luidspreker
linksachter aan te passen.
• Druk op de toets REAR•R +/– om het
geluidsniveau van de luidspreker
rechtsachter aan te passen.
6
Druk nogmaals op de toets TEST
om het weergeven van de testtoon
– CENTER +
23
MENU
– REAR • L +
56
ENTER
ENTER
– REAR • R +
89
TEST
4
te stoppen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Het is ook mogelijk om de toetsen op het bedieningspaneel aan de
voorzijde van de ontvanger te gebruiken om de surroundfunctie aan
te passen. Als u de toetsen op dit bedieningspaneel gebruikt, wordt
er echter geen testtoon ten gehore gebracht. U moet de
geluidsaanpassingen maken terwijl u naar het geluid luistert dat door
de afspeelbron ten gehore wordt gebracht.
Ga naar stap 3 indien u het geluid wilt instellen.
3
Pas het uitvoerniveau van de luidsprekers aan.
1)
Druk herhaaldelijk op de toets
ADJUST SETTING
ADJUST tot een van de volgende
(met de huidige instelling)* op het
display verschijnt.
* “0” is de basisinstelling. Een andere waarde (niveau)
verschijnt indien u de instelling reeds heeft veranderd.
CENTER : Om het uitvoerniveau van de luidspreker in het
REAR L : Om het uitvoerniveau van de luidspreker
REAR R : Om het uitvoerniveau van de luidspreker
2)
Druk op de toets CONTROL UP 5/
midden aan te passen (van –10 tot +10).
linksachter aan te passen (van –10 tot +10).
rechtsachter aan te passen (van –10 tot +10).
CONTROL
DOWNUP
DOWN ∞ om het uitv oerniveau van
de geselecteerde luidspreker aan te
passen.
3)Herhaal stap 1) en 2) om het uitvoerniveau
van de andere luidsprekers aan te passen.
U kunt de volgende instelling maken
Remote
indien u “PL II MUSIC” heeft gekozen.
4
Activeer Panorama control of schakel uit.
1)
Druk herhaaldelijk op de toets
ADJUST SETTING
ADJUST totdat “PANORAMA”
(met de huidige instelling)* op het
display verschijnt.
* “OFF” is de basisinstelling, “ON” wordt getoond indien u
de instelling reeds heeft veranderd.
2)
Druk op de toets CONTROL UP 5/
CONTROL
DOWNUP
DOWN ∞ om Panorama control te
activeren of uit te schakelen.
• Door iedere druk op de toets wordt
afwisselend “ON” en “OFF” ingesteld.
Nederlands
NOT
1
Stel de analoge of digitale ingangsfunctie in voor
de bron die u wilt beluisteren en start de weergave.
V oor weer gave v an software die met Dolby Digital en DTS Digital
Surround is gecodeerd, moet u de digitale ingangsfunctie kiezen
(zie bladzijde 15).
2
Druk op de toets SURROUND ON/OFF
SURROUND ON/OFF
om de surroundfunctie te activer en.
Door iedere druk op de toets wordt de
surroundfunctie afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
• “DOLBY DIGITAL” wordt gekozen voor weergave van
software die met Dolby Digital multikanaal is gecodeerd.
• “DTS SURROUND” wordt gekozen voor weergave van
software die met DTS Digital Surround is gecodeerd.
• U kunt afhankelijk van de bron met een druk op
SURROUND MODE “PL II MUSIC” of “PLII MOVIE” kiezen voor weergave van andere
dan de hiervoor genoemde software. (De
PRO LOGIC II indicator licht op het display op).
SURROUND MODE
ON: Kies wanneer u een “ingepakt”
geluidseffect met het gevoel van zijmuren
wilt.
OFF: Kies indien u het oorspronkelijke
opgenomen geluid wilt beluisteren.
Annuleren van de Surround-functie
Druk nogmaals op de toets SURROUND ON/OFF zodat
“SURROUND OFF” op het display verschijnt.
• Indien de surroundfunctie wordt geannuleerd tijdens weergave van
multikanaal digitale software, zullen de signalen voor alle kanalen
worden gemengd en via de voorluidsprekers (en subwoofer indien
een subwoofer is aangesloten en de juiste instelling voor de
subwoofer—“YES” is gemaakt) worden weergegeven.
30
Voor realistische geluidsvelden
N
Gebruik van DAP-functies en All Channel
Stereo
Nadat u eenmaal de instellingen voor de DAP-functies en All
Channel Stereo heeft gemaakt, worden deze voor iedere bron
afzonderlijk in het geheugen vastgelegd.
• U kunt de DAP-functies en All Channel Stereo niet gebruiken indien
de achterluidsprekers niet zijn aangesloten of zijn uitgeschakeld.
• U kunt het effectniveau voor “ALL CH STEREO” niet instellen.
Met de afstandsbediening:
Gebruik bij voorkeur de afstandsbediening voor het maken van
instellingen. U kunt dan namelijk de instellingen met gebruik van de
testtoon vanaf uw luisterplaats maken.
1
Start de weergave van 2-kanaal software—ofwel
analoge ofwel Lineair PCM—en kies de bron.
2
Nederlands
Druk op de toets SURROUND ON/OFF
om de surroundfunctie te activeren.
De laatst gekozen surroundfunctie wordt ingesteld
indien u de surroundfunctie activeert.
• Door iedere druk op de toets wordt de surroundfunctie
afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
3
Druk herhaaldelijk op de toets
SURROUND MODE totdat een van de
DAP-functies—“LIVE CLUB”, “DANCE
CLUB”, “HALL”, “PAVILION”—of “ALL
CH STEREO” op het display verschijnt.
De DSP indicator licht tevens op het display op.
Ga naar stap 4 indien u het geluid wilt instellen.
4
Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen zijn nu ingeschakeld voor het
aanpassen van het geluid.
