JVC KD-S891R Instruction Manual [nl]

CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
KD-S891R
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
GET0136-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdapparaat
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e )
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan Klasse 1.
Het apparaat terugstellen
Houd SEL (selecteren) ingedrukt en druk tegelijkertijd langer dan 2 seconden op (standby/aan/ attenuator). De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerkingen:
• De geheugeninstellingen—zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen—zullen eveneens gewist worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op dat de CD niet valt.
Voorzorgens:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
ADVARSEL: Usynlig laser ­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser- strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta strålen. (s)
ej
attenuator)
SEL (selecteren)
VARO: Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättö­mälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
(standby/aan/
Hoe u de toets M (MODE) gebruikt
Als u op de toets M (MODE) drukt, schakelt de apparaat over naar de functiemodus en werken de cijfertoetsen en de toetsen 5/∞ enigszins anders.
Bijv.: Indien de 2 cijfertoets als de MO (mono) toets werkt.
Indicator die tijd aftelt
Voor het weer gebruiken van de oorspronkelijke functies van deze toetsen na een druk op M (MODE), wacht u 5 seconden zonder op een van deze toetsen te drukken totdat de
functiemodus is gewist.
• Ook als u nogmaals op de toets M (MODE) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen ......................... 2
Hoe u de toets M (MODE) gebruikt .......... 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN ........... 4
Bedieningspaneel ..................................... 4
BASISBEDIENING .......................... 5
De stroomtoevoer inschakelen .................. 5
Klok instellen ............................................. 6
GEBRUIK VAN DE RADIO ................. 7
Naar de radio luisteren .............................. 7
Radiozenders in het geheugen
vastleggen .............................................. 8
Afstemmen op een voorkeuzezender ....... 9
HET GEBRUIK VAN RDS................... 10
Wat u kunt doen met RDS ........................ 10
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ....................... 14
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER ........... 17
Een CD afspelen ....................................... 17
Een fragment of een bepaald punt op
de CD zoeken ......................................... 18
CD-afspeelmodi selecteren ....................... 19
De tekst van een CD met CD
Text weergeven....................................... 20
Vergrendelen van een disc........................ 20
MP3 INTRODUCTIE ........................ 21
Wat is MP3? .............................................. 21
Hoe worden MP3 bestanden
opgenomen en afgespeeld? ................... 21
BEDIENING VAN MP3 ..................... 23
Weergave van een MP3 disc .................... 23
Opzoeken van een bestand of een
bepaald gedeelte op een MP3 disc ........ 25
Kiezen van MP3 weergavefuncties ........... 27
GELUID REGELEN .......................... 28
Selecteren van vastgelegde
geluidsfuncties (C-EQ: custom
equalizer) ................................................ 28
Geluid aanpassen ..................................... 29
ANDERE HOOFDFUNCTIES ............... 30
De algemene instellingen wijzigen
(PSM) ..................................................... 30
Bedieningspaneel verwijderen .................. 33
GEBRUIK VAN DE
AFSTANDSBEDIENING................... 34
Plaatsing van de toetsen ........................... 35
PROBLEMEN OPLOSSEN ................. 36
ONDERHOUD ............................... 38
Omgaan met discs .................................... 38
SPECIFICATIES ............................. 39
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificaatie indien het apparaat is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
d
s
f
j
h
k
l /
z xg
c
w
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De toets SEL (selecteren) 3 De bedieningsschijf 4 CD-lade 5 Het display-venster 6 De toets FM/AM 7 De toets 5 (hoger)
De toets +10
8 De toets 0 (uitwerpen) 9 De toetsen 4 p De toets DISP (display)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden gebruikt in combinatie met de toets M (MODE).
q De toets M (MODE)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden gebruikt in combinatie met de toets DISP (display).
w Afstandssensor e De toets EQ (equalizer) r De toets MO (mono) t De cijfertoetsen y De toets RPT (herhalen) u De toets RND (willekeurig) i De toets T (TP/PTY: traffic programme/
programme type)
o De toets CD
4
n m
v
51 2 3 4
re
t oiu
y
; De toets (lager)
De toets –10
a De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
b
6 8
9
7
aqp
;
Het display-venster
s De indicator EQ (equalizer) d De indicator LOUD (loudness) f De indicator CD-geplaatst g De indicator CD h De indicators voor de FM-band
(FM1, FM2, FM3)
j De indicator voor de AM-band k Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
l De indicators RDS
AF, REG, TP, PTY
/ De indicator MP3 z De indicator (disc) x De indicator voor het volumeniveau
(of audioniveau)
c Discinformatie-indicators
TAG (ID3 tag), (map), (fragment/ bestand)
v Hoofdvenster b De indicator (map) n De indicator RND (willekeurig) m De indicator RPT (herhalen)
BASISBEDIENING
1
3
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Bij het selecteren van de geluidsbron in stap hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijden 7 – 16.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijden 17 – 20.
Voor het afspelen van MP3 disc,
zie bladzijden 23 – 27.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen
2
2
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijden 28 en 29).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT ” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien.
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt. SEE YOU wordt getoond en vervolgens wordt het toestel uitgeschakeld.
