For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de
desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
GET0136-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdapparaat
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e )
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent
met een hogere klasse laserstraal dan
“Klasse 1”.
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
Houd SEL (selecteren) ingedrukt en druk tegelijkertijd
langer dan 2 seconden op (standby/aan/
attenuator).
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerkingen:
• De geheugeninstellingen—zoals de voorkeurzenders
en de geluidsinstellingen—zullen eveneens gewist worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen
wanneer u het apparaat terugstelt. Let op dat de CD niet valt.
Voorzorgens:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte
blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen
door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud
en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij
het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze
schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
ADVARSEL: Usynlig laser stråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funktion. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del är
öppnad och spärren är
urkopplad. Betrakta
strålen. (s)
ej
attenuator)
SEL (selecteren)
VARO: Avattaessa ja
suojalukitus ohitettaessa
olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle.
Älä katso säteeseen. (f)
(standby/aan/
Hoe u de toets M (MODE) gebruikt
Als u op de toets M (MODE) drukt, schakelt de apparaat over naar de functiemodus en werken de
cijfertoetsen en de toetsen 5/∞ enigszins anders.
Bijv.: Indien de 2 cijfertoets als de MO (mono) toets werkt.
Indicator die tijd aftelt
Voor het weer gebruiken van de oorspronkelijke functies van deze toetsen na een druk op
M (MODE), wacht u 5 seconden zonder op een van deze toetsen te drukken totdat de
functiemodus is gewist.
• Ook als u nogmaals op de toets M (MODE) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Plaatsing van de toetsen ........................... 35
PROBLEMEN OPLOSSEN ................. 36
ONDERHOUD ............................... 38
Omgaan met discs .................................... 38
SPECIFICATIES ............................. 39
NEDERLANDS
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificaatie indien het apparaat is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
d
s
f
j
h
k
l/
z xg
c
NEDERLANDS
w
1 De toets (standby/aan/attenuator)
2 De toets SEL (selecteren)
3 De bedieningsschijf
4 CD-lade
5 Het display-venster
6 De toets FM/AM
7 De toets 5 (hoger)
De toets +10
8 De toets 0 (uitwerpen)
9 De toetsen 4 /¢
p De toets DISP (display)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets M (MODE).
q De toets M (MODE)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden
gebruikt in combinatie met de toets DISP
(display).
w Afstandssensor
e De toets EQ (equalizer)
r De toets MO (mono)
t De cijfertoetsen
y De toets RPT (herhalen)
u De toets RND (willekeurig)
i De toets T (TP/PTY: traffic programme/
programme type)
o De toets CD
4
n m
v
512 34
re
toiu
y
; De toets ∞ (lager)
De toets –10
a De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
b
68
9
7
aqp
;
Het display-venster
s De indicator EQ (equalizer)
d De indicator LOUD (loudness)
f De indicator CD-geplaatst
g De indicator CD
h De indicators voor de FM-band
(FM1, FM2, FM3)
j De indicator voor de AM-band
k Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
l De indicators RDS
AF, REG, TP, PTY
/ De indicator MP3
z De indicator (disc)
x De indicator voor het volumeniveau
(of audioniveau)
c Discinformatie-indicators
TAG (ID3 tag), (map), (fragment/
bestand)
v Hoofdvenster
b De indicator (map)
n De indicator RND (willekeurig)
m De indicator RPT (herhalen)
BASISBEDIENING
1
3
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Bij het selecteren van de geluidsbron in stap
hieronder wordt het apparaat automatisch
ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te
drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijden 7 – 16.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijden 17 – 20.
Voor het afspelen van MP3 disc,
zie bladzijden 23 – 27.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen
2
2
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijden 28 en 29).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op . Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT ” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
• U kunt het volume ook op het oude niveau
terugbrengen door de bedieningsschijf linksom
te draaien.
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer
dan 1 seconde ingedrukt.
“SEE YOU” wordt getoond en vervolgens wordt
het toestel uitgeschakeld.