5
Pas het uitvoerniveau van de
luidsprekers aan (van –10 tot +10).
• Druk op de toets REAR•L +/– om het
geluidsniveau van de luidspreker linksachter
aan te passen.
• Druk op de toets REAR•R +/– om het
geluidsniveau van de luidspreker
rechtsachter aan te passen.
Alleen voor “ALL CH STEREO”:
• Druk op de toets CENTER +/– om het
geluidsniveau van de luidspreker in het
midden aan te passen.
6
Alleen voor de DAP-functies:
Druk op de toets EFFECT om het gewenste
effectniveau te selecteren (van 1 tot 5).
• Door iedere druk op de toets wordt er een ander
niveau voor het effect geselecteerd, en wel in deze volgorde:
EFFECT 1
EFFECT 5
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect
van de geselecteerde modus merkbaar wordt (Standaard
ingesteld op “EFFECT 3”).
EFFECT 2
EFFECT 3
EFFECT 4
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1
Start de weergave van 2-kanaal software—ofwel
analoge ofwel Lineair PCM—en kies de bron.
31
SURROUND
ON/OFF
SURROUND
MODE
SOUND
– REAR • L +
56
ENTER
ENTER
– REAR • R +
89
– CENTER +
23
MENU
EFFECT
1
2
Druk op de toets SURROUND ON/OFF
SURROUND ON/OFF
om de surroundfunctie te activeren.
De laatst gekozen surroundfunctie wordt ingesteld
indien u de surroundfunctie activeert.
• Door iedere druk op de toets wordt de surroundfunctie
afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
3
Druk herhaaldelijk op de toets
SURROUND MODE
SURROUND MODE totdat een van
de DAP-functies—“LIVE CLUB”,
“DANCE CLUB”, “HALL”, “PAVILION”—
of “ALL CH STEREO” op het display verschijnt.
De DSP indicator licht tevens op het display op.
Ga naar stap 4 indien u het geluid wilt instellen.
4
Pas het uitvoerniveau van de luidsprekers aan.
1)
Druk herhaaldelijk op de toets
ADJUST SETTI
ADJUST tot een van de volgende
(met de huidige instelling)* op het
display verschijnt.
REAR L : Om het uitvoerniveau van de luidspreker
REAR R : Om het uitvoerniveau van de luidspreker
CENTER : Alleen voor “ALL CH STEREO”—om het
*“0” is de basisinstelling. Een andere waarde (niveau)
verschijnt indien u de instelling reeds heeft veranderd.
2)Druk op de toets CONTROL UP 5/
linksachter aan te passen (van –10 tot +10).
rechtsachter aan te passen (van –10 tot +10).
uitvoerniveau van de luidspreker in het midden
aan te passen (van –10 tot +10).
CONTROL
DOWNUP
DOWN ∞ om het uitv oerniveau van
de geselecteerde luidspreker aan te
passen.
3)
Herhaal stap 1) en 2) om het uitvoerniveau
van de andere luidsprekers aan te passen.
5
Alleen voor de DAP-functies: Pas het ef fectniveau aan.
1)
Druk op de toets ADJUST totdat
ADJUST SETTI
“EFFECT” (met de huidige
instelling)* op het display verschijnt.
* “EFFECT 3” is de basisinstelling. Een andere instelling
verschijnt indien u de instelling reeds heeft veranderd.
2)Druk op de toets CONTROL UP 5/
CONTROL
DOWNUP
DOWN ∞ om het niveau van het
effect te selecteren (van 1 tot 5).
• Door iedere druk op de toets wordt er een ander
niveau voor het ef fect geselecteerd, en wel in deze v olgorde:
EFFECT 1
EFFECT 5
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het
effect van de geselecteerde modus merkbaar wordt
(Standaard ingesteld op “EFFECT 3”).
Opmerking:
U kunt geen DAP-functie en All Channel Stereo kiezen v oor weergave van
software die met Dolby Digital of DTS Digital Surround is gecodeerd.
Annuleren van de DAP-functies en All Channel Stereo
Druk op de toets SURROUND ON/OFF zodat “SURROUND OFF”
op het display verschijnt. De DSP indicator dooft.
EFFECT 2EFFECT 3
EFFECT 4
De afspeelmodus DVD MULTI
Deze ontvanger voorziet in de afspeelmodus DVD MULTI waarmee
de analoge uitvoermodus van de DVD-speler kan worden
gerealiseerd. Voordat u een DVD-schijf afspeelt, is het raadzaam
eerst nog eens de handleiding die bij de DVD-speler werd geleverd
door te nemen.
De afspeelmodus DVD MULTI activeren
U kunt de afspeelmodus DVD MULTI aanpassen wanneer u een
DVD-schijf afspeelt en gebruik maakt van de analoge uitvoermodus
van de DVD-speler.
Elke keer als u de afspeelmodus aanpast, onthoudt de ontvanger de
aanpassingen die u hebt gemaakt tot u deze opnieuw wijzigt.
U moet de DVD-speler hiervoor echter wel eerst instellen op de
analoge uitvoermodus.
Voordat u begint...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
1
moet u bij stap
beginnen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1
Druk op de toets DVD MULTI.
Opmerkingen:
• Als u “DVD MULTI” als afspeelbron selecteert, wordt de
Surroundfunctie tijdelijk geannuleerd en zullen de toetsen
SURROUND ON/OFF en SURROUND MODE niet werken.
• Indien u D VD MULTI als bron heeft gekozen met gebruik v an beide
op de FRONT SPEAKERS 1 en 2 aansluitingen aangesloten
luidsprekers, worden de met de FRONT SPEAKERS
aansluitingen verbonden luidsprekers uitgeschakeld.
• Indien u “DVD MULTI” als bron heeft gekozen, kunt u uitsluitend
één paar met de FRONT SPEAKERS 1 of 2 verbonden
luidsprekers kiezen.
