For installation and connections, refer to the separate manual.
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende
handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
FRANÇAIS
NEDERLANDS
GET0065-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
CAUTION: Invisible laser
radiation when open and
interlock failed or defeated.
AVOID DIRECT EXPOSURE
TO BEAM. (e )
ADVARSEL: Usynlig laserstråling ved åbning, når
sikkerhedsafbrydere er ude
af funkti on. Undgåudsættelse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser-
strålning när denna del
är öppnad och spärren
urkopplad. Betrakta ej
strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet
är
alttiina näkymättömälle
lasersäteilylle. Älä katso
säteeseen. (f)
Benaming/Spanningslabel
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte
blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel
bevat geen door de gebruiker te repareren
onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan
Let op:
Caution:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een
This product contains a laser component
hogere klasse laserstraal dan “Klasse 1”.
of higher laser class than Class 1.
erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van
veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te
stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate
NEDERLANDS
gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing
aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Het apparaat terugstellen
Houd de SEL (selecteren) en de (standby/aan/attenuator) toetsen beide gelijktijdig een
paar seconden ingedrukt.
De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
(standby/aan/attenuator)
SEL (selecteren)
Opmerkingen:
• De geheugeninstellingen – zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen – zullen eveneens gewist
worden.
• Als er een CD in het apparaat is, zal deze naar buiten komen wanneer u het apparaat terugstelt. Let op
dat de CD niet valt.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed door te
lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van het apparaat
en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.
INHOUDSOPGAVE
Het apparaat terugstellen .........................2
Plaatsing van de toetsen .......................... 28
ONDERHOUD .............................. 29
Omgaan met CD’s ................................... 29
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 30
SPECIFICATIES ............................ 31
NEDERLANDS
«
891011127
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt
gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus
wordt dan automatisch opgeheven.
• Ook als u nogmaals op de toets MODE drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is
tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is
belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is
gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet
meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen
met het apparaat gaat verrichten.
RNDRPTMO
Indicator die tijd aftelt
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de
warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas
gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer
normaal waarden heet bereikt.
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
Het display-venster
a
2
1
sd
3
4
f
5
g
z
x
h
j
k
l
67
/
8
9
p
TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
8
NEDERLANDS
w
q
e
1 De toets (standby/aan/attenuator)
2 De toets TP (traffic programme)/
PTY (programme type)
3 De toets SEL (selecteren)
4 Het display-venster
5 CD-lade
6 De toets AM
7 De toets CD
8 De toets 0 (uitwerpen)
9 De toets FM
p De toetsen ¢/4
•
Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer
beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
q De toetsen +/–
w De toets DISP (display)
e Afstandssensor (uitsluitend voor de
KD-S871R)
r De toets MO (mono)
t De toets RPT (repeat)
y De toets RND (random)
u De cijfertoetsen
i De toets MODE
o De toets SCM (sound control memory)
; De toets (het bedieningspaneel vrijgeven)
4
r
FM
CD
¢
SSM
4
10
9
1112
RPT
RND
yt
u
MODE
i
SCM
o
AM
;
Het display-venster
a De indicator SCM (sound control memory)
s De indicator CD-bron
d De indicator voor de FM-band (FM1, FM2, FM3)
f De indicator voor de AM-band
g Indicators voor de ontvangst van de tuner
MO (mono), ST (stereo)
h De indicator RND (random)
j De indicator RPT (repeat)
k De Indicators RDS
AF, REG, TP, PTY
l De indicator LOUD (loudness)
/ De indicator CD-geplaatst
z Hoofdvenster
x De indicator (of audioniveau) voor het
volumeniveau
(voor de KD-S871R)
De indicator voor het volumeniveau
(voor de KD-S723R en KD-S721R)
BASISBEDIENING
TP/PTY
SEL
DISP
MO
7
9
8
132
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One Toch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld.
U hoeft niet op deze toets te drukken om het
apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
FM
CD
FM
CD
¢
SSM
4
10
RND
1112
RPT
Het door u ingestelde geluidsniveau verschijnt.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
AM
MODE
SCM
Indicator voor het volumeniveau
(zie bladzijde 25)
(Zie bladzijde 20 – 22).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige
geluidsbron kort op. Op het
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen
en het volume zal in een oogwenk dalen.
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u
nogmaals kort op dezelfde toets.
NEDERLANDS
AM
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijde 6 – 16.
Voor gebruik van de CD,
zie bladzijde 17 – 19.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan
1 seconde ingedrukt.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen
zie bladzijde 23.
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere
geluidsdragers nauwelijks sprake van
achtergrondruis. Wanneer het volume van
bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het
gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge
toename van het geluid beschadigd raken.
Draai het volume daarom voordat u een CD
afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan
uw wensen aan.
5
BASISBEDIENING VAN DE RADIO
TP/PTY
SEL
DISP
7
8
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt
u kiezen tussen automatisch zoeken en
handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken:
Auto search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
NEDERLANDS
FM
CD
AM
FM1FM2FM3
AM
FM
CD
¢
SSM
4
MO
10
9
RND
1112
RPT
2
Zoek een station.
