JVC RX-7010RBK, RX-7012RSL User Manual [nl]

AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
AUDIO/VIDEO-RECEIVER MIT STEUEREINHEIT AMPLI/TUNER DE COMMANDE AUDIO/VIDEO GEINTEGREERDE AUDIO/VIDEO-VERSTERKER
RX-7010RBK / RX-7012RSL
CATV/DBS VCR TV AUDIO
DVD MUILTIDVD
CD
TAPE/CDR
TV/DBS VCR PHONO
TREBLE
BASS
++−−
ANALOG/DIGITAL
SURROUND
DSP
MODE INPUTON/OFF
+ CENTER –
BASS BOOST EFFECT
231
MENU
TEST + REAR•L –
564
ENTER
– REAR•R +
SOUND
897/P
– SUB WOOFER +
MUTING
0
RETURN FM MODE 100 CATV/DBS CONTROL
CONTROL
+−+−+
CH TV VOL
TV/VIDEO
PLAY
+
/REW FF/
PAUSE
TUNING
REC
PTY SEARCH
PTY–
PAUSE
STOP
DISPLAY
RM-SRX7010R
A/V CONTROL RECEIVER
FM/AM
SLEEP
VOLUME
PTY+
CONTROL
FM/AM TUNING
DIGITAL
SURROUND
SURROUND ON/OFF
DSP MODE
FM/AM PRESET FM MODE
DIGITAL
INPUT
ANALOG/DIGITAL
INPUT ATT
12
MEMORY
BASS BOOST
SPEAKERS ON/OFF
+1010
+
STANDBY
STANDBY/ON
PHONES
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
DVD VCR
DVD MULTI
PHONO
CD TAPE/CDR
SOURCE NAME
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
FM/AM
EON PTY SEARCH TA/NEWS/INFO DISPLAY MODE
ADJUST
SETTING
CONTROL
DOWN UP
MASTER VOLUME
COMPULINK
Remote
DIGITAL
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
For Customer Use:
Enter below the Model No. and Serial No. which are located either on the rear, bottom or side of the cabinet. Retain this information for future reference.
Model No. Serial No.
LVT0579-004A
Warnung, Achtung und sonstige Hinweise/ Mises en garde, précautions et indications diverses/Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
Achtung –– -Schalter!
Den Netzstecker aus der Steckdose ziehen, um die Stromversorgung vollkommen zu unterbrechen. Der Schalter unterbrichet in keiner Stellung die Stromversorgung vollkommen. Die Stromversorgung kann mit der Fernbedienung ein- und ausgeschaltet werden.
Attention –– Commutateur !
Déconnecter la fiche de secteur pour couper complètement le courant. Le commutateur ne coupe jamais complètement la ligne de secteur, quelle que soit sa position. Le courant peut être télécommandé.
ACHTUNG
Zur Verhinderung von elektrischen Schlägen, Brandgefahr, usw:
1. Keine Schrauben lösen oder Abdeckungen enternen und nicht das Gehäuse öffnen.
2. Dieses Gerät weder Regen noch Feuchtigkeit aussetzen.
ACHTUNG
• Blockieren Sie keine Belüftungsschlitze oder -bohrungen. (Wenn die Belüftungsöffnungen oder -löcher durch eine Zeitung oder ein Tuch etc. blockiert werden, kann die entstehende Hitze nicht abgeführt werden.)
• Stellen Sie keine offenen Flammen, beispielsweise angezündete Kerzen, auf das Gerät.
• Wenn Sie Batterien entsorgen, denken Sie an den Umweltschutz. Batterien müssen entsprechend den geltenden örtlichen Vorschriften oder Gesetzen entsorgt werden.
• Setzen Sie die Anlage nicht in einem Badezimmer oder an Orten ein, an denen Wasser verwendet wird. Stellen Sie auch keine Behälter, die mit Wasser oder anderen Flüssigkeiten gefüllt sind (beispielsweise Kosmetik- oder Medikamentenbehälter, Blumenvasen, Topfpflanzen, Tassen etc) auf diese Anlage.
Voorzichtig –– schakelaar!
Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uit het stopkontakt. Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ongeacht de stand van de schakelaar. U kunt het apparaat ook met de afstandsbediening aan- en uitschakelen.
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
VOORZICHTIG
• Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit. (Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat worden opgebouwd.)
• Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen, op het apparaat.
• Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met het KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
• Gebruik dit apparaat niet in een badkamer of in andere natte ruimten. Zet ook geen voorwerpen op het apparaat die zijn gevuld met water of andere vloeistoffen (zoals cosmetica, medicijnen, bloemenvazen, bloempotten, kopjes enz.).
ATTENTION
Afin d’éviter tout risque d’électrocution, d’incendie, etc.:
1. Ne pas enlever les vis ni les panneaux et ne pas ouvrir le coffret de l’appareil.
2. Ne pas exposer l’appareil à la pluie ni à l’humidité.
ATTENTION
• Ne bloquez pas les orifices ou les trous de ventilation. (Si les orifices ou les trous de ventilation sont bloqués par un journal un tissu, etc., la chaleur peut ne pas être évacuée correctement de l’appareil.)
• Ne placez aucune source de flamme nue, telle qu’une bougie, sur l’appareil.
• Lors de la mise au rebut des piles, veuillez prendre en considération les problèmes de l’environnement et suivre strictement les règles et les lois locales sur la mise au rebut des piles.
• N’utilisez pas cet appareil dans une salle de bain ou un autre endroit avec de l’eau. Ne placez aucun récipient contenant de l’eau (tel que des cosmétiques ou des médicaments, un vase de fleurs, un pot de fleurs, une tasse, etc.) sur cet appareil.
G-1
Achtung: Angemessene Ventilation
Stellen Sie das Gerät zur Verhütung von elektrischem Schlag und Feuer und zum Schutz gegen Beschädigung wie folgt auf: Vorderseite: Offener Platz ohne Hindernisse. Seiten: Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von den Seiten. Oberseite: Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von der Oberseite. Rückseite: Keine Hindernisse innerhalb 15 cm von der Rückseite. Unterseite: Keine Hindernisse. Auf eine ebene Oberfläche stellen. Zusätzlich die bestmögliche Luftzirkulation wie gezeigt erhalten.