2
Selecteer de analoge, discrete uitvoerfunctie op de
DVD MULTI
2
DVD-speler en start het afspelen van een DVD.
• Raadpleeg ook de handleiding die bij de DVD-speler werd
geleverd.
Met de afstandsbediening:
1
Druk op de toets DVD MULTI.
Opmerking:
Als u “DVD MULTI” als afspeelbron selecteert, wordt de
surroundfunctie tijdelijk geannuleerd en zullen de toetsen
SURROUND ON/OFF en SURROUND MODE niet werken.
2
Selecteer de analoge, discrete uitvoerfunctie op de
DVD MUL TI
DVD-speler en start het afspelen van een DVD.
• Raadpleeg ook de handleiding die bij de DVD-speler werd
geleverd.
Volg voor het aanbrengen van wijzigingen de
onderstaande stappen.
3
Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen treden in werking voor het
wijzigen van het geluid.
4
Pas het uitvoerniveau van de luidsprekers aan.
• Druk op de toets CENTER +/– om het niveau
van de luidspreker in het midden aan te passen
(van –10 tot +10).
• Druk op de toets REAR•L +/– om het niveau
van de luidspreker linksachter aan te passen
(van –10 tot +10).
• Druk op de toets REAR•R +/– om het niveau
van de luidspreker rechtsachter aan te passen
(van –10 tot +10).
SOUND
– CENTER +
23
– REAR • L +
56
– REAR • R +
89
Nederlands
MENU
ENTER
ENTER
Volg voor het aanbrengen van wijzigingen de
onderstaande stappen.
3
Pas het uitvoerniveau van de luidsprekers aan.
1)
Druk herhaaldelijk op de toets
ADJUST tot een van de volgende
vermeldingen op het display
verschijnt.
CENTER : Om het uitvoerniveau van de luidspreker in
het midden aan te passen (van –10 tot +10).
REAR L :Om het uitvoerniveau van de luidspreker
linksachter aan te passen (van –10 tot +10).
REAR R : Om het uitvoerniveau van de luidspreker
rechtsachter aan te passen (van –10 tot +10).
2)
Druk op de toets CONTROL UP 5/
DOWN ∞ om het uitvoerniveau
van de geselecteerde luidspreker
aan te passen.
3)
Herhaal stap 1) en
2)
om het uitvoerniveau
van de andere luidsprekers aan te passen.
ADJUST SETTING
CONTROL
DOWNUP
32
Het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem
Met het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem kunt u
geluidsapparatuur van JVC bedienen via de afstandsbedieningssensor
van de ontvanger. Om van dit afstandsbedieningssysteem gebruik te
maken, moet u de geluidsapparatuur van JVC niet alleen op de
COMPU LINK-4 (SYNCHRO)-ingangen van de ontvanger aansluiten
(zie hieronder), maar ook gebruik maken van kabels met
RCA-pinstekers (zie bladzijde 6).
• Zorg ervoor dat de stekkers van de netspanningskabels van de
geluidsapparatuur uit het stopcontact zijn verwijderd alvorens u
deze apparaten op de ontvanger aansluit. Steek de stekkers pas weer
in het stopcontact nadat alle verbindingen tot stand zijn gebracht.
CD-speler
Cassettedeck
of
CD-recorder
Nederlands
Opmerkingen:
• Er zijn vier versies van het COMPU LINK-
afstandsbedieningssysteem. Deze ontvanger is uitgerust met het
vierde systeem: COMPU LINK-4. Ten opzichte van de vorige versie
(COMPU LINK-3) is aan deze versie een systematische bediening
van de CD-recorder toegevoegd.
• Als uw geluidsapparatuur over twee COMPU LINK-uitgangen
beschikt, kunt u zelf bepalen welke u kiest. Als uw
geluidsapparatuur over één COMPU LINK-uitgang beschikt, moet u
die zodanig aansluiten dat het het laatste apparaat in de reeks
aangesloten apparaten is.
• Als u het cassettedeck of de CD-recorder met het COMPU LINK-
afstandsbedieningssysteem wilt bedienen, moet u erop letten dat de
juiste naam van de afspeelbron is geselecteerd. (Zie bladzijde 11).
• Raadpleeg ook de handleidingen van de geluidsapparatuur die u
op de ontvanger aansluit.
COMPU LINK-4
(SYNCHRO)
Draaitafel
Stroom automatisch aan- of uitschakelen (standby): alleen
mogelijk bij een COMPU LINK-3- en COMPU LINK-4
Zowel de CD-speler als het cassettedeck (of de CD-recorder)
worden automatisch met het in- en uitschakelen (standby) van de
ontvanger in- en uitgeschakeld.
Zodra u de ontvanger aanzet, zal ook de CD-speler of het
cassettedeck (of de CD-recorder) worden ingeschakeld. Welk
apparaat wordt ingeschakeld, hangt af van het feit welk apparaat het
laatst ingeschakeld is geweest.
Als u de ontvanger uitzet, worden zowel de CD-speler als het
cassettedeck (of de CD-recorder) uitgeschakeld (d.w.z. in de
standby-modus gezet).
Synchrone opnames maken
Synchroon opnemen houdt in dat het cassettedeck automatisch
begint op te nemen wanneer er een CD wordt gestart.
Als u een synchrone opname wilt maken, gaat u als volgt te werk:
1
Plaats een cassette in het cassettedeck en een CD
in de CD-speler.
2
Druk op het cassettedeck tegelijkertijd op de
opnametoets (¶) en op de pauzetoets (8).
Het cassettedeck is nu voorbereid om op te nemen.
Als u niet tegelijkertijd op de opnametoets (¶) en de pauzetoets
(8) drukt, kunt u geen synchrone opname maken.
