JVC KD-S871R, KD-S723R, KD-S721R Instruction Manual [nl]

CD RECEIVER

KD-S871R/KD-S723R/KD-S721R

ENGLISH
DEUTSCH
KD-S871R
TP/PTY
SEL
DISP
87 9
10 11
RNDRPTMO
12
FM
¢
CD
4
AM
SCMMODE
KD-S723R
TP/PTY
SEL
DISP
87 9
10 11
RNDRPTMO
12
FM
¢
CD
4
AM
SCMMODE
KD-S721R
COMPACT
TP/PTY
SEL
DISP
87 9
10 11
RNDRPTMO
12
FM
¢
CD
4
AM
SCMMODE
DIGITAL AUDIO
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0065-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e )
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funkti on. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser- strålning när denna del är öppnad och spärren urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suo­jalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
Benaming/Spanningslabel
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate
NEDERLANDS
gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.

Het apparaat terugstellen

Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een paar seconden ingedrukt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(standby/aan/attenuator)
SEL (selecteren)
Opmerkingen:
• De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op dat de CD niet valt.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te
lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat
en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt................. 3
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
BASISBEDIENING ......................... 5
De stroomtoevoer inschakelen................. 5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO....... 6
Naar de radio luisteren ............................. 6
Radiozenders in het geheugen
vastleggen............................................. 8
Afstemmen op een voorkeuzezender ...... 9
HET GEBRUIK VAN RDS .................. 10
Wat u kunt doen met RDS........................ 10
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 14
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 17
Een CD afspelen ..................................... 17
Een muziekstuk of een bepaald punt
op de CD zoeken .................................. 18
Afspeelmodus selecteren ......................... 18
Voorkomen dat de CD terugspringt.......... 19

Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:

Als u op de toets MODE drukt, schakelt de eenheid over naar de functiemodus en werken de cijfertoetsen enigszins anders.
MODE
GELUID REGELEN ......................... 20
Geluid aanpassen.................................... 20
Werken met aangepaste geluidsmodi
(SCM) .................................................... 21
Geluidsweergave aanpassen
en opslaan............................................. 22
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 23
Klok instellen ........................................... 23
De algemene instellingen wijzigen
(PSM) .................................................... 23
De kleur voor het displayvenster selecteren
(UITSLUITEND VOOR DE KD-S871R) .... 25
Bedieningspaneel verwijderen ................. 26
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
(UITSLUITEND VOOR DE KD-S871R) ........ 27
Plaatsing van de toetsen .......................... 28
ONDERHOUD .............................. 29
Omgaan met CD’s ................................... 29
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 30
SPECIFICATIES ............................ 31
NEDERLANDS
«
8 9 10 11 127
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus
wordt dan automatisch opgeheven.
• Ook als u nogmaals op de toets MODE drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
RNDRPTMO
Indicator die tijd aftelt
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel

Het display-venster
a
2
1
sd
3
4
f
5
g
z 
x
h
j
k
l
67
/
8
9
p
TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
8
NEDERLANDS
w
q
e
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De toets TP (traffic programme)/
PTY (programme type)
3 De toets SEL (selecteren) 4 Het display-venster 5 CD-lade 6 De toets AM 7 De toets CD 8 De toets 0 (uitwerpen) 9 De toets FM p De toetsen ¢/4
Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
q De toetsen +/– w De toets DISP (display) e Afstandssensor (uitsluitend voor de
KD-S871R)
r De toets MO (mono) t De toets RPT (repeat) y De toets RND (random) u De cijfertoetsen i De toets MODE o De toets SCM (sound control memory) ; De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
4
r
FM
CD
¢
SSM
4
10
9
11 12
RPT
RND
yt
u
MODE
i
SCM
o
AM
;
Het display-venster
a De indicator SCM (sound control memory) s De indicator CD-bron d De indicator voor de FM-band (FM1, FM2, FM3) f De indicator voor de AM-band g Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
h De indicator RND (random) j De indicator RPT (repeat) k De Indicators RDS
AF, REG, TP, PTY
l De indicator LOUD (loudness) / De indicator CD-geplaatst z Hoofdvenster x De indicator (of audioniveau) voor het
volumeniveau (voor de KD-S871R) De indicator voor het volumeniveau (voor de KD-S723R en KD-S721R)

BASISBEDIENING

TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
9
8
13 2

De stroomtoevoer inschakelen

1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
FM
CD
FM
CD
¢
SSM
4
10
RND
11 12
RPT
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
AM
MODE
SCM
Indicator voor het volumeniveau
(zie bladzijde 25)
(Zie bladzijde 20 – 22).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
NEDERLANDS
AM
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijde 6 – 16.
Voor gebruik van de CD,
zie bladzijde 17 – 19.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen zie bladzijde 23.
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
5

BASISBEDIENING VAN DE RADIO

TP/PTY
SEL
DISP
7
8

Naar de radio luisteren

Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
NEDERLANDS
FM
CD
AM
FM1 FM2 FM3
AM
FM
CD
¢
SSM
4
MO
10
9
RND
11 12
RPT
2
Zoek een station.
MODE
AM
SCM
Afstemmen op een station
¢
4
met een hogere frequentie.
Afstemmen op een station met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
6
Handmatig naar een station zoeken:
MO
Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
FM
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM – MG/LG steeds met 9 kHz) totdat u de toets loslaat.
CD
AM
FM1 FM2 FM3
AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “M (voor “manual”: handmatig zoeken)” op de display begint te knipperen.
¢
4
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1 Druk op de toets MODE om de functiemodus
te activeren terwijl u in stereo naar een FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op de toets MO (mono), terwijl de
functiemodus is geactiveerd, zodat de indicator MO op de display aangaat. Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de indicator MO aan of uit.
MODE
NEDERLANDS
Als de indicator MO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “M” op de display knippert.
Als u wilt afstemmen op een
¢
4
station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
7

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
FM
CD
NEDERLANDS
AM
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
¢
4
FM1 FM2 FM3
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vasteleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de golfband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
FM
CD
AM
2
Stem af op een zender (in dit voorbeeld op 88,3 MHz).
¢
4
FM1 FM2 FM3
AM
Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
8
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
7
De vermelding “P1” knippert gedurende enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.

Afstemmen op een voorkeuzezender

U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 8 en 9, als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
FM
CD
AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
FM1 FM2 FM3
AM
8 MO 9 10 11 RPT 12 RND7
NEDERLANDS
9

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “Enhanced Other Networks”. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma
NEDERLANDS
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie de afbeelding op de volgende pagina). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
10
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerk­opsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren. Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF: De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. (In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving). De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• OFF: De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op.
De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
Indicator AF
Indicator REG
REGAF
Loading...
+ 22 hidden pages