MODE
AM
SCM
Afstemmen op een station
¢
4
met een hogere frequentie.
Afstemmen op een station
met een lagere frequentie.
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt
het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
6
Handmatig naar een station zoeken:
MO
Manual search
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
FM
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige
modus na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de
frequentie veranderen (bij FM steeds met
50 kHz en bij AM – MG/LG steeds met
9 kHz) totdat u de toets loslaat.
CD
AM
FM1FM2FM3
AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden
kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of 4 en houd
deze ingedrukt tot de vermelding “M
(voor “manual”: handmatig zoeken)”
op de display begint te knipperen.
¢
4
De geselecteerde omroepband
wordt weergegeven.
Als een FM-stereo-uitzending slecht te
ontvangen is:
1 Druk op de toets MODE om de functiemodus
te activeren terwijl u in stereo naar een
FM-stereo-uitzending luistert.
2 Druk op de toets MO (mono), terwijl de
functiemodus is geactiveerd, zodat de
indicator MO op de display aangaat.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat
de indicator MO aan of uit.
MODE
NEDERLANDS
Als de indicator MO op de display aan is, wordt
het geluid in mono weergegeven en verbetert
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).
3
Stem af op het station van uw keuze.
U kunt dit doen zolang de vermelding
“M” op de display knippert.
Als u wilt afstemmen op een
¢
4
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
7
Radiozenders in het geheugen
vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden
gebruiken om de radiozenders in het geheugen
vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:
SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van
FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u
FM-zenders wilt vasteleggen.
FM
CD
NEDERLANDS
AM
2
Druk op beide toetsen en houd ze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
¢
4
FM1FM2FM3
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vasteleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1
1
Selecteer het nummer van de
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u
zenders wilt vasteleggen (in dit
voorbeeld cijfertoets FM1).
FM
CD
AM
2
Stem af op een zender (in dit
voorbeeld op 88,3 MHz).
¢
4
FM1FM2FM3
AM
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een hogere
frequentie uitzendt.
Als u wilt afstemmen op een
station dat op een lagere
frequentie uitzendt.
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van
radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen
worden opgezocht en automatisch voor de
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen
van de zenders opgeroepen.
8
3
Druk op de cijfertoets (in dit
voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze
langer dan 2 seconden ingedrukt.
7
De vermelding “P1” knippert gedurende
enkele seconden op de display.
4
Herhaal bovenstaande procedure om
andere zenders onder andere
nummers op te slaan.
Opmerkingen:
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder
hetzelfde nummer.
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de
spannings toevoer naar het geheugen wordt
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw
worden ingesteld.
Afstemmen op een
voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een
vastgelegde voorkeuzezender.
Denk eraan dat u de zenders eerst moet
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 8 en 9,
als u dat nog niet hebt gedaan.
1
Selecteer de omroepband
(FM1 – 3, AM).
FM
CD
AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de
gewenste zender.
FM1FM2FM3
AM
8 MO91011 RPT 12 RND7
NEDERLANDS
9
HET GEBRUIK VAN RDS
Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan
een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het
station met het programma en informatie over de
aard of het genre van het programma meezenden,
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over
sport gaat of een muziekprogramma is.
Een andere functie van de voorziening RDS is
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de
Enhanced Other Networks-gegevens die door het
station worden verstuurd, kunt u op een andere
zender van een ander netwerk afstemmen dat uw
favoriete programma of verkeersinformatie
uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander
programma of een andere afspeelbron, zoals het
CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze
eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen
(De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
verkeersinformatie (TA – “Traffic
Announcement”) of uw favoriete programma
NEDERLANDS
• Zoeken naar een bepaald programmagenre
(PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt
beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven
volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die
in deze eenheid is ingebouwd automatisch
overschakelen naar een andere RDS-zender van
hetzelfde station dat hetzelfde programma
uitzendt, maar dan met een sterker
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw
favoriete programma blijven luisteren en bent u
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie
de afbeelding op de volgende pagina).
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme
Identification) gegevens, en de AF (Alternative
Frequency) gegevens.
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw
favoriete programma blijven volgen. Als een of
beide signalen niet goed worden ontvangen,
werkt deze voorziening niet.
10
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerkopsporing gebruiken om hetzelfde programma
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF:De netwerkfunctie is ingeschakeld en
Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
(In deze modus kan het voorkomen
dat het nieuw te ontvangen
programma anders is dan het
programma dat u daarvoor ontving).
De indicator AF licht op, maar de
indicator REG licht niet op.
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en
• OFF:De netwerkfunctie is uitgeschakeld.
ook Regionalisatie is ingeschakeld
(“on”).
Met deze instelling schakelt het
toestel naar een andere zender van
hetzelfde netwerk die hetzelfde
programma uitzendt, wanneer de
ontvangst van de signalen van de
ingestelde zender verslechtert.
Zowel de indicator AF als de indicator
REG lichten op.
De indicator AF en de indicator REG
lichten allebei niet op.
Indicator AF
Indicator REG
REGAF
Loading...
+ 22 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.