Attention: V entilation Correcte
Pour éviter les chocs électriques, l’incendie et tout autre dégât. Disposer l’appareil en tenant compte des impératifs suivants Avant: Rien ne doit gêner le dégagement Flancs: Laisser 10 cm de dégagement latéral Dessus: Laisser 10 cm de dégagement supérieur Arrière: Laisser 15 cm de dégagement arrière Dessous: Rien ne doit obstruer par dessous; poser l’appareil sur
une surface plate. Veiller également à ce que l’air circule le mieux possible comme illustré.
Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u bij opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten: Voorkant: Voldoende ruimte vrij houden. Zijkanten: Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden. Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven. Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden. Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak. Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals in de afbeelding aangegeven.
DeutschFrançais
Nederlands
Wand oder Hindernisse Mur, ou obstruction Wand of meubilair
Abstand von 15 cm oder mehr Dégagement de 15 cm ou plus Minstens 15 cm tussenruimte
RX-7010RBK/ RX-7012RSL
Boden Plancher Vloer
Vorderseite Avant Voorkant
Standhöhe 15 cm oder mehr Hauteur du socle: 15 cm ou plus Standard op minstens 15 cm van de vloer
G-2

Inhoudsopgave

Benaming van de onderdelen ......................... 2
Aan de slag ................................................. 3
Voor de installatie....................................................................... 3
De meegeleverde accessoires controleren .................................. 3
De FM- en AM-antenne (voor MG/LG-ontvangst) aansluiten .. 3
De luidsprekers aansluiten ......................................................... 4
Andere apparatuur aansluiten..................................................... 5
De netspanningskabel aansluiten ............................................... 9
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen ............................... 9
De bediening in een notendop ...................... 10
De stroomtoevoer in- en uitschakelen (Standby) ..................... 10
Een afspeelbron kiezen ............................................................ 10
Het volume aanpassen.............................................................. 11
De luidsprekers aan de voorzijde selecteren ............................ 11
Het geluid uitzetten (Mute) ...................................................... 12
Het basgeluid versterken .......................................................... 12
Nederlands
De toon aanpassen.................................................................... 12
Het invoersignaal dempen ........................................................ 12
Het uitvoerniveau van de subwoofer wijzigen ......................... 12
De belangrijkste instellingen ....................... 13
Opnemen van een bron............................................................. 13
De balans van de luidsprekers aan de voorzijde aanpassen ..... 13
De naam van een afspeelbron wijzigen.................................... 13
De subwoofer registreren ......................................................... 14
De luidsprekers registreren ten behoeve van de DSP-modi ..... 14
De instelling voor de digitale ingangen (DIGITAL IN)
registreren .......................................................................... 16
De invoermodus voor analoge of digitale signalen
selecteren............................................................................ 16
De basisinstellingen en aangepaste instellingen opslaan ......... 17
De Sleep Timer gebruiken........................................................ 17
De afspeelmodus DVD MULTI ...................... 30
De afspeelmodus DVD MULTI activeren................................ 30
Het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem .....
31
Andere apparatuur van JVC bedienen .......... 32
Geluidsapparatuur bedienen ..................................................... 32
Beeldapparatuur bedienen ........................................................ 34
Apparatuur van andere merken bedienen ..... 35
Problemen oplossen ................................... 39
Specificaties ............................................. 40
Radiostations ontvangen ............................ 18
Handmatig afstemmen op stations ........................................... 18
Werken met voorkeurzenders ................................................... 18
Een FM-ontvangstmodus selecteren ........................................ 19
RDS (Radio Data System) gebruiken om FM-stations te
ontvangen ........................................................................... 20
Een programma zoeken met behulp van een PTY-code........... 20
Tijdelijk naar een radioprogramma van uw
keuze overschakelen .......................................................... 21
De DSP-modi gebruiken .............................. 23
Wat zijn de DSP-modi? ............................................................ 23
Het geluidsveld reproduceren................................................... 24
De beschikbare DSP-modi, afhankelijk van de opstelling
van de luidsprekers............................................................. 25
De surround-modi aanpassen ................................................... 26
De DAP-modi aanpassen.......................................................... 28
Een DSP-modus inschakelen ................................................... 29
1

Benaming van de onderdelen

Lees voor gebruik eerst dit overzicht met de namen van de toetsen en bedieningsknoppen van de ontvanger door. Zie de pagina’s tussen haakjes voor meer informatie.
PHONES
STANDBY
STANDBY/ON
FM/AM TUNING
DIGITAL
SURROUND
SURROUND ON/OFF
DSP MODE
FM/AM PRESET FM MODE
DIGITAL
INPUT
ANALOG/DIGITAL
INPUT ATT
SPEAKERS ON/OFF
12
MEMORY
BASS BOOST
61 2 345 7
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
DVD
DVD MULTI
CD TAPE/CDR
PHONO
VCR
SOURCE NAME
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
FM/AM
ADJUST
CONTROL
DOWN UP
SETTING
EON PTY SEARCH TA/NEWS/INFO
8
DISPLAY MODE
MASTER VOLUME
COMPULINK
Remote
q9
Afstandsbediening
1 Display-venster (Zie hieronder) *
a: Indicator voor het gebruik van de
afstandsbediening
1
a
2
3
4t 5
6 7
8 9
p q
w e
r
CATV/DBS VCR TV AUDIO
DVD MUILTIDVD
CD
FM/AM
TV/DBS VCR PHONO
−−++
SURROUND
BASS BOOST EFFECT
SOUND
MUTING
CATV/DBS CONTROL
CONTROL
TV/VIDEO
+
TUNING
REC
PA USE
TAPE/CDR
BASS
ANALOG/DIGITAL
DSP
MODE INPUTON/OFF
TEST
RETURN FM MODE 100
+−+−+
CH TV VOL
PLAY
/REW FF/
PA USE
PTY SEARCH
PTY–
STOP
DISPLAY
RM-SRX7010R
A/V CONTROL RECEIVER
TREBLE
SLEEP
– CENTER +
231
MENU
– REAR • L +
564
ENTER
– REAR • R +
897/P
– SUB WOOFER +
0
VOLUME
CONTROL
+1010
PTY+
b
y u
i
+
o
;
a
s
b: Indicator voor signaaloverdracht
Deze indicator gaat aan wanneer de afstandsbediening een signaal afgeeft.