• Indien u de stroom uitschakelt tijdens het
beluisteren van een CD, zal de volgende keer
bij het weer inschakelen van de stroom de
weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op
de disc worden voortgezet.
NEDERLANDS
Het volume verlagen
De indicator voor het volumeniveau
(of audioniveau) (zie bladzijde
Het door u ingestelde volumeniveau
verschijnt.
32)
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere
geluidsdragers nauwelijks sprake van
achtergrondruis. Wanneer het volume van
bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het
gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge
toename van het geluid beschadigd raken.
Draai het volume daarom voordat u een CD
afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan
uw wensen aan.
5
Klok instellen
Frequentie
Klok
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een
24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en
houd deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 31).
NEDERLANDS
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H”
(uur) als deze al niet meteen op de
display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
12
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M”
(minuten).
2 Pas de minuten aan.
12
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.
2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
6
12
5
Voltooi de instelling.
De huidige kloktijd opvragen of de
weergavemodus wijzigen
• Tijdens de bediening van de tuner:
Opmerking:
Zie bladzijde 15 voor het veranderen van de
aanduidingen tijdens gebruik van RDS.
• Tijdens bediening voor disc:
Opmerkingen:
• Tijdens weergave van een normale CD verschijnt
“NO NAME” voor de disctitel/artiest en de
fragmenttitel.
• Zie tevens bladzijden 20 en 24 voor de diverse
aanduidingen die tijdens weergave van een CD
Text of MP3 disc verschijnen.
• Met de stroom uit:
De stroom wordt ingeschakeld en de tijd
wordt 5 seconden op de klok getoond. De
stroom schakelt vervolgens uit.
Druk meerdere malen op DISP
(display).
Elke keer wanneer u op de toets
drukt, verandert het
weergavemodus als volgt:
Verstreken
afspeeltijd
Fragmenttitel
Klok
Disctitel/
artiest
GEBRUIK VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Licht op bij ontvangst van een stereo
FM-uitzending met een redelijk sterk signaal.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM1FM2FM3AM
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Handmatig naar een station zoeken:
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen
om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en
houd deze ingedrukt tot de
vermelding “M” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
begint te knipperen.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM1FM2FM3AM
NEDERLANDS
2
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
Afstemmen op een
station met een
hogere frequentie
Afstemmen op een
station met een
lagere frequentie
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
7
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de
vermelding “M” (voor “manual”:
handmatig zoeken) op de display
knippert.
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een hogere
frequentie uitzendt
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een lagere
frequentie uitzendt
• Als u de toets loslaat, wordt de
handmatige modus na 5 seconden
automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM—MG/LG steeds met
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
NEDERLANDS
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk op de toets M (MODE)
om de functiemodus te
activeren terwijl u in stereo
naar een FM-stereouitzending luistert.
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AMzenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM1FM2FM3AM
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
2 Druk op de toets MO (mono),
terwijl de functiemodus is
geactiveerd, zodat de indicator
MO op de display aangaat.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, gaat de indicator
MO aan of uit.
De indicator MO (mono)
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert de
ontvangstkwaliteit.
8
De tekst “- -SSM- -” verschijnt op het
afleesvenster en verdwijnt wanneer het
automatisch instellen van radiozenders is
beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd—nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
Handmatig vasteleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor
iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM)
vastleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 92,5 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-golfband.
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM1FM2FM3AM
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 92,5 MHz).
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een hogere
frequentie uitzendt
Als u wilt afstemmen
op een station dat op
een lagere frequentie
uitzendt
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen
onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijden 8 en
9, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, verandert u de
band als volgt:
FM1FM2FM3AM
NEDERLANDS
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd
deze langer dan 2 seconden
ingedrukt.
De vermelding “P1” knippert gedurende
enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure
om andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
Opmerking:
U kunt tevens de 5 (hoger) of ∞ (lager) toets van het
toestel gebruiken voor het kiezen van volgende of
voorgaande voorkeurzenders.