3
Druk op de CD-speler of op de draaitafel op de
afspeeltoets (3).
De ontvanger schakelt over naar de bron die u selecteert en
zodra het afspelen begint, start het cassettedeck de opname. Als
het afspelen stopt, onderbreekt het cassettedeck het opnemen
door in de pauzestand te gaan staan. Na circa 4 seconden zal het
opnemen worden beëindigd.
Opmerkingen:
• Tijdens het maken van een synchrone opname, kunt u niet
overschakelen naar een andere bron.
• Als tijdens het maken van een synchrone opname de stroom van
een van de geluidsapparaten uitvalt of wordt uitgeschakeld, kan het
zijn dat het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem niet meer
naar behoren functioneert. In zo’n geval moet u de opname weer
van voren af aan starten.
Met dit afstandsbedieningssysteem kunt u de onderstaande vier
functies uitvoeren.
Op afstand bedienen van JVC-apparatuur via de
afstandsbedieningssensor van de ontvanger
Andere geluidsapparaten die op de ontvanger zijn aangesloten,
kunnen met de afstandsbediening van de ontvanger worden bediend.
Richt de afstandsbediening rechtstreeks op de sensor van de
ontvanger. Een nadere uitleg treft u aan op bladzijden 34 en 35.
Automatische selectie van de afspeelbron
Als u op een aangesloten geluidsapparaat of op de afstandsbediening
van dat apparaat op de afspeeltoets (
dat apparaat automatisch en schakelt het in. Als u daarentegen een
nieuwe bron op het paneel aan de voorzijde van de ontvanger of met
de afstandsbediening selecteert, begint het geselecteerde apparaat
meteen te spelen.
In beide gevallen blijft de bron die op het moment van uw keuze al
was geselecteerd nog enige seconden zonder geluid doorspelen.
33
3) drukt, activeert de ontvanger
33
33
Andere apparatuur van JVC bedienen
U kunt de afstandsbediening gebruiken voor het bedienen van
andere JVC componenten.
Geluidsapparatuur bedienen
A/V CONTROL RECEIVER
CATV/DBS VCRTVAUDIO
DVD MULTIDVD
CD
FM/AM
TV/DBSVCRPHONO
−−++
SURROUNDANALOG/DIGITAL
BASS BOOST EFFECT
SOUND
DIMMER
MUTING
CATV/DBS
CONTROL
CONTROL
TV/VIDEO
+
TUNING
−
REC
PA USE
Indien u op een van deze toetsen drukt, zal de
afstandsbedieningsfunctie op het displayvenster worden
getoond.
TAPE/CDR
BASS
SURROUND
RETURN FM MODE 100
( PTY – PTY SEARCH – PTY 9
A/V CONTROL RECEIVER
TREBLE
MODEINPUTON/OFF
– CENTER +
231
MENU
– REAR • L +
TEST
564
ENTER
– REAR • R +
897/P
– SUB WOOFER +
0
+−+−+
CHTV VOL
TA/NEWS/INFO
/REW
DISPLAY
MODE
REMOTE CONTROL
CONTROL
SLEEP
+1010
VOLUME
−
FF/
+
BELANGRIJK:
Om geluidsapparatuur van JVC met deze afstandsbediening te
kunnen bedienen:
• Moet u de geluidsapparatuur van JVC niet alleen aansluiten op de
COMPU LINK-4 (SYNCHRO)-uitgangen (zie bladzijde 33) maar ook
gebruik maken van kabels met RCA-pinstekers (zie bladzijden 6 en 7).
• Richt de afstandsbediening rechtstreeks op de sensor van de ontvanger.
• Als u de toetsen op het bedieningspaneel aan de voorzijde of de
menufuncties gebruikt om een afspeelbron te selecteren, kunt u het
desbetreffende apparaat niet met de afstandsbediening bedienen.
Als u een afspeelbron met de afstandsbediening wilt bedienen,
moet u het desbetreffende apparaat met behulp van de
afstandsbediening selecteren.
• Om het cassettedeck of de CD-recorder met het COMPU LINK-
afstandsbedieningssysteem te bedienen, moet u de naam van de
afspeelbron correct instellen (zie bladzijde 11).
• Raadpleeg ook de handleiding van de geluidsapparatuur die u op
de ontvanger aansluit.
Instellen van het geluid
In elk situatie is het mogelijk de volgende toetsen voor bediening:
SURROUND ON/OFF : Hiermee schakelt u de surrounfuncties in of uit.
SURROUND MODE : Kiezen van de surrounfuncties.
Na een druk op de toets SOUND kunt u de volgende toetsen voor
het instellen van het geluid gebruiken:
SUBWOOFER +/–: Hiermee wijzigt u het uitvoerniveau van de
subwoofer.
CENTER +/–:Hiermee past u het uitvoerniveau van de
luidspreker in het midden aan.
REAR•L +/–: Hiermee past u het uitvoerniveau van de
luidspreker linksachter aan.
REAR•R +/–: Hiermee past u het uitvoerniveau van de
luidspreker rechtsachter aan.
EFFECT: Hiermee selecteert u het DAP effctniveau.
TEST: Hiermee schakelt u de testtoon in of uit.
Opmerking:
Druk nadat u het geluid hebt aangepast op de bronkeuzetoets of druk
op de toets CONTROL om de geselecteerde bron met de cijfertoetsen
van de afstandsbediening te kunnen bedienen. Als u dit niet doet,
kunt u de afspeelbron niet met de cijfertoetsen bedienen.
Tuner
In elk situatie is het mogelijk de volgende toetsen voor bediening:
FM/AM: Hiermee schakelt u heen en weer tussen FM en
AM (MG/LG).
Nederlands
Bijv.: Als u op de toets CD hebt gedrukt.