2 De toetsen
(10, 34 – 38)
CATV/DBS, VCR, TV , A UDIO
3 De toetsen voor het selecteren van een
afspeelbron (10, 17) * DVD, D VD MUL TI, CD, FM/AM, TV/DBS, VCR, TAPE/CDR, PHONO
4 De toetsen BASS +/– (12) 5 De toets SURROUND ON/OFF (26, 29) 6 De toets DSP MODE (27 – 29) 7 De toets BASS BOOST (12) 8 De toets SOUND (12, 26 – 28, 30) * 9 De toets MUTING (12) p De toets CATV/DBS CONTROL (36) * q De toets TV/VIDEO (34, 35) w De toetsen CH(annel) +/– (34 – 37) e De toetsen TUNING +/– (18) r De toets REC PAUSE (33, 34, 37) t De toetsen TREBLE +/– (12) y De toets SLEEP (17) u De toets ANALOG/DIGITAL INPUT (17) i • De cijf ertoetsen voor het selecteren van een
voorkeurkanaal (19)
De cijfertoetsen voor het aanpassen van het
(12, 19, 26 – 28, 30)
geluid
• De cijfertoetsen voor de bediening van audio/video-apparatuur (32 – 38)
o De toetsen TV VOL (ume) +/– (34, 35) ; De toetsen VOLUME +/– (11) a • De RDS-bedieningstoetsen (20, 21)
PTY SEARCH, PTY +/–, DISPLAY
• Bedieningstoetsen v oor audio/video-apparatuur
(32 – 34, 37, 38)
s De toets CONTROL (33, 34) *
y
uite rwp
o
;
Vooraanzicht Ontvanger
1 De toets STANDBY/ON met
STANDBY-lampje (10)
2 De toetsen FM/AM TUNING 5/ (18) 3 De toetsen FM/AM PRESET 5/ (18) 4 De toets FM MODE (19) 5 De toets MEMORY (18) 6 De display (10) 7 De sensor voor de afstandsbediening (9) 8 De RDS-bedieningstoetsen (20, 21)
EON, PTY SEARCH, TA/NEWS/INFO, DISPLAY MODE
9 De hoofdtelefooningang PHONES (11) p De toets SURROUND ON/OFF (26, 29) q De toets DSP MODE (27 – 29) w De toets INPUT ANALOG/DIGITAL (17)
De toets INPUT ATT (12)
e De toets SPEAKERS ON/OFF 1 (11)
De toets SPEAKERS ON/OFF 2 (11)
r De toets BASS BOOST (12) t De toetsen voor het selecteren van een
afspeelbron (10, 16) DVD MULTI, DVD, VCR, TV SOUND/DBS, PHONO, CD, TAPE/CDR, FM/AM
y De toetsen SOURCE NAME (13)
De toets TV SOUND/DBS en de knop TAPE/CDR functioneren tevens als de toets SOURCE NAME.
u De toets ADJUST (12, 13, 26 – 28, 30) i De toetsen CONTROL UP 5/DOWN o De toets SETTING (14 – 16) ; De knop MASTER VOLUME (11)
Nederlands
* Als u op de afstandsbediening op een van deze toetsen drukt, wordt gedurende cir ca 10 seconden
op de display aangegeven welke bedieningsmodus van de afstandsbediening in gebruik is.
Voorbeeld: Als u op de toets CD hebt gedrukt
Toetsen op de
afstandsbediening
FM/AM TUNER
CD CD
PHONO PHONO
TAPE/CDR TAPE
DVD DVD
DVD MULTI DVD
Bedieningsmodus van de
afstandsbediening
Toetsen op de
afstandsbediening
Bedieningsmodus van de
afstandsbediening
TV/DBS TV
VCR VCR
CATV/DBS CONTROL DBS
CONTROL Huidige instelling of VCR of
TAPE of CDDSC
SOUND SOUND
2

Aan de slag

ANTENNA
AM
LOOP
FM 75
COAXIAL
AM
EXT
AM
LOOP
AM EXT
FM 75
COAXIAL
ANTENNA
AM
LOOP
AM EXT
FM 75
COAXIAL
ANTENNA
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u geluidsapparatuur, beeldapparatuur en luidsprekers op de ontvanger aansluit en hoe u de stroomtoevoer aansluit.
Voor de installatie
Algemeen
• Zorg dat uw handen droog zijn.
• Schakel alle apparatuur uit.
• Lees de gebruiksaanwijzing van alle apparaten die u aan wilt sluiten aandachtig door.
Plaatsing
• Plaats de ontvanger op een horizontaal oppervlak dat niet vochtig mag zijn of kan worden.
• De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan –5˚C en niet hoger worden dan 35˚C.
• Zorg voor voldoende ventilatie rond de ontvanger. Bij gebrek aan ventilatie kan de ontvanger oververhit en beschadigd raken.
Veiligheid
Nederlands
• Steek geen metalen voorwerpen in de ontvanger.
• Laat de ontvanger intact. Verwijder geen schroeven, beschermplaten of onderdelen.
• Stel de ontvanger niet bloot aan vochtigheid zoals regen.
De meegeleverde accessoires controleren
Controleer of u in het bezit bent van alle onderstaande accessoires. Deze behoren standaard met de ontvanger te worden meegeleverd. Het getal tussen haakjes geeft het aantal items aan dat u van het type accessoire in uw bezit dient te hebben.
• Afstandsbediening (1)
• Batterijen (2)
De FM- en AM-antenne (voor MG/LG­ontvangst) aansluiten
Aansluiten van de FM-antenne
A
FM-antenne
De FM-antenne dient horizontaal te worden bevestigd.
Kabel naar de FM-buitenantenne
A. Gebruik maken van de meegeleverde FM-antenne
De meegeleverde FM-antenne kan als tijdelijke antenne dienst doen als u deze aansluit op de uitgang met de markering FM 75 CO AXIAL.