Indien u de stroom uitschakelt tijdens het beluisteren van een CD, zal de volgende keer
bij het weer inschakelen van de stroom de weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op de disc worden voortgezet.
Het volume verlagen
De indicator voor het volumeniveau
(of audioniveau) (zie bladzijde
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
32)
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
5
Klok instellen
Frequentie
Klok
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 31).
2
Stel het uur in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H
(uur) als deze al niet meteen op de display wordt weergegeven.
2 Pas het uur aan.
12
3
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M
(minuten).
2 Pas de minuten aan.
12
4
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”. 2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.
6
12
5
Voltooi de instelling.
De huidige kloktijd opvragen of de weergavemodus wijzigen
• Tijdens de bediening van de tuner:
Opmerking:
Zie bladzijde 15 voor het veranderen van de aanduidingen tijdens gebruik van RDS.
• Tijdens bediening voor disc:
Opmerkingen:
• Tijdens weergave van een normale CD verschijnt “NO NAME” voor de disctitel/artiest en de fragmenttitel.
• Zie tevens bladzijden 20 en 24 voor de diverse aanduidingen die tijdens weergave van een CD Text of MP3 disc verschijnen.
Met de stroom uit:
De stroom wordt ingeschakeld en de tijd wordt 5 seconden op de klok getoond. De stroom schakelt vervolgens uit.
Druk meerdere malen op DISP (display). Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert het weergavemodus als volgt:
Verstreken
afspeeltijd
Fragmenttitel
Klok
Disctitel/
artiest
GEBRUIK VAN DE RADIO
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
Licht op bij ontvangst van een stereo FM-uitzending met een redelijk sterk signaal.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display begint te knipperen.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Zoek een station.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Afstemmen op een station met een hogere frequentie
Afstemmen op een station met een lagere frequentie
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
7
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” (voor “manual”: handmatig zoeken) op de display knippert.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM—MG/LG steeds met 9 kHz) totdat u de toets loslaat.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1 Druk op de toets M (MODE)
om de functiemodus te activeren terwijl u in stereo naar een FM-stereo­uitzending luistert.
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM­zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
2 Druk op de toets MO (mono),
terwijl de functiemodus is geactiveerd, zodat de indicator MO op de display aangaat. Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de indicator MO aan of uit.
De indicator MO (mono)
Als de indicator MO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit.
8
De tekst “- -SSM- -” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd—nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
Handmatig vasteleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vastleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 92,5 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-golfband.
1
Selecteer het nummer van de golfband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Stem af op een zender (in dit voorbeeld op 92,5 MHz).
Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen op bladzijden 8 en 9, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De vermelding “P1” knippert gedurende enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
Opmerking:
U kunt tevens de 5 (hoger) of (lager) toets van het toestel gebruiken voor het kiezen van volgende of voorgaande voorkeurzenders. Door iedere druk op de 5 (hoger) of (lager) toets wordt op de volgende of voorgaande voorkeurzender afgestemd.
9
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “Enhanced Other Networks”. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic
Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt. (Zie de afbeelding op bladzijde 16). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternatieve Frequentie) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
10
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerk­opsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren. Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF: De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld “off”. Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. (In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving). De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld “on”. Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op.
• OFF: De netwerkfunctie is uitgeschakeld. De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
Indicator AF Indicator REG
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 31).
2
Selecteer de vermelding “AF-REG” (alternatieve frequentie/regionale ontvangst) als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer de gewenste modus —“AF”, “AF REG” of “OFF”.
4
Voltooi de instelling.
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender of CD).
• TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Druk op T (TP/PTY) om TA standby ontvangst te activeren.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht. TRAFFIC verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel stemt nu automatisch op deze zender af. Het volume wordt op het reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie bladzijde 15) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.
TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor TA standby ontvangst zijn vereist. Om TA standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De TP indicator stopt te knipperen en licht
continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. TA standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten. TRAFFIC verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel verandert nu automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby ontvangst, drukt u nogmaals op T (TP/PTY). De
TP indicator dooft.
11
Het gebruik van PTY standby ontvangst
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY: Programmagenre) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender of CD).
4
Voltooi de instelling.
PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
U kunt uw favoriete programma voor PTY standby ontvangst kiezen. Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 31).
2
Selecteer de vermelding “PTY STBY” (standby) als deze niet al meteen op de display wordt weergegeven.
3
Selecteer een van de negenentwintig PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 16).
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de
PTY indicator oplichten of knipperen.
PTY standby ontvangst is geactiveerd indien de PTY indicator is opgelicht. Zodra een zender een programma van het gekozen programmatype start uit te zenden, stemt het toestel op deze zender.
PTY standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de PTY indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor PTY standby ontvangst zijn vereist. Om PTY standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De PTY indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. PTY standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten. Zodra een zender een programma van het gekozen programmatype start uit te zenden, verandert het toestel automatisch van bron en wordt op deze zender afgestemd.
Voor het uitschakelen van PTY standby ontvangst, kiest u OFF in de hier links
beschreven procedure stap 3. De PTY indicator dooft.
12
Loading...
+ 28 hidden pages