Toetsen op de
afstandsbediening
FM/AM TUNER
CDCD
PHONOPHONO
T APE/CDRT APE
DVDDVD
DVD MUL TIDVD
TV/DBS TV
VCRVCR
CATV/DBS CONTROLDBS
CONTROL
SOUNDSOUND
Bedieningsmodus van de
afstandsbediening
VCR of TAPE of CDDSC
Na een druk op FM/AM kunt u de volgende toetsen voor bediening
van de tuner gebruiken:
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een
voorkeurzender selecteren.
• Druk voor kanaalnummer 5, op de toets met
het cijfer 5.
• Druk voor kanaalnummer 15, op +10 en
daarna op 5.
• Druk voor kanaalnummer 20, op +10 en
daarna op 10.
TUNING +/–: Hiermee kunt u op zenders afstemmen.
FM MODE:Hiermee wijzigt u de FM-ontvangstfunctie.
DISPLAY MODE: Hiermee toont u de RDS-signalen.
PTY SEARCH: Hiermee kunt u met een PTY-code naar een
radioprogramma laten zoeken.
PTY +/–: Hiermee selecteert u een PTY-code.
TA/NEWS/INFO: Kiest een programmatype voor een uitzending.
34
Andere apparatuur van JVC bedienen
CD-speler
Na een druk op CD kunt u de volgende toetsen voor bediening van
de CD-speler gebruiken:
33
3: Hiermee start u het afspelen.
33
4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige
¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
77
7: Hiermee stopt u het afspelen.
77
88
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op
88
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren.
CD-wisselaar
Nederlands
Als u net zo vaak op de toets CONTROL hebt gedrukt tot “CDDSC”
(of vorige) track.
track.
33
de toets
3 om het afspelen te hervatten.
33
• Druk voor track 5, op de toets met het cijfer 5.
• Druk voor track 15, op +10 en daarna op 5.
• Druk voor track 20, op +10 en daarna op 10.
op de display is verschenen, kunt u de volgende handelingen met de
CD-wisselaar verrichten:
33
3: Hiermee start u het afspelen.
33
4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige
(of vorige) track.
¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
77
7: Hiermee stopt u het afspelen.
77
88
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op
88
1 – 6, 7/P: Hiermee selecteert u het nummer van een CD
33
de toets
3 om het afspelen te hervatten.
33
die in de wisselaar is geplaatst.
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen verrichten met de wisselaar van een CD-wisselaar:
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren.
• Druk voor track 5, op de toets met het cijfer 5.
• Druk voor track 15, op +10 en daarna op 5.
• Druk voor track 20, op +10 en daarna op 10.
• Druk voor track 30, op +10, daarna op +10 en
tot slot op 10.
Bijv.:
• CD-nummer 4 en track-nummer 12 selecteren en deze track afspelen.
1. Druk net zo vaak op de toets CONTROL tot de vermelding
“CDDSC” op de display wordt weergegev en, en druk daarna op 4.
2. Druk op de toets CD en daarna op +10 en 2.
Indien u een CD-wisselaar voor 200-discs heeft (uitgezonderd de
XL-MC100 en XL-MC301),
kunt u de volgende bedieningen met de cijfertoetsen uitvoeren na
een druk op CD:
1
Kies een discnummer.
2
Kies vervolgens het track-nummer (voer altijd twee cijfers in).
3
Start de weergave.
Voorbeelden:
• Kiezen van discnummer 3, track-nummer 2 en starten van de
weergave.
Druk op 3, dan op 0, 2 en vervolgens op 3.
• Kiezen van discnummer 10, track-nummer 5 en starten van de
weergave.
Druk op 1, 0, dan op 0, 5 en vervolgens op 3.
• Kiezen van discnummer 105, track-nummer 12 en starten van de
weergave.
Druk op 1, 0, 5, dan op 1, 2 en vervolgens op 3.
35
Draaitafel
Nadat u op de toets PHONO hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen verrichten met een draaitafel:
3: Hiermee start u het afspelen.
7: Hiermee stopt u het afspelen.
Cassettedeck
Nadat u op de toets TAPE/CDR hebt gedrukt (of net zo vaak op de
toets CONTROL hebt gedrukt tot “TAPE” op de display is
verschenen), kunt u de volgende toetsen voor bediening van de
cassettedeck gebruiken:
33
3: Hiermee start u het afspelen.
33
FF: Hiermee spoelt u de cassette van links naar
rechts.
REW: Hiermee spoelt u de cassette van rechts naar
77
7: Stoppen van de weergave of opname.
77
88
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op
88
REC PAUSE: Druk op deze toetsen om de opname te
Opmerkingen:
• Controleer voordat u de bovenstaande stappen uitvoert eerst of u
wel de juiste naam van de afspeelbron hebt geselecteerd. Zie
bladzijde 11.
• Voor het activeren van de bovenstaande toetsen kunt u de toets
TAPE/CDR of CONTROL gebruiken. Als u op de toets TAPE/CDR
drukt, wordt tevens de afspeelbron gewijzigd. Als u op de toets
CONTROL drukt en “TAPE” selecteert, verandert de afspeelbron niet.
links.
33
de toets
3 om het afspelen te hervatten.
33
pauzeren.
Druk op deze toets en 3 om de opname te
starten.
CD-recorder
Nadat u op de toets TAPE/CDR hebt gedrukt (of net zo vaak op de
toets CONTROL hebt gedrukt tot “TAPE” op de display is
verschenen), kunt u de volgende toetsen voor bediening van de CDrecorder gebruiken:
33
3: Hiermee start u het afspelen.
33
4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige
¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
77
7: Hiermee stopt u het afspelen.
77
88
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op
88
REC PAUSE: Druk op deze toetsen om de opname te
Opmerkingen:
• Controleer voordat u de bovenstaande stappen uitvoert eerst of u
wel de juiste naam van de afspeelbron hebt geselecteerd. Zie
bladzijde 11.