B
• AM-raamantenne (voor MG/LG-ontvangst) (1)
• FM-antenne (1)
Mocht er een item ontbreken, neemt u dan onverwijld contact op met uw leverancier.
B. Gebruik van een standaard aansluitstekker (niet
bijgeleverd)
Op de FM 75 COAXIAL aansluiting kunt u een FM antenne met standaard aansluitekker (IEC of DIN 45325) aansluiten.
Opmerking:
Sluit de buitenantenne aan indien de ontvangst met de binnenantenne te wensen overlaat. Maak de meegeleverde FM-draadantenne los voordat u een coaxkabel van 75 Ω aansluit. (Dit is het type kabel dat aan buitenantennes wordt gekoppeld).
3
Aansluiten van de AM-antenne (voor ontvangst
FRONT
SPEAKERS
RIGHT LEFT
+
1
RIGHT LEFT
2
+
1
2
van MG- en LG-signalen)
Steek de pinnen van de raamantenne
ANTENNA
FM 75
COAXIAL
in de openingen van de standaard om de AM-raamantenne (voor MG-/LG­ontvangst) gebruiksklaar te maken.
Basisprocedure voor het maken van aansluitingen
1
2
1
RIGHT
3
RIGHT
4
1
1
RIGHT
AM
LOOP
1
AM-raamantenne
AM
(voor MG-/LG-ontvangst)
EXT
2
3
Eénaderige bedrading voorzien van vinyl-beschermlaag voor gebruik buiten (niet bijgeleverd)
Draai de raamantenne tot de beste ontvangst is verkregen.
Opmerkingen:
• Als de bedrading van de AM-raamantenne (MG/LG) is
afgeschermd met een plastic laag, moet u deze zoals in de afbeelding is aangegeven verwijderen.
• Zorg dat de bedrading van de antenne niet in aanraking komt met
andere uitgangen, draden of de netspanningskabel. Dit kan de ontvangst nadelig beïnvloeden.
• Als de ontvangst te wensen overlaat, wordt u aangeraden om een
eenaderige bedrading die is voorzien van een vinyl-beschermlaag op de uitgang AM EXT aan te sluiten. (Laat de AM-raamantenne (voor MG- en LG-ontvangst) op de ontvanger aangesloten).
De luidsprekers aansluiten
1 Snij aan de uiteinden van elke luidsprekerkabel
de isolatielaag weg (niet bijgeleverd). 2 Draai de knop tegen de wijzers van de klok in. 3 Steek de luidsprekerkabel in de opening die
vrijkomt. 4 Draai de knop met de wijzers van de klok mee.
Nederlands
De luidsprekers aan de voorzijde aansluiten
Als u wilt kunt u vier luidsprekers aan de voorzijde aansluiten (één set op het aansluitpunt FRONT SPEAKERS 1 en de andere set op het aansluitpunt FRONT SPEAKERS 2).
Luidspreker rechtsvoor Luidspreker rechtsvoor
U kunt de volgende luidsprekers aansluiten:
• Twee sets luidsprekers aan de voorzijde voor weergave van normaal stereo-geluid.
• Eén set luidsprekers aan de achterzijde voor weergave van het surround sound-effect.
• Eén luidspreker in het midden voor een nog betere weergave van het surround sound-effect (waardoor menselijke stemmen beter tot hun recht komen).
• Eén subwoofer om het bass-geluid beter tot zijn recht te laten komen.
BELANGRIJK:
Nadat u de bovenstaande luidsprekers hebt aangesloten, moet u enkele gegevens over uw luidsprekers en de opstelling ervan registreren om het best mogelijke DSP sound-effect te verkrijgen. Hoe dit in zijn werk gaat, leest u op pagina 14.
Sluit voor alle luidsprekers (behalve de subwoofer) het ene uiteinde van een luidsprekerkabel aan op de aansluitpunten (+) en (–) op de achterzijde van de ontvanger en het andere uiteinde op de aansluitpunten (+) en (–) van de luidsprekers. Het aansluiten van de subwoofer wordt uitgelegd op pagina 5.
LET OP:
Let er bij het aansluiten van de luidsprekers op dat de impedantie van de luidsprekers gelijk is aan de impedantie die bij de uitgang van de luidsprekers staat aangegeven.
FRONT
SPEAKERS
FRONT
SPEAKERS
1
Luidspreker linksvoor Luidspreker linksvoor
2
4
Over de impedantie van de luidsprekers
SUBWOOFER
OUT
TAPE
CDR
CD
PHONO
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
De vereiste impedantie van de luidsprekers aan de voorzijde hangt af van de vraag of u de aansluitpunten FRONT SPEAKERS 1 en FRONT SPEAKERS 2 tegelijkertijd of slechts een van deze aansluitpunten gebruikt.
SITUATIE 1
Wanneer u één set luidsprekers aan de voorzijde aansluit
De subwoofer aansluiten
U kunt het bass-geluid beter tot zijn recht laten komen als u een subwoofer aansluit. Sluit de steker van de subwoofer (die is aangesloten op het stroomnet) met behulp van een kabel met RCA-pinnen (niet bijgeleverd) aan op de uitgang SUBWOOFER OUT aan de achterzijde van de ontvanger.
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Gebruik aan de voorzijde luidsprekers met een impedantie van 8 – 16 .
Nederlands
SITUATIE 2
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Gebruik aan de voorzijde luidsprekers met een impedantie van 16 – 32 .
De luidsprekers aan de achterzijde en de luidspreker in het midden aansluiten
De luidsprekerkabel aan op de aansluitpunten die is voorzien van de markering REAR SPEAKERS en de luidspreker die u in het midden wilt plaatsen op de aansluitpunten die is voorzien van de markering CENTER SPEAKER.
Luidspreker
midden
Wanneer u twee luidsprekersets aan de voorzijde aansluit
Luidspreker
aan de
voorzijde 2
Luidspreker
aan de
voorzijde 2
in het
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Subwoofer die is aangesloten op het stroomnet
Andere apparatuur aansluiten
Als u kunnen de volgende apparaten op de ontvanger worden aangesloten. Raadpleeg ook de handleidingen die bij de andere apparatuur werden meegeleverd.