Door iedere druk op de 5 (hoger) of ∞ (lager) toets
wordt op de volgende of voorgaande voorkeurzender
afgestemd.
9
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een
FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station
met het programma en informatie over de aard of
het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door het
station worden verstuurd, kunt u op een andere
zender van een ander netwerk afstemmen dat uw
favoriete programma of verkeersinformatie
uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander
programma of een andere afspeelbron, zoals het
CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
NEDERLANDS
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar
uw favoriete programma blijven luisteren en bent
u verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt.
(Zie de afbeelding op bladzijde 16).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternatieve
Frequentie) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
10
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF:De netwerkfunctie is ingeschakeld
en Regionalisatie is uitgeschakeld
“off”.
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert. (In
deze modus kan het voorkomen dat
het nieuw te ontvangen programma
anders is dan het programma dat u
daarvoor ontving).
De indicator AF licht op, maar de
indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld
en ook Regionalisatie is
ingeschakeld “on”.
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk die hetzelfde
programma uitzendt, wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
Zowel de indicator AF als de
indicator REG lichten op.
• OFF:De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
De indicator AF en de indicator REG
lichten allebei niet op.
Indicator AFIndicator REG
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 31).
2
Selecteer de vermelding “AF-REG”
(alternatieve frequentie/regionale
ontvangst) als deze niet al meteen
op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus
—“AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar verkeersinformatie (TA)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender of
CD).
• TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
Druk op T (TP/PTY) om TA standby ontvangst te
activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra
een zender verkeersinformatie start uit te
zenden. Het toestel stemt nu automatisch op
deze zender af. Het volume wordt op het
reeds vastgelegde TA volumeniveau
(zie bladzijde 15) gesteld en u hoort de
verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender
die wordt ontvangen levert namelijk geen
signalen die voor TA standby ontvangst zijn
vereist.
Om TA standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢
of 4 om een dergelijke zender op te
zoeken.
De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. TA standby ontvangst
is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten.
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een
zender verkeersinformatie start uit te zenden.
Het toestel verandert nu automatisch van bron
en stemt op deze zender af.
NEDERLANDS
Voor het uitschakelen van TA standby
ontvangst, drukt u nogmaals op T (TP/PTY). De
TP indicator dooft.
11
Het gebruik van PTY standby ontvangst
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk
overschakelen naar uw favoriete
programmagenre (PTY: Programmagenre)
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender of
CD).
4
Voltooi de instelling.
• PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY
standby ontvangst kiezen.
Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby
ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY
standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd
deze ten minste 2 seconden
ingedrukt, zodat een van de PSMvermeldingen op de display wordt
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 31).
NEDERLANDS
2
Selecteer de vermelding “PTY
STBY” (standby) als deze niet al
meteen op de display wordt
weergegeven.
3
Selecteer een van de
negenentwintig PTY-codes die
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16).
De naam van de PTYcode die u selecteert,
wordt op de display
weergegeven en
in het geheugen
opgeslagen.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de
PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd indien
de PTY indicator is opgelicht.
Zodra een zender een programma van het
gekozen programmatype start uit te zenden,
stemt het toestel op deze zender.
• PTY standby ontvangst is nog niet
geactiveerd indien de PTY indicator knippert.
De zender die wordt ontvangen levert
namelijk geen signalen die voor PTY standby
ontvangst zijn vereist.
Om PTY standby ontvangst nu te activeren
moet u op een andere zender afstemmen die
wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢
of 4 om een dergelijke zender op te
zoeken.
De PTY indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze
signalen is gevonden. PTY standby
ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten.
Zodra een zender een programma van het
gekozen programmatype start uit te zenden,
verandert het toestel automatisch van bron en
wordt op deze zender afgestemd.
Voor het uitschakelen van PTY standby
ontvangst, kiest u “OFF” in de hier links
beschreven procedure stap 3. De PTY indicator
dooft.
12
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.