• “TAPE” verschijnt op het displayvenster ookal heeft u de bronnaam
naar “CDR” veranderd.
• Voor het activeren van de bovenstaande toetsen kunt u de toets
TAPE/CDR of CONTROL gebruiken. Als u op de toets TAPE/CDR
drukt, wordt tevens de afspeelbron gewijzigd. Als u op de toets
CONTROL drukt en “TAPE” selecteert, verandert de afspeelbron niet.
(of vorige) track.
track.
33
de toets
3 om het afspelen te hervatten.
33
pauzeren.
Druk op deze toets en 3 om de opname te
starten.
Beeldapparatuur bedienen
BELANGRIJK:
Om beeldapparatuur van JVC met deze afstandsbediening te kunnen
bedienen:
• Sommige videorecorders van JVC kunnen twee soorten
besturingssignalen ontvangen: code “A” en code “B”. Voor u de
afstandsbediening gaat gebruiken, dient u de besturingscode van
de eerste videorecorder in te stellen op code “A”.
• Bij het gebruik van de afstandsbediening:
– Richt de afstandsbediening wanneer u de DVD-speler, en
videorecorder wilt bedienen rechtstreeks op de sensor van het
desbetreffende apparaat, en niet op de sensor van de ontvanger.
DVD-speler
Na een druk op DVD of DVD MULTI (bronkeuzetoets) kunt u de
volgende toetsen voor bediening van de DVD-speler gebruiken:
33
3: Hiermee start u het afspelen.
33
4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige
(of vorige) track.
¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
77
7: Hiermee stopt u het afspelen.
77
88
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op
88
track.
33
de toets
3 om het afspelen te hervatten.
33
Videorecorder
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
VCR: Inschakelen of uitschakelen van een
Nadat u op de toets VCR hebt gedrukt (of net zo vaak op de toets
CONTROL hebt gedrukt tot “VCR” op de display is verschenen),
kunt u de volgende handelingen met de videorecorder verrichten:
33
3: Hiermee start u het afspelen.
33
FF: Hiermee spoelt u een videoband vooruit.
REW: Hiermee spoelt u een videoband terug.
77
7: Stoppen van de weergave of opname.
77
88
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op
88
1 – 9, 0: Hiermee selecteert u de TV-kanalen op de
REC PAUSE: Druk op deze toetsen om de opname te
CH +/–: Hiermee selecteert u een ander TV-kanaal op de
Opmerking:
Voor het activeren van de bovenstaande toetsen kunt u de toets VCR
of CONTROL gebruiken. Als u op de toets VCR drukt, wordt tevens
de afspeelbron gewijzigd. Als u op de toets CONTROL drukt en
“VCR” selecteert, verandert de afspeelbron niet.
videorecorder.
33
de toets
3 om het afspelen te hervatten.
33
videorecorder.
pauzeren.
Druk op deze toets en 3 om de opname te
starten.
videorecorder.
Menubedieningen voor DVD
Na een druk op DVD of DVD MULTI
(bronkeuzetoets) kunt u
de volgende toetsen voor
EFFECT
TEST
menubedieningen voor een DVD
gebruiken:
RETURN FM MODE100
MENU: Toont of verwijdert het menuscherm.
55
∞∞
33
22
5/
∞/
3/
2: Kiest een onderdeel van het menuscherm.
55
∞∞
33
22
ENTER: Voert het gekozen onderdeel in.
– CENTER +
231
MENU
– REAR • L +
564
ENTER
– REAR • R +
897/P
– SUB WOOFER +
0
+1010
+
TV
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
TV:Inschakelen of uitschakelen van een TV of een
CATV-converter.
TV/VIDEO: Hiermee selecteert u een ander invoerfunctie in
TV VOL +/–: Hiermee kunt u het volume aanpassen.
Na een druk op TV/DBS (bronkeuzetoets) kunt u de volgende
toetsen voor bediening van de TV gebruiken:
CH +/–: Hiermee gaat u naar een ander kanaal.
1 – 9, 0, +10 (100+): Kiezen van een kanaal.
RETURN (10): Functioneert als de RETURN toets.
(op TV-tuner of video-ingang).
Nederlands
36
Apparatuur van andere merken bedienen
Door de verzendbare signalen te veranderen, kunt u de bij dit
toestel geleverde afstandsbediening gebruiken voor bediening
van componenten van andere merken.
• Zie tevens de bij de andere componenten geleverde
gebruiksaanwijzingen.
• Voor bedieningen van deze componenten met de
afstandsbediening moet u eerst de code voor het merk voor iedere
TV, CATV-converter, videorecorder en DVD-speler instellen.
• Stel de code voor het merk opnieuw in nadat u de batterijen van de
afstandsbediening heeft vervangen.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen
die geschikt zijn om een TV te bedienen
1
Druk op de toets TV en houd de toets
ingedrukt.
2
Druk op de toets TV/DBS.
3
Nederlands
Voer de fabrikantcode in met behulp van de
cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
4
Laat de toets TVweer los.
U kunt nu de volgende bedieningen voor de TV uitvoeren:
TV: Inschakelen of uitschakelen van een TV.
TV/VIDEO: Hiermee stelt u de invoerfunctie in (op TV of
VIDEO).
TV VOL +/–: Hiermee kunt u het volume aanpassen.
Nadat u op de toets TV/DBS hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen met de TV verrichten:
CH +/–: Hiermee kunt u een ander kanaal selecteren.
1 – 9, 0, +10 (100+) : Kiezen van een kanaal.
10: Functioneert als de ENTER toets.
Raadpleeg ook de handleiding die bij uw TV werd geleverd.
5
Probeer nu uw TV-toestel te bedienen door op de
toets TV
Als uw TV nu aan-of uitgaat, hebt u de goede fabrikantcode
ingevoerd.