Geluidsapparatuur Beeldapparatuur
• Draaitafel • DVD-speler*
• CD-speler* • TV*
• Cassettedeck • DBS-tuner* of CD-recorder* • Videorecorder
*
U kunt deze apparatuur aansluiten volgens de methode die in de paragraaf “Analoge aansluitingen” (hieronder) en in de paragraaf “Digitale aansluitingen” (zie pagina 8) staat beschreven.
Analoge aansluitingen
Geluidsapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met RCA-pinstekers (niet bijgeleverd). Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang en de rode steker op de rechter audio-uitgang.
LET OP:
Als u een geluidsversterker zoals een grafische equalizer tussen een afspeelbron en deze ontvanger aansluit, kan de audio-uitvoer van de ontvanger worden vervormd.
Draaitafel
Als er bij uw draaitafel een aardlekkabel is meegeleverd, moet u deze aansluiten op de uitgang met de aanduiding AM (H), te vinden aan de achterzijde.
Luidspreker
linksachter
5
Luidspreker
rechtsachter
CENTER
SPEAKER
+
REAR
SPEAKERS
RIGHT LEFT
Draaitafel
Naar de audio­uitgang
Voorbeeld: Deze aansluiting geldt
voor een draaitafel met een cartridge van het type MM (moving magnet).
Opmerking:
Draaitafels met een klein verwisselbaar element zoals een bewegende veer moeten middels een commerciële hoofdversterker of door middel van optransformatie op de ontvanger worden aangesloten. Rechtstreeks aansluiten kan resulteren in een te laag volume.
CD-speler
CD-speler
Naar de audio-uitgang
Cassettedeck of CD-recorder
Naar de
audio-ingang
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
CDR
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR
(PLAY)
TV SOUND DBS
Cassettedeck
IN
IN
RIGHT LEFT
AUDIO
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
CDR
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR
Naar de
audio-uitgang
Beeldapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met RCA-pinstekers (niet bijgeleverd). Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang, de rode steker op de rechter audio-uitgang, en de gele steker op de video-uitgang. Als uw beeldapparatuur is uitgerust met een S-video-uitgang (Y/C­scheiding) kunt u deze het beste met een S-videokabel aansluiten (niet bijgeleverd). Als u deze beeldapparatuur op de S-video-ingang en S-video-uitgang aansluit, krijgt u een betere beeldkwaliteit, zowel bij weergave als bij opname.
BELANGRIJK:
Deze ontvanger is uitgerust met een gewone video-ingang en video­uitgang, en een S-video-ingang en S-video-uitgang voor het aansluiten van beeldapparatuur. Het is niet noodzakelijk zowel de gewone video-ingang als de S-video-ingang aan te sluiten.
Onthoud echter dat de videosignalen van de gewone video­ingang alleen via de gewone video-uitgangen worden aangeboden, terwijl de videosignalen van de S-video-ingang alleen via de S-video-uitgangen worden aangeboden.
Als er dus een opnemend beeldapparaat en een afspelend beeldapparaat via de verschillende video-aansluitpunten op de ontvanger zijn aangesloten, kunt u geen beelden die afkomstig zijn van het afspelende beeldapparaat op het opnemende beeldapparaat opnemen. Bovendien kunt u als de TV en het afspelende beeldapparaat via de verschillende video-aansluitpunten op de ontvanger zijn aangesloten, geen beelden die afkomstig zijn van het afspelende beeldapparaat op de TV bekijken.
Videorecorder
Videorecorder
A
B
(S-VHS of VHS)
DC
F
E
Nederlands
Naar de
audio-ingang
CD-recorder
Naar de
audio-uitgang
Opmerking:
Op de uitgang TAPE/CDR kunt u een cassettedeck of een CD­recorder aansluiten. Als u een CD-recorder op de uitgang TAPE/CDR aansluit, moet u de naam van de afspeelbron wijzigen in “CDR”. De naam van de afspeelbron wordt op de display weergegeven. Meer informatie treft u aan op pagina 13.
Indien uw geluidsapparatuur beschikt over een COMPU LINK­uitgang
Zie ook pagina 31 voor uitgebreide informatie over deze aansluiting en het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem.
PHONO
CD
MONITOR
OUT
(REC)
TAPE
CDR
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
TV
SOUND
DBS
RIGHT LEFT
AUDIO
OUT
DVD
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
DBS
VIDEO
VCR
Å Naar de audio-uitgang voor het linker/rechter kanaal ı Naar de audio-ingang voor het linker/rechter kanaal Ç Naar de S-video-uitgang Î Naar de gewone video-uitgangNaar de gewone video-ingang Ï Naar de S-video-ingang
6
TV en/of DBS-tuner
Naar de S-video-ingang
Naar de gewone video-ingang
TV
Nederlands
Naar de audio-uitgang
Als u de TV op de audiobussen (TV SOUND/DBS) aansluit, moet u de video-uitgangen NIET op deze video-ingangen aansluiten.
PHONO
Sluit de TV aan op de uitgang MONITOR OUT als u beelden
CD
van andere aangesloten beeldapparaten op de TV wilt kunnen bekijken.
OUT
(REC)
TAPE
CDR
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
TV
SOUND
DBS
RIGHT LEFT
AUDIO
MONITOR
OUT
DVD
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
DBS
VIDEO
DVD-speler
• Als u de DVD-speler met de stereo-stekers aansluit:
B
A
RIGHT LEFT
FRONT
SUB
WOOFER
REAR
RIGHT
SUBWOOFER
OUT
AUDIO
DVD-speler
DVD
DVD
CENTER
LEFT
MONITOR
OUT
DVD
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
DBS
VIDEO
C
Å Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksvoor en
rechtsvoor (of naar de gemengde audio-uitgang, indien gewenst)
ı Naar de S-video-uitgang Ç Naar de gewone video-uitgang
• Als u de DVD-speler met de analoge, losse stekers aansluit (5,1 CH-reproductie):
VCR
IN
(PLAY)
DBS
VIDEO
Naar de audio­uitgang
DBS-tuner
DBS
VCR
IN
(PLAY)
TV SOUND DBS
RIGHT LEFT
AUDIO
Naar de gewone video-uitgang
Naar de S-video-uitgang
Opmerking:
Wanneer u de DBS-tuner op de uitgang TV SOUND/DBS aansluit, moet u de naam van de afspeelbron die op de display verschijnt wanneer u de DBS-tuner als bron selecteert, wijzigen in “DBS”. Hoe dit in zijn werk gaat, wordt uitgelegd op pagina 13.
E
A
DVD-speler
DVD
C
B
D
RIGHT LEFT
FRONT
SUB
WOOFER
REAR
RIGHT
SUBWOOFER
OUT
AUDIO
DVD
CENTER
LEFT
MONITOR
OUT
DVD
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
DBS
VIDEO
F
Å Naar de audio-uitgang van de luidspreker in het midden ı Naar de audio-uitgang van de subwoofer Ç Naar de S-video-uitgang Î Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksvoor en
rechtsvoor
Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksachter en
rechtsachter
Ï Naar de gewone video-uitgang
7
DIGITAL OUT
DOLBY DIGITAL/PCM
/DTS
Digitale aansluitingen
Deze ontvang er is uitgerust met vier DIGITAL IN-aansluitingen — een digitale coax-aansluiting en drie optische digitale aansluitingen, en de ontvanger heeft een DIGITAL OUT-aansluiting. Het is hierdoor mogelijk om elk digitaal apparaat aan te sluiten, zoals —
• DBS-tuner,
• Digitale TV -tuner ,
• DVD-speler,
• CD-speler, en
• CD-recorder
BELANGRIJK:
• Let er bij het aansluiten van de DVD-speler, digitale TV-tuner of DBS-tuner waarbij u de digitale aansluitpunten gebruikt op dat u de apparatuur tevens aansluit op de video-bus (hetzij een gemeenschappelijke video-uitgang of een S-video-uitgang) aan de achterzijde. Zonder aansluiting op de video-bus is het niet mogelijk om beelden te bekijken.
• Nadat u bovenstaande apparaten op de DIGITAL IN-aansluitingen hebt aangesloten, moet u indien nodig nog de volgende instellingen op de juiste wijze aanbrengen. – Selecteer de juiste instelling voor de digitale ingang van DIGITAL
IN. Hiervoor verwijzen we u naar de paragraaf “De instelling voor de digitale ingangen (DIGITAL IN) registreren” op pagina 16.
– Selecteer de juiste digitale invoermodus. Hiervoor verwijzen we u
naar de paragraaf “De invoermodus voor analoge of digitale signalen selecteren” op pagina 16.
Opmerkingen:
• De instellingen voor de digitale ingangen van DIGITAL IN zijn in de fabriek als volgt voor de volgende apparaten ingesteld. – DIGITAL 1 (coax): Voor een DVD-speler – DIGITAL 2 (optisch): Voor een CD-speler – DIGITAL 3 (optisch): Voor de digitale TV-tuner – DIGITAL 4 (optisch): Voor een CD-recorder
• Als u de CD-speler of de CD-recorder met behulp van het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem wilt bedienen, moet u deze apparatuur ook aansluiten op de manier die wordt beschreven in de paragraaf “Analoge aansluitingen” (zie pagina 6).
Digitale uitgang
CD-recorder, enz.
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd) tussen digitale optische aansluitpunten
Nederlands
Digitale ingangen
TV-digitale
CD-speler
Digitale coaxkabel (niet bijgeleverd) tussen digitale coax-aansluitpunten
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd) tussen digitale optische aansluitpunten
Als het desbetreffende apparaat een digitale coax-uitgang heeft, moet u dat apparaat met een digitale coax-kabel (niet bijgeleverd) aansluiten op de ingang DIGITAL 1 (DVD).
DVD-speler
DVD
CD-recorder
DIGITAL 1
(DVD)
Als de digitale recorder (b.v. een CD-recorder) is uitgerust met een digitale, optische ingang, dient u deze te verbinden met de uitgang DIGITAL OUT zodat u van digitaal naar digitaal kunt opnemen.
Als het desbetreffende apparaat een digitale optische uitgang heeft, moet u dat apparaat met een digitale optische kabel (niet bijgeleverd) aansluiten op de ingang DIGITAL 2 (CD), DIGITAL 3 (TV) of DIGITAL 4 (CDR).
Verwijder voor het aanbrengen van een digitale optische kabel eerst het beschermende dopje uit de ingang.
DIGITAL 2 ( CD )
DIGITAL 3 ( TV )
DIGITAL 4 (CDR)
DIGITAL IN
8
De netspanningskabel aansluiten
Alvorens de ontvanger op de netspanning aan te sluiten, moet u nagaan of alle benodigde aansluitingen tot stand zijn gebracht.
Steek de stekker van de netspanningskabel in een wandcontactdoos.
Houd de netspanningskabel uit de buurt van de aansluitkabels en de antenne. De netspanningskabel kan de ontvangst en de weergave van beelden en geluid negatief beïnvloeden. We raden u aan voor de antenne gebruik te maken van coaxkabel omdat deze kabelsoort de beste bescherming biedt teg en storingen van b uitenaf.
Opmerking:
De voorkeursinstellingen zoals kanaal- en geluidsinstellingen kunnen in de volgende gevallen na een aantal dagen zijn gewist:
–Wanneer u de stekker eruit haalt. –Wanneer er een stroomstoring optreedt.
Nederlands
LET OP:
• Raak de netspanningskabel niet met natte handen aan.
• Trek niet aan de netspanningskabel als u die uit de wandcontactdoos wilt verwijderen. Pak de kabel altijd bij de stekker beet en trek de stekker voorzichtig uit het stopcontact zodat de kabel niet kan beschadigen.
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen
Voordat u de afstandsbediening kunt gebruiken, moet u eerst de twee meegeleverde batterijen in het daarvoor bestemde batterijenvakje plaatsen. Als u de afstandsbediening gebruikt, moet u deze rechtstreeks op de afstandsbedieningssensor richten die op de ontvanger is aangebracht.