Als er voor uw merk TV meerdere fabrikantcodes in de lijst
staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen tot u er
een hebt gevonden die werkt.
te drukken.
De fabrikantcodes kunnen zonder aankondiging
vooraf worden gewijzigd. Als de code is gewijzigd,
kunt u het desbetreffende apparaat niet met behulp
van deze afstandsbediening bedienen.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen
die geschikt zijn om een CATV-converter of
DBS-tuner te bedienen
1
Druk op de toets CATV/DBS en houd de toets
ingedrukt.
2
Druk op de toets CATV/DBS CONTROL.
3
Voer de fabrikantcode in met behulp van de
cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
4
Laat de toets CATV/DBSweer los.
U kunt nu de volgende bedieningen voor de CATV-converter of
de DBS-tuner uitvoeren:
CATV/DBS: Hiermee schakelt u de CATV-converter of
Nadat u op de toets CATV/DBS CONTROL hebt gedrukt, kunt
u de volgende handelingen met de CATV-converter of DBStuner verrichten:
CH +/–: Hiermee kunt u een ander kanaal selecteren.
1 – 9, 0, +10 (100+) : Hiermee kunt ander kanaal selecteren.
10: Functioneert als de ENTER toets.
DBS-tuner aan/uit.
37
Opmerking:
Raadpleeg ook de handleiding die bij uw CATV-converter of
DBS-tuner werd geleverd.
5
Probeer nu uw CATV-converter of DBS-tuner
te bedienen door op de toets CATV/DBS
te
drukken.
Als uw CATV-converter of DBS-tuner nu aan- of uitgaat, hebt u
de goede fabrikantcode ingevoerd.
Als er voor uw merk CATV-converter of DBS-tuner
meerdere fabrikantcodes in de lijst staan vermeld, raden we
u aan elke code te proberen tot u er een hebt gevonden die werkt.
Opmerking:
Het is niet mogelijk om de CATV-converter en de DBS-tuner tegelijk te
gebruiken.
De fabrikantcodes kunnen zonder aankondiging
vooraf worden gewijzigd. Als de code is gewijzigd,
kunt u het desbetreffende apparaat niet met behulp
van deze afstandsbediening bedienen.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen
die geschikt zijn om een videorecorder te
bedienen
1
Druk op de toets VCRen houd de toets
ingedrukt.
2
Druk op de toets VCR.
3
Voer de fabrikantcode in met behulp van de
cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
4
Laat de toets VCRweer los.
U kunt nu de volgende bedieningen voor de de videorecorder
uitvoeren:
VCR : Inschakelen of uitschakelen van een
videorecorder.
Nadat u op de toets VCR hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen met de videorecorder verrichten:
CH +/–: Hiermee kunt u een ander kanaal
1 – 9, 0, +10 (100+): Hiermee kunt ander kanaal selecteren.
10: Functioneert als de ENTER toets.
3: Hiermee start u het afspelen.
FF: Hiermee spoelt u een videoband
REW: Hiermee spoelt u een videoband terug.
7: Stoppen van de weergave of opname.
8: Hiermee onderbreekt u het afspelen.
REC PAUSE: Druk op deze toetsen om de opname te
Opmerking:
Raadpleeg ook de handleiding die bij de videorecorder werd
geleverd.
5
Probeer nu uw videorecorder te bedienen door op
de toets VCR
Als uw videorecorder nu aan- of uitgaat, hebt u de goede
fabrikantcode ingevoerd.
Als er voor uw merk videorecorder meerdere fabrikantcodes
in de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen
tot u er een hebt gevonden die werkt.
selecteren.
vooruit.
Druk op de toets
hervatten.
pauzeren.
En 3 om de opname te starten.
te drukken.
33
3 om het afspelen te
33
Nederlands
“57” is de basisinstelling.
*
De fabrikantcodes kunnen zonder aankondiging
vooraf worden gewijzigd. Als de code is gewijzigd,
kunt u het desbetreffende apparaat niet met behulp
van deze afstandsbediening bedienen.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen
die geschikt zijn om een DVD-speler te bedienen
1
Druk op de toets AUDIOen houd de toets
ingedrukt.
2
Druk op de toets DVD.
3
Voer de fabrikantcode in met behulp van de
cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
4
Laat de toets AUDIOweer los.
U kunt nu de volgende bedieningen voor de DVD-speler
uitvoeren:
3: Hiermee start u het afspelen.
7: Hiermee stopt u het afspelen.
¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
track.
4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige
(of vorige) track.
8: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op
Menubedieningen voor DVD
Na een druk op DVD (bronkeuzetoets)
kunt u de volgende toetsen voor
menubedieningen voor een DVD
gebruiken:
MENU:Toont of verwijdert het menuscherm.
55
∞∞
33
22
5/
∞/
3/
2:Kiest een onderdeel van het menuscherm.
55
∞∞
33
22
ENTER: Voert het gekozen onderdeel in.
33
de toets
3 om het afspelen te hervatten.
33
EFFECT
TEST
RETURN FM MODE100
– CENTER +
231
MENU
– REAR • L +
564
ENTER
– REAR • R +
897/P
– SUB WOOFER +
0
+1010
+
De fabrikantcodes kunnen zonder aankondiging
vooraf worden gewijzigd. Als de code is gewijzigd,
kunt u het desbetreffende apparaat niet met behulp
van deze afstandsbediening bedienen.
39
5
Probeer nu uw DVD-speler te bedienen door op
de toets AUDIO
te drukken.
Als uw DVD-speler nu aan-of uitgaat, hebt u de goede
fabrikantcode ingevoerd.
Als er voor uw merk DVD-speler meerdere fabrikantcodes
in de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen
De fabrikantcodes kunnen zonder aankondiging
vooraf worden gewijzigd. Als de code is gewijzigd,
kunt u het desbetreffende apparaat niet met behulp
van deze afstandsbediening bedienen.