1
2
R6P(SUM-3)/AA(15F)
3
1. Verwijder het deksel van het batterijenvakje aan de achterzijde van de afstandsbediening.
2. Plaats de batterijen in het batterijenvakje. Let daarbij op de polen van de batterijen: (+) tegen (+) en (–) tegen (–).
3. Plaats het klepje terug op het batterijenvakje.
Als u merkt dat de afstand tot de ontvanger waarover de afstandsbediening goed functioneert afneemt, moet u de batterijen vervangen. Gebruik voor de afstandsbediening twee droge batterijen
van het type R6P(SUM-3)/AA(15F).
LET OP:
Volg de onderstaande procedures om te voorkomen dat de batterijen gaan lekken of openbreken:
Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit: (+) tegen (+) en (–) tegen (–).
• Gebruik het juiste type batterijen. Batterijen die lijken op het
aangegeven type kunnen van een ander voltage zijn.
• Vervang beide batterijen altijd tegelijk en niet afzonderlijk.
• Stel batterijen nooit bloot aan warmtebronnen of open vuur.
9
Gebruikte batterijen:

De bediening in een notendop

De volgende bedieningsinstructies gelden doorgaans voor alle typen geluidsapparatuur.
De stroomtoevoer in- en uitschakelen (Standby)
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Druk om de stroomtoevoer in te schakelen,
op de toets STANDBY/ON
. Het lampje STANDBY gaat uit. De naam van de geselecteerde bron (of de frequentie van de zender) verschijnt op de display.
De naam van de huidige bron verschijnt
1
SPK
L
ANALOG
R
Hier wordt het volumeniveau weergegeven
Druk om de stroomtoevoer uit te schakelen (en de ontvanger in de Standby-modus te zetten), nogmaals op de toets STANDBY/
ON
. Het lampje STANDBY licht op. Er vindt altijd een licht stroomverbruik plaats wanneer de eenheid in standby staat. Als u het stroomverbruik helemaal wilt uitschakelen, moet u de stekker uit het stopcontact verwijderen.
STANDBY
STANDBY/ON
STANDBY
STANDBY/ON
VOLUME
DVD MULTI Hiermee selecteert u de DVD-speler om digitale
video-discs te bekijken als u op de DVD-speler gebruik maakt van de analoge uitvoermodus (5,1 CH-reproductie). Meer informatie over de afspeelfunctie DVD MULTI leest u op pagina 30.
DVD Hiermee selecteert u de DVD-speler. VCR Hiermee selecteert u de videorecorder die op de
uitgang VCR is aangesloten.
TV SOUND/DBS Hiermee selecteert u het geluid van de TV (of de
DBS-tuner).
PHONO* Hiermee selecteert u de draaitafel. CD* Hiermee selecteert u de CD-speler. TAPE/CDR* Hiermee selecteert u het cassettedeck (of de
CD-recorder).
FM/AM* Hiermee de FM- of AM (MG/LG)-band.
• Elke keer dat u op deze toets drukt, schakelt u heen en weer tussen de FM-band en de AM (MG/LG)-band.
Opmerkingen:
• Indien u een CD-recorder hebt aangesloten (op de uitgang TAPE/CDR) en een DBS-tuner hebt aangesloten (op de uitgang TV SOUND/DBS), moet u de naam van de afspeelbron die op de display wordt weergegeven wijzigen. Zie pagina 13 voor meer informatie.
• Als u een van de bronkeuzeknoppen op de afstandsbediening indrukt hierboven aangegeven met een asterisk (*) wordt de ontvanger automatisch ingeschakeld.
Nederlands
Met de afstandsbediening:
Druk om de stroomtoevoer in te schakelen,
op de toets AUDIO
. Het lampje
AUDIO
STANDBY gaat uit. De naam van de geselecteerde bron (of de frequentie van de zender) verschijnt op de display.
Druk om de stroomtoevoer uit te schakelen (en de ontvanger in Standby-modus te zetten),
op de toets AUDIO
. Het lampje STANDBY
licht op.
Een afspeelbron kiezen
Druk rechtstreeks op de toets van de gewenste afspeelbron.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
DVD MULTI
PHONO
Met de afstandsbediening:
ANALOG
DIGITAL
SPK
LC S.WFR LS RS
S
CH-
12
R
LFE
DIGITAL AUT O
LINEAR PCM
DVD VCR
CD TAPE/CDR
SOURCE NAME
DVD MUIL TIDVD
TAPE/CDRTV/DBS VCR PHONO
TV SOUND/DBS
SOURCE NAME
FM/AM
CD
FM/AM
De naam van de geselecteerde
afspeelbron wordt weergegeven
PRO LOGIC DSP H.PHONE AUTO MUTING TUNED STEREO TA NEWS INFO
BASS BOOST INPUT ATT EON RDS SLEEP
VOLUME
WanIndicators voor signalen en luidsprekers op de display
De signaalindicators gaan in de volgende situaties aan:
• Alleen de indicators voor de binnenkomende signalen gaan aan.
• Als analoge invoer is geselecteerd, gaan “L” en “R” altijd aan.
• Als “DVD MULTI” als afspeelbron is geselecteerd, gaan “L”, “C”, “R”, “LFE”, “LS” en “RS” aan.
De indicators voor de luidsprekers gaan alleen aan als —:
• De desbetreffende luidspreker wordt geactiveerd.
ÉN
• De desbetreffende luidspreker nodig is voor de op dat moment geselecteerde DSP-modus.
Signaalindicators gaan aan in het rood:
RCL
S.WFR
LS RSS
LFE
Luidsprekerindicators gaan aan in het wit:
RCL
S.WFR
LS RSS
LFE
L: • Als digitale invoer is geselecteerd: licht op wanneer er
via het linker kanaal signalen worden ontvangen.
• Als analoge invoer is geselecteerd: licht altijd op.
R: • Als digitale invoer is geselecteerd: licht op wanneer er
via het rechter kanaal signalen worden ontvangen.
• Als analoge invoer is geselecteerd: licht altijd op.
C: Licht op wanneer er via het middelste kanaal signalen
worden ontvangen.
LS: Licht op wanneer er signalen van het kanaal linksachter
worden ontvangen.
RS: Licht op wanneer er signalen van het kanaal rechtsachter
worden ontvangen.
S: Licht op wanneer er mono-signalen van het achterste kanaal
worden ontvangen.
LFE: Licht op wanneer er LFE-signalen worden ontvangen.
Opmerkingen:
• Als voor “SUBWOOFER” de instelling “YES” is geselecteerd, licht
S.WFR
op.
• Als u “DVD MULTI” selecteert, lichten alle signaalindicators op
behalve “S”.
10
Verschillende afspeelbronnen voor beeld en geluid selecteren
U kunt naar het beeld van een beeldapparaat kijken en tegelijkertijd naar het geluid van een ander apparaat luisteren.
Druk op een van de toetsen voor het selecteren van een afspeelbron — PHONO, CD, TAPE/CDR, FM/AM, TV SOUND/DBS* (of TV/DBS op het afstandsbediening), terwijl u naar het beeld van een beeldapparaat kijkt bijvoorbeeld beelden die afkomstig zijn van een videorecorder, DVD-speler of DBS-tuner.
Opmerkingen:
• Als u een beeldapparaat hebt geselecteerd, worden de beelden van het geselecteerde apparaat naar de TV gestuurd tenzij u een ander beeldapparaat selecteert.
* Met de toets TV SOUND/DBS (of de toets TV/DBS op de
afstandsbediening) kunt u alleen “DBS” selecteren en niet “TV SOUND (of “TV” als u de afstandsbediening gebruikt)”. Als u de DBS-tuner gebruikt, moet u naam van de afspeelbron juist selecteren (zie pagina 13).
Nederlands
Het volume aanpassen
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Draai de knop MASTER VOLUME met de wijzers van de klok mee om het volume te vergroten. Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om het volume te verkleinen.
• Als u snel aan de knop MASTER VOLUME
draait, verandert het volume ook snel.
• Als u langzaam aan de knop MASTER
VOLUME draait, verandert het volume ook langzaam.
Met de afstandsbediening:
Druk op VOLUME + om het volume te vergroten. Druk op VOLUME – om het volume te verkleinen.
LET OP:
Zet het volume altijd op het minimum niveau alvorens u een bron inschakelt. Als u het volume op het maximum niveau zet, kan de plotselinge geluidsexplosie uw gehoororganen en/of de luidsprekers permanente schade toebrengen.
Opmerking:
Het volumeniveau kan worden ingesteld op waarden tussen “0” (minimaal) en “80” (maximaal).
+
VOLUME
MASTER VOLUME
De luidsprekers aan de voorzijde selecteren
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Als u twee luidsprekersets aan de voorzijde hebt aangesloten, kunt u kiezen van welke set u gebruik wilt maken.
SPEAKERS ON/OFF
1
Als u de luidsprekers wilt gebruiken die zijn aangesloten op de aansluiting met de aanduiding FRONT SPEAKERS 1, moet u
op de toets SPEAKERS ON/OFF 1 drukken zodat de indicator SPK 1 op het display gaat branden. (Zorg ervoor dat de indicator SPK 2 niet aan is).
Als u de luidsprekers wilt gebruiken die zijn aangesloten op de aansluiting met de aanduiding FRONT SPEAKERS 2, moet u
op de toets SPEAKERS ON/OFF 2 drukken zodat de indicator SPK 2 op het display gaat branden. (Zorg ervoor dat de indicator SPK 1 niet aan is). Als u alle twee de luidsprekersets wilt gebruiken, moet u op de toets SPEAKERS ON/OFF 1 en de toets SPEAKERS ON/OFF 2 drukken zodat zowel de indicator SPK 1 als SPK 2 op het display branden. Als u geen van beide luidsprekersets wilt gebruiken, moet u op de toets SPEAKERS ON/OFF 1 en de toets SPEAKERS ON/OFF 2 drukken zodat zowel de indicator SPK 1 als SPK 2 op het display uit
zijn.
Opmerkingen:
• Als u een van de DSP-modi kiest terwijl er zowel op de aansluiting met de aanduiding FRONT SPEAKERS 1 als 2 luidsprekers zijn aangesloten, worden de luidsprekers die op FRONT SPEAKERS zijn aangesloten gedeactiveerd.
• Als de DSP MODE in gebruik is, kunt u alleen de luidsprekers die op FRONT SPEAKERS 1 of 2 zijn aangesloten gebruiken.
Alleen met een hoofdtelefoon luisteren
Als u met een hoofdtelefoon luistert, moeten beide luidsprekersets worden uitgeschakeld.
1. Sluit uw hoofdtelefoon aan op de uitgang met de aanduiding
PHONES, te vinden aan de voorzijde.
2. Druk op de toets SPEAKERS ON/OFF 1 en SPEAKERS
ON/OFF 2 zodat de indicator SPK 1 en de SPK 2 op de display uitgaan. De geselecteerde DSP-modus wordt geannuleerd, en de HEADPHONE-modus wordt geactiveerd (zie hieronder).
• De vermelding “HEADPHONE” wordt weergegeven en de indicator H. PHONE op de display gaat aan.
HEADPHONE-modus:
In deze modus kunnen de LFE-kanaalsignalen worden gereproduceerd en worden gemengd met de signalen van de kanalen aan de voorzijde. U hoeft het subwoofer-geluid dus niet te missen, zelfs niet als u via de hoofdtelefoon luistert.
2
2
11
Opmerkingen:
• In de HEADPHONE-modus is het niet mogelijk om naar een DSP-modus te luisteren (zie pagina 23).
• Als u de luidsprekers activeert, wordt de HEADPHONE-modus geannuleerd en wordt de eerder geselecteerde DSP-modus opnieuw geactiveerd.
LET OP:
Zet het volume altijd op het minimum niveau alvorens u een hoofdtelefoon aansluit of opzet. Een te hoog volume kan uw gehoororganen en de hoofdtelefoon permanente schade toebrengen.
Loading...
+ 30 hidden pages