Problemen oplossen
In deze tabel staat een overzicht van enkele veelvoorkomende problemen en gangbare oplossingen die vaak in de praktijk blijken te werken.
Mocht u een probleem tegenkomen dat u niet kunt oplossen, neemt u dan contact op met een JVC-service center bij u in de buurt.
PROBLEEM
De spanning kan niet worden ingeschakeld.
De luidsprekers geven geen geluid.
Er is slechts één luidspreker die geluid geeft.
Een voortdurende ruis of gesis bij de
ontvangst van FM-stations.
MOGELIJKE OORZAAK
De netspanningskabel is niet aangesloten.
De kabels van en naar de luidsprekers zijn
niet aangesloten.
De toetsen voor SPEAKERS ON/OFF 1 en
2 zijn niet goed ingesteld.
Er is een verkeerde bron geselecteerd.
De functie Mute is ingeschakeld.
Er is een verkeerde invoerfunctie
geselecteerd (analoog of digitaal).
De aansluitingen zijn verkeerd.
De kabels naar de luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
De balans is zodanig ingesteld dat slechts
één van de luidsprekers geluid weergeeft.
Het ontvangen signaal is te zwak.
Het station is te ver weg.
OPLOSSING
Steek de netspanningskabel in het stopcontact.
Controleer de kabels van en naar de luidsprekers en
sluit deze indien nodig opnieuw aan.
Druk beide toetsen SPEAKERS ON/OFF 1 en 2
in de juiste stand.
Selecteer de juiste bron.
Druk op de toets MUTING om deze functie uit te
schakelen.
Selecteer de juiste invoerfunctie (analoog of
digitaal).
Controleer de aansluitingen.
Zie bladzijden 6 – 8 voor analoge aansluitingen.
Zie bladzijde 9 voor digitale aansluitingen.
Controleer de kabels naar de luidsprekers en sluit
deze indien nodig opnieuw aan.
Pas de balans aan (zie bladzijde 19).
Sluit een FM-buitenantenne aan of neem contact
op met uw leverancier.
Selecteer een ander station.
Nederlands
Sporadisch krakende geluiden bij de
ontvangst van FM-stations.
Een “huilend” geluid bij het afspelen van
grammofoonplaten.
U hoort onbedoeld geluid
De vermelding “OVERLOAD” begint te
knipperen op de display.
De vermelding “DSP MICOM NG” begint
te knipperen op de display.
U gebruikt een verkeerde antenne.
De antenne is niet goed aangesloten.
Ontstekingsgeluiden van auto’s en
bromfietsen.
De draaitafel bevindt zich te dicht in de
buurt van de luidsprekers.
Er is geen aardlekkabel (H) aangesloten op
het aansluitpunt AM (H) aan de achterzijde.
De luidsprekers zijn overbelast als gevolg
van een te hoog volume.
De luidsprekers zijn overbelast als gevolg
van kortsluiting bij de uitgangen van of naar
de luidsprekers.
De ingebouwde microprocessor functioneert
niet goed.
Neem contact op met uw leverancier om na te
gaan of u wel de juiste antenne gebruikt.
Controleer de aansluitingen.
Plaats de antenne verder weg van de openbare
weg.
Plaats de luidsprekers uit de buurt van de
draaitafel.
Sluit de kabel aan op het aansluitpunt AM (H)
aan de achterzijde.
1. Druk op de toets STANDBY/ONop het
bedieningspaneel aan de voorzijde om de
ontvanger uit te zetten.
2. Stop het afspelen van het apparaat.
3. Zet de ontvanger weer aan en pas het volume aan.
Druk op het paneel aan de voorzijde van de ontvanger
op de toets STANDBY/ONen controleer de
kabels van en naar de luidsprekers.
Als “OVERLOAD” niet verdwijnt, moet u de stekker
uit het stopcontact verwijderen en daarna weer in het
stopcontact steken. Als de kabels van en naar de
luidsprekers geen kortsluiting veroorzaken, raden we u
aan contact op te nemen met uw leverancier.
Druk op de toets STANDBY/ONaan de
voorzijde van de ontvanger om deze uit te
schakelen. Verwijder de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met de dealer.
Het lampje STANDBY gaat aan nadat u de
stroom hebt ingeschakeld, maar daarna
schakelt de ontvanger zichzelf uit (gaat weer
in standby).
De afstandsbediening doet het niet.
De afstandsbediening werkt niet zoals de
bedoeling is.
De ontvanger ontvangt een te hoog voltage.
De rechtstreekse lijn tussen de afstandsbediening
en de sensor wordt versperd door een voorwerp.
De batterijen zijn (bijna) op.
De afstandsbediening is nog niet ingesteld
voor de bediening die u wilt uitvoeren.
Druk op de toets STANDBY/ONaan de
voorzijde van de ontvanger om deze uit te
schakelen. Verwijder de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met de dealer.
Verwijder het voorwerp.
Vervang de batterijen.
Druk eerst op de toets SOUND of een
bronkeuzetoets en druk dan pas op de toetsen voor
de gewenste bediening. (Zie bladzijden 34 tot 39).
40
Specificaties
Specificaties en ontwerp kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd.
Versterker
Uitvoervermogen
Bij Stereo-werking:
Kanalen voor:100 W per kanaal, min. RMS, beide kanelen aangedreven in 8 Ω
bij 1 kHz en met totaal maximaal 0,9% aan harmonische
vervorming. (IEC268-3/DIN)
Bij Surround-werking:
Kanalen voor:100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij 1 kHz en
met totaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Kanaal midden:100 W, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij 1 kHz en met totaal
maximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Kanalen achter:100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij 1 kHz en
met